VISIE COVERVERHAAL
NIEUWE STUDIE SCHUIFT 16 MILJARD NAAR VOREN
De klassieke Vlaams-Waalse geldstromen zijn met ongeveer 6 miljard euro per jaar al zeer hoog. Tellen we er ook de transfers via de rentelasten op overheidsschuld bij, dan komen we in de buurt van 16 miljard euro, leren nieuwe berekeningen van Vives (KU Leuven).
5,8 MILJARD EURO in 2007, 6,2 miljard euro in 2008, 6,1 miljard euro in 2009. De klassieke Belgische noord-zuidtransfers uit de sociale zekerheid, de federale begroting en de financieringswet blijven groot en zijn ook opvallend constant. Dat blijkt uit nieuwe cijfers van het Leuvense onderzoeksinstituut Vives. De transfers worden berekend op basis van het principe van de juste-retour: er wordt gekeken naar wat deelstaten meer gekregen hebben dan wat ze hebben bijgedragen aan de ontvangsten. De nieuwe cijfers staan te lezen in ‘Het genoom van de geldstroom. Een wetenschappelijke ontrafeling van interregionale transfers en hun economische impact’. Academici nemen in het boek de kenmerken van de transferstromen onder de loep. Daarbij borduren de Vives-vorsers voort op bestaande analyses, die ze dankzij vernieuwde cijfergegevens actualiseren. Zo is een update gemaakt van de publieke transfers tussen de Belgische gewesten voor de jaren 2008 en 2009. De klassieke Vlaams-Waalse transfers blijven stabiel of stijgen zelfs licht. Dat is enigszins verwonderlijk, vindt Geert Jennes (Vives), die de
≤
TS/MONTAGE
ALAIN MOUTON EN DAAN KILLEMAES
14 11 OKTOBER 2012 | WWW.TRENDS.BE
Mediargus met docroom pdf
WWW.TRENDS.BE | 11 OKTOBER 2012 15
Mediargus met docroom pdf
VISIE COVERVERHAAL
≤ nieuwe
berekeningen maakte. Recente cijfers van KBC-econoom Koen De Leus tonen aan dat de groei in Vlaanderen in 2008-2011 gemiddeld 0,5 procent per jaar bedroeg, tegenover 1,1 procent in Wallonië en 0,7 procent in Brussel. Bovendien is Vlaanderen door zijn grote gevoeligheid voor de export harder getroffen door de recessie vanaf eind 2008. Vlaanderen zou dan ook meer dan Brussel en Wallonië getroffen moeten zijn door de economische crisis. Aan de transfers in 2008 en 2009 is dat in elk geval niet te merken. En ondanks de voorspelling van sommige economen dat een sterkere Waalse groei voor een snelle omkering van de geldstromen zal zorgen, is dat dus ook niet voor morgen. Wel blijkt uit het Vives-studiewerk dat de transfers via de financieringswet en de federale begroting (zonder sociale zekerheid en intrestlasten) afnemen. Maar de stijging van de noord-zuidgeldstromen in de sociale zekerheid doet die daling teniet.
DE TRANSFERS VAN NOORD NAAR ZUID In miljoen euro
2009
Bron: Vives
2008
2007
Federale begroting (zonder RSZ en intrestlasten) Vlaams Gewest -1240 -1164 -1300 Waals Gewest 1329 1412 1490 Brussels Gewest -89 -248 -190 Financieringswet Vlaams Gewest Waals Gewest Brussels Gewest
-977 703 274
-1161 915 246
-1014 908 107
Sociale zekerheid Vlaams Gewest Waals Gewest Brussels Gewest
-3860 3763 96
-3831 3769 62
-3515 3359 157
Totaal klassieke transfers Vlaams Gewest -6077 Waals Gewest 5795 Brussels Gewest 281
-6156 6096 59
-5830 5756 74
studie een lichte daling vast, al liepen ze in 2009 toch nog op tot 977 miljoen euro. De geldstromen in de financieringswet zijn onder andere solidariteitsbijdragen die Vlaanderen betaalt op basis van de lagere Waalse en Brusselse bijdragen in de personenbelasting, de btw-dotaties aan de gemeenschappen en bepaalde specifieke geldstromen naar Brussel. De belangrijkste klassieke noordzuidgeldstromen bleven die in de sociale zekerheid. Die stegen van 3,5 miljard in 2007 naar 3,8 miljard in 2009. Ontleed naar de subcategorieën van de RSZ (werkloosheid, pensioenen, kinderbijslag, Riziv) blijkt dat in absolute cijfers de werkloosheid en de gezondheidzorg de grootste transferposten bleven. In absolute cijfers was er in alle subcategorieën een toename van de transfers, behalve in kinderbijslag.
