Ecofys bv P.O. Box 8408 NL-3503 RK Utrecht Kanaalweg 16-G NL-3526 KL Utrecht The Netherlands www.ecofys.nl tel +31 (0)30 280 83 00 fax +31 (0)30 280 83 01 e-mail
[email protected]
VISIE OP DE ZEEUWSE ENERGIEVOORZIENING: ZEELAND CO2 NEUTRAAL IN 2050
Ing. J.A. Verschelling Dr. E. Worrell Dr. C. Hendriks
November 2005
EIB03076 Copyright Ecofys 2005
in opdracht van: de Zeeuwse Milieufederatie Dit onderzoek werd mede mogelijk gemaakt door: - Ondersteuning van het programma DEN dat wordt uitgevoerd door SenterNovem (projectnummer: 2020-04-13-27-008) - Provincie Zeeland - DELTA
Voorwoord
Zeeland heeft door een unieke combinatie van factoren de kans om als eerste provincie in Nederland een volledig duurzame energievoorziening te realiseren. Door de water- en windrijke omgeving en het zonnige klimaat is in Zeeland een ruime toepassing van duurzame energiebronnen mogelijk. Bovendien kent de provincie een groot landbouwareaal met mogelijke kansen voor de teelt van biobrandstoffen. Havenfaciliteiten maken Zeeland geschikt voor het aanvoeren van biobrandstof per schip. Tenslotte is de urgentie in Zeeland groot: als kustbewoners zijn we extra kwetsbaar voor de stijging van de zeespiegel. De Zeeuwse Milieufederatie (ZMF) ziet de urgentie en de kansen om CO2-uitstoot te reduceren. Ook het ministerie van Economische Zaken heeft aangegeven dat de uitstoot in Nederland met 60 tot 80 procent terug moet in 2050. De EU hanteert dezelfde doelstelling. De ZMF gaat nog een stap verder. Wij willen dat Zeeland voorop loopt. Wij zetten in op Zeeland als eerste Nederlandse provincie met nul procent CO2 - uitstoot in 2050. Met CO2-neutraal bedoelen we dat er bij activiteiten en processen (per saldo) geen koolstofdioxide vrijkomt. Om de haalbaarheid van een CO2-neutrale provincie in 2050 te onderzoeken heeft de ZMF het adviesbureau Ecofys gevraagd kansen te verkennen en achterliggende, feitelijke informatie aan te leveren. Dit heeft geresulteerd in het rapport ‘Visie op de Zeeuwse energievoorziening; Zeeland CO2- neutraal’. Om de Zeeuwse kansen in te schatten heeft ook DELTA haar inbreng geleverd tijdens het hele proces, waarvoor wij ze zeer erkentelijk zijn. Het rapport levert een totaalplan op waarin alle mogelijkheden voor een duurzame energievoorziening geïntegreerd zijn. Het zet de koers uit vo or het energiebeleid in Zeeland op de korte en langere termijn. Hiermee wil de ZMF haar bijdrage leveren aan het energietransitietraject van de provincie Zeeland. De federatie zal waar mogelijk voorbeelden oppakken om daadwerkelijk invulling te geven aan het concept CO2 neutraal. Met het uitwerken van ideeën over een CO2-neutrale straat en het CO2-vrije product is inmiddels een start gemaakt. We vertrouwen erop dat het rapport het Zeeuwse bedrijfsleven, overheden en consumenten zal inspireren om samen met de ZMF de uitdaging voor een CO2-neutrale provincie aan te gaan.
Tjeu van Mierlo, directeur Zeeuwse Milieufederatie
Zeeland CO2 neutraal in 2050
JANUARI
2006
III
IV
JANUARI
2006
Zeeland CO2 neutraal in 2050
Samenvatting
Introductie Het doel van deze studie is het verkennen van de mogelijkheden voor Zeeland om in 2050 CO2 neutraal (per saldo geen CO2 uitstoot uit fossiele brandstoffen) te worden. Dit is gedaan in opdracht van de Zeeuwse Milieufederatie. Ecofys heeft een analyse gemaakt van de huidige CO2 uitstoot en de groei ervan. Voor deze verkenning is gebruik gemaakt van gegevens het ministerie van VROM, Delta en de provincie Zeeland evenals kennis die bij Ecofys aanwezig is, onder meer over industriële processen. Het gaat hierbij om een verkenning van de mogelijkheden op hoofdlijnen, niet om een gedetailleerde studie met een kosten/baten analyse. Klimaatprobleem Ons klimaat verandert. De zeespiegel stijgt, de winters worden korter en de zomers warmer en natter. Dit komt door de uitstoot van broeikasgassen. Het belangrijkste broeikasgas is kooldioxide of CO2. Dit broeikasgas komt vrij bij het verbranden van koolstofhoudende energiedragers zoals aardgas, kolen en aardolie. De wereldwijde CO2 uitstoot neemt nog steeds toe. In het klimaatverdrag van Kyoto is afgesproken om de CO2 uitstoot terug te brengen. Om de klimaatverandering binnen veilige grenzen te houden, wijzen wetenschappers op het belang om het CO2 niveau in de atmosfeer niet verder te laten stijgen dan een niveau waarbij de temperatuurstijging beperkt blijft tot circa 2 graden Celsius. Dit niveau correspondeert met een wereldwijde reductie van CO2 emissies van 70-90 % ten opzichte van 1990. De reducties zullen vooral moeten plaatsvinden in de geïndustrialiseerde landen. Nederland heeft met het energie rapport 2005 van het ministerie van Economische Zaken ingezet op energietransitie en een reductie van broeikasgassen van 60-80% in 2050. De EU hanteert een zelfde doelstelling. Naast het klimaatprobleem nopen ook zekerheid van onze energievoorziening en het opraken van olie en gas en de daarmee samenhangende prijsstijgingen tot energietransitie.
Zeeland CO2 neutraal in 2050
JANUARI
2006
V
Figuur S1: Historisch verloop aardgasprijs voor consumenten en industr ie (bron ECN).
Figuur S2: Historisch verloop van de prijzen van emissierechten vanaf juli 2005 (bron: www.pointcarbon.com).
Zeeuwse CO2 uitstoot Beschouwen we de Zeeuwse CO2 uitstoot over de periode 1990-2002 (S3), dan zien we dat Zeeland een middelpositie in neemt en dat deze uitstoot sterk groeiend is: waar de totale Nederlandse emissies over de periode 1990-2002 zijn toegenomen met 13%, zijn de emissies in Zeeland gestegen met 43% ten opzichte van 1990. Beschouwen de Zeeuwse CO2 uitstoot per inwoner (S4) dan zien we dat deze erg hoog is vergeleken met andere provincies en zelfs in vergelijking met de VS. Dit komt door het grote aandeel industrie en het geringe aantal inwoners in Zeeland.
VI
JANUARI
2006
Zeeland CO2 neutraal in 2050
CO2 uitstoot per provincie 35,000,000 30,000,000 ton CO2
25,000,000 20,000,000 15,000,000 10,000,000 5,000,000 0 1990
1995
2002
Drenthe Flevoland Friesland Gelderland Groningen Limburg Noord Brabant Noord Holland Overijssel Utrecht Zeeland
Figuur S3: CO2 Uitstoot van de Nederlandse provincies van 1990 tot 2002 (bron: ministerie van VROM1 en CBS).
45.00 40.00 35.00 30.00 25.00 20.00 15.00 10.00 5.00 N ed er la nd D re nt h Fl ev e ol an Fr d ie sl a G el nd de rla G nd ro ni ng en L N oo imb ur rd Br g N a oo ba rd nt H ol la O nd ve r ij ss el U tre ch t Ze Zu ela nd id H ol la nd VS *
ton CO2 per jaar
CO2 uitstoot per inw oner
Figuur S4: CO2 Uitstoot per inwoner voor de Nederlandse provincies in 2 002 (bron: ministerie van VROM2 en CBS). *Ter vergelijking is ook de uitstoot van broeikasgassen (niet alleen CO2 maar ook de andere broeikasgassen) v a n d e V e r e n i g d e S t a t e n v e r m e l d i n t o n C O 2 e q u i v a l e n t e n 3.
Vergeleken met Nederland wordt in Zeeland een groot deel van de CO2 uitstoot veroorzaakt door de industrie (inclusief energiecentrales) en landbouw (zie figuur S5).
1 2 3
Emissie registratie, mei 2005 Emissie registratie, mei 2005 Ecofys rapport WWF Climate scorecards. 2005.
Zeeland CO2 neutraal in 2050
JANUARI
2006
VII
CO2 uitstoot Zeeland 2002 gebouw de omgeving 6%
CO2 uitstoot Nederland 2002
verkeer en vervoer 10%
verkeer en vervoer 22%
industrie en landbouw 62% gebouw de omgeving 16% industrie en landbouw 84%
Figuur S5: CO2 uitstoot van Zeeland per sector vergeleken met Nederland (bron ministerie van VROM).
De Zeeuwse uitstoot wordt voornamelijk veroorzaakt door een achttal grote bedrijven die ruim 99% van de CO2 emissies produceren in deze sector (zie figuur S6). Deze bedrijven produceren ook voor buiten Zeeland, maar hun emissies worden aan Zeeland toegerekend, conform internationale afspraken. CO2 uitstoot Zeeuwse industrie 2003
Thermphos Pechiney 8% 3% Dow chemical 24% Cerestar 2%
EPZ 19%
Elsta 13%
Yara 18%
Total 12%
Figuur S6: CO2 uitstoot van de sector industrie en landbouw (bron: prov. Zeeland).
Vergeleken met andere provincies scoort Zeeland ook het hoogst met CO2 uitstoot per inwoner in de sectoren verkeer en vervoer en gebouwde omgeving (zie figuur S7). Ook de CO2 uitstoot van deze sectoren is flink gegroeid over de periode 19902002, resp. met 25.5% en 9.3%. Oorzaken van de hoge Zeeuwse CO2 in deze sectoren zijn: • Het uitgestrekte karakter van de provincie en de daarmee gepaard gaande mobiliteit, de emissies van de scheepvaart en de beperkte rol van het openbaar vervoer, • Zeeland is een provincie met relatief veel platteland en ruim opgezette woningen, • Het lage nieuwbouwtempo van de afgelopen tien jaar waardoor er relatief veel oudere (minder goed geïsoleerde) woningen staan.
VIII
JANUARI
2006
Zeeland CO2 neutraal in 2050
4.5 4.0 3.5 3.0 2.5 2.0 1.5 1.0 0.5 0.0
N ed er la nd D re nt he Fl ev ol an d Fr ie sl an G d el de rla nd G ro ni ng en Li m N bu oo rg rd Br a N ba oo nt rd H ol la nd O ve rij ss el U tre ch t Ze el an Zu d id H ol la nd
ton CO2/ inwoner
CO2 uitstoot verkeer en vervoer per inwoner in 2002
CO2 uitstoot gebouwde omgeving per inwoner in 2002
ton CO2/ inwoner
2.5 2.0 1.5 1.0 0.5
N ed er la nd D re nt he Fl ev ol an d Fr ie sl an G d el de rla nd G ro ni ng en Li m N bu oo rg rd Br a N ba oo nt rd H ol la nd O ve rij ss el U tre ch t Ze el an Zu d id H ol la nd
0.0
Figuur S7: CO2 uitstoot per inwoner van de sectoren verkeer en vervoer en gebouwde omgeving (bron: ministerie van VROM).
De hoge CO2 uitstoot maakt de Zeeuwse economie kwetsbaar voor prijsstijgingen van CO2 emissierechten en energie. Als de energieprijzen stijgen, gaan de Zeeuwen er harder op achteruit dan de rest van Nederland, immers: zij verbruiken meer energie per inwoner (figuur S7). En daarbij werken veel Zeeuwen bij bedrijven die onder druk kunnen komen te staan als de prijzen van CO2 emissierechten en energie verder zouden stijgen.
Zeeland CO2 neutraal in 2050
JANUARI
2006
IX
industrie en 0-2% landbouw
0-2.0%
15%-65%*
doorlopende
0-25% recycling, 0-85%*
efficiency
innovatie
verbetering, inzet
wind op zee en inzet
0-50%
Inzet oxyfuel >100%**
biomassa als brandstof
fornuizen,
en grondstof
CO2 afvang
WKK, minder
totale CO2 reductie*
opmerkingen
CO2 opslag
maatregelen
Duurzame energie
maatregel
keten efficiency
maatregelen
frozen efficiency)
(t.o.v. efficiency Energie
Jaarlijkse groei > 2010 [%]
[%]
sector
Jaarlijkse groei t/m 2010
CO2 reductie opties Welke opties heeft Zeeland om de CO2 uitstoot te beperken? Kortweg onderscheiden we vier soorten maatregelen om de CO2 uitstoot te reduceren: Verbetering energie efficiency (alle sectoren); • Verbetering van de ketenefficiency (vooral bij de industrie). • Opwekken van duurzame energie en inzetten van biomassa als grondstof (in industriële processen) en als brandstof (alle drie de sectoren). • CO2 afvangen en opslaan onder de grond (industrie). • Per sector is het potentieel van deze maatregelen ingeschat en het effect berekend.
en opslag
affakkelen, gebruik restwarmte verkeer en 2.9%
2.9%
50.0%
vervoer
gebouwde 0.8% omgeving
0.5%
60.0%
doorlopende
0%
0
40%
biobrandstof en/of
efficiency
duurzaam geproduceerd
verbetering
waterstof
doorlopende
0%
0
40%
gebouwgebonden
efficiency
windenergie, zonne-
verbetering
energie, evt. biomassa
0%
0
90%
0%
0
100%
of micro WKK (op biobrandstof of waterstof), warmtepompen
Tabel S1: Overzicht per sector van de maatregelen. CO2 reductie is aangegeven in procenten ten opzichte van frozen efficiency (gelijkblijvende efficiency, bijvoorbeeld van processen). *hier wordt een range aangegeven: de percentages variëren per bedrijf/proces (voor meer detail, zie bijlage 2). **Door de inzet van biomassa in combinatie met CO2 opslag kan meer dan 100% CO2 reductie gerealiseerd worden.
X
JANUARI
2006
Zeeland CO2 neutraal in 2050
Verloop CO2 uitstoot richting 2050 Op basis van aannames voor de groei van de verschillende sectoren en de inschatting van het effect van de maatregelen is het verloop van de CO2 uitstoot voor Zeeland geschetst (zie figuur S8). In deze figuur is te zien dat de uitstoot blijft stijgen bij frozen efficiency (gelijkblijvende efficiency) en business as usual (BAU, efficiencyverbetering volgens het huidige beleid). De verschillende lijnen daaronder tonen het effect van extra efficiencyverbetering, ketenefficiency en CO2 opslag. CO2 neutraliteit is dus haalbaar volgens deze verkenning, er is zelfs nog enige speelruimte waardoor CO2 opslag na 2043 kan worden uitgefaseerd. CO2 uitstoot Zeeland Frozen efficiency
35 30
optie 1
25 20 optie 1, 2
M ton CO2
15 10
optie 1, 2, 3
5 optie 1, 2, 3, 4
0 2000
2005
2010
2015
2020
2025
2030
2035
2040
2045
2050
-5 business as usual
-10
Figuur S8: Verkenning van de CO2 uitstoot voor Zeeland tot 2050. Optie 1 zijn extra energie efficiency maatregelen, optie 2: maatregelen ter verbetering van de ketenefficiency, optie 3: de inzet van duurzame energie en biomassa als grondstof in ind ustriële processen en optie 4 is CO2 opslag.
