Vitaal missionair leiderschap in de kerk v.d. 21e eeuw
Proclama studiedag Gelredome – 6 februari 2013 Robert Doornenbal Academie Theologie Christelijke Hogeschool Ede
‘Radicaal anders’ dan… “De kerk moet zich verre houden van ‘leiderschap” = modieuze managementmodellen, machtsmisbruik, mannetjesmakerij “Missionair leiderschap draait om de visie van de leider” = maakbaarheid, activisme, vertrouwen op nieuwe vormen, etc.
“Een ambtsdrager is geen ‘leider’” “Ik ben geen leider, ik ben dienaar des Woords”
Rollen van ‘vitale’ missionaire leiders vooronderstelling: steeds meer mensen zijn onbekend met - of raken vervreemd van - de (‘klassiek’) christelijke boodschap, taal, moraal en instituties
• grensganger & gids: bevindt zich op de grens van meerdere groepen en subculturen tegelijk en bevraagt vanuit die positie vigerende paradigma’s = onderliggende ‘vanzelfsprekendheden’; hij/zij stimuleert creativiteit, experimenteren, innovatie, en transformatie van personen en groepen in een bepaalde (theologisch) gewenste richting, hierbij rekening houdend met verlieservaringen en tempoverschillen • bruggenbouwer: spreekt meerdere subculturele ‘talen’ en gebruikt die om mensen met elkaar in verbinding te brengen (zoekt en faciliteert conversatie & community) • leerling: zoekt de ander op en laat zich door hem of haar raken, en leert hiervan, zonder de eigenheid te verliezen
Vitaal missionair leiderschap wat heb je daarvoor nodig? - I • een theologische visie op de verhouding tussen evangelie, kerk en cultuur, met een missionaire spits en praktische consequenties (vgl. Tim Keller, Center Church [2012])
• bewogenheid en de bereidheid offers te brengen, dit vanuit geestelijke voeding en inspiratie
• een open houding, en in staat zijn om te leren van ervaring = • herkennen wanneer nieuw gedrag en andere manieren van • • • •
denken nodig zijn aanvaarden van verantwoordelijkheid om te ontwikkelen zelfkennis aan de slag gaan met activiteiten waarvan geleerd kan worden en/of nieuw gedrag uitgetest kan worden werken aan het ontwikkelen van een grote variëteit aan leertechnieken om een bepaalde vaardigheid te leren
Vitaal missionair leiderschap wat heb je daarvoor nodig? - II • culturele / contextuele en apologetische sensitiviteit • voorbeeld in een e-mail van 22 januari: “… vraagt zich af hoe God de Vader Zijn Zoon kon straffen voor onze zonde. Critici spreken soms van goddelijke kindermishandeling ('cosmic child abuse'). Hoe kan ik een dergelijke vraag beantwoorden? Heeft u misschien een artikel of ideeën hierover?” •
Porter, “Dostoyevsky, Woody Allen, and the doctrine of penal substitution”, in: Paul Copan & William Lane Craig, eds., Contending with Christianity’s Critics (2009)
• visie voor de belangrijke rol van kunst en verbeelding (in bijv. communicatie- en leerprocessen) • denk bijv. aan taal: metaforen en verhalen, maar ook aan beeldende kunst en participatie van het lichaam, o.a. in rituelen, worship, leidinggeven, onderwijssettings
Waarom heeft de kerk vitaal missionair leiderschap nodig? Vitaal missionair leiderschap stimuleert datgene wat vaak te weinig aanwezig is in veel kerken: • een inspirerende, theologisch onderbouwde visie die • • • •
betrekking heeft op de (lokale) context intentionele spirituele vorming voor en door iedereen, inclusief jongeren onderlinge gemeenschap, bijvoorbeeld gezamenlijke maaltijden, vaak met gasten doelmatige & flexibele structuren algemeen: een onderlinge cultuur waarin mensen zich welkom, veilig én uitgedaagd voelen om te leren en te experimenteren, en waarin ze iets van God ervaren
visievorming dynamische (locale) CONTEXT
gemeenschap
structuurvorming
spirituele vorming en ‘cultuur’ vorming
Vitaal missionair leiderschap ‘Vitaal missionair leiderschap’ verwijst naar
• • • • • • • • • • • • •
dialogische processen van visievorming cultuurvorming, spirituele vorming en structuurvorming binnen een christelijke gemeenschap. Deze processen helpen individuele participanten, groepen en de gemeenschap als geheel om antwoord te geven op uitdagende situaties en om transformatieve veranderingen aan te gaan die nodig zijn om georiënteerd te raken, of te blijven, op de missie van God.
