VNG standpunt EU Groenboek ‘Een nieuwe stedelijke mobiliteitscultuur’ Februari 2008
Samenvatting De Europese Commissie heeft op 25 september 2007 het groenboek ‘Een nieuwe mobiliteitscultuur’ gepubliceerd. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) is positief over de inhoud van het groenboek, maar vraagt de Europese Commissie wel om aandacht voor de rol en verdeling van bevoegdheden tussen respectievelijk de Europese Commissie en de decentrale overheden. De VNG onderscheidt een vijftal prioriteiten waarmee de Europese Commissie een bijdrage kan leveren aan een duurzame mobiliteit in Nederlandse steden. Veruit het belangrijkst hierbij is een aanscherping van het bronbeleid en meer aandacht voor schone brandstoffen. Rol Europese Commissie aanvullend op rol gemeenten Decentrale overheden hebben een grote rol en verantwoordelijkheid inzake regionaal en stedelijk verkeeren vervoerbeleid en het is van belang om dit, mede vanwege het benodigde maatwerk, ook zo te houden. Hier is het respecteren van het subsidiariteitsbeginsel door de Europese Commissie een eerste voorwaarde. Wij zijn van mening dat Europees beleid flexibel dient te zijn en voldoende beleidsruimte moet bieden voor gemeenten. Wij zijn dan ook tegen Europese planverplichtingen. Maatregelen Europese Commissie die bijdragen aan duurzame stedelijke mobiliteit Wij vragen de Europese Commissie om gemeenten op een aantal onderdelen te helpen een duurzame mobiliteit in steden te realiseren. De Nederlandse gemeenten vragen de Europese Commissie om: 1. stringenter bronbeleid Bij het realiseren van een duurzame mobiliteit op lokaal en regionaal niveau is Europees bronbeleid veruit het meest effectieve instrument. Stringent bronbeleid is daarom absoluut noodzakelijk. Een aanscherping van het Europese bronbeleid en het stimuleren van bronmaatregelen zal leiden tot schonere, stillere en zuinigere voertuigen. Daarnaast is er ook grote behoefte aan schonere brandstoffen. Dit heeft een leefbare en gezonde leefomgeving tot gevolg. 2. integratie van bestaand beleid Wij verzoeken de Europese Commissie, alvorens met nieuwe voorstellen te komen, alle reeds bestaande wetgeving die stedelijke mobiliteit raakt in kaart te brengen. Waar nodig pleiten wij voor integratie van wet- en regelgeving en waar mogelijk voor het schrappen van onnodige wet- en regelgeving. 3. verkeersveilige voertuigen Wij pleiten voor een impuls in de ontwikkeling van de voertuigtechnologie omwille van verkeersveiliger voertuigen. 4. bevordering van ontwikkeling van technologie Wij vragen de Europese Commissie initiatieven te nemen en te ondersteunen die er toe bijdragen dat technieken die nodig zijn voor bijvoorbeeld prijsbeleid sneller en goedkoper ontwikkeld worden. 5. HST-netwerken in stedelijke gebieden Het is van groot belang dat steden worden aangesloten op trans Europese netwerken. Aansluiting van steden hierop draagt bij aan de economische en culturele ontwikkelingen van stedelijke gebieden, vergroot de ruimtelijke (internationale) samenhang tussen steden, verkort de reistijd en is een uitstekend alternatief voor vliegverkeer over korte en middellange afstanden binnen Europa. 6. harmonisatie en interoperabiliteit van milieuzones Wij vragen de Europese Commissie ons te ondersteunen bij het nastreven van harmonisatie en interoperabiliteit van milieuzones. Hierbij moet het voor steden mogelijk blijven waar nodig stringentere regels toe te passen. 1