Zeeland CO2 neutraal in 2050
JANUARI
2006
XI
Conclusies • Zeeland stoot relatief veel CO2 uit en deze uitstoot groeide de afgelopen jaren snel. Per inwoner is de Zeeuwse uitstoot met 39 ton per jaar ruim drie maal het landelijk gemiddelde en zelfs veel meer dan de VS. Dit wordt veroorzaakt door de aanwezigheid van energie-intensieve industrie (die ook voor elders produceert) en het relatief lage inwoneraantal. Het maakt de Zeeuwse economie kwetsbaar voor schommelingen in de energieprijs of in de prijs van CO2 emissierechten. • De Zeeuwse industrie (inclusief energieproductie) veroorzaakt de hoofdmoot (84%) van de Zeeuwse CO2 emissies. Maar ook in de andere sectoren (verkeer en vervoer en gebouwde omgeving) heeft Zeeland de hoogste CO2 uitstoot per inwoner vergeleken met andere Nederlandse provincies. • De door de ZMF voorgestelde CO2 neutrale situatie voor Zeeland is haalbaar voor 2050, maar alleen als de industriële CO2 uitstoot drastisch wordt gereduceerd. Om dit doel te halen zijn verregaande efficiency verbeteringen nodig in alle sectoren. Daarnaast zal veel duurzame energie moeten worden opgewekt, hoofdzakelijk door windparken op de Noordzee en de inzet van biomassa als brandstof voor energiecentrales en als grondstof in productieprocessen. Het potentieel van Zeeuwse landbouw om biomassa te telen levert een CO2 reductie van enkele procenten op4, er zal dus veel biomassa moeten worden geïmporteerd. Tenslotte zal een flink deel van de resterende CO2 moeten worden (15-30%) afgevangen en opgeslagen. • Met de door de ZMF voorgestelde CO2 neutraliteit in 2050 gaat Zeeland een stap verder dan EU en nationale doelstellingen (60-80% in 2050). • Om deze energietransitie te laten slagen is een vertaling in een plan van aanpak en daadkrachtig beleid nodig, gericht op verandering en op het stimuleren van innovatie. Hiermee kan Zeeland de eerste Nederlandse provincie zijn met een ambitieuze doelstelling en effectieve aanpak. Hoofdaanbeveling: De industrie (inclusief elektriciteitsopwekking) veroorzaakt verreweg het grootste deel van de Zeeuwse CO2 uitstoot. Het bereiken van energietransitie bij deze industrie is dus cruciaal om de ZMF doelstelling (100% CO2 reductie in 2050), maar ook de huidige nationale en EU doelstelling (60-80% CO2 reductie in 2050) te halen. Deze transitie rust op drie peilers: • Bereiken van extra efficiencyverbetering door innovatie; • Inzet van duurzame energie (voornamelijk biomassa en grootschalige windparken op zee) en conversie van een op olie, kolen en gas gebaseerde industrie naar één met biomassa als grondstof én brandstof voor de processen; • CO2 afvang en opslag. Actie: provincie Zeeland en de Zeeuwse industrie (inclusief elektriciteitsopwekking) dienen gezamenlijk een transitieroute uit te stippelen op basis van deze drie peilers.
4
1.2 Mton CO2 reductie (zie 4.4) op een BAU provinciale uitstoot van 22.5Mton is ca 5%.
XII
JANUARI
2006
Zeeland CO2 neutraal in 2050
Overige aanbevelingen: 1. Het ontwikkelen van een transitieroute voor de sector verkeer en vervoer gebaseerd op: • Inzet alternatieve brandstoffen (biobrandstoffen of aardgas en later waterstof) voor verkeer en scheepvaart. • Maatregelen gericht op de scheepvaart, zoals bijvoorbeeld aanbieden van walstroom voor (zee)schepen, tariefdifferentiatie van havengelden voor ‘schone schepen’, invoeren snelheidsbeperking tot efficiënte snelheden, stimuleren van innovatie (betere aandrijvingen en rompvormen). Actie: provincie Zeeland en de Zeeuwse gemeentes dienen het initiatief te nemen voor het opstellen van deze transitieroute. 2. Het ontwikkelen van een transitieroute voor de sector gebouwde omgeving gebaseerd op: • Verregaande reductie van warmtevraag door zeer energiezuinige nieuwbouw en isolatie bij bestaande bouw • Inzet van duurzame bronnen (gebouwgebonden wind energie, PV, zonneboilers, warmtepompen en biobrandstof WKK) voor het (decentrale) opwekken van de resterende energie Actie: provincie Zeeland, Zeeuwse gemeentes, Delta en de woningcorporaties dienen het initiatief te nemen voor het opstellen van deze transitieroute. 3. De uitvoering en CO2 reductie van de drie transitieroutes dient te worden gemonitord en gerapporteerd. Actie: provincie Zeeland. De belangrijkste acties die nu al direct kunnen worden genomen, zijn: 1. Voor elk van de drie sectoren dient een transitieroute te worden ontwikkeld. Het instellen van een energie innovatieprogramma ter stimulering van Zeeuwse duurzame energie en energiebesparingsprojecten is cruciaal voor uitvoering van de drie transitieroutes. In overleg met Delta zou dit programma deels kunnen worden ingericht met het geld dat beschikbaar komt uit het openhouden van de kerncentrale. Gelden uit het programma moeten beschikbaar komen voor additionele energie innovatie in alle drie de sectoren en niet opgaan aan het behalen van reeds bestaande doelstellingen of verplichtingen. Actie: provincie Zeeland, Delta, Zeeuwse Milieufederatie, ministerie van VROM, belanghebbenden uit de drie sectoren.
Zeeland CO2 neutraal in 2050
JANUARI
2006
XIII
2. Het vestigingsbeleid moet zich richten op het aantrekken van innovatieve bedrijven die in symbiose met bestaande industrie kunnen werken (o.a. gebruik reststoffen, restwarmte), of kunnen bijdragen aan de vermindering van de CO2 emissies van de Zeeuwse economie. • stimulering van WKK in de industrie en WKK integratie op bedrijventerreinen, of aantrekken van bedrijven die warmte kunnen gebruiken van andere bedrijven met restwarmte of mogelijkheid hebben voor vergroting van het WKK potentieel, • stimuleren warmtelevering van industrie aan derden (gebouwde omgeving, landbouw, recreatie), • reserveren locaties voor grootschalige duurzame energieopwekking (biomassa, windenergie op zee). Actie: provincie Zeeland, gemeentes, Zeeland Seaports. 3. Het stimuleren van de benutting van zonne-energie (PV) door het instellen van een reële terugleververgoeding (circa 50 cent/kWh) in Zeeland. Dit kan als Delta het huidige groene stroomtarief een fractie verhoogt en kan nieuwe banen opleveren in deze sector in Zeeland (zie verder bijlage 1). Actie: De aandeelhouders van Delta (provincie Zeeland, gemeentes) zouden hierop moeten aandringen bij Delta. 4. Zeeuwse gemeentes, zorginstellingen en woningcorporaties moeten veel strengere eisen stellen aan nieuw te bouwen woningen (energieverbruik 40% lager dan de EPC) en streng toezien op de naleving; Actie: provincie Zeeland, zorginstellingen, woningcorporaties en gemeentes. 5. Voor bestaande woningen en utiliteitsgebouwen moet een provinciale isolatiecampagne worden opgezet. Actie: provincie Zeeland, zorginstellingen, woningcorporaties. 6. Het faciliteren of stimuleren van een Zeeuws (revolving) fonds voor energiebesparing in de gebouwde omgeving van waar uit rendabele energiebesparende maatregelen direct kunnen worden voorgefinancierd. Actie: provincie Zeeland. 7. Verkeer en vervoer: • onderzoek naar, en pilot projecten met alternatieve brandstoffen in het verkeer en openbaar vervoer, • onderzoek naar en pilot projecten met CO2 reductie bij de scheepvaart. Actie: provincie Zeeland, Zeeland Seaports, Hogeschool Zeeland. Aanvullende maatregelen staan beschreven in hoofdstuk 4.
XIV
JANUARI
2006
Zeeland CO2 neutraal in 2050
Inhoudsopgave
Samenvatting
v
1
3
Inleiding 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
2
3 5 6 7 7
Klimaatbeleid en CO2 uitstoot
9
2.1 2.2 2.3 2.4 2.4.1
9 10 11 12
2.5 2.5.1 2.6 2.6.1
3
Klimaatverandering Groei energievraag, energieprijsontwikkeling Doel en focus van de studie Methodiek Opbouw van dit rapport
Klimaatbeleid CO2 uitstoot van Zeeland in perspectief CO2 uitstoot per sector Industrie (inclusief energievoorziening) en landbouw Aanname groei industrie (inclusief energie-productie) en landbouw Verkeer en vervoer Aanname groei verkeer en vervoer Gebouwde omgeving Aanname groei gebouwde omgeving
14 15 17 17 20
Opties voor reductie van CO2 uitstoot 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.5.1
21
Trias energetica Wat zijn de opties voor CO2 reductie? Industrie en landbouw Verkeer en vervoer Gebouwde omgeving Lange termijnvisie voor energieverbruik in de gebouwde omgeving
Zeeland CO2 neutraal in 2050
JANUARI
2006
21 22 23 26 29 29
1
4
Verkenning effect CO2 reducerende maatregelen tot 2050 4.1 4.2 4.3 4.4 4.4.1 4.4.2 4.4.3 4.4.4 4.4.5 4.4.6 4.4.7 4.5 4.6 4.7 4.7.1 4.7.2 4.7.3 4.7.4 4.7.5 4.8 4.8.1 4.8.2 4.8.3 4.8.4 4.8.5
5
Welk inzicht biedt deze verkenning? Welke aannames zijn er gedaan? Verkenning tot 2050 Hoeveel duurzame energie kan in Zeeland zelf worden opgewekt? Windenergie op zee Biomassa Duurzame energie scan Zeeland Fotovoltaïsche zonne-energie (PV) Warmtepompen Zonneboilers Golfenergie, energie uit de getijdenstroming en energie uit zoet en zout water CO2 opslag in of nabij Zeeland Verdeling van de maatregelen in 2050. Discussie Meerdere wegen leiden naar Rome… Zijn de effecten van de maatregelen stapelbaar? Concurrentiepositie Zeeuwse industrie Op tijd beginnen Kernenergie Suggestie concrete maatregelen Belangrijkste korte termijn acties Acties gebouwde omgeving Acties verkeer en vervoer Acties industrie(inclusief energievoorziening) en landbouw Duurzame energie
Conclusies en aanbevelingen 5.1 5.2
Conclusies Aanbevelingen
35 35 35 35 36 37 37 38 38 38 39 39 40 41 41 41 42 42 43 43 43 43 45 46 46 46
47 47 47
Bijlage 1 Opschaling zonne-energie (PV) in Zeeland
51
Bijlage 2 Overzicht maatregelen in tabelvorm
53
2
JANUARI
2006
Zeeland CO2 neutraal in 2050
1
Inleiding
1.1
Klimaatverandering
Ons klimaat verandert. De zeespiegel stijgt en de winters worden korter en de zomers warmer en natter5. Dit komt door de uitstoot van broeikasgassen. Het belangrijkste broeikasgas is kooldioxide of CO2. Dit broeikasgas komt vrij bij het verbranden van koolstofhoudende energiedragers zoals aardgas en kolen, bijvoorbeeld in elektriciteitscentrales en aardolieproducten (benzine, diesel, kerosine) in vliegtuigen en auto’s. CO2 uitstoot wordt dus vaak gekoppeld aan energieverbruik. Ondanks de risico’s van klimaatverandering (zie figuur 1) neemt de wereldwijde CO2 uitstoot nog steeds toe. Om deze risico’s te beperken is in het klimaatverdrag van Kyoto afgesproken om de CO2 uitstoot terug te brengen.
Figuur 1: Gevolgen van klimaatverandering in Nederland. De risico’s voor schade zijn gegeven voor zes sectoren en voor temperatuurstijgingen tot en met 3o Celsius. (bron RIVM 2005) .
5
KNMI rapport ‘de toestand van het klimaat in Nederland 2003’ http://www.knmi.nl/kenniscentrum/klimaatrapportage2003.pdf
Zeeland CO2 neutraal in 2050
JANUARI
2006
3
Om de klimaatverandering binnen veilige grenzen te houden, wijzen wetenschappers op het belang om het CO2 niveau in de atmosfeer niet verder te laten stijgen dan 450ppm (dit komt overeen met een gemiddelde temperatuurstijging van circa 2 graden Celsius in 21006). Dit niveau correspondeert met een wereldwijde reductie van CO2 emissies van 70-90 % ten opzichte van 1990. Deze reducties zullen vooral moeten plaatsvinden in de geïndustrialiseerde landen. Ook voor Nederland is een geleidelijke overstap naar duurzame energiebronnen (ook wel energietransitie genoemd) nodig. Het Ministerie van Economische Zaken heeft daarom ingezet op een reductie van broeikasgassen van 6080% in 20507. Dit betekent een ommezwaai in de manier waarop we met energie en fossiele brandstoffen omgaan.
Figuur 2 Totale binnenlandse CO2 emissie. SE is het ‘strong Europe’ verkenning, GE is het ‘global economy’ verkenning. (bron ECN/RIVM referentieramingen 2005-2020).
De Zeeuwse Milieufederatie wil dat Zeeland voorop loopt bij de energietransitie en zet in op CO2 neutraliteit (geen directe CO2 uitstoot afkomstig van inzet van fossiele brandstoffen) van Zeeland in 2050. Deze studie is bedoeld om bij te dragen aan de Zeeuwse discussie over energietransitie. De studie bespreekt de mogelijkheden om CO2 neutraliteit te bereiken en reikt een aantal concrete maatregelen aan voor de korte en lange termijn.
6
proefschrift Nichlas Höhne http://www.ecofys.de/de/news/pressemitteilungen/Dissertationniklashohne.htm 7 Energierapport 2005, pag. 8.
4
JANUARI
2006
Zeeland CO2 neutraal in 2050
1.2
Groei energievraag, energieprijsontwikkeling
Behalve de risico’s van klimaatverandering is er nog een tweede reden om ons grondig te beraden op onze energievoorziening. De wereld energiebehoefte groeit in een hoog tempo. In sommige regio’s is de groei zo snel dat delen van de energievoorzieningsketen tekenen van overbelasting beginnen te vertonen. Dit heeft, samen met een aantal andere factoren, geresulteerd in de huidige hoge olieprijzen. Deze olieprijzen zullen waarschijnlijk de komende jaren wel hoog blijven8. Ook de Zeeuwse bedrijven en huishoudens hebben last van de stijging van de energieprijzen. Een verminderde afhankelijkheid van fossiele brandstoffen kan de concurrentiepositie van de Zeeuwse industrie verbeteren. Een lager energieverbruik door de Zeeuwse huishoudens komt de koopkracht van deze huishoudens ten goede.
Figuur 3: ontwikkeling aardgasprijzen (excl. BTW) (bron ECN 2005).
Het is van belang dat we onze afhankelijkheid van fossiele brandstoffen snel verminderen. Het bereiken van (een mate van) CO2 neutraliteit is een manier om dit te bereiken.
8
IMF, bijv. http://www.imf.org/external/np/pp/eng/2005/092105o.htm , OECD economic outlook interim assessment sept 2005: http://www.oecd.org/dataoecd/50/27/35310111.pdf
Zeeland CO2 neutraal in 2050
JANUARI
2006
5
Figuur 4: Historisch verloop van de prijzen van emissierechten vanaf juli 2005 (bron: www.pointcarbon.com). Om aan de opgelegde verplichting te kunnen voldoen, kunnen bedrijven CO2 emissierechten kopen binnen het Europese Emissiehandel systeem (EU ETS) of zelf hun eigen emissies reduceren.
1.3
Doel en focus van de studie
Het doel van deze studie is het verkennen van de mogelijkheden voor CO2 neutraliteit in Zeeland in 2050. Verder dient deze studie om inzicht te geven wat Zeeland zelf kan bijdragen aan een duurzame energievoorziening en wat moet worden ‘geïmporteerd’ en worden aanbevelingen gedaan voor concrete vervolgstappen en worden maatregelen voorgesteld. CO2 is het belangrijkste broeikasgas. Andere broeikasgassen zoals lachgas, methaan, CFK’s en PFC’s zijn op termijn te vervangen/ uit te faseren. Daarmee wordt CO2 op de lange termijn het gas dat het meeste zal bijdragen aan het broeikaseffect. Vanwege het verkennende karakter beperken we ons in deze studie tot CO2. In deze studie worden de mogelijkheden verkend voor een CO2 neutrale situatie van Zeeland in 2050. Het beantwoorden van gedetailleerde specifieke vragen valt buiten de scope van deze verkenning. We bespreken de mogelijke oplossingsrichtingen, niet de oplossingen zelf. U zult bijvoorbeeld niet terugvinden wat het effect van grootschalige decentrale duurzame energieopwekking is voor de onbalans in het elektriciteitsnet. Of waar precies de windturbines op zee moeten komen te staan en wat het kost, maar wel het technisch potentieel: hoeveel windenergie we op het Zeeuwse stuk van de Noordzee kwijt kunnen en hoeveel CO2 uitstoot daarmee wordt gereduceerd.
6
JANUARI
2006
Zeeland CO2 neutraal in 2050
1.4
Methodiek
Voor het samenstellen van het verloop van de CO2 uitstoot tot 2050 is de volgende methode gebruikt: Eerst is de Zeeuwse uitstoot opgedeeld in drie sectoren: industrie (inclusief elektriciteitsopwekking) en landbouw, verkeer en vervoer en gebouwde omgeving. Vervolgens is per sector op basis van beschikbare informatie (ECN/RIVM referentie ramingen, CPB groeicijfers, provinciale informatie en andere studies en verkenningen) de fysieke groei ingeschat voor de periode tot 2050 bij gelijkblijvende efficiency (zogenaamde frozen efficiency). Vervolgens is de business as usual (BAU) efficiency verbetering ingeschat, dat wil zeggen , de efficiency verbetering bij het huidige beleid. Daarna is het effect van de beschikbare CO2 reducerende maatregelen ingeschat. Hiermee is het verloop van de CO2 uitstoot (het resultaat van de groei en het effect van alle maatregelen) tot 2050 berekend. 1.5
Opbouw van dit rapport
In hoofstuk 2 staat de status van de CO2 uitstoot in Zeeland beschreven. Hoofdstuk 3 beschrijft de opties om CO2 te reduceren. In hoofdstuk 4 wordt de verkenning tot 2050 geschetst en besproken, gevolgd door een opsomming van maatregelen. In hoofdstuk 5 staan de conclusies en aanbevelingen.
