Nieuwsbrief de
januari 2011 jaargang 15 nummer 30
Vrienden in 2010... en 2011
In het afgelopen jaar hebben wij als bestuur getracht een ruimere invulling te geven aan het binnenhalen van de nieuwe haring. Ieder heeft hier zijn of haar eigen oordeel over. Wij hebben in ieder geval geprobeerd het eens iets anders dan gewoonlijk te doen. Het was zeker gezellig en twee goede doelen ontvingen een leuk bedrag van veilingmeester burgemeester Bruinsma.
Jammer was het, dat de reünie afgeblazen moest worden en voor de excursie waren er (te) weinig gegadigden. Een groot succes was wel de opvoering van de toneelbewerking van ‘Het Brakke water’. Een aantal van onze leden was hiervoor per bus naar Scheveningen getogen. Heel geslaagd was ook de uitreiking van de Hoogendijkprijs in Restaurant Loenz. Vernieuwing was er ook in de opzet van de lezingen: milieuaspecten, keuringen in de visserij en ‘duurzaam vissen’ kwamen aan de orde. Iets waar wij in de toekomst ook mee willen doorgaan. In de kerstvakantie zijn enkele leden druk bezig geweest met het afbreken van de snoepwinkel. Alle snoep hebben wij kunnen verkopen. Veel dank zijn wij verschuldigd aan Guusje Koldewijn en Anneke Goedknegt. Ruim achttien jaar zijn zij als vrijwilligers in de snoepwinkel actief geweest. Ook hebben we veel boeken en foto’s achter de panelen weggehaald en in dozen gedaan. Alles is veilig opgeborgen. Samen met leden van de Raad van Toezicht en de directie hebben de besturen van de Stichting Zeillogger Balder en de Vereniging Vrienden elkaar op inspirerende wijze onderhouden over elkaars activiteiten. Het idee van de VISCUS-avonden werd warm onthaald en vindt grote steun. Helaas speelden barre weersomstandigheden en de tijdelijke sluiting van het museum ons eind december parten bij het aan huis bezorgen van NETwerk. Het was echt niet te doen, waarvoor ons oprechte excuus. Inmiddels hopen wij dat u, dank zij de coördinerende werkzaamheden van Jan van Hemert, NETwerk binnen heeft. Hartelijk danken we de leden die de bezorging voor hun rekening hebben genomen.
En nu…het nieuwe jaar.
Juist in een jaar waarin de deur van het museum gesloten blijft, wil onze Vriendenvereniging extra van zich laten horen. Een aantal activiteiten voor 2011 staat al gepland. In de agenda van deze en de komende Spil leest u er meer over. Het belangrijkst is de Algemene Ledenvergadering op 7 april in het museum. Verder zijn er onze Vriendenavonden met lezingen en films, die gewoon doorgang vinden. Ook liggen er weer plannen voor het binnenhalen van de haring en…….ja hoor, een reünie voor oud-vissers. U hoort ook daar meer over in de volgende Spil. Het bestuur van de Vrienden brengt een bezoek aan museum TwentseWelle, omdat dit museum en de Vrienden daar eenzelfde transformatie hebben meegemaakt als waar wij nu voor staan. Wij kunnen daar hopelijk veel van leren. Met de leden willen wij graag op excursie naar Oostduinkerke. Ook daar is een museum gebouwd waarin oud en nieuw met elkaar verbonden zijn. Men heeft ook daar een zeer actieve Vriendenclub. Wellicht kunnen zij ons inspireren. Als toetje zijn er dan onze nieuwe VISCUS-avonden. U ziet: terwijl achter de dichte museumdeur hard wordt gewerkt aan de verbouwing, blijven wij als Vrienden heel actief in het museum en daarbuiten. Onze zorg is om de bijna duizend leden goed geïnformeerd te houden over onze steun aan Museum Vlaardingen, door middel van ons verenigingsblad de Spil, het Jaarboek NETwerk, de activiteiten en de website. Ik kan u van harte aanbevelen af en toe eens op deze website te kijken. U kunt daar onze laatste nieuwtjes lezen. Wij wensen allen die verantwoordelijk zijn voor de opbouw van het nieuwe museum of daarbij op welke wijze dan ook betrokken zijn, veel wijsheid en sterkte toe. Een nieuw jaar. Vol elan en passie gaan wij samen aan het werk, voor het museum van de 21e eeuw! Tom de Koning, voorzitter.
1
Museum Vlaardingen…het enige museum in Nederland waar je straks 5000 jaar historie, archeologie en visserij kunt ervaren.
Een gedenkwaardige avond De avond van donderdag 13 januari 2011 werd gekenmerkt door twee belangrijke gebeurtenissen. Ten eerste was daar de Nieuwjaarsreceptie in het Visserijmuseum, pardon… Museum Vlaardingen. Tientallen aanwezigen, allen op één of andere wijze bij het museum betrokken, maakten van de gelegenheid gebruik om niet alleen elkaar, maar ook het nieuwe museum een goed jaar toe te wensen.
2
Met instemming luisterde men naar directeur Arnoud van Aalst, die op enthousiaste wijze de publicatie ‘100% Museum Vlaardingen‘ presenteerde, toelichtte en uitdeelde. Zijn boodschap aan alle aanwezigen was: u bent hier in het nieuwe Museum Vlaardingen, het is voor ons heel belangrijk dat u dit verhaal met iedereen in uw omgeving bespreekt. Na de receptie verplaatste het toneel zich van het museum naar het stadhuis, waar door de gemeenteraad een in-
spraakavond werd gehouden met betrekking tot de begroting, lees…tot de voorgestelde bezuinigingen, onder andere op vele subsidies. Een dertiental instellingen en particulieren trachtte met meer of minder succes het college en de raadsleden ervan te overtuigen dat het uitvoeren van hun plannen tot rampzalige gevolgen voor de slachtoffers zou leiden. Voor behoud van de eerder toegezegde bijdrage aan het Vlaardings Museum pleitten de directeur, Arnoud van Aalst en Jaap Hoogendijk, voorzitter van de Raad van Toezicht. In een uitstekend inhoudelijk verhaal maakte eerstgenoemde aan de hand van bovenvermelde publicatie het nieuwe museumconcept voor Museum Vlaardingen duidelijk. Hij zette uiteen, dat we meer doen dan een groter museum bouwen. Met dit concept wordt Vlaardingen op de kaart gezet en wordt ervoor gezorgd, dat de stad haar identiteit weer terugkrijgt:. “Een stad zonder volwaardig cultuur-
“...In Museum Vlaardingen kun je je eigen geschiedenis vinden en veel leren over jezelf...”
