VIESMANN
Montagehandleiding voor de vakman
Vitocrossal 200 type CM2, 87 tot 311 kW HR-gasketel met MatriX-stralingsbrander
VITOCROSSAL 200
5604 936 NL
3/2013
Na montage deze handleiding recyclen!
Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële schade. Toelichting bij veiligheidsvoorschriften Gevaar Dit teken waarschuwt voor persoonlijk letsel.
!
Opgelet Dit teken waarschuwt voor materiële schade en schade aan het milieu.
Werkzaamheden aan de installatie ■ Installatie spanningsvrij schakelen (bijvoorbeeld met de afzonderlijke zekering of een hoofdschakelaar) en op aanwezige spanning controleren. ■ Installatie tegen opnieuw inschakelen beveiligen. ■ Bij gas als brandstof de gasafsluitkraan sluiten en beveiligen tegen onbedoeld openen.
Opmerking Gegevens met het woord "Opmerking" bevatten aanvullende informatie. Doelgroep Deze handleiding is uitsluitend bedoeld voor erkende installateurs. ■ Werkzaamheden aan gasinstallaties mogen alleen door erkende installateurs worden uitgevoerd. ■ Elektrische werkzaamheden mogen alleen door elektromonteurs worden uitgevoerd. Voorschriften
5604 936 NL
Respecteer bij de werkzaamheden ■ de ARBO voorschriften, ■ de wettelijke voorschriften inzake milieubescherming, ■ EN, NEN, VEWIN voorschriften, het bouwbesluit en eventuele lokale voorschriften
2
Inhoudsopgave 4
Montagehandleiding Afstandsmaten.....................................................................................................
5
Montageverloop CV-ketel plaatsen en uitlijnen............................................................................... Isolatie aanbrengen.............................................................................................. ■ Isolatiematten.................................................................................................... ■ Zijplaten............................................................................................................ ■ Frontplaten........................................................................................................ ■ Isolatiemat achteraan en achterste platen........................................................ Regeling monteren............................................................................................... CV-water aansluiten............................................................................................. Veiligheidsaansluitingen aanbrengen ................................................................. Elektrisch aansluiten en bovenplaat aanbrengen................................................ ■ Elektrische kabels............................................................................................. ■ Aansluitingen op het onderste deel van de regeling......................................... ■ Bovenplaten en afdekplaten............................................................................. Rookgaszijde aansluiten...................................................................................... ■ Rookgasaansluiting en sifon............................................................................. ■ Condenswaterafvoer......................................................................................... Brander monteren................................................................................................ Brander aansluiten aan gaszijde.......................................................................... Brander elektrisch aansluiten............................................................................... Branderkap monteren........................................................................................... Inbedrijfstelling en inregeling................................................................................
6 7 7 8 9 10 10 11 13 13 13 15 15 16 16 17 18 19 20 22 23
5604 936 NL
Gebruik conform het doel van de installatie....................................................
3
Gebruik conform het doel van de installatie Het toestel mag volgens de regelgeving enkel geïnstalleerd en gebruikt worden in gesloten verwarmingssystemen conform EN 12828, rekening houdend met de bijbehorende montage-, service- en gebruiksaanwijzingen en met de gegevens in het gegevensblad. Het is uitsluitend voorzien voor de opwarming van warm water. Het gebruik in bedrijven of industrie voor een ander doel als voor de opwarming van warm water geldt als niet volgens de voorschriften. Gebruik van het toestel volgens de regelgeving impliceert dat een stationaire installatie in combinatie met voor het gebruik toegelaten componenten werd uitgevoerd. Ieder ander gebruik is niet reglementair. Daaruit voortvloeiende schade valt niet onder de aansprakelijkheid. Ieder ander gebruik moet door de fabrikant in elk geval worden goedgekeurd.
5604 936 NL
Tot het reglementaire gebruik behoort ook de naleving van de onderhouds- en testintervallen.
4
Afstandsmaten
A
A
600
500 (50)
a
C
b
500 (250)
B
A Verwarmingsketel B Brander
C Geluidsabsorberende stelvoetjes (accessoires)
5604 936 NL
Maten tussen haakjes zijn minimumafstanden. Maat a: 500 mm Maat b: 400 mm Bij gebruik van Viessmann-accessoires voor installaties met twee ketels bij maat a en b: Montagehandleiding rookgascollector en hydraulische systeemverbinding
5
CV-ketel plaatsen en uitlijnen
!
Opgelet Beschadiging van de rookgasaansluiting kan tot lekkage leiden. CV-ketel niet aan de rookgasaansluiting optillen of verplaatsen.
Opmerking Als de CV-ketel op de grond wordt geplaatst, moet u voor een geschikte condenswaterafvoer (maximaal 50 mm boven de grond) in de installatieruimte zorgen.
2.
1. A
1. Stelschroeven A van boven in de voetrails schroeven.
Opmerking Wij raden aan de CV-ketel op geluidsabsorberende stelpoten (accessoires) te zetten. Deze worden van onderen in de voetrails geschroefd. 5604 936 NL
Opmerking Stelschroeven worden meegeleverd.
