Visienotitie Beste Brede School West Beter, breder, best
Stadsdeel West Directie Strategie en Beleidsrealisatie Afdeling Talentontwikkeling November 2010
-1-
Voorwoord In het coalitieakkoord ‘West maakt het verschil 2010-2014’ staat de ambitie omschreven West heeft de beste brede scholen. Het Dagelijks Bestuur ziet de Brede School als de plek in ons stadsdeel waar onderwijs, zorg en talentontwikkeling samenkomen. Een plek voor kinderen die van huis uit veel meekrijgen, maar ook een plek voor kinderen bij wie dat niet vanzelfsprekend is. Een plek waar kansen voor kinderen verbeteren en waar ouders zorg, opvoeden en werk gemakkelijk kunnen combineren. Een goede start, met betrokken ouders, zorg waar nodig en goed onderwijs is voor ieder kind het beste uitgangspunt voor een geslaagd leven. Een belangrijke investering! Het coalitieakkoord is uitgewerkt in programma’s. In het programma ‘Leren en opgroeien in West’ staan de doelen geformuleerd voor de Beste Brede School West. Tijdens de politieke avond van 2 november 2010, is de ambitieboom waarin het programma is uitgewerkt aan u gepresenteerd. Deze visienotitie betreft dat onderdeel van de ambitieboom dat in relatie staat tot het lokaal onderwijsbeleid. Het Dagelijks Bestuur stelt in haar visie voor: 1. De Beste Brede School West is een school met de maximale (leer)opbrengst voor het kind; 2. De Beste Brede School West is een school waarbij de uitvoeringsregie op de Brede School bij het onderwijs ligt. Deze visienotitie is bedoeld als bespreekdocument. Het is de inbreng van Stadsdeel West om samen met de belangrijke Brede School- partners te komen tot een Actieplan Beste Brede School West. De schoolbesturen geven aan positief te staan tegenover het voornemen om de uitvoeringsregie bij het onderwijs te beleggen. Eerstvolgende stap om te komen tot het actieplan is een conferentie, gepland in januari 2011. Hier zal worden geïnventariseerd op welke onderdelen praktische uitwerking nodig is en welke consequenties de verschuiving in regierol met zich mee zal brengen. Het actieplan zal vóór de zomervakantieperiode ter informatie aan u worden aangeboden.
Leeswijzer Deze visienotitie is opgebouwd uit drie paragrafen. In paragraaf 1. kunt u de visie van het Dagelijks Bestuur op de Beste Brede School West vinden. In paragraaf 2. kunt u zien waar we nu staan met de Brede Scholen in West, u kunt meelezen welk flankerend beleid er al is en wat het stedelijk kader op de Brede School Amsterdam inhoudt. Het flankerend beleid en het stedelijk kader Brede School zijn mede-kaderstellend voor de visie op de Beste Brede School West. Tot slot kunt u in paragraaf 3. in een processchets vinden hoe we tot de Beste Brede School West willen komen.
-2-
Inhoudsopgave 1. Visie 1.1. Inleiding 1.2. Wat betekent Beste Brede School West?
pagina 5. pagina 5. pagina 5.
2. Waar staan we nu? 2.1. Profiel oud-stadsdelen West 2.2. Belangrijkste spelers en algemene opbouw aanbod Brede School West 2.3. Flankerend beleid 2.4. Beleidskader Brede School Amsterdam 2.4.1. Partijen in de Brede School 2.4.2. Regie 2.4.2.1. Bestuurlijke verantwoordelijkheden en regie 2.4.2.2. Uitvoeringsregie 2.5. Huisvesting
pagina 6.
3. Hoe komen we bij de Beste Brede School West?
pagina 14.
Bijlagen: 1. Stand van zaken Brede Scholen van West in figuren 2. Literatuurlijst
pagina 15. pagina 18.
pagina 6. pagina 9. pagina 10. pagina 11. pagina 12. pagina 12. pagina 12. pagina 13.
