VLAAMSE RAAD
Stuk 123 (1981-1982) - Nr. 1
TERUGBEZORGEN
VLAAMSE RAAD 23 JUNI 1982
ZITTING 1981-1982
ONTWERP VAN DECREET houdende goedkeuring van het Cultureel Akkoord tussen de Regering van het Koninkrijk België en de Regering van Ierland, ondertekend te Dublin op 8 juli 1980
MEMORIE VAN TOELICHTING
D AMES
EN
H EREN ,
Het sluiten van een cultureel akkoord tussen het Koninkrijk België en de Republiek Ierland werd reeds een tiental jaren in overweging genomen. De toetreding van Ierland tot de Europese Economische Gemeenschap zou de beslissing ter zake in gunstige zin beïnvloeden. Op 16 april 1973 werd het advies gevraagd van de Ministers van de Nederlandse en de Franse Cultuur over het sluiten van een dergelijk akkoord. Beide ministers gaven een gunstig advies op 25 april 1974. Op 16 mei 1974 werd door beide Partijen, ter gelegenheid van het officieel bezoek van de President van de Ierse Republiek aan België overeen gekomen om onderhandelingen over het sluiten van een cultureel akkoord aan te knopen. De onderhandelingen terzake vonden uiteindelijk plaats te Brussel op 3 november 1978. Het cultureel akkoord werd ondertekend te Dublin op 8 juli 1980. Onderhavig akkoord is zoals alle tot nog toe door België gesloten culturele akkoorden een kaderakkoord dat voorziet in uitwisselingen op het gebied van cultuur, het onderwijs en de wetenschappen. Artikel 4 richt een Vaste Gemengde Commissie op waarvan beide secties, de Belgische en de Ierse, in voltallige zitting zullen vergaderen om de werkprogramma’s op te stellen en de modaliteiten inzake financiering en werking van het akkoord te bepalen. 156
[21
123 (1981-1982) - Nr. 1
Overeenkomstig de beschikkingen van artikel 5 zal het cultureel akkoord in werking treden vanaf de datum waarop de verdragsluitende Partijen zich wederkerig het vervullen van de vereiste formaliteiten zullen genotificeerd hebben.
De Gemeenschapsminister van cultuur,
K. POMA
123 (1981-1982) - Nr. 1
131
KONINKRIJK BELGIE
ADVIES VAN DE RAAD VAN STATE
De Raad van State, afdeling wetgeving, eerste Kamer, de 7e oktober 1981 door de Staatssecretaris voor de Vlaamse Gemeenschap verzocht haar van advies te dienen over een ontwerp van decreet ,,houdende goedkeuring van het Cultureel Akkoord tussen de Regering van het Koninkrijk België en de Regering van Ierland, ondertekend te Dublin op 8 juli 1980”, heeft de 2e december 1981 het volgend advies gegeven. Volledigheidshalve mag erop worden gewezen dat het Cultureel Akkoord tussen België en Ierland dat de Vlaamse Executieve zich voorneemt aan de instemming van de Vlaamse Raad voor te leggen, bepalingen bevat die, doordat ze een aangelegenheid betreffen welke niet tot de bevoegdheid van de Gemeenschappen behoort, buiten het toepassingsgebied vallen van artikel 16 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen. Het gaat met name om de bepalingen van de artikelen 2,3, en 2,4, die betrekking hebben onderscheidenlijk op de uitwisseling van informatie omtrent onder meer onderwijsstructuren en op de gelijkwaardigheid van diploma’s en getuigschriften en om de bepalingen van artikel 3 in zover deze betrekking kunnen hebben op het wetenschappelijk onderzoek dat niet onder de Gemeenschappen ressorteert. De Vlaamse Raad geeft uiteraard enkel zijn instemming met de bepalingen van het akkoord die tot de bevoegdheid van de Gemeenschappen behorende aangelegenheden betreffen of, in voorkomend geval, in zoverre de bepalingen van het akkoord dergelijke aangelegenheden betreffen. Het voordrachtsformulier moet worden aangevuld met de woorden *. ,,en na beraadslaging in de Vlaamse Executieve”. In het enig artikel schrijve men : ,,Het Cultureel Akkoord.. .“. De kamer was samengesteld uit de heren : H. ADRIAENS, voorzitter, H. COREMANS, Gh. TACQ, staatsraden, F. DE KEMPENEER, J. GIJSSELS, assesoren van de afdeling wetgeving,
mevrouw : M. BENARD, grzjjjer. Het verslag werd uitgebracht door de heer J. DE COENE,
auditeur.
De GrifJier, M. BENARD
De Voorzitter, H. ADRIAENS
Pu
123 (1981-1982) - Nr. 1
ONTWERP VAN DECREET DE VLAAMSE EXECUTIEVE,
Op de voordracht van de Gemeenschapsminister van cultuur ; Gelet op het advies van de Raad van State ; Na beraadslaging ; BESLUIT :
De Gemeenschapsmnister van cultuur wordt gelast namens de Vlaamse Executieve bij de Vlaamse Raad het ontwerp van decreet in te dienen waarvan de tekst volgt :
Artikel 1 Dit decreet regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 59 bis van de Grondwet. Artikel 2 Het Cultureel Akkoord tussen de Regering van het Koninkrijk België en de Regering van Ierland, ondertekend te Dublin op 8 juli 1980, zal volkomen uitwerking hebben. Brussel, 12 maart 1982.
