januari 2012 | jaargang 1 | nr. 2 | kostprijs: €10
Visie op Kunststof Vakblad over innovatie voor de kunststof- en rubberverwerkende industrie in Vlaanderen
Samen voor meer innovatie
Innovatie: The Second Phase: van idee naar business Actua Doorstart voor het Vlaams Kunststofcentrum Market review: A passage to India
Met steun van
ANZIPLAST TAVERNIER ANZIPLAST TAVERNIER
excellent injection moulding for excellent customers
ANZIPLAST TAVERNIER
excellent injection moulding for excellent customers excellent injection moulding for excellent customers
Building a sustainable home Bij Deceuninck bouwen we met zorg aan een duurzaam (t)huis. Een huis dat energiezuinig is om in te wonen en mooi om naar te kijken. Deceuninck werkt wereldwijd met duurzame materialen zoals PVC en Twinson, omdat die weinig onderhoud vergen, perfect isoleren én aan het einde van de rit 100% recycleerbaar zijn. Het ultieme doel is een betere wereld, voor onze partners en onze eindgebruikers. Ontdek onze duurzame oplossingen op www.deceuninck.com
innovation
Ramen & Deuren
ecology
U wil ... U wil U wil ......
design
Tuintoepassingen
Dak & Gevel
u uuwil wil innoveren? wil innoveren? innoveren?
Binnentoepassingen
nieuwe en slimme producten? nieuwe en slimme nieuwe slimmeproducten? producten? deskundig advies? deskundig advies? deskundig advies? een snelle design-check? een snelle design-check? een snelle design-check? goedkoper, sneller en beter? goedkoper, sneller en beter? goedkoper, sneller en beter? hoge hoge kwaliteit? kwaliteit? hoge kwaliteit? totaaloplossingen opmaat? maat? totaaloplossingen op totaaloplossingen op maat?
kiesde de Anziplast-Aanpak! Anziplast-Aanpak! kies passie voor kunststof voor kunststof kies depassie Anziplast-Aanpak! passie voor kunststof www.anziplast.be +051.33.33.33 www.anziplast.be +051.33.33.33
© Samsonite 2011
www.anziplast.be +051.33.33.33
Choosing for lightness becomes twice as hard. Thanks to CURV® technology* Thanks to the new revolutionary Curv® technology, the Cosmolite and Cubelite ranges manage to combine extreme lightness with outstanding shock resistance. That just leaves you with just one really tough choice: which one of the two?
Cosmolite as of 2.2 kg for the spinner 55 cm
www.samsonite.com
2SAM1904_Ad_Curv_186x129_UK.indd 1
Cubelite as of 2.1 kg for the upright 54 cm
*CURV® is a registered US trademark of Propex Operating Company, LLC
11/05/11 15:08
Colofon
Inhoud
Visie op Kunststof is een vakblad voor de Vlaamse kunststof- en rubberverwerkende bedrijven, hun afnemers en toeleveranciers.
Voorwoord
|
4
1e jaargang nr. 2 Verschijnt 2 maal per jaar Oplage: 3250 ex.
| Shape Memory Polymers: mooie toekomst
8
Redactie:
Jan Geeraert
Verantwoordelijke Uitgever: Jan Geeraert
Adres
Innovatie
Newsflash Actua
| The Second Phase: van idee naar business | Kunststof- en rubbersector in beeld | Flanders’ PlasticVision start met
Technologisch Dienstverleningsproject
| Doorstart voor Vlaams Kunststofcentrum
| Zweko
Uit de praktijk | Neaforma
E. Sabbelaan 51 BE-8500 Kortrijk T +32 56 28 28 25 F +32 56 28 28 05 E
[email protected] W www.plasticvision.be
Market review | Mogelijkheden voor Vlaamse
Drukwerk
Hoewel de informatie gepubliceerd in deze uitgave zorgvuldig is uitgezocht en waar mogelijk gecontroleerd, sluiten de uitgever en de redactie uitdrukkelijk iedere aansprakelijkheid uit voor eventuele onjuistheden en/of onvolledigheid van de verstrekte gegevens.
Publiciteit
Jan Geeraert
Vormgeving, copy en realisatie Denk! Communication Vaartstraat 13-15 8400 Oostende T 059 34 02 80 F 059 34 02 89 www.denk.be
Copyright: Visie op Kunststof is een uitgave van Flanders’ PlasticVision. Overname van artikels kan alleen na toestemming van de uitgever.
kunststoffenindustrie Research
| Miniaturisatie in de kunststofverwerking
| Waste free oceans
| Krasvast coaten
| Zelfherstellende materialen: geen utopie
Column
| Creax
Event
| Gas-ondersteund spuitgieten
| Studiedag Associatie K.U. Leuven
Aan het woord | Tom Vellemans
| Petrus van Damme, Quadrant CMS
6 10
12
16 18
19 20
24 25 25
26
28 29 31
32 34
06 16 22 Cover
De doorstart van het Vlaams Kunststofcentrum onder Flanders’ PlasticVision past perfect in de opdracht van Flanders’ PlasticVision om collectieve en coöperatieve innovatieprojecten op te zetten en te begeleiden tussen bedrijven, de kennisinstellingen en technologiecentra en om zo de samenwerking en de kennistransfer naar de industrie te bevorderen. Samen voor meer innovatie!
VOORWOOR
Jan Geeraert en Clement De Meersman, de drijvende krachten achter Flanders’ PlasticVision.
Dag 2011, welkom 2012… We zijn weer een jaar verder en staan voor heel wat nieuwe uitdagingen. De economische situatie oogt problematisch en dat is voor een organisatie zoals Flanders’ PlasticVision een gegeven waar we rekening moeten mee houden bij het definiëren van toekomstige projecten. Bedrijven zullen nog meer dan vroeger keuzes moeten maken over de te volgen strategie met betrekking tot het uitbreiden of onderhouden van de bestaande business. En hoewel het vaak als aanvullend of zelfs bedreigend overkomt, is het inzetten op innovatie ook een antwoord op de vraag hoe de productportefeuille kan beschermd of gediversifieerd worden. Het is echter in tijden van crisis een begrijpbare reflex om terug te grijpen naar defensieve maatregelen om te beschermen wat er is in plaats van samen met anderen te zoeken naar nieuwe producten, processen of diensten. En dat maakt ons het leven niet gemakkelijk. We weten echter dat het samenwerken met grondstofleveranciers, machine- en matrijzenbouwers, collega’s en klanten de ideale gelegenheid is om te komen tot oplossingen waarbij alle spelers uit de waardeketen een meerwaarde kunnen creëren. En net zoals dat het geval is in een industriële context, geldt dit evenzeer in de wereld van de kennisinstellingen en technologiecentra. Het is dan ook met trots dat we aankondigen dat de werking van het Vlaams Kunststofcentrum (VKC) en Flanders’ PlasticVision (FPV) geïntegreerd worden in één organisatie. Op die manier bouwen we mee aan de doelstellingen van de
4
Visie op Kunststof 2 | 2012 voorwoord
Vlaamse Regering om de versnippering in het landschap tegen te gaan en met kleine, flexibele organisaties zo efficiënt mogelijk de markt ten dienste te zijn. Dit is de eerste stap in de richting van een gecoördineerde actie vanuit de diensten- en technologieaanbieders naar de kunststof- en rubberverwerkende industrie. Wij hopen dan ook van harte dat dit initiatief verder kan uitgebouwd worden en dat we samen met de andere partners in onze omgeving in een geest van openheid langdurige samenwerkingen kunnen opzetten. Alleen op die manier zullen we in staat zijn om bij het terug aanzwengelen van de economie er sterker uit te komen dan de ons omringende landen. Laat ons echter beginnen met jullie een goede gezondheid en een voorspoedig nieuw jaar te wensen! Voor de rest komen we binnenkort zeker eens langs! Clement De Meersman Voorzitter
Jan Geeraert Algemeen directeur
Meer energiebesparing.
Dankzij ENGEL ecodrive & Co.
Meer vrijheid.
Voor matrijs en automatisering. Dankzij ENGEL victory holmloos. Bespaart op machinegrootte.
Meer keus.
Uit een breed technologisch palet. Voor alle machinegroottes. Van hydraulisch tot elektrisch.
Meer ervaring.
40 jaar know-how. 3.000 machines.
Meer-componenten-competentie. ENGEL combimelt.
Meer kleuren. Meer mogelijkheden. ENGEL combimelt. De omvangrijke meer-componenten-technologie. Voor nagenoeg het volledige Engel productprogramma. Mogelijk met twee, drie, vier, vijf of zelfs zes spuiteenheden. In talrijke configuratiemogelijkheden zoals L-, V-, H-, W- en M-positie. Voor klein-, middel-, of grootmachines, hydraulisch of elektrisch aangedreven. Met de hoogste energie-efficiëntie. En met samengebalde meer-componentencompetentie uit 40 jaar ervaring. Besparen op ruimte en machinegrootte. Met bijvoorbeeld de unieke holmloze bouwwijze van de ENGEL victory of de zeer nauwkeurige elektrische ENGEL e-victory. Of met de intelligente draaitafeltechnologie ENGEL duo combi M en de vol-elektrische ENGEL e-motion cube. Kortom: ENGEL combimelt. State-of-the-art meer-componenten-technologie. Voor meer rentabiliteit en productiviteit.
ENGEL BENELUX B.V. | Peppelkade 25 | NL-3992 AL Houten tel: +31 (0)30 638 0194 | fax: +31 (0)30 637 9462 | e-mail:
[email protected]
be the first.
ENGEL AUSTRIA GmbH | A-4311 Schwertberg | tel: +43 (0)50 620 0 | fax: +43 (0)50 620 3009 e-mail:
[email protected] | www.engelglobal.com
_combimelt_A4_nl.indd 1
10.05.11 14:24
innovati
Van idee naar business The Second Phase begeleidt bedrijven bij zoektocht naar uitwerkbare ideeën. “Radicale innovatie realiseert nieuwe businessopportuniteiten voor uw bedrijf en verzekert door vernieuwde groei de toekomst van uw bedrijf.”
Marc Bogaert, senior consulent The Second Phase.
The Second Phase bestaat uit twee enthousiaste senior consulenten met een gemeenschappelijke passie voor innovatie, entrepreneurship en venturing. Marc Bogaert en Boudewijn Delafortry zijn ervan overtuigd dat ook tussen uw werknemers potentiële intrapreneurs (interne ondernemers) met sluimerende ideeën schuilen. The Second Phase leert hen om dat idee uit te werken tot een heuse nieuwe businessopportuniteit voor uw bedrijf. Flanders’ PlasticVision wil dat ook kunststof- en rubberverwerkende bedrijven hiertoe aangezet worden. Innovatie is noodzakelijk, vindt senior consulent Marc Bogaert van The Second Phase: “Niet alleen om uw business te versterken en te beschermen tegenover de concurrentie, is innovatie noodzakelijk. Naast die ‘businesshandhaving’ is ook echte ‘businessvernieuwing’ nodig: zoeken naar nieuwe markten met oningevulde behoeften, naar nieuwe producten, diensten of toepassingen, naar nieuwe businessmodellen... Dankzij de hout-kunststofprofielen van Deceuninck, bijvoorbeeld, heeft het bedrijf nieuwe markten kunnen openen en is het ook buiten de bouwsector actief geworden.” Marc Bogaert noemt het radicale innovatie: “Radicale innovatie realiseert nieuwe businessopportuniteiten voor uw bedrijf en verzekert door vernieuwde groei de toekomst van uw bedrijf ”, aldus Marc Bogaert.
Een goed idee is niet genoeg
Businessvernieuwing is echter moeilijk te realiseren. Waarom? Marc Bogaert: “De focus van een bedrijf ligt meestal uitsluitend op de goede werking en de verbetering
6
Visie op Kunststof 2 | 2012 innovatie
van de bestaande business. Dat is absoluut levensnoodzakelijk. Maar in redelijk mature, competitieve markten is het eveneens noodzakelijk om tijd en aandacht te besteden aan nieuwe businessopportuniteiten die buiten de huidige business liggen en die de sterktes van het bedrijf verder valoriseren. Dat gebeurt maar erg zelden. De redenen zijn divers. Het is voor de aanbrenger van een idee niet simpel om het management te overtuigen van zo’n nieuwe kans. Een goed idee hebben, volstaat immers niet. Je kunt als ingenieur dan wel een schitterende ingeving hebben; het management vraagt natuurlijk een inschatting van het businesspotentieel. De idee-aanbrenger kan daar meestal moeilijk op antwoorden. Bovendien houdt elke nieuwe kans ook heel wat risico’s. Die moeten worden ingeschat, ook financieel. Daarom blijven veel ideeën in de koelkast liggen.”
Iemand een idee?
The Second Phase vindt dat het veel beter is om te zoeken naar ‘iemand met een idee’ dan naar een idee te zoeken
en vervolgens naar iemand om het uit te voeren. Marc Bogaert: “Onze ervaring leert dat er in alle Vlaamse ondernemingen medewerkers zijn met sluimerende ideeën. Wanneer we die ‘mensen met een idee’ mobiliseren, komen er doorgaans verschillende kwalitatief sterke ideeën naar boven mét een persoon die er zijn schouders wil onder zetten (gemiddeld per bedrijf tussen de 3 en 8 mensen met een idee) en dat zonder brainstorms of creativiteitsessies”.