-3-
-4-
1. Visie 1.1. Inleiding Een Brede School is een samenwerkingsverband tussen partijen die zich bezig houden met opgroeiende kinderen met als doel het zo optimaal mogelijk bijdragen aan de ontwikkeling van kinderen. Het kind staat centraal, de ‘Beste Brede School’ is een school met de maximale (leer)opbrengst voor het kind. De Brede School kun je benaderen vanuit een doorgaande zorg- en leerlijn voor kind en ouder. Alles binnen een Brede School wordt ingezet om het kind vanaf leerplichtige leeftijd zodanig te begeleiden binnen het onderwijs- en zorgsysteem (idee van passend onderwijs) dat het zichzelf optimaal kan ontwikkelen en op een zo passend mogelijke manier verantwoordelijkheid kan nemen voor deelname aan de maatschappij. In onderwijstermen betekent dit dan ook dat iemand een startkwalificatie (een diploma op minimaal MBO 2 niveau) op zak heeft. Daarnaast staat een Brede School niet alleen open voor kinderen en ouders van de eigen school, maar biedt ook kansen voor kinderen, ouders en bewoners uit de buurt. Aanbod binnen een Brede School komt tot stand in overleg met bewoners en sluit aan bij hun behoeften. De rol van ouders en hun betrokkenheid bij hun kinderen is daarbij van groot belang. Het moet vanzelfsprekend kunnen zijn dat kinderen in hun eigen wijk naar de buurtschool gaan. In West kiezen we er nadrukkelijk voor om een Brede School niet te definiëren in termen van een multifunctioneel schoolgebouw. Een multifunctioneel gebouw kan bijdragen, maar het gaat in deze opzet over de inhoud van het onderwijs. 1.2. Wat betekent Beste Brede School West? Wat betekent de Beste Brede School West? Wat betekent maximale (leer)opbrengst voor het kind? Hoe weten we wanneer we deze maximale opbrengst kunnen realiseren en hoe komen we daar? Natuurlijk draagt het Stadsdeel bij aan de Beste Brede School door de uitvoering van (wettelijk) verplichte taken binnen het lokaal onderwijsbeleid. De ambitie in het coalitieakkoord geeft echter aan dat de Brede School breder, beter kan: 1. De Beste Brede School West is een school met maximale (leer)opbrengst voor het kind Het kind staat centraal. De Beste Brede School is de school die het beste uit het kind weet te halen. Het beste uit het kind halen betekent maximale (leer)opbrengst voor een kind. Wat de maximale opbrengst is, is afhankelijk van wat een kind nodig heeft. Een kind van ouders uit een lage sociaal economische klasse dat met een taalachterstand aangemeld wordt op school, waarbij je in groep 8 kan zeggen dat de persoonlijke en individuele ontwikkeling van het kind maximaal is gezien de achtergrond, en de doorstroming naar het voortgezet onderwijs in de maximaal haalbare variant gerealiseerd wordt, kan de maximale opbrengst zijn. Dit is iets anders dan maximale opbrengst uitgedrukt in bijvoorbeeld cito-score. Een school met hoge cito-scoren hoeft niet te betekenen een school die het maximale uit haar kinderen haalt. Maximaal betekent maatwerk, passend bij het kind. Er zijn verschillende partijen die bijdragen aan de maximale opbrengst voor het kind. De school, schoolbesturen, ouders, welzijnsorganisaties, Ouder- en Kindcentra, buitenschoolse opvang, huiswerkbegeleiding en mentoraatvoorzieningen, het stadsdeel, en zorginstellingen. Al deze partijen samen, en de verbinding die zij leggen in het brede (talentontwikkelings)programma zorgen voor een zo optimaal mogelijk aanbod voor een kind. Met andere woorden: per partij individueel na te streven resultaten worden in deze verbinding omgezet in groepsresultaten. Een stedelijke werkgroep, bestaande uit vertegenwoordiging van Brede Schoolsamenwerkingspartners (waarin Stadsdeel West plaats heeft) doet een voorzet om te komen tot een kwaliteitsinstrument Brede Scholen. 2. De Beste Brede School West is een school waarbij de uitvoeringsregie voor de Brede School bij het onderwijs ligt Maximale (leer)opbrengst voor het kind impliceert maatwerk. Het onderwijs staat het dichtst bij de leeropbrengst van een kind en is het best in staat om te bepalen welke bijdrage vanuit een Brede School passend en nodig is. Regievoering vanuit het stadsdeel levert schotten op in de praktijk. Dit is onnodig. De regie op de Brede School hoort bij het onderwijs. Het Stadsdeel wil een substantieel deel van de zeggenschap over individuele scholen bij de schoolbesturen van West leggen. Het Stadsdeel zal dan veel minder sturen op met wie er moet worden samengewerkt, wel op dat er moet worden samengewerkt en op welk niveau en binnen welke jeugdbeleidskaders.
-5-