Zeeland CO2 neutraal in 2050
JANUARI
2006
7
8
JANUARI
2006
Zeeland CO2 neutraal in 2050
2
Klimaatbeleid en CO2 uitstoot
In dit hoofdstuk wordt eerst een overzicht gegeven van het klimaatbeleid en de Zeeuwse CO2 uitstoot. Vervolgens wordt deze uitstoot vergeleken met die van andere provincies, in perspectief geplaatst en de groei voor de periode tot 2050 ingeschat. 2.1
Klimaatbeleid
In het kader van het klimaatverdrag van Kyoto moet de EU de uitstoot van broeikasgassen met 8% reduceren in 20109. Voor Nederland geldt een reductie van 6%. Er is echter een veel zwaardere inspanning nodig om het broeikaseffect een halt toe te roepen. Dit besef vindt langzaam maar zeker zijn weg in nieuw klimaatbeleid. Sommige landen of staten hebben al een doelstelling voor 2050: Californië wil een 80% reductie van broeikasgassen bereiken in 2050, Frankrijk 75% en het Verenigd Koningrijk een reductie van 60%. In EU verband is door de EU milieuministers in maart 2005 een doelstelling aangenomen van 60-80% broeikasgasreductie in 2050. Inmiddels bestaat er een functionerend EU emissie handelssysteem (ETS) waarmee grote Europese bedrijven in emissies kunnen handelen. Dit handelssysteem geeft bedrijven de keuze tussen zelf CO2 uitstoot reduceren tot een opgelegd plafond of het inkopen van CO2 emissierechten van andere bedrijven: ook in andere Europese landen wordt de CO2 uitstoot aan banden gelegd. Het Nederlandse beleid is om op de lange termijn een duurzame energievoorziening te realiseren. Dat betekent dat de uitstoot van broeikasgassen de komende decennia 60-80% omlaag moet10. Nederland bereidt hiervoor de energietransitie voor: een geleidelijke overstap naar een duurzame energievoorziening. De provincie Zeeland heeft in 2001 het Actieprogramma energiebesparing en duurzame energie gepubliceerd. Dit actieprogramma heeft een looptijd tot 2006, evenals het Provinciale milieubeleidsplan ‘Groen Licht’. De provinciale doelstelling voor CO2 reductie is 2.5Mton (in 2006) ten opzichte van 199611, waarvan de industrie 80% moet realiseren.
9 Om precies te zijn: de reductie van 8% geldt ten opzichte van de uitstoot van 1990 en moet gemiddeld over de periode 2008-2012 bereikt zijn. 10 Energierapport 2005, pag. 8. 11 Actieprogramma energiebesparing en duurzame energie tabel A pagina 4. http://www.zeeland.nl/loket/publicaties/rapporten/energiebesparing_actie
Zeeland CO2 neutraal in 2050
JANUARI
2006
9
De provincie Zeeland en tien Zeeuwse gemeentes12 hebben klimaatbeleid opgesteld en daarvoor in 2004 BANS13 subsidie aangevraagd bij het ministerie van VROM. Voor de gemeentes betekent dit dat ze naast vrijwillig te kiezen thema’s, de komende jaren aandacht moeten besteden aan de bevordering van duurzame energie en energiebesparing in de woningbouw. Energiebedrijf Delta heeft als doelstelling om 9% van de elektriciteit duurzaam op te wekken in 2010. 2.2
CO2 uitstoot van Zeeland in perspectief
De totale CO2 uitstoot in Nederland neemt toe. Onderstaande grafiek toont de CO2 uitstoot per provincie in de jaren 1990, 1995 en 2002. Deze groei geldt zeker ook voor Zeeland: waar de totale Nederlandse emissies over die periode zijn toegenomen met 13%, zijn de emissies in Zeeland gestegen met 43% ten opzichte van 1990 (!).
CO2 uitstoot per provincie 35,000,000 30,000,000 ton CO2
25,000,000 20,000,000 15,000,000 10,000,000 5,000,000 0 1990
1995
2002
Drenthe Flevoland Friesland Gelderland Groningen Limburg Noord Brabant Noord Holland Overijssel Utrecht Zeeland
Figuur 5: CO2 uitstoot per provincie (bron ministerie van VROM).
Beschouwen we de uitstoot per inwoner, dan valt Zeeland op vanwege de hoge uitstoot vergeleken met de andere provincies: ruim drie maal het landelijk gemiddelde. Dit komt door de aanwezigheid van veel zware industrie in combinatie met een laag inwoneraantal.
12
Dit zijn: Vlissingen, Middelburg en Veere, Schouwen Duiveland, Sluis, Hulst en Terneuzen, Reimerswaal, Borssele, Goes. 13 Beleidsakkoord nieuwe stijl: een subsidieprogramma van het ministerie van VROM voor klimaatbeleid bij gemeentes en provincies.
10
JANUARI
2006
Zeeland CO2 neutraal in 2050
45.00 40.00 35.00 30.00 25.00 20.00 15.00 10.00 5.00 -
N ed er la nd D re nt he Fl ev ol an Fr d ie sl an G d el de rla nd G ro ni ng en L im N oo bu rd r Br g N a oo ba nt rd H ol la nd O ve rij ss el U tre ch t Ze el Zu an d id H ol la nd VS *
ton CO2 per jaar
CO2 uitstoot per inwoner
Figuur 6 CO2
uitstoot per inwoner voor de Nederlandse provincies in 2002
( b r o n : m i n i s t e r i e v a n V R O M 14 e n C B S ) . T e r v e r g e l i j k i n g i s o o k d e u i t s t o o t v a n broeikasgassen (niet alleen CO2 maar ook de andere broeikasgassen) van de V e r e n i g d e S t a t e n v e r m e l d . * t o n C O 2 e q u i v a l e n t 15.
2.3
CO2 uitstoot per sector
Waar komt deze hoge Zeeuwse CO2 uitstoot en de sterke groei vandaan? Om dit te achterhalen verdelen we de emissies van de provincie Zeeland in drie afzonderlijke sectoren: • Industrie en landbouw: Hieronder valt alle industrie, afvalverwijdering, bouw, de energiesector en de landbouw. • Gebouwde omgeving: Hieronder vallen consumenten, drinkwaterproductie en handel, diensten en overheid. • Verkeer en vervoer: hieronder valt alle verkeer, wegtransport, binnenvaart en zeescheepvaart, luchtvaart, openbaar vervoer en vervoer over spoor. De volgende taartdiagrammen tonen de opbouw van de Zeeuwse en Nederlandse CO2 uitstoot in 2002. Deze uitstoot is verdeeld over de drie sectoren. Wat onmiddellijk opvalt, is dat het grootste deel van de CO2 uitstoot in Zeeland afkomstig is van industrie en landbouw. Ook valt elektriciteitsopwekking hieronder.
14 15
Emissie registratie, mei 2005 Ecofys rapport WWF Climate scorecards. 2005
Zeeland CO2 neutraal in 2050
JANUARI
2006
11
CO2 uitstoot Zeeland 2002
gebouwde omgeving 6%
CO2 uitstoot Nederland 2002
verkeer en vervoer 10%
verkeer en vervoer 22%
industrie en landbouw 62% gebouwde omgeving 16% industrie en landbouw 84%
Figuur
7:
sectoren
Verdeling verkeer
en
van
de
uitstoot
vervoer,
van
industrie
Zeeland (inclusief
en
Nederland
over
de
energieopwekking)
en
gebouwde omgeving (bron Ministerie van Vrom).
Dit grote aandeel CO2 uitstoot door industrie en landbouw komt doordat: 1. Zeeland relatief veel energie intensieve industrie heeft. 2. Zeeland netto exporteur is van elektriciteit, dus veel uitstoot voor andere provincies, ongeveer 40% van de in Zeeland opgewekte elektriciteit wordt ‘geëxporteerd’16. 3. Zeeland relatief dun bevolkt is, dus relatief lage uitstoot in de andere sectoren.
2.4
Industrie (inclusief energievoorziening) en landbouw
Het is duidelijk dat de sector industrie (inclusief energievoorziening) en landbouw de hoofdmoot van de Zeeuwse CO2 uitstoot vormt. Zit daar dan ook de toename die de snelle (43%) groei van 1990 tot 2002 verklaart? In de volgende grafiek wordt de uitstoot van de Zeeuwse industrie en landbouw vergeleken met die van de overige provincies. Uit de grafiek blijkt dat de uitstoot van de Zeeuwse industrie en landbouw inderdaad flink is gestegen: in de periode ’90-2002 was er een groei van 48% ten opzichte van 1990. Later zullen we zien dat ook de uitstoot van de andere sectoren (verkeer en vervoer en gebouwde omgeving) is toegenomen, maar minder. Deze grote stijging wordt vooral veroorzaakt door de groei van productiecapaciteit bij DOW en de bouw van de ELSTA WKK centrale17. In Zeeland wordt ruim 99% van de CO2 uitstoot van de sector industrie en landbouw veroorzaakt door zeventien grote industriële bedrijven, waaronder de energieproducerende sector. De CO2 uitstoot van kleine bedrijven en van de landbouw valt daarbij in het niet.
16 17
Bron: Delta Energy Provincie Zeeland, dhr J. Jansen, november 2005
12
JANUARI
2006
Zeeland CO2 neutraal in 2050
CO2 uitstoot industrie en landbouw per provincie 25,000,000 Drenthe Flevoland Friesland Gelderland Groningen Limburg Noord Brabant Noord Holland Overijssel Utrecht Zeeland
ton CO2
20,000,000 15,000,000 10,000,000 5,000,000 0 1990
Figuur
7:
CO2
uitstoot
1995
van
2002
industrie
en
landbouw
per
provincie
(bron:
ministerie van VROM (emissieregistratie) 2005).
Bij de Zeeuwse industrie dragen DOW, EPZ18, Elsta, Yara, Total, Thermphos, Pechiney en Cerestar het meeste bij aan de CO2 emissie. De overige bedrijven hebben een aandeel van minder dan 1%. In de volgende figuur wordt dit duidelijk zichtbaar.
CO2 uitstoot Zeeuwse industrie 2003
Thermphos 8%
Pechiney 3%
Dow chemical 24%
EPZ 19%
Elsta 13%
Cerestar 2%
Total 12%
Yara 18%
Figuur 8: CO2 emissies van grote Zeeuwse industrie in 2003 (bron: Provincie Zeeland).
18
Dit getal is nog zonder de nieuw te bouwen gascentrale van Delta
Zeeland CO2 neutraal in 2050
JANUARI
2006
13
Opgemerkt moet worden dat Pechiney en Thermphos erg veel elektriciteit gebruiken maar zelf slechts een klein deel van de industriële CO2 uitstoten. In het systeem van emissieregistratie wordt alleen deze directe uitstoot aan het bedrijf toegerekend. Indien het elektriciteitsverbruik van Pechiney wordt omgerekend in CO2 uitstoot zou de bijdrage van Pechiney circa 13% en dat van Thermphos circa 5% van de totale industriële CO2 uitstoot in 2003 bedragen19. Tevens is ca 50% van de uitstoot van EPZ en ca 25% van de uitstoot van Elsta ten gevolge van elektriciteitslevering buiten de provincie Zeeland20. 2.4.1
Aanname groei industrie (inclusief energieproductie) en landbouw
Hoe ziet de Zeeuwse industrie en landbouw er uit in 2050? Het doen van een betrouwbare lange termijn voorspelling is heel moeilijk. De situatie in 2050 zal afhangen van de beschikbaarheid van fossiele brandstoffen (is er nog olie en gas?) en de prijs daarvan, en van vele economische en (geo-)politieke factoren. De Zeeuwse industrie is het afgelopen decennium flink gegroeid, zowel in uitstoot, als in fysieke output. Voor de verkenning wordt aangenomen dat er productiegroei blijft, zij het meer gematigd. Per bedrijfstak is een groeicijfer aangenomen, afkomstig van een raming van het DACES 2050 project van het UCE21 waarbij het A22 scenario (passend bij het Global Competition scenario van het CPB) werd aangehouden. DACES groeifactoren verkenning A
groei 2050 t.o.v.
bedrijfstak
Zeeuwse bedrijven
Non ferro
Pechiney
1995 (=100)
groei output per jaar*
100
0%
Petrochemistry
Dow, Total
270
1.82%
Inorganic chemistry
Thermphos
290
2.0%
Fertilizer
Yara
100
0%
Food
Cerestar
180
1%
Tabel
1:
Fysieke
output
groei
van
de
meest
relevante
industriële
bedrijfstakken volgens DACES 2050. Genoemde bedrijven stoten 67% van de CO2 uit van deze sector. *In de DACES studie wordt gerekend met groeicijfers afkomstig van het IPCC en CPB, van sommige sectoren verwacht men verdere groei in Nederland, van andere niet.
Voor de overige bedrijfstakken (inclusief energieopwekking (EPZ, Elsta, Delta, etc.)), wordt een groei van 2% per jaar van 2003 tot 2010 aangenomen en 1,5% per jaar vanaf 2010 tot 2050. 19
Gebruikte emissiefactor voor elektriciteit 0.566kg CO2/kWh Bron: Delta 21 Utrecht Centre for Energy research. Waarom DACES? Veel scenario studies berekenen de economische groei. Voor het berekenen van de uitstoot geeft DACES de fysieke groei cijfers (groei in tonnen product) in haar voorspellingen. 22 Het A scenario wordt gekaraktiseerd door snelle en succesvolle economische ontwikkeling. Internationale samenwerking en globalisering stimuleren ecomomische groei en wereldwijde verspreiding van technologie. Het A scenario in DACES 2050 is gebaseerd op het IPCC A1 scenario (IPCC 2000) 20
14
JANUARI
2006
Zeeland CO2 neutraal in 2050
2.5
Verkeer en vervoer
De tweede sector in grootte van CO2 uitstoot is verkeer en vervoer. Deze sector was in 2002 verantwoordelijk voor 10% van de Zeeuwse CO2 uitstoot. Vergeleken met andere provincies, heeft Zeeland verreweg de hoogste uitstoot per inwoner. Mogelijke oorzaken hiervoor zijn beperkte rol van het openbaar vervoer, de drukke scheepvaart en het grote aantal toeristen in de zomer.
4.5 4.0 3.5 3.0 2.5 2.0 1.5 1.0 0.5 0.0
N ed er la nd D re nt he Fl ev ol an d Fr ie sl an G d el de rla nd G ro ni ng en Li m N bu oo rg rd Br a N ba oo nt rd H ol la nd O ve rij ss el U tre ch t Ze el an Zu d id H ol la nd
ton CO2/ inwoner
CO2 uitstoot verkeer en vervoer per inwoner in 2002
Figuur 9: CO2
uitstoot van de sector verkeer en vervoer per provincie per
inwoner.
Wegverkeer (niet urbaan en urbaan) levert met 62% de grootste uitstoot in deze sector, gevolgd door de zeescheepvaart (26%) en de binnenscheepvaart (12%). De opties om CO2 te reduceren in deze sector worden besproken in hoofdstuk 3.
Zeeland CO2 neutraal in 2050
JANUARI
2006
15
CO2 uitstoot verkeer en vervoer Zeeland 2002 (VROM)
binnenscheepvaart
12% 26%
luchtvaart
0%
niet urbaan verkeer recreatievaart spoorwegen urbaan verkeer
43%
19%
zeescheepvaart 0% 0%
Figuur 10: Opbouw van de CO2
uitstoot van de uitstoot van verkeer en
vervoer in Zeeland (bron: ministerie van VROM).
Over de periode 1990-2002 is de uitstoot van verkeer en vervoer met 25% toegenomen. Niet-urbaan verkeer en scheepvaart groeiden bovengemiddeld. Luchtverkeer verelfvoudigde maar levert een relatief zeer kleine bijdrage aan de totale CO2 uitstoot in Zeeland.
CO2 uitstoot verkeer en vervoer Zeeland
ton
700,000 600,000
binnenscheepvaart
500,000
luchtvaart niet urbaan verkeer
400,000
recreatievaart
300,000
spoorwegen
200,000
urbaan verkeer
100,000
zeescheepvaart
0 1990
1995
2003
Figuur 11: Opbouw van de Co2 uitstoot van verkeer en vervoer in Zeeland (bron:
ministerie
van
VROM).