VNG standpunt ten aanzien van het groenboek ‘Een nieuwe stedelijke mobiliteitscultuur’ [COM(2007) 551] Inleiding De Europese Commissie heeft op 25 september 2007 het groenboek ‘Een nieuwe mobiliteitscultuur’ gepubliceerd. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) is de vertegenwoordiger van de 443 gemeenten in Nederland. De VNG heeft in die hoedanigheid samen met het Rijk, het Interprovinciaal Overleg (IPO) en SkVV (de samenwerkende stadregio’s in het kader van verkeer en vervoer) op het groenboek ‘Een nieuwe stedelijke mobiliteitscultuur’ gereageerd. In die gezamenlijke reactie gaan wij uitgebreid in op de vragen die de Europese Commissie in het groenboek aan de orde stelt. De VNG stelt het op prijs dat de Europese Commissie een consultatieperiode heeft ingesteld en maakt met genoegen van deze uitnodiging gebruik om haar visie op het groenboek te presenteren. In april 2007 heeft de VNG al een standpunt ingenomen naar aanleiding van de internetconsultatie die de Europese Commissie destijds had ingesteld 1. In september 2005 hebben wij ook gereageerd op de internetconsultatie rond de Thematische Strategie stedelijke omgeving 2. In dit perspectief willen wij graag ook verwijzen naar ons position paper “Europese aanpak luchtkwaliteit gewenst” van september 2005 3 en ons standpunt naar aanleiding van de Thematische Strategie luchtverontreiniging en de richtlijn luchtkwaliteit van november 2005 4. De gezamenlijke reactie van de Nederlandse overheden bouwt hier op voort. De VNG is over het algemeen positief over het groenboek. Inhoudelijk sluiten de ideeën van de Europese Commissie in belangrijke mate aan bij het Nederlandse integrale beleid op het gebied van verkeer en vervoer, milieu en ruimte. Het beleid op het gebied van mobiliteit in Nederland is vastgelegd in de Nota Mobiliteit, de regionale en provinciale verkeers-en vervoerplannen en het gemeentelijk beleid. Alles in wisselwerking met elkaar. Nederlandse gemeenten geven invulling aan dit principe op basis van de Planwet Verkeer en Vervoer. Gemeenten zijn op basis hiervan verplicht zichtbaar samenhangend en uitvoeringsgericht beleid te voeren dat is afgestemd op de essentiële onderdelen van de Nota Mobiliteit en de provinciale en regionale plannen. De Nederlandse gemeenten werken op basis hiervan volop mee aan duurzame mobiliteit in de stedelijke gebieden door middel van de reductie van negatieve effecten van mobiliteit, zoals congestie, luchtverontreiniging, geluid, stank en verkeers(on)veiligheid. De gemeenten zijn van mening dat ten aanzien van de bijdrage van de Europese Commissie het accent op aanscherping van het bronbeleid moet liggen, om zo duurzame mobiliteit in steden te bevorderen. Ondanks dat wij in beginsel positief zijn over het groenboek, signaleren wij een aantal aandachtspunten. Hieronder gaan wij kort in op de noodzaak van een heldere rolverdeling tussen de Europese Commissie en decentrale overheden. Daarnaast werken wij kort de noodzaak van stringenter bronbeleid uit. Ook vragen wij aandacht voor een viertal andere prioriteiten die in belangrijke mate kunnen bijdragen aan een duurzame mobiliteit. Rol Europese Commissie aanvullend op rol gemeenten De Europese Commissie stelt dat er een noodzaak is voor samenwerking en coördinatie op Europees niveau
1 http://www.vng.nl/Documenten/Extranet/Internationaal/Paper_Groenboek_Stedelijk_vervoer.pdf 2 http://www.vng.nl/Documenten/Extranet/Internationaal/Paper_Stedelijke_omgeving.pdf 3 http://www.vng.nl/Documenten/Extranet/Internationaal/VNG_IPO_Position_Paper_Luchtkwaliteit_NL.pdf 4 http://www.vng.nl/Documenten/Extranet/Internationaal/VNG-IPO%20Luchtkwaliteit%20NL.pdf 2
