Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.11 - September 2008
-441-
VLAAMS PARLEMENT ₪ SCHRIFTELIJKE VRAGEN
GEERT BOURGEOIS VLAAMS MINISTER VAN BESTUURSZAKEN, BUITENLANDS BELEID, MEDIA EN TOERISME
Vraag nr. 142 van 27 juni 2008 van RUDI DAEMS
Klokkenluidersprotocol - Implementatie Tussen de Vlaamse Regering en de Vlaamse Ombudsdienst werd op 4 juli 2005 een Protocol overeengekomen tot regeling van de bescherming van de klokkenluiders, dat op dezelfde datum in werking is getreden. Dit Protocol is van toepassing op de Vlaamse overheidsdiensten, d.w.z. alle ambtenaren, stagiairs en contractuele personeelsleden van alle departementen van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, alle Vlaams wetenschappelijke instellingen, alle Vlaamse openbare instellingen (VOI), alle interne of externe verzelfstandigde agentschappen en het secretariaatspersoneel van de strategische adviesraden. Het Ombudsdecreet bepaalt in artikel 17bis “De Vlaamse Regering neemt in haar regelingen betreffende de rechtspositie van het personeel bepalingen op ter implementatie van het protocol”. Ondertussen is het protocol bijna drie jaar in werking getreden en de vraag naar een stand van zaken van deze implementatie is dus aan de orde. 1. Kan de minister een overzicht geven wat betreft de implementatie van het Protocol in de personeelsstatuten/rechtspositieregelingen van de entiteiten die onder de bevoegdheid vallen van de minister: - het eigen departement van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap; - Vlaamse Wetenschappelijke instellingen; - Vlaamse openbare instellingen; - interne en externe verzelfstandigde agentschappen; - secretariaatspersoneel van de strategische adviesraden? 2. Kan de minister een overzicht geven van alle entiteiten onder zijn/haar bevoegdheid, die de inhoud van het protocol nog niet hebben opgenomen in de rechtspositie van het personeel? 3. Bieden het Ombudsdecreet en het vermelde protocol de nodige klokkenluiders-bescherming aan personeelsleden, als de betrokken entiteit de inhoud van dit protocol nog niet opnam in de rechtspositie van het personeel? 4. Waarom of waardoor is er vertraging bij de implementatie van het protocol? Neemt de regering initiatieven opdat het departement, de wetenschappelijke instellingen, de VOI’s, de IVA’s en alle andere entiteiten het protocol op het terrein uitvoeren?
-442-
Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.11 - September 2008
5. Welke timing voorziet de minister voor de implementatie van artikel 17bis van het Ombudsdecreet in de entiteiten onder zijn/haar bevoegdheid? N.B. Deze vraag werd gesteld aan alle ministers (Peeters vraag nr. 95, Van Mechelen nr. 181, Vandenbroucke nr. 309, Anciaux nr. 171, Bourgeois nr. 142, Keulen nr. 206, Van Brempt nr. 234, Vanackere nr. 262, Crevits nr. 808, Ceysens nr. 101).
Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.11 - September 2008
-443-
GEERT BOURGEOIS VLAAMS MINISTER VAN BESTUURSZAKEN, BUITENLANDS BELEID, MEDIA EN TOERISME
GECOÖRDINEERD ANTWOORD
op vraag nr. 142 van 26 juni 2008 van RUDI DAEMS
Minister-president Peeters Diensten voor het Algemeen Regeringsbeleid 1.
Overeenkomstig de regels inzake specifiek personeelsbeleid ressorteren, voor wat het beleidsdomein "Diensten voor het Algemeen Regeringsbeleid" (DAR) betreft, de volgende entiteiten onder mijn bevoegdheid : -
-
het departement DAR, met uitzondering van de cellen "Coördinatie Brussel", "Coördinatie Vlaamse Rand" en "Gelijke Kansen" van de afdeling Stafdienst van de Vlaamse Regering en met uitzondering van de personeelsleden van de afdeling Communicatie die uitsluitend taken vervullen voor de centrale bibliotheek ; de Studiedienst van de Vlaamse Regering ; het agentschap Interne Audit van de Vlaamse Administratie ; het Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen.