historisch museum is geen volwaardige stad”, aldus Van Aalst. “Waarom is het belangrijk dat Museum Vlaardingen er is? Het museum is ons collectief geheugen en ons klaslokaal. Het is onze stem, onze inspiratie en onze trots. In Museum Vlaardingen kun je je eigen geschiedenis vinden en veel leren over jezelf.” De directeur wees ten slotte het gemeentebestuur erop, dat Museum Vlaardingen het enige museum in Nederland is waar je straks 5000 jaar historie, archeologie en visserij kunt ervaren. Jaap Hoogendijk voltooide het pleidooi met een gedegen zakelijk en organisatorisch verhaal., waarvan de tekst in deze Spil is opgenomen. Zijn algemene boodschap was: wij hebben ons huiswerk gedaan en hebben onze zaken op orde. Het is prima als de gemeente dat via een onderzoek dubbel wil checken, daaraan werken we graag mee. De trein staat op de rails …en rijdt. Met een daverend en hartverwarmend applaus betuigde het publiek vanaf de overvolle tribune zijn instemming met de woorden van beide insprekers. Jan van Hemert
“...Niet alleen visserij, maar ook stadsgeschiedenis...
...en archeologie...”
Inspraakavond gemeenteraad
doen dit met een klein professioneel management en daar-
(tekst uitgesproken door Jaap Hoogendijk, voorzitter Raad van Toezicht Museum Vlaardingen.)
naast met vele zeer betrokken vrijwilligers. Museum Vlaardingen zal eigen inkomsten genereren. De exploitatiesubsidie van de gemeente blijft onontbeerlijk, maar voor een groot stuk op eigen benen kunnen staan is een voorwaarde die wij waar gaan
Geacht College, geachte leden van de raad,
maken. De extra kosten die een groter gebouw nu eenmaal
U hebt ons ruim twee jaar geleden, na vele jaren vooroverleg,
met zich meebrengt, zullen wij zelf betalen uit eigen inkom-
het groene licht gegeven, om samen met B&W te starten met
sten.
de ontwikkeling van het nieuwe museum. De opdracht was
Wij hebben een groot aantal ervaren deskundigen op allerlei
helder:
vakgebieden, waaronder financiën, bouw, organisatie en cul-
Niet alleen visserij, maar ook stadsgeschiedenis en archeolo-
tuur, bereid gevonden om vrijwillig, dus zonder hiervoor enige
gie. Een bijdrage van € 1.500.000 voor de bouw van de ge-
vergoeding te vragen, mee te werken aan de totstandkoming
meente Vlaardingen; de overige miljoenen moest het muse-
van het nieuwe museum. Stuk voor stuk vrijwilligers die binnen
umbestuur zelf uit de markt halen. U hebt duidelijk gesteld
hun vakgebied hun sporen hebben verdiend en heel belangrijk
dat een verhoging van de exploitatiesubsidie niet mogelijk was.
werk verzetten. Wij zijn met velen vol overgave aan de slag.
Wij zijn aan de slag gegaan en hebben veel bereikt. Wij hebben
Wij zien allemaal het belang in van een nieuw museum voor
externe sponsoren enthousiast kunnen maken om vele miljoe-
Vlaardingen, het belang van uw museum, van ons museum, een
nen voor de ontwikkeling van het nieuwe museum beschikbaar
museum van en voor ons allemaal!
te stellen.
Een museum dat Vlaardingen op de kaart zal zetten en eco-
Zij doen dit omdat zij vertrouwen hebben in onze plannen en
nomie zal brengen in Vlaardingen Vijf minuten zijn te kort om
groot belang hechten aan een goed museum in Vlaardingen.
dieper op de plannen in te gaan, mijn spreektijd zit erop, maar
Wij hebben marktonderzoek uit laten voeren en vastgesteld
wij zijn ook morgen en daarna weer beschikbaar om u alle uit-
dat er een goede markt voor een nieuw museum is. Wij heb-
leg te geven over de plannen. Laat het ons weten en wij zullen
ben een begroting die staat als een huis; een begroting die zo
u de gewenste informatie verstrekken. De trein rijdt! en wij
is opgebouwd dat wij in staat zijn kosten bij te stellen wanneer
zijn met recht tevreden over de constructieve samenwerking
dat in enig jaar onverhoopt noodzakelijk blijkt. Wij realiseren
met de gemeente tot nu. Wij hopen van ganser harte dat deze
ons dat er geen geld beschikbaar is voor overschrijdingen van
prima samenwerking ook dit jaar weer onvoorwaardelijk kan
bouwkosten en dat er geen geld is om tekorten in de exploita-
worden voortgezet om zo met elkaar een prachtig museum te
tie te dekken. Wij maken daarom meerdere varianten van het
realiseren en vooral vele jaren succesvol te exploiteren en er
gebouw en zullen alleen die variant bouwen die aansluit bij de
van te genieten.
middelen die wij op dat moment beschikbaar hebben. Een modern museum moet bedrijfsmatig worden geleid. Wij
3
Linkse schreeuw!!! Ja, u leest het goed: een linkse schreeuw in de Spil. Waar komt die nu vandaan? Zijn de vrienden van het Visserij/Vlaardings Museum (Museum Vlaardingen) een linkse politieke partij geworden?
