VLAAMS VERBOND VAN HET KATHOLIEK SECUNDAIR ONDERWIJS LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS
HANDEL Eerste leerjaar A – Keuzegedeelte Tweede leerjaar – Basisoptie
Brussel – Licap: D/2002/0279/045 – september 2002
ALGEMENE INHOUD
LESSENTABELLEN........................................................................................................
4
Keuzegedeelte HANDEL ................................................................................................
5
Basisoptie HANDEL .......................................................................................................
21
3 D/2002/0279/045
Handel Eerste graad
LESSENTABELLEN
Keuzegedeelte eerste leerjaar A HANDEL
2/4
TV Handel Handel
2/4
Basisoptie HANDEL
5
TV Dactylografie/Handel TV Handel
2 3
4 D/2002/0279/045
Handel Eerste graad
HANDEL Eerste graad – Keuzegedeelte Eerste leerjaar A : 2 of 4 uur/week
In voege vanaf september 1998
Keuzegedeelte D/2002/0279/045
5
Handel Eerste graad
INHOUD
1
BEGINSITUATIE...............................................................................
7
2
ALGEMENE DOELSTELLINGEN .................................................
7
3
LEERPLANDOELSTELLINGEN EN LEERINHOUDEN ...........
7
4
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN EN DIDACTISCHE MIDDELEN.....................................................
10
5
EVALUATIE.......................................................................................
17
6
MINIMALE MATERIËLE VEREISTEN .......................................
18
7
BIBLIOGRAFIE.................................................................................
18
Keuzegedeelte D/2002/0279/045
6
Handel Eerste graad
1
BEGINSITUATIE
Er wordt geen specifieke voorkennis verwacht. Het keuzegedeelte Handel geeft de leerlingen de mogelijkheid tot een eerste kennismaking met een aantal typische begrippen en vaardigheden die betrekking hebben op het complexe gebeuren van het dagelijks economisch leven. Via het vak Wereldoriëntatie in het basisonderwijs hebben zij reeds een eerste contact gehad met een aantal aspecten van dit gebeuren. Dit leerplan is bedoeld voor het keuzegedeelte van het eerste leerjaar van de eerste graad. Deze graad is per definitie oriënterend. De nadruk ligt op de vakken van de basisvorming. Het keuzegedeelte Handel heeft een verkennende functie maar is geen voorwaarde voor het volgen van de basisoptie ‘Handel’. In eerste instantie dient de aandacht te gaan naar het ontwikkelen van vaardigheden en attitudes. Bij de kennisverwerving dient de klemtoon eerder te liggen op het kunnen (toepassen, begrijpen, verwoorden ...) dan op louter reproductieve kennis.
2
ALGEMENE DOELSTELLINGEN
Met het vak Handel in deze module willen wij de leerlingen: 1 laten ervaren dat zij dagelijks in contact komen met verschillende vormen van handel; 2 interesse bijbrengen voor de wereld van de handel; 3 helpen zich kritisch op te stellen tegenover verschillende aspecten van handel; 4 begeleiden bij het maken van een verantwoorde studiekeuze wat betreft de basisopties in het tweede leerjaar van de eerste graad; 5 aandacht bijbrengen voor orde, nauwkeurigheid en correct taalgebruik en hen stimuleren zich die attitudes eigen te maken.
3
LEERPLANDOELSTELLINGEN EN LEERINHOUDEN LEERINHOUDEN
LEERPLANDOELSTELLINGEN 1
Met eigen woorden uitleggen waarom orde, nauwkeurigheid en correcte taal van belang zijn voor wie werkt in de administratie en de handel.
2
Aantonen dat de mens voortdurend geconfronteerd wordt met behoeften.
Keuzegedeelte D/2002/0279/045
Behoeften − voedsel en drank − bescherming tegen het weer: kledij, behuizing − zich veilig verplaatsen − informatie − rust en ontspanning − gezondheid
7
Handel Eerste graad
3
Met enkele voorbeelden en in grote lijnen uitleggen hoe de mensen vroeger probeerden in hun behoeften te voorzien en wat de grote verschillen zijn met vandaag.
− − −
−
zelf produceren eigen producten ruilen voor producten of diensten van anderen verschil tussen basisbehoeften en gecreëerde behoeften (eten versus snoep; water versus frisdrank, kleding versus modeverschijnselen enz.) …
4
Het nut en de noodzaak van handel in de geïndustrialiseerde wereld aantonen.
De handel probeert in te spelen op de menselijke behoeften en zoekt er een oplossing voor − voedingswinkels, restaurants, cafés − kleding, huizenbouw − vervoermiddelen − boeken, telecommunicatie, media − toerisme, uitgangswereld, cultuur − ziekenhuizen, apotheken ... − ...
5
Een eenvoudige definitie van handel geven en met voorbeelden illustreren.
Handel is het kopen en verkopen van − goederen − diensten − geld − informatie − ...
6
Beknopt de evolutie van de handel aantonen door de eeuwen heen.
− − − − −
7
Uitleggen wat het verband is tussen maatschappijorganisatie en handel.
−
−
−
Keuzegedeelte D/2002/0279/045
8
ruilhandel (goederen tegen goederen) goederen tegen geld geldhandel dienstenhandel Europese unie... Primitieve vormen van maatschappijorganisatie, bijvoorbeeld ontwikkelingslanden en de bijbehorende vormen van handel Complexe maatschappijvormen bijvoorbeeld geïndustrialiseerde landen en de bijbehorende complexe vormen van handel Het verschil tussen welvaart en welzijn
Handel Eerste graad
8
Het verband leggen tussen handel en een aantal andere aspecten van de moderne samenleving.
− − −
9
Handel en communicatie- en informatietechnologie: bijvoorbeeld telefoon, fax, modem, internet ... Handel en energie Handel en nieuwe technologieën: computergestuurde machines, heftoestellen enz.
Een aantal mogelijkheden opsommen om aan bepaalde behoeften te voldoen en die mogelijkheden evalueren.
−
10
Een kritische houding leren aannemen tegenover de vloed aan informatie die de handel verspreidt.
Verschil tussen informatie en pure reclame − vormen − reclameboodschappen in diverse media
11
Een reclameboodschap kritisch bespreken.
−
− −
−
Mogelijkheden om goederen te kopen Beschikbare diensten Evaluatiecriteria: afstand, aanbod, tijdsduur, kwaliteit, en andere
reclameboodschappen in advertenties, radiospot, reclamefilmpjes reclameaanbiedingen in winkels: gunstkoopjes, prijsaanduidingen met korting
12
Persoonlijke criteria opnoemen waaraan een goede aankoop moet voldoen.
Bijvoorbeeld: verhouding prijs - kwaliteit, uitzicht, service van de verkoper, beschikbaar budget, en andere
13
De belangen van koper en verkoper met elkaar vergelijken.
− −
koper: goede verhouding prijs – kwaliteit verkoper: rendement en winst
14
Tenminste één voorbeeld geven van georganiseerde belangenvereniging of bescherming van de consument.
Bijvoorbeeld: Testaankoop, tv-consumentenprogramma's, Verbruikersunie, consumenteninformatie van de Bond van Grote en Jonge Gezinnen ...
15
Een aantal courante betalingsmogelijkheden herkennen, opsommen en hanteren en de voor- en nadelen ervan uitleggen.
Betalingsmogelijkheden: − betaling cash − gebruik van cheque en bankkaart − betaalkaarten − elektronisch betalen (bv. proton, telefoonkaarten) − betalen met een gemengd betalingsdocument als storting of overschrijving Voor- en nadelen: − risico's bij verlies
Keuzegedeelte D/2002/0279/045
9
Handel Eerste graad
− − − −
zicht op besteedbaar budget tijd tussen betalen en effectief geld overmaken betalingsbewijs gemak en tijdbesparing
16
Een aantal aankoopbewijzen opnoemen, herkennen, begrijpen, lezen en narekenen.
Aankoopbewijzen als: − kasticket: eenvoudig en gedetailleerd − factuur
17
Een aantal betalingsbewijzen herkennen, opnoemen, begrijpen en lezen.
− − −
kwitantie rekeninguittreksel stortingsbewijs
18
Het belang van schriftelijke bewijsstukken in verband met betalingen aantonen.
19
Een aantal voorbeelden opsommen waaruit blijkt hoe de goederen bij de klant terechtkomen.
− −
zelf goederen halen thuisbezorging: y door de verkoper y door besteldiensten y door transportbedrijven y door de NMBS y door de Post
4
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN EN DIDACTISCHE MIDDELEN
Leerlingen beseffen niet altijd dat ze vrijwel dagelijks in contact komen met handel. Het is van belang hen dat besef bij te brengen en hen, weliswaar in grote lijnen, te laten ontdekken hoe handel in mekaar steekt. We doen dat aan de hand van thema’s. Verschillende handelsverrichtingen die binnen de eigen levenssfeer van de leerlingen liggen kunnen daarin aan bod komen. Voorbeelden: zakgeld (o.m. sparen, opmaken van een budgetplanning, enz.); het kopen van kleding, tijdschriften, cadeaus, cd’s; reizen en ontspanning; wonen, en andere. In het keuzegedeelte Handel stellen we ons op het standpunt van de consument. Hieronder staan twee voorbeelden van een thematische uitwerking volgens het technologisch stappenplan. Deze thema’s zijn niet verplicht. De leraar kan zelf andere voorbeelden op een gelijkaardige manier uitwerken. Het is niet nodig dat in één thema alle doelstellingen en leerinhouden van het leerplan aan de orde komen. Wel moet het hele leerplan afgewerkt worden in de loop van het schooljaar. Een leerplandoelstelling kan wel omgezet worden in verschillende lesdoelstellingen. Ook is het mogelijk dat binnen een thema lesdoelstellingen aan bod komen die nieuw zijn, dit wil zeggen niet terug te brengen zijn tot een leerplandoelstelling.
