Tax newsletter Q1 2014
Tax newsletter VMB Tax Consultants
Inhoud Wanneer bent u aan 5,15% fairness tax onderworpen? Nieuwe richtlijnen m.b.t. ‘interne meerwaarden’ Nieuwe tax incentives for vennootschappen en vaste inrichtingen Self-billing regels vereenvoudigd Enkele andere praktische btw-wijzigingen Let op voor de ‘diensten vaste inrichting’! Nieuwe richtlijnen m.b.t. bedrijfswagens Internationaal nieuws Aankomende VMB evenementen
© VMB Tax Consultants
25 februari 2014
Wanneer bent u aan 5,15% fairness tax onderworpen? Met ingang van aanslagjaar 2014 werd de zogenaamde fairness tax ingevoerd. De fairness tax is van toepassing bij de toekenning van dividenden door ‘grote’ vennootschappen die nauwelijks of geen vennootschapsbelasting betalen door het gebruik van notionele interestaftrek en/of vorige fiscale verliezen en/of gerealiseerde meerwaarden op aandelen. Waarom werd de fairness tax ingevoerd? De fairness tax werd ingevoerd in een enigszins verhit politiek klimaat, onder invloed van de druk op de openbare financiën van de laatste jaren. De afgelopen jaren hebben hebben verschillende studies immers aangetoond dat vele “grote” vennootschappen geen of nauwelijks belastingen betalen (in vergelijking met het standaard 33,99% VennB tarief).
doeleinden. Bovendien kan de fairness tax aanleiding geven tot een belastingvermeerdering in de mate dat onvoldoende voorafbetalingen zijn gebeurd. De fairness tax kan daarentegen wel worden gecompenseerd met Belgische roerende voorheffing en buitenlandse belastingkredieten. Geen fairness tax voor KMO’s De nieuwe maatregel is niet van toepassing op ‘kleine en middelgrote ondernemingen’ (‘KMO’s’). Een KMO is een vennootschap die voor het laatste en voorlaatste afgesloten boekjaar niet meer dan 1 van de volgende criteria overschrijdt op geconsolideerde basis:
Jaargemiddelde van het personeelsbestand: 50 Jaaromzet: EUR 7.300.000 Deze lage effectieve VennB-druk is echter Balanstotaal: EUR 3.650.000 niet zo uitzonderlijk, aangezien vele van Een vennootschap kwalificeert zowieso als deze vennootschappen namelijk ‘groot’ wanneer het jaargemiddelde van het holdingvennootschappen zijn (die zelden personeelbestand 100 werknemers enig belastbaar inkomen in België hebben) overschrijdt. van multinationals die in aanmerking komen voor 0% roerende voorheffing op Enkel het uitkeren van dividenden geeft dividenden. Desondanks vond de Belgische aanleiding tot de fairness tax regering het nodig om de fairness tax in te voeren, als reactie op de publieke opinie dat Het bijzondere aan de fairness tax is dat de sterkste schouders evenredig moeten deze belasting enkel verschuldigd is bijdragen tot de budgettaire inspanningen. wanneer een Belgische vennootschap (of Belgische vaste inrichting van een Wat houdt de fairness tax in? buitenlandse vennootschap) dividenden uitkeert. Het begrip ‘dividend’ omvat niet De fairness tax is een afzonderlijke VennB alleen de gewone dividenduitkeringen, van 5,15% waarvan de belastbare basis op maar ook kapitaalverminderingen die niet geen enkele manier kan worden beperkt of volledig worden toegerekend op volstort verminderd. De fairness tax vormt m.a.w. kapitaal. Liquidatieboni, inkoopboni en een minimumbelasting. Deze afzonderlijke geherkwalificeerde interesten geven echter aanslag is evenmin als beroepskost geen aanleiding tot de fairness tax. aftrekbaar voor Belgische VennB
1
Tax newsletter Q1 2014
Hoe wordt de fairness tax berekend? De berekeningswijze van de fairness tax is redelijk complex en kan als volgt worden samengevat: Stap 1: Bepaal eerst het positieve verschil tussen het uitgekeerde bruto dividend en het fiscaal resultaat dat effectief wordt onderworpen aan VennB; Stap 2: Het positieve verschil wordt vervolgens verminderd met het gedeelte van de uitgekeerde dividenden dat afkomstig is van voorheen belaste reserves, waarbij dit eerst wordt aangerekend op de meest recente ‘oude’ belaste reserves ; Stap 3: Het bedrag verkregen na toepassing van Stap 2 wordt vervolgens vermenigvuldigd met de volgende breuk: de voor het boekjaar werkelijk toegepaste notionele interestaftrek (“NIA”) en toegepaste aftrek overgedragen fiscale verliezen, gedeeld door het verschil tussen de belastbare winst van het boekjaar en de belastingvrije waardeverminderingen, voorziening en meerwaarden. Het positieve resultaat na Stap 3 wordt onderworpen aan 5,15% fairness tax.
