�� � �� � � � � � � � � � ��
Visie
Nucleaire expertise is onmisbaar voor een duurzame samenleving en haar moderne voorzieningen.
Missie
Als hét Nederlandse expertisecentrum ontwikkelt NRG kennis, producten en processen voor veilige toepassingen van nucleaire technologie voor energie, milieu en gezondheid.
2
Algemeen Inhoudsopgave
Algemeen Energie
Milieu
Gezondheid
Algemeen
Renaissance van Kernenergie
4
Beleidsondersteunend onderzoek Kerncentrale Borssele
8
Forse groei toepassing computercodes ROSA & SOSA
10
Brandstofbesparing door verdampers
12
Materiaalonderzoek essentieel bij ontwikkeling ITER
14
Succesvolle beproeving splijtstof HTR
16
Update voor nucleaire database JEFF
18
Geslaagde inspectie Zweedse kerncentrale
20
Waste Documentatie Systeem voor Denemarken
22
MER voor Letse afvalopslag
24
NDRIS beheert alle individuele dosisgegevens
26
Threetox brengt waterbewegingen in kaart
28
Onderzoek brandstof snelle kweekreactor succes
30
Maatwerk bij ontmanteling en ontsmetting
32
Groei molybdeenproductie
34
Groter oplosvat door toenemende vraag molybdeen
36
Verbeterde isotopenanalyse
38
Onderzoek lage dosis straling
40
Bestralingen niet operabele hersentumoren
42
Behandeling kanker met protonen
44
Nucleaire infrastructuur in Petten
46
Human Resources
48
Kwaliteit, veiligheid en milieu
50
Belang nucleaire voorlichting toegenomen
52
Jaarrekening 2005
54
Resultatenrekening 2005
55
Organogram
56
Advies- en beoordelingscommissies
57
Colofon
58
3
Algemeen Renaissance van Kernenergie
Rob Stol, Andre Versteegh NRG is hét Nederlandse expertisecentrum op het gebied van de veilige toepassing van nucleaire technologie. NRG richt zich op onderzoek, product- en procesontwikkeling en advisering van overheid en bedrijfsleven. Voorts is NRG de grootste producent van radionucliden voor medische, industriële en wetenschappelijke toepassingen in Europa. NRG heeft de ambitie bij te dragen aan de verduurzaming van nucleaire technologie.
Toenemende belangstelling voor kernenergie Wereldwijd neemt de belangstelling voor kernenergie sterk toe. Met name in het Verre Oosten, in landen zoals China en India, zal de komende jaren het aantal kernenergiecentrales snel toenemen. Maar ook in de Verenigde Staten zijn door verschillende consortia van elektriciteitsproducerende bedrijven vergunningen aangevraagd voor de bouw van nieuwe centrales. In Europa is ook een aantal centrales in aanbouw. Deze bevinden zich met name in het voormalige Oost-Europa. Van de West-Europese landen heeft Finland op dit moment een grote centrale in aanbouw. Frankrijk gaat eenzelfde grote centrale bouwen in Normandië. Ook in Nederland is de discussie over kernenergie weer actueel. Zo zal de Kerncentrale Borssele in bedrijf blijven tot 2034. De staatssecretaris van Milieu, Pieter van Geel, heeft aangegeven dat uitbreiding van kernenergie opnieuw overwogen moet worden om te kunnen
4
Positie NRG versterkt In 2005 heeft de eerder geconstateerde positieve kentering in het maatschappelijk denken over nucleaire energieopwekking en nucleaire technologie en onderzoek in Nederland en West-Europa, verder gestalte gekregen. In het optiedocument van het Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN) en het Milieu en Natuur Planbureau dat in februari 2006 door minister Brinkhorst aan de Tweede Kamer is aangeboden, is aangegeven dat de post Kyotodoelstellingen alleen op een economisch verantwoorde wijze haalbaar zijn wanneer ook de inzet van nucleaire elektriciteitscentrales wordt meegenomen. In de Tweede Kamer heeft het optiedocument gezorgd voor de eerste zakelijke discussie over kernenergie in vele jaren. In het licht van dit veranderde denken is het goed te constateren, dat de nucleaire expertise in Nederland behouden is. Juist het bestaan van een organisatie als NRG heeft dit mogelijk gemaakt en heeft ervoor gezorgd dat de kennis over nucleaire energieopwekking in Nederland nog steeds aanwezig en actueel is. NRG heeft in 2005 geen gemakkelijke marktomstandigheden gekend. Des te verheugender is het, dat een heel goed financieel resultaat is behaald. Ook de maatschappelijke betekenis van NRG met activiteiten in de gezondheidszorg is in het afgelopen jaar bestendigd. Dagelijks worden duizenden patiënten in West-Europese ziekenhuizen behandeld met isotopen die NRG produceert. NRG slaagt er ieder jaar weer in om, ook financieel, een succesvolle combinatie te maken met de productie van isotopen, consultancy en het doen van onderzoek. In het kader van de vorming van een NRG dat zelf geheel verantwoordelijk is voor het reilen en zeilen van de organisatie, is het goed te constateren dat NRG inmiddels zelf de vergunning heeft voor het bedrijven van de Hoge Flux Reactor.
Algemeen
Ook heeft NRG in 2005 haar innovatieve karakter gedemonstreerd met de succesvolle start van de conversie van de reactor van proliferatiegevoelig hoogverrijkt naar laagverrijkt uranium. Daarnaast is het goed te constateren dat de veiligheidscultuur ook dit jaar weer is versterkt. Het bedrijven van een nucleaire installatie brengt immers met zich mee dat onverkort aan versterking van de veiligheidscultuur wordt gewerkt.
voldoen aan de afgesproken CO2-emissienormen. Naast de argumentatie betreffende het Kyotoprotocol spelen ook de voorzieningzekerheid en een stabiele concurrerende elektriciteitsprijs een steeds belangrijkere rol. Deze renaissance van kernenergie heeft ook directe invloed op de positie en werkzaamheden van NRG. De belangstelling van de politiek, de overheid, het bedrijfs-leven en het publiek voor de kennis en ervaring van NRG nemen sterk toe. Nationaal maar ook internationaal heeft NRG een gevestigde positie opgebouwd. De unieke nucleaire infrastructuur met de Hoge Flux Reactor in het centrum, is daarbij van groot belang.
Het bestaansrecht van de organisatie NRG is in 2005, mede door de nieuwe discussie over kernenergie, meer dan aangetoond. Inmiddels is het duidelijk dat niet meer volstaan kan worden met het in stand houden van kennis alleen. Vergroting van die kennis door meer onderzoek is voor de toekomstige discussie in Nederland onafwendbaar wil deze discussie een zuivere en zakelijke zijn. Wij zien dan ook een groeiende rol voor NRG in de toekomst en dat geeft vertrouwen. Dat betreft ook de kwaliteit en de inzet van de medewerkers van NRG zonder wie het niet mogelijk was geweest deze positie op te bouwen. Wij spreken dan ook onze waardering uit voor de directie en alle medewerkers voor de in 2005 geleverde prestatie.
Nederlandse nucleaire infrastructuur Nederland beschikt over een goede nucleaire infrastructuur, die de gehele splijtstofcyclus omvat. Urenco als wereldspeler op de uraniumverrijkingsmarkt, de Kerncentrale Borssele met de verlenging van zijn levensduur tot 2034 en de Centrale organisatie voor radioactief afval (Covra) voor de verwerking en opslag van het radioactief afval, vormen een goede nucleaire infrastructuur. Daarnaast completeren het Reactor Instituut Delft, de Technische Universiteit Delft en NRG als expertisecentrum voor nucleaire technologie dit beeld voor opleiding en onderzoek. Gezamenlijk hebben deze bedrijven en instellingen de stichting Kint (Kennis infrastructuur nucleaire technologie) opgericht om de samenwerking verder vorm te geven.
Aan de ene kant geeft dat meer flexibiliteit en aan de andere kant meer verantwoordelijkheden.
Ton Hoff Algemeen Directeur ECN
Pier Nabuurs Chief Executive Officer KEMA
Hoge Flux Reactor De Hoge Flux Reactor (HFR) speelt een centrale rol in de werkzaamheden van NRG. 2005 was het eerste jaar waarin de reactor onder een NRG-vergunning is bedreven. Daarvoor had het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek van de Europese Commissie de verantwoordelijkheid voor de vergunning. Deze nieuwe situatie, waarin de bedrijfsvoerder ook vergunninghouder is, heeft de situatie met name naar de overheid, transparanter gemaakt. De kortere lijnen tussen bedrijfsvoerder en overheid komen de communicatie en daarmee ook de veiligheid èn het toezicht daarop ten goede.
5
Algemeen
In de nieuwe vergunning is ook de conversie van de reactor van het gebruik van hoogverrijkt uranium naar laagverrijkt uranium opgenomen. Begin mei 2006 zal de gehele kern van de reactor uit laagverrijkt uranium bestaan. NRG draagt daarmee bij aan de internationale ontwikkeling van het terugdringen van het gebruik van proliferatiegevoelig materiaal. European Joint Undertaking Mede door de sluiting van een aantal reactoren neemt de internationale belangstelling voor het gebruik van de HFR verder toe voor zowel onderzoek als voor de productie van medische isotopen. Veel aandacht is er het afgelopen jaar dan ook geweest voor nieuwe efficiëntere bestralingsfaciliteiten. Om in de toekomst ook op deze toenemende belangstelling in te spelen, heeft de Europese Commissie als eigenaar van de reactor het initiatief genomen om het gebruik van de reactor voor onderzoek onder te brengen in een European Joint Undertaking. Dit maakt het mogelijk voor verschillende belangstellenden zoals overheden, onderwijsinstellingen en bedrijven, gebruik te maken van de bestralingscapaciteit van de HFR. In 2006 zal deze nieuwe organisatorische constructie verder worden ingevuld. Om in de verdere toekomst na 2015 invulling aan de bestralingsbehoefte te kunnen geven, is samen met een aantal partners het Pallas-initiatief gestart. Pallas is de naam van de opvolger van de HFR, waarmee NRG de mogelijkheden zeker stelt voor nieuw nucleair technologisch onderzoek, nieuwe splijtstoffen, het reduceren en onschadelijk maken van het radioactief afval en vooral ook de productie van medische isotopen. De vernieuwing van de infrastructuur heeft in 2005 al een flinke impuls gekregen met de voorbereidingen voor de bouw van nieuwe radiologische laboratoria.
6
Sinds mijn aantreden als voorzitter van de Raad van Toezicht van ECN in 2005, voel ik me sterk betrokken bij het nucleaire werk van dochteronderneming NRG. De onderzoeksinspanningen van ECN en NRG zijn onderling aanvullend en van groot belang om te komen tot een duurzame energievoorziening. Daartoe moet in mijn visie met prioriteit worden gewerkt aan besparing van energie en toepassing van energiebronnen als zon, wind en biomassa naast schoon fossiel én kernenergie. Het is mijns inziens namelijk niet verstandig om bij de vaststelling van een programma voor een toekomstige duurzame energievoorziening, kernenergie buiten beschouwing te laten. Kernenergie draagt bij aan de oplossing van de klimaatproblematiek doordat het nauwelijks broeikasgassen uitstoot. Het is op dat gebied vergelijkbaar met windenergie. Kernenergie levert bovendien een positieve bijdrage in een duurzame energievoorziening omdat de voorraad uranium relatief groot is en beschikbaar is vanuit stabiele landen als Australië en Canada. Dit is een waarborg voor voorzieningszekerheid en een stabiel prijsniveau.
Algemeen
Handvest van de Aarde Mede vanuit mijn betrokkenheid bij het Handvest van de Aarde leg ik er ten aanzien van kernenergie de nadruk op, dat het belangrijk is dat de mondiale toepassing ervan veiliger wordt. Bovendien maak ik me er sterk voor het uranium efficiënter aan te wenden en recycling van kernafval een extra impuls te geven. NRG levert internationaal gewaardeerde bijdragen aan deze doelstellingen. Ten aanzien van nonproliferatie vind ik het, naast de hierboven genoemde verbetering van de splijtstofcyclus, van groot belang dat de wereld besluit het IAEA te upgraden tot een supranationale entiteit die de juridisch eigenaar wordt van al het splijtbaar materiaal en het alleenrecht heeft op de hele cyclus van verrijking tot opwerking.
Pallas, opvolger van de HFR Nederland heeft, als Westers land met een nucleaire industrie, belangrijke verantwoordelijkheden op het gebied van de splijtstofcyclus. De beschikbaarheid van een moderne nucleaire kennisinfrastructuur in ons land is daarom essentieel. De internationale nucleaire expertise en hoogwaardige onderzoeks- en productiefaciliteiten van NRG zijn hierbij van grote waarde. Om ook in de toekomst te kunnen blijven bijdragen aan de nucleaire technologie, vind ik het zeer belangrijk dat NRG werkt aan Pallas, de opvolger van de Hoge Flux Reactor die na 2015 in Petten gebouwd zal kunnen worden. Deze moderne reactor zal zowel onderzoek faciliteren als medische isotopen produceren en daarmee voorzien in de behoeften binnen de nationale en internationale nucleaire onderzoeksinfrastructuur en complementair zijn aan wat elders in Europa wordt ontwikkeld.
Resultaten In dit jaarverslag wordt meer in detail ingegaan op de resultaten van een selectie van projecten om een indruk te geven van de bijdrage van NRG aan de noodzakelijke nucleaire kennisinfrastructuur in Nederland en Europa. Het jaar 2005 was een succesvol jaar, met name door de resultaten van ons onderzoek, de diensten die wij verleenden aan onze relaties en de maatschappelijke betekenis van onze producten. Daarnaast geeft ook het financieel resultaat van circa 2,5 miljoen euro een goede basis voor een gezonde toekomst van NRG. De medewerkers van NRG verdienen een groot compliment voor hun inzet en de bereikte resultaten. NRG is inmiddels zowel nationaal als internationaal, een gerespecteerd nucleair expertisecentrum waar onze relaties graag werkzaamheden laten verrichten of onderzoek laten uitvoeren.
Rob Stol Algemeen directeur
Ruud Lubbers Voorzitter van de Raad van Toezicht ECN
André Versteegh Directeur
7
Energie Beleidsondersteunend onderzoek Kerncentrale Borssele
Met de toenemende aandacht voor kernenergie bereiken steeds meer onderzoeksaanvragen uit binnen- en buitenland NRG als hét Nederlandse expertisecentrum voor de veilige toepassing van nucleaire technologie. Wanneer het onderzoek op verzoek van de overheid wordt uitgevoerd, gaat het om zogenoemd ‘beleidsondersteunend onderzoek’. Van groot belang hierbij zijn de extra eisen die aan de rapportage worden gesteld vanwege het gewicht van het onderwerp en de leesbaarheid voor een groot publiek. Vaak is er bij zo’n project een zogenoemde Begeleidingscommissie betrokken. Hierin hebben externe deskundigen zitting om de kwaliteit te bewaken.
Zicht op het bassin in de kerncentrale
derden miljoenen tot een miljard euro. Pieter van Geel, Staatssecretaris van het Ministerie van VROM, vroeg NRG en ECN om een nadere analyse om tot een goede besluitvorming te komen. Deze uitgebreide analyse ‘Kerncentrale Borssele na 2013, Gevolgen van Beëindiging of voortzetting van de bedrijfsvoering’ laat zien dat er vanuit veiligheids- en volksgezondheidsoverwegingen geen bezwaren zijn tegen het voortzetten van de bedrijfsvoering. Want hoewel het uitgangspunt bij het ontwerp van de KCB een bedrijfsduur van 40 jaar was, blijkt uit diverse onderzoeken door onder andere internationale onafhankelijke experts dat de installatie niet alleen in goede conditie verkeert, maar zelfs minder verouderd is dan waar destijds bij het ontwerp van is uitgegaan.
De Kerncentrale Borssele
Beleidsondersteunend onderzoek in 2005 Een voorbeeld van een aansprekend beleidsondersteunend onderzoek uit 2005 is het onderzoek dat NRG in samenwerking met ECN uitvoerde naar de consequenties van de sluiting in 2013 dan wel het openhouden van de Kerncentrale Borssele (KCB). Aanleiding hiervoor was dat de overheid bij gedwongen sluiting rekening moest houden met een schadeclaim van de exploitant van de KCB van enkele hon-
De gevolgen van sluiting of voortzetting van de bedrijfsvoering van de KCB zijn door ECN en NRG beschouwd voor twee systemen: het energiesysteem en het ecologisch systeem. Daarnaast zijn nog enkele andere aspecten beschouwd, zoals: veiligheid, non-proliferatie, ruimtelijke ordening en werkgelegenheid.
8
Energie
Generalisten bij NRG NRG heeft veel disciplines in huis. Zo is over vrijwel ieder nucleairtechnisch onderwerp kennis aanwezig. Deze bevindt zich in de diverse productgroepen van NRG. Voor een besluitvormingsproces is het noodzakelijk dat diepgaande technische kennis uit vele vakgebieden bijeen wordt gebracht en vertaald naar informatie die relevant en helder is. NRG-medewerkers hebben toegang tot alle informatiebronnen en maken de vertaalslag voor beleidsmakers op verschillende gebieden, zoals recycling en verwerking van radioactieve materialen en proliferatiescenario’s.
