Vigo, een reisdoel te ver. Tijdens ons jaarlijkse (verjaar)diner (november 2012) kwam de vraag over tafel of ik meeging naar Vigo (NW-Spanje). Ondanks de drank, of misschien dankzij, was mijn reactie direct positief, hoewel ik mij realiseerde dat het een oversteek van de Golf van Biskaje werd. De reputatie van dat zeegebied, betreffende het weer, was niet fameus. Mijn eigen ervaringen waren echter overwegend positief. Van de vele malen, dat deze oversteek werd gemaakt, kwam het eenmaal tot een (zeer) zware storm. De zee zag wit en leek wel met sneeuw bedekt en de golven waren (huizen?) hoog. De windmeters in Engeland waren stuk gewaaid, en de juiste windkracht was niet meer bekend, maar dat het meer dan 12 Bft was, dat was wel duidelijk. Ons coastertje (net 65 meter lang) lag echter als een meeuw op het water en werd het natuurgeweld veilig overleefd. In de begin jaren tachtig ook met een 65 ft motorboot overgestoken en ondanks veel wind (NW 7 á 8) ging het ook toen weer probleemloos. Voor zover de andere bemanningsleden zich nu zorgen gingen maken, dan werden die rap onder tafel gepraat. Maar ja, resultaten uit het verleden geven geen ……, dat is bekend. Medio mei 2013 werden, tijdens een barbecue bij de eigenaar thuis, nadere afspraken over de komende tocht gemaakt. De belangrijkste was wel het wachtsysteem. Wij zouden met zijn vieren aan boord zijn (de eigenaar Frank, zijn vrouw Sophie en de twee opstappers Carlos en Wim), maar het vrouwelijke bemanningslid werd vanwege fysieke omstandigheden buiten de wacht gehouden. Wij kwamen tot de volgende regeling: 2u wacht, 2u stand-by en 2u slapen. Het zeiljacht was een RM 1050 (Frans ontwerp) en over de bouw en de tocht van La Rochelle naar Nederland werd in onze clubbladen (2003) uitvoerig verslag gedaan. De boot lag ook enkele jaren herkenbaar in Scharendijke, hout/epoxy, open brede kuip, onderste zaling kleiner dan die er boven, twin kieler en rood van kleur. Thans voer dit schip in een witte kleur en onder een andere naam. De uitrusting was in de loop van de jaren uitgebreid met zonnepanelen, een windvaan en een gijpremmer om de belangrijkste te noemen, maar een radar en AIS waren er (nog) niet. Aan water, brandstof en drank zou geen tekort zijn, dat stond ook wel vast. Het thuisfront werd via “share.findmespot.com” van de track op de hoogte gehouden. De vliegreis vanaf Porto was tijdig geboekt en thuis de tas al ingepakt en gewogen, want bijbetalen kost (relatief) veel. Omdat wij naar het Zuiden gingen werd de thermo-kleding niet ingepakt Het vertrek was gepland op woensdag 19 juni en een autorit (in hemdsmouwen) bracht mij naar Terneuzen en vervolgens met de andere opstapper naar het station van Gent. Daar werd het tijd om een trui aan te trekken en bij aankomst in Oostende moest zelfs een jack aan. Na een (te) korte briefing, werd afscheid van familie en bekenden genomen, om tijdig (rond het middaguur) de Mercatorsluis te kunnen passeren. Het was inmiddels gaan regenen, maar met een windje van 2 á 3 Bft uit het Noordoosten was het een rustig begin van de tocht. Al motor zeilend tuften wij langs de kust, maar veel was er niet te zien (weinig zicht). Na een paar uur weigerde de stuurautomaat alle diensten en ondanks verwoede pogingen van de schipper om weer leven en beweging in het apparaat en toebehoren te krijgen, lukte het niet. Helaas, ook de windvaan was buiten werking en die was niet tijdig gerepareerd. Het gevolg van dit alles was, dat met de hand moest worden gestuurd. Op zich was dat geen probleem, maar er was geen enkele oriëntatie (het zicht werd steeds minder), dus werd het sturen op het (mini) kompas, IPad of Geonav. De concentratie van iedere stuurman werd na een uurtje sturen fors minder en was varen in oorlogstijd er niets bij (ongeplande zigzagkoersen). Waarom niet naar de thuishaven (Oostende) werd teruggekeerd? Simpel, het tij ging tegen staan en de wind zou ook op de kop komen, aldus werd besloten om naar Cherbourg te gaan. 1