Is de fairness tax conform de Europese Wat nu? regelgeving? De fairness tax treedt in werking vanaf Aangezien de fairness tax slechts aanslagjaar 2014 (i.e. boekjaar dat eindigt verschuldigd is wanneer een dividend wordt tussen 31 december 2013 en 30 december uitgekeerd, rijst de vraag of de fairness tax 2014). al dan niet in overeenstemming is met de Uw vennootschap zal niet worden bepalingen uit de Europese Moeder-dochter onderworpen aan de 5,15% fairness tax, richtlijn. Wanneer een vennootschap met zolang u kwalificeert als een ‘KMO’. fiscaal EU-inwonerschap een dividend Omgekeerd, zal uw vennootschap 5,15% uitkeert aan haar moedervennootschap, fairness tax verschuldigd zijn op bepaalt deze Richtlijn dat geen dividenduitkeringen van zodra uw bronbelasting mag worden geheven op deze vennootschap ‘groot’ wordt. Deze belasting dividendenuitkeringen wanneer de zal echter slechts effectief verschuldigd zijn moedervennootschap voldoet aan een wanneer (i) een dividend werd uitgekeerd minimum 10% deelnemingsvereiste voor m.b.t. hetzelfde boekjaar en (ii) de een periode van ten minste 1 jaar en zowel vennootschap genoten heeft van een lagere moeder als dochter een rechtsvorm hebben effectieve VennB omwille van de werkelijk die in aanmerking komt voor deze regeling. toegepaste NIA en/of de werkelijk De rechtsleer stelt terecht in vraag of de gecompenseerde overgedragen fiscale fairness tax mag worden toegepast op verliezen en/of belastingvrije meerwaarden dividenduitkeringen aan een kwalificerende op aandelen. moedervennootschap met fiscaal EUWij raden alle vennootschappen en vaste inwonerschap. De Belgische regering heeft inrichtingen in België bijgevolg aan om een er alle vertrouwen in dat de fairness tax goed evenwicht te vinden tussen de conform is met de EU regelgeving ‘omdat dividendpolitiek en het werkelijk gebruik België de Europese Commissie van deze van ‘slechte’ fiscale aftrekposten. maatregel op de hoogte heeft gebracht’. De vraag is echter of dit een overtuigend argument is…
Nieuwe richtlijnen m.b.t. ‘interne meerwaarden’ Het concept van ‘interne meerwaarden’ is reeds enkele jaren goed ingeburgerd in de Belgische fiscale praktijk. De Belgische rulingcommissie heeft recent haar richtlijnen terzake upgedate. Het concept van ‘interne meerwaarden’ is van toepassing wanneer een natuurlijk persoon, met fiscale residentie in België, aandelen van zijn operationele vennootschappen aan marktwaarde inbrengt in zijn eigen holdingvennootschap. De marktwaarde van de operationele vennootschappen wordt zodoende uitgedrukt in het volstort kapitaal van de holdingvennootschap. De Belgische rulingcommissie heeft steeds het standpunt ingenomen dat de holdingvennootschap slechts een belastingvrije kapitaalvermindering kan doorvoeren na een periode van 3 jaar + 1 dag vanaf de inbreng. Bovendien mocht de natuurlijke persoon zich tijdens dezelfde 3