Bovengrondse opslag is voor meer dan 100 jaar geregeld en gegarandeerd in de Habog, het gebouw voor de opslag van hoogactief afval bij Covra in Vlissingen, Zeeland.
Convenant Op grond van het onderzoek is de overheid inmiddels een convenant overeengekomen met de eigenaren van de centrale. Met het totale pakket aan extra investeringen, CO2-opslag en hernieuwbare energie én afspraken over veiligheid en ontmanteling, is tot langer openhouden van de Kerncentrale Borssele tot 2034 besloten. De stoomturbines van de Kerncentrale Borssele
Roland Jansma
“Regelmatig voert NRG studies uit ter ondersteuning van de besluitvormingsprocessen van nationale en Europese overheden. De studie over de Kerncentrale Borssele laat zien dat NRG in staat is zeer complexe materie uit vele vakgebieden te verwerken in toegankelijke documenten die vragen beantwoorden over thema’s die in de maatschappij leven.”
9
Energie Forse groei toepassing computercodes ROSA & SOSA
De computercode ROSA, die is ontwikkeld door NRG voor het optimaal ontwerpen van de reactorkern voor reguliere herlading van de brandstof, is in 2005 verder uitgebreid. ROSA is een bijzonder krachtige en gebruiksvriendelijke 3D-reactorkernsimulator met een geavanceerde multiparameter optimiser. Toepassing van het programma levert bedrijven aanzienlijke brandstofbesparingen op en/of extra productie als gevolg van een kortere splijtstofwissel.
Naast werkzaamheden met het ROSA-pakket voor kernontwerpen, is het SOSA-pakket ontwikkeld voor de optimalisatie van het herladen van de reactorkern tijdens de splijtstofwissel
centrales en een verbreding van het toepassingsgebied. Amerikaanse energiebedrijven maken al jaren gebruik van ROSA en hun aantal is de afgelopen periode alleen maar toegenomen. In 2005 zijn bovendien contacten gelegd met diverse bedrijven in Europa en Japan voor de invoering van de code. In de Verenigde Staten is het bestaande contract met Southern Nuclear met drie Pieter Wakker en Frank Verhagen ontwikkelen de computercodes SOSA en ROSA
Genereren van beladingspatronen Bij gebruik van ROSA zijn energiebedrijven in staat beladingspatronen te genereren waarbij tot wel miljoenen opties per uur worden geëvalueerd. Tegelijkertijd wordt vanzelfsprekend rekening gehouden met veiligheidsmarges en bijkomende klantspecifieke voorwaarden. De ROSA-computercode is zeer compleet en heeft een bijzonder duidelijke grafische user interface om het gebruik te vergemakkelijken en de resultaten helder en inzichtelijk vorm te geven. Bij gebruik van ROSA zijn energiebedrijven in staat beladingspatronen te genereren
Op basis van de ervaringen heeft NRG het ROSA-pakket in het afgelopen jaar verder ontwikkeld voor nog efficiëntere bedrijfsvoering van kern-
10
Energie
jaar verlengd. Verder is een demonstratieproject met ROSA succesvol afgerond voor het Amerikaanse Nuclear Management Company en dat resulteerde onlangs in een contract. De inspanningen van NRG met betrekking tot de uitbreiding van de mogelijkheden van de computercode hebben ertoe geleid dat ook centrales van het type Combustion Engineering met verschoven randelementen van de software gebruik kunnen maken.
de benodigde uitvoeringsstappen voor het feitelijk wisselen van alle elementen en inbrengen van nieuwe elementen worden geoptimaliseerd. Toepassing van SOSA levert daardoor een verkorting van de stopduur op en dat resulteert in extra productietijd. Voor de kokendwaterreactor Hatch-1 van Southern Nuclear bleek een reductie van bijna 10 uur op het splijtstofwissel proces haalbaar. Terwijl voor de kokendwaterreactor Browns Ferry-3 van het Amerikaanse Tennessee Valley Authority een verkorting van de splijtstofwissel met ongeveer 8 uur mogelijk was.
NRG levert ROSA op basis van licenties. Ook is het mogelijk voor bedrijven het optimaliseren van het kernontwerp bij NRG onder te brengen. In geval van licenties voorziet NRG in interne opleidingen en een zogenaamde ‘first core model’ om mee aan het werk te gaan. Ook voor het komende jaar is een verdere toename van het aantal contracten te verwachten. Optimalisatie herladen reactorkern Naast werkzaamheden met het ROSApakket voor kernontwerpen, is het SOSApakket voor de optimalisatie van het herladen van de reactorkern tijdens de splijtstofwissel met succes toegepast. Met dit programma kunnen, voor zowel drukwaterreactoren als kokendwaterreactoren,
Browns Ferry, één van de Amerikaanse kerncentrales waar SOSA met succes werd toegepast
Pieter Wakker
“Met onze ROSA- en SOSA-computercodes zijn we in staat om voor onze klanten geld te besparen door efficiënt splijtstofgebruik en splijtstofwisselen. Afgelopen jaar hebben we diverse nieuwe contacten kunnen leggen en voor ROSA een nieuwe klant met vier centrales mogen verwelkomen. Ook voor het komende jaar verwachten we een toename van het aantal contracten.”
11
Energie Brandstofbesparing door verdampers
NRG voert naast nucleaire ook niet-nucleaire opdrachten uit, zoals een opdracht van SBM Offshore en Thermax in 2005 voor een onderzoek naar het ontwerp van een Floating Storage and Regasification Unit (FSRU). Een FSRU is een drijvende terminal vlak voor de kust waar een tanker kan aanmeren om LNG (Liquefied Natural Gas) over te pompen. Dit vloeibare LNG wordt dan aan boord van de FSRU opgeslagen, gasvormig gemaakt en in het aardgasnet gepompt. NRG onderzocht het efficiënt gasvormig maken van LNG waardoor een brandstofbesparing mogelijk is van 1,5 procent van het totale volume LNG. Het is noodzakelijk om het vloeibare LNG dat een temperatuur heeft van circa 160 oC onder nul, te verdampen en op te warmen tot boven het vriespunt voordat het in het distributienet kan worden gepompt.
Michiel Houkema naast een verdamperunit
als China en India. Bestaande terminals zijn niet in staat de voorspelde groei op te vangen. Het is dan ook de missie van SBM Offshore om een leidende positie te verkrijgen op het gebied van FSRU’s. Voor het verdampen en opwarmen van LNG is het gebruikelijk om ongeveer 1,5 procent van het gas zelf te verbranden voor het leveren van de energie. Voor de nieuwe FSRU’s onderzocht NRG of het mogelijk is om de benodigde energie aan de lucht te onttrekken. Hiervoor is een ontwerp bedacht van hoge verdampers: metalen buizen die zijn voorzien van naar buiten gerichte vinnen. Doordat de lucht bij de verdampers afkoelt, ontstaat een stroming naar beneden. Door dit principe van natuurlijke ventilatie is geen externe energiebron nodig. Verdampers worden al wel toegepast, maar nog niet op de voor een FSRU benodigde schaal van enkele honderden units die elk tientallen verdampers bevatten. Eén FSRU kan zo voorzien in ongeveer een kwart van de totale continue aardgasbehoefte in Nederland.
IJsvorming ontstaat op de vinnen bij het experiment met een verdamperunit
Hoge verdampers Naar verwachting zal de vraag naar LNG in de komende tijd toenemen, vooral als energiebron voor groeiende economieën
12
Energie
Berekende mistwolken bij een Floating Storage and Regasification Unit
Computational Fluid Dynamics Het onderzoek richtte zich op drie hoofdonderwerpen. Ten eerste moest NRG berekenen wat de temperatuur van het gas zou zijn dat uit de verdampers komt. Ten tweede ging het erom te voorspellen of het ijs dat zich aan de buitenzijde van de buizen vormt, snel genoeg afsmelt, indien een unit wordt uitgeschakeld. En als laatste bogen de NRG consultants zich over de mist die ontstaat door afkoeling van de buitenlucht tussen de buizen. Om deze drie hoofdonderwerpen goed te kunnen beschrijven, heeft NRG een CFD (Computational Fluid Dynamics) model gebruikt. Het gehanteerde model is door NRG gekalibreerd aan de hand van een experiment met een verdamper. Dit was vooral van belang om informatie te verkrijgen over de eigenschappen van het ijs dat zich vormt op de buizen en vinnen. Met het ontwikkelde model heeft NRG de invloed onderzocht van onder meer de windsnelheid en richting, omgevingstemperatuur en relatieve luchtvochtigheid.
voor wandcondensatie en mistvorming in nucleaire installaties. Het is deze ervaring die ertoe heeft geleid dat NRG een bijdrage kan leveren aan het efficiënter omgaan met LNG. In 2005 is een haalbaarheidsstudie uitgevoerd naar het grootschalig toepassen van verdampers. Omdat het resultaat veelbelovend is, wordt in 2006 de volgende stap gezet. Met haar geavanceerde modellen zal NRG dan tot een zo optimaal mogelijk ontwerp van verdampers op een FSRU komen.
Veelbelovende resultaten Voor de ontwikkeling van de benodigde modellen kan NRG gebruikmaken van haar kennis met soortgelijke modellen
Berekende temperaturen van verdampers in een unit. Zichtbaar is dat de verdampers aan de onderkant kouder zijn dan aan de bovenkant
Michiel Houkema
“Wij zetten al onze kennis in om de installatie zo energieefficiënt mogelijk te ontwerpen. De financiële en praktische haalbaarheid zijn essentieel. We verwachten dat over enkele jaren dit ontwerp wereldwijd zal worden toegepast.”
13
Energie Materiaalonderzoek essentieel bij ontwikkeling ITER
ITER, Latijn voor ‘de weg’ en acroniem voor International Experimental Thermonuclear Reactor, is de volgende stap op weg naar een elektriciteit producerende fusie-energiecentrale. NRG is met de multi-inzetbare Hoge Flux Reactor (HFR) in Petten, een belangrijke speler bij de kwalificatie van Eurofer, een chroomstaal dat in aanmerking komt voor toepassing in ITER. In 2005 is een uitgebreid rapport verschenen over de stralingsresistentie van dit speciale staal voor kernfusieconstructies. NRG draagt daarmee bij aan de toekomst van kernfusie-energie voor een duurzame elektriciteitsproductie.
verhitten. ITER is ook de plaats voor experimenten met componenten en technologieën, die essentieel zijn voor een toekomstige industriële fusiecentrale. Neutronenstraling en breuktaaiheid Een grote uitdaging in het tot stand brengen van kernfusie is de opsluiting van het fusieplasma met zijn enorme hoge temperatuur, met behulp van magnetische velden in een stalen vacuümvat. Deze wijze van opsluiting is noodzakelijk om de warmteoverdracht naar de wand van het reactorvat te beperken en het plasma op temperatuur te houden. NRG voert bestralingsonderzoek uit voor het bepalen van de effecten van de neutronenstraling op breuktaaiheid in onderdelen van verschillende grootten en voor het meten van spanningsverlies door bestraling van voorgespannen bouten. Ook worden bestralingsexperimenten uitgevoerd om het mechanische gedrag van Eurofer97 te onderzoeken. Dit is het huidige belangrijkste kandidaat-constructiemateriaal voor een commerciële fusiereactor en is van de klasse
Installatie van een buigjuk voor beproeving van bestraalde staalmonsters
Geen broeikasgassen Het doel van ITER is te demonstreren dat fusie-energie technisch en wetenschappelijk realiseerbaar is. Fusie is het proces dat de zon en de sterren van energie voorziet. Bij fusie smelten twee lichte atomen samen tot een zwaarder atoom, waarbij veel energie vrijkomt. Sinds de 50er jaren wordt internationaal onderzoek gedaan om fusie als energiebron te ontwikkelen. Fusie maakt geen broeikasgassen en is inherent veilig. Om de technische haalbaarheid aan te tonen, moet ITER condities bereiken waarbij 500 megawatt fusie vermogen gedurende langere tijd wordt opgewekt. ITER zal tien maal meer energie opleveren dan nodig is om het plasma te
Deuterium en tritium fuseren waarbij een neutron vrijkomt, een helium atoom ontstaat en vooral heel veel energie vrijkomt
van chroomstalen die gestabiliseerd zijn voor hoge temperatuur gebruik. Er is nog een extra eis voor geringe activering van de materialen door neutronen tijdens bedrijf, zodat complete recycling van een fu-
14
Energie
Geringe activering Het onderzoek van NRG aan Eurofer97 en componenten zoals TBMs is van belang om de fabricagetechnologieën te kwalificeren van de kandidaatmaterialen voor commerciële fusiecentrales. Deze kwalificatie is noodzakelijk voor gebruik in ITER waar strenge eisen gelden voor bedrijfszekerheid en betrouwbaarheid.
siecentrale binnen honderd jaar mogelijk is. Van het Eurofer zijn twee charges op industriële schaal geproduceerd volgens de specificatie van 1997. Momenteel vindt voor het materiaal van dit vat een grote internationale beproevingscampagne plaats op het gebied van kruip- en vermoeiingsinteractie vóór en na bestraling bij 450-550 °C. Ook worden de eigenschappen van oxideversterkt Eurofer97 onderzocht voor en na bestraling. NRG werkt aan de kwalificatie van het materiaal voor ITER en levert met het voornoemde rapport de belangrijkste bijdrage aan de Europese database van eigenschappen onder bestraling.
ITER is een internationaal project waarin de Volksrepubliek China, de Europese Unie met Zwitserland (vertegenwoordigd door Euratom), India, Japan, Zuid-Korea, de Russische Federatie en de Verenigde Staten participeren. De bouw van ITER is gepland in Cadarache, Frankrijk.
Tritiumkweekmantels Neutronen uit het plasma zijn noodzakelijk voor het kweken van tritium, dat naast deuterium in het fusieproces wordt gebruikt. In ITER worden testopstellingen geïnstalleerd voor zulke tritiumkweekmantels, de zogenaamde Test Blanket Modules (TBMs). NRG heeft vier geminiaturiseerde TBMs volgens het ‘heliumcooled pebble bed’ principe in de HFR bestraald tot ITER-relevante doses en deed daarbij onderzoek naar het thermomechanisch en fysisch-chemisch gedrag van het pebble bed materiaal. Doorsnede van ITER, de experimentele fusiereactor die in Frankrijk gebouwd gaat worden
Jan-Willem Rensman
“NRG is met de multi-inzetbare Hoge Flux Reactor (HFR) in Petten, een belangrijke speler bij de kwalificatie van Eurofer, een chroomstaal dat in aanmerking komt voor toepassing in ITER. NRG draagt daarmee bij aan de toekomst van kernfusie-energie voor een duurzame elektriciteitsproductie.”
15
Energie Succesvolle beproeving splijtstof HTR
NRG heeft in samenwerking met het Institute for Energy van de Europese Commissie in 2005 voor het Europese project Raphael onderzoek verricht naar pebbles, de brandstof voor reactoren van het type Hoge Temperatuur Reactor (HTR). Dit experiment is in 2004 gestart. Het is het eerste van een reeks experimenten die de HTR brandstoftechnologie moet verbeteren met als doel: een hogere temperatuurbestendigheid en hogere energieopbrengst. Met dit bestralingsproject was het mogelijk het gedrag van de brandstof in kaart te brengen, omdat bij de HTR, zoals de naam al zegt, de brandstoftemperaturen beduidend hoger zijn dan in traditionele watergekoelde reactoren. Na tien cycli van intensieve bestralingen werd het bestralingsexperiment in de Hoge Flux Reactor in november 2005 succesvol afgerond.
verhitting en een HTR maakt bovendien op innovatieve èn effectieve wijze gebruik van de brandstof. De reactor gebruikt namelijk geen uranium in staafvormige metalen hulzen maar in een soort ballen ofwel pebbles van koolstof waarin het uranium in de vorm van gecoate korreltjes is opgenomen. Vijf van dit soort ballen zijn door NRG in het kader van Raphael beproefd. Tijdens de bestraling is periodiek de concentratie van de splijtingsproducten krypton en xenon gemeten. Deze concentraties zijn zeer klein maar wel heel nauwkeurig meetbaar. De concentratie krypton en xenon geeft ook de maat voor de ‘lekdichtheid’ van de splijtstofballen. Het gaat daarbij niet zozeer om het lekken van de splijtingsproducten maar om een diffusieproces waarbij circa 1 op de 100.000 kryptonatomen door de coatings van de pebbles komt. Dit is een zodanig kleine hoeveelheid, dat dit bij een HTR in bedrijf geen veiligheidsrisico vormt. Productie van waterstof De metingen die NRG uitvoerde, zeggen ook veel over de temperatuur en opbrand aan de binnenzijde van de splijtstofballen. Dat is van belang omdat bij HTR-reactoren helium als koelmiddel de turbine rechtstreeks aandrijft. Bedraagt de temperatuur van water bij bestaande reactoren, zoals de Kerncentrale Borssele, maximaal 320 oC, in een HTR loopt de temperatuur van het koelgas op tot maximaal 900 oC. Voor de productie van waterstof, waarvoor een Pebble Bed HTR ook goede eigenschappen bezit, rijst de thermometer zelfs tot 1000 oC.