Believers mobiliseren
The Second Phase werkt in vier stappen. Eerst bepaalt de bedrijfsleider aan welke criteria de business moet voldoen die eventueel uit het idee volgt. Daarna mobiliseert The Second Phase de bedrijfsmedewerkers en verduidelijkt het volledige proces. Zo weten ze perfect wat ze mogen verwachten wanneer ze een idee aanbrengen. Het is de sleutel om enkel de echte intrapreneurs (interne ondernemers) met een idee uit te dagen en te activeren. Daarna stellen ze zelf een multidisciplinair bedrijfsteam samen van ‘believers’ om hun idee uit te werken. In teamverband doorlopen ze dan een ‘Intrapreneurial Bootcamp’, 3 weekends gespreid over 2 maanden waarbij ze leren om een idee om te vormen tot een businessopportuniteitsplan om aan potentiële investeerders te kunnen voorleggen. Gedurende de namiddagen van die 3 weekends en ook tussen de weekends worden ze intensief gecoacht. Zo vertalen ze hun idee in een professioneel onderbouwd businessplan. Dat plan presenteren ze dan aan een jury met o.a. business angels en venture capitalists.
Blijvende impact
The Second Phase kan in het komende jaar een 50-tal bedrijven gratis adviseren, maar kan slechts een 15-tal bedrijven een ‘Intrapreneurial Bootcamp’ aanbieden. Een 5-tal bedrijven doorlopen op dit moment reeds zo’n bootcamp. De twee volgende zijn voorzien in het voorjaar van 2012. “Het is een belevenis die het leven verandert van de deelnemers. Door die unieke ervaring, ontstaat een blijvende impact op de innovatiedynamiek en het business-denken in uw bedrijf ”, weet Marc Bogaert. Dankzij de steun van de overheid begeleidt The Second Phase bedrijven in een Brainstorm tijdens een Intrapreneurial Bootcamp.
no-cure-no-pay formule totdat ze een volwaardig idee én bedrijfsteam hebben om deel te nemen aan een bootcamp. Tot dan is het gratis en is er geen financieel engagement voor uw bedrijf. Voor het bootcamp betaalt u per team enkel een bijdrage in de kosten (business school, residentiële kosten). Bij Flanders’ PlasticVision kan u meer informatie over de bootcamps van The Second Phase bekomen.
5 tips
voor creativiteit in uw bedrijf 1. Stress doodt creativiteit en innovatie Creëer een positieve en bemoedigende werkomgeving. Wanneer deelnemers zich comfortabel en aangemoedigd voelen, zullen ze sneller hun ideeën delen met de gemeenschap. 2. Wees ontspannen Als mensen ontspannen zijn en plezier maken, neemt het potentieel voor creatief inzicht enorm toe. Introduceer speelsheid in het innovatieproces. Dat zal uw dagelijkse creativiteit een boost geven. 3. Kijk door het oog van de leek Herkauw oude problemen of ideeën met het inzicht van een niet-kenner. Vraag de inbreng van mensen die weinig weten over het onderwerp. Dat kan leiden tot baanbrekende innovaties. 4. U hoeft niet altijd gelijk te hebben Doseer uw kritiek. Houd een open geest en probeer niet uw gelijk te bewijzen. Dat betekent niet dat u niet in discussie mag gaan om voor- en nadelen te bespreken, maar begin niet fanatiek andermans suggesties af te breken. Fanatieke kritiek leidt ertoe dat deelnemers zich minderwaardig gaan voelen, wat creativiteit en de bereidheid om gedachten te delen afremt. 5. Bevorder brainstormsessies Uitdagingen en campagnes geven de groep de kans om een grote hoeveelheid van gerichte ideeën te produceren. Wanneer een grote ideeënvoorraad is opgebouwd; geef dan de leden de kans om te stemmen, om de ideeën te bespreken en ze te promoten. De 5 tips komen van Peter Verschuere, teamcoördinator bij CogniStreamer. Flanders’ PlasticVision vindt het open innovatie-beheerssysteem van Cognistreamer een efficiënte manier om nieuwe ideeën te genereren en te verzamelen. De software kan creativiteitsondersteunend zijn bij lopende haalbaarheidsstudies, toekomstverkenningen en collectieve projecten. Op korte termijn wil Flanders’ PlasticVision het innovatieplatform tegen gunstige voorwaarden ter beschikking stellen aan leden.
Visie op Kunststof 2 | 2012 innovatie
7
innovati
Verander van vorm, nu! Shape Memory Polymers: mooie toekomst verzekerd.
Vormgeheugenpolymeren of Shape Memory Polymers (SMP’s) zijn een interessante groep materialen die onder invloed van bepaalde stimuli op eigen kracht van vorm kunnen veranderen. De mogelijkheid om zonder externe motor van vorm te veranderen, opent mogelijkheden in zeer veel toepassingsgebieden. De meeste SMP’s zijn echter nog niet klaar voor commercieel gebruik. Toch worden er vorderingen gemaakt.
“Vormgeheugenpolymeren en composieten worden nu al gebruikt om antennes van ruimteschepen te ontvouwen en om tromboses uit een bloedbaan te halen.”
Vormgeheugenpolymeren zijn een interessante klasse van zogenaamde slimme materialen. De eenvoudigste vorm van vormgeheugenmaterialen wordt gestimuleerd door warmte. Het materiaal begint met een bepaalde permanente vorm. Wanneer het wordt opgewarmd tot boven zijn transformatietemperatuur, verweekt het materiaal en wordt het kneedbaar. Door de vorm te veranderen en het materiaal af te koelen, wordt de tijdelijke vorm ‘bevroren’ en kan het materiaal gewoon worden gebruikt in die tijdelijke vorm. Wanneer het opnieuw wordt opgewarmd, keert het spontaan terug naar zijn originele, permanente vorm.
Nog niet klaar Vormgeheugenpolymeren zijn spijtig genoeg nog niet klaar voor grote toepassingen. Voorlopig zijn de meeste vormgeheugenpolymeren op zich nog te zwak, te traag en onhandig. Meestal zijn die problemen echter te omzeilen. Zo zijn de krachten die vrijkomen bij het terugkeren naar de eigen vorm, betrekkelijk klein. Door de verweking van het materiaal kan het daardoor zijn eigen gewicht niet dragen bij het terugkeren. Dat probleem kan in beperkte mate
Ontelbare mogelijkheden
De mogelijke toepassingen voor vormgeheugenpolymeren zijn eindeloos, en beperken zich niet tot een bepaalde sector of grootte. Vormgeheugenpolymeren en composieten worden nu al gebruikt om antennes van ruimteschepen te ontvouwen. Ook worden ze al ingezet om tromboses uit een bloedbaan te halen: een naald wordt dan door de trombose gestoken; de vormverandering naar een type kurkentrekker wordt in gang gezet en de trombose kan worden verwijderd. Er zijn ook heel wat mogelijke nieuwe toepassingen te bedenken. Zo zouden er meubels kunnen worden ontwikkeld met een tijdelijke vorm die gemakkelijk op te slaan en te transporteren is. Eenmaal afgeleverd, zouden ze thuis bij de consument door een temperatuursbehandeling hun definitieve vorm kunnen aannemen. Van die toepassing bestaat al een prototype: een rol (makkelijk op te bergen en te transporteren) die een stoel wordt... Beweegbare vliegtuigvleugels of façades van gebouwen die van vorm veranderen, behoren eveneens tot de ontelbare mogelijkheden van vormgeheugenmaterialen.
8
Visie op Kunststof 2 | 2012 innovatie
worden opgevangen door glas- of koolstofweefsels toe te voegen als versterking. Dat moet echter met de nodige voorzichtigheid gebeuren: de weefsels kunnen immers de grote vervormbaarheid van SMP’s tenietdoen. Vezelversterking met breisels kan door zijn grotere flexibiliteit dat probleem misschien voorkomen. Onderzoek, onder andere aan het Departement Metaalkunde en Toegepaste Materiaalkunde (MTM) van de K.U.Leuven, toont aan dat strategisch aangebrachte vezelversterking de opgewekte herstelkrachten significant verhoogt.
“De mogelijke toepassingen voor vormgeheugenpolymeren zijn eindeloos, en beperken zich niet tot een sector of grootte.” Oplossingen mogelijk
Aangezien polymeren over het algemeen zwakke warmtegeleiders zijn, duurt het lang om grote stukken van het materiaal op te warmen. De geleidbaarheid kan evenwel worden verhoogd door vulstoffen toe te voegen als carbon black of carbon nanotubes. Warmte is overigens niet altijd de meest geschikte stimulus. Zeker voor zeer grote structuren is het direct opwarmen van het materiaal vaak moeilijk te realiseren. Om daar een mouw aan te passen, kan worden geprobeerd om het materiaal indirect op te warmen. Er kan ook een andere stimulus dan warmte worden gebruikt. Indirect opwarmen kan bijvoorbeeld door het materiaal met behulp van fillers zo te veranderen dat het elektrische stroom geleidt, en het dan op te warmen door het Joule-effect. Opwarmen door microgolven of via elektromagnetische inductie behoort ook tot de mogelijkheden. Als alternatieve stimulus is licht ook zeer interessant. Op een bepaalde golflengte verbreekt licht de bindingen tussen bepaalde functionele groepen, zodat het materiaal vervormbaar wordt. Licht van een andere golflengte zorgt ervoor dat de functionele groepen weer een binding aangaan, en het materiaal weer hard wordt. “Ondanks de problemen die er momenteel nog zijn bij het gebruik van vormgeheugenpolymeren, belooft deze klasse
van slimme materialen haar beloftes als materiaal met eindeloze mogelijkheden waar te maken”, weet Maarten Fabré van het Departement Metaalkunde en Toegepaste Materiaalkunde aan de K.U.Leuven.
Mooie toekomst
Nog interessanter wordt het voor materialen met meerdere permanente vormen die onder invloed van de juiste stimulus kunnen veranderen in meerdere tijdelijke vormen. Een zitbank, bijvoorbeeld, zou dan kunnen veranderen in een zetel, een tafel of een kast naargelang de nood van de gebruiker. Ook interessant zijn vormgeheugenpolymeerschuimen. Zij vormen een aparte klasse binnen de vormgeheugenpolymeren. Ten opzichte van de gewone SMP’s hebben schuimen enkele belangrijke voordelen. Ze zijn lichter dan gewone SMP’s en over het algemeen ook beter vervormbaar. Door hun groter volume bij een bepaald gewicht profiteert het schuim van een grotere vormstijfheid en bijhorende terugkeerkrachten. Zij hebben ongetwijfeld ook een mooie toekomst.
Maarten Fabré Departement Metaalkunde en Toegepaste Materiaalkunde K.U.Leuven Kasteelpark Arenberg 44 – bus 2450 3001 Heverlee T 016 328 612
[email protected]
Visie op Kunststof 2 | 2012 innovatie
9
newsflas
13/08/11 Kunststof redt kust Een aantal Amerikaanse organisaties wil de kust bij Terrebonne Parish (Louisiana) tegen verdere afkalving beschermen. Ze willen daarvoor drijvende eilanden inzetten. De eilanden bestaan uit vlotten van gerecyclede kunststof met planten erop. De bedoeling is dat de planten het slib gaan vasthouden en dat hun wortels zich uiteindelijk aan de zeebodem gaan vasthechten. Op die manier moet over een
lengte van 500 meter een florerende biomassa ontstaan die de beschermfunctie van het oude moeras overneemt. De kustafslag bij de moerasgebieden in de Amerikaanse staat Louisiana is dramatisch: elk uur verdwijnen honderden vierkante meters laagliggende grond. Dat is een directe bedreiging voor het achterland, dat nog meer te lijden zal krijgen tijdens het jaarlijkse orkaanseizoen.
19/09/11 Plastic maken: de natuur kan het ook Door microalgen genetisch te manipuleren, kan biologisch afbreekbaar plastic goedkoper worden gemaakt. Dat zeggen onderzoekers van de universiteiten van Marburg en Münster. Ze publiceerden hun resultaten in het online tijdschrift Microbial Cell Factories. Tot dusver is de productie van afbreekbaar plastic doorgaans duurder dan die van de niet-afbreekbare variant (gemaakt van fossiele grondstoffen). Dat komt omdat het duur is om bacteriën die thermoplastische polyester (PHB) maken op grote schaal te laten groeien. Wetenschappers zijn er nu in geslaagd om de genen die ervoor zorgen dat bacteriën PHB produceren in microalgen te stoppen. Ook zij zijn ondertussen in staat om PHB te maken. Het is niet de eerste keer dat levende organismen worden ingezet om PHB te produceren. In het verleden zijn experimenten gedaan met planten, maar die groeien langzaam. Ook hebben planten
veel kostbare landbouwgrond nodig. Het voordeel van microalgen is dat ze in water worden gekweekt. Bovendien groeien ze snel: na zeven dagen bestaat zo’n 10% van hun ingedroogde gewicht al uit PHB’s. Biologisch afbreekbare plastics zijn belangrijk om de enorme berg niet-afbreekbaar plastic te reduceren.
