1 (gemeenteraadszitting van 25 februari 2014)
PROCES-VERBAAL VAN DE VERGADERING VAN DE GEMEENTERAAD VAN 25 FEBRUARI 2014 AANWEZIG:
Wouter Raskin, voorzitter, Frieda Brepoels, burgemeester, Guy Swennen, Bruno Steegen, Walter Bollen, Fons Caubergh, Guido Cleuren, Griet Mebis, Luc Hendrix, schepenen, Johan Sauwens, Jos Roebben, François Nelissen, Thierry de Grunne, Maike Meijers, Peter Simons, Veerle Schoenmaekers, Ann Thijs, Mark Huygen, Emiel Degrève, Annick Ponthier, Myriam Thijs, Rudi Dops, Nassèr Nijs, Veerle Schabregs, Joris Cielen, Tom Bosch, Veronik Moesen, Stefan Jans, Guy Sillen, Willy Reynders, raadsleden, Kristien Schoofs, secretaris.
VERONTSCHULDIGD:
Nico Bijnens, schepen.
De raadsleden Peter Simons en Joris Cielen verlaten de openbare vergadering tijdens de behandeling van het agendapunt 18 en vervoegen de openbare vergadering tijdens de behandeling van het agendapunt 19. Schepen Guy Swennen verlaat de openbare vergadering tijdens de behandeling van het aanvullend punt van raadslid Annick Ponthier en vervoegt de openbare vergadering bij aanvang van de mondelinge vragen.
DE VERGADERING WORDT OM 20:05 UUR GEOPEND.
DE RAAD VERGADERT IN OPENBARE VERGADERING
1.
Definiëren van het begrip dagelijks bestuur en de opdrachten van dagelijks bestuur: opheffing gemeenteraadsbesluit van 2 juli 2013 en vaststelling nieuwe definiëring
Met 20 ja-stemmen (Wouter Raskin, Frieda Brepoels, Guy Swennen, Bruno Steegen, Walter Bollen, Fons Caubergh, Guido Cleuren, Griet Mebis, Luc Hendrix, Peter Simons, Veerle Schoenmaekers, Emiel Degrève, Annick Ponthier, Rudi Dops, Nassèr Nijs, Veerle Schabregs, Joris Cielen, Veronik Moesen, Stefan Jans, Willy Reynders) en 10 onthoudingen (Johan Sauwens, Jos Roebben, François Nelissen, Thierry de Grunne, Maike Meijers, Ann Thijs, Mark Huygen, Myriam Thijs, Tom Bosch, Guy Sillen) neemt de raad volgend besluit: Overwegende dat de gemeenteraad in toepassing van artikel 43, § 2, 9° en artikel 159 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005 en gewijzigd bij decreet van 2 juni 2006 dient vast te stellen wat onder het begrip dagelijks bestuur dient te worden verstaan; Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 2 juli 2013 houdende definiëring van het begrip dagelijks bestuur en de opdrachten van dagelijks bestuur; Gezien de omschakeling van de NGB (nieuwe gemeenteboekhouding) naar Beleids- en BeheersCyclus (BBC) op 1 januari 2014; Overwegende dat het daarom wenselijk is om voornoemd gemeenteraadsbesluit van 3 juli 2013 om praktische redenen aan te passen;
2 (gemeenteraadszitting van 25 februari 2014)
Gelet op alle wettelijke en decretale bepalingen terzake; BESLUIT: Art. 1
Het gemeenteraadsbesluit van 3 juli 2013, houdende definiëring van het begrip dagelijks bestuur en de opdrachten van dagelijks bestuur, wordt opgeheven.
Art. 2
Het begrip dagelijks bestuur en de opdrachten van dagelijks bestuur worden als volgt gedefinieerd: -
-
alle verrichtingen waarvoor kredieten op het exploitatiebudget voorzien zijn; de investeringen die nominatief opgenomen zijn in het investeringsbudget en in de bijlagen beperkt blijven tot € 50 000 voor zover deze binnen hetzelfde boekjaar gerealiseerd of geleverd worden in normale omstandigheden; alle verrichtingen waarvoor kredieten op het investeringsbudget voorzien zijn en waarvan het bedrag niet hoger is dan het grensbedrag vermeld in artikel 105, §1, 4° van het koninklijk besluit plaatsing overhei dsopdrachten klassieke sectoren van 15 juli 2011 (thans € 8 500,00 exclusief BTW).
Deze omschrijving geldt tot eventueel andere richtlijnen van de hogere overheid worden opgelegd. Het college is derhalve bevoegd om voor de verrichtingen van dagelijks bestuur de wijze, waarop overheidsopdrachten worden gegund, evenals de vast te stellen voorwaarden, bestekken of lastenboeken te bepalen, uiteraard binnen de perken van de op de jaarbudgetrekening ingeschreven kredieten. Art. 3
Als daden van beheer van de stedelijke inrichtingen en eigendommen worden beschouwd: -
het algemeen onderhoud van de stedelijke gebouwen; de toewijzing van de diverse lokalen aan de stedelijke diensten; het occasioneel ter beschikking stellen van lokalen en terreinen aan derden.
Binnen de termen van dagelijks bestuur wordt het tijdelijk ter beschikking stellen van lokalen of terreinen voor een maximale duur van één (1) dienstjaar en tegen een maximale vergoeding van € 8 500 per jaar begrepen. Deze daden behoren tot de bevoegdheid van het college van burgemeester en schepenen. Art. 4
De verrichtingen met betrekking tot het dagelijks bestuur, waarvan het bedrag niet hoger is dan € 8 500 exclusief btw, worden vrijgesteld van het visum van de financieel beheerder. Deze bepaling geldt zolang geen andere richtlijnen door de hogere overheid worden opgelegd.
Art. 5
In gevallen van dringende spoed die voortvloeien uit niet te voorziene omstandigheden kan het schepencollege op eigen initiatief de bevoegdheid van de gemeenteraad uitoefenen om de keuze van de wijze waarop de opdrachten van aanneming van werken, leveringen of diensten worden gegund te bepalen alsook de voorwaarden ervan vast te stellen.
Art. 6
Deze toekenningen van bevoegdheden zijn van toepassing vanaf heden.
2.
Verkoop van percelen grond gelegen binnen het RUP Kleinstedelijk Gebied Bilzen aan de NV Nieuw Bilzen
Raadslid Guy Sillen maakt voorbehoud met betrekking tot de juridische correctheid van de voorliggende verkoopsoverkomst met de NV Nieuw Bilzen.
3 (gemeenteraadszitting van 25 februari 2014)
Er werd immers een onteigeningsmachtiging gegeven aan meerdere partijen en uit het dossier blijkt niet dat Limgrond of een sociale huisvestingsmaatschappij niet zouden geïnteresseerd zijn om het gebied te ontwikkelen. Tevens heeft er geen mededinging gespeeld. Daarnaast verwijst raadslid Sillen naar het uitdrukkelijk ontbindend beding waarbij de overeenkomst van verkoop kan ontbonden worden indien de stad geen verkavelingsvergunning verleent aan de NV Nieuw Bilzen. Daarenboven zijn de kosten voor plan-baten ten laste van de verkoper waarbij de stad slechts maximum 30 euro per m² zal bekomen. Raadslid Sillen geeft dan ook aan dat het zeker geen goede overeenkomst betreft en vraagt naar de motivatie van de verkoopswaarde van 55 euro/m², daar waar deze geschat wordt op 85 euro/m² volgens Codex. Tevens wenst raadslid Sillen te weten waarom de ontwikkeling plaatsvindt van Westelijke naar Oostelijke richting. Raadslid Annick Ponthier verwijst eveneens naar de juridische nota die als basis heeft gediend voor het opstellen van de voorliggende overeenkomst. Het dossier toont nergens aan dat er geen andere marktspeler geïnteresseerd was om deze percelen aan te kopen. Tevens wenst zij te weten waarom er op pagina 4 van de juridische nota een passage werd geschrapt, alsook welk initiatief de stad zal nemen om de betrokken eigenaars en bewoners te informeren omtrent de ontwikkeling van het gebied. Raadslid Johan Sauwens merkt op dat raadslid Wouter Raskin zich in het verleden persoonlijk verzet heeft tegen de ontwikkeling van dit gebied. Vandaag stelt hij vast dat het huidige bestuur zich uitslooft om tegen een zeer lage prijs de betreffende percelen te verkopen. Het bestuur had ervoor kunnen opteren om een nieuwe schatting aan te vragen gezien de schatting waarop men zich vandaag baseert slechts een minimale verkoopwaarde bevat. Het is dan ook duidelijk dat dit dossier is opgesteld in functie van de betrokken ontwikkelaar. Raadslid Sauwens wenst eveneens te weten in wiens opdracht het advocatenbureau de juridische nota’s, die in het dossier opgenomen zijn, heeft opgesteld. Tevens wenst hij te weten wie Nieuw Bilzen is en waaruit blijkt dat zij eigenaar zijn van een aantal percelen. Raadslid Sauwens verwijst eveneens naar gesprekken die in het verleden met de betrokken ontwikkelaar werden gevoerd. Gezien het hier strategische gronden betreft heeft hij er steeds voor gepleit om een tegenprestatie te stellen ten aanzien van de ontwikkelaar. De stad had een contractuele overeenkomst kunnen afsluiten waarbij er een aantal voorwaarden werden opgenomen zoals het aanbieden van een aantal bouwgronden waarbij het gemeentelijk toewijzingsbesluit zou moeten toegepast worden. Daarenboven merkt raadslid Sauwens op dat, in afwijking van het eerder vastgestelde principe, deze verkoop bij administratieve akte zal verleden worden door de stad. Raadslid Sauwens vraagt tot slot om volgende overwegingen mee te nemen in de behandeling van dit dossier, nl. het vaststellen van een hogere verkoopprijs en het bepalen van het aantal te verkopen bouwgronden waarbij hij suggereert een 50-tal voor te stellen. Schepen Walter Bollen geeft aan dat er zich maar één partij heeft aangeboden dewelke over een aantal eigendommen beschikte in het betreffende gebied. Vanwege Limgrond heeft de stad vernomen dat er geen interesse is om dit gebied te ontwikkelen. Wat de ontbindende voorwaarde betreft geeft schepen Bollen aan dat het al dan niet verlenen van de verkavelingsvergunning een instrument is in handen van de stad. Ten aanzien van de verkoopprijs heeft het bestuur ervoor geopteerd om het bestaande schattingsverslag te handhaven. Raadslid Ann Thijs informeert naar het project Tabaert en de vooropgestelde timing en vraagt waarom Merem in deze voorrang krijgt. Schepen Walter Bollen geeft aan dat via het PRUP het project Merem vandaag sneller kan ontwikkeld worden in functie van de woonbehoeften.
4 (gemeenteraadszitting van 25 februari 2014)
Raadslid François Nelissen vraagt voorzitter Wouter Raskin naar zijn motivatie om zijn standpunt in dit dossier te herzien. Voorzitter Wouter Raskin geeft aan dat de situatie vandaag toch wel enigszins anders is. De mensen worden immers niet onteigend en dank zij de goede communicatie is er tevens een draagvlak gecreëerd en is het project aanvaard door de bevolking. Raadslid Johan Sauwens vraagt een overzicht van de huidige eigendomssituatie te bekomen. Tevens wenst hij de verdere aanpak van dit dossier te kennen. Schepen Walter Bollen geeft aan dat aan het provinciebestuur werd gevraagd duidelijkheid te krijgen omtrent de onteigenende overheid. Tot op heden heeft de stad daaromtrent nog geen antwoord ontvangen. Wat de juridische nota in het dossier betreft geeft raadslid Johan Sauwens aan dat die in opdracht van Nieuw Bilzen werd geschreven, daar waar de stad zelf een onafhankelijk juridisch advies had moeten vragen. Burgemeester Frieda Brepoels geeft aan dat de stad over 2 juristen beschikt die de bepalingen voldoende hebben afgetoetst. Wat de mededinging betreft geeft zij aan dat Limgrond mondeling heeft meegedeeld geen interesse te hebben voor het betreffende gebied, en van het provinciebestuur werd geen reactie ontvangen. De stad ziet dan ook geen enkele reden om te wachten met de ontwikkeling van dit gebied. Raadslid Annick Ponthier betreurt de snelheid van afhandeling van dit dossier waarbij de juridische adviezen toch wel enigszins dubieus kunnen worden genoemd; Burgemeester Frieda Brepoels geeft aan dat dit dossier reeds jaren loopt evenals de besprekingen met de huidige ontwikkelaar. Ingevolge het PRUP is er een behoefte aan een ontwikkeling doch slechts voor de helft van het gebied en dit in functie van de huidige woonbehoeften. De stad wenst de mogelijkheid te bieden aan Bilzerse gezinnen om over betaalbare gronden te kunnen beschikken. Met 11 ja-stemmen (Johan Sauwens, Jos Roebben, François Nelissen, Thierry de Grunne, Maike Meijers, Ann Thijs, Mark Huygen, Annick Ponthier, Myriam Thijs, Tom Bosch, Guy Sillen) en 19 neen-stemmen (Wouter Raskin, Frieda Brepoels, Guy Swennen, Bruno Steegen, Walter Bollen, Fons Caubergh, Guido Cleuren, Griet Mebis, Luc Hendrix, Peter Simons, Veerle Schoenmaekers, Emiel Degrève, Rudi Dops, Nassèr Nijs, Veerle Schabregs, Joris Cielen, Veronik Moesen, Stefan Jans, Willy Reynders) wordt de vraag van de CD&Vfractie om dit agendapunt uit te stellen niet goedgekeurd. Met 19 ja-stemmen (Wouter Raskin, Frieda Brepoels, Guy Swennen, Bruno Steegen, Walter Bollen, Fons Caubergh, Guido Cleuren, Griet Mebis, Luc Hendrix, Peter Simons, Veerle Schoenmaekers, Emiel Degrève, Rudi Dops, Nassèr Nijs, Veerle Schabregs, Joris Cielen, Veronik Moesen, Stefan Jans, Willy Reynders) en 11 neen-stemmen (Johan Sauwens, Jos Roebben, François Nelissen, Thierry de Grunne, Maike Meijers, Ann Thijs, Mark Huygen, Annick Ponthier, Myriam Thijs, Tom Bosch, Guy Sillen) neemt de raad volgend besluit: Gezien de stad Bilzen eigenaar is van een aantal gronden in de stationsomgeving (Nieuwe Stationswijk – Oude Tongersebaan) te Bilzen, meer bepaald de percelen gelegen te Bilzen, 1e afdeling, sectie H, nrs 183/A en 160/A; Gezien de NV Nieuw Bilzen tevens eigenaar is van een aanzienlijk aantal gronden in deze omgeving en zij vragende partij is om deze omgeving te ontwikkelen;
5 (gemeenteraadszitting van 25 februari 2014)
Gezien de bestemming van de projectzone geregeld wordt door het Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan (PRUP) “Afbakening Kleinstedelijk Gebied Bilzen”; Gezien de koop wordt gesloten met als uitsluitend doel het realiseren van een verkaveling van gronden in de stationsomgeving (Nieuwe Stationswijk – Oude Tongersebaan), waardoor de koop de uitvoering van de bestemming van de projectzone, zoals geregeld door het PRUP “Afbakening kleinstedelijk gebied Bilzen”, beoogt; Gezien de NV Nieuw Bilzen na verwerving van de percelen zal overgaan tot het indienen van de verkavelingsaanvraag voor het projectgebied; Gezien het noodzakelijk is dat de stad Bilzen haar medewerking verleent binnen haar wettelijke en decretale mogelijkheid opdat de koper het beoogde project kan realiseren; Gelet op de bijgevoegde juridische nota’s van Mr. Steven Van Geeteruyen; Gelet op de bijgevoegde verdelingsplannen, opgemaakt door studiebureau Geotec op 10 december 2013; Gelet op de bijgevoegde stukken van het dossier; Gelet op alle wettelijke en decretale bepalingen terzake; BESLUIT: Art. 1
De gemeenteraad gaat akkoord met de verkoop van de percelen te Bilzen, 1e afdeling, sectie H, nrs 183/A en 160/A/deel, zoals aangeduid op bijgevoegde verdelingsplannen opgemaakt door studiebureau Geotec op 10 december 2013, aan de NV Nieuw Bilzen.
Art. 2
De gemeenteraad gaat akkoord met bijgevoegde verkoopovereenkomst.
Art. 3
Het college van burgemeester en schepenen wordt gemachtigd voor de verdere afhandeling van dit dossier.
Art. 4
Dit besluit wordt onderworpen aan de bepalingen betreffende het bestuurlijk toezicht (artikel 248 tot en met artikel 264) van het gemeentedecreet van 15 juli 2005, zoals gewijzigd.
3.