Spirituele vorming • Het proces van antwoord geven op de realiteit van Gods
• • • • • •
•
genade die ons – als deel van de gemeenschap van gelovigen – door het werk van de Heilige Geest wil veranderen naar het beeld van Jezus Christus, met het oog op de wereld. bestaat God? wie is Hij? is Hij betrouwbaar? wat is het evangelie? wat heeft God te maken met ons dagelijkse leven? welke rol speelt de Bijbel in onze gemeenschap (gemeente)? welke rol heeft het gebed? (hoe) worden mensen toegerust om het evangelie toe te passen in het dagelijks leven? bijv. preken; onderwijs; mentoraat; training; het evangelie delen met anderen; gastvrijheid; praktisch dienstbetoon…
Visievorming = open conversatie, gebed en (Bijbel-)studie rondom o.a.
• wat is de kerk? wat is haar roeping? • waar/hoe zien we iets van God in ons leven (of juist niet)? • welke culturele/contextuele ontwikkelingen zien wij en hoe •
• • • • • • • •
beïnvloedt dit ons en anderen? welke initiatieven lijken door God in het bijzonder te worden gezegend? wie wonen er in de wijk en wat houdt hen bezig? waar zien we iets van Gods ‘werk’/activiteit in de wijk? wat is het unieke van onze kerk/gemeente? hoe kan dit unieke worden ingezet voor wat God al aan het doen is? welke missie komt hieruit voort? wat voor structuren/organisatie past daar het beste bij? wat betekent deze missie op het gebied van spirituele vorming? wat betekent deze missie voor de gemeentelijke cultuur/klimaat?
Cultuurvorming • • • • • • • •
welke waarden incl. onuitgesproken ‘regels’ zijn belangrijk? welke symbolen spelen een belangrijke rol? welke rituelen (vaste vormen/patronen) keren steeds terug? in hoeverre is er sprake van vertrouwen? communicatie: o.a. waarover wordt (niet) gepraat? hoe gaat men om met (theologische) verschillen? & conflicten? hoe kijkt men aan tegen verandering? welke mensen hebben veel invloed of macht en wat speelt daarin mee?
• wat is gewenst voor de interne cultuur, gezien onze roeping/ missie? • hoe kan gemeenschap worden bevorderd?
Structuurvorming • welke formele en informele (netwerk) structuren zijn er? • welke houding/motivatie wordt gestimuleerd door de • • • • • • •
gehanteerde structuren? hoe en waar worden doelen geїmplementeerd & met welk resultaat? taken & tools: wie doet wat en waarmee? welke rollen zijn er (niet)? vgl. APEST model van Hirsch wie is verantwoordelijk voor…? wie neemt besluiten over…? welke regels & procedures zijn er (nodig)? hoe loopt de informatievoorziening?
• wat zijn de gewenste structuren, gezien onze roeping/missie?
leiden & leren LEREN = het bewust aanpassen van je denken en handelen in antwoord op nieuwe realiteiten, en het hanteren van je emoties in het proces van ‘oud’ naar ‘nieuw’ learning community & learning culture • ingesteld op verandering (behalve als het gaat om kernwaarden) • monitoren van de omgeving; oversteken van grenzen; aangaan van relaties • vragen stellen wordt aangemoedigd • ruimte voor experimenteren, risico’s, fouten maken • aandacht voor evalueren en leren • visie wordt telkens opgescherpt • creativiteit en (theologische) verbeelding belangrijk • aandacht voor persoonlijke steun/ontwikkeling (mentoring e.d.) • uitnodigend voor brede participatie • kernparticipanten zelf zijn life long learners
Leiderschapsidentiteit & ontwikkeling daarvan • • •
selfawareness (‘SWOT’, waarden, leerstijl, DISC, Belbin, MBTI…) herkennen wanneer nieuw gedrag en andere manieren van denken nodig zijn verantwoordelijkheid nemen voor je eigen ontwikkeling: fysiek, emotioneel, mentaal, sociaal-relationeel, spiritueel
• • • • • •
anderen begrijpen (incl. gender, [sub-]cultuur, eigenheid…) omgaan met teams; handelen in groepen zicht op organisaties bijdragen aan gemeenschap (community) zoeken van verbinding: nabijheid én verschil handelen in veranderingsprocessen, o.a.: * omgaan met verlieservaringen * conflicthantering * falen/mislukkingen * vieren