ING Financieel fit Barometer Juli 2015
ING Financieel fit Barometer naar recordhoogte 96 punten
Vooral ’boven water’ huishouden lost extra af De ING Financieel fit Barometer staat op zijn hoogste stand ooit. In het tweede kwartaal van 2015 steeg de barometer met maar liefst 5 punten van 91 naar 96. Steeds minder huishoudens geven aan dat ze lastig rond kunnen komen. De koopkracht ontwikkelt zich positief. Ook de huizenmarkt herstelt, maar wel geven nog zo’n 700.000 huishoudens aan onder water te staan. Van deze huishoudens lost één op de acht extra af. Onder woningbezitters die niet onder water staan is dit zelfs één op de vier.
Financieel fit Barometer naar recordstand Nederlandse huishoudens zijn positiever geworden over hun eigen portemonnee. De stand van de ING Financieel fit Barometer is in het tweede kwartaal van 2015 gestegen van 91 naar 96 punten. Deze flinke verbetering komt met name omdat minder huishoudens aangeven lastiger rond te komen dan vorig kwartaal. Wel betekent een stand van minder dan 100 punten dat er nog iets meer huishoudens zijn die een verslechtering van hun financiële positie zien, dan huishoudens die een verbetering zien.
ING Financieel fit Barometer Economisch Bureau, juli 2015
Dit jaar meer te besteden De gemiddelde loonstijging overtreft in 2015 de prijsstijging. ING gaat uit van een cao loonstijging van 1,4% en een inflatie van 0,6%. Een doorsnee Nederlands huishouden heeft dit jaar ook volgens het kabinet ongeveer 1% meer te besteden. Maar de ontwikkeling van de koopkracht ziet er niet voor alle huishoudens hetzelfde uit. Gepensioneerden zullen er veelal niet of nauwelijks op vooruit gaan. Door de lage rentestand zullen veel pensioenfondsen ook de komende tijd hun uitkeringen niet volledig met de loonen prijsontwikkeling mee kunnen laten stijgen (indexeren). Werkenden gaan er dankzij de reële loonstijging en hogere belastingkorting wél op vooruit. Herstel huizenmarkt helpt Consumenten putten meer vertrouwen uit een positieve ontwikkeling van hun inkomen. Ook baseren zij hun vertrouwen op hun vermogenspositie. Wat dat betreft zijn de ontwikkelingen op de huizenmarkt van groot belang voor de economie. Een herstel van die markt kan het vertrouwen onder consumenten namelijk ondersteunen en zo de bestedingen doen toenemen.
Huizenmarkt: tekenen van herstel De woningmarkt laat de afgelopen maanden duidelijk tekenen van herstel zien. De eerste vijf maanden van dit jaar zijn er 16% meer woningen verkocht dan in de eerste helft van 2014. Het ING Economisch Bureau verwacht voor 2015 dat de verkopen verder aantrekken en er in totaal 170.000 woningen worden verkocht.
Huizenprijsstijging richting de 3% Ook de huizenprijzen lijken de weg naar boven weer te hebben gevonden. De gemiddelde prijs is het afgelopen half jaar met zo’n 0,3% per maand gestegen. Als dat tempo het komende half jaar aanhoudt dan betekent dat dat de gemiddelde prijsstijging voor dit jaar zo rond de 3% uitkomt.
Al met al valt het grootste deel van de huizenprijsstijgingen tot 2025 daarom in de periode voor 2020 te verwachten. Zie voor een uitgebreide analyse over de huizenmarkt tussen 2015 en 2015 ook de ING publicatie Eigen huis verliest gouden glans. Realistische huizenprijsverwachtingen Afgezet tegen bovenstaande ramingen lijken Nederlandse huizenprijzen realistisch over de toekomstige prijsontwikkelingen in hun eigen woonplaats. Weliswaar verwachten twee van de drie huishoudens dat de huizenprijzen in hun dorp/stad zullen stijgen, maar de grootste groep (54%) verwacht dat deze prijsstijging gematigd (tot 2% per jaar) zal zijn. Slechts 13% verwacht dat de prijzen meer dan 2% zullen stijgen. Hiermee lijken Nederlandse huishoudens zich te realiseren dat de sterke prijsstijgingen van voor de crisis waarschijnlijk niet terug zullen komen. 12% voorziet vrijwel geen verandering van de prijs. Slechts 4% denkt dat prijzen in de eigen woonplaats de komende 10 jaar zullen dalen. 2 op 3 Nederlandse huishoudens verwacht prijsstijgingen Huizenprijzen in mijn woonplaats zullen de komende 10 jaar... 60%
54%
40%
20%
16%
13%
12%
4% 0% 0%
Sterk stijgen (>2%)
Komende jaren sterkste prijsstijging ING verwacht dat de gemiddelde prijsstijging de komende 10 jaar rond de 2% zal liggen. De hierboven genoemde prijsstijging van 3% ligt iets hoger. Dat is niet verrassend. Veel factoren die de eerste jaren nog gunstig zijn (lage rente, inhaalvraag, achterblijvende bouw) vallen later weg. Ook zal in latere jaren het effect van de vergrijzing op de huizenprijs sterker worden. Als meer en meer huizen van ouderen op de markt komen (bijvoorbeeld bij verhuizen naar een kleiner huurhuis of bij overlijden) zal dat de prijs van woningen drukken.