Wegverkeer
levert
verreweg
het
grootste
aandeel en stijgt nog steeds gestaag.
16
JANUARI
2006
Zeeland CO2 neutraal in 2050
2.5.1
Aanname groei verkeer en vervoer
De afgelopen jaren is met name het vrachtvervoer sterk gegroeid. Kijken we naar de toekomst dan zijn economische ontwikkeling en de olieprijs belangrijke variabelen in prognoses voor de mobiliteitsontwikkeling. Dit maakt het doen van uitspraken over de lange termijn groei lastig. Op basis van de beschikbare lange termijn scenario’s (DACES 2050, Nota Mobiliteit (Ministerie van VROM, 2004)) komen we tot de groeicijfers voor Zeeland. Hierbij is als wegingsfactor de verdeling van CO2 uitstoot zoals in figuur 9 gebruikt. Jaarlijkse groei t/m 2050 [%] Personenvervoer*
1%
Vrachtvervoer over de weg*
4%
Vrachtvervoer over water**
4%
Gemiddelde groei verkeer en vervoer op basis van weging voor Zeeland.
2.9%
Tabel 2: in de verkenning gehanteerde groeicijfers. *afgeleid van DACES 2050; ** VROM nota mobiliteit (2004): bulk vrachtvervoer per binnenschip groeit
40%
tot
2020
(ca
2%
per
jaar)
en
container
vervoer
groeide
de
afgelopen jaren 7-10%. Geschatte gemiddelde groei 4% per jaar, ook na 2020.
2.6
Gebouwde omgeving
De derde sector in grootte is de gebouwde omgeving (6% van de CO2 uitstoot in Zeeland). Het gaat hier om het gasverbruik want de emissies van elektriciteitsverbruik vallen onder de sector industrie en landbouw. Vergeleken met andere provincies, heeft Zeeland wederom de hoogste uitstoot per inwoner. Mogelijke oorzaken zijn de ruime bouwwijze en de achterblijvende nieuwbouw in Zeeland.
Zeeland CO2 neutraal in 2050
JANUARI
2006
17
CO2 uitstoot gebouwde omgeving per inwoner in 2002
ton CO2/ inwoner
2.5 2.0 1.5 1.0 0.5
N ed er la nd D re nt he Fl ev ol an d Fr ie sl an G d el de rla nd G ro ni ng en Li m N bu oo rg rd Br a N ba oo nt rd H ol la nd O ve rij ss el U tre ch t Ze el an Zu d id H ol la nd
0.0
Figuur 12: CO2
uitstoot van de sector gebouwde omgeving per provincie per
inwoner (bron: ministerie van VROM).
Van deze sector vormen de consumenten (huishoudens) het grootste aandeel in de CO2 uitstoot.
CO2 uitstoot gebouwde omgeving Zeeland 2002
Riolering en waterzuivering 2% handel, diensten en overheid 35%
consumenten 63%
drinkwater 0%
Figuur 13:
CO2
uitstoot van de gebouwde omgeving
in Zeeland
(bron:
ministerie van VROM).
18
JANUARI
2006
Zeeland CO2 neutraal in 2050
De volgende grafiek toont het verloop van de CO2 uitstoot van de gebouwde omgeving in Zeeland in de periode 1990-2002. Omdat uitstoot uit elektriciteitsopwekking bij industrie en landbouw is meegerekend, gaat het hier vooral om CO2 emissies door gasverbruik in deze sector. Dit gasverbruik wordt vooral veroorzaakt door ruimteverwarming, warm tapwaterverbruik en koken. De volgende grafiek toont eerst een lichte stijging en vervolgens een flinke daling van het deel van de uitstoot dat afkomstig is van consumenten. Oorzaken voor dit verloop kunnen zijn: • Mogelijke invloed van energieprijsstijgingen op consumenten. • Mogelijke invloed van het weer; • Volgen van de landelijke trend naar een licht dalend gasverbruik bij huishoudens en een stijgend elektriciteitsverbruik; • Besparingsmaatregelen bij consumenten in het kader van het Milieu Actie Plan (1990-2000) en de EPR regeling voor besparingsmaatregelen en zonneenergiesystemen (afgeschaft in 2004). Verder zien we dat de CO2 uitstoot van het segment handel, diensten en overheid flink is toegenomen in de periode ’90-2002 (9.3%). Co2 uitstoot gebouwde omgeving Zeeland 700,000 600,000
consumenten
ton
500,000
dinkwater
400,000
handel, diensten en overheid
300,000 200,000
riolering en waterzuivering
100,000 1990
Figuur
14:
CO2
uitstoot
1995
van
2002
de
gebouwde
omgeving
in
Zeeland
(bron:
ministerie van VROM 2005).
63% Van de CO2 uitstoot van de gebouwde omgeving wordt veroorzaakt door consumenten (huishoudens). De verwarming van woningen speelt hier een grote rol. De woningsector in Zeeland wordt gekenmerkt door23 een lagere woningproductie dan gepland. Groei van de woningvoorraad was in de periode 1995-2002 circa 11% tegen circa16% landelijk. Dat is dus een groei van circa 1,5% per jaar. Het provinciale beleid is gericht op de bouw van 1648 nieuwe woningen per jaar en een geplande netto groei van de totale woningvoorraad van 1500 woningen per jaar voor de periode 2005-2010 (ca 1% van de woningvoorraad). 23
Provinciale woonvisie 2004 (provincie Zeeland)
Zeeland CO2 neutraal in 2050
JANUARI
2006
19
De energetische kwaliteit van de Zeeuwse huurwoningen is onlangs onderzocht24. Uit dit onderzoek is gebleken dat slechts een zeer klein deel van de geïnventariseerde woningen een A of B label scoort.
Figuur 15: Zeeuwse huurwoningen naar energieklasse zoals geïnventariseerd in het project ‘Zeeland duurzaam aan de slag’ (Ecofys rapport E10134 (2005)).
2.6.1
Aanname groei gebouwde omgeving
Over de periode 1990-2002 daalde de uitstoot door consumenten, terwijl die van handel, diensten en overheid gestaag groeide. Per saldo groeide de uitstoot van de sector met 9% over deze periode. De geprognosticeerde Bevolkingsgroei stagneert in 2024 op ruim 386,000 waarna het aantal inwoners geleidelijk zal gaan afnemen25. Voor de verkenning is een fysieke groei van deze sector tot 2010 van 0.8% per jaar aangenomen26. Deze groei houdt pas met de geplande groei van de woningvoorraad. Voor de periode van 2010 tot 2050 is gerekend met een lichte groei van 0.5% per jaar.
24
Project Zeeland Duurzaam aan de slag- energie in strategisch voorraad beheer corporaties, waarin de woningvoorraad van 10 woningcorporaties in beeld is gebracht. http://www.zeeland.nl/bestuur_organisatie/beleid/duurzame_energie/nieuws/eindrapport 25 Bevolkingsprognose 2004 (provincie Zeeland) 26 Er zijn geen lange termijn cijfers gevonden voor de ontwikkeling van deze sector in Zeeland en de landelijke cijfers zijn voor Zeeland weinig representatief
20
JANUARI
2006
Zeeland CO2 neutraal in 2050
3
Opties voor reductie van CO2 uitstoot
Het doel van deze studie is het inschatten van de lange termijn CO2 reductie potentiëlen. Dit is vooral gedaan op basis van kennis die reeds aanwezig is bij Ecofys. Het gaat hier om lange termijn inschattingen van vooral technologische verbeteringen, niet om een gedetailleerde studie daarvan. Er is geen onderzoek gedaan bij Zeeuwse bedrijven. Voor deze studie was het budget beperkt, zij heeft daarom puur een verkennend karakter en bevat geen uitgebreide kosten/baten analyses. Daarvoor is nader onderzoek nodig. In het vorige hoofdstuk hebben we gezien dat de Zeeuwse CO2 uitstoot relatief hoog is en dat dit komt door het grote aandeel van de Zeeuwse industrie. De CO2 uitstoot van de sectoren verkeer en vervoer en gebouwde omgeving groeiden ook, maar die groei is meer gematigd. De vraag die nu rijst is de kernvraag van deze studie: Hoe buigen we de huidige Zeeuwse CO2 uitstoot zodanig om dat Zeeland CO2 neutraal is in het jaar 2050? In de komende paragrafen zullen we eerst in het algemeen en daarna sector voor sector de opties bespreken om vervolgens tot een verkenning te komen. 3.1
Trias energetica
Omdat het gebruik van fossiele brandstoffen al jaren ter discussie staat, is het logisch dat er gedachten zijn ontstaan om tot een methode te komen om dit gebruik zoveel als mogelijk te reduceren. Deze methode staat bekend als de “Trias Energetica”27. De stappen die hierin worden aangegeven zijn eigenlijk heel logisch: 1. Beperk de energieverliezen. 2. Pas duurzame energie toe waar dat kan. 3. En als dat niet meer kan, gebruik dan pas, liefst schone, fossiele energie. De Trias Energetica biedt een logische volgorde wanneer er een noodzaak is tot het beperken van het gebruik van fossiele brandstoffen.
27
SenterNovem: www.senternovem.nl
Zeeland CO2 neutraal in 2050
JANUARI
2006
21
3.2
Wat zijn de opties voor CO2 reductie?
De uitstoot van CO2 hangt in veel gevallen samen met het verbruik van energie. Deze energie is voor het overgrote deel afkomstig van fossiele brandstoffen. De eerste optie om CO2 emissies te reduceren is dan ook het verbeteren van de efficiency, of, anders gezegd, energiebesparen. In sommige processen gaat veel energie zitten in het omzetten van ruwe grondstoffen tot een bruikbaar halffabrikaat. Dit is bijvoorbeeld het geval bij de fabricage van sommige plastics en bij aluminium. Hier kunnen veel emissies worden vermeden door recycling. In andere gevallen kan het nuttige effect van het product worden verbeterd. In beide gevallen wordt dit bereikt door de efficiency van de keten van processen onder de loep te nemen en te verbeteren. Dit heet verbetering van de keten efficiency. Behalve met fossiele brandstoffen kan energie ook op schone wijze worden opgewekt, bijvoorbeeld met wind- en zonne-energie of door het inzetten van biobrandstof. Sommige vormen van duurzame energie zijn geschikt voor de gebouwde omgeving, terwijl andere vormen juist beter geschikt zijn voor grootschalige elektriciteitsopwekking om in de toekomst energiecentrales mee te vervangen. Daarnaast zijn er technologieën (zoals osmotische energieopwekking of electrodialyse) die veelbelovend zijn, maar nog niet marktrijp. Met duurzame energie wordt geen CO2 uitgestoten bij de productie van elektriciteit of waterstof. Biomassa kan, bijvoorbeeld in de vorm van hout, schillen of pitten maar ook in de vorm van oliën of vetten worden verbrand of vergist. Tevens kan biomassa soms worden ingezet als grondstof voor chemische processen in plaats van aardolie waardoor ook in het fabricageproces minder CO2 wordt uitgestoten. Bij sommige industriële processen kan CO2 worden afgevangen en opgeslagen om te voorkomen dat het als broeikasgas in de atmosfeer terechtkomt. Deze CO2 moet dan langdurig ondergronds worden opgeborgen, bijvoorbeeld in een leeg aardgasveld of in een ondergrondse waterlaag. Deze optie noemen we CO2 opslag. CO2 opslag kan niet onbeperkt worden toegepast, maar kan wel als tijdelijke optie worden ingezet ter overbrugging van de periode dat nog niet alle energie duurzaam kan worden opgewekt. Als een installatie wordt vervangen door een duurzame energie installatie die op biobrandstof werkt en de CO2 wordt afgevangen en opgeslagen dan is het in principe mogelijk om meer dan 100%28 CO2 uitstoot te reduceren. In de volgende paragrafen wordt de inzet van deze opties per sector besproken.
28
Bij de inzet van biomassa als brandstof is per saldo de CO2 uitstoot nul, tenminste wanneer de
biomassa weer wordt aangeplant (die dan weer CO2 uit de atmosfeer vastlegt). Als vervolgens de CO2 die bij verbranding van deze biomassa weer wordt afgevangen en opgeslagen, wordt per saldo dus meer dan 100% CO2 vastgelegd
22
JANUARI
2006
Zeeland CO2 neutraal in 2050
3.3
Industrie en landbouw
Ook elektriciteitsproductie wordt tot de sector industrie en landbouw gerekend. In Zeeland wordt veel elektriciteit opgewekt, ook voor andere provincies. Een overzicht van de het in Zeeland opgestelde vermogen voor elektriciteitsopwekking wordt gegeven in de onderstaande tabel: Centrale
Eigenaar
Vermogen
Opmerkingen
Jaarproductie
[MW] Kolencentrale Borssele
EPZ
405
MWh* Biomassa bijstook: nu 6%,
3,037,500
doel voor 2010: 12% Kerncentrale Borssele
EPZ
450
3,600,000
Diverse WKK gas
Delta, Cerestar
100
500,000
Elsta WKK installatie
DOW/EPZ
475
3,250,000
Nieuwe Sloecentrale
Delta + nog niet
800
(gas); geplande in
nader genoemde
bedrijfsname in 2007/8
partner
installaties
Yara
Vergunningsaanvraag ligt bij
6,000,000
de Raad van State
100
Windenergie
Delta, E-connection,
600,000
80
Zeeuwind, diverse anderen Zonne-energie (PV)
160,000
Gem. Middelburg,
0.8
W.Z.E., provincie Zeeland, scholen, diverse anderen Totaal
640 2,410.8
17,148,140
Tabel 3: overzicht van elektriciteitsopwekking in Zeeland. Circa 40% van het opgewekte
vermogen
wordt
buiten
Zeeland
geleverd
(Bron:
Delta
2005,
Zeeuwse Atlas voor Duurzaamheid).
Efficiency verbetering De energie efficiency verbetering valt in twee delen uiteen: de business-as-usual (BAU) efficiency verbetering, dat wil zeggen de efficiency verbetering zonder beleidsondersteuning, anders dan het huidige ingezette beleid, en de extra efficiency verbetering, waarvoor nieuw beleid nodig is. Beiden worden berekend ten opzichte van de frozen efficiency (huidige) situatie. De BAU efficiency verbetering is aangenomen op 0,7% per jaar29. De extra efficiency verbetering die mogelijk is, verschilt van proces tot proces, zie hiervoor tabel 4
29
Eigen inschatting Ecofys, Ernst Worrell
Zeeland CO2 neutraal in 2050
JANUARI
2006
23
Ketenefficiency Bij enkele bedrijven is het mogelijk om door recycling van materialen (PE, PP, PS komen het meest in aanmerking) om energie te besparen. Het gaat hier om DOW en Pechiney. Daarnaast kan bij kunstmestproducent Yara circa 15% CO2 gereduceerd worden door innovatie in de keten: andere manieren om stikstof bij de plant te krijgen30. Aanname inzet duurzame energie Duurzame energiebronnen kunnen op verschillende manieren worden ingezet in deze sector. Er is hier alleen gekeken naar grootschalige opties bij de grote energieverbruikers: • Energiecentrales (Elsta, EPZ): biobrandstof kan worden ingezet ter vervanging van de huidige fossiele brandstoffen. Verder kan veel elektriciteit worden opgewekt door windenergie op zee (zie ook 4.4). • Inzet van biomassa als grondstof en brandstof in de processen van DOW, Total, Yara, Cerestar, Thermphos, etc. In paragraaf 4.4 staat beschreven hoeveel duurzame energie Zeeland zelf kan opwekken. Aanname inzet CO2 opslag CO2 opslag is goed mogelijk bij bepaalde industriële processen waar gemakkelijk CO2 kan worden ‘afgetapt’ om vervolgens onder de grond op te slaan in acquifers, steenkoollagen of oude gasvelden. In de onderstaande tabel staat de potentieelschatting waar we mee rekenen in de verkenning voor 2050. Voor Zeeland zijn er indicaties (zie 4.5) dat er potentieel is, maar is nog niet in detail onderzocht of er geschikte locaties zijn en bij welke CO2 prijs een samenwerking tussen CO2 producerende industrie voldoende schaalvoordeel oplevert voor CO2 opslag in of net buiten Zeeland.