26/10/11 Print uw zonnepaneel Volgens Belgische onderzoekers maakt een nieuwe technologie het mogelijk om zonnepanelen over vijf jaar gewoon uit te printen. Door middel van zeefdruk worden de zonnecellen dan geprint op een plastic vel. Dat vel is duizend maal dunner dan de siliciumplaten waar de klassieke zonnepanelen van worden vervaardigd. Daardoor kunnen in de toekomst grotere oppervlaktes met panelen worden
10 Visie op Kunststof 2 | 2012 newsflash
bedekt. Ook de kosten van de nieuwe zonnecellen liggen een stuk lager: 0,024 eurocent tegenover 7,2 euro voor een traditioneel zonnepaneel. De Belgische ontdekking kent echter ook nadelen. De uitprintbare zonnecellen leveren een stuk minder energie dan de traditionele variant. De nieuwe zonnecellen gaan daarnaast slechts 5 jaar mee, terwijl de huidige panelen minimaal 25 jaar meegaan.
24/08/11 Rot op ratten OnCap is een kunststofadditief dat een mijlpaal zou moeten zijn in de bescherming van kunststoffen tegen ratten. Het concentraat is een alternatief voor metalen behuizing, glasroving of speciale engineering plastics zoals polyamide-12 (vaak gebruikt om kabels te beschermen tegen vijandige dieren). De technologie werd ontwikkeld door een Indisch bedrijf. De Indiërs beweren dat het materiaal niet toxisch is, maar willen de actieve ingrediënten niet
17/11/11
bekendmaken. Knaagdieren worden aangetrokken tot kabelisolatie door de weekmakers die erin verwerkt zijn. Ratten en ander ongedierte zijn al vaak de oorzaak geweest van huisbranden en zelfs explosies. De dieren knagen de elektrische kabels door en veroorzaken zo korstsluitingen. De geur en de smaak van de oplossing zou dat in de toekomst moeten vermijden.
29/11/11 Betalen met plastiek De bank van Canada heeft haar nieuwe kunststofbiljetten onthuld. Tegen 2013 zullen de nieuwe biljetten de oude dollarbriefjes vervangen. Eerst worden de briefjes van $100 en $50 vervangen; die van $20, $10 en $5 volgen later. De nieuwe bankbiljetten zullen er helemaal anders uitzien dan vroeger. Bovendien zullen ze nieuwe eigenschappen hebben om vervalsingen tegen te gaan. Hun levensduur zal drastisch toenemen: tot minstens 2,5 maal langer dan hun papieren voorgangers. De plastieken biljetten zullen ook veel hygiënischer zijn. Ten slotte kunnen ze worden gerecycleerd wanneer ze scheuren of versleten zijn. Bomen zullen er dus wel bij varen.
Kunststof tegen ziekenhuisinfecties In de Verenigde Staten is onlangs een technologie gepatenteerd die gebruik maakt van stikstofoxide in een kunststofmateriaal om ziekenhuisinfecties te voorkomen. Het menselijke immuunsysteem gebruikt stikstofoxide om microbiële groei te blokkeren. De stof is ook in staat om wondheling te versnellen. Een studie toont aan dat stikstofoxide met succes kan worden geïmpregneerd in urinaire catheters. De stof wordt langzaam afgegeven over een looptijd van twee weken. Op die manier wordt een biofilm gevormd die de groei van micro-organismen tegenhoudt. Naast endotracheale buizen en urinaire catheters zullen wellicht ook andere devices met stikstofoxide volgen. De Amerikanen zijn ervan overtuigd dat het proces om stikstofoxide te impregneren in medische kunststoffen goedkoop zal zijn én gemakkelijk zal kunnen worden ingepast in bestaande productielijnen.
Visie op Kunststof 2 | 2012 newsflash
11
actu
Gezocht: expert Flanders’ PlasticVision start met Technologisch Dienstverleningsproject.
te verhogen. We zullen daarom seminaries organiseren en eventuele publicaties of internetsites opzetten naar groepen van kmo’s uit de sector. Ten slotte willen we ook kmo’s begeleiden wanneer ze zelf innovatie- en subsidiedossiers willen indienen.”
Lange voorgeschiedenis
Jan Geeraert, algemeen directeur Flander’s PlasticVision.
Uw bedrijf heeft een vraag over biopolymeren, oppervlaktefunctionaliteit of een ander thema? Gedurende een korte periode kunt u een expert inhuren tegen amper 20% van de kost en zijn advies gebruiken voor uw bedrijf. Flanders’ PlasticVision betaalt de rest van de kosten. Infosessies in heel Vlaanderen stellen het Technologisch Dienstverleningsproject binnenkort uitgebreid aan u voor. Jan Geeraert, algemeen directeur van Flanders’ PlasticVision, legt uit wat het doel is van het project: “Met het project willen wij bestaande, relatief nieuwe kennis maximaal en optimaal ten dienste stellen van kmo’s. Wij willen onze kmo’s dus specialistische technologische adviezen van hoge kwaliteit aanbieden. Bovendien willen wij hen individueel begeleiden en coachen om die nieuwe kennis zo goed mogelijk te absorberen en implementeren. De eerste interventie of audit zal aanvankelijk beperkt worden tot maximaal een aantal werkdagen; daarna komt een punctuele opvolging en volgen interventies. We willen ook het onderlinge leren en benchmarken bevorderen – we hopen zo de snelheid van absorptie en implementatie nog
12 Visie op Kunststof 2 | 2012 actua
Het project kent een lange voorgeschiedenis. Jan Geeraert: “Bij de oprichting van Flanders’ PlasticVision beslisten we om een deel van de ter beschikking gestelde subsidies te reserveren voor een Technologisch Dienstverleningsproject, in lijn met de uitdovende programma’s die ondersteund werden door het Agentschap voor Innovatie door Wetenschap en Technologie (IWT). Zo’n project moet worden uitgevoerd door verschillende kennispartners of kenniscentra, waarbij de aanvrager altijd een Vlaams Innovatiesamenwerkingsverband (VIS) moet zijn. Het uitvoerend consortium moet bestaan uit kenniscentra die door het IWT zijn erkend. In maart 2011 stelden we een call open met de vraag om voorstellen in te dienen. Uiteraard moesten die passen in onze visie op technologische dienstverlening én moesten ze maximaal inspelen op de noden
Flanders’ PlasticVision werkt samen met technologisch onderlegde adviseurs.
van onze sector. Die noden werden door Flanders’ PlasticVision vertaald in strategische assen. Een ‘fit’ tussen het voorstel en die assen was een noodzakelijke voorwaarde voor de ontvankelijkheid van het dossier.”
Grondige evaluatie
In april 2011 werd de openstaande call afgesloten en waren er twee ontvankelijke dossiers ingediend. “Na een instructiemeeting met de verschillende consortia werden de initiële voorstellen bijgestuurd en aangepast, waarna de finale versies van beide dossiers midden mei ter beschikking waren. Tussen eind mei en eind augustus werden drie externe deskundigen aangesteld die de dossiers geëvalueerd en gescoord hebben. Ook intern zijn de ingediende voorstellen geëvalueerd door de twee programma- en innovatiemanagers en werd een overzicht van alle scores opgesteld. Als laatste stap in het evaluatieproces en ter voorbereiding van het advies naar de Raad van Bestuur van Flanders’ PlasticVision was er op 6 september een consensusmeeting met de externe experts, de twee programma- en innovatiemanagers, een waarnemer van het IWT en mezelf ”, doet Jan Geeraert het hele verhaal. Huur een expert in en breng innovatie binnen in uw onderneming.
“Met het project willen wij bestaande, relatief nieuwe kennis maximaal en optimaal ten dienste stellen van kmo’s.” Uitgebreide expertise
Het project zal namens Flanders’ PlasticVision worden uitgevoerd door Sirris en door de technologiecentra en kennisinstellingen met relevante kennis en expertise voor de doelgroep. Het project wil Vlaamse bedrijven uit de doelgroep technologische ondersteuning bieden op een zo efficiënt en effectief mogelijke manier. De proactieve begeleiding gebeurt rond de thema’s uit de strategische assen die bij de start van de competentiepool werden vastgelegd: biopolymeren en oppervlaktefunctionaliteit. Jan Geeraert: “Het is dus prioritair op deze gebieden dat een bedrijf gedurende een korte periode een expert kan inhuren tegen amper 20% van de kost en zijn advies kan inwinnen. Thema’s uit andere domeinen komen echter ook in aanmerking.” Twee technologische adviseurs van Sirris zullen namens Flanders’ PlasticVision de technologische ondersteuning coördineren. Zij beschikken over een uitgebreide technologische expertise in het domein van kunststoffen en advanced materials. Bovendien hebben ze heel wat ervaring in het begeleiden van kmo’s bij hun technologische innovatie. Ze kennen ook goed de technologiecentra en kennisinstellingen die in het domein van kunststoffen actief zijn.”
Het Technologisch Dienstverleningsproject van Flanders’ PlasticVision is gestart in november 2011. Het wordt op verschillende infosessies voorgesteld. U bent van harte welkom op één van de volgende infosessies waarvan u de data op onze website terugvindt: www.plasticvision.be.
Visie op Kunststof 2 | 2012 actua
13
“Uit de concrete opdrachten komen ongetwijfeld nieuwe onderzoeksthema’s opborrelen die innovatie in de kunststofindustrie mogelijk moeten maken.” Verder kijken
Het project wil op korte termijn innovatie ondersteunen bij doelgroepbedrijven: antwoorden zoeken op hun technologische vragen, technologische ondersteuning bieden bij hun innovatie en het initiëren en opzetten van kmoportefeuille en innovatieprojecten via de reguliere kanalen van het IWT. Daarbij zal de aangewezen competentie van technologiecentra en kennisinstellingen worden ingeschakeld. Jan Geeraert kijkt alvast verder: “Uit die concrete opdrachten komen ongetwijfeld nieuwe onderzoeksthema’s opborrelen die innovatie in de kunststofindustrie mogelijk moeten maken zodat de kennisopbouw in Vlaanderen optimaal beantwoordt aan de Vlaamse noden. Allicht komen ook thema’s voor haalbaarheidsstudies of toekomstverkenningen naar boven met mogelijk interesse van meerdere Vlaamse kunststof- en rubberverwerkende bedrijven. VIStrajecten of coöperatieve O&O-projecten zijn eveneens mogelijk.”
Profiteren van nieuwe kennis
“Het is niet uitgesloten dat er vragen worden gesteld die buiten het domein van de technologische dienstverlening vallen of waarvoor er in Vlaanderen al een technologisch dienstverleningsaanbod aanwezig is. De technologische adviseurs zullen de bedrijven dan uiteraard naar het beschikbare aanbod doorverwijzen”, aldus Jan Geeraert. De algemeen directeur van Flanders’ PlasticVision hoopt vooral dat de markt kan profiteren van nieuwe kennis en expertise. Die moeten worden verspreid zodat de complementariteit van de verschillende centra wordt versterkt en dat de kennis optimaal kan worden ingezet voor de bedrijven.
U hebt interesse in de professionele adviesverlening van Flanders’ PlasticVision? Neem dan vrijblijvend contact op met ons: Flanders’ PlasticVision E. Sabbelaan 51 8500 Kortrijk T 056 28 28 25 www.plasticvision.be
14 Visie op Kunststof 2 | 2012 actua
Hulp van een expert
in 6 stappen 1
2
Uw bedrijf heeft een vraag over biopolymeren, oppervlaktefunctionaliteit of een ander thema? U belt naar Flanders’ PlasticVision en maakt een afspraak.
In een gesprek met Flanders’ PlasticVision legt een van de programma- en innovatiemanagers van Flanders’ PlasticVision uit hoe experts u zouden kunnen helpen.
3
4
In overleg met de experts van Sirris bekijkt Flanders’ PlasticVision welke expertise u het best kan helpen. Wanneer de experts zelf niet over de vereiste kennis beschikken, wordt elders gezocht naar de nodige knowhow.
Flanders’ PlasticVision stuurt een expert naar uw bedrijf. Hij zal ter plekke de situatie onderzoeken.
5
6
De expert bezorgt u een schriftelijk advies en bezorgt ook Flanders’ PlasticVision een kopie ervan.
U besluit het advies uit te voeren? Ook dan kunt u een beroep doen op hulp van Flanders’ PlasticVision.
Visie op Kunststof 2 | 2012 actua
15
actu
Doorstart voor het Vlaams Kunststofcentrum Flanders’ PlasticVision wordt de overkoepelende structuur.
