nummer 141 / vierendertigste jaargang nr. 3, september 2010
2
Colofon
Redactioneel
Midden-Delfkrant nr. 141 Uitgave van de Midden-Delfland Vereniging Verschijnt viermaal per jaar. Losse nummers e 3,00 Gedrukt op chloorvrij gebleekt papier. Redactie Karin Kievit Ankie Maessen (eindredacteur) Pia van Oord (hoofdredacteur) Frits van Ooststroom Joke Rodenburg-van der Ende Redactie-adres Midden-Delfkrant, Burgemeester Musquetiersingel 40, 2636 GG Schipluiden,
[email protected] Basis lay-out Frits van Ooststroom, Stad en Streek Cultuurhistorie Productie en druk Drukgroep Maasland, Maasdijk-Coldenhove
Het lijdt geen twijfel: de zomer is bezig het loodje te leggen en de herfst stormt eraan. Het stormt in Midden-Delfland ook figuurlijk met een fikse bedreiging van de Zuidbuurt door de mogelijke aanleg van de Blankenburgtunnel. Daarom staat de Zuidbuurt op de cover en hebben we een bewoner uit de Zuidbuurt gekozen voor het portret: Gerrit Sonneveld, de voormalige machinist van het gemaal van de Aalkeetbinnenpolder vertelt over zijn ervaringen op deze bijzondere plaats. Het duo Arnold van Adrichem en Govert van Oord heeft dit keer een melkveehouder met een passie voor rode koeien bezocht, Aad Kester in Abtswoude. In dit nummer weer een boerderijverhaal van Frits van Ooststroom, dit
keer over nieuwe melkhuisjes. De vogels zijn goed vertegenwoordigd met twee artikelen: er nestelden buizerds langs de Vlaardingervaart en Vockestaert neemt ons mee naar ganzen in de polder. Verder een terugblik op de MiddenDelfland Dag, de ontdekking van een zeldzaam kroosmos, een boekrecensie over de Vlaardingen-cultuur, MiddenDelfland opgenomen in de Canon van de Ruimtelijke Ordening en nog veel meer. Tenslotte in deze Midden-Delfkrant twee oproepen: een om te helpen boerderijnamen te inventariseren en een om mee te doen aan de inventarisatie van bomen in Midden-Delfland met een verhaal, want ook in de polder zijn bomen belangrijk.
Overname van artikelen is in vele gevallen mogelijk in overleg met de redactie. Kopij en suggesties voor kopij zijn van harte welkom bij de redactie. Verantwoording Publicatie van artikelen behoeft niet te betekenen dat de daarin vervatte meningen het inzicht van de Midden-Delfland Vereniging weergeven. Abonnementen op de Midden-Delfkrant zijn alleen mogelijk door lid te worden van de Midden-Delfland Vereniging. De minimum contributie bedraagt e 17,50 per jaar. Aanmelding door storting op 3928463 (ING) of 14.37.75.367 (RABO) ten name van de Midden-Delfland Vereniging te Maassluis, onder vermelding van ‘nieuw lid’. U kunt ook bellen: (010) 591 90 93 of schrijven: ledenadministratie Midden-Delfland Vereniging, Burgemeester Musquetiersingel 40, 2636 GG Schipluiden. Opzegging van het lidmaatschap/ abonnement uitsluitend schriftelijk aan de ledenadministratie. Opzegging kan slechts geschieden tegen het einde van het verenigingsjaar en met inachtneming van een opzegtermijn van vier weken. Website www.middendelflandvereniging.nl
Inhoud Redactioneel / 2 Vakantie / Ben van der Velde / 3 Op het gemaal aan de Zuidbuurt “Machinisten en molenaars leven met de wind en de natuur” / Gemma van Winden / 4 Roofvogelnest dichtbij dorpskern / C.C.A. (Kees) van Paassen / 6 Nacht van de Nacht / 7 Twee ‘nieuwe’ melkhuisjes Bouwhistorische verkenningen / Frits van Ooststroom / 8 A4 / A13-A16 / A20 / A24 Verkeersplannen beklemmen Midden-Delfland / Ben van der Velde / 10 Kroosmos in Delfland Waterkwaliteit verbeterd / Cor Nonhof / 11 Elke koe is anders Aad Kester: De koeiencoach / Govert van Oord / 12 Een bijzondere Midden-Delfland Dag / KK / 14 Perspectief voor de melkveehouder Programma ‘Duurzaam Boer Blijven in Midden-Delfland’/ Ronald Driessen / 16 De geur van veen Boek over de Vlaardingen-cultuur / FvO / 18 Het oudste raadhuis van Vlaardinger-Ambacht Archeologische opgraving / FvO / 19 ‘Krek Wak Wou’ Boerderijnamen / Frits van Ooststroom / 20 Midden-Delfland in canon ruimtelijke ordening van Nederland / Pia van Oord / 21 Ganzen in Midden-Delfland Bericht van Vockestaert / Nico van der Wel / 22 Beste redactie / 23 Uit onze winkel / 24 Oog voor Midden-Delfland Onderwijspilot van Vockestaert en het CLD / Karin Kievit / 25 Oproep boerderijnamen / 25 Verenigingsnieuws / 26 Harry Arkesteijn nam afscheid van het bestuur / PO / 27 Onorthodox / Roelof uit Beijerse / 28 Bomen met een verhaal Monumentale bomen in Midden-Delfland / Pia van Oord / 28