30
Op dit moment wordt stikstof uit de lucht vastgelegd door het maken van ammoniak. Door op een andere manier stikstof vast te leggen (op chemische wijze of in de plant) kan de CO2 uitstoot omlaag. Het gaat hier in feite om een nieuw business concept, een bepaalde manier om stikstof naar de plant te brengen. Dissertatie Jeroen de Beer, Universiteit Utrecht, pag. 233
24
JANUARI
2006
Zeeland CO2 neutraal in 2050
Totale CO2 reductie In de volgende tabel staat het totale CO2 reducerend effect (als percentage van de ‘frozen’ efficiency) van de hierboven besproken maatregelen. In onze verkenning wordt dit effect wordt geleidelijk bereikt in de periode tot 2050. Een gedetailleerder overzicht met uitleg welke maatregelen in welke periode gaan spelen, vindt u in bijlage 2. Bedrijf
Energie efficiency (ten opzichte
Keten
Duurzame
CO2
Totale CO2
van frozen efficiency)*
efficiency
energie**
opslag***
reductie****
EPZ
15.0%
0%
85%
50%
150.0%
Elsta
15.0%
0%
85%
50%
150.0%
Deltius
35.0%
0%
0%
0%
35.0%
Seaway
35.0%
0%
0%
0%
35.0%
Airliquide
35.0%
0%
0%
0%
35.0%
Schelde
35.0%
0%
0%
0%
35.0%
Broomchemie
35.0%
0%
0%
0%
35.0%
Total
50.0%
0%
50%
35%
135.0%
Yara
35.0%
15%
10%
45%
105.0%
Zuidchemie
35.0%
0%
0%
0%
35.0%
Cerestar
42.5%
0%
40%
0%
82.5%
Dow
45.0%
25%
20%
40%
130.0%
Kosa
35.0%
0%
0%
0%
35.0%
Eastman
35.0%
0%
0%
0%
35.0%
Atofina
35.0%
0%
0%
0%
35.0%
Pechiney
65.0%
15%
0%
0%
80.0%
Thermphos
48.0%
0%
10%
20%
78.0%
Tabel 4: Het CO2 reducerend effect van de verschillende maatregelen ten opzichte van frozen ef ficiency. *inzetten van WKK installaties, verbeteren efficiency van processen, etc; **wind op zee, inzet biomassa; *** afvang en opslag CO2
bij processen waar dit mogelijk is; ****meer dan 100% CO2
reductie is in enkele gevallen mogelijk wanneer CO2 van het verstoken van biomassa wordt afgevangen en opgeslagen.
Zeeland CO2 neutraal in 2050
JANUARI
2006
25
3.4
Verkeer en vervoer
Bij de sector verkeer en vervoer worden alleen efficiency verbetering en de inzet van duurzame energie in beschouwing genomen. De andere opties zijn niet moeilijk toepasbaar in deze sector. De ontwikkelingen in deze sector zijn sterk afhankelijk van mondiale ontwikkelingen (olieprijs, ontwikkeling en aanbod van schone voertuigen). Efficiency verbetering verkeer en vervoer De efficiencyverbetering voor transport wordt momenteel bepaald door onder meer de volgende ontwikkelingen: • De CO2 efficiencyverbetering van de voertuigen zelf. Deze wordt momenteel vooral gestuurd door de convenanten tussen de EU en de Europese (ACEA), Japanse (JAMA) en Koreaanse (KAMA) automobielfabrikanten. Binnen deze verdragen streeft de automobielindustrie naar het bereiken van een CO2 emissie per gereden kilometer van 140 g/km (ca 5.4 l/100 km)voor het gemiddelde wagenpark, te bereiken in 2008 (ACEA) en 2009 (JAMA, KAMA). • Modal shift31. De perspectieven voor het vervangen van wegtransport door rails of water zijn landelijk aan grenzen gebonden, maar kunnen op regionale schaal mogelijk wel van betekenis zijn. • Beïnvloeding van het aankoopgedrag door onder meer de stijgende brandstofprijzen en de differentiatie van de BPM belasting naar CO2 uitstoot aan de ene kant en het imago en comfort van voertuigen als de sports utility vehicles (SUV’s) aan de andere kant. • Rijstijl en gedragsbeïnvloeding door training en technische hulpmiddelen. Een voorbeeld hiervan is het Novem programma Het Nieuwe Rijden.
31 Modal shift: het vervangen van inefficiente vormen van transport door andere, efficientere vormen. Bijvoorbeeld het vervangen van autovervoer door trein of fiets
26
JANUARI
2006
Zeeland CO2 neutraal in 2050
Onderstaande figuur toont de CO2 emissies van het gemiddelde Nederlands wagenpark vergeleken met de te behalen CO2 emissies van voertuigen van de ACEA fabrikanten.
[g/km]
CO2 emissies personenwagens
220 210 200 190 180 170 160 150 140 130 120 1990
Benzine (nieuw ) Diesel (nieuw )
NL w agenpark
NL w agenpark (ongew ijzigd beleid)
2000
2010
2020
Figuur 16: CO2 emissies per kilometer voor bestaande en nieuwe voertuigen en een prognose op basis van prestaties van nieuwe auto’s en het effect op h e t t o t a l e w a g e n p a r k ( b r o n S t a t l i n e ) 32
Bij ongewijzigd beleid zal op basis van het ACEA convenant33 de gemiddelde CO2 uitstoot van het Nederlandse wagenpark uitkomen op 147 g/km (circa 6.7 l/100km). Hierbij is uitgegaan van een percentage dieselvoertuigen van 25% en een levensduur van 15 jaar per voertuig. Op de lange termijn (2050) is verdere efficiency verbetering tot 35g/km (circa 1.4l /100km) haalbaar34. Voor de periode 2000 tot 2010 spreken we dus van een jaarlijkse efficiency verbetering van (zie figuur 15) 21% in 10 jaar. Uitgaande van een gemiddelde Europese uitstoot op een niveau van 140 g/km in 2009 moet een aangescherpt beleid leiden tot een extra verbetering van de efficiency met 75% over de periode 2010-2050. Naast wegverkeer levert de scheepvaart een flinke bijdrage aan de uitstoot in deze sector. De DACES 2050 studie doet helaas geen uitspraken over de scheepvaart. Verder is vooral de zeescheepvaart een lastig te reguleren sector. Toch kunnen er efficiency verbeteringen worden geboekt in de aandrijving (schroefvorm en whale tail principe), het varen op efficiënte snelheden, tariefdifferentiatie voor ‘schone’ en ‘vervuilende’ schepen in havens35 en kan het aandeel duurzame energie worden vergroot door walaansluitingen (op groene stroom) aan te leggen en door een overstap naar biobrandstoffen of waterstof op de langere termijn.
32
statline.cbs.nl SEC (2004) 140, Brussel. Implementing the Community Strategy to Reduce CO2 Emissions from Cars: fourth annual report on the effectiveness of the strategy 34 K. Blok (Ecofys), DACES 2050 final report september 2001. 35 CE rapport Charges for Barges, dec. 2004. H. van Essen e.a. 33
Zeeland CO2 neutraal in 2050
JANUARI
2006
27
Al met al schatten we de totale efficiency verbetering ten opzichte van frozen efficiency in op 50%. In de verkenning voor 2050 zullen we hiermee verder rekenen. Inzet van duurzame energie Onderstaande figuur toont de mogelijkheden voor het inzetten van duurzame energie voor het wegverkeer. Het huidige beleid van de EU stimuleert het bijmengen van biobrandstof. Hiervoor bestaat een EU richtlijn voor het Europese brandstofverbruik voor transport. 2% van de brandstof moet uit biobrandstoffen afkomstig zijn in 2005, toenemend tot 5.75% in 2010. De CO2 reductie ten opzichte van frozen efficiency als gevolg van de inzet van duurzame energie schatten we in op 40%. In de verkenning voor 2050 zullen we hiermee verder rekenen.
Anno nu
Diesel (fossiel)
Tot 2010
Diesel (fossiel)
Tot 2020
Diesel (fossiel)
Na 2020
Diesel (fossiel)
Figuur
17:
Benzine (fossiel)
LPG (fossiel) Benzine (fossiel)
Aardgas (fossiel)
FT diesel (fossiel)
Biodiesel 5% (koolzaad)
Bioethanol 5% (suiker/zetmeel)
LPG (fossiel)
Methaan (natte biomassa) Benzine (fossiel)
FT diesel (fossiel)
waterstof (fossiel)
FT diesel (alle biomassa)
Bioethanol (alle biomassa)
Methaan (alle biomassa)
LPG (fossiel) Benzine (fossiel)
FT diesel (fossiel)
LPG (fossiel)
toekomstvisie
schone
waterstof (fossiel)
FT diesel (alle biomassa)
Bioethanol (alle biomassa)
Methaan (alle biomassa)
Waterstof (duurzaam)
brandstoffen
voor
wegverkeer
(bron:
Ecofys). De groene opties zijn de Duurzame Energie opties.
28
JANUARI
2006
Zeeland CO2 neutraal in 2050
Totale CO2 reductie In de onderstaande tabel staat het resultaat van de besproken maatregelen. Jaarlijkse groei Jaarlijkse groei
Efficiency
Energy efficiency Duurzame
Totale
t/m 2010 [%]
verbetering
(ten opzichte van
energie in
CO2
t/m 2010
frozen efficiency)
2050
reductie
> 2010 [%]
in 2050 Verkeer en vervoer
1.2%
1.4%
1.9%
50%
40%
90%
Tabel 5: Aannames voor de verkenning voor 2050.
3.5
Gebouwde omgeving
In de gebouwde omgeving in Zeeland wordt 6% van de Zeeuwse CO2 uitgestoten. Daar is de uitstoot afkomstig uit de opwekking van elektriciteit niet bij meegerekend, immers, energiecentrales zijn al bij industrie en landbouw meegenomen36. 3.5.1
Lange termijnvisie voor energieverbruik in de gebouwde omgeving
Het energieverbruik in de gebouwde omgeving kan drastisch verminderen door een forse energiebesparing en het lokaal produceren van duurzame energie. Ook kan de efficiëntie van conversieprocessen verder verbeteren zolang voor de resterende energievraag in de gebouwde omgeving nog fossiele brandstoffen nodig zijn. Dit is niet alleen de visie van Ecofys maar ook van het ministerie van Economische Zaken, ECN37 en TNO. In het kader van de energietransitie (de overgang naar een duurzame energievoorziening) waarop het ministerie van economische zaken heeft ingezet, zijn een aantal zogenaamde transitiepaden uitgezet. Eén daarvan is het transitiepad ‘energiebesparing in de gebouwde omgeving’. Dit transitiepad mikt op een reductie van 30% primaire energie in de gebouwde omgeving in 2020. Volgens dit transitiepad zou het huidige tempo van aardgasbesparing van ca 1% efficiënter per jaar, moeten verdubbelen. Naar verwachting zal in de toekomst elektriciteit een steeds grotere rol gaan spelen in de toekomstige energievoorziening. Dit is een trend die we nu al kunnen waarnemen .De meeste gebouwen zullen dus voorzien zijn van een elektriciteitsaansluiting en sommige gebouwen zullen zijn aangesloten op een lokaal warmtenet of gasnet. In één toekomstvisie kan dat gas waterstof of synthetisch gas afkomstig van biomassa zijn. De keuze tussen verwarming op elektriciteit (bijvoorbeeld via warmtepompen), uit het warmtenet of door gas, zal afhangen van locale parameters (zoals de capaciteit van het net, bodemgesteldheid, aanwezigheid restwarmte, etc.) en economische factoren.
36
Volgens IPCC methodiek moeten CO2 emissies meetellen op de plaats waar ze worden uitgestoten. 37 http://www.buildingfuture.org/bfovisie.pdf
Zeeland CO2 neutraal in 2050
JANUARI
2006
29
In deze visie gaan we er van uit dat veel gebouwen (een deel van) hun eigen elektriciteit (duurzaam) opwekken. Het elektriciteitsnet kan fungeren als buffer, maar mogelijk hebben gebouwen ook een kleine buffermogelijkheid. De vraag naar elektriciteit uit het net en het aanbod van duurzaam opgewekte elektriciteit kan sterk variëren. Hierdoor zullen heel andere eisen worden gesteld aan dit net en zal dit net, evenals het beheer ervan, moeten veranderen. Omdat dat de levensduur van de meeste gebouwen meer dan 50 jaar bedraagt, en het bouwtempo in Zeeland tamelijk laag is38, moet nu al begonnen worden met het bouwen van zeer energiezuinige gebouwen met een EPC39 ver onder de wettelijke eis en een eigen duurzame energiesysteem. Om te demonstreren dat dit nu al goed mogelijk is, ontwikkelt een Ecofys zusterbedrijf projecten in de gebouwde omgeving, waaronder het eerste CO2 neutrale kantoorgebouw in Nederland40. Daarnaast hebben diverse steden, o.m. Den Haag, de ambitie om CO2 neutrale stad te worden.41 Efficiency verbetering De afgelopen tien jaar is de gasprijs voor kleinverbruikers ruim verdubbeld. De grafiek in hoofdstuk 1 toont het prijsverloop. Als deze prijsontwikkeling de komende jaren doorzet, zal de terugverdientijd van energiebesparende maatregelen verder verbeteren. Voor huishoudens, maar ook voor scholen en bedrijven kan het voor het in de hand houden van de energierekening nodig zijn om voortdurend te blijven investeren in energiebesparende maatregelen. Welke maatregelen zijn mogelijk om de energie efficiency van de gebouwde omgeving te verbeteren? In de gebouwde omgeving gaat het om reeds bestaande en nieuw te bouwen gebouwen. Sommige maatregelen zullen het gasverbruik beïnvloeden, andere maatregelen het elektriciteitsverbruik. Bestaande gebouwen zullen energiezuinig moeten worden gemaakt door middel van: • Het verbeteren van de isolatiegraad (betere isolatie van muren, dak, vloer en beglazing) en tochtwering. • Het verbeteren van de gebouw beheerssystemen. • Het toepassen van energie-efficiënte apparatuur voor verwarming en koeling, verlichting, communicatie en huishoudelijke en kantoorapparatuur. • Beperken van de koellast door zonwering. • (warm tap) waterbesparende maatregelen. Sommige maatregelen hebben een korte terugverdientijd en kunnen direct worden genomen, andere maatregelen dienen te worden genomen op een natuurlijk moment, bijvoorbeeld wanneer er een renovatie plaatsvindt. 38
Voor woningbouw bedraagt het bouwtempo de komende jaren 1648 nieuw te bouwen woningen per jaar (bron: provinciale woonvisie 2004) 39 Energie Prestatie Coefficient: maat voor het energieverbruik van een gebouw 40 http://www.senternovem.nl/energietransitie/nieuw_gas/experimenten_bij_hoofdrouten/ Energieneutrale_kantoren_Palmtorens_Nieuwegein.asp 41 http://www.denhaag.nl/smartsite.html?id=39911
30
JANUARI
2006
Zeeland CO2 neutraal in 2050
Nieuw te bouwen gebouwen kunnen direct zeer energiezuinig worden gebouwd door het verder verbeteren van de isolatiegraad. Zogenaamde passieve woningen hoeven nog nauwelijks te worden verwarmd. De meerkosten hiervan zijn minder hoog dan vaak wordt verondersteld en sterk afhankelijk van de bouwwijze. Bovendien wordt vaak vooral gekeken naar de investeringskosten en onvoldoende naar de exploitatielasten. Vanwege de kosten van aanpassing is bestaande bouw duurder CO2 neutraal te maken dan nieuwbouw. Het is aan te bevelen om extra duurzame energie op te wekken bij de nieuwbouw ten behoeve van de minder efficiënte bestaande bouw zodat per saldo toch CO2 neutraliteit kan worden bereikt in de gebouwde omgeving in 2050. Voor onze verkenning wordt de efficiency verbetering bij gelijk beleid (BAU) aangenomen op 1% per jaar42. In de verkenning is verder gerekend met 60% CO2 reductie door extra efficiency verbetering voor de periode 2010-2050 ten opzichte van frozen efficiency. Dit is ruwweg een verdubbeling van het huidige tempo van efficiency verbetering.
42
SenterNovem publicatie over transitiepad gebouwde omgeving, download 19 oktober 2005. http://www.senternovem.nl/energietransitie/nieuw_gas/transitiepaden/energiebesparingindegeb ouwdeomgeving.asp
Zeeland CO2 neutraal in 2050
JANUARI
2006
31
Inzet van duurzame energie Naast het energiezuinig maken van utiliteitsgebouwen en woningen, zal ook duurzame energie moeten worden opgewekt om de gebouwde omgeving per saldo energie nul te maken. Er zijn verschillende mogelijkheden, elk met zijn eigen voor en nadelen: Voordelen Zonneboiler
Nadelen
Nu al bijna rendabel, verdere prijsreductie mogelijk
Zonnepanelen
Stil, geen onderhoud nodig en
(nog) Duur, maar rond 2015-
door handige particulieren zelf aan
2020 kan tegen consu-
te brengen op de eigen woning.
mentenprijzen zonnestroom
Hierdoor kan vaak een flink deel
worden opgewekt.43
van het eigen stroomverbruik zelf worden opgewekt. Gebouwgebonden windturbine
Levert ‘s winters meer energie dan
Onderhoud nodig.
's zomers Warmtepompen
Kan worden gebruikt om efficiënt
Meestal pas rendabel bij
te koelen en te verwarmen
grote warmte/koude vraag.