De provincie West-Vlaanderen werkt, als invulling van het Nieuw Industrieel Beleid van de Vlaamse Regering, aan een plan om Fabrieken voor de Toekomst (FvT) te creëren als middel om de industrie te transformeren en een duurzame toekomst te bieden. Ook voor het Vlaams Kunststofcentrum (VKC) is in die context als technologiecentrum een belangrijke ondersteunende rol weggelegd. Het VKC kampt echter met historische financiële problemen. Dat leidde recent tot een beperkte herstructurering in het centrum en zal in de toekomst een vrijwillige vereffening inhouden. De dienstverlening naar de kunststofverwerkende bedrijven en verschillende gesubsidieerde projecten van het centrum zijn niettemin erg waardevol. Door deze activiteiten onder te brengen bij Flanders’ PlasticVision wordt aan de bedrijven de garantie geboden dat ze worden verder gezet en hypothekeert dit een verdere uitbouw binnen de FvT niet. De kunststofsector in Vlaanderen is gesitueerd in twee clusters. De Vlaamse kunststofverwerkende bedrijven bevinden zich ofwel in West- of Oost-Vlaanderen (cluster West), ofwel in Limburg (cluster Oost). De technologische ondersteuning en innovatieondersteuning van de sector is verspreid over verschillende spelers. Er zijn technologie-
centra zoals het VKC (vanuit Kortrijk) en Sirris (vanuit Luik) en diverse opleidingscentra zoals KHBO (Brugge), Hogeschool Gent (Gent), KHLim (Diepenbeek) en haar cluster duurzame polymeertechnologie. Technologiecentra zoals Centexbel zijn dan weer specifiek gericht op de textielsector en hebben een belangrijke knowhow op het vlak van het gebruik en de verwerking van kunststofvezels. Er zijn ook de associaties van de UGent, K.U.Leuven en UHasselt, samenwerkingsverbanden tussen de universiteit en diverse hogescholen. Ten slotte is er Flanders’ PlasticVision dat collectieve en coöperatieve innovatieprojecten moet opzetten in de sector en de verschillende centra moet laten samenwerken om een kennistransfer te realiseren naar de sector.
Concreet plan
In het sterk versnipperde landschap is het aanbod van VKC gericht op de ondersteuning van kunststofverwerkende bedrijven met technologisch advies, kennistransfer, opleiding, labowerk en testproducties. Deze activiteiten worden rechtstreeks betaald door de industrie. De Raad van Bestuur van het Vlaams Kunststofcentrum heeft beslist om de vzw vrijwillig te vereffenen en wenst het personeel, de bedrijfsondersteuning en de projecten over te dragen aan een nieuwe omgeving, namelijk onder de
Het Vlaams Kunststofcentrum gaat een nieuwe toekomst tegemoet onder de vleugels van Flanders’ PlasticVision.
16 Visie op Kunststof 2 | 2012 actua
Voor je iets zegt!
vleugels van Flanders’ PlasticVision, waar de activiteiten op een duurzame manier kunnen worden verder gezet. Dat plan kan ook rekenen op de steun van de Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij (POM) West-Vlaanderen en de stad Kortrijk; zonder hun inbreng zou deze optie niet mogelijk zijn.
Ideale partij
Flanders’ PlasticVision is om verschillende redenen een ideale ‘hosting’-organisatie. De organisatie heeft dezelfde doelgroep als het VKC en de VKC-activiteiten passen in haar opdracht. De operatie vermindert bovendien de versnippering in het landschap én krijgt de steun van bedrijven en van beide Raden van Bestuur (die van VKC en van FPV). Een troef is ook dat er bij Flanders’ PlasticVision een evenwicht is tussen de sectorfederaties Agoria en essenscia. Ten slotte ziet de POM West-Vlaanderen het voorstel minstens als een goede tijdelijke oplossing in afwachting van de uitwerking van de eigen plannen in het kader van de Fabriek voor de Toekomst. Er komt ook een nieuwe actie gericht naar de Limburgse cluster van kunststofverwerkers om de projectontwikkeling met lokale bedrijven te versterken. Het worden boeiende tijden.
DENK! is een communicatiebureau dat, wetenschappelijk onderbouwd, een strategie ontwikkelt met en voor kmo’s. De unieke profilering, samen met resultaatgerichte communicatiemiddelen, brengen bedrijven onder de aandacht van hun doelgroep. Het resultaat van een samenwerking met DENK! is een hoger rendement en meer winst.
DENK! Communication Vaartstraat 13-15 | BE-8400 Oostende T +32 (0)59 340 280 | E
[email protected] | www.denk.be
uit de praktij
We moeten aan de top blijven Neaforma is spin-off van Orac.
Een bloedanalysetoestel van Neaforma.
Het Oostendse Orac maakt al jaren decoratieve en industriële kunststoftoepassingen. Om die laatste meer kansen te geven, richtte het familiebedrijf op 1 juli 2011 Neaforma op. De spin-off werd meteen lid van Flanders’ PlasticVision. Ruim veertig jaar geleden richtte Guy Taillieu familiebedrijf Orac op. De handelsingenieur zag veel potentieel in innovatieve kunststoftoepassingen om traditionele materialen als hout, gips en metaal te vervangen. Na heel wat materialen voor binnenhuisdecoratie (plinten, kroon- en wandlijsten, verlichtingsprofielen...) volgden industriële toepassingen voor de bouwsector, de landbouw (ventilatiesystemen) en de industrie (behuizingen). Omdat beide activiteiten erg verschillen, richtte de familie Neaforma op voor de technische kunststoftoepassingen.
Voordelen van kunststof
“Ook al hadden we altijd de bedoeling om beide activiteiten gelijkwaardig te behandelen, in de praktijk bleek de focus toch automatisch naar de grootste activiteit te verschuiven. Op die manier bleef het potentieel van Neaforma wat onderbenut”, vertelde CEO Yves Taillieu in Trends. Dankzij de splitsing kan Neaforma volledig focussen op de aanwezige kerncompetenties: innovatieve kunststofoplossingen ontwikkelen voor industriële klanten. “Wij proberen traditionele materialen - doorgaans plaatstaal – te vervangen door kunststoffen. Dat heeft een heleboel voordelen: lichtere materialen, grotere designvrijheid, energie-efficiëntie, minder componenten, kostenefficiëntie...”
Lagedrukspuitgieten
Neaforma zet sterk in op lagedrukspuitgieten. “Met die technologie kunnen meer toepassingen met minder kunst-
18 Visie op Kunststof 2 | 2012 uit de praktijk
stof worden geproduceerd. Door de techniek ontstaat een verhoogde 3D-stabiliteit en een uitstekende thermische isolatie. Bovendien is er doorgaans heel wat minder gewicht, wat meteen voelbaar is in de materiaalkost. Ten slotte is de ingezette druk twee tot drie keer lager dan bij het klassieke hogedrukspuitgieten, wat leidt tot een snellere productie”, luidt het bij Neaforma. Paradepaardjes van de firma zijn o.a. ventilatoren voor kippenkwekerijen en de videomuren van Barco.
“Op de hoogte blijven van alle trends is niet eenvoudig. Flanders’ PlasticVision kan daarbij een sleutelrol spelen.” Volop potentieel
Volgens Business Unit Manager Steven Van den Bremt is er voor kunststoftoepassingen zeker nog potentieel. “Kijk naar de hedendaagse wagens en vliegtuigen. Daar zit tot zeventig procent kunststof in. In veel traditionele sectoren is dat amper vijf à tien procent. De mogelijkheden zijn nog te vaak onbekend.” Vanuit die optiek is de firma lid geworden van Flanders’ PlasticVision. “Een netwerk van gelijkgestemden waar informatie kan worden uitgewisseld, lijkt ons cruciaal. De snelheid waarmee de kunststofindustrie evolueert is enorm: nieuwe additieven, nieuwe vezels... Op de hoogte blijven van al die trends is niet eenvoudig. Flanders’ PlasticVision kan daarbij een sleutelrol spelen. Ons land behoort tot de top van de kunststofindustrie; we moeten er dus alles aan doen om dat zo te houden en de rest van de wereld een stapje voor te zijn.”
Neaforma nv Biekorfstraat 32 8400 Oostende T 059 34 00 33
[email protected] www.neaforma.com
Zweko coat oppervlakte van diverse kunststoffen Van vizieren tot zonnewagenkoepels.
Het Bocholtse bedrijf Zweko timmert al meer dan twintig jaar aan de ontwikkeling van steeds betere coatings voor oppervlakten in kunststof. De firma is wereldwijd bekend als leverancier van state-of-the-art helmvizieren voor arbeidsveiligheid, militaire en politie toepassingen, brandweer, … maar ook auto- en motorsport. Onder andere Formule 1-piloten, inclusief de zevenvoudige wereldkampioen Michael Schumacher, gebruik(t)en vizieren uit Bocholt. Maar de laatste jaren diversifieert het bedrijf en zet het in op de verdere ontwikkeling van coatings op alle mogelijke kunststoffen in alle mogelijke maten en vormen.
Grondige evaluatie
Het bedrijf uit Bocholt telt momenteel meer dan veertig medewerkers en is opnieuw aan uitbreiding toe. Rik Hegge van Zweko: “Ons aandeel in de markt van de vizieren voor race- en veiligheidshelmen blijft groeien, maar we mikken ook op andere markten. We zijn al geruime tijd bezig met het 4-assig coaten van allerhande objecten in kunststof en ontwikkelen voortdurend nieuwe coatings die krasvaster zijn en een hoge antidampfactor bezitten. We moéten diversifiëren want de markt blijft groeien en steeds meer mensen willen overschakelen van glas naar krasvast gecoate kunststoffen. We kunnen nu diverse transparante kunststoffen (PC, PMMA, SAN, PETG, PPSU...) afwerken met al dan niet thermovormbare transparante antiscratch of antifog coatings.”
“Zweko is wereldwijd bekend als leverancier van state-ofthe-art helmvizieren aan onder andere Formule 1-piloten.” Onderzoek & ontwikkeling
Zweko is een innovatief bedrijf dat voortdurend aan onderzoek en ontwikkeling doet. De firma, lid van Flanders’ PlasticVision, werkt samen met de universiteiten van Hasselt en Gent, met IMEC, Sirris en het IWT om steeds betere coatings te ontwikkelen. Zweko werkt eveneens
Een speciale deklaag beschermt de vizieren van de brandweerhelmen tegen enorm hoge temperaturen.
samen in een aantal onderwijsprojecten. Zo zit de firma in het Solar Team van de Leuvense hogeschool Groep T. Zweko levert de koepels en de coatings voor de zonnewagens. Rik Hegge van Zweko vertelt: “We zijn een kleine, maar flexibele speler op de markt. We kunnen alle soorten en maten van kunststof coaten en kunnen een capaciteit aan tot een miljoen stuks. We kunnen voor iedereen maatwerk leveren en onze kwaliteitssystemen zijn afstembaar op die van onze klanten.”
Lidmaatschap als meerwaarde
Zweko coat momenteel buiten helmvizieren ook al allerhande andere halffabricaten in kunststof. Die producten zijn afkomstig uit de meest diverse sectoren: ICT-apparatuur, tuinverlichting, duikbrillen, speelautomaten, snoepautomaten, instrumenten voor de automobielindustrie, industriële rolpoorten, zwembadoverdekkingen, geluidsafschermingen op autowegen, keuken- en badkamertoepassingen, wooninrichting... “We denken dat ons lidmaatschap van Flanders’ PlasticVision kan helpen in de verdere groei van ons bedrijf. De toepassing en ontwikkeling van kunststoffen neemt almaar grotere proporties aan. Als gespecialiseerd bedrijf willen wij aan de spits blijven staan”, besluit Rik Hegge.
Zweko Goolderheideweg 11, Industrieterrein Goolder 3950 Bocholt T 089 46 93 30
[email protected] www.zweko.com
Visie op Kunststof 2 | 2012 uit de praktijk
19
market revie
A passage to India Mogelijkheden voor de Vlaamse kunststofindustrie?
Investeren kan
Taj Mahal, India.
Als een van ‘s werelds snelst groeiende economieën is India bij de grootste consumenten van plastic. Verschillende Europese fabrikanten hebben India al uitgekozen voor lokale fabricage, terwijl anderen die stap zeker overwegen. Met een relatief open economie, een almaar groeiende thuismarkt, en een steeds stijgende koopkracht, groeit de Indische kunstverwerkende nijverheid jaarlijks met ‘double-digit’ cijfers. Een portret van een land dat voor uw bedrijf héél interessant kan zijn. Enorme vraag
De economische ‘boom’ van India heeft uiteenlopende industriële sectoren aangestoken: verpakking, landbouw, infrastructuur, gezondheidszorg, autonijverheid, bouwsector... Stuk voor stuk gebruiken zij polymeren. Daardoor zijn zij aangewezen op een sterke kunststofindustrie. Er is niet alleen een enorme vraag naar kapitaalgoederen (kunststofverwerkende machines en bijhorende apparatuur), maar ook een steeds groeiende vraag naar grondstoffen. Het verklaart waarom vele buitenlandse ondernemingen investeren in de Indische (groei-)markt. Het verklaart ook de exponentiele groei van de joint-ventures in de lokale kunststofverwerkende nijverheid.
20 Visie op Kunststof 2 | 2012 market review
Het petrochemische departement van de Indische overheid maakt ondertussen werk van het opzetten van een ontwikkelingsraad om meer downstream-sectoren te promoten. Nu al kunnen buitenlandse ondernemers voor 100% in kunststofverwerkende fabrieken investeren, en hoewel een buitenlandse equity-deelname in de petrochemische nijverheid verhoogd werd tot momenteel 51% (meerderheidsaandeel), kunnen buitenlandse bedrijven ook voor de volle 100% onder eigen kapitaal investeren in fabricage van polymeren en gerelateerde downstreamindustrieën. De Indische plastics-industrie wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van een enorm aantal spelers in end-use applications. Naar schatting zijn zo’n 26.000 bedrijven in dat segment actief, waaronder ongeveer 85% micro-ondernemingen en kmo’s. India telt een kleine twintig belangrijke producenten van grondstoffen.