Keuzegedeelte D/2002/0279/045
10
Handel Eerste graad
Scholen die het keuzegedeelte aanbieden voor 2 uur/week, moeten tenminste vier thema’s behandelen. Waar men 4 uur per week aan dit keuzegedeelte besteedt, zal men logischerwijze meer thema’s verwerken. Voorbeelden van een uitgewerkt thema volgens het technologisch concept: Aan de hand van bijvoorbeeld het thema 'kopen' kunnen we vertrekken vanuit een reële koopbehoefte bijvoorbeeld het kopen van een kledingstuk en dit dan uitwerken volgens het schema van het technologisch proces. Op deze wijze brengen we de basisbegrippen en -principes van het aankopen aan. Naar keuze kan men enkele van de leerinhouden en de erbij horende leerplandoelstellingen uit het leerplan in onze lessenreeks rond het thema Kopen opnemen. Het spreekt vanzelf dat specifieke lesdoelstellingen hier ook verder dienen aangevuld te worden. We zorgen ervoor dat de niet behandelde leerinhouden en doelstellingen in een volgend thema ter sprake komen. Voorbeeld 1: Kleding kopen Laat de leerlingen in kleine groepjes beschrijven wat er allemaal gebeurt en waar ze allemaal aan moeten denken wanneer ze een kledingstuk gaan kopen. In een klasgesprek kan men dan alle gegevens verzamelen. Denk onder meer aan volgende vragen: wat wil ik kopen? Wat mag het kosten? Aan welke eisen moet het voldoen? Waar kan ik het kopen? Hoe krijg ik informatie? Op basis waarvan kies ik een verkooppunt? Hoe betalen? Enz... Daarna kunnen de vragen geordend worden volgens het stappenplan van Technologische opvoeding. Stappenplan 1 − − −
Omschrijving van de behoeften: Waarom wil ik een nieuwe winterjas kopen? (Het voorbeeld kan uiteraard even goed uitgewerkt worden i.v.m. sportschoenen, een T-shirt, e.a. Het komt er op aan een item te vinden dat de leerlingen aanspreekt.) Om het voldoende warm te hebben (basisbehoefte). Omdat de oude me te klein geworden is. Omdat ik een jas wil die 'in' is (behoefte opgedrongen vanuit de modewereld – consumptiegedrag).
2
Zoeken naar een oplossing: Hoe kan ik voldoen aan de behoefte aan een nieuwe jas?
− −
Ik kan hem zelf maken. Ik kan een jas kopen: Waar kun je jassen kopen (verkooppunten: bv. winkel, markt, tweedehandswinkel, van een vriend(in) overnemen e.a.) Wat verwacht ik eigenlijk van die jas? Hij moet warm zijn, goed passen, modieus zijn en betaalbaar.
Keuzegedeelte D/2002/0279/045
11
Handel Eerste graad
3
De uitvoering
− −
Waar koop ik mijn jas? Bijvoorbeeld in de winkel Wat komt daar allemaal bij kijken?
4
Ingebruikneming: Ik draag mijn jas
5
Evaluatie
− − − − − −
Ben ik tevreden over de verhouding prijs - kwaliteit? Vind ik mijn jas mooi? Zit hij goed? Is hij voldoende warm? Is hij gemakkelijk te onderhouden? Ben ik tevreden van de service in de winkel? En andere.
Dit voorbeeld wordt als volgt vertaald in lesdoelstellingen en leerinhouden. LEERINHOUDEN
LEERPLANDOELSTELLINGEN 1
Schetsen van de behoeften
1
Omschrijven wat men verstaat onder "basisbehoeften van de mens".
Basisbehoeften: voedsel, bescherming
2
Het verschil aantonen tussen basis- en andere behoeften.
Voorbeelden: − een huis dat beschermt tegen weersomstandigheden voldoet aan een basisbehoefte, een groot of luxueus huis komt tegemoet aan andere behoeften − een eenvoudige maaltijd en een feestelijk etentje − een stel warme kleren en een kast vol modeartikelen − ...
3
Met voorbeelden aantonen dat vrijwel elke aankoop die we doen, teruggaat op een behoefte.
Enkele voorbeelden: kleren, schoenen, voedsel en drank, een fiets, een huis (kopen/ huren) ...
4
Met eigen woorden uitleggen dat de handel inspeelt op de behoeften van de mensen, maar ook behoeften creëert.
Dankzij de handel kan ik een nieuwe jas kopen. Maar het is ook de handel die mij stimuleert om een nieuwe jas te kopen als de oude nog dienst kan doen
Keuzegedeelte D/2002/0279/045
12
Handel Eerste graad
5 2
De rol van reclame bij het creëren van behoeften duiden.
Bij die nieuwe jas wens ik ook nog een sjaal die past met de stijl van de mantel
Zoeken van oplossingen
6
Met eenvoudige voorbeelden aantonen dat het ervaren van een behoefte de mens aanzet tot het zoeken van oplossingen.
Bijvoorbeeld: de behoefte aan bescherming tegen warmte en koude stimuleert de mens tot het maken of kopen van kleren
7
Enkele mogelijkheden opsommen om aan de behoefte aan kleding te voldoen.
− − −
Zelf kleren maken Kleren laten maken Kleren kopen
8
Een aantal verschillende aankooppunten opsommen en uitleggen in eigen woorden.
− − − −
Winkel Markt Postorderbedrijf ...
9
Enkele voor- en nadelen van de verschillende mogelijkheden opnoemen
10
Met eigen woorden uitleggen hoe en waar men informatie kan opdoen betreffende een geplande aankoop.
11
Persoonlijke criteria opnoemen waaraan een aankoop moet voldoen.
Bijvoorbeeld: − degelijke kwaliteit − modieus uitzicht − betaalbaar − makkelijk wasbaar − ...
12
De eigen keuze voor een bepaalde aankoopwijze verantwoorden.
Bijvoorbeeld: de zaak is − gemakkelijk bereikbaar − bekend om de goede kwaliteit − bekend om haar goede service
3
Uitvoering
13
Een aantal courant gebruikte betalingswijzen opnoemen en in eigen woorden toelichten.
14
Het gebruik van de verschillende betalings-mogelijkheden beschrijven.
Keuzegedeelte D/2002/0279/045
Biljetten en munten = chartaal geld Cheque en bankkaart Betaalkaarten Elektronische betaalkaarten (Proton)
13
Handel Eerste graad
15
4
Het aankoopbewijs en het betalingsbewijs herkennen, benoemen en interpreteren.
Aankoopbewijs, kasticket, factuur Betalingsbewijs: kwitantie, rekeninguittreksel
Evaluatie
16
De criteria die men aan de aankoop gesteld heeft evalueren.
Bijvoorbeeld: − degelijke kwaliteit − modieus uitzicht − betaalbaar − makkelijk wasbaar − ...
17
Een aantal redenen opnoemen waarom men over de aankoop tevreden of ontevreden is.
Persoonlijke verantwoording van de aankoop
Voorbeeld 2: Reizen en ontspanning Laat de leerlingen een reisdoel bedenken (bv. een daguitstap met de klas). In groepjes kunnen ze dan noteren waar ze allemaal moeten aan denken, wat ze moeten doen als ze zo’n uitstap willen organiseren. Denk aan volgende vragen: waarom willen we op reis gaan? Waar kunnen/willen we naar toe? Wat mag de reis kosten? Hoeveel tijd hebben we? Kunnen we alles zelf organiseren? Hoe? Zouden we met onze vragen naar een reisagent kunnen? Enzovoort ... Stappenplan 1
Omschrijving van de behoeften
Waarom wil ik op reis? − ontspanning nodig − om iets te zien van een bepaalde streek − om stress af te reageren 2
Zoeken naar een oplossing (op reis gaan)
−
Via een reisbureau: informatie reis plannen: hotel, tickets, uitstappen Via een plaatselijke toeristische dienst hotel, bezienswaardigheden, restaurants ... Via een autocardienst, touroperator, NMBS ... georganiseerde trips Alles zelf regelen
− − −
Keuzegedeelte D/2002/0279/045
14
Handel Eerste graad
3
Beslissing (uitvoering)
− − − −
Waarheen? Wat moeten we allemaal doen? Formulieren, afspraken, tickets, voorschot betalen ... Routeschema, vreemde munten, betaalkaarten ...
4
Ingebruikneming We gaan op reis
5
Evaluatie: voldoet het aan mijn verwachtingen?
− − − − − − − −
Hotel in orde? Eten in orde? Reisweg aangenaam? Bezienswaardigheden? Accommodatie? Prettig? Prijs - kwaliteitsverhouding? Ben ik ontspannen bij thuiskomst?