Iets stijgen (<2%)
Gelijk blijven
Iets dalen (<2%)
Grootstedelingen verwachten vaker sterke prijsstijging % respondenten, exclusief weet niet 60%
40% Uit grote stad 20%
Uit dorp op platteland
Sterk stijgen
Stijgen
Gelijk blijven
Bron: ING Financieel fit Barometer
2
Weet niet
Stedelingen zien grotere prijsstijgingen Grootstedelingen verwachten duidelijk sterkere prijsstijgingen in hun woonplaats dan dorpelingen. Een vijfde van de huishoudens uit grote steden verwacht dat huizenprijzen in hun stad de komende 10 jaar met gemiddeld meer dan 2% zullen toenemen. Inwoners van een dorp op het platteland voorzien juist vaker dan gemiddeld gelijkblijvende prijzen of prijsdalingen in hun woonplaats.
0%
ING Financieel fit Barometer Economisch Bureau, juni 2015
Sterk dalen (<2%)
Dalen
Weet niet
Grootste prijsstijging voor kleine woning in stad Gevraagd naar de prijsontwikkeling in heel Nederland (dus niet alleen in hun eigen woonplaats) zijn respondenten veel positiever gestemd over steden dan over dorpen. Meer dan de helft van de ondervraagde huishoudens denkt dat woningen in steden de komende 10 jaar harder in waarde zullen toenemen dan woningen op het platteland. Kleine stadswoningen zullen volgens hen het meest in waarde toenemen. Gezien de aanhoudende trek naar de stad en de ‘verdunning’ van de gezinsgrootte is dat ook volgens het ING Economisch Bureau het meest realistische scenario. Grootste prijsstijging verwacht voor kleine huizen in de stad Welke woningen zullen het meest in waarde stijgen? % huishoudens Kleine woningen in steden Grote woningen in steden
huis spelen naast de financiën natuurlijk ook andere zaken een rol. Voor sommige woningbezitters waren die belangrijker dan financiële redenen: zo was voor 19% de mogelijkheid om de woning te kunnen aanpassen aan de eigen smaak de belangrijkste reden om een huis te kopen en niet te huren. Financiële motieven verliezen flink terrein Inmiddels zijn de redenen van huishoudens om een huis te kopen echter flink veranderd. Huishoudens die binnen 10 jaar denken te gaan verhuizen naar een koopwoning leggen minder de nadruk op de financiële motieven: de lagere maandlasten en met name het profiteren van de waardestijging van de koopwoning verliezen flink terrein (-10% punt). Opgeschrikt door de crisis lijken veel toekomstige huizenkopers zich te realiseren dat de grote waardestijgingen van het verleden geen garantie meer zijn.