“Hoewel de thuismarkt de belangrijkste afzetmarkt is, kennen Indische plastics een stijgende verkoop in het buitenland.” India’s polymerenmarkt
Basispolymeren, inclusief polyethyleen (PE), polypropyleen (PP) en polyvinylchloride (PVC) hebben in het totaal van India’s polymerenmarkt een aandeel van 85%. Die positie hebben ze te danken aan hun lage kostprijs, hun hoge performantie en hun toepassingsvriendelijkheid. Polyolefines (PP en PE) tekenen voor ongeveer 61% van het totale plastics-verbruik, gevolgd door PVC met zo’n 24% en ‘andere’ met 15% (zoals engineering plastics of thermoset plastics). In de loop van 2010 tekende lagedensiteitpolyethyleen (LDPE) een groeicijfer op van 18%, gevolgd door polyvinylchloride (PVC) met 17% groei, polypropyleen (PP) met 15% en zowel high-density (HDPE) als linear lowdensity polyethyleen (LLDPE) met 14%. Van de totale
Indische cracker-capaciteit nemen polymeren een aandeel van 60,5% in de gehele markt van petrochemicals.
Top-10 van de Vlaamse export naar India 2010
Export stijgt
Hoewel de thuismarkt veruit de belangrijkste afzetmarkt is, kennen Indische plastics (zowel grondstoffen als afgewerkte producten) een stijgende verkoop in het buitenland. Volgens de Plastics Export Promotion Council steeg de export in het fiscale jaar 2009-10 met 16%. Er wordt vooral geëxporteerd naar de meer ontwikkelde economieën van Noord-Amerika, Europa, China en het Midden-Oosten. Het aandeel van ‘plastic processed items’ (half- en volledig afgewerkte producten), steeg in diezelfde periode met maar liefst 65%. Grondstoffen vertegenwoordigden bijna 35%, terwijl value-added plastic-exports een groei van bijna 60% lieten optekenen. De Council heeft nu ook een exportstrategie voor Afrika ontwikkeld om het enorme potentieel daar verder aan te boren (dat continent staat momenteel in voor ongeveer 10% van de Indische plastics-export wereldwijd).
Potentieel voor Vlaanderen
De totale Vlaamse uitvoer (alle producten) naar India bedroeg in 2010 ongeveer 6,68 miljard euro. Het aandeel ‘plastics’ in die uitvoer bedroeg slechts 2,1%. Volgens de beschikbare Indische invoercijfers (2010-2011) staan onze drie voornaamste uitvoerproducten alleen al in voor ongeveer 90% van het totaal van onze plastics-grondstoffenuitvoer naar India. In dalende orde zijn dat: • ethyleen-polymeren; • vinylchloride-polymeren; • propyleen-polymeren.
Diamant (86 %) Kapitaalgoederen (4 %) Plastics (2 %) IJzer en staal (2 %) Organische chemicaliën (2 %) Optische instrumenten (1 %) Elektrische machines (1 %) Farmaceutische producten (1 %) Anorganische chemicaliën (1 %) Rubberproducten (0 %)
Ons land staat daarmee met een aandeel van 4,97% op de 15de plaats bij de wereldwijde plastics-grondstoffenleveranciers aan India. België bleek in de periode 2009-2010 tevens de tweede belangrijkste Europese grondstoffenleverancier (na Duitsland). Veruit het gros van de grondstoffenleveringen aan India is afkomstig uit Azië (Zuid-Korea, Saoedi-Arabië, Taiwan, Thailand, China, Singapore, de Verenigde Arabische Emiraten, Qatar en Japan).
Visie op Kunststof 2 | 2012 market review
21
16de plaats
Internationale leveranciers van afgewerkte en halfafgewerkte plastics-producten aan India 2010-2011 Nr.
Land
Miljoen USD
1
China
349,74
2
VS
141,04
3
Duitsland
108,31
4
Zuid-Korea
82,47
5
Japan
69,30
6
Thailand
51,33
7
Nepal
48,12
8
Italië
45,23
9
Maleisië
32,69
10
Taiwan
30,91
16
België
18,21
22 Visie op Kunststof 2 | 2012 market review
Onze vier belangrijkste uitvoerproducten (halffabricaten en afgewerkte producten) staan in voor ongeveer 77% van het totaal van de Belgische plastics-grondstoffenuitvoer naar India. Ze bestaan in dalende orde uit: • niet-cellulaire en onbehandelde platen, vellen, films en folies; • andere platen, vellen, films en folies uit kunststof en kunststofafval; • zelfklevende platen, vellen, films, tapes en strips uit kunststof. Ons land stond in 2010 met een aandeel van 1,60% op de 16de plaats onder India’s wereldwijde leveranciers van (half- of volledig) afgewerkte plastics-producten. Het gros van dat type van leveringen aan India is evenwel afkomstig uit Azië (China, Zuid-Korea, Japan, Thailand, Nepal, de VAE en Maleisië).
Groeiprognose
De Indische markt voor plastics wordt gekarakteriseerd door regionale spelers en een groot aantal lokale leveranciers. Zeker 75% van de markt is te plaatsen in India’s ‘unorganized sector’ en wordt daarenboven gekenmerkt door een hoge (prijs-)competitiviteit. Er bestaat evenwel onvoldoende capaciteit voor de ‘specialty polymers’. Die moeten worden ingevoerd. Onder de Indische polymeerleveranciers is RELIANCE veruit de grootste met een marktaandeel van meer dan 70%. De markt wordt gedreven door een enorme groei (verpakkingsindustrie, bouwnijverheid, constructie, verbruiksgoederen, automobielnijverheid...). In 2010 bereikte het verbruik per capita 7,4 kg – in 2005 bedroeg dat nog maar 4,6 kg. Dat verbruik valt uiteraard nog ver onder het wereldgemiddelde van zo’n 30 kg per jaar. Meer algemeen steeg het verbruik van plastics in 2010 tot 8,8 miljoen MT, en de groei in de Indische polymeerindustrie bedroeg in die periode 14,6% t.o.v. 12,4% het jaar voordien. Tezelfdertijd kan worden vastgesteld dat meerdere lokale spelers zich toeleggen op het produceren van biologisch afbreekbare plastics. Dat doet vermoeden dat die binnen een paar jaar ook op de thuismarkt populair zullen worden.
Belangrijkste buitenlandse productie-eenheden in India Polymeerproductie • BASF • Bayer ABS • LG Polymers • DSM • Dupont • GE Plastics • Multibase- Dow Corning Conversie-industrie • 3M • Baxter • Delphi (Automotive parts) • Huhtamaki (Plastic film converter) • Visteon (Automotive parts)
Mooie toekomst
De Indische plastics-industrie kent de laatste jaren een consistente groei van 15%, en het verbruik per capita heeft zich de afgelopen vijf jaar zowat verdubbeld tot meer dan 8 kg in 2011. Tegen 2012 wordt verwacht dat de lokale consumptie naar 10 kg evolueert om tegen 2020 rond de 27 kg aan te leunen. Vooral het exponentieel stijgende verbruik in verschillende industriële sectoren (verpakking, infrastructuur, landbouw, gezondheidszorg, automobielindustrie) verklaart die groei. Er is in India dus een groeiende behoefte aan plastic. Tegelijk groeit het besef dat er ook aan het milieu moet worden gedacht. Daardoor legt de lokale industrie zich stilaan meer toe op ‘groene plastics’. Volgens de PlastIndia Foundation zullen een reeks van vooropgestelde upstream-investeringen in petrochemische complexen ervoor zorgen dat tegen 2015 het verbruik van polymeren tot 15 miljoen ton per jaar zal stijgen. De toekomst ziet er mooi uit in India.
Bron Marc Schiltz, Flanders Investment & Trade, New Delhi.
Visie op Kunststof 2 | 2012 market review
23
Is Vlaanderen mee?
REse
Miniaturisatie in de kunststofverwerking.
De kunststofverwerkende industrie wordt gekenmerkt door een toenemende miniaturisatie en een hogere precisie. De vraag naar kleinere en meer nauwkeurige producten wordt mee veroorzaakt en versterkt door de evoluties in de micro-elektronica, de micro-mechanica en de (bio)medische industrie. Is Vlaanderen mee? De internationale kunststofverwerkende industrie heeft de laatste jaren almaar meer micro-onderdelen geproduceerd (gewichten van 0,0004 g en lager, precisies of toleranties van 0,004 mm en scherper...). Ook wordt steeds vaker een beroep gedaan op de zogenaamde micro-structurering van kunststofoppervlaktes. De laatste jaren zijn daarvoor heel wat technologieën verder verfijnd: micro-spuitgieten, additive manufacturing, 3D-printing, micro-EDM... Een aantal ons omringende Europese landen, ook de Verenigde Staten en Japan, hebben een deel van hun kunststofverwerkende sector — en de onderliggende technologieën — toegespitst op die belangrijke evolutie naar kleinere en preciezere producten.
Vaststelling
Door die focus versterken die landen hun competitieve sterkte ten opzichte van de lageloonlanden. Bovendien zijn ze nu heel goed in staat om mee te surfen op de kennisgerichte en kennisgebaseerde groei in de elektronica- en de biotech-industrie. Op enkele uitzonderingen na is de Vlaamse kunststofverwerkende sector niet mee met die evolutie. Wij blijven zweren bij klassieke verwerkingsmethodes en blijven werken in klassieke stukgroottes, dikwijls bestemd voor toepassingsdomeinen waar de toegevoegde waarde lager uitvalt en de concurrentie met de lageloonlanden heviger is. Het is een vaststelling die verbaast: Vlaanderen is immers sterk in elektronica, biotechnologie en pharma met instellingen als IMEC en VIB. Ook in de Vlaamse universiteiten, hogescholen en kennisinstellingen zijn er de laatste jaren heel wat technologische competenties opgebouwd.
Toekomstverkenning
Ervaringen in de ons omringende landen en best practices bij internationale bedrijven leren dat het om méér gaat dan om de adaptatie van één nieuwe procestechnologie. Zeer kleine onderdelen stellen totaal nieuwe uitdagingen aan de interne bedrijfsorganisatie. Flanders’ PlasticVision
24 Visie op Kunststof 2 | 2012 research
Micro-onderdelen in de elektronica-industrie zijn de voorloper van alle miniaturisatie.
brengt daarom via een zogenaamde toekomstverkenning de kansen en bedreigingen voor Vlaanderen in kaart. Vervolgens wil Flanders’ PlasticVision de in kaart gebrachte kansen helpen begeleiden. Deze toekomstverkenning zal in de eerste plaats uit een economische verkenning bestaan waarbij het marktperspectief van deze opportuniteit in een regionale en internationale context in kaart wordt gebracht. Ook de mogelijke waardeketens voor Vlaanderen worden in kaart gebracht, samen met de randvoorwaarden en kritische succesfactoren om deze opportuniteit een realiteit te laten worden. Het exploreren van het Vlaamse valorisatiepotentieel van deze technologie is een tweede luik van deze studie. In een latere fase kan dit economisch perspectief mogelijkerwijze verder worden aangevuld met een technologische roadmap. De complexiteit en de uitdaging van een dergelijke toekomstverkenningstudie is meteen duidelijk omdat het inschatten van het markt- en valorisatiepotentieel van deze technologie voor Vlaanderen diverse regionale en internationale marktspelers (machineleveranciers, matrijzenmakers, compoundeurs, kunststofverwerkers, OEM’s, …) uit de volledige waardeketen betreft. De benadering zal zowel top-down als bottom-up uitgevoerd worden, gevolgd door een portfolio van disseminatie-activiteiten.
De toekomstverkenning startte in december 2011 en zal in april 2012 worden afgerond. De resultaten ervan zullen gratis ter beschikking worden gesteld aan de leden van Flanders’ PlasticVision. Voor meer informatie kunt u terecht bij Flanders’ PlasticVision via
[email protected].
Krasvast coaten: kan het goedkoop?
Coatings of deklagen op kunststoffen worden vandaag in heel wat sectoren toegepast. Ze verhogen de kunststofkwaliteit, wat een meerwaarde aan het product geeft. Een antidamplaag op een vizier van motorhelmen, bijvoorbeeld, verbetert het gezichtsveld en verhoogt zo de veiligheid tijdens het rijden. Niets dan voordelen dus, al is de hoge kostprijs van de coatings dikwijls een struikelblok. Om die reden is Flanders’ PlasticVision in het najaar van 2011 gestart met een haalbaarheidsstudie over goedkope krasvaste deklagen voor kunststoffen. Flanders’ PlasticVision wil samen met een gespecialiseerd kenniscentrum en geïnteresseerde partnerbedrijven betaalbare technische opties oplijsten. Vervolgens zullen ze gericht worden geëxploreerd (inclusief een onderlinge vergelijking van de mogelijke opties). Binnen de studie zal ook een inschatting van de IP-situatie gebeuren. Tevens zullen mogelijkheden tot verdere opschaalbaarheid en interessante vervolgtrajecten worden onderzocht. Naast de coatings zelf zullen ook de substraten en mogelijke applicatiemethodes van de deelnemende partnerbedrijven onderling worden vergeleken. Deelnemen aan deze studie is niet meer mogelijk, maar wie op de hoogte wil blijven van de bekomen resultaten kan mailen naar
[email protected].
Waste free oceans Vissen naar plastic.
Kunststofafval op zee blijft een groot probleem.