© VMB Tax Consultants
jarige ‘standstill’ periode niet extra verrijken d.m.v. beroepsinkomsten, dividendinkomsten, enz., … afkomstig uit de operationele vennootschappen waarvan de aandelen werden ingebracht in de holdingvennootschap. Dit was tot voor kort de “cruciale” voorwaarde om te kunnen concluderen dat de gerealiseerde interne meerwaarde belastingvrij was voor de natuurlijke persoon. Welnu, de Belgische rulingcommissie heeft eind vorig jaar een update gepubliceerd van haar richtlijnen m.b.t. interne meerwaarden. De focus zal voortaan niet langer rusten op de 3 jaar ‘standstill’ periode, maar eerder op de volgende postfactum engagementen: Zoals nu reeds het geval is, moet “overtollige cash” op het niveau van de operationele vennootschap eerst worden uitgekeerd onder de vorm van een dividend aan de aandeelhouder. Dit
dividend is onderworpen aan 25% Belgische roerende voorheffing. ‘Overtollige cash’ kan hierbij verschillende vormen aannemen, vb. cash deposito’s, vastgoed, enz. ; Nieuw hierbij is dat de rulingcommissie bij de beoordeling van het bestaan van ‘overtollige cash’ rekening zal houden met de bedrijfspolitiek en de bedrijfseconomische context van de vennootschap; De 3-jarige ‘standstill’ periode is niet langer opgenomen in de richtlijnen van de rulingcommissie. Voortaan zal de rulingcommissie een ‘a posterioribenadering’ hanteren. Een holdingvennootschap die een kapitaalvermindering doorvoert, zal moeten aantonen dat deze stoelt op zakelijke redenen. Zoniet, zal de fiscus deze (belastingvrije) kapitaalvermindering op basis van de algemene
2
Tax newsletter Q1 2014
antimisbruikbepaling herdefiniëren als een (belastbare) ‘dividenduitkering’. Ons inziens zijn deze nieuwe richtlijnen van de rulingcommissie niet strijdig met de
vroegere richtlijnen ter zake. Zoals eender welke transactie, mag ook een transactie waardoor een interne meerwaarde wordt gecreëerd voor de latere kapitaalvermindering immers niet
plaatsvinden om doorslaggevend fiscale redenen.
Nieuwe tax incentives voor vennootschappen en vaste inrichtingen Sinds 1 januari 2014 zijn een aantal fiscale maatregelen in werking getreden om het ondernemingsklimaat voor Belgische vennootschappen en vaste inrichtingen op te krikken.
Een eenmalige investeringsaftrek ten bedrage van 4% voor KMO’s werd opnieuw ingevoerd. Deze maatregel geldt slechts indien een KMO kan aantonen dat de investering intrinsiek verbonden is met haar kernactiviteit. De eenmalige investeringsaftrek zal in principe slechts gelden voor 2 boekjaren, maar deze periode kan worden verlengd. Bovendien kan de investeringsaftrek niet worden gecombineerd met de notionele interestaftrek. KMO’s zullen dus een keuze moeten maken tussen beide systemen.