Aankoop van een perceel grond gelegen binnen het RUP De Meere Weyen van Vaes-Van Roey: goedkeuring verkoopovereenkomst en overeenkomst pachtverbreking
Raadslid Guy Sillen verwijst naar de hoorzitting die heeft plaatsgevonden en geeft aan dat er voor hem vandaag nog steeds een totale visie ontbreekt omtrent het te ontwikkelen gebied. Hij vraagt in hoeverre deze aankoop past in de realisatie van het project. Raadslid Johan Sauwens geeft aan dat het een aanpassing van het bestaande RUP betreft wat een bevoegdheid gemeenteraad is. Hij vraagt dan ook in hoeverre dit RUP niet in herziening dient gesteld te worden door de raad. Schepen Walter Bollen geeft aan dat de huidige ontwikkeling kadert binnen het goedgekeurd RUP. Er is slechts een gedeeltelijke ontwikkeling van het bestaande RUP nodig.
6 (gemeenteraadszitting van 25 februari 2014)
Met eenparigheid van stemmen (Wouter Raskin, Frieda Brepoels, Guy Swennen, Bruno Steegen, Walter Bollen, Fons Caubergh, Guido Cleuren, Griet Mebis, Luc Hendrix, Johan Sauwens, Jos Roebben, François Nelissen, Thierry de Grunne, Maike Meijers, Peter Simons, Veerle Schoenmaekers, Ann Thijs, Mark Huygen, Emiel Degrève, Annick Ponthier, Myriam Thijs, Rudi Dops, Nassèr Nijs, Veerle Schabregs, Joris Cielen, Tom Bosch, Veronik Moesen, Stefan Jans, Guy Sillen, Willy Reynders) neemt de raad volgend besluit: Gelet op het Ruimtelijk Uitvoeringsplan (RUP) “De Meere Weyen” goedgekeurd op 9 februari 2012; Gezien het voor de ontwikkeling van het RUP noodzakelijk is om over te gaan tot de aankoop van percelen grond gelegen binnen het voormelde RUP; Gelet op het onteigeningsplan, definitief vastgesteld op 8 november 2011, behorende bij voormeld RUP; Gelet op het akkoord met de heer Vaes Josephus en mevrouw Van Roey Jeanne om hun perceel gelegen te Bilzen, 6de afdeling, sectie B nummer 1117/02 minnelijk te verkopen aan de stad; Gelet op bijgevoegde verkoopovereenkomst; Gezien het voormelde perceel verpacht is aan de heer Parthoens Joseph, zijn echtgenote mevrouw Emmelen Hilda, en hun zoon de heer Parthoens Stefan; Gelet op het akkoord van gemelde pachters tot pachtverbreking mits vergoeding door de stad Bilzen; Gelet op bijgevoegde overeenkomst tot pachtverbreking; Gelet op het bijgevoegde financieel advies; Gelet op de overige bijgevoegde stukken van het dossier; Gelet op alle wettelijke en decretale bepalingen terzake; BESLUIT: Art. 1
De gemeenteraad gaat akkoord met de aankoop van het perceel te Bilzen, 6de afdeling, sectie B nummer 1117/02.
Art. 2
De gemeenteraad gaat akkoord met bijgevoegde verkoopovereenkomst en met bijgevoegde overeenkomst tot pachtverbreking.
Art. 3
Het college van burgemeester en schepenen wordt gemachtigd voor de verdere afhandeling van dit dossier.
Art. 4
Dit besluit wordt onderworpen aan de bepalingen betreffende het bestuurlijk toezicht (artikel 248 tot en met artikel 264) van het gemeentedecreet van 15 juli 2005, zoals gewijzigd.
7 (gemeenteraadszitting van 25 februari 2014)
4.
KMO-zone De Spelver II – verkoop van een perceel industriegrond aan HVAC Technics BVBA
Met eenparigheid van stemmen (Wouter Raskin, Frieda Brepoels, Guy Swennen, Bruno Steegen, Walter Bollen, Fons Caubergh, Guido Cleuren, Griet Mebis, Luc Hendrix, Johan Sauwens, Jos Roebben, François Nelissen, Thierry de Grunne, Maike Meijers, Peter Simons, Veerle Schoenmaekers, Ann Thijs, Mark Huygen, Emiel Degrève, Annick Ponthier, Myriam Thijs, Rudi Dops, Nassèr Nijs, Veerle Schabregs, Joris Cielen, Tom Bosch, Veronik Moesen, Stefan Jans, Guy Sillen, Willy Reynders) neemt de raad volgend besluit: Gelet op de intentie van HVAC-Technics BVBA, Meershoven 46 te 3740 Bilzen om een perceel KMO-grond aan te kopen voor de uitoefening en het in stand houden van volgende activiteiten op de zone voor ambachtelijke bedrijven en KMO’s Spelver; “montage en levering van verwarmings-, sanitaire-, ventilatie- en koelingsinstallaties”; Gezien de volledigheid van het aanvraagdocument van HVAC-Technics BVBA; Gelet op de concrete plannen van HVAC-Technics BVBA om te voldoen aan het duurzame aspect dat geldt op de KMO-zone De Spelver II; Gelet op het huidige tewerkstellingsgemiddelde, bepaald door POM Limburg van 15 voltijds tewerkgestelden per hectare, waaraan HVAC-Technics BVBA voldoet; Gelet op de principiële beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 10 februari 2014 houdende verkoop van een perceel industriegrond, gelegen in de bedrijvenzone ‘De Spelver’ te Bilzen, 1e afdeling; sectie G nummers 409/deel, 409/02 deel en 411/deel, met een oppervlakte volgens meting van vijftien are (15a), zoals afgebeeld als lot 10 op het verkavelingsplan opgemaakt en ondertekend door landmeter-ingenieur Peter Gijsen bij studiebureau Geotec te Bilzen, Riemsterweg 117, op 31 januari 2013; Gelet op de bijgevoegde verkoopsovereenkomst; Gelet op de bijgevoegde stukken van het dossier; Gelet op alle wettelijke en decretale bepalingen terzake; BESLUIT: Art. 1
De stad Bilzen verkoopt in volle eigendom aan HVAC-Technics BVBA, Meershoven 46 te 3740 Bilzen een perceel industriegrond, gelegen in de bedrijvenzone ‘De Spelver’ te Bilzen, 1e afdeling; sectie G nummers 409/deel, 409/02 deel en 411/deel, met een oppervlakte volgens meting van vijftien are (15a), zoals afgebeeld als lot 10 op het verkavelingsplan opgemaakt en ondertekend door landmeter-ingenieur Peter Gijsen bij studiebureau Geotec te Bilzen, Riemsterweg 117, op 31 januari 2013.
Art. 2
De bijgevoegde verkoopovereenkomst wordt goedgekeurd.
Art. 3
Het college van burgemeester en schepenen wordt gemachtigd voor de verdere afhandeling van dit dossier.
Art. 4
Dit besluit wordt onderworpen aan de bepalingen betreffende het bestuurlijk toezicht (artikel 248 tot en met artikel 264) van het gemeentedecreet van 15 juli 2005, zoals gewijzigd.
8 (gemeenteraadszitting van 25 februari 2014)
5.
Aanvaarding standplaats en goedkeuring verkoopbelofte voor het plaatsen van een betonnen elektriciteitscabine op de KMO-zone De Spelver II te Bilzen
Met eenparigheid van stemmen (Wouter Raskin, Frieda Brepoels, Guy Swennen, Bruno Steegen, Walter Bollen, Fons Caubergh, Guido Cleuren, Griet Mebis, Luc Hendrix, Johan Sauwens, Jos Roebben, François Nelissen, Thierry de Grunne, Maike Meijers, Peter Simons, Veerle Schoenmaekers, Ann Thijs, Mark Huygen, Emiel Degrève, Annick Ponthier, Myriam Thijs, Rudi Dops, Nassèr Nijs, Veerle Schabregs, Joris Cielen, Tom Bosch, Veronik Moesen, Stefan Jans, Guy Sillen, Willy Reynders) neemt de raad volgend besluit: Gelet op het advies van Inter-energa, waaruit de noodzakelijkheid blijkt een betonnen elektriciteitscabine op te richten te Bilzen op de KMO-zone De Spelver II, kadastraal gekend Bilzen, afdeling 1, sectie G deel van nummer 474, eigendom van de stad Bilzen; Gelet op de stedenbouwkundige vergunning afgeleverd door het college van burgemeester en schepenen in zitting van 23 december 2013; Overwegende dat een oppervlakte grond van 83,41ca dient verkocht te worden aan Inter-energa voor het oprichten van hogervermelde cabine op het perceel gelegen op de KMO-zone De Spelver II, kadastraal gekend Bilzen, afdeling 1, sectie G deel van nummer 474; Gelet bijgevoegde verkoopbelofte; Gelet op de statuten van de Intercommunale Inter-energa, waarvan de stad Bilzen deel uitmaakt; Gelet op de bijgevoegde stukken van het dossier; Gelet op alle wettelijke en decretale bepalingen terzake; BESLUIT: Art. 1
De standplaats van de betonnen elektriciteitscabine, op te richten te Bilzen op de KMO-zone De Spelver II, kadastraal gekend Bilzen, afdeling 1, sectie G deel van nummer 474, volgens bijgevoegd plan, wordt aanvaard.
Art. 2
De gemeenteraad gaat akkoord met de verkoop van 83,41ca grond gelegen te Bilzen, afdeling 1, sectie G deel van nummer 474 aan Inter-energa voor een bedrag van € 1,00 rekening houdend met de voorwaarden van de verkoopbelofte.
Art. 3
De hypotheekbewaarder wordt ontslaan van zijn verplichting ambsthalve inschrijving te nemen bij de overschrijving van de op te maken akte.
Art. 4
Het college van burgemeester en schepenen wordt gemachtigd voor de verdere afhandeling van dit dossier.
Art. 5
Dit besluit wordt onderworpen aan de bepalingen betreffende het bestuurlijk toezicht (artikel 248 tot en met artikel 264) van het gemeentedecreet van 15 juli 2005, zoals gewijzigd.
9 (gemeenteraadszitting van 25 februari 2014)
6.
Onttrekking aan het openbaar domein van een perceel grond gelegen te Beverst in de verkaveling Kraailingenveld
Met eenparigheid van stemmen (Wouter Raskin, Frieda Brepoels, Guy Swennen, Bruno Steegen, Walter Bollen, Fons Caubergh, Guido Cleuren, Griet Mebis, Luc Hendrix, Johan Sauwens, Jos Roebben, François Nelissen, Thierry de Grunne, Maike Meijers, Peter Simons, Veerle Schoenmaekers, Ann Thijs, Mark Huygen, Emiel Degrève, Annick Ponthier, Myriam Thijs, Rudi Dops, Nassèr Nijs, Veerle Schabregs, Joris Cielen, Tom Bosch, Veronik Moesen, Stefan Jans, Guy Sillen, Willy Reynders) neemt de raad volgend besluit: Gelet op de slechte staat van het speelpleintje gelegen binnen de verkaveling ‘Kraailingenveld’ te Beverst; Gelet op het lage aantal kinderen woonachtig in de directe omgeving; Gelet op de ontwikkeling van een nieuw speelpleintje in Beverst op termijn op een andere locatie; Gelet daarom op de intentie van het college van burgemeester en schepenen om het speelpleintje, gelegen binnen de verkaveling Kraailingenveld te Beverst, te ontruimen en te verkopen; Gezien dit perceel behoort tot het openbaar domein van de stad, zal het perceel moeten onttrokken worden aan het openbaar domein alvorens het perceel kan verkaveld worden; Gelet op bijgevoegd verdelingsplan; Gelet op de bijgevoegde stukken van het dossier; Gelet op alle wettelijke en decretale bepalingen terzake; BESLUIT: Art. 1
De gemeenteraad gaat akkoord om het perceel grond gelegen te Bilzen, 2de afdeling, Beverst, in de verkaveling ‘Kraailingenveld’, aangeduid in gele kleur van het opmetingplan opgemaakt door het studiebureau Geotec te onttrekken aan het openbaar domein.
Art. 2
Het college van burgemeester en schepenen wordt gemachtigd voor de verdere afhandeling van dit dossier.
Art. 3
Dit besluit wordt onderworpen aan de bepalingen betreffende het bestuurlijk toezicht (artikel 248 tot en met artikel 264) van het gemeentedecreet van 15 juli 2005, zoals gewijzigd.
7.
Verwerving van grond in het kader van de aanleg van een uitwijkzone bij de heraanleg van het wegdek van Linnerhof te Martenslinde
Met eenparigheid van stemmen (Wouter Raskin, Frieda Brepoels, Guy Swennen, Bruno Steegen, Walter Bollen, Fons Caubergh, Guido Cleuren, Griet Mebis, Luc Hendrix, Johan Sauwens, Jos Roebben, François Nelissen, Thierry de Grunne, Maike Meijers, Peter Simons, Veerle Schoenmaekers, Ann Thijs, Mark Huygen, Emiel Degrève, Annick Ponthier, Myriam Thijs, Rudi Dops, Nassèr Nijs, Veerle Schabregs, Joris Cielen, Tom Bosch, Veronik Moesen, Stefan Jans, Guy Sillen, Willy Reynders) neemt de raad volgend besluit:
10 (gemeenteraadszitting van 25 februari 2014)
Gezien bij de heraanleg van het wegdek van Linnerhof te Martenslinde ter hoogte van woning nr. 10 een uitwijkzone werd aangelegd op eigendom van mevrouw NassenBrepoels en haar kinderen; Gelet op het opmetingsplan opgemaakt door ing.-landmeter-expert Peter Gijsen op datum van 1 augustus 2011 met dossiernummer 110241; Gezien tot op heden met betrokken eigenaars nog geen regeling getroffen was; Gelet op bijgevoegde waardebepaling opgemaakt door landmeter Mathieu Motten; Gelet op het principieel akkoord van de eigenaars om lot 1, met een oppervlakte van 00a 75ca, te nemen uit een perceel gelegen te Bilzen, afdeling 13, Martenslinde, sectie A nummer 259/N, te verkopen aan de stad Bilzen, aan de prijs van € 9 375; Gelet op bijgevoegd ontwerp van de akte van verkoop opgesteld door notaris Vangronsveld; Gelet op de bijgevoegde stukken van het dossier; Gelet op de wettelijke bepalingen terzake; BESLUIT: Art. 1
De gemeenteraad gaat akkoord met de aankoop van 75ca grond, te nemen uit een perceel gelegen te Bilzen, afdeling 13, Martenslinde, sectie A nummer 259/N, zijnde lot 1 van het opmetingsplan opgemaakt door ing.-landmeter-expert Peter Gijsen, eigendom van mevrouw Nassen-Brepoels en haar kinderen.
Art. 2
Het college van burgemeester en schepenen wordt gemachtigd voor de verdere afhandeling van dit dossier.
Art. 3
Dit besluit wordt onderworpen aan de bepalingen betreffende het bestuurlijk toezicht (artikel 248 tot en met artikel 264) van het gemeentedecreet van 15 juli 2005, zoals gewijzigd.
8.
Dienst milieu – erosiebestrijdingsmaatregelen Linnerveldstraat – bestek GT130110-61: goedkeuring lastvoorwaarden en gunningswijze
Met eenparigheid van stemmen (Wouter Raskin, Frieda Brepoels, Guy Swennen, Bruno Steegen, Walter Bollen, Fons Caubergh, Guido Cleuren, Griet Mebis, Luc Hendrix, Johan Sauwens, Jos Roebben, François Nelissen, Thierry de Grunne, Maike Meijers, Peter Simons, Veerle Schoenmaekers, Ann Thijs, Mark Huygen, Emiel Degrève, Annick Ponthier, Myriam Thijs, Rudi Dops, Nassèr Nijs, Veerle Schabregs, Joris Cielen, Tom Bosch, Veronik Moesen, Stefan Jans, Guy Sillen, Willy Reynders) neemt de raad volgend besluit: Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, inzonderheid artikels 42 en 43, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad; Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen; Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur;
11 (gemeenteraadszitting van 25 februari 2014)
Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, inzonderheid artikels 248 tot en met 264 betreffende het bestuurlijk toezicht; Gelet op de wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 24; Gelet op de wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten; Gelet op het koninklijk besluit van 15 juli 2011 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen; Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 5, § 2; Overwegende dat in het kader van deze opdracht een bijzonder bestek met nr. GT-13011061 werd opgesteld door de ontwerper, Geotec bvba, Riemsterweg 117 te 3740 Bilzen Martenslinde; Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op € 100 085,00 excl. btw of € 121 102,85 incl. 21% btw; Overwegende dat voor dit project een subsidie van € 102 178,04 toegekend werd door het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie van de Vlaamse Overheid; Overwegende dat aan de Provinciale Overheid eveneens de maximale toelage aangevraagd zal worden voor het uitvoeren van werken aan waterlopen en wachtbekkens; Overwegende dat voorgesteld wordt de opdracht te gunnen bij wijze van de open aanbesteding; Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht voorzien is in de jaarbudgetrekening 2014/ACT-349/0341-00/2220000/BESTUUR/BHCBS/IE-0341; BESLUIT: Art. 1
Goedkeuring wordt verleend aan het bijzonder bestek met nr. GT-130110-61 en de raming voor de opdracht “Dienst milieu - erosiebestrijdingsmaatregelen Linnerveldstraat”, opgesteld door de ontwerper, Geotec bvba, Riemsterweg 117 te 3740 Bilzen - Martenslinde. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bijzonder bestek en zoals opgenomen in de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten. De raming bedraagt € 100 085,00 excl. btw of € 121 102,85 incl. 21% btw. Een subsidie van € 102 178,04 werd toegekend door het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie van de Vlaamse Overheid. De stad vraagt eveneens de maximale subsidie aan bij de provincie Limburg op basis van het subsidiebesluit voor werken aan waterlopen en wachtbekkens.