Foto voorzijde: Zuidbuurt, Henk Groenenndaal. vierendertigste jaargang nr. 3, september 2010
3
Vakantie Voor de meesten van ons zit de vakantie er weer op. De recessie ten spijt, wedijverden toch heel veel van mijn kennissen, vrienden en familie met elkaar met verre reizen. Exotische oorden werden aangedaan, maar ook het romantische Frankrijk, het warme Spanje en het Duitsland om de hoek. Om daar dan gezellige marktjes met streekproducten te bezoeken. Allemaal heel geweldig en ook verdiend natuurlijk en ik ben de laatste die moeilijk doet over al de CO2 uitstoot die veroorzaakt wordt door al die verre reizen. In de vakantie telt dat opeens een stuk minder. Natuurlijk zijn we ons ervan bewust, maar we hebben het toch verdiend? Nogmaals ik doe daar niets aan af, iedereen draagt zijn of haar eigen verantwoordelijkheid en we kunnen het in het rest van het jaar wel weer goed maken. Verantwoord boodschappen doen bijvoorbeeld. Letten op al die keurmerken op de artikelen die we kopen. Zelf kan ik daar niet zo goed wijs uit, maar natuurlijk doe ik mee. En het blijkt dat streekproducten opvallend goed scoren met betrekking tot CO2-uitstoot. Er wordt niet mee van hot naar her gesleept in ieder geval. Parkje langs het Molenslootpad in Maasland. Foto Tiny van der Meer.
vierendertigste jaargang nr. 3, september 2010
Streekproducten. We vinden ze op alle vakantiebestemmingen, maar we hebben ze hier ook! Producten, die niet ver hoeven te reizen en wij, die niet naar die producten hoeven af te reizen. Producten uit onze streek, die alle concurrentie kunnen weerstaan. Er zijn zelfs ideeën om met name op het gebied van zuivelproducten een grote slag te slaan. Ik daag u allen uit om naar die verschillende producten op zoek te gaan. Een aantal ondernemers heeft zich de laatste jaren toegelegd op deze producten. Evenals het opzetten van overnachtingsmogelijkheden de zogenaamde bed en breakfast. Wie wil er niet overnachten en van een ontbijt genieten in Midden-Delfland? Landelijk logeren dus. Binnen ons gebied zijn ook een aantal leuke terrassen waar je na het wandelen of fietsen goed kan verpozen. In Schipluiden hebben ondernemers dit jaar twee geweldige horecagelegenheden gerealiseerd, de 49 andere weken in het jaar vier ik vakantie in Midden-Delfland.
Ben van der Velde
Voorzitter Midden-Delfland Vereniging
4
“Machinisten en molenaars leven met de wind en de natuur”
Op het gemaal aan de Zuidbuurt Toen hij in 1970 op het gemaal van de Aalkeetbinnenpolder ging wonen, verklaarden mensen hem voor gek: “Je moet daar binnen de kortste keren weer weg voor de tunnel die door het gebied komt,” zeiden de mensen. Maar nog steeds wonen Gerrit Sonneveld en zijn vrouw Femmy SonneveldGroenendaal naar volle tevredenheid in hun woning van het gemaal langs de Zuidbuurt. Wel hangt er inmiddels een groot spandoek tegenover zijn huis: ‘Blankenburgtunnel Nee!’ Wat dat betreft veranderde er kennelijk niet zoveel en is er nu weer de dreiging van een tunnel. De ontwikkelingen met betrekking tot het waterbeheer van de polders zijn in de loop der jaren wel heel hard gegaan, dus tijd voor een interview met de voormalige machinist van het ‘watermachien’ aan de Aalkeetpolders. Drie generaties terug kwam de eerste Sonneveld op de molen aan de Zuidbuurt. “Opa Piet was met twee broers deze kant op gekomen. Ze werden alledrie machinist of molenaar. Opa streek aan de Zuidbuurt neer terwijl zijn ene broer naar het gemaal van de Holierhoekse en Zouteveensepolder ging en de ander naar de Westgaag trok,” zegt Gert. Een tableau in de machinekamer van het gemaal meldt dat op de 14e van de hooimaand, dus in juli, 1809 de eerste steen gelegd werd voor de bouw van een watermolen. “Mijn opa was dus nog echt molenaar. Hij kreeg 8 kinderen waarvan mijn vader de jongste was. Opa overleed op jonge leeftijd in 1916.