2. Waar staan we nu? 2.1. Profiel oud-stadsdelen West In voorgaande bestuursperioden in de ‘oud-stadsdelen’ van West is al veel gedaan op het gebied van ontwikkeling Brede Scholen van West. Zo zijn er op alle scholen activiteitenprogramma’s zowel binnen- als buiten schooltijd. Er is op bijna alle scholen een vorm van voorschoolse activiteiten beschikbaar en zijn er huiswerk- en mentoraatvoorzieningen voor kinderen evenals sport en recreatieve activiteiten. Op het gebied van zorg is er schoolmaatschappelijk werk en is er een door de stadsdelen een georganiseerd zorgnetwerk in werking gesteld dat haar ingang binnen de scholen heeft waarbij de aansluiting tussen onderwijs en Ouder- en Kindcentrum het uitgangspunt is. Wel is er verschil in investering te zien per oud-stadsdeel. Zo heeft het ene stadsdeel zich meer gericht op het verkleinen van onderwijsachterstand en het bieden van een aansluitende zorgstructuur terwijl de ander meer heeft geïnvesteerd op kwalitatief goede opvang en leefbaarheid in de wijk (bijvoorbeeld met behulp van wijkarrangementen en het beschikbaar stellen van schoolgebouwen voor andere maatschappelijke doeleinden). Er is met andere woorden ingespeeld op de lokale behoeften. Voor een aantal scholen is het stadsdeel in gesprek om met inzet van woningcorporaties, schoolbesturen en het stadsdeel een investeringprogramma voor een multifunctionele Brede Schoolaccommodatie op te stellen. 2.2. Belangrijkste spelers en algemene opbouw aanbod Brede School West In bijlage 1. wordt u in figuren geïnformeerd over de stand van zaken rond de Brede Scholen van West. Onderwijs Het onderwijs binnen Stadsdeel West is de belangrijkste speler. West heeft 9 schoolbesturen en 34 scholen voor primair onderwijs. Naast het verzorgen van het primaire proces waaronder kwalitatief goed onderwijs valt, heeft het onderwijs een belangrijke taak in het faciliteren van een passende (onderwijs) zorgketen en het leveren van een bijdrage aan ontwikkelingen rond een multifunctioneel schoolgebouw. Het onderwijs is het kloppend hart van een brede school. De voorschool Aan bijna iedere basisschool in West is een voorschool verbonden. Er is nog één reguliere peuterspeelzaal en er zijn twee scholen waarbij de organisatie van de voorschool in voorbereiding is. De voorschool is bestemd voor kinderen van 2,5 tot 4 jaar en is bedoeld om extra aandacht te besteden aan de stimulering van taal en algemene ontwikkeling. De voorschool werkt met een erkend voorschoolprogramma dat ook in de kleutergroepen wordt gebruikt van de school waaraan de voorschool is verbonden. Er is een samenwerkingsverband tussen de voorschool en de school waarin de doorgaande leerlijn vorm wordt gegeven en er een overdracht plaatsvindt bij de overgang van voor- naar basisschool. In veel gevallen is de voorschool gehuisvest in de school waarmee wordt samengewerkt. In een enkel geval is de voorschool vlak bij school gehuisvest. De welzijnsorganisaties Ijsterk, Akros, Combiwel en Impuls verzorgen de voorscholen in West. Er zijn ook kinderdagverblijven van Akros en Partou waar een voorschool programma wordt uitgevoerd. Het stadsdeel heeft het voornemen om vanaf 2011 de voorschool voor alle kinderen toegankelijk te maken zonder ouderbijdrage. Ouderkamer en oudercontactmedewerkers In het kader van de Voorschool wordt gewerkt met VVE-programma’s. Voor het welslagen van een programma is de betrokkenheid van ouders onontbeerlijk. De ouderbetrokkenheid voorschool dient te worden ontwikkeld en is onlosmakelijk met de voorschool verbonden. Een van de onderdelen hiervan is het opzetten en in bedrijf houden van een ouderkamer, een ontmoetingsruimte voor ouderactiviteiten. De ouderkamer is: -ontmoetingsplaats voor ouders -vindplaats voor instellingen die activiteiten verzorgen in de buurt -de plaats waar activiteiten gericht op het vergroten van kennis en vaardigheden van ouders wat betreft opvoeding en ontwikkelingsstimulering en educatieve activiteiten voor ouders worden georganiseerd. De oudercontactmedewerkers zijn in dienst van de welzijnsstichting die de voorschoolpeuterspeelzalen beheert. De taak van de oudercontactmedewerker is: Kennis maken en ervaringen uitwisselen met ouders Opvoedtips, adviezen en informatie krijgen van elkaar maar ook van professionals Tips krijgen over verschillende activiteiten op school en in de buurt Informatie uitwisselen tussen ouders, school en kind.
-6-
De ouderactiviteiten worden georganiseerd in de ouderkamers, op peuterspeelzalen en in de betrokken basisscholen. Het Ouder- en Kindcentrum Het OKC is verantwoordelijk voor de vijf functies binnen de Wet Maatschappelijke Ondersteuning en zorgt daarbij voor een signaleer- en zorgcontinuüm rond het kind van 0-23 jaar en de ouder / opvoeder. In goede samenwerkingsafspraken tussen het OKC en school wordt de verbinding gelegd in zorgstructuur. Het OKC en de school komen elkaar ook tegen in het outreachend werken van het OKC. Dit kan vele vormen aannemen, het meest gezien is de pedagogisch adviseur die op de school en voorschool komt voor themabijeenkomsten en opvoedadvies. Schoolmaatschappelijk werk Het schoolmaatschappelijk werk heeft de volgende kerntaken: - verlenen van kortdurende hulp aan ouders in de omgang met hun kinderen; - het uitvoeren van een