vision
nr. 14 - SEPTEMBER 2013
>> Naar een duurzame transitie Innovatie en samenwerking maken het verschil
>> >> >> >>
SMART GRIDS GETEST BIJ 250 GEZINNEN VLAAMSE ‘SMART CITIES’ WORDEN CONCREET “WE WILLEN DE INDUSTRIE ZUURSTOF GEVEN” NIEUW ONDERZOEKSPLATFORM WIL AROMATEN UIT GROENE RESTSTROMEN PUREN >> BESLISSINGSTOOL GEEFT SECTOREN INSPRAAK IN NATUURBELEID >> VEGETATIEGEGEVENS VAN PROBA-V GAAN DE WERELD ROND >> In de kijker >> KMO vindt vito!
Transitie betekent nieuwe bruggen slaan
K
limaatverandering, uitputting van natuurlijke hulpbronnen, ongelijke verdeling van de welvaart … Onze samenleving botst op de grenzen van haar systemen. In de structurele maatschappelijke verandering of ‘transitie’ die zich opdringt, is ook de rol van VITO als kennisinstelling in beweging. De voorbije jaren hebben we gaandeweg een omvattend raamwerk ontwikkeld om duurzame ontwikkeling en transitie te integreren in onze werking. Met dat transitiekader als leidraad – wat is transitie en hoe willen we daartoe bijdragen vanuit VITO – geven we nu onze nieuwe onderzoeksprogramma’s concreet vorm: duurzame energie, duurzaam materialenbeheer, duurzame chemie, duurzame gezondheid en duurzaam landgebruik. In deze editie van VITO VISION tonen we u hoe we het transitiedenken systematisch en op een wetenschappelijk onderbouwde manier in ons onderzoek en onze projecten integreren. Interactie en samenwerking tussen de thematische onderzoeksprogramma’s maken dat we als kennisinstelling veerkrachtig kunnen reageren op de maatschappelijke uitdagingen van vandaag en morgen. Die interne kruisbestuiving geeft ons een unieke positie in het duurzaamheidsonderzoek.
VITO VISION 14 - september 2013
2
In die transitiecontext overstijgt onze rol die van louter onderzoek, studies en ondersteuning van bedrijven en van het beleid. Een nauwe samenwerking en een intensieve dialoog met industrie, overheden, middenveld, nieuwe marktactoren en burgers treden in onze projecten steeds meer op de voorgrond. Zo ontwikkelden onze onderzoekers een tool die het Vlaamse natuurbeleid helpt om weloverwogen ruimtelijke beslissingen te nemen in het kader van het Europese natuurnetwerk Natura 2000. Samen met de overheid, natuurverenigingen, landbouworganisaties en drinkwatermaatschappijen konden we op die manier een participatief traject voor biodiversiteit uittekenen: een primeur. De grootschalige demonstratie van smart grids bij particulieren, die we samen met de KU Leuven (EnergyVille) en een hele reeks industriële partners opzetten in het kader van Linear, toont dat VITO met beide voeten in het veld staat. Door het energieverbruik van 250 gezinnen actief aan te sturen met intelligente toestellen, wil EnergyVille Vlaanderen voorbereiden op de komst van smart grids. In STEP-UP, een grootschalig Europees project rond slimme steden, tekent VITO samen met de stad Gent een nieuw klimaatplan uit voor de stad: opnieuw een initiatief waarin heel wat stakeholders een rol spelen. Ook in het proces dat de Vlaamse industrie moet klaarstomen voor de groene kringloopeconomie, slaan we de brug naar de sectoren. Samen met de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) voeren we onderzoeks- en demonstratieprojecten uit, maar bouwen we ook aan platformen om initiatieven uit de industrie zuurstof te geven. Initiatieven zoals Flanders Strategic Initiative for Sustainable Chemistry (FISCH) en Flanders Cleantech Association (FCA) illustreren nu al hoe de wisselwerking met maatschappelijke actoren vruchten afwerpt. Van recentere datum is het Shared Research Center Biobased Aromatics dat we samen met de Nederlandse Organisatie voor Toegepast Natuurwetenschappelijk Onderzoek (TNO) en de Green Chemistry Campus lanceerden. Dat platform breekt een lans voor een duurzame biogebaseerde economie en wil de chemische sector in Vlaanderen ruggensteunen. Bij VITO zijn we er rotsvast van overtuigd én de voorbeelden in deze VITO VISION tonen het overduidelijk aan: transities die gestoeld zijn op innovatie en nieuwe samenwerking kunnen voor de economie en de hele samenleving wel degelijk het verschil maken. Dirk Fransaer Gedelegeerd bestuurder VITO werkte de voorbije jaren een eigen kader uit om haar bijdrage tot duurzaamheidstransities vorm te geven. Een samenvatting hiervan is te vinden via www.vito.be/transitie. Voor de implementatie van dat kader in haar onderzoeksprogramma’s lanceerde VITO in september 2013 het Transitieplatform, dat als kennis- en verbindingsplatform de integratie van het transitiedenken in alle VITOactiviteiten zal ondersteunen en faciliteren. Meer informatie:
[email protected] (Coördinator Transitieplatform) -
[email protected] [email protected] -
[email protected] (Onderzoekscoördinatoren Transitie)
VELDTEST LINKT GEDRAG VAN ENERGIEVERBRUIKERS MET SMART GRIDS
Smart grids getest bij 250 gezinnen
I
Vlaanderen telt steeds meer windturbines en fotovoltaïsche installaties. In de toekomst zal het aandeel hernieuwbare energie nog sterk toenemen. Maar onze stroomnetten zijn niet uitgerust voor die toevloed van groene energie, die schommelt afhankelijk van de weersomstandigheden. Om de hernieuwbare energiebronnen optimaal te kunnen gebruiken moet gebruikersgedrag op slimme wijze met ‘smart grids’ verbonden worden. Maar hoe werken die in de praktijk? Met een grootschalige veldtest wil EnergyVille de haalbaarheid en de meerwaarde van smart grids in residentiële wijken in beeld brengen.
Primeur voor Vlaanderen
De veldtest past in het project Linear, een grootschalig multidisciplinair demonstratieproject rond intelligente elektriciteitsnetwerken in Vlaanderen. Het project bestudeert hoe we hernieuwbare-energiebronnen in het distributienetwerk kunnen inschakelen en optimaal gebruiken. Dat gebeurt door het energieverbruik aan te passen aan de hoeveelheid hernieuwbare energie die op dat moment beschikbaar is. Het project, een intense samenwerking tussen onderzoekscentra en industrie, ging in 2009 van start. Wim Cardinaels: “De voorbije jaren hebben we gefocust op het onderzoek, de conceptontwikkeling en tests op laboratoriumschaal. De technologieën zijn nu robuust genoeg om bij eindgebruikers verspreid over heel Vlaanderen uit te testen. Het is de eerste keer dat in België een veldtest op die schaal gebeurt.”
Goedkopere tarieven
Maar liefst 250 gezinnen waren bereid om deel te nemen aan de veldtest. Met intelligente huishoudtoestellen en slimme elektriciteitsmeters wordt hun energieverbruik geoptimaliseerd. “De gezinnen bepalen zelf wanneer het toestel zijn taak moet hebben uitgevoerd”, zegt Wim Cardinaels. “Binnen de door de gebruiker vastgelegde grenzen start Linear het toestel. Zo kunnen we inspelen op de actuele netbelasting en de beschikbaarheid van bijvoorbeeld wind- en zonne-energie.” “Bij een groep van 60 gezinnen worden geen slimme toestellen geïnstalleerd, maar stellen we wel een Home Energy Management System met draagbaar en draadloos beeldscherm ter beschikking. De bewoners kunnen daarop zelf het energieverbruik van individuele toestellen aflezen en zien wanneer de energietarieven het goedkoopst zijn. De onderzoekers willen namelijk ook nagaan hoe eindgebruikers reageren op prijssignalen.” De smartgrid-technologie van Linear helpt gebruikers om hun energiefactuur onder controle te houden. Daarnaast wordt ook het dagelijkse energieverbruik – met normaal gezien een ochtend- en avondpiek – afgevlakt, waardoor de belasting op het elektriciteitsnet kan verminderen. “Overschakelen op zo’n nieuw energiepatroon vraagt natuurlijk wel een gedragswijziging van de gezinnen”, zegt Wim Cardinaels. “In het begin van de veldtest zal elke deelnemer ongetwijfeld enthousiast meedoen. Het Linear-project onderzoekt hoe deelnemers hun gedragswijziging volhouden voor de verschillende vormen van interactie en op
3 VITO VISION 14 - september 2013
n de toekomst zal er veel meer hernieuwbare energie naar het elektriciteitsnet stromen. Om die goed in te passen in het net en optimaal te benutten, zijn intelligente toestellen nodig. EnergyVille, een samenwerking tussen VITO en de KU Leuven, test momenteel bij 250 gezinnen zo’n slim energienetwerk of smart grid uit. Wim Cardinaels van VITO/EnergyVille: “We helpen de Vlaamse innovatie en industrie op de kaart te zetten.”