Transfers door intrestlasten De meeste transferstudies hielFederale intrestlasten den tot nu geen rekening met de Vlaams Gewest 0 -5955 -10.249 intergewestelijke geldstromen die Waals Gewest 0 5489 9537 ontstaan uit de betaling van rente Brussels Gewest 0 466 712 op de federale staatsschuld. Zowel de studies van Abafim (2004) als De klassieke transfers (1) die van de Nationale Bank (2008) In de eerste groep van transfers Algemeen totaal beschouwen intrestlasten als een — die in de federale begroting zonVlaams Gewest -6077 -12111 -16.078 vergoeding van een evenwaardige der sociale zekerheid en zonder Waals Gewest 5795 11.585 15.293 tegenprestatie. Inwoners van de intrestlasten — worden drie subBrussels Gewest 281 526 785 gewesten houden staatsschuld aan categorieën onderzocht: de fedein de vorm van overheidsobligaties rale ambtenarenweddes, de sociAlgemeen totaal (in % bbp) en krijgen daarvoor rente uitbetaald. ale voorzieningen in geld (uitkeVlaams Gewest -1,78 % -3,50 % -4,79 % Dus kan men volgens de Nationale ringen buiten RSZ zoals personen Waals Gewest 1,70 % 3,34 % 4,55 % Bank niet spreken van transfers. met een handicap) en de ambtenaBrussels Gewest 0,08 % 0,15 % 0,23 % Dat vindt Geert Jennes onterecht, renpensioenen. In de periode zeker met de Belgische traditie van 2007-2009 namen de geldstromen jarenlange begrotingstekorten en in die groep zowel vanuit het 2008 en 2009 waren atypische jaren omdat door de crisis geen primair overschot dus hoog oplopende rentelasten in Vlaams Gewest als naar het Waals (1) werd geboekt en de rentelasten met nieuwe leningen werden gefinancierd. Zodra er het achterhoofd. “Die argumentaGewest licht af. Waar de Vlaamse weer een primair saldo wordt geboekt, zorgt de betaling van rentelasten ervoor dat de transfers weer richting het niveau van 2007 evolueren. tie van de Nationale Bank houdt transfers hier in 2007 nog 1,3 milenkel rekening met het privéaspect jard euro bedroegen, waren ze in en niet met het overheidsaspect van 2009 gedaald naar 1,2 miljard. Opvallend intrestlasten. Als de overheid intrestis dat Vlaanderen in de subcategorie amblasten moeten betalen, is dat omdat ze tenarenpensioenen sinds 2008 een inkomeer uitgeeft dan ze binnenkrijgt via mende transfer ontvangt. In 2008 ging de belastingen. Van die uitgaven geniehet om 95 miljoen euro en in 2009 om 78 ten de gewesten in verschillende mate. miljoen euro. PROCENT Bovendien komt vroeg of laat toch de Ook in de tweede groep transfers, die van de intrestlasten nam Vlaanderen in 2007 voor zijn rekening. rekening. Op een bepaald moment moevia de financieringswet, stelde de Vives-
95
16 11 OKTOBER 2012 | WWW.TRENDS.BE
Mediargus met docroom pdf
Lees Transfers verlammen, blz. 20 opinie