De schipper kende daar een RM-eigenaar en die zou ons wel kunnen helpen. In de nacht werd de mist steeds dikker en was soms minder dan een paar scheepslengten (schatten wij). Wij misten de radar en AIS, dus waren alle lichamelijke vezels tot het uiterste gespannen, waardoor ook de nachtrust te wensen overliet. Ter hoogte van Dieppe ging een groot vissersschip (zo een waarvan Carlos opmerkte, dat daar de vis levend ingaat en er ingeblikt uitkomt) vlak voor ons langs. Zou die ons hebben gezien? Ik had zo mijn twijfels. Later op de dag werd het zicht beter en bij het aanlopen van Cherbourg (zaterdagmorgen vroeg om 5u) was het zelfs helder. Na een kort, maar noodzakelijk, hazenslaapje stond Michel (de RM-eigenaar) op de steiger te roepen en konden de techneuten aan de slag. Na een klein uurtje sleutelen bleek de bedrading van de elektromotor op één plaats versmolten en dat zorgde voor kortsluiting. De vraag, hoe dat probleem op te lossen, kreeg de overhand boven de vraag naar de oorzaak. De schipper ging met zijn Franse vriend op stap en kwam na een uurtje terug met de mededeling, dat een nieuwe elektromotor niet op korte termijn viel te verkrijgen, maar dat een bedrijf wel een nieuwe wikkeling kon maken. Dat zou een paar uurtjes duren en die gebruikten wij om nog wat boodschappen te doen en een Frans aperitiefje te nemen. Helaas was het geen terras weer (te fris). De gerepareerde elektromotor werd opgehaald en geplaatst, maar nu moesten de draden weer worden gesoldeerd. Daar hadden wij een expert voor aan boord, namelijk onze Sophie. Zij had jaren in een ICT bedrijf gewerkt, waar zeer nauwkeurig en hoogwaardig moest worden gesoldeerd. Zij voldeed aan de verwachtingen en de draden zaten weer onberispelijk aan elkaar. De stuurautomaat werd geprobeerd en warempel er zat weer leven in. Dat was een geruststelling, maar dat was niet zo met het weer. Harde wind uit het Westen en dat was niet aantrekkelijk om te vertrekken. Pas op maandag zou het rustiger worden, zodat tot uitstel werd besloten. Om de pijn te vergoeden werden wij voor het diner bij Michel thuis uitgenodigd. Dat was een belevenis op zich en eigenlijk een afzonderlijke beschrijving waard. Eén ding viel voornamelijk op, er kwamen flessen frisdrank op tafel en dan denk je “fransen met frisdranken aan het diner? Neen dat kan niet”. Dat bleek ook zo, want de wijn (taxfree!) vloeide rijkelijk en het eten was heerlijk. Bovendien was onze gastheer een uitstekend moppentapper, die speciaal voor mij in het Engels vertaalde (hij had een Engelse vader, dus tweetalig). Kortom het was een oergezellige avond, op zijn Frans,
Overleg over de navigatie tussen Carlos en Wim
2
Bij ons vertrek (maandag) stond er nog wel westelijke wind (3 á 4 Bft), maar die zou snel naar het Noordwesten draaien en daarna Noordoost worden. Beter kon toch niet, hoewel de verwachtingen rond Finisterre wel de wenkbrauwen deed fronsen (NO. 8 Bft), maar dat was nog ver weg. Wij ontmeerden rond het middaguur en wilden met beide boten door de Race van Alderney (stroom mee en wind tegen!) varen, waarna onze (vaar)wegen zich zouden scheiden. Kort na vertrek riep de andere RM ons aan, dat hij koelwater problemen had en terug naar de haven ging. Na veel gewuif en geroep, namen wij afscheid en gingen wij ons op de Race concentreren. De wind was nog tegen en gingen wij er motor zeilend doorheen. Een kermis attractie is er niks bij, want wij werden alle kanten opgegooid, maar kwamen er heelhuids doorheen. Een paar Engelse zeilboten gingen alleen op de motor door de Race, nou die sloegen soms bijna plat. Wij waren het unaniem eens, dat zonder een zeil op, het eigenlijk niet verantwoord was, maar ja daar zijn het (stiff lip) eilanders voor. Naar mate Île de Ouessant naderbij kwam, draaide de wind niet, maar nam in kracht af en volgde een dag van alleen motoren. Ondertussen waren wij ook door een Franse douaneboot genaderd, maar onze verwachting was, dat die niet aan boord kwamen (het liep tegen vijven). Dat klopte, want via de VHF werden alle zaken afgehandeld en werd ons een goede reis toegewenst. De verwachtingen voor het gebied van Cabo Finisterre waren nog steeds niet geruststellend (Noordoost 8 Bft en bij de kust toenemend tot 9 Bft). Misschien had Aeolis medelijden met ons en zou de wind gaan afnemen, dus voeren wij onbekommerd verder. Het eiland