Art. 2
Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de open aanbesteding.
Art. 3
Het standaard publicatieformulier wordt ingevuld en bekendgemaakt op nationaal niveau.
Art. 4
De uitgave voor deze opdracht is voorzien in de jaarbudgetrekening 2014/ACT349/0341-00/2220000/BESTUUR/BHCBS/IE-0341.
12 (gemeenteraadszitting van 25 februari 2014)
Art. 5
Onderhavig besluit wordt overgemaakt aan de financiële dienst ter staving.
9.
Zwembad De Kimpel – goedkeuring overeenkomst tussen de stad Bilzen, Belfius Bank en het AGB Stadsontwikkeling Bilzen met als onderwerp de overdracht van de huur van het onroerend goed tot het einde van het recht van opstal
Raadslid Thierry de Grunne geeft aan dat hij tevreden is dat de exploitatie van het zwembad wordt overgedragen naar het Autonoom Gemeentebedrijf. Hij stelt zich wel vragen bij het feit dat, gezien het AGB geen eigenaar is, de stad toch de lening overdraagt naar het AGB. Als tweede punt geeft raadslid de Grunne aan dat de vaststelling van de prijssubsidie dringend zal moeten herbekeken worden. Burgemeester Frieda Brepoels geeft aan dat, wat de overdracht van de afbetaling van de lening betreft, het hier beschouwd wordt als een overdracht van de onroerende lease als huur. Met eenparigheid van stemmen (Wouter Raskin, Frieda Brepoels, Guy Swennen, Bruno Steegen, Walter Bollen, Fons Caubergh, Guido Cleuren, Griet Mebis, Luc Hendrix, Johan Sauwens, Jos Roebben, François Nelissen, Thierry de Grunne, Maike Meijers, Peter Simons, Veerle Schoenmaekers, Ann Thijs, Mark Huygen, Emiel Degrève, Annick Ponthier, Myriam Thijs, Rudi Dops, Nassèr Nijs, Veerle Schabregs, Joris Cielen, Tom Bosch, Veronik Moesen, Stefan Jans, Guy Sillen, Willy Reynders) neemt de raad volgend besluit: Gelet dat de stad Bilzen door verzelfstandiging een verbeterde exploitatie van haar sporten cultuurinfrastructuur beoogt te verkrijgen; Gelet dat deze verzelfstandiging steunt op een bedrijfseconomische logica die verbeteringen of voordelen op diverse vlakken beoogt. Het bestuur wenst immers door middel van een meer bedrijfsmatige aansturing een marktconform prestatie- en kostenniveau te kunnen garanderen; Om die reden werd destijds het autonoom gemeentebedrijf Stadsontwikkeling Bilzen opgericht; Gelet op de verregaande autonomie alsook de flexibiliteit in de beheersregels die een autonoom gemeentebedrijf eigen zijn met als voordeel dat de beleidsuitvoerende taken op ondermeer sportief en cultureel vlak veel sneller en diepgaander kunnen worden uitgewerkt; Gelet dat het autonoom gemeentebedrijf ook veel soepeler kan inspelen op snel evoluerende marktomstandigheden. Het realiseren van beleidsuitvoerende taken via het autonoom gemeentebedrijf zal de burgers van de stad Bilzen dus duidelijk ten goede komen; Gelet dat het autonoom gemeentebedrijf Stadsontwikkeling Bilzen o.a. tot doel heeft het “zwembad De Kimpel” van de stad Bilzen te exploiteren; Gelet op de overeenkomst van 4 juni 1997 die de stad Bilzen en Belfius hebben ondertekend en waarbij de stad Bilzen een recht van opstal heeft verleend aan Belfius teneinde deze toe te laten een zwembad op te richten ten behoeve van de stad Bilzen en dit zwembad gedurende de opstalduur te verhuren aan de stad Bilzen;
13 (gemeenteraadszitting van 25 februari 2014)
Overwegende dat het autonoom gemeentebedrijf het zwembad De Kimpel kan exploiteren indien zij de rechten van de stad Bilzen uit de hierboven vermelde overeenkomst overneemt en bijgevolg huurder wordt van het zwembad gedurende de resterende opstalduur; Hiertoe dient er een overeenkomst afgesloten te worden tussen de stad Bilzen, Belfius Bank en het autonoom gemeentebedrijf waarin bepaald wordt dat de huur van het onroerend goed zal overgedragen worden aan het AGB Stadsontwikkeling Bilzen en dit tot het einde van het recht van opstal; Gelet op de voorliggende overeenkomst die in deze zin werd opgesteld; Gelet op het akkoord van Belfius hieromtrent; Gelet op alle wettelijke en decretale bepalingen terzake; BESLUIT: Art. 1
De gemeenteraad verleent goedkeuring aan de overeenkomst tussen de stad Bilzen, Belfius Bank en het autonoom gemeentebedrijf Stadsontwikkeling Bilzen waarbij de huur van het onroerend goed overgedragen wordt aan het AGB Stadsontwikkeling Bilzen en dit tot het einde van het recht van opstal.
Art. 2
De gemeenteraad machtigt het college van burgemeester en schepenen met de verdere concretisering en de verdere afhandeling van dit dossier.
Art. 3
Afschrift van dit besluit wordt overgemaakt aan de voorzitter van het autonome gemeentebedrijf en aan de financiële dienst van de stad Bilzen.
Art. 4
Dit besluit wordt onderworpen aan de bepalingen betreffende het bestuurlijke toezicht (artikel 248 tot en met artikel 264) van het gemeentedecreet van 15 juli 2005, zoals gewijzigd.
10.
Zwembad De Kimpel – borgstelling voor het Autonoom Gemeentebedrijf Stadsontwikkeling Bilzen voor lening nummer 2056
Met eenparigheid van stemmen (Wouter Raskin, Frieda Brepoels, Guy Swennen, Bruno Steegen, Walter Bollen, Fons Caubergh, Guido Cleuren, Griet Mebis, Luc Hendrix, Johan Sauwens, Jos Roebben, François Nelissen, Thierry de Grunne, Maike Meijers, Peter Simons, Veerle Schoenmaekers, Ann Thijs, Mark Huygen, Emiel Degrève, Annick Ponthier, Myriam Thijs, Rudi Dops, Nassèr Nijs, Veerle Schabregs, Joris Cielen, Tom Bosch, Veronik Moesen, Stefan Jans, Guy Sillen, Willy Reynders) neemt de raad volgend besluit: Gelet dat het Autonoom Gemeentebedrijf Stadsontwikkeling Bilzen met zetel te 3740 Bilzen, Deken Paquayplein 1, optreedt als kredietnemer bij Belfius Bank België NV, RPR Brussel, BTW BE 0403.201.185, met maatschappelijke zetel Pachecolaan 44 te 1000 Brussel, hierna genoemd “Belfius Bank”; Gelet dat het autonoom gemeentebedrijf o.a. tot doel heeft het zwembad “De Kimpel” van de stad Bilzen te exploiteren; Gelet op de overeenkomst van 4 juni 1997 die de stad Bilzen met Belfius heeft afgesloten en waarbij de stad Bilzen een recht van opstal heeft verleend aan Belfius teneinde deze toe te laten een zwembad op te richten ten behoeve van de stad Bilzen en dit zwembad gedurende de opstalduur te verhuren aan de stad Bilzen;
14 (gemeenteraadszitting van 25 februari 2014)
Gelet op de overeenkomst tussen de stad Bilzen, Belfius Bank en het autonoom gemeentebedrijf die heden eveneens ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de gemeenteraad en waarin bepaald wordt dat de huur van het onroerend goed zal overgedragen worden aan het AGB Stadsontwikkeling Bilzen en dit tot het einde van het recht van opstal; Gelet dat het autonoom gemeentebedrijf Stadsontwikkeling Bilzen het krediet met lening nummer 2056, verbonden aan de huur van het zwembad “De Kimpel” zal overnemen ingevolge de hierboven vermelde overeenkomst ten belope van het openstaand bedrag van € 2 473 614,85 (twee miljoen vierhonderddrieënzeventigduizend zeshonderdveertien euro en vijfentachtig eurocent); Gelet dat deze overeenkomst in artikel 3 bepaalt dat de stad zich borg moet stellen voor de verbintenissen van het autonoom gemeentebedrijf; Gelet op het laatst goedgekeurde budget van het AGB; Gelet op alle wettelijke en decretale bepalingen terzake; BESLUIT: Art. 1
De gemeenteraad verklaart zich onvoorwaardelijk en onherroepelijk hoofdelijk borg te stellen voor de terugbetaling van alle bedragen die door de kredietnemer verschuldigd zouden zijn ten gevolge van het krediet lening nummer 2056 wat betreft zowel het kapitaal als de intresten (verwijlintresten inbegrepen), de reserveringscommissie, de onkosten en de bijhorigheden die door de kredietnemer niet redelijkerwijze betwistbaar zijn.
Art. 2
De gemeenteraad verklaart de nodige financiële ondersteuning te geven aan de kredietnemer, zodat deze laatste steeds aan zijn financiële verplichtingen ten opzichte van Belfius Bank en andere derden kan voldoen tot de eindvervaldag van de toegestane kredieten.
Art. 3
De gemeenteraad machtigt Belfius Bank op het debet van haar rekening-courant, met waarde van hun vervaldag, om het even welke bedragen te boeken, verschuldigd door de kredietnemer in het kader van dit krediet en die nog mochten onbetaald blijven na een tijdsverloop van 30 dagen, berekend vanaf de vervaldag. Het waarborggevend bestuur zal hiervan op de hoogte gehouden worden door middel van een afschrift van de correspondentie aan de kredietnemer.
Art. 4
De stad verbindt zich, tot de eindvervaldatum van dit krediet en haar eigen leningen bij Belfius Bank, alle nodige maatregelen te nemen om de storting te verzekeren op haar rekening geopend bij deze maatschappij, van al de sommen die er op dit ogenblik gecentraliseerd worden, hetzij uit hoofde van de wet (o.a. haar aandeel in het gemeentefonds en in elk ander fonds dat dit zou vervangen of aanvullen, de opbrengst van de gemeentelijke opcentiemen op de rijks-, gewest- en provinciebelastingen, alsmede de opbrengst van gemeentebelastingen geïnd door de staat of het gewest), hetzij uit hoofde van een overeenkomst, en dit niettegenstaande elke eventuele wijziging in de manier van de inning van deze inkomsten.
Art. 5
De stad machtigt Belfius Bank ertoe deze inkomsten aan te wenden tot dekking van de bedragen die door de kredietnemer, uit welke hoofde ook, mochten verschuldigd zijn en die aan de stad aangerekend worden.
15 (gemeenteraadszitting van 25 februari 2014)
Art. 6
Deze door de gemeenteraad gegeven machtiging geldt als onherroepelijke delegatie in het voordeel van Belfius Bank.
Art. 7
De stad kan zich niet beroepen, noch op de bepalingen van eventuele overeenkomsten tussen zichzelf en de kredietnemer, noch op om het even welke beschikking om haar verplichtingen uit hoofde van deze borgstelling niet uit te voeren. De stad ziet af van het voorrecht van uitwinning en van elke indeplaatsstelling in de rechten van Belfius Bank en van elk verhaal tegen de kredietnemer, tegen elke medeschuldenaar of medeborg, zolang Belfius Bank niet volledig is terugbetaald in kapitaal, intresten, kosten en bijhorigheden. De stad staat aan Belfius Bank het recht toe om aan de kredietnemer alle uitstel, voordelen en schikkingen toe te kennen die Belfius Bank geschikt acht. De stad verklaart uitdrukkelijk dat de borgtocht gehandhaafd blijft, tot beloop van de hierboven vermelde bedragen, welke wijzigingen Belfius Bank en/of de kredietnemer ook mogen aanbrengen aan de bedragen en/of modaliteiten van het aan de kredietnemer toegekende krediet. Belfius Bank wordt uitdrukkelijk ontslagen van de verplichting de stad kennis te geven van de wijzigingen waarvan hierboven sprake. Er wordt ten overvloede bepaald dat de stad eveneens verzaakt aan het voordeel van artikel 2037 van het Belgisch Burgerlijk Wetboek, volgens hetwelk de borg ontslagen is wanneer door toedoen van de schuldeiser, de indeplaatsstelling ten gunste van de borg niet meer tot stand kan komen.
Art. 8
Aangezien de kredietnemer zich verbonden heeft om, o.m. in geval van liquidatie, onmiddellijk het totaal bedrag van zijn schuld, zowel wat kapitaal als intresten, reserveringscommissie en onkosten betreft, aan Belfius Bank terug te betalen, bevestigt de gemeenteraad de hierboven aangegane verbintenissen, in verband met de betaling van de bedragen, die door Belfius Bank uit dien hoofde zullen gevorderd worden.
Art. 9
Mochten voormelde ontvangsten ontoereikend zijn voor de betaling van de verschuldigde bedragen die aan de stad zullen aangerekend worden, dan gaat ze de verbintenis aan bij Belfius Bank het bedrag te storten nodig om de vervallen schuld volledig af te betalen.
Art. 10 Bij gehele of gedeeltelijke laattijdige betaling van de verschuldigde bedragen, zijn – ingevolge artikel 6 juncto 9 §3 van het K.B. van 14 januari 2013 – de intresten voor laattijdige betaling en de vergoeding voor invorderingskosten van rechtswege en zonder ingebrekestelling verschuldigd, berekend zoals voorzien in artikel 69 van datzelfde K.B. Art. 11 De borggever verklaart kennis te hebben genomen van bovenvermeld kredietcontract en bijhorend Kredietreglement 2012 en er de bepalingen van te aanvaarden. Art. 12 Dit besluit is onderworpen aan de toezichthoudende overheid zoals voorzien in de toepasselijke decreten en besluiten.
11.
Goedkeuring afstemming van de toegankelijkheid voor het stiltegebied Zwarte Put
Raadslid Thierry de Grunne pleit ervoor om de nodige beveiligingsmaatregelen te treffen ten aanzien van Huize Hoefaert. Schepen Fons Caubergh geeft aan dat er een prijsofferte wordt gevraagd voor afbraak van de woning.
16 (gemeenteraadszitting van 25 februari 2014)
Met eenparigheid van stemmen (Wouter Raskin, Frieda Brepoels, Guy Swennen, Bruno Steegen, Walter Bollen, Fons Caubergh, Guido Cleuren, Griet Mebis, Luc Hendrix, Johan Sauwens, Jos Roebben, François Nelissen, Thierry de Grunne, Maike Meijers, Peter Simons, Veerle Schoenmaekers, Ann Thijs, Mark Huygen, Emiel Degrève, Annick Ponthier, Myriam Thijs, Rudi Dops, Nassèr Nijs, Veerle Schabregs, Joris Cielen, Tom Bosch, Veronik Moesen, Stefan Jans, Guy Sillen, Willy Reynders) neemt de raad volgend besluit: Gelet op de afbakening van het stiltegebied Zwarte Put, dat gelegen is op het grondgebied van Bilzen, Lanaken en Zutendaal; Gelet op de toegankelijkheid van het gebied die geregeld wordt in de 3 verschillende bosbeheersplannen van Bilzen, Lanaken en Zutendaal; Gelet op het feit dat het noodzakelijk is om deze toegankelijkheid, die nu verschillend is in de 3 gemeenten, op elkaar af te stemmen; Gelet op de overlegmomenten die hiervoor georganiseerd werden tussen Bilzen, Lanaken en Zutendaal; Gelet op het voorstel van toegankelijkheid dat werd uitgewerkt door Trage Wegen vzw; Gelet op het gunstige advies van de jeugddienst; Gelet op alle wettelijke en decretale bepalingen terzake; BESLUIT: Art. 1
De gemeenteraad keurt de afstemming van de toegankelijkheid voor het stiltegebied Zwarte Put, conform het voorstel van de vzw Trage Wegen, goed.
Art. 2
Dit besluit wordt onderworpen aan de bepalingen betreffende het bestuurlijk toezicht (artikel 248 tot en met artikel 264) van het gemeentedecreet van 15 juli 2005, zoals gewijzigd.
12.
Vaststelling verkeersreglement houdende het verplicht parkeren, deels op de verhoogde berm in een gedeelte van de Groenkloosterstraat te Munsterbilzen
Raadslid Annick Ponthier geeft aan dat de belbushalte zal verplaatst worden. Zij vraagt naar de nieuwe locatie en dat dit zal worden gecommuniceerd met de gebruikers. Schepen Walter Bollen geeft aan dat de halte slechts over een beperkte afstand wordt verplaatst. Raadslid François Nelissen vindt het een zeer goed voorstel om deels parkeren op verhoogde berm toe te laten. Hij verwijst hierbij naar de situatie in de Torenstraat in Hees waar auto’s die op de stoep geparkeerd stonden geverbaliseerd werden door de politie. Hij vraagt in hoeverre het voorstel van de Groenkloosterstaat eveneens kan toegepast worden in de Torenstraat. Schepen Walter Bollen geeft aan dat een goedkeuring van een verkeersreglement noodzakelijk is om gedeeltelijk parkeren op berm of stoep toe te laten. Schepen Guido Cleuren geeft aan dat stoepparkeren wettelijk nooit kan toegelaten worden.