Micro WKK systeem op waterstof of
Maakt het sturen van locale de
Voor waterstof is een apart
syn gas (een duurzame variant op
opwekking van elektriciteit
distributienet nodig.
aardgas afkomstig uit biomassa)
mogelijk
Voorlopig zal de micro WKK op aardgas werken*.
Biobrandstof WKK
Maakt het sturen van locale de
Flinke locale warmtevraag
opwekking van elektriciteit
nodig.
mogelijk Biobrandstof gestookte CV ketels
Tabel
6:
omgeving.
Overzicht *Dit
van
levert
Kan op hout gestookt worden
duurzame ook
(nog) duur
energiemaatregelen
20-30%
CO2
reductie
voor
de
en
kan
op
gebouwde dus
tussenoplossing zijn.
43
Transitiepad Zonnestroom, website Holland Solar: www.hollandsolar.nl
32
JANUARI
2006
Zeeland CO2 neutraal in 2050
een
In de verkenning is gerekend met 60% CO2 reductie door extra energie efficiency en 40% door het toepassen van duurzame energie (zie tabel 7).
Sector
Jaarlijkse
Gebouwde
BAU Jaarlijkse
Efficiency
Energie
Duurzame
Totale CO2
groei t/m 2010 groei >
efficiency
verbetering
efficiency
energie
reductie
[%]
verbeteringen
t/m 2010
(ten
0.8%
Jaarlijkse
2010 [%]
0.5%
ten opzichte
opzichte
van frozen
van frozen
efficiency
efficiency)
1.0%
1.0%
60.0%
40%
100%
omgeving
Tabel
7:
Overzicht
van
aangenomen
groeifactoren
en
CO2
reducerende
maatregelen voor de gebouwde omgeving.
Zeeland CO2 neutraal in 2050
JANUARI
2006
33
34
JANUARI
2006
Zeeland CO2 neutraal in 2050
4
Verkenning effect CO2 reducerende maatregelen tot 2050
In dit hoofdstuk worden de mogelijkheden voor een CO2 neutrale situatie in 2050 verkend. 4.1
Welk inzicht biedt deze verkenning?
Deze verkenning is geen voorspelling van wat er gaat gebeuren in toekomst maar eerder een vooruitblik op mogelijke toekomsten. Het opstellen van een verkenning maakt het mogelijk de implicaties van bepaalde doelstellingen (zoals een CO2 neutrale situatie in het jaar 2050) inzichtelijk te maken. Het is dus een instrument dat we kunnen gebruiken om in te schatten welke acties nu al nodig zijn, om in 2050 op een CO2 neutrale situatie uit te kunnen komen. 4.2
Welke aannames zijn er gedaan?
De aannames die zijn gedaan over groei van de sectoren staan in hoofdstuk 2, de aannames ten aan zien van CO2 reductie staan in hoofdstuk 3. 4.3
Verkenning tot 2050
Met de eerder beschreven aannames voor de groei en inzet van de maatregelen zoals beschreven in hoofdstuk 3 is de volgende grafiek opgesteld. In deze grafiek geeft de frozen efficiency lijn aan wat er zou gebeuren als de efficiency niet verder zou verbeteren en de groei volgens de aannames gewoon door zou gaan. Het business as usual verkenning (BAU) laat zien hoe de uitstoot zich ontwikkelt als de efficiency verbetering het huidige beleid volgt: dus zonder nieuw beleid. De lijn daaronder laat zien wat er gebeurt als er extra efficiency wordt bereikt, hiervoor is een extra inspanning en nieuw beleid nodig. De lijn daaronder toont wat er gebeurt als ketenefficiency verder verbetert en de lijn daaronder toont het effect van grootschalige inzet van duurzame energie. De onderste lijn laat zien waar we kunnen komen als we ook CO2 opslag inzetten.
Zeeland CO2 neutraal in 2050
JANUARI
2006
35
CO2 uitstoot Zeeland Frozen efficiency
35 30
optie 1
25 20 optie 1, 2
M ton CO2
15 10
optie 1, 2, 3
5 optie 1, 2, 3, 4
0 2000
2005
2010
2015
2020
2025
2030
2035
2040
2045
2050
-5 business as usual
-10
F i g u u r 1 8 : v e r k e n n i n g v a n d e C O 2 u i t s t o o t v o o r Z e e l a n d t o t 2 0 5 0 44. O p t i e 1 zijn extra energie efficiency maatregelen, optie 2 maatregelen ter verbetering van de ketenefficiency, optie 3 de inzet van duurzame energie en biomassa als grondstof in industriële processen en optie 4 is CO2 opslag.
De grafiek toont dat CO2 neutraliteit in 2050 bereikt kan worden met het in hoofdstuk 3 beschreven pakket maatregelen en op basis van de huidige aannames. Er is zelfs enige ruimte voor tegenvallers. CO2 opslag dient als tijdelijke optie te worden ingezet en te worden uitgefaseerd op het moment dat er voldoende duurzame energie beschikbaar is. 4.4 Hoeveel duurzame worden opgewekt?
energie
kan
in
Zeeland
zelf
Zeeland beschikt over ruime mogelijkheden voor duurzame energie opwekking in vergelijking met andere Nederlandse provincies: het heeft relatief veel zonuren, veel wind en getijdestroming. Daarnaast is er veel landbouwgrond waarop biomassa kan worden geteeld. Ook voor het aanvoeren van biobrandstof per schip is Zeeland goed geëquipeerd: het beschikt over prima havenfaciliteiten. In de verkenning komt ruim een derde van de CO2 reductie voort uit de inzet van duurzame energie. Het is van belang te weten welk aandeel van de benodigde duurzame energie uit Zeeland zelf kan komen en welk deel zal moeten worden ingevoerd.
44
De nieuwe Sloe gascentrale is niet meegenomen
36
JANUARI
2006
Zeeland CO2 neutraal in 2050
4.4.1
Windenergie op zee
Op dit moment staat er 80MW45 aan windturbines opgesteld in Zeeland. Deze windturbines staan op land. De provinciale doelstelling is 250MW aan windturbines in 2010. Echt grootschalige energieopwekking met windenergie in Zeeland zal op zee moeten plaatsvinden. Voor de Zeeuwse kust op de Noordzee, buiten de 12 mijlszone, op het Nederlandse deel van het continentaal plat, en dus meestal uit het zicht, is een oppervlak van 440 vierkante kilometer beschikbaar buiten de vaarroutes voor de scheepvaart. Op dit moment is dit gebied gereserveerd voor winning van beton en metselzand. In dit gebied kan 3.500MW aan windturbines worden opgesteld (technisch potentieel). Met de huidige technologie zijn dat circa 1.000 grote windturbines. Met dit vermogen kan op de middellange termijn op jaarbasis circa 12.500.000 MWh aan elektriciteit worden opgewekt. Dit is vergelijkbaar met het huidige elektriciteitsverbruik van circa 3,8 miljoen huishoudens of ruim drie kerncentrales van het type Borsele en aanzienlijk meer dan de productie van alle huidige elektriciteitscentrales in Zeeland samen. Als 50% van de duurzame energie in 2050 moet worden opgewekt met windenergie is daarvoor dus ruim voldoende potentieel, maar er zal altijd elektriciteit uit andere bronnen of (wind)locaties nodig zijn voor momenten dat het hier niet of weinig waait. Naast windenergie op zee kan in de gebouwde omgeving gebruik gemaakt worden van gebouwgebonden (kleine) windturbines. Deze turbines maken op dit moment een snelle ontwikkeling door en kunnen op termijn bijdragen aan een grotere zekerheid van de duurzame energievoorziening in de gebouwde omgeving. 4.4.2
Biomassa
Op Zeeuwse landbouwgrond kan biomassa worden geteeld. Deze landbouwgrond is dan op dat moment niet beschikbaar voor voedsel productie. Er zijn verschillende gewassen mogelijk die biomassa kunnen leveren voor verschillende doeleinden. Biomassa teelt (houtachtige gewassen) levert ongeveer 10 ton droge stof per Ha per jaar oftewel 180 GJ/ha/jr (nu 10ton/ha). Het landbouw areaal voor Zeeland is 121.000 ha Daarmee is dus theoretisch 21.700TJ aan bio-energie te verbouwen. Als diezelfde hoeveelheid zou worden opgewekt met aardgas zou er 1,2 Mton CO2 per jaar bij vrijkomen. Dit komt overeen met bijna 10% van de huidige industriële uitstoot in Zeeland. In plaats van houtachtige gewassen is het ook mogelijk om koolzaad te kweken om biobrandstof mee te produceren. Kiezen we voor koolzaad, dan zouden we op het Zeeuwse landbouw areaal ruwweg 140.000 ton koolzaadolie kunnen verbouwen. Er is 40 a 50% extra energie nodig voor het verbouwen en verwerken. De netto hoeveelheid koolzaadolie komt overeen met ongeveer 2.6 tot 3.1 PJ energie. Dit correspondeert met een CO2 reductie van ongeveer 0.2-0.3 Mton wanneer de koolzaadolie dieselolie zou
45
Opgave Delta, november 2005
Zeeland CO2 neutraal in 2050
JANUARI
2006
37
vervangen. Deze gegevens zijn berekend op basis van de huidige technologie. In de toekomst zal de opbrengst door verbeterde technologieën nog kunnen stijgen. Ook in zee kan in de toekomst wellicht biomassa worden geteeld in de vorm van zeewier of algen. Deze technologie staat nog in de kinderschoenen en de toepasbaarheid en kansen voor Zeeland dienen te worden verkend. 4.4.3
Duurzame energie scan Zeeland
In 2003/04 is bij alle Zeeuwse gemeentes het potentieel voor duurzame energie geïnventariseerd in het kader van de Zeeuwse duurzame energiescan. De uitkomst van deze inventarisatie was een praktisch technisch potentieel. Het totale berekende duurzame energie potentieel (gebouwde omgevingsopties (zonneboilers, fotovoltaische zonneenergie en warmtepompen), biomassa reststromen en braakliggende gronden maar geen wind of waterkracht en evenmin grootschalige energieteelt) voor de provincie Zeeland komt op 3.6 PJ, wat overeenkomt met het (huidige primaire) energieverbruik van ruim 40.000 huishoudens (bijna 30% van de 137.000 Zeeuwse huishoudens). Dit is het potentieel dat kan worden gerealiseerd als een aanzienlijk deel van alle theoretische mogelijkheden wordt benut. Als dit zou worden opgewekt met aardgas zou daar 0.2 Mton CO2 per jaar bij vrijkomen. 4.4.4
Fotovoltaïsche zonne-energie (PV)
PV is een schone en stille manier om elektriciteit op te wekken. Voor een CO2 neutrale gebouwde omgeving zullen gebouwen zoveel mogelijk van zonnepanelen moeten worden voorzien. Het opwekken van elektriciteit met zonnepanelen biedt Zeeuwse huishoudens, kantoren en andere gebouwen de mogelijkheid om zelf een deel de benodigde energie op te wekken. Omdat zonnepanelen stille opwekkers zijn en weinig onderhoud vergen, zijn ze de afgelopen jaren populair geworden Op dit moment staat in Zeeland 800 kWp46 aan PV opgesteld. Dit levert jaarlijks ca 640MWh op. Daarmee is slechts een zeer klein deel van het potentieel benut. Volgens een recente studie van Holland Solar zal de prijs van elektriciteit uit zonnepanelen in 2025-2020 dalen tot de consumenten kWh prijs. In bijlage 1 wordt een suggestie gedaan hoe dit potentieel versneld kan worden omgezet in opgesteld PV vermogen. 4.4.5
Warmtepompen
Warmtepompen maken gebruik van omgevingswarmte en kunnen worden ingezet voor ruimte verwarming en koeling, tapwater verwarming, al dan niet in combinatie met seizoensopslag. Warmtepompen maken het mogelijk om CO2 neutraal te verwarmen of koelen door de inzet van groene stroom en zijn met name geschikt voor toepassing in de nieuwbouw.
46
Zeeuwse atlas voor duurzaamheid http://www.duurzaamzeeland.nl/zeeuwseatlas/10zonne_energie
38
JANUARI
2006
Zeeland CO2 neutraal in 2050
4.4.6
Zonneboilers
Zonneboilers voor warmtapwater voorziening voor huishoudens zijn nu al bijna rendabel. Een verdere reductie van de kostprijs en installatiekosten is mogelijk. Zonneboilers kunnen een belangrijke rol spelen bij het reduceren van de resterende warmtevraag bij super geïsoleerde woningen. Ook bij appartementsgebouwen of zorginstellingen kunnen (collectieve) zonneboiler systemen een rol spelen. Net als voor PV is ook voor deze vorm van zonne-energie van belang dat beperkende welstandsregels verdwijnen. 4.4.7
Golfenergie, energie uit de getijdenstroming en energie uit zoet en zout water
Door de ligging van Zeeland aan de kust kan golfenergie, getijde energie en energie uit zoet en zout water worden opgewekt. Golfenergie Het potentieel voor golfenergie op het Zeeuwse deel van de Noordzee is relatief beperkt, zeker in vergelijking met bijvoorbeeld de Atlantische kust. Dit heeft te maken met het feit dat ons deel van de Noordzee ondiep is en relatief beschut ligt. En hoewel de technologie om golf energie in elektriciteit om te zetten in ontwikkeling is, verwachten we niet dat golfenergie in 2050 een grote rol zal spelen in de energievoorziening van Zeeland. Getijde-energie Hoewel de Oosterschelde en Westerschelde flink stromen en het potentieel aanzienlijk is valt het bruikbare potentieel tegen47. Dit komt omdat in de Oosterschelde een deel van het getij zal kwijtraken als de ingaande en uitgaande stromen worden ‘afgeremd’ door turbines en dat is niet gewenst. In de Westerschelde is het bruikbare potentieel vooral aanwezig in de vaargeul, welke daarvoor niet gebruikt mag worden. Het resterende potentieel is 6.4MW met een geschatte opbrengst van 19.5 GWh. Dit komt overeen met het elektriciteitsverbruik van circa 6100 huishoudens. Energie uit de overgang van zoet naar zout water Uit de overgang van zoet naar zout water kan energie worden gewonnen met behulp van speciale membranen.48 Deze technologie moet nog verder worden ontwikkeld en zal pas over vijf tot tien jaar commercieel op de markt komen. Het potentieel voor Zeeland wordt geschat op ongeveer 100MW, hetgeen jaarlijks ongeveer 800GWh oplevert49. Dit komt overeen met het elektriciteitsverbruik van ca 250 000 huishoudens.
47
http://www.zeeland.nl/zeesterdoc/ZBI-O/ZEE/ZEE0/5002/500252_1.pdf en http://www.zeeland.nl/zeesterdoc/ZBI-O/ZEE/ZEE0/5005/500504_1.pdf 48 ecofys rapport STH02001 ‘Haalbaarheid osmotische energiewinning in Zeeland’ 49 Delta, J. Maas, 2005
Zeeland CO2 neutraal in 2050
JANUARI
2006
39
Concluderend kan worden gezegd dat er dus wel potentieel is voor golf-, getijde- en energie zoet en zout water, maar dat het nog niet rendabel is. We verwachten niet dat deze vormen van duurzame energie een grote rol zullen spelen voor Zeeland in 2050. 4.5
CO2 opslag in of nabij Zeeland
Er is de afgelopen jaren, zowel nationaal als internationaal veel onderzoek gedaan naar CO2 afvangst en opslag. De technologie wordt dan ook tot een zeer serieuze optie gerekend om de uitstoot van broeikasgassen substantieel te reduceren. Naast onderzoek worden er momenteel ook een aantal commerciële en demonstratie CO2-opslagprojecten uitgevoerd waarbij vele miljoenen tonnen CO2 per jaar zijn betrokken. Daarnaast staan er nog een flink aantal projecten in de planning. Er zijn verschillende opties voor het opslaan van CO2 in de bodem. Ten eerste kan gebruik gemaakt worden van oude olie- of gasvelden. Wanneer CO2 wordt ingezet om de olieproductie van een olieveld op te voeren kan dit nu al kosteneffectief zijn. Naast olie en gasvelden kan ook gebruik gemaakt worden van aquifers. Dit zijn ondergrondse waterdragende lagen. Tenslotte is het mogelijk om in steenkoollagen CO2 te persen. Hierdoor kan aardgas uit economisch niet mijnbare steenkool worden gehaald, terwijl de CO2 in de steenkool achterblijft. Over de geschiktheid van de Zeeuwse ondergrond voor CO2 opslag is niet veel bekend. Volgens TNO50 ligt Zeeland aan de rand van het Noordzeebekken en de lagen die het zo gunstig voor Noord-Nederland maken, zijn onder Zeeland niet op die manier aanwezig (te ondiep en waarschijnlijk ontbreekt een afsluitende laag). Er is echter wel een kalklaag (verkarste kalken) aanwezig. Ter illustratie, deze laag wordt in België gebruikt voor gasopslag. Deze kalklaag ligt onder het carboon (indicatie 1500-2000 meter diep, maar kan aan rand van Zeeland ook minder diep zijn). Over deze kalklaag is weinig bekend (er is weinig geboord en zijn weinig seismische gegevens bekend), maar kan potentieel wel als opslaglocatie dienen. Daarnaast is er een groot theoretisch potentieel voor de kolenlagen (maar de economie daarvan is nog steeds omstreden). P10 voor Zeeland (potentieel met kans van 10% dat het minder is ) = 889 Mt; P50 = 2109, P90 = 3790 Mt. Dit is in principe zeer veel (de totale Zeeuwse CO2 uitstoot was in 2002 ca 15 Mt) maar het is slechts een indicatie. Overigens is in deze schatting Zeeland wat ruimer genomen dan de provincie Zeeland. Maar omdat het om relatief grote hoeveelheden gaat, kan de CO2 ook over een afstand worden getransporteerd. In Zeeland liggen al een aantal grote aardgasleidingen. Het aanleggen van een CO2 leiding bij deze reeds bestaande aardgasleidingen maakt het leggen een stuk minder duur. Mogelijk kan dan gebruik gemaakt worden van een oud gasveld nabij Rotterdam om CO2 in op te slaan. Voor een industrieel proces waarbij zuivere CO2 vrijkomt, bijvoorbeeld bij kunstmestfabrikant Yara in Sluiskil, zou het afvangen, transporteren en opslaan van CO2, bij de huidige CO2 prijs, mogelijk al rendabel zijn51.
