VLAAMSE RAAD VOOR WETENSCHAPSBELEID
ADVIES INZAKE HET ONTWERP VAN DECREET BETREFFENDE UNIVERSITEITEN IN DE VLAANSE GENEENSCHAP
DE
en HET ONTWERP VAN BIJZONDER DECREET BETREFFENDE DE “UNIVERSITEIT GENT” EN HET “UNIVERSITAIR CENTRUM ANTWERPEN”.
VRWB-R/ADV-25
18 februari 1991.
TDVIES VAN DE VLAANSE RAAD VOOR WETENSCHAPSBELEID INZAKE VLAAI4SE DE UNIVERSITEITEN IN DE BETREFFENDE DECREET VAN ONTWERP HET GEMEENSCHAP HET HET ONTWERP VAN BIJZONDER DECREET BETREFFENDE DE “UNIVERSITEIT GENT” EN “UNIVERSITAIR CENTRUM ANTWERPEN”.
INLEIDING
Minister D. COENS, Gemeenschapsminister van Onderwijs, heeft op 28 januari 1991 de VRWB om advies verzocht in verband met Vlaainse de in universiteiten de betreffende decreet van ontwerp het ; gemeenschap en het het ontwerp van bijzonder decreet betreffende de “Universiteit Cent” Universitair Centrum Antwerpen”. -
-
termijn van De Minister verzoekt de VRWB zijn advies uit te brengen binnen een werking treden 14 dagen, in de overweging dat beide decreten zouden moeten in moet gevolgd bij het volgend academiejaar en gelet op de procedure die nog worden van Na voorbereiding in de Commissie Wetenschapsbeleid, eerst aan de band adviesvraag le officië de van basis op vervolgens en voorlopige werkdocumenten van de Minister, heeft de VRWB in ziin buitengewone vergadering van 6 februari zijn 1991 het ontwerp-decreet uitvoerig besproken. De besluiten van de Raad een in Raadsleden de door dat advies, voorliggend het in weergegeven . goedgekeurd cchriftelijke procedure werd
ADVIES een nieuwe 1, De Viaanise Raad voor Wetenschapsbeieid is van oordeel dat nodig is, dringend onderzoek en onderwijs regelgeving voor het universitair van de uitdagingen de voor wapenen te teneinde de universiteiten beter waardevolle aantal een hiervoor bevat toekomst. Het voorliggende decreet elementen, m.n. sitair de verschillende wetqevinqen inzake de organisatie van het univer de geheel; één in ht saniengebrac onderwijs en onderzoek worden grotendeels en d vereenvoudig punten bepaalde op hierdoor wordt regelgeving geharmoniseerd; gebieden bepaalde op wordt instellingen de van autonomie de vergroot; ..) (patrimoniumbeheer en benoemingsbeleid de herzien; wordt universiteiten de van financieringssysteem het hen van gemaakt afhankelijk minder universiteiten worden qua financiering aantal studenten; personeel het academisch personeel en het vast benoemde wetenschappelijk worden geïntegreerd in één academisch korps; en icwalïteinsbewaking not gegeven aanzet eerste een wordt er --
.
-
-
-
kwaliteitszorg.
2. De
Raad
kan
het
streven
naar
rationalisatie
in
cie
opleidingsprogrammas,
beoogd door dit decreet, onderschrijven. Er wordt echter betreurd dat het t oewijzeri en de organisatie van studiegehieden, zoals vermeld in het decreet ten gevolge van het politiek akkoord betreffende de beperkte en mede door ingegeven werd eerste plaats op de niei expansie, universitaire van vlak het op noden de door noch overwegingen )nderw]]skundlge vetenschappe Lijk onderzoek.
3. De VRWB verheugt zich over de principiële erkenning van de onderzoekstaak van de universiteiten. Anderzijds is het probleem van de financiering van het fundamenteel onderzoek hiermee niet geregeld. De algemeen erkende achterstand van Vlaanderen inzake de overheidsinspanningen voor fundamenteel onderzoek wordt door dit decreet zelfs niet ten dele weggewerkt. 4. De VRWB wenst uitdrukkelijk de noodzaak van zo een verregaande regelgeving van typisch academische aangelegenheden nader te onderzoeken, en hiervoor later ten gronde te adviseren. Dit geldt voornamelijk inzake het vastleggen jan opleidingen en toewijzen van studiegebieden, de organisatie van het onderwijsaanbod, de autonomie van de instellingen, de financiering van het fundamenteel wetenschappelijk onderzoek en de kwaliteitsbewaking.
5. De VBWB betreurt dat in de laatste versie van het ontwerp-decreet opnieuw een overdreven regelgeving wordt ingevoerd, vooral via het toekennen van een zeer grote bevoegdheid aan de Vlaarnse Executieve.
6. Zonder afbreuk te doen aan wat gesteld wordt in de punten 1 t.e,m, 5, wenst de VPWB bij het huidig voorliggend ontwerp van decreet volgende specifieke opmerkingen en voorstellen voor verbeteringen te formuleren:
a. Fundamenteel onderzoek rr net licht van een inhaalbeweging in de overeidsfinanciering voor het fmr,damenteel onderzoek, beveelt de VRWB aan om het t riimale percentage van de werkiiigsuitkeringen aan de universiteiten, dat als jaarlijkze toelage aan het NEWO wordt toegekend, substantieel te verhogen en artikel 161 in die zin aan te passen.
b. Doc toraatsopleiding b.l. Binnen het wetenschappelijk onderzoek vormt de dectoraatsopleiding een belangrijk element. Gelet op de recente internationale ontwikkelingen op dit vlak, acht de VRWB het niet aangewezen op dit ogenblik zonder grondige analyse in dit decreet modaliteiten vast te leggen van een doctoraatsopleiding, Het deze autonoom om zelf untversiteiten de aan toe bovendien komt te zin tweede de ook dan dient 15 modaliteiten te bepalen. In artikel worden geschrapt. de van verbondenheid de bevestigt Raad b,2. De onderwijs. academisch het onderzoeksfunctie binnen logisch dat eveneens in de instellingen, oie enkel 3
en onderwijsis dan ook Het de eerste cyclus
33rt
0
HC5
—
D
< 0 .o
H• 0 0 5
(
t)’-
0-5-
-
‘
(fl
0-
--B
00000ODioDO
•t)’ (t 0 < < 0
Di,,Di
0(D0000-0
0
t o
‘
“
0
0(:___ 0(t 0
1.
t. 0t) ti o0
< -
r’
-D
-,
0-
0
o Cl
t)
0-5
Cl
DDO—-02J DiOtnDOç—
2) 0
)(t_D(t(t
o
-o
:-
-
-
-,
(to
<
t 0 r
OH0
00Q H0
,
‘(h)
(t__t)
‘Di(t
Cc(t
t)Diçt
r
0 L(t
0
<
—
L0(D
çDcD0 0
OOc
fl
o-H-
O_J-0-
(tD
F—’-
0-
0
Di
00°h (t t) t 0 Z(D0
0
-
0’---0
,(D
00(Do
-
coQ)ooLQ
b-LQQ(D00 CD F-0 0 0L0H QJ0•cD 0 0
MOZÇD
00(D00Z(Dh10
fl
0
0
LO CD
CD
0
CD
E-O
‘ -.
LO
L,.
t)
,‘(
(t
-
Di
0-
(t
b-5
—
1
Ct
(t)
o0(D
0-Ori-
0
-
—:
—---
Ot
0t’rio
_Ç
0 (D
00 L0
°t<
-
0
0-0<0
00-(t (tt)0Di0-0-(D 00-L-- 1 (t (t) DO t) DO 1 (t 0-DO0t)DOOr-10 (Dr— (t— n(tH--
000-
-0
-:
<—
, 0Di
0-
, Di(t’<
(tH-
<s--
<0-i
0
— —
(t 0Di
0 (t) 0-
D(D
0(D
Q 0 L
L0H
(DH-t
o0-
0
o—oo»a(D D0’(D -‘o(D -C 0 D-
;;ç-
dHD(DHQ00
0-
0D0
(DH—
(t 0-
0(t
“
‘-l-
‘t
0-
0
0
ZdDH00CD0
0
000H0
HOQ
C5
-Q 0 0 0 0 0Z(D00(DÇD
-< rt000U
0-0-
-
t)
0
0_
—‘o --
Di_
—--t-
(t-,
r(t(t0-
0
0-
LO
-
0-
LO
t)(D(D’Di Cl Cl (—J - t)
(D(tCl(D0-t)t)Cl (t(D Dit)0(tL(t
Di
t)LQ
CD,--0H0-H
H00
0 0(tQDi 0(tCl
(t(ti00(t 000-0-
t)t-
t)Q
H(t)Q,
t)(D(t0
(t—
t)--,
(t
0-Ow(t
: 0tno0rO
(t
DiQtn0-Q
(tH 0Di(t tt)
—• )L. t 0
-.
<—
o0-ooo
(t t)
Oo.
D-<’
°‘
‘—-
.
OOEDJ(D O-0(D0(D ‘t1—0-ç’ (D-0C<0 o --
h(DHhflCDH.
N ootooo
0
0001
0
0
CD
CD
CD
W
0
o
Di
.
(t 0-s(00-
Q,-rDi
dt)0
tCl-r
Q
-
00-
00
.-
‘-
,____i
)-fl 0-
0-
t)nm r-,
---o
.
CD
c
t)
(t
r
‘t t)
Cl
0
(1)
0-
0
t)
5-
—
,
(t
-
0 LQ
(D(tj
0-
0-. 0.
Q0
<
-1-
(t,-,
0
-
0
<0-
(D jtt
—
t) 0Di
00
0-
0 (tLt
Ø(t
-
00 t) ((t t) Cl < < D)022NJTQ00D t)t)’0Ct)——
0’
(t
0
0-0
0
t)
Di 00000 çt
(tt)çt0
Di
(t
0
oo
—
rt(D
—---,C 0
D(L_.
-
(D(D
—0—
çt
ooccw 00Q-00
D
-—
—çO
--co
—o
Dr0 0O z
o.oi
D0 0 tQ(DQQ 0
(DQ
-
D
0
rtrr
gelijkgestelde orgaan kan bij een eerste aanwerving met een twee derde meerderheid van de uitgebrachte stemmen afwijken van de in lid dén tot drie T gestelde rang- en anciënniteitsvereisten.
e. Onderwijsaanbod. el. De meerderheid van de Raad is voorstander om de discriminatie tussen de instellingen bij het vastleggen van de opleidingen op te heffen en artikel 21 als volgt te formuleren: De onder artikel 3 vermelde universiteiten kunnen binnen de Artikel 21. hen toegewezen studiegebieden of delen van een studiegehied alle volgens artikel 20 vastgelegde opleidingen aanbieden. T -
e.2. De VRWB stelt vast dat inzake het onderdeel academische graden het decreet nog op zeer talrijke punten specifieke regelgeving door de Executieve voorziet. De VRWB wenst dat dit gereduceerd wordt tot het de voor en harmonisatie enige voor is noodzakelijk dat minimum bouwen te in de nodige met zichzelf, op financieringsregeling aansporingen voor rationalisatie van het studieaanbod,
f. Financiële autonomie f.1. Bij het bepalen van de financierbare eenheden (artikel 126) is de VRWB van oordeel dat ook voor de specialisatieopleidingen de totale duur van de opleiding dient in rekening gebracht, met uitzondering van bisjaren. toegestane de gewijzigd: volgt als dient d) 3°, Artikel 126, financieringsduur voor een specialisatieopleiding is gelijk aan maximum twee jaar voor een voltijds student. Bisjaren in de specialisatiejaren kernen voor financiering niet in aanmerking. f.2. Wat de inschrijvingsgelden betreft, stelt de meerderheid van de \ÏRWB voor om deze vast te leggen voor de verschillende categorieën studenten en opleidingen in de eerste en tweede cyclus, en geen ruimte te laten door het opleggen van maxima en minima. Voor de derde cyclus wordt het inschrijvingsgeld eveneens vastgelegd, voor zover het postacademische opleidingen betreft die erkend worden volgens dit decreet en derhalve voor financiering in aanmerking komen. Opleidingsprogrammas met inschrijvingsgeld dat afwijkt van het in vorig lid bepaalde, komen voor f.inanciering niet in aanmerking.
g. Controle en civiele effecten. g.1. De VRWB acht het opportuun om in de toelichting bij artikel 168 toe te voegen: “De commissaris van de Vlaainse Executieve en de Afgevaardigde van Financiën beoordelen de opportuniteit van de beslissingen niet. Zij mogen geen bestuurstaken waarnemen binnen de universiteit,”
g.2. Om misverstanden betreffende gelijkwaardigheid met civiele effecten te voorkomen, zou het volgens de VRWE nuttig zijn om bij het artikel 35 toe te voegen: ‘Voor studenten uit landen waarmee Vlaanderen geen bi1aerale een universiteit voorafgaarde kan de heeft, erkenningsovereenkomst de tot hen alvorens voorschrijven, programma bijkomend D
doctoraatsopleiding toe te laten° g,3. De VRWB verzoekt tenslotte de Vlaamse Executieve te waken over de tijdige uitvoering van de noodzakelijke aanpassingen aan de nationale wetgeving waar deze vermeldingen bevat betreffende de wettelijke graden met civiele effecten.
h. Bijzonder decreet In verband met het ontwerp van bijzonder decreet voor de Universiteit Cent° en het °Universitair Centrum Antwerpen°, merkt de VRWB op dat het decreet een belangrijke stap betekent in de richting van een vernauwing van het tot nog toe ruime verschil in bestuursvrijheid van de gemeenschapsuniversiteiten en van de Vrije universiteiten. Het bevat tevens verbeteringen van het thans geldende besuursmechanisme. De meerderheid van de Raad is daarenboven van oordeel dat het de flexibiliteit van het bestuur ten goede zou komen indien de opdracht van de Raad van Bestuur vooral de algemeen maatschappelijke en controlerende functie zou omvatten en dat de meer bestuurlijke taken opgedragen zou worden aan het Bestuurscollege. De meerderheid van de Raad stelt daarom voor in artikel 10 bij de 7 punten, waarmee het Bestuurscollege belast is, de volgende punten bij te voegen: °8° het voorstellen tot benoeming van leden van het zelfstandig academisch personeel en het administratief personeel van niveau één; 90 het bepalen van het globale personeelskader.” In art. 19 worden de punten 6° en 7° vervangen door: °6° het bepalen van het globale personeelsbeleid; 70 het benoemen op eensluidend voorstel van het Bestuurscollege van de leden van het zelfstandig academisch personeel, en het administratief personeel van niveau één.
Prof, dr. Ir. Jef ROOS ‘Toorzitter VRWB
Dr. ir. Elisabeth MONARD Secretaris VRWB
0