2. CV-ketel horizontaal uitlijnen. Er is geen speciale fundatie nodig.
6
Isolatie aanbrengen Opmerking Alle benodigde onderdelen bevinden zich in de kartonverpakking van de isolatie.
Isolatiematten
3.
2. 1.
3.
Montagehandleiding accessoires voor gesloten werking.
5604 936 NL
Opmerking Bij gesloten werking eerst de luchttoevoerleiding monteren en dan de isolatieplaten.
7
Isolatie aanbrengen (vervolg) Zijplaten 3.
5. 8x 2.
6 x 10 3,9 x 9,5
4.
4. 1.
8x
4x
3.
6 x 10
5604 936 NL
Zijplaten aan bovenste bevestigingsrails vastschroeven.
8
Isolatie aanbrengen (vervolg) Frontplaten
2.
1.
3.
3,9 x 9,5
A
2 4. 3,9 x 9,5
De schroeven boven in de frontplaat worden er pas na de montage van de keteltemperatuursensor en de voeler (zie pagina 14) helemaal ingeschroefd.
Opmerking Bij gesloten werking in de voorplaat een opening voor de luchttoevoerleiding voorbereiden en de plaat aan de perforatie A uitbreken.
5604 936 NL
Montagehandleiding accessoires voor gesloten werking.
9
Isolatie aanbrengen (vervolg) Isolatiemat achteraan en achterste platen
1. 4.
4x
2.
3.
De zijplaten, indien nodig, aan de hand van de front- en achterplaat uitlijnen. Hiervoor de lenskopschroeven in de bovenste bevestigingsrails losdraaien.
! 10
Opgelet Beschadiging van de capillaire buizen kan tot functiestoringen van de voeler leiden. Capillaire buizen niet knikken.
Opmerking Schroeven voor het monteren van de regeling zitten in de doos van de regelingsplaat.
5604 936 NL
Regeling monteren
Regeling monteren (vervolg) 3.
2. 6 x 12
1.
CV-water aansluiten Opmerking De Vitocrossal is alleen geschikt voor CV-installaties met geforceerde warmwatercirculatie. Geen 4-weg-mengklep, overstortkleppen of andere bypasses in aanvoer en retour inbouwen. Geen warmteverbruikers op de veiligheidsaansluiting aansluiten.
5604 936 NL
Alle leidingen moeten zonder belasting en spanningsvrij worden aangesloten.
11
CV-water aansluiten (vervolg) KR
SA A KV
KOA H-G20
A
Sok voor regelinrichtingen R ½ (bijv. minimumdrukschakelaar) E Aftappen en aansluiting membraanexpansievat R 1 KOA Condenswaterafvoer R ½ KR Ketelretour 87 tot 142 kW: PN 6 DN 50 186 tot 311 kW: PN 6 DN 65
KA
1. CV-installatie grondig spoelen.
2. CV-circuits aansluiten.
5604 936 NL
SA
Ketelaanvoer 87 tot 142 kW: PN 6 DN 50 186 tot 311 kW: PN 6 DN 65 Aansluiting veiligheid (veiligheidsklep en ontluchting) G 1¼
12
Veiligheidsaansluitingen aanbrengen 1. Veiligheidsaansluiting aanbrengen.
2. Aansluitingen aan CV-waterzijde controleren op lekkage.
Toegestane werkdruk: 4 bar (0,4 MPa) Testdruk: 5,2 bar (0,52 MPa)
Veiligheidsklep
Laagwaterniveaubeveiliging (waterstandbegrenzer) Beveilig de CV-ketels conform EN 12828 tegen watergebrek. Hiervoor kan de als accessoire leverbare minimumdrukschakelaar worden ingebouwd.
!
De verwarmingsketels moeten van een veiligheidsklep zijn voorzien. Opmerking Alle leidingen moeten zonder belasting en spanningsvrij worden aangesloten.
Opgelet Ongeschikte waterkwaliteit kan leiden tot schade aan het ketellichaam. De CV-ketel mag alleen met water worden gevuld dat voldoet aan de ”eisen aan de waterkwaliteit” (zie servicehandleiding).
Elektrisch aansluiten en bovenplaat aanbrengen Elektrische kabels Opmerking De keteltemperatuursensor § zit in de verpakking van de regeling. Stekker fÖ is in de regeling gestoken. Branderkabels fA en lÖ bevinden zich in de verpakking van de isolatie.
!
Opgelet Beschadiging van de capillaire buizen kan tot functiestoringen van de voeler leiden. Capillaire buizen niet knikken.
5604 936 NL
Opmerking 230V-kabels en laagspanningskabels gescheiden aanleggen.
13
Elektrisch aansluiten en bovenplaat aanbrengen (vervolg)
De voorplaat bovenaan optillen; de voeler en keteltemperatuursensor zo ver mogelijk in de dompelhuls schuiven.
4.
1.
2x
D
3.
3,9 x 9,5
A
2.
B 1.
C
A Voeler B Keteltemperatuursensor Opgelet Elektrische kabels mogen niet in aanraking komen met hete onderdelen. Alle elektrische kabels met kabelbinders vastzetten.
5604 936 NL
!