50 51
gesprek Ton Wildenborg van TNO-NITG en Chris Hendriks, Ecofys, op 21-11-05. Inschatting Chris Hendriks, Ecofys 2005.
40
JANUARI
2006
Zeeland CO2 neutraal in 2050
4.6
Verdeling van de maatregelen in 2050.
De maatregelen volgens de verkenning kunnen als volgt worden gepresenteerd. Het gaat hier om de verdeling van de CO2 reducerende maatregelen in het jaar 2050 zoals afgebeeld in figuur 18.
CO2 reductie in 2050 21%
31%
BAU E-eff extra E-eff keten efficiency duurzame energie CO2 opslag
39% 40% 7%
Figuur
19:
Opbouw
van
de
maatregelen
in
2050.
Het
totaal
van
deze
maatregelen levert meer dan 100% reductie (zie fig 18) vanwege de inzet van CO2 opslag.
4.7
Discussie
2050 is nog ver weg. Vele in dit rapport besproken ontwikkelingen zullen afhangen van geopolitieke factoren en de prijsontwikkeling van fossiele brandstoffen. In deze paragraaf worden enkele aspecten van de verkenning nader besproken. 4.7.1
Meerdere wegen leiden naar Rome…
In dit rapport worden de mogelijkheden beschreven om naar een CO2 neutrale situatie te komen voor Zeeland in 2050. Op basis van aannames en op dit moment bekende informatie zijn de mogelijkheden geschetst. De benodigde CO2 reductie kan op meerdere manieren worden bereikt, waarbij de ene route meer zal leunen op efficiency verbetering en de andere op de inzet van duurzame energie. Naar onze mening zal CO2 opslag moeten fungeren als tijdelijke optie ter overbrugging van de tijd die nodig is om een zuiver duurzame energievoorziening te realiseren.
Zeeland CO2 neutraal in 2050
JANUARI
2006
41
4.7.2 Zijn de effecten van de maatregelen stapelbaar? De effecten van de vier typen maatregelen (energie efficiency, keten efficiency, inzet duurzame energie en CO2 opslag) zijn niet overal zonder meer stapelbaar. Als een elektriciteitscentrale moet overschakelen op bepaalde biomassa als brandstof, kan het zijn dat het rendement terugloopt. Hetzelfde geldt voor het opslaan van CO2, waarmee op zichzelf ook weer energie verbruikt wordt. Het voert hier te ver om dit gedetailleerd per proces in kaart te brengen. Uit de verkenning blijkt echter dat er zelfs enige ruimte is voor tegenvallers. Maatregelen moeten ook kosteneffectief zijn. De vermeden kosten door het niet hoeven kopen van CO2 emissierechten moeten opwegen tegen de investeringskosten. 4.7.3
Concurrentiepositie Zeeuwse industrie
De zware industrie in Zeeland levert veel werkgelegenheid op. Deze industrie zou in Zeeland moeten blijven maar wel naar een CO2 neutrale situatie moeten toegroeien. Vanzelf zal het broeikaseffect niet verdwijnen en bovendien zullen fossiele brandstoffen geleidelijk opraken. Uitstellen helpt niet. Waarschijnlijk zullen de komende decennia de kosten voor CO2 emissies toenemen en de energiekosten hoog zijn. Uiteindelijk zal de transitie naar een CO2 neutrale situatie toch moeten plaatsvinden, of de industrie zal uit Zeeland verdwijnen naar oorden waar energie goedkoper is. De baten van de transitie zijn kostenreductie. Bovendien stimuleert de transitie innovatie, immers: schaarste leidt tot vindingrijkheid. Zodoende er zal een vraag ontstaan naar CO2 arme producten (waaronder energie) en diensten. Hier liggen kansen voor Zeeland. Volgens de MER startnotitie van windenergie ontwikkelaar Econnection levert de bouw van een 219MW windpark op zee levert ongeveer 1000 mensjaren werk op, en ongeveer 15 mensjaren structureel aan onderhoud en beheer52. Als Zeeland als enige provincie strenge eisen gaat stellen aan het beperken van de CO2 uitstoot van haar industrie, zal dit de concurrentiepositie van deze industrie in gevaar brengen. Echter, Zeeland is niet de enige plaats waar streng naar CO2 emissies zal worden gekeken. Er is vergaand Nederlands beleid (60-80% reductie in 205053) en in Europees verband zijn er afspraken gemaakt over verregaande CO2 reductie in 2050 (EU: 60-80%) welke zullen worden vertaald in beleid. Ook in Californië is een verregaande doelstelling voor CO2 reductie aangenomen (80% in 2050). Zeeland moet haar industrie ter zijde staan bij de transitie. Dat kan door het stimuleren van innovaties, het opzetten van kenniscentra, het gezamenlijk werken aan oplossingen zoals CO2 opslag en het stroomlijnen van procedures voor CO2 beperkende maatregelen en technologieën.
52
Startnotitie MER offshore windpark P15-WP, pag 6: http://www.minvenw.nl/cend/inspraakpunt/Images/Startnotitie%20P15-WP%20050211_tcm6983656.PDF 53 Ministerie van Economische Zaken: energie rapport 2005 ‘Nu voor later’
42
JANUARI
2006
Zeeland CO2 neutraal in 2050
4.7.4
Op tijd beginnen
Welke concrete maatregelen kunnen nu al worden genomen? De jaarlijkse Zeeuwse CO2 uitstoot neemt nog steeds snel toe. Hoe langer we wachten, hoe hoger de CO2 uitstoot in de atmosfeer wordt, des te minder tijd er resteert om de uitstoot terug te dringen (in een hoger tempo). Daarnaast worden er constant investeringen gepleegd (woningbouw, industriële installaties, infrastructuur, etc) met een lange levensduur. Het risico bestaat dat investeringen over een kortere periode moeten worden afgeschreven ten gevolge van aanscherpte milieu eisen en hogere energielasten in de toekomst. Daarmee bewijst de Zeeuwse samenleving zichzelf geen dienst. In de volgende paragraaf worden voorstellen gedaan voor concreet te nemen maatregelen. 4.7.5
Kernenergie
Kernenergie kan een rol spelen bij het reduceren van broeikasgassen. De vraag is of we dat willen. In deze visie zijn geen nieuwe kerncentrales nodig. Op termijn kan de kerncentrale worden gesloten en zal de energie op duurzame wijze moeten worden opgewekt. 4.8
Suggestie concrete maatregelen
De Zeeuwse industrie (inclusief elektriciteitsopwekking) veroorzaakt verreweg het grootste deel van de Zeeuwse CO2 uitstoot. Het bereiken van energietransitie bij de Zeeuwse industrie is dus cruciaal om de ZMF doelstelling (100% CO2 reductie in 2050), maar ook de huidige nationale doelstelling (60-80% CO2 reductie in 2050) te halen. In de volgende paragrafen worden maatregelen voorgesteld voor de korte en middellange termijn. 4.8.1
Belangrijkste korte termijn acties
Welke concrete acties zijn mogelijk op de korte termijn? Dit zijn acties die zich enerzijds richten op ontwikkeling van nieuw beleid en verder op bewustwording en anderzijds op het uitproberen van nieuwe technologieën en het doorontwikkelen, opschalen en demonstreren van marktrijpe energiezuinige technologie en het wegnemen van barrières voor de toepassing ervan. Hieronder worden een aantal maatregelen voorgesteld: 1. Het ontwikkelen van een energietransitieroute voor de industrie (inclusief elektriciteitsopwekking). Deze transitie rust op drie peilers: • Bereiken van extra efficiencyverbetering door innovatie. • Inzet van duurzame energie (voornamelijk biobrandstoffen en grootschalige windparken op zee) en conversie van een op olie, kolen en gas gebaseerde industrie naar één met biomassa als grondstof in industriële processen. • CO2 afvang en opslag. Actie: Provincie Zeeland en de Zeeuwse industrie (inclusief elektriciteitsopwekking) dienen gezamenlijk een transitieroute uit te stippelen op basis van deze drie peilers.
Zeeland CO2 neutraal in 2050
JANUARI
2006
43
2. Het ontwikkelen van een transitieroute voor de sector verkeer en vervoer gebaseerd op: • Inzet alternatieve brandstoffen (biobrandstoffen of aardgas en later waterstof) voor verkeer en scheepvaart. • Maatregelen gericht op de scheepvaart, zoals aanbieden van walstroom voor (zee)schepen, tariefdifferentiatie van havengelden voor ‘schone schepen’, invoeren snelheidsbeperking tot efficiënte snelheden, stimuleren van innovatie (betere aandrijvingen en rompvormen). Actie: Provincie Zeeland en de Zeeuwse gemeentes dienen het initiatief te nemen voor het opstellen van deze transitieroute. 3. Het ontwikkelen van een transitieroute voor de sector gebouwde omgeving gebaseerd op: • Vergaande reductie van warmtevraag door zeer energiezuinige nieuwbouw en isolatie bij bestaande bouw. • Inzet van duurzame bronnen (gebouwgebonden wind energie, PV, zonneboilers, warmtepompen en biobrandstof WKK) voor het (decentrale) opwekken van de resterende energie. Actie: Provincie Zeeland, Zeeuwse gemeentes, Delta en de woningcorporaties dienen het initiatief te nemen voor het opstellen van deze transitieroute. 4. De uitvoering en CO2 reductie van de drie transitieroutes dient te worden gemonitord en gerapporteerd. Actie: provincie Zeeland. 5. Een energie innovatieprogramma ter stimulering van Zeeuwse duurzame energie en energiebesparingsprojecten is cruciaal voor uitvoering van de drie transitieroutes. In overleg met Delta kan dit programma worden ingericht met het geld dat beschikbaar komt uit het openhouden van de kerncentrale. Gelden uit het programma moeten beschikbaar komen voor additionele energie innovatie in alle drie de sectoren en niet opgaan aan het behalen van reeds bestaande doelstellingen of verplichtingen. Actie: provincie Zeeland, Delta, Zeeuwse Milieufederatie, ministerie van VROM, belanghebbenden uit de drie sectoren. 6. Het vestigingsbeleid moet zich richten op het aantrekken van innovatieve bedrijven die in symbiose met bestaande industrie kunnen werken (o.a. gebruik reststoffen, restwarmte), of kunnen bijdragen aan de vermindering van de CO2 emissies van de Zeeuwse economie. • Stimulering van WKK in de industrie en WKK integratie op bedrijfsterreinen, of aantrekken van bedrijven die warmte kunnen gebruiken van andere bedrijven met restwarmte of mogelijkheid hebben voor vergroting van het WKK potentieel. • Onderzoek naar mogelijkheden voor warmtelevering van industrie aan derden (gebouwde omgeving, landbouw, recreatie). Actie: provincie Zeeland, gemeentes, Zeeland Seaports.
44
JANUARI
2006
Zeeland CO2 neutraal in 2050
7. Het stimuleren van de benutting van zonne-energie (PV) door het instellen van een reële teruglever vergoeding (circa50 cent/kWh) in Zeeland. Dit kan als Delta het huidige groene stroomtarief een fractie (met 0.1 tot 0.2 cent/kWh) verhoogt en kan nieuwe banen opleveren in deze sector (zie verder bijlage 1). Actie: De aandeelhouders van Delta (provincie Zeeland, gemeentes) zouden hierop moeten aandringen bij Delta. 8. Zeeuwse gemeentes, zorginstellingen en woningcorporaties moeten veel strengere eisen stellen aan nieuw te bouwen woningen (EPC-40%) en streng toezien op de naleving; Actie: provincie Zeeland, zorginstellingen, woningcorporaties en gemeentes. 9. Voor bestaande woningen en utiliteitsgebouwen moet een provinciale isolatiecampagne worden opgezet. Actie: provincie Zeeland, zorginstellingen, woningcorporaties. 10. Het faciliteren van een Zeeuws (revolving) fonds voor energiebesparing in de gebouwde omgeving van waar uit rendabele energiebesparende maatregelen direct kunnen worden voorgefinancierd. Actie: provincie Zeeland. 11. Verkeer en vervoer: • Onderzoek naar de mogelijkheden voor de inzet van alternatieve brandstoffen in het verkeer. • Onderzoek naar de mogelijkheden van CO2 reductie bij de scheepvaart. Actie: provincie Zeeland. 4.8.2 • • •
•
• • •
Acties gebouwde omgeving
Voorbeeldprojecten in de woningbouw gericht op het per saldo CO2 neutraal maken van de gebouwde omgeving. Nieuwbouw: Demonstatieprojecten met CO2 neutrale woningen, -straat en -wijk en CO2 neutrale utiliteitsbouw (kantoren, scholen, sportgebouwen, etc.). Bestaande bouw: verregaande energiebesparende maatregelen in bestaande bouw: grondige na-isolatie van gebouwen, stimuleren van duurzame energie opwekking op/bij bestaande gebouwen, micro WKK. Demonstratieprojecten met gebouwgebonden DE opwekking: zonne-energie, biomassa ketels/WKK, individuele en collectieve warmtepompen, gebouwgebonden windturbines. Stimuleringsplan voor inzet van industriële restwarmte in de gebouwde omgeving. Versterking energiebewustzijn van de Zeeuwse bevolking. Dit kan bijvoorbeeld door het uitbreiden van de aandacht voor energie op scholen. Verscherpen controle op de EPC tijdens de bouw door de Zeeuwse gemeentes.
Zeeland CO2 neutraal in 2050
JANUARI
2006
45
4.8.3 • • • • •
Acties verkeer en vervoer
Onderzoeken mogelijkheden voor aanpak CO2 emissies van de scheepvaart; Ontmoedigingsbeleid voor energie inefficiënte voertuigen; Stimuleren energiebesparing door goed openbaar vervoer, autodelen en fietsbeleid; Stimulering van proeven met alternatieve brandstoffen, voor scheepvaart, personenen vrachtverkeer; Aanbrengen van walstroomaansluitingen voor de scheepvaart in de Zeeuwse havens.
4.8.4 Acties industrie(inclusief en landbouw •
• • • • •
• •
Kennisontwikkeling in Zeeland op het gebied van conversie van op olie, kolen en gas gebaseerde industriële processen naar processen op basis van biologische grondstoffen. Vestigingsbeleid richten op energie extensieve bedrijven, ondersteunen van huidige industrie bij de energietransitie. Oprichten platform voor CO2 opslag. Proef met CO2 opslag van een cluster Zeeuwse bedrijven. Duurzame industrieterreinen: samenwerken industrie te stimuleren door de overheid. Stroomlijnen vergunningsprocedures voor CO2 reducerende installaties en technologieën. Stimuleren van ontwikkeling en productie van Zeeuwse CO2 neutrale producten en onderzoeken welke kansen er voor de Zeeuwse industrie er liggen op het gebied van duurzame energie technologie. Stimuleren van WKK projecten. Ontwikkelen en stimuleren van CO2 neutrale glastuinbouw.
4.8.5 • • • • • • • •
46
energievoorziening)
Duurzame energie
Het (vervroegd) realiseren van de provinciale doelstelling voor windenergie op land in 2008. Oprichten kenniscentrum/platform voor biomassa en wind op zee. Onderzoeken marktkansen voor toeleverende bedrijven hiervoor. Invoeren van een kostendekkende terugleververgoeding voor duurzaam opgewekte elektriciteit in Zeeland via Delta. Zie bijlage 1. Reserveren locaties voor windparken op de Noordzee. Nieuwbouw: nieuwbouwwijken tenminste 70% zongericht verkavelen. Afzwakken van gemeentelijke welstandsregels die het gebruik van zonnepanelen of zonneboilers in de weg staan. Stimuleren van innovatieve duurzame energie technieken die met name in Zeeland toepasbaar zijn zoals energie uit zoet/zout water overgang en getijenergie. Monitoring en rapportage per gemeente van de opwekking van duurzame energie in Zeeland.
JANUARI
2006
Zeeland CO2 neutraal in 2050
5
Conclusies en aanbevelingen
5.1 •
Conclusies Zeeland stoot relatief veel CO2 uit en deze uitstoot groeide de afgelopen jaren snel. Per inwoner is de Zeeuwse uitstoot met 39 ton per jaar ruim drie maal het landelijk gemiddelde en zelfs veel meer dan de VS. Dit wordt veroorzaakt door de aanwezigheid van energie-intensieve industrie (die ook voor elders produceert) en het relatief lage inwoneraantal. Het maakt de Zeeuwse economie kwetsbaar voor schommelingen in de energieprijs of in de prijs van CO2 emissierechten. De Zeeuwse industrie (inclusief energieproductie) veroorzaakt de hoofdmoot (84%) van de Zeeuwse CO2 emissies. Maar ook in de andere sectoren (verkeer en vervoer en gebouwde omgeving) heeft Zeeland de hoogste CO2 uitstoot per inwoner vergeleken met andere Nederlandse provincies. De door de ZMF voorgestelde CO2 neutrale situatie voor Zeeland is haalbaar voor 2050, maar alleen als de industriële CO2 uitstoot drastisch wordt gereduceerd. Om dit doel te halen zijn verregaande efficiency verbeteringen nodig in alle sectoren. Daarnaast zal veel duurzame energie moeten worden opgewekt, hoofdzakelijk door windparken op de Noordzee en de inzet van biomassa als brandstof in energiecentrales en als grondstof in productieprocessen. Het potentieel van Zeeuwse landbouw om biomassa te telen levert een CO2 reductie van enkele procenten op54, er zal dus veel biomassa moeten worden geïmporteerd. Tenslotte, zal een flink deel van de resterende CO2 moeten worden (15-30%) afgevangen en opgeslagen. CO2 opslag kan als overbruggingsmaatregel worden ingezet. Met de door de ZMF voorgestelde CO2 neutraliteit in 2050 gaat Zeeland een stap verder dan EU en nationale doelstellingen (60-80% in 2050). Om deze energietransitie te laten slagen is een vertaling in een plan van aanpak en daadkrachtig beleid nodig, gericht op verandering en op het stimuleren van innovatie. Hiermee kan Zeeland de eerste Nederlandse provincie zijn met een ambitieuze doelstelling en effectieve aanpak.
•
•
• •
5.2
Aanbevelingen
Hoofdaanbeveling: De industrie (inclusief elektriciteitsopwekking) veroorzaakt verreweg het grootste deel van de Zeeuwse CO2 uitstoot. Het bereiken van energietransitie bij deze industrie is dus cruciaal om de ZMF doelstelling (100% CO2 reductie in 2050), maar ook de huidige nationale en EU doelstelling (60-80% CO2 reductie in 2050) te halen.
54
1.2 Mton CO2 reductie (zie 4.4) op een BAU provinciale uitstoot van 22.5Mton is ca 5%
Zeeland CO2 neutraal in 2050
JANUARI
2006
47
Deze transitie rust op drie peilers: • Bereiken van extra efficiencyverbetering door innovatie. • Inzet van duurzame energie (voornamelijk biomassa en grootschalige windparken op zee) en conversie van een op olie, kolen en gas gebaseerde industrie naar één met biomassa als grondstof én brandstof voor de processen. • CO2 afvang en opslag. Actie: provincie Zeeland en de Zeeuwse industrie (inclusief elektriciteitsopwekking) dienen gezamenlijk een transitieroute uit te stippelen op basis van deze drie peilers. Overige aanbevelingen: 4. Het ontwikkelen van een transitieroute voor de sector verkeer en vervoer gebaseerd op: • Inzet alternatieve brandstoffen (biobrandstoffen of aardgas en later waterstof) voor verkeer en scheepvaart. • Maatregelen gericht op de scheepvaart, bijvoorbeeld aanbieden van walstroom voor (zee)schepen, tariefdifferentiatie van havengelden voor ‘schone schepen’, invoeren snelheidsbeperking tot efficiënte snelheden, stimuleren van innovatie (betere aandrijvingen en rompvormen). Actie: provincie Zeeland en de Zeeuwse gemeentes dienen het initiatief te nemen voor het opstellen van deze transitieroute. 5. Het ontwikkelen van een transitieroute voor de sector gebouwde omgeving gebaseerd op: • Verregaande reductie van warmtevraag door zeer energiezuinige nieuwbouw en isolatie bij bestaande bouw • Inzet van duurzame bronnen (gebouwgebonden wind energie, PV, zonneboilers, warmtepompen en biobrandstof WKK) voor het (decentrale) opwekken van de resterende energie Actie: provincie Zeeland, Zeeuwse gemeentes, Delta en de woningcorporaties dienen het initiatief te nemen voor het opstellen van deze transitieroute. 6. De uitvoering en CO2 reductie van de drie transitieroutes dient te worden gemonitord en gerapporteerd. Actie: provincie Zeeland. De belangrijkste acties die nu al direct kunnen worden genomen, zijn: 1. Voor elk van de drie sectoren dient een transitieroute te worden ontwikkeld. Het instellen van een energie innovatieprogramma ter stimulering van Zeeuwse duurzame energie en energiebesparingsprojecten is cruciaal voor uitvoering van de drie transitieroutes. In overleg met Delta zou dit programma deels kunnen worden ingericht met het geld dat beschikbaar komt uit het openhouden van de kerncentrale. Gelden uit het programma moeten beschikbaar komen voor additionele energie innovatie in alle drie de sectoren en niet opgaan aan het behalen van reeds bestaande doelstellingen of verplichtingen. Actie: provincie Zeeland, Delta, Zeeuwse Milieufederatie, ministerie van VROM, belanghebbenden uit de drie sectoren.
48
JANUARI
2006
Zeeland CO2 neutraal in 2050
Het vestigingsbeleid moet zich richten op het aantrekken van innovatieve bedrijven die in symbiose met bestaande industrie kunnen werken (o.a. gebruik reststoffen, restwarmte), of kunnen bijdragen aan de vermindering van de CO2 emissies van de Zeeuwse economie: • stimulering van WKK in de industrie en WKK integratie op bedrijventerreinen, of aantrekken van bedrijven die warmte kunnen gebruiken van andere bedrijven met restwarmte of mogelijkheid hebben voor vergroting van het WKK potentieel, • stimuleren warmtelevering van industrie aan derden (gebouwde omgeving, landbouw, recreatie), • reserveren locaties voor grootschalige duurzame energieopwekking (biomassa, windenergie op zee). Actie: provincie Zeeland, gemeentes, Zeeland Seaports. 2. Het stimuleren van de benutting van zonne-energie (PV) door het instellen van een reële terugleververgoeding (circa 50 cent/kWh) in Zeeland. Dit kan als Delta het huidige groene stroomtarief een fractie verhoogt en kan nieuwe banen opleveren in deze sector in Zeeland (zie verder bijlage 1). Actie: De aandeelhouders van Delta (provincie Zeeland, gemeentes) zouden hierop moeten aandringen bij Delta. 3. Zeeuwse gemeentes, zorginstellingen en woningcorporaties moeten veel strengere eisen stellen aan nieuw te bouwen woningen (energieverbruik 40% lager dan de EPC) en streng toezien op de naleving. Actie: provincie Zeeland, zorginstellingen, woningcorporaties en gemeentes. 4. Voor bestaande woningen en utiliteitsgebouwen moet een provinciale isolatiecampagne worden opgezet. Actie: provincie Zeeland, zorginstellingen, woningcorporaties. 5. Het faciliteren of stimuleren van een Zeeuws (revolving) fonds voor energiebesparing in de gebouwde omgeving van waar uit rendabele energiebesparende maatregelen direct kunnen worden voorgefinancierd. Actie: provincie Zeeland. 6. Verkeer en vervoer: • Onderzoek naar, en pilot projecten met alternatieve brandstoffen in het verkeer en openbaar vervoer. • Onderzoek naar en pilot projecten met CO2 reductie bij de scheepvaart. Actie: provincie Zeeland, Zeeland Seaports, Hogeschool Zeeland. Aanvullende maatregelen staan beschreven in hoofdstuk 4.
Zeeland CO2 neutraal in 2050
JANUARI
2006
49
50
JANUARI
2006
Zeeland CO2 neutraal in 2050
Bijlage 1 Opschaling zonne-energie (PV) in Zeeland
Opschaling zonne-energie (PV) in Zeeland: meng zonnestroom bij Zeeuws Groen. Na het afschaffen van de EPR subsidie op PV in 2003 is de verkoop van zonnepanelen sterk gedaald. Over 10 tot 15 jaar kan de kostprijs van een kWh aan zonnestroom gelijk zijn aan de consumenten kWh prijs (zie onderstaande figuur)55. Zonnestroom is dan dus rendabel voor consumenten. Hiervoor is een opschaling van de productie nodig, welke alleen kan worden bereikt door een groei van de markt. Het produceren van zonnepanelen kan nieuwe werkgelegenheid scheppen voor Zeeland. De productie van zonne-energie systemen groeit sterk, de laatste jaren met 35-40%. In 2003 leverde de branche zo’n 800 directe arbeidsplaatsen (FTE) op in Nederland. Op dit moment worden fabrieken gebouwd in Limburg (Solland56) en Doesburg (Centrotec/Ubbink). Ook Delta heeft recentelijk geïnvesteerd in de ontwikkeling van een productieproces van goedkopere zonnecellen. Wellicht zou een toekomstige fabriek in Zeeland kunnen komen te staan. Een stabiele thuismarkt voor zonnepanelen in Zeeland, gevoed door een reële terugleververgoeding kan een extra argument hiervoor zijn. Energiebedrijf Delta kan hierbij een rol spelen: door in Zeeland de terugleververgoeding voor zonnestroom tot de huidige kostprijs (ca 50 cent/kWh57) te verhogen, worden consumenten gestimuleerd om te investeren in zonnepanelen. De extra kosten die dit voor Delta met zich meebrengt kunnen worden doorberekend in de prijs voor groene stroom. In feite verandert de groene stroommix hiermee een fractie. Omdat het bij PV om relatief kleine hoeveelheden opgewekte elektriciteit gaat, is deze prijsverhoging marginaal: in de ordegrootte van 0.1 tot 0.2 cent/kWh (omgerekend is dit een stijging van ca €0.27 tot €0.54 per maand voor een gemiddeld huishouden). Voor Delta biedt dit meerdere voordelen: • het versterkt het door Delta gekozen strategie voor de ontwikkeling van zonneenergie58, • het biedt dochter Delta Comfort de mogelijkheid zonnepanelen te leveren op de Zeeuwse markt, • mits goed gecommuniceerd, draagt het bij aan het groene imago van Delta. 55
Transitiepad Zonnestroom, www.HollandSolar.nl http://www.sollandsolar.com, http://www.iwr.de/solarenergie/solar-news.php?id=7850 57 Dit is op dit moment ongeveer de kostprijs van zonnestroom. Als deze kostprijs daalt door kostprijsdalingen van zonnepanelen, zal de terugleververgoeding mee kunnen dalen. 58 http://www.delta.nl/web/show/id=44488/contentid=636 56
Zeeland CO2 neutraal in 2050
JANUARI
2006
51
Tenslotte zullen belemmeringen voor het toepassen van zonne-energie moeten worden weggenomen. Dit betekent onder andere dat er een verbod moet komen op welstandsregels die het benutten van zonne-energie beperken.
Figuur 20 Verwachte prijsverloop zonnestroom (bron: Holland Solar).
52
JANUARI
2006
Zeeland CO2 neutraal in 2050
Bijlage 2
Overzicht maatregelen in tabelvorm
Zeeland CO2 neutraal in 2050
JANUARI
2006
53
bedrijf
Jaarlijkse groei t/m 2010 [%]
Jaarlijkse BAU groei > 2010 Jaarlijkse [%] efficiency verbetering tov frozen eff, tot 2010 [%]
BAU Jaarlijkse efficiency verbetering tov frozen eff, na 2010 [%]
eff verbetering t/m 2010
CO2 uitstoot periode tov frozen efficiency door energie efficiency
EPZ
2.0%
1.5%
0.7%
0.7%
1.0%
-15.0% 2011-2050
Elsta
2.0%
1.5%
0.7%
0.7%
1.0%
-15.0% 2011-2050
Deltius
2.0%
1.5%
0.7%
0.7%
1.0%
-35.0% 2011-2050
Seaway
2.0%
1.5%
0.7%
0.7%
1.0%
-35.0% 2011-2050
Airliquide
2.0%
1.5%
0.7%
0.7%
1.0%
-35.0% 2011-2050
Schelde
2.0%
1.5%
0.7%
0.7%
1.0%
-35.0% 2011-2050
Broomchemie
2.0%
1.5%
0.7%
0.7%
1.0%
-35.0% 2011-2050
Total
1.8%
1.8%
0.7%
0.7%
1.0%
-50.0% 2011-2050
Yara
0.0%
0.0%
0.7%
0.7%
1.0%
-35.0% 2011-2050
Zuid-chemie
2.0%
1.5%
0.7%
0.7%
1.0%
-35.0% 2011-2050
Cerestar
1.0%
1.0%
0.7%
0.7%
1.0%
-42.5% 2011-2050
Dow
1.8%
1.8%
0.7%
0.7%
1.0%
-45.0% 2011-2050
Kosa
2.0%
1.5%
0.7%
0.7%
1.0%
-35.0% 2011-2050
Eastman
2.0%
1.5%
0.7%
0.7%
1.0%
-35.0% 2011-2050
Ato-fina
1.8%
1.8%
0.7%
0.7%
1.0%
-35.0% 2011-2050
Pechiney
0.0%
0.0%
0.7%
0.7%
1.0%
-65.0% 2011-2050
Thermphos
2.0%
2.0%
0.7%
0.7%
1.0%
-48.0% 2011-2050
verkeer en vervoer
2.9%
2.9%
1.9%
0.0%
1.9%
-50.0% 2011-2050
gebouwde omgeving 0.8%
0.5%
1.0%
1.0%
1.0%
-60.0% 2011-2050
Zeeland CO2 neutraal in 2050
JANUARI
2006
maatregelen
CO2 uitstoot periode tov frozen efficiency door ketenefficien cy
15% doorlopende efficiency verbetering 15% doorlopende efficiency verbetering 35% doorlopende efficiency verbetering 35% doorlopende efficiency verbetering 35% doorlopende efficiency verbetering 35% doorlopende efficiency verbetering 35% doorlopende efficiency verbetering 35% doorlopende efficiency verbetering, 15% door WKK 35% doorlopende efficiency verbetering 35% doorlopende efficiency verbetering 35% doorlopende efficiency verbetering, 7.5% door WKKdoorlopende efficiency 35% verbetering, 10% door inzetten WKK 35% doorlopende efficiency verbetering 35% doorlopende efficiency verbetering 35% doorlopende efficiency verbetering 15% efficiency verbetering door verbetering ovens, 50% verbetering 35%efficiency doorlopende eff verbetering, 10% fosforgas steg in, 3%door zero flaring 60% doorlopende efficiency verbetering 60% doorlopende efficiency verbetering
1
CO2 uitstoot tov periode frozen efficiency door inzet duurzame energie
maatregel
0% 2010-2050
0
-85% 2010-2050
0% 2010-2050
0
-85% 2010-2050
0% 2010-2050
0
0% 2010-2050
0% 2010-2050
0
0% 2010-2050
0% 2010-2050
0
0% 2010-2050
0% 2010-2050
0
0% 2010-2050
0% 2010-2050
0
0% 2010-2050
0% 2010-2050
0
-50% 2010-2050
-15% 2020-2050
andere manieren om stikstof te produceren
-10% 2020-2050
0% 2010-2050
0
0% 2010-2050
0% 2010-2050
0
-40% 2005-2050
-25% 2015-2050
recycling
-20% 2020-2050
0% 2010-2050
0
0% 2010-2050
0% 2010-2050
0
0% 2010-2050
0% 2010-2050
0
0% 2010-2050
-15% 2010-2050
door recycling aluminium
0% 2010-2050
0% 2010-2050
0
-10% 2020-2050
0% 2010-2050
0
-40% 2010-2050
0% 2010-2050
0
-40% 2010-2050