gezinsonderzoek, en; - toeleiding en verwijzing naar andere hulpverleningsorganisaties. In de Brede School moet het SMW kennis hebben van de gehele zorgstructuur rond kind en gezin, zodat toeleiding en verwijzing optimaal plaatsvinden. Deelname van SMW aan casuïstiekbesprekingen en netwerkoverleggen is daarom wenselijk. OKC, SMW en de Brede School moeten goed samenwerken op basis van heldere samenwerkingsafspraken. Alle scholen in West kunnen meedoen aan het aanbod voor schoolmaatschappelijk werk. Buitenschoolse opvang In Stadsdeel West zijn er verschillende (particuliere) aanbieders van buitenschoolse opvang. Deze buurtfunctieorganisaties zijn nauw betrokken bij de scholen. Een schoolbestuur sluit een samenwerkingsverband met een aanbieder van buitenschoolse opvang. Sommige organisaties hebben hun opvanglocatie in een schoolpand. Schoolbuurtwerk In twee voormalige stadsdelen van West is een aanbod van schoolbuurtwerk ontwikkeld. De schoolbuurtwerkactiviteiten worden verzorgd door IJsterk (voormalig Westerpark) en SKC (voormalig Bos&Lommer). De schoolbuurtwerkprojecten maken deel uit van het onderwijsprogramma van de deelnemende basisscholen. Door middel van doe-activiteiten in hun eigen buurt in levensechte situaties leren kinderen hun eigen buurt/omgeving kennen. Zelfontdekkend leren staat daarbij centraal. Talentmakelaar met tussen- en naschoolse activiteiten eventueel in wijkarrangement Binnen het kader van BredeTalentOntwikkeling is er voor de coördinatie van tussenschoolse- en naschoolse activiteiten in de oud-stadsdelen een talentmakelaar aangesteld. Een aantal scholen koopt zelf activiteiten in. Het is de bedoeling dat alle kinderen van Stadsdeel West aan minimaal twee talentontwikkelingsactiviteiten per week deel kunnen nemen. De Talentmakelaarsfuncties worden vormgegeven door welzijnsorganisaties. De tussen- en naschoolse activiteiten worden ingekocht bij welzijn of particuliere organisaties. Ook kan ouderbetrokkenheid hier vorm krijgen wanneer ouders een activiteit voor kinderen organiseren. Voor Stadsdeel West worden deze Talentmakelaarsfuncties vormgegeven door Akros, Combiwel, IJsterk. Ook is er een talentmakelaar in dienst bij de afdeling Sport van het stadsdeel. Afdeling Sport De afdeling Sport laat kinderen en jongeren op een zo laagdrempelig mogelijke manier kennis maken met verschillende sporten met als doel hen zoveel mogelijk door te laten stromen naar regulier sportaanbod (bij een club / vereniging). Om de kinderen te motiveren wordt door de Afdeling Sport een groot aantal activiteiten georganiseerd op basisscholen. Dit alles in het kader van Talentontwikkeling en gezonde leefstijl. Overgang primair onderwijs naar voortgezet onderwijs Op veel scholen wordt ook huiswerkbegeleiding aangeboden. Daarnaast krijgen leerlingen mentoraten aangeboden. Tijdens de mentoraten krijgen de leerlingen bijvoorbeeld cito-training, huiswerkbegeleiding, sociale vaardigheidstraining, maken ze kennis met rolmodellen en het bedrijfsleven en organisaties, en doen ze recreatieve activiteiten. Organisaties die dit verzorgen zijn bijvoorbeeld: De Weekendacademie, Jinc, SKC, EBA, Akros en School’s Cool.
-7-
Materiële Financiële Gelijkstelling De wetgever geeft aan dat schoolbesturen alleen subsidie of een voorziening mogen ontvangen van de gemeente (het stadsdeel), als dat met een verordening is geregeld. Dit is de verordening Materiële en Financiële Gelijkstelling (MFG). Wat lokaal onderwijsbeleid betreft gaat het om díe onderdelen van het lokaal onderwijsbeleid, waar sprake is van een subsidierelatie tussen stad / stadsdeel en schoolbestuur. Het inhoudelijk kader voor de verordening is te vinden in Jong Amsterdam, de lokaal educatieve agenda van de gemeente Amsterdam. Voor zover de uitvoering hiervan gepaard gaat met een middelenstroom van de lokale overheid naar schoolbesturen, vormt de verordening daarvoor het voertuig. De formulering in Jong Amsterdam is dus bepalend voor de omschrijving van de voorzieningen in de bijlagen van de verordening. In alle oud-stadsdelen is een MFG vastgesteld. De voorzieningen bestaan uit enerzijds voorzieningen waarover stedelijke afspraken zijn gemaakt (denk aan schoolzwemmen, of muziekeducatie). Anderzijds bestaat de MFG uit voorzieningen die specifiek voor een stadsdeel gelden, denk aan vakleerkrachten, schoonmaak en minima zonder marge. Er zijn relatief grote verschillen tussen de voormalige stadsdelen in West op het gebied van de MFG. Deze voorzieningen worden met een nieuwe verordening in 2012 gelijkgetrokken. Met de schoolbesturen zal worden overlegd op welke manier de verordening recht kan gaan doen aan het bieden van maatwerk dat voldoet aan de behoeften van een (Brede) school. Multifunctionele Accommodaties Vier scholen in Stadsdeel West zijn gehuisvest in een multifunctionele accommodatie: De Boomgaard, Brede School De Kinkerbuurt, Leonardo Da Vinci en Brede School De Zeeheld.