Lesdoelstellingen en leerinhouden voor het thema 'Reizen en ontspanning' LEERPLANDOELSTELLINGEN 1
LEERINHOUDEN
Schetsen van de behoeften
1
Aantonen dat reizen een antwoord kan zijn op verschillende behoeften.
Bijvoorbeeld: de behoefte aan ontspanning, de noodzaak om zich voor zijn werk te verplaatsen, de behoefte om iemand te ontmoeten, om vreemde culturen te leren kennen, en andere
2
Met eigen woorden uitleggen dat de handel inspeelt op de behoefte van de mensen, maar ook behoeften creëert.
− − −
3
De rol van reclame bij het creëren van behoeften duiden.
Reclame stelt zoveel mogelijkheden voor en doet het op zo’n manier, dat het lijkt alsof er geen ontspanning mogelijk is zonder reizen
Keuzegedeelte D/2002/0279/045
15
reisagentschappen touroperators beurzen
Handel Eerste graad
2
Zoeken van oplossingen
4
Met eenvoudige voorbeelden aantonen dat het ervaren van een behoefte de mens aanzet tot het zoeken van oplossingen.
De behoefte aan ontspanning (meer vrije tijd) stimuleert om op reis te gaan
5
Enkele mogelijkheden om aan de behoefte aan reizen te voldoen.
− − − −
6
Enkele voor- en nadelen van de verschillende mogelijkheden opnoemen.
Reisagentschap Voordelen minder opzoeken en voorbereiden minder risico (ervaring) Nadelen prijs minder vrij
Via reisbureau Via plaatselijk kantoor Via autocardienst, NMBS ... Door zelf te organiseren
Zelf doen Voordelen goedkoper vrij Nadelen alles zelf voorbereiden risico groter 7
Met eigen woorden uitleggen hoe en waar men informatie kan opdoen voor een reis.
8
Persoonlijke criteria opnoemen waaraan een reis moet voldoen.
Bijvoorbeeld: − betaalbaar (budget) − gezinssituatie − leeftijd − sportief of niet − rusten − bezienswaardigheden − trips
9
De eigen keuze voor een bepaalde reis verantwoorden.
− − −
Keuzegedeelte D/2002/0279/045
16
Gemakkelijker bereikbaar Toeristisch goed uitgebouwd Goede accommodatie
Handel Eerste graad
3
Uitvoering
10
Een aantal courant gebruikte betalingswijzen opnoemen en in eigen woorden toelichten hoe je ze op reis kan gebruiken.
− − − −
Vreemde munten Eurocheque en bankkaart Betaalkaarten Reischeques
11
De verschillende betalingsmogelijkheden kunnen hanteren.
− − −
Contante betaling Overschrijving Storting
12
Kunnen uitleggen wat een voucher is en hem vergelijken met andere betalingsbewijzen.
− − − −
Factuur + kwitantie Kwitantie Rekeninguittreksel Voucher (bewijs van het boeken van een reis)
4
Evaluatie
13
De criteria die men aan de reis gesteld heeft, evalueren.
Bijvoorbeeld: − betaalbaar (budget) − gezinssituatie − leeftijd − sportief of niet − rusten − bezienswaardigheden − trips
14
Een aantal redenen opnoemen waarom men over de reis tevreden of ontevreden is.
Persoonlijke verantwoording van de reis
5
EVALUATIE
De evaluatie moet duidelijk samenhangen met de lesdoelstellingen (die steunen op leerplandoelstellingen). Test waar mogelijk het inzicht; leerlingen moeten immers ook verbanden leren leggen. Naast de productevaluatie moet ook procesevaluatie de nodige aandacht krijgen. Waar mogelijk maken we gebruik van een permanente evaluatie die uitmondt in een permanente begeleiding. Belangrijk is in elk geval dat niet enkel het eindproduct meetelt, maar ook de manier waarop het resultaat bereikt werd.
Keuzegedeelte D/2002/0279/045
17
Handel Eerste graad
6
MINIMALE MATERIËLE VEREISTEN
Voor de doelstellingen inzake 'initiatie in de handelswereld' zijn er geen specifieke materiële vereisten. De leraar kan alle lessen geven met materiaal dat in elke normaal uitgeruste school aanwezig is.
7
BIBLIOGRAFIE
Voor het keuzegedeelte Handel van het eerste leerjaar bestaan er geen typische naslagwerken of achtergrondinformatie. De leraar kan wel teruggrijpen naar wat er voorzien is voor de hogere jaren. Verder wensen wij de aandacht te vestigen op een aantal publicaties en tijdschriften die uitgegeven worden door het NCMV, NCMV-jongeren en de financiële instellingen. Ook in kranten (o.a. weekendedities) verschijnen geregeld artikels die de leraar informatie kunnen verschaffen. Ook beroepsverenigingen en consumentenverenigingen verspreiden in hun tijdschriften regelmatig artikels die de leraar als documentatiemateriaal kan gebruiken. DILLEMANS, R., DE MOOR, A., Wegwijs recht. Davidsfonds, Leuven. MASSCHELEIN, H., e.a., Praktijkboek voor zelfstandigen en KMO, Recht en wet. Instituut voor Economische Promotie (IEP), Spastraat 8, Brussel, 1992. NCMV Bedrijfsgidsen (in boekvorm en op diskette), NCMV, Spastraat 8,1040 Brussel. NCMV Jonge Ondernemers Startercursus, Spastraat 8, 1040 Brussel. ROMBOUTS, G., VERBERCKT, F., Vademecum voor Handels- en economische wetenschappen. De Sikkel, 1995. Sociale berichten NCMV, Spastraat 8, 1040 Brussel. Detailhandelmagazine, uitgave Hoofdbedrijfsschap detailhandel, Den Haag.
Nuttige adressen Beroepsvereniging van het Krediet Kerselarenlaan 74, 1040 Brussel, tel.: 02 736 11 46 Algemene Economische Inspectie Algemene directie Generaal Lemanstraat 60, 1040 Brussel, tel.: 02 230 90 43
Keuzegedeelte D/2002/0279/045
18
Handel Eerste graad
Ministerie van Economische Zaken Dienst Consumptie en krediet E. Jacqmainlaan 154, 1040 Brussel, tel.: 02 206 41 11 Coöperatieve Verbruikersbeweging Hoogstraat 28, 1000 Brussel, tel.: 02 500 52 13, fax: 02 502 71 61 o.a. Kredietgids bestemd voor verbruikers-kredietnemers Nationale Christelijke Middenstands Vereniging (NCMV) Spastraat 8, 1040 Brussel, tel.: 02 238 05 11 o.a. een interessante "Gidsen"-reeks Ministerie van Middenstand en Landbouw Zaveltoren Jules Stevinstraat 7, 1000 Brussel. De verbruikersunie Test Aankoop sv (Test Aankoop Magazine, Budget en Recht) Hollandstraat 13, 1060 Brussel Onderzoeks- en informatiecentrum van de verbruikersorganisaties Riddersstraat 18, 1050 Brussel, tel.: 02 547 06 11, fax: 02 547 06 11 Provinciaal Veiligheidsinstituut van Antwerpen Jezusstraat 28, 2000 Antwerpen.
Keuzegedeelte D/2002/0279/045
19
Handel Eerste graad
HANDEL Eerste graad Basisoptie: 5 uur/week
In voege vanaf september 2002
Basisoptie D/2002/0279/045
21
Handel Eerste graad
INHOUD
1
INLEIDING.........................................................................................
23
2
LESSENTABEL..................................................................................
23
3
BEGINSITUATIE...............................................................................
23
4
ALGEMENE DOELSTELLINGEN .................................................
24
5
ALGEMENE PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN........
25
6
LEERPLANDOELSTELLINGEN, LEERINHOUDEN, PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN EN DIDACTISCHE MIDDELEN.....................................................
27
Computervaardigheden en klavierbeheersing 6.1 6.2 6.3
Basisbegrippen en vaardigheden in het gebruik van de computer en de randapparatuur......................................................................... Internet en elektronische post............................................................ Klaviervaardigheid en tekstverwerking............................................
27 30 31
Initiatie in de handelswereld 6.4 6.5 6.6 6.7 6.8
Thema 1: Ontstaan en functie van de handelswereld...................... Thema 2: Kopen en verkopen ............................................................ Thema 3: Betalen in de handel........................................................... Thema 4: Werken in een kantooromgeving ..................................... Thema 5: De handel en de toeristische sector...................................
32 34 37 39 41
7
EVALUATIE.......................................................................................
42
8
MINIMALE MATERIËLE VEREISTEN .......................................
43
9
BIBLIOGRAFIE.................................................................................