Reactorkern van een Hoge Temperatuur Reactor
Inherent veilige kerncentrale Een groot voordeel van de HTR is de inherente veiligheid. Inherent, of intrinsiek veilig bij kernreactoren betekent dat er geen noodkoelsystemen nodig zijn om de integriteit van de brandstof te garanderen. Bij een inherent veilige kerncentrale is het fysisch uitgesloten dat de splijtstof in de reactor kan beschadigen door over-
16
Energie
Nabestralingsonderzoek Inmiddels zijn de voorbereidingen van het nabestralingsonderzoek van de pebbles gestart. Onderdeel hiervan is uitvoering van een gammascan. Hierbij wordt de energieverdeling gemeten van de gammastraling die de pebbles uitzenden. Dit maakt het mogelijk om de concentratie van diverse radioactieve stoffen te bepalen, zonder de pebbles open te maken. Uit deze concentraties kan weer de hoeveelheid vrijgemaakte energie, of opbrand worden afgeleid. Als dit onderzoek is afgerond, verhuist het bestraalde materiaal naar Karlsruhe voor het uitvoeren van chemische analyses en nadere temperatuurbestendigheidsproeven.
een enorme impuls aan de ontwikkeling van het nieuwe type reactor. Hoewel de HTR nog niet geheel commercieel ‘rijp’ is, komt één en ander momenteel in een stroomversnelling omdat na de ZuidAfrikanen ook de Chinezen hebben aangekondigd in 2007 met de bouw van een commercieel prototype te starten.
Commerciële prototypen NRG is in 1993 gestart met onderzoek naar de HTR. Het is thans zelfs één van de speerpunten in het onderzoeksprogramma van NRG èn Euratom. In 1995 klopte Eskom uit Zuid-Afrika bij NRG aan voor nader onderzoek. Het feit dat Eskom als groot elektriciteitsbedrijf geïnteresseerd is een HTR gaf mondiaal
De brandstof voor een HTR is een koolstof bal waarin uraniumkogeltjes zijn opgenomen
Presentatie van NRG op de Communication European Research conferentie in Brussel, november 2005
Aliki van Heek
“De Hoge Temperatuur Reactor is door zijn inherente veiligheid en zijn veelzijdigheid één van de meest kansrijke nieuwe reactortypen. Met de HFR, Hot Cell Laboratories en haar rekenexpertise levert NRG een essentiële bijdrage aan de ontwikkeling van dit reactortype.”
17
Energie Update voor nucleaire database JEFF
De Europese database JEFF staat aan de basis van veel nucleaire toepassingen. JEFF staat voor Joint Evaluated Fission and Fusion File. Het is een vrij toegankelijke database waarin alle gedetailleerde numerieke gegevens ten aanzien van kernreacties zijn opgenomen die als basis dienen voor nucleaire berekeningen. In mei van het afgelopen jaar verscheen de update: JEFF-3.1. NRG had een groot aandeel in de uitbreiding en maakte hiervoor gebruik van TALYS, het in eigen huis ontworpen kernreactieprogramma. Tevens zijn er meer dan 700 reactorexperimenten gebruikt om JEFF-3.1 te testen voor reactoranalyses. Interactiekansen neutronen JEFF is een gezamenlijk initiatief van de leden van de NEA (Nuclear Energy Agency) Data Bank die onderdeel uitmaakt van de Organisation for Economic Co-operation and Development (OECD) waarin geïndustrialiseerde landen participeren. Voorzitter van het JEFF-project is NRG medewerker Arjan Koning. Naast hem dragen ongeveer vijftig kernfysici uit de Europese OECD landen bij aan de nucleaire databibliotheek. De bijdrage van NRG aan de JEFF-bibliotheek wordt verkregen door het bij NRG en Commissariat à l’Energie Atomique ontwikkelde kern-reactieprogramma TALYS. Met deze computercode zijn alle interactiekansen uit te rekenen van neutronen met kernen.
van nucleaire systemen. Een update van de database verschijnt elke drie jaar. In de afgelopen periode is onder meer grote vooruitgang geboekt op het gebied van de neutronenreacties van 238U. Aan de hand van de nieuwe gegevens zijn in combinatie met computersimulaties de werkelijke gedragingen van een reactor beter te bepalen. Lag de afwijking voor berekende kriticiteitsparameters bij gebruikmaking van de vorige versie van JEFF nog op 0,8 procent, met de nieuwe versie is de percentuele foutmarge teruggebracht tot 0,3 procent. Vervolgprogramma voor JEFF Een andere belangrijke bijdrage van NRG in de nieuwe versie van JEFF betrof de aanvulling van nucleaire data van andere elementen zoals ijzer, lood, calcium en germanium, die voor diverse Europese projecten nodig zijn. De bibliotheek dient als basis voor onder meer medische toepassingen, computersi-
De databank bevat gedetailleerde beschrijvingen van neutronreacties met 340 isotopen. De gegevens hiervan zijn in de afgelopen decennia verzameld uit vele kernfysische experimenten en nucleaire modelberekeningen. Met de publicatie van de nieuwe versie 3.1 is het mogelijk nog nauwkeuriger simulaties te maken
18
Met het door NRG ontwikkelde kernreactieprogramma TALYS zijn alle interactiekansen van neutronen met kernen uit te rekenen
Energie
mulaties van splijtingsreactoren, transmutatie en kernfusie. Die toepassingen liggen in lijn met de drie hoofdonderwerpen van het vervolgprogramma voor JEFF, versie 3.2. De komende drie jaar staan in het teken van het genereren van data die van belang zijn voor de transmutatie van minor actinides die een belangrijk aandeel hebben in het radioactief afval. Verder ligt de nadruk op de nieuwe generatie IV reactoren waarbij de aandacht uitgaat naar de verbetering van de berekeningen van de
������������ ���������������
splijtingsproducten. Het derde onderwerp betreft neutronica en activering van componenten van fusiereactoren. Zowel de industrie als de wetenschap maakt gebruik van JEFF. NRG maakt gebruik van JEFF onder meer voor afschermingsberekeningen, veiligheidsberekeningen en HFR-analyses. Van JEFF3.1 afgeleide ‘special purpose’ databases zijn in 2005 reeds succesvol gebruikt voor commerciële doeleinden binnen en buiten de nucleaire industrie.
�������������� ����������������
���������������� ���������������
�����
������������
���������
��������
��������������� �����������
����
������������ ��������
������������������ ������������ ��������� ����������������� ���������������� ��������������� ����
�������
De plaats van JEFF tussen kernfysica en nucleaire toepassingen
Arjan Koning
“Ik ben er van overtuigd dat de nieuwe nucleaire toepassingen, zoals kernfusie en generatie IV reactoren, hoge kwaliteit nucleaire data nodig hebben om binnen acceptable economische en veiligheidsmarges te kunnen worden ontwikkeld.”
19
Energie Geslaagde inspectie Zweedse kerncentrale
Bouw testblok en manipulator Voordat NRG met het werk ter plaatse kon beginnen, is een traject van gedegen onderzoek uitgevoerd. Hierbij stond het ontwerp en de bouw van een testblok en manipulator centraal. De toelaatbare afmetingen van een mogelijk defect werden aangegeven in lengte, breedte en hoogte en tevens de hoek waarin het defect zich bevond in het materiaal. Nadat deze eisen bekend waren, kon NRG beginnen met het schrijven van de procedures voor het ultrasoon en wervelstroom onderzoek. De opdrachtgever vervaardigde in samenspraak met de inspectie afdeling van NRG het testblok, een natuurgetrouwe kopie van de constructie ter plaatse. In dit blok werden defecten aangebracht die bij de onderzoekers bekend zijn. Het waren deze defecten die de onderzoekers gebruikten om de procedures te optimaliseren en alle instellingen van de apparatuur te bepalen.
Zes maanden werk en voorbereiding met een testblok en een manipulator waren noodzakelijk voor het werk dat de inspectiegroep MMI van NRG binnen 24 uur klaarde. Het betrof een inspectie en een kwalificatie van lasverbindingen bij drie aansluitingen op het reactorvat (outlet nozzles) in de Zweedse kerncentrale Ringhals 4. De succesvolle onderneming resulteerde in een kwalificatie die voor een periode van 5 jaar geldig is. In Service Inspections Lassen is een van de meest gebruikte technieken voor het maken van verbindingen in staalconstructies. De sterkte van de lasverbinding is bepalend voor de gehele kwaliteit van de staalconstructie. Strenge controle van de laskwaliteit tijdens de productie ervan is daarom noodzakelijk. Na de ingebruikname van een constructie worden lassen blootgesteld aan mechanische en milieucondities, die de sterkte van de las kunnen beïnvloeden.
FAT en PAT Tijdens het schrijven van de procedures gingen de werktuigbouwkundigen aan de slag om een manipulator te ontwerpen en te bouwen om op afstand de meting mogelijk te maken. Het is duidelijk dat in deze periode veelvuldig contact met de opdrachtgever noodzakelijk was om alle details op elkaar af te stemmen. Toen de manipulator gereed was en de procedure uitvoerig was getest, volgde een FAT (factory acceptance test) en een PAT (procedure acceptance test). Tijdens de FAT testten de onderzoekers de manipulator uitvoerig en beoordeelden of deze aan alle eisen voldeed en in staat was om de inspectie in de gestelde tijd uit te voeren. Tezamen met de Zweedse autoriteiten maakten de onderzoekers gebruik van de manipulator om de PAT uit te voeren op het testblok. Dit stelde ze in staat om de procedure stap voor stap te doorlopen.
Voor onderdelen van installaties waarvoor hoge eisen ten aanzien van veiligheid en betrouwbaarheid noodzakelijk zijn, kan NRG de laskwaliteit door middel van In Service Inspections controleren. In 2005 stond de inspectie van Inconel lassen (een legering met nikkel als basismateriaal) in de Zweedse kerncentrale Ringhals 4 op het programma. Het betrof lassen ter plaatse van de aansluitingen van de koelwaterleidingen op het reactorvat. Het was de eerste inspectie na een reparatie van haarscheurtjes die NRG in 2001 in de lassen detecteerde. Volgens de Zweedse wetgeving waren de lassen aan een hernieuwde inspectie en kwalificatie toe. Bovendien waren de inspectie-eisen ten opzichte van de voorgaande keer behoorlijk aangescherpt.
20
Ontwerp en de bouw van een testblok en manipulator staat centraal
Scanner in inspectiepositie in de nozzle
Positioneren scanner voor de volgende nozzle
Energie
Tijdens de test toonde het onderzoeksteam aan dat met de te volgen procedure, de aangebrachte defecten in het testblok opgespoord en gekarakteriseerd konden worden. Toen deze stap was afgerond, werden de benodigde papieren van de juiste stempels voorzien en volgde ‘het examen’.
Acquisitie van data tijdens de inspectie
en correct benoemen wat betreft afmetingen en ligging. Met de goedkeuring van de technische onderbouwing van het onderzoek werd de kwalificatie afgerond. Dit testtraject duurde van januari tot half juni 2005. Aansluitend vertrok NRG, voorzien van alle geaccordeerde documenten, naar Ringhals 4 voor de daadwerkelijke uitvoering van het werk.
Afronding kwalificatie Een blind testblok (in principe gelijk qua materiaal en geometrie, maar met onbekende defecten) werd in de mockup geplaatst om de situatie ter plaatse zo goed mogelijk na te bootsen. De onderzoekers plaatsten het complete testblok met scanner onder water. Ieder teamlid dat tijdens de werkelijke inspectie in Ringhals aan de knoppen zou zitten, moest ten overstaan van de ‘Qualification body’ demonstreren in staat te zijn met het systeem, conform de procedure, meetresultaten binnen te halen en die op een correcte manier te behandelen zodat niets verloren zou gaan. Vervolgens moesten met de opgenomen metingen evaluaties plaatsvinden van de gevonden defecten. Hierbij moest ieder teamlid een vastgesteld percentage aan defecten vinden
Bevindingen in eindrapportage De container met apparatuur ging op transport naar Zweden, waarna de benodigde apparatuur in de reactor werd opgebouwd, uitgetest en gekalibreerd. De uitvoering van de werkzaamheden in het reactorvat nam uiteindelijk 24 uur in beslag. Hierna volgde de evaluatie van de metingen en rapportage van het onderzoek van de drie reactorvat aansluitingen. In een eindrapportage zijn de belangrijkste bevindingen van de hele inspectie beschreven. De kwalificatie door het NRG-expertiseteam is voor een periode van 5 jaar geldig. Geplande inspecties in 2006, 2007 en 2008 zijn daarom met minder inspanning voor te bereiden en uit te voeren.
Ruud Schiffer Controle van de manipulator na afloop van de inspectie
“Het uitvoeren van In Service Inspections geeft de mogelijkheid tot het vroegtijdig signaleren van eventuele problemen in de installatie. Daardoor kunnen we ingrijpen en de noodzakelijke maatregelen treffen, voordat er echte problemen ontstaan. Door het vergelijken van de resultaten van een laatste inspectie met eerdere inspecties, krijgen we bovendien inzicht in het eventuele slijtageproces en de kwaliteit van het materiaal. Deze informatie is belangrijk voor de toezichthouder in verband met de aanvragen voor levensduurverlenging.”
21
Milieu Waste Documentatie Systeem voor Denemarken
Op terreinen waar mensen werken met radioactief afval, is een gedegen registratie van dit afval een eerste voorwaarde voor een goede en veilige bedrijfsvoering. Op basis van ervaringen met radioactief afval op het eigen NRG-terrein, heeft NRG in samenwerking met het Deense Dansk Dekommissionering een state of the art waste documentatie systeem (WDS) ontwikkeld. NRG kwam in aanmerking voor deze ontwikkeling na een internationale aanbesteding. Na een presentatie en op grond van een aantal vergelijkbare ontwikkelprojecten, wist NRG de opdracht te verwerven. Dansk Dekommissionering heeft als doel om de voormalige testreactoren DR1, de DR2 en de DR3 te ontmantelen en het terrein als een groene weide op te leveren. Deze testreactoren bevinden zich op ongeveer zes kilometer ten noorden van Roskilde en zijn eigendom van het Deense onderzoeksinstituut RISO, dat ook op het terrein is gevestigd.
Elk onderdeel krijgt een eigen code. Aan de barcodes zijn unieke nummers verbonden. Hierdoor kunnen gebruikers voor elke afvalcontainer eenvoudig nagaan wat er aan radioactieve inhoud inzit.
van de kleinste onderdelen afkomstig van de testreactoren, wil weten waar ze in de installatie zaten en hoe ze naar hun vastgestelde eindberging gaan. Specifieke werkprocessen Het WDS maakt gebruik van een centrale database, waarin alle data liggen opgeslagen. De klant is zelf in staat om het systeem te configureren door de medewerkers van het bedrijf verschillende autorisatieniveaus toe te kennen. Op die manier krijgt elke medewerker voor elk specifiek werkproces de daarvoor bedoelde rechten. Daarnaast kan de klant de typische eigenschappen van het eigen bedrijf in het systeem verwerken door bijvoorbeeld zelf de verschillende faciliteiten, transportroutes, type afvalstromen en type metingen te definiëren.
Barcodes Met het WDS is het niet alleen mogelijk de oorsprong en huidige locatie van het afval te registreren, maar ook de bewerkingen en metingen die gedurende het traject dat het afval volgt, zijn uitgevoerd. De gebruikers registreren afvalonderdelen, containers, opslaglocaties en meetapparatuur bij invoering in het systeem met behulp van een barcode waarbij zij gebruik maken van draadloze techniek. Aan de barcodes zijn unieke nummers verbonden. Hierdoor kunnen gebruikers voor elke afvalcontainer eenvoudig nagaan wat deze aan radioactieve inhoud bevat. Bovendien is onmiddellijk zichtbaar te krijgen, waar het radioactieve afval van een installatie uiteindelijk terecht is gekomen. Deze toepassing was een voorwaarde voor de opdrachtgever èn de Deense overheid die letterlijk tot op het niveau
Als een onderdeel eenmaal een barcode heeft, is het altijd traceerbaar
22
Milieu
Maatschappelijke betekenis Met het WDS is volledige traceerbaarheid van het radioactief afval mogelijk, inclusief de processen die hebben geleid tot de uiteindelijke opslag. Toepassing van het NRG-systeem draagt daarmee bij aan het vertrouwen in het zorgvuldig opslaan van radioactief afval. NRG leverde het WDS in oktober 2005 op en houdt zich momenteel bezig met het stroomlijnen van het ontwikkelingstraject, zodat het in de toekomst mogelijk is om een specifiek op de wensen van de klant toegesneden applicatie binnen een korte tijd te kunnen leveren.
Met een barcodelezer is de herkomst van een onderdeel eenvoudig te herleiden
Door de technische opzet van het systeem is installatie op de individule PC’s van de medewerkers niet noodzakelijk. Dit levert aanzienlijke reductie van kosten op bij eventuele upgrades van de software.