-8-
2.3. Flankerend beleid Beleid dat de visie op de beste Brede School West kan raken, versterken en mogelijk ook van invloed is wordt hieronder genoemd. Regeerakkoord In het regeerakkoord 2010-2014 staat in relevantie tot de Brede School: Nederland heeft de ambitie om te behoren tot de top vijf van kenniseconomieën. Dit vraagt om versterking van de kwaliteit van het onderwijs en bevordering van hogere prestaties. De prioriteiten binnen de onderwijsbegroting worden herschikt ten gunste van de kwaliteit van het onderwijs. De aansluiting tussen verschillende vormen van onderwijs wordt verbeterd. De gebouwen, infrastructuur en faciliteiten in het onderwijs worden in weekenden en vakanties meer gebruikt voor opleiding- en scholingsactiviteiten zoals zomerscholen en leven lang lerenactiviteiten. De basis voor de kenniseconomie wordt in elk deel van het onderwijs op orde gebracht. De kerntaak van basisscholen ligt bij taal en rekenen. De toegevoegde waarde (leerwinst) gaat zwaarder wegen bij de beoordeling van scholen en instellingen. Jong Amsterdam 2 Jong Amsterdam 2006-2010 was het ambitieuze en integrale onderwijs- en jeugdprogramma van schoolbesturen, stadsdelen en centrale stad. Onlangs is Jong Amsterdam2 2010-2014 vastgesteld. Jong Amsterdam 2 is de (wettelijk verplichte) Lokaal Educatie Agenda van Amsterdam. Voor Jong Amsterdam 2 was het uitgangspunt, eerst het gestarte werk afmaken alvorens nieuwe plannen te ontwikkelen. Wel is er door betrokkenen aandacht gevraagd voor een aantal thema’s die ook meegenomen zijn. Het primaire doel van Jong Amsterdam was en is het scheppen van mogelijkheden en voorwaarden voor kinderen en jongeren voor hun persoonlijke ontwikkeling en maatschappelijke deelname. Meer specifiek bevat Jong Amsterdam 2 de volgende doelen: Kinderen (en ouders) krijgen vroegtijdig hulp, (financiële) ondersteuning en zorg om zich optimaal te ontwikkelen; Kinderen / jongeren hebben een succesvolle schoolloopbaan en halen een startkwalificatie; Kinderen / jongeren ontwikkelen hun talenten; Kinderen / jongeren groeien veilig op tot actieve en verantwoordelijke burgers. BredeTalentOntwikkeling Amsterdam In 2008 is op initiatief van de stuurgroep BredeTalentOntwikkeling het kader Brede Talentontwikkeling voor alle Jeugd van Amsterdam vastgesteld. Het kader heeft betrekking op de periode 2007-2010 en geeft een aanzet tot het ontwikkelen van een programma waarin alle Amsterdamse kinderen de kans geboden krijgen om hun talenten te ontwikkelen. BredeTalentOntwikkeling valt onder de paraplu van Jong Amsterdam 2. BredeTalentOntwikkeling is ook bedoeld om de samenhang in een wijk te bevorderen. Kinderen en ouders kunnen elkaar ontmoeten bij deelname aan activiteiten. Negatief gedrag, zoals overlast op straat, verveling en agressief gedrag kan plaatsmaken voor positief gedrag. Ook problemen rond overgewicht (Staat van de Jeugd 2009: 22% van de kinderen van Amsterdam heeft overgewicht, 19% sport te weinig) kunnen door activiteiten op het gebied van sport en gezondheid worden beperkt. Dagarrangementen Scholen, sportverenigingen, kinderopvang, overblijf en andere voorzieningen werken samen om afgestemd aanbod aan kinderen en hun ouders aan te kunnen bieden. Een dagarrangement richt zich voornamelijk op kwalitatieve verbetering van de schakels tussen onderwijs en (vrijetijds)activiteiten. Een dagarrangement is bedoeld om ‘gesleep’ met kinderen te voorkomen. Passend Onderwijs Schoolbesturen zijn wettelijk verplicht vanaf augustus 2012 passend onderwijs (het leer-, ontwikkeling- en zorgcontinuüm gericht op de capaciteiten van elk kind) te realiseren. Passend is onderwijs dat aansluit op de ontwikkeling van de leerling, de mogelijkheden van het personeel en de wensen van de ouders. Als een school de gevraagde zorg niet kan bieden, wordt uitgezocht welke school binnen een samenwerkingsverband (of in het speciaal onderwijs dat wel kan. De zorgplicht moet ervoor zorgen dat het niet langer mogelijk is dat leerlingen thuis zitten. De inspectie ziet toe op de uitvoering van de zorgplicht door schoolbesturen.
-9-
Aansluiting buitenschoolse opvang Per augustus 2007 is middels een wetswijziging binnen de Wet op het Primair Onderwijs geregeld dat het basisonderwijs de aansluiting met buitenschoolse opvang moet regelen. Scholen zijn verplicht om voor- en naschoolse opvang te bieden tussen 7:30 uur en 18:30 uur. Hiertoe kan een school ook faciliteren dat andere partijen deze opvang verzorgen. Deze wetswijziging is doorgevoerd om arbeidsparticipatie voor ouders met kinderen te vergemakkelijken. 