Viering ‘Open je hart, een weg naar vrede’ Kristin Vanschoubroek 19 december 2011 Welkom We zijn in de kerstperiode. In de christelijke traditie vieren we vandaag de vierde zondag van de advent, een tijd waarin verwachtingsvol wordt uitgekeken naar de geboorte van het Kind. Kerstmis is een dag die over de hele wereld wordt gevierd, ook bijvoorbeeld in islamlanden. Daar wordt Kerstmis ‘de Dag van de Geboorte’ genoemd. Dat is inderdaad de diepe betekenis van het kerstfeest. Het verhaal van de menswording van God is het verhaal van de menswording van elk van ons. We bidden dat het goddelijke, het licht, het hart in elk van ons mag ontwaken. Het is een oproep om ten volle mens te zijn en belemmerende gewoonten te doorbreken. Daartoe steken we het licht aan. De kerstperiode is de tijd bij uitstek waarin mensen verlangen om erbij te horen. Velen worden dan bevangen door een soort heimwee, een hunkering naar een verbondenheid waar we diep in onze ziel weet van hebben en naar op zoek blijven. Deze hunkering is onlosmakelijk verbonden met een verlangen naar vrede. Vrede in ons hart, vrede in onze relaties, vrede in de wereld. Vele kerstliederen zingen over vrede aan alle mensen van goede wil. Het kerstverhaal raakt ons ook omdat het een verhaal is over kleine mensen wier kracht ligt in hun kwetsbaarheid. In die zin is het als een sprookje waarin het kleine het wint van het grote, het machtige. Maria was een ongehuwde moeder. Er was geen plaats voor haar en Jozef in de herberg. De deuren bleven gesloten. Ze moest bevallen in een stal, tussen de dieren. Het waren de herders, de laagst geschoolden, die het Kind eerst ontdekten, het hulde brachten en blij waren met de geboorte. De heersers daarentegen, met koning Herodes op kop, wilden zijn dood. Precies zij, het eenvoudige koppel Maria en Jozef en het pas geboren kind Jezus, werden de uitverkorenen, het licht van de wereld. Ook voor ons is het zo dat acceptatie van onze kwetsbaarheid ons leidt naar ons innerlijk licht. Het zijn niet onze successen die ons leren wat begrip, liefde en mededogen is, maar wel onze tegenslagen, onze moeilijkheden, dat wat in ons leven indruist tegen onze verwachtingen of verlangens. Ik heb voor deze viering de eerste preek van Franciscus van Assisi als tekst gekozen. Dat verhaal roept voor mij iets op van de sfeer en het thema van Kerstmis: het gaat over het openen van je hart voor de liefde, worden als een kind en zo vrede vinden. Ik hou veel van deze tekst, ook al is de taal ouderwets en het godsbeeld achterhaald. Ikzelf zou God niet voorstellen als ‘ons aller Vader', maar eerder als een kracht die ons leidt naar het waarachtige, naar Liefde. Franciscus van Assisi was ook diep geraakt door de kwetsbaarheid van de mens. Voor hem was het niet een kind dat hem de ogen had geopend, maar wel een melaatse, de uitgestotene in zijn tijd, de mens die buiten de stadsmuren moest verblijven. Vanaf het 1
moment waarop hij de melaatse had omhelsd was hij diep geraakt en had hij God gevoeld. De liefde in hem was gewekt en werd een brandend vuur in zijn hart. Nadat Franciscus een vervallen kerkje had heropgebouwd en zo als metser God had gediend, was nu de tijd rijp om te spreken. Het was tijd om naar buiten te komen met wat hem bezielde. In die zin gaat het ook om een geboorte. Telkens als iemand iets nieuws begint, wordt hij opnieuw geboren.
Bezinningstekst: De eerste preek van Sint-Franciscus En zo staat hij op de markt te preken, op zijn blote voeten. De mensen hangen aan zijn lippen, en ’t is zo eenvoudig. Ze luisteren niet zodanig naar zijn woorden, ze luisteren naar de muziek van zijn hart. “Mensen,” zegt hij, “neen, laat me liever broeders en zusters zeggen, want God is de Vader van ons allemaal. Laat ons in vrede leven, hartelijk als broeders en zusters en blij als kinderen. We zijn allemaal van hetzelfde deeg, maar anders gebakken. Elkeen heeft zijn gebreken maar gelukkig ook zijn goede kanten. Laat ons door onze gebreken heen God zien, die door de genade in ons hart aanwezig is, en zo zullen wij mekaar graag zien, spijts onze gebreken. Leeft zo van binnen naar buiten. Bemint Hem in elkander. God is groot en oneindig. Hij heeft de sterren en de zon gemaakt, en ons erbij. Wij leven in Zijn adem, wij zwemmen in Zijn Licht! … Och, hoe schoon is het te mogen leven! Als ge slaapt, als ge pap kookt, als ge schoenen maakt, Hij zit altijd in uw hart. Vergeet het niet. En als ge het niet vergeet, dan zult ge zijn als kinderen. Ziet de kinderen eens, ze zijn blij en ze kennen geen zorgen voor morgen. Als ze bloemen zien, juichen ze, als het sneeuwt, zingen ze, ze steken hun handekes uit naar de zon en ze lachen als het regent. Zo moet ge zijn! Zo! Juichen en bewonderen. En gelijk zij hun ouders graag zien, zo moeten wij onze hemelse Vader graag zien, en dag en nacht op Hem vertrouwen! En trekt Hij al eens aan onze oren en hebben we pijn, Hij weet waarom… Hij wil van ons heldere zielen maken. Een heldere ziel alleen kan het werk van Zijn handen zien. Bemint Hem, leeft in vrede met Hem, met mekaar en met uzelf. De kleine vrede brengt de grote vrede. De liefde wijst u de weg!” Uit 'De Harp van Sint-Franciscus', Felix Timmermans
Duiding Franciscus vertelt hoe we vrede kunnen vinden. Als we hartelijk leven als broers en zussen en elkaar aanvaarden met onze goede kanten, maar ook met onze gebreken, en ons afstemmen op God (of op de liefde), dan komt er vrede. Het lijkt zo simpel. En eigenlijk is het ook simpel. Het komt er immers op aan vanuit de essentie te leven. Maar de weg ernaartoe is niet simpel, soms zelfs heel moeilijk. Vaak gaan er oorlogen mee gepaard, zowel in ons eigen innerlijk als in onze relaties. Je kan deze tekst ook anders lezen. Je kan hem zien als een moraliserend verhaal. Toen ik bij de voorbereiding van de viering de tekst aan Vinny liet lezen, zei ze dat ze die volledig passé vond. Vooral het woord 'moeten' stoorde haar: 'Zo moet ge zijn.’ Ze zag het opgeheven vingertje. 2
En inderdaad zo kan je deze tekst ook lezen. Vrede had vroeger vaak te maken met een opgeheven vinger, met iets dat moest. 'Zwijg om de liefde Gods', of 'Zwijg voor de goede vrede'. Het was in vele families de grondtoon, een al dan niet hardop uitgesproken leuze. Vrede had vaak te maken met de onderdrukking van conflicten en agressie, met het wegstrijken van meningsverschillen. Vrede betekende vaak dat je je moest inhouden, dat je je moest beheersen en bepaalde gevoelens niet mocht toelaten. Bepaalde delen van jezelf, zeker de minder goede kanten, konden beter het licht niet zien. Zwijgen om de liefde van God. Ook in religieuze kringen leefde dit. Ze noemden het: 'je gevoelens opdragen aan God'. Vijftien jaar geleden heb ik zusters in een klooster begeleid. Daar leerde ik die uitdrukking kennen: 'iets opdragen aan God'. Alles wat hen stoorde, hun kwaadheid, hun verdriet, hun ontgoocheling, ... droegen ze op aan God. Het gevolg was dat er onderhuidse spanningen ontstonden, dat er onuitgesproken irritaties leefden, en dat dit woog op het omgaan met elkaar. Dat opdragen aan God om de vrede te bewaren leidde uiteindelijk tot veel onvrede. De zusters beseften dat en ze stonden ervoor open om op een andere manier met hun gevoelens te leren omgaan en vooral hierover te leren communiceren met elkaar. Ook de mistoestanden in de kerk, de vele misbruiken, kunnen in het licht gezien worden van de onderdrukking van gevoelens. Seksualiteit moest worden onderdrukt omwille van een hoger ideaal. De verticale dimensie, de liefde voor God, en de horizontale dimensie, hoe je die liefde voor God concreet maakt in de omgang met elkaar, waren vaak niet op elkaar afgestemd. Het waren twee verschillende werelden. We hebben gezien tot hoeveel wantoestanden en schade deze duale levenshouding heeft geleid. Niet alleen in religieuze kringen was en is dat zo. Ook in vele families was er emotionele onderdrukking omwille van een hoger ideaal. Dat ideaal kon op het geloof geënt zijn, bijvoorbeeld als mensen niet wilden scheiden omwille van hun belofte van eeuwige trouw, ook al voelden ze zich heel ongelukkig. Dat hoger ideaal kon ook wortelen in menselijk opzicht: het verlangen goed bevonden te worden, de angst voor afwijzing, minachting of uitsluiting. We kunnen het schone schijn noemen, maar we kunnen ook milder zijn en zien hoe vele mensen weinig voeling hadden met hun innerlijke kracht. Ze werden er niet op aangesproken en daardoor vielen ze ten prooi aan wat algemeen maatschappelijk werd verwacht of aan hun eigen angsten. Vaak wisten ze niet hoe ze met conflicten moesten omgaan, of hoe ze uit een situatie konden stappen en op eigen kracht hun leven leiden. Het is niet gemakkelijk echt vrij te worden, jezelf te zijn en open te spreken over wat in je leeft. Mensen voelen zich nog vaak gevangen in zichzelf. Of ze leven met geheimen, uit schaamte, uit schrik afgewezen te worden. Ook de angst om anderen pijn te doen kan een motief zijn om niet te tonen wat er in je leeft. Daarom houden vele mensen zichzelf onder controle, bang om hun gevoelens de vrije loop te laten. Ik moet in dit verband denken aan Waldo Van Raemdonck. Zijn verdwijning eerst en daarna zijn zelfdoding hebben veel mensen geraakt. Mij ook. Toen ik hoorde dat hij zichzelf van het leven had beroofd, was er iets in mij dat dit niet wou geloven. Misschien omdat hij zo'n 3
perfecte jongen was; hij zag er zo puur uit. Hij had geen enkel teken gegeven van zijn ongelukkig-zijn of van zijn wanhoop. En toch die daad… Dit gebeuren roept bij mij op dat een mens een mysterie blijft en dat het heel moeilijk kan zijn om echt in de diepte te peilen. De ziel blijft soms versluierd. We kunnen niet anders dan deemoedig ons hoofd buigen voor dit leed en onze onmacht erkennen. Toch blijft het tegelijk heel belangrijk dat we oog en oor hebben voor de binnenkant van mensen en dat we leren spreken over wat in ons leeft: onze angsten, onze onzekerheid, onze twijfels, onze vreugde, dat wat ons echt gelukkig maakt. We kunnen het leren: onze eigen kwetsbaarheid onder ogen zien, die doorleven en zo een uitnodiging zijn voor anderen. We kunnen kiezen om de weg te gaan naar innerlijke vrijheid en zo onbevooroordeeld leren luisteren. Wij zijn immers allemaal spiegels voor elkaar. Als iemand bijvoorbeeld zijn wanhoop uit en hij ziet enkel angst in de ogen van de ander, of hij ziet dat die ander onmiddellijk naar oplossingen zoekt, dan krijgt hij het gevoel dat hij niet normaal is, dat wat hij beleeft angstwekkend is of belastend en zo geraakt hij nog dieper in de put. Je zou voor minder leren je leed te verbergen. Als we een cultuur van mildheid en begrip ontwikkelen, zullen mensen gemakkelijker naar buiten durven komen met wat in hen leeft. Als we met onze kwetsbaarheid naar buiten kunnen komen, als ze het licht mag zien, dat kan ze transformeren naar kracht. Ieder van ons bezit de mogelijkheid empathie te ontwikkelen, anderen te begrijpen en zich niet langer af te schermen. Mensen stellen mij soms vragen in verband met mijn beroep als therapeute. Kan je je voldoende afschermen? Kan je voldoende afstand bewaren? Ik ervaar het zo: als ik mij afscherm van de ander, als ik zijn pijn niet kan toelaten, dan scherm ik mij af van mijn eigen hart. Precies het verbinden van mijn hart met dat van de ander, precies het meevoelen met de ander, maakt mij ontspannen. Als ik ruimte kan geven aan de pijn, de wanhoop of de liefde van de ander, dan geef ik mezelf ruimte. Wat ik geef aan de ander, geef ik aan mezelf. Hoe dichter ik bij hem of haar kan komen, hoe dichter ik bij mezelf kom. Ik las een tijd geleden een interview met David Grossman. Hij is een Israëlisch schrijver die veel inspanningen doet om Israël te verzoenen met de Palestijnen en daarvoor ook een vredesprijs ontving. Grossman heeft zelf een zoon verloren in de strijd tussen Israël en Palestina. In het interview wordt hem gevraagd: “Veronderstel dat de vrede nog lang op zich laat wachten, wat zou dan je grootste wens zijn?” Hij antwoordt: “Ik zou willen leren mij bloot te stellen aan de gruwel en het kwaad die het conflict elke dag schept zonder mij uit zelfverdediging af te schermen. Ik kijk en ik zie en hou mijn ogen open. Ik kan het niet altijd, daar heb ik de innerlijke kracht niet voor. Maar ik wil vooral onthouden dat mijn tegenstander, mijn vijand, die mij haat en mij als een bedreiging voor zijn bestaan ziet, ook een mens is, met een gezin en kinderen, met zijn hoop, zijn opvatting van rechtvaardigheid, zijn wanhoop en zijn angsten.” Ieder van ons kan zich hierin herkennen, al is het in het klein. Ieder van ons komt wel eens in een situatie van onvrede: door ouders met wie je overhoop ligt, een partner die je niet 4
begrijpt of waar je geen aansluiting mee voelt, kinderen die een weg gaan die je pijn doet of waar je vragen bij hebt, vrienden die je ontgoochelen, … Het komt erop aan de situatie helder te zien, de pijn (de kwaadheid, het verdriet) die ze oproept te doorleven en naar je hart te brengen. Zo kan je stilaan helen. Dan kan er ruimte komen voor de beleving van de ander. Dan kan je zien dat de ander ook een verhaal en een motief heeft om zo te handelen. Empathie betekent niet dat we de ander gelijk moeten geven. Het gaat niet om gelijk, het gaat om een voortdurende oefening om de werkelijkheid vanuit het perspectief van de verschillende betrokkenen te zien. Zo kunnen we bijvoorbeeld naar de aanslag in Luik kijken vanuit de verschillende mensen die hierin betrokken zijn. We kunnen kijken naar de slachtoffers. Dat is niet moeilijk. Een gevoel van meeleven komt vanzelf op. Het is veel moeilijker om naar de dader te kijken. Algauw voelen we weerstand. Vanuit die zelfverdediging gaan we oordelen. Het is een goede oefening om te proberen zien dat een mens altijd meer is dan zijn daden. Natuurlijk moeten bepaalde daden veroordeeld worden en natuurlijk moet de samenleving beveiligd worden, maar dat betekent niet dat we zo’n man moeten dumpen, dat we hem zijn waardigheid mogen ontnemen. We kunnen met ons hart kijken naar deze man. Wat heeft ervoor gezorgd, welke angst, welke benauwdheid, welk belast verleden dat zijn stoppen zijn doorgeslagen? We kunnen ook kijken naar zijn vrouw. Zij is verpleegster en leeft nu ondergedoken. Dat zal wel nodig zijn voor haar veiligheid. Wordt ze gestraft omdat ze in haar man is blijven geloven? Omdat ze gekozen heeft voor de liefde? Hoe kijken we hiernaar? We kunnen naar alle betrokkenen kijken met ons hart. We moeten hierin geen keuze maken. Liefde sluit iedereen in. Het gaat er niet om te zoeken naar wie gelijk heeft, het komt erop aan de geleden pijn op te nemen in je hart en die te verdragen. Maar het is zoals David Grossman zegt: we hebben daar niet altijd de innerlijke kracht voor. Zeker in het dragen van de pijn waar we zelf in betrokken zijn, is het goed voor onszelf te zorgen en rekening te houden met onze beperkingen. Want ook dat is leven vanuit het hart: dat we ons afstemmen op ons eigen ritme en niet steeds moeten meegaan in de mallemolen van het leven. Dat we regelmatig bij onszelf op bezoek gaan, zodat we kunnen voelen wat er in ons leeft. Dat we ons leven inrichten in overeenstemming met wie we zijn. En dat we onze vreugde en onze pijn naar ons hart kunnen brengen, ons er laten van doordringen tot ze één zijn. Zo kunnen we weet krijgen van de hartenklop van het leven. Zo wordt de weg vrijgemaakt naar de onvoorwaardelijke liefde die in elk van ons een plekje zoekt.
5