TRANSFERSTUDIES ZIJN WEL DEGELIJK RELEVANT Vives is de enige instelling in Vlaanderen die nog onderzoek doet naar intergewestelijke geldstromen. Vroeger was dat wel anders. Er waren de Abafim-studie (ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, 2004), het Warande-manifest (2005), de Nationale Bank (2008), verschillende rapporten van KBC en van het Centre de Recherches sur l’Economie Wallonne uit Namen. De jongste jaren is de aandacht voor transferstudies wat verminderd. Iedereen weet dat er transfers zijn en dat is het dan. Bovendien is in academische kringen wel eens te horen dat het weinig zin heeft het interregionale karakter van geldstromen in de sociale zekerheid en de inkomensbelasting te bestuderen, omdat ze gewoon het gevolg zijn van interpersoonlijke solidariteit. Het inkomen, of men werkloos is of niet: het zijn individuele karakteristieken. Geldstromen tussen regio’s weerspiegelen dan ook
vooral de verschillen in de gemiddelde samenstelling van de bevolking volgens deze karakteristieken. In een empirisch hoofdstuk van ‘Het genoom van de geldstroom’ betwist Damiaan Persyn dat: “Deze vaststelling kan echter geen dooddoener zijn van elk
ten intrestlasten worden terugbetaald met belastinginkomsten en dan ontstaan onvermijdelijk transfers. Want deelstaten met een primair overschot (meer inkomsten dan uitgaven zonder rentelasten) betalen hier het gelag.” De Vives-vorser wijst erop dat het debat over de impact van groeiende overheidsschulden en rentelasten op de transfers relevant is. De jaren zestig, de eerste periode waarvoor Vlaams-Waalse transfers werden vastgesteld, werden vrij spoedig gevolgd door omvangrijke primaire Belgische tekorten (1972-1985). Die leidden tot een oplopende overheidsschuld en hogere rentelasten. “Voor die periode moet je je afvragen in welk gewest de primaire tekorten vooral geboekt zijn”, vindt Jennes. “Wij
debat rond de grootte en het effect van deze solidariteit op de regio’s.” De regionale dimensie speelt volgens Persyn wel degelijk een rol en maakt dat transferstudies wel degelijk relevant zijn. Als illustratie van het belang van de regio’s en de ruimtelijke
“VLAANDEREN HEEFT ER ALLE BELANG BIJ DAT ER SNEL WEER PRIMAIRE OVERSCHOTTEN ZIJN EN DAT DE STAATSSCHULD WORDT AFGEBOUWD. DAT ZOU DE BLOEDING VANUIT VLAANDEREN DOOR DE ZWARE RENTELASTEN STELPEN” Geert Jennes
structuur voor de Belgische economie verwijst Persyn naar een kaart met de Belgische werkloosheidsgraad op het niveau van de 589 individuele gemeenten. De ligging van de gewestgrenzen, het Waalse steenkoolbekken en enkele grote steden zijn makkelijk herkenbaar. De auteurs waarschuwen in het boek ook voor het onder de mat vegen van interregionale transfers. Verschillende onderzoeken tonen bijvoorbeeld aan dat transfers niet altijd in het belang van de ontvangende regio zijn: ze leiden tot een lagere economische groei en zetten een rem op de convergentie tussen arme en rijke regio’s. Zoals coauteur Annelore Van Hecke in de inleiding schrijft: “De transferafhankelijkheid van regio’s wordt bijgevolg niet alleen in stand gehouden, maar kent ook een toename over de tijd. Hierdoor kunnen zowel de democratische legitimatie als de economische houdbaarheid van transfers in het gedrang komen.”
hebben redenen om aan te nemen dat de Belgische overheidsschuld vooral in Wallonië is opgebouwd.” Volgens een conservatieve berekeningsmethode kwam Jennes vorig jaar voor 2007 uit op een transfer uit intrestlasten op de federale staatsschuld van 3,9 miljard euro. Maar in een nieuwe berekening wordt dat 10,249 miljard euro.
