Toespraak 11-juli-viering DF Willebroek
Vlaamse vrienden uit Willebroek en omgeving, Toen de organisatoren van het Davidsfonds Willebroek mij vroegen een woordje te spreken op hun 11-juli-viering, heb ik dat graag aanvaard. Ze zegden me wel dat ik niet als politieker, maar als Davidsfondser moest spreken. Ik ben inderdaad bestuurslid van de wel zeer bescheiden afdeling: Hofstade, bij Mechelen. OK, ik zal mijn best doen enige afstand te doen van de dagdagelijkse politiek en het eerder hebben over de geschiedenis van de Guldensporenviering; maar het spreekt dat ik me niet altijd kan wegstoppen en dat jullie zullen merken dat ik de viering van de Vlaamse Feestdag, meer als een strijd-dag zie. Voor het feest zorgt straks Poesskaffee wel ! Toen 10 jaar geleden, n.a.v. de 700ste verjaardag van de Guldensporenslag, in 2002, toenmalig Vlaams minister-president Luc van den Brande een tiendaagse instelde om onze Vlaamse feestdag te vieren, kunnen dus de eerste dagen van juli, 11-juli-vieringen gehouden worden, zo ook vandaag, 4 juli hier in Willebroek. Eigenlijk was dat toen al een zwaktebod, want ook hij had niet de nodige politieke kracht om van de Vlaamse feestdag, de Guldensporenherdenking, een officiële feestdag voor iedereen in Vlaanderen te maken. Daar is al jààren sprake van, maar het komt er maar niet van… De verdeeldheid van de Vlamingen komt zelfs tot uiting in hoe we deze dag benoemen: wie naar de oorsprong wil verwijzen spreekt van Guldensporenviering, naar de opmerkelijke veldslag in 1302, waarbij Vlaamse volksmilities het onoverwinnelijk gewaande Franse ridderleger versloegen. Niet alleen werd belet dat Vlaanderen onder Franse voogdij kwam, de Slag der Gulden Sporen betekende mede een belangrijk wending in de oorlogsvoering van die tijd! Er waren in het begin van de 14de eeuw nog zo’n veldslagen: de Schotten te voet, versloegen bij Stirling Bridge het leger te paard van de Engelse koning Edward I op een gelijkaardige manier als de Vlamingen de Fransen, alleen
hebben wij geen Mel Gibson die daar een geweldig filmisch epos heeft van gemaakt in “Braveheart”. Maar eigenlijk is de Guldensporenslag zelf, niet de oorsprong van de huidige Vlaamse feestdag. Tegenstanders van mèèr Vlaanderen worden soms plots zeer historisch en menen te weten dat er ook Waalse edellieden aan de kant van de Vlamingen streden en Brabantse edelen aan de kant van de Fransen en willen daarmee het moderne begrip “Vlaanderen”, onderuit halen, of toch minstens nuanceren. Het is in de 19de eeuw dat deze al bij al toch merkwaardige veldslag door Hendrik Conscience in herinnering gebracht werd om de grootsheid van onze gewesten in het verleden aan te tonen. Dat kwam sommigen goed uit; want Frankrijk was een bedreiging van de pas verworven Belgische onafhankelijkheid … Dat Conscience een deel van de Nederlandstalige delen van België voor het geheel aanduidde was niet nieuw. Hendrik VIII noemde zijn vierde vrouw, Anna van Kleef uit de Nederlanden (Kleef ligt nu net over de grens in Duitsland) een “Vlaamse knol” en de kunstenaars uit de Nederlanden, zowel uit Holland, Brabant of Vlaanderen, werden in de Noord-Italiaanse steden “ I fiamminghi” genoemd. En ik ben er zeker van dat velen onder u zullen zeggen dat ze Vlaams praten, alhoewel dat helemaal niet het geval is! ((klein-)Brabants, Willebroeks, of wat dan ook zijn Nederlandse dialecten) Maar het graafschap Vlaanderen heeft een groots verleden dat tot de verbeelding sprak en spreekt, dit graafschap had ook een verleden van strijd tegen de Franse expansie, zodat de naam Vlaanderen vanaf het begin van de 19de eeuw, gold voor de Nederlandstalige provincies van België. Die geschiedkundige naamsverwarring speelt ons soms parten: Kent u het verhaal van Everaart ‘t Serclaes – 1356? Deze Brusselse “held” wordt door de Franstaligen geprezen omdat hij de “Vlamingen” uit Brussel zou verdreven hebben… De toedracht was dat Everaart na de bezetting van Brussel door de Vlaamse graaf (na het zoveelste conflict), kon vluchten naar ’s Hertogenbosch, waar de Brabantse hertog op dat ogenblik was; terug meekwam met diens troepen, over de stadsmuur klom en de poorten openzette, zodat de hertogelijke (Brabantse) troepen de grafelijke (Vlaamse) troepen konden verdrijven.
Nu, het eigenaardige is dat toen Brussel in grafelijk Vlaamse handen viel de bestuurstaal Frans werd i.p.v. het Diets (zoals het Nederlands toen heette), want als vazal van de koning van Frankrijk was dat de gewoonte aan het Vlaamse hof (in het Gravensteen in Gent…) en wanneer dank zij ’t Serclaes de stad terug hertogelijk Brabants werd, de bestuurstaal als vanouds terug Diets werd. Dus de Franstaligen vereren een held die Brussel vernederlandste !!! Zijn monument staat nog altijd naast het stadhuis en het bronzen beeld glanst fel omdat een oud volksgeloof meldt, dat, wanneer je er over wrijft, je geluk zult hebben in de liefde … ;-) Terug naar de Guldensporenslag: Meestal wordt de Guldensporenviering “Vlaamse Feestdag” of “11-juliviering” genoemd, wie Vlaanderen als een natie beschouwd, kan “nationale feestdag” – of nog erger in sommige oren “Vlaams-Nationale feestdag” zeggen. Sommigen, (ik hoop dat ze vanavond niet in de zaal zitten) vinden dat er ver over. Nochtans als je een verklarend woordenboek openslaat en je zoekt het woord “natie” op, dan is dat begrip toepasselijk op de Vlamingen van vandaag: we hebben eeuwen een gezamenlijke geschiedenis en lotsverbondenheid achter de rug, we spreken dezelfde taal, we delen dezelfde maatschappelijke waarden, we gebruiken dezelfde omgangsvormen... Vlaanderen is wel degelijk een natie. Het bijvoeglijk naamwoord van natie is “nationaal”, dus, is 11 juli onze “nationale feestdag” noemen nog niet zo gek… Als je overdreven veel aandacht besteed aan je natie wordt je “nationalist” genoemd, een woord dat misschien ten onrechte een negatieve bijklank oproept. Het hangt er maar vanaf wie die titel voert. Het Front National (FN) in Frankrijk wordt door onze smaakmakende elite als verfoeilijk afgedaan, terwijl het African National Congres (ANC) van Nelson Mandela wordt verheerlijkt. Allebei dragen ze het begrip “National” in zich… Als gedeputeerde van de provincie maak ik soms de gelijkaardige vergelijking: je hebt een provincie, iets van de provincie is “provinciaal”, maar als je het woord “provencialistisch” in de mond neemt, wil je iets klein en bekrompen aanduiden en toch is onze provincie dat alles behalve!
In ons land doet de moeilijkheid zich dan nog eens voor dat er twee omschrijvingen zijn van “de natie”. Op 21 juli vieren we naar ieders zeggen de “nationale” feestdag, wat eigenlijk in mijn redenering een “federale” feestdag zou moeten heten. Die dag is ingesteld bij de aanvaarding van de grondwet in 1831 en vermits die een hele vooruitgang was op het verlicht despotisme van de vorsten van die tijd, is dat misschien wel een feestje waard. Veel mensen denken dat op de 21ste juli de kroning van Leopold I herdacht wordt, of de onafhankelijkheid van België gevierd …, neen! Kent u de datum waarop de Stomme van Portici werd opgevoerd in Brussel en de volksopstand tegen “onze” koning Willem I begon? Dat was 27 september 1830. En hoe komt dat ik dat zo goed onthou? Omdat het de feestdag is van de Franstalige gemeenschap in ons land. Zij hebben nog maar een paar jaar geleden die dag gekozen als hùn feestdag. Daarmee aantonend dat België hùn project was, dat “La Belgique sera Latine ou elle ne sera pas” was, zoals de woorden luidden die aan de leider van het Voorlopig Bewind, Charles Rogier, worden toegeschreven. Franstaligen (een minderheid) kunnen zichzelf ongecomplexeerd “goede Belgen” noemen en slechts één taal kennen en vele Vlamingen die doorgaans in de drie landstalen en een woordje Engels kunnen meepraten, worden vaak door hen “slechte Belgen” genoemd! Ik heb nooit begrepen waarom de vele Vlamingen die zichzelf graag Belgen noemen, nooit geprotesteerd hebben tegen het claimen van de Franstaligen van deze gebeurtenis… Ik vond het niet erg dat de waarheid duidelijk werd gemaakt, voor mij was het een bevestiging: Wij, Vlamingen, zijn inderdaad – ondanks wat er in de geschiedenisboekjes staat – NIET onafhankelijk geworden in 1830, er kwamen gewoon nieuwe, andere heersers over dit arme volk, dat inderdaad nog geen identiteit had. Het is dank zij mensen als kanunnik David en het naar hem genoemde Davidsfonds, (maar ook het Willemsfonds en het Vermeylenfonds) dat de mensen in het noorden van de als Franstalig bedoelde staat, zich hebben kunnen ontvoogden, zichzelf tot een volk hebben gekneed. Een proces dat m.i. nog altijd niet afgerond is!
Wel nu, beste mensen, ik was vroegere leraar wetenschappen en ik heb me nu op glad ijs gewaagd en de leraar geschiedenis gespeeld en ik weet niet zeker of het dat is dat jullie wilden horen. Ik hoop dat jullie de Vlaamse feestdag gepast kunnen vieren vanavond hier in Willebroek, in het Plazarama… Vieren in het besef dat de Vlamingen in dit land al een lange weg hebben afgelegd, maar het ogenblik dat de Vlamingen zich in eigen land Vlaming kunnen voelen zoals een Deen zich Deen kan voelen in Denemarken (5,5 milj. Inw.), (of een Nederlander Nederlander in Nederland, en ik zou nog vele voorbeelden kunnen geven,….) Is nog niet aangebroken, daar gaan we hopelijk met z’n allen nog voor!
Dank u wel!