44
Basisoptie D/2002/0279/045
22
Handel Eerste graad
1
INLEIDING
De eerste graad is per definitie oriënterend. De nadruk ligt op de vakken van de basisvorming. De basisopties zijn daarbij richtinggevend voor de latere keuze. De basisoptie Handel moet de leerling de gelegenheid geven zichzelf te leren kennen en oriënteren. Een permanente zorg is dat het kunnen belangrijker is dan het kennen. Samenwerkend leren en zelfstandige verwerking van informatie gaan boven reproductieve kennisverwerving. Extra klemtonen worden gelegd op het ontwikkelen van praktische vaardigheden en attitudes. De basisoptie Handel vertrekt vanuit een theoretisch-technische benadering met accenten op praktische vaardigheden. De praktijkgerichte aanpak krijgt er bijzondere aandacht. In de eerste graad wordt zoveel mogelijk thematisch gewerkt. Via de behandelde thema’s krijgen de leerlingen reeds een beeld van de studierichtingen van de tweede en eventueel ook van de derde graad, meer bepaald van de studierichtingen uit de studiegebieden Handel en Toerisme. Op deze wijze maken de leerlingen kennis met de wereld van handel en toerisme en kunnen zij op het einde van de eerste graaf den bewustere keuze maken.
2
LESSENTABEL
TV Dactylografie/Handel TV Handel
2 lestijden/week 3 lestijden/week
Computervaardigheden, klavierbeheersing en de initiatie in de handelswereld worden best op een geïntegreerde manier behandeld. In de ideale situatie is één leraar verantwoordelijk voor de 5 wekelijkse lestijden. Als de school om praktische redenen de opdracht verdeelt over 2 leraren, is een intensieve samenwerking noodzakelijk.
3
BEGINSITUATIE
In het basisonderwijs maken de leerlingen kennis met het economische gebeuren via het vak Wereldoriëntatie. Ook binnen hun dagelijks leven, thuis en op school, worden zij regelmatig zij het eerder onbewust - met de wereld van de handel geconfronteerd. In het eerste leerjaar A heeft een aantal leerlingen in het keuzegedeelte Handel reeds kennis gemaakt met typische begrippen. Het al dan niet gevolgd hebben van het keuzegedeelte Handel is echter geen voorwaarde om in het tweede leerjaar van de eerste graad de basisoptie Handel te volgen. In het eerste leerjaar A heeft een aantal leerlingen reeds kennis gemaakt met de computer en een aantal vaardigheden verworven, beschreven in het Raamleerplan ‘Informatie- en communicatietechnologie – eerste graad’. Deze leerlingen hebben in principe in het eerste jaar kennisgemaakt met de computerconfiguratie: gegevens, gegevensverwerking en informatie, het computersysteem, verwerking door de computer, opslag van gegevens, invoer en uitvoer van gegevens, communicatie en netwerken. De leerlingen hebben een elementaire vaardigheid verworven in het gebruik van het toetsenbord, de muis en de gebruikersinterface. Dit gebruik werd geïntegreerd aangeboden bij het werken met software.
Basisoptie D/2002/0279/045
23
Handel Eerste graad
De leerlingen hebben praktisch gebruik gemaakt van de mogelijkheden van het internet. Zij hebben leren surfen en zoekopdrachten uitvoeren. Zij leerden berichten versturen via e-mail. De leerlingen hebben kennisgemaakt met enkele elementaire regels betreffende: een ergonomisch correcte houding, een ergonomisch verantwoorde inrichting van de werkplek en potentiële gevaren voor gezondheid en veiligheid. De leerlingen kunnen niet tienvingerblind typen na het eerste jaar. Het is ook mogelijk dat een aantal leerlingen niet het volledige Raamleerplan gezien hebben of in een aantal gevallen kan het ook dat ze nog geen ICT gehad hebben omdat de school waar ze het eerste leerjaar A volgden ICT pas in het tweede leerjaar aanbiedt. De beginsituatie is dus niet voor alle leerlingen dezelfde.
4
ALGEMENE DOELSTELLINGEN
1
De leerlingen maken kennis met de brede handelswereld wat hen toelaat in de tweede graad een meer gerichte keuze te maken.
2
De leerlingen breiden verder het pakket van ICT-basisbegrippen uit. Dit gebeurt aan de hand van allerlei computertoepassingen uit de handelswereld, aangepast aan het niveau van de leerlingen.
3
Inzake klavierbeheersing verwerven de leerlingen automatismen, die hen toelaten efficient om te gaan met computertoepassingen.
4
De leerlingen ontwikkelen een aantal basisvaardigheden zoals: − − − −
5
mondelinge en schriftelijke communicatievaardigheden; rekenvaardigheden; sociale vaardigheden: contactbereid zijn, in team samenwerken, initiatieven nemen, afspraken naleven, een assertieve houding aannemen; informatiebronnen raadplegen.
De leerlingen werken aan een aantal attitudes zoals: − zelfstandigheid, − zin voor orde en nauwkeurigheid, − kritische ingesteldheid, − inzet en doorzettingsvermogen, − leergierigheid, − nastreven van een correcte houding (aandacht voor ergonomische aspecten), − met zorg omgaan met apparatuur en programmatuur, − de gewoonte aannemen om een programma op de juiste manier te beëindigen, − gegevens en oplossingen controleren en zo nodig corrigeren, − zelfredzaamheid die bevorderd wordt door o.a. aandacht te vragen voor berichten op het scherm (hulp, foutmeldingen ...), door zelf richtlijnen op te schrijven in verband met het gebruik van apparatuur of programmatuur.
Basisoptie D/2002/0279/045
24
Handel Eerste graad
6
De leerlingen voelen belangrijke waarden aan zoals: − respect voor zichzelf en voor anderen, voor het eigen materiaal en het materiaal van anderen, − eerlijke en gemotiveerde houding, − respect voor het milieu.
5 1
ALGEMENE PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN Voorgestelde tijdsverdeling op basis van 25 lesweken per schooljaar: Computervaardigheden en klavierbeheersing Basisbegrippen en vaardigheden in het gebruik van de computer en de randapparatuur Internet en elektronische post Klaviervaardigheid Tekstverwerking Initiatie in de handelswereld Thema 1: Ontstaan en functie van de handelswereld Thema 2: Kopen en verkopen Thema 3: Betalen in de handel Thema 4: Werken in een kantooromgeving Thema 5: De handel en de toeristische sector
50 lestijden constante aandacht 4 36 10 75 lestijden 10 20 20 15 10
Dit globale pakket wordt bij voorkeur door één leraar gegeven. Kan dit niet, dan moeten beide leraren nauw samenwerken en in een gezamenlijk jaarplan de afstemming van hun leerplandoelstellingen/leerinhouden verzekeren. Van de vijf lestijden per week vinden er in elk geval twee plaats in het computerlokaal voor Computervaardigheden en klavierbeheersing. Voor het deel Initiatie in de handelswereld is het ook noodzakelijk dat de leraar regelmatig beschikt over een computerlokaal voor toepassingen op het internet. Computervaardigheden en klaviervaardigheid worden het best gespreid over het hele schooljaar. 2
Deze basisoptie schept kansen voor het realiseren van vakoverschrijdende eindtermen zoals opvoeden tot burgerzin, milieu-educatie, gezondheidseducatie.
3
Het keuzegedeelte Handel (eerste leerjaar A) vertrekt steeds vanuit het standpunt van de consument. In de basisoptie Handel wordt bovendien gewerkt van uit het standpunt van de handelaar.
4
Aansluiting met de basisvorming
Basisoptie D/2002/0279/045
25
Handel Eerste graad
Deze basisoptie biedt mogelijkheden om horizontale samenhang te realiseren met de vakken van de basisvorming. Enkele voorbeelden: −
Luister-, leesvaardigheid en begrijpend lezen: bv. via specifieke teksten; y y y y y
gericht luisteren naar een opdracht; eenvoudige handelsgerichte teksten lezen en begrijpen; communicatieve vaardigheden zowel in spreken als schrijven; correcte taal gebruiken, mondeling en schriftelijk; informatie opzoeken en verwerken.
−
Rekenvaardigheden, bv. percentberekeningen in eenvoudige facturatietoepassingen.
−
Organisatievaardigheden: binnen de context van leren leren is het efficiënt organiseren en uitvoeren van opeenvolgende stappen een noodzakelijk aandachtspunt. Belangrijk hierbij: y y y y y y y
−
de werkplek ordelijk houden; taken, notities, toetsen bijhouden en klasseren; de agenda overzichtelijk en correct invullen, bijhouden en gebruiken; de aangeleerde procedures toepassen bij het oplossen van taken en opdrachten; zelfstandig werken; in team werken; rustig en geconcentreerd een opdracht tot een goed einde brengen en afwerken.
Ontwikkelen van basisattitudes, bv. y het ontwikkelen van kritische zin. Dit kan gebeuren op basis van zakelijke teksten, bv. via klassengesprekken onder leiding van de leraar. De mening van de leerling kan verschillen van die van de leraar; y waar mogelijk is er ruimte voor ethische reflecties; y het nemen van initiatieven zoals documentatie verzamelen, video-opnames maken ...
5
Binnen het kader van de voorgestelde tijdsverdeling is er voldoende ruimte om actuele zakelijke teksten rond de verschillende thema's te bespreken. Men beperkt zich niet tot het begrippenkader maar men behandelt ook aspecten van tekstsamenhang, verband met de actualiteit, commentaar op de inhoud, ethische reflectie, enz.