“In 2020 internationaal meespelen”
VITO VISION 14 - september 2013
4
EnergyVille coördineert Linear en vormt samen met iMinds en imec het onderzoeksconsortium. Nutsbedrijven en industriële partners – Eandis, Infrax, Telenet, Belgacom, Fifthplay, Laborelec, Miele, Siemens, EDF Luminus en Viessmann – nemen de marktgerichtheid van het onderzoek ter harte en werken mee aan de realisatie van het project. De veldtest loopt nog tot midden 2014. Dan zullen de partners een aantal aanbevelingen en conclusies formuleren. Hoe heeft de veldtest het energienet beïnvloed? Weegt de energiebesparing op tegen de investeringen? Met de resultaten van Linear willen de partners daarna demonstratieprojecten opzetten op de schaal van een stad of regio. Het doel: smart grids tegen 2020 laten doorbreken in Vlaanderen. “Dat traject geeft de Vlaamse bedrijven de kans om zich te profileren en tegen 2020 internationaal mee te spelen”, besluit Wim Cardinaels. Meer info: www.linear-smartgrid.be
[email protected]
Energyville bouwt mee aan duurzame toekomst Op 25 juni 2013 presenteerde EnergyVille met het event ‘Your road to EnergyVille’ zijn visie op de toekomst van de energietechnologie in Vlaanderen en Limburg. Als Europees erkend studiecentrum van de KU Leuven, VITO en imec wil EnergyVille hét referentiepunt voor hernieuwbare energie worden. EnergyVille specialiseert zich in geavanceerd duurzame-energieonderzoek en intelligente energiesystemen – zoals smart grids en warmtenetten – voor industrie en steden. Daarbij speelt de samenwerking tussen topcentra en industrie in Europa, in het kader van het Europese EIT-KIC InnoEnergy, een belangrijke rol. Ook het nieuwe gebouw van EnergyVille op de oude mijnsite van Waterschei wordt een knap staaltje van duurzaamheid. Het streeft naar een ‘BREEAM Excellent’-certificering: een minimale milieu-impact met een hoge gebruikerstevredenheid. Het gebouw wordt dan ook volledig energieneutraal. EnergyVille gooit ook buiten Europa hoge ogen. Op 8 juli 2013 tekende het samen met de Technische Universiteiten van Nederland en de University of Texas een intentieverklaring voor meer samenwerking. Die intentieverklaring past in het kader van de handelsmissie door minister-presidenten Peeters en Rutte bij bedrijven en instellingen in Texas en Californië.
© Chris Kuhlman
welke manier die gedragswijziging het elektriciteitssysteem ten goede komt. Er is een helpdesk waar de deelnemers met vragen terechtkunnen.”
Meer info:
[email protected] www.energyville.be
© EnergyVille - NB
SEMINARIE ENERGIEOPSLAG Brussel 10 oktober 2013
Kan energieopslag nu reeds toegepast worden? Hoe wordt uw bedrijf er beter van? Met o.m. Koen Vanthournout, onderzoeker LINEAR-VITO Meer info: www.i-cleantechvlaanderen.be/dev/
INTERNATIONALE KENNISUITWISSELING SCHRAAGT NIEUW GENTS KLIMAATPLAN
Vlaamse ‘Smart Cities’ worden concreet M
eer dan de helft van de totale wereldbevolking leeft straks in steden; in Europa ligt dat aandeel nog aanzienlijk hoger. Steden moeten dus slimmer worden om alle inwoners veilig en gezond te laten leven, bereikbaar te zijn en een duurzame energie- en watervoorziening te garanderen. De Vlaamse steden maken zich op voor zo’n slimme toekomst. In Gent helpt VITO het stadsbestuur bij het uittekenen van een klimaatplan. Guy Vekemans van VITO: “Slimme steden zijn een hefboom om onze samenleving duurzamer te maken.”
Guy Vekemans van VITO: “Een belangrijk aandachtspunt is bijvoorbeeld de manier waarop een stad met energie omgaat, zonder negatieve invloed op het milieu en de levenskwaliteit van haar bewoners. Een slimme stad heeft ook een smart grid. Zo’n intelligent elektriciteitsnetwerk wordt gebruikt om productie en distributie van energie te optimaliseren en om groenere energievoorziening mogelijk te maken. Een slim net zorgt ook voor een betere koppeling van vraag en aanbod. Ook de stadsbewoners krijgen hierbij een actievere rol.”
Nieuwe businessmodellen
VITO begeleidt enkele steden in hun transitie naar slimme stad. In die proefprojecten staat het transitiedenken centraal. “De projecten mogen niet los gezien worden van de langetermijnvisie die
we voor ogen hebben”, zegt Guy Vekemans. “We werken aan nieuwe businessmodellen om ‘smart cities’ te implementeren. Zo zijn er innovatieve energiediensten in ontwikkeling voor renovatie van gebouwen, voor afstemming van energievraag en -aanbod ... De marktintroductie van technologie en diensten is de kernactiviteit van de KIC InnoEnergy, een Europees instrument binnen Horizon 2020. EnergyVille (VITO en de KU Leuven) leidt hierbij het thema ‘Intelligent and energy efficient cities and buildings’, samen met onder meer TNO, Eandis en TU Eindhoven.”
“Samenwerking met overheden, bedrijven, investeerders, middenveld en burgers is bijvoorbeeld cruciaal in slimme steden. Omdat de budgettaire slagkracht van heel wat steden en gemeenten zelf beperkt is, moeten ze ook prioritaire projecten bepalen en financiële middelen bundelen. Met zulke innovatieve proefprojecten op stedelijk niveau kunnen we zaken uittesten die met labotests niet mogelijk zijn. Denk maar aan de schaalgrootte of de betrokkenheid van de eindgebruiker. Stedelijke innovatieprojecten zijn dus echt living labs.”
VITO VISION 14 - september 2013
Steeds meer steden engageren zich om hun broeikasgasemissies terug te schroeven en hun leefbaarheid te vergroten. Zowel in het Europese als Vlaamse beleid is duurzame stedelijkheid een prioriteit. Door een compacte structuur en hoge bevolkingsdichtheid hebben duurzaamheidsmaatregelen in een stad immers een groter effect. ‘Smart cities’ zijn het ultieme doel. Maar aan welke eisen moet zo’n slimme stad beantwoorden?
5
Burgemeestersconvenant
In Gent gaat STEP-UP op zoek naar innovatieve oplossingen voor een integraal energiebeleid op stads-, wijk- en gebouwniveau. Samen met bewoners en gebruikers van de wijk Sint-Amandsberg - Dampoort zal
men onderzoeken welke ingrepen kunnen leiden tot duurzame wijken woningrenovatie, energiezuinig transport, een vermindering van de CO2-uitstoot en bestrijding van energiearmoede. “De conclusies zullen de basis vormen voor een nieuw klimaatplan voor de stad en leiden tot concrete projecten om Sint-Amandsberg op termijn klimaatneutraal te maken”, zegt Guy Vekemans. STEP-UP slaat ook de brug naar andere initiatieven. Eerder ondertekenden ruim 4 000 Europese steden een ‘burgemeestersconvenant’. Daarmee engageren ze zich tot een verregaande vermindering van de CO2-emissies via energie-efficiëntie en hernieuwbare energie.
“In het kader van dat convenant zullen we via een lerend netwerk de komende twee jaar concrete ervaringen uit STEP-UP uitwisselen met andere Vlaamse en Europese steden”, aldus Guy Vekemans. “Hopelijk kunnen we dan ook in Vlaanderen binnenkort enkele grote innovatieve investeringsprojecten in dat kader zien ontplooien.” Het Vlaamse ‘Smart Energy Cities’netwerk, het lerend netwerk voor Vlaanderen, zal in het najaar van 2013 officieel starten. Met de steden Antwerpen, Genk, Hasselt, Mechelen, Oostende en Leuven zette VITO al concrete samenwerkingstrajecten op; ook Kortrijk toont interesse om aan te sluiten.
© Stad Gent
VITO VISION 14 - september 2013
6
In het kader van ‘Strategies Towards Energy Performance and Urban Planning’ of STEP-UP werken VITO (met EnergyVille), de stad Gent en Eandis een nieuw klimaatplan uit. STEP-UP is een grootschalig project dat eind 2012 door de Europese Commissie in haar oproep voor energy city planning geselecteerd werd voor financiële steun. “Het project bundelt de energieambities van vier NoordEuropese havensteden: Glasgow, Riga, Göteborg en Gent”, vertelt Guy Vekemans. “Die vier steden zullen via het project hun huidige energiedoelstellingen vertalen in concrete maatregelen die zowel technisch, economisch als sociaal een meerwaarde zijn.”
Een nieuwe beslissingsaanpak: hoe duurzaam is de stad?
De tools moeten steden en projectontwikkelaars helpen om hun beslissingen te onderbouwen. Tabula is bijvoorbeeld een webtool die kennis over Europese gebouwentypologieën integreert: een set modelgebouwen met karakteristieke energetische kenmerken die een bepaalde bouwperiode en een gebouwtype vertegenwoordigen. Met de webtool kan men energieadviezen genereren, het woningpatrimonium van een land of regio beoordelen en de woningbestanden van verschillende landen met elkaar vergelijken. VITO beschikt momenteel over meer dan twintig analysemethodieken die bepaalde deelaspecten van de stedelijke omgeving evalueren.
“Door die tools samen te brengen kunnen we allerlei stedelijke data aan elkaar koppelen”, zegt Guy Vekemans. “Een slimme koppeling van stedelijke data is cruciaal omdat de beschikbaarheid van die informatie enorm toeneemt door de innovaties in IT en sensortechnologie. Tegelijk vervlechten we ook verschillende VITO-competenties: mobiliteit, energie-efficiënte en duurzame gebouwen, intelligente energienetwerken, ruimtelijke modellering, binnenluchtkwaliteit, materiaaltechnologie, duurzaamheidsbeoordelingen, transitiemanagement ... Onze nieuwe taskforce DUS! (Drivers of Sustainability) voegt al die competenties samen, zoekt naar geïntegreerde oplossingen en past helemaal binnen die globale transitieaanpak.” Meer info:
[email protected] www.energyville.be www.stepupsmartcities.eu
7 VITO VISION 14 - september 2013
Energie, mobiliteit, groen in de stad, stadsplanning … Een slimme stad moet verschillende duurzaamheidsaspecten, technologieën, onderzoeksen beleidsdomeinen integreren. Pilootprojecten zoals STEP-UP bekijken al die dimensies van duurzaamheid tegelijk. Om die totaalaanpak te ondersteunen integreert VITO een waaier aan tools uit verschillende kennisdomeinen tot beslissingsondersteunende instrumenten.