Siebren van Tuinen
“Dit project is gestart zonder dat de opdrachtgever haar wensen exact duidelijk kon maken. Het is door creativiteit en doorzettingsvermogen van de medewerkers van het projectteam tot stand gebracht. Het bijzondere daarbij is, dat er langzamerhand een vertrouwensrelatie tussen NRG en de klant is ontstaan, waarbij er geen moment is getwijfeld aan de goede afloop van het project. Het eindproduct is een zeer gebruiksvriendelijk systeem, dat met weinig inspanning op maat te maken is voor een volgende klant. En dat is iets, waar we ontzettend trots op zijn !”
23
Milieu MER voor Letse afvalopslag
Tijdelijke opslag langlevend afval In de huidige opslagfaciliteit bestaat een groot deel van het radioactieve afval uit historisch afval dat afkomstig is van diverse industriële activiteiten en onderzoek tijdens de Sovjet-periode. Een klein deel komt van de Salaspils Research Reactor in Letland die tot 1998 operationeel was. De uitbreiding van de faciliteit is noodzakelijk vanwege verwachte hoeveelheid van de circa 1.200 kubieke meter radioactief afval die vrijkomt bij de ontmanteling van de Salaspils Research Reactor. Het nieuwe opslaggebouw zal ook dienst doen als tijdelijke opslag van langlevend radioactief afval tot het moment dat daarvoor een definitieve berging is gevonden.
In de zeven ondergrondse opslagbunkers van Radons bij Baldone, de nationale faciliteit voor behandeling en opslag van laag- en middelradioactief afval in Letland, ligt geconditioneerd afval opgeslagen. Het is de locatie waar sinds 1962 al het radioactief afval uit Letland is terechtgekomen. De bunkers bevatten, inclusief de opslagcontainers, bij elkaar ongeveer 800 kubieke meter radioactief afval. Om te garanderen dat Radons ook in de toekomst voldoende opslagmogelijkheden behoudt, is een uitbreiding van de faciliteit gepland met de bouw van twee extra bunkers en een gebouw voor de opslag van langlevende radioactieve bronnen in de komende 3 tot 5 jaar. Op basis van haar kennis op het gebied van ontmanteling en van radioactiviteit in het milieu, is NRG voor de uitbreidingsplannen van Radons benaderd voor het Letse bedrijf SIA Estonian, Latvian & Lithuanian Environment voor de deelname aan het maken van een milieueffect rapportage (MER).
Daarnaast heeft NRG een analyse opgesteld waarin de toekomstige gevolgen van opslag van bestaand en nieuw afval voor het milieu zijn bepaald. Een eerdere analyse was reeds uitgevoerd als onderdeel van een Europees project.
Jan van Hienen op locatie in Letland. In het kader van de MER bepaalde NRG onder meer de maximale hoeveelheid decommissioningsafval, die kan worden opgeslagen zonder de jaardosislimiet voor emissie van tritium te overschrijden.
24
Milieu
Na 300 jaar vrij van radioactiviteit In het kader van de MER bepaalde NRG onder meer de maximale hoeveelheid decommissioningsafval die kan worden opgeslagen zonder de jaardosislimiet voor emissie van tritium te overschrijden. Uit de door NRG uitgevoerde analyses blijkt dat na een periode van 300 jaar de activiteit van het afval in de opslagfaciliteit in Letland zodanig is afgenomen dat het gebied van de faciliteit zonder beperkingen voor andere doeleinden kan worden gebruikt. Het eventuele langlevende afval in het opslaggebouw komt te zijner tijd in aanmerking voor een definitieve (ondergrondse) berging. NRG rondde het project ‘MER voor afvalopslag Letland’ in oktober 2005 met succes af.
Stralingsmeetapparatuur
Het was via dit project dat de Letse opdrachtgever in contact kwam met NRG. Onderzoekers van NRG zijn na het verkrijgen van de opdracht ter plaatse geweest om de bestaande situatie te beoordelen en gegevens te verzamelen. De milieu-analyses op basis van deze gegevens vonden in Petten plaats. NRG heeft deelgenomen als nucleair expert aan de publieke inspraak bijeenkomst in Baldone, Letland.
Gammastraling dosis gemeten in de lucht binnen de supervisie-zone van de afvalopslag locatie Radons
Jan van Hienen
“Bij het uitvoeren van projecten in het buitenland, speelt inleving in de achtergrond van zowel de opdracht als van de opdrachtgever een belangrijke rol bij het welslagen van deze projecten.”
25
Milieu NDRIS beheert alle individuele dosisgegevens
De stralingsdoses die werknemers ontvangen tijdens de uitvoering van hun werkzaamheden worden opgenomen in het Nationaal Dosisregistratie- en Informatiesysteem (NDRIS). NRG is door het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aangewezen als beheerder van het NDRIS. Het voornaamste doel van de registratie is om alle gemeten en berekende stralingsdoses van de beroepsmatig blootgestelde medewerkers samen te brengen in één systeem, ongeacht bij welke werkgever deze doses zijn ontvangen en door wie deze zijn vastgesteld.
lingsbescherming vastgelegde termijnen beschikbaar blijven. Verder biedt de centrale registratie de mogelijkheid tot het doen van statistische analyses betreffende eventuele trends in de blootstelling. Vliegend personeel Sinds enkele jaren worden naast dosisgegevens van werknemers die werkzaam zijn in onder meer ziekenhuizen, laboratoria, de industrie of in de nucleaire sector, ook de doses van het vliegend personeel in het NDRIS opgenomen. Deze doses zijn het gevolg van de blootstelling aan de van Fig. 2
Uitlezing van de persoonsdosismeters
Het aantal werknemers dat in Nederland beroepsmatig aan straling wordt blootgesteld, bedraagt ongeveer 47.000 waarvan 12.000 werkzaam zijn in de luchtvaart. Daarnaast bevat het NDRIS ook de gegevens van ongeveer 100.000 personen die momenteel geen radiologisch werk meer verrichten, bijvoorbeeld omdat zij van baan zijn veranderd of zijn gepensioneerd. Het merendeel van de opgeslagen dosisgegevens wordt vastgesteld met behulp van persoonsdosismeters, die de gebruiker tijdens het uitvoeren van de radiologische werkzaamheden draagt. De centrale registratie biedt de best mogelijke garantie dat de individuele dosisgegevens gedurende de in het Besluit Stra-
nature aanwezige straling afkomstig uit het heelal. Op vlieghoogten is het niveau van deze kosmische straling vele malen hoger dan op grondniveau. Deze stralingsdosis wordt niet door middel van persoonsdosismeters bepaald, maar stelt NRG vast op basis van modelberekeningen, waarbij het vliegprofiel naar tijd en hoogte alsmede de zonneactiviteit als uitgangspunt dient. Ook vindt opname in het NDRIS plaats van de doses die individuele werknemers ontvangen bij werkzaamheden in het buitenland. Daarbij staat het zogenaamde stralingspaspoort centraal, waarin de verantwoordelijke stralingscontroledienst een aantekening maakt van de ter plaatse ontvangen doses.
26
Fig. 3 ��
������������������������
Voorbereiding uitlezing persoonsdosismeters
�� �� �� �� �� �� �� �
���
�
Milieu ��
��
���
��� �� ��
��
��
���
��� �� Fig. 1
��
���
��
Figuur 1 toont een overzicht van de herkomst van de verschillende dosisgegevens. Deze zijn onder meer afkomstig van de erkende Nederlandse dosimetrische diensten, die de meetgegevens online dan wel offline periodiek aan het NDRIS aanleveren.
��� ��
���
���
����� ��� �� ��
�� �� ��
Dosimetriedienst ��������������������� NRG beschikt over een tweetal door de ��������������������� ������������������� ��� overheid erkende dosimetriediensten. ������������������� ������������������������ ��� dan 30.000 werk���������� ������������������������ In totaal dragen meer nemers een dosismeter van NRG. NRG ���������� �������������������� maakt daarbij gebruik van zogenoemde �� �������������������� thermoluminescentiedosismeters, waarbij �� het detectormateriaal de dosisinformatie ���������������������opslaat. Nadat de gebruiker een nieuwe ������������������� dosismeter heeft ontvangen, leest de dosi������������������������metrische dienst de gebruikte dosismeter uit, waarbij de dosisinformatie in de vorm ���������� van licht weer vrijkomt. De uitgezonden �������������������� hoeveelheid licht is daarbij een maat voor de ontvangen stralingsdosis. Ten behoeve van de verschillende werkvelden zijn vijf verschillende typen persoonsdosismeters beschikbaar: de fotonendosismeter, de bèta/fotonendosismeter, de universeeldosismeter die geschikt is voor het bepalen van doses ten gevolge van blootstelling aan bèta-, fotonen en neutronenstraling, pleister en ringen voorzien van een thermoluminescentiedetector voor de dosimetrie van bijvoorbeeld de handen en kegeltjes die speciaal voor de brandweer zijn ontworpen. ���
��� ��� ��� ��� ��� ��� �� ���
�
�������������
���
���������������������
���
De dosis die het vliegend personeel ontvangt, overschrijdt zelden een jaardosis van 3 mSv (millisievert). Het verloop van de frequentieverdeling hangt onder meer samen met het aantal uitgevoerde vluchten en de in dat jaar gevlogen routes.
Peter de Jong
���� ���
Voor het maken van overzichten en het doen van statistische analysen maakt NRG gebruik van de geregistreerde dosisgegevens. Figuur 2 is hiervan een voorbeeld en toont een tweetal verdelingen, de eerste met betrekking tot het aantal personen waarvoor in het NDRIS (in 2004) een dosis is genoteerd en de gesommeerde jaardosis voor enkele sectoren. Hieruit komt naar voren dat ruim de helft van het aantal blootgestelde personen werkzaam is in de medische sector. De collectieve dosis in deze sector bedraagt slechts 21% van de in totaal ontvangen dosis. De grootste bijdrage wordt geleverd door de luchtvaartsector (68%) met 26% van de blootgestelde werkers.
“Sinds de invoering in 1989 biedt het NDRIS een volledig beeld van de beroepsmatige blootstelling in Nederland. Het NDRIS behoort tot één van de eerste en meest complete dosisregisters in Europa. NRG speelt een vooraanstaande rol in de verdere harmonisatie hiervan in Europa.”
�
27
Milieu Threetox brengt waterbewegingen in kaart
Om de verspreiding en het gedrag van geloosde verontreinigingen in het oppervlaktewater in kaart te brengen, kunnen energiecentrales en chemische bedrijven gebruik maken van het 3D-thermohydrodynamische model Threetox. Dit model maakt het mogelijk om waterbewegingen in kaart brengen. Ook houdt het model rekening met het verdwijnen van stoffen naar de waterbodems en de eventuele terugkeer ervan naar het oppervlaktewater. Daarmee heeft NRG een krachtig instrument ontwikkeld dat bijdraagt aan milieubescherming, toepasbaar is voor het verkrijgen van vergunningen en milieueffect rapportages en waarmee ook de productie van electiciteitsbedrijven kan worden geoptimaliseerd.
cieze evaluatie van lozingen noodzakelijk maakt. Geldverslindende voorbarige productiebeperkingen zijn daarmee te voorkomen, maar ook de onnodige inzet van koeltorens. Optimalisatie en gebruiksgemak Threetox maakt het bedrijven ook gemakkelijker om aan hun verplichtingen te voldoen. Zo moeten bedrijven die op het oppervlaktewater lozen aan de overheid verantwoorden wat de gevolgen daarvan zijn. Gebruikers van Threetox kunnen met het model warmtelozingen aan de nieuwe richtlijnen voor de lozing van koelwater toetsen. Daarbij is gebleken dat in veel gevallen bedrijven meer lozingsruimte kregen dan het geval was onder de oude richtlijnen. In de nieuwe koelwaterrichtlijnen is de opwarming van het oppervlaktewater het criterium, terwijl in de oude richtlijnen de warmtelozingen zelf aan beperking onderhevig waren. NRG heeft in samenwerking met KEMA meegewerkt aan het opstellen van deze richtlijnen door met Threetox onderzoek te doen naar het gedrag van geloosd koelwater in rivieren, meren, havens en kustwateren.
Verspreiding verontreiniging Threetox is één van de modellen van de hydrologische module van het Europese ‘decision support system’ Rodos (Real Time On-Line Decision Support System for the Management of Nuclear Emergencies). De presentatiemethode voorziet in een mogelijkheid de dynamische verspreiding van geloosde warmte, pesticiden, zware metalen en organische verontreinigingen in beeld te brengen. Bovendien maakt Threetox het mogelijk om met behulp van het softwarepakket Rodos de verspreiding van radioactiviteit in lucht, land en water en de daaruit voortvloeiende dosis voor de bevolking te voorspellen. Op basis van deze gegevens kunnen gebruikers bepalen welke tegenmaatregelen genomen kunnen worden om de dosis voor de bevolking te minimaliseren.
NRG heeft bij de ontwikkeling van het programma veel aandacht besteed aan het visualiseren van de rekenresultaten. NRG gaat Threetox zodanig operationeel maken, dat de klant zelf vanaf zijn bureau aan de hand van binnenkomende meteorologische en hydrologische gegevens, de gevolgen van de geplande lozingen kan berekenen. De klant kan daarbij vanaf zijn beeldscherm via zijn browser de rekenresultaten bekijken en printen. Ten behoeve van deze ‘remote modelling’ applicatie die vooralsnog de naam Threecast draagt, ontwikkelt NRG makkelijk te bedienen interfaces. Hierbij ligt de nadruk op eenvoudige presentatie van de resultaten en
Berekening warmwaterlozingen De toepassing van Threetox voor de berekeningen van warmwaterlozingen is op dit moment actueel, omdat de huidige trend van steeds warmere zomers de pre-
28
Inmiddels wordt de methodiek in tien elektriciteitscentrales en drie chemische bedrijven toegepast en zijn de gegevens getoetst aan temperatuurmetingen die in het oppervlaktewater zijn uitgevoerd
Gebruikers van Threetox kunnen met het model warmtelozingen aan de nieuwe richtlijnen voor de lozing van koelwater toetsen
Milieu
op een tweedimensionale presentatie van het verloop van de watertemperaturen gedurende een dag.
wen in dat het aantal opdrachten verder zal toenemen. Met de onafhankelijke erkenning levert NRG een volwaardig en betrouwbaar product waarmee op termijn de energiecentrales en chemische bedrijven wekelijks kunnen inschatten wat het effect van hun lozingen op het oppervlaktewater is en hoeveel ‘ruimte’ er in warme zomers nog over is voor de productie en levering van elektriciteit.
Threetox betrouwbaar instrument In het vaststellen van de kwaliteit van het programma staat NRG niet alleen. Uit een onderzoek van Rijkswaterstaat, waarbij ook onafhankelijke experts van de TU Delft betrokken waren, blijkt Threetox een betrouwbaar instrument in vergelijking met andere in Nederland toegepaste modellen voor koelwatermodellering. Threetox is daarmee uitermate geschikt om toe te worden gepast bij de aanvraag van hinderwetvergunningen of bij het opstellen van milieueffectrapportages. In 2005 zijn de eerste succesvolle toepassingen van Threetox in de praktijk gerealiseerd. Inmiddels wordt de methodiek in tien elektriciteitscentrales en drie chemische bedrijven toegepast en zijn de gegevens getoetst aan temperatuurmetingen die in het oppervlaktewater zijn uitgevoerd. NRG heeft er dan ook alle vertrou-
NRG heeft bij de ontwikkeling van het programma veel aandacht besteed aan het visualiseren van de rekenresultaten
Rudie Heling
“Als gevolg van de opwarming van de aarde schreef de overheid een nieuwe aanpak voor om te voorkomen dat de stroomproductie in warme zomers in gevaar komt. Moderne, snelle PC’s hebben hierbij een cruciale rol, want het doorrekenen van dergelijke modellen zou tien jaar geleden niet mogelijk zijn geweest. Het 3D-model van Threetox gaf zoveel inzicht, dat de oude koelwaterrichtlijnen bovendien op de helling konden.”