Ushant was nog niet uitzicht of de boot liep uit het roer, neen niet toch weer de stuurautomaat? Ja, dus wel, maar wat nu? Weer met de hand sturen, maar naar welke haven dan? Brest gaf wind tegen en de andere havens ten Zuiden daarvan, waren ook redelijk ver ten opzichte van het alternatief voor ons, te weten La Coruña. Van deze laatste plaats wist ik uit ervaring, dat je daar uitstekend de baai in kon lopen en er ook wel voorzieningen voor reparatie waren. Het enige wat het besluit even tegenhield, was de windverwachting. De schipper verzekerde ons, dat het geen probleem zou moeten zijn, hij had al eerder met veel wind gevaren. Aldus werd besloten door te varen en bij La Coruña verder te zien. De schipper en Carlos gingen aan de slag om het nieuwe euvel te vinden. Zij vonden een losse draad, die aan de motor vast hoorde te zitten. Het boutje lag er nog, dus dat was snel hersteld. Maar de stuurautomaat gaf geen krimp. Uit het gesprek, dat deze “techneuten” onderling voerden, concludeerde ik, dat er iets met de draden, die aangesloten waren op het display, was gebeurd. De schipper vertelde, dat hij er, op advies, dikkere draden tussen had laten zetten. Op mijn vraag, of dan de draden weer op de juiste plaats waren aangesloten, gaf hij een onzeker antwoord. Toen maar eens het dradenschema erbij gepakt en gecontroleerd en ja hoor op de “drive” waren de draden verwisseld. Na het omzetten, werkte de automaat weer prima en bij mij kwam de vraag naar boven naar de oorzaak van de eerdere kortsluiting. Het kon wel eens iets met elkaar te maken hebben (dacht ik), maar helaas was mijn technische kennis op dat punt te gering om een juist oordeel te geven. De stuurautomaat deed het echter de hele verdere (vakantie) reis prima, gelukkig maar. De volgende dag kwam de wind opzetten (Noordoost) en konden de zeilen weer omhoog, zelfs het spinaker even op en volgde er een zeildag uit het boekje (wind uit de goede richting en eindelijk een zonnetje er bij). Bij een bepaalde bank op de 100 vademlijn konden zeker dolfijnen worden gezien, vertelde de schipper. Ik vond, dat een overbodige (om vaar) actie en zei, dat je dolfijnen overal in de Golf kon tegenkomen. Maar ja, was dat ook zo? In ieder geval vertelde Sophie, dat als er ’s nachts dolfijnen te zien (?) waren, zij gewekt moest worden. Midden in de volgende nacht hoorde ik gesnuif, maar in het donker (nog) niets te zien. Na enkele ogenblikken, ja hoor, naast de boot dolfijnen en snel Sophie gewekt. Die kwam op haar blote voeten en in haar nachtjaponnetje naar boven en 3
huppelde als een “engeltje” over het dek. Later is daar een opmerking overgemaakt, dat het eigenlijk (zonder zwemvest) niet verantwoord was. In de euforie van het moment, wilde daar niemand overvallen, maar toch. De volgende dag heeft zij uren op het voordek gezeten, omdat wij met regelmaat bezoek van scholen dolfijnen kregen. Het hoogtepunt was echter een ontmoeting met een walvis. Wij waren allen geen kenners en de boekwerken gaven geen goed uitsluitsel over de soort. De ontmoeting was er niet minder om. De volgende morgen constateerde de schipper, dat de accu’s niet meer werden opgeladen, terwijl de zonnepanelen voldoende stroom gaven. Uit voorzorg werden alle stroomverbruikers uitgezet en werd de helmstok weer in de hand (!) genomen. Uit metingen bleek, dat de diodebrug niet goed functioneerde, maar door wat aanpassingen was de stuurautomaat toch weer bruikbaar en een zucht van verlichting was te horen. Aan alle miserie was nog geen einde gekomen, toen bleek, dat de waterpomp van de motor lekte, ook dat nog. Herstel daarvan bleek aan boord niet mogelijk, dus uit voorzorg de buitenboordwaterkraan gesloten en zouden de motor pas op het allerlaatste moment gaan gebruiken. De wind was inmiddels verder toegenomen en wij voeren onder het gereefde grootzeil (de rol Genua was al ingedraaid). Een onverwachte gijp werd ons deel, maar de gijpremmer deed het prima en waren er geen brokken. Toen werd besloten om voor donker het grootzeil helemaal weg te halen en op alleen de kotterfok verder te gaan. Deze fok lag met leuvers aangeslagen op dek gereed, dus hijsen was geen probleem. Anders