Vennootschappen of vaste inrichtingen die werknemers tewerkstellen in ploegen- of nachtarbeid, hoeven de ingehouden bedrijfsvoorheffing niet door te storten ten belope van 15,6% van de belastbare bezoldigingen. Dit percentage is nu verhoogd tot 17,8% voor vennootschappen die werken in een volcontinu arbeidssysteem (i.e. tenminste 4 shiften van tenminste 2 werknemers).
werknemers die overwerk presteren recht op een volwaardig krediet aan bedrijfsvoorheffing. Deze belastingvoordelen zijn nu verhoogd m.b.t. de eerste 180 overuren wanneer (i) de werkgevers in de horecasector gebruik maken van het geregistreerd kassasysteem en (ii) de werkgevers in sector ‘werk in onroerende staat’ gebruik maken van een elektronisch aanwezigheidsregistratiesysteem ;
Voor vennootschappen en vaste inrichtingen die actief zijn in de horecasector en de sector van ‘werken in onroerende staat’ bestaat er een gelijkaardige vrijstelling van de verplichting de bedrijfsvoorheffing volledig door te storten (i.e. 24,75% door te storten) m.b.t. de eerste 130 overuren. Bovendien hebben de
Belgische vennootschappen of vaste inrichtingen die een stageplaats aanbieden aan bepaalde stagiairs, hebben recht op een belastingaftrek die gelijk is aan 120% van de bezoldiging van de stagiair. Dit percentage zal worden verhoogd tot 140%.
Self-billing regels vereenvoudigd Door een wetswijziging werden de Belgische regels m.b.t. self-billing reeds vereenvoudigd met ingang van 1 januari 2013. Recent heeft de Belgische btwadministratie dan ook een nieuwe Circulaire gepubliceerd over self-billing. Deze Circulaire legt in detail de Belgische regels en administratieve toleranties op het vlak van self-billing uit. Net als zijn voorganger, is de nieuwe Circulaire m.b.t self-billing een lijvig document, hoewel de effectieve wijzigingen eerder beperkt gebleven zijn. Wij hebben hieronder de voornaamste wijzigingen voor u samengevat. De twee meest logische wijzigingen zijn vanzelfsprekend het feit dat de vroegere vereisten aangaande de vorm en de
© VMB Tax Consultants
inhoud van het voorafgaand akkoord betrekking te hebben op alle zijn geschrapt en dat de partijen nu vrij handelingen. zijn om de aanvaardingsprocedure te Een andere belangrijke wijziging, die ook kiezen en te organiseren zoals die hen rechtstreeks voortvloeit uit de het beste uitkomt. Deze wetswijziging, betreft de regels die aanvaardingsprocedure kan zowel bepalen welk land bevoegd is om zijn expliciet of impliciet zijn en er zijn geen nationale regels m.b.t self-billing op te bijzondere vereisten betreffende de leggen op een gegeven transactie. In vorm, de procedure of het tijdstip van afwijking van de normale de aanvaarding. facturatieregels, is bij self-billing het Hou er wel rekening mee dat, bevoegde land steeds het land waar de behoudens een andersluidende levering wordt geacht plaats te vinden bepaling in het voorafgaand akkoord, de voor btw-doeleinden, met als enige overeenkomst wordt geacht in werking uitzondering het scenario waarbij de te treden bij de eerstvolgende handeling levering plaatsvindt buiten de EU. In dit na het afsluiten van de overeenkomst laatste geval is het land waar de en dat de overeenkomst wordt geacht leverancier gevestigd is namelijk bevoegd. Om eventuele twijfel uit te
3
Tax newsletter Q1 2014
sluiten, vermeldt de Circulaire Een aantal specifieke regels betreffende uitdrukkelijk dat bij een IC-levering van situaties waarbij de leverancier in België goederen, het land van vertrek van het is geregistreerd voor btw-doeleinden via transport bevoegd is. een aansprakelijk vertegenwoordiger, zijn geschrapt. Voortaan kunnen ook credit-nota’s worden uitgereikt via self-billing, zelfs Ook onder de oude regels was het wanneer de oorspronkelijke factuur niet toegestaan om bij self-billing de via self-billing werd uitgereikt (en uitgaande handeling toch op te nemen omgekeerd). in het verkoopjournaal op basis van interne documenten (i.p.v. de self-bill), De nieuwe regels m.b.t. de termijn voor mits bepaalde formaliteiten werden het uitreiken van de factuur en de nageleefd. Deze formaliteiten zijn nu opeisbaarheid van de btw zijn ook van vereenvoudigd. toepassing op self-bills. Zij die vertrouwd zijn met de praktische Een self-bill moet verplicht ook de toepassingsproblemen bij self-billing, zullen vermelding ‘Factuur uitgereikt door hoogst waarschijnlijk teleurgesteld zijn dat afnemer’ vermelden. Dit is echter de niets is gewijzigd inzake de sequentiële enige afwijking op de normale nummering van self-bills, wat toch een van factuurvermeldingen. de voornaamste obstakels is. De Belgische
btw-administratie vereist immers nog steeds dat de self-bill een opeenvolgend nummer vermeldt ‘waaronder ze zal worden ingeschreven in het boek voor uitgaande facturen van de leverancier of dienstverrichter’. In de praktijk heeft de uitreiker van de self-bill slechts keuze uit de volgende twee methodes: Ofwel wordt een specifiek nummer afgesproken met de leverancier; Ofwel wordt nummerreeks toegepast.