6
De vertrekbasis van elke lessenreeks is een concrete situatie, die voor de leerlingen herkenbaar is. Het gebruik van abstraherende termen en ingewikkelde proces- en/of procedurebeschrijvingen wordt vermeden. De leraar is er zich van bewust dat hij geen cursus economie of boekhouden geeft maar een initiatie in de wereld van handel en toerisme die heel specifieke eigen spelregels heeft. Daarbij is er de nodige aandacht voor leren leren en het ontdekkend leren. Dit betekent dat: − de opdrachten voor de leerlingen voldoende en duidelijk worden verwoord, met haalbare limieten; − leerlingen de kans krijgen om oplossingen te zoeken zonder te vlug als leraar tussenbeide te komen; − leerlingen de kans krijgen om zichzelf te verbeteren.
Basisoptie D/2002/0279/045
26
Handel Eerste graad
7
Doorbreken van het rollenpatroon is belangrijk: vrouwen kunnen verkoopster zijn, maar ook bankier of zakenvrouw. Ook mannen werken als bediende of verkoper, enz.
8
Zorg ervoor dat leerlingen voldoende doe-activiteiten aangeboden krijgen en actief bij de les betrokken worden. Maak zoveel mogelijk gebruik van praktijkdocumenten, folders, aantrekkelijke reclame, handelsbrieven, brochures van banken, folders van reisbureaus, verzekeringsmaatschappijen ...
9
Waar mogelijk werken we samen met collega's bv. de leraar Nederlands, (het lezen van een handelsgerichte tekst, het schrijven van een brief) godsdienst (ethische reflectie), geschiedenis (bv. de geschiedenis van de ruilhandel), wiskunde (bv. rekenkundige bewerkingen) ...
6
LEERPLANDOELSTELLINGEN, LEERINHOUDEN, PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN EN DIDACTISCHE MIDDELEN
Computervaardigheden en klavierbeheersing 6.1
Basisbegrippen en vaardigheden in het gebruik van de computer en de randapparatuur
De leerlingen − − −
verwerven de basisbegrippen in verband met werken binnen een netwerk; beschrijven mogelijkheden en beperkingen van het internet/intranet; zijn zich bewust van de gevaren die het werken met de computer bedreigen zoals virussen, verlies van bestanden door de computer verkeerd af te sluiten …
De leerlingen hebben in het eerste jaar gewerkt om de volgende elementaire vaardigheden te verwerven: − − −
− − − − − − − −
ze vinden alle toetsen terug op het toetsenbord; ze gebruiken gegevensdragers op een correcte en veilige manier; ze werken binnen de grafische gebruikersomgeving met pictogrammen, snelmenu's, dialoogvensters, knoppen, werkbalken, invoervensters, schuifbalken, selectievakjes, keuzerondjes ... en kunnen vensters maximaliseren, minimaliseren, verplaatsen, vergroten of verkleinen; ze maken vlot gebruik van de muis (positioneren, slepen en klikken); ze maken gebruik van de ingebouwde helpfunctie en interpreteren foutmeldingen om problemen op te lossen; ze begrijpen de logische structuur op de schijf en vinden het gewenste bestand; ze kunnen een bestand kopiëren en verplaatsen; ze starten een toepassing en beëindigen deze correct; ze maken doelgericht gebruik van de menustructuur van een programma; ze zijn in staat om vanuit een toepassing een bestand te openen, te wijzigen, te bewaren, af te drukken en te sluiten; ze selecteren op een efficiënte wijze;
Basisoptie D/2002/0279/045
27
Handel Eerste graad
−
ze passen de volgende bewerkingen toe op selecties: knippen, plakken en kopiëren.
Deze vaardigheden zijn zo elementair dat ze ook in het tweede jaar permanent aan bod moeten komen bij het werken aan de computer. Wat de leerlingen nog niet kennen, moet nog speciaal aangeleerd en ingeoefend worden. PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN Doordat de leerling werkt aan computers die met elkaar verbonden zijn in een netwerk zal gedurende het hele schooljaar aandacht besteed worden aan het werken in een netwerk. Het is niet nodig apart tijd te voorzien voor dit leerplanonderdeel. Informatie wordt gegeven wanneer ze nodig is. Problemen die zich voordoen (virus, crash, verkeerd afsluiten, verloren bestanden …) kunnen aanleiding geven tot het dieper ingaan op de mogelijke oplossingen ervan. De leerlingen dienen wel voldoende alert gemaakt te worden om de problemen te voorkomen. Het verder onderhouden van de computervaardigheden gebeurt binnen de thema's aan de hand van toepassingen uit de handelswereld en aangepast aan het niveau van de leerlingen. Het is geenszins de bedoeling op systematische en beroepsopleidende wijze softwareprogramma’s te leren gebruiken. Wel kan men eenvoudige toepassingen laten zien, respectievelijk uitvoeren, bv. − − − −
verwerken van eigen teksten, gebruik van een elektronisch rekenblad om een reeks cijfergegevens in te voeren, uurregelingstabellen, telefoongidsen.
De leraar vertrekt bij de keuze van de programmatuur vanuit een realistisch standpunt. De leerlingen dienen zich een aantal praktische computervaardigheden eigen te maken en dit gebeurt met programmatuur, aangepast aan hun niveau. Er moet iedere les opnieuw aandacht zijn voor het correct uitvoeren van procedures, houding, vingerzetting. Het kan niet voldoende worden beklemtoond dat kennis, vaardigheden en attitudes nagestreefd moeten worden die zo weinig mogelijk tijds- of pakketgebonden zijn. Belangrijk is dat de kennis, vaardigheden en attitudes transfereerbaar zijn naar andere situaties en contexten. De leerlingen moeten getraind worden om steeds nieuwe kennis, vaardigheden en attitudes aan te leren. Daar waar mogelijk moeten de leerlingen gestimuleerd worden om via coaching of helpmenu’s zelfredzaamheid te ontwikkelen. De leerlingen volgen de nieuwe ontwikkelingen en leggen een geordende documentatiemap aan, hetzij individueel of in groepen. Bespreking ervan is noodzakelijk. Hier liggen uitstekende toepassingen voor persoonlijk werk. Ook hier gaat het er niet om op beroepsopleidende wijze met nieuwe evoluties bezig te zijn. Het gaat er wel om de aandacht en interesse van de leerlingen in de computerwereld te kanaliseren. De lessen computervaardigheden worden het best gespreid over het hele jaar, sluiten aan bij de thema's uit 'Initiatie in de handelswereld' en zijn aangepast aan het niveau van de leerlingen. Ze dienen aan bod te komen nadat het betreffende thema behandeld is in de lessen ‘initiatie in de handelswereld’.
Basisoptie D/2002/0279/045
28
Handel Eerste graad
Enkele voorbeelden: Thema 1 - Ontstaan en functie van de handelswereld Voor het berekenen van het resultaat van de handelszaak brengen de leerlingen de cijfergegevens (omzet, kosten) in. Automatisch wordt de winst berekend en worden de gegevens grafisch voorgesteld. Samen met de leraar wordt het geheel besproken. Thema 2 - Kopen en verkopen De leerlingen halen een document, bv. een offerte, van de schijf en vullen enkele ontbrekende gegevens in zoals naam en adres van de klant, datum ... Het typen van grote stukken tekst wordt vermeden. De bijgewerkte documenten worden bewaard en afgedrukt. Facturen worden opgemaakt waarbij slechts enkele gegevens worden ingevuld zoals de gegevens van de klant, de gegevens van de artikelen. De rest wordt door de computer automatisch berekend. Het bekomen resultaat wordt in de les besproken. Het controleren kan eventueel gebeuren met de op de computer aanwezige rekenmachine. Thema 3 - Betalen in de handel Via internet kan men je de websites van financiële instellingen raadplegen om informatie over betalen, kredietkaarten … te zoeken. Thema 4 - Werken in een kantooromgeving Bespreek de ergonomische aspecten en controleer ze in de computerklas. Toon de leerlingen wat belangrijk is bij het gebruik van de printer in de computerklas. De modem komt aan bod bij het gebruik van het internet. Een link kan gelegd worden met de toepassing van elektronisch betalen waar een modem noodzakelijk is om de gegevens door te sturen naar de financiële instelling. Thema 5 - De handel in de toeristische sector Leerlingen leren uurregelingstabellen gebruiken en eventueel tarieven opzoeken. Het internet is hiervoor een uitstekend medium. Voor het betalen in landen buiten de Eurozone kunnen tabellen aangemaakt worden voor de omrekening van de euro naar een vreemde munt en omgekeerd.
Basisoptie D/2002/0279/045
29
Handel Eerste graad
6.2
Internet en elektronische post LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
6.2.1
Gegevens op een wereldwijd netwerk raadplegen
Browser – url
6.2.2
Efficiënt en doelgericht zoeken op een wereldwijd netwerk.
Zoekrobot – portaalsite
6.2.3
Veel bezochte adressen opslaan in een persoonlijke lijst met onderverdelingen.
Favorieten
6.2.4
Berichten via elektronische post verzenden.
Onder meer een bericht met een aangehecht bestand versturen via elektronische post, zowel binnen het bedrijf als via een wereldwijd netwerk
6.2.5
Berichten via elektronische post ontvangen en verwerken.
Onder meer berichten opvragen en het aangehecht bestand verwerken – antwoorden op een binnengekomen bericht – een binnengekomen bericht doorsturen naar een andere geadresseerde (forwarding)
6.2.6
Veel gebruikte adressen opslaan en oproepen.