2.4. Beleidskader Brede School Amsterdam Dé Brede School Bestaat niet. Hét doel van een Brede School wel. Om het nemen van beslissingen, het voeren van beleid en het financieren van initiatieven rond een Brede School in goede banen te kunnen leiden is er bij bestuurders, politici, managers en directeuren wel behoefte aan een gezamenlijk beeld van wat een Brede School is. Dit riep in Amsterdam de vraag op of het mogelijk is om te komen tot een kader voor de Brede School, een vorm van afbakening van belangrijke kenmerken, zodat voor alle betrokkenen duidelijk wordt wat een Brede School wel en niet is. Er is een stedelijke werkgroep samengesteld uit deskundigen en betrokkenen uit het onderwijs, kinderopvang, welzijn en lokale overheid. Deze werkgroep heeft zich gebogen over deze vraag. Het resultaat is een kader voor de Brede School voor stad Amsterdam. Stadsdeel West volgt dit kader. Uitgangspunt Een school kiest er zelf voor om een Brede School te zijn of te worden. Een proces om tot een Brede School te komen wordt geleid door de schoolleiding en het schoolbestuur en vergt een brede raadpleging van ouders en personeel. Een medezeggenschapsraad moet instemmen met de keuze voor het inrichten van een brede school. Doelstelling Het doel van de Brede School in Amsterdam is het optimaliseren van het leren en de ontwikkeling van kinderen in de leeftijd van 0 tot 12 jaar. In het verlengde daarvan kan ook de bijdrage aan de ontwikkeling van ouders en de buurt of wijk het doel zijn. Deze doelen staan wel uitdrukkelijk ten dienste aan het optimaliseren van het leren en de ontwikkeling van de kinderen. De school neemt steeds een centrale plaats in, waaromheen voorzieningen voor kinderen en ouders worden ingericht. Het is effectief om vanuit school te bepalen aan welke voorzieningen er behoefte is. Voor stadsdeel West is de visie van het onderwijs leidend in deze. Dit vanuit het idee dat het onderwijs de beste gebiedsanalyse en de behoeftes van de eigen schoolpopulatie kan maken. Het onderwijs ziet van dichtbij wat er nodig is voor de leerlingen, hun ouders en omwonenden die de school bezoeken. Wel geeft het stadsdeel duidelijke richtlijnen mee voor de inhoud die onder andere zijn gelegen in de doelstellingen in de wettelijke basis: het gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid. Doelgericht samenwerken Het aanbod op Brede Scholen is altijd doelgericht. Door verbinding en samenwerking van verschillende disciplines wordt het schoolse leren van kinderen en hun brede ontwikkeling gestimuleerd. Doelgericht samenwerken vanuit de inhoud De Brede Schoolkan gezien worden als een organisatie die is opgebouwd uit modules. Afhankelijk van beoogde resultaten wordt een Brede School opgebouwd uit meer of minder modulen. Een module bestaat uit een doelstelling en een samenwerking van partners. Een Brede Schoolkan met de volgende modulen worden opgebouwd: 1. Onderwijs met een voorschool en naschoolse opvang; 2. De toevoeging van naschoolse activiteiten met welzijn als partner; 3. De toevoeging van een doorgaande lijn in zorg met speciaal onderwijs en jeugdzorg als partners, en; 4. Een centrum met een integraal aanbod van onderwijs, opvang, welzijn en zorg waarvoor middelen zoveel mogelijk zijn ontschot. Wanneer u deze modulen naast de belangrijkste spelers en algemene opbouw aanbod Brede School West (paragraaf 2.2.) legt, kunt u zien dat de Brede Scholen in West ruim aan module 1, en module 2. voldoen. Module 3. kan worden versterkt. Module 4. krijgt vorm in Stadsdeel West, op projectbasis en binnen het Integraal Huisvestingsplan 2010-2014.
- 10 -
Resultaten Onderstaande opsomming van te verwachten resultaten is gebaseerd op onderzoek dat is verricht door de Coalition for Community Schools en de Engelse overheid en op de prestatiematrix van Jong Amsterdam 2 voor de bestuursperioden 2010-2014: Kinderen zijn op vierjarige leeftijd toegerust om deel te nemen aan het primair onderwijs; Kinderen zijn altijd op de (voor)school; Kinderen zijn actief betrokken bij de eigen leer- en ontwikkelingsprocessen en bij de omgeving waarin zij wonen; Ouders, gezinnen, families en verzorgers zijn actief betrokken bij het onderwijs aan hun kinderen, bij hun opvang en ontwikkeling; Scholen zijn betrokken bij de gezinnen, ouders of verzorgers en de leefomgeving van hun kinderen. Voor de langere termijn bestaat de beoogde toegevoegde waarde van de Brede School in Amsterdam uit: Kinderen zijn in staat hun talenten te ontwikkelen en hebben een succesvolle schoolcarrière; Kinderen zijn naar vermogen psychisch, fysiek en emotioneel gezond; Kinderen leven en leren in een stabiele, veilige en ondersteunende omgeving, en; De buurt van de school en wijk van de school is een plek waar kinderen graag willen leven. 2.4.1.Partijen in de Brede School Partners die erkennen dat ze een gezamenlijk belang hebben: zo gunstig mogelijke voorwaarden scheppen voor het leren en de ontwikkeling van kinderen. Ouders Ouders en verzorgers vormen een belangrijke schakel in de Brede School. Betrokkenheid van thuis is belangrijk en kan positieve effecten hebben op het leren en de ontwikkeling van kinderen. Het is niet gemakkelijk om het ‘educatieve partnerschap’ met ouders in de praktijk te realiseren. Het is vaak niet duidelijk waar ieders verantwoordelijkheid begint en eindigt. Ouders kunnen op verschillende manieren betrokken zijn bij de brede school, vanuit hun rol als partner of belanghebbende. Ouders kunnen betrokken zijn bij de Brede School als organisatie. Dan gaat het om ouders die actief het beleid en de kwaliteit willen beïnvloeden en bereid zijn actief mee te denken, te helpen of te beslissen; Ouderbetrokkenheid kan ook gericht zijn op het leren en de ontwikkeling van de eigen kinderen. Ouders, leraren en andere professionals van de Brede Schooltrekken samen op in opvoeding en onderwijs. Alle partijen vullen elkaar aan en delen de kennis die ze hebben over het kind. Educatief partnerschap heeft de vorm van een relatie tussen de betrokken instellingen en ouders als gelijkwaardige partners in opvoeding en onderwijs. Schoolbestuur Schoolbesturen