Oom Jacob, die hem opvolgde, bleek machinist in hart en nieren. Toen er in 1882 een stoomgemaal kwam om het waterpeil van de polders te regelen, werd de molen afgebroken. In 1931 werd het scheprad vervangen door een vijzel en dieselmotor,” weet Gert te vertellen. De oude motor prijkt nog steeds in het gebouw, ook al is hij al twintig jaar buiten gebruik. In 1990 kwam er namelijk een elektrisch gemaal, dat een klein stukje verder aan de dijk ligt. Opvolging “Oom Jacob en tante Jaantje waren kinderloos. Op zijn 77e wilde Jacob na 53 jaar wel stoppen met het
De voormalige machinist voor de dienstwoning waar in de ruiten het protest tegen de Blankenburgtunnel weerkaatst.
Gert Sonneveld anno 2010.
gemaal maar dan zou hij mij graag hier op deze plek zien.” Gerrit die in het dagelijks leven meestal Gert genoemd wordt, werd geboren aan de Maassluisedijk. Hij kwam regelmatig bij zijn oom en tante aan het gemaal. Hij woonde later met zijn vrouw Femmy in Maasland in een klein huisje aan de Stationsstraat. Hun woning was lekker goedkoop: fl 5,- per week, maar werd te klein toen zij drie kinderen hadden. Gert wilde een groter huis kopen in Maasland waar toevallig de voorzitter van het polderbestuur ook zijn oog op had laten vallen voor zijn schoonzus. “Of dat heeft meegespeeld weet ik niet precies, maar ik werd gekozen uit de dertig kandidaten die zich gemeld hadden voor het gemaal.” Gert kon zijn werk als chauffeur op een veewagen wel combineren met het waterbeheer. “Als ik beloofde dat ik ervoor zou zorgen dat het water uit de polder bleef.” Aldus geschiedde. Kantonnier “We moesten de Vliet hier in de Zuidbuurt ook schoonhouden. Toen wij hier naartoe zouden verhuizen, is de woning eerst verbouwd. Het was nog in de oorspronkelijke staat zoals opa gewoond had, met bedsteden en een open zolder. Oom Jacob bleef mij nog vier jaar lang wat assisteren. Hij was inmiddels in ons huisje in Maasland getrokken en fietste dagelijks heen en weer. Kon ie meteen mijn varkens voeren.” Als chauffeur van de veewagen moest Gert voor dag en dauw aan het werk. “Het voordeel was, dat ik weer vroeg thuis was en dan gerust nog tot tien uur ’s avonds
vierendertigste jaargang nr. 3, september 2010
5
ben het protestspandoek samen met de buren opgehangen en natuurlijk tekenden we tegen de aanleg van de tunnel. Als die er namelijk komt, dan moet ie onder de Waterweg en onder het spoor door en ergens 10 meter omhoog komen om aansluiting te vinden. We verwachten dat ie dan door de Zouteveensepolder naar de A4 zal gaan lopen. Dan houd je niks meer over van het mooie gebied van Midden-Delfland en zeker niet van de Zuidbuurt. Er zijn hier een hoop recreatiemogelijkheden gemaakt in de buurt. We hebben nog maar twee actieve boeren: Olsthoorn en Zonneveld. Als die Blankenburgtunnel er komt, dan verdwijnt alles. Eeuwig zonde, want het groen hier vormt juist een goede buffer tussen de steden.”