was het met het grootzeil strijken, normaal draai je even in de wind op, maar dat leek ons op dat moment geen aantrekkelijke optie. Besloten werd de giek zo ver het kon (vaar technisch) binnen te halen en dan het zeil binnen de “lazyjacks” te laten zakken. Op een kleine hapering na ging dat prima en voeren wij de (winderige) nacht in. De windmeter kwam steeds meer boven de 30 knopen en de zeebulten werden ook steeds hoger. Het werd een onrustige en vooral koude nacht. Onrustig door het gesis van de rollers, die het schip achterop liepen, maar het bootje hield zich (mede dankzij die brede kont) uitstekend. Wij zaten dik in zeilpakken, zwemvesten om en aangelijnd in de kuip, maar koud dat het was! Er was geen beschutting meer van de buiskap en dan doet de forse (koude) wind zich gevoelen, afzien dus. Zelfs in de slaapzak (met alle kleding aan!) was het niet warm te krijgen en dan moet je weer vier uren buiten zitten. De vraag of dit leuk is, kwam regelmatig boven drijven. Het is indrukwekkend, dat zeker, maar leuk? Om eerlijk te zijn, neen ik vond er geen barst (meer) aan. Wat echter wel weer veel vergoedde, was de catering door onze Sophie. Maakte niet uit hoe het schip tekeer ging, altijd kwam er iets voortreffelijks op het bord (tafel ging niet).
4
Dit was nog maar het begin. Het weer was helder en de verlichting van de kust was al van ver (30/40 mijlen) te zien, maar het duurde (gevoelsmatig) lang voor de haven werd bereikt. Bovendien gingen wij van 4000 meter diepte naar ca. 200 meter, maar wel geleidelijk en niet in één keer, zoals in het Noorden, en dat scheelde. Geen brekers, maar meer van de eerdere genoemde rollers, zonder echter binnenboord te komen. Een Indrukwekkend schouwspel was het allemaal wel. Bij zonsopkomst (in dit geval boven de bergen) liepen wij de baai in en konden wij een plekje in de nieuwe jachthaven van La Coruña zoeken (opvallend veel boxen leeg). Na het aanmeren een flinke borrel op de behouden aankomst genomen. Nou ja, meer dan één dus en toen snel slapen en zo waar begon het lichaam weer wat warm te worden (vast van de drank, maar dat maakte niet uit). Na een hazenslaapje was het bellen voor een nieuwe waterpomp, maar die moest kennelijk uit China komen, want die kon pas na drie dagen (met het weekend mee, dus vijf!) worden geleverd. De schipper was daar niet blij mee, want zijn verdere traject terug, kwam daarmee in tijdsproblemen. Hij werd rustiger toen hij van andere schepen aan de steiger hoorde (Nederlanders en een Amerikaan), dat die al twee of meer weken op beter weer lagen te wachten. De Amerikaan hield het helemaal voorgezien, maakte zijn boot zomer/winter klaar en vertrok naar de States. Volgend jaar beter was zijn antwoord op onze vraag, waarom. Wij gingen ondertussen de stad verkennen en dat viel meer dan mee, zodat wij besloten ergens op een terras te gaan dineren (seafood natuurlijk!). Met langs trekkende muzikanten (er was een festival) was het meer dan aangenaam. De zondag ook in alle rust doorgebracht met een bezoek aan de bekende vuurtoren Torre de Hercules, die nog door de Romeinen was gebouwd. Het gebouw en een geweldig uitzicht over zee waren de moeite meer dan waard.
5
Torre de Hercules La Coruña
Op maandag met een huurauto naar Porto en onderweg konden wij vanaf de snelweg ons oorspronkelijk doel (Vigo) zien liggen, maar dat bleek een haven te ver. Na mij op het vliegveld te hebben afgezet, gingen de anderen naar het centrum van Porto. Zij bleven daar overnachten, omdat Carlos de dinsdag vertrok en het schippersechtpaar op de waterpomp moest wachten. Die gingen daarna bij Santiago de Compostella langs. Of het heeft geholpen? Het zou kunnen, want hun terugreis is zonder al te grote problemen verlopen. Na een dag reizen ( en veel wachten natuurlijk) thuisgekomen in Scharendijke en de volgende dagen bij moeten komen van deze avontuurlijke, maar vooral koude reis. En een volgende keer gaat de thermo-kleding zeker mee. PS. Het zeilschip ondergaat thans een refit, waarbij onder andere een radar en een actieve AIS worden geplaatst in voorbereiding van een wereldomzeiling over enkele jaren. Wim van der Linde Scharendijke
6