Visie 2006: Klaar voor de groei
Voorwoord
2006 is een beloftevol jaar. De onevenwichtigheden in de wereldeconomie zijn groot, maar niet ontwrichtend. De Nederlandse economie trekt eindelijk weer aan en de werkgelegenheid groeit. De netto-inkomens zullen veelal stijgen, mede door overheidsmaatregelen. De inflatie is ook in 2006 laag. De gemiddelde huizenprijs zal in 2006 wel een tijdelijk dipje vertonen. Dat komt door een matige stijging van de rente en maatregelen om overkreditering door tophypotheken te beperken.
In 2006 wordt een groot aantal overheidsmaatregelen ingevoerd om de toekomstige welvaart in Nederland zeker te stellen. Deze maatregelen kunnen flink ingrijpen in het leven van individuele burgers. Zie bijvoorbeeld de ingrijpende vernieuwing van het zorgstelsel en de omzetting van de WAO in de WIA. De verantwoordelijkheid voor het eigen welzijn komt meer bij de burger zelf te liggen. Positief is dat de keuzemogelijkheden hierbij toenemen. Grotere keuzemogelijkheid betekent wel, dat u zelf de regie in handen moet nemen. Hoe kijk je bijvoorbeeld als eind veertiger naar de laatste fase van je carrière? De nieuwe levensloopregeling biedt kansen om te kiezen voor een tweede, nieuwe carrière of voor minder werken na je zestigste. Een dergelijke keuze moeten wel tijdig gemaakt worden.
Voor het beleggingsjaar 2006 zijn wij voorzichtig optimistisch. De rente zal naar verwachting nog iets stijgen. Obligatiekoersen blijven daardoor onder druk. Per saldo denken wij dat de aandelenmarkt de beste performance zal geven. Maar ook hier komt het erop aan om doordachte keuzes te maken. Zo adviseren onze analisten om voorzichtig te zijn met aandelenbeleggingen in de Verenigde Staten en met beleggingen in de cyclische sectoren.
Al met al kan 2006 dus een succesvol jaar worden. Weloverwogen keuzes, die passen bij uw persoonlijke doelstellingen, zijn daarvoor cruciaal. Uw ABN AMRO adviseur is u daarbij graag van dienst.
Edzard Hoyng Vermogensstrateeg ABN AMRO Bank
Inleiding: De wereldeconomie
Onevenwichtigheden: groot, maar niet ontwrichtend De afgelopen jaren hebben wij regelmatig betoogd dat er grote onevenwichtigheden in de mondiale economie en op de financiële markten zijn ontstaan.
December 2005
Omvangrijke betalingsbalanssaldi, de overgewaardeerde huizenmarkt en de daarmee samenhangende lage gezinsspaarquote in de VS zijn de belangrijkste van deze onevenwichtigheden. We spreken niet voor niets over onevenwichtigheden; eens moeten ze worden verkleind en dat zal mogelijk ten koste van de economische groei gaan. Tot op heden is dit niet gebeurd.
Er is echter ook veel positiefs op te tekenen. Nog nooit tevoren zijn er zoveel opkomende economieën in zo’n hoog tempo in de mondiale markteconomie geïntegreerd als de laatste jaren. Dit heeft de levensstandaard van honderden miljoenen mensen in een ongekend tempo doen stijgen. Daarnaast is vermeldenswaard dat de bedrijfswinsten de laatste jaren mondiaal gezien snel zijn opgelopen. Dit heeft bedrijfsbalansen versterkt. De combinatie van hoge winstgevendheid en verbeterde vermogensverhoudingen van bedrijven heeft de veerkracht van de mondiale economie flink doen toenemen. Ook de economische groei is de laatste jaren sterk geweest. Deze was in 2005 weliswaar iets lager dan in 2004, maar nog steeds fors. Ten slotte hebben de financiële markten een mooi jaar achter de rug. Ervan uitgaande dat aandelen op de lange termijn gemiddeld een kleine 10% per jaar renderen, hebben de aandelenmarkten, met uitzondering van de VS, het zelfs uitzonderlijk goed gedaan.
Op zich is dit wel te verklaren. Als gevolg van de lage rentetarieven is er
2
namelijk ontzettend veel liquiditeit in de markt. Door deze overmaat aan
Inhoud
liquiditeit, lage risicopremies en de zoektocht naar rendement, zijn nieuwe zeepbellen ontstaan. Onder andere op de Amerikaanse huizenmarkt, de
Inleiding: De wereldeconomie
2
obligatiemarkt en misschien zelfs ook wel de aandelenmarkt.
De welvaart in Nederland
6
Zeepbellen zijn er altijd geweest en ze kunnen lang blijven bestaan. Toch
Beleggingsvooruitzichten
10
komt er onvermijdelijk een moment dat de bubbel langzaam leegloopt of, in het ergste geval, barst. Het eerste scenario is het meest geliefd onder politici, centrale bankiers, economen, burgers en beleggers. Helaas komt het laatste scenario ook wel eens voor, en spatten zeepbellen uit elkaar.
De onzekerheden op de financiële markten zijn momenteel groot. Naast bovengenoemde bubbels bestaat er onzekerheid over de olieprijs, de renteontwikkeling, de duurzaamheid van de economische groei, terrorisme en de dollarkoers. In ons hoofdscenario gaan wij ervan uit dat deze ‘donkere wolken’ wel tot wat regen maar niet tot noodweer leiden in 2006.
In 2006 zal de wereldeconomie in onze optiek licht vertragen, al zal het percentage nauwelijks afwijken van de 4% die voor 2005 staat genoteerd. Met name de Amerikaanse economie zal een stapje terug moeten doen. De (overgewaardeerde) huizenmarkt is hier de grote boosdoener. Deze terugval van de Amerikaanse economie wordt deels gecompenseerd door een aantrekkende groei in Europa. Japan zal net als in 2005 met ruim 2% groeien. Voor de opkomende markten gaan we uit van een groei die, met ruim 6%, iets lager zal uitkomen dan in 2005.
Verenigde Staten: vertraging De Amerikaanse economie is het afgelopen jaar verbazingwekkend hard blijven groeien. Analisten gaan ervan uit dat de groei over het gehele jaar rond de 3,5% zal uitkomen. Winstgevendheid Amerikaanse bedrijven (% BBP) Voor 2006 verwachten wij een vertraging van de economie. We denken dat
9
de huizenmarkt flink zal afkoelen en dat dit negatieve gevolgen zal hebben voor de besparingen en daarmee de consumentenbestedingen. Al met al
8
gaan we uit van een economische groei van 3%.
7
Mede als gevolg van de hoge olieprijs zal de Fed in december 2005 en
6
januari 2006 (de laatste bijeenkomst onder voorzitterschap van Alan
5
Greenspan) de rente in twee stappen verhogen tot 4,5%. Daarna verwachten we dat het voorlopig wat rustiger zal worden aan het rentefront. Later in
4
het jaar zal de Fed, zodra blijkt dat de economie verder afkoelt, de rente
3
weer verlagen naar uiteindelijk 4%.
1985
1989
1993
1997
2001
2005
Europa: licht herstel De Europese economie groeit op dit moment nog matig, maar een aantal voorlopende indicatoren wijst op een licht herstel. De Amerikaanse econo-
De huizenmarkt: risico voor de Amerikaanse economie.
mie vormt wel een risico, want in het geval deze sterk afkoelt in 2006, zal de dollar mogelijk fors verzwakken. Dit kan negatief uitpakken voor de
In de jaren negentig snel stegen de huizenprijzen door de krachtige impuls
Europese exportpositie in 2007.
van een snelle inkomensstijging en dalende rente. Toen de economie in 2000 afkoelde, bleven de prijzen gewoon stijgen, als het gevolg van de
De olieprijs werkt ook in Europa door in de inflatie, en deze zal in de eerste
flink dalende rente. De waardering van woningen bleef tot 2005 extreem
helft van het jaar dan ook boven de 2% blijven. Naar onze verwachting
hoog. De sterke huizenmarkt heeft ook bijgedragen aan de economische
zal de ECB de rente binnenkort verhogen. Het huidige officiële tarief ligt
groei. Deze rol en de ontstane zeepbel maken de huizenmarkt tot een van
namelijk ruim beneden het niveau dat als min of meer ‘normaal’ wordt
de voornaamste risico’s voor de Amerikaanse economie. Ondanks de nog
gezien bij het conjunctuurbeeld dat voor 2006 wordt verwacht. Bij haar
steeds lage rente is de betaalbaarheid van woningen flink gedaald. We
eventuele rentebesluit zal de ECB meewegen of de groei in de eurozone
denken dan ook dat de markt flink gaat afkoelen. Zelfs prijsstabilisatie zal
inmiddels stevig genoeg is.
naar onze mening zorgen voor een flinke groeiv e rtraging van de economie.
De aanwijzingen dat de groei aantrekt zijn recentelijk overtuigender geworden. Daar komt bij dat de inflatie duidelijk boven de grens van
Ifo-indicator Duitsland
2% ligt, terwijl ook de geldgroei fors hoger is dan de norm. Dat heeft in de markt de verwachting gevoed dat de ECB de rente wellicht al op heel
105
korte termijn gaat verhogen. Goed denkbaar is dat de Bank dit ‘hoogtij’
100
niet zal laten verlopen. In totaal voorzien we in Europa een rentestijging van 3/4% tot 1%.
95 90 85 80 1993
1995
1997
1999
2001
2003
2005
3
Japan: groei duurzaam? De Japanse economie zal het komende jaar waarschijnlijk rond de 2% groei laten zien. Veel belangrijker echter is dat het land vanuit het deflatiescenario de omslag kan maken naar inflatie. Een sterke afkoeling van de wereldhandel vormt een risico. Als dat gebeurt, zal de Japanse export en daarmee de economie een klap krijgen, en zou het land weer in een deflatoire kramp
Japan weer boven het maaiveld
schieten, voor het er goed en wel uit is.
Opkomende markten: blijvend forse groei
De Nikkei heeft inmiddels de 14.000-grens gepasseerd. In maart
De groei in de opkomende markten zal fors blijven. Dit wordt gestimuleerd 2003 kwamen nog niveaus onder 8000 voor. De periode van malai-
door een sterke exportpositie, sterke kapitaalinstroom en binnenlandse se en aanmodderen is voorbij. Ondernemers durven weer in eigen
kredietgroei. De binnenlandse vraag wordt meer en meer een factor van land te investeren. De periode van loondalingen en steeds verder
belang. In Azië wordt China steeds meer de motor van de groei. In Oostoplopende werkloosheid is daardoor voorbij. En de consument
Europa profiteert vooral Rusland van de hoge olieprijs. Een aantal andere komt weer in de winkel. Er zijn echter volop risico’s. Een hoge
landen plukt de vruchten van de voorgenomen toetreding tot de Europese staatsschuld van 1,6 maal het nationale inkomen maakt Japan
Unie. Ook de Latijns Amerikaanse landen profiteren van de boom in de kwetsbaar voor rentestijgingen. De daling van de totale bevolking
grondstoffenmarkt. Hierdoor verbetert de lopende rekening van een aantal door vergrijzing maakt het moeilijk om duurzaam hoge groeicijfers
landen in de regio zienderogen en komt er vers kapitaal het land in. te realiseren. Het vertrek van premier Koizumi volgend jaar creëert onduidelijkheid over de aanpak. Voldoende reden om onze juichtoon voorlopig te beperken tot de conjuncturele ontwikkeling.
Olie, inflatie en rente: in kalm water Een thema dat ook in 2006 een belangrijke factor zal blijven op de financiële markten is de olieprijs. Deze zal naar verwachting even volatiel blijven als
4
in 2005. Voor het hele jaar gaan wij uit van een gemiddelde olieprijs van
Kapitaalmarktrente (%)
USD 55 per vat, min of meer in lijn met het gemiddelde van 2005.
4.8 Mocht dit scenario zich voordoen, dan is dit positief voor de inflatie.
4.6
Immers: inflatie is niets anders dan de ontwikkeling van het algemene prijs-
4.4
peil, en bij een gelijkblijvende, weliswaar hoge, olieprijs sijpelt het opwaart-
4.2
se inflatie-effect eruit. Dit is gunstig voor de inflatie in 2006 en zal ook de
4.0
looneisen van de vakbonden moeten temperen. Een risico vormt het zoge-
3.8
naamde tweederonde-effect. Dit houdt in dat bedrijven die te maken hebben
3.6
gehad met hoge olie- en andere grondstofprijzen – en daardoor hun marges
3.4
zagen eroderen – deze kosten doorbelasten aan de consument. Dat we dit tot
3.2
op heden nog maar nauwelijks hebben gezien, is het gevolg van globalisering
3.0 12-04
02-05
Verenigde Staten Duitsland
04-05
06-05
08-05
10-05
en de wereldwijd scherpe concurrentie in veel markten. Voor de VS gaan wij uit van een gemiddelde inflatie in 2006 van 3%. In Europa zal deze in onze ramingen terugvallen van 2,2% in 2005 naar ongeveer 2% in 2006.
Bij bovenstaande inflatiecijfers horen geen hoge rentepercentages. Zolang de inflatie een discussiepunt is, zullen de centrale banken echter aan de renteknoppen blijven draaien. Wij denken, zoals gezegd, dat de Fed in januari 2006 de rente zal verhogen naar 4,5%. Daarna zal het een aantal maanden rustig blijven aan het rentefront. Omdat de Amerikaanse economische groei gaat vertragen, zal de Fed in de tweede helft van het jaar de rente weer verlagen. De ECB heeft de markt voorbereid op de eerste rentestap in ruim twee jaar. Het zou zelfs de eerste renteverhoging zijn in ruim vijf jaar. Wij gaan ervan uit dat zij dit binnen afzienbare tijd zal doen. In de loop van 2006
zullen nog een paar stappen volgen, waarmee het beleid minder ruim wordt en de rente geleidelijk richting een ‘neutraler’ niveau gaat.
De lange rente is de afgelopen maanden al flink opgelopen, deels door de vrees voor inflatie, deels door waarschuwingen van centrale bankiers. Hoewel wij onze prognose van het renteniveau iets hebben opgehoogd, denken we dat het renteklimaat redelijk gunstig zal blijven. Voor de VS gaan we er van uit dat de kapitaalmarktrente in 2006 tussen de 4,2 en 5,1% zal bewegen. In eerste instantie opwaarts gericht, daarna terug naar 4,2% aan het eind van 2006. In Europa zal de lange rente oplopen richting de 3,8%. In Japan lijkt de deflatie rond de jaarwisseling om te slaan in lichte inflatie. Indien de inflatie terugkeert, kan de Japanse kapitaalmarktrente de grens van 2% passeren.
Valutaontwikkelingen: verzwakking dollarkoers Vooral als gevolg van het oplopende renteverschil, heeft de Amerikaanse dollar in 2005 aan kracht gewonnen ten opzichte van de euro en Japanse yen. Voorlopig verwachten we hier weinig verandering in. In de loop van het jaar zal de dollar echter aan kracht gaan verliezen. De thema’s die al een tijd als een zwaard van Damocles boven de dollar hangen, doen nog steeds opgeld. Te denken valt dan aan de grote tekorten in de VS. Daarnaast speelt de ontwikkeling van de huizenmarkt in 2006 een belangrijke rol. Verder zal de ECB beginnen met het verhogen van de rente, waardoor het renteverschil met de VS zal afnemen. We zien in ons hoofdscenario de dollar in de loop van het jaar dan ook verzwakken naar een koers van 1,30 aan het einde van het jaar.
Inflatie Staan we aan de vooravond van flink hogere inflatie? In de VS is de inflatie opgelopen tot bijna 5%. In de eurozone ligt de inflatie al maanden boven 2%, het plafond van de ECB. Japan beëindigt een lange periode van deflatie. En China als grootverbruiker van grondstoffen zou inflatie veroorzaken door grondstoffenprijzen op te drijven. Maar olie- en benzineprijzen zijn duidelijk lager dan direct na de verwoestende orkanen. Door de capaciteitsgroei in China blijft dat land ook een duidelijke inflatiedrukkende factor in de wereldeconomie. In de eurozone heeft de economie ruimte om te groeien. Door de hoge werkloosheid kunnen werknemers in Duitsland en Frankrijk nog geen compensatie van de hoge energieprijzen eisen. De arbeidsmarkt in de VS is de afgelopen twee jaar wel duidelijk krapper geworden. Toch kunnen er nog 2 tot 3 miljoen banen bijkomen zonder dat er een krapte ontstaat zoals eind jaren negentig. De stijging van de loonkosten is in nominale termen dan ook gematigd, en in reële termen zelfs negatief. Met de inflatie zal het dus niet zo’n grote vaart lopen. Wel voldoende voor centrale banken om de rente te blijven verhogen of hiermee te beginnen.
5
De welvaart in Nederland
Economie: eindelijk versnelling van de groei De magere jaren zijn ten einde voor Nederland! Op de zeven vette jaren van 1994 tot en met 2000 met een gemiddelde economische groei van 3,5%, volgde een ongewoon lange dip van vijf jaar met een gemiddeld groeitempo van zo’n 0,7%. De opleving van de conjunctuur in 2005 komt niet op tijd om voor dit jaar nog boven de 1% uit te komen. Het groeitempo in het jaar 2006 daarentegen zal zeker dubbel zo hoog zijn met een groei van 2%.
De afgelopen jaren heeft de economie vooral voortgeprutteld op de buitenboordmotor van de buitenlandse handel. De binnenlandse vraag was zwak en drukte de invoergroei terwijl de uitvoer gestaag steeg. In 2006 wordt de economie behalve door een verder stijgend uitvoervolume gesteund door een toenemende binnenlandse vraag. De uitvoer van Nederlandse exporteurs steeg de afgelopen jaren minder dan bij concurrenten vanwege een verslechterende concurrentiepositie. Aan het verlies aan marktaandeel komt in 2006 waarschijnlijk een einde. De uitvoer kan stijgen vanwege economisch herstel bij de belangrijkste handelspartners en de vertraagde doorwerking van de recente verzwakking van de euro. Vanuit het binnenland vormen de investeringen de belangrijkste pijler onder de groei. Stijgend optimisme onder producenten, gezonde bedrijfsbalansen en de gunstige winstontwikkeling zorgen ervoor dat bedrijven willen en kunnen investeren. Daarbij valt ook een verdere groei te verwachten van de nieuwbouw van woningen. Men kan redeneren dat woningbouw geen goede indicator is van de conjunctuur, maar het levert wel degelijk reële economische groei op. Wij verwach-
6
ten volgend jaar eindelijk weer eens een gezonde bijdrage van de consument aan de economie. Door herstel van de werkgelegenheid, stijgende lonen en koopkrachtmaatregelen kunnen de bestedingen toenemen. De afgelopen jaren hebben consumenten ontspaard. Ook in 2006 zal de consumptie nog wat hoger zijn dan het beschikbaar inkomen. Toch nemen de ontsparingen af omdat de consumentenuitgaven naar verwachting minder hard groeien dan de inkomens.
Werkgelegenheid: werk aan de winkel In 2005 is het arbeidsaanbod nauwelijks van zijn plaats gekomen. Weliswaar heeft overheidsbeleid – denk aan de herkeuringen in de WAO – het arbeidsaanbod vergroot, maar tegelijkertijd heeft duurdere kinderopvang en het pessimisme over de baankansen (andere) mensen ontmoedigd zich aan te bieden. Van de aantrekkende conjunctuur in 2006 gaat juist een aanmoedigend effect uit. De potentiële beroepsbevolking – het aantal mensen tussen 20 en 65 jaar – blijft constant, maar hiervan zal een groter deel zich melden op de arbeidsmarkt. Omdat de werkgelegenheid maar iets sneller groeit dan het arbeidsaanbod, zal de werkloosheid slechts in lichte mate dalen.
De economische dip heeft vooral banen gekost in de commerciële dienstverlening. Daar is nu ook het grootste herstel te verwachten. Het aantal vacatures loopt op en vooral zakelijke dienstverleners willen meer personeel aantrekken. Specialismen die enige tijd uit de gratie waren zoals IT-ers komen weer helemaal terug, afgaande op bijvoorbeeld de personeelsadvertenties.
Economische groei en bijdrage componenten (%)
2 1 0 -1 2003
2004
2005
2006
Investeringen (vaste activa)
Buitenlandse handel
Consumptie (publiek en privaat)
Voorraden
Ramingen voor Nederland Ramingen voor Nederland
2005
2006
% mutaties BBP
3/4
2
- Particuliere consumptie*
1/4
–2 (1 1/2)
- Investeringen vaste activa
1 1/2
4
Onze voorspellingen van vorig jaar
- Uitvoer g&d
4 1/2
6
De cijfers over 2005 zijn nog niet definitief omdat het jaar nog
- Invoer g&d
3 3/4
6
niet is afgelopen. Toch is er al een redelijk idee waar bepaalde
Inflatie*
1 3/4
1 (1 1/2)
grootheden gaan uitkomen. Hoe wijken deze ramingen af van onze eerdere prognoses?
niveaus Werkloosheid (%, gemiddeld)
6 1/2
6 1/2
–1 1/4
–1 1/2
Voor 2005 gingen wij uit van een economische groei in Nederland van 1 3/4 procent. Het zal gaan uitkomen op minder
Saldo overheid (% BBP)
dan de helft. Ondanks de recente opleving komt de consumptie over het hele jaar wat lager uit dan geraamd. De investeringen
* Inflatie wordt bijna 1/2 %-punt gedrukt door afschaffing OZB. Het nieuwe zorgstelsel vertekent de particuliere consumptie ruim 3 1/2 % neerwaarts. Tussen haakjes staan de ‘echte’ cijfers, dat wil zeggen gecorrigeerd voor de stelselwijziging. Ramingen: ABN AMRO Economisch Bureau
hebben het veel beter gedaan dan gedacht, terwijl de buitenlandse handel iets minder hard groeide dan verwacht. De werkloosheid is minder opgelopen dan wij dachten, maar de inflatieraming komt redelijk uit (1 3/4 tegen 1 1/2 %). De huizenprijzen zijn niet licht gedaald maar zullen over heel 2005 waarschijnlijk met ruim 3% stijgen. Een paar factoren hebben onze voorspellingen gedwarsboomd. De sterk oplopende olieprijzen hebben de economische activiteit geremd. Omdat het effect op de inflatie gering was, is daardoor per saldo de rente laag gebleven. Die lage rente heeft de betaalbaarheid van huizen verbeterd en daarmee de huizenmarkt gestimuleerd. De lage rente in combinatie met gezonde ontwikkeling van de winsten van het geherstructureerde bedrijfsleven heeft de investeringen gestimuleerd.
7
Het optimisme van ondernemers in de industrie over de toekomstige productie vertaalt zich niet in de wens om meer mensen aan te nemen. Daar zal het dus van productiviteitsverbeteringen moeten komen.
De daling van de werkgelegenheid met bijna 5% tussen 2002 en 2004 heeft zich voorgedaan onder middelbaar- en vooral lageropgeleiden. Het aantal werkzame hogeropgeleiden groeide juist fors in die periode (9%). Met het
Effect zorgverzekering op werknemers markt (EUR)
Groep
Brutoloon*
Effect per maand
verdwijnen van (hogeropgeleide) witte-boorden-banen naar Azië lijkt het dus allemaal wel mee te vallen. De werkgelegenheid onder niet-hogeropgeleiden
Alleenstaande
1250 2240 3360
+18 +8 +3
Eenoudergezin
1250 2240 3360
+18 +15 +150
Kostwinner met kinderen
1250 2240 3360
+5 +12 +141
Kostwinner geen kinderen
1250 2240 3360
+28 +5 +42
Tweeverdiener met kinderen
3360 4480
–4 +105
Tweeverdiener geen kinderen
4480 5225 5600
+16 –25 +10
kan in 2006 profiteren van het economisch herstel, vooral in de bouwsector en de dienstensector.
Inkomens: stijgende koopkracht De brutolonen zijn in 2005 weliswaar gestegen, maar door de gestegen lasten daalde de koopkracht toch voor het derde jaar op rij. Voor 2006 verwachten wij weer een positieve koopkrachtontwikkeling. Door de aantrekkende arbeidsmarkt zullen de lonen met zo’n 1 1/2 procent stijgen. Netto zal het nog iets hoger uitpakken door belastingtoeslagen en lastenverlichting. Het geeft ook wat lucht dat pensioenfondsen nog een jaartje extra de tijd krijgen om aan het nieuwe financiële toetsingskader te voldoen, waardoor de pensioenpremies minder hoog hoeven te zijn. Uiteraard moet de inkomensgroei wel gecorrigeerd worden voor inflatie, maar omdat deze zich naar verwachting gematigd ontwikkelt (iets meer dan 1%), stijgt de koopkracht.
8
daarbij behorende zorgtoeslag. Het komt erop neer dat kinderen tot 18 jaar
*Lonen zijn gebaseerd op: Wettelijk minimum = EUR 1250 bruto per maand Modaal = EUR 2240 bruto per maand Anderhalf modaal = EUR 3360 per maand Tweemaal modaal = EUR 4480 per maand Tweemaal modaal + 1/3 modaal = EUR 5225 per maand Anderhalf modaal + modaal = EUR 5600 per maand
geld opleveren, omdat deze gratis meeverzekerd zijn. In het ziekenfonds was
Bron: www.denieuwezorgverzekering.nl
De aanpassingen in de sfeer van belastingschijven en de heffingskorting moeten vooral in het licht van inflatiecorrectie worden gezien. De grote veranderingen komend jaar komen van de nieuwe zorgverzekering en de
dit al zo, daarom is dit vooral een verbetering voor de huidige particulier verzekerden. Er zijn zeer uiteenlopende individuele situaties, maar binnen de marktsector geldt over het algemeen dat werknemers met kinderen en een hoog inkomen er het meest op vooruit gaan. Een eenoudergezin dat
Huizenprijzen (% j-o-j)
anderhalf keer modaal (EUR 3360 bruto per maand) verdient, gaat er EUR 150 per maand op vooruit. Toch gaan sommige tweeverdieners met een hoog inkomen erop achteruit, vooral als het leeuwendeel van het
20 15
inkomen door slechts een van de partners wordt ingebracht en er geen kinderen zijn. De andere partner heeft dan vaak een klein baantje en is
10
nu nog goedkoop via het ziekenfonds verzekerd. Als het ene inkomen
5
tweemaal modaal is en het andere inkomen bedraagt eenderde modaal – dat maakt samen EUR 5225 – dan gaat het stel er EUR 25 per maand op achteruit.
0 -5
Ook de meeste zelfstandigen – vooral de rijkere – gaan erop vooruit evenals de meeste studenten, bijstandsgerechtigden en AOW-ers. Maar niet iedereen heeft geluk. Zo is er een kleine achteruitgang bij de meeste VUT-gerechtigden – behalve als zij kostwinnaar zijn en rond anderhalf keer modaal verdienen. Alleenstaande prepensioengerechtigden met anderhalf keer modaal gaan er iets op achteruit.
Op basis woningwaardeindex kadaster * Ramingen ABN AMRO in het wit
Arbeidsparticipatie: verbetering door Levensloop en WIA
gaan wij uit van een daling van de huizenprijzen rond de 2%, zowel voor appartementen als eengezinswoningen. Als bijsluiter geldt natuurlijk dat ver-
Eerder aangekondigde maatregelen ter fiscale ontmoediging van VUT en
rassingen in het rentebeeld – opwaarts dan wel neerwaarts – hun uitwerking
prepensioen gaan per 1 januari 2006 in. Verder ziet de nieuwe levensloopre-
niet zullen missen op de huizenmarkt.
geling het licht. Uit de Miljoenennota 2006 valt af te leiden dat het kabinet ervan uitgaat dat in 2006 voor 55 duizend arbeidsjaren aan levensloop
Een huizenprijsdaling over de gehele linie hoeft de woonambities niet in de
gespaard zal worden, oplopend tot het tienvoudige daarvan in 2010. Of het
weg te staan. Voor mensen zonder eigen huis maar met koopplannen, zijn
zo hard zal gaan – cumulatief 1,3 miljoen arbeidsjaren in de levenslooppot in
lagere prijzen goed nieuws. Voor huizenbezitters geldt dat hun bezit kleiner
2010 – is de vraag, maar er zal zeker in toenemende mate van de regeling
wordt, maar zij hebben ook minder geld nodig om een nieuw huis te kopen.
gebruik gemaakt gaan worden.
Wel is er minder overwaarde om te verzilveren. Mensen die ‘hun eigen huis opeten’ krijgen een minder vullend maal.
Het nieuwe WAO-stelsel – de WIA – gaat in eerste instantie versimpeld van start zonder concurrerende verzekeraars. De regeling gaat uit van wat de
Lagere huizenprijzen kunnen recent gestarte huizenbezitters minder mobiel
werknemer nog wel kan in plaats van wat hij niet meer kan: in hoeverre is
maken. Als de kosten koper zijn meegefinancierd en er is nog weinig afge-
iemand nog arbeidsgeschikt. Dat is naar ons oordeel een verbetering ten
lost dan zal de hypotheek vaak meer waard zijn dan het huis – kortom, er is
opzichte van de oude situatie. De inrichting van het stelsel – een hybride
een restschuld. Deze kan worden afgebouwd en omgezet in positief netto
model waarbij zowel het publieke UWV als private verzekeraars moeten din-
vermogen door af te lossen of door prijsstijgingen. Prijsdalingen maken dat
gen naar de hand van de werkgever – vinden wij echter veel te ingewikkeld.
er langer moet worden afgelost eer de restschuld is verdwenen. Een rest-
Omdat er al zoveel stelselwijzigingen zijn met een risico op problemen in de
schuld kan de persoonlijke plannen – een baan aan de andere kant van het
uitvoering bij bijvoorbeeld verzekeraars, ziekenhuizen en loonadministraties,
land, gezinsuitbreiding etc – dwarsbomen als er geen spaarpotje is: verhuizen
is het maar goed dat de WIA in eerste instantie van start gaat met alleen het
kan dan financieel gezien (nog) niet. Zolang de rente vaststaat, blijven de
UWV. Wat ons betreft mag dat zo blijven.
woonlasten in het zelfde huis natuurlijk prima op te brengen – afgezien van onfortuinlijke situaties zoals werkloosheid of echtscheiding. Starters zonder
De verschillende wijzigingen hebben een participatieverhogend effect.
financiële buffer, die zeker weten over een paar jaar al weer te willen verkas-
Gedeeltelijk arbeidsgeschikten worden minder snel ‘afgeschreven’ voor de
sen, kunnen op dit moment beter huren dan kopen.
arbeidsmarkt. De vervanging van VUT en prepensioen door de levensloop confronteert werknemers met de ware kosten van vervroegde uittreding, zon-
De lange rente is in oktober opgelopen, maar rond de 3 1/2 % in feite nog
der afwenteling op het collectief. Dat maakt vervroegde uittreding minder
steeds laag. Bij dergelijke lage renteniveaus – en het beperkte verschil tussen
aantrekkelijk.
kort en lang – is zekerheid gunstig geprijsd. Weliswaar geldt over een langere termijn dat de korte rente gemiddeld lager is dan de lange, maar de korte
Woonhuis: rente wat hoger, prijzen wat lager
rente fluctueert wel meer. Dat betekent dat ook de bestedingsmogelijkheden een stuk gevarieerder zijn. Mensen die een eventuele rentestijging niet kun-
Wij verwachten in 2006 een kleine en tijdelijke dip in de huizenprijzen.
nen opvangen, kunnen beter de rente vastzetten. Ook voor mensen die een
Positief voor de huizenmarkt zijn de groei van de koopkracht en de werkge-
stootje zouden kunnen hebben, is het een mooi moment om de rente vast te
legenheid. Toch schatten wij de negatieve krachten een tikkeltje sterker in.
zetten. Zekerheid is goedkoop en de kans op het mislopen van een flinke
De hypotheekrente loopt volgend jaar naar verwachting licht op als reactie
rentemeevaller is beperkt.
op een stijgende rente op de kapitaalmarkt. Immers, de economie trekt aan en de inflatieangst neemt toe. Rentestijgingen maken huizen er niet betaal-
Voor doorstromers op de woningmarkt is het nu een goed moment om hun
baarder op en hebben dus een prijsdrukkend effect. Ook is er overleg gaande
droomhuis te kopen. Voor de financiering kunnen zij profiteren van de zeer
tussen minister Zalm en de financiële sector over de beperking van tophypo-
lage lange rente. Daarmee staan de lage financieringslasten voor jaren vast.
theken. De precieze uitkomst is nog niet bekend, maar uiteindelijk zullen
Een tijdelijke daling in de huizenprijzen deert deze mensen weinig.
kopers meer eigen middelen nodig hebben om te kunnen bieden op een bepaald huis. Voor doorstromers die beschikken over een flinke overwaarde,
Huiseigenaren in het topsegment die hun woning met variabele rente hebben
is dat geen probleem. Starters zullen eerst 10% van de waarde van de woning
gefinancierd, adviseren wij om gebruik te maken van de huidige lage tarie-
bij elkaar moeten sparen (bij een nieuwbouwwoning iets minder). Sommigen
ven voor lange rentes. Wij verwachten dat zowel de korte als de lange rente
zullen daar meer tijd voor nodig hebben dan anderen. De vraag naar starters-
in 2006 zal stijgen.
woningen zal hieronder lijden – en dus de prijs van deze woningen. Tegelijkertijd neemt het aanbod op de huizenmarkt toe: de hoeveelheid nieuwbouw ‘in de pijplijn’ stijgt behoorlijk. Verder vormen de gematigde huurstijgingen maar een geringe stimulans voor de huizenprijzen. Al met al
9
Beleggingsvooruitzichten
Beleggingsvooruitzichten: flexibiliteit blijft nodig De internationale ontwikkelingen maken ons voorzichtig optimistisch over het beleggingsjaar 2006. Vooral voor de meer risicovolle beleggingscategorieën kan 2006 uitdagend worden. Onzekerheid over de inflatieontwikkelingen en de mate waarin de centrale banken in de belangrijkste economieën de officiële rente zullen verhogen zal ervoor zorgen dat de meer risicovolle categorieën heftig kunnen reageren op onverwachte ontwikkelingen. Risicopremies zijn op dit moment laag, wat inhoudt dat beleggers meer dan gemiddeld risico moet nemen, voor een minder dan gemiddeld rendement. We zien ook dat het momentum voor de meer risicovolle beleggingscategorieën al wat is afgezwakt in de afgelopen maanden.
Aan de andere kant blijft de wereldeconomie redelijk sterk groeien, waarbij de groei zelfs wat evenwichtiger wordt verdeeld: de Amerikaanse economie zal vertragen, de economieën van Japan en Europa zullen aantrekken. De inflatie, zal na een piek eind 2005, weer terugvallen naar ‘normale’ niveaus.
Hoewel we dus redelijk voorzichtig zijn ten aanzien van het beleggingsklimaat, denken we dat beleggers zich momenteel niet al te defensief zouden moeten opstellen. Risico zal voorlopig nog wel even beloond worden. We hebben in onze vermogensallocatie dan ook een lichte voorkeur voor aandelen. Minder positief zijn we over de vooruitzichten voor de vastgoed- en obligatiemarkten.
De onevenwichtigheden in de wereld blijven groot. Ze vormen een bedrei-
10
ging voor de stabiliteit van de wereldeconomie en de financiële markten. Ze bestaan echter al langer, zonder dat ze tot op heden voor al te grote problemen hebben gezorgd. Het is moeilijk aan te geven wanneer dit precies gaat veranderen. Toch gaan we ervan uit dat de Amerikaanse huizenmarkt in 2006 zal afkoelen. Dit zal echter niet van de ene op de andere dag gebeuren. Het is daarom goed om de ontwikkelingen in die markt goed in de gaten te houden, zodat daar tijdig op geanticipeerd kan worden.
We zouden om die reden de beleggingsportefeuille dan ook dusdanig flexibel invullen dat er snel ingespeeld kan worden op veranderende marktomstandigheden.
Obligatiemarkten: koersen eerst wat onder druk In de laatste maanden van 2005 heeft de rente in zowel de VS als Europa de stijgende lijn ingezet. Voor deze opwaartse beweging zijn twee redenen aan te wijzen. Allereerst is dit de inflatieontwikkeling geweest. Deze is de afgelopen maanden hard opgelopen als gevolg van de hogere energieprijzen. De kerninflatie (dit is exclusief de volatiele prijzen van energie en vers voedsel) is, althans in de VS gedaald. Toch zijn beleggers bang dat de hogere olie- en andere grondstofkosten zullen doorwerken in de prijzen van andere goederen.
De tweede reden voor de opgelopen lange rente wordt gevormd door de acties en toonzetting van de centrale bankiers. In onze optiek zal de Fed de rente in 2006 optrekken tot een niveau van 4,5%, om daarna een pauze in te lassen.
De ECB handhaafde weliswaar haar rentetarief tot nog toe op 2%, maar heeft inmiddels een renteverhoging min of meer aangekondigd en de lange rente als het ware omhoog gepraat. Wij denken dat de ECB weldra zal beginnen met monetaire verkrapping, en gaan nu uit van een refi-rente van 2 3/4% tot 3% eind 2006. Dit zal ook de lange rente wat verder omhoog duwen, en
Inflatie Verenigde Staten (% j-o-j)
daarmee de obligaties onder druk houden. De noodzaak om in meer risicovolle obligaties te beleggen om nog wat rendement te maken, is dan afgeno-
7
men. We verwachten om die reden dan ook dat de spreads zullen toenemen,
6
wat minder gunstig is voor bedrijfsobligaties. Binnen de obligatieportefeuille geven wij dan ook de voorkeur aan veilige staatsobligaties en bedrijfsobliga-
5
ties met een hoge rating. Dit in het perspectief dat obligaties in veel beleg-
4
gingsportefeuilles de veilige buffer zijn. 3 In de loop van 2006 lijkt in de VS de inflatieangst weg te ebben. Daarom
2
denken wij dat de Fed haar rentetarief in het laatste deel van 2006 weer gaat verlagen, mede om de economische groei niet al te ver te laten terugvallen.
1
Als gevolg hiervan zal ook de lange rente in de loop van 2006 weer wat
0
kunnen dalen, wat gunstig is voor de obligatiekoersen. Dit zal ook een rem
1990
1995
2000
2005
zetten op de stijging van de lange rente in de eurozone. Inflatie
Vastgoed: nog steeds aan de dure kant
Kerninflatie
Vastgoed is per saldo goed blijven liggen in 2005. Wel kreeg de sector een forse tik begin oktober, toen de lange rente fors begon op te lopen. Dit geeft wel aan hoe gevoelig de sector momenteel is voor rentebewegingen. Daarnaast vinden wij de vastgoedmarkt nog steeds aan de dure kant.
Performance aandelen Europa (K/W MSCI Europe)
Aan de andere kant zien we nog steeds een instroom van nieuw geld
30
van beleggers in deze beleggingscategorie en kent de sector een hoog
25
11
dividendrendement. Al met al adviseren we voor 2006 een lichte onderweging in vastgoed. Wij hebben een lichte voorkeur voor vastgoed in Azië,
20
al denken we wel dat deze regio op de korte termijn wat onder druk zal
15
komen te staan. 10
Aandelenmarkten: de beste performance
5 1990
1995
2000
2005
De aandelenmarkten hebben in 2005 geprofiteerd van een lage rente en een sterke winstontwikkeling van het bedrijfsleven. Daarnaast heeft de afname
Koers-winstverhouding op basis van gerealiseerde winsten
van de risicopremies de meer risicovolle beleggingscategorieën, zoals aande-
Koers-winstverhouding op basis van verwachte winsten
len, in de kaart gespeeld.
De omstandigheden voor de aandelenmarkten zijn de afgelopen maanden iets verslechterd: een oplopende inflatie, een meer dan verwachte verkrapping door monetaire autoriteiten, een afzwakking van de winstgroei en een toenemende risicoaversie onder beleggers. Desondanks blijven we voorlopig gematigd positief over de aandelenmarkt. De economische groei in de wereld blijft voorlopig robuust. Bovendien zal het winstaandeel als percentage van het nationaal inkomen de komende tijd kunnen toenemen, als gevolg van het feit dat de globalisering de onderhandelingspositie van werknemers zal ondermijnen. De winstgroei
zal daardoor voorlopig sterk blijven, zij het wat zwakker dan de afgelopen
markten sterk zal blijven in 2006, en daarmee ook de vraag naar grondstof-
kwartalen.
fen, kiezen we voor een overwogen positie in de sectoren die hiervan profiteren. Te denken valt aan Energie en Basismaterialen. Daarnaast hebben we
Wat betreft waardering zijn aandelen op dit moment niet duur te noemen.
een voorkeur voor defensieve sectoren met een stabiele winstgroei, zoals de
Zeker als we ze vergelijken met obligaties. Uitzondering is wellicht de VS,
Farmaciesector.
waar de koers-winstverhouding hoger ligt dan het lange-termijn-gemiddelde (13,9 over de periode 1871-1995). Risico voor de aandelenmarkt zijn een
Voorzichtig blijven we ten aanzien van een cyclische sector als Luxe
verder oplopende rente en een toename van de risicoaversie onder beleggers.
Goederen en Diensten. Ook in de financiële waarden zouden we in 2006
Daarnaast kan een sterke afkoeling van de Amerikaanse huizenmarkt het
minder dan gemiddeld beleggen. Dit gezien het afnemende renteverschil tus-
sentiment onder beleggers negatief beïnvloeden, wat ook niet gunstig is voor
sen de korte en lange rente en de voorziene afkoeling van de Amerikaanse
aandelen.
huizenmarkt.
Alles afwegende, gaan wij er van uit dat aandelen, ook in 2006, een betere performance zullen laten zien dan andere vermogenscategorieën.
Regio- en sectorallocatie: voorzichtig met VS en cyclische sectoren Het afgelopen jaar zijn er grote verschillen opgetreden in de performance van de verschillende aandelenmarkten. De Amerikaanse beurzen kwamen per saldo niet van hun plaats, terwijl de Europese aandelenindices tussen de 15 en 20% rendement opleverden. Inclusief dividendrendement lagen deze percentages nog circa 3% hoger. De opkomende markten lieten wederom een outperformance zien, met rendementen tussen de 30 en 70%.
12
Gegeven het klimaat van oplopende rentepercentages en een toenemende risicoaversie onder beleggers, denken we dat het verstandig is de risico’s goed in kaart te brengen en op bepaalde punten wat af te bouwen. Om die reden zouden we op dit moment niet meer dan gemiddeld in de opkomende markten beleggen. We zien meer kansen in Japan. Hier zijn we sinds het voorjaar van 2005 al positief over, en sindsdien zijn er steeds meer tekenen die het herstel onderschrijven. De groei komt weer op gang, de bedrijfswinsten zien er gezond uit en de Japanse belegger is nog maar nauwelijks ingestapt. Daarnaast is de kans groter dan ooit dat de deflatie, waar het land al tien jaar mee te maken heeft, in 2006 zal omslaan in inflatie.
Over de VS blijven we enigszins voorzichtig. De aandelenmarkt is nog aan de dure kant en de economie koelt in 2006 af. Daarnaast zal de dollar als gevolg van de grote onevenwichtigheden onder druk komen te staan. Meer kansen liggen er in Europa, waar de groei op gang komt en de waardering redelijk is.
Qua sectorvoorkeuren zien we aan de ene kant dat de toenemende inflatie en sterke huizenmarkt de kans op een verdere monetaire verkrapping in de VS doet toenemen. Dit zou de economische groei doen afnemen, wat een defensieve sectorportefeuille voorschrijft. Aan de andere kant zien we het producentenvertrouwen en de economische groei in bepaalde regio’s toenemen, waarvan juist een meer cyclische portefeuille zou kunnen profiteren. Aangezien we verwachten dat de economische groei in de opkomende
Colofon Deze publicatie is opgesteld door het Economisch Bureau en het Investment Office van ABN AMRO. ABN AMRO wil met deze publicatie haar kennis van economische vraagstukken en de visie die zij daarop heeft delen met haar relaties.
Auteurs Charles Kalshoven,
[email protected] San Lie,
[email protected]
Distributie ABN AMRO Preferred Banking Contactpersoon: Ronald Hegen
[email protected]
Vormgeving en ontwerp Studio Yellow, Amsterdam
Disclaimer De in deze publicatie neergelegde opvattingen zijn gebaseerd op de door ABN AMRO vergaarde informatie, die op zorgvuldige wijze is verwerkt. Noch ABN AMRO, noch functionarissen van de bank kunnen aansprakelijk worden gesteld voor in deze publicatie eventueel aanwezige onjuistheden.