om de problemen op het gebied van stedelijk vervoer adequaat aan te kunnen pakken. Wij zijn van mening dat op sommige gebieden inderdaad actie op Europees niveau van belang is. Op het gebied van bronbeleid is een actieve rol van de Europese Commissie zelfs noodzakelijk. Wij benadrukken echter dat de verbetering van de mobiliteit in stedelijk gebied een primaire verantwoordelijkheid is van de nationale- en decentrale overheden. Bovendien zijn verschillen tussen steden groot en afhankelijk van regionale en lokale omstandigheden, waardoor generiek beleid niet effectief is. Bij de verdere uitwerking van het groenboek dient – zoals de Europese Commissie zelf ook benadrukt – het subsidiariteitsbeginsel dan ook centraal te staan. Ook het uitstippelen van een beleidsstrategie door de Europese Commissie dient hier binnen te passen: ‘regel alleen op Europees niveau wat je Europees moet regelen’, ofwel ‘Europees wat moet, decentraal (rijk, provincie, waterschap, regio en gemeente) wat kan’. Decentrale overheden hebben een grote rol en verantwoordelijkheid inzake regionaal en stedelijk verkeeren vervoerbeleid en het is van belang om dit, mede vanwege het benodigde maatwerk, ook zo te houden. Hier is het respecteren van het subsidiariteitsbeginsel door de Europese Commissie een eerste voorwaarde. Wij zijn van mening dat Europees beleid flexibel dient te zijn en voldoende beleidsruimte moet bieden voor gemeenten. Wij zijn dan ook tegen Europese planverplichtingen. Prioriteit 1: Stringenter bronbeleid Bij het realiseren van een duurzame mobiliteit op lokaal en regionaal niveau is Europees bronbeleid veruit het meest effectieve instrument. Een aanscherping van het Europese bronbeleid en het stimuleren van bronmaatregelen zal leiden tot schonere, stillere en zuinigere voertuigen. Daarnaast is er ook grote behoefte aan schonere brandstoffen. Dit heeft een leefbare en gezonde leefomgeving tot gevolg. Een belangrijke barrière waar Nederlandse steden mee geconfronteerd worden als het gaat om het lokale leefklimaat, is de beperkte mogelijkheid om lokaal bronbeleid te voeren. Zelfs na toepassing van alle mogelijke maatregelen waartoe de lokale en nationale overheden op dit moment in staat zijn, blijven er in de grote stedelijke gebieden van Nederland knelpunten bestaan. Om deze reden zijn steden zeer gebaat bij een vergaand Europees bronbeleid en bevoegdheden voor gemeenten om hier zelf uitwerking aan te geven. Bronbeleid is een typische bevoegdheid van de Europese Unie. Het is lidstaten niet toegestaan zelfstandig de Europese normen voor lucht en geluid aan te scherpen. Daarom is aanscherping van Europees bronbeleid noodzakelijk. De binnenvaart, de zeescheepvaart en de (vracht)auto-industrie zijn grensoverschrijdende sectoren: de emissies zijn gemeente- en landsgrensoverschrijdend. Om die reden dringt Nederland aan op schonere motoren en schonere brandstoffen voor (vracht)auto’s, binnenvaart- en zeevaartschepen. Prioriteit 2: Integratie van bestaand beleid In het kader van ‘better regulation’ is het wenselijk dat de Europese Commissie alle EU wet- en regelgeving inzake mobiliteit in kaart brengt. Op diverse beleidsterreinen (bijvoorbeeld op het gebied van milieu, transport, aanbesteden en de interne markt) bestaat er Europese wet- en regelgeving die direct of indirect van invloed is op stedelijke mobiliteit. Dubbelingen en mogelijke conflicten tussen EU wet- en regelgeving moeten worden voorkomen. Wij verzoeken de Europese Commissie daarom alle wetgeving die stedelijke mobiliteit raakt te onderzoeken alvorens met nieuwe voorstellen te komen. Deze inventarisatie zal vervolgens moeten leiden tot het waar mogelijk integreren van bestaand beleid en bestaande wet- en regelgeving en waar nodig tot het schrappen van onnodig beleid.