Grote regionale verschillen In 2007 had België een primair overschot van meer dan 10,2 miljard euro, stelt Jennes. De totale verschuldigde rentelasten bedroegen 12,2 miljard euro. Dankzij dat primaire surplus konden de rentelasten in belangrijke mate met belastingopbrengsten worden betaald en dus niet via nieuwe leningen. ≤ WWW.TRENDS.BE | 11 OKTOBER 2012 17
Mediargus met docroom pdf
VISIE COVERVERHAAL
10,2
SOCIALE ZEKERHEID De belangrijkste reden voor de ‘klassieke’ noordzuidtransfers in België
TS
MILJARD euro bedroegen de transfers uit Vlaanderen door de intrestlasten in 2007.
≤
Maar dat federale saldo van 2007 maskeert grote regionale verschillen. Vlaanderen boekte een primair overschot van 14,2 miljard euro en ook Brussel had een licht surplus van 821 miljoen euro, maar Wallonië kwam uit op een tekort van 4,7 miljard euro. Door dat Waalse tekort moesten Vlaanderen en Brussel de federale intresten grotendeels op zich nemen. “Vlaanderen betaalde dat jaar95 procent van de intrestlasten, terwijl de Belgische staatsschuld vooral in het Waals Gewest werd opgebouwd”, weet Jennes. “Het Vlaams Gewest betaalde, terwijl het eigenlijk een ontvanger moest zijn. Vlaanderen boekte primaire overschotten en heeft de schuld dus niet veroorzaakt, maar het moest er wel rente op betalen. Die situatie leidde tot een grote transfer.” Opvallend is dat de geldstromen uit rentelasten volgens de Vives-berekeningen in 2008 plots daalden naar 6 miljard euro en in 2009 tot nul werden herleid. De verklaring is eenvoudig: er bleven onvoldoende of geen primaire overschotten over om de rentelasten te betalen. In 2009 was er zelfs een negatief federaal primair saldo, waardoor dat jaar 100 procent van de verschuldigde intrestlasten moest worden doorgeschoven naar
“OP EEN BEPAALD MOMENT MOETEN INTRESTLASTEN WORDEN TERUGBETAALD MET BELASTINGINKOMSTEN EN DAN ONTSTAAN ONVERMIJDELIJK TRANSFERS. DEELSTATEN MET EEN PRIMAIR OVERSCHOT BETALEN DAN HET GELAG” Geert Jennes de toekomst. Ze werden betaald met nieuwe leningen. “De nultransfers uit intrestlasten in 2009 zijn dus eigenlijk uitstel van executie”, verklaart Jennes. “België zal vroeg of laat opnieuw een primair surplus moeten boeken, zodat het een deel van de rentelasten opnieuw kan betalen met fiscale inkomsten. Op dat moment zullen waarschijnlijk opnieuw grote Vlaams-
Waalse transfers ontstaan. Vlaanderen heeft er alle belang bij dat er snel weer primaire overschotten zijn en dat de staatsschuld wordt afgebouwd. Dat zou de bloeding vanuit Vlaanderen door de zware rentelasten stelpen.” Maar een federaal primair surplus is nog niet voor meteen. Volgens de Nationale Bank heeft België in 2010 en 2011 nog een licht primair tekort geboekt.
Momentopname Als we de transfers op intrestlasten bij de gewone transfers optellen, komen we voor 2007 aan geldstromen ter waarde van 16 miljard euro. In 2008 ging het om 12 miljard en in 2009 om 6 miljard. Maar dat is dus een momentopname. Zodra er weer primaire overschotten zijn, zullen de transfers weer toenemen. Het Waals Gewest kan de komende jaren natuurlijk een handje helpen door mee te streven naar een positiever Waals aandeel in het federale primaire saldo. “De gedeeltelijke regionalisering van de personenbelasting als onderdeel van de nieuwe financieringswet kan bijvoorbeeld een stap in de richting van een groeigerichter beleid in het Waals Gewest zijn”, vindt Jennes. z Erik Buyst, Geert Jennes, Damiaan Persyn (e.a.), Het genoom van de geldstroom, een wetenschappelijke ontrafeling van interregionale transfers en hun economische impact, Pelckmans, 2012, 112blz, 16,5 euro.
18 11 OKTOBER 2012 | WWW.TRENDS.BE
Mediargus met docroom pdf