Op al deze entiteiten is het Vlaams Personeelsstatuut (VPS) van toepassing. Juridisch kreeg dit gestalte in het besluit van de Vlaamse Regering van 13 januari 2006. Het klokkenluidersprotocol van 4 juli 2005, gesloten tussen de Vlaamse Ombudsdienst en de Vlaamse Regering is vertaald in het VPS, meer bepaald in de artikelen II.2.§2, II.3. en II.4., alsook in artikel VIII.21. De inhoud van het klokkenluidersprotocol werd overigens reeds, met inwerkingtreding op 15 juni 2005, geïntegreerd in de personeelsstatuten die van kracht waren vóór het VPS van 13 januari 2006 bij de juridische voorgangers van de hogervermelde entiteiten (zijnde verschillende administratieve geledingen van het toenmalige ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, de Vlaamse Wetenschappelijke Instelling "Centrum voor Bevolkings- en Gezinsstudieën" en een gedeelte van de Vlaamse Openbare Instelling "Vlaamse Landmaatschappij"). Meer bepaald geschiedde dit bij : -
2.
het besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2002 houdende organisatie van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap en de regeling van de rechtspositie van het personeel, zoals gewijzigd bij besluit van de Vlaamse Regering van 27 januari 2006 ; het besluit van de Vlaamse Regering van 28 januari 1997 houdende statuut en organisatie van de Vlaamse Wetenschappelijke Instellingen en de regeling van de rechtspositie van het personeel, zoals gewijzigd bij besluit van de Vlaamse Regering van 27 januari 2006 ; het besluit van de Vlaamse Regering van 30 juni 2000 houdende de regeling van de rechtspositie van het personeel van sommige Vlaamse Openbare instellingen, zoals gewijzigd bij besluit van de Vlaamse Regering van 27 januari 2006.
Binnen het beleidsdomein DAR zijn er geen entiteiten onder mijn bevoegdheid waarop het VPS niet van toepassing is. Bijgevolg is het antwoord op deze vraag : nihil.
-4443.
Niet van toepassing.
4.
Niet van toepassing.
5.
Niet van toepassing.
Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.11 - September 2008
Minister Ceysens Wat betreft de bevoegdheden van minister Ceysens zal een aanvullend antwoord op deze vraag gegeven worden. Minister Vandenbroucke Onderwijs en Vorming Ter implementatie van het protocol van 4 juli 2005 heeft de Vlaamse Regering in het Vlaams Personeelsstatuut van 13 januari 2006 bepalingen opgenomen ter bescherming van de zogenaamde klokkenluiders, meer bepaald in de artikelen II.3 en II.4. Dit statuut is van toepassing op het departement Onderwijs en Vorming en alle agentschappen van het beleidsdomein Onderwijs en Vorming. Het is ook van toepassing op het secretariaatspersoneel van de Vlaamse Onderwijsraad en op het personeel van de administratieve diensten van het Gemeenschapsonderwijs (artikel I.1 en I.2, 1°). 1.
Het protocol is uitgevoerd voor alle entiteiten onder mijn bevoegdheid in vermeld Vlaams Personeelsstatuut.
2.
Nihil
3.
Niet van toepassing.
4.
Niet van toepassing.
5.
Niet van toepassing.
Werk 1.
Voor het Departement Werk en Sociale Economie (WSE), het Vlaams Subsidieagentschap Werk en Sociale Economie (VSA WSE) en het Vlaams Agentschap voor Ondernemingsvorming (Syntra Vlaanderen) werd de inhoud van het klokkenluidersprotocol volledig geïmplementeerd via het Vlaams Personeelsstatuut. Ook voor de personeelsleden van de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding (VDAB) werd het protocol geïmplementeerd via het Vlaams Personeelsstatuut, met uitzondering evenwel van het instructiepersoneel (zie verder). Wat de eigen personeelsleden betreft van het ESF-Agentschap Vlaanderen, werd het protocol eveneens geïmplementeerd via het Vlaams Personeelsstatuut. De gedetacheerde personeelsleden van het ESF-Agentschap vallen onder het personeelsstatuut van de verzendende organisatie. Wat het secretariaatspersoneel van de SERV betreft, wens ik er uw aandacht op te vestigen dat dit ressorteert onder de Minister die het beleidsdomein EWI onder zijn bevoegdheid heeft.
Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.11 - September 2008
-445-
2.
Binnen het beleidsdomein WSE is enkel voor wat betreft het instructiepersoneel van de VDAB de inhoud van het klokkenluidersprotocol nog niet opgenomen in de rechtspositie van dit instructiepersoneel.
3.