Detail van de motor die jarenlang de polders op peil hield.
kon malen.” In de tweede helft van de jaren 70 werd Hoogheemraadschap Delfland eigenaar van het gemaal en Gert werd ambtenaar. “Ik was kantonnier van het district Maassluis; dat betekende dat ik alle boezemkades moest controleren op mollen, ratten, lekkages enz. Delfland had vier districten. De Harnaschpolder, de Holierhoekse en Zouteveense Polder, de Aalkeetbinnen- en buitenpolder, de Foppenpolder en de Sluispolder, de Dijkpolder, de Oranjepolder, de Hoefpolder en de Groeneveldsepolder vielen onder Maassluis. Ik moest dat allemaal in de gaten houden. Het was echter geen straf om er doorheen te wandelen en ik kreeg er nog geld voor ook,” lacht Gert bij de herinnering. Seinmasten Als ’s nachts het water hoog dreigde te komen bij hevige regen, dan moest Gert zijn bed uit en kon hij ook niet naar de veemarkt; er diende gemalen te worden. Hij mocht niet verder dan 100 meter bij de machinekamer vandaan, zodat hij alles kon controleren. “Natuurlijk had je dan overleg met collegamachinisten. Dat ging vroeger wel anders toen er nog geen telefoon was,” zegt Gert. Hij weet zich te herinneren dat Oom Jacob andere communicatiemiddelen moest gebruiken. In Schipluiden aan de kade bij het gemaal waar Berkhout woonde, stond een hoge mast. Als daar een grote bal in gehangen werd, mocht er niet meer gemalen worden. Dan had oom Jacob de motor net lekker op stoom en dan moest hij alweer stoppen.”
Regen, regen en regen Als Gert hoog water in de polder verwachtte of een bruiloft had, dan ging hij vooruit malen. “Als het nodig was, maalden we ook op zondag. Het is wel gebeurd dat het waterpeil zo hoog kwam, dat we vier dagen en nachten door gemalen hebben. Ik sliep slechts af en toe een uurtje op de bank terwijl mijn vrouw de boel in de gaten hield. Delfland belde pas op de vierde dag op of ik het allemaal wel aankon.” De machinisten werden uitbetaald per oppervlakte van de polder. Gert had 450 ha droog te houden. Het elektrische gemaal draaide 45.000 liter per minuut. “Voor iedere millimeter regen die er viel, moest ik een uur draaien. Die regen viel natuurlijk ook wel als het mij niet uitkwam.” Dreiging voor het prive paradijsje In 1990 werd Gert clustermachinist; hij moest zeven gemalen nalopen. “Toen ik 61 was, werd de cluster groter en kon ik stoppen met werken. Ik heb hobby’s genoeg, dus ik maakte daar dankbaar gebruik van. In 2002 wilde Delfland de dienstwoning afstoten en konden wij dit huis kopen. Ook de motor is ons eigendom. Af en toe laat ik hem draaien, zoals tijdens afgelopen monumentendag.” Vanuit het keukenraam van de familie Sonneveld kijk je in de richting van de Waterweg. “Het is dat er bomen voor staan, anders zouden wij zo de schepen voorbij zien varen.” Het zou natuurlijk eeuwig jammer zijn als de Blankenburgtunnel een einde aan het paradijsje van Gert en Femmy maakte. “We heb-
vierendertigste jaargang nr. 3, september 2010
Eén met de natuur Ondanks die zorgen die als donkere wolken ook boven de Zuidbuurt hangen, genieten Gert en zijn vrouw iedere dag weer van hun mooie locatie. Ze vermaken zich best met hun kippen en de grote moestuin. Ook let hij op de koetjes van de buurman.” Ik blijf een buitenmens en kijk met veel plezier terug op mijn werkzame leven. Machinist zijn is het mooiste beroep wat er is. Je leeft met de natuur en met het water!”
Gemma van Winden-Tetteroo Foto’s auteur.
De watergang van de oorspronkelijke molen.
6
Roofvogelnest dichtbij dorpskern Rond maart 2010 zag ik tijdens mijn dagelijkse kanotochten vaak buizerds stunten in de buurt van het kleine eilandbosje in de Duifpolder, vlak naast de Vlaardingervaart, circa 400 m ten zuiden van de Trambrug. Langzaam cirkelden zij omhoog in de thermiek van de warme lucht, zonder hun vleugels te bewegen. Tijdens de daarop volgende daalvlucht maakten ze samen kapriolen en riepen zij elkaar toe met het karakteristieke buizerdgeluid, een miauwend ‘piii-eh’.