29
Milieu Onderzoek brandstof snelle kweekreactor succes
NRG verkreeg als hét Nederlandse expertisecentrum voor nucleaire technologie de opdracht voor het Japan Nuclear Cycle Development Institute (JNC) onder de projectnaam FUJI, onderzoek uit te voeren naar een alternatieve vorm van splijtstof voor een snelle kweekreactor. Reden voor de opdracht was de ervaring die NRG in het verleden heeft opgedaan met intensief brandstofonderzoek voor onder andere de snelle kweekreactor in Kalkar. In 2005 rondde NRG het omvangrijke FUJI-project succesvol af.
uitgevoerd op hoog vermogen. Hierdoor ontstonden hoge temperaturen tot ongeveer 2.600 °C waardoor de interne vorm van de splijtstof veranderde. In enkele gevallen hebben de onderzoekers van NRG het centrale gedeelte van de splijtstof bewust laten smelten om ook het gedrag van de splijtstof in ongevalsituaties te kunnen onderzoeken. Mengsel van bolletjes Het nabestralingsonderzoek voerde NRG uit in de Hot Cell Laboratories. De resultaten van dit onderzoek lieten zien in hoeverre de splijtstof was veranderd tijdens de bestraling. Voordat de bestraling startte, bevatte de splijtstof een homogeen mengsel van grote en kleine bolletjes. De kleine
Minder rendement In samenwerking met het Paul Scherrer Institut (PSI) uit Zwitserland werkt JNC aan een bolletjes splijtstof die daarmee in vorm afwijkt van de traditionele tabletten. Onderzoek moest uitwijzen wat het gedrag van de nieuwe vorm splijtstof was in vergelijking met bestaande ‘tabletten’. NRG kwam hiervoor in aanmerking omdat het over een volledige nucleaire onderzoeksinfrastructuur beschikt en daarbij de bewezen expertise in huis heeft. De voornaamste uitkomst was dat de onderzochte bolletjes minder rendement opleveren dan de ‘traditionele’ tabletten die als referentie golden. De verminderde opbrengst was het gevolg van gasspleten tussen de bolletjes die de warmteafdracht ongunstig beïnvloedden, waardoor de bolletjes splijtstof eerder gingen smelten. Om het smelten van de bolletjes splijtstof te voorkomen, dienen deze op een lager vermogen bestraald te worden dan de tabletten splijtstof.
bolletjes waren in de resultaten van het nabestralingsonderzoek in een doorsnede alleen nog te zien aan de relatief koude buitenkant. Doordat de temperatuur in de splijtstof hoog was, zijn de kleine en grote bolletjes aan elkaar gebakken (gesinterd) waardoor een massief materiaal ontstond.
Verandering interne vorm Een deel van de splijtstofpennen bestond uit de referentietabletten, een deel uit de te beproeven bolletjes en een deel uit brokjes splijtstof. De bestralingen zelf duurden een aantal dagen en werden
Overeenkomst berekening en resultaat De resultaten van het nabestralingsonderzoek zijn door JNC vergeleken met de voorspellingen die ze zelf maakten aan de hand van computerberekeningen. De
30
Uit de resultaten van het NRGproject bleek dat de berekende structuur van de splijtstof goed overeenkwam met de experimenteel gevonden structuur
Milieu
resultaten van het nabestralingsonderzoek van NRG kwamen overeen met de berekende structuur van de splijtstof na bestraling. Met de praktijkresultaten van NRG in combinatie met eigen berekeningen, zijn de Japanners in staat om het ontwerp van het nieuwe type splijtstof te verbeteren.
Snelle kweekreactor Naast de herwaardering voor kernenergie in zijn algemeenheid, komt langzaamaan ook de discussie rond snelle kweekreactoren weer op gang. Dat heeft twee oorzaken. Ten eerste is een snelle kweekreactor in staat om lang levend afval te splijten wat een zeer gunstig effect heeft op het bestaande volume radioactief afval en de opslag ervan. Ten tweede maakt een dergelijke reactor tot 60 maal intensiever gebruik van uranium dan de huidige lichtwaterreactoren. Dit is van grote invloed op de beschikbaarheid van uranium en kan van doorslaggevende betekenis zijn voor de energievoorziening op de lange termijn. In tegenstelling tot lichtwaterreactoren die water als koelmiddel gebruiken, past de snelle kweekreactor vloeibaar natrium toe als koelmiddel. In Japan staan twee snelle kweekreactoren, maar ook in Rusland, Frankrijk en India zijn kweekreactoren in gebruik.
Aanleiding voor de keuze van een gewijzigde vorm van splijtstof was een vereenvoudigd productieproces. In snelle kweekreactoren is het mogelijk plutonium te verbranden maar bijvoorbeeld ook americium. De droge productie hiervan is lastig, omdat het een stoffig proces is dat een radiologisch probleem op kan leveren. Door het ‘bakken’ van de tabletten vervormt de tablet en het in vorm slijpen levert weer afval op. Het nat fabriceren van brandstof waarbij geen stof ontstaat, levert bolletjes op. Het was echter de vraag of deze vorm van brandstof net zo goed was als de traditionele tabletten. In de Hoge Flux Reactor voerde NRG vier bestralingen uit van zestien splijtstofpennen waarin de bolletjes waren opgenomen.
Klaas Bakker
“Het FUJI-project was een interessante internationale samenwerking tussen het snelle reactor onderzoeksinstituut JNC uit Japan, het Zwitserse Paul Scherrer Institut en NRG uit Petten. De sterke punten van deze drie gerenommeerde instituten werden gecombineerd en dat resulteerde in een zeer bruikbare bestraling van de brandstof voor een snelle reactor. Uit de resultaten van het project bleek dat de berekende structuur van de splijtstof goed overeenkwam met de experimenteel gevonden structuur. JNC is daardoor in staat om het ontwerp van de brandstof verder te verbeteren.”
31
Milieu Maatwerk bij ontmanteling en ontsmetting
Strategie en planning NRG adviseert bij het opstellen van ontmantelingsplannen en het doen van kostprijsberekeningen. Tijdens de gebruiksperiode van een nucleaire installatie is de opbouw van een financiële voorziening noodzakelijk voor de toekomstige ontmanteling. Aan de basis van deze voorziening ligt een kostenschatting. Deze schatting gaat uit van een ontmantelingsplan met een geordende presentatie van de vereiste activiteiten. Aan alle geïdentificeerde activiteiten zijn kosten verbonden die geschat moeten worden omdat de lokale omstandigheden variëren, waaronder: het wettelijke kader, de kosten voor in te huren sloopbedrijven, de tarieven voor de verwerking van afval of de opbrengst uit recycling.
NRG is actief op de markt voor Decommissioning (ontmanteling) en Decontaminatie (ontsmetting), afgekort D&D voor de nucleaire en niet-nucleaire industrie. Projecten in het buitenland waarbij NRG haar D&D-activiteiten in 2005 succesvol inzette, waren onder meer de in dit jaarverslag eerder gemelde ontwikkeling van een afval management database voor Dansk Dekommissionering en de opstelling van de milieueffect rapportage voor de opslag van decommissioning afval in Letland. Verder heeft NRG gewerkt aan een update van de voorlopige planning en kostenraming van de toekomstige ontmanteling van nucleaire faciliteiten op de onderzoekslocatie Petten.
Specifiek maatwerk NRG levert met het opstellen van een kostprijsberekening geen standaard ‘confectie’ maar specifiek maatwerk. NRG heeft de expertise in huis om diensten aan te bieden, die van belang zijn bij de voorbereiding van een ontmanteling, zoals: milieueffect rapportages, veiligheidsrapporten en vergunningaanvragen. NRG ondersteunt bovendien de ontwikkeling van dit gespecialiseerde vakgebied door Voordat een geactiveerd vat wordt gezaagd, oefenen medewerkers op een niet-radioactief oefenvat
In het kader van D&D biedt NRG zeer uiteenlopende diensten aan, die onderverdeeld kunnen worden in de werkgebieden ‘Strategie en planning’ en ‘Operationele ondersteuning’. NRG voorziet ook in beleidsondersteunende studies voor nationale en andere overheden ten aanzien van D&D. In alle gevallen staat de veiligheid voor alle bij D&D betrokken medewerkers én het milieu centraal.
De kosten van het onmantelen kunnen bijzonder hoog zijn. Door al in de ontwerpfase van een nieuwe installatie rekening te houden met de ontmanteling op termijn, kunnen de ontmantelingskosten worden gereduceerd
32
Milieu
Een belangrijk onderdeel bij decommissioning is de ALARA (As Low As Reasonable Achievable)-planning. Uitgaande van het ALARA-principe wil men de doses die de werkers ontvangen zo minimaal mogelijk houden. Hierbij kunnen de deskundigen van NRG behulpzaam zijn. Van iedere werkomgeving kunnen zij een 3D-representatie maken, die als uitgangspunt kan dienen voor de ALARAevaluaties. Op basis hiervan rekenen de deskundigen alle werkscenario’s door met het oog op de keuze voor het scenario met de geringste dosisbelasting.
Schermbeelden van 3D visualisatie-tool, zoals toepasbaar is bij de instructie van personeel in een radiologische faciliteit. Boven de virtuele medewerker is de stralingsdosis te zien, zoals die bij de gedefinieerde activiteit wordt ontvangen. Ieder ‘poppetje’ staat voor een bepaalde taak op een bepaalde positie
middel van de deelname in internationale netwerken en cursusreeksen zoals het Europese Eundetraf en participeert in het IAEA International Project on Evaluation and Demonstration of Safety for Decommissioning of Nuclear Facilities. Scenario geringste dosisbelasting Ook bij de daadwerkelijke uitvoering van D&D-activiteiten kan NRG haar kennis en ervaring inzetten. Voorbeelden hiervan zijn: persoonsdosimetrie, monitoring, monstername en analyse, decontaminatie, afvalbeheer, databasebeheer, training en public relations.
Zogenoemde ‘trajectory results’ die de bijdrage van iedere taak aan de dosisbelasting zichtbaar maken. Links: de bouwtekening, midden: deel van het model met het traject dat een werknemer daarin aflegt, rechts: de resultaten van de berekening
Frank van Gemert
“Ook bij de ontmanteling van onderzoeks- en productiefaciliteiten voor nucleaire energie staan zorg voor het milieu en aandacht voor de gezondheid centraal.”
33
Gezondheid Groei molybdeenproductie
NRG is de grootste Europese producent van 99 molybdeen voor medische toepassingen. De basisactiviteit voor de productie vindt plaats in de Hoge Flux Reactor (HFR) waar aluminium targets met een 235 uranium inleg worden bestraald. De ingebruikname van een nieuwe bestralingsfaciliteit, genaamd Tycomo, heeft geleid tot een verhoogde molybdeenproductie. Hierdoor kan NRG voldoen aan de alsmaar stijgende vraag naar 99molybdeen. Dit 99molybdeen is de basisgrondstof voor het meest gebruikte nuclide in de nucleaire geneeskunde, 99mtechnetium. Het wordt voornamelijk toegepast voor diagnostische doeleinden.
positie leverde de gewenste verhoging op van de molybdeenproductie. Om dit mogelijk te maken, ontwierp NRG de bestralingsfaciliteit. Om het 235uranium in de targets te laten splijten zijn thermische neutronen nodig. Om nu precies te bepalen in welke kernpositie de nieuwe faciliteit geplaatst kon worden is de verhouding van water en staal van belang. Met MCNP (Monte Carlo n-particle transport Code)-berekeningen wist NRG exact helder te krijgen hoeveel thermische neutronen de targets bereiken en hoeveel een splijting aangaan met het 235uranium. Aluminium en roestvast staal De faciliteit bestaat uit een roestvast stalen (rvs) buitenbuis (dikte 1,0 millimeter), een rvs binnenkoker (dikte 1,27 millimeter) en een aluminium targethouder (gemiddeld 3,0 millimeter dik) waarin 8 targets passen. De totale lengte bedraagt ongeveer 6 meter. Daarvan steekt 4 meter in het reactorvat, waarvan de onderste 60 centimeter in het rooster van de reactorkern. Afkoelen Met het vinden van de juiste positie in de kern rees de vraag hoe de gegenereerde warmte die door de splijting van het uranium ontstaat, het beste kon worden afgevoerd. Uiteindelijk is berekend dat een waterverplaatsing van 20 kubieke meter per uur resulteert in voldoende koeling. Als de targets hun bestralingsduur van maximaal 200 uur hebben bereikt, trekt de Lineaire Transport Unit de faciliteit met een snelheid van 1 millimeter per seconde uit de reactorkern. Hierna blijven de targets nog drie uur in de Tycomo afkoelen. Deze periode is van belang om de kortlevende isotopen te laten vervallen. Vervolgens gaan de targets nog verder omhoog
Reactorpersoneel brengt Tycomo in positie
Hoger productietempo Tot voor kort maakte NRG voor de productie van 99molybdeen gebruik van de pool side facility, een faciliteit buiten de reactorkern van de HFR. Maar met de vraag om een hogere productie te realiseren, is gezocht naar een extra positie voor bestraling in het reactorvat waar het productietempo hoger ligt. Deze nieuwe
34
Opengewerkte tekening van de Tycomo
Technetium is een radioactieve stof die in elk voor medisch-nucleair onderzoek ingericht ziekenhuis veelvuldig wordt gebruikt.
Gezondheid
om ze, inclusief aluminium targethouder, over te brengen naar de transportkoker. Dit is het bovenste deel van de Tycomo. Nadat de houder is verwijderd, moeten de targets nog eens 9 uur onder water afkoelen. Dan zijn ze klaar voor vervoer in een speciale container naar de Hot Cell Laboratories voor verdere verwerking en de extractie van 99molybdeen.
afbeelding te verkrijgen en is de stralingsbelasting van de patiënt zeer laag. Technetium laat zich bovendien gemakkelijk binden aan vele verschillende chemische stoffen zodat het voor uiteenlopende diagnoses bruikbaar is. De halveringstijd bedraagt 6 uur en dat is lang genoeg om het medisch onderzoek goed uit te voeren én kort genoeg om de patiënt na het onderzoek niet in het ziekenhuis te hoeven houden. De groeiende vraag naar dit diagnosticum heeft geleid tot de grotere productie bij NRG.
Molybdeen en Technetium De isotopen van molybdeen en technetium komen niet in de natuur voor. Zo wordt 99molybdeen bij NRG in de Hoge Flux Reactor gevormd bij de splijting van 235 uranium. Het 99molybdeen met een halveringstijd van 66 uur vervalt naar 99mtechnetium dat een halveringstijd van 6 uur heeft. Technetium is een radioactieve stof die in elk voor medisch-nucleair onderzoek ingericht ziekenhuis veelvuldig wordt gebruikt. In Europa worden jaarlijks miljoenen diagnoses gesteld met behulp van technetium. Technetium is daarmee het werkpaard van de nucleaire geneeskunde en is zo populair omdat de stof precies de goede fysische en chemische eigenschappen bezit. Zo heeft de uitgezonden gammastraling de juiste energie om een goede
‘Molybdeen koe’ Voor de vervaardiging van technetium maken ziekenhuizen gebruik van een Molybdeen Technetium Generator die gekscherend ‘molybdeen koe’ wordt genoemd. Het zijn afgeschermde flessen waarin zich 99molybdeen bevindt. Het gaat daarbij om minder dan 1 milligram 99 molybdeen per koe. Als een ziekenhuis van gemiddelde grootte elke week een verse fles ontvangt, kunnen de artsen in dat ziekenhuis op elk moment van de dag, zeven dagen per week, over 99mtechnetium als het vervalproduct van molybdeen beschikken.
Molybdeen Technetium Generator
Paul Benneker
“Je voelt je bevoorrecht als je een HFR in-core faciliteit in team verband mag ontwerpen en laten bouwen. Zeker als het gaat om een maatschappelijk belangrijke productie faciliteit die 99molybdeen produceert.”
35
Gezondheid Groter oplosvat door toenemende vraag molybdeen
Uit het radioactief verval van 99molybdeen ontstaat 99mtechnetium. Zoals eerder in het jaarverslag gemeld, is dit het meest gebruikte nuclide in de nucleaire geneeskunde, het wordt toegepast voor diagnostische doeleinden. Om de toenemende vraag naar molybdeen aan te kunnen, is in 2005 voor de Molybdeen Productie Faciliteit een groter oplosvat ontworpen en in gebruik genomen. NRG heeft ondersteuning verleend bij de invulling van de stralingshygiëne en conventionele veiligheidszaken rondom dit project. Daarnaast heeft NRG een nieuw concept ontwikkeld voor het afvoeren van het afval, zodat medewerkers nog minder stralingsdoses oplopen.
Plaatsen van een bus met oplosmiddel in een Hot Cell
De grotere productie van 99molybdeen is mogelijk gemaakt door twee wijzigingen: de intensievere en langduriger bestraling van de targets waarin 235uranium ligt opgesloten en de vergroting van de per keer verwerkte hoeveelheid 235uranium. De bestraalde targets voor het in Petten gevestigde Mallinckrodt Medical gaan vervolgens naar de Molybdeen Productie Faciliteit waar de medewerkers de targets in de eerste hot cell plaatsen. Daarna pompen zij natronloog in het vat en warmen het geheel op.
Uitvoering van werkzaamheden met de manipulatoren in de Molybdeen Productie Faciliteit
Intensievere en langduriger bestraling De productie van 99molybdeen vindt bij NRG plaats in de Hoge Flux Reactor door de bestraling met neutronen van targets waarin uranium is opgenomen. De splijtingsproducten die hierbij ontstaan, bevatten een mengsel van verschillende radionucliden. Uit dit mengsel wordt het 99 molybdeen afgescheiden door het uranium op te lossen in een oplosvat en vervolgens door het mengsel langs chemische weg te zuiveren.
Container voor molybdeentargets
36
Gezondheid
Een eerste scheiding vindt plaats als gevolg van chemische reacties in het oplosvat. Zo lost het aluminium op en ontwijkt waterstof uit de vloeistof. Ook edelgassen ontsnappen uit de vloeistof. Op de bodem van het vat slaat onder andere het onoplosbare uranium neer, terwijl 99molybdeen samen met enkele andere nucliden opgelost in de vloeistof achterblijft. Door gebruik te maken van speciale filters en ionenwisselaars wordt het 9molybdeen gezuiverd; uiteindelijk wordt in een condensor het gewenste 99molybdeen gedestilleerd om de onzuiverheden te verwijderen.
veelheden 99molybdeen is aan NRG een nieuwe vergunning verleend door het Ministerie van VROM. De gedegen voorbereiding leidde tot de toestemming voor de vernieuwde productielijnen. Continue levering NRG in Petten is de grootste producent van 99molybdeen in Europa. Vanwege het grote medische belang is een continue levering vereist. Jaarlijks worden ruim 7 miljoen patiënten in Europa en nog eens 8 miljoen patiënten in de Verenigde Staten met technetium uit Petten behandeld.