In afwachting van de implementatie van het protocol in het Besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 1994 (houdende vaststelling van de rechtspositie van het instructiepersoneel en het technisch omkaderingspersoneel bij arbeidsovereenkomst aangeworven bij de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding) biedt het Ombudsdecreet voldoende bescherming voor het instructiepersoneel. Dit werd overigens bevestigd door de Vlaamse ombudsman. In afwachting van de aanpassing van het vernoemde besluit zal het klokkenluidersprotocol eveneens in het arbeidsreglement opgenomen worden. Dit arbeidsreglement kan immers sneller aangepast worden.
4.
De vertraging bij de implementatie van het klokkenluidersprotocol in het personeelsstatuut van het instructiepersoneel is te wijten aan het feit dat het instructiepersoneel van de VDAB niet onder het Vlaamse Personeelsstatuut valt en er aldus een wijzigingsbesluit van de Vlaamse regering vereist is. Dit zal evenwel zo snel als mogelijk doorgevoerd worden, samen met enkele andere noodzakelijke wijzigingen aan het voornoemde besluit van de Vlaamse regering van 30 maart 1994.
5.
Op dit ogenblik zijn de onderhandelingen over een nieuw arbeidsreglement en een aanpassing van het personeelsstatuut van het instructiepersoneel van de VDAB reeds gestart. Zoals hierboven reeds beschreven, zal de bescherming die via het klokkenluidersprotocol wordt gegeven hierin worden geïmplementeerd. De invoering van het nieuwe arbeidsreglement en personeelsstatuut is voorzien voor het komende najaar.
Minister Vanackere 1.
De principes van het Protocol tot regeling van de bescherming van de klokkenluiders van 4 juli 2005 zijn geïntegreerd in het besluit van de Vlaamse Regering van 13 januari 2006 houdende vaststelling van de rechtspositie van het personeel van de diensten van de Vlaamse Overheid (VPS). Het toepassingsgebied van het VPS omvat alle entiteiten van het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin (WVG) m.n.: - het departement WVG; - het intern verzelfstandigd agentschap Inspectie WVG; - het intern verzelfstandigd agentschap Jongerenwelzijn; - het intern verzelfstandigd agentschap Zorg en Gezondheid; - het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Kind en Gezin; - het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams agentschap voor Personen met een Handicap; - het extern verzelfstandigd agentschap Openbaar Psychiatrisch Zorgcentrum Geel; - het extern verzelfstandigd agentschap Openbaar Psychiatrisch Zorgcentrum Rekem.
2-5. Is voor het beleidsdomein WVG zonder voorwerp. Minister Van Mechelen Financiën en Begroting 1.
De implementatie van het betreffende protocol is voorzien in artikelen II 2 en volgende van het Vlaams Personeelsstatuut. Alle entiteiten (en hun personeelsleden) van het beleidsdomein Financiën en Begroting (Departement, IVA Centrale Accounting, IVA Vlaamse Belastingdienst) ressorteren onder deze rechtspositieregeling.
-446-
Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.11 - September 2008
2.
Niet van toepassing.
3.
Niet van toepassing.
4.
Niet van toepassing.
5.
Niet van toepassing.
Ruimtelijke ordening 1.
Het departement RWO, de agentschappen RO-Vlaanderen, Inspectie RWO en VIOE, en het secretariaatspersoneel van de Strategische Adviesraad Ruimtelijke Ordening – Onroerend Erfgoed vallen onder het personeelsstatuut zoals vastgelegd in het Besluit van de Vlaamse regering houdende vaststelling van de rechtspositie van het personeel van de diensten van de Vlaamse overheid (het Raamstatuut). In artikelen II 3, II 4 en VIII 21 van het Raamstatuut zijn de bepalingen opgenomen ter implementatie van dit Protocol. Deze artikelen leggen ruimere bepalingen vast dan de hierna vernoemde minimale, die moeten worden opgenomen volgens artikel 17 bis van het Ombudsdecreet: de duur van de beschermingsperiode (art. II 3 §2), de schorsing van tuchtprocedures als minimale beschermingsmaatregel en een regeling inzake het toewijzen van de bewijslast (art. VIII 21).
2-3. Er zijn geen entiteiten onder deze bevoegdheid die zich in de situatie bevinden dat de inhoud van het Protocol niet is opgenomen in de rechtspositie van het personeel. 4-5. Elke leidend ambtenaar voert de bepalingen van het Raamstatuut uit, en dus ook de bepalingen ter implementatie van het Protocol. Minister Anciaux Wat betreft de bevoegdheden van minister Anciaux zal een aanvullend antwoord op deze vraag gegeven worden. Minister Bourgeois Bestuurszaken en media 1.