Tussen Hawaï en Californië drijft al tientallen jaren een reusachtig eiland van kunststof-afval. Elk jaar wordt het groter. De productie en consumptie van kunststoffen blijft immers stijgen. Een flink deel ervan blijft in zee terechtkomen. De Europese kaderrichtlijn afvalstoffen uit 2008 wil tegen 2020 de helft van het afval uit huishoudens (dus ook kunststof ) recycleren. Voor heel wat EU-lidstaten is er dus nog veel werk aan de winkel. En in heel wat andere landen ontbreken zelfs adequate organisaties en middelen voor de afgifte, de inzameling en de verwerking van afvalstoffen. De berg kunststof-afval in zee blijft dus aangroeien: een wereldwijd probleem dat om gezamenlijke oplossing(en) vraagt. Kunststoffederatie Federplast.be wil samen met de Stichting Duurzame Visserij Ontwikkeling in het kader van een Europees initiatief Waste Free Oceans onderzoeken of onze visserijvloot niet naar kunststof-afval kan gaan vissen in de oppervlaktewateren. Op deze manier worden een aantal doelstellingen bereikt: • het opvissen van drijvend afval uit het water voor de Belgische kust, in de 4 kusthavens en in de monding van de IJzer; • het heroriënteren van de Vlaamse visserij van exploitatie naar duurzaam beheer van het maritiem milieu; • de Belgisch/Vlaamse betrokkenheid bij de Europese en internationale ontwikkelingen op dit vlak.
Een coating op het vizier van een motorhelm verbetert het zicht.
Voor meer informatie: neem contact op met Flanders’ PlasticVision via
[email protected].
Visie op Kunststof 2 | 2012 research
25
Researc
Zelfherstellende materialen: geen utopie Ook onderzoek in Vlaanderen. elkaar te metselen. Door de kalk in het cement hebben de bruggen en aquaducten zelfherstellende eigenschappen. Immers: de kalk lost op in regenwater, kan zo naar scheurtjes sijpelen en een afzetting vormen wanneer het water verdampt, tot het scheurtje helemaal is opgevuld en de brug dus plaatselijk gerepareerd is.
“De applicaties zijn vooral te vinden in domeinen waar de gevolgen van een falend materiaal groot zijn.” Stroomversnelling
Een wegdek van zelfherstellend beton is geen utopie.
Materialen die zelf scheuren, krassen of breuken kunnen repareren? Het is niet langer onmogelijk. Materialen die zich min of meer zelfstandig kunnen herstellen zijn erg interessant. Ze kunnen duurzaamheid en betrouwbaarheid een geheel nieuwe invulling geven. En ze kunnen onderhoudskosten drastisch doen verminderen. Kunststoffen zijn niet meer weg te denken uit ons dagelijks leven. Door mechanische belasting of vandalisme, bijvoorbeeld, kunnen ze schade oplopen. In het beste geval wordt het onderdeel met de schade gewoon vervangen. Soms leidt de schade echter tot een volledig — en vooral ook duur — falen. We verwachten vandaag niet dat een materiaal uit zichzelf de schade kan herstellen (autonoom of niet-autonoom). In de natuur is dat proces helemaal niet ongewoon. Bomen, bijvoorbeeld, herstellen zelf schade aan stam of takken. Ook snijwonden houden schijnbaar spontaan op met bloeden.
Romeinse bruggen
Materialen die in staat zijn om zichzelf te repareren bestaan overigens al langer. Zo is de toestand van stenen bruggen en aquaducten uit de Romeinse tijd nog steeds behoorlijk goed. Dat komt door het ‘cement’ dat de oude Romeinen bij hun bouwwerken gebruikten om stenen aan
26 Visie op Kunststof 2 | 2012 research
Is dat voor kunststoffen een utopie? Vandaag alvast niet meer. Wereldwijd wordt intensief onderzoek verricht naar mogelijkheden om kunststoffen in staat te stellen zich tijdens het gebruik te herstellen van schade. Polymeren (plastics) nemen overigens een prominente plaats in binnen de zelfherstellende materialen. Dat is niet verwonderlijk omdat één van de voorwaarden voor zelfherstel - de beweeglijkheid van een zelf herstellend middel naar de plek van de beschadiging - meer inherent is aan polymeren dan aan bijvoorbeeld hoogsmeltend metaal of keramiek. De ontwikkeling van zelfherstellende materialen is in 2001 in een stroomversnelling gekomen met het baanbrekende werk van de Amerikaan Scott White. Hij kreeg het voor elkaar dat inerte polymeren zichzelf konden repareren doordat hij brosse bolletjes (microcapsules), gevuld met een vloeibare lijm, in het polymere materiaal liet opnemen. Een scheurtje dat in het materiaal begon en zich verder ontwikkelde vond uiteindelijk zo’n bolletje op zijn weg. Dit bolletje brak open en de lijm vloeide in de scheur. De lijm hardde vervolgens uit onder invloed van een aanwezige katalysator, en de beginnende scheur stopte.
Recticel onderzoekt
Ook in Vlaanderen wordt onder de vleugels van SIM (Strategic Initiative Materials) onderzoek verricht naar zelfhelende materialen. Het is een groot onderzoeksprogramma dat wordt gecoördineerd door het polyurethaanverwerkend bedrijf Recticel. Verschillende universitaire partners en bedrijven werken intensief mee. Wat polymeermaterialen betreft, wordt onderzoek verricht naar enerzijds zelfhelende thermosetmaterialen en composie-
ten (SEPOCOM) en anderzijds zelfhelende coatings voor anticorrosieve toepassingen (NAPROM). De onderzoeken gebeuren respectievelijk onder leiding van professor Filip Du Prez (Universiteit Gent) en professor Herman Terryn (Vrije Universiteit Brussel).
Zelfhelende strategieën
Zelfhelende strategieën kunnen worden opgedeeld in autonome en niet-autonome processen. Een autonome strategie heeft geen externe hulp nodig (licht of warmte, bijvoorbeeld), een niet-autonome strategie heeft wél externe hulp nodig. Bij thermosetmaterialen wordt een ‘selfhealing agent’ in het materiaal ingebracht. Dat reagens moet bij het optreden van schade (al of niet met externe hulp) ervoor zorgen dat de schade wordt hersteld. Bij een veelbelovende strategie voor dat type thermosets en composieten wordt de ‘selfhealing agent’ onder de vorm van microcapsules in de matrix verdeeld. Wanneer een barst optreedt, breken de microcapsules langs de barst waarna de ‘selfhealing agent’ vrijkomt en vervolgens de barst heelt. Er wordt zelfs gestreefd naar een herstelling die sterker is dan de matrix eromheen. Bij een volgende schade zal de breuk dan elders optreden zodat nieuwe capsules worden aangesproken.
Diverse toepassingen
Er zijn heel wat toepassingen voor zelfhelende kunststoffen. Maar de eerste generatie zelfhelende kunststoffen zal waarschijnlijk een microcapsule-gebaseerd systeem zijn en dat is duur en complex. De eerste applicaties zullen daarom vooral te vinden zijn in domeinen waar de gevolgen van een falend materiaal groot zijn. Voor wat composieten betreft, kan worden gedacht aan structurele applicaties. Enkele voor de hand liggende toepassingsdomeinen zijn o.a. de wieken van windmolens, structurele componenten voor de automobiel- en vliegtuigindustrie en masten voor zeilboten. Vandaag worden die ontworpen en geconstrueerd om mogelijke schade of breuken bij piekbelastingen te voorkomen. Wanneer materialen zichzelf zouden kunnen herstellen, ontstaan nieuwe mogelijkheden. Veel lichtere en duurzamere ontwerpen zouden dan kunnen worden gerealiseerd.
Dr. Bart Wallaeys Group Manager R&D Damstraat 2 9230 Wetteren T 09 368 95 00
[email protected] Prof. dr. Filip Du Prez UGent Polymer Chemistry Research Group Krijgslaan 281 S4 bis T 09 264 45 03
[email protected]
6 toepassingen
voor zelfherstellende materialen
1 Op plaatsen die moeilijk te bereiken zijn om (dure) reparaties uit te voeren: hoge gebouwen, windturbines op zee, pijpen en leidingen onder de grond, kabels en leidingen onder water.
2 Toepassingen waarbij betrouwbaarheid en veiligheid erg belangrijk zijn: vliegtuigen, ruimtevaartuigen of langetermijnopslag van nucleair afval.
3 Structuren die zeer lang moeten meegaan: waterkeringen, tunnels...
4 Toepassingen waarbij grote reparaties zorgen voor veel maatschappelijk overlast: wegdekken, energievoorziening...
5 Producten waarvan het oppervlak mooi moet blijven of waarvan het oppervlak bescherming biedt: auto’s, optische systemen, ramen...
6 Machines die continu moeten werken en waarbij de uitvaltijd tot een minimum moet worden beperkt.
Visie op Kunststof 2 | 2012 research
27
Researc
Haalbare kaart Gas-ondersteund spuitgieten kan ook bij lage druk.
Wat zeggen de testen?
Het gasinjectieproces in de kunststofindustrie (‘short shot’-methode).
Gas-ondersteund spuitgieten van kunststoffen is zeker geen nieuwe techniek. Toch wordt hij niet zo vaak gebruikt. Eén van de belangrijkste redenen is de kostprijs van de gasinstallatie. De Hogeschool Gent onderzocht wat de minimum installatie-inhoud moet zijn om te kunnen starten met gas-ondersteund spuitgieten van kunststoffen. De ‘short shot’- en ‘full shot’-methode zijn de twee belangrijkste manieren om gas te gebruiken bij injectie. De ‘short shot’-methode wordt gebruikt om dikwandige holle stukken te vervaardigen met de bedoeling de cyclustijd te verkorten. Zo wordt eveneens grondstof bespaard, wat leidt tot lichtere eindproducten. Handvaten van reiskoffers, bijvoorbeeld, worden zo gemaakt. Het ‘full shot’principe wil vooral inval voorkomen waar de nadruk geen of te weinig effect meer heeft. De nadruk wordt vervangen door een gasdruk met het doel de krimp te compenseren.
Hoe werkt het?
Bij de ‘short shot’-methode wordt de gasnaald geplaatst in de omgeving van het aanspuitpunt. Tijdens de injectie zal men na ongeveer driekwart vulling stoppen met injecteren. Onmiddellijk daarna wordt op een gecontroleerde wijze gas in de smelt geblazen. De vulling van de holte gaat verder doordat het gesmolten materiaal in de kern verder wordt geduwd: een hol product is het resultaat. Bij de ‘full shot’-methode wordt de gasnaald geplaatst op het einde van de vloeiweg of op een plaats met een plaatselijke dikke wand waar inval te verwachten is. Daar gaat men na het vullen van de holte, zonder nadruk, het gas zijn werk laten doen en de krimp compenseren om zo inval te voorkomen.
28 Visie op Kunststof 2 | 2012 research
De testen door onderzoeksgroep CPMT van Hogeschool Gent werden uitgevoerd op een afgeschreven handvatmatrijs van Samsonite. Ook de gasinstallatie voor de testen kwam van Samsonite. De grondstof voor het handvat was standaard PP. De gebruikte gasdrukken om een hol handvat te vervaardigen waren 10 tot 50 bar (hoewel meestal gasdrukken tot 150 bar worden gebruikt). Na analyse van de resultaten bleek dat er geen merkbaar verschil te noteren was bij gasdrukken van 20 tot 50 bar, noch bij de afmetingen als bij de mechanische sterkte van het eindproduct. Bij een gasdruk van 10 bar traden er grotere verschillen op, vooral op de afmetingen van de producten. Op het vlak van de mechanische sterkte was bij een gasdruk van 10 bar geen relevant verschil op te merken.
“De bedoeling is dat gasinjectie een haalbare kaart wordt voor de Vlaamse bedrijven.” Lagere instapkost
Het onderzoek toont aan dat ook bij lage gasdrukken goede dimensionele en mechanische sterkte via gasinjectie haalbaar zijn. Natuurlijk moet u rekening houden met de geometrie en de afmetingen van het te produceren product. Via recent gestarte projecten zal het gebruik van lagedrukgasinjectie verder worden onderzocht. De bedoeling is om het proces zodanig te optimaliseren dat de kwaliteit van de producten verbetert en de instapkost naar gasinjectie een haalbare kaart wordt voor de Vlaamse bedrijven.