zijn verantwoordelijk voor het verzorgen van onderwijs, afgestemd op de leerlingen die de scholen bezoeken, en zijn verantwoordelijk voor verantwoorde besteding van middelen. De schoolbesturen faciliteren scholen ten aanzien van coördinerende taken ten behoeve van de brede school. In een Decentraal Lokaal Overleg worden hierover in samenwerking met een verantwoordelijk stadsdeelportefeuillehouder afspraken gemaakt. School De directeur en de leraren van een school zijn verantwoordelijk voor het verzorgen van onderwijs en het stimuleren van betrokkenheid van ouders bij het onderwijs van hun kind. De scholen zijn verantwoordelijk voor de inhoudelijke invulling van de Brede School en de uitvoering van Brede School- activiteiten. Lokale overheid Een belangrijke rol voor het stadsdeel is het leveren van een bijdrage aan de analyse van de omgeving van een brede school, het onder voorwaarden beschikbaar stellen van specifieke middelen voor een Brede School(gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid en huisvestingsinvestering) en daar resultaatafspraken over maken, partijen bij elkaar brengen en zorg dragen voor samenhangend beleid. Professionals Er is tijd en aandacht nodig om te komen tot integraal goed verlopende samenwerking. Iedere professional neemt zijn / haar eigen achtergrond, jargon, werkcultuur en kennisbasis mee. Met professionals worden onder andere
- 11 -
bedoeld welzijn-, opvang- en zorgorganisaties. Een Brede School valt of staat met deze inter-professionele samenwerking. Alleen wanneer professionals elkaar versterken en aanvullen, biedt de Brede School een omgeving waarvan de kinderen echt voordeel hebben. Een grote partnerpartij is welzijn. 2.4.2. Regie Voor de coördinatie en het bewerkstelligen van een elkaar versterkende werking van de verschillende partijen en hun producten binnen een Brede School is regie nodig. 2.4.2.1. Bestuurlijke verantwoordelijkheden en regie Bij de Brede Scholen zijn op bestuurlijk niveau verschillende partijen betrokken, zoals Het Rijk, een schoolbestuur, de centrale stad en het stadsdeel. Hieronder volgt een beschrijving van de verantwoordelijkheden en rollen die deze partijen vervullen. Het Rijk is verantwoordelijk voor de financiering van de scholen. Aan schoolbesturen worden financiële middelen ter beschikking gesteld, die op hun beurt verantwoordelijk zijn voor de instandhouding van de scholen en het (doen) verzorgen van onderwijs. De omvang van de middelen is aan normen gebonden. Het Rijk stimuleert de ontwikkeling van Brede Scholen, door middel van een aantal subsidies. De centrale stad heeft de verantwoordelijkheid voor de planning van onderwijsvoorzieningen en onderhoudt rechtstreekse contacten met het rijk. De centrale stad regelt de aanvraag van de rijkssubsidies en de verdeling van deze over de stadsdelen. Het stadsdeel heeft verantwoordelijkheden ten opzichte van de schoolbesturen en welzijnsinstellingen. Zij financiert plannen / activiteiten van scholen in het kader van het lokaal onderwijsbeleid en de Brede School(inclusief voorschool). Het stadsdeel financiert de welzijnsinstellingen en –activiteiten in het stadsdeel op basis van ingediende plannen. Het stadsdeel is de regisseur van het proces voor de (door)ontwikkeling van een brede school, bewaakt voortgang en draagt zorg voor evaluatie van processen en opbrengsten. Het stadsdeel is verantwoordelijk voor het geheel in de zin dat het stadsdeel uitspraken doet over te bereiken doelen: op het terrein van jeugdbeleid, veiligheid, onderwijsachterstanden et cetera. Ook is het stadsdeel verantwoordelijke voor de onderwijshuisvesting en heeft het stadsdeel een faciliterende rol als het gaat om de huisvesting van het Brede School gedeelte. De schoolbesturen zijn verantwoordelijk voor het doen verzorgen van onderwijs, afgestemd op de leerlingen die de scholen bezoeken en zijn verantwoordelijk voor een verantwoorde besteding van middelen. Schoolbesturen faciliteren scholen ten aanzien van coördinerende taken ten behoeve van de brede school. In het Decentraal Lokaal Overleg (DLO) wordt hierover in samenspraak met de verantwoordelijk stadsdeelportefeuillehouder afspraken gemaakt. 2.4.2.2. Uitvoeringsregie De school (onderwijs) heeft de regie over de uitvoering van alle activiteiten die op een Brede School plaatsvinden. Soms ligt de regie in handen van een schooldirecteur, maar het kan een keuze zijn om dit bij een manager te beleggen die veel op de werkvloer aanwezig is. Onder de uitvoeringsregie valt in ieder geval het volgende: Inter-professionele samenwerking: de inzet en de samenwerking van alle organisaties die betrokken zijn bij de brede school; Programmatische samenwerking: het toezicht op het hele programma dat in de Brede School wordt aangeboden; Het organiseren van de samenhang en verbindingen tussen organisaties en professionals; Budgetbeheer: toezicht op de financiële middelen voor de uitvoering van activiteiten en het werven van aanvullende middelen, en; Communicatie: de interne en externe communicatie tussen en over de partners. De welzijnsorganisatie is verantwoordelijk voor het verzorgen van de voorschool en de betrokkenheid van de ouders van peuters bij het onderwijs van hun kind. De welzijnsorganisatie zorgt voor actieve samenwerking met partners op het gebied van onderwijs, zorg en ouderbetrokkenheid.