Duurzamere afdichtingsringen Naast de aanpassing van het volume van het oplosvat is ook de verdere uitvoering van de cellenlijn aan de nieuwe productie aangepast. De hogere productie vereiste bijvoorbeeld duurzamere afdichtingsringen. Onlangs werd ook een tweede nieuw oplosvat in gebruik genomen. Voor het in één keer verwerken van grotere hoeHet nieuwe oplosvat
Lars Roobol
“In goede samenwerking met Mallinckrodt Medical hebben wij er voor gezorgd dat er nu per batch tot dubbel zo veel molybdeen geproduceerd kan worden dan voorheen. De installatie van een nieuw oplosvat was de laatste stap in een wijzigingproces dat ongeveer twee jaar heeft geduurd en waarbij Mallinckrodt en NRG samenwerken. Wij zijn nu klaar om samen met Mallinckrodt nieuwe markten te veroveren.”
37
Gezondheid Verbeterde isotopenanalyse
Het Massa Spectrometrie machinepark bij NRG is tussen de 25 en 30 jaar oud en nodig aan vernieuwing toe. Na uitgebreid onderzoek heeft NRG in 2005 besloten tot de aanschaf van de Thermo Finnigan Element2. Dit is een uiterst verfijnde machine die onder andere een belangrijke bijdrage gaat leveren aan de kwaliteitsborging bij de productie van het isotoop lutetium voor medische toepassingen.
Onderdeel van de massaspectrometer waarin de analyse plaatsvindt
In de nucleaire wereld, dus ook bij NRG, waar steeds de omzetting van stabiele isotopen in radionucliden om een veelheid van redenen wordt uitgevoerd, is Massaspectrometrie het venster waardoor het mogelijk is om naar die isotopisch bewerkte wereld te kijken. Het kan gaan om de vaststelling van bijvoorbeeld uranium in de afvalstromen uit het molybdeenproductieproces, de isotopensamenstelling van een verrijkt lutetium bron, het voorkomen van plutonium in gebruikte splijtstof, de samenstelling van splijtingsgassen in alternatieve splijtstof of om een uiterst precieze uraanbepaling ten behoeve van het ‘Safeguards’ werk van de IAEA.
Onderzoek documentatie naar nieuwe massa spectrometer
‘Vader van de nuclidekaart’ Massaspectrometrie vervult al jaren een prominente rol in de anorganische analytische chemie, meer in het bijzonder in de isotopenanalyse. In feite is het vóórkomen van alle in de natuur aanwezige stabiele en van vele radioactieve isotopen vastgesteld door gebruik van massaspectrometrie. De techniek is daarmee aan te merken als de ‘vader van de nuclidenkaart’.
Zeer verfijnde massaspectrometer De vraagstelling van opdrachtgevers is in de afgelopen periode vanzelfsprekend veranderd. De vragen zijn tegenwoordig veel gedetailleerder en stellen veel hogere eisen aan de analyticus en de instrumenten dan 30 jaar geleden. Het zomaar vervangen
Schematische werking van een massaspectrometer
38
Gezondheid
van een bestaand instrument door een moderne opvolger daarvan, zou de opdrachtgevers dan ook geen recht doen. Daarom is na uitgebreid onderzoek besloten tot de aanschaf van de Thermo Finnigan Element2, een uiterst verfijnde uitvoering van een zogeheten ‘Inductively Coupled Plasma Mass Spectrometer’ of ICP-MS.
Het complex aan toepassingen is met slechts één instrument mogelijk omdat de Thermo Finnigan Element2 zowel is uitgerust met een Double-Focusing eenheid die de hoge resolutie bewerkstelligt als drie detectoren heeft. Deze bestrijken ieder een bepaald gevoeligheidsgebied, zodat zowel het meten van lage gehalten als van isotopenverhoudingen is toegestaan. Het instrument is bovendien voorzien van moderne meet- en regelelektronica, zodat een compacte bouw mogelijk is. NRG neemt de Thermo Finnigan Element2 naar verwachting in 2006 in gebruik.
Vraagstukken eindberging De verfijning is mogelijk omdat het instrument een buitensporig hoog oplossend vermogen heeft. Dit stelt NRG in staat om bijvoorbeeld stoffen van nominaal gelijke massa feilloos te scheiden. Zoals de meeste ICP-MS machines beschikt het instrument bovendien over een zeer grote gevoeligheid. Uiterst minieme gehalten van minder dan 10-12 gram per gram zijn zonder veel moeite te kwantificeren. Dit soort specificaties is nodig bij vraagstukken over de eindberging van radioactief afval of bij de kwaliteitscontrole van 177Lu (lutetium), dat bij de behandeling van tumoren wordt gebruikt. Tenslotte is de machine prima in staat om het basiswerk van een massaspectrometer te verrichten. Dit betreft het meten van isotoopverhoudingen. De nieuwe machine neemt dus ook het werk van de oude machines gedeeltelijk over.
Massaspectrometer in een gebruikssituatie
Dick Bergmans
“Massaspectrometrie vervult al jaren een prominente rol in de anorganische analytische chemie, meer in het bijzonder in de isotopenanalyse. In feite is het vóórkomen van alle in de natuur aanwezige stabiele en van vele radioactieve isotopen vastgesteld door gebruik van massaspectrometrie. De techniek is daarmee aan te merken als de ‘vader van de nuclidenkaart’.”
39
Gezondheid Onderzoek lage dosis straling
Genetische factoren Het onderzoek waarbij gebruik wordt gemaakt van muizen met een specifieke achtergrond is van belang om de gevolgen van door straling beschadigd DNA-materiaal te begrijpen. De rol voor NRG binnen Risc-Rad is het blootstellen van deze specifieke muizen aan diverse stralingstests met röntgen- en neutronenstraling. Het gaat daarbij in alle gevallen om lage dosis straling. Het gebruik van een muis als compleet organisme is van belang omdat back-up mechanismen van een compleet individu in een reageerbuisexperiment ontbreken. Bij het wegvallen van een bepaald gen een compleet organisme soms niet in staat adequaat te reageren op een beschadiging door ioniserende straling na een lage dosis.
Bij NRG vindt fundamenteel onderzoek plaats naar het ontstaan van kanker door straling en naar nieuwe behandelmethoden voor kanker, in samenwerking met industrie, universiteiten, ziekenhuizen en andere researchinstituten. Over het risico om kanker te krijgen als gevolg van ioniserende straling, met name door blootstelling aan hoge doses, is veel bekend. Het onderzoek naar de carcinogene werking van langdurige blootstelling aan lage doses straling staat daarmee vergeleken nog in de kinderschoenen. Het Europese project Risc-Rad is opgezet om de gaten in de wetenschappelijke en medische kennis rond dit onderwerp te vullen. Bij NRG is de groep radiobiologie één van de deelnemende onderzoekspartijen binnen het Risc-Rad-project. Een belangrijk onderdeel van het project is het verkrijgen van informatie over de bepalende genetische factoren bij de vaststelling van gevoeligheid voor ioniserende straling, die leidt tot het ontstaan van kanker in het algemeen en leukemie in het bijzonder. Bovendien richt het onderzoek zich op de effecten van straling op de celkern om nadere informatie te verkrijgen over de relatie tussen stralingsdoses en risico’s. Dit is nodig voor een betere onderbouwing van dosislimieten.
De muizen die speciaal voor dit onderzoek zijn gekweekt, zijn van het type knock-out of ‘geconditioneerde knockout’ waarbij specifieke genen uit het DNA zijn verwijderd. Dit is gedaan in analogie met bepaalde ziektebeelden bij mensen die soortgelijk genen op grond van hun pathologie missen. Een kenmerk van deze mensen is bovendien hun hoge stralingsgevoeligheid en hoge spontane kankerincidentie. De onderzoekers van NRG observeren de bestraalde muizen gedurende een lange periode en doen daarbij onderzoek naar de kankerincidentie en de betrokken mutaties van het DNA met als doel na te gaan of dit soort muizen meer ontvankelijk is voor het ontwikkelen van kanker en of dat afhankelijk was van de dosis straling. Onderbouwing dosislimieten Een tweede speerpunt betreft het onderzoek naar dosislimieten omdat het van belang is om op het gebied van stralingsbescherming een rationele afweging
Röntgenbestralingsfaciliteit Petten
40
Gezondheid
Verder is het van belang om te kunnen bepalen wat de individuele gevolgen van straling zijn. Met het extrapoleren van de lineaire verhouding tussen dosis en effect naar lage doses zijn maximale waarden bepaald. Huidige schattingen van het risico van blootstelling aan straling zijn gebaseerd op een doorsnee individu in een populatie. Maar de vastgestelde waarden kunnen voor iemand met een genetische aanleg voor extra gevoeligheid, te veel zijn. Daarom is gedetailleerde kennis nodig van het biologisch mechanisme om te bepalen welke stralingsdosis kanker veroorzaakt of genetische afwijkingen tot gevolg heeft. Met deze informatie wordt bepaald welke dosis straling een verwaarloosbaar risico geeft en veilig is.
Laboratoriumonderzoek in Petten
te kunnen maken. Tot nu toe is het gemeengoed om uit te gaan van een lineaire verhouding tussen stralingsdosis en het effect op mensen. Maar uit diverse onderzoeken blijkt dat de uitkomsten van lage dosis straling dit lineaire verband niet onderschrijven. Een lage dosis zou zelfs een gezond effect kunnen hebben want op basis van epidemiologisch onderzoek zijn er aanwijzingen dat lage doses straling op DNA-niveau kan zorgen voor een activering van herstelmechanismen.
Het model dosislimieten Onderzoek naar de effecten van zeer lage doses straling op chromosoomniveau zou veel muizen vereisen om significante effecten te kunnen waarnemen. In plaats daarvan maakt men binnen het Risc-Rad Project gebruik van computermodellen om de dosiseffect relatie bij zeer lage doses te modelleren. Hiervoor is het echter noodzakelijk om de goede parameters voor het model te verkrijgen. Daarom voert NRG een experiment uit waarmee de parameters zijn te bepalen voor het 2-staps ontstaansproces van leukemie na straling. Dit onderzoek wordt uitgevoerd met muizen die van nature geen leukemie krijgen maar die het wel ontwikkelen na een dosis straling. Er wordt eerst een initiërende dosis straling gegeven en een tweede dosis straling na een half jaar. Aan de hand hiervan bepalen de onderzoekers het totaal aantal gevallen van leukemie en analyseren of twee lage doses na elkaar effectiever zijn voor het ontstaan van leukemie dan één hogere dosis straling. De verkregen parameters zijn vervolgens in te zetten voor het dosiseffect-model en dat zal leiden tot een beter begrip van de dosiseffect-relatie in het zeer lage dosisgebied. Dit maakt een betere onderbouwing van de dosislimieten voor straling mogelijk. René Huiskamp
“De effecten bij de muis bij lage doses straling voorspellen de gevolgen voor de mens.”
41
Gezondheid Bestraling niet operabele hersentumoren
Voor de behandeling van sommige typen hersentumoren is het soms beter om de tumor niet operatief te verwijderen of te bestrijden met een radioactieve stof die via de bloedbaan wordt toegediend. In dergelijke gevallen kan worden besloten om over te gaan tot een behandelingsmethode waarbij de radioactieve stof die de tumor kan bestrijden, in het lichaam van de patiënt wordt ‘geproduceerd’. Hiervan is sprake bij de Boron Neutron Capture Therapy (BNCT). Deze therapie berust op twee verschijnselen: De voorkeur van de tumor voor opname van bepaalde boriumverbindingen en de splijting van de atoomkern van borium na de invangst van een neutron. Het onderzoek hiernaar is een initiatief van een Europese samenwerking, die 10 jaar geleden is begonnen en waarbij de verantwoordelijkheid voor het medische gedeelte ligt bij de Universiteit Essen. NRG faciliteert de bestralingen in de Hoge Flux Reactor (HFR), staat de betrokken artsen van de Universiteit Essen bij en werkt bovendien nauw samen met het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek (GCO), die de verantwoordelijkheid draagt voor alle niet-medische zaken.
de tumorcellen. Bij deze splijting komen alfadeeltjes en lithiumkernen vrij die de kankercellen vernietigen. De energie van deze deeltjes is groot en de deeltjes leggen een weg af van slechts een enkele cel. Dit voorkomt dat omringend gezond weefsel beschadigt. Wat van het borium overblijft is een stabiel lithium atoom en helium die verder geen schade aanrichten. Draaiende therapietafel Het grote voordeel van de faciliteit van de HFR is dat met de bundel neutronen heel precies een juiste dosis is te geven. Fysici hebben verstrooiings- en filtertechnieken aangebracht om de energie van de neutronen zo te kunnen regelen dat de gewenste indringdiepte in het weefsel wordt bereikt. Patiënten liggen voor de behandeling op een speciaal gebouwde therapietafel. Deze tafel is roteerbaar, waardoor het mogelijk is de tumoren vanuit verschillende hoeken te bestralen. Dosis-effectrelatie Tijdens de bestraling is de boriumdosis te volgen omdat naast een alfadeeltje ook een gammakwant vrijkomt. De zeer geringe straling is buiten het lichaam te detecteren met zeer gevoelige dosismeters. Aan de hand hiervan is het mogelijk om te meten hoeveel energie door de tumor is opgenomen. Voor de vertaling van deze metingen naar de beoogde schade aan de
Bestraling met thermische neutronen Om ervoor te zorgen dat de boriumverbinding in de tumor terechtkomt, maakt BNCT gebruik van een orgaanspecifieke stof waaraan het borium vastzit. Wanneer de tumorcellen in de hersenen de specifieke boriumverbinding hebben ‘opgenomen’, ondergaat de patiënt een bestraling met thermische ‘langzame’ neutronen die voldoende energie moeten hebben om de tumor te bereiken maar niet te veel om het letterlijke doel voorbij te schieten. Als gevolg van de vangst van een neutron door een boriumkern splijt het boriumatoom in
Raymond Moss geeft uitleg over de werking van BNCT
42
Gezondheid
kankercellen is een dosis-effectrelatie nodig. Bestaande modellen zijn niet adequaat genoeg en om deze reden hebben NRG en GCO zelf een wiskundig model voor microdosimetrie ontwikkeld. Dit model maakt het mogelijk heel precies de afgifte van energie op cellulaire schaal te berekenen en geeft daarmee een theoretische voorspelling van het therapeutische effect van een volledige BNCT-behandeling. De bestralingen in de afgelopen jaren hebben geleid tot de constatering dat BNCT effectief is voor de behandeling van verschillende typen, zoals glioblastoma multiforme en melanoma metastases. Dit neemt niet weg dat nog heel hard gewerkt moet worden om de resultaten verder te verbeteren, zodat BNCT een standaard behandeling kan worden in een ziekenhuis.
nog in het prille stadium van ontwikkeling. Bij de behandeling van patiënten met levertumoren is het mogelijk om de lever tijdelijk weg te nemen en voor bestraling over te brengen naar een onderzoeksreactor zoals de HFR. Als de neutronen hun werk hebben gedaan, wordt de lever weer teruggeplaatst. Eerste behandelingen van dit type zijn reeds in Italië met succes beproefd. Behandeling artritis Een nieuw onderdeel waarbij BNCT van belang kan zijn, is de behandeling van artritis. Bij deze discipline van BNCT-onderzoek werken NRG en GCO nauw samen met de universiteiten van Nijmegen en Delft. Het principe van de behandeling is gebaseerd op de afname van macrofagen, immuuncellen die zich als gevolg van een niet goed functionerend afweersysteem in groten getale rond gewrichten bevinden en bijdragen aan de ontstekingsreactie die kenmerkend is voor reumatoïde artritis. Door borium te koppelen aan vetbolletjes die gemakkelijk door overactieve immuuncellen worden opgenomen, is het met bestraling door neutronen mogelijk deze cellen te vernietigen. Ook dit onderzoek bevindt zich nog in de experimentele fase, maar in de nabije toekomst zijn naar verwachting de eerste positieve resultaten te verwachten.
Schematische weergave van de BNCT-opstelling
Levertumoren Een ander aandachtsgebied waarop Europese onderzoekers zich richten is de mogelijkheid om levertumoren met BNCT te behandelen. Dit onderzoek bevindt zich
Raymond Moss, GCO, Europese Commissie
“Het is fantastisch om aan het project te werken en dat NRG en GCO met BNCT hun maatschappelijke betrokkenheid tonen.”