Kleine woningen in dorpen Grote woningen in dorpen Weet ik echt niet 0
5
10
15
20
25
30
35
Bron: ING Financieel fit Barometer
Op de woningmarkt zijn ook op dit moment ook al grote verschillen te zien. Zo overtreft het prijsherstel in de vier grote steden (tussen de 5-13% sinds het dieptepunt) ruimschoots het landelijk gemiddelde (3%). Kopen aantrekkelijk, ook voor veel huurders Ondanks de recente waardedaling van woningen in de crisis, noemt een ruime meerderheid (69%) van de Nederlandse huishoudens een woning kopen vanuit financieel oogpunt aantrekkelijker dan een woning huren. Vrijwel iedereen die in een koophuis woont is deze mening toegedaan, maar ook 40% van de huurders zijn van mening dat kopen financieel eigenlijk aantrekkelijker is. De betaalbaarheid van woningen is door de lage rente en de huizenprijsdalingen tussen 2008 en 2013 recentelijk fors toegenomen, terwijl huren in veel gevallen juist duurder werd. Veel huurders huren dan ook niet omdat ze dat zo graag willen, maar noodgedwongen. Ruim 40% van hen zou eigenlijk liever willen kopen, maar kan geen hypotheek krijgen. Koophuis vanwege lagere lasten Voor veel woningbezitters waren financiële motieven van groot belang bij de aankoop van hun huis. Drie op de tien (30%) huishoudens geeft aan dat ze vooral hebben gekocht (in plaats van gehuurd) vanwege de (lagere) maandlasten. Voor 17% was de voornaamste reden om te kopen te kunnen profiteren van de waardestijging van de woning. Bij de aankoop van een ING Financieel fit Barometer Economisch Bureau, juni 2015
3
1 op 5 huishoudens met hypotheek onder water Tijdens de crisis zijn de huizenprijzen immers flink gedaald. Daardoor hebben veel huizenbezitters een deel van de waarde van hun woning zien ‘verdampen’ Een deel heeft nu zelfs een hypotheek die hoger is dan de waarde van hun woning. Zo geeft op dit moment 18% van de huizenbezitters met een hypotheek aan dat zij met de huidige waarde van hun huis de hypotheek niet zouden kunnen aflossen: dat zijn ongeveer 700.0000 huishoudens. Papieren verlies, maar ook een rem Onder water staan is voor veel huizenbezitters vooral een papieren verlies, dat ze pas echt in de portemonnee voelen op het moment dat ze besluiten daadwerkelijk de woning te verkopen. Een huis dat onder water staat kan huishoudens wel belemmeren bij de beslissing om al dan niet te gaan verhuizen. Bij eventuele verkoop blijven huiseigenaren namelijk achter met een restschuld. En hoewel deze eventueel mee te financieren is bij aankoop van een nieuw huis, betekent dit wel hogere maandlasten. Zo remt de onderwaterstand de doorstroming op de woningmarkt.
Minder onderwaterstand door prijsstijgingen Voor huizenbezitters die onder water staan, zijn de recente huizenprijsstijgingen zeer welkom. Met name in de grote steden komen door het forse prijsherstel veel woningen weer boven water te staan. Huishoudens in die woningen kunnen vervolgens weer makkelijker verhuizen. Dit zorgt dan weer voor extra opwaartse druk op de prijzen, waardoor er weer meer mensen kunnen verhuizen, etc. Maar juist in regio’s waar de huizenprijzen minder hard stijgen kan het soms nog jaren duren voordat alleen prijsstijgingen de onderwaterstand ongedaan zullen maken. Extra aflossen: 10 à 15.000 euro per huishouden Extra aflossen is een tweede mogelijkheid om van ‘onder water’ sneller weer ‘boven water’ te komen. Natuurlijk is dit alleen een optie voor huishoudens die voldoende spaargeld achter de hand hebben of op weten te bouwen. Bijna 1 op de 5 woningbezitters (18%) heeft de afgelopen twaalf maanden extra afgelost. Die extra aflossing bedroeg gemiddeld zo’n 10.000 à 15.000 euro. Van de huishoudens die ‘onder water’ staan lost 13% extra af. Hun woning weer boven water krijgen is hiervoor met afstand de belangrijkste reden. Een ruime meerderheid van maar liefst 64% noemt dit als hoofdmotief om extra af te lossen.
Kwart van boven water huishoudens lost extra af Opvallend is dat ook veel huishoudens die ‘boven water’ staan extra aflossen. De noodzaak lijkt voor hen veel kleiner, maar het aandeel van hen dat extra aflost ligt met 23% juist hoger. Bovendien liggen de bedragen die zij jaarlijks extra aflossen hoger. Waar het bij huishoudens die onder water staan vaak jongeren betreft, zijn ‘boven water’ huishoudens relatief ouder en hebben zij vaak meer spaargeld opgebouwd dat zij kunnen aanwenden om extra af te lossen.