17 (gemeenteraadszitting van 25 februari 2014)
Met eenparigheid van stemmen (Wouter Raskin, Frieda Brepoels, Guy Swennen, Bruno Steegen, Walter Bollen, Fons Caubergh, Guido Cleuren, Griet Mebis, Luc Hendrix, Johan Sauwens, Jos Roebben, François Nelissen, Thierry de Grunne, Maike Meijers, Peter Simons, Veerle Schoenmaekers, Ann Thijs, Mark Huygen, Emiel Degrève, Annick Ponthier, Myriam Thijs, Rudi Dops, Nassèr Nijs, Veerle Schabregs, Joris Cielen, Tom Bosch, Veronik Moesen, Stefan Jans, Guy Sillen, Willy Reynders) neemt de raad volgend besluit: Gelet op de wet betreffende de politie over het wegverkeer; Gelet op het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer; Gelet op het ministerieel besluit waarbij de minimale afmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald; Gelet op het ministerieel rondschrijven betreffende de aanvullende reglementen en de plaatsing van de verkeerstekens; Gelet op de parkeerdruk in de Groenkloosterstraat, meer bepaald het gedeelte gelegen tussen de rotonde N730 en de aansluiting Scapulierstraat; Overwegende dat in voornoemd weggedeelte veelvuldig geparkeerd wordt op de verhoogde berm binnen de bebouwde kom, hetgeen niet toegelaten is; Overwegende dat het noodzakelijk is het parkeren in voornoemd gedeelte van de Groenkloosterstraat te regelen; Gelet op het advies van politie; Overwegende dat navolgende maatregelen betrekking hebben op een gemeenteweg; Gelet op alle wettelijke en decretale bepalingen terzake; BESLUIT: Art. 1
Op navolgend weggedeelte is het parkeren verplicht, deels op de verhoogde berm: - Groenkloosterstraat, vanaf aansluiting rotonde N730 tot aan aansluiting Scapulierstraat. Deze maatregel wordt ter kennis gebracht door de verkeersborden E9f.
Art. 2
Onderhavig reglement wordt ter kennisgeving voorgelegd aan de Vlaamse Overheid, Afdeling Beleid Mobiliteit en Verkeersveiligheid, Departement Mobiliteit en Openbare Werken.
13.
Vaststelling verkeersreglement houdende het beperken in tijd van een aantal laad- en losplaatsen te Bilzen-centrum
Raadslid Johan Sauwens vindt het voorstel van parkeren op laad- en losplaatsen een zeer goed voorstel. Hij vraagt om dit ook toe te passen voor Brugstraat, Klokkestraat en Onze Lieve Vrouwstraat. Schepen Walter Bollen geeft aan dat dit voor de drie voorgestelde situaties niet mogelijk is. Voor wat de Brugstraat betreft heeft het bestuur ervoor geopteerd om de voorziene taxizone exclusief te behouden. Voor de twee andere plaatsen betreft het een stoep waar er wettelijk geen mogelijkheid is om parkeren toe te laten.
18 (gemeenteraadszitting van 25 februari 2014)
Raadslid Johan Sauwens geeft aan dat er in het centrum bij de middenstand toch heel wat beroering is omtrent het parkeren van werfwagens voor de werkzaamheden in de Commanderie. Hij vraagt in hoeverre hieromtrent duidelijke afspraken kunnen gemaakt worden. Schepen Bruno Steegen geeft aan dat het een gekend probleem is. Er werden met de respectievelijke aannemers afspraken gemaakt doch indien men zich hieraan niet hield heeft de politie steeds de nodige PV’s gemaakt. Met eenparigheid van stemmen (Wouter Raskin, Frieda Brepoels, Guy Swennen, Bruno Steegen, Walter Bollen, Fons Caubergh, Guido Cleuren, Griet Mebis, Luc Hendrix, Johan Sauwens, Jos Roebben, François Nelissen, Thierry de Grunne, Maike Meijers, Peter Simons, Veerle Schoenmaekers, Ann Thijs, Mark Huygen, Emiel Degrève, Annick Ponthier, Myriam Thijs, Rudi Dops, Nassèr Nijs, Veerle Schabregs, Joris Cielen, Tom Bosch, Veronik Moesen, Stefan Jans, Guy Sillen, Willy Reynders) neemt de raad volgend besluit: Gelet op de wet betreffende de politie over het wegverkeer; Gelet op het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer; Gelet op het ministerieel besluit waarbij de minimale afmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald; Gelet op het ministerieel rondschrijven betreffende de aanvullende reglementen en de plaatsing van de verkeerstekens; Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 2 december 2008 houdende het voorzien van laaden loszones te Bilzen-centrum; Overwegende dat de laad- en losplaatsen momenteel gesignaleerd worden met de verkeersborden E9c met onderbord ‘laden en lossen’; Overwegende dat op vraag van de middenstand een aantal laad- en losplaatsen beperkt worden in tijd, zodat deze ook als parkeerplaats kunnen gebruikt worden, als het laden en lossen niet meer van toepassing is; Overwegende dat het gaat om de volgende laad- en losplaatsen: - Korenstraat, ter hoogte van huisnummers 6, 8 en 10, - Demerlaan, ter hoogte van huisnummer 1, - Sint-Lambertuslaan, ter hoogte van huisnummer 3 (gewestweg N2); Overwegende dat voornoemde laad- en losplaatsen infrastructureel niet als stoep ingericht zijn; Overwegende dat navolgende maatregel betrekking heeft op gemeentewegen en een gewestweg; Gelet op het advies van politie; Gelet op het gunstig advies van Agentschap Wegen en Verkeer Limburg; Gelet op alle wettelijke en decretale bepalingen terzake;
19 (gemeenteraadszitting van 25 februari 2014)
BESLUIT: Art. 1
Van het gemeenteraadsbesluit van 2 december 2008 houdende het voorzien van laad- en loszones te Bilzen-centrum worden van artikel 2 lid 5 t/m 8 opgeheven.
Art. 2
Navolgende laad- en losplaatsen worden voorbehouden voor laden en lossen van maandag tot zaterdag van 6 tot 18 uur: - Korenstraat ter hoogte van huisnummer 6, 8 en10; - Sint-Lambertuslaan ter hoogte van huisnummer 3; - Demerlaan ter hoogte van huisnummer 1. Deze maatregel wordt ter kennis gebracht door de verkeersborden E/1 met onderbord ‘van maandag tot zaterdag van 6 tot 18 uur’.
Art. 3
Onderhavig reglement wordt ter kennisgeving voorgelegd aan de Vlaamse Overheid, Afdeling Beleid Mobiliteit en Verkeersveiligheid, Departement Mobiliteit en Openbare Werken.
14.
Projectvereniging Erfgoed Haspengouw: goedkeuring statuten
Raadslid Annick Ponthier informeert naar de motivering van de stad Tongeren om uit deze projectvereniging Erfgoed Haspengouw te stappen. Schepen Guy Swennen geeft aan dat de stad Tongeren in functie van de bekomen return haar financiële input heeft bekeken. Zij opteren er vandaag voor om hun heemkundige verenigingen rechtstreeks te betoelagen voor hun werking. Met eenparigheid van stemmen (Wouter Raskin, Frieda Brepoels, Guy Swennen, Bruno Steegen, Walter Bollen, Fons Caubergh, Guido Cleuren, Griet Mebis, Luc Hendrix, Johan Sauwens, Jos Roebben, François Nelissen, Thierry de Grunne, Maike Meijers, Peter Simons, Veerle Schoenmaekers, Ann Thijs, Mark Huygen, Emiel Degrève, Annick Ponthier, Myriam Thijs, Rudi Dops, Nassèr Nijs, Veerle Schabregs, Joris Cielen, Tom Bosch, Veronik Moesen, Stefan Jans, Guy Sillen, Willy Reynders) neemt de raad volgend besluit: Overwegende dat de gemeenten Bilzen, Borgloon, Gingelom, Heers, Hoeselt, Nieuwerkerken, Riemst, Sint-Truiden, Tongeren en Voeren deel uitmaken van de projectvereniging Erfgoed Haspengouw voor de periode 2012 – 2014; Overwegende dat de stad Tongeren thans zijn engagement in de projectvereniging Erfgoed Haspengouw niet wenst te vernieuwen na 2014; Gelet op het voorstel van de raad van bestuur van Erfgoed Haspengouw om voor de periode 2015 – 2020 met de overige partnergemeenten een nieuwe projectvereniging op te richten onder dezelfde benaming; Gelet op onze beslissing van 3 december 2013 waarbij het engagement tot deelname aan deze nieuwe projectvereniging Erfgoed Haspengouw voor de periode 2015 – 2020 reeds werd goedgekeurd; Gelet op het voorstel van statuten van de nieuwe projectvereniging; Gelet op de gemeenschappelijke belangen van de Haspengouwse gemeenten terzake, met name wat betreft een integraal en geïntegreerd cultureel erfgoedbeleid; Gelet op het erfgoeddecreet van 23 mei 2008;
20 (gemeenteraadszitting van 25 februari 2014)
Gelet op het decreet inzake intergemeentelijke samenwerking van 6 juli 2001; Gelet op de overige wettelijke en decretale bepalingen terzake; BESLUIT: Art. 1
Goedkeuring wordt verleend aan de statuten van de nieuwe projectvereniging ‘2014-2020 Erfgoed Haspengouw’ met de roepnaam ‘Erfgoed Haspengouw’.
Art. 2
Afschrift van deze beslissing wordt ter kennis gebracht van de raad van bestuur van ‘Erfgoed Haspengouw’.
15.
Vaststelling organiek reglement, kennisname van het huishoudelijk reglement en van de lijst met de leden van de vaste commissie voor advies stedelijke sportinfrastructuur Bilzen bij het AGB Stadsontwikkeling Bilzen
Met eenparigheid van stemmen (Wouter Raskin, Frieda Brepoels, Guy Swennen, Bruno Steegen, Walter Bollen, Fons Caubergh, Guido Cleuren, Griet Mebis, Luc Hendrix, Johan Sauwens, Jos Roebben, François Nelissen, Thierry de Grunne, Maike Meijers, Peter Simons, Veerle Schoenmaekers, Ann Thijs, Mark Huygen, Emiel Degrève, Annick Ponthier, Myriam Thijs, Rudi Dops, Nassèr Nijs, Veerle Schabregs, Joris Cielen, Tom Bosch, Veronik Moesen, Stefan Jans, Guy Sillen, Willy Reynders) neemt de raad volgend besluit: Gelet op de installatie van de nieuwe gemeenteraad op 2 januari 2013; Gelet op de opheffing van de vzw Sportinfrastructuur en de noodzaak tot een nieuwe beslissing over het beheer van de sportinfrastructuur; Gelet op de opheffing van de vzw Zwembad en de noodzaak tot een nieuwe beslissing over het beheer van het stedelijke zwembad; Gelet op het decreet betreffende het lokale sportbeleid; Gelet op de bepalingen van het gemeentedecreet en hierbij onder andere specifiek artikel 246; Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 26 maart 2013; BESLUIT: Art. 1
Het beheer van sportinfrastructuur wordt toevertrouwd aan een beheersorgaan, waarbij de raad van bestuur van het Autonoom Gemeentebedrijf Stadsontwikkeling Bilzen, die de sportinfrastructuur exploiteert, wordt bijgestaan door een vaste commissie voor advies.
Art. 2
De samenstelling en de bevoegdheden van de vaste commissie voor advies worden omschreven in bijgaand organiek reglement, dat wordt goedgekeurd en als bijlage deel uitmaakt van deze beslissing.
Art. 3
Er wordt kennisgenomen van de lijst met de leden van de vaste commissie voor advies voor de beleidsperiode 2014 – 2019 en van het huishoudelijke reglement voor de vaste commissie voor advies stedelijke sportinfrastructuur Bilzen, zoals die aan de Raad van Bestuur van het AGB worden voorgelegd voor goedkeuring.
21 (gemeenteraadszitting van 25 februari 2014)
Art. 4 Deze beslissing zal ter goedkeuring aan de hogere overheid worden voorgelegd.
16.
Aanpassing reglement speelstraten: opheffen van het gemeenteraadsbesluit van 30 maart 2010 en vaststelling van een aangepast reglement speelstraten
Raadslid Maike Meijers verwijst naar artikel 6 van het voorliggend reglement. Zij vreest dat gezien de vaagheid van deze bepaling er toch willekeur mogelijk is om al te snel over te gaan tot een opheffing van een speelstraat. Schepen Griet Mebis geeft aan dat er zeker geen opheffing zal gebeuren na één vaststelling. Er zal steeds overleg met de betrokken bewoners zijn waarna een beslissing zal genomen worden. Met 20 ja-stemmen (Wouter Raskin, Frieda Brepoels, Guy Swennen, Bruno Steegen, Walter Bollen, Fons Caubergh, Guido Cleuren, Griet Mebis, Luc Hendrix, Peter Simons, Veerle Schoenmaekers, Emiel Degrève, Annick Ponthier, Rudi Dops, Nassèr Nijs, Veerle Schabregs, Joris Cielen, Veronik Moesen, Stefan Jans, Willy Reynders) en 10 onthoudingen (Johan Sauwens, Jos Roebben, François Nelissen, Thierry de Grunne, Maike Meijers, Ann Thijs, Mark Huygen, Myriam Thijs, Tom Bosch, Guy Sillen) neemt de raad volgend besluit: Gelet op het wettelijke kader van het koninklijk besluit van 9 oktober 1998 dat een speelstraat definieert; Gelet op het koninklijke besluit van 1 december 1975, artikelen 2.36 en 22 septies, die de modaliteiten van speelstraten weergeeft; Gelet op het ministeriële besluit van 11 oktober 1976, artikel 9.2 bis, waarbij de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens wordt bepaald; Gelet op alle wettelijke en decretale bepalingen terzake; BESLUIT: Art. 1
Wettelijke bepalingen 1.
Een speelstraat is een openbare weg waar tijdelijk en tijdens bepaalde uren aan de toegangen een hek geplaatst is met het verkeersbord C3 voorzien van een onderbord met daarop de vermelding “speelstraat”.
2.
In de speelstraten is de ganse breedte van de openbare weg voorbehouden voor het spelen, in hoofdzaak door kinderen. De personen die spelen worden gelijkgesteld met voetgangers.
3.
Alleen bestuurders van motorvoertuigen, die in een straat wonen of wier garage in de straat gelegen is, alsook prioritaire voertuigen, wanneer de aard van hun opdracht het rechtvaardigt, alsook voertuigen in het bezit van een vergunning afgegeven door de beheerder van deze wegen, alsook gebruikers van rolschaatsen en steps en fietsers, hebben toegang tot speelstraten.
4.
De bestuurders die in de speelstraten rijden, moeten dit stapvoets doen, ze moeten de doorgang vrijlaten voor de voetgangers die spelen, hen voorrang verlenen en er zo nodig voor stoppen.
22 (gemeenteraadszitting van 25 februari 2014)
5.
Art. 2
Fietsers moeten zo nodig afstappen. De bestuurders mogen de voetgangers die spelen niet in gevaar brengen en niet hinderen. Ze moeten bovendien dubbel voorzichtig zijn ten aanzien van kinderen.
Wettelijke voorwaarden 1. De openbare weg die men als speelstraat wil inrichten moet liggen op een plaats waar de snelheid beperkt is tot 50 km per uur. 2. De speelstraat moet liggen in een straat of wijk met overheersend woonkarakter, zonder doorgaand verkeer en mag niet bediend worden door een geregelde dienst voor gemeenschappelijk vervoer. 3. Tijdens de uren dat de openbare weg als speelstraat wordt gesignaleerd mag er speelinfrastructuur geplaatst worden mits de doorgang van toegelaten bestuurders en prioritaire voertuigen niet verhinderd wordt. 4. De openbare weg die men als speelstraat wil inrichten moet tijdelijk afgesloten worden telkens tijdens dezelfde uren. 5. Er moeten voldoende hekken geplaatst worden om de speelstraat duidelijk af te bakenen. 6. Op de hekken wordt een bord C3 en onderbord “speelstraat” vast bevestigd. 7. De uren, tijdens welke de straat als speelstraat is ingericht, worden op het onderbord vermeld. 8. De hekken worden geplaatst onder toezicht en de verantwoordelijkheid van de wegbeheerder.
Art. 3
Bilzerse voorwaarden 1. De inrichting van een speelstraat kan enkel ontstaan vanuit een bewonersinitiatief. 2. De speelstraat kan enkel ingericht worden tijdens de zomervakantie (juli en augustus en aansluitende vrije dagen in juni en september). 3. De aanvraag voor de speelstraat dient in periodes van 2 aansluitende weken te gebeuren met een maximum van 4 weken per speelstraat per kalenderjaar. 4. De speelstraat wordt opengesteld van 9 uur tot 21 uur. 5. Een speelstraat kan enkel ingericht worden indien er minimum 10 kinderen van 2 jaar t.e.m. 14 jaar in de straat wonen of er verblijven tijdens de aangevraagde periode. 6. Een speelstraat kan enkel ingericht worden als minimaal 3 meters en/of peters (speelstraatverantwoordelijken), die in de aangevraagde straat wonen, zich engageren voor de organisatie ervan. 7. Het organiseren van één of meerdere activiteiten voor kinderen en volwassenen tijdens de periode van de speelstraat is verplicht (vb. spel zonder grenzen, springkasteel namiddag, sport en spel namiddag, straatbarbecue, koffie en taart namiddag, schminken,….). Deze dient in de aanvraag toegelicht
23 (gemeenteraadszitting van 25 februari 2014)
te worden. Verder raden wij aan om een verzekering B.A. af te sluiten voor de organisatie van de activiteiten. 8. De afspraken tussen de stad Bilzen en de meters en peters zullen worden vastgelegd in een afsprakennota. 9. De meters en peters zijn vrijwilligers en zijn verantwoordelijk voor het plaatsen van de hekken, het toezicht tijdens de speelstraaturen en zijn de contactpersonen voor bewoners en stadsdiensten. Zij zijn niet verantwoordelijk voor de kinderen die in de speelstraat komen spelen. De ouders blijven verantwoordelijk. 10. Er mogen geen kinderen (of volwassenen) geweigerd worden in een speelstraat. Ook kinderen uit straten in de buurt, kleinkinderen, vriendjes,… zijn welkom op de straat. 11. Een speelstraat kan enkel ingericht worden als 3/4 of 75% van de bewoners akkoord gaat. Dit percentage wordt vastgelegd aan de hand van een bewonersenquête. Elk huisnummer dat in de straat woont, heeft hierbij één stem. Deze bewonersenquête kan opgevraagd worden bij de stedelijke jeugddienst. 12. Een speelstraat mag de vlotte verkeerscirculatie niet in het gedrang brengen. Het aantal kruispunten in een speelstraat is beperkt. Er is een positief verkeerstechnisch advies en er zijn geen wegenwerken in de periode van de speelstraat. 13. Naast de volledige straat moet de mogelijkheid bestaan dat er slechts een deel van de straat als speelstraat ingericht wordt. Dit wordt zeker toegepast als het gaat om lange straten of in straten met veel kruispunten. 14. Bezoekers en klanten van handelszaken, dokters of andere vrije beroepen moeten, mits goedkeuring van bovenvermelden, parkeren buiten de speelstraat. Om een volledige speelstraat te verkrijgen is er dus een akkoord nodig van deze zelfstandigen. Art. 4
Aanvraag en procedure 1. Bewoners vragen zelf een speelstraat aan met behulp van een aanvraagformulier. Het aanvraagformulier is te verkrijgen op de stedelijke jeugddienst of via www.bilzen.be. 2. De aanvragers vullen het aanvraagformulier in en bezorgen dit samen met de bewonersenquête aan de stedelijke jeugddienst voor 15 mei van het betreffende jaar. 3. De afdeling Verkeer van de Lokale Politie onderzoekt alle aanvragen en geeft een verkeerstechnisch advies. De projectgroep speelstraten bepaalt welke aanvragen voldoen aan alle wettelijke en Bilzerse voorwaarden. 4. De aanvragers die niet voldoen aan de wettelijke en lokale voorwaarden worden hiervan schriftelijk op de hoogte gebracht. 5. De aanvragers die wel voldoen aan de wettelijke en lokale voorwaarden worden hiervan schriftelijk op de hoogte gebracht.
24 (gemeenteraadszitting van 25 februari 2014)
6. De adviesgroep ‘speelstraten’ onderzoekt de bewonersenquête en formuleert een advies voor het college van burgemeester en schepenen. De adviesgroep bestaat uit 1 persoon van de verkeerspolitie, 1 persoon uit de dienst mobiliteit en 1 persoon uit de jeugddienst. De enquête wordt door de adviesgroep gecontroleerd op juistheid en volledigheid. Enquêtes waar adressen uit ontbreken of bewoners niet gehoord zijn worden negatief geadviseerd. 7. Het college van burgemeester en schepenen hecht de goedkeuring aan de speelstraten die voldoen aan alle wettelijke en lokale voorwaarden. 8. De peters/meters van de goedgekeurde speelstraten zullen de afsprakennota ondertekenen. Art. 5
Verantwoordelijkheid 1. Het ministeriële besluit van 11 oktober 1976 vermeldt in artikel 9.2. bis “… de hekken worden geplaatst onder het toezicht en de verantwoordelijkheid van de wegbeheerder”. De wegbeheerder is in dit geval de stad Bilzen. De stad is verantwoordelijk voor het feit dat de hekken en signalisatie aan de wettelijke criteria voldoen. 2. In geval van schade aan derden kan de stad niet verantwoordelijk gesteld worden. De bewoners blijven aansprakelijk voor eventueel toegebrachte schade door henzelf of hun kinderen aan derden. Het inrichten van een speelstraat ontslaat de ouders niet van het toezicht op hun kinderen.
Art. 6
Stopzetten van een speelstraat Indien bij steekproeven blijkt dat er niet gespeeld wordt op straat of bewoners bepalingen van het reglement niet naleven kan de beslissing tot het inrichten van de speelstraten steeds ingetrokken worden bij besluit van de burgemeester. Vanaf de beslissing tot intrekking is genomen en de peters/meters hiervan op de hoogte zijn gebracht, kan door de betrokken bewoners geen speelstraat meer worden ingericht voor de toegestane perioden.
Art. 7
Inwerkingtreding Het nieuwe reglement op speelstraten treedt in werking vanaf 1 april 2014 en werd goedgekeurd tijdens de gemeenteraadszitting van 25 februari 2014.
Art. 8
Dit besluit heft het besluit van 30 maart 2010 betreffende het reglement speelstraten op.
Art. 9
Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met de uitvoering van dit besluit.
17.
Vaststelling reglement voor ondersteuning van lokale initiatieven ter bevordering van de kermissen in de deelgemeenten
Raadslid Maike Meijers vindt het een zeer slecht voorstel van reglement. Het is heel onduidelijk wat er verwacht wordt van de verenigingen en wat de inbreng van de stad zelf zal zijn. Schepen Griet Mebis geeft aan dat er reeds jaren een vraag is naar een dergelijk initiatief. Het betreft hier een voorstel tot burgerparticipatie waarbij het reglement een hefboom kan
25 (gemeenteraadszitting van 25 februari 2014)
zijn. Het voorstel van reglement laat heel wat initiatieven toe vanwege de lokale gemeenschap. Raadslid Johan Sauwens geeft aan dat het organiseren van kermissen een gemeentelijke kerntaak betreft. Vandaag stelt hij vast dat het huidig bestuur deze opdracht bij de verenigingen legt. Het reglement laat in deze ook heel wat willekeur toe. Raadslid Maike Meijers geeft aan dat het reglement zal leiden tot favoritisme gezien er geen bedragen of percentages zijn vastgesteld. Raadslid François Nelissen geeft aan dat café Guske nog steeds niet werd vergoed voor de inspanning die hij heeft geleverd naar aanleiding van de kermis 2013. Met 19 ja-stemmen (Wouter Raskin, Frieda Brepoels, Guy Swennen, Bruno Steegen, Walter Bollen, Fons Caubergh, Guido Cleuren, Griet Mebis, Luc Hendrix, Peter Simons, Veerle Schoenmaekers, Emiel Degrève, Rudi Dops, Nassèr Nijs, Veerle Schabregs, Joris Cielen, Veronik Moesen, Stefan Jans, Willy Reynders), 10 neen-stemmen (Johan Sauwens, Jos Roebben, François Nelissen, Thierry de Grunne, Maike Meijers, Ann Thijs, Mark Huygen, Myriam Thijs, Tom Bosch, Guy Sillen) en 1 onthouding (Annick Ponthier) neemt de raad volgend besluit: Gelet dat de stad Bilzen de traditie van kermis in alle deelgemeenten wenst te behouden; Gelet op het feit dat het steeds moeilijker wordt om foorkramers aan te trekken in de kleinere deelgemeenten; Gelet dat thans in een aantal deelgemeenten verenigingen initiatieven nemen en activiteiten organiseren om aldus de kermis terug aantrekkelijk te maken; Gelet dat de stad Bilzen deze initiatieven wenst te stimuleren en financieel te ondersteunen binnen de perken van het voorziene budget per jaar; Gelet dat de stad door het ter beschikking stellen van een budget voor activiteiten ter gelegenheid van kermis, het enthousiasme van de verenigingen wenst te stimuleren; Gelet op het meerjarenplan 2014-2019 en het budget 2014 van de stad Bilzen en de acties en middelen die voorzien zijn voor de ondersteuning van lokale initiatieven ter bevordering van de kermissen; Gelet op het reglement dat de voorwaarden voor ondersteuning van de lokale initiatieven ter bevordering van de kermissen bepaalt; Gelet op de wettelijke en decretale bepalingen terzake; BESLUIT: Art. 1
De stad geeft goedkeuring aan het reglement voor ondersteuning van de lokale initiatieven ter bevordering van de kermissen in de deelgemeenten van Bilzen.
Art. 2
Binnen de perken van de daartoe door de gemeenteraad goedgekeurde kredieten binnen de begroting, voorziet het stadsbestuur van Bilzen een subsidiëring aan lokale initiatieven met betrekking tot kermissen in de deelgemeenten.
Art. 3
Om voor de subsidiëring in aanmerking te komen moet men voldoen aan volgende voorwaarden: - de opzet moet zijn “de traditie kermis terug in het leven te roepen”;
26 (gemeenteraadszitting van 25 februari 2014)
-
het initiatief dient een in tijd en ruimte beperkt initiatief te zijn en valt gelijk met de periode dat de kermis in de betreffende deelgemeente staat; het initiatief vindt plaats op grondgebied Bilzen; het initiatief mag geen private commerciële doeleinden betreffen; in de bekendmaking van de kermisactiviteit wordt de stad Bilzen vermeld als ondersteunende partner of wordt het logo van de stad Bilzen afgebeeld.
Art. 4
Het initiatief wordt genomen door een persoon of vereniging van de betreffende deelgemeente, dit betekent: - een lokale vereniging; - een oudercomité; - lokale personen die zich voor de gelegenheid verenigen om de kermisbeleving te bevorderen.
Art. 5
Het bedrag van de subsidie zal in verhouding zijn met de aard van de activiteit. Er zal per jaar 1 bedrag worden toegekend per deelgemeente. Dit bedrag dient eventueel verdeeld te worden onder de verschillende initiatieven per deelgemeente.
Art. 6
De aanvraag voor de subsidie gebeurt als volgt: - ten minste twee maanden voor de aanvang van het initiatief en op de daartoe bestemde formulieren verkrijgbaar bij de dienst lokale economie; - via een brief of email gericht aan de dienst lokale economie, Deken Paquayplein 1, 3740 Bilzen of
[email protected]. De postdatum of een ontvangstbon gelden als bewijs.
Art. 7
De dienst lokale economie behandelt de dossiers en verstrekt een gemotiveerd advies aan het college van burgemeester en schepenen. Dit advies betreft het al dan niet aanvaarden van het project met een voorstel van subsidiebedrag. Het college van burgemeester en schepenen behandelt het dossier zo snel mogelijk nà het advies van de dienst en brengt de aanvrager minstens één maand voor de activiteit schriftelijk op de hoogte van de principiële belofte van toelagen. De dienst toetst elke aanvraag aan de toepassingsvoorwaarden van het reglement. Het bekomen van een subsidie of het bedrag is geen verworven recht voor toekomstige initiatieven in dit kader.
Art. 8
Ten laatste één maand na afloop van de kermisactiviteit wordt bewijsmateriaal van de gedane kosten ingediend bij de dienst lokale economie. Als bewijsmateriaal wordt aanvaard: - facturen met betrekking tot de activiteit; - bewijs van overschrijving met betrekking tot de activiteit; - bewijs van betaling (met minstens de gegevens en handtekening van de ontvanger). Pas na indiening en goedkeuring van de bewijzen, wordt de toelage definitief toegekend door het college van burgemeester en schepenen op advies van de dienst lokale economie. Het bedrag dat besteed wordt aan het initiatief moet minstens het bedrag van de toelage zijn.
Art. 9
In toepassing van de wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en de aanwending van sommige subsidies is de begunstigde gehouden:
27 (gemeenteraadszitting van 25 februari 2014)
-
de subsidie aan te wenden voor het doel waarvoor zij werd toegekend; elke daartoe gemachtigde afgevaardigde van het gemeentebestuur toe te staan om, eventueel ter plaatse de aanwending van de toegekende subsidie te controleren.
Bij niet-naleving van deze bepaling (wet 14 november 1983) kan het college van burgemeester en schepenen overgaan tot de gehele of gedeeltelijke terugvordering van de betrokken subsidie. Daarnaast kan het college van burgemeester en schepenen de toekenning van nieuwe subsidies opschorten. Art. 10 Dit reglement treedt in werking na goedkeuring door de gemeenteraad en dit voor een onbepaalde termijn. Art. 11 Het college van burgemeester en schepenen wordt gemachtigd voor de verdere afhandeling van het dossier. Art. 12 Dit besluit wordt onderworpen aan de bepalingen betreffende het bestuurlijk decreet (artikel 248 tot en met artikel 264) van het gemeentedecreet van 15 juli 2005, zoals gewijzigd.
18.
Vaststelling subsidiereglement voor sportverenigingen: opheffen van het gemeenteraadsbesluit van 2 februari 2010 en vaststelling nieuw reglement
Met 17 ja-stemmen (Wouter Raskin, Frieda Brepoels, Guy Swennen, Bruno Steegen, Walter Bollen, Fons Caubergh, Guido Cleuren, Griet Mebis, Luc Hendrix, Veerle Schoenmaekers, Emiel Degrève, Rudi Dops, Nassèr Nijs, Veerle Schabregs, Veronik Moesen, Stefan Jans, Willy Reynders), 10 neen-stemmen (Johan Sauwens, Jos Roebben, François Nelissen, Thierry de Grunne, Maike Meijers, Ann Thijs, Mark Huygen, Myriam Thijs, Tom Bosch, Guy Sillen) en 1 onthouding (Annick Ponthier) neemt de raad volgend besluit: Gelet op het decreet van 28 januari 1974 betreffende het Cultuurpact; Gelet op de wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van de gemeentelijke subsidies, inzonderheid artikel 3, artikel 7, 1° en artikel 9, eerste lid; Gelet op het decreet van 6 juli 2012 houdende de stimulering en subsidiëring van een lokaal sportbeleid; Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 16 november 2012 ter uitvoering van het decreet van 6 juli 2012 houdende de stimulering en subsidiëring van een lokaal sportbeleid; Gelet op artikel 199 en artikel 200 van het gemeentedecreet; Gelet op de jaarlijkse omzendbrief van het agentschap voor binnenlands bestuur houdende instructies voor het opstellen van budgetten en meerjarenplannen van de gemeente; Gelet op de Panathlonverklaring over de ethiek in de jeugdsport, die de rechten van het kind in de sport centraal stelt; Gelet op het belang dat de gemeenteraad hecht aan het vrijwilligerswerk in de sport; Gelet op het advies van de stedelijke sportraad;
28 (gemeenteraadszitting van 25 februari 2014)
Gelet op het feit dat het oude reglement wordt opgeheven vanaf de dag dat het aangepaste reglement door de gemeenteraad wordt goedgekeurd; Gelet op het feit dat de gepaste kredieten in het budget dienen voorzien te zijn; Gelet op de wettelijke en decretale bepalingen terzake; GEMEENTELIJK SUBSIDIEREGLEMENT VOOR SPORTVERENIGINGEN 1. ALGEMENE VOORWAARDEN Art. 1
Binnen de perken van de door de gemeenteraad goedgekeurde kredieten worden subsidies uitgekeerd aan sportverenigingen dewelke erkend zijn door het gemeentebestuur.
Art. 2
De subsidiëring is gekoppeld aan de werkingsjaren 2014 tot en met 2019 en wordt bepaald op basis van de informatie die de vereniging heeft opgegeven in het aanvraagdossier.
Art. 3
Het gemeentebestuur heeft het recht de gegeven informatie en bewijsstukken te verifiëren. Indien blijkt dat de aangifte niet overeenstemt met de werkelijkheid en dat de club foute informatie heeft gegeven met het oog op het bekomen van meer subsidies, dan komt de betrokken sportvereniging niet meer in aanmerking voor subsidiëring voor dat werkingsjaar. Bij herhaling zal de club tijdens de eerstvolgende 5 jaar geen aanvraagdossier mogen indienen. Doet zij dat wel dan zal het dossier niet aanvaard, noch behandeld worden. Een advies terzake zal hiervoor door de sportraad aan het gemeentebestuur gegeven worden.
Art. 4
De sportverenigingen die aanspraak willen maken op subsidiëring moeten erkend zijn door het gemeentebestuur. Enkel de door de club verzekerde leden die woonachtig zijn in Bilzen komen in aanmerking voor subsidiëring. Ter controle dient de club een ledenlijst toe te voegen bij het aanvraagdossier waarop naam, adres en geboortedatum van de leden vermeld staan. Sportclubs en –centra die op commerciële wijze uitgebaat worden komen niet in aanmerking voor subsidiëring.
Art. 5
Procedure voor het verkrijgen van subsidies: De subsidieaanvraag dient te gebeuren op de daartoe bestemde formulieren. Alle door het gemeentebestuur erkende sportverenigingen krijgen vóór 1 februari de aanvraagformulieren toegestuurd vanuit de sportdienst. Het reglement en de invulformulieren zijn beschikbaar op de sportdienst en zijn ook te raadplegen via www.bilzen.be. De ingevulde aanvraagformulieren dienen, afhankelijk van de datum vermeld in de bijzondere voorwaarden bij de verschillende rubrieken, tijdig binnengebracht te worden bij de sportdienst. Facturen en kostennota’s met de reële kosten kunnen maar in aanmerking komen wanneer de datum, vermeld op het document, valt in het jaar waarop de subsidiëring betrekking heeft. Zij moeten ten laatste op 10 december aan de sportdienst bezorgd worden. Uitzondering: activiteiten die zo laat in het jaar georganiseerd worden dat er geen factuur gemaakt kan worden in dat jaar of dat het aanvraagdossier niet in hetzelfde jaar afgerond kan worden, zullen in het daaropvolgende jaar behandeld worden.
29 (gemeenteraadszitting van 25 februari 2014)
-
-
De sportdienst verwerkt alle aanvragen en legt ze ter advies voor aan de sportraad om daarna ter goedkeuring te worden voorgelegd aan het college van burgemeester en schepenen. De uitbetaling van de subsidies zal gebeuren vóór 31 maart volgend op het werkingsjaar waarop de subsidies betrekking hebben.
Art. 6
De sportverenigingen kunnen voor hetzelfde doel geen subsidies krijgen via andere subsidiërende overheden.
Art. 7
De sportverenigingen aanvaarden verantwoording af te leggen overeenkomstig de wet van 14 november 1983, die stelt dat de sportvereniging de subsidie moet gebruiken voor het doel waarvoor deze is toegekend.
2. BIJZONDERE VOORWAARDEN Art. 8
Dit subsidiereglement tracht bij te dragen tot een verbeterde kwaliteit naar begeleiding (in het bijzonder naar jeugd) en naar werking binnen een sportvereniging en geeft impulsen om, behalve het aantal sportende leden, ook het niveau te verhogen. De subsidie moet een kwaliteitsverbetering in de hand werken op het vlak van: - de interne organisatie, structuur en omkadering van de sportvereniging; - de kwalificaties van het sporttechnisch kader; - de onderlinge samenwerkingsverbanden tussen sportverenigingen; - projecten: éénmalige organisaties, initiaties, …
2.A. Interne organisatie, structuur en omkadering van de vereniging (komt overeen met luik 1 invulformulieren) Art. 9
Onderstaande items komen in aanmerking voor subsidiëring: - oprichting vzw met de daaraan verbonden kosten (éénmalig) (100%) - aanpassing van statuten met de daaraan verbonden kosten voor publicatie in het staatsblad (100%) - een beleidsplan dat door het clubbestuur is goedgekeurd en het volgende omvat: − de verwoording van de missie: waarvoor staat de club, wat zijn de waarden; − overtuigingen, principes van waaruit men werkt; wat doet de club; − een interne inventarisatie waarin de huidige clubsituatie beschreven wordt op materieel en structureel vlak (organigram); − een korte analyse van wat de sterke en zwakke punten zijn van de club, van wat een negatief effect kan hebben op de algemene werking en welke de mogelijkheden zijn om problemen het hoofd te bieden en dingen te verbeteren (SWOT-analyse); − een toekomstvisie met doelstellingen aangaande structuur, ledenaantal, accommodatie, doelgroepen, trainersniveaus, …, opgesteld aan de hand van de bevindingen van de swot-analyse. (toe te voegen in bijlage) 200 ptn - een specifieke aanbod en begeleiding voor verschillende leeftijdsgroepen zijnde: − afzonderlijke jeugdwerking (tot en met 17 jaar) 50 ptn − afzonderlijke werking volwassenen (18-55 jaar) 50 ptn 50 ptn − afzonderlijke werking voor senioren (55+) - een afzonderlijk aanbod met specifieke begeleiding voor meerdere sporttakken of -disciplines. − 50 ptn per discipline (met een maximum van 4 disciplines) waarvoor een afzonderlijk aanbod en specifieke begeleiding is. - aangesloten zijn bij een erkende Vlaamse sportfederatie 50 ptn
30 (gemeenteraadszitting van 25 februari 2014)
- aangesloten zijn bij de stedelijke sportraad 100 ptn 100 ptn - deelnemen aan de algemene vergadering van de sportraad - het beschikken over een up-to-date-website 30 ptn Een website wordt aanvaard indien de laatste update maximaal 3 maanden voor indienen van het dossier doorgevoerd is. - het aantal sportende leden 2 ptn per lid Enkel de clubleden die op grondgebied Bilzen wonen komen in aanmerking voor subsidies (ledenlijst met adressen bij te voegen als bijlage). het aantal nieuwe sportende leden d.w.z. sporters die lid geworden zijn van en verzekerd zijn door de club van hun keuze in het jaar waarop de subsidie betrekking heeft. Ook hier geldt dat zij in aanmerking komen voor subsidies op voorwaarde dat zij in Bilzen wonen. 2 extra ptn per nieuw sportend lid clubs die in hun reguliere sportwerking in Bilzen wonende personen met een beperking (met W.I.G.-kaart) opnemen worden gesubsidieerd met 10 extra ptn per persoon. Opmerking: een clublid wordt als dusdanig beschouwd als het voor ten minste een volledig werkjaar/seizoen lid blijft van de vereniging en daarvoor ook een gepaste lidmaatschapsbijdrage heeft betaald. 2.B. Kwaliteit van de clubbestuurders en sportbegeleiders voor volwassenen (komt overeen met luik 2 invulformulieren) Art. 10 Komen in aanmerking voor subsidiëring: - bijscholingen en opleidingen voor clubbestuurders en trainers voor volwassenen en senioren in functie van de kwalitatieve werking van de club. Alle bijscholingen en opleidingen worden voor 100 % gesubsidieerd met een maximum van € 500 per jaar. Let wel: enkel de inschrijfgelden worden weerhouden, niet de eventuele verplaatsingsonkosten, overnachtingskosten, kosten voor maaltijden e.d. Aanvullende voorwaarden: voor bijscholingen en opleidingen waarbij geen examens afgelegd moeten worden: tijdig indienen van betalingsbewijzen en omschrijving van de aard en het doel van de opleiding. voor bijscholingen en opleidingen waarbij wel examens moeten afgelegd worden: tijdig indienen van betalingsbewijzen en van een afschrift van het behaalde diploma of getuigschrift. -
Opleidingsniveau volwassenenbegeleiding: Met volwassenen worden sporters bedoeld ouder dan 18 jaar op 1 januari van het kalenderjaar waarop de subsidie betrekking heeft. Volwassenenbegeleiders zijn de sporttechnische begeleiders/trainers/ lesgevers die de hierboven beschreven leeftijdscategorie onder hun hoede hebben. Volgende opleidingsniveau’s komen in aanmerking voor subsidiëring: − volwassenenbegeleiders met attest VTS-aspirant-initiator of studenten geslaagd voor 1e jaar bachelor LO 50 ptn per trainer − volwassenenbegeleiders met diploma VTS-initiator in de betrokken discipline (of geassimileerd) 100 ptn per trainer − volwassenenbegeleiders met een hoger diploma dan VTS-initiator in de betrokken discipline en/of gediplomeerden in de lichamelijke opvoeding 200 ptn per trainer als bachelor (regent) of master (licentiaat)
Een afschrift van het diploma dient als bijlage aan het dossier te worden toegevoegd en dit per lesgever/trainer.
31 (gemeenteraadszitting van 25 februari 2014)
Enkel diploma’s die uitgereikt zijn door de Vlaamse Trainersschool of vermeld worden op de assimilatietabel van de VTS komen in aanmerking. Opmerkingen: opmerking 1: de naam van eenzelfde trainer kan slechts 1 keer ingevuld worden in het dossier, hetzij onder artikel 10, hetzij onder artikel 12. opmerking 2: voor trainers/lesgevers die meerdere sportdiploma’s hebben geldt dat enkel het hoogste diploma weerhouden wordt. opmerking 3: om in aanmerking te worden genomen moet de trainer ten minste een volledig seizoen/werkjaar als trainer actief zijn in de club. Clubleden die wel aan de diplomavereisten voldoen maar geen, of slechts sporadisch of als invaller effectief training geven komen niet in aanmerking. opmerking 4: inschrijfgelden voor cursussen om scheidsrechter, jurylid e.d. te worden kunnen eveneens worden ingebracht met een maximum van € 500 per persoon. 2.C. Kwaliteit van de jeugdsportbegeleiders en jeugdsportcoördinatoren in de sportverenigingen (komt overeen met luik 3 invulformulieren) Art. 11 Gevolgde bijscholingen en opleidingen door de jeugdsportbegeleiders en de jeugdsportcoördinator. Alle jeugdsportbegeleiders die een bijscholing volgen inzake de begeleiding op het sporttechnische, tactische of sociaal-pedagogische vlak. Alle jeugdsportcoördinatoren die een bijscholing volgen inzake de coördinatie van het jeugdsportbeleid in de sportvereniging op het sporttechnische, beleidsmatige, sociaal-pedagogische en organisatorische vlak. Het gaat om: bijscholingen en opleidingen (zonder examens); bijscholingen en opleidingen van langere duur met examens. Alle bijscholingen en opleidingen worden voor 100 % gesubsidieerd met een maximum van € 500 per jeugdsportbegeleider of jeugdsportcoördinator per jaar. Aanvullende voorwaarden: - voor bijscholingen en opleidingen waarbij geen examens afgelegd moeten worden: tijdig indienen van betalingsbewijzen en omschrijving van de aard en het doel van de opleiding; - voor bijscholingen en opleidingen waarbij wel examens moeten afgelegd worden: tijdig indienen van betalingsbewijzen en van een afschrift van het behaalde diploma of getuigschrift. Art. 12 Opleidingsniveau jeugdsportbegeleiders Met jeugd worden sporters bedoeld die nog geen 18 jaar zijn of die dat wel worden in het jaar waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft. Jeugdsportbegeleiders/jeugdtrainers zijn de sporttechnische begeleiders die dus de hierboven beschreven leeftijdscategorie onder hun hoede hebben. Volgende opleidingsniveaus komen in aanmerking voor subsidiëring: - jeugdsportbegeleiders met attest VTS-aspirant-initiator of studenten geslaagd voor 1e jaar bachelor LO 50 ptn per jeugdtrainer - jeugdsportbegeleiders met diploma VTS-initiator in de betrokken discipline (of geassimileerd) 100 ptn per jeugdtrainer - jeugdsportbegeleiders met een hoger diploma dan VTS-initiator in de betrokken discipline en/of gediplomeerden in de lichamelijke opvoeding als 200 ptn per jeugdtrainer bachelor (regent) of master (licentiaat) Een afschrift van het diploma dient als bijlage aan het dossier te worden toegevoegd en dit per lesgever/trainer.
32 (gemeenteraadszitting van 25 februari 2014)
Enkel diploma’s die uitgereikt zijn door de Vlaamse Trainersschool of vermeld worden op de assimilatietabel van de VTS komen in aanmerking. Opmerkingen: opmerking 1: de naam van eenzelfde trainer kan slechts 1 keer ingevuld worden in het dossier, hetzij onder artikel 10, hetzij onder artikel 12. opmerking 2: voor trainers/lesgevers die meerdere sportdiploma’s hebben geldt dat enkel het hoogste diploma weerhouden wordt. opmerking 3: om in aanmerking te worden genomen moet de trainer ten minste een volledig seizoen/werkjaar als trainer actief zijn in de club. Clubleden die wel aan de diplomavereisten voldoen maar geen, of slechts sporadisch of als invaller effectief training geven komen niet in aanmerking. opmerking 4: inschrijfgelden voor cursussen om scheidsrechter, jurylid e.d. te worden kunnen eveneens worden ingebracht met een maximum van € 500 per persoon. Art. 13 Werken met een sportgekwalificeerde jeugdsportcoördinator Taakomschrijving JSC: - de JSC houdt zich bezig met de jeugdwerking en coördineert op het sporttechnische, beleidsmatige en organisatorische vlak; - hij/zij is de eerste contactpersoon voor de jeugdtrainers, ouders, spelers, … Een erkende sportclub kan werken met een jeugdsportcoördinator (JSC) mits voldaan wordt aan volgende voorwaarden: - de club moet ten minste 30 sportende jeugdleden hebben, ongeacht of zij in Bilzen wonen of niet; - de JSC moet met naam, taak en contactgegevens expliciet vermeld worden in de informatiebrochure en/of website van de vereniging. Indien aan al deze voorwaarden is voldaan dan 75 ptn. Extra punten volgens kwalificatieniveau van de jeugdsportcoördinator: - JSC die initiator is in de betrokken discipline en beschikt over het “attest jeugdsportcoördinator” van de VTS (of geassimileerd diploma): +75ptn - JSC die instructeur B of trainer B is in de betrokken discipline en beschikt over het “diploma jeugdsportcoördinator” van de VTS (of geassimileerd diploma): +125 ptn Extra punten voor grootte van club waar de JSC actief is: - clubs met meer dan 50 sportende jeugdleden, ongeacht of deze in Bilzen wonen of niet: +100 ptn Er kan niet meer dan 1 jeugdsportcoördinator per sportvereniging in rekening gebracht worden. Uitzondering: clubs met meer dan 100 sportende jeugdleden mogen een 2e JSC in rekening brengen. Aantal sportende jeugdleden, woonachtig in Bilzen: +2 punten per lid Aantal sportende jeugdleden, niet woonachtig in Bilzen: geen extra punten (Adreslijst met jeugdleden dient te worden bijgevoegd) 2.D. Projecten: éénmalige sportorganisaties, initiaties e.d. (komt overeen met luik 4 invulformulieren) Art. 14 De subsidies zijn steeds toelagen voor gepresteerde activiteiten. Als werkingsjaar wordt de periode van 1 januari tot en met 31 december aangenomen.
33 (gemeenteraadszitting van 25 februari 2014)
Art. 15 Voorwaarden waaraan de sportactiviteit moet voldoen om in aanmerking te komen: - de aanvraag moet passen in het kader van het gemeentelijk sportbeleidsplan; - de sportactiviteit moet toegankelijk zijn voor mensen die geen lid zijn van de organiserende club; - het gaat om een éénmalige sportactiviteit of een sportactiviteit van beperkte duur. Komen in aanmerking: 1 initiatielessenreeksen; 2 sportactiviteiten die de betrachting hebben nieuwe leden aan te trekken; 3 sportactiviteiten die de betrachting hebben het sportieve niveau te verhogen; 4 sportactiviteiten die de betrachting hebben de sporttak kenbaar te maken bij een breder publiek; 5 initiatieven van sportieve aard die tot doel hebben aan meer mensen de mogelijkheid te bieden aan sport te doen. Rubrieken waarvoor een subsidie kan worden toegestaan: huur sportaccommodatie; Opmerking: de subsidie voor de huur van een accommodatie die gebruikt wordt om naast de inschrijvingen ook eten en drank te verkopen, wordt met de helft verminderd. huur van sportmaterialen en materialen die het sportieve aspect en het veiligheidsaspect positief beïnvloeden; verzekering; medische bijstand; drukwerken (max €100 per “éénmalige activiteit”); scheidsrechters, jury en dergelijke. Rubrieken waarvoor een subsidie niet kan worden toegestaan: maaltijden; drank; cateringmaterialen (tafels, stoelen, mobiele toog, koelkast, keuken,…); prijzen en trofeeën; verplaatsingsonkosten. Andere dan de genoemde rubrieken worden door de sportraad beoordeeld. Art. 16 Hoe aanvragen?: 16a. De aanvraag dient te gebeuren op de daarvoor voorziene formulieren die te verkrijgen zijn bij de stedelijke sportdienst, Eikenlaan 29 te 3740 Bilzen of die men kan downloaden van www.bilzen.be/leven/vrije tijd & cultuur/sport/subsidies. 16b. De aanvrager bezorgt de ingevulde formulieren aan de sportdienst vóór de 15de van de maand die voorafgaat aan de maand waarin de activiteit plaatsvindt. Uitzondering: de aanvragen voor de activiteiten die in januari of februari plaatsvinden kunnen tot uiterlijk 15 februari bij de sportdienst binnengebracht worden. 16c. Alle aanvragen worden behandeld en geadviseerd door de raad van bestuur van de stedelijke sportraad. Via de sportdienst worden de clubs op de hoogte gebracht van het advies. 16d. Subsidieaanvragen voor activiteiten die in de maand december plaatsvinden moeten ten laatste op 11 november aan de sportdienst bezorgd worden, met inbegrip van een realistische kostenraming. 16e. In december van het lopende jaar wordt een gebundeld dossier ter goedkeuring voorgelegd aan het college van burgemeester en schepenen.
34 (gemeenteraadszitting van 25 februari 2014)
Elke aanvraag dient te worden ondersteund met de nodige bewijsstukken van betaling. Deze documenten (rekeningsuittreksel, facturen, voldane onkostennota’s, e.d.) worden uiterlijk op 15 december van het jaar waarop het dossier betrekking heeft bezorgd aan de sportdienst. Handgeschreven bonnetjes worden niet aanvaard. De maximale ondersteuning voor organisaties onder hoofdstuk 2.D, artikels 14 en 15, bedraagt € 1 000 per jaar per sportvereniging. Art. 17 De betoelaagde vereniging is er aan gehouden alle medewerking en informatie te verstrekken i.v.m. de betoelaagde materie. Art. 18 Het besluit van de gemeenteraad van 2 februari 2010, houdende de goedkeuring van het subsidiereglement voor sportverenigingen, wordt vanaf heden opgeheven.
19.
Vaststelling reglement ‘podiumactiviteiten ingericht door culturele verenigingen’: opheffen van het gemeenteraadsbesluit van 1 september 2003 en vaststelling nieuw reglement
Raadslid Maike Meijers geeft aan dat het cultuurbeleidsplan in het verleden steeds zeer doordacht tot stand is gekomen. Het uitgangspunt hierbij was om verenigingen, die het vandaag al zeer moeilijk hebben, te stimuleren in het ontwikkelen van socio-culturele activiteiten. Zij stelt vandaag vast dat van de 23 aanvragen er 9 initiatieven geschrapt werden. Het ondersteunen van verenigingen is blijkbaar geen aandachtspunt meer van het huidige bestuur. Raadslid François Nelissen kan zich niet akkoord verklaren met het feit dat het reglement in de loop van de rit gewijzigd wordt. Schepen Guy Swennen geeft aan dat het bestaande reglement vaak aanleiding gaf tot waardeoordelen wat tot problemen leidde. Er was dan ook een noodzaak om het reglement te verfijnen. Aan de financiële stromen naar verenigingen verandert er vandaag niets. Integendeel, de culturele criteria op basis waarvan er subsidies worden verleend, worden nog versterkt. Met 19 ja-stemmen (Wouter Raskin, Frieda Brepoels, Guy Swennen, Bruno Steegen, Walter Bollen, Fons Caubergh, Guido Cleuren, Griet Mebis, Luc Hendrix, Peter Simons, Veerle Schoenmaekers, Emiel Degrève, Rudi Dops, Nassèr Nijs, Veerle Schabregs, Joris Cielen, Veronik Moesen, Stefan Jans, Willy Reynders), 10 neen-stemmen (Johan Sauwens, Jos Roebben, François Nelissen, Thierry de Grunne, Maike Meijers, Ann Thijs, Mark Huygen, Myriam Thijs, Tom Bosch, Guy Sillen) en 1 onthouding (Annick Ponthier) neemt de raad volgend besluit: Gelet op de vragen van culturele verenigingen naar financiële ondersteuning bij het opzetten van activiteiten; Gelet op de wenselijkheid om rond deze financiële tussenkomsten afspraken te maken; Gelet op de beslissing van de gemeenteraad van 1 september 2003 houdende het reglement podiumactiviteiten ingericht door culturele verenigingen; Gelet op de evaluatie van het bestaande reglement en de wenselijkheid om het bestaande reglement aan te passen; Gelet op het decreet Lokaal Cultuurbeleid van 6 juli 2012;
35 (gemeenteraadszitting van 25 februari 2014)
Gelet op het meerjarenplan 2014-2019 en het budget 2014 van de stad Bilzen en de actie en middelen voorzien voor projectsubsidies aan culturele verenigingen; Gelet op het advies van de cultuurraad van 13 februari 2014; Gelet op alle wettelijke en decretale bepalingen terzake. BESLUIT: Art. 1
Het besluit van de gemeenteraad van 1 september 2003 houdende het reglement podiumactiviteiten ingericht door culturele verenigingen infrastructuur wordt opgeheven.
Art. 2
Dit reglement wil podiumactiviteiten ingericht door verenigingen aangesloten bij de cultuurraad ondersteunen met een financiële toelage. Het doel is om de mogelijkheden van de culturele verenigingen te vergroten en zo de gemeenschapsvorming en de spreiding van culturele activiteiten in Bilzen te bevorderen.
Art. 3
Om in aanmerking te komen voor deze toelage, dienen de podiumactiviteiten aan volgende voorwaarden te voldoen: Podiumactiviteiten met een artistieke prestatie of handelend over een culturele materie. Het kan gaan om (indicatieve opsomming): - muzikanten, zangers, solisten, orkesten of koren; - theater, toneel, straattheater of stand-up comedy; - poppenkast, goochelaar, circusact of clown; - sprekers over een culturele materie (kunst, erfgoed, geschiedenis,…). Podiumactiviteiten uitgevoerd door een te betalen artiest. Meerdaagse culturele activiteiten of festivals worden als één podiumactiviteit behandeld.
Art. 4
Voor deze toelage komen volgende activiteiten niet in aanmerking: - vormingsactiviteiten, lessen, lessenreeksen of cursussen; - info-avonden, demonstraties, workshops of kooklessen; - kinderanimatie in de vorm van grime, springkastelen of speeltuigen; - actes de présence zonder artistieke prestatie; - gelegenheidssprekers met een andere dan een culturele inhoud; - activiteiten door eigen leden of door een (onder)deel van de eigen vereniging of door een zustervereniging uit dezelfde overkoepelende organisatie; - commerciële activiteiten waarbij de hoofdbedoeling is om winst te maken (fuif, bal, eetfestijn, kermis, kienavond, …).
Art. 5
De middelen hiervoor voorzien binnen het budget van de stad Bilzen worden verdeeld in vier gelijke delen, waarvan telkens één deel per kwartaal wordt aangewend. Indien er binnen een kwartaal een overschot is, wordt dit automatisch overgeheveld naar het volgende kwartaal. Indien het bedrag binnen een kwartaal ontoereikend is, zullen de beschikbare middelen procentueel verdeeld worden over de verschillende aanvragen.
Art. 6
De toelage wordt berekend op basis van de uitkoopsom van de artiest op het podium en de eventuele auteursrechten (bijvoorbeeld SABAM). De toelage
36 (gemeenteraadszitting van 25 februari 2014)
bedraagt maximaal de helft van deze kosten met een maximum van € 750. Meerdere aanvragen van een culturele vereniging zijn mogelijk, maar de totale toelage voor een culturele vereniging bedraagt maximum € 750 per jaar. Art. 7
De aanvraag voor een toelage dient schriftelijk ingediend te worden bij de dienst cultuur, minstens één maand voor de aanvang van het kwartaal waarin de activiteit plaatsvindt, d.m.v. het daartoe bestemde formulier, volledig ingevuld en ondertekend. In de loop van de maand die het desbetreffende kwartaal vooraf gaat, wordt het bedrag van de toelage principieel vastgelegd door het college van burgemeester en schepenen op advies van de dienst cultuur en meegedeeld aan de vereniging. Praktisch betekent dit: - voor een activiteit die plaatsvindt in kwartaal 1 (januari / februari / maart): aanvraag indienen voor 1 december en toelage principieel vastleggen en meedelen aan de vereniging in december; - voor een activiteit die plaatsvindt in kwartaal 2 (april / mei / juni): aanvraag indienen voor 1 maart en toelage principieel vastleggen en meedelen aan de vereniging in maart; - voor een activiteit die plaatsvindt in kwartaal 3 (juli / augustus / september): aanvraag indienen voor 1 juni en toelage principieel vastleggen en meedelen aan de vereniging in juni; - voor een activiteit die plaats vindt in kwartaal 4 (oktober / november / december): aanvraag indienen voor 1 september en toelage principieel vastleggen en meedelen aan de vereniging in september.
Art. 8
Ten laatste één maand na afloop van de podiumactiviteit wordt bewijsmateriaal van de gedane kosten ingediend bij de dienst cultuur. Als bewijsmateriaal wordt aanvaard: - de factuur of het contract van de artiest; - de factuur van de auteursrechten; - bewijs van overschrijving; - bewijs van betaling (met minstens de gegevens en handtekening van de artiest/ontvanger). Pas na indiening en goedkeuring van de bewijzen, wordt de toelage definitief toegekend door het college van burgemeester en schepenen op advies van de dienst cultuur. De toelage bedraagt maximum de principieel toegekende toelage op basis van de aanvraag. Indien de bewezen kosten kleiner zijn dan de principieel toegekende toelage, dan zal slechts de helft van de bewezen kosten betoelaagd worden. Bij annulering van de podiumactiviteit wordt er geen toelage uitbetaald. Deze toelage is niet combineerbaar met een ondersteuning via het reglement projectsubsidie. Een toelage voor een bepaalde podiumactiviteit betekent geen zekerheid voor een toelage voor een gelijkaardige activiteit in de toekomst.
Art. 9
In de bekendmaking van de betoelaagde podiumactiviteit wordt de stad Bilzen vermeld als ondersteunende partner of wordt het logo van de stad Bilzen afgebeeld.
Art. 10 Dit reglement treedt in werking vanaf 1 januari 2014 na goedkeuring van de gemeenteraad. Art. 11 Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met de uitvoering van dit reglement.
37 (gemeenteraadszitting van 25 februari 2014)
20.
Vaststelling reglement projectsubsidiëring van jeugdprojecten in Bilzen: opheffen van het gemeenteraadsbesluit van 7 juli 2009 en vaststelling nieuw reglement
Raadslid Maike Meijers wenst te weten hoeveel aanvragen van schoolse projecten er werden ingediend en welke. Schepen Griet Mebis geeft aan dat schoolse projecten niet vallen onder dit reglement maar wel onder flankerend onderwijsbeleid. Raadslid Maike Meijers vraagt om het bestaande reglement breder toe te passen in plaats van te verengen en favoritisme toe te laten. Met 19 ja-stemmen (Wouter Raskin, Frieda Brepoels, Guy Swennen, Bruno Steegen, Walter Bollen, Fons Caubergh, Guido Cleuren, Griet Mebis, Luc Hendrix, Peter Simons, Veerle Schoenmaekers, Emiel Degrève, Rudi Dops, Nassèr Nijs, Veerle Schabregs, Joris Cielen, Veronik Moesen, Stefan Jans, Willy Reynders), 9 neen-stemmen (Johan Sauwens, Jos Roebben, François Nelissen, Thierry de Grunne, Maike Meijers, Ann Thijs, Mark Huygen, Myriam Thijs, Guy Sillen) en 2 onthoudingen (Annick Ponthier, Tom Bosch) neemt de raad volgend besluit: Gelet op het feit dat de algemene vergadering van de jeugdraad tijdens de zitting van 7 februari 2014 het nieuwe reglement ‘projectsubsidiëring van jeugdprojecten in Bilzen’ positief adviseerde; Gelet op het feit dat de nodige kredieten zijn voorzien in budget jeugd 2014 – 2019 onder jaarbudgetrekening K_BP2014_2019-0/ACT-154/0750-01/6493000/BESTUUR/BHCBS /800/IE-GEEN/U; Gelet op het advies van het dagelijks bestuur van de jeugdraad dat werd opgesteld op 25 november 2013; Gelet op alle wettelijke en decretale bepalingen terzake; BESLUIT: Art. 1
Inleiding Dit reglement regelt de subsidiëring van jeugdprojecten in Bilzen. De subsidiëring gebeurt op basis van een schriftelijke aanvraag (zie artikel 6). Onder jeugdprojecten vallen twee soorten initiatieven: 1. Bilzerse jeugdinitiatieven; 2. Buitenlandse jeugdinitiatieven.
Art. 2
Algemeen Binnen de perken van de daartoe door de gemeenteraad goedgekeurde kredieten binnen de begroting, voorziet het stadsbestuur van Bilzen een projectsubsidie voor jeugdinitiatieven.
Art. 3
Wat 1. Bilzerse jeugdinitiatieven De projectsubsidie voor Bilzerse jeugdinitiatieven is bedoeld voor uitzonderlijke initiatieven voor de jeugd. Om voor subsidiëring in aanmerking te komen moet een project aan de volgende voorwaarden voldoen:
38 (gemeenteraadszitting van 25 februari 2014)
1 2 3 4 5 6 7 8
2.
Het project dient voort te vloeien uit eigen initiatief en dient niet te kaderen in een schoolse context; het project dient een in tijd en ruimte beperkt initiatief zijn; het project vindt plaats op het grondgebied van Bilzen; het project is een initiatief dat zich afspeelt binnen de vrije tijd; het project richt zich tot een doelgroep die zich voornamelijk bevindt in de leeftijdsgroep van 6 tot 30 jaar; deze doelgroep moet voor minimum 75 percent bestaan uit inwoners van de stad Bilzen; de doelgroep mag zich niet beperken tot de leden van één (jeugd)vereniging/jeugdhuis; de organisatie van het project houdt een aanwijsbaar financieel risico in en heeft geen winstoogmerk. Buitenlandse jeugdinitiatieven
De projectsubsidie voor buitenlandse jeugdinitiatieven is bedoeld voor uitzonderlijke initiatieven voor de jeugd in het kader van internationale uitwisseling. Om voor subsidiëring van buitenlandse jeugdinitiatieven in aanmerking te komen moet een project aan de volgende voorwaarden voldoen: 1 2 3 4 5
6 7
8
Art. 4
Wie Het project wordt georganiseerd door een persoon of vereniging van Bilzen, dit betekent: 1. 2. 3.
Art. 5
het project dient een in tijd en ruimte beperkt initiatief te zijn; het project is een initiatief dat zich afspeelt binnen de vrije tijd; het project moet een samenwerking beogen tussen twee jeugdige partijen van verschillende nationaliteiten; het project wordt georganiseerd vanuit een maatschappelijk engagement waarin verdraagzaamheid, creativiteit en culturele diversiteit centraal staan; het project moet leiden tot een daadwerkelijke ontmoeting tussen verschillende culturen en moet bijdragen tot wederzijds begrip en respect, tot een betere internationale verstandhouding en tot een betere kennis van elkaars cultuur; de organisatie van het project houdt een aanwijsbaar financieel risico in en heeft geen winstoogmerk; onder een buitenlands jeugdinitiatief kan worden verstaan: - zowel deelname aan of eigen organisatie van projecten in het buitenland als organisatie van een eigen internationaal project in België waarbij buitenlandse gasten worden uitgenodigd; - een internationaal kamp van een erkende Bilzerse jeugdvereniging; - een individuele uitwisseling; volgende initiatieven komen niet in aanmerking: - internationale uitwisseling in het kader van onderwijs: studeren in het buitenland, uitwisseling van klassen en dergelijke; - individuele reizen of groepsreizen zonder maatschappelijk engagement en culturele uitwisseling.
een jeugdwerkinitiatief dat of andere vereniging die erkend of gesubsidieerd wordt door het stadsbestuur; individuele jongeren of niet-georganiseerde jeugd; één of meerdere inwoners van Bilzen.
Bedrag De projectsubsidie bedraagt maximaal 50% van de kosten met een maximum van € 500 per goedgekeurd project.
39 (gemeenteraadszitting van 25 februari 2014)
Om de mogelijkheden tot subsidiëring gelijkmatig over het jaar te spreiden wordt maximaal de helft van het voorziene budget ter beschikking gesteld aan de goedgekeurde projecten die plaats vinden in de periode van 1 januari tot en met 30 juni. De tweede periode loopt van 1 juli tot en met 31 december. Indien het voorziene krediet op de jaarbudgetrekening (K_BP2014_2019-0/ACT154/0750-01/6493000/BESTUUR/BHCBS /800/IE-GEEN/U) niet voldoet om op alle aanvragen in te gaan, dan is de datum van de aanvraag doorslaggevend. De overige aanvragen worden doorverwezen naar het volgende jaar. Art. 6
Aanvraag De aanvraag voor de subsidie gebeurt als volgt: a. ten minste één maand voor de aanvang van het project en op de daarvoor bestemde formulieren verkrijgbaar bij de jeugddienst of bij het evenementenloket; b. via een brief of email gericht aan de stedelijke jeugddienst, Deken Paquayplein 1, 3740 Bilzen of
[email protected]. De postdatum of een ontvangstbon gelden als bewijs.
Art. 7
Beslissing Voor de behandeling van de ingediende dossiers richt het college van burgemeester en schepenen een kwaliteitscommissie op onder de volgende voorwaarden: a. Deze kwaliteitscommissie is samengesteld uit 5 stemgerechtigde leden: de voorzitter en ondervoorzitter van de jeugdraad, 2 afgevaardigden van het dagelijks bestuur van de stedelijke jeugdraad en een jeugddeskundige. b. Indien zich wijzigingen in de samenstelling voordoen worden deze ter goedkeuring voorgelegd aan het dagelijks bestuur van de jeugdraad. De projectaanvraag wordt als volgt behandeld: De kwaliteitscommissie behandelt de dossiers één keer per maand en verstrekt een gemotiveerd advies aan het college van burgemeester en schepenen. Dit advies betreft het al dan niet aanvaarden van het project met een voorstel van subsidiebedrag. Het college van burgemeester en schepenen behandelt het dossier zo snel mogelijk na het advies van de kwaliteitscommissie en brengt de aanvragers van de beslissing schriftelijk op de hoogte. De kwaliteitscommissie toetst elke aanvraag aan de toepassingsvoorwaarden van het reglement.
Art. 8
Verslag uitbrengen en uitbetaling Twee maanden na afloop van het goedgekeurde project brengen de aanvragers schriftelijk verslag uit aan de kwaliteitscommissie. Dit verslag moet een financieel verslag (met de nodige bewijsstukken: facturen, onkostennota’s, ….) zijn, waarin vermeld wordt: de totale afrekening met een volledig financieel overzicht van het project en een duidelijke verslaggeving van de aanwending van de gemeentelijke subsidies. Het toegekende bedrag wordt uitbetaald na een positief advies van het financieel verslag door de kwaliteitscommissie. De uitbetaling zal via overschrijving gebeuren. Indien er met het project toch winst wordt gemaakt worden de aangevraagde subsidies niet uitbetaald.
Art. 9
Controle In de toepassing van de wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige subsidies is de begunstigde gehouden: a. de subsidie aan te wenden voor het doel waarvoor zij werd toegekend;
40 (gemeenteraadszitting van 25 februari 2014)
b.
elke daartoe gemachtigde afgevaardigde van het gemeentebestuur toe te staan om, eventueel ter plaatse, de aanwending van de toegekende subsidie te controleren; c. bij niet naleving van deze bepalingen (wet van 14 november 1983) kan het college van burgemeester en schepenen overgaan tot de gehele of gedeeltelijke terugvordering van de betrokken subsidies. Daarnaast kan het college van burgemeester en schepenen de toekenning van nieuwe subsidies opschorten voor een door de kwaliteitscommissie voorgestelde periode. Art. 10 Promotie Bij de promotie van het project wordt steeds het logo van de stedelijke jeugdraad en jeugddienst gebruikt. Art. 11 Onvoorziene omstandigheden Over alle niet voorziene gevallen beslist het college van burgemeester en schepenen na advies van de stedelijke jeugdraad. Art. 12 Inwerkingtreding en duur Dit reglement heft het vorige reglement op. Art. 13 De gemeenteraad gaat akkoord met de aanpassingen in het reglement ‘projectsubsidiëring van jeugdprojecten in Bilzen’. Art. 14 Het budget voor de tussenkomsten, bepaald door dit reglement, is voorzien in budget jeugd 2014 – 2019 onder jaarbudgetrekening K_BP2014_2019-0/ACT154/0750-01/6493000/BESTUUR/BHCBS /800/IE-GEEN/U. Art. 15 Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met de uitvoering van dit besluit. Art. 16 Dit besluit wordt onderworpen aan de bepalingen betreffende het bestuurlijk toezicht (artikel 248 tot en met artikel 264) van het gemeentedecreet van 15 juli 2005, zoals gewijzigd.
21.
Goedkeuren van de notulen van de vergadering van de gemeenteraad van 28 januari 2014
Met 28 ja-stemmen (Wouter Raskin, Frieda Brepoels, Guy Swennen, Bruno Steegen, Walter Bollen, Fons Caubergh, Guido Cleuren, Griet Mebis, Luc Hendrix, Jos Roebben, François Nelissen, Maike Meijers, Peter Simons, Veerle Schoenmaekers, Ann Thijs, Mark Huygen, Emiel Degrève, Annick Ponthier, Myriam Thijs, Rudi Dops, Nassèr Nijs, Veerle Schabregs, Joris Cielen, Tom Bosch, Veronik Moesen, Stefan Jans, Guy Sillen, Willy Reynders) en 2 onthoudingen (Johan Sauwens, Thierry de Grunne) worden de notulen van de vergadering van de gemeenteraad van 28 januari 2014 goedgekeurd.
HIEROP GAAT DE RAAD OVER TOT DE BEHANDELING VAN DE AANVULLENDE DAGORDE
1.
Aanvullend punt van raadslid Annick Ponthier bij mail van 19 februari 2014 Motie vrijwillige brandweer – aandacht voor de gemeentelijke vrijwillige brandweerman bij de nakende brandweerhervorming
41 (gemeenteraadszitting van 25 februari 2014)
In het kader van de op til zijnde brandweerhervorming vraagt raadslid Annick Ponthier aan de raad een motie goed te keuren waarbij de bevoegde minister Milquet, minister van binnenlandse zaken, wordt verzocht om:
• •
•
kennis te nemen van de bezorgdheid; het nodige te doen om de brandweervrijwilligers nauwer te betrekken bij de voorbereiding van deze brandweerhervorming zodat ook in de toekomst het engagement van de vrijwillige brandweerman verenigbaar blijft met zijn gezinsleven en zijn andere dagtaken; te vermijden dat deze brandweerhervorming leidt tot een onaanvaardbare meerkost op federaal en/of lokaal niveau omwille van de afbouw van het aantal vrijwilligers en een toenemend aantal beroepsbrandweermannen.
Burgemeester Frieda Brepoels schetst de huidige situatie inzake hervorming brandweer, een dossier dat zij volgt zowel vanuit VVSG als vanuit het prezone college. Zij geeft aan dat ingevolge de beslissing van de ministerraad van voorbije vrijdag de motie voor een groot stuk achterhaald is. Belangrijk is dat in uitvoering van de besluiten van de ministerraad de lokale overheden hun verantwoordelijkheid zullen moeten nemen. Burgemeester Frieda Brepoels stelt voor om de genomen beslissingen nader te laten toelichten door brandweercommandant Jos Peters tijdens een bijzondere gemeenteraadscommissie. Raadslid Annick Ponthier beslist om haar motie in te trekken doch geeft aan dat er enige ongerustheid leeft bij de leden van het korps. Zij duidt dan ook op het belang en noodzaak van een nauw contact met de leden van het Bilzers brandweerkorps.
HIEROP GAAT DE RAAD OVER TOT DE MONDELINGE VRAGEN
Raadslid Ann Thijs richt zich tot de schepen van sport Guy Swennen waarbij zij aangeeft dat er tijdens de krokusvakantie slechts twee sportkampen werden voorzien. Zij pleit om dit aanbod te verruimen. Schepen Guy Swennen zal deze bekommernis opnemen met de sportdienst
Raadslid Annick Ponthier geeft aan dat n.a.v. de uitbouw van het activiteitencentrum Trabajo op de Kieleberg een gerucht wordt verspreid dat de keuken van het rusthuis op termijn zal overgedragen worden naar dit activiteitencentrum. Voorzitter OCMW Luc Hendrix geeft aan dat dit een gerucht is. Er wordt momenteel wel een analyse gemaakt van de werking van de keuken van het OCMW.
BESLOTEN VERGADERING 1.
Brandweer – verlenen van eervol ontslag aan de heer Robert Moors uit zijn functie van sergeant-majoor vrijwilliger bij de brandweer te Bilzen wegens het bereiken van de pensioenleeftijd
Met eenparigheid van stemmen (Wouter Raskin, Frieda Brepoels, Guy Swennen, Bruno Steegen, Walter Bollen, Fons Caubergh, Guido Cleuren, Griet Mebis, Luc Hendrix, Johan Sauwens, Jos Roebben, François Nelissen, Thierry de Grunne, Maike Meijers, Peter Simons, Veerle Schoenmaekers, Ann Thijs, Mark Huygen, Emiel Degrève, Annick Ponthier, Myriam Thijs, Rudi Dops, Nassèr Nijs, Veerle Schabregs, Joris Cielen,
42 (gemeenteraadszitting van 25 februari 2014)
Tom Bosch, Veronik Moesen, Stefan Jans, Guy Sillen, Willy Reynders) neemt de raad volgend besluit: Gelet op het organieke grondreglement brandweer Bilzen, vastgesteld bij besluit van de gemeenteraad van 6 mei 2002, gewijzigd bij raadsbesluit van 11 september 2007, 21 december 2010 en latere wijzigingen; Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 6 mei 2002 houdende vaststelling van het reglement van orde brandweer Bilzen; Gelet op artikel 22, artikel 23 en artikel 24 van het organieke grondreglement houdende voorwaarden tot ontslag uit het ambt; Gelet op artikel 43 en artikel 44 van het reglement van orde houdende beëindiging van de dienst; Gelet op het feit dat sergeant-majoor vrijwilliger Robert Moors de leeftijd van 60 jaar bereikt op 14 februari 2014; Gelet op alle reglementaire en wettelijke bepalingen terzake; BESLUIT: Art. 1
De raad verleent eervol ontslag aan de heer Robert Moors uit zijn functie van sergeant-majoor vrijwilliger bij brandweer Bilzen met ingang van 1 maart 2014, wegens het bereiken van de pensioenleeftijd.
Art. 2
Een afschrift van dit besluit zal aan de belanghebbende, de korpschef, de personeelsdienst en de stadsontvanger worden overgemaakt voor verder gevolg.
Art. 3
Dit besluit wordt onderworpen aan de bepalingen betreffende het bestuurlijk toezicht (artikel 248 tot en met 264) van het gemeentedecreet van 15 juli 2005, zoals gewijzigd.
2.
Brandweer – uitkering vergoeding uit het fonds 'leven en overlijden' aan sergeant-majoor vrijwilliger Robert Moors bij de brandweer te Bilzen wegens het bereiken van de pensioenleeftijd
Met eenparigheid van stemmen (Wouter Raskin, Frieda Brepoels, Guy Swennen, Bruno Steegen, Walter Bollen, Fons Caubergh, Guido Cleuren, Griet Mebis, Luc Hendrix, Johan Sauwens, Jos Roebben, François Nelissen, Thierry de Grunne, Maike Meijers, Peter Simons, Veerle Schoenmaekers, Ann Thijs, Mark Huygen, Emiel Degrève, Annick Ponthier, Myriam Thijs, Rudi Dops, Nassèr Nijs, Veerle Schabregs, Joris Cielen, Tom Bosch, Veronik Moesen, Stefan Jans, Guy Sillen, Willy Reynders) neemt de raad volgend besluit: Gelet op het organieke grondreglement brandweer Bilzen, vastgesteld bij besluit van de gemeenteraad van 6 mei 2002, gewijzigd bij raadsbesluit van 11 september 2007, 21 december 2010 en latere wijzigingen; Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 29 januari 1973 houdende oprichting van een fonds ‘leven en overlijden’ ten gunste van de leden vrijwilligers van het brandweerkorps Bilzen, goedgekeurd door de provinciale overheid op 5 april 1973;
43 (gemeenteraadszitting van 25 februari 2014)
Overwegende dat de heer Robert Moors, lid van de vrijwillige brandweer Bilzen, geboren op 14 februari 1954, in dienst trad bij de vrijwillige brandweer van Bilzen op 1 maart 1972 en dat aan hem, omwille van het bereiken van de pensioenleeftijd, door de gemeenteraad in zitting van 25 februari 2014 eervol ontslag is verleend; Overwegende dat de heer Robert Moors, conform artikel 55bis van het organieke grondreglement brandweer Bilzen, recht heeft op een vergoeding uit dit fonds naar rato van het aantal jaren dienst bij de vrijwillige brandweer van Bilzen; BESLUIT: Art. 1
Aan de heer Robert Moors, geboren op 14 februari 1954 en wonende 3740 Bilzen, Gansbeekstraat 37, wordt een vergoeding uit het fonds ‘leven en overlijden’ uitgekeerd naar aanleiding van zijn eervol ontslag uit zijn functie van brandweerman-vrijwilliger brandweer Bilzen wegens het bereiken van de pensioenleeftijd. Overeenkomstig artikel 55 bis van het organieke grondreglement brandweer Bilzen bedraagt de vergoeding, uit te keren aan de heer Robert Moors, € 4 250,00 euro x 1,6084 = € 6 835,70.
Art. 2
Dit besluit wordt onderworpen aan de bepalingen betreffende het bestuurlijk toezicht (artikel 248 tot en met 264) van het gemeentedecreet van 15 juli 2005, zoals gewijzigd.
3.
Brandweer – aanstelling van twee effectief brandweerman vrijwilligers voor de post Bilzen
De raad (Wouter Raskin, Frieda Brepoels, Guy Swennen, Bruno Steegen, Walter Bollen, Fons Caubergh, Guido Cleuren, Griet Mebis, Luc Hendrix, Johan Sauwens, Jos Roebben, François Nelissen, Thierry de Grunne, Maike Meijers, Peter Simons, Veerle Schoenmaekers, Ann Thijs, Mark Huygen, Emiel Degrève, Annick Ponthier, Myriam Thijs, Rudi Dops, Nassèr Nijs, Veerle Schabregs, Joris Cielen, Tom Bosch, Veronik Moesen, Stefan Jans, Guy Sillen, Willy Reynders) neemt volgend besluit: Gelet op het raadsbesluit van 3 juli 2012 houdende openverklaring van vijf functies van vrijwillig brandweerman post Bilzen bij wijze van aanwerving uit de aangelegde wervingsreserve; Gelet op de gevoerde aanwervingprocedure; Gelet op het raadsbesluit van 3 juli 2012 houdende aanstelling van vijf stagiair vrijwillig brandweermannen ten behoeve van de post Bilzen; Gelet op het organieke grondreglement van de brandweerdienst Bilzen, vastgesteld bij raadsbesluit van 6 mei 2002, gewijzigd bij raadsbesluit van 16 december 2002, van 11 september 2007, 21 december 2010 en 7 mei 2013; Gelet op het reglement van orde van de brandweerdienst Bilzen, vastgesteld bij raadsbesluit van 6 mei 2002, gewijzigd bij raadsbesluiten van 16 december 2002 en 11 september 2007; Gelet op artikel 11 en 16 van het organieke grondreglement houdende de bepalingen van de dienstnemingscontracten; Gelet op artikel 43 van het reglement van orde houdende de voorwaarden van de vernieuwing van de dienstnemingscontracten;
44 (gemeenteraadszitting van 25 februari 2014)
Gelet op de bijgevoegde kaarten van medisch onderzoek, afgeleverd door de arbeidsgeneesheer van Mensura, waarbij de hierna vermelde vrijwillige brandweermannen medisch geschikt worden bevonden; Overwegend dat de stageperiode is afgelopen op 1 september 2013; Gelet op het stageverslag van aspirant brandweerman met het oog op de aanstelling tot effectief brandweerman van 9 december 2013, waaruit blijkt dat twee kandidaten een gunstig advies krijgen, met name: • •
Palmaers Tom Vanderluyden Sjoerd;
Gelet op de afgeleverde brevetten van brandweerman, de opleiding werd gevolgd in het provinciaal opleidingscentrum voor brandweerpersoneel te Genk; Gelet op de uitslag van de stemming voor het effectief aanstellen van voorheen genoemde twee vrijwillige brandweermannen bij de brandweerpost Bilzen als volgt is: aantal stembrieven: 30 aantal ja-stemmen voor de heer Palmaers Tom: 29 aantal ja-stemmen voor de heer Vanderluyden Sjoerd: 29 aantal neen-stemmen: 0 aantal onthoudingen: 1 aantal ongeldige stemmen: 0; BESLUIT:
Art. 1 Op basis van bovenvermelde elementen en met de meerderheid der geldig uitgebrachte stemmen worden volgende kandidaten aangesteld als effectief brandweerman-vrijwilliger bij de brandweerpost Bilzen: de heer Tom Palmaers, geboren op 5 januari 1984 en wonende 3740 Bilzen, Brugstraat 25 bus 4; de heer Sjoerd Vanderluyden, geboren op 2 januari 1992 en wonende 3740 Bilzen, Kleehofkensstraat 27. Tevens worden de dienstnemingscontracten goedgekeurd en afgesloten met voornoemde brandweerman-vrijwilligers en dit met ingang 1 september 2013. Art. 2
De duur van het dienstnemingscontract bevat 5 jaar en is hernieuwbaar zoals vastgesteld in artikel 16 van het grondreglement van de brandweerdienst Bilzen, vastgesteld bij raadsbesluit van 6 mei 2002, gewijzigd bij raadsbesluit van 16 december 2002, 11 september 2007, 21 december 2010 en 7 mei 2013. Bij vernieuwing van de dienstnemingscontracten dient de vrijwilliger te voldoen aan de voorwaarden zoals bepaald in artikel 43 van het reglement van orde van de brandweerdienst Bilzen, vastgesteld bij raadsbesluit van 6 mei 2002, gewijzigd bij raadsbesluiten van 16 december 2002 en 11 september 2007.
Art. 3
Het stageverslag met het oog op de aanstelling tot effectief vrijwillig brandweerman van 9 december 2013 wordt aangehecht aan dit besluit en maakt er integrerend deel van uit.
Art. 4
Dit besluit wordt onderworpen aan de bepalingen betreffende het bestuurlijk toezicht (artikel 248 tot en met artikel 264) van het gemeentedecreet van 15 juli 2005, zoals gewijzigd.
45 (gemeenteraadszitting van 25 februari 2014)
DE VERGADERING WORDT DOOR DE VOORZITTER OM 22:55 UUR GESLOTEN.
Namens de raad
Kristien Schoofs secretaris
Wouter Raskin voorzitter