43
Gezondheid Behandeling kanker met protonen
Sinds enkele jaren werken onderzoekers van NRG aan het computerprogramma Orange. Dit softwarepakket is inzetbaar voor dosisberekeningen bij de radiologische behandeling met protonenbundels. Deze protontherapie is een nieuwe en geavanceerde manier om kankerpatiënten te behandelen. In de afgelopen periode is bij NRG ervaring opgedaan met de software waarmee de medische stralingsdosis voor patiënten met hoge precisie is uit te rekenen. Voor een goede behandeling is het noodzakelijk dat de protonen in de behandeling de juiste energie en ruimtelijke verdeling meekrijgen.
de NRG software aanbevelen bij firma’s die ‘treatment planning software’ leveren voor protontherapie. Het onderzoek naar protonenbestraling is nodig omdat de toepassing voordelen heeft ten opzichte van de ‘standaard’ bestraling van weefsel met (elektromagnetische) röntgen- of gammastraling. In bepaalde doses is het mogelijk met elektromagnetische straling veel soorten kanker te behandelen. Maar doordat de stralingsbundel in een menselijk lichaam de neiging tot uitwaaieren heeft, raakt ook betrekkelijk veel gezond weefsel beschadigd. Dit heeft tot gevolg dat minder dan de gewenste hoeveelheid dosis wordt aangewend om de tumorcellen te vernietigen. Een bundel protonen heeft deze eigenschap tot uitwaaieren nauwelijks, waardoor met een grotere dosis een te behandelen tumor beter is aan te pakken. Het gezonde weefsel wordt hierbij beschermd, terwijl ongewenste bijwerkingen beperkt blijven. Ruimtelijke verdeling dosis Voor een goede behandeling is het echter wel noodzakelijk dat de protonen de juiste energie en ruimtelijke verdeling meekrijgen. De energie bepaalt namelijk hoe diep in het lichaam de protonen penetreren. Het is de software van NRG die hierbij gebruikers in staat stelt om uitgaande van deze gegevens de ruimtelijke verdeling van de dosis in de patiënt te berekenen. Tijdens hun weg door het weefsel remmen de protonen in snelheid af. Eenmaal in de tumor geven ze vervolgens in een keer hun resterende energie af met de gewenste beschadiging van de kankercellen. Vanwege de precieze werking komt de toepassing van protonentherapie met name in aanmerking voor de behandeling van locale niet uitgezaaide tumoren.
Alfred Hogenbirk en Steven van der Marck werken aan het computerprogramma Orange
Precisie protondosis Voor toepassing van de software in de praktijk werkt NRG samen met het MD Anderson Cancer Centre in Houston (Texas). Onderzoekers van MD Anderson testen de NRG-software, waarbij de nadruk van het onderzoek ligt op de precisie waarmee zij de protondosis kunnen berekenen en de snelheid waarmee dit gebeurt. Wanneer de resultaten positief zijn, zal MD Anderson het gebruik van
44
Gezondheid
ren negatief geladen elektronen in vaste banen. Als een positief geladen proton dicht genoeg langs een elektron scheert, wordt het elektron door het proton uit zijn baan getrokken. Dit heeft de beschadiging van de moleculen tot gevolg, wat afhankelijk van de schade uiteindelijk kan leiden tot schade aan het erfelijk materiaal in de cellen. De kankercellen raken hierdoor hun capaciteit tot vermenigvuldigen kwijt of sterven af. Het MD Anderson Cancer Centre is een van de grootste kankertherapie centra in de wereld met ruim 100.000 medewerkers. In het kader van hun ambitie om wereldleider op het gebied van protontherapie te worden, bouwt het MD Anderson Cancer Centre een geheel nieuw protontherapie centrum dat in het voorjaar van 2006 zijn deuren zal openen.
Elektron uit zijn baan getrokken Protontherapie en de reguliere bestralingstherapie zijn beide gebaseerd op de verstoring van atomen in weefsel. Al het weefsel is opgebouwd uit moleculen met atomen als bouwstenen. Elk atoom heeft een atoomkern. Rond deze kern circule-
De grafiek toont het verschil in de verdeling van een dosis fotonen (groen) en protonen (rood en blauw). De blauwe curve laat een protonenbundel zien die ten opzichte van een conventionele fotonenbundel, veel beter is afgestemd op de te behandelen tumor.
Alfred Hogenbirk (links op de foto) en Steven van der Marck
“Wij dragen bij aan de optimale planning van kankerbehandelingen.”
45
Algemeen Nucleaire infrastructuur in Petten
De HFR De Hoge Flux Reactor (HFR) vormt het hart van de nucleaire infrastructuur in Petten. De HFR staat internationaal bekend als een zeer betrouwbare onderzoeksreactor met een hoge beschikbaarheid. In 2005 is de HFR volgens planning 289 dagen in bedrijf geweest. Het ministerie van Verkeer & Waterstaat verleende een tijdelijke lozingsvergunning, die voorzag in een toegestane lozingstemperatuur van het koelwater tot veertig graden Celsius. Hierdoor was het niet noodzakelijk om het vermogen van de reactor te reduceren tijdens de warme zomerperiode. De tijdelijke vergunning liep tot de afgifte van de definitieve vergunning in 2006. Onafhankelijk onderzoek, dat in het kader van de vergunningverlening werd uitgevoerd, toonde aan dat de gevolgen van het lozen van koelwater een verwaarloosbaar effect heeft op het zeemilieu.
eerst opgestart met een aantal splijtstofelementen, waarvan de verrijking aan 235uranium lager was dan twintig procent. Hierna is de reactor gedurende zeven maanden gefaseerd compleet overgegaan van hoogverrijkt naar laagverrijkte splijtstof. Met de conversie levert NRG een belangrijke bijdrage aan de wereldwijde inspanningen om het gebruik van het proliferatiegevoelige hoogverrijkt uranium te verminderen. In mei 2006 was de volledige omschakeling een feit. NRG stimuleert haar medewerkers ideeën aan te dragen die leiden tot bevordering van ondermeer de veiligheid, klantvriendelijkheid, kostenbesparingen of het verminderen van de milieubelasting. In dat kader heeft de directie van NRG in september 2005 een haar reactoroperators beloond met een geldbedrag van 10.000 euro. NRG keerde dit bedrag uit voor een idee waarmee een grote positieve bijdrage aan het milieu realiseerbaar is. Het gaat om een reductie van wel vijftig procent van de dosering van chloorbleekloog, die aan het koelwater van de reactor wordt toegevoegd om algengroei in de leidingen tegen te gaan.
Exploitant en vergunninghouder In februari 2005 heeft NRG een nieuwe Kernenergiewetvergunning voor de HFR gekregen en werd daarmee naast exploitant ook vergunninghouder van de reactor. De nieuwe vergunning is door NRG en GCO (Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek van de Europese Commissie) als eigenaar, gezamenlijk aangevraagd. Met de vergunning is NRG niet alleen verantwoordelijk voor de bedrijfsvoering van de HFR, maar tevens voor alle vergunningen, de volledige splijtstofcyclus en de beveiliging en heeft daardoor de volledige verantwoordelijkheid verkregen over alle aspecten, die de reactor aangaan. Ook in de nieuwe situatie blijft GCO eigenaar van de HFR. GCO blijft daarmee verantwoordelijk voor de uiteindelijke ontmanteling en voor haar eigen onderzoeksprogramma. De vergunning was nodig om de overgang van het gebruik van hoogverrijkte naar laagverrijkte splijtstof mogelijk te maken. In oktober is de HFR voor het
Vernieuwing laboratoria Met de aanvraag van een bouwvergunning is NRG in 2005 gestart met de realisering van een nieuw innovatief laboratoriumcomplex voor nucleair onderzoek en de productie van radioactieve isotopen voor medische doeleinden. NRG investeert met de nieuwbouw in het verstevigen van haar positie als hét Nederlandse expertisecentrum voor nucleaire technologie in de toekomst. Om als organisatie verder te professionaliseren, zijn immers naast goede en deskundige medewerkers, ook adequate en moderne voorzieningen vereist. De laboratoria waar NRG nu gebruik van maakt, functioneren nog steeds uitstekend maar voldoen voor een deel niet meer aan de
46
Artist impression van het nieuwe laboratorium
Artist impression van Pallas
Algemeen
eisen van deze tijd. NRG heeft daarom eerst de opties onderzocht voor een ingrijpende renovatie. Uit dit onderzoek volgde echter dat nieuwbouw kostentechnisch gezien de beste optie was. Daarbij ligt het qua infrastructuur voor de hand om de laboratoria, die nu nog verspreid over het terrein liggen, te concentreren op één plek. Dat is efficiënter en levert bovendien voordelen op uit het oogpunt van de veiligheid. De ambitie voor de nieuwe laboratoria ligt hoog. Het nieuwe laboratoriumcomplex wordt het moderne verlengstuk van de huidige onderzoeksreactor en maakt deel uit van een masterplan, dat rekening houdt met soepele uitbreidingsmogelijkheden voor onderzoek of de fabricage van isotopen in de nabije en verdere toekomst. Naar verwachting kan NRG het nieuwe laboratorium in 2007 in gebruik nemen. Voor de bouw wordt een bedrag van circa vijf miljoen euro geïnvesteerd.
schap. Pallas is een initiatief van NRG, Mallinckrodt Medical, GCO en RID (Reactor Institute Delft). Uitgaande van de ervaringen met de HFR en nieuwe technische mogelijkheden zal Pallas als MTR in Petten een breed werkgebied krijgen waarbij opleiding, wetenschappelijk en technologisch onderzoek en productie van radionucliden de kerntaken zullen zijn Integratie in bestaande infrastructuur en omgeving Het Pallas-initiatief richt zich in een eerste fase op het ontwerp van de nieuwe reactor. Dit ontwerp dient zoveel mogelijk aan de wensen van de uiteenlopende gebruikers te beantwoorden en gebruik te maken van op dit moment bekende en bewezen technische mogelijkheden. Uit de tot dusver gevoerde gesprekken en studies is gebleken, dat naast de primaire veiligheidsaspecten de onderwerpen: beschikbaarheid, hoge flux, groot bestralingsvolume, reproduceerbaarheid en eenvoudige logistiek, de meeste aandacht vragen. Het Pallas-initiatief heeft tot nu toe vanuit diverse invalshoeken veel en voornamelijk positieve reacties opgeleverd. Veel aandacht wordt geschonken aan een complete integratie van de nieuwe faciliteit in de bestaande nucleaire infrastructuur en de omgeving. In nauw overleg met potentiële ontwerpers en bouwers van MTRs, wordt een eerste aanzet voor een reactorconcept op zijn technische en financiële haalbaarheid getoetst. Concepten van toeleveranciers verwacht NRG medio 2007. Na een afweging zal naar verwachting in 2008 een definitieve keuze volgen. De planning van het Pallas-initiatief is gericht op een vloeiende overgang van de bestralingsprogramma’s in de HFR naar Pallas na 1 januari 2016. Deze datum is gebaseerd op de huidige inschatting van de resterende technische levensduur van de HFR, die tot tenminste 2015 in bedrijf zal zijn.
Pallas Europese Materialen Test Reactoren (MTR) zoals de Hoge Flux Reactor (HFR) in Petten hebben de laatste halve eeuw een groot aandeel gehad in de ontwikkeling van de kernenergie, de transmutatie van kernafval en in algemene nucleaire toepassingen zoals de productie van radionucliden voor onder andere niet destructief onderzoek en medische toepassingen. Omdat de noodzaak van het nucleaire onderzoek toeneemt maar de Europese vloot aan MTRs en de daarbij behorende infrastructuur wel veroudert, is op basis van de Europese studie Feunmarr* vastgesteld dat nieuwe nucleaire onderzoekcentra inclusief een nieuwe generatie MTRs gewenst zijn. Het Pallas-initiatief in Petten past naadloos in deze Europese visie. Pallas is de naam voor de nieuwe MTR die de HFR na 2015 gaat vervangen. De nieuwe reactor is Pallas gedoopt naar de Griekse godin, die symbool staat voor schoonheid, wijsheid en vakman-
*) Feunmarr, Future European Union needs in MAterial Research Reactors, 5th Framework Programme thematic network
47
Algemeen Human Resources
Op 31 december 2005 had NRG 302 werknemers in dienst, waarvan 244 mensen in Petten en 58 in Arnhem, aangevuld met 23 uitzend- en/of inleenkrachten. Het personeelsbestand bestond uit 56 vrouwen en 246 mannen. In 2005 zijn 17 medewerkers aangetrokken en traden 15 mensen uit dienst. De gemiddelde leeftijd van de NRG medewerker is 45 jaar en meer dan 65 procent van de medewerkers heeft een functie op HBO of academisch werk- en denkniveau.
trainingsprogramma in het kader van Management Development voor de tweede managementlaag in de organisatie vorig jaar afgerond en is een start gemaakt met een Young Potentials traject. Dit is gericht op jonge academici, veelbelovende talenten, die extra training krijgen op het gebied van projectmanagement, commerciële vaardigheden en persoonlijke ontwikkeling. Functiebeschrijvingen en Competentieprofielen NRG heeft sinds haar oprichting in 1998 te maken met verschillende sets functiebeschrijvingen, gebaseerd op de systemen van de moederorganisaties ECN en KEMA. In 2004 is besloten om voor NRG één nieuwe systematiek te ontwikkelen met nieuwe functiebeschrijvingen inclusief een competentieprofiel per functie. Daarmee wordt gewaarborgd dat naast de voor een functie noodzakelijke kennis en ervaring, ook andere vaardigheden aanwezig zijn. In 2005 is in samenwerking met een gespecialiseerd bureau een start gemaakt met het opstellen van de functiebeschrijvingen en competentieprofielen, onder begeleiding van een projectgroep waarin vertegenwoordigers van management, ondernemingsraad en human
Een selectie van de vacatures bij NRG in 2005
Organisatieontwikkeling NRG voert een actief beleid op het gebied van organisatieontwikkeling, waarbij een lerende houding centraal staat. In 2005 is een gedragscode ingevoerd met afspraken op het gebied van ethiek, veiligheid, milieu, communicatie en professionele houding. Ook is een speciaal
48
Personeelsbijeenkomst in Petten
Algemeen
oplossing die gelijk recht doet aan alle belanghebbenden, namelijk de gepensioneerden, de medewerkers en de organisaties ECN/NRG. Helaas kon 2005 niet worden afgesloten met een definitieve oplossing van deze complexe problematiek en zal in 2006 nog veel inspanning geleverd moeten worden om tot een structurele oplossing te komen. Ondernemingsraad De Ondernemingsraad (OR) is van grote waarde voor het goed functioneren van NRG, zowel in haar sociale als in haar economische doelstellingen. De OR vertegenwoordigt de werknemers in het overleg met de ondernemersleiding. Het gaat daarbij om zowel belangenbehartiging als om het naar voren brengen van wensen en meningen voor zover die betrekking hebben op het ondernemingsbeleid. NRG hecht aan een goede relatie met haar ondernemingsraad (OR) en hanteert een frequente overlegstructuur waaraan directie, OR-leden en human resources deelnemen. In januari 2005 is na verkiezingen, een nieuwe OR van start gegaan. Gedurende het eerste jaar van de zittingsperiode heeft de nieuwe raad zich in het bijzonder bezig gehouden met de nieuwe functiebeschrijvingen en competentieprofielen en de pensioenen.
Ondernemingsraad van links naar rechts: Hans Boskeljon, Vera Smit-Groen, Willi Freudenreich, Mark Huntelaar, Wim de Groot, Aad Bontenbal, Klaas Spijker, Robin Klein Meulekamp, Jan Koers, Ferry Roelofs
resources zitting hebben. In 2006 zal de nieuwe systematiek kunnen worden geïmplementeerd. Pensioenen NRG heeft, samen met ECN, in 2005 onverminderd doorgewerkt aan een oplossing voor de pensioenproblematiek. Uitgangspunt hierbij is te komen tot een
49
Algemeen Kwaliteit, veiligheid en milieu
die in december van 2005 is ontvangen, is onder andere een hoger te lozen koelwatertemperatuur naar maximaal 40 oC opgenomen. Dit heeft tot gevolg dat de bedrijfsvoering gedurende warme zomerdagen gegarandeerd blijft.
Vergunningen Met het verkrijgen van een nieuwe Kernenergiewet(KeW)-vergunning is NRG sinds februari 2005 naast exploitant ook vergunninghouder van de Hoge Flux Reactor (HFR). Daardoor is NRG niet alleen verantwoordelijk voor de bedrijfsvoering van de HFR, maar ook voor alle vergunningaanvragen, de volledige splijtstofcyclus en de beveiliging. Met de nieuwe vergunning neemt NRG de rol van GCO (Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek van de Europese Commissie) als beheerder over, dat overigens nog steeds de eigenaar van de HFR is. Beroepschriften tegen de ontwerpbeschikking zijn door de Raad van State ongegrond verklaard.
Radiologische aspecten De collectieve stralingsdosis van alle NRG-medewerkers tezamen bedroeg in het verslagjaar 0,243 mensSv. Dit is een lichte toename ten opzichte van vorig jaar, die voornamelijk is toe te schrijven aan de toegenomen werkzaamheden. De individuele dosislimieten zijn overigens alle ruim binnen de wettelijk vastgestelde limieten gebleven.