Het klokkenluidersprotocol van 4 juli 2005, gesloten tussen de Vlaamse Ombudsdienst en de Vlaamse Regering werd vertaald in het Vlaams personeelsstatuut van 13 januari 2006, meer bepaald artikel II 2, §2, II 3, II 4 en VIII 21. Het VPS is van toepassing op de diensten van de Vlaamse overheid nl. : -
-
de departementen, de intern verzelfstandigde agentschappen (IVA’s), zonder rechtspersoonlijkheid, de IVA met rechtspersoonlijkheid, met uitzondering van de Vlaamse instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO), de publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigde agentschappen (EVA’s), met uitzondering van de Vlaamse Vervoermaatschappij - De Lijn (VVM) en de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding (VDAB) wat betreft het instructiepersoneel, het secretariaatspersoneel van de strategische adviesraden, met uitzondering van de
Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.11 - September 2008
-
-447-
SERV, de SAVWGG (de strategische adviesraad voor het Vlaamse Welzijns-, Gezondheids- en Gezinsbeleid) en van de MORA, het personeel van de administratieve diensten van de Raad van het Gemeenschapsonderwijs.
Het klokkenluidersprotocol werd reeds met ingang van 15 juni 2005 geïntegreerd in de personeelsstatuten van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, de Vlaamse Openbare en Wetenschappelijke instellingen, die van kracht waren voor het Vlaams personeelsstatuut van 13 januari 2006, nl. : - het besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2002 houdende organisatie van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap en de regeling van de rechtspositie van het personeel, zoals gewijzigd door het besluit van de Vlaamse Regering van 27 januari 2006 tot wijziging van het VPS van 15 juli 2002 wat betreft de klokkenluiders, de landbouwattachés, het bevallingsverlof, de pensioenleeftijd, de coördinator integriteitszorg en andere bepalingen, - het besluit van de Vlaamse Regering van 30 juni 2000 houdende de regeling van de rechtspositie van het personeel van sommige Vlaamse Openbare instellingen, zoals gewijzigd door het besluit van de Vlaamse Regering van 27 januari 2006 tot wijziging van het stambesluit VOI van 30 juni 2000 wat betreft de klokkenluiders, het bevallingsverlof, de pensioenleeftijd en andere bepalingen, - het besluit van de Vlaamse Regering van 28 januari 1997 houdende statuut en organisatie van de Vlaamse Wetenschappelijke Instellingen en de regeling van de rechtspositie van het personeel, zoals gewijzigd door het besluit van de Vlaamse Regering van 27 januari 2006 tot wijziging van het personeelsstatuut van de Vlaamse Wetenschappelijke Instellingen van 28 januari 2008 wat betreft de klokkenluiders, het bevallingsverlof, de pensioenleeftijd en andere bepalingen. 2.
Voor volgende instellingen die onder de bevoegdheid van minister Bourgeois ressorteren en die niet onder het VPS vallen, werd de inhoud van het protocol nog niet opgenomen in de arbeidsvoorwaardenregeling: Jobpunt Vlaanderen en de VRT.
3.
Met de invoeging van artikel 17bis in het Ombudsdecreet heeft de decreetgever rechtskracht gegeven aan het protocol en de daarin opgenomen regeling en engagementen in verband met de bescherming van klokkenluiders, waartoe de Vlaamse Regering zich uitdrukkelijk heeft verbonden. Er kan dus geen enkele handeling gesteld worden in strijd met artikel 17 bis en de geest en letter van het protocol.
4.
Voor een aantal entiteiten was het niet duidelijk dat uitvoering diende gegeven te worden aan artikel 17bis van voormeld decreet aangezien in dit artikel bepaald wordt dat “de Vlaamse Regering in haar regelingen betreffende de rechtspositie van het personeel bepalingen opneemt ter implementatie van het protocol.” Voor de betrokken entiteiten die het protocol nog niet implementeerden is niet de Vlaamse Regering, maar de raad van bestuur bevoegd om de rechtspositieregeling vast te stellen. Wat de implementatie op het terrein betreft : alle Vlaamse overheidsdiensten die een eigen rechtspositieregeling hebben buiten het VPS, werden reeds met een brief van 26 juni 2008 herinnerd aan de vereiste om de klokkenluidersregeling te verankeren in hun specifieke rechtspositieregelingen.