Volgens de Elsevier ‘Broedvogelgids’ broeden buizerds 33 à 35 dagen en zijn de jongen na het uitbroeden in 40 à 49 dagen vliegvlug. Op 15 juni was het eerste nieuwsgierige buizerdkuiken met witte kop boven de nestrand zichtbaar en vanaf 21 juni tot 30 juni waren er zelfs twee buizerdkuikens die mij met hun grote ogen aankeken. In de maand juli – tijdens mijn vakantie langs de Ardèche in ZuidFrankrijk – zijn de jonge buizerds uitgevlogen want het nest was begin augustus verlaten. Wel kwam er zo nu en dan een jonge bruine buizerd in de buurt van het oude nest en riep dan klagend om voedsel. Op 3, 5 en 15 augustus heb ik diverse foto’s gemaakt van buizerds die in en bij het eilandbosje zaten, vlogen en riepen. De buizerds zijn, nu de jongen zijn uitgevlogen, duidelijk veel minder schuw dan voorheen. Er hoeven nu geen eieren of jongen in het nest beschermd te worden.
Twee jonge buizerds, twee dagen nadat ze voor het eerst samen over de nestrand keken.
Zou het echt gebeuren dat - zo dicht bij de woonkern Schipluiden - buizerds een nest gaan maken? Ja hoor, een paar weken later zag ik één en soms twee buizerds in een kale boom op de uitkijk zitten en zo nu en dan in trage glijvlucht de Duifpolder invliegen om dan vaak op zo’n 150 m van het eilandbosje te landen. Een zeer groot nest werd goed zichtbaar in de elzenboom in de zuidwesthoek van het eilandbosje op zo’n 5 m hoogte boven het slootje dat het eiland omringt. Naast de nestboom staat een kale elzenboom waarvan de zijtakken door de buizerds werden gebruikt om het grote nest (horst genaamd) te bouwen. De kale boom en de nestboom werden door de buizerds als uitkijkposten gebruikt. Als een vierendertigste jaargang nr. 3, september 2010
voetganger het eilandbosje naderde dan verwijderden de op de uitkijk zittende buizerds zich geruisloos met een lange glijvlucht in de Duifpolder. Het was dus moeilijk om in de paartijd de schuwe volwassen buizerds van dichtbij te fotograferen. Toen de wilgenbomen groene blaadjes kregen werd het nest vrijwel elke dag met bebladerde wilgentakken door de buizerds gecamoufleerd. Met mijn kano kon ik – schuilgaand achter het riet van de westoever van de Vlaardingervaart – de op de uitkijk zittende buizerds tot op ca. 50 m benaderen, zodat ik met mijn toestel op telestand foto’s kon maken waaruit bleek dat ze vanaf 23 april langdurig op het nest zaten en dus met het uitbroeden van de eieren waren begonnen.
Op zondag 8 augustus had ik van 14.00 tot 14.45 uur een zeer bijzondere ervaring. Ik zag namelijk een jonge bruine buizerd op de noordoever van de Middelvliet staan. Ik kon hem twee keer redelijk dichtbij - met zon in de rug - fotograferen, voordat hij opvloog en op de zuidoever weer neerstreek. Ik liet mij daarna met de lichte noordenwind langzaam naar hem toe drijven. Tot mijn grote verbazing bleef de jonge buizerd rustig zitten, zodat ik wel 120 foto’s op ca. 2 meter afstand kon maken voordat hij opvloog en zich voegde bij vier andere roepende buizerds boven het reigersbos van de vlietlanden. Fotosessie Vier dagen later, op donderdag 12 augustus, zat de jonge bruine buizerd weer op precies dezelfde plaats op de zuidoever van de Middelvliet. Nadat ik dichtbij een aantal opnamen had gemaakt kwam hij, nog tijdens de fotosessie, zelfs nog iets dichterbij gehuppeld. De jonge buizerd hield zich tijdens de fotosessie vooral bezig met het indringend gadeslaan van de fotograaf maar ook rondcirkelende vliegen, libellen en vlinders hadden zijn grote belangstelling. Hierbij draaide hij heel sterk zijn kop, waardoor diverse fotostanden ontstonden. Het enige echte fotoprobleem was de zonnestand, waarbij tegenlichtopnamen slechts een beetje voorkomen konden worden door voorzichtig
7
Ouder (rechts) voert jong bij vroege ochtendzon. Het buizerdnest werd dagelijks gecamoufleerd met verse bebladerde wilgentakken.
voor- of achteruit trekken van de kano langs de zuidoever. Teneinde de jonge buizerd niet weg te jagen dienden alle bewegingen langzaam uitgevoerd te worden, inclusief het verwisselen van fotogeheugen en batterij voor de talrijke foto’s. Na een fotosessie van ruim een half uur kreeg de jonge buizerd wellicht honger want hij begon klagend te roepen, wat mij een foto met geopende snavel opleverde. Volgens de ANWB Vogelgids eet de buizerd voornamelijk woelmuizen doch ook vogels, konijnen, reptielen, amfibieën, insecten en regenwormen. We mogen dus verwachten dat de Vlietlanden aan beide kanten van de Middelvliet, met zijn vele Noordse woelmuizen en kikkers, voor de buizerds een paradijs zal zijn.
Indrukwekkend De grootte van de buizerds wordt vaak onderschat, omdat zij meestal slechts veraf of hoog in de lucht gezien en gehoord worden. Als de buizerd vliegend bij zijn nest gezien wordt valt zijn enorme grootte pas echt op. Hij heeft zeer brede vleugels met een indrukwekkende vleugelspanwijdte van 110 tot 132 centimeter. De buizerd is een imposante roofvogel die vaak op verhogingen, zoals palen en hekken, speurt naar zijn prooi. Ondanks zijn imposante verschijning wordt hij toch vaak geplaagd en achtervolgd door groepjes kraaiachtige vogels.
C.A.A. (Kees) van Paassen Foto’s auteur.
Het eilandbosje met buizerdnest (iets boven het midden van de foto).
vierendertigste jaargang nr. 3, september 2010
Eén van de ca. 300 foto’s van een jonge buizerd, gemaakt tijdens twee unieke fotosessies langs de zuidoever van de Middelvliet, bij meerpaal 5.
Nacht van de Nacht Op 30 oktober 2010 wordt voor de zesde keer de Nacht van de Nacht gehouden, met aandacht voor lichtvervuiling, voor de kwaliteit van donker en voor energiebesparing door minder en zuiniger verlichting. Dit is een landelijk initiatief van de Provinciale Milieufederaties en Stichting Natuur en Milieu. Overheden en bedrijven wordt gevraagd die nacht hun lichten te dimmen bij één of meerdere gebouwen. En daarnaast maatregelen te nemen om permanent de verlichting te verminderen en/ of zuiniger te maken. Maar ook burgers of groepen die (ludieke) activiteiten (gaan) uitvoeren in het kader van lichtvervuiling kunnen zich melden bij Punt:
[email protected], telefoon 010 476 53 55 (contactpersoon: José Uitenbroek). Voor verdere informatie zie: www.nachtvandenacht.nl. Op deze website kunt U zich ook aanmelden voor de digitale nieuwsbrief, waarmee U op de hoogte blijft van de laatste ontwikkelingen rond de Nacht.
8
Bouwhistorische verkenningen
Twee ‘nieuwe’ melkhuisjes Het gebruik van melkhuisjes bij boerderijen is een typisch regionaal verschijnsel. Alleen in Delfland kwamen ze voor. Ze werden vooral in de negentiende eeuw gebruikt. Melkhuisjes waren aan de buitenzijde tegen de kelder gebouwd. In het huisje was een pet (een gemetselde waterbak) en meestal ook een pomp. In de pet werden na het melken de kannen met melk in koud grondwater voorgekoeld. Daarna werden de kannen de kelder in getild via een breed ‘doorgeefluik’. Zo hoefde de boer maar één keer om te lopen. Ook in de kelder waren petten met koud grondwater om de melk koel te bewaren tot verwerking tot boter en kaas. In een latere periode werden de melkhuisjes gebruikt om de melkkannen koel te bewaren tot transport naar de melkfabriek. Veel melkhuisjes zijn verdwenen, eenvoudigweg gesloopt omdat ze niet meer nodig waren. Soms is aan sporen op de buitengevel van de boerderij nog goed de plaats te herkennen waar het melkhuisje heeft gestaan. In 1989 werd een bestaand melkhuisje nagebouwd bij de toenmalige kantoorboerderij van het Recreatieschap MiddenDelfland aan de Zuidbuurt 85 in Vlaardingen. De bedoeling was om op openbaar terrein voorbeelden te realiseren van erfelementen die vroeger gebruikelijk waren op het boerenerf. Behalve een melkhuisje zijn ook een karnmolen en een hooiberg herplaatst bij de kantoorboerderij. Helaas is het kantoor van het schap naar Schiedam verhuisd en is het terrein minder toegankelijk geworden. Vrijwel altijd waren melkhuisjes van houten latwerk opgetrokken, zodat de koele wind vrij spel had. Vaak was dat latwerk aangebracht in fraaie geometrische patronen, zeker wanneer het melkhuisje vanaf de openbare weg goed zichtbaar was. De boer toonde graag zijn welstand, ook in de versieringen van het melkhuisje. Een bijzonder vorm van het melkhuisje is de inpandige. Hierbij is een gedeelte van de kelder afgescheiden en in de buitengevel voorzien van een enkele of dubbele deur van latwerk. De in Midden-Delfland bekende inpandige melkhuisjes zijn allemaal gebouwd tussen 1880 en 1890, dus in een korte periode. Inpandige melkhuisjes worden aangetroffen bij de boerderijen Comvierendertigste jaargang nr. 3, september 2010
mandeurskade 36 en 46 in Maasland, Zuidbuurt 89 in Vlaardingen en een restant bij Rotterdamseweg 217 ten zuiden van Delft. In het afgelopen jaar zijn twee melkhuisjes teruggebouwd op hun oude plaats. Het betreft hier geen houten, maar stenen huisjes, beiden waarschijnlijk oorspronkelijk gebouwd in de negentiende eeuw. Karperhoeve Het melkhuisje bij de boerderij Karperhoeve, Zuidbuurt 5 in Maassluis was al geruime tijd geleden afgebroken. Op een in de jaren tachtig gemaakte foto is een spoor van de aansluiting van het dak van het melkhuisje zichtbaar. Later werd dit spoor weggestuukt. Er was echter een oude foto voorhanden waarop het melkhuisje met zadeldak en fraai gesneden windveer, te pronk stond. De foto laat het melkhuisje zien tegen de kelder/opkamergevel. Tegen de gevel van de werkruimte
Interieur van een voormalig melkhuisje aan de Oostgaag in Maasland. In de pet liggen kolen. Het doorgeefluik is goed te zien. Op de voorgrond de onderkant van de houten pomp.
In 1989 werd bij de boerderij Zuidbuurt 85 in Vlaardingen een melkhuisje nagebouwd, naar een voorbeeld van een melkhuisje aan de Oostgaag in Maasland.
Hier wordt de laatste hand gelegd aan het ‘nieuwe’ melkhuisje van de Zonnehoeve.
staat een pomp. Tussen het huisje en de pomp staat een houten jukje; hierop werd een goot gelegd. Zo kon het koude grondwater van de pomp in de pet stromen. De restauratie van de boerderij (uit 1711) vormde aanleiding het melkhuisje
Melkhuisje tegen de voorgevel van boerderij Torenzicht, Westgaag 74 te Maasland. Detail van aquarel J. Verheul Dzn., 1933.
9
Een oude foto toont het stenen melkhuisje van de Karperhoeve, Zuidbuurt 5 in Maassluis. Rechts de houten pomp.
Het ‘nieuwe’ melkhuisje van de Karperhoeve in 2010.
te herbouwen. Opdrachtgever was de familie Hollaar en de herbouw werd uitgevoerd door aannemer Sonneveld uit Vlaardingen.
In de jaren 80 stond het melkhuisje van de Zonnehoeve, Trekkade 24 in Vlaardingen er nog redelijk bij. Later is het sterk verzakt zodat stutten noodzakelijk werd. De gevel van het woongedeelte van Westgaag 74 heeft een zwarte plint (om de warmte vast te houden), de kelder heeft een witte plint (om de warmte te reflecteren). De witte plint loopt omhoog waar het melkhuisje heeft gestaan. Het doorgeefluik is nog aanwezig.
Zonnehoeve Het melkhuisje bij de Zonnehoeve, Trekkade 24 in Vlaardingen stond er al geruime tijd slecht bij. De boerderij is gebouwd op een terp en door daling van het polderpeil klinkt het veen onder de terp in, waardoor de stabiliteit van het gebouw niet meer optimaal was. Het melkhuisje verzakte, kwam los van het voorhuis en dreigde zelfs om te vallen. Dat zou zonde zijn. Besloten werd het huisje te herbouwen en van een stevige, betonnen fundering te voorzien. Zo kan het huisje weer jaren mee. Het interieur van het huisje was al verloren gegaan. Hier was alleen een deel van de achterwand van de pet nog zichtbaar. Het doorgeefluik is nu zelfs de enige toegang tot de beide kelders van de boerderij. De oudste kelder dateert nog uit de zestiende eeuw, evenals de opkamer erboven. De tweede kelder kwam tot stand omstreeks 1800 toen het voorhuis werd verbouwd. De voorgevel van het melkhuisje heeft een tuitgevel met een in rode steen gemetselde rollaag. Na de herbouw is besloten het huisje niet opnieuw wit te kalken, maar de ijsselsteentjes in het zicht te laten. Opdrachtgever voor de herbouw was de familie Zonneveld. Aannemer was Groenewegen uit Maasland. Het DOP NOAP-fonds verschafte een financiële bijdrage.
Frits van Ooststroom Foto’s auteur, tenzij anders vermeld. vierendertigste jaargang nr. 3, september 2010
10
Protest aan de Zuidbuurt. Foto Henk Groenendaal.
Bron: Milieufederatie Zuid-Holland
Verkeersplannen beklemmen Midden-Delfland
geniet en er een nieuwe weg met oeververbinding komt vanaf de Maasvlakte, door het Westland naar het Prins Clausplein, dan blijft de Blankenburgtunnel toch ook nog in beeld. Het is niet de vraag welke oeververbinding er moet komen, maar hoeveel! Geen doemdenker, wel een realist. De tweede ring blijft ingetekend staan inclusief de A24, al wordt het in alle toonaarden ontkend.
A4 / A13-A16 / A20 / A24 Het wordt in alle toonaarden ontkend! Maar de A24 is nog maar een aantal jaren geleden uit een Vlaardings bestemmingsplan gehaald. De A4 in welke variant dan ook (uitgezonderd de A4 met vaart) zal geschikt worden gemaakt voor een degelijke aftakking naar de A20. De aanleg van de Blankenburgtunnel aansluitend op de A20 lijkt een logische voorbode te zijn voor de aanleg van die A24. Een rijksweg komend uit de Blankenburgtunnel, over de A20 heen, door de Aalkeetbuitenpolder, door of over de Vlietlanden, door de Holierhoeksepolder aansluitend op de nog aan te leggen A4 en zelfs daarna aansluitend op de A13 en de A16 maakt de tweede ring rond Rotterdam-Noord compleet. Het wordt in alle toonaarden ontkend. Maar toch zijn er tekeningen waarop die A24 ingetekend staat. Weliswaar tekeningen uit de jaren 50, 60 van de vorige eeuw, maar toch. Het is goed te weten dat de Holyweg aan de rand van Vlaardingen ooit aangelegd is als secundaire weg voor de A24. Gelukkig is er momenteel geen behoefte aan die A24. Die A24 is maatschappelijk onhaalbaar en een weg door de Vlietlanden is zelfs Rijkswaterstaat nu nog te gortig. Mij duizelt het allemaal, de A’s vlie-
gen me om de oren maar ook naar de keel! A24 doodsteek Ik ben geen doemdenker en gezien de jarenlange discussie over de A4 zal ik het ook wel niet meer meemaken. Maar de eventuele aanleg van de A24 zal de doodsteek zijn voor het Midden-Delflandgebied. Geen doemdenker, maar wel een realist. Tot nu toe worden vrijwel alle plannen voor infrastructuur gewoon uitgevoerd. Natuurlijk vaak met enorme vertragingen zoals bij de A4 tussen Delft en Schiedam, maar zoals het er nu naar uitziet komt die er toch dankzij de Crisis- en herstelwet en bovendien niet conform de IODS-afspraken. Hoeveel tunnels? Boze tongen beweren dat de Blankenburgtunnel ook maar een kwestie van tijd is. Stel dat de Oranjetunnel nu toch nog de voorkeur
vierendertigste jaargang nr. 3, september 2010
Het hoofd dan maar laten hangen? Al meer dan dertig jaar zet de Midden-Delfland Vereniging zich in voor het open en groen houden van ons gebied. Al meer dan dertig jaar zijn we in overleg met de verschillende overheden om dat doel te bereiken. Het is goed te beseffen dat overheden (niet alleen de lagere) zich bewust zijn van de waarde van ons gebied. Wij zullen ons, desnoods nog dertig jaar lang, moeten richten op die overheden om ze zo ver te krijgen dat die onzalige A24 in de ijskast blijft, en wel voorgoed!
Ben van der Velde
11
Waterkwaliteit verbeterd
Kroosmos in Delfland Evert Olsthoorn, Huub van ’t Hart en ondergetekende fietsten door de Zuidrand bij Vlaardingen om de mogelijkheden en onmogelijkheden van het beheer te bespreken. Voor beheerder Groenservice Zuid-Holland doet Vockestaert het onderhoud en de KNNV de monitoring van de resultaten. Bij de parkeerplaats aan de Breeweg wees Evert op Grote kroosvaren, zie de foto. Mij viel op dat die wel erg regelmatig verdeeld was in de sloot. Het bleek geen Grote kroosvaren te