Adressenboek
6.2.7
Publieke en verborgen kopieën van een bericht versturen.
Kopie (CC) en 'blinde' kopie (BCC)
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN De vaardigheden die de leerling ontwikkelt tijdens het werken op het internet kunnen uitstekend gebruikt worden in andere vakken waar opdrachten moeten uitgevoerd worden door gebruik te maken van de mogelijkheden van het internet. Bij zoekopdrachten zijn het zoekproces en de -methode belangrijker dan het gevonden resultaat. Een zoekopdracht dient dan ook geformuleerd te worden als: "Zoek op de meest efficiënte wijze op …" Resultaten uit zoekopdrachten dienen effectief gebruikt te worden. Voor praktische toepassingen baseert met zich op de inhoud van de thema’s uit het deel “Initiatie in de handelswereld”.
Basisoptie D/2002/0279/045
30
Handel Eerste graad
6.3
Klaviervaardigheid en tekstverwerking LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Klaviervaardigheid 6.3.1
Tienvingerblind gebruiken van het alfanumerieke klavier met aandacht voor de juiste vingerzetting.
Het Azertyklavier
6.3.2
De meest courante leestekens correct en met de juiste vingerzetting kunnen aanslaan.
Komma, puntkomma, dubbele punt, vraagteken, punt en uitroepteken
6.3.3
De toetsen van het numerieke klavier vlot en met de juiste vingerzetting kunnen gebruiken.
Het numerieke klavier
Tekstwerking 6.3.4
De belangrijkste entiteiten in een tekst herkennen en vlot en efficiënt invoeren.
Teken, woord, regel, zin, alinea, pagina, document
6.3.5
Een tekst op een consequente en technisch juiste manier intypen.
Indeling van een document in regels en alinea's
6.3.6
Tekstdelen vlot selecteren.
Selecteren
6.3.7
Eenvoudige tekstwijzigingen vlot en efficiënt uitvoeren.
Tussenvoegen, overschrijven, verwijderen
6.3.8
Tekstdelen vlot en efficiënt kopiëren, verplaatsen en verwijderen.
Kopiëren, verplaatsen, verwijderen
6.3.9
Enkele opmaakkenmerken op het niveau van teken, alinea, pagina en document herkennen en deze vlot en efficiënt kunnen toewijzen.
Lettertype, lettergrootte, letterweergave, marges, tabs, papierformaat, afdrukstand
6.3.10 Een figuur in een tekst invoegen en eenvoudige aanpassingen aanbrengen.
Figuur vergroten, verkleinen, verplaatsen, tekstomloop
6.3.11 Taakgericht werken met een tekstverwerker: een zelf ontworpen document efficiënt en correct invoeren, aanpassen, opmaken en afdrukken.
Bijvoorbeeld: uitnodiging, naamkaartje …
Basisoptie D/2002/0279/045
31
Handel Eerste graad
6.3.12 Bij het intypen van tekst de BINnormen voor spatiëring, opmaak van data en telefoonnummers respecteren.
BIN-norm
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN Bij de studie van het azertyklavier en het numeriek klavier ligt de klemtoon op het aanleren van goede procedures en gewoonten en op het ontwikkelen van zelfredzaamheid. Bemoedigen en bevestigen werken motiverend. Snelheid is niet opgenomen als algemene doelstelling van dit leerplan. De leerlingen kunnen worden aangemoedigd een bepaald ritme te ontwikkelen (zie punt 4 Plaats van dactylografie). Het blindtypen wordt daar waar het kan ingeoefend om automatismen te verwerven en zo te komen tot een spontane vingerzetting. Het is de bedoeling leerlingen de meerwaarde te laten inzien van een verantwoord en goed gebruik van het toetsenbord en de muisbesturing. Computertoepassingen waarbij tekst moet ingetypt worden komen best pas aan bod als de leerlingen vertrouwd zijn met het azertyklavier. De vlotte beheersing van het toetsenbord (tienvingerblind) blijft een belangrijk element in het gebruik van om het even welk softwarepakket. De nodige aandacht wordt besteed aan het opdrijven van de klaviervaardigheid. Steeds wordt de correcte vingerzetting nagestreefd. Blijkt bij een opdracht dat bepaalde aspecten van het tekstverwerkingsgebeuren minder goed worden beheerst, dan moeten die aspecten in de volgende opdracht(en) opnieuw uitdrukkelijk aan bod komen. Van de leraar wordt de nodige flexibiliteit verwacht om opdrachten in die zin aan te passen. Indien het tekstmateriaal betrekking heeft op de handelssector, kan het bijdragen tot de communicatieve vaardigheid van de leerlingen. Initiatie in de handelswereld 6.4
Thema 1: Ontstaan en functie van de handelswereld LEERINHOUDEN
LEERPLANDOELSTELLINGEN Wat is handel? 6.4.1
Aan de hand van voorbeelden ontdekken wat handelsactiviteiten zijn. Onderscheid maken tussen handelsgoederen en diensten.
Definitie handelsactiviteit, handelsgoederen, diensten
6.4.2
Aan de hand van voorbeelden kunnen uitleggen wat handel inhoudt.
Definitie handel: kopen en verkopen van handelsgoederen en/of diensten als hoofd- of bijberoep met de bedoeling winst te maken
Basisoptie D/2002/0279/045
32
Handel Eerste graad
De handel situeren in de bedrijfskolom 6.4.3
Het economisch leven indelen in vier sectoren.
Primaire, secundaire, tertiaire en quartaire sector
6.4.4
Het begrip bedrijfskolom omschrijven.
Definitie bedrijfskolom
6.4.5
De bedrijfskolom van een concreet product of dienst opstellen.
Toepassing op de bedrijfskolom
6.4.6
De handel situeren in de bedrijfskolom.
indeling van de handelssector in: − profit en non-profit; − handelsondernemingen (groot- en detailhandel) en dienstverlenende bedrijven
6.4.7
Op basis van statistische gegevens het belang van de handel in het economisch leven bepalen.
Klantgericht handelen 6.4.8
Ontdekken dat de consument goederen en/of diensten koopt om zijn behoeften te bevredigen, binnen de grenzen van zijn beschikbaar inkomen.
Waarom koopt de consument? − behoeftenbevrediging − levensnoodzakelijke goederen/ diensten − andere goederen/diensten − behoeftenbevrediging met beperkte middelen
6.4.9
Illustreren welke middelen de handelaar tot zijn beschikking heeft om de consument tot kopen aan te zetten.
Mogelijke middelen: − reclame − winkelinrichting − openingsuren − onthaal van klanten − vestigingsplaats − assortiment − prijs
Het resultaat van de handelszaak 6.4.10 De elementen opsommen die het resultaat van een handelszaak bepalen en de samenhang verklaren aan de hand van een voorbeeld.
Basisoptie D/2002/0279/045
− − − − −
33
omzet kosten (aankoopkosten, andere kosten) winst (bruto en netto) procentuele berekening grafische voorstelling
Handel Eerste graad
6.4.11 Het resultaat van een handelszaak in absolute cijfers en procenten berekenen, grafisch voorstellen en interpreteren. 6.4.12 De verhouding van de aankoopprijs en de kosten tot de omzet grafisch voorstellen. PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN Laat leerlingen voorbeelden geven van handelsactiviteiten. Laat hen de voorbeelden ordenen in handelsgoederen en diensten. Vertrek vanuit concrete situaties en toets of er sprake is van handel door alle elementen van de definitie te betrekken. Laat leerlingen van bepaalde producten de bedrijfskolom genereren en illustreren en daarin de sectoren aanduiden. Probeer te vertrekken vanuit de leefwereld van de leerlingen. Bespreek reclamefolders, reclames, winkelinrichting ... Aan de hand van deze documentatie en praktijkvoorbeelden probeert de leraar tot een gesprek te komen. Werk met vereenvoudigde voorbeelden. Deze kunnen perfect verwerkt worden in computertoepassingen. Deze doelstelling kan waargenomen worden aan de hand van een voorbeeld uit de actualiteit. 6.5
Thema 2: Kopen en verkopen LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Verkooppunten 6.5.1 De voornaamste verkooppunten opsommen en illustreren met een voorbeeld.
Basisoptie D/2002/0279/045
Ontmoeting: koper - verkoper: − markten − handelsbeurzen − leurhandel − speciaalzaak − buurtwinkel − nachtwinkel − warenhuis − rijdende winkel − postorderbedrijven − automaten − autovrije winkelstraten − winkelcentrum 34
Handel Eerste graad
− − −
teleshopping virtueel winkelen …
Hoe komt de prijs tot stand? 6.5.2 Uitleggen dat de aan- en verkoopprijs wordt bepaald door de vraag- en aanbodsituatie en de prijsbepaling van de concurrentie.
Elementen van de wet van vraag en aanbod in eenvoudige toepassingen
Hoe komt een aankoop/verkoop tot stand? 6.5.3 De fasen in de aan- en verkoop schematisch voorstellen. 6.5.4 De gebruikte documenten situeren, de onderlinge relatie weergeven en hun belang aanduiden.