- 12 -
2.5. Huisvesting In Amsterdam is huisvesting geen wezenlijk kenmerk van de Brede School. Een (multifunctioneel)gebouw is geen voorwaarde voor een Brede School. Het hangt niet af van huisvesting of betrokken organisaties goed samenwerken aan de doelen en gewenste effecten die zij voor de Brede School hebben vastgesteld. Wel is aangetoond dat wanneer de inhoud van een Brede School-programma als verbindende factor staat, huisvesting in één multifunctioneel gebouw de samenwerking bevordert. Daarnaast draagt een fris binnenklimaat bij aan de leerprestaties van kinderen. Mede om deze redenen stelt het stadsdeel een Integraal Huisvestingsplan 2010-2014 op voor alle basisscholen in West, waarin de BredeSchoolhuisvestingsambities van het coalitieakkoord worden meegenomen. Een aantal bredeschoolhuisvestingsprojecten loopt reeds. Beheer en exploitatie Rond het beheer en de exploitatie van een Brede School ontstaan nogal eens problemen. Bij multifunctionele accommodaties moeten partners / gebruikers tot overeenstemming komen over benodigde financiering en personele inzet. Regievoering ontbreekt geregeld waardoor er geen eerstverantwoordelijke is. Bij de bespreking van de uitvoeringsregie op de Brede School wordt hier ook aandacht aan besteed.
- 13 -
3. Hoe komen we bij de Beste Brede School West? Actieplan Beste Brede School West Kern voor een Brede School is brede samenwerking. Je kunt pas samenwerken als je hier afspraken over hebt. Stadsdeel West neemt een faciliterende en procesbegeleidende rol op zich bij het formuleren en uitvoeren van een Actieplan Beste Brede School West. De nu eerst volgende stap om te komen tot dit actieplan is een conferentie die het stadsdeel samen met de schoolbesturen organiseert. Welzijn zal ook uitgenodigd worden. Op de agenda van deze conferentie staat in ieder geval: - Verschuiving in uitvoeringsregie: de visienotitie Beste Brede School West geldt als inbreng van het Stadsdeel; - De verordening Materiële en Financiële Gelijkstelling Stadsdeel West in relatie tot uitvoeringsregie Beste Brede School West; - De uitrol van een gezamenlijke pedagogische visie: Jong in West; - Ontwikkelen van een kwaliteitskeurmerk Brede School. De agenda wordt aangevuld met de ambities van deelnemende partijen. Het actieplan zal gaan omschrijven op welke punten praktische uitwerking nodig is en welke mogelijke consequenties een verschuiving in uitvoeringsregie naar het onderwijs met zich mee zal brengen. Het actieplan is leidend voor de Programmabegroting Stadsdeel West 2012. Processchets o December 2010: vaststellen visienotitie ‘Beste Brede School West’ door Stadsdeelraad West o Januari 2011: Conferentie met schoolbesturen, welzijnsorganisaties en het Stadsdeel o Januari 2011- mei 2011: Opstellen ‘Actieplan Beste Brede School West’ o Juni 2011: presentatie Actieplan Beste Brede School West aan Stadsdeelraad West Overwegingen Meegenomen moet worden dat we op dit moment verkeren in economisch zwaar weer. Er zal geprioriteerde worden binnen het actieplan. Het stadsdeel is afhankelijk van de ambitie van partnerpartijen voor de invulling de Beste Brede School West. Daarnaast kunnen beleidsvoornemens stadsdeeloverstijgend zijn. Er zal veelvuldige afstemming op stedelijk niveau plaatsvinden. Het stadsdeel stelt zichzelf als doel om het ideaal zoals geschetst in de ambitie van het Dagelijks Bestuur te realiseren voor een aantal Brede Scholen van West. Wanneer we voor een aantal scholen bij de Beste Brede School zijn aangekomen betekent dit dat de palen die daarvoor geslagen zijn inmiddels een huis vormen voor de andere Brede Scholen West.
- 14 -
Bijlage 1. Stand van zaken Brede Scholen van West in figuren Figuur 1. Leerlingen (vanaf 4 jaar) die in het eigen stadsdeel naar het basisonderwijs gaan naar oud-stadsdelen, 1 oktober 2004-2009 (in procenten)
stadsdeel C D H J
Westerpark Oud-West Bos en Lommer De Baarsjes
2004
2005
2006
2007
2008
2009
66 60 74 63
65 60 71 64
64 61 68 65
67 64 72 67
67 65 72 68
67 65 71 68
Bron: DMO / O+S
- 15 -
Figuur 2. De scholen en schoolbesturen op de kaart
- 16 -
Figuur 3. leerling gegevens en BredeSchool aanbod West
- 17 -
Bijlage 2. Literatuurlijst Coalitieakkoord Stadsdeel West ‘West maakt het verschil 2010-2014’ Mei 2010 Programmabegroting Stadsdeel West 2011 November 2010 Regeerakkoord 2010-2014 Rijksoverheid, oktober 2010 Jong Amsterdam2, de Lokaal Educatieve Agenda van Amsterdam 2010-2014 DMO, gemeente Amsterdam, november 2010 Kader Brede School Amsterdam Gemaakt als onderdeel van Jong Amsterdam OOG, april 2010 Nota Brede School Bos en Lommer 2009 Stadsdeel Bos en Lommer, mei 2009 Staat van de Jeugd 2009, Jeugdmonitor Amsterdam 2009 Dienst Onderzoek en Statistiek Amsterdam, oktober 2009
- 18 -
- 19 -