4
Nee, het gaat over iets geheel anders. Al bent u nog zo rechts als het maar zijn kan, als vriend van het museum heeft u ‘een linkse hobby’. U bent vriend omdat u van de visserij houdt, de historie in stand wilt houden voor uw kleinkinderen, of omdat u de Mesdag zo mooi vindt, u via lezingen en films geïnformeerd wilt worden en bij wilt houden wat er allemaal speelt in de culturele wereld. Een museum, of dat nu het Museum Vlaardingen is of het Cobra Museum om maar eens twee uitersten te noemen, heeft een functie in onze maatschappij en zelfs in ons dagelijks bestaan. Kunst en cultuur zijn belangrijke onderdelen van ons leven. Een overgrote meerderheid van de Nederlanders vindt dat kunst en cultuur voor iedereen van belang zijn. En bijna iedereen vindt het belangrijk dat kinderen daarmee in aanraking komen; 71% vindt bovendien dat de overheidsuitgaven aan kunst en cultuur niet te hoog zijn. Uit recent onderzoek van de stichting Cultuur-Ondernemen komt naar voren dat het bestaansrecht van de kunst- en cultuursector
wordt erkend door de samenleving. Juist in (financieel) moeilijke tijden bieden kunst en cultuur perspectief. De socialiserende waarde van kunst en cultuur voor maatschappelijk minder betrokken burgers lijkt nog een bijna onontgonnen gebied. Uit het Mentality waardenonderzoek blijkt duidelijk dat ‘kunstliefhebbers’ hoger scoren op tolerantie, verdraagzaamheid, empathie en respect voor andere leefgewoonten. Het is een lust voor onze zintuigen, je kunt er verdrietig van worden - zie onze laatste expositie over de dood - maar ook blij. Hoe je ook over kunst mag denken wij komen er allemaal direct of indirect mee in aanraking. Een mooi voorbeeld in onze directe omgeving is het jaarlijkse schoolproject waarbij enkele honderden scholieren kennis maken met 5000 jaar cultuur, met de oorsprong van Vlaardingen en met de geschiedenis van de visserij, waarbij zij zich aan boord van de VL92 Balder ook nog kunnen inleven in het bestaan op een vissersschip. Door op jonge leeftijd op een speelse wijze kennis te maken met allerlei museale (kunst)activiteiten krijgen zij een basis voor hun latere ontplooiing. Betrokken worden en meedoen is op die leeftijd zeer belangrijk. Dat bewijzen de vele positieve reacties vanuit het onderwijs en de ouders van de kinderen. Voor het middelbaar onderwijs was er de
Mecenas Als deze Spil verschijnt, ligt het jaar 2010 achter ons en zijn wij vol goed vertrouwen 2011 ingegaan. Wanneer u deze tekst leest, is de bekendmaking van ‘het woord van 2010’ al weer geschiedenis. Voor mij was dat woord ‘mecenas’. Om even terug te gaan in de geschiedenis: een mecenas is een begunstiger van geleerden en kunstenaars, zo geheten naar de Romeinse ridder Gaius Cilnius Maecenas, raadsman van keizer Augustus en beschermheer van schrijvers als Vergilius, Propertius en Horatius. In de 21e eeuw krijgt het mecenaat in Europa een nieuwe bloeiperi-
ode, mede doordat de overheid zich aan het terugtrekken is om als subsidiegever voor de kunsten op te treden. Liefhebbers van beeldende kunst, theater, muziek, literatuur, etc. beseffen, dat hun steun noodzakelijk is nu overheden hun financiering voor cultuur steeds verder terugschroeven. Onder cultuurmecenaat wordt verstaan het belangeloos schenken aan kunst en cultuur. De motivatie hiervoor is niet alleen economisch van aard. Mecenaat is als een vriendschap, je krijgt er iets voor terug, maar het is niet vastgelegd wat precies en wanneer. Drijfveren voor het geven aan kunst en cultuur zijn bijvoor-
trilogie Geboorte, Huwelijk en Dood, waarbij een expositie werd verbonden met een toneelcyclus en de leerlingen op een moderne, actuele wijze kennis maakten met het verleden en heden. Dat is uniek in onze regio, maar ook daarbuiten. Bij de discussie rondom het Nationaal Historisch Museum en de locatie waar dit moest komen, kwam er plotseling een voorstel om de te exposeren objecten virtueel beschikbaar te stellen. Dat een nieuw museum multimediaal moet zijn is logisch, maar dat is niet de kern van een museum: het moet voor de bezoekers een aanvulling vormen. Jo Houben, algemeen directeur CultuurOndernemen onderschrijft het belang van cultuur in je directe leefomgeving: “Mensen willen heel graag kunst en cultuur, maar wel op hun eigen manier en dicht bij huis. De drempel naar tempels van de ‘hoge kunsten’ lijkt te hoog geworden. De bolwerken zijn te gesloten, veel mensen hebben er geen enkele binding mee. De gebouwen moeten open en de kunsten de wereld in.” Wij hebben 5000 jaar cultuur achter ons liggen en hopelijk nog vele jaren vóór ons, en dat heeft niks met ‘een linkse hobby’ van doen. Bert Otto
beeld passie en betrokkenheid. In onze situatie is dat bijvoorbeeld betrokkenheid bij het Museum Vlaardingen en/of de Stichting Zeillogger Balder. Er bestaan verschillende vormen van cultuurmecenaat. Schenken kan éénmalig gebeuren of structureel, direct als individu of via een fonds, bij leven of door middel van een nalatenschap. De gift kan bestemd zijn voor een specifiek project, voor een aankoop of bijvoorbeeld de restauratie van de Mesdag. Het hoeft niet alleen een individueel initiatief te zijn, ook een bedrijf kan belangeloos schenken aan kunst en cultuur. Een andere mogelijkheid om gelden te verwerven is sponsoring. Hierbij verkrijgt men meestal een tegenprestatie door naam- of logovermelding. een uitnodiging bij speciale gelegenheden etc. Geven aan culturele doelen in Nederland
‘TING’ VAN DE BALDER
Van de SZB-voorzitter Beste vrienden, Tot mijn genoegen kan ik jullie meedelen dat de bruikleenovereenkomst, waarin is opgenomen dat de Balder vanaf 1 december 2010 in beheer is gegeven aan de Stichting Zeillogger Balder, door de directeur van het museum en het bestuur van de stichting is getekend. Na de ondertekening heb ik uiteraard de Raad van Toezicht en de directeur van het museum bedankt voor het vertrouwen dat wordt gesteld in het bestuur van de stichting. Ook heb ik een korte herinnering uit mijn jeugd uitgesproken, waarvan ik de inhoud u niet wil onthouden:
“Toen ik een jaar of zeven was kreeg ik van mijn opa een oude roeiboot. Ik was daar erg blij mee, want vanaf mijn geboorte leefde ik op het water. Mijn opa was ook blij, want hij was van een oude roeiboot af en ook van een zorg. Ik had er een zorg bij, maar dat realiseerde ik mij niet. De geschiedenis heeft zich nu herhaald. Het museum heeft een oude logger en draagt deze over aan de stichting. Het museum is van een zorg af en de stichting heeft er een zorg bij,maar het stichtingsbestuur realiseert zich dat terdege. Mijn opa is al jaren dood en waar de oude roeiboot is gebleven weet ik niet. Ik hoop dan
het opzetten van een plan van aanpak en een bestek waarin de staat van onderhoud van het schip staat beschreven en dat de basis zal vormen voor het uitbrengen van een offerte door geselecteerde werven. Veel van deze zaken spelen zich buiten jullie gezichtsveld af, maar zijn van groot belang voor de volgende stappen die moeten worden genomen. Het bestuur van de stichting is zich terdege bewust van de verantwoordelijkheid die het heeft. Ten eerste ten aanzien van het object. De Balder wordt uniek in zijn soort genoemd, wat betekent dat je daar dan ook zeer zorgvuldig mee om moet gaan. Ten tweede is er de financiële kant van de restauratie. Voorlopig denken we nog steeds ca 1,5 miljoen euro nodig te hebben om de Balder weer onder zeil te krijgen. We kennen de problemen die zich, met name in financiële zin, hebben voorgedaan bij de restauratie van de ss Rotterdam. Uiteraard was dit een project van een geheel andere orde van grootte en absoluut niet vergelijkbaar met de restauratie van de Balder, maar door het opdrogen van de financiën kan ook een klein project dusdanig in de problemen komen, dat niet alleen het voortbestaan van de stichting, maar ook dat van het object in gevaar dreigt te komen.