3
Prioriteit 3: Verkeersveilige voertuigen De Nederlandse overheden hebben een ambitieuze verkeersveiligheiddoelstelling: maximaal 580 verkeersdoden en 12.250 ziekenhuisgewonden in 2020. Deze doelstelling is alleen haalbaar als er sprake is van een verregaande verbetering van de voertuigtechnologie. Wij pleiten daarom voor een impuls in de ontwikkeling van de voertuigtechnologie omwille van verkeersveiliger voertuigen. Het leefbaarder maken van de stad heeft immers ook alles te maken met verkeersveiligheid. De verkeersveiligheid kan op diverse wijzen worden verbeterd. Wij zien zoals gezegd een nadrukkelijke rol voor de Europese Commissie weggelegd op het gebied van (voertuig)technologie. De rol van Europa ligt verder met name op het gebied van kennisuitwisseling en de aanscherping van veiligheidsnormen van voertuigen inzake de letselreductie van voetgangers en fietsers. Nederland ziet ook op het gebied van gedrag en infrastructuur een rol voor de Europese Commissie als het gaat om het uitwisselen van best practices. Prioriteit 4: Bevorderen ontwikkeling technologie In veel landen wordt op lokaal of nationaal niveau gewerkt met of nagedacht over prijsbeleid. Ook in Nederland heeft inmiddel besluitvorming over prijsbeleid plaatsgevonden. Wij vragen de Europese Commissie initiatieven te nemen en te ondersteunen die er toe bijdragen dat technieken die nodig zijn voor bijvoorbeeld prijsbeleid sneller en goedkoper ontwikkeld worden. Ook een verbetering van de technologie ten behoeve van stille, zuinige en schone motoren, verkeersveilige voertuigen en het openbaar vervoer moedigen wij aan. Prioriteit 5: HST-netwerken in stedelijke gebieden Wat betreft het grensoverschrijdend openbaar vervoer zien wij een duidelijke rol weggelegd voor de Europese Unie. Het is van groot belang dat steden worden aangesloten op het HST-netwerk (Hogesnelheidstrein). Aansluiting van steden hierop draagt bij aan de economische en culturele ontwikkelingen van stedelijke gebieden, vergroot de ruimtelijke (internationale) samenhang tussen steden en verkort de reistijd. Een goed functionerend HST-netwerk is bovendien een uitstekend alternatief voor vliegverkeer over korte en middellange afstanden binnen Europa, met alle milieuvoordeel van dien. In dit kader vragen wij ook aandacht voor meer regionaal georiënteerde (internationale) lijnen en voor de rol en capaciteit van het regionaal spoor. Omdat de diverse trans Europese netwerken (TEN’s over weg, spoor, lucht, et cetera) allemaal samenkomen in het stedelijk gebied, zullen TEN-budgetten aangewend moeten worden voor de verknoping van deze netwerken in stedelijk gebied. Veelal zal dit betekenen dat ‘missing links’ meegefinancierd worden. Gerichte investeringen voor doorvoer en veiligheid komen de lokale leefbaarheid en het milieu ten goede. Prioriteit 6: Harmonisatie en interoperabiliteit van milieuzones Veel steden in Nederland, maar ook in de rest van Europa, werken aan de invoering van milieuzones. Wij vragen de Europese Commissie ons te ondersteunen bij het nastreven van harmonisatie en interoperabiliteit van milieuzones. Hierbij moet het voor steden mogelijk blijven waar nodig stringentere regels toe te passen. Het vaststellen van criteria waaraan “groene zones” moeten voldoen moet dan ook een lokale aangelegenheid blijven.