Prijsaanvraag:mondeling of schriftelijk Offerte: vrijblijvend of vast Leveringsvoorwaarden: − verpakking − vervoer − kosten − klachten − betaling − betwistingen Bestelling: mondeling of schriftelijk Levering Betaling: contant, op termijn
Het verkoopgesprek 6.5.5 De verschillende fasen van het verkoopgesprek aanduiden en de opbouw ervan illustreren aan de hand van concrete voorbeelden.
Fasen van het verkoopgesprek − analyse − oefeningen
6.5.6 Klantgerichte gesprekken voeren en hierbij klantgericht handelen.
Klantgerichtheid
Opmaken van aan- en verkoopdocumenten 6.5.7 Documenten opmaken in verband met de aan- en verkoop en controleren op volledigheid en nauwkeurigheid.
Basisoptie D/2002/0279/045
− − − − − −
35
prijsaanvraag offerte bestelling levering factuur en creditnota bewijs van betaling: kwijting, kwijtschrift
Handel Eerste graad
6.5.8 Inzien dat de bewijswaarde vergroot wanneer men beschikt over een ondertekend document (origineel, kopie). 6.5.9 De volgorde van de bewerkingen kennen en ze uitvoeren met de rekenmachine.
Facturen en creditnota’s met: − kosten: vervoer, verpakking − verschillende btw-tarieven − handelskorting
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN Maak gebruik van video-opnames. Organiseer een geleide wandeling langs verkooppunten en geef leerlingen concrete opdrachten. Laat hen in tijdschriften en weekbladen illustraties zoeken. Het is belangrijk deze doelstelling te verbinden met de genoemde verkooppunten. Breng deze leerinhouden aan via een uitgewerkt voorbeeld waarbij de leerlingen de betekenis van de ingevulde documenten en de relatie tussen deze documenten ontdekken, de gegevens en de bewerkingen controleren. Voor het leren opmaken van offertes laat men leerlingen brochures, folders, advertenties, weekbladen meebrengen en leert men hen hoe ze te lezen. Inzake de bestelling is het belangrijk de leerlingen erop te wijzen dat de koper rechten en plichten heeft, dat het onderschrijven van een bestelling de koper bindt. Via verbruikersmagazines (televisie, tijdschriften) verneemt men geregeld wat de gevolgen zijn van een ondertekende bestelling. Benadruk dat de verkoopvoorwaarden bestaan uit prijs, levering, betaling, betwisting of klacht. Laat die verkoopvoorwaarden op een document waarnemen. Verpakking, vervoerkosten vormen een onderdeel van de prijs. Analyseer eerst het verkoopgesprek. Laat de leerlingen nadien eventueel een verkoopgesprek voeren. Een rollenspel, met nabespreking, is een aangewezen werkvorm. Laat de leerlingen waar mogelijk zelf een document ontleden en/of invullen, of een geïntegreerde oefening maken in groep. Dit kan verder uitgewerkt worden in computertoepassingen. Laat de leerlingen eerst enkele aankoopfacturen ontleden en narekenen vooraleer over te stappen naar het opstellen van eenvoudige verkoopfacturen. Om het niet onnodig moeilijk te maken is het aangewezen om niet alle elementen zoals vervoer, verpakking, verschillende btwtarieven, handelskorting in eenzelfde factuur te behandelen. Het begrip 'Terugstuurbare verpakking' mag zeker niet aan bod komen. Toon aan met een eenvoudig voorbeeld wat een creditnota is.
Basisoptie D/2002/0279/045
36
Handel Eerste graad
6.6
Thema 3: Betalen in de handel LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Soorten geld 6.6.1
De soorten geld opnoemen en voorbeelden geven.
− −
6.6.2
De evolutie van chartaal naar giraal geld aanduiden.
Analyseren van cijfergegevens
chartaal giraal
In speciën betalen of via een financiële instelling 6.6.3
De verschillende vormen van betalen uitleggen.
− −
in speciën via een financiële instelling
6.6.4
Inzicht verwerven in de bewijskracht van de documenten bij betalingen en inningen.
− −
kwijting, kwijtschrift rekeninguittreksel
6.6.5
Kennis maken met het dienstenpakket van een financiële instelling.
Dienstenpakket van een financiële instelling
6.6.6
Het gebruik van een zichtrekening toelichten.
Zichtrekening
6.6.7
Inzien dat een doorlopende opdracht en domiciliëring middelen zijn om terugkerende betalingen/inningen correct te laten verlopen.
− − −
doorlopende opdracht domiciliëring invullen van documenten
Betalingsmiddelen 6.6.8
De verschillende betalingsmiddelen ordenen, het verschil weergeven en het gebruik ervan illustreren aan de hand van een concreet voorbeeld.
6.6.9
Het verschil verklaren tussen betaalkaart en kredietkaart en oog hebben voor het kostenaspect.
Documenten: − stortingsbiljet − overschrijving − cheque Betaalkaarten, bv. Proton Kredietkaarten Elektronisch betalen
6.6.10 Inzicht krijgen in de veiligheidsaspecten bij het gebruik van de cheque, betaalkaart, kredietkaart.
Basisoptie D/2002/0279/045
− − − − 37
cheque en chequekaart kruisen van cheques zekerheid van dekking veiligheidsaspecten van betaalkaart en kredietkaart Handel Eerste graad
6.6.11 Aan de hand van concrete toepassingen de verschillende betalingsdocumenten correct en volledig invullen.
Betalingsdocumenten invullen
6.6.12 De mogelijkheden van elektronisch bankieren illustreren en de voordelen ervan aanduiden.
Elektronisch bankieren
6.6.13 Een rekeninguittreksel van een financiele instelling bespreken en toelichten.
Rekeninguittreksel
6.6.14 Een uitgavenstaat toelichten bij gebruik van een kredietkaart.
Uitgavenstaat
6.6.15 Aandacht besteden aan nieuwe ontwikkelingen in verband met betalingen en inningen.
Nieuwe ontwikkelingen
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN Men kan wijzen op belangrijke gevaren van het gebruik van chartaal geld. Binnen dit kader bespreekt men de evolutie waarbij de consument steeds minder chartaal geld gebruikt en waarbij via allerlei moderne vormen van betalen de hoeveelheid giraal geld toeneemt. Dit kan men illustreren met cijfergegevens. Men kan een bankdirecteur/filiaalhouder op school uitnodigen.. De klas kan ook een rondleiding in een bankfiliaal krijgen. Er bestaan uitstekende didactische cd-rom’s en video’s om het dienstenpakket van een financiële instelling te illustreren. Ook via internet zijn er heel wat mogelijkheden. Een interessante oefening is de leerlingen het materiaal (folders, advertenties, tarieven, enz.) van verschillende banken te laten vergelijken. De gevaren bij het onoordeelkundig gebruik van betaalmiddelen kan men aantonen met artikels, video-opnames van verbruikersorganisaties enz. Het is zinvol de leerlingen te wijzen op de mogelijkheid om negatief te gaan op de zichtrekening. Wijs hen op het kostenaspect hiervan!
Basisoptie D/2002/0279/045
38
Handel Eerste graad
6.7
Thema 4: Werken in een kantooromgeving LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Verschillende afdelingen binnen een bedrijf/instelling 6.7.1 Een aantal administratieve afdelingen situeren binnen een bedrijf/instelling.
− − − − − − −
receptie en onthaal aankoopdienst verkoopdienst secretariaat magazijn boekhouding ...
6.7.2 De administratieve taken binnen een bedrijf/instelling situeren. 6.7.3 Een eenvoudig organogram interpreteren.
Organogram
6.7.4 Het belang van een goede samenwerking tussen alle afdelingen verwoorden. Beroepen in de kantooromgeving 6.7.5 De beroepen vermelden, de functies omschrijven en de voornaamste taken opsommen.
− − − − − −
boekhouder secretaresse administratief medewerker in aanen verkoop magazijnier receptionist ...
− − − − −
indeling van de kantoorruimte kantoormeubilair verlichting verluchting ergonomische aspecten
−
computernetwerk met randapparatuur (afdrukeenheid, scanner, mo dem ...) telefooncentrale
Kantoorinrichting 6.7.6 Inzicht verwerven in het belang van een geschikte indeling en een doordacht gebruik van de kantoorruimte, van aangepast meubilair, verlichting en verluchting, met het oog op efficiënt en aangenaam werken en rekening houdend met ergonomische aspecten. Apparatuur in het kantoor 6.7.7 Het gebruik van de verschillende apparaten in een modern kantoor toelichten.