C Branderkabel D Elektrische aansluitkabels
14
Elektrisch aansluiten en bovenplaat aanbrengen (vervolg) Aansluitingen op het onderste deel van de regeling Montagehandleiding ketelcircuitregeling
Bovenplaten en afdekplaten 3,9 x 9,5
5.
4. 3,9 x 30 3.
2.
6.
A
1.
5604 936 NL
A Typeplaatje (naar keuze rechts of links)
15
Rookgaszijde aansluiten Rookgasaansluiting en sifon
1. 3.
1. Ketelaansluitstuk (accessoires) tot de aanslag in de rookgasaansluitstomp steken. Opmerking Rookgasaansluiting langs de kortste weg en iets oplopend (min. 3°) met de rookgasleiding verbinden. Vermijd scherpe knikken.
2. Rookgassysteem aansluiten. Systeemgrootte van de rookgasaansluiting: 87 tot 142 kW: 7 150 mm 186 tot 311 kW: 7 200 mm Montagehandleiding rookgassysteem Opmerking Aansluiting belastingvrij en spanningsvrij uitvoeren.
5604 936 NL
3. Sifon met water vullen en monteren.
16
Rookgaszijde aansluiten (vervolg) Condenswaterafvoer De condenswaterafvoer A moet geïnspecteerd kunnen worden. Aansluiting (buiten): 7 19 mm Neutraliseringsinrichting (indien aanwezig) Neutraliseringsinrichting achter de verwarmingsketel plaatsen en met de condenswaterafvoer verbinden. Neutraliseringsinrichting op de riolering aansluiten. Montagehandleiding neutraliseringsinrichting
5604 936 NL
Condenswaterafvoerleiding met afschot onder het stuwniveau van de rookgasverzamelkast aanleggen.
17
Brander monteren Opmerking Alle benodigde onderdelen voor de montage bevinden zich in de verpakking van de brander. De scharnierbeugel is links op de verwarmingsketel gemonteerd en kan ook rechts gemonteerd worden. 3.
2x 4x
2.
4.
5604 936 NL
1.
18
Brander monteren (vervolg) Schroeven op de keteldeur met een aanhaalmoment van ca. 18 Nm kruislings aantrekken.
Brander aansluiten aan gaszijde 1. Gasaansluiting realiseren. Opmerking In de gasleiding wordt aangeraden om in de toevoer een gasfilter te installeren. Gasaansluitdruk: 20 mbar/2 kPa Max. toegel. gasaansluitdruk: 50 mbar/5 kPa
3. Gasleiding ontluchten. Gevaar Ontsnappend gas kan explosies veroorzaken met zeer ernstige verwondingen als gevolg. Gasleiding niet via de verbrandingskamer van de verwarmingsketel ontluchten.
Gasaansluiting: 87 tot 186 kW: R 1 246 en 311 kW: R 1¼ 2. Dichtheidscontrole uitvoeren. Opgelet Verhoogde testdruk leidt tot schade aan de brander en gasarmatuur. Max. testdruk 150 mbar/ 15 kPa. Bij hogere druk voor het opsporen van lekkages de brander en gasarmatuur van de hoofdleiding scheiden (schroefverbinding losmaken).
5604 936 NL
!
19
Brander elektrisch aansluiten
fA A lÖ A
1. Controleren of de aansluitingen ”L 1” en ”N” op de netaansluiting van de regeling correct zijn uitgevoerd.
2. Branderkabels aan de aanslagzijde van de deur achter de rechter of linker afdekplaat naar beneden aanleggen.
Montagehandleiding regeling 3. Branderstekkers fA en lÖ op de MatriX-brander aansluiten. 4.
!
Opgelet Elektrische kabels mogen niet in aanraking komen met hete onderdelen.
Branderkabels op de frontplaat boven en op de afdekplaat rechts of links met kabelbinders vastzetten. Hiervoor de gaten A in de afkantingen van de platen gebruiken.
5604 936 NL
Gevaar Verkeerde aansluiting van de aders kan tot ernstig letsel en schade aan het toestel leiden. Aders ”L 1” en ”N” niet verwisselen. L1: Bruin N: Blauw PE: Groen/geel
20
Brander elektrisch aansluiten (vervolg) Montagehandleiding accessoires rookgascollector voor installaties met twee ketels.
5604 936 NL
Bij gebruik van de rookgascollector van roestvast staal voor installaties met twee ketels (accessoires):
21
Branderkap monteren 1.
4.
OPEN
2x
DICHT
3.
2.
5604 936 NL
A
22
Branderkap monteren (vervolg) Bij gesloten werking de opening A voor de luchttoevoerslang uitzagen.
Inbedrijfstelling en inregeling Gasdebiet van de brander op het nominale vermogen van de CV-ketel instellen.
5604 936 NL
Servicehandleiding CV-ketel en ketelcircuitregeling
23
24
Technische wijzigingen voorbehouden. 5604 936 NL
Viessmann Nederland B.V. Postbus 322 2900 AH Capelle a/d IJssel Tel. : 010-458 44 44 Fax : 010-458 70 72 e-mail :
[email protected] www.viessmann.com