een per
specifieke leverancier
Het is met andere woorden nog steeds niet toegelaten om één opeenvolgende nummerreeks te gebruiken voor het geheel van de leveranciers van de uitreiker van de self-bill.
Enkele andere praktische btw-wijzigingen Op 1 januari 2014 zijn de volgende praktische btw-wijzigingen in werking getreden:
wanneer de onderneming op jaarlijkse Vrijgestelde intracommunautaire basis voor meer dan 400.000 EUR verwervingen van goederen moeten intracommunautaire leveringen voortaan niet langer worden verricht. opgenomen in de btw-aangifte.
De drempel om als bedrijfsmiddel te kwalificeren voor btw-doeleinden werd Doorgaans stemt de periodiciteit van de opgetrokken van 250 EUR naar 1.000 btw-aangiftes overeen met de EUR. Deze nieuwe drempel is van periodiciteit van de intracommunautaire toepassing op aankopen waarvoor het opgaves. De intracommunautaire belastbaar feit plaatsvindt vanaf 1 opgaves moeten echter verplicht op januari 2014. maandelijkse basis worden ingediend van zodra de onderneming voor meer Bedrijven met een jaarlijkse omzet van dan 50.000 EUR intracommunautaire minder dan 2.500.000 EUR mogen leveringen heeft gerapporteerd tijdens voortaan op een kwartaalbasis btween gegeven kwartaal. Met ingang van aangiften indienen. Vroeger bedroeg 1 januari 2014 komt een onderneming deze drempel 1.000.000 EUR. Voor echter niet langer in aanmerking voor bepaalde ‘fraudegevoelige sectoren’ het regime van de ‘kwartaal btwbedraagt deze drempel 250.000 EUR aangiftes’ indien het verplicht is om op (t.o.v. 200.000 EUR vroeger). Het is in maandbasis intracommunautaire elk geval verplicht om op maandelijkse opgaves in te dienen. basis btw-aangiftes in te dienen
© VMB Tax Consultants
De verhuur van blijvend geïnstalleerde werktuigen en machines is voortaan uitgesloten van de btw-vrijstelling voor onroerende verhuur. Als de btw-administratie documenten wil meenemen in het kader van een btw-controle, moet zij voortaan een ‘proces-verbaal van retentie’ opstellen, i.p.v. simpelweg een ontvangstbewijs uit te reiken. Commercieel onderwijs is niet langer vrijgesteld van btw. Advocaten zijn niet langer vrijgesteld van btw, maar er geldt een overgangsregeling tot 14 februari 2014.