In april 2005 is de vergunning voor uitbreiding van de molybdeenproductie van acht naar twaalf targets per productiegang verleend. Met deze aanpassing kan NRG flexibel inspelen op de groeiende vraag naar het medisch radionuclide 99molybdeen in de Molybdenum Production Facility in Petten.
De collectieve dosis in mensSv sinds 1996
Om over adequate state of the art laboratoria te kunnen blijven beschikken, zal NRG een nieuw laboratoriumcomplex bouwen. Medio 2005 heeft NRG hiervoor de bouwvergunning en een aanvraag tot wijziging van de integrale KeW-vergunning ingediend. Naast de aanvraag voor de nieuwbouw is tevens wijziging gevraagd voor het voortgezet gebruik van het materiaalkundegebouw totdat de nieuwbouw gereed is. De definitieve vergunning lag eind 2005 ter inzage. Naar verwachting volgt de bouwvergunning in 2006.
Lozingen Uit het overzicht van de lozingen in 2005 is af te leiden dat NRG slechts een kleine fractie van de vergunde lozingen heeft hoeven benutten. Dit is in overeenstemming met het streven naar een lozingshoeveelheid die zo laag als redelijkerwijs mogelijk is.
Overzicht lozingen in lucht van NRG-gebouwen in Re over de laatste 6 jaar (exclusief HFR)
Ook voor de wijziging van de WVO-vergunning voor de lozing van koelwater van de HFR heeft NRG in 2005 een aanvraag ingediend. In de ontwerpbeschikking,
50
Algemeen
sele gaan. Bij DWT ontdoen de medewerkers het afval met behulp van klonteringsen filteringstechnieken zo goed mogelijk van radioactieve stoffen en andere milieubezwarende stoffen zoals zware metalen. Lozing van het gereinigde water geschiedt via een pijpleiding in de Noordzee op 4,4 km vanuit de kust. In 2005 zijn slechts 142,4 eenheden van de 2000 vergunde eenheden in zee geloosd. Dit resultaat komt overeen met de geloosde eenheden uit 2004, waarmee de gestage afname van de geloosde activiteit in de afgelopen jaren lijkt te stabiliseren. In het verslagjaar zijn 737 vaten radioactief afval overgebracht naar de Covra.
Overzicht lozingen in lucht van de HFR in Re over de laatste 7 jaar
Voor wat betreft lozingen in de lucht zijn voor de integrale KeW-vergunning 4,4 eenheden edelgassen, jodium en tritium in lucht geloosd, bij een vergunde hoeveelheid van 100 eenheden. Deze som is het laatste jaar afgenomen, voornamelijk ten gevolge van afname van lozingen van de nuclide 125I vanuit de Hot Cell Laboratries. Deze nuclide komt vrij bij het vervaardigen van medicijnen die worden gebruikt bij de bestrijding van specifieke soorten van kanker. Van de HFR zijn 16,2 eenheden edelgassen, jodium en tritium in lucht geloosd, bij een vergunde hoeveelheid van 100 eenheden. De maximaal gemeten dosis aan de terreingrens van de OLP over het jaar 2005 was 9 MSv, ruim onder de vergunde limiet van 40 MSv
Naar de Covra overgebrachte vaten radioactief afval sinds 1996
(Potentieel) Onveilige Situaties. Voor een goede veiligheidscultuur is het essentieel voordurend lering te trekken uit (potentieel) onveilige situaties. In 2005 zijn hiervan 66 meldingen ingeschreven. Dit is een stijging met twaalf meldingen ten opzichte van 2004. De toename is toe te schrijven aan de permanente aandacht voor de veiligheidscultuur en toegenomen open cultuur waarbinnen potentieel onveilige situaties vrijelijk door de medewerkers worden gemeld. In 2005 zijn zeven ‘In depth-analyses’ van potentieel onveilige situaties opgestart en zes afgerond.
Lozing in de Noordzee sinds 1996
Alle vloeibare radioactieve afvalstoffen waarvan de productie op het bedrijfsterrein van NRG plaatsvindt, worden voor behandeling aangeboden aan de Decontamination and Waste Treatment (DWT) faciliteit, met uitzondering van die stoffen die rechtstreeks naar de Covra (Centrale organisatie voor radioactief afval) in Bors-
51
Algemeen Belang nucleaire voorlichting toegenomen
Communicatie De positie van NRG als hét expertisecentrum voor nucleaire technologie wordt door alle belangrijke stakeholders onderschreven. Overheid, politiek, media, klanten, studenten en andere groepen weten de weg naar NRG te vinden. Met het oog op de ‘renaissance van de kernenergie’ heeft NRG een waardevolle en
NRG-website Vanwege haar belangrijke taak op het gebied van adequate en objectieve informatievoorziening over nucleaire technologie en straling voert NRG een pro-actief communicatiebeleid. In toenemende mate speelt internet bij de voorlichting een rol. Het aantal pageviews op de NRG-website www.nrg-nl.com is ten opzichte van 2004 met tien procent gestegen in 2005 naar ruim 1,1 miljoen, met als populairste pagina’s: de homepage in het Engels, het ABC van de Kernenergie en de gepubliceerde krantenartikelen. Bezoekers van de website kunnen per e-mail vragen stellen aan NRG. In 2005 zijn gemiddeld tien vragen per week binnengekomen. Vragenstellers kregen gemiddeld binnen twee werkdagen antwoord van de stafafdeling COM of een deskundige. Voorlichting scholieren en studenten Speciaal voor scholieren en studenten verstrekt NRG op maat gesneden voorlichting over nucleaire technologie, kernenergie, straling en milieu. NRG heeft ook in 2005 aan het scholenproject van ECN bijgedragen met het verstrekken van
gewaardeerde bijdrage geleverd in het verstrekken van feitelijke informatie over de bijdrage van kernenergie in de energiemix en relevante ontwikkelingen op het gebied van nieuwe typen reactoren, oplossingen voor het verwerken van radioactief afval, maatschappelijke acceptatie en voorzieningszekerheid. Vanwege het grote belang hiervan zijn in 2005 voor het eerst communicatiedoelstellingen op PG-niveau binnen NRG vastgesteld. Hiermee wordt een vergroting van het bewustzijn op communicatiegebied bereikt, het publicatiebeleid gestimuleerd en bekendheid met de verschillen activiteiten vergroot.
Tijdens een scholenproject krijgen scholieren voorlichting over kernenergie, straling en milieu
52
Algemeen
rond het onderwerp ‘nucleair’ en worden vele vragen beantwoord. De reacties van de deelnemers zijn zeer positief en NRG zal de rondleidingen in 2006 voortzetten. Volop mediabelangstelling Kernenergie staat in de belangstelling en dat heeft NRG ook in 2005 duidelijk kunnen merken aan het grote aantal verzoeken van de media om interviews over dit onderwerp. Als onafhankelijk expertisecentrum vervult NRG een belangrijke rol bij de voorlichting van media, politici en
Met de ‘ballenbak’ laat NRG bezoekers kennismaken met de nieuwe brandstof voor een pebble bed reactor
presentatie- en informatiemateriaal. Regelmatig verzorgen onze stralingsdeskundigen gastcolleges op scholen in de regio. Ook worden groepen studenten bij NRG ontvangen en rondgeleid in de nucleaire faciliteiten. Rondleidingen Hoge Flux Reactor Eens per maand organiseert NRG een HFR Open Zaterdag. Per dag worden 60 geïnteresseerden ontvangen en in de onderzoeksreactor rondgeleid. Deze ontvangsten hebben een belangrijke functie bij het creëren van bekendheid met het onderwerp nucleaire technologie. Tevens wordt het belang en de toegevoegde waarde van de reactor verduidelijkt. In de persoonlijke contacten met de bezoekers kunnen onze medewerkers optimaal inspelen op emoties die soms aanwezig zijn
Dat kernenergie in de belangstelling staat was te merken aan het grote aantal verzoeken voor interviews
het algemene publiek over de voor- en nadelen van kernenergie, de bijdrage van kernenergie in de elektriciteitsmix en de ontwikkelingen binnen het vakgebied. In 2005 is de noodzaak van Pallas breed onder de aandacht gebracht als innovatieve opvolger van de HFR na 2015. In diverse media zijn artikelen gepubliceerd over Pallas en ook op radio en televisie is Pallas onderwerp van uitzending geweest.
Bij de Open Dag in mei 2005 was er veel interesse van het publiek voor een rondrit door de duinvallei
53
Algemeen Jaarrekening 2005 Balans per 31 december 2005 (in € x 1000)
Activa
2005
2004
1.550 18 1.568
842 18 860
4.531 4.235 6.805 14.215 29.786
2.797 8.017 16.636 27.450
31.354
28.310
Passiva
2005
2004
Vennootschappelijk kapitaal
5.223
4.040
Voorzieningen
7.556
5.851
Kortlopende schulden
18.575
18.419
Totaal
31.354
28.310
Vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa
Vlottende activa Onderhanden werk Voorraad brandstof HFR Vorderingen en overlopende activa Liquide middelen
Totaal
positie verworven, die ook een goede financiële basis geeft.
Toelichting Op 17 september 1998 is de Joint Venture Overeenkomst gesloten tussen Stichting Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN) en Kema Nucleair B.V. (Kema) waarmee de vennootschap onder firma Nuclear Research and consultancy Group (NRG) werd opgericht. Het kapitaalsaandeel van de vennoten ECN en Kema bedraagt respectievelijk 70% en 30%.
De toegevoegde waarde is in het afgelopen boekjaar in vergelijking met het boekjaar 2004 met 1,3% afgenomen, bij een stijging van de opbrengsten met 2,1%. Het bedrijfsresultaat van 2.229 kEuro is hoger dan begroot. In het resultaat is een reservering met betrekking tot een verwacht tekort op het HFR contract voor 2006 ter hoogte van 775 kEuro verwerkt. Inclusief de financiële baten en lasten wordt het jaar afgesloten met een positief resultaat van 2.493 kEuro.
NRG heeft zich de eerste zeven jaar van haar bestaan goed ontwikkeld. Op de markten waar NRG actief is, alsmede in de relevante internationale wetenschappelijke wereld, heeft NRG een goede
54
Algemeen Resultatenrekening 2005 Resultatenrekening (in € x 1000)
Bedrijfsopbrengsten Basis-, Engine- en Samenwerkingsfinanciering Staat der Nederlanden Opdrachten en overige financiering Toe-/afname onderhanden werk Geactiveerde productie eigen bedrijf
Bedrijfslasten Personeelskosten Afschrijvingen Overige bedrijfskosten
Bedrijfsresultaat Financiële baten en lasten Resultaat De verwachting is dat de overheidsbijdrage voor het nucleaire onderzoek op peil blijft en dat de activiteiten zich in het jaar 2006 zullen ontwikkelen in lijn met de gang van zaken in 2005. • Investeringen zullen allereerst plaatsvinden ter vervanging of uitbreiding van apparatuur. Daarnaast wordt er met specifieke subsidies het niveau van de analytische apparatuur aanzienlijk verbeterd. Voorts zal NRG in 2006 een aanvang nemen met de nieuwbouw van radiologische laboratoria. • Het personeelsbestand zal niet significant wijzigen. • De omzet en toegevoegde waarde zullen toenemen ten opzichte van 2005. • Gezien de huidige liquiditeitspositie is geen externe financiering voor de normale bedrijfsvoering noodzakelijk. Voor de financiering van de nieuwbouw zullen wel externe middelen worden aangetrokken. • Met Euratom is een overeenkomst gesloten voor het bedrijven van de HFR
2005
2004
8.944
8.854
34.315 988 280 44.527
34.607 42 94 43.597
20.578 414 21.306 42.298
22.182 573 19.961 42.716
2.229
881
264
180
2.493
1.061
voor de periode 2004 tot en met 2006 op basis van het Supplementary HFR Program van de EU. Naar verwachting zal dit de laatste keer zijn, dat het bedrijven van de HFR op deze wijze wordt geregeld. Voor de periode na 2006 lijkt het model van de Joint Undertaking tot de mogelijkheden te behoren. Door GCO is een projectgroep ingesteld om een en ander uit te zoeken. Momenteel vinden besprekingen met mogelijke deelnemers aan de Joint Undertaking plaats. • In 2006 zal naar alle waarschijnlijkheid een nieuwe pensioenregeling met het personeel worden overeengekomen. Welke kosten daar uiteindelijk mee gemoeid zijn, is nog niet duidelijk. In overeenstemming met de wens van de directie van NRG is door de Vennoten besloten om de eigen identiteit van NRG ook in de structuur te verankeren. In 2006 zal verder aan deze verzelfstandiging vorm worden gegeven.
55
Algemeen Organogram
Vennoten ECN: Ton Hof KEMA: Pier Nabuurs
Directie Algemeen Directeur
Directeur Secretariaat
Rob Stol
André Versteegh
Irma Sindorf
Finance & Commercial Services
Quality Safety & Environment
Jeannot Boogaard
Pedro Sayers
Communications
Human Resources
Juliëtte van der LaanJenniskens
Ester BrinkmanEggermond
Management Support
Business Development & Sales
Dick Bergmans
Materials, Monitoring & Inspection
Bob van der Schaaf
Ton van Dort
Plant Performance & Technology
Fuels, Actinides & Isotopes
Victor Wichers
Ronald Schram
Radiation & Environment
René Huiskamp
Irradiation Services
Hero Staal* * tot 1-10-2005 Peter Stoop
56
Algemeen Advies- en beoordelingscommissies
overleg met private en publieke partijen zijn vastgesteld. Het onderzoeksprogramma wordt tenminste twee keer per jaar door de Externe BeoordelingsCommissie (EBC) beoordeeld, een maal met het oog op de toekomst en een keer terugblikkend. Dat geeft de EBC de gelegenheid om, in overleg met NRG, het onderzoeksprogramma bij te sturen. Het geeft de EBC ook de gelegenheid om NRG, en wel in het bijzonder haar medewerkers te complimenteren met de behaalde resultaten.
Ger Küpers, voorzitter EBC De samenleving staat, met betrekking tot de energievoorziening, de komende jaren voor een enorme uitdaging. Niet alleen moet er meer brandstof voor de motor van de mensheid worden geproduceerd; er moet ook een transitie naar een duurzamere energiehuishouding worden gerealiseerd. Dit vraagt om energieproductiecapaciteiten die veel groter zijn dan de bestaande en in de komende decennia te realiseren productiecapaciteiten op basis van hernieuwbare bronnen. Het is daarom niet verwonderlijk dat ook kernenergie weer flink in de belangstelling staat. Kernenergie is nu al een substantieel deel van de oplossing en zal dat in de toekomst blijven. Wie in Nederland kernenergie zegt, zegt NRG. NRG is al vele decennia de constante (f)actor op het gebied van de toepassing van nucleaire technologie voor energieconversie. NRG voert in opdracht van de overheid een onderzoeksprogramma uit. Dit onderzoeksprogramma is een robuust, internationaal sterk verankerd programma waarvan de afzonderlijke onderdelen in nauw en goed
57
Algemeen Advies- en beoordelingscommissies
Programma Advies Raad Ir. J.W.M. Bongers, N.V. EPZ Prof. ir. J.P. van Buijtenen,TU Delft Drs. B.J.M. Hanssen, Algemene Energieraad † Dr. ir. G.E.H. Joosten, voorheen Gasunie Ir. G.R. Küpers (voorzitter), Kandt Management Mr. drs. P.W. Kwant, PXT, Shell International BV, Corporate Centre De heer W.J. Lenstra, Ministerie van VROM Drs. R.W. Boerée, SenterNovem Dr. ir. B. Metz, RIVM Mw. drs. M. Quené, voorheen NUON Prof. dr. ir. W.P.M. van Swaaij, Universiteit Twente - CT-Gebouw Mr. drs. A.A.H. Teunissen, Ministerie van Economische Zaken Prof. dr. H. Verbruggen, Vrije Universiteit Amsterdam Drs. A.A. Stroop, Ministerie van Economische Zaken - ESV Dr. G.J. Zijlstra, Zijlstra Management & Advies
Externe Beoordelingscommissie Nucleair onderzoek Ir. M. van der Borst, EPZ Dr. H.D.K. Codeé, COVRA Dr. P. Govaerts, SCK·CEN † Prof. dr. ir. T.H.J.J. van der Hagen, RID/R3, TU Delft Ir. P.G.T. de Jong, Urenco Ir. G.R. Küpers, Kandt Management Mw. mr. A. van Limborgh, Ministerie VROM Dr. P.J.W.M. Müskens, Ministerie VROM Ir. G.C. van Uitert, Ministerie EZ Prof. dr. ir. A.H.M. Verkooijen, IRI, TU Delft
58
Algemeen Colofon
Redactie Coördinatie en eindredactie Menno Jelgersma Juliëtte van der Laan-Jenniskens Cora Blankendaal Vormgeving en Druk Style Design Contactinformatie Petten, Secretariaat Westerduinweg 3 Postbus 25 1755 ZG Petten telefoon: (0224) 56 40 80 fax:
(0224) 56 89 12
e-mail:
[email protected]
Arnhem, Secretariaat Utrechtseweg 310 Postbus 9034 6800 ET Arnhem telefoon: (026) 356 85 85 fax:
(026) 351 80 92
e-mail:
[email protected]
www.nrg-nl.com
59