Hogeschool Gent- onderzoeksgroep CPMT Dr. ing. Ludwig Cardon Moerman Marcel T 09 24 24 292
[email protected] www.cpmt.eu
Hergebruik eens een idee CREAX
Ik schrijf deze column van op de Outlook-conferentie, dé innovatieconferentie voor de ‘Personal care’- en ‘Non-woven’-industrie, waar CREAX te gast is als spreker. Arthur D. Little presenteerde er de hoofdbevindingen van een recente studie over de toekomst van innovatiemanagement(*). Uit de studie blijkt dat kennismanagement en ‘high speed/low risk innovation’ een uiterst belangrijke rol (zullen) spelen om efficiënt te innoveren. We leven vandaag in een zogenaamde kenniseconomie: kennis is overvloedig aanwezig én beschikbaar. Denken we maar aan internet. Als we snel en efficiënt willen innoveren, moeten we gebruik maken van die kennis. Elk probleem werd al ergens opgelost. Het komt er eigenlijk op aan die oplossing(en) te vinden en te verhinderen dat we het wiel heruitvinden. Laten we dat illustreren aan de hand van een eenvoudig voorbeeld. Stel: we willen water uit een glas halen, zonder het glas aan te raken. Dat is ons specifieke probleem. We kunnen de probleemstelling vertalen naar ‘hoe kunnen we een vloeistof bewegen’? We gaan met andere woorden ons specifieke probleem vertalen naar een abstract probleem. Als we dan in bestaande kennisdatabanken — bijvoorbeeld: octrooien — zoeken hoeveel technologieën er bestaan om vloeistoffen te bewegen, dan vinden we in dit geval een 50-tal bestaande oplossingen. Ander voorbeeld. In het domein van haarkleurshampoos is kleurbehoud dé grote uitdaging. Maar opnieuw is dat geen probleem dat eigen is aan de sector. Kledij mag ook niet verkleuren. Fotopapier evenmin. Verschillende domeinen hebben dus dezelfde uitdagingen en wellicht ook oplossingen. De kans dat die oplossingen kunnen worden getransfereerd — technology transfer — is zeer reëel. Een haarvezel, textielvezel of papiervezel hebben immers zeer gelijkaardige eigenschappen. Nog een voorbeeld. Het vervelende aan kaas snijden, is dat de kaas blijft kleven aan het mes. Voedingsbedrijven hebben die uitdaging op industriële schaal. Kaas is als materiaal met elastomere eigenschappen echter heel gelijkaardig aan rubber en beide hebben gelijkaardige karakteristieken. Een bestaande technologie uit de bandensector voor het versnijden van rubber, bleek de ideale oplossing te zijn om efficiënter kaas te versnijden.
Niet nieuw, maar nieuw voor u. Daar komt het eigenlijk op neer. Door bestaande kennis te recycleren en te transfereren over domeinen en industrieën heen, kunnen we heel wat efficiënter innoveren. Efficiënter betekent gerichter, sneller en tegen beperkte risico’s. We hebben bovendien geen keuze, gezien de huidige economische context. Budgetten staan onder druk en worden teruggeschroefd. Langs de andere kant is er net nu nood aan vernieuwing en verbetering, anders dreigen we de boot te missen. De oplossing voor die contradictie ligt in het hergebruik van bestaande kennis. Door kennis te hergebruiken, vermijden we het wiel opnieuw uit te vinden, beperken we de risico’s en wenden we de beschikbare middelen beter aan. Mathieu Mottrie, Managing Director CREAX (*) Innovation Management 2020 - Some emerging trends from a global CTO/CIO survey on the Future of Innovation Management
In elk nummer van Visie op Kunststof geeft Flanders’ PlasticVision het woord aan een bevoorrecht waarnemer die een innovatie-thema behandelt. Mathieu Mottrie is Managing Director van het Ieperse bedrijf CREAX, een ideeënfabriek die andere bedrijven helpt bij creativiteit en innovatie. CREAX NV Maarschalk Plumerlaan 113 8900 Ieper, Belgium T 057 22 94 80
[email protected] www.creax.com
Visie op Kunststof 2 | 2012 column
29
Lid worden?
Wat is duurzaamheid?
Federplast antwoordt met boek en brochure.
Dorst naar innovatie? Om optimaal van onze diensten gebruik te kunnen maken, is lidmaatschap een must. Het lidgeld dat u dient te betalen is afhankelijk van het aantal werknemers in uw bedrijf. Als lid krijgt u volgende voordelen: 2 dagen gratis technologisch en wetenschappelijk advies over de innovatiemogelijkheden voor uw bedrijf; Begeleiding bij het detecteren, definiëren en opstellen van innovatieve onderzoeksprojecten; Belangenbehartiging op Vlaams niveau; De meest up-to-date informatie over trends en ontwikkelingen uit de sector via nieuwsbrieven, postersessies, thema-publicaties op mensenmaat en een jaarlijkse verzameling van alle resultaatfiches (Trendwatch); 30% korting de deelnameprijs van onze evenementen (ontbijtsessies, seminaries, bedrijfsbezoeken, e.d.); Toegang tot een exclusief netwerk van collega-ondernemers en onderzoekers; Uw bedrijfsgegevens in de ledengids van Flanders’ PlasticVision. Deze ledengids wordt op (inter)nationaal niveau verspreid aan klanten van onze leden;
Duurzaamheid is de laatste jaren een modewoord geworden. Wat vandaag duurzaam is en niet, wordt niet zelden bepaald door labels die vooral een vlotte marketing op het oog hebben. Maar is dat ook de weg naar een duurzame transitie? Federplast bewijst met twee brochures de duurzaamheid van kunststoffen.
Kunststoffen in perspectief: materialen voor een duurzame toekomst
In deze brochure toont Federplast aan dat kunststoffen bij de meest innovatieve en duurzame materialen behoren. U kunt de brochure inkijken op de website van Federplast. Ze kan worden besteld (met of zonder uw firmalogo) en zal uw medewerkers en toeleveranciers bewust maken van de innovatieve kracht en de duurzaamheid van kunststoffen.
Duurzaam bouwen met kunststoffen? Ja, natuurlijk!
Dit boek is bedoeld voor beleidsmakers, voorschrijvers en bouwheren. Het boek biedt een unieke kijk op de weg die het laatste decennium is afgelegd naar meer duurzaamheid in de bouwsector. Heel wat organisaties (BBL, IVAM, Confederatie Bouw, VMW, OVAM, KUL, UGent...) leggen in het boek uit wat duurzaamheid voor hen betekent. 10 recente projecten tonen de weg naar duurzamer wonen en bouwen.
Gratis lidkaart; Vrij gebruik van het logo van Flanders’ PlasticVision; Deelname aan ideation sessies, discussiefora, informatie uitwisseling … via de CogniStreamer software en uittesten van de meerwaarde van de tool voor uw eigen organisatie. 16- 31- 51- 76- 101- 151- 201- 251- > 30 50 75 100 150 200 250 500 500
am bou wen met kun
100 150 200 250 375 500 750 1000 1500 2500
Meer info: T +32 56 28 28 25 | E
[email protected]
nat uur LIJk
Voor kennisinstellingen wordt op associatieniveau een jaarlijkse bijdrage gevraagd van €500. Leden van VKC, Sirris of Federplast.be genieten op bovenstaande bedragen nog een korting van 20%.
sts tof fen
Bedrag (€)
Duu rza
Aantal < werknemers 15
Duurzaamheid is de laatste jaren een modew oord geword en. wat vandaag duurza am is en niet, wordt niet zelden bepaald door labels die vooral een vlotte van een marketing welbepaald produc t beoge weg naar n. maar is dit ook een duurza de me transiti e? Dit boek, hele kunsts opgemaakt tofsect or door de biedt een unieke kijk door de sector op het giganti het laatste sche werk decennium dat verricht werd. is geen droom Duurzaamheid , geen visie ver weg, maar een ze die we kans, een vandaag keual kunnen grijpen indien voor durven we erkiezen. Dit vereist naast moed ook een mental iteitswijziging van u en ik.
Bestel de brochure via
[email protected] Bestel het boek via
[email protected] Prijs: 7 euro
Duurzaam bouwen me t kuns ts to ffen natuurLIJk
Stimuleren tot innoveren Studiedag Associatie K.U.Leuven: Dag van het Onderzoek en de Innovatie.
De Associatie K.U.Leuven is een samenwerkingsverband tussen de K.U.Leuven en 12 andere Vlaamse instellingen voor hoger onderwijs. Onderzoek en innovatie zijn er belangrijke speerpunten. Op de Dag van het Onderzoek en de Innovatie die de Associatie onlangs organiseerde, kon Flanders’ PlasticVision niet ontbreken. Aan de instellingen van de Associatie K.U.Leuven gebeurt zowel fundamenteel als praktijkgebaseerd onderzoek. Ook de scope van het onderzoek verschilt: van zeer grootschalig en internationaal (vnl. aan de universiteit) tot (iets) kleinschalig(er) en lokaler (vnl. aan de hogescholen). Elk type onderzoek vormt een onmisbare schakel in de innovatieketen. Door een goede wisselwerking tussen de verschillende types onderzoek en de verschillende disciplines, wordt innovatie binnen de 13 onderwijsinstellingen echt gestimuleerd. Bovendien zijn er geregeld studiedagen en ontmoetingsmomenten. Interdisciplinariteit en kruisbestuiving zijn immers bronnen van innovatie, vindt de Associatie.
Internationale sprekers
Op donderdag 17 november, bijvoorbeeld, waren vele onderzoekers van de Associatie K.U.Leuven en bedrijven present op de Dag van het Onderzoek en de Innovatie in Leuven. Op de dag gingen nationale en zelfs enkele internationale sprekers dieper in op diverse thema’s als innovatieplatformen, onderzoeksprofielen en valorisatieprocessen. Als sluitstuk van de dag kwam Ann Lambrechts aan het woord, hoofd R&D Bouwproducten van Bekaert en Europese uitvinder van het jaar. Natuurlijk kon ook Flanders’ PlasticVision niet ontbreken.
Stimuleren tot innoveren
Eén van de zes namiddagsessies ging over ‘Stimuleren tot innoveren’. Hoe kan innovatie worden gestimuleerd in een organisatie? Via getuigenissen uit de industrie en de academische wereld, maakten de deelnemers kennis met innovatiebevorderende concepten, tools, instrumenten en methodes – zowel uit de bedrijfsomgeving als de academische context. Wim Soens (Managing director Indiegroup) en Jan Sijnave (programma- en innovatiemanager Flanders’ PlasticVision) brachten een getuigenis uit de industrie. Zij hebben als geen ander ervaring met methodes en instrumenten die het innovatievermogen van een onder-
Samenwerking tussen: Overheid Academische wereld Industrie
‘Triple-Helix-model’ als belangrijk ‘common innovation’ concept.
neming kunnen verhogen: (open) innovatie management, strategische plannen, incentives, systemen (Six Sigma, bootcamps, visits, networking, …), partnerships… De transitie en transfereerbaarheid van innovatie-aanpakken binnen een groter bedrijf naar innovatie binnen een ‘cluster’ (competentiepool)- context van vele kmo-bedrijven was de “rode draad” van hun uiteenzettingen.
Interne dynamiek
“Om tot concrete innovatieprojecten te komen, moet de interne dynamiek van een organisatie worden versterkt. Tegelijk moeten partnerschappen met externen worden gezocht én opgezet”, weet Jan Sijnave van Flanders’ PlasticVision. De sleutelbegrippen hierbij zijn “netwerk”, “innovatie-proces” en “innovatie-ecosysteem”. Innovatie dient steeds (in meer of mindere mate) “open” te zijn, of is anders niet meer effectief binnen de huidige economische internationale context. De bijdrage van hem en van Wim Soens werd in een academische context geplaatst door prof. Walter Van Dyck (Associate Professor Innovation Management, Vlerick Leuven Gent Management School). Hij toetste de theorie aan de praktijk en evalueerde de ondersteuning van innovatiebevorderende mechanismen.
Jan Sijnave Flanders’ PlasticVision E. Sabbelaan 51 8500 Kortrijk T 056 28 28 25
[email protected] www.plasticvision.be
Visie op Kunststof 2 | 2012 event
31
Op weg naar innovatie
AAN Het
Tom Vellemans, programma- en innovatiemanager bij Flanders’ PlasticVision.
een sterke Amerikaanse verankering) en een divisie ‘performance products’, waarin de Gentse fabriek zich specialiseert. Men maakt er onder meer polyvinylbutyral onder de merknaam Saflex. Dat is een kunststoffolie die tussen twee glasplaten wordt geplaatst en zo zorgt voor meer veiligheid en comfort zoals geluidsdemping en zonnewering. Toepassingen zijn er zowel in de auto-industrie als in de architecturale wereld. In de afdeling waar ik werkte, werd ‘artificial grass’ geproduceerd dat enerzijds als deurmat (AstroTurf ) en anderzijds als Clearpass flap wordt gebruikt, Die laatste zijn de flappen achter vrachtwagenwielen die het opspatten van regenwater met zo’n 60 percent reduceren. In de Gentse afdeling werken zo’n 300 mensen.”
Tom Vellemans, gepassioneerd door innovatie in de kunststofsector.
De kersverse vader Tom Vellemans werkt al zo’n zes maanden bij Flanders’ PlasticVision. Als programma- en innovatiemanager helpt hij kmo’s de weg te vinden naar innovatie en naar subsidies om van die innovatie werk te maken. Een kennismaking. Tom is industrieel ingenieur elektromechanica. Hij studeerde in Brussel en behaalde na zijn masterdiploma nog de unieke master-na-master industriële kunststofverwerking aan het KHBO in Oostende. Na z’n studies kwam hij dan ook meteen in de sector terecht. “M’n eerste job was bij Röchling Automotive in Gijzegem. Ik stond er in voor de procesoptimalisatie. De Röchling-groep is wereldwijd actief, met ongeveer 6000 werknemers op 55 verschillende locaties in 20 landen. De groep maakt zowel hoogperformante plastics als kunststofonderdelen voor de automobielsector. De fabriek in Gijzegem maakt spuitgietproducten voor de automobiel: wielkappen, screens, sidewings... Ik werkte er drie jaar aan de optimalisatie van de productieprocessen en was er op het eind projectleider”, vertelt Tom.