ING Financieel fit Barometer Economisch Bureau, juni 2015
4
Aflossen om lagere lasten Deze ‘boven water’ huishoudens blijken andere redenen te hebben om af te lossen. Voor de grootste groep van hen (41%) is de belangrijkste reden dat hun maandlasten hiermee dalen. Om de maandlasten echt flink te beperken, moeten huizenbezitters al snel behoorlijke bedragen neertellen. Een voorbeeld maakt dit duidelijk. Neem een huiseigenaar die bij aankoop een annuïteiten hypotheek van 200.000 euro heeft afgesloten – voor een looptijd van 30 jaar, tegen een rente van 5%. Als deze hypotheeknemer na 10 jaar besluit om 10.000 euro extra af te lossen, dan scheelt hem dat zo’n 50 euro netto in zijn maandlasten. Wil hij zijn maandlasten 100 euro naar beneneden brengen, dan moet hij maar liefst 20.000 euro extra aflossen. Gewoon zo snel mogelijk van de schuld af De wens om gewoon zo snel mogelijk van de schuld af te zijn is voor een kwart (26%) van de aflossers de hoofdreden. Het gebrek aan rendement op spaargeld noemt 22% van de huishoudens die boven water staan als belangrijkste motivatie om extra af te lossen. De ruimere schenkingsvrijstelling of de angst op onderwaterstand in de toekomst zijn slechts voor een zeer beperkte groep de hoofdreden om extra af te lossen.
Verantwoording en disclaimer ING Financieel fit Barometer De ING Financieel fit Barometer meet het oordeel van Nederlandse huishoudens over hoe fit zij zich in financieel opzicht voelen. Met financieel fit wordt bedoeld: ‘Uw geldzaken op orde hebben en houden. Nu, en met het oog op de toekomst’. Hierin wordt gekeken naar de volgende thema’s: Inkomsten en Uitgaven, Woonsituatie, Vermogen en Pensioen. Elk kwartaal wordt aandacht besteed aan één van deze thema’s. De feitelijke barometerscore is gebaseerd op een aantal vragen uit marktonderzoek door TNS NIPO onder een representatieve groep Nederlandse huishoudens en geeft aan hoe zij vinden dat hun huishoudboekje sluit. De ING Financieel fit Barometer heeft als minimale waarde 0 en kan maximaal uitkomen op 200. De neutrale stand is 100. Het aantal optimisten en pessimisten over de eigen financiële situatie houdt elkaar bij die stand in evenwicht. In meting 26 (afgenomen in mei 2015 onder 997 Nederlandse huishoudens) is de Financieel fit Barometerscore uitgekomen op 96. De in deze publicatie neergelegde opvattingen zijn gebaseerd op de door ING vergaarde informatie en door ING betrouwbaar geachte bronnen. Deze gegevens zijn op zorgvuldige wijze in onze analyses verwerkt. Noch de ING, noch medewerkers van de bank kunnen aansprakelijk worden gesteld voor de in deze publicatie eventueel aanwezige onjuistheden. Aan de verstrekte informatie kunnen geen rechten worden ontleend. ING aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor de inhoud van de publicaties of voor informatie die op of via de sites wordt verstrekt. Auteursrecht en rechten ter bescherming van gegevensbestanden zijn van toepassing op deze publicatie. Niets in deze publicatie mag worden gereproduceerd, verspreid of gepubliceerd zonder de uitdrukkelijke vermelding van de ING als bron van deze informatie. De afnemer van deze informatie is verplicht aanwijzingen van de ING betreffende het gebruik van de informatie op te volgen. Nederlands recht is van toepassing. De ING is met ruim 8,9 miljoen rekeninghouders een van de grootste en meest toonaangevende financiële dienstverleners van Nederland. ING biedt klanten gemak, waar voor hun geld en persoonlijk advies. Particuliere en zakelijke klanten kunnen bij de ING terecht voor financiële producten op het vlak van betalen, sparen, lenen, hypotheken en beleggen. Daarnaast bemiddelt de ING in verzekeringen en pensioenen. De ING is een Nederlands onderdeel van de ING Groep, een wereldwijd opererende financiële instelling met meer dan 82.000 medewerkers. ING Groep verleent diensten aan ruim 61 miljoen particuliere, zakelijke en institutionele klanten in meer dan 40 landen in Europa, Noord-Amerika, Latijns-Amerika, Azië en Australië. ING Bank N.V., statutair gevestigd te Amsterdam, Handelsregister nr. 33031431. Wilt u geen persberichten meer ontvangen van ING, klik dan hier.
ING Financieel fit Barometer Economisch Bureau, juli 2015