BELEID EN WETENSCHAP WERKEN STEEDS NAUWER SAMEN
“We willen de industrie zuurstof geven”
V
VITO VISION 14 - september 2013
8
eel natuurlijke grondstoffen tellen Vlaanderen en Europa niet; ook elders in de wereld neemt de druk op grondstoffen toe. Reden te meer om alternatieven zo goed mogelijk te benutten. Industrie, overheid en wetenschap maken daarom werk van de groene kringloopeconomie, die draait op hergebruik van materialen en recyclage van grondstoffen. VITO en de OVAM sloten een samenwerkingsovereenkomst om de doorbraak van een groene kringloopeconomie te versnellen. Ze vullen elkaar aan in het ondersteunen van bedrijven die de omslag willen maken naar duurzaam materialenbeheer, of meerwaarde willen creëren uit het slim omspringen met materialen.
De druk op schaarse grondstoffen is duidelijk voelbaar. De materiaalkosten vertegenwoordigen een steeds groter en onvoorspelbaar aandeel in de bedrijfsuitgaven en wegen dus meer dan vroeger door in de kostprijs van producten. Daarnaast zijn er ook maatschappelijke kosten, door de grote milieu-impact die het gebruik van heel wat grondstoffen en materialen met zich meebrengt. Het behoeft geen betoog: we moeten heel anders met grondstoffen en materialen omgaan. De groene kringloopeconomie vormt de oplossing: een duurzame economie die meerwaarde creëert met een zo laag mogelijk grondstof-, energie-, materiaalen ruimtegebruik en een zo beperkt mogelijke impact op milieu en natuur.
“Eco-innovatie en cleantech bieden reële kansen”
In 2011 sloten VITO en de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) de samenwerkingsovereenkomst ‘Partners voor een groene kringloopeconomie’. De samenwerking focust op een verhoging van de eco-efficiëntie en eco-innovatie in het Vlaamse bedrijfsleven. De OVAM en VITO gaan niet alleen
samen onderzoeks- en demonstratieprojecten uitvoeren, maar bouwen ook aan platformen om initiatieven uit de industrie zuurstof te geven. Beide partners vinden elkaar wonderwel in het domein van het duurzame materialenbeheer. Rik Ampe van VITO: “VITO en de OVAM werken al langer intensief samen. Maar sinds de start van de samenwerkingsovereenkomst hebben we elkaar echt gevonden in het afval- en materialenbeheer, dat steeds complexer wordt. VITO kijkt vooral naar hoe ze de OVAM kan ondersteunen in het uitrollen van het Vlaamse materialenbeleid. De OVAM volgt de wetenschappelijke ontwikkelingen bij VITO nauwgezet op. Samen zoeken we naar de kansen die eco-innovatie en cleantech bieden. Die nieuwe trends helpen immers niet alleen om de efficiëntie van onze productieprocessen te verhogen. Ze kunnen ook de totale milieuimpact die verbonden is aan onze maatschappelijke behoeften, substantieel verlagen.”
Milieuvriendelijke bouwelementen
Om onze voetafdruk op het vlak van materialen te kunnen verlagen moet die milieu-impact eerst en vooral in kaart worden gebracht. Voor bouwmaterialen ontwikkelden de OVAM en VITO het voorbije jaar al een nuttig instrument: de bouwmaterialenmethodiek. John Wante van de OVAM: “De bouwmaterialenmethodiek is een meetinstrument om de milieu-impact van gebouwelementen met elkaar te vergelijken: verschillende varianten van buiten- en binnenmuren, platte en hellende daken, ramen, vloeren … De milieu-impact van een gebouw laat zich immers niet alleen voelen in het energiegebruik tijdens de gebruiksfase.” “Ook de impact die is verbonden met de winning, de productie, het transport en de afbraak van de materialen vervat in een gebouw, weegt door op vele fronten:
klimaatverandering, verzuring van de bodem, waterverontreiniging, ozonaantasting, uitputting van de natuurlijke grondstoffen, toxiciteit, fijnstofvorming, landgebruik enzovoort. Al die milieu-impactcategorieën werden in de methodiek opgenomen.” “Het onderzoek gebeurde via een gekwantificeerde methode op basis van een levenscyclusanalyse (LCA) en moet resulteren in een gebruiksvriendelijke tool voor architecten of bouwheren. Met de tool kunnen ze in één oogopslag zien welk gebouwelement het milieuvriendelijkst is.” Een transitie – zeker op het vlak van materialengebruik – vergt een integrale kijk op onze samenleving. Het gaat niet langer alleen om de technologie op zich, maar ook om de economische en maatschappelijke impact daarvan. Ook in dat domein beweegt heel wat in Vlaanderen. Met het Vlaams Materialenprogramma engageerden 33 partijen uit overheid, industrie, kennisinstellingen en maatschappelijk middenveld zich om werk te maken van een groene kringloopeconomie. Het Vlaams Materialenprogramma moet Vlaanderen tegen 2020 naar de top vijf van Europese regio’s loodsen op het vlak van duurzaam materialenbeheer. Eén van de drie pijlers is het lerend netwerk Plan C, dat als informeel netwerk mee geïnitieerd werd door de OVAM. In 2012 werd de vzw Plan C opgericht als zelfstandige organisatie; ze wordt mee ondersteund door VITO. Vanuit Plan C wil men de langetermijnvisie van het materialenbeleid aanscherpen en toetsen via experimenten. Plan C wil doorbraken in duurzaam materialenbeheer versnellen via visievorming, het activeren van een lerend netwerk en het ondersteunen van transitie-experimenten. Zowel voor de OVAM als voor VITO vormt dat een leerschool om innovatie op gang te brengen.
Digital manufacturing
“Eén van de doorbraakprojecten van Plan C is iMade”, zegt John Wante. “iMade ondersteunt de uitbouw van een netwerk van dienstencentra voor digital manufacturing. Die term vat begrippen samen zoals rapid prototyping, 3D-printing, digitale, cloud- en additieve fabricage. Die zullen het volgende decennium gegarandeerd een ommekeer teweegbrengen in de productieprocessen en de ‘product to market’-keten.” “Op basis van 3D-ontwerpen op de computer kan men heel snel een afgewerkt product fabriceren. We stappen hierbij af van massaproductie en evolueren naar digitaal maatwerk. De voordelen als die technologie juist wordt toegepast? Meer waarde door maatwerk,
minder materiaalgebruik, meer mogelijkheden om modulair te ontwerpen, een langere levensduur van het product … Bovendien wordt de technologie in ijltempo goedkoper. Dat soort dienstverlening moeten we naadloos doen aansluiten bij de ambitie om Vlaanderen binnen te loodsen in het tijdperk van produceren en consumeren in gesloten kringlopen die voor onbepaalde tijd meerwaarde kunnen genereren.”
Hoogwaardige materialen als nieuw onderzoeksthema
VITO focust met haar materialenprogramma ook op de recyclage van zeldzame, hoogwaardige materialen. De kennis om zulke materialen efficiënt in de kringloop te houden, staat nog in haar kinderschoenen. Maar VITO en de OVAM zijn vastbesloten om ook rond dat thema de banden aan te halen. “Het is nog onvoldoende geweten hoe zeldzame – en voor Europa vaak strategische – materialen in Vlaanderen circuleren”, zegt Rik Ampe. “Vaak gaat het om heel kleine hoeveelheden, die moeilijk van andere materialen te scheiden zijn. Daardoor is het ook nog niet helemaal duidelijk of die zeldzame materialen nog hoogwaardig kunnen worden ingezet. Die aspecten willen we in de toekomst samen met de OVAM bestuderen.” “De samenwerkingsovereenkomst dient dus niet alleen om het bestaande materialenbeleid te ondersteunen, maar ook om nieuwe horizonten te verkennen. Laat die bredere kijk nu net het basisingrediënt zijn om de transitie die wij voor ogen hebben – een groene kringloopeconomie – in gang te zetten.” Meer info:
[email protected] [email protected] www.plan.c-eu - http://imade.be
VITO VISION 14 - september 2013
9
Transitie-experimenten
SHARED RESEARCH CENTER BIOBASED AROMATICS VOOR DUURZAAMHEID EN JOBS
Nieuw onderzoeksplatform wil aromaten uit groene reststromen puren
B
VITO VISION 14 - september 2013
10
egin 2013 ging het Shared Research Center Biobased Aromatics van start, een initiatief van de Nederlandse Organisatie voor Toegepast Natuurwetenschappelijk Onderzoek (TNO), de Green Chemistry Campus en VITO. Dat platform wil de productie van aromaten uit biomassa en hernieuwbare reststromen aanzwengelen, als volwaardig alternatief voor petroleum en schaliegas. Ludo Diels van VITO: “We mikken op duurzaamheid en jobs.” Biomassa is één van de belangrijkste hefbomen om klimaatdoelen te realiseren en het gebruik van fossiele brandstoffen terug te dringen. Het bouwt mee aan de transitie naar een op hernieuwbare grondstoffen gebaseerde economie: de biobased economy. Biomassa vindt hierbij niet alleen een hoogwaardige toepassing in biobrandstoffen, maar ook in allerlei polymere materialen. Voorbeelden daarvan zijn polypropyleen en polyethyleen, grondstoffen voor wasmiddelen of kunstvezels. Eén van de basisbestanddelen voor die waaier aan chemische basisstoffen zijn cyclische moleculen of aromatische verbindingen. Tot voor kort werden die stoffen alleen uit petroleum gehaald. De gedeeltelijke vervanging van olie door schaliegas zorgt ervoor dat er een tekort kan ontstaan aan die aromatische verbindingen. Ludo Diels van VITO: “De markt voor aromaten groeit jaarlijks met 5 à 10 procent. Toch hinkt het aanbod achterop. Dat komt omdat petroleum stilaan uitgeput raakt en het relatief goedkope schaliegas een snelle opmars maakt. In tegenstelling tot fossiele olie voorziet schaliegas onvoldoende in aromaten. Als we ervan uitgaan dat het gas 30 procent van de fossiele olie zal vervangen, ontstaat er een wereldwijd tekort aan aromaten. Niet alleen vanuit ecologisch standpunt, maar ook vanuit economisch standpunt wordt het dus steeds interessanter om biogebaseerde aromaten te ontwikkelen en te commercialiseren. Nog beter – want veel duurzamer – wordt het als we daarvoor agroreststromen gebruiken.”
Pilootfabriek
Aromaten uit agroreststromen bieden perspectieven. Om die kansen te verzilveren hebben VITO, TNO en de Green Chemistry Campus het Shared Research Center Biobased Aromatics opgericht. Ambitie is om binnen vijf jaar tot de wereldtop te behoren van onderzoekscentra in dat domein. “Biogebaseerde aromaten kan men op verschillende manieren aanmaken. Maar twee lijken ons het meest belangrijk”, zegt Ludo Diels. “Door fermentatie van cellulose uit graan of suikerbieten of door het breken van ligninemoleculen uit bijvoorbeeld stro of houtafval, een grondstof die overvloedig beschikbaar is. TNO en haar Nederlandse partners leggen zich toe op de eerste mogelijkheid, terwijl VITO de tweede piste onderzoekt. Daarvoor willen we met bijna alle Vlaamse universiteiten samenwerken.” Omdat de chemische industrie nu al grote interesse toont voor biogebaseerde aromaten, denkt het Shared Research Center ook aan een productie-eenheid. “In Gent willen we een piloot-fabriek opstarten om organische reststromen uit de landbouw te splitsen in cellulose en lignine. De cellulose zou dan verwerkt worden in een pilootfabriek in Bergen-op-Zoom en de lignine in een Antwerpse pilootfabriek. Voor dat plan krijgen we alvast de steun van Flanders Innovation Hub for Sustainable Chemistry (FISCH). Het project is niet alleen heel innovatief, het kan ook veel jobs opleveren. Door die bioaromaten beschikbaar te stellen zullen bestaande chemiebedrijven hun activiteiten kunnen aanpassen of uitbreiden en zullen andere bedrijven door de regio worden aangetrokken.”
Agrofood- en chemische industrie
De kansen die het Shared Research Center ziet, sluiten aan bij de ambities van de partners die het wil bedienen: internationale, toonaangevende spelers uit de agrofooden chemische industrie. Zij vertegenwoordigen zowel de aanbod- als vraagzijde in de biomassaketen. Het gaat dus zowel om aanbieders die reststromen willen valoriseren als technologische bedrijven die uit die reststromen groene bouwstenen halen. Ook kan men die bouwstenen gebruiken voor de productie van hoogwaardige biogebaseerde chemicaliën, materialen en coatings. “In het najaar van 2013 zal duidelijk zijn welke partijen daadwerkelijk zullen deelnemen aan het Shared Research Center”, zegt Ludo Diels. “Het platform zal een belangrijke rol spelen voor de chemische sector in Vlaanderen en de hele megachemiecluster tussen Vlaanderen, Nederland en Noordrijn-Westfalen. Niet alleen om internationaal de leiderspositie te behouden die de Vlaamse chemie vandaag inneemt. Maar ook het behoud van jobs, zekerheid op het vlak van energievoorziening en de overgang naar een duurzamere samenleving zijn drijfveren.” Meer info:
[email protected]
Green Chemistry Campus
VLAANDEREN BESCHERMT 46 EUROPESE NATUURTYPES
Beslissingstool geeft sectoren inspraak in natuurbeleid
S
De laatste decennia sprongen we niet zorgvuldig genoeg om met de natuur. Heel wat leefgebieden voor planten en dieren zijn daardoor verdwenen. Bovendien gaat ook de kwaliteit van de gebieden achteruit door verontreiniging, verdroging, versnippering … Heel wat dieren en planten krijgen het daardoor moeilijk. Om de toekomst van Europa’s kwetsbaarste dier- en plantensoorten en habitats te verzekeren, riep Europa het Natura 2000-netwerk in het leven. In de Natura 2000-gebieden of ‘speciale beschermingszones’ nemen alle lidstaten van de Europese Unie maatregelen om de Europese soorten en hun leefgebieden ook in de toekomst kansen te geven. Dat doen ze samen met de gebruikers van die gebieden.
Proces stroomlijnen
Per speciale beschermingszone van het Natura 2000-netwerk worden ‘instandhoudingsdoelstellingen’ (IHD’s) geformuleerd voor kwetsbare Europese soorten en leefgebieden. De IHD’s bepalen onder meer welke habitattypes zich binnen de speciale beschermingszones moeten kunnen ontwikkelen. Voor Vlaanderen zijn een veertigtal habitattypes aangeduid, gaande van vochtige heide over veenbossen tot schrale hooilanden. Guy Engelen van VITO: “De toekenning van habitattypes aan speciale beschermingszones is geen sinecure. De beschikbare open ruimte in Vlaanderen staat onder grote druk, waardoor ecologische en economische belangen nogal eens botsen. Daarom ontwikkelden het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB), het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) en VITO de OptimalisatieTool. Dat modelplatform en softwareinstrument moet het IHD-proces stroomlijnen. In het proces zijn immers tal van stakeholders betrokken:
VOKA, de drinkwatermaatschappijen, de Boerenbond, Natuurpunt, het departement Mobiliteit en Openbare Werken …”
RuimteModel Vlaanderen
“Oorspronkelijk was het de bedoeling om de habitattypes op basis van een consensus per gebied toe te kennen, maar dat bleek al snel een onmogelijke opdracht. Daarom rees het idee om de toekenning modelmatig aan te pakken. We vertrokken hiervoor van het RuimteModel Vlaanderen dat VITO ontwikkeld heeft. In dat model hebben we de Europese habitattypes opgenomen. Het model werd uitgebreid met een ruimtelijke optimalisatiemodule. Het instrument stelt ons nu in staat om de wensen van verschillende betrokken partijen in rekening te brengen. Zo kan men de tool gebruiken om de dichtbevolkte Vlaamse ruimte in te vullen met oog voor de uiteenlopende belangen. De tool laat toe om met een hoge nauwkeurigheid – een resolutie van één hectare – landgebruik en functies toe te wijzen aan de ruimte. Dat gebeurt volgens een set van vooraf bepaalde ruimtelijke criteria.” Precies de criteria maken de OptimalisatieTool bijzonder. “Het gaat op de eerste plaats om harde voorwaarden die Europa oplegt. Zo is het niet toegestaan om bestaande habitats op te geven voor andere. Ook moet de kwaliteit van de habitats voldoende kansrijk zijn”, zegt Lien Poelmans van VITO. “Maar ook de stakeholders konden elk twee ruimtelijke randvoorwaarden toevoegen. De landbouwsector vroeg ons bijvoorbeeld om rekening te houden met de landbouwgevoeligheidskaarten. Die kaarten duiden het relatieve belang aan van landbouwpercelen wanneer die geclaimd worden voor een andere functie. De watermaatschappijen willen vermijden dat natte natuurgebieden overlappen met
11 VITO VISION 14 - september 2013
amen met de andere Europese lidstaten werkt Vlaanderen aan het Europese netwerk van natuurgebieden: Natura 2000. Maar liefst 46 verschillende natuurtypes moet Vlaanderen in stand houden. Maar waar in Vlaanderen wordt daar ruimte voor gereserveerd? Een nieuw instrument helpt het natuurbeleid om weloverwogen ruimtelijke beslissingen te nemen. “Met onze OptimalisatieTool slaagden we erin een participatief traject voor biodiversiteit uit te tekenen”, zegt Guy Engelen van VITO.
de gebieden voor grondwateronttrekking. Natuurpunt geeft dan weer prioriteit aan open biotopen binnen de perimeters van hun terreinen.”
Natuurrichtplannen
VITO ondersteunde de stakeholders bij het vastleggen van de ruimtelijke criteria. “Wat begon als een wijzijverhaal, waarbij de ogen vooral op het ANB gericht waren als beleidsmaker, groeide uit tot een project dat door iedereen wordt gedragen. De OptimalisatieTool was een prima middel om dat participatieve traject te structureren.”
VITO VISION 14 - september 2013
12
Midden juli keurde de Vlaamse regering voor de tweede maal principieel de besluiten goed zoals ze ingediend
werden op basis van het uitgevoerde werk, ongewijzigd en vergezeld van afspraken over de uitvoering. “Nooit eerder heb ik meegemaakt dat een complexe wetenschappelijke methodiek en een dergelijk instrument zo direct het beleid bepalen”, zegt Guy Engelen. Het ANB wil de tool verder gebruiken voor de ontwikkeling en implementatie van de natuurrichtplannen in de speciale beschermingszones van Vlaanderen. Die plannen beschrijven hoe de natuur in een bepaald gebied moet worden behouden en zo mogelijk kan worden versterkt. VITO zal de tool daarvoor uitbreiden met nieuwe rekenregels en functionaliteiten. Meer info:
[email protected]
SATELLIET VAN BELGISCHE MAKELIJ IS GROOT SUCCES BIJ DUIZENDEN GEBRUIKERS
Vegetatiegegevens van proba-v gaan de wereld rond
D
e Belgische satelliet PROBA-V, die in mei 2013 gelanceerd werd, vergaart al volop gegevens over de vegetatie op aarde. De kracht van die beelden ligt niet alleen in de hoge resolutie; het zijn ook gebruiksklare beeldproducten. Bovendien worden die gratis ter beschikking gesteld. De PROBA-V-satelliet is de opvolger van de SPOT-VEGETATION-satellieten, die al ruim 10 000 gebruikers tellen. Dirk Van Speybroeck van VITO: “Zelfs de Amerikaanse landbouwoverheid gebruikt onze databank.”
© ESA ATG Medialab, 2013
droogteverschijnselen, vegetatieverandering enzovoort. PROBA-V is volledig van Belgische makelij en kreeg de steun van de Europese Ruimtevaartorganisatie ESA.
Oogst voorspellen
Ruim drie maanden na zijn lancering vergaart de PROBA-V-satelliet al volop data over de plantengroei op aarde. Hierdoor verzekert de missie de dagelijkse opname van de globale vegetatie voor de
periode 2013-2018. Zo kan de satelliet samen met zijn voorgangers SPOT-VEGETATION 1 en 2 een twintigjarige tijdsreeks opbouwen. De SPOT-VEGETATION-missies rekenen al op meer dan 10 000 gebruikers. Dat grote aantal eindgebruikers is niet alleen te danken aan de optimale kwaliteit van de data, maar komt ook omdat ze gratis zijn, meent Dirk Van Speybroeck van VITO.
VITO VISION 14 - september 2013
PROBA-V is niet groter dan een wasmachine. Toch is de minisatelliet meer dan bijzonder. De apparatuur dient om wereldwijd vrijwel dagelijks de vegetatie te monitoren vanop een lange baan om de aarde. De kwaliteit van de data die de satelliet genereert, is maar liefst tien keer beter dan die van zijn vijftien jaar oude voorgangers, de SPOTsatellieten. Het gaat om data met een grondresolutie van standaard 330 meter over oogstparameters,
13
VITO VISION 14 - september 2013
14
“Door de verwerkte data voor iedereen toegankelijk te maken, faciliteer je het gebruik ervan. Zo ondersteunt PROBA-V steeds meer organisaties en overheden in de beslissingen die ze nemen op basis van vegetatiemonitoring. Denk maar aan organisaties die geïnteresseerd zijn in oogstvoorspellingen. Doordat er elke dag een beeld beschikbaar is, kan men via de groenintensiteit van de pixel
heel goed zien hoe de vegetatie of het landbouwgewas zich ontwikkelt. Ook de Amerikaanse overheid baseert haar mondiale landbouwpolitiek voor een groot deel op vegetatiemonitoring.” Dat zelfs de Amerikaanse overheid de data van PROBA-V gebruikt, is een bewijs van de hoge datakwaliteit.
Ononderbroken tijdsreeksen
Belangrijk is ook dat gebruikers
hun analyses van vóór PROBA-V gewoon kunnen blijven voortzetten. “Dat komt omdat de sensoren van PROBA-V zijn afgesteld op die van de oude SPOT-satellieten”, zegt Dirk Van Speybroeck. “Daardoor hoeven gebruikers hun continue tijdsreeksen niet te onderbreken. Zo kunnen ze trends van de laatste decennia detecteren, bijvoorbeeld op het vlak van landgebruik of klimaatverandering."
Betere voedselvoorziening De bewerking van ruwe tot gebruiksklare beelden vraagt veel knowhow. En dat is precies de specialiteit van VITO. “De radiometrische en geometrische kennis van ruwe data vereisen een gedegen kennis van het instrument en de
satellietmissie. Die expertise is bij VITO ruimschoots aanwezig. Door te participeren in die satellietmissie zetten we niet alleen de Belgische ruimtevaartsector op de kaart. We dragen ook bij tot een beter landbouwbeleid, een beter bosbeleid en nog veel meer. Als onze data rechtstreeks of onrechtstreeks lei-
den tot minder ontbossing of een betere voedselvoorziening, zijn we geslaagd in onze opzet”, aldus Dirk Van Speybroeck. Meer info:
[email protected] http://probing.vegetation.be
Probing Vegetation trekt hoog bezoek
Imec en vito zetten Vlaanderen wereldwijd op de kaart Imec en VITO hebben in juni 2013 een samenwerkingsakkoord ondertekend waarin ze hun krachten bundelen rond hyperspectrale camerasystemen voor aardobservatie. VITO en imec gaan hun strategisch onderzoek op elkaar afstemmen om in de komende jaren nieuwe technologieën te ontwikkelen. VITO is al ruim tien jaar een belangrijke Europese speler in de hyperspectrale beeldverwerking en ontwikkeling van compacte camerasystemen voor aardobservatie. Dat vertaalde zich in succesvolle projecten zoals PROBA-V, MEDUSA en APEX. Imec bouwde een jarenlange ervaring op in de ontwikkeling van gespecialiseerde beeldsensoren voor bijvoorbeeld ruimtevaarttoepassingen. Onlangs heeft imec een chipgebaseerde hyperspectrale filtertechnologie ontwikkeld. Daarmee worden performante ultracompacte systemen mogelijk voor gebruik in kleine satellieten en onbemande vliegtuigen. Imec en VITO gaan nu samenwerken aan hyperspectrale beeldvormingsoplossingen die de voordelen van imecs technologie gebruiken én beantwoorden aan de hoge performantievereisten voor aardobservatiesystemen. Concreet zullen ze voor de Europese Ruimtevaartorganisatie ESA hyperspectrale filters ontwikkelen voor het hele golflengtegebied van zichtbaar licht. Meer info:
[email protected] - www.imec.be
15 VITO VISION 14 - september 2013
Op 4 en 5 juli 2013 vond in Antwerpen de internationale conferentie ‘Probing Vegetation – from past to future’ plaats. Meer dan 200 deelnemers uit 43 landen kwamen samen om te vieren dat België – samen met zijn Europese partners – al vijftien jaar een cruciale rol speelt in de monitoring van het vegetatiedek op aarde. Met de inzet van de Belgische satelliet PROBA-V zal ons land die rol ook in de toekomst kunnen blijven vervullen. Belspo en VITO, de organisatoren van de conferentie, waren zeer verheugd over de aanwezigheid van – toen nog – Prins Filip.
In de kijker
EUROPESE CCS 2013-CONFERENTIE
VITO VISION 14 - september 2013
16
VITO was hoofdorganisator en gastheer van de Europese CCS 2013-conferentie op 28 en 29 mei 2013 in het Radisson Blu Hotel in Antwerpen. Meer dan 110 geïnteresseerden uit academische en onderzoeksinstellingen en de industrie namen deel aan de conferentie rond CO2-afvang. Die conferentie bracht de hoogtepunten van de Europese projecten INNOCUOUS, DemoCLoCk, CAPSOL, iCAP en IOLICAP onder de aandacht bij een breed publiek. Ook de projecten OCTAVIUS, CO2-QUEST, ECLAIR en ACCLAIM kwamen aan bod. Met bijna 100 bijdragen kregen de deelnemers een stand van zaken van verschillende technologische ontwikkelingen die de afvang van CO2 beogen: CCS of CO2-afvang- en opslagtechnologie.
De voorbije jaren hebben NIRAS en VITO regelmatig geologische data uitgewisseld. Die uitwisseling vertaalt zich vandaag in het onderzoek naar ondergrondse berging van radioactief afval van NIRAS en het geothermieproject van VITO. Dat project zal zich op en onder de Balmattsite en de site VITO-SCK concentreren. Experts zullen er boren tot op meer dan 3 000 meter diepte, om daar water van 120 °C op te pompen. De eerste proefboring is gepland voor begin 2014. Daarbij zullen NIRAS en VITO samenwerken om de eerste honderden meters ondergrond beter in kaart te brengen. Beide onderzoeksprojecten leveren heel wat baten voor de regio en kunnen perfect naast elkaar bestaan. NIRAS en VITO hebben dan ook beslist om hun samenwerking nog meer af te lijnen en te concretiseren. Ze zullen regelmatig structureel overleg houden om informatie uit te wisselen over actuele onderzoeksprojecten en geplande activiteiten. Meer info:
[email protected] - www.niras.be
WETENSCHAPSCOMMUNICATIE BEKROOND
CO2-afvang is belangrijk: het broeikasgas wordt de laatste tijd niet alleen meer gezien als afvalstroom, maar ook als potentiële grondstof voor de omzetting in nuttige chemische producten. De CCS 2013-conferentie maakte duidelijk dat de beweging van CO2-afvang en -opslagtechnologie (CCS) naar CO2-afvang, -gebruik en -opslag (CCUS) onmiskenbaar en onomkeerbaar is ingezet. Meer info:
[email protected]
NIRAS EN VITO VERSTERKEN SAMENWERKING ROND KEMPENSE ONDERGROND
De Nationale Instelling voor Radioactief Afval en verrijkte Splijtstoffen (NIRAS) en VITO gaan in de toekomst nog nauwer samenwerken. Beide instellingen stemmen hun onderzoek in de diepe ondergrond in de Kempen nu al op elkaar af. De komende jaren zullen ze hun kennis en expertise nog intensiever uitwisselen.
De Stuurgroep Wetenschapscommunicatie van de Koninklijke Vlaamse Academie van België voor Wetenschappen en Kunsten heeft de Loopbaanlaureaat en de shortlist van de ‘Onderscheiding Wetenschapscommunicatie’ in het leven geroepen. Die unieke onderscheiding erkent en waardeert de inspanningen van wetenschappers die hun onderzoek voor een breed publiek openstellen. Johan Braeckman werd bekroond tot Loopbaanlaureaat. Hij kreeg de prijs wegens zijn inspanningen om de eigenheden van de wijsbegeerte en de finesses van het wetenschappelijk denken in het algemeen begrijpelijk te communiceren. Ook is hij erin geslaagd om mensen kritisch aan het denken te zetten over bio-ethische kwesties, de evolutietheorie en de feilbaarheid van ons denken. Naast de Loopbaanprijs wordt ook de Jaarprijs uitgereikt. Die gaat naar wetenschappers die in 2011 of 2012 een originele activiteit hebben ontplooid én dat overtuigend konden combineren met hun onderzoekswerk. Eerste laureaat is Didier Vangeluwe (KBIN) met zijn project ‘Valken voor iedereen’, waarbij het doen en laten van het koppeltje slechtvalken en zijn kroost
Tweede laureaat werd Hugo Thienpont (VUB) met zijn wervelende wetenschapsshow voor jongeren over fotonica. De derde laureaat, Stéphane Symons (KU Leuven), is filosoof aan het Hoger Instituut voor Wijsbegeerte van de KU Leuven en is de academisch verantwoordelijke van het jaarlijkse Feest van de Filosofie in Leuven, dat in 2014 aan zijn vijfde editie toe zal zijn. De onderscheidingen worden op 17 oktober 2013 uitgereikt in het Paleis der Academiën in Brussel. Meer info:
[email protected] www.kvab.be/wetcomm.aspx
AFVALPARK BLAAST BSA NIEUW LEVEN IN
Sinds april 2013 kan de binnenvaartsector terecht in een nieuw afvalpark in de Antwerpse haven. Goed nieuws voor de binnenvaart én het milieu: bij de bouw van het afvalpark is er zoveel mogelijk gerecycleerd bouw- en sloopafval gebruikt, afkomstig van het kantoor uit de één-reeks Kinderen van Dewindt. VITO wil bouw- en sloopafval (BSA) een tweede leven geven in nieuwe producten. Hoogwaardig recycleren
van het bouw- en sloopafval zodat het opnieuw kan worden ingezet als grondstof, is daarbij cruciaal. Samen met het Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen, Jacobs Beton en Brijsse Minerals and Recycling (BMR) werkte VITO mee aan de bouw van het afvalpark in de haven van Antwerpen. Het gerecycleerde materiaal dat daarvoor gebruikt werd, kwam vrij bij de sloop van het kantoorgebouw uit de één-serie Kinderen van Dewindt. Het ging daarbij vooral om de steenachtige fractie, waarvan het betonpuin opgezuiverd werd. Ook gerecycleerd cellenbetonafval werd gebruikt, één van de belangrijkste probleemstromen binnen de bouwsector. Het afvalpark geldt als een voorbeeldproject dat het duurzame materialenbeleid in Vlaanderen weerspiegelt. Het onderzoek van VITO past in het Europese Zevende Kaderproject ‘Innovative Strategies for High-Grade Material Recovery from Construction and Demolition Waste’ (IRCOW). Meer info:
[email protected] [email protected] - www.ircow.eu
S-RISK-MODEL ONLINE
Een risicogebaseerde aanpak van bodemverontreiniging vereist flexibele modellen voor de beoordeling van blootstelling en gezondheidsrisico’s. Met die modellen moet men bodemsaneringsnormen kunnen berekenen, locatiespecifieke risicobeoordelingen uitvoeren en saneringsdoelstellingen vastleggen. Gebaseerd op haar eigen jarenlange ervaring met dat type modellen en in samenwerking met de OVAM en de gebruikers (saneringsdeskundigen) ontwikkelde VITO hiervoor het S-Risk-model. De OVAM zorgde ook voor de financiële ondersteuning. Hoewel het ontworpen werd voor gebruik binnen de Vlaamse wetgevende context, kan het S-Risk-model door zijn flexibiliteit en open structuur ook in andere regio’s of landen gebruikt worden. S-Risk is beschikbaar als online-toepassing via www.s-risk.be.
17 VITO VISION 14 - september 2013
in de noordtoren van de Brusselse Sint-Michiels- en Sint-Goedelekathedraal via een camerasysteem dag en nacht live kan worden gevolgd. Hiermee toont Didier, ook aan toevallige voorbijgangers, de pracht en fragiliteit van de natuur, maar ook de capaciteit van dieren om zich aan te passen aan hun leefomgeving. De slechtvalk was door het gebruik van DDT in de jaren 1960 in onze contreien volledig uitgestorven, maar is sinds bijna tien jaar opnieuw aanwezig in België, zelfs in de drukke hoofdstad.
In de kijker
THEMADAG ATMOSFERISCH PLASMA
Naast infosessies met bekende sprekers op het programma konden de deelnemers de opgedane kennis omzetten in de praktijk. Als voorbereiding op de workshop werkten ze één van in totaal zeventien projectvoorstellen uit. Nadien kregen ze de kans om het resultaat plenair voor te stellen en mee te dingen naar twee YEAR-awards ter waarde van 10 000 euro. De projecten ‘Predictive tools for solving mismatch in a nearby zero energy buildings network’ (AICIA) en ‘Smartfood’ (VTT samen met o.a. VITO) kwamen als winnaars uit de bus.
18 VITO VISION 14 - september 2013
concept – een mix van theorie en praktijk – bleek zeer succesvol.
De themadag Atmosferisch Plasma op 7 mei 2013, een initiatief van VITO en het Mikrocentrum (NL), was opnieuw een succes. 75 deelnemers kregen acht voordrachten en twee rondleidingen met demonstraties van atmosferische plasmabehandelingen in het plasmalab van VITO. Ook konden ze een permanente ‘table top’-beurs bezoeken, waar een vijftiental exposanten uitleg gaven bij hun activiteiten en producten. De focus van deze themadag lag op de mogelijkheden en toepassingen van atmosferisch plasma als voorbehandelingsstap in ‘roll-to-roll’-toepassingen. Verschillende experts presenteerden praktijkvoorbeelden van plasmavoorbehandeling bij specifieke toepassingen van oppervlaktebehandeling. Ook kregen de deelnemers een uiteenzetting over de karakterisering en de veranderingen van behandelde oppervlakken en toepassingen van atmosferisch plasma in de textielindustrie. Meer info:
[email protected] www.mikrocentrum.nl
YEAR-WORKSHOP 2013 BEKROONT 2 PROJECTEN
Op 3 juni 2013 kwamen meer dan vijftig jonge Europese onderzoekers samen in het Noorse Trondheim voor de eerste editie van de YEAR-workshop. VITO is momenteel voorzitter van het YEAR-netwerk en organiseerde die bijeenkomst samen met SINTEF, de grootste onafhankelijke onderzoeksinstelling van Scandinavië. Het
De voorbereidingen voor toekomstige YEAR-evenementen zijn nu volop bezig, bv. het YEAR Seminar on Energy Efficiency in Buildings in november 2013 (Brussel). Meer info: www.year-network.com
[email protected]
YOUNGSTER’S LAB STIMULEERT JONG TALENT
Youngster’s Lab wil jongeren uit het laatste of voorlaatste jaar van de humaniora aanmoedigen om studies in de richtingen wetenschap of technologie te kiezen. Het is een project van de onderzoekscentra VITO, imec, ITG en iMinds en wordt gecoördineerd door de RVOSociety. Zowel de leerlingen als VITO-onderzoekers waren enthousiast over dit intensieve én boeiende initiatief. In mei 2013 hebben de deelnemende scholen hun beste (wetenschaps)leerlingen afgevaardigd om een jonge VITO-onderzoeker een hele week te volgen. Tijdens die week staken de youngsters veel op over
onderzoekswerk en de specifieke taken van een onderzoeker, maar ook over eigendomsrechten, wetenschappelijke output, duurzaamheid, de VITO-waarden … De studenten kregen twee specifieke opdrachten mee. Enerzijds zorgden ze voor een terugkoppeling naar hun klas via Facebook en Skype; anderzijds ontwierpen ze een poster over het onderwerp dat ze volgden. Tijdens het slotevent op 21 juni 2013 bij KOGEKA in Geel presenteerden ze allen hun poster in een filmpje. Meer info:
[email protected] www.facebook.com/VITOYoungstersLab
GENT BRENGT HITTE-EILANDEFFECT IN KAART
In hartje Gent is het gemiddeld 3 °C warmer dan daarbuiten; dat verschil kan oplopen tot 8 °C op hete dagen. Dat is de conclusie van onderzoekers van VITO en de UGent, die een hittestudie uitvoerden in opdracht van de stad Gent. Meer groen, water en schaduw en minder verharding kunnen nieuwe hitte-eilanden voorkomen. Bij een meetcampagne in de zomer van 2012 werden vaste temperatuur- en vochtigheidssensoren verspreid over de stad en het omliggende platteland. De temperatuurmetingen werden aangevuld met modelberekeningen en infraroodsatellietbeelden. Uit die metingen blijkt dat de Gentse binnenstad gemiddeld 3 °C warmer is, met pieken tot 8 °C. In het centrum van Gent zijn er jaarlijks ook acht warme nachten meer dan op het platteland. Volgens de studie zal de hittegevoeligheid van de stad in de toekomst nog verhogen.
Maar groen in de stad heeft nog veel meer voordelen: het maakt mensen gezonder, bevordert de sociale cohesie, verhoogt de waarde van huizen … VITO lijstte in opdracht van het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) alle baten van groen op. Die ontdek je in de brochure en de studie op www.groenindestad.be. Heb je zelf groene ideeën? Post ze dan op www.mijngroenidee.be! Meer info:
[email protected] [email protected] www.gentsklimaatverbond.be
GROENAFVAL EN MAAISEL ALS ENERGIEBRON
Biomassareststromen zoals hout en voedingsgewassen worden steeds vaker gebruikt voor de opwekking van energie en de productie van brandstoffen. Maar wat met lokale reststromen zoals gft, snoeisel, maaisel en mest? VITO onderzocht hoe die stromen duurzaam én rendabel verwerkt kunnen worden. In samenwerking met de Universiteit Hasselt heeft VITO in Beerse-Merksplas en Lommel een EnergieConversiePark (ECP) gesimuleerd. Het doel: duurzaam en economisch efficiënt warmte, elektriciteit, biobrandstoffen en andere producten maken uit regionale biomassareststromen (gft, maaisel, snoeisel, mest). Door die reststromen om te zetten naar energie of producten die direct in de omgeving kunnen worden afgezet, verkleinen de transportafstanden sterk, met minder kosten en minder uitstoot tot gevolg. De studie werd uitgevoerd in 2010-2013 en maakt deel uit van een Europees gesubsidieerd onderzoeksproject ‘EnergieConversieParken’. De eindrapporten en het kennisplatform vind je op www.ecp-biomassa.eu.
19 VITO VISION 14 - september 2013
Het onderzoek toont aan dat in Gent vooral de verstening van de ondergrond (met asfalt, natuursteen of beton) bijdraagt tot het stedelijke hitte-eilandeffect. Ook de dichtheid van de bebouwing, met veel nauwe straatjes en weinig open ruimte, heeft een grote invloed. Extra groen kan heel wat soelaas bieden. Meer bomen zorgen voor meer schaduw, waardoor er minder warmte vastgehouden wordt. Ook vijvers, fonteinen of andere waterelementen kunnen de binnenstad verkoelen.
In de kijker
VITO VISION 14 - september 2013
20
VITO wil de transitie naar een duurzame inzet van biomassa in een stroomversnelling brengen. In het werkdocument Kiemen voor de duurzame inzet van biomassa heeft VITO de randvoorwaarden voor een biobased economy centraal gesteld en verduidelijkt aan de hand van tien principes. Het document kun je online raadplegen via http:// static.emis.vito.be/VITO_ Kiemen_voor_de_duurzame_inzet_van_biomassa. pdf. Meer weten? VITO-onderzoeker Deepak Pant bracht samen met twee andere specialisten zijn bevindingen en inzichten over de levenscyclusanalyse van hernieuwbareenergiebronnen samen en bundelde die in het boek Life Cycle Assessment of Renewable Energy Sources, uitgegeven door Springer. Meer info:
[email protected] [email protected],
[email protected]
voor morgen inzetten op een cultuur waarin commercialisering, creativiteit en ondernemerschap worden gestimuleerd en waarin talentontwikkeling en -diversiteit alsook teamplaying sleutelbegrippen zijn. Haar ervaring met organisatieontwikkeling en change management, ook in een internationale context, zullen hierbij goed van pas komen. Zelf is ze het voorbeeld van 'een leven lang leren', want ze combineerde haar professionele carrière met haar MBA-studies en master in Bedrijfseconomie en volgt nu nog een opleiding Certified Personal Coach. Dat levenslang leren wil ze ook stimuleren in VITO via e-learning, blended learning, interdisciplinair en interdepartementaal projectwerk en een kennismanagementsysteem. Agnes heeft bij haar vorige werkgever ook het European Foundation for Quality Managementmodel (EFQM) succesvol geïmplementeerd, waarbij gewerkt wordt met een gesloten kringloop van leiderschap over processen naar duurzame bedrijfsresultaten en terug. Agnes omschrijft haar professionele passie met de volgende vijf trefwoorden: change - coaching - engagement - business results - operations efficiency. Dat zullen wellicht ook basisbegrippen worden in de strategie en de werking van de HR en algemene diensten van VITO.
Energie Conversie Parken Agnes Bosmans, nieuwe directeur HR en algemene diensten
Meer info:
[email protected]
1
Na het vertrek van Anne-Mie van de Wiele wordt het directiecomité van VITO sinds 1 juni 2013 versterkt met de komst van Agnes Bosmans als directeur HR en algemene diensten. Met haar opleiding in arbeids- en organisatiepsychologie en meer dan 20 jaar ervaring in verschillende HR-functies en leidinggeven aan algemene diensten in de internationale bedrijfswereld, voegt Agnes kennis en ervaring toe, die VITO nog steviger in de onderzoekswereld zullen verankeren. Agnes wil voor het ontwikkelen van de competenties
VITO ontvangt ENERO
Op 30 en 31 mei vond de algmene vergadering van ENERO plaats bij VITO in Mol. ENERO is het Europese netwerk van milieuonderzoeksorganisaties. Hiertoe behoren naast VITO o.a. het Nederlandse TNO, het Duitse Karlsruhe Institute of Technology, VTT uit Finland, INERIS uit Frankrijk, Technalia uit Spanje ... Tijdens dat bezoek kregen de bestuursleden van die netwerkorganisatie een overzicht van het VITOonderzoek met o.a. de ruimtelijke modellen en
Meer info:
[email protected] - www.enero.eu
LUCHTVERVUILING DOET BLOEDVATEN IN OGEN VERNAUWEN
Uit baanbrekend onderzoek van vito en de Universiteit Hasselt blijkt dat de bloedvaten in de ogen vernauwen bij luchtverontreiniging. Via die nieuwe meetmethode kan men beter en goedkoper inschatten hoe onze omgeving en levensstijl bijdragen tot veroudering, en hoe we hierop het best inspelen voor een gezondere oude dag.
De onderzoekers volgden bij jonge proefpersonen de diameter op van kleine bloedvaten in het netvlies van het oog. Nadat de proefpersonen een paar uur tot één dag blootgesteld waren aan luchtvervuiling, zag men een gevoelige vernauwing van de bloedvaten. Die vernauwing was maar liefst drie keer groter dan verwacht op basis van een Amerikaanse studie bij bejaarden.
De bloedvaten in het netvlies vertonen een grote gelijkenis met de kleine bloedvaten van het hart en de hersenen. Het grote voordeel is dat het netvlies de enige plaats in het lichaam is waar men die bloedvaten rechtstreeks kan bekijken, zonder ingrijpende medische methoden. De nieuwe en ‘eenvoudige’ methode kan toegepast worden in de preventieve gezondheidszorg. VITO onderzoekt nu bij Vlaamse bejaarden of meer lichaamsbeweging een gunstig effect heeft op onder meer de bloedvaten en het geheugen. Ten slotte neemt VITO ook deel aan internationale onderzoeksprogramma’s van de Europese Ruimtevaartorganisatie ESA en de Europese Commissie voor snelle, mobiele en accurate gezondheidsevaluaties, bijvoorbeeld om de gezondheid van astronauten op te volgen. Meer info:
[email protected]
VITO-MEDEWERKSTER SLEEPT AWARD IN DE WACHT
Eind augustus ontving VITO-medewerkster Sabine Langie de ‘CeficLRI Innovative Science Award 2013’. De prijs – ter waarde van 100 000 euro – is een initiatief van de European Chemical Industry Council (Cefic) en de Society of Environmental Toxicology and Chemistry (SETAC Europe). De award wil innovaties stimuleren op het vlak van ecotoxicologie. Sabine Langie voert onderzoek naar de relatie tussen allergie bij kinderen en omgevingsfactoren. Met de steun van Cefic-LRI zal ze de epigenetische veranderingen in het speeksel van kinderen (met en zonder allergie) analyseren. Het gaat om veranderingen in de genfunctie die optreden zonder wijzigingen in de sequentie van het DNA in de celkern. Met dat onderzoek wil Sabine Langie nagaan of blootstellingen aan chemicaliën voor de geboorte het epigenetische patroon op het DNA van de foetus veranderen. Mogelijk maakt dat kinderen gevoeliger voor het ontwikkelen van allergie op latere leeftijd. Het onderzoek wil een bijdrage leveren tot de ontwikkeling van preventiemaatregelen. Zo wil men de familiale en sociale lasten die gepaard gaan met allergische aandoeningen reduceren. Meer info:
[email protected]
21 VITO VISION 14 - september 2013
remote-sensingtechnologieën voor duurzaam ruimtegebruik, de procesinstallaties voor het duurzamechemieprogramma en gezondheidsmonitoringsstudies voor duurzame gebouwen.
KMO vindt vito!
Energie: economie en efficiëntie Nieuwigheden met en voor kmo’s
E
r is goed nieuws voor kmo’s die met VITO in zee gaan. Dat geldt zowel voor kmo’s die hun processen en gebouwen energie-efficiënter willen maken, als voor kmo’s die zelf energiegerelateerde producten, diensten en systemen ontwikkelen en op de markt brengen. VITO heeft voor hen enkele nieuwigheden in petto.
VITO VISION 14 - september 2013
22
VITO, de KU Leuven en imec bundelen sinds 2012 de krachten in EnergyVille rond slimme energienetwerken en slimme steden. Het evenement ‘Your road to EnergyVille’ op 25 juni 2013 was een succes, met maar liefst ruim 400 aanwezigen uit de politiek, de bedrijfswereld en het onderzoek. Die grote belangstelling bevestigt de reputatie van EnergyVille als toponderzoekscentrum en centraal focuspunt voor energievragen. Voor Vlaanderen is het een opsteker: slimme energie is één van de groeimotoren van de komende jaren, met potentieel voor de maak- en dienstenindustrie en duizenden nieuwe jobs. Kmo’s doen daar zeker hun voordeel mee. Binnen EnergyVille heeft VITO verschillende geavanceerde concepten klaar die ‘vers van de onderzoekstafel’ aantrekkelijk verpakt zijn op maat van de kmo’s. Sommige concepten richten zich tot softwarehuizen, hardwarefabrikanten en systeemintegratoren, andere tot ESCO’s (Energy Service Companies), aggregatoren en energiebedrijven. Nog andere concepten zijn gericht op kmo’s die zelf hun processen en gebouwen energie-efficiënter of energie-verschuifbaar (dus economisch rendabeler) willen inrichten.
Nieuwe technologieën:
• Intelligator = Intelligent aggregator prototype software Softwarealgoritmes stemmen continu vraag en aanbod op elkaar af. De technologie bestaat uit twee onderdelen: enerzijds de individuele energieverbruikers
•
•
•
•
en -toepassingen, en anderzijds de geïntegreerde, centrale bestuurscomponent. Een basis bestond al; VITO-EnergyVille biedt nu de volgende stappen aan. Het gaat om business agents die (1) voorspellende toepassingen integreren en (2) zelflerend zijn. Smart batteries Decentrale energieproductie creëert tijdelijke energiesurplussen. Het zou mooi zijn als we die tijdelijk kunnen opslaan. Batterijen bieden een oplossing. Vanuit EnergyVille heeft VITO ze ‘slim’ gemaakt via een beter batterijmanagement en een meer nauwkeurige bepaling van de ‘state of charge’. Daardoor worden ze performanter en verhelpen ze enkele pijnpunten van klassieke batterijen. Smart grid controller for domestic devices Een controlebox kan de energievraag van ‘klassieke’ huishoudtoestellen in het huishouden slim en proactief aansturen in functie van het optimale energieverbruiksregime en de beschikbaarheid van hernieuwbare energie. Smart boiler Een warmwatersysteem kiest autonoom het gunstigste ogenblik om warm water uit elektriciteit te voorzien. Een betere, niet-buffervat-intrusieve bepaling van de laadtoestand helpt hierbij. Optimale dimensionering en controle van warmtepompen Warmtepompen kunnen warmte tijdelijk opslaan. Voortaan staan ze niet meer alleen op zichzelf, maar worden ze qua informatie naar de eindgebruiker en sturing geïntegreerd in de slimme energienetwerken, zowel op elektrisch als warmtevlak.
Expertadvies:
• Virtual power plant Het energieverbruik wordt afgestemd op het aanbod in functie van de beschikbaarheid van hernieuwbare energie en de gunstigste prijs. Dat gebeurt voor meerdere energieproducenten en -verbruikers samen, in een industriële context met meerdere bedrijven. VITOEnergyVille geeft niet alleen advies over technische identificatie en kwantificatie, maar ook over de actieve sturing richting economische valorisatie en exploitatie, alsook de regelgevende aspecten. • Demand response screenings & audits VITO-EnergyVille komt bij uw bedrijf langs en onderzoekt of uw bedrijfsprocessen energie-verschuifbaar zijn of gemaakt kunnen worden via intraproces-buffercapaciteit. Ook aanbieders van ‘demand response’-auditdiensten zijn welkom om een aantal geavanceerde concepten hierrond van onze onderzoekers te leren.
• Diepe geothermie/aardwarmte In combinatie met warmtepompen als tijdelijk opslagmedium kan men aardwarmte als thermische en elektrische energiebron exploiteren. Het concept biedt heel wat mogelijkheden, onder meer bij wijkrenovatie en de glastuinbouw. VITO-EnergyVilles gedetailleerde kennis van de ondergrond kan u hierbij helpen.
Open oproep!
EnergyVille wil niet enkel kmo’s aanspreken als energiegebruikers. We willen ons ook ten dienste stellen van bedrijven die zelf producten, concepten, hard- en software, demand response consultancy … aanbieden. Door ook hen een injectie te geven met de nieuwste onderzoeksinzichten ontstaat een marktdynamiek, die helpt om de ontwikkelingen op het vlak van energie-economie en -efficiëntie te verspreiden. Wilt u de energie-economie in uw gebouw of processen verbeteren? Wilt u uw aanbod op de markt upgraden met nieuwe inzichten? Dan bent u bij VITO-EnergyVille aan het juiste adres!
Europadag ‘Europa in je buurt’ toont de impact van Europa op ieders leefomgeving. Elke twee jaar organiseert een Vlaamse provincie dat event. Op 8 mei 2013 was het de beurt aan Antwerpen. Op de evenementenweide van Park Spoor Noord kon het publiek bekijken, beleven en proeven wat de Europese projecten in de buurt te bieden hebben. Via het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) investeerde Europa de afgelopen zes jaar miljoenen euro’s in de provincie en stad Antwerpen. Hoog tijd om te tonen wat daarmee al concreet gerealiseerd is.
Tijdens de Europadag zette VITO twee EFROprojecten in de kijker. In het kader van het project Prodem Z.O. ‘Zit er geld verstopt in je supermarkt?’ konden jong en oud via een belevingsparcours in een fictieve supermarkt hun duurzaamheidskennis testen. Daarnaast kon je ook kennismaken met SUNBUILT, een investeringsproject voor de bouw van een pilootpark voor de kweek en verwerking van algen. Meer info: www.sunbuilt.be www.vlaamsalgenplatform.be
Voor meer informatie, kijk op www.vito.be/kmo of contacteer onze regionale accountmanagers:
REGIO OOST-VLAANDEREN, WEST-VLAANDEREN: Karen Vanderstraeten
[email protected] Tel. + 32 499 54 67 78 REGIO ANTWERPEN, VLAAMS-BRABANT, LIMBURG: Michel Lievens
[email protected] Tel. + 32 478 48 53 96
23 VITO VISION 14 - september 2013
• Energy market De businessmodellen in de energiemarkt zijn complex. Onze economisten helpen u uw concrete positie in de energiemarkt te analyseren, modelleren en beter te exploiteren, zowel op regionaal, nationaal als internationaal vlak. Is uw bedrijf economisch gezien klaar voor de energietoekomst? • Gespecialiseerd lab Energietechnologie In ons thermotechnische en elektrische labo kunt u veilig en efficiënt uw projecten op laboschaal laten testen, voordat u ze uitrolt op industriële schaal. Ook zijn ‘proof of concept’-testen nuttig voordat u investeert in verdere productontwikkeling. • Predictieoptimalisatie Gebruikt u als bedrijf voorspellingen (zon, wind …) in uw energietoepassingen? Onze wiskundigen van VITOEnergyVille bekijken voor u of de voorspellingswaarde verbeterd kan worden via geavanceerde statistische technieken.
VITO organiseert / neemt deel • ARGUS FORUM – Samen zorgen voor de energie van morgen – 26 september 2013 – Brussel • European Forum for Industrial Biotechnology (EFIB) – 30 september – 2 oktober 2013 – Brussel • Afval- en nevenstromen workshop SYMBIOSE – 1 oktober 2013 – Zwijnaarde • 2nd Conference on CO2 Carbon Dioxide – 7-9 oktober 2013 – Essen (DE) • KMO kennisbeurs – 8 oktober 2013 – Kortrijk
• Seminarie Energieopslag - 10 oktober 2013 - Brussel • European Utility Week – 15-17 oktober 2013 – Amsterdam (NL)
VITO VISION 14 - september 2013
24
• In Vitro Models: the cell is the limit? – 16 oktober 2013 – Breda (NL) • K2013 (International Trade Fair for Plastics and Rubber) – 16-23 oktober 2013 – Düsseldorf (DE) • TNAV Aquarama watervakbeurs – 17 oktober 2013 – Leuven • Trends Green Business Congres – 23 oktober 2013 – Brussel • Eurofinish – 23-24 oktober 2013 – Gent • Tools for the design and implementation of Air Quality Programmes in EU regions – 19-20 november 2013 – Brussel • Second European Water Symposium on Water Technology & Management – 20-21 november 2013 – Leuven • Dag van de wetenschap – 24 november 2013 – VITO i.s.m. UA e.a. – gespreide locaties • Kennismakers: al 85 jaar zuurstof voor onderzoek en ontwikkeling (FWO) – 17 december 2013 – Gent Zie ook www.vito.be/evenementen
MEER INFO Kristine Verheyden Communicatieverantwoordelijke Tel. + 32 14 33 55 53
Verantwoordelijke uitgever: Dirk Fransaer, Boeretang 200, 2400 MOL Redactie: www.pantarein.be
[email protected]
Lay-out/druk: Drukkerij De Bie
Wenst u de nieuwsbrief voortaan elektronisch te ontvangen, gelieve ons uw e-mailadres door te geven via www.vito.be/nieuwsbrief.
Deze nieuwsbrief werd gedrukt op milieuvriendelijk papier. ©2013 VITO NV – Alle rechten voorbehouden VITO betracht uiterste zorgvuldigheid bij het maken, samenstellen en verspreiden van de informatie in deze publicatie. Toch kan VITO niet garanderen dat deze informatie geheel juist, volledig en actueel is en dat de informatie geen inbreuk maakt op de intellectuele eigendomsrechten van derden. VITO heeft steeds het recht om de informatie zonder voorafgaande kennisgeving te wijzigen. VITO aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor enige directe, indirecte of gevolgschade die ontstaat door gebruikmaking van, het vertrouwen op of handelingen verricht naar aanleiding van deze informatie.