De overhandiging van de bruikleenovereenkomst. Arnoud van Aalst, Henk van Beek, Leo Verhart, Aad Schuilenburg (v.l.n.r.). kan fiscaal gezien gunstig zijn. Zo is het mogelijk dat giften die zijn gedaan aan (culturele) instellingen die door de Belastingdienst zijn aangewezen als een algemeen nut beogende instelling (ANBI) aftrekbaar zijn in de aangifte inkomsten- of vennootschapsbelasting. Zowel de Stichting Zeillogger Balder als het Museum Vlaardingen is hierbij aangesloten en de reactie op de aanvraag voor de Vereniging Vrienden kan elk moment binnenkomen. Wie over de bovengenoemde mogelijkheden meer wil weten, kan terecht bij één van de bestuursleden. Bert Otto
ook, dat als wij er allen niet meer zijn - en die tijd komt een keer - de oude logger nog in goede staat in de Vlaardingse haven voor het museum ligt. Dat betekent dat het museum dan nog op de juiste plek is gevestigd, de Balder nog niet is gesloopt en de stichting in 2010 de basis heeft gelegd om de Balder als varend erfgoed te behouden voor het nageslacht.” Na de oprichting in mei vorig jaar is er door het bestuur hard gewerkt aan het opbouwen van de stichting. De verzekeringen, voor zowel de stichting als rechtspersoon als voor de Balder, zijn goed bekeken. Het bidboek, waarmee potentiële sponsoren worden geïnformeerd over wat wij met de Balder van plan zijn en hoe wij dat willen verwezenlijken, is gereed. Het uiteindelijke doel is de beoogde financiële middelen binnen te halen. Ook is er een start gemaakt met
Om dit te vermijden hebben wij besloten dat de daadwerkelijke restauratie pas zal starten als er een gedetailleerd bestek is gemaakt en een gedegen plan van aanpak de goedkeuring heeft van het bestuur. Zoals ik ook in de voorgaande Spil heb geschreven, kan het bestuur het niet alleen en wordt een indringend beroep gedaan op de vrijwilligers. We trachten dan ook met de leden van de vaste Balderploeg op een open wijze te communiceren, zodat zij weten waar wij mee bezig zijn en ook zij hun specifieke kennis van het schip kunnen inbrengen. Samen gaan we ervoor en we hopen dat in 2011 de resultaten zichtbaar worden. Ik bedank eenieder voor zijn of haar inzet in het afgelopen jaar en wens u en uw naasten een gelukkig en gezond 2011 toe. Henk van Beek, voorzitter.
5
Restauratie Balder 6
Het is de bedoeling dat onze zeillogger Balder dit jaar een uitgebreide restauratie zal ondergaan. Dat wil zeggen, het schip gaat droog om met name het casco, dat in een niet zo beste staat verkeert, zodanig te repareren dat het weer zal voldoen aan door de overheid vastgestelde eisen en daarmee aan onze wens om er veilig en betrouwbaar mee te kunnen gaan varen. Dat dit een hele klus wordt, moge eenieder duidelijk zijn en veel voorbereidend werk moet nog worden gedaan. Op het ogenblik zijn we als Stichting Zeillogger Balder (SZB) bezig om alle benodigde gegevens, zoals tekeningen en specificaties, te verzamelen. Deze gegevens zijn nodig om haarfijn na te kunnen gaan hoe het schip is geconstrueerd en wat de maatvoering van de onderdelen zoals huidplaten, spanten, dekbalken, schotten, knieën e.d. bij de nieuwbouw in 1912 is geweest. Ook wordt er aan de hand van door ons aan boord uitgevoerde inspecties een bestek geschreven waarmee we naar geselecteerde werven toe kunnen om restauratie en prijzen door te spreken. Inmiddels heeft er een gesprek plaatsgevonden met Register Holland, het klassebureau waarbij de Balder zal worden geregistreerd. Er is vooral gesproken over de haalbaarheid om de Balder aan de regels van dit bureau te laten voldoen, bij voorkeur als zeegaand schip.
De vorming van een Technische Commissie, bestaande uit vrijwilligers van de Balderploeg en het bestuur, dient op korte termijn te worden gerealiseerd. De vrijwilligers zijn van doorslaggevend belang, het slagen van de restauratie is naast een goede voorbereiding en uiter-
aard het in de hand houden van de kosten, voor een belangrijk deel afhankelijk van hun enthousiaste inzet, uitgebreide kennis en organisatietalent. Het streven is, dat zo veel mogelijk voorbereidend werk, zoals het strippen van het schip, maar ook na afloop van de dokking het opbouwende werk, door eigen mensen zal worden uitgevoerd. Naar geschikte opslagruimte voor van het schip gehaalde onderdelen wordt nog gezocht. Masten, betimmering, de kachel, tuigage, het moet allemaal worden opgeslagen in ruimten die bij voorkeur geschikt zijn om er ook nog eventuele inspecties en werkzaamheden aan te verrichten. Gelukkig blijken de motor en keerkoppeling in goede staat. Onderzoek door Olthof heeft aangetoond dat deze niet vervangen behoeven te worden en gezien de weinige draaiuren nog een leven lang mee kunnen (dank u, motormuizen van de Balder). We houden goede moed dat de financiële middelen toereikend zullen zijn om de restauratie zoals we die voor ogen hebben te realiseren, zodat zij (een schip blijft vrouwelijk!) er op haar honderdste verjaardag in 2012 als een zonnetje bij zal liggen. Jan Huis - SZB
DE BOETSCHUUR Toen ’t mannenvolk met drijfnet en met trawl nog horry-op een gulle zee beviste, en haring, wijting, kabeljauw en schol werd aangevoerd, gekuipt dan wel in kisten, ging dat nog wit, in ’50, zonder listen: ik spreek van vóór dat wij van Brussel wisten, de tijd van Riet, Zus, Nel (nog geen Nicole), die netten repareerden op een zol-, der, slecht verlicht, een hol, ‘de schuur’ geheten. Hoevelen hebben daar niet, opgepord soms als het vuur nog koud was, witgeschort en zingend been en hout en uur gesleten? ’k Hoor nog hun stemmen, dun, veraf en vaag, door muren dringen, psalm… en Max van Praag. Aat Rolaff, stadsdichter van Vlaardingen (2010-2011) uit: Facetten, 1997
Een half jaar Balder
In de vorige uitgave van de Spil waren we gebleven bij het evenement ‘Scyedam Vaert’ in augustus 2010. Schipper Martin Speijer bracht onze museumlogger de donderdag voor het evenement naar Schiedam. Nu is het vaarwater daar nauw en de Balder is gemaakt om op zee te varen. Schipper Speijer had dan ook terecht gevraagd om sleephulp in de haven van Schiedam. Wat er precies fout ging, is niet meer belangrijk. Feit is dat er geen bootje was, schipper Speijer het schip met eindeloos geduld manoeuvreerde, schadevrij voor de kant kreeg en…. vervolgens te horen kreeg dat het schip toch maar naar een andere ligplaats moest! Hij liet er gelukkig zijn goede humeur niet onder lijden. Sorry Martin! Het evenement zelf en de terugtocht liepen verder ‘als een trein’. . In september werd er voor de laatste maal gevaren met de prijswinnaartjes van het scholenproject ‘Groeten uit Vlaardingen’. Schipper Frans van der Ven nam de honneurs waar. En dat heeft-ie geweten…. Het goot werkelijk van de regen, waarschijnlijk zat er meer water boven de kiel dan eronder…. Sorry Frans! In oktober ging het evenement ‘Furieade’
in Maassluis voor het eerst sinds jaren aan onze neus voorbij. Oorzaak: bezuinigingen en ook daar dus een kleiner evenement. Sorry mensen! Eveneens in oktober zouden de zeilen van het Havenmuseumdepot RDM naar de museumwerf in Vreeswijk gaan. Onze zeilmakers in opleiding nemen die zeilen deze winter onder handen onder leiding van Theo Leeuwenburg en Henk van Schaijk. De mensen van het Havenmuseum hadden de zeilen onder supervisie van de heer B. van Uden al keurig op een pallet voor ons klaar gezet. Jammer alleen dat de huurbus bij de Beneluxtunnel al kapot ging…. Sorry heren! (Het is hier wel de plek om de mensen van het Havenmuseum te bedanken voor de jarenlang genoten gastvrijheid!) In november ondernamen we met een deel van de ploeg een nieuwe poging, bij windkracht 9 à 10, dat wel. Het goede nieuws is dat de zeilen veilig zijn aangekomen, het slechte nieuws voor de ploeg: bij dit soort gelegenheden zit de coördinator achter het stuur….. Sorry jongens! En in december… viel de winter in! De buitenactiviteiten staan op een laag pitje, maar elders in dit nummer kunt u lezen dat de ploeg zich in het museum ook niet verveelt.
Verder een greep uit de afgelopen maanden: de Firma Olthoff inspecteerde de motor van het schip en gelukkig bleek het met de technische staat daarvan best mee te vallen. Voor de liefhebbers: het is een Mercedes OM 355 uit de jaren ’70, vermogen circa 200 pk bij 2000 toeren. Nog net voor het slechte weer ging de giek uit de achtermast en werd door acht man ‘in ganzenpas’ naar het depot gebracht. Een en ander ging onder leiding van Jan Bot en Peter de Jong. Het klinkt eenvoudig, maar het was een zware klus. Heb het zelf gevoeld! Jan van Santen, Piet Regeer en anderen zorgden ervoor dat ook dit jaar de kerstverlichting op het schip weer brandde. Vrijdag 17 december werd deze ontstoken. Op museumgebied ten slotte kwam de reparatie van de Haringkar gereed. Deze is destijds met steun van onze eigen Vereniging Vrienden aangeschaft. Zo weten we waar onze centen blijven… Op naar het voorjaar! Jan de Jonge, coördinator De VL 92 Balder lag tijdens ‘Scyedam vaert!’ afgemeerd achter de fabriek van Nolet in Schiedam; links is een deel van de Molen van Nolet te zien. Foto: Piet Regeer
7
Het ‘lastige’ van de VL 92 Balder
8
Eind 2010 heeft de ‘Stichting Zeillogger Balder’ het beheer van de logger overgenomen van het Museum Vlaardingen. Het bestuur zal proberen de last die het schip met zich meebrengt, te beperken. De reder die opdracht gaf tot de bouw, dacht daar heel anders over. Die wilde de last zo groot mogelijk hebben. Die reder was de Visscherij Mij. ‘Mercurius’, directeuren F. en J. Pot. Het schip kwam op 18 mei 1912 te water op de scheepswerf van A. de Jong. De eerste schipper werd Gillis Penning, die de VL 92 Balder tot 1916 onder commando zou hebben. De Koninklijke Bibliotheek heeft sinds enige tijd miljoenen pagina’s van kranten uit het verleden digitaal via Internet toegankelijk gemaakt. Daarin kunnen wij gaan zoeken naar de VL 92 Balder. Het Visscherijblad van de Nieuwe Vlaardingsche Courant is helaas nog niet gedigitaliseerd, maar wel het Rotterdamsch Nieuwsblad en de Nieuwe Rotterdamsche Courant. Daarin vinden we regelmatig berichten over de binnenkomst en het vetrek van de vissersschepen, ook van onze VL 92. In de binnenkomstberichten wordt dan vermeld met hoeveel last het schip binnenkwam. Meestal maakte het schip vier reizen, soms drie. Eenmaal vonden we, dat de VL 92 ook als jager dienst deed: op 2 juli 1913 berichtte het Rotterdamsch Nieuwsblad, dat het loggerschip VL 92 Balder, stuurman G. Penning, als jager was vertrokken van Lerwick met 540 kantjes haring van vier schepen. Op 4 juli kwam het schip binnen en had toen 32 last van negen schepen aan boord. Een andere bron is de Statistiek der haringvisscherij van L.F.H. Dirkzwager, waarin de aanvoergegevens per schip en rederij en totaal zijn samengevat. In de jaren 1913-1916 bracht schipper Gillis Penning 868 tot 996 tonnen pekel- en steurharing aan, meestal in vier reizen, maar de hoogste aanbreng was in 1915, toe er maar drie reizen gemaakt waren. Het gemiddelde per reis varieerde van 221 tonnen in 1914 (het hoogste van de vier schepen van deze rederij in dat jaar), 247 tonnen in 1916 tot 332 tonnen in 1915. Schipper Gillis Penning, die in de Dwarsbleekstraat 29 woonde, kreeg ook te maken met financiële lasten. In 1912 viel hij in de Eerste klasse (ƒ 100- ƒ 150) van de Vlaardingse inkomstenbelasting (hoofdelijke omslag) en betaalde ƒ 4,32. In 1913 was het tarief iets hoger, ƒ 4,56, maar in
1915 was hij gestegen tot de Vierde klasse (ƒ 250 – ƒ 300) en betaalde ƒ 10,75 aan de lokale fiscus. Zijn inkomen was dus gestegen. Zo iets wensen wij ook het bestuur van de ‘Stichting zeillogger Balder’ toe.
Een advertentie van scheepswerf A. de Jong (uit: De schepenlijst 1913 voor den Nieuwen Waterweg).
Jan P. van de Voort
Geluiden uit het kabelgat Het aanschouwelijk verschil tussen een stads- en een streekmuseum SOMMELSDIJK – Het lijkt vrijwel onmogelijk, maar behalve het gezelschap waarmee ik mij woensdag 20 oktober zover in het buitengebied gewaagd had, bleek er in het Sommelsdijkse museum helemaal niets van Vlaardingse oorsprong te vinden. Iets wat mij altijd en overal verbaast, want als ik het voor het zeggen had zou er in elk museum in Nederland een Vlaardingse vitrine moeten staan, zodat ik mij daar dan toch nog een beetje thuis kan voelen. Maar goed, zo steekt de wereld nu eenmaal helaas niet in elkaar, dus roei ik maar met de riemen die er dan wel zijn. En gelukkig had het Sommelsdijkse museum naast zijn boerenbedrijf nog een heel verhaal over de eigen haringvangst in huis, dus we kwamen als Balderbemanning toch nog wel aan onze trekken. Het was dus best wel (heel erg) leuk om de oude dingen in hun originele context te kunnen bekijken. Uiteraard zijn dit soort expedities interes-
sante exercities in vergelijkende waardebepaling. Zonder iets af te willen dingen op de intieme identiteit van het Sommelsdijkse, begrijp je toch waarom het Museum Vlaardingen zijn inhaalslag naar de toekomst zo graag wil maken. Immers, of je blijft één op één hangen in het verhaal van het verleden, of je zet de deuren wagenwijd open voor iedereen die eens iets anders wil. Ik ben groot voorstander van allebei de vormen, dus erg blij dat Vlaardingen haar nieuwe koers gaat varen, en net zo blij dat ik in Sommelsdijk nog steeds ‘net als toen’ terecht kan. Zonder van een bruggetje gebruik te maken, schakel ik even door naar de volgende dag. Nadat eerder de gaffel opgeknapt was, stond voor deze dag de giek van de Balder op de agenda om uit zijn voegen gehesen te worden. Het elf meter lange gevaarte moest voor groot onderhoud de zolder op, zodat de tim-
De gedemonteerde Zeemanswinkel staat klaar voor transport. Foto: Henk Brobbel poppen is een nieuwe carrïere begonnen via Radio Holland. Hij zal, als marconist gekleed, gaan dienen op de ss Rotterdam.
Museum in verbouwing Om een nieuw museum te creëren moet het oude eerst leeggehaald worden. Na de sluiting op 1 september jongstleden werd daar dan ook al snel een begin mee gemaakt. Een kort overzicht van ‘een museum in verandering’. merjannen er van de winter droog aan konden werken. Het bleek nog een hele klus te zijn om het lopende tuig weer in beweging te krijgen. Na jaren van onbruik waren de diverse lijnen op onbegrijpelijke wijze dubbelgedraaid en ook de blokken stonden soms haaks om de hoek. De zwaartekracht alleen bleek dan ook niet voldoende om de giek naar beneden te krijgen. Er kwam heel wat denken en trekken en duwen aan te pas, maar met een mannetje of zeven van meest Jannen en Pieten en Leo hebben we de giek toch op de kant gekregen. Gelukkig kwam Marianne ook nog om haar schouder eronder te zetten, zodat we hem met vereende krachten uitendelijk hoog en droog op zolder hebben gekregen. Daar kan er in de herfst- en wintermaanden droog aan gewerkt worden, zodat hij hopelijk in het voorjaar als eerste buitenwerk weer ingehangen kan worden.
De verhuizing van de vissen naar Sealife Scheveningen was uitgebreid te volgen in de media. De haaien keerden daarmee terug naar hun geboortegrond, want in 2000 zijn ze in zogenaamde ‘broedzakken’ van Sealife betrokken. Daarna werd het stil in de media. Dat wil niet zeggen dat er niets meer is gebeurd. Integendeel, in afwachting van een vervangend depot werd er al het nodige ‘verhuisd’. De inhoud van de Zeemanswinkel (snoep) verhuisde naar het Coöperatiemuseum Schiedam. Daar kunt u dus nog terecht voor de ouderwetse snoepjes. Voor openingstijden zie: www. cooperatie-museum.nl . Onder leiding van de timmerlieden Jan van Santen en Piet Maat werd vervolgens het winkelinterieur gedemonteerd. Begin december verdween het via het oer-Vlaardingse verhuisbedrijf Dijkshoorn naar bruikleengever Zuiderzeemuseum Enkhuizen.
Kabelgast Pieter Kornelis (‘Alle beetjes helpen, alle vrachies lichten’ zei de man en hij duvelde zo z’n vrouw van de handkar’ is een spreekwoord dat in mijn familie vroeger opgang deed om zwaar werk te omzeilen.)
Het rederskantoor werd vervolgens leeggehaald en het daar sinds 1971 bivakkerende ‘personeel’ werd bedankt. Eén van de
De kotterbrug moest er ook aan geloven. Naast onze timmerlieden was natuurlijk ook onze eigen ‘sparks’ Leo Rijke van de partij voor het demonteren van de apparatuur. Op de eerste werkdag van het nieuwe jaar ging het hele spulletje per vrachtwagen retour naar bruikleengever Radio Holland (Stichting Oud Roest). Enkele apparaten waren in bruikleen bij andere bruikleengevers; we konden bemiddelen bij het omzetten daarvan in schenkingen aan Stichting Oud Roest. Hierdoor blijft de inventaris van de kotterbrug compleet en kan deze in de toekomst wellicht ergens anders opgebouwd worden. Eén en ander met dank aan de heren Leun van Koppen (Scheepswerf Maaskant), Bert Bakker (Northrop Grumman Sperry Marine), Ernst Lohmann (Alphatron) en Hans van der Penne (Radio Holland). Ondertussen verdwenen ook de boetsters en de mandenmaker uit het museum en als u dit leest, zal er ongetwijfeld weer het nodige weggehaald zijn. Het wordt leeg in het museum…. Jan de Jonge, registrator
De kotterbrug tijdens demontage. Jan van Santen, Leo Rijke en Piet Maat (v.l.n.r.) buigen zich over een probleem met de radar. Foto: Frans Assenberg
9
Vrijwilliger in de schijnwerper:
Jan Verhoeff Het museum kan terugvallen op een grote groep enthousiaste vrijwilligers. Wie maken daar deel van uit en wat doen ze precies? In deze Spil maken we nader kennis met Jan Verhoeff, die rondleidingen gaf in het kader van educatief project ‘Groeten uit Vlaardingen’ en lid is van de vaste onderhoudsploeg van de VL 92 Balder.
Ben je altijd aan het water verbonden gebleven? Ik heb op de lijndienst Nederland- ZuidAmerika gevaren voor de Koninklijke Hollandse Lloyd, maar ben in 1961 aan wal gaan werken. Ik had de tijd op zee zeker niet willen missen, maar ja, aan wal waren de verdiensten beter én had ik vaste werktijden. Ik ben weer terug naar Zegveld gegaan en in 1971 getrouwd. We
We zien je als vrijwilliger rondleidingen geven en ook klussen op de Balder. Hoe ben je in het museum terechtgekomen? In 2004 ben ik gestopt met werken en veel mensen om mij heen zeiden dat je dan toch in een gat valt. Bij mij was dat niet het geval. Het museum kwam in die tijd weer bij mij onder de aandacht. Ik besloot het museum en de bibliotheek weer eens te bezoeken. Ook kwam ik via familie in contact met Peter Zuydgeest, die mij lid maakte van de Vereniging Vrienden en mij boeiende verhalen over de visserij vertelde. Van het een kwam het ander. Ik begeleid schoolklassen die mee doen met het educatief project ‘Groeten uit Vlaardingen’ en maak onderdeel uit van de onderhoudsploeg van de VL 92 Balder. Ik ben dan meestal op woensdag in Vlaardingen. Wat zijn je verdere interesses? Ik wil graag op de hoogte blijven van de laatste ontwikkelingen in de scheepvaart, zoals de offshore. Wat nu aan de gang is, is net zo belangrijk als het verleden dat we in musea bewaren. Ik vind die ontwikkeling van toen naar nu enorm interessant. En wat te denken van het leven onder water? Er wordt veel onderzoek gedaan naar het leven onder de zeespiegel en we komen steeds meer te weten. Dat wil ik gewoon niet missen. Je raakt er ook niet op uitgekeken.
10
Ik ben in 1943 in Zegveld geboren als derde kind in een gezin met negen kinderen. Mijn vader was fietsenmaker en loodgieter. In mijn jeugd trok het water me altijd aan, wat best apart is voor een jongen van het platteland. Ik was gefascineerd door schepen en scheepvaart. Met mijn fiets trok ik erop uit om te kijken naar de scheepswerven in Alphen aan de Rijn. Dat ik ‘iets’ met scheepvaart wilde doen, lag dan ook voor de hand. Na de lagere school was ik voor sommige maritieme opleidingen te jong en voor andere moest je eerst een vooropleiding doen. Ik kon wel naar het matrozeninstituut Pollux in Amsterdam. Daar verbleef je intern en kreeg je je opleiding aan boord van een schip. In 1957 ben ik met die opleiding begonnen.
hebben drie kinderen gekregen en we kijken nu uit naar de komst van het vierde kleinkind. Wat ben je aan de wal gaan doen? Ik heb gewerkt voor een verhuurbedrijf van machines en een bedrijf dat zich bezighield met bodemsanering, grondreiniging en waterzuivering. Ik heb altijd prettig gewerkt en mijn machinistenachtergrond altijd goed in de praktijk kunnen gebruiken. Doordat ik mijn eigen zeilboot heb, een Argonaut van zeven meter lang, kom ik wat varen en klussen betreft nog genoeg aan mijn trekken. Ik heb een ligplaats in Nieuwkoop en met mijn vrouw trek ik er regelmatig op uit.
Het museum staat aan de vooravond van grote veranderingen. Hoe zie jij deze ontwikkelingen? Dat het museum vernieuwd moet worden, is duidelijk. Ook de Balder valt daaronder. Voor veel mensen is het prettig dat aan de inrichting van het museum weinig is veranderd. Voor hen is het een feest van herkenning. De jongeren ervaren dat niet zo en geven veel kritiek. Dat merk je als je met de jeugd aan de slag gaat. Alex Poldervaart
Hoogendijkprijs 2010 naar Noordpolderzijl
‘Een monument in beeld en geschrift’ Uit het hoge noorden kwamen ze: de heren Albert Flikkema en Siewert Meijer. De één uit Assen, de ander uit het Groningse Usquert, waar bezoekers altijd over de dijk willen kijken, naar de Waddenzee. Flikkema en Meijer en hun respectievelijke echtgenoten, daalden af naar de Randstad, naar het Campanile Hotel in Vlaardingen. Het kleine gezelschap was door voorzitter Tom de Koning van de Vereniging Vrienden van het Visserijmuseum persoonlijk uitgenodigd om de Hoogendijkprijs 2010 in ontvangst te komen nemen. Verassing alom, uiteraard. Dat deden ze maar wat graag. De reden voor deze mooie onderscheiding was de publicatie van een prachtig boek dat de twee heren schreven en dat de jury van de Hoogendijkprijs aanleiding gaf hen te belonen. Het boek in kwestie kreeg de titel ‘Noordpolderzijl, thuishaven voor vissers en robbenjagers.’ De ‘Hoogendijkprijs’ is vernoemd naar de Vlaardingse firma Hoogendijk, die sinds het midden van de achttiende eeuw actief was in de visserij en vishandel en hoofdsponsor van de prijs. Noordpolderzijl is het schilderachtige en uniek op de grens van land en wad gelegen getijdehaventje, bijna twee eeuwen thuishaven voor robbenjagers uit Usquert en omgeving. Het kleurrijke boek laat een al even kleurrijke, regionale geschiedenis van Noordpolderzijl herleven, waarbij de auteurs niet over één nacht ijs gingen. Zij lieten zich uitgebreid informeren over
deze bijzondere visserij. Door interviews werd de historie verlevendigd en kregen zij inzicht in de manier van leven van de robbenjagers. Tot zelfs in de Zeeuwse en Zuid-Hollandse wateren werd door deze jagers op zeehonden gejaagd.
Monument Vanwege de verbouwingsactiviteiten weken de Vrienden voor de feestelijkheden uit naar restaurant Loenz op de Markt in Vlaardingen. Jurylid Jeroen ter Brugge prees de laureaten voor hun bijdrage aan de visserijgeschiedenis: “De Groningse visserij heeft zijn eigen interessante karakteristiek en vormt een bijzondere loot aan de boom die de Nederlandse visserijgeschiedenis heet. Maar met een onderwerp alleen is nog geen prijs gewonnen. Daar is ook een goed boek voor nodig. Albert Flikkema en Siewert Meijer zijn er in hoge mate in geslaagd een monument in beeld en geschrift voor Noordpolderzijl, de visserijvloot van Usquert en de vissers op te richten. Maar die conclusie alleen doet geen recht aan het boek. Het steekt door de grondigheid en compleetheid, maar zeker ook door de vakkennis en het enthousiasme voor het onderwerp, uit boven een lokale publicatie.” Met de prijs, een oorkonde, bloemen en veel indrukken, togen de laureaten en hun vrouwen terug naar hun hotel en het hoge noorden. Frans Assenberg Jurylid J. ter Brugge, de laureaten S. Meijer, A. Flikkema en T. de Koning, voorzitter Vereniging Vrienden (v.l.n.r.). Foto F. Assenberg
Vrienden verleggen hun koers
Nu de deur van het museum per 1 september 2010 gesloten is vanwege renovatie en nu de naam gewijzigd is, gaat er bij de Vereniging Vrienden ook iets veranderen. In de laatste Spil schreef ik al dat de vlag de lading niet meer dekt. Het bestuur zal de leden dan ook het voorstel voorleggen om de naam van de Vereniging te wijzigen in ‘Vereniging Vrienden van Museum Vlaardingen’. Tijdens de Algemene Ledenvergadering van 7 april a.s. vragen wij de leden daarvoor toestemming. Het doel van de vereniging blijft hetzelfde. Het museum zal het onderdeel ‘visserij’ in de nieuwe opzet sterk aandacht blijven geven, maar in de toekomst zullen wij ook de nieuwe pijlers, ‘de Vlaardingen Cultuur’ en ‘Vlaardingen als belangrijke historische vissershaven’ gaan ondersteunen. Dat vraagt tijd en aanpassing. Het voornaamste is, dat wij eensgezind de directie en de Raad van Toezicht ondersteunen op weg naar een museum voor de 21e eeuw. Wij rekenen daarbij op uw steun. Tom de Koning, voorzitter.
11
Agenda
26 januari 2011
VISCUS-inloopavond*
Vanaf 19.30 uur in het museum. 10 februari 2011
Avond voor vrienden MUSEUM en BALDER*
Inloop in het museum 19.30 uur, aanvang 20.00 uur 23 februari 2011
VISCUS-inloopavond*
Vanaf 19.30 uur in het museum 30 maart 2011
VISCUS-inloopavond*
Vanaf 19.30 uur in het museum 7 april 2011
Algemene Ledenvergadering* Inloop in het museum 19.30 uur, aanvang 20.00 uur 15 april 2011
Deadline meinummer SPIL 12
27 april 2011
VISCUS-inloopavond* Vanaf 19.30
21 mei 2011
Excursie naar Oostduinkerke
Voor nadere informatie zie t.z.t. de website: www.museumvlaardingen.nl 25 mei 2011
VISCUS-avond* Vanaf 19.30 uur
11 juni 2011 (onder voorbehoud)
Binnenkomst Balder met nieuwe haring * zie elders in deze SPIL
ALGEMENE LEDENVERGADERING De notulen van de vorige ALV, het jaarverslag en het financieel verslag kunnen vanaf 24 maart telefonisch, schriftelijk of per e-mail worden aangevraagd bij de secretaris. Aftredende bestuursleden zijn F.W. Assenberg (niet herkiesbaar) en A.B.M. de Koning (herkiesbaar). Tegenkandidaten kunnen tot een half uur voor de vergadering worden aangemeld bij het bestuur. F.W. Assenberg, secretaris Tel. 010-4342896 E-mail:
[email protected]
Bestuur Vereniging Vrienden van het Visserijmuseum A.B.M. de Koning, voorzitter A. Otto, vice-voorzitter F.W. Assenberg, secretaris S. van der Marel, penningmeester J. van Hemert W.J. Hesse
MUSEUM VLAARDINGEN Westhavenkade 53/54 3131 AG Vlaardingen Telefoon: 010 - 434 87 22 E-mail:
[email protected] Website: www.museumvlaardingen.nl Openingstijden: Wegens verbouwing is het museum vanaf 1 september 2010 gesloten.
Museum- en Balderavond De Vereniging Vrienden en de Stichting Zeillogger Balder willen u graag uitnodigen voor een bijeenkomst op donderdag 10 februari 2011 in het museum. Op deze avond zal met de vrijwilligers en anderen onder meer worden gesproken over: bruikleenovereenkomst, sponsoring, inzet van vrijwilligers, restauratie etc. Tevens zal door Jan van de Voort een lezing worden gehouden naar aanleiding van zijn laatste boek, De renaissance van de visserij. Wie zich alvast wil inlezen kan dit boek via de webshop van het museum bestellen. Een bijeenkomst die u niet mag missen. Inloop vanaf 19.30 uur, aanvang 20.00 uur. Colofon
De Spil verschijnt driemaal per jaar in een oplage van 1.000 exemplaren. Redactie: Jan van Hemert en Alex Poldervaart Vormgeving en druk: Stout Grafische Dienstverlening Aan dit nummer werkten mee: Arnoud van Aalst, Frans Assenberg, Henk van Beek, Jan Huis, Peter de Jong, Jan de Jonge, Tom de Koning, Bert Otto, Aat Rolaff, Jan van de Voort. De Spil is een uitgave van de Vereniging Vrienden i.s.m. het Visserijmuseum. Redactie-adres: Westhavenkade 53/54, 3131 AG Vlaardingen ISSN 1387-1188
VISCUS-AVONDEN Viscus? Nee, zeker niet de naam voor een nieuw soort belasting! Het woord is samengesteld uit delen van: VISserij, CUltuur en Sociëteit. Het heeft betrekking op een nieuw idee om de onderlinge communicatie tussen de leden van de Raad van Toezicht, de directie, de besturen en de leden van de Vereniging Vrienden en de Stichting Zeillogger Balder en alle vrijwilligers de kans te bieden elkaar te informeren over de status van de plannen en de voorbereidingen van de restauratie, renovatie en nieuwbouw van het Museum Vlaardingen en de Balder. Juist in deze tijd is het van belang dat de leden op eenduidige en duidelijke wijze worden geïnformeerd en dat zij direct met hun vragen terechtkunnen bij de verantwoordelijke mensen. Wij hopen dat deze (inloop)avonden de onderlinge band zullen versterken tussen de verschillende groepen rondom het museum en dat men er elkaar nieuwe impulsen zal kunnen geven. Onder koffie en een biertje hopen wij opbouwende kritiek te horen, maar ook steun te krijgen voor een aantal activiteiten rondom het Museum Vlaardingen en de Balder. De eerste drie VISCUS-avonden staan gepland voor 26 januari, 23 februari en 30 maart 2011. De inloop is vanaf 19.30 uur en de plaats van samenkomst is het museum, tenzij anders aangegeven. Uw aanwezigheid wordt zeer op prijs gesteld.
S pon sor s