4
VNG De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) is de koepelorganisatie van de Nederlandse gemeenten. De VNG is de vereniging van en voor alle mensen, die bestuurlijk en ambtelijk in de Nederlandse Gemeenten werken. Samen met alle gemeenten stáát de VNG voor kracht en kwaliteit van het lokale bestuur. De VNG heeft in Brussel een ambtelijke voorpost. Daarnaast werkt de VNG samen met veel andere organisaties en is lid van o.a. de Europese koepel van verenigingen, de Council of European Municipalities and Regions (CEMR) en de internationale koepel United Cities and Local Governments (UCLG). Vereniging van Nederlandse Gemeenten Postbus 30435 2500 GK Den Haag Tel. +31 (0)70 3738200 www.vng.nl
Contactpersonen: Lucas Bokhove Beleidsveld Milieu & Mobiliteit
[email protected] Simone Goedings Directie Europa & Internationaal
[email protected]
Aa en Hunze Aalburg Aalsmeer Aalten Abcoude Achtkarsp Amstelveen Amsterdam Andijk Anna Paulowna Apeldoorn broek Bergambacht Bergeijk Bergen Lb. Bergen NH Bergen daal Boarnsterhim Bodegraven Boekel Bolsward Borger-Od den IJssel Castricum Coevorden Cranendonck Cromstrijen C Dinkelland Dirksland Doesburg Doetinchem Dongen Donge Elburg Emmen Enkhuizen Enschede Epe Ermelo Etten-Leur Goedereede Goes Goirle Gorinchem Gouda Graafstroom Gr meer Haelen Halderberge Hardenberg Harderwijk Hardinxv Helden Hellendoorn Hellevoetsluis Helmond Hendrik-Ido-A Sappemeer Hoorn Horst aan de Maas Houten Huizen Hulst Landgraaf Landsmeer Langedijk Laren Leek Leerdam Leeuw Littenseradiel Lochem Loenen Loon op Zand Lopik Loppers Menaldumadeel Menterwolde Meppel Middelburg Middelh Muiden Naarden Neder-Betuwe Nederlek Nederweert Neer Noorder-Koggenland Noordoostpolder Noordwijk Noordw Oosterhout Oostflakkee Ooststellingwerf Oostzaan Opmee rend Putten Raalte Reeuwijk Reiderland Reimerswaal Renk Roosendaal Rotterdam Rozenburg Rozendaal Rucphen Scha ‘s-Hertogenbosch Simpelveld Sint Anthonis Sint-Michielsges Staphorst Stede Broec Steenbergen Steenwijkerland Stein S Ubbergen Uden Uitgeest Uithoorn Urk Utrecht Vaals Valken Vlissingen Vlist Voerendaal Voorschoten Voorst Vught Waa Westerveld Westervoort Westland Weststellingwerf Westvo Wormerland Woudenberg Woudrichem Wunseradiel Wymb Zuidhorn Zundert Zutphen Zwartewaterland Zwijndrecht Z Rijn Alphen-Chaam Ambt Montfort Ameland Amersfoort A Barneveld Bedum Beek Beemster Beesel Bellingwedde Benn gen Beverwijk Binnenmaas Bladel Blaricum Bleiswijk Bloem Brummen Brunssum Bunnik Bunschoten Buren Bussum Cap Delft Delfzijl Den Haag Den Helder Deurne Deventer Dieme Edam-Volendam Ede Eemnes Eemsmond Eersel Eijsden Eind Geldrop-Mierlo Gemert-Bakel Gennep Giessenlanden Gilzee Haaren Haarlem Haarlemmerliede en Spaarnwoude Haarle Heerde Heerenveen Heerhugowaard Heerlen Heeze-Leend Hilvarenbeek Hilversum Hof van Twente Hoogeveen Hooge land c.a. Korendijk Krimpen aan den IJssel Laarbeek Lander Leusden Liemeer Liesveld Lingewaal Lingewaard Lisse Lith L Margraten Marum Medemblik Meerlo-Wanssum Meerssen Moerdijk Montferland Montfoort Mook en Middelaar Moo Lekkerland Nijefurd Nijkerk Nijmegen Noord-Beveland Noo Oldebroek Oldenzaal Olst-Wijhe Ommen Onderbanken Oo Oudewater Overbetuwe Papendrecht Pekela Pijnacker-Noo Rijnwoude Rijssen-Holten Rijswijk Roerdalen Roermond Rog Schinnen Schoonhoven Schouwen-Duiveland Sevenum ‘s-Gr gerland Sneek Soest Someren Son en Breugel Spijkenisse St Thorn Tiel Tilburg Tubbergen Twenterand Tynaarlo Tytsjerk Velsen Venlo Venray Vianen Vlaardingen Vlagtwedde Vliela dam Wervershoof West Maas en Waal Wester-Koggenland ten Winsum Winterswijk Woensdrecht Woerden Wognum W