5.
Wat de implementatie van het protocol door Jobpunt Vlaanderen en de VRT betreft: 1° Jobpunt Vlaanderen heeft geen rechtspositieregeling in de strikte zin van het woord aangezien Jobpunt Vlaanderen een privaatrechterlijke entiteit is. De raad van bestuur bepaalt het arbeidsreglement dat van toepassing is op het personeel van Jobpunt Vlaanderen. De
-448-
Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.11 - September 2008 implementatie van het protocol zal in het najaar tijdens een vergadering van de raad van bestuur worden besproken.
2° Aangezien de implementatie van specifieke bepalingen in verband met de rechtsbescherming van klokkenluiders in de rechtspositieregeling van het VRT- personeel onderhandelingen vereist met de vakverenigingen en ter goedkeuring moet worden voorgelegd aan de raad van bestuur, kan er op dit ogenblik nog geen voldoende specifieke datum van implementatie van het protocol worden meegedeeld. Dit onderwerp werd wel reeds op de agenda van het Auditcomité van de VRT gebracht. De VRT is vragende partij om goede afspraken te maken, specifiek over de uitvoering van het ombudsdecreet, en zal in die context onderzoeken of er bijkomend nood is aan een "instellingsspecifieke" bijsturing van de procedure. In zoverre dat via een protocol kan worden geregeld, wordt opgemerkt dat de VRT zich niet op hetzelfde niveau situeert als vb. een departement of een verzelfstandigd agentschap dat niet in een concurrentiële omgeving moet werken. Toerisme en buitenlands beleid Het agentschap Toerisme Vlaanderen valt qua rechtspositieregeling van haar personeelsleden onder het raamstatuut van 13 januari 2006. De bescherming van de klokkenluiders is geregeld via artikel II 3 en II 4 in dit raamstatuut. Het antwoord op de eerste vraag maakt de overige vragen zonder voorwerp. Minister Crevits Wat betreft de bevoegdheden van minister Crevits zal een aanvullend antwoord op deze vraag gegeven worden. Minister Keulen 1.
Wat de bevoegdheden betreft inzake het departement RWO, de agentschappen Wonen Vlaanderen, Inspectie RWO en VMSW, en het secretariaatspersoneel van de Vlaamse Woonraad vallen die onder het personeelsstatuut zoals vastgelegd in het Besluit van de Vlaamse regering houdende vaststelling van de rechtspositie van het personeel van de diensten van de Vlaamse overheid (het Raamstatuut). In artikelen II 3, II 4 en VIII 21 van het Raamstatuut zijn de bepalingen opgenomen ter implementatie van dit Protocol. Deze artikelen leggen ruimere bepalingen vast dan de hierna vernoemde minimale, die moeten worden opgenomen volgens artikel 17 bis van het Ombudsdecreet: de duur van de beschermingsperiode (art. II 3 §2), de schorsing van tuchtprocedures als minimale beschermingsmaatregel en een regeling inzake het toewijzen van de bewijslast (art. VIII 21). Wat de bevoegdheden betreft inzake binnenlandse aangelegenheden, stedenbeleid en inburgering heeft de Vlaamse Regering op 28 oktober 2005 het Agentschap voor Binnenlands Bestuur opgericht als een intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid. Het agentschap heeft geen afzonderlijke rechtspositieregeling. Zijn personeel ressorteert dus onder de regels van het Vlaams Personeelsstatuut van 13 januari 2006. Dit statuut behoort tot de bevoegdheid van de Vlaamse minister bevoegd voor bestuurszaken.
2-3. Er zijn geen entiteiten onder deze bevoegdheden die zich in de situatie bevinden dat de inhoud van het Protocol niet is opgenomen in de rechtspositie van het personeel. 4-5. Elke leidend ambtenaar voert de bepalingen van het Raamstatuut uit, en dus ook de bepalingen ter implementatie van het Protocol.
Vlaams Parlement - Vragen en Antwoorden - Nr.11 - September 2008
-449-
Minister Van Brempt Het Klokkenluidersprotocol tussen de Vlaamse Regering en de Vlaamse Ombudsdienst werd vertaald in het Vlaams Personeelsstatuut van 13 januari 2006, dat van toepassing is op alle personeelsleden van het Departement Mobiliteit en Openbare Werken, het Agentschap Wegen en Verkeer en het Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust.