Vijf jaar Nederlands Architectuur Forum
Passie en Perceptie
Voorwoord
Voor u ligt het eerste Lustrumboekje van het Nederlands Architectuur Forum (NAF). In vijf jaar tijd is het NAF tot een forum van formaat uitgegroeid. Intussen zijn 55 bedrijven en instellingen, uit de drie pijlers Eindgebruikers, Leveranciers en Wetenschappelijke en Onderwijs Instellingen, actief lid. De activiteiten vinden met name plaats in de werkgroepen (momenteel bestaan er veertien werkgroepen). Samen met Sdu organiseert het NAF jaarlijks het Landelijk Architectuur Congres (LAC). Met ongeveer 750 bezoekers in 2006 is het LAC uitgegroeid tot het grootste open IT-evenement van Nederland. Een formidabel resultaat! Passie en competentie gaan hand in hand bij onze leden. Alleen daardoor zijn de dromen van vijf jaar geleden werkelijkheid geworden. Zonder het enthousiasme en de inzet van de architecten in de NAF-werkgroepen was dit niet mogelijk geweest. Het onderwerp van architectuur in de digitale wereld (organisatie en ict) is de laatste jaren gegroeid in acceptatie en importantie. Er bestaan echter nog diverse percepties rondom dit onderwerp en onze uitdaging is deze met elkaar te delen, waarbij overeenkomsten en verschillen helder worden en gewerkt kan worden aan een gemeenschappelijke visie. Het thema: ‘Architectuur is in de perceptie van de beschouwer’ geldt voor zowel het NAF als dit boekje. Openheid, percepties, competentie en de wil om resultaat te behalen en uit te dragen, gaan bij ons hand in hand. Op korte termijn zullen we ook een aantal boeken uitgeven als producten van onze werkgroepen. De onderwerpen zijn actueel en gebaseerd op ‘best practices’, academische onderbouwing en gedeelde visie. Transparantie is onze doelstelling nummer één. De weg er naar toe is simpel. Het begint ermee de percepties over architectuur aan elkaar uit te leggen. Dit is ook de rode draad in dit boekje. We hebben een aantal personen die zich bijzonder hebben ingezet voor het NAF gevraagd hun visie op architectuur en het NAF toe te lichten. Het resultaat is een beeld van wat het NAF doet en ook een stukje geschiedschrijving. De discipline van architectuur in de digitale wereld is op weg volwassen te worden; het is een discipline van bewezen ‘best practices’ en van methodologie in wording. Het NAF levert, op zijn eigen wijze, een waardevolle bijdrage aan de professionalisering van deze discipline. Passie en Perceptie is in 2007 uitgebracht ter gelegenheid van het vijfjarig bestaan van het Nederlands Architectuur Forum. De teksten zijn geschreven door Cok de Zwart en Leo Klaver Het boek is vormgegeven door HGPDESIGN uit Alphen aan den Rijn en gedrukt op de persen van Alfabase (Alphen aan den Rijn). Passie en Perceptie is een productie van Uitgeverij TIEM, Postbus 130, 3740 AC Baarn (www.tiem.biz)
Frank Baldinger Voorzitter NAF www.naf.nl
3
Daan Rijsenbrij, initiator en initiatiefnemer LAC en NAF:
‘Oprichting NAF kwam tegemoet aan behoefte met elkaar over het vakgebied te discussiëren’ 4
‘Als waardering voor het op de rails zetten van de Landelijk Architectuur Congressen en de informele opstart van het NAF kreeg ik in 2002 als eerste de NAF-penning uitgereikt bedoeld voor iemand die van bijzondere betekenis is voor de ontwikkeling van het architectuurvak gebied in Nederland. Maar zonder de steun van heel veel andere liefhebbers van architectuur was het mij nooit gelukt deze rol te spelen’, aldus Daan Rijsenbrij. In 1995 begon Rijsenbrij als bijzonder hoogleraar Bedrijfsinformatica aan de VU interesse te krijgen voor het onderwerp ‘architectuur in IT’. Maar het was pas begin 1999 dat hij en prof. Hans van Vliet besloten om een tweedaags congres te organiseren over dit belangwekkende onderwerp. Rijsenbrij: ‘Dat congres op 18 en 19 november 1999 in de Meervaart in Amsterdam kreeg de veelbelovende naam ‘The First BeNeLux Conference on the State-of-the-Art of ICT (Information and Communication Technology) Architecture’. De ondertitel, ‘Searching for Synergy Opportunities: bringing together the academic world and the ICT practitioners; aligning the business and ICT architecture’, gaf duidelijk de behoefte aan een brug te slaan tussen wetenschap en informaticabureaus. Een veelbelovend streven waarvoor wij gemiddeld over de twee dagen 85 mensen kregen geïnteresseerd. Het congres werd gefinancierd door Capgemini en de syllabus werd op kosten van de Vrije Universiteit gedrukt.’
‘We kwamen tot het inzicht dat het beter was deze twee activiteiten te splitsen: het LAC voor het congres en het NAF voor alle andere activiteiten’
Meefinancieren Omdat ook de concurrenten van Capgemini – de toenmalige werkgever van Rijsenbrij – belangstelling hadden voor het organiseren van een dergelijk architectuurcongres, besloot Rijsenbrij bij hen de bereidheid te polsen een volgend evenement mee te financieren. ‘Dat zijn uiteindelijk naast Capgemini geworden CMG, Compaq, Devote, IBM, Ordina, Origin en Panfox. Het valt me overigens op dat er vandaag de dag nog maar twee van deze aanbieders onder dezelfde naam actief zijn. Voorts werd meegewerkt door ABN Amro, Belastingdienst, Bloemenveiling Aalsmeer, Fortis Bank, Ministerie van Defensie, Philips Research Laboratories, Rabofacet, United PanEurope Communications en meegedacht door de Katholieke Universiteit Brabant, Rijksuniversiteit Groningen, het Software Engineering Research Centre, Technische Universiteit Delft, Technische Universiteit Eindhoven, Universiteit Twente, Universiteit van Amsterdam en de Vrije Universiteit. Gelukkig was niet iedereen op elke overlegvergadering aanwezig, maar een substantieel deel sprak veel en intensief met elkaar over wat architectuur nu echt inhield. Dit resulteerde in het tweede congres op 23 en 24 november 2000 dat wij, inmiddels wat bescheidener geworden, hadden omgedoopt tot Landelijk Architectuur Congres (LAC) 2000. Om de eenheidsgedachte in Nederland
op architectuurgebied te onderstrepen, organiseerden we dat in het Olympisch Stadion in Amsterdam. De gemiddelde opkomst over de twee dagen beliep rond de 110 deelnemers.’ Splitsen ‘Omdat er naast alle waardevolle assistentie nog steeds veel werk overbleef voor Cap Gemini Ernst & Young en mijzelf – ik ben een ware Dreamweaver gebruiker geworden in die tijd –, besloot ik de hele organisatie van het congres uit te besteden aan ten Hagen & Stam. Dit impliceerde naast een professionaliseringsslag van de organisatie van het congres, ook een commercialiseringsslag. Voorts werd het congres op 28 en 29 november 2001 chiquer door het te verplaatsen naar Figi te Zeist. Het aantal deelnemers ging fors omhoog en het fenomeen speakerscornersessies werd geïntroduceerd’, aldus Rijsenbrij die merkte dat er in de aanloop van dit congres over veel meer gesproken werd dan alleen het evenement. ‘Het congres was slechts eenmaal per jaar en er was grote behoefte aan werkgroepen waarin wij met elkaar over het vakgebied konden discussiëren. We kwamen tot het inzicht dat het beter was deze twee activiteiten te splitsen: het LAC voor het congres en het NAF voor alle andere activiteiten. Tot en met dat congres vervulde ik alle drie rollen: voorzitter programmacommissie LAC, dagvoorzitter LAC en voorzitter van de informele club NAF geheten. Te veel Omdat deze drie functies voor hem te veel werden, heeft Rijsenbrij Rob Kruijk gepolst om als interim-voorzitter het NAF verder vorm te geven. ‘Er is eerst nog een zware brainstorming gehouden om doelstelling en vorm met de potentiële leden af te spreken, daarna heeft Rob het overgenomen. Het LAC 2002 op 27 en 28 november heb ik als voorzitter van de programmacommissie georganiseerd, nu als activiteit van het NAF. Dit was de laatste keer dat ik dagvoorzitter was en dit was tevens ons afscheid van Figi’, zegt Rijsenbrij die ook het LAC in 2003 als voorzitter van de programmacommissie (samen met Jan ‘Ik ben in die tijd een Hoogervorst en Jan Bosch) inhoudelijk heeft vormgeware Dreamweaver geven op de nieuwe locatie het Nieuwegein’s Business gebruiker geworden’ Center.’ Nieuwe uitdaging Het NAF is ontstaan door de drie eerste LAC’s en heeft onder de bezielende leiding van Rob Kruijk zijn plaats binnen het architectuurgebeuren in Nederland veroverd. De LAC’s zijn voortgezet door het duo Jeroen Versteeg (als dagvoorzitter) en Jan Hoogervorst (voorzitter van de programmacommissie). De meest recente uitdaging voor Rijsenbrij heet ‘Via Nova Architectura’, een e-magazine dat ruimte biedt voor alle meningen op architectuurgebied in het Nederlandse taalgebied.
5
Rob Kruijk, voorzitter NAF (2002 – 2005):
‘We hebben in eerste instantie een ietwat hoge drempel opgeworpen’
6
‘Op een gegeven ogenblik – het was op het LAC in 2001 – viel bij mij het kwartje. Toen voelde ik dat het er in zat: de oprichting van een organisatie die ook in formele zin het LAC zou gaan organiseren. Tot dan toe was de organisatie van het congres in handen van enkele enthousiaste privé-personen’, herinnert Rob Kruijk zich. Kruijk was in 2002 één van de oprichters van het NAF en was tot 2005 de eerste voorzitter. ‘Het kwartje viel’ op een diner dat tijdens het LAC in 2001 werd georganiseerd en waarop tafelgewijs over een aantal onderwerpen werd gediscussieerd. ‘Het was voor het derde jaar dat er een congres voor it-architecten werd georganiseerd. Het was uitgegroeid tot een groots evenement en er ging behoorlijk veel geld in om. Voor velen was het duidelijk dat de organisatie ook een formele status zou moeten krijgen. Niet alleen vanwege juridische aspecten, maar ook om het congres inhoudelijk goed te kunnen blijven invullen. Er waren immers al veel partijen bij betrokken’, aldus Kruijk die door Daan Rijsenbrij – de instigator van de congressen – gevraagd werd om te onderzoeken of het mogelijk was een formele organisatie op te richten. Brainstormen ‘Ik heb toen een paar keer met Erik Proper en Allard Krings en wat anderen gebrainstormd. Onder meer over de vraag welke rechtsvorm zo’n club zou moeten krijgen. Om de gevoelens in de markt te polsen organiseerden we een bijeenkomst in Karel V in Utrecht. Daar kwamen zo’n 19 partijen die blijk gaven ‘wel iets te willen’. Dat was voor ons het sein om de stoute schoenen aan te trekken en naar de notaris te stappen om de oprichtingsacte voor een vereniging op te stellen’, zegt Kruijk die samen met Erik Proper en Allard Krings het eerste bestuur van het NAF vormde. Elsbeth Schultheiss ‘Cruciaal is dat het NAF van Capgemini voerde het secretariaat.
de leden ook nadrukkelijk de ruimte geeft om met elkaar over vakinhoudelijke onderwerpen te praten’
Hoge drempel Nadat de acte bij de notaris was gepasseerd werd een oprichtingsvergadering uitgeschreven. Van de deelnemende organisaties werd een contributie gevraagd van € 750. ‘We hebben in eerste instantie een ietwat hoge drempel opgeworpen. Voor een dergelijk bedrag heb je meestal wel toestemming van het management nodig. We wilden er zeker van zijn dat we met serieuze gegadigden het NAF konden starten. We hadden het niet heel expliciet uitgesproken in het nieuwe bestuur, maar we hadden het idee dat er van elke pijler – gebruikers, wetenschap en aanbieders – tenminste drie vertegenwoordigers op de oprichtingsvergadering moesten verschijnen om van een succes te kunnen spreken. Alle organisaties die op de bijeenkomst in Karel V waren geweest, kwamen op de oprich-
tingsvergadering. Dus …’, aldus Kruijk die van 1972 tot het voorjaar van 2007 werkzaam is geweest bij Digital Equipment, Compaq en HP. Goed werk Zo kreeg het LAC in 2002 een rechtmatige ‘eigenaar’ in de vorm van het NAF. Jeroen Versteeg werd vanuit het NAF-bestuur benoemd tot gedelegeerd organisator van het NAF en hij stuurde de programma- en organisatie commissies. In die hoedanigheid wist hij de contacten met de congresorganisator – de activiteiten waren uitbesteed aan ten Hagen & Stam (nu Sdu) – uit te bouwen en te intensiveren en was hij de motor achter de groei en de professionalisering. ‘Op een gegeven Er is een hechte en vruchtbare samenwerking ontstaan, waarvoor indertijd de basis is gelegd. ‘Maar het succes ogenblik – het was op van het NAF is niet uitsluitend te danken aan het organihet LAC in 2001 – viel seren van het LAC. Cruciaal is dat het NAF de leden ook bij mij het kwartje’ nadrukkelijk de ruimte geeft om met elkaar over vak inhoudelijke onderwerpen te praten. Van het begin af aan hebben we als bestuur de oprichting van werkgroepen gestimuleerd. De programmas van de werkgroepen dragen zeker bij aan een verdieping van het vak. Er wordt veel en goed werk verzet’, aldus Kruijk die zich sinds 1995 heeft toegelegd op it-architectuur. Verwarrend Sinds april 2007 is Rob Kruijk met pensioen. Dat betekent echter niet dat hij de it-architectenwereld de rug heeft toegekeerd. Voor zijn vroegere werkgever HP adviseert hij de Noord-Ierse overheid over architectuurimplementaties. Daarnaast maakt hij deel uit van een denktank van it-architecten die nadenkt over de toekomst van de ict in het algemeen en het architectuurdenken in het bijzonder. ‘Ik denk dat hier ook een belangrijke taak voor het NAF ligt. Met name op het gebied van opleidingen – met daaraan gekoppeld de certificering – en de ontwikkeling van algemene kaders. Iedereen gebruikt zo zijn eigen terminologie. Dat is verwarrend waardoor ook geen goede opleidingstermen kunnen worden opgesteld. Maar in al die jaren heb ik wel geleerd dat het – gelet op de belangen die er spelen en gelet op het feit dat ict als vakgebied nog zo jong is – moeilijk is om partijen op één lijn te krijgen.’
7
8
Wilmar Hassoldt, ING:
Marc Lankhorst, Telematica Instituut:
‘NAF is een toetssteen voor ideeën’
‘Voeling houden met de praktijk’
‘Wij nemen deel aan de werkgroep omdat wij het onderwerp IT Governance belangrijk vinden’, zo zegt Wilmar Hassoldt, associate van de afdeling ING Corporate Operations en Information Services. ‘In de werkgroep zien we een platform waarin we ideeën over IT Governance kunnen toetsen en kennis kunnen nemen van inzichten en ‘best practices’ van andere organisaties. Er worden nieuwe ontwikkelingen gepresenteerd en besproken. Daarnaast hebben wij ook zelf inbreng met onze ervaringen op dit gebied.’
‘Sinds 2005 ben ik bestuurslid. Officieel zitten ledenwerving en pr in mijn portefeuille. Leuk om te doen en de moeite waard om er tijd in te steken. Vooral omdat ik helemaal achter de inhoudelijke doelstelling sta van het NAF, namelijk het propageren van het werken onder architectuur.’
Aan de hand van presentaties over praktijkvoorbeelden of onderzoeken die gerelateerd zijn aan IT Governance vinden opbouwende discussies plaats. Deze gaan bijvoorbeeld over de wijze waarop andere organisaties IT Governance hebben ingericht en welke processen men hierbij belangrijk vindt. Het is volgens Hassoldt leerzaam te horen hoe soortgelijke organisaties als ING, IT Governance benaderen en op welke wijze zij de IT Governance gerelateerd hebben aan de Enterprise Governance.
Marc Lankhorst vertegenwoordigt in het bestuur één van de drie pijlers waarop het forum steunt: de wetenschappelijke instituten. Hij werkt inmiddels al meer dan tien jaar bij het Telematica Instituut dat in Enschede is gevestigd. Het instituut is één van de leden van het eerste uur. Dat is niet zo vreemd, want IT-architectuur is altijd een belangrijk veld van onderzoek geweest. ArchiMate heeft hier bijvoorbeeld zijn wortels. Lankhorst is verantwoordelijk geweest voor het project dat gestart is als een samenwerkingsverband tussen diverse partners uit de overheid, het bedrijfsleven en de academische wereld, waarin technieken voor het modelleren, visualiseren en analyseren van enterprise-architecturen zijn ontwikkeld. Tegenwoordig is Lankhorst als senior wetenschappelijk onderzoeker hoofd van de expertise groep Service Architectures. Bovendien is hij projectmanager van B-dossier, een project dat zich richt op geïntegreerde, vraaggestuurde elektronische dienstverlening door overheid en bedrijfsleven.
Toetssteen Het is niet zo dat ING op basis van de informatie uit de werkgroep de IT Governance processen anders inricht. ‘We spreken in de werkgroep natuurlijk wel over trends zoals wij en anderen die waarnemen en toetsen onze eigen situatie hieraan. Een belangrijke trend is onder andere dat er meer oog komt voor portfoliomanagement bij IT-gerelateerde projecten. Door portfoliomanagement goed in te richten krijgt informatie over projecten een meer centrale en zichtbare plaats in de organisatie en kunnen er betere besluiten worden genomen. De manier waarop je portfoliomanagement inricht heeft uiteraard gevolgen voor het IT Governance proces.’
Feedback ‘Voor het Telematica Instituut heeft het NAF een aanzienlijke toegevoegde waarde. Aan de ene kant kunnen we via dit gremium onze ideeën en onze onderzoeksresultaten breder verspreiden. Maar aan de andere kant geeft het lidmaatschap van het NAF ons ook de nodige feedback. Door deel te nemen in de verschillende werkgroepen houden we als wetenschappelijk instituut goede voeling met alles wat er in de praktijk leeft en waarmee praktijk mensen worstelen. Daardoor zijn wij ook weer in staat om de juiste onderzoeksvragen te formuleren’, aldus Lankhorst.
Verbeteren performance Gevraagd naar welke trends Hassoldt nog meer ziet, zegt hij: ‘Binnen mijn werkdomein ligt de focus op het verbeteren van de IT-performance. Dit heeft uiteraard de nodige raakvlakken met IT Governance. Jaarlijks voeren wij met behulp van het IT Dashboard metingen uit die wij ook benchmarken. Aan de hand van deze uitkomsten toetsen wij op welke punten wij kunnen verbeteren. Ook kijken we waar de oorzaken kunnen liggen van verschillen in performance tussen verschillende financiële dienstverleners. Banken/verzekeraars, die beschikken over een recentere en meer geïntegreerde IT-omgeving, zoals bijvoorbeeld Spaanse banken, vertonen vaak een gunstige overall kosten/opbrengstenratio. Daarnaast maken wij periodiek een inventarisatie van de IT-gerelateerde projectportfolio op groepsniveau en monitoren we de te verwachte toegevoegde waarde van de projectportfolio. Ook de ontwikkelingen op het gebied van outsourcing en off-shoring worden door ons gevolgd.’
Ideale wereld IT-architecten zijn in de ogen van Lankhorst mensen die een ideale wereld willen creëren. En zolang die wereld nog niet is gerealiseerd, hebben IT-architecten – en daarmee het NAF – nog bestaansrecht. ‘Maar we zullen wel meer dan nu het geval is onze meerwaarde voor de bedrijfsvoering moeten aantonen’, waarschuwt hij. ‘We hebben als beroepsgroep een beetje de neiging om in heel abstracte termen elkaars methoden en technieken te bespreken. ‘NAF helpt mee de juiste En dat verkoopt niet lekker naar de buitenwereld. Maar onderzoeksvragen te aan de andere kant zie ik toch heel langzaam maar zeker formuleren’ binnen de overheid een beweging op gang komen waarbij IT-architecten in een vroegtijdig stadium bij het ontwerpen van allerlei regelgeving worden betrokken. Men heeft duidelijk lering getrokken uit het verleden waarin we met onuitvoerbare overheidsregels werden geconfronteerd.’
‘In de werkgroep zien we een platform waarin we ideeën over IT Governance kunnen toetsen’
9
Jan Dietz, TU Delft:
Recht doen aan doel van de vereniging
10
Hoe jong het ook in de ogen van sommige ouderen mogen lijken, vijf jaar is toch een leeftijd om even bij stil te staan en om terug en vooruit te blikken. Bovendien is het NAF niet vijf jaar geleden van de ene op de andere dag ontstaan. De juridische daad van het oprichten van de vereniging was een bevalling waar een lange zwangerschap aan vooraf is gegaan. Hoe lang? Dat is moeilijk te zeggen. Waarschijnlijk moet het moment van de conceptie gezocht worden in een van de eerste keren dat het LAC heeft plaatsgevonden. Zonder het LAC zou er nu geen NAF zijn, zoveel is zeker. Richting geven Sinds 2006 ben ik secretaris/penningmeester van het NAF en voel ik me, meer dan in mijn rol als vertegenwoordiger van de TU Delft in het NAF, verantwoordeEr is nog steeds lijk voor het richting geven aan de activiteiten die er onduidelijkheid en uiteindelijk voor moeten zorgen dat aan het doel van verwarring over wat men de vereniging recht wordt gedaan. Dat doel is (ik herdient te verstaan onder haal het maar even voor het gemak van de lezer): ‘werken onder architectuur’ ‘Het bevorderen van het werken onder architectuur, ten behoeve van een effectieve en efficiënte informatievoorziening geïntegreerd in een organisatie of product, waardoor de kwaliteit van de informatievoorziening en de professionaliteit, effectiviteit en efficiency van alle bij de informatievoorziening betrokkenen verhoogd worden, en voorts al hetgeen met één of ander rechtstreeks of zijdelings verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn, alles in de ruimste zin des woords.’ Het object van architectuur De nevenschikkende deelzin die met ‘en voorts’ begint, inclusief de bijzin die met ‘alles’ begint, is vast en zeker bedacht door de notaris die de uiteindelijke tekst van de statuten heeft opgesteld. Ik laat die daarom voor wat het is. Waar het NAF voor staat is dus het bevorderen van het werken onder architectuur, ten behoeve van een effectieve en efficiënte informatievoorziening geïntegreerd in een organisatie of product. Terugblikkend op de afgelopen vijf jaar zou ik daar twee opmerkingen bij willen plaatsen. De ene is dat er nog steeds onduidelijkheid en verwarring is over wat men dient te verstaan onder ‘werken onder architectuur’. De andere opmerking is dat het inmiddels niet alleen meer gaat over het verbeteren van de informatievoorziening in een organisatie of een product. (NB. het begrip ‘informatievoorziening in een product’ begrijp ik niet, dus daar ga ik niet verder op in; waarschijnlijk heeft men het vakgbied Embedded Systems niet bij voorbaat willen uitsluiten). Het werken onder architectuur wordt ook ingezet om bedrijfsprocessen en organisatiestructuren te verbeteren, enz. Men kan gerust stellen dat thans geen enkel aspect van het ontwerpen van
‘dingen’ wordt uitgesloten. Dat vind ik een goede ontwikkeling, want architectuur heeft te maken met de activiteit (of het proces, zo men wil) ontwerpen. En die is in hoge mate onafhankelijk van de aard van het ‘ding’. Fnuikend En wat is nu ‘werken onder architectuur’? Merkwaardigerwijs bestond daarover ten tijde van de oprichting van het NAF wereldwijd grote verwarring (je vraagt je af hoe men destijds toch een vereniging van gelijkgestemden voor ogen heeft kunnen hebben!). De definities van architectuur die men bij gerenommeerde instituties, zoals het IEEE, vindt, dragen die verwarring nog steeds in zich. Er is enerzijds sprake van een globaal ontwerp van het beoogde ‘ding’ en anderzijds van de richtlijnen of principes die bij het ontwerpen zijn of worden gehanteerd. Van zo’n tweeslachtige definitie kan men altijd twee dingen zeggen. Het ene is dat zij onmiskenbaar de uitkomst is van het werk van een commissie (waarin compromissen moesten worden gesloten); het andere is dat zij fnuikend is voor de ontwikkeling van een vakgebied en een professie. Ontwerpvrijheid Ik wil daarom met kracht pleiten voor de in mijn ogen enige, theoretisch en praktisch, zinvolle definitie van architectuur. Werken onder architectuur is het gebruiken van de aanwezige ontwerpvrijheid om globale doelstellingen na te streven naast de strikte realisering van de voor het ‘ding’ bepaalde functionele (en niet-functionele) eigenschappen. Die globale, d.w.z. voor een klasse van ‘dingen’ gelArchitectuur is niet wat dende, doelstellingen zijn, als het om organisaties gaat, je ziet, maar wat heeft idealiter consistent met de missie van de organisatie. In gemaakt wat je ziet operationele zin bestaat architectuur uit een coherente en consistente set van ontwerpprincipes, geldend dus voor een klasse van ‘dingen’. Dit prescriptief begrip van architectuur is overigens in andere ontwerpdisciplines (bouwkunde, industrieel ontwerpen enz.) ook het gangbare begrip. Dat we een romaanse kerk als zodanig herkennen komt omdat we het toegepast zijn van een of meer principes herkennen. Architectuur is dus niet wat je ziet, maar wat heeft gemaakt wat je ziet.
11
Erik Proper, Radboud Universiteit Nijmegen:
‘De praktijk is ons laboratorium’
12
Mijn persoonlijke drijfveren om mee te werken aan de oprichting van het NAF, en om zitting te nemen in het initiële bestuur zijn gelegen in het feit dat ik als academicus van mening ben dat de ontwikkeling van ons vakgebied in samenwerking dient te geschieden tussen de praktijk en wetenschap. De praktijk brengt de broodnodige empirie. Ik zeg wel eens ‘de praktijk is ons laboratorium’. Aan de andere kant kan de wetenschap middels theoretische verdieping de weg duiden naar meer volwassenheid van ons vakgebied. Om een dergelijke samenwerking mogelijk te maken is een breed netwerk van wetenschappers en professionals nodig.
De wetenschap kan middels theoretische verdieping de weg duiden naar meer volwassenheid van ons vakgebied
Na afloop van het LAC in 2001 was er bij de organisatoren van het congres een sterke behoefte om meer samen te gaan werken bij het ontwikkelen van ons vakgebied. Hoewel het zeker niet helder was wat nu precies de grenzen van dit vakgebied waren, gaf het groeiende aantal deelnemers van het LAC duidelijk aan dat er vanuit de markt een sterke behoefte was om dit vakgebied verder te ontwikkelen.
Samenwerking Hierbij kwam ook duidelijk naar voren dat deze ontwikkeling diende te gebeuren in een samenwerking tussen leveranciers van diensten en technologie, toepassende organisaties, opleiders en onderzoeksinstellingen. Zij aan zij: • Dienstverleners brengen primair hun kennis en ervaring opgedaan in de praktijk mee. Daarnaast beseffen zij meer dan andere partijen hoe belangrijk professionalisering van ons vakgebied en de architecten is. • Technologieleveranciers brengen hun product- en toolkennis in, en hebben er belang bij hoe men in de praktijk omgaat met hun producten en tools in een architectuurcontext. • De toepassende organisaties, de ‘gebruikers’, confronteren ons met de echte behoeften aan architectuur. Architectuur is een middel. Waar is dat middel voor nodig? Wat zijn de eisen/wensen aan dat middel? Vragen waarop we in de toepassende organisaties het antwoord moeten vinden. Vervolgens zijn zij de eindgebruikers van het middel, en kunnen zij hun organisaties effectiever sturen en transformeren. • De opleiders zijn er uiteraard in geïnteresseerd welke opleiding een architect nodig heeft. Welke theoretische en praktische bagage is er nodig? Welke attitude dient men aan te leren? • Voor de onderzoeksinstellingen zijn met name de openliggende onderzoeksvragen binnen ons vakgebied van interesse, evenals het vinden van kansen om te komen tot gesubsidieerde projecten om gezamenlijk onderzoek te doen naar deze vraagstellingen. Het idee was bij de oprichting van het NAF daarom te komen tot een structuur waarin we gemeenschappelijk konden samenwerken aan een beter inzicht in ons vakgebied (de werkgroepen), het organiseren van het Landelijke Architectuur Congres, het stimuleren van
activiteiten ter ontwikkeling van ons vakgebied, en het lobbyen bij subsidiegevers om onderzoeksactiviteiten te ondersteunen. Dit heeft in 2002 geleid tot het oprichten van het NAF.
De werkgroepen hebben tot interessante en relevante resultaten geleid
Betrokkenheid Wegens drukke bestuurlijke werkzaamheden bij het opzetten van de opleiding Informatiekunde in Nijmegen heb ik me in 2003 moeten terugtrekken uit het NAF-bestuur. Sindsdien zijn we desondanks vanuit Nijmegen (in meerdere of mindere mate) betrokken gebleven bij verschillende werkgroepen: • Competentie & certificatie • Business rules • Extendable architecture framework • Architecture principles Deze werkgroepen hebben tot interessante en relevante resultaten geleid. Wellicht niet altijd in termen van tastbare resultaten zoals boeken en publicaties, maar wel tot interessante inzichten die de verschillende groepen in hun eigen werk hebben kunnen incorporeren. Een belangrijke spin-off van onze NAF betrokkenheid, waarin diverse uitkomsten van bovenstaande werkgroepen hun plek reeds gevonden hebben, is de (avond) masteropleiding: Architectuur in de Digitale Wereld die wij in het licht van een voortdurende interactie tussen theorie en praktijk samen met Capgemini verzorgen. Werk nog niet af Terugkijkend op de afgelopen vijf jaar denk ik dat er een boel is bereikt. Vooral het verkrijgen van wederzijds inzicht in het wezen van ons vakgebied is de moeite waard. Tegelijk denk ik niet dat het werk af is. Integendeel, ik zou willen oproepen om over te gaan naar een volgende fase waarin er vanuit het NAF daadwerkelijk projecten worden geïnitieerd zoals het ArchiMate-project, leidende tot tastbare resultaten die het kenmerk vormen van een volwassen vakgebied: gereedschappen, modelleertalen, methoden, praktische handleidingen, theoretische verdieping. Wat ik zelf als een belangrijk eerste thema zie op dit vlak is het nader uitwerken van de richtinggevende rol van architectuur middels architectuurprincipes, als follow-up op het werk binnen de Extendable Architecture Framework en Business Rules werkgroepen.
13
Roel Wieringa, Universiteit Twente:
Competentieplatform zoals NAF waardevol voor academische wereld
14
De kracht van een organisatie zoals het NAF ligt in één ding: netwerken. Het NAF is een vereniging van bedrijven, maar die bedrijven bestaan uit mensen, waaronder informatievoorzienings-architecten. Het NAF stelt informatievoorzienings-architecten in staat om andere architecten te leren kennen, en om kennis en ervaring uit te wisselen. Dit verhoogt de professionaliteit van de beroepsgroep. Voor de academische wereld betekent dit het volgende. Onderzoek is mensenwerk en voordat je samen met een aantal mensen een onderzoeksproject kunt uitvoeren, moet je elkaar goed kennen. Het opbouwen van een relatienetwerk duurt jaren, en is in het begin gericht op de mens zonder dat je een concreet doel voor ogen hebt. Pas als er een relatie van wederzijds vertrouwen is, kunnen onderzoekers onrijpe ideeën lanceren en elkaars ideeën onbevangen bekritiseren. Hetzelfde geldt voor onderzoek dat in samenwerking met bedrijven uitgevoerd wordt: uiteindelijk werken we niet met bedrijven, maar met mensen die bij bedrijven werken, en voordat er openhartig informatie uitgewisseld kan worden, moet er een vertrouwensband bestaan. Uitstekend mechanisme Er zijn verschillende samenwerkingsvormen voor onderzoekers en bedrijfsleven. De NAFwerkgroepen bieden een uitstekend mechanisme voor onderzoekers om op de hoogte te blijven van relevante onderwerpen die op dit moment een rol spelen in het bedrijfsleven. Door aan die werkgroepen deel te nemen komt een onderzoeker in contact met de problemen en oplossingen die op dit moment bestaan, en door zijn of haar onderzoeksresultaten in een werkgroep te presenteren ontstaat er een klankbord om de praktische toepasbaarheid van onderzoeksresultaten te toetsen. Deze situatie kan geformaliseerd worden door bij het starten van een onderzoeksproject tevens een NAF-werkgroep te Universiteiten doen niet starten en die formeel als klankbordgroep voor het alleen onderzoek, ze geven onderzoeksproject te benoemen.
ook onderwijs en hier speelt het NAF een bijzondere rol
Casestudies Een andere vorm van onderzoekssamenwerking is om bij bedrijven casestudies of actie-onderzoek te doen. In een casestudy volgt een onderzoeker een project waarbij hij of zij een vooraf overeengekomen aantal aspecten bestudeert, zoals bijvoorbeeld communicatiepatronen tussen projectmedewerkers of governancestructuren in een bedrijf. Na de casestudy rapporteert de onderzoeker hierover vertrouwelijk aan het bedrijf, en schrijft na anonimisering een openbaar wetenschappelijk rapport. Dit is waardevol voor het bedrijf omdat het een reflectie is op de eigen praktijk, en voor de onderzoeker omdat het tot nieuwe kennis leidt. Een stap verder gaat zogeheten actie-onderzoek, waarin
de onderzoeker niet alleen een project bestudeert, maar actief meewerkt om het project resultaat te bereiken en daarna op het project reflecteert. Competenties Universiteiten doen niet alleen onderzoek, ze geven ook onderwijs en hier speelt het NAF een bijzondere rol. Doel van het NAF is de verbetering van de professionaliteit van informatievoorzienings-architecten te faciliteren, en in dit kader heb ik in de afgelopen jaren onder auspiciën van het NAF onderzoek gedaan naar de competenties van informatie-architecten. Doel Samenwerking met was het inventariseren van kennis over gewenste comhet NAF is bijzonder petenties onder de NAF-leden, zowel als het bediscuswaardevol en verdient siëren van meningen over wat die competenties zouden navolging in andere moeten zijn. Doel was overigens niet een standaard neer te zetten, maar onze professionele kennis en mening vakgebieden over architectcompetenties te verbeteren. Het NAF heeft dit onderzoek niet alleen gefaciliteerd middels de professionaliseringswerkgroep, maar ook door toe te staan alle deelnemers van het LAC 2004 te enquêteren naar hun visie op architectcompetenties. Dit heeft geleid tot enkele publicaties, waaronder een NAF-rapport dat op de NAF-website beschikbaar is. Navolging De rol die het NAF hier speelt is het verschaffen van informatie aan instellingen van hoger onderwijs over het gewenste competentieprofiel van informatie-architecten zodat die daar in hun onderwijsprogramma rekening mee kunnen houden. De samenwerking met het NAF op dit gebied is bijzonder waardevol en verdient navolging in andere vakgebieden.
15
16
Jan Hoogervorst, voorzitter programmacommissie LAC:
Jeroen Versteeg, voorzitter organisatiecommissie LAC (2002 –2006):
‘We hebben gevoel voor wat er aan thematiek speelt’
‘Basis van succes LAC ligt in draagvlak bij een grote kerngroep’
‘Aangezien het falen van IT-projecten voor het merendeel te maken heeft met de business context en niets van doen heeft met IT zelf, denk ik dat het programma van het LAC wel wat verbreed zou kunnen worden. Dat is wat ik mezelf de komende jaren ten doel stel’, aldus dr. ir. Jan Hoogervorst. Hij is sinds 2003 voorzitter van de LAC-programmacommissie. De taak van de programmacommissie is ‘ervoor te zorgen dat er een LAC komt’. Dat houdt concreet in: als aanjager iedereen enthousiasmeren opdat de dag met zulke goede sprekers en workshops wordt ingevuld dat er voldoende publiek komt. Vooralsnog gaat dat de programmacommissie prima af. Elk jaar komen er meer it-professionals op het evenement af. De taak van de programmacommissie wordt overigens in belangrijke mate verlicht door de suggestie die uit de it-gemeenschap zelf komen. ‘Er zijn ook altijd meer aanvragen om tracks en workshops te houden dan er plek en tijd is. Dat vind ik eigenlijk nog het vervelendste: mensen moeten teleurstellen omdat er geen plek is’, aldus Hoogervorst die de LACorganisatie omschrijft als ‘een grote club enthousiaste professionals die er elk jaar weer voor zorgen dat er iets staat waar hun collega’s elkaar in een gemoedelijke sfeer kunnen ontmoeten en zich kunnen informeren over de stand van zaken op het gebied van IT’. Een verklaring voor het succes? Hoogervorst: ‘We hebben denk ik wel gevoel voor wat er aan thematiek speelt. Daarom is er een breed en gevarieerd aanbod aan plenaire sessies, tracks en workshops. In februari beginnen we al met de organisatie van het LAC dat altijd in het najaar plaatsvindt. We schrijven heel veel mensen aan met het verzoek om hun ideeën op te sturen. Ik groepeer en rubriceer vervolgens alle voorstellen. Mijn taak als voorzitter is dan om met een voorstel te komen ter bespreking in de programmacommissie. Wanneer de onderwerpen voor de lezingen en de workshops zijn vastgesteld kan men verder aan de slag om er sprekers bij te zoeken.’
‘Dat vind ik eigenlijk nog het vervelendste: mensen moeten teleurstellen omdat er geen plek is’
Reünie Het LAC heeft veel kenmerken van een reünie. Dat heeft zo zijn voor- en nadelen. Eén van die nadelen is dat er nog te weinig mensen uit de business zich aangesproken voelen om het evenement te bezoeken. Daar zit wel een uitdaging volgens Hoogervorst. ‘We kunnen onszelf veel verwijten. Bijvoorbeeld dat we ons verhaal te abstract en met de verkeerde woorden vertellen. Maar ik vind dat de business ook wel wat te verwijten valt. Die heeft te weinig aandacht en begrip voor it en wil daarom de dialoog niet aan. Als professionals zullen we er alles aan moeten doen om de business meer geïnteresseerd te krijgen. Want it-projecten mislukken niet vanwege de technologie, maar vanwege de gebrekkige manier waarop de business ermee omgaat, waardoor IT niet op samenhangende wijze in de bedrijfscontext wordt geïntegreerd.’
Van 2002 tot 2006 heeft Jeroen Versteeg namens het NAF-bestuur als voorzitter van de de organisatiecommissie het LAC meehelpen vormgeven. ‘Ik ben er best trots op dat het LAC in die tijd is uitgegroeid tot een van de grootste it-congressen in Nederland en tot een evenement van naam op architectuurgebied.’ In 2002 volgde Versteeg als directeur van de divisie Architectuur & Business Solutions bij Sogeti alle ontwikkelingen op architectuurgebied op de voet. Toen er sprake van was dat het NAF zou worden opgericht, meldde hij zich dan ook vrijwillig aan om een bestuursfunctie te vervullen. Op de oprichtingsvergadering in 2002 in Hotel Karel V in Utrecht stelde hij zich dan ook tegenkandidaat voor de voorzittersfunctie. Daarvoor was ook Rob Kruijk genomineerd. De vergadering besliste dat ze het samen moesten doen. Het resultaat was dat Rob Kruijk de voorzittershamer kreeg en Jeroen Versteeg het vice-voorzitterschap en de organisatie van het LAC.
‘Scheiding tussen commercie en inhoudelijke invulling is een goede zaak’
Scheiding inhoud en organisatie ‘Het is een goede zaak dat er altijd een strikte scheiding is geweest tussen de organisatorische en commerciële en de inhoudelijke kant van het LAC. Als voorzitter van de organisatie commissie had ik geen bemoeienis met de invulling van het programma dat de verantwoordelijkheid was van de programmacommissie. Natuurlijk hebben we wel altijd nauw overleg gehad over de opzet en de structuur van het congres, maar commerciële en organisatorische argumenten hebben nooit gespeeld bij het samenstellen van het programma’, aldus Versteeg die uit hoofde van zijn functie nauw heeft samengewerkt met de congresorganisator ten Hagen & Stam (later overgenomen door Sdu). Kerngroep Een verdere professionalisering van het LAC kan zeker op het conto van Versteeg worden geschreven. ‘Maar de basis voor het succes ligt toch wel daarin dat het hele congres van meet af aan werd gedragen door een grote kerngroep van architecten. Het is ons gelukt om enerzijds er een professioneel congres van te maken en anderzijds die basisgroep te behouden. Die kerngroep, bestaande uit architecten uit de wereld van de wetenschap, leveranciers en gebruikers, weet zichzelf heel scherp te houden. Daardoor is het LAC geworden tot wat het nu is: een congres dat bezocht wordt door zevenhonderd mensen en daarmee tot één van de grootste it-evenementen in Nederland is uitgegroeid’, aldus Versteeg die vanwege zijn werk als CEO van Sogeti Nederland de activiteiten van het LAC en NAF sinds een jaar vanaf de zijlijn volgt.
17
18
Marc Ramselaar, lid programmacommissie LAC:
Hageman en Ten Harmsen van der Beek:
‘Actualiteit van onderwerpen voorwaarde voor deelname aan LAC’
‘Werkgroepen geven goed beeld van wat er in de wereld van architecten leeft’
Binnen het huidge NAF-bestuur is Marc Ramselaar verantwoordelijk voor de organisatie van het Landelijk Architectuur Congres. ‘Het is het belangrijkste evenement op architectuurgebied en het is een eer en genoegen om aan de organisatie een bijdrage te leveren’, aldus Ramselaar die vorig jaar in deze functie Jeroen Versteeg is opgevolgd. Bij zijn aantreden vond Ramselaar naar eigen zeggen een goed geoliede organisatiecommissie waarin eendrachtig wordt samengewerkt. In de loop der jaren is er immers de nodige ervaring opgedaan. In 2000 is de organisatie in handen gekomen van ten Hagen & Stam (nu Sdu). Daardoor vond er een professionaliseringsslag plaats. Maar werd ook de hele opzet van het congres commerciëler. Het grootste deel van de werkzaamheden in organisatorische zin komen nog steeds op het conto van Sdu. Discrepantie Ramselaar, tegenwoordig directeur Architectuur & Business Solutions bij Sogeti, fungeert als liaison tussen de LAC-organisatie en het NAF. Het is een aardig spanningsveld waarin hij opereert. ‘De discrepantie is dat het LAC gebaat is bij een zo groot mogelijk aantal tevreden bezoekers. En die tevredenheid wordt weer bepaald door de actualiteit en populariteit van het ‘Het is eerder zaak is om een programma. Het NAF heeft de rol van een netselectie uit de aangeboden werkorganisatie die middels de werkgroepen sterk onderwerpen te maken dan vakinhoudelijk actief is. Natuurlijk wordt ernaar om bijdragen uit de markt te gestreefd alle inbreng van werkgroepen op het LAC te honoreren. Het kan echter voorkomen dat werktrekken’ groepen een bijdrage willen leveren aan het LAC over een onderwerp dat al eerder is behandeld. Tsja, en hoewel er op hoofdlijnen parallelle belangen zijn, kan dat wel eens een probleem geven.’ Dat is dan ook de reden dat Ramselaar uit hoofde van zijn bestuursfunctie geïnteresseerd is in de vraag of de werkgroepen zich met actuele onderwerpen bezig houden. Dat is immers een belangrijke voorwaarde om als NAF goed op het LAC vertegenwoordigd te zijn. Informatieleverancier ‘Het is natuurlijk zo dat de programmacommissie – tegenwoordig onder voorzitterschap van Jan Hoogervorst – de inhoud van het congres bepaalt. Daar heeft het bestuur van het NAF via de ‘liaison’ invloed op. Ik constateer overigens dat de programmacommissie veel tijd besteedt aan het samenstellen van een evenwichtig programma. Waarbij het eerder zaak is om een selectie uit de aangeboden onderwerpen te maken dan om bijdragen uit de markt te trekken. Er is veel belangstelling om zich op het LAC te presenteren. In 2007 zullen alle werkgroepen op het LAC aanwezig zijn met een track of een workshop.’
Binnen het bestuur zijn Denis Hageman (ABN Amro, namens de afnemers) en Wijke ten Harmsen van der Beek (Capgemini, namens de leveranciers) verantwoordelijk voor het reilen en zeilen van de werkgroepen. Beiden doen dit nog maar kort. Sinds de bestuurswisseling in december 2006.
‘Onze belangrijkste taak is het faciliteren van de werkgroepen. Niet alleen organisatorisch en procesmatig, maar wanneer daar prijs op wordt gesteld ook vakinhoudelijk’
‘Onze belangrijkste taak is het faciliteren van de werkgroepen. Niet alleen organisatorisch en procesmatig, maar wanneer daar prijs op wordt gesteld ook vakinhoudelijk. Ook wordt wel financiële ondersteuning gegeven. Bijvoorbeeld voor vergaderlocaties of om boekuitgaven mogelijk te maken. Wanneer mensen een onderwerp hebben dat wellicht in een nieuwe werkgroep besproken kan worden, dan helpen wij mee om te onderzoeken of er bij andere leden belangstelling voor is’, aldus Hageman, die in het dagelijks leven hoofd Strategie & Architectuur is bij ABN Amro. Hij richt zich in die functie in het bijzonder op de ondersteunende afdelingen op het hoofdkantoor. Nieuwe onderwerpen ‘Ik denk dat de werkgroepen vanaf het begin een goed beeld hebben gegeven van wat er aan discussies speelden in de wereld van de architecten. De groepen die nu actief zijn tonen dat naar mijn gevoel duidelijk aan’, aldus Hageman. Zijn medecommissielid Wijke ten Harmsen van der Beek vult aan: ‘De werkgroepen zijn een mooie spiegel van wat er aan onderwerpen speelt. Tot nu toe zie je dat onderwerpen als theorievorming en praktijk aan de orde zijn gekomen. Maar waar nu ook duidelijk aan wordt gedacht zijn domeinarchitecturen. Er wordt gedacht aan de oprichting van een werkgroep die zich richt op het architectuurdenken in de gezondheidszorg. Ook wordt het zo langzamerhand tijd voor een werkgroep die zich richt op heel specifieke platforms, zoals SAP, Oracle, maar ook Open Source’, meent Ten Harmsen van der Beek. Sinds twaalf jaar werkt ze als enterprise architect bij klanten van Capgemini, en vervult nu de rol van service domain leader architectuur. Aangenaam verrast Beiden bestuursleden zeggen aangenaam verrast te zijn geweest toen zij na hun aantreden ontdekten hoe actief de werkgroepen zijn en op welke manier er een kruisbestuiving plaatsvindt tussen de vertegenwoordigers van de drie pijlers waarop het NAF rust. Hageman, die sinds kort terug is uit Brazilië waar hij een aantal jaren voor ABN Amro heeft gewerkt, zegt vooral de best practises en de contacten met de universitaire wereld te waarderen, terwijl Ten Harmsen van der Beek vooral de kennisuitwisseling tussen de vakgenoten vanuit diverse organisaties als pluspunt noemt.
19
De werkgroepen binnen het NAF
20
Al sinds de oprichting van het NAF zijn werkgroepen actief. Zij worden gestart op initiatief van de leden en gefaciliteerd door het bestuur. De huidige programma’s richten zich met name op de toepassing van architectuur. Maar in het verleden hebben werkgroepen zich ook gericht op de professionalisering van het vakgebied. Denk hierbij aan certificering, curricula en gebruik van de titel architect. De komende periode zal er een aantal nieuwe programma’s worden opgestart vanuit de programmacommissie. Gedacht wordt aan het programma ‘Compliancy & Architectuur’ en ‘Architectuur & IT Outsourcing’ Verder heeft het NAF de intentie om programma’s te mobilseren rond de trends ‘architectuur ter ondersteuning van ‘boundaryless organizations’ en ‘architectuur & legacy systemen’. De werkgroepen komen in het algemeen een paar keer per jaar bijeen om ideeën en ervaringen uit te wisselen, maar werken ook concrete plannen, methoden en ideeën uit om de toepassing van architectuur in het algemeen te verbeteren. Verder wordt er natuurlijk veel virtueel samengewerkt. De programma’s leveren naast veel leerzame kennissessies ook concrete producten op. Hierbij moet men denken aan publicaties, presentaties op congressen en workshops. Het Landelijk Architectuur Congres (LAC) is het podium voor de jaarlijkse presentatie van de resultaten. Leden van de programmawerkgroepen komen uit organisaties die architectuur toepassen, organisaties die architectuur dienstverlening leveren en wetenschappelijke instellingen die onderzoek doen naar de grondslagen en toepassingen van architectuur. Zo ontstaat er een levendige kruisbestuiving tussen theorie en praktijk, doeners en denkers, idealen en ervaring. De programma’s worden getrokken door zeer ervaren, gerenommeerde architecten uit het bedrijfsleven, maar ook door hoogleraren, uit zowel de informatiekundige als de bedrijfskundige disciplines. Huidige programma’s De huidige programma’s zijn één of meer jaren al gaande. Het betreft de volgende programma’s: NAF programma “Guidelines for Architecture Alignment (GRAAL)” Doel Het vinden van operationele richtlijnen voor de afstemming van ICT-architectuur op bedrijfsarchitectuur Belang Het vinden van een gewenste afstemming is een constante bron van zorg, versterkt door bedrijfsfusies, de grote regelmaat waarmee nieuwe versies van bestaande software uitkomen, en de trend nieuwe software te installeren zonder oude software af te schrijven. Architectuurafstemmiung is dus ook een probleem van afstemming tussen de structuur van gebruiksorganisaties en van ontwikkel- en beheerorganisaties.
NAF programma “De Menselijke Maat in de IT” Doel Ons mission statement luidt: ‘Wij vinden het belangrijk dat ICT-systemen op mensen en organisaties afgestemd worden in plaats van anders om. Wij zetten ons in voor de ontwikkeling van criteria en ontwerprichtlijnen die architecten in staat stellen om daaraan vorm te geven.’ Voor de invulling van dit mission statement hanteert de werkgroep de volgende doelen: • In kaart brengen van de problemen die mensen in de omgang met ICT ondervinden. • Het uitwerken van architectuurconcepten, -methoden en -technieken die de verschillende soorten van IT-architecten helpen om architecturen te ontwerpen die beter op de menselijke maat geschoeid zijn en niet alleen ervan uitgaan wat technisch maakbaar is. De focus van de activiteiten van de programma ligt op exploratie en onderzoek. Belang Hoewel de toepassing van IT nog steeds sterk technologiegedreven is wordt het steeds duidelijker dat de echte problemen op heel andere gebieden liggen. Een van deze problemen is dat IT de menselijke activiteiten moet ondersteunen en inspireren en niet beperken. ICT begint volwassen te worden en gebruikers pikken het niet meer dat zij zich aan de ICT moeten aanpassen. De menselijke maat is niet slechts ergonomisch franje, maar een essentieel aspect van iedere architectuur. Het gaat ons om een beter evenwicht tussen mens en IT, om een symbiose die de levenskwaliteit en creativiteit verhoogt in plaats van ze te bedreigen. NAF programma “Extensible Architecture Framework (xAF)” Doel Het ontwikkelen van een zodanig generiek architectuurraamwerk voor Business en ICT dat het uiteindelijk tot NAF-standaard kan worden verheven. Belang Er is momenteel een veelheid aan definities van architectuur en een veelheid aan architectuurraamwerken. Dat is ongewenst, zowel voor de praktijk als het onderwijs als het onderzoek in Business en ICT, omdat het tot verwarring en inefficiency leidt. NAF programma “Performancevoorspelling op basis van architectuur” Doel Het ontwikkelen van een wetenschappelijk onderbouwde aanpak die over de performance van een systeem van tevoren een zinvolle uitspraak kan doen. Producten van de werkgroep zijn onder meer een inventarisatie van performance-voorspellingsmethoden en -technieken en een ‘kookboek’ dat beschrijft welke stappen een architect kan nemen om op een verantwoorde wijze performance-aspecten mee te nemen in de architectuur van systemen. Belang Vaak wordt de functionaliteit van een systeem van te voren in kaart gebracht en ook de techniek waarmee dit moet gebeuren. Hoe het systeem gaat performen blijft tot een laat moment een verassing.
21
De werkgroepen binnen het NAF
22
NAF programma “Waarde-gedreven architectuur” Doel Het doel is om het mogelijk te maken de TCO effecten van een architectuur studie met bestaande TCO methodieken, modellen, en tools te waarderen.
Als primaire focus richt de werkgroep zich op IT Governance, haar processen en de relatie met architectuur. Hierbij ligt de nadruk meer op performance dan op conformance gerelateerde aandachtsgebieden.
Belang Aangezien het steeds belangrijker wordt om de ROI van een investering en de gevolgen van veranderingen/vernieuwingen op de kosten te weten en te beheersen, zal in alle architectuur studies de TCO (Total Cost of Ownership) berekening een plaats krijgen en hebben in de vorm van een businesscase. Architecten zullen profijt hebben van deze methodiek, die deze financiële elementen transparant kunnen maken. De waarde van architectuur/architecten zal door de toepassing van “een” TCO model aanzienlijk toenemen.
NAF programma “Business Rules” Doel Doel van deze werkgroep is om na te gaan op welke wijze BRA (Business Rule Approach) samen met architectuur de business kan helpen in het verwezenlijken van toegevoegde waarde. De focus ligt op een mogelijk versterkende samenwerking tussen BRA en architectuur in alle mogelijke opzichten.
NAF programma “Service Based Architecture” Doel Het verkrijgen van inzicht in de diverse aspecten van service-georiënteerde architecturen, door onder meer het opstellen van een terminologisch kader voor SBA, het opstellen van richtlijnen voor servicedefinitie en -modellering, het bepalen van de juiste granulariteit van services, het migratietraject, de inrichting van de governance, alsmede het vanuit een businessperspectief bepalen van de inzet van services en het verzamelen van best practices.
Belang In toenemende mate is er (hernieuwde) belangstelling voor BRA, een benadering van business modellering middels het vastleggen en valideren van business rules. Kenmerkend voor deze benadering is om businessprocessen te beschrijven in termen van businessregels, events en feiten, in plaats van de bekende processtappen. Deze benadering is daarom zo sterk, omdat ze de businesslogica, zoals die traditioneel in software gecodeerd wordt en daardoor feitelijk verborgen blijft voor de businessuitvoerders, real-time toegankelijk maken voor de eigenlijke business stakeholders, zonder dat daar nog een IT-er voor nodig is.
Belang Het programma levert een specifieke bijdrage aan het “werken onder architectuur” en de professionalisering van de architect. SBA vraagt om een geïntegreerde aanpak van processen, organisatie, mensen en IT. SBA is een architectuuraanpak dat om een nader onderzoek vraagt.
NAF programma “Architectuur & Projectmanagement” Doel Doel van deze werkgroep is om na te gaan hoe architectuur en project management elkaar beïnvloeden, en hoe de architect en projectmanagement effectief met elkaar samenwerken.
NAF programma “IT Governance” Doel Vaststelling van de body of knowledge over IT-governance in relatie tot de architectuurpraktijk. Het delen, verzamelen, uitdragen en ontwikkelen van kennis. Het stimuleren van kruisbestuiving doordat de werkgroep vertegenwoordigers bevat vanuit gebruikersorganisaties, leveranciers en wetenschap.
Belang Er is al veel gezegd over de ‘spanning’ tussen architect en projectmanager. Dit programma onderzoekt oorzaken van en oplossingen voor die spanning, ook in de vorm van concrete handvatten. Het programma legt de focus op de relatie tussen architectuur en projecten, en onderzoekt deze relatie voor verschillende typen organisaties en stijlen van governance.
Belang IT Governance is een aspect van governance en gaat over “behoorlijk bestuur”. Governance wordt vaak genoemd als reactie op boekhoudschandalen bij grote internationale ondernemingen.. Hierdoor ontstaat de neiging IT Governance ook vanuit een negatief perspectief te benaderen. Uiteraard is controle en risicomanagement van belang, maar dit is niet waar het bij IT Governance alleen om gaat. Waar het vooral om gaat is wat IT bijdraagt aan de business. Om het doen van de juiste dingen, het professionaliseren van de IT besturing en het verhogen van de productiviteit. Binnen governance kunnen twee deelgebieden worden onderkend: • Corporate Governance dat zich vooral richt op conformance; • Business Governance dat zich vooral richt op performance. IT Governance speelt in beide domeinen een rol.
NAF programma “Business Principles: het fundament van enterprise architectuur” Doel Doel van deze werkgroep is nader onderzoek te doen hoe business principles zuiver en effectief geformuleerd kunnen worden, en de effectiviteit van business principles ook te toetsen aan de praktijk. Belang Architectuurprincipes zijn het fundament van de de enterprise architecture. Zonder principes kan men niet spreken over enterprise architectuur. Het opstellen van architectuurprincipes is een kernvaardigheid van architecten.
23
De werkgroepen binnen het NAF
Alcedo Coenen, werkgroep Business Rules:
‘Bedrijfsregels ook voor architecten van belang’
24
NAF programma “Architectuur & Integrated Business Process Platform & Package Based Solutions” Doel Doel van deze net opgerichte werkgroep is vanuit architectuur keuzes te maken ten aanzien van inrichting van geïntegreerde bedrijfsinformatiesystemen die directe impact hebben op de vormgeving van de bedrijfsprocessen.
De werkgroep Business Rules is anderhalf jaar geleden opgericht op initiatief van Alcedo Coenen. ‘Indertijd werkte ik bij de ING. Daar ervoer ik hoe lastig het in de dagelijkse praktijk is om bedrijfsregels uit oude applicaties te halen, omdat ze zo zitten ingebakken. En hoe je als architect die bedrijfsregels in nieuwe applicaties helder kunt krijgen. Door toenemende weten regelgeving moet je dat als bedrijf steeds meer kunnen aantonen.’
Belang De bedrijfsvoering van grote organisaties wordt steeds meer bepaald door geïntegreerde bedrijfsinformatiesysteemplatforms, veelal ingevuld met standaardpakketten. Deze pakketplatforms bevatten standaard businessprocesapplicaties en de mogelijkheid unieke processen met maatwerk te automatiseren. De architect is diegene die aangeeft hoe vanuit businessneeds en -principles keuzes te maken in plaats van technisch gedreven keuzes. Hiervoor is het wel nodig begrip te hebben van zowel de kenmerken van de business als de kenmerken van de relevante pakketten.
Combinatie Coenen die inmiddels werkzaam is bij DNV-CIBIT, is al vanaf de oprichting van het NAF actief. ‘De grootste waarde van het NAF is die combinatie van wetenschap, leveranciers en gebruikers. Ik heb altijd heel veel inspiratie uit de contacten met de academische wereld gehaald. Het is niet zo dat alles wat ze daar verzinnen in de praktijk ook gebruikt gaat worden. Maar het is wel zo dat wetenschappers ons manen tot nadenken en nuances aanbrengen waar we als praktijkmensen veel aan kunnen hebben. Tot een paar jaar geleden was het vakgebied van informatiearchitect nog niet goed afgebakend. Het was altijd een beetje gissen. Voor mij heeft het praten met academici geholpen om het vakgebied en de relaties met andere disciplines helder te krijgen.’
NAF programma “Web 2.0 architectuur” Doel Doel van deze zeer recente opgerichte werkgroep is het uitwisselen van ervaringen tussen de Nederlandse wetenschappelijke wereld en het bedrijfsleven op het vlak van Web 2.0 architecturen en toepassingen. Belang Web 2.0 is de nieuwe trend op het vlak van informatietechnologie waar distribueren van informatie steeds interactiever wordt met gebruikers. Nieuwe vormen van sociale software en business modellen poppen overal op, met wisselend succes. Web 2.0 op zich dekt een range van architecturen, technologieën en gebruik, en is vaak een combinatie van één of meer van de volgende componenten: rich internet applications, mashups, social network services (e.g. crowd sourcing), folksonomies, blogs en wikis. NAF programma “Architectuur in het zorgdomein” Doel De werkgroep is nog in oprichting. Doelstelling van de werkgroep is om vanuit architectuur-invalshoek ondersteuning te bieden aan de ICT-ontwikkelingen in de zorg. Tot de middelen om de doelstelling te bereiken behoren het bieden van een referentiekader, het uitwisselen van “best practices” en het signaleren van ontwikkelingen. Belang Het zorgdomein is van groot maatschappelijk belang. Binnen de zorg is sprake van een groot aantal ketens waarbinnen partijen samenwerken, zoals huisarts-ziekenhuis-apotheek of huisarts-thuiszorg. Beheersing van de geldstroom in het zorgdomein is daarbij een repeterend thema. Nieuwe technologie, met name op het gebied van ICT kan binnen de zorg worden ingezet om kwalitatieve en kwantitatieve verbeteringen te bereiken. Om lokale en landelijke projecten een plaats te geven naast technologische innovaties en eigen initiatieven is een benadering vanuit de helicopterview gewenst: architectuur.
Missie Die kruisbestuiving tussen representanten van de drie pijlers waarop het NAF rust, vindt ook binnen de werkgroep Business Rules plaats. ‘Daarnaast zien we nog een kruisbestuiving tussen de disciplines van de digitale architectuur en business rule management. Beide disciplines weten weinig van elkaar af, terwijl bedrijfsregels voor het architectuurdenken toch heel belangrijk zijn. Het fundament van business rule management is: eerst regels ontwerpen en dan implementeren. Dat principe kun je ook op architectuurmodellen toepassen. Maar dan is het interessant om uit te vinden wat precies de regels zijn. Regelgebaseerd ontwerpen is een nieuw fenomeen waarvan de principes ook voor digitale architecten belangrijk zijn.’ Het is dan ook niet voor niets dat de werkgroep deze ‘Ik heb altijd heel veel inspiratie missie heeft geformuleerd: de architect helpen met de begripsvorming en het gebruik van bedrijfsregels. uit de contacten met de ‘Die missie krijgt concreet gestalte in de activiteiten academische wereld gehaald’ van de werkgroep, waarvan de uitkomsten in presentaties en publicaties aan de buitenwacht worden gemeld. Zo staat er een Nederlandstalig introductieboek op stapel. Daarnaast werkt de werkgroep nauw samen met het Business Rule Platform. ‘De scope van dit platform is business rules in de meest brede zin van het woord. Als NAF-wergroep brengen wij een belangrijk architectureel aspect in. Die kruisbestuiving wordt binnen en buiten de werkgroep bijzonder gewaardeerd’, aldus Coenen.
25
26
Dieter K. Hammer, voorzitter werkgroep de Menselijke Maat:
Frank Baldinger, plv voorzitter werkgroep xAF:
‘Het gaat ons om een beter evenwicht tussen mens en IT’
‘xAF moet halt toeroepen aan begripsverwarring’
‘Het is belangrijk dat ict-systemen op mensen en organisaties worden afgestemd in plaats van andersom. Een belangrijke taak van de werkgroep ‘De Menselijke Maat’ is dan ook het ontwikkelen van ontwerprichtlijnen die architecten in staat stellen om systemen volgens de menselijke maat te bouwen’, aldus werkgroepvoorzitter Dieter K. Hammer.
‘In 2005 heeft Jan Dietz, hoogleraar Information Systems Design aan de Technische Universiteit Delft, het NAF voorgesteld om een generiek architectuur raamwerk te ontwikkelen. Dit initiatief is door het NAF gehonoreerd door een werkgroep xAF in het leven te roepen’, aldus Frank Baldinger die sinds 2006 plaatsvervangend voorzitter van de werkgroep is.
‘De mens is de maat voor alle dingen’ is een beroemde uitspraak van de oude filosoof Protagoras die door IT-ers nogal eens wordt vergeten. Er worden niet alleen lastige en onbruikbare gebruikersinterfaces gebouwd, ook bij het onderliggende architectuurontwerp van een systeem wordt de menselijke maat dikwijls vergeten. ‘Juist bij het ontwerpen van een architectuur worden de belangrijkste beslissingen genomen die later heel moeilijk weer zijn terug te draaien. Vandaar mijn stelling dat de IT-architect een sleutelrol vervult bij het ontwikkelen van systemen op de menselijke maat. En dus ook goed moet kunnen communiceren met de gebruikers om er achter te komen wat zij wel of niet willen. Dat is een ideaalbeeld, want in de realiteit is een IT-architect ook vaak te technisch georiënteerd en maakt hij een ontwerp dat niet goed op de gebruiker en zijn werkprocesse afgestemd is’, aldus Hammer, emeritus hoogleraar, verbonden geweest aan de afdeling Informatica van de Rijksuniversiteit Groningen en de Technische Universiteit Eindhoven.
De aanleiding voor dit initiatief is te vinden in het ontstaan van grote aantallen frameworks voor IT-architectuur bij zowel leveranciers (hardware, software, consultancy) als bij eindgebruikers en wetenschappelijke instituten.
Onvrede Samen met Daan Rijsenbrij heeft hij eind jaren negentig een club mensen afkomstig uit de hoek van de systeem- en softwarearchitectuur, rond zich verzameld. Zij hadden met elkaar gemeen een gevoel van onvrede met de gang van zaken rond IT. ‘We vonden dat bij het bouwen van IT-systemen veel te weinig werd gekeken naar wat de gebruikers nu echt wilden. Toen in 2002 het NAF werd opgericht was het logisch – ook op pragmatische gronden – dat deze groep een plek zou gaan krijgen binnen het Forum. Vooral omdat de IT-architect een steeds belangrijker plek in het ontwerpproces had gekregen’, aldus Hammer die sinds die tijd voorzitter is van de werkgroep De Menselijke Maat. De werkgroep waarin zo’n vijftien mensen deelnemen afkomstig uit de drie pijlers waarop het NAF rust, heeft inmiddels een aantal publicaties op haar ‘De menselijke maat is naam staan en enkele presentaties en workshops op essentieel aspect van iedere het LAC verzorgd. Veel van het denk- en schrijfwerk is architectuur’ te vinden op de website www. It4humans.org. Essentieel aspect Op diezelfde website staat ook de mission statement van de werkgroep te lezen: ‘Wij vinden het belangrijk dat ICT-systemen op mensen en organisaties afgestemd worden in plaats van andersom. Wij zetten ons in voor de ontwikkeling van criteria en ontwerprichtlijnen die architecten in staat stellen om dat tot stand brengen.’ Hammer: ‘Gelukkig zien we langzaam maar zeker in de IT-wereld meer bewustzijn komen voor de menselijke maat en het besef dat deze geen ergonomische franje is, maar een essentieel aspect van iedere architectuur.’
Lastig vergelijken ‘In de praktijk is het lastig om die frameworks met elkaar te vergelijken, omdat de ontwerpprincipes van die frameworks zelf niet goed zichtbaar zijn. Er is dan sprake van het metaniveau van een architectuurraamwerk dat onbekend is. Het ontstaan van een groot aantal IT-architectuurraamwerken leidt hierdoor niet tot een convergentie in het denken over de vraag wat architectuur nu eigenlijk is. Het begrip IT-architectuur vervaagt door een explosie van onbe‘Generiek architectuur kende begrippen in een niet beschreven methodiek. raamwerk relevant voor De vervuiling van het woord IT-architectuur wordt onderwijsprogramma’s en hierdoor onvermijdelijk’, aldus Baldinger. De opdracht voor de werkgroep xAF van het NAF certificering’ is om een raamwerk te definiëren, dat in staat is om met de juiste gekozen dimensies nieuwe IT-architectuurraamwerken scherper en zuiverder te kunnen ontwerpen en bestaande IT-architectuurraamwerken te kunnen doorgronden of onderling te vergelijken. Eigen standaard ‘De werkgroep xAF – waarin tien leden (zowel wetenschappers, gebruikers als leveranciers) actief zijn – heeft zich als taak gesteld een aantal problemen op te lossen. Alle oplossingen impliceren indirect dat overeenkomsten en verschillen tussen de diverse raamwerken sneller inzichtelijk gemaakt kunnen worden. Daarmee wordt ook tegemoet gekomen aan de wens van het NAF om met een eigen standaard te komen op het gebied van architectuur’, aldus Baldinger. Hij geeft aan dat het creëren van een generiek architectuur raamwerk ook relevant is voor de verdere ontwikkeling van onderwijsprogramma’s en de certificering van informatie-architecten. De resultaten van de arbeid van de werkgroep worden binnenkort in een boek neergelegd, waarna in brede kring over xAF kan worden gediscussieerd in de hoop en verwachting dat er consensus kan worden bereikt.
27
28
Daniël Smits, werkgroep IT Governance:
Jan Miedema, werkgroep SOA
‘Architectuurdenken en IT Governance kunnen niet zonder elkaar’
Verkleinen kloof tussen wetenschap en praktijk
‘Er zijn zo’n twintig organisaties vertegenwoordigd in de werkgroep. Je zou dus kunnen zeggen dat we een aardig beeld hebben van hoe in Nederland met IT Governance wordt omgesprongen. Je ziet dat het per branche en sector erg kan verschillen’, zegt Daniel Smits, voorzitter van de werkgroep IT Governance.
ING is één van de organisaties die het NAF vijf jaar geleden mede hebben opgericht. Dat is niet zo vreemd, omdat ING al vanaf halverwege de jaren negentig serieus werk maakt van het opzetten van een service georiënteerde architectuur. Jan Miedema, Enterprise ICT Architect bij ING, zit daarom als voorzitter van de SOA-werkgroep op de juiste stoel.
Na eerst enkele jaren als ‘gewoon’ lid binnen het NAF te hebben geacteerd, nam Smits vorig jaar de voorzittershamer over van de werkgroep IT Governance. Het is volgens hem niet zo vreemd als het lijkt: IT Governance dat als onderwerp hoog op de agenda staat van een vereniging van IT-architecten. ‘Als je met architecturen aan de slag gaat, dan ben je met schetsen bezig. Maar om die schetsen in de praktijk te kunnen uitwerken en implementeren, heb je een goede sturing nodig. Beide kunnen niet zonder elkaar. Het is niet gezegd dat architecten ook de verantwoordelijkheid zouden moeten hebben voor de sturing. Maar het is wel duidelijk dat zij er invloed op moeten kunnen uitoefenen.’
Miedema werkt sinds 1981 bij de financiële dienstverlener in systeemontwikkeling, project leiding, infrastructuur, datamanagement en architectuur. Van 2001-2004 heeft hij als architect gewerkt aan verschillende aspecten van de ING Financial Services Architecture. De laatste tijd is – naast de architectuurverantwoordelijkheid voor één van de lines-of-business – de governance rond pakketimplementaties zijn werkterrein. ‘ING is al vanaf halverwege de jaren negentig een service georiënteerde architectuur aan het implementeren. Alleen noemden we het toen niet zo. We spraken toen over bedrijfsdomeinen die services leverden. Nauw gekoppeld aan het opzetten van die architectuur waren natuurlijk onderwerpen als het inrichten van een goede governance en het opstellen van de juiste servicedefinities belangrijk’, aldus Miedema. Ook de vijftien leden die vandaag de dag in de SOA-werkgroep zitten, houden zich met soortgelijke onderwerpen bezig. Om een goed inzicht te krijgen in de verschillende aspecten van service-georiënteerde architecturen is een goed begrippenkader nodig, evenals goede richtlijnen voor het definiëren en modelleren van services. ‘Een bijzonder aspect is het verzamelen van best practises. Daarin zie ik ook een belangrijke toegevoegde waarde van het NAF. Door als organisatie ‘Een bijzonder aspect is het deel te nemen aan de verschillende werkgroepen verzamelen van best practises’ lever je niet alleen een bijdrage aan de professionalisering van het vak van it-architect, maar krijg je ook een goede terugkoppeling omdat je ervaringen kunt delen. Hoewel ik me best realiseer dat de ervaringen – ik denk nu specifiek aan SOA – sterk kunnen verschillen. Vooral tussen de wetenschappers en de praktijkmensen lopen de ervaringen en ideeën dikwijls sterk uiteen. Ik zie het als een taak van het NAF om die kloof te verkleinen.’ In eerste instantie heeft de SOA-werkgroep zich bezig gehouden met het ontwikkelen van een SOA-compendium. ‘We hebben inmiddels de focus verlegd naar het uitdiepen van specifieke thema’s, waaronder een koppeling van SOA met bedrijfsmatige en organisatorische aspecten. We richten ons nu nadrukkelijk op SOA-governance, want we mogen niet vergeten dat de implementatie van SOA in principe een business-verantwoordelijkheid is’, aldus Miedema.
‘Het is niet gezegd dat archi tecten ook de verantwoor delijkheid zouden moeten hebben voor de sturing. Maar het is wel duidelijk dat zij er invloed op moeten kunnen uitoefenen’
Binnen de werkgroep IT Governance zijn de drie pijlers waarop het NAF rust, aanwezig. ‘Daarmee wil niet gezegd zijn dat er een goede mix is. Leveranciers en eindgebruikers zijn goed betrokken. De wetenschappelijke component van het onderwerp is nog wat onderbelicht. Maar het is de taak van een voorzitter om daaraan te werken. Er zijn nu bijvoorbeeld goede contacten met het HBO-i, de vereniging van HBO-Informaticadocenten’ , aldus Smits, in het dagelijks leven consultant bij Sogeti. Smits is binnen Sogeti nauw betrokken bij DYA, in de loop der jaren uitgegroeid tot een de facto standaard voor het werken onder architectuur bij Nederlandse organisaties. In het bijzonder richt hij zich binnen die aanpak op de besturing van IT, dus IT Governance. De werkgroep IT Governance organiseert bijeenkomsten waarop de leden deelonderwerpen uitdiepen. Dat heeft inmiddels geresulteerd in een manuscript waarin de state of the art op het gebied van IT Goverance is beschreven. Met een uitgever zijn onderhandelingen gestart om de teksten in boekvorm uit te brengen. Maar de werkgroepleden zijn ook actief in het leggen van contacten met andere gremia. ‘Er zijn verschillende partijen die ons benaderen met de vraag of we lezingen en presentaties kunnen geven over het onderwerp IT Governance in relatie tot architecturen. Een verheugende ontwikkeling, waaruit blijkt dat het onderwerp sterk leeft.’
29
30
Pascal van Eck, werkgroep Architectuur en projectmanagement:
Eric Onderdelinden, werkgroep Waardegedreven Architectuur:
‘NAF is bijna een opleidingsplatform’
‘Hoe waardeer je TCO-effecten van architectuurstudie?’
‘Het NAF is een belangrijke plek waar mensen met dezelfde interesses elkaar kunnen ontmoeten. Sterker, het NAF is in mijn ogen bijna een opleidingsplatform voor mensen die al zoveel weten op architectuurgebied, dat reguliere opleidingen voor hen niet meer voldoende zijn. Ik vind dat het Forum in dit opzicht volkomen aan de verwachtingen beantwoordt’, aldus Pascal van Eck. Van Eck is nu zo’n drie jaar actief binnen het NAF. Als universitair docent bij de vakgroep Informatica aan de Universiteit Twente vertegenwoordigt hij de wetenschappelijke peiler van het NAF. Sinds enige tijd is Van Eck voorzitter van de werkgroep Architectuur en Projectmanagement. Spanningsveld ‘We weten allemaal dat er een spanningsveld bestaat tussen een architect en een projectleider. Terwijl de laatste min of meer in ‘het hier en nu’ leeft en opereert, wordt de architect geacht zich meer op het bredere belang te richten. Het zijn niet alleen als mens dikwijls andere typen, maar ze hebben ook een heel andere verantwoordelijkheid. Nu is het een heel aardige bezigheid om dat lijstje van gebieden waarin die spanningen optreden op te stellen en uit te breiden. Maar nog leuker is het natuurlijk om te onderzoeken of we iets kunnen verzinnen om die spanningen weg te nemen. Binnen de werkgroep onderzoeken we welke tips we beide partijen kunnen geven om er het ‘Wetenschap draagt beste van te maken. Misschien dat die tips op den duur oplossingsmodellen aan’ die spanningen kunnen wegnemen’, aldus Van Eck. Modellen Zelf heeft Van Eck overigens nooit met die spanningen te maken gehad. Hij werkt in de universitaire wereld. Daarmee is niet gezegd dat hij als academicus geen belangstelling heeft voor het onderwerp. Integendeel. Van Eck is ervan overtuigd dat hij een zeer wezenlijke bijdrage kan leveren aan de activiteiten van de werkgroep. ‘In de eerste plaats kan de wetenschappelijke wereld modellen aandragen voor het oplossen van problemen. Zo hebben we – en met name Roel Wieringa – aan de Universiteit Twente bijvoorbeeld een raamwerk aangeleverd ten behoeve van de competenties van de architecten in de digitale wereld. In de tweede plaats weten wij als academici de weg als het om publicatiemogelijkheden gaat. Ook de werkgroep waarvan ik voorzitter ben, komt binnenkort met resultaten naar buiten. Dan is het goed te weten waar je artikelen kunt publiceren.’ Op het LAC 2007 vindt er een workshop plaats. Dan wordt gekeken of het raamwerk functio neert dat is ontwikkeld om de tips te plaatsen die voor zowel de architect als de project manager zijn verzameld om met elkaar samen te werken. Wanneer de resultaten van de workshops positief zijn, zoals hij verwacht, dan zullen ongetwijfeld snel enkele publicaties volgen.
Waardegedreven Architectuur is de naam van de werkgroep die wordt voorgezeten door Eric Onderdelinden. De werkgroep bestaat sinds 2005 en startte als werkgroep Architectuur en TCO (Total Cost of Ownership). Na een wat sluimerend bestaan heeft Onderdelinden de werkgroep een nieuwe naam en nieuw elan gegeven. ‘Begin 2005 had wel een aantal mensen belangstelling voor het onderwerp getoond, maar op een of andere manier is de werkgroep nooit goed van de grond gekomen. Dat jaar heb ik toen het initiatief naar me toe getrokken en met de belangstellenden contact gezocht. We zijn bij elkaar gekomen en tijdens die vergadering hebben we geïnventariseerd waar ieders belangstelling lag en waar iedereen in zijn werk zoal mee bezig was. Zo hebben we het werkterrein afgebakend. Het bleek dat we – heel simpel gezegd – allemaal met dezelfde vraagstelling zaten: welke vragen moet je als architect eigenlijk stellen om te kunnen bepalen wat IT kost en wat IT opbrengt? En nog belangrijker hoe kun je er als architect voor zorgen dat IT minder kost en meer oplevert’, aldus Onderdelinden die bij Capgemini als enterprise architect actief is.
‘Waarde van architecten en architectuurstudies zal toenemen door het toepassen van de schijf van vijf voor gezonde IT’
Om die vragen te kunnen stellen heb je een kwantitatief instrumentarium nodig. Dat wil zeggen een kist met praktische gereedschappen om haalbaarheid en nut van IT te kunnen inschatten. Omdat een dergelijk hulpmiddel niet bleek te bestaan heeft de werkgroep besloten om dit gereedschap dan maar zelf te ontwikkelen. ‘Naar analogie van de voedselschijf hebben we ‘de schijf van vijf voor gezonde IT’ ontwikkeld. Deze is op het LAC 2005 voor het eerst gepresenteerd. De schijf bestaat uit de segmenten Governance en HRM, Business, Data, Functionaliteit en als vijfde Techniek in combinatie met een aantal gedragsregels’, zegt Onderdelinden die op de LAC-presentatie positieve reacties kreeg. ‘Het bleek dat de schijf goede handvatten biedt om TCO-berekeningen te maken in architectuurstudies. Een bedrijf als Delta Lloyd is onder meer door het optreden van de werkgroep lid geworden van het NAF en participeert nu ook in de werkgroep die inmiddels uit twaalf personen bestaat.’ ‘Een belangrijke taak hebben we nu op ons genomen om het model en de onderliggende regels uit te breiden in die zin dat ze ook gebruikt kunnen gaan worden in het beginstadium van veranderprojecten. Stel dat een organisatie een veranderproject wil starten waar IT een belangrijke component vormt. Met ons gereedschap kun je dan, zonder dat de IT al daadwerkelijk is ingevuld, al een architectuurinschatting doen en uitrekenen of de IT een toegevoegde waarde kan bieden’, zegt Onderdelinden.
31
32
Samenwerking
NAF-leden
Het NAF heeft een aantal samenwerkingsverbanden. Hieronder volgende de belangrijkste.
Gebruikers
Leveranciers
Wetenschap en Onderwijs
The Association for Information Systems (AIS). Onlangs is de Benelux-afdeling van deze zeer gerespecteerde vereniging opgericht. AIS bestaat sinds 1994 en is een wereldwijde organisatie voor academici die zijn gespecialiseerd in informatiesystemen. Het NAF wil een actieve relatie met de Benelux-afdeling opbouwen.
ABN AMRO Achmea Belastingdienst Bloemenveiling Aalsmeer Cordares Delta Lloyd Defensie/DTO Essent ING KPN Meavita Rabobank Shell Stichting Pensioenfonds ABP VGZ-IZA groep Zwitserleven
Accenture ArchiBello AP Atos Origin Be Informed Be Value BiZZdesign Capgemini CSC DNV-CIBIT Gartner Getronics PinkRoccade HP IBM ICT Embedded Automatisering IDS Scheer LogicaCMG Microsoft Oracle Ordina SeaQuation Sogeti Systemation Sun Microsystems Unisys VTS-Softwarehouse
Hogeschool van Amsterdam Hogeschool Rotterdam Hogeschool Utrecht ISES International Radboud Universiteit Nijmegen Rijksuniversiteit Groningen Technische Universiteit Delft Technische Universiteit Eindhoven Telematica Instituut TNO Informatie- en Communicatietechnologie Universiteit Twente Universiteit Utrecht Vrije Universiteit
16
26
13
ArchiMate Forum (of beter Stichting ArchiMate). Het Forum richt zich op de toepassing van de ArchiMate-techniek voor architectuurbeschrijving en wisselt praktijkervaringen met het NAF uit. Ook neemt de Stichting ArchiMate actief deel in het Landelijk Architectuur Congres van het NAF. Genootschap voor Informatie Architecten (GIA). Met het GIA is afgesproken dat naar behoefte gemeenschappelijke activiteiten kunnen worden ontplooid. Tevens kunnen specifieke werkgroepen in samenwerking tusen GIA en NAF worden opgericht. Nederlands Genootschap voor Informatica (NGI). Met de afdeling Architectuur van het NGI bestaat een nauwe band. Deze uit zich door het geven van NAF-presentaties specifiek voor het NGI. Ook neemt de afdeling NGI-architectuur actief deel aan het jaarlijkse Landelijk Architectuur Congres Via Nova Architectura. Het NAF heeft actief deelgenomen aan de oprichting. Alle NAFpublicaties worden ook op Via Nova Architectura gepubliceerd. Vereniging Nederlandse SAP Gebruikers (VNSG). Gezien het grote aantal leden van de VNSG, zal het NAF jaarlijks vertegenwoordigd zijn op de VNSG-gebruikersdagen. Tevens wordt de VNSG ruimte aangeboden op het LAC.
33
Trends in de komende vijf jaar
Welke onderwerpen zijn de hype voorbij?
34
In een jubileumuitgave is het niet alleen nuttig om terug te blikken, maar ook om vooruit te kijken. Wat staat het NAF en zijn leden de komende jaren te wachten? Met welke trends en hypes worden zij geconfronteerd? Wat is eigenlijk een hype en wat een trend? Een lastige vraag. Huidige onderwerpen zoals SOA, Webservices, Open Source en Connectivity Anywhere groeien naar een bepaalde mate van volwassenheid. Maar zijn ze ook een definitieve oplossing voor de langere termijn? Het NAF heeft in een aantal sessies de afgelopen maanden getracht enkele onderwerpen te adresseren die in de optiek van het bestuur het hypestadium voorbij zijn. Hieronder wordt een aantal trends weergegeven voor de komende vijf jaar die van invloed zijn op het werk en de rol van de ICT-architect. Het NAF zal deze trends nauwlettend volgen en – daar waar nodig en mogelijk – opnemen in de activiteitenplanning. De ontwikkeling van ICT-standaarden In de ICT zullen steeds meer standaarden worden ontwikkeld. Die standaarden kunnen het werk van de ICT-architect soms eenvoudiger, soms ingewikkelder maken. In het laatste geval is de roep om metastandaarden aanwezig. Die metastandaarden zijn vooral van belang om de almaar toenemende hoeveelheden opgeslagen informatie te beheren en toegankelijk te houden. Open Industrie standaarden lijken een goede weg om te volgen. Ook het onderwerp Open Source kan in dit verband worden genoemd. De vraag is of die aanpak dezelfde stabiliteit biedt als de aanpak met open industrie standaarden. Het NAF zal deze ontwikkelingen op de voet volgen om een snelle adoptie te kunnen ondersteunen. De ‘Boundaryless Organization’ Het begrip The Boundaryless Organization is beschreven in het boek van Ashkenas, Ulrich, Jick en Kerr. Kerngedachte is dat grenzen en muren tussen en binnen organisaties geslecht moeten worden om te kunnen blijven voortbestaan. Deze gedachte heeft een enorme impact op de business architectuur en de ICT-ondersteuning. Informatie zal immers over de grenzen heen toegankelijk moeten zijn. Service-oriëntatie en real-time webservicetechnologie vormen daarbij essentiële onderdelen. Het realiseren van deze boundaryless information flow in genetwerkte organisaties vormt een belangrijke uitdaging voor de komende jaren. Flexibiliteit in zowel ICT-architectuur zelf, als in de rol en competentie van de ICT-architect, wordt steeds belangrijker; architecten moeten zich positioneren als facilitator van het dynamische proces, anders dreigt voor de ict-architect het risico als ‘politieagent’ aan de kant geschoven te worden.
Business- en IT-governance De vraag naar een heldere en sterke business- en IT-governance wordt steeds groter. IT-governance is een niet weg te denken onderdeel van ict-organisaties en heeft een sterke invloed op het functioneren van de business- en ICT-architecten. De rollen van de ICTarchitect worden steeds scherper geformuleerd naarmate de volwassenheid, inclusief de governance op een hoger niveau is. Outsourcing en offshoring Het uitbesteden van bedrijfs- en IT-activiteiten wordt steeds meer toegepast. Het besef dat daarbij een bijzondere plaats voor IT-architectuur is weggelegd, is nog niet overal in gelijke mate aanwezig. Zeker is dat voor een beheerst uitbesteden via contracten goede requirements nodig zijn. Een IT-architectuur kan daar zijn toegevoegde waarde bewijzen. Niet alleen om een goed contract tot stand te brengen, maar ook om de demand-organisatie te kunnen inrichten. Naarmate ICT een commodity wordt, kan het aan- en verkoopproces begeleid gaan worden door ICT-architecten van de aanbieder. De motieven voor offshoring verschuiven van kostenreductie naar innovatie. Dat verandert de rol van de ICT-architect. Zijn activiteiten verschuiven naar de business om adequaat op het gebied van innovatie te kunnen adviseren. Het definiëren van een toekomstige architectuur blijft daarbij een hulpmiddel om een doel te bereiken. IT en businessintegratie De relaties en integratie van bedrijfsprocessen en ICT-processen komen steeds meer op de voorgrond. Om die reden wordt het werkveld van ICT-architect uitgebreid met vragen over de businessarchitectuur en bedrijfsstrategie. Besturing van de business- en ICTarchitectuur als strategisch wapen zal steeds vaker als onderwerp terug komen. De waarde van de ICT-architectuur voor de business blijft een dominant onderwerp van discussie voor de B-architect en de ICT-architect. Het blijft overigens een vraag of deze twee rollen in de toekomst in één persoon te verenigen zijn. Een bijzonder punt van aandacht is dat een goed afgestemde B- en ICT-architectuur een integratiebevorderaar kan zijn, maar ook kan vervreemden als mensen zich aan systemen moeten aanpassen op een manier die onaangenaam gevonden wordt. Architectuurbeschrijvingen die bestaan uit verschillende samenhangende delen, zoals enterprise-architectuur, businessarchitectuur, applicatiearchitectuur en technische infrastructuurarchitectuur, blijven een noodzaak om in relatie tot elkaar te beschouwen. Een universeel metamodel hoe deze entiteiten zijn gedefinieerd en in relatie tot elkaar staan, bestaat (nog) niet. Wellicht kan het NAF een poging wagen een dergelijk metamodel te definiëren.
35
36
Compliance Het voldoen aan strenge wet- en regelgeving (compliance) is voor menige organisatie geen eenvoudige zaak. Een bijzonder onderdeel van de naleving van regelgeving is het onderwerp security. Security is een verbijzondering die steeds prominenter aanwezig is in het ict-architectuurdenken. Naarmate bepaalde onderdelen van ict-systemen heel specifiek voor beveiligingsaspecten kunnen worden ontworpen en door verschillende applicatiesystemen kunnen worden hergebruikt, is sprake van een security-architectuur. De ICT-architect zal daaraan in toenemende mate aandacht moeten besteden. Legacy systemen In zeer veel organisaties wordt meer dan de helft (60 - 80 procent) van het ict-budget aan het onderhouden en uitbreiden van legacy systemen besteed. Vanuit een strategische en methodische aanpak zouden scenario’s kunnen worden geformuleerd, hoe om te gaan met legacy systemen. Een probleem in dit kader is de migratie van de oude naar een nieuwe situatie. Door de dynamiek in ict-ontwikkelingen en het niet-structureel oplossen van de legacyproblematiek, wordt de complexiteit groter. Het ‘ontmoeilijken van de ict-architectuur’ of ‘reductie van complexiteit’ wordt een competentie op zich voor de ict-architect. Architectuurcompetentie en NAF Community Hoe zal de competentie van de ict-architect zich ontwikkelen en hoe zal de NAF-community zich moeten ontwikkelen en/of organiseren om aan de verwachtingen van de leden te voldoen? De architectuurcompetentie is gericht op de architect zelf. Een rol die het NAF ook speelt is het onder de aandacht brengen van (de meerwaarde van) architectuur als instrument bij CIO’s en het algemeen management. Hoe de NAF-community zich verder ontwikkelt heeft eveneens aandacht nodig. Globalisering heeft invloed op een nationaal forum als het NAF. Maar ook kunnen lokale onderwerpen met een lokaal netwerk ontstaan. Competenties in een netwerkorganisatie met het karakter van ‘boundaryless information flow’ lijken een goede aanpak.
De NAF-community wordt gedreven door het vakmanschap en in het bijzonder door de PASSIE van onze werkgroepleden, die vaak zelfs hun vrije tijd aan het NAF besteden. We zullen deze verenigingscultuur koesteren en verder stimuleren en ontwikkelen.