AstroTurf
Daarna werkte Tom drie jaar bij Solutia. “Solutia is een Amerikaans bedrijf, gespecialiseerd in ‘specialty chemicals’. Het telt twee grote divisies: een divisie nylon (met
32 Visie op Kunststof 2 | 2012 aan het woord
“Vlaamse bedrijven hebben heel weinig geld voor innovatie en de kennis over de verschillende subsidiemogelijkheden is gering.” Kmo-bedrijfscultuur
Toms functie bij Solutia situeerde zich tussen de verkoop en de productie als project- & application engineer. Hij had er heel wat contacten met klanten waardoor de stap naar Flanders’ PlasticVision relatief klein was. “Bij Flanders’ PlasticVision moet ik bedrijven laten kennismaken met de verschillende subsidievormen die bestaan. Vaak weten onze bedrijfsleiders niet dat ze financiële steun kunnen krijgen voor bepaalde projecten, of op welke manier ze deze steun moeten aanvragen. Dat heeft allicht te maken met onze kmo-bedrijfscultuur. Vlaanderen telt heel veel kleinere kmo’s. Typisch voor die bedrijven is dat het management bestaat uit allrounders die zich zowel met personeelsbeleid, marketing, financiën als innovatie moeten bezighouden. Het is me ondertussen duidelijk dat er wel degelijk nood is aan een partij die samenwerking tussen bedrijven onderling, dan wel met specifieke onderzoekscentra, stimuleert en begeleidt. Vlaamse bedrijven besteden relatief weinig geld aan innovatie en de kennis over de verschillende subsidiemogelijkheden, is gering”, weet Tom Vellemans.
Toegevoegde waarde
Toms ervaring is dat het moeilijk is om ‘binnen te geraken’ in bedrijven en er de juiste persoon te spreken te krijgen. “Men vindt dat men goed bezig is en maakt zich geen zorgen over de toekomst ook al produceert men relatief eenvoudige producten die in o.a. Oost-Europa of Azië goedkoper gemaakt kunnen worden. Het wordt met onze loonlasten en onze energieprijzen heel moeilijk om onze situatie te handhaven. Daarom moeten onze kmo’s zich openstellen voor innovatie en frisse nieuwe ideeën zodat Vlaanderen aan de top van de kunststofverwerkingsladder blijft staan.” Weet hebben van verschillende subsidiemogelijkheden en de manier om deze aan te vragen is hiervoor belangrijk. Dit is een rol die Flanders’ PlasticVision kan spelen maar die evenzeer is weggelegd voor de provinciale Innovatiecentra. “Het grote verschil tussen beide is dat wij er naar streven om ten allen tijde meerdere partijen samen te brengen om rond een uitdaging te werken en zo de resultaten breder verspreid te krijgen binnen de sector of tussen partners in de waardeketen.” “Hoewel het moeilijk is om bij bedrijven binnen te geraken, wordt ons werk geapprecieerd door de bedrijfsleiders. Vaak komen tijdens zulke bezoeken ideeën en perspectieven naar boven waar voorheen weinig tijd aan gespendeerd werd, doordat niet geweten is welke de ‘next steps’ zijn en met wie die moeten genomen worden om een succesverhaal te schrijven. Men vindt het interessant wat we doen en bedrijven gaan zich steeds meer engageren om deel te nemen aan voorgestelde projecten. Het bewijst dat Flanders’ PlasticVision een belangrijke toegevoegde waarde heeft.”
Tom Vellemans Flanders’ PlasticVision E. Sabbelaan 51 8500 Kortrijk T 056 28 28 30
[email protected] www.plasticvision.be
Visie op Kunststof 2 | 2012 aan het woord
33
Voorsprong door innovatie Petrus van Damme (Quadrant CMS): loonkost moet dalen.
AAN Het
Wereldwijd actief
Voor Petrus van Damme is innovatie een essentieel onderdeel van zaken doen.
Quadrant CMS (Creative Moulding & Systems) uit Tielt is een volledig geïntegreerde producent van plasticcomposieten en assembleert ook onderdelen. De firma maakt deel uit van de Quadrant-groep, één van de wereldleiders op het gebied van hoogwaardige kunststofoplossingen (halffabricaten en eindproducten). Hoe kijkt Petrus van Damme, CEO van Quadrant CMS, naar een aantal evoluties in het land en de sector? Quadrant CMS behoort sinds 2008 tot AQUAMIT, de alliantie tussen Quadrant AG en Mitsubishi Plastics Inc. Beide hebben de helft van de aandelen in handen. Quadrant is een wereldleider op het gebied van halffabricaten voor industriële toepassingen, met fabrieken over de hele wereld. Quadrant CMS vormt binnen de Quadrant-groep de business unit spuitgieten. De firma ontstond in 1933 in het West-Vlaamse Tielt onder de naam ERTA. Later werd het bedrijf overgenomen door DSM. “Sinds 2000 behoren we tot Quadrant AG en in 2008 is de alliantie ontstaan met Mitsubishi Plastics Inc.”, vertelt Petrus van Damme. Quadrant CMS is overal ter wereld actief. De firma heeft eigen vestigingen in Tielt en in Budapest. Daarnaast zijn er een heleboel allianties: in Mexico, Noord-Amerika, Zuidoost-Azië, China en Japan.
34 Visie op Kunststof 2 | 2011 aan het woord
Spuitgieten is de kernactiviteit van Quadrant CMS. De firma is actief betrokken bij de projecten van haar klanten. Petrus van Damme: “Met ons CAD/CAM-systeem ontwerpen en ontwikkelen we onderdelen die we in de eigen matrijzenmakerij produceren. Dat gebeurt allemaal in voortdurend overleg met onze klanten. We leveren hen compleet gemonteerde systemen. We richten ons met die activiteiten uitsluitend naar de business-to-businessmarkt: automotive, food & beverage, medical & general industries. Onze klanten zijn stuk voor stuk grote bedrijven die wereldwijd actief zijn en zich ook overal ter wereld bevinden. Door de alliantie met de spuitgietbedrijven van Mitsubishi Plastics zijn we sinds 2008 over de hele wereld vertegenwoordigd. Over onze omzet kan ik helaas niets zeggen: die wordt niet meer gepubliceerd.” Quadrant CMS beschikt over het ISO/TS16949- en het ISO14001-certificaat: ze bewijzen dat de processen kwaliteitsbewust verlopen.
“Innovatie is bij ons dagelijkse kost. Dankzij innovatie kunnen we klanten behouden en nieuwe klanten winnen. Het is essentieel voor onze business.” Welke industrie blijft?
Wat is voor de CEO van Quadrant CMS de voorbije jaren de belangrijkste evolutie geweest in de sector? Petrus van Damme: “Dat is zonder twijfel het verdwijnen van de elektronica-industrie in het Westen. Die industrie is vandaag compleet verdwenen in West-Europa. Vandaag hebben vooral China en Zuidoost-Azië dat terrein volledig ingepalmd. Verder is er de verplaatsing geweest van de productie van West- naar Centraal-Europa. De verbetering van de productiviteit door automatiseringen is natuurlijk ook een belangrijke evolutie geweest. In het Westen hebben we onze focus verlegd naar industrieën die voorlopig nog blijven. Dat is dan ook een belangrijke uitdaging voor de toekomst: wij willen verder groeien met bestaande klanten maar ook nieuwe marktsegmenten aanboren die blijvend zijn in Europa.”
Personeel gezocht
Ook voor het geheel van de Belgische kunststoffenindustrie vindt hij de personeelskosten een uitdaging: “Die moeten worden beheerst en zelfs sterk verlaagd. Er zou ook weer vers technisch of omgeschoold personeel op de markt moeten komen. Verder moet er in België meer aandacht komen voor verwerkers en minder voor de pure chemie.” De positie van de kunststof- en rubberverwerking in België vindt hij overigens slecht. Petrus van Damme: “Veel bedrijven (afnemers en leveranciers ) verleggen hun productie naar lageloonlanden. Dat komt door de hoge personeelskosten maar ook door het feit dat technisch personeel niet beschikbaar is.”
Te weinig initiatief
Ook voor de sector vindt Petrus van Damme innovatie belangrijk, maar zijn analyse is somber: “Er is in België te weinig initiatief, te weinig entrepreneurship. Clustervorming blijft moeilijk in dit land. Men is niet open.” Hij is enkel ‘conceptueel’ betrokken geweest bij de opstart van Flanders’ PlasticVision en bekijkt de activiteiten van op afstand. Petrus van Damme: “Ik zie nog geen actie die ons op dit moment ten goede komt. Ik stel me ook vragen bij de financiële situatie van Flanders’ PlasticVision. De organisatie heeft geen geld om projecten financieel te steunen; er is amper genoeg voor de eigen onkosten.”
Sombere toekomst
Petrus van Damme ziet de toekomst somber in. “Als we zo doorgaan, is er maar weinig hoop. Bepaalde industrieën, packaging bijvoorbeeld, zullen blijven. Als het industriële beleid niet wijzigt, zullen we heel wat andere sectoren verliezen aan Centraal-Europa en landen die nog verder weg zijn. Er is volgens mij maar één manier om dat scenario te vermijden: de loonkosten moeten verlagen en technische opleidingen moeten attractief worden gemaakt.” Bij Quadrant CMS wil hij alvast de personeelskosten beheersen door verder te automatiseren. Met de juiste partners (klanten) wil hij verder nieuwe toepassingen ontwikkelen: door innovatie moet Quadrant een voorsprong blijven houden.
Innovatie is dagelijkse kost
Kan innovatie een rol spelen in het toekomstverhaal van de sector? Bij Quadrant CMS vindt men innovatie alvast ‘dagelijkse kost’. Petrus van Damme: “Dankzij innovatie kunnen we klanten behouden en nieuwe klanten winnen. Het is essentieel voor onze business. We hebben dan ook deelgenomen aan verschillende IWT-projecten en werken samen met verschillende bedrijven die innovatieve ideeën hebben. Verder zijn we betrokken bij verschillende clusters buiten België. Ten slotte hebben we verschillende innovatie-oplossingen bedacht en geïmplementeerd in onze productieprocessen. Ik ben er zeker van dat ze ons de komende jaren voordelen zullen brengen ten opzichte van onze concurrenten.” Innovatie is bij Quadrant CMS overigens geen zaak van het management alleen. Alle medewerkers worden betrokken bij innovatie via diverse kanalen en het gehele ontwikkelingsbudget wordt besteed aan innovatie.
Wie is Petrus van Damme? Petrus van Damme (1955) studeerde automotive engineering en heeft meer dan dertig jaar ervaring in de plastic industrie. Van 1980 tot 2000 werkte hij voor General Electric Plastics (NL, India, Korea), waarna hij drie jaar actief was bij Polynorm Plastics (NL). In 2003 trad hij in dienst van Quadrant als business line manager. Drie jaar later nam hij er de functie op van CEO. Hij volgde Fernand Vandaele op, die nog even voorzitter bleef.
Quadrant CMS Galgenveldstraat 10 8700 Tielt T 051 42 32 11
[email protected] www.quadrantcms.com
Visie op Kunststof 2 | 2012 aan het woord
35
Wat is Flanders’ PlasticVision?
Activiteiten van Flanders’ PlasticVision
Flanders’ PlasticVision is een competentiepool ter ondersteuning van de kunststof- en rubberverwerkende industrie in Vlaanderen. Flanders’ PlasticVision is een platform voor kennisuitwisseling tussen de kunststofindustrie en de onderzoekswereld; ze definieert nieuwe onderzoeksthema’s die innovatie in de kunststofindustrie mogelijk moeten maken. De organisatie is de brug tussen de theorie, het labo en de productie van innovaties in verband met kunststoffen en rubbers.
• Toekomstverkenningen en marktstudies (laten) uitvoeren rond volgende thema’s: nanotechnologie, nieuwe kunststoffen , biogebaseerde en biodegradeerbare materialen, hybride producten en composiettoepassingen met en van kunststof, microverwerking, energiebeheer en monitoring van verwerkingsprocessen en oppervlaktetechnologieën;
Wat doet Flanders’ PlasticVision?
• De leden begeleiden en coachen bij het detecteren, definiëren en opstellen van coöperatieve innovatieprojecten en businessmodellen;
Flanders’ PlasticVision wil de Vlaamse kunststof- en rubberverwerkende kmo’s stimuleren om meer samen te werken en de Vlaamse kunststofsector concurrentieel te maken en te houden ten opzichte van de buitenlandse kunststofmarkten. Onze voornaamste taken zijn: gezamenlijke projecten opzetten, het begeleiden van samenwerkingsverbanden, allianties creëren en kenniscreatie stimuleren. Voor meer informatie, surf naar www.plasticvision.be
• Haalbaarheidsstudies voor mogelijke R&D-projecten (laten) uitvoeren;
• Het coördineren en financieren van technologische adviesverlening bij kenniscentra voor een optimale diffusie van de resultaten; • Bedrijfsleiders van kmo’s overtuigen van het belang van netwerking binnen de sector via samenwerking op het vlak van technologie en innovatie; • Op zoek gaan naar geïnteresseerde partijen (ook buiten de eigen sector) om gedefinieerde problemen op te lossen en naar manieren om een groepsdynamiek tot stand te brengen (bvb. door het organiseren van ontmoetingsdagen, groepsbezoeken en studiereizen); • Contacten onderhouden met andere binnenlandse en buitenlandse kenniscentra.