de missionair leider Essay over effectief missionair leiderschap en de kenmerken van een missionaire cultuur
Inhoud 1 Inleiding .........................................................................................................................................3 2 de missionair leider ........................................................................................................................3 2.1 wat is leiderschap 2.2 leiderschap & context 2.3 visionair leiderschap 2.4 organisch leiderschap 2.5 leiderschap & dubbele roeping 3 de missionaire cultuur....................................................................................................................5 3.1 wat is een missionaire cultuur? 3.2 voor en nadelen van een sterke missionaire cultuur 3.3 elementen van een missionaire cultuur Literatuur............................................................................................................................................9
2
1 Inleiding De tijd van het christendom, waarbij de kerk een dominante en haast vanzelfsprekende positie had in de samenleving, is voorbij. Bijna acht op de tien 12- tot 25-jarigen bezoekt zelden of nooit een kerkdienst, moskee of andere religieuze instelling1. In deze postchristelijke context is de missionair leider aangesteld om leiding te geven aan zending en evangelisatie vanuit de kerk. Dit betekent onder andere dat de missionair leider moet werken aan een stevige missionaire cultuur. Dit spannende en uitdagende proces zal heel wat vragen van de missionair leider. De onderzoeksvraag van dit essay luidt daarom: ‘welk type leiderschap is het effectiefst in een missionaire context en wat kenmerkt een missionaire cultuur’.
2
de missionair leider
2.1 wat is leiderschap Onderzoek heeft uitgewezen dat Nederland één van de minst masculiene culturen ter wereld heeft. In onze cultuur wordt veel waarde gehecht aan samenwerking, gezamenlijke besluitvorming, solidariteit en dienstbaarheid2. Uit onderzoek blijkt ook dat de overgrote meerderheid van mensen, ongeacht hun leeftijd, geslacht, opleiding en werkervaring, ‘leiderschap’ ziet als een sterk sturende en controlerende activiteit van één persoon, meestal een man3. De culturele bepaaldheid botst met het (mythische) verwachtingspatroon ten aanzien van het functioneren van een leider. Dit maakt dat men in Nederland vaak zeer argwanend staat tegenover leiderschap. Tegelijkertijd maakt leiderschap vanzelfsprekend onderdeel uit van ons leven. Joke van Saane merkt terecht op dat er in allerlei geledingen in de maatschappij mensen zijn die voorop gaan en mensen zijn die volgen4. John Maxwell stelt zelfs dat iedereen een leider is omdat iedereen andere mensen (bewust of onbewust) beïnvloedt5. Hiermee hebben we direct het belangrijkste aspect van leiderschap benoemd. In de grote hoeveelheid van definities en beschrijvingen is het beïnvloeden van anderen de gemene deler. Leiderschap gaat altijd over het beïnvloeden van anderen, zodat die anderen gemotiveerd zijn een bijdrage te leveren aan de groep of aan het geheel6. Een complicerende factor is echter dat leiderschap niet alleen te maken heeft met één of meer mensen die leiderschap uitoefenen, maar ook met ‘waarden’, ‘cultuur’, ‘relaties’ en dergelijke. Ofwel, leiderschap functioneert altijd in een bepaalde context7. Een leider die in de ene context zeer effectief is kan in een andere context totaal niet herkend en erkend worden als leider. De effectiviteit van een leider is dus afhankelijk van de mach tussen enerzijds de persoonlijkheidskenmerken van de leider en anderzijds de kenmerken van de context8.
1
Mooren, Trentrapport 2010, 79-80 Noort, Als een kerk opnieuw begint, 297-298 3 Noort, Als een kerk opnieuw begint, 285 4 Saane, Geloofwaardig leiderschap, 11 5 Maxwell, Developing the Leader Within You, 13 6 Haslam in Saane, Geloofwaardig leiderschap, 12 7 Noort, Als een kerk opnieuw begint, 285 8 Saane, Geloofwaardig leiderschap, 121 2
3
Joke van Saane vangt deze complexiteit in de volgende definitie die ik ook volg voor de verdere opzet van dit essay9: “Leiderschap is het dynamische proces waarin leider en volgers elkaar beïnvloeden, zodat er (1) overeenstemming ontstaat over doel en middelen van de groep, (2) individuele leden en de groep als geheel optimaal gefaciliteerd worden in de pogingen de doelen te bereiken, en (3) het welzijn van groep en leden verhoogd wordt.” 2.2 leiderschap & context Robert Doornenbal beschrijft in zijn proefschrift een viertal leiderschapsparadigma’s waar binnen alle leiderschapsstijlen gecategoriseerd kunnen worden10. Achtereenvolgens zijn dat klassiek leiderschap, visionair leiderschap, transactioneel leiderschap en organisch leiderschap. Binnen welke paradigma moet gezocht worden naar een leiderschapsstijl die het meest effectief is voor een missionair leider? De mate waarin een leider effectief kan zijn hangt samen met de kenmerken van de context. Ik onderscheid twee belangrijke contexten. In de eerste plaats die waarbij de missionair leider leiding geeft aan het proces van kerkplanting, in de tweede plaats die waarbij de missionair leider leiding geeft aan een proces van kerkvernieuwing. Met behulp van de ecologische organisatiepsychologie van Jack Crielaard kunnen kerkplantingen bestempeld worden als ‘toendra-ondernemingen’11. Elke keuze die wordt gemaakt staat in het teken van de strijd om te overleven. De omstandigheden zijn daardoor moeilijk, maar de keuzemogelijkheden om te overleven zijn vrij beperkt. Hiermee is het leiderschap relatief eenvoudig. Toch heeft leiderschap hier een niet te onderschatten betekenis. Uit een analyse van de kerkplantingsgolf in Engeland in de jaren negentig blijkt dat veel projecten mislukt zijn vanwege onbekwaam leiderschap12. Er is creativiteit nodig om buiten bestaande kaders te denken en ondernemingszin, onbevangenheid, flexibiliteit en verbeeldingskracht om het project van de grond te krijgen, fondsen te werven en mensen te binden. De gemiddelde kerkplanter is daarom relatief jong13. Leider en volgers zijn in sterke mate emotioneel verbonden met kerkplantingsinitiatieven. Vanuit een sterke verbeeldingskracht probeert de missionair leider volgers te motiveren om een gezamenlijke droom waar te maken14. In tegenstelling tot het leefgebied van de kerkplanter is die van de leider binnen een bestaande gemeenschap te vergelijken met een regenwoud. Er zijn vele mogelijkheden tot overleven, voedsel is achter elke boom te vinden. Maar wat is de juiste keuze? Het leiderschap in deze context is complex omdat er met veel factoren rekening moet worden gehouden. Een bedreigde of reeds verloren vitaliteit moet hersteld worden zodat de gemeente opnieuw haar doelen kan realiseren. Hiervoor is het nodig dat structuren worden veranderd, tijd en middelen worden herverdeeld, etc. Ook in deze fase is de stijl en de persoonlijkheid van de leider van cruciaal belang. De leider moet de veranderingen aansturen door visie uit te dragen15. Hiervoor is veel
9
Saane, Geloofwaardig leiderschap, 13 Doornenbal, Crossroads, 185-191 11 Noort, Als een kerk opnieuw begint, 293 12 analyse van George Lings & Stuart Murray aangehaald in Noort, Als een kerk opnieuw begint, 284 13 Noort, Als een kerk opnieuw begint, 295 14 college Theo Visser d.d. 28 januari 2015 15 Saane, Geloofwaardig leiderschap, 102 10
4
doorzettingsvermogen, geduld en organisatietalent voor nodig. Succesvolle veranderaars van bestaande gemeenten zijn daarom vaak meer op leeftijd16. 2.3 visionair leiderschap In beide contexten blijken leiderschapsstijlen die vallen binnen het visionaire paradigma het meest passend te zijn. Binnen kerplantingsprojecten en revitalisering van bestaande gemeenten speelt verandering een belangrijke rol. Binnen beide contexten is behoefte aan samenbindend en inspirerend leiderschap dat een weg vooruit wijst. De transformerende leiderschapsstijl sluit hier goed op aan. Dit type leiderschap is gericht op verandering zonder dat het een ‘one-man-show’ wordt van de leider. De leider weet de mensen samen te binden rondom gezamenlijke doelen en waarden. Volgers worden hierbij bezield met zelfvertrouwen en gestimuleerd tot meer dan het gewone en het overtreffen van zichzelf17. 2.4 organisch leiderschap In startende organisaties als een kerkplanting is zichtbaar leiderschap vaak onvermijdelijk. Maar hoe sterker de cultuur van een gemeente wordt, hoe minder noodzaak er is voor een centrale leider (zie paragraaf 3.3). In dit type gemeente kunnen meer organische vormen van leiderschap zeer goed werken. Michael Frost en Alan Hirsch pleiten er daarom voor om ook in kerkplantingen te werken aan een sterke organisatiecultuur. Dit pleidooi voeren zij op basis van Efeze 4. De ideale gemeente is een organisme, een zelfregulerend systeem18. Deze gemeentes zijn klein, gaan geen dure verplichtingen aan, zijn eenvoudig en menselijke relaties staan in alles wat zij doen centraal. 2.5 leiderschap & dubbele roeping Kerkplantingen hebben weinig tot geen financiële middelen voor het aanstellen van een betaalde fulltime voorganger. Voor deze gemeenten is het vaak bittere noodzaak om iemand aan te stellen met een dubbele roeping. Dit is iemand die zowel voor de kerk werkt als in een seculiere baan. Maar ook voor grotere gemeenten kan een keuze voor het aanstellen van een leider met een dubbele roeping verstandig zijn. Het maakt gedeeld leiderschap mogelijk en het is goed voor de missie van de kerk. Fulltime-pastors, met navenante salarissen, maken de organisatie van de kerk log en topzwaar. Daarnaast is het voor een leider goed om ook daadwerkelijk verbonden te blijven met de seculiere wereld.
3
de missionaire cultuur
3.1 wat is een missionaire cultuur? Cultuur is overal aanwezig, het is de natuurlijke leefomgeving van de mens. De cultuuren godsdienstpsygoloog Han Fortmann beschrijft onze relatie tot de cultuur als die van vis in het water: ‘indien een vis ontdekkingen zou kunnen doen, dan zou zijn laatste ontdekking zijn het bestaan van het water. Daar leeft hij immers in’19. In zijn standaard werk Primitive Culture omschrijft Edward Tylor cultuur als ‘that complex whole which
16
informatie college Stefan Paas Nauta, Paradoxaal leiderschap, 191-193 18 Frost & Hirsch, The Shaping of Things to Come, 210-212 19 Han Fortmann in Heiting, Een kerk met karakter, 43 17
5
includes knowledge, belief, art, morals, law, custom, and any other capabilities and habits acquired by man as a member of society’20. Iets specifieker gesteld kan cultuur omschreven worden als de heersende levensvisie of moraal. In de sociologie wordt daarom de volgende definitie gebruikt: ‘cultuur is het min of meer samenhangende geheel van voorstellingen, opvattingen, waarden en normen die mensen als lid van hun maatschappij door middel van leerprocessen hebben verworven, dat in hoge mate hun gedrag beïnvloedt en waardoor zij zich onderscheiden van leden van andere maatschappijen’21. Als regel is in elke samenleving sprake van een dominante cultuur. Als men daar vanaf wijkt, in gedrag of opvatting, is er sprake van een zogenaamde subcultuur. In de huidige tijd vormt de kerk in de regel een subcultuur. Het tijdperk van het ‘christendom’ is voorbij en de kerk (die sterk verbonden was met de voorstellingen, opvattingen, waarden en normen uit een voorbije periode) slaagt er sinds de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw niet in om aansluiting te vinden bij een snel veranderende cultuur22. In de communicatie van het evangelie zal de kerk daarom niet alleen de kloof van het evangelie moeten overbruggen, maar ook een culturele kloof. Onder een missionaire cultuur versta ik daarom: ‘een samenhangende geheel van voorstellingen, opvattingen, waarden en normen die mensen als lid van een kerk door middel van leerprocessen hebben verworven, die tot uiting komt in succesvol missionair gedrag en een kerk in staat stelt om missionair aanwezig te zijn in een bepaalde context’ In deze definitie komt tot uiting dat cultuur iets is wat een groep (kerk) zelf heeft voortgebracht, het is door leerprocessen verworven. Dit betekent ook dat een bepaalde cultuur geen statisch gegeven is, culturen kunnen veranderen. Wel moet worden opgemerkt dat groepsculturen zeer sterk zijn. Sara Savage spreekt in dat verband over de ‘groepsgeest’, de cultuur is zo sterk dat hij als het ware naast de groep bestaat 23. 3.2 voor en nadelen van een sterke missionaire cultuur Rein Naute beschrijft hoe een gemeente in ‘een cyclus van attractie, selectie en retentie’ steeds meer gelijkvormig wordt24. Mensen voelen zich tot een bepaalde gemeenschap aangetrokken omdat die past bij wie zij zijn als persoon. Dit is onvermijdelijk en zelfs goed. Door conformiteit ontstaat er een sterke groepscultuur en die is noodzakelijk voor vormen van gedeeld leiderschap25. Daarnaast verminderd een sterke cultuur de collectieve onzekerheid, brengt zij sociale ordening aan, creëert zij continuïteit en zorgt zij oriëntatie en richting. Een goede visie draagt bij aan het vormen van een stevige groepscultuur, maar een té sterke visie kan ook een gevaar vormen. Mensen die zich niet in de visie kunnen vinden worden naar de rand en eroverheen geduwd. Het blijkt echter dat in een snel veranderende wereld juist organisaties die al hun kaarten op eenvormigheid hebben gezet kwetsbaar zijn. In de gemeente blijven dan te weinig mensen over die kritisch en zelfstandig denken en in staat zijn om ontwikkelingen te signaleren die de leidinggevende(n) niet welgevallig zijn26.
20
Tylor, Primitive Culture, 1 Heiting, Een kerk met karakter, 44 22 Keller, Centrum Kerk, 172 23 Savage, The Human Face of Church, 22-25 24 Nauta, Paradoxaal leiderschap, 132-133 25 Saane, Geloofwaardig leiderschap, 98 26 Gayle Every in Noort, Als een kerk opnieuw begint, 287 21
6
3.3
elementen van een missionaire cultuur
iedereen doet mee In het christelijk tijdperk dat voorbij is, deden de geestelijken alles en de leken waren passief. Daar moeten we van af en terug naar de leer van de reformatie, naar het ‘priesterschap’ van alle gelovigen27. Daarnaast zien we dat het vijfvoudig leiderschap zoals we dat beschreven zien in Paulus brief aan Efeze niet beperkt blijft tot het leiderschap in de gemeente. Efeze 4:1-16 lijkt veel eerder het functioneren van de gehele gemeente te beschrijven. Iedereen in de gemeente heeft de roeping om te fungeren als apostel, profeet, evangelist, herder of leraar28. Vanuit het geheel van de gemeente wordt vervolgens een gebalanceerd leiderschapsteam gevormd van mensen die de gave van leiderschap hebben. wederkerigheid Eén van de belangrijkste dingen die ik na 11 jaar missionair werk in het Oude Noorden heb geleerd is dat ook niet- of anders gelovigen een enorme bijdrage kunnen leveren aan de gemeenschap. Sterker nog, mensen verwachten dat zij een actieve bijdrage kunnen leveren. Tim Keller noemt porositeit dan ook als een van de kernmerken van een missionaire gemeenschap29. Door mee te doen met de activiteiten kunnen mensen zien hoe het evangelie doorwerkt in dagelijkse leven van christenen en wordt hen op allerlei manieren via persoonlijke ontmoetingen het evangelie uitgelegd . Andersom heb ik ook veel geleerd van mensen die betrokken zijn in onze missionaire projecten, hoe ze omgaan met onzekerheid, geldgebrek, ziekte, etc. Hierdoor leren we elkaar als mens kennen en kunnen er open en diepgaande gesprekken plaatsvinden. gecontextualiseerd Contextualisering is van groot belang voor de geloofscommunicatie. Concrete ervaringen en vragen van mensen moeten verbonden worden met het evangelie. De cultuur van de groep moet daarom gericht zijn op, en gevoelig zijn voor, mensen buiten de gemeenschap. Omdat de samenleving uit tal van subculturen bestaat is het noodzakelijk om goed na te denken over welke doelgroep de gemeente in hoofdzaak wil bereiken. Dit vraagt om het maken van keuzes. Op welke dag en welk tijdstip willen we samenkomen, welke vertaling gebruiken we, zingen we liederen en hoeveel, welke activiteiten worden er opgestart, etc. En al die keuzes zijn, of we het willen of niet, voor de één meer uitnodigend dan voor de ander. En als een bepaalde groep mensen zich eenmaal gebonden weet aan een gemeenschap zal een andere groep zich als vanzelf niet meer thuis voelen. Het is dus van belang om goed na te denken over de doelgroep die de gemeente wil bereiken en met welke activiteiten, middelen, etc. deze doelgroep het beste bereikt kan worden. open communicatie Om iedereen te betrekken bij de gemeente is het van belang dat er een goede en open communicatiestructuur is. Hierbij is het van belang dat ook mensen die het niet eens zijn met de overtuigingen van de leider(s) zich kunnen uiten. Dit kan ook spanningen met zich mee brengen die uit kunnen monden in conflicten tussen twee of meer personen of groepen. Bij veranderingstrajecten of bij confrontatie met nieuwe contexten zullen conflicten met regelmaat voorkomen. Hier moeten we niet bang voor zijn, conflicten zijn vaak doorgangsgebieden naar vernieuwing en kunnen zeer leerzaam zijn. In een 27
Keller, Centrum Kerk, 243 Frost & Hirsch, The Shaping of Things to Come, 210-212 29 Keller, Centrum Kerk, 244 28
7
missionaire cultuur heeft men daarom geleerd om conflicten goed te hanteren. Dit betekent dat er open wordt gecommuniceerd en dat leiders goed naar iedereen luisteren en weten op welke manieren zij reageren op conflicten30. een dienende gemeenschap In de Constantijnse periode werd de kerk gezien als een verzorgingshuis voor gelovigen. De aandacht ging met name uit naar het pastoraat, gebed, bijbelstudie en evangelisatie. Deze periode wordt gekenmerkt door een ‘out side in’ benadering. Van mensen werd verwacht dat zij naar de kerk toe kwamen31. Deze tijd is echter voorbij, de kerk opereert in een postmoderne tijd en is marginaal geworden. In haar activiteiten moet deze positie duidelijk worden, de kerk moet een dienende gemeenschap zijn. Herkenbaar voor de buurt, een alternatieve gemeenschap met sterke en hechte relaties die, als ware het een offer, tijd en geld besteed aan het welzijn van de stad32. een biddende gemeenschap Boven alles is een missionaire kerk een biddende kerk. Gebed is de drijver van goed leiderschap, conflicthantering, contextualisatie, dienen en het vormen van een open gemeenschap met een sterke eigen cultuur.
30
Savage, The Human Face of Church, 65-73 Wolf, Jezus in de Millinx, 174-176 32 Keller, Centrum Kerk, 244 31
8
Literatuur De volgende boeken/artikelen zijn geraadpleegd en/of geciteerd: Becker, Jos & Joep de Hart, Godsdienstige veranderingen in Nederland. Verschuivingen in de binding met de kerken en de christelijke traditie (Den Haag: Sociaal Cultureel Planbureau: 2006) Cameron, Helen, e.a. (eds.), Studying Local Churches: A Handbook (London: SCMCanterbury Press Ltd: 2005) Frost, Michael & Hirsch, Alan, The Shaping of Things to Come. Innovation and Mission for the 21st-Century Church (Grand Rapids: Baker Books, 2013) Heiting, Gerben, Een kerk met karakter. Tijd voor heroriëntatie (Kampen: Uitgeverij Kok, 2007) Keller, Tim, Centrum kerk. Het evangelie midden in je stad (Franeker: Uitgeverij Van Wijnen, 2014) Maxwell, John. C., Developing the Leader Within You (Nashville: Thomas Nelson Inc., 1993) Mooren, Francis van der, e.a. (eds.) Trendrapport 2010. Landelijke Jeugdmonitor (Den Haag: Centraal Bureau voor de Statistiek, 2010) Nauta, Rein, Paradoxaal leiderschap. Schetsen voor een psychologie van de pastoor (Nijmegen: Uitgeverij Valkhof Pers, 2006) Nouwen, Henri JM., In the Name of Jezus. Reflections on Christian Leadership (London: Darton, Longman and Todd Ltd, 1989) Noort, Gerrit (e.a.), Als een kerk opnieuw begint. Handboek voor missionaire gemeenschapsvorming (Zoetermeer: Uitgeverij Boekencentrum, 2008) Doornenbal, R., Crossroads. An Exploration of the Emerging-Missional Conversation with a Special Focus on ‘Missional Leadership’ and Its Challenges for Theological Education (Delft: Eburon Academic Publisher, 2012) Roxburgh, Alan. J., Missional map-making. Skills for leading in times of transition (San Francisco: Jossey-Bass, 2010) Saane, Joke van, Geloofwaardig leiderschap (Zoetermeer: Uitgeverij Meinema, 2012) Savage, Sara & Eolene Boyd-MacMillan, The Human Face of Church. A Social Psychology and Pastoral Theology Resource for Pioneer and Traditional Ministry (London: Canterbury Press Norwich, 2007) Stoppels, Sake, Voor de verandering. Werken aan vernieuwing in gemeente en parochie (Zoetermeer: Uitgeverij Boekencentrum, 2009)
9
Tylor, Edward B. Primitive Culture. Researches into the development of mythology, religion, art, and custom (New York: J. P. Putnam’s Sons, 1871) Wolf, Daniel de, Jezus in de Millinix. Woorden en daden in een Rotterdamse achterstandswijk (Kampen: Uitgeverij Kok, 2006)
10