De Voorzitter van de Vlaamse Executieve,
G. GEENS
De Gemeenschapsminister van cultuur,
K. POMA
PI
123 (1981-1982) - Nr. 1
CULTUREEL AKKOORD TUSSEN DE REGERING VAN HET KONINKRIJK BELGIE EN DE REGERING VAN IERLAND De Regering van het Koninkrijk België, en De Regering van Ierland, Geleid door de wens de vriendschappelijk betrekkingen tussen beide landen te verstevigen ; Overtuigd dat de samenwerking op het gebied van de cultuur, het onderwijs en de wetenschappen de volkeren van beide landen nader tot elkaar zal brengen ; Hebben besloten dit akkoord te sluiten en zijn overeengeko-
men wat volgt : Artikel 1 Ten einde de culturele samenstelling tussen beide landen te bevorderen zullen de Verdragsluitende Partijen : 1. De gepaste initiatieven nemen om elkaars culturele en humane verwezenlijkingen beter te leren kennen door de organisatie van voordrachten, tentoonstellingen, kunst-, sporten jeugdmanifestaties, door de uitwisseling vanpublicaties, de vertaling van literaire werken en door gebruik te maken van de, radio, de televisie, de film en andere media ; 2. De directe contacten vergemakelijken tussen vertegenwoordigers uit de wereld van de plastische kunsten, de literatuur, het toneel, de muziek, de film, de radio en de televisie, de sport, de jeugd- en volwassenenwerken, het bibliotheekwezen ; 3. De samenwerking in de hand werken tussen inrichtingen voor kunstonderwijs en lichamelijke opvoeding, bibliotheekwezen, musea, schouwburgen en andere culturele instellingen ; 4. Door wederzijdse toekenning van beurzen de uitwisseling vergemakkelijken van studenten en stagiairs tussen de inrichtingen van kunstonderwijs, lichamelijke opvoeding en sport ; 5. Hun landgenoten aanmoedigen deel te nemen aan seminaries, colloquia, tentoonstellingen, festivals, wedstrijden, evenals aan samenkomsten van deskundigen op cultureel gebied die door de andere Verdragsluitende Partij worden georganiseerd. Artikel 2 Beide Verdragsluitende Partij en zullen de samenwerking op het gebied van het onderwijs bevorderen. Daartoe zullen zij : 1. De uitwisseling in de hand werken van professoren, alsmede van wetenschappelijke medewerkers van inrichtingen voor hoger onderwijs, musea en wetenschappelijke instellingen, en hun onderzoekswerk vergemakkelij ken door hen toe te laten tot de bibliotheken, archieven enzovoort, dit overeenkomstig de reglementen die in elk van de Verdragsluitende landen gelden ;
161
123 (1981-1982) - Nr. 1 2. Door toekennen van post-universitaire beurzen de uitwisseling van studenten en stagiairs uit de inrichtingen voor hoger onderwijs te bevorderen ; 3. De uitwisseling van ervaringen op het gebied van het onderwijs op alle niveaus bevorderen door onderwijsdeskundigen de gelegenheid te bieden bij de andere Partij prospectieen studieopdrachten te vervullen en bestendig een uitwisseling van informatie inzake structuren, methodes en hervormingen te verzekeren ; 4. De mogelijkheden onderzoeken om aan de problemen van gelijkwaardigheid van diploma’s en getuigschriften de beste oplossing te bezorgen ; 5. Wederzijds het onderwijs bevorderen van de taal en de literatuur van het andere land in hun inrichtingen voor hoger onderwijs. Artikel 3 De Verdragsluitende Partijen zullen de uitbreiding van de wetenschappelijke samenwerking tussen hun landen bevorderen. Daartoe zullen zij : 1. De contacten tussen hun wetenschappelijke instellingen, alsmede tussen de instituten en centra voor onderzoek vergemakkelij ken ; 2. De uitwisseling van stafpersoneel der wetenschappelijke instellingen alsmede van andere specialisten aanmoedigen ; 3. De uitwisseling van navorsers door toekenning van beurzen mogelijk maken ; 4. Wetenschappelijke en gespecialiseerde publicaties uitwisselen ; 5. De organisatie van wetenschappelijke conferenties, colloquia en seminaries aanmoedigen.
Artikel 4 Een gemengde Iers-Belgische commissie waarvan de leden in gelijk aantal worden aangeduid door de twee Regeringen en die kan worden aangevuld met deskundigen, zal beurtelings in België en in Ierland samenkomen, in principe om de twee jaar en telkens de twee Partijen het nodig achten. Zij zal worden voorgezeten in Ierland door een lid van de Ierse afvaardiging en in België door een lid van de Belgische afvaardiging. Zij zal de problemen onderzoeken in verband met de toepassing van dit Akkoord en werkprogramma’s opstellen. Artikel 5 Onderhavig Akkoord wordt voor onbepaalde duur gesloten. het zal in werking treden de dag waarop de Verdragsluitende Partijen in kennis worden gesteld dat de vereiste formaliteiten vervuld zijn. Het kan op elk ogenblik door de Verdragsluitende Partijen worden opgezegd en vervalt in dit geval zes maanden na de datum waarop kennisgeving van opzegging werd meegedeeld.
[71
123 (19814982) - Nr. 1 Ter bevestiging waarvan de Gevolmachtigden, te dien einde behoorlijk gemachtigd, dit Akkoord ondertekend en van hun zegel hebben voorzien. Gedaan te Dublin op 8 juli 1980, in tweevoud, in de Nederlandse, Franse, Ierse en Engelse taal, de vier teksten zijnde gelij kelij k authentiek.