− Basisoptie D/2002/0279/045
39
Handel Eerste graad
− − −
fax kopieermachine papierversnipperaar
6.7.8 Kennis maken met de toepassingsmogelijkheden van de informatica.
Toepassingen in de informatica
6.7.9 Voortdurend oog hebben voor nieuwe ontwikkelingen.
Nieuwe tendensen
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN De leerlingen brengen een bezoek aan het schoolsecretariaat, de administratie van een bedrijf/instelling, het gemeente- of stadhuis enz. Het is interessant oud-leerlingen die in een kantooromgeving werken uit te nodigen om hun ervaringen te vertellen. Ook leerlingen die stage lopen komen hiervoor in aanmerking. Leerlingen kunnen ook via korte interviews een beeld krijgen van de genoemde functies. Vertrek vanuit de leefwereld van de leerlingen of een eenvoudige personeelsadvertentie om aan te tonen welke bekwaamheden vereist zijn voor het uitvoeren van een bepaalde functie. Men dient eveneens aandacht te besteden aan de eisen in verband met kennis, vaardigheden en attitudes die men vooropstelde bij aanwerving, vorming van personeel. In de beroepengids zoeken leerlingen de firma’s op die handel drijven in en advies verstrekken inzake kantoormeubilair en -inrichting. Er moet steeds rekening worden gehouden met nieuwe tendensen, bv. de toenemende mate waarin apparaten in de kantooromgeving worden geïntegreerd (fax, kopieermachine en modem in een toestel, enz.). Men kan hier ook aandacht besteden aan milieu-aspecten (inleveren toners, gebruik van gerecycleerd kopieerpapier, verzamelen van papierafval, beperken van energieverbruik en van het aantal gemaakte kopieën ...). Via een goed voorbereid bezoek leren de leerlingen voor welke toepassingen de computer in het bedrijf of de instelling gebruikt wordt. De link naar de doelstellingen inzake computervaardigheid is hier vanzelfsprekend: een aantal toepassingen kunnen perfect op het niveau van de leerlingen aangeboden worden.
Basisoptie D/2002/0279/045
40
Handel Eerste graad
6.8
Thema 5: De handel en de toeristische sector LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
Kennismaken met de sector toerisme 6.8.1
Aan de hand van voorbeelden het onderscheid leren kennen tussen inkomend en uitgaand toerisme. Enkele typische beroepen uit de sector opsommen, de belangrijkste functies en taken omschrijven.
6.8.2
Nagaan wanneer de handelaar een beroep doet op het reisbureau, een horecazaak. In staat zijn om aan de hand van informatiebronnen contactadressen op te zoeken en informatie aan te vragen.
6.8.3
In staat zijn om aan de hand van statistieken het belang van de sector in het economisch leven correct in te schatten.
inkomend toerisme − baliebediende in het VVV-kantoor − toeristisch medewerker in hotels en dergelijke uitgaand toerisme − reisbureaumedewerker − touroperator: verschillende functies − reisbegeleider inkeeping toerisme − horecaberoepen
Samenstellen van een reis 6.8.4
Verschillende informatiebronnen raadplegen in verband met de organisatie van een reis of uitstap.
Informatiebronnen: − reisbureau − VVV-kantoor − brochures, folders van de touroperator − het Internet
6.8.5
Een uurregelingstabel raadplegen.
Uurregelingstabellen (bv. bus, tram, trein, bootovertocht en vliegtuig) zowel op papier als elektronisch − logies − bezienswaardigheden − kosten
6.8.6
Een reisprogramma samenstellen en de kostprijs berekenen binnen de grenzen van het budget.
Basisoptie D/2002/0279/045
41
Handel Eerste graad
6.8.7
Het gebruik van verschillende reisdocumenten toelichten.
Vouchers, tickets of reiskaartjes …
6.8.8
Naar aanleiding van dit thema kennis maken met de wereld van verzekeringen en daarbij oog hebben voor het kostenaspect.
− − −
soorten verzekeringen in verband met reizen begrippen kostenaspect
Betalen 6.8.9
Enkele courante vreemde munten opnoemen en de internationaal aanvaarde afkortingen gebruiken.
Courante vreemde munten en hun afkortingen
6.8.10 De waarde van de euro omrekenen naar een vreemde munt en omgekeerd.
−
6.8.11 Enkele betalingsmogelijkheden in het buitenland kunnen uitvoeren.
−
aan- en verkoop van vreemde munten raadplegen van wisselkoerslijsten
− − −
in vreemde munten travellers’cheques betaal- en kredietkaarten
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN Laat de leerlingen via een groepswerk documentatie verzamelen om een reis voor te bereiden en laat ze die documentatie naar voor brengen in klas. Daarna kan klassikaal een bespreking volgen. Hier zijn mogelijkheden voor samenwerking met de taalleraar, de leraar aardrijkskunde en de leraar computervaardigheden.Vertrek van praktijkdocumenten. Bespreek via bankdocumentatie de verschillende betalingsmogelijkheden naar het buitenland.
7
EVALUATIE
De evaluatie moet duidelijk samenhangen met de lesdoelstellingen (die steunen op leerplandoelstellingen). Eis bij evaluatie van basiskennis en -vaardigheden correctheid en nauwkeurigheid. Test waar mogelijk het inzicht; leerlingen moeten immers ook verbanden leren leggen. Naast de productevaluatie moet ook procesevaluatie de nodige aandacht krijgen. Waar mogelijk worden de leerlingen permanent geëvalueerd. Deze permanente evaluatie moet leiden tot een permanente begeleiding.
Basisoptie D/2002/0279/045
42
Handel Eerste graad
Enkele tips voor de evaluatie van opdrachten i.v.m. computervaardigheden en klavierbeheersing: −
Evaluatie van de opdrachten heeft vooral betrekking op inzichtelijk gebruik. Belangrijk is in elk geval dat niet enkel het eindproduct meetelt, maar ook de manier waarop het resultaat bereikt werd. Procesevaluatie primeert hier duidelijk op productevaluatie.
−
Permanente evaluatie is de meest geschikte vorm om het aanleren van computervaardigheden en klavierbeheersing te evalueren. Ook de attitudes worden hierbij opgenomen.
−
Het verdient aanbeveling om de opdrachten van alle leerlingen af te drukken. Ze behoren tot de leerlingendocumenten die bewaard moeten worden met het oog op schooldoorlichting.
8
MINIMALE MATERIËLE VEREISTEN
Voor de doelstellingen inzake 'initiatie in de handelswereld' zijn er geen specifieke materiële vereisten. De leraar kan alle lessen geven met materiaal dat in elke normaal uitgeruste school aanwezig is. Programmatuur Het leerplan legt geen specifieke softwarepakketten op; de school kiest zelf de software waarmee gewerkt wordt. De gebruikte softwarepakketten moeten toereikend zijn om de leerplandoelstellingen en leerinhouden te realiseren, ze moeten voldoende actueel zijn en bij voorkeur overeenstemmen met algemeen gangbare software. De keuze voor bepaalde softwarepakketten wordt gemaakt in onderling overleg tussen alle betrokken leraren, met inbegrip van de leraren verantwoordelijk voor de integratie van de informatica binnen andere vakken in de tweede en de derde graad. Apparatuur De leerlingen moeten binnen de school minimaal toegang hebben tot: − − − −
een voldoende aantal pc's waarop de vereiste programmatuur op een aanvaardbaar performantieniveau draait en die onderling verbonden zijn via een netwerk; een voldoende aantal netwerkprinters die schaalbare lettertypes ondersteunen; een tafelscanner (formaat A4), een cd-rom en een back-upmedium, bv. zip-drive; een analoge of digitale internetaansluiting.
Een projectiesysteem voor computerbeelden of een systeem voor het weergeven van het beeld van één pc op alle leerlingenpc's wordt aanbevolen. Vermits het opdoen van praktijkervaring aan de pc essentieel is, neemt per pc slechts één leerling plaats. De computerklas telt maximaal 20 pc's, zodat één leraar de leerlingen effectief kan begeleiden, hen permanent kan evalueren en een goede veiligheidssituatie kan garanderen.
Basisoptie D/2002/0279/045
43
Handel Eerste graad
De wettelijke ergonomische vereisten voor het werken met computers worden beschreven in het KB van 27 augustus 1993 betreffende Het werken met beeldschermapparatuur (BS van 7 septemer 1993) en in de Vijfde Bijzondere Richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen (90/270/EEG d.d. 29 mei 1990).
9
BIBLIOGRAFIE
Basisvaardigheden in verband met computervaardigheden en klavierbeheersing: In de boekhandel zijn talloze werken over computers en professionele toepassingspakketten te koop. Deze werken zijn vaak in het Nederlands en van goede kwaliteit. Het zijn op de eerste plaats naslagwerken waarop de leraar zich kan baseren om zijn lessen voor te bereiden. Omdat de bibliografie over informatica snel veroudert, worden geen concrete boeken vermeld. Wij vermelden enkel brochures specifiek ontwikkeld voor didactisch gebruik: VVKSO-werkgroep BIN-normen, BIN-normen - efficiëntie communicatie, vierde herziene druk, Licap, Guimardstraat 1, 1040 Brussel, januari 2001, 24 blz. VVKSO, Spellinggids Informatica, eerste druk, Licap, Guimardstraat 1, 1040 Brussel, september 1994, 152 blz. CBI-werkgroep Evaluatie, Productevaluatie AV Informatica, VVKSO, Guimardstraat 1, 1040 Brussel, september 1994, 152 blz. Andere werken Brochures, tijdschriften Het magazine ZO van het UNIZO Detailhandelmagazine, uitgave Hoofdbedrijfsschap detailhandel, Den Haag. Documentatiemateriaal van financiële instellingen Ook op het internet vindt men interessante sites van banken, beroepsfederaties (bv. UNIZO), ... over allerlei aspecten van dit leerplan.
Basisoptie D/2002/0279/045
44
Handel Eerste graad