4
Tax newsletter Q1 2014
Let op voor de ‘diensten vaste inrichting’! In lijn met de recentste dubbelbelastingverdragen (“DBV”) die België heeft afgesloten en de richtlijnen van de OESO ter zake, werd recent het concept “diensten vaste inrichting” in de Belgische wetgeving ingevoerd. Een buitenlandse vennootschap met activiteiten in België kan in sommige omstandigheden worden verondersteld over een “materiële vaste inrichting” (vb. een kantoor) of een “personele vaste inrichting” (vb. een afhankelijke agent) te beschikken. De buitenlandse vennootschap is dan aan een tarief van 33,99% vennootschapsbelasting voor niet-inwoners onderworpen. Een buitenlandse vennootschap kan echter in België ook over een ‘diensten vaste inrichting’ beschikken indien het diensten verstrekt in België d.m.v. één of meerdere natuurlijke personen die in België zijn gevestigd, voor een periode die 30 dagen
overschrijdt binnen een tijdperk van 12 maanden (m.b.t. dezelfde of verwante projecten). Wanneer gelijkaardige diensten worden verstrekt door verbonden buitenlandse vennootschappen, moet de duur van die werkzaamheden in België worden opgeteld om te beoordelen of de tijdslimiet is overschreden. Deze antimisbruikbepaling is niet van toepassing indien de buitenlandse vennootschap bewijst dat het uitoefenen van gelijkaardige werkzaamheden door haarzelf en één of meer verbonden ondernemingen, gerechtvaardigd is op grond van andere motieven dan het vermijden dat die werkzaamheden een vaste inrichting zouden vormen.
voor de netto-inkomsten die toerekenbaar zijn aan deze vaste inrichting. Mogelijks moet de buitenlandse vennootschap zich ook als werkgever registreren in België en voldoen aan payroll formaliteiten. Vanzelfsprekend moet de bovenvermelde definitie van ‘diensten vaste inrichting’ worden getoetst aan de toepasselijke verdragsregels, die primeren op de interne Belgische wetgeving.
In ieder geval houdt een buitenlandse dienstverlener (vb. IT consultant, business consultant en dergelijke) best rekening met de bovenstaande uitbreiding van het begrip vaste inrichting. Omgekeerd, geldt de bovenstaande redenering ook voor Belgische dienstverleners die diensten Een buitenlandse vennootschap die over verlenen in het buitenland. een ‘diensten vaste inrichting’ beschikt, is jaarlijks verplicht een aangifte in de belasting van nietinwoners/vennootschappen in te dienen
Nieuwe richtlijnen m.b.t. bedrijfswagens In 2012 heeft de Belgische regering een eigen bijdrage niet worden afgetrokken aantal substantiële wijzigingen het belastbaar VAA dat onderworpen is doorgevoerd m.b.t. de forfaitaire aan de progressieve tarieven in de waardering van het voordeel van alle aard personenbelasting; (‘VAA’) dat voortvloeit uit het persoonlijk Indien de werknemer of de gebruik van een bedrijfswagen. In een bedrijfsleider daarentegen een reactie op enkele Parlementaire Vragen bedrijfswagen met ‘tankkaart’ ter heeft de Minister van Financiën nog enkele beschikking krijgt en een eigen bijdrage relevante richtlijnen bekendgemaakt die levert voor het brandstofverbruik, dan zeer handig zijn in dagdagelijkse praktijk. kan de eigen bedrage wel in mindering worden gebracht van het belastbaar De Minister onderscheidt namelijk 2 VAA. situaties m.b.t. de eigen bijdrage van de werknemer in de brandstofkosten: De Minister heeft ook toegelicht dat wanneer de eigen bijdrage hoger zou zijn Indien de werknemer of de dan het VAA, het saldo geenszins in bedrijfsleider een eigen bijdrage in de mindering mag worden gebracht van de brandstofkosten levert, dan mag deze
© VMB Tax Consultants
belastbare bezoldigingen. Bovendien mag het saldo evenmin worden overgedragen naar een volgend kalenderjaar. De exces bijdrage gaat bijgevolg permanent verloren voor fiscale doeleinden. De Minister bevestigt daarentegen wel dat de exces eigen bijdrage van een werknemer of een bedrijfsleider die over 2 verschillende bedrijfswagens heeft beschikt bij eenzelfde werkgever tijdens een specifiek kalenderjaar, in mindering kan worden gebracht van het VAA aangerekend voor het persoonlijk gebruik van de andere bedrijfswagen, verkregen van dezelfde werkgever.
5
Tax newsletter Q1 2014
Internationaal nieuws China
Nieuwe richtlijnen m.b.t. het gebruik van holdingvennootschappen – Sinds 2008 is er 10% Chinese bronheffing van toepassing op passieve inkomsten (i.e. voornamelijk dividenden, interesten of royalty inkomsten) die worden uitgekeerd aan buitenlandse begunstigden. Bepaalde dubbelbelastingverdragen (“DBV”) gesloten door China (met bv. Singapore, Mauritius, Hong Kong en Ierland) staan echter een lagere bronheffing toe. Er wordt zelfs een 0% belasting voorzien voor de meerwaarden op de verkoop van aandelen van een Chinese Foreign Invested Enterprise (“FIE”) door een aandeelhouder die verblijft in één van deze verdragslanden. Een Chinese administratieve richtlijn stelt wel dat de buitenlandse vennootschap over voldoende substantie moet beschikken om het “oneigenlijk gebruik” van DBV te ontmoedigen. Verdere Chinese richtlijnen bevestigen dat beursgenoteerde vennootschappen, gevestigd in een “goed” DBV land, automatisch als een uiteindelijke gerechtigde van inkomsten van Chinese bron worden beschouwd.
Luxemburg
Invoering van notionele interestaftrek aangekondigd – De Luxemburgse regering heeft aangekondigd dat een notionele interestaftrek zal worden ingevoerd. Meer details zouden spoedig moeten volgen. Er luiden bovendien geruchten dat de Luxemburgse notionele interestaftrek een alternatief wordt voor de huidige belastingregels m.b.t. hybride leningen. Deze laatste regels zijn momenteel het voorwerp van EU toezicht.
OESO
Een boost voor transparantie en internationale fiscale samenwerking – Liechtenstein en San Marino werden de 62e en 63e ondertekenaars van de Multilateral Convention on Mutual Administrative Assistance in Tax Matters. Een van de punten die werden besproken is de wereldwijde overgang van een bilaterale naar een multilaterale samenwerking tussen belastingadministraties en de transitie van het “uitwisselen van informatie op ‘verzoek’ naar ‘automatische’ gegevensuitwisseling. De overeenkomst voorziet in een multilateraal kader voor zulke samenwerking en vult andere initiatieven aan. Andorra, Hongarije, Zwitserland, Chili en Monaco hebben recent een intentieverklaring ondertekend om de voornoemde multilaterale overeenkomst te ondertekenen.
Spanje
Nieuwe rapporteringsvereisten voor transacties die EUR 1 miljoen overschrijden – Vanaf januari 2014 zijn er nieuwe rapporteringsvereisten van toepassing voor Spaanse vennootschappen die tegoeden aanhouden of transacties verrichten met buitenlandse vennootschappen die EUR 1 miljoen hebben overschreden tijdens boekjaar 2013. Deze transacties kunnen betrekking hebben op handelsvorderingen, aandelen, schuldinstrumenten, verhandelbare effecten, vastrentende effecten, leningen, kredietfaciliteiten, deposito’s, rekening-couranten, grondbezit en eigendom, derivaten en andere daarmee verband houdende inkomsten. Indien de aangiften niet tijdig worden ingediend, dan loopt de betrokken vennootschap het risico onderworpen te worden aan sancties, die variëren tussen minimaal EUR 3.000 en 100% van het betrokken bedrag.
UK
Overeenkomst ondertekend met de Caymaneilanden m.b.t. automatische uitwisseling van gegevens – Op 5 november 2013 heeft de UK met de Caymaneilanden een overeenkomst m.b.t. automatische uitwisseling van gegevens gesloten. Voortaan wordt alle informatie m.b.t. UK belastingplichtigen met een rekening in de Caymaneilanden automatisch doorgegeven aan de UK belastingadministratie.
US
Bilaterale ‘safe harbours’ voor lage risico verdelers - Op 15 maart 2013 heeft de US belastingadministratie een openbare consultatie aangekondigd m.b.t. de ontwikkeling van een model-memorandum over bilaterale ‘safe harbours’ m.b.t. de marktconforme vergoeding van standaard distributiefuncties. Dit initiatief maakt deel uit van de US Advance Pricing and Mutual Agreement Program (“APMA”). Zeer waarschijnlijk en conform de aanbevelingen van de OESO, zal de optie om een ‘safe harbour’ te kiezen niet beschikbaar zijn voor “grote belastingplichtigen”.
Zwitzerland
Strengere due diligence vereisten om het aanvaarden van onbelaste ‘assets’ tegen te gaan - De Zwitserse banken en andere financiële tussenpersonen zullen mogelijks aan strengere due diligence (‘DD’) vereisten moeten voldoen wanneer zij ‘assets’ aanvaarden. Deze nieuwe vereisten zullen worden besproken bij het aangaan van nieuwe overeenkomsten m.b.t. automatische informatie-uitwisseling tussen Zwitserland en haar belangrijke partner-landen. De strengere DD vereisten vloeien voort uit de financiële marktstrategie van de Swiss Federal Council, die ernaar streeft een tax compliant financieel centrum te zijn. Zij vullen de bestaande DD vereisten m.b.t. de antiwitwaswetgeving aan.
© VMB Tax Consultants
6
Tax newsletter Q1 2014
Aankomende VMB evenementen Seminarie: ‘Wat is er nieuw en relevant voor u op fiscaal vlak sedert 1 januari 2014?’ Sedert 1 januari 2014 is het Belgische fiscale landschap alweer gewijzigd op een aantal vlakken. VMB Tax Consultants fietst u graag door een relevant aantal fiscale nieuwigheden. Wij zullen dat doen op pragmatische wijze zodoende dat u weet wat relevant is voor u (en wat niet) en welke prioritaire stappen u moet nemen. Wij zullen o.m. de volgende topics aansnijden:
De wederinvoering van een 4% “gewone” investeringsaftrek ; Hoe wil de overheid op fiscaal vlak de economie aanzwengelen ? Een stand van zaken van de wetgeving inzake notionele interestaftrek (vooral gelet op de recente EU veroordeling van België ter zake) Meldingsplicht van “(laagbelaste) buitenlandse juridische structuren” ; Vrijstelling onroerende voorheffing voor nieuwe investeringen in materieel en outillage in Vlaanderen ; Enz.
Brussel Datum
25 maart 2014, 14u-16u
Plaats
Salons Waerboom Jozef Mertensstraat 140 1702 Groot-Bijgaarden
VMB kantoren
1780 Brussel 2000 Antwerpen 2400 Mol 3500 Hasselt 3900 Overpelt
Koning Albert I laan 64 Entrepotkaai 3 Nieuwstraat 61 Kempische Steenweg 301, bus 2 Leopoldlaan 98 -102
+32 (0)2 460 09 60 +32 (0)3 237 65 60 +32 (0)14 34 63 33 +32 (0)11 42 50 22 +32 (0) 11 64 11 34
www.vmb.be
De inhoud van deze publicatie is niet bedoeld als advies m.b.t. een specifieke casus. Indien u van plan bent om bepaalde acties te ondernemen op basis van de inhoud van deze publicatie, gelieve dan contact met uw VMB contactpersoon op te nemen voor gepast professioneel advies of met Kurt De Haen (
[email protected]) of Wouter Brackx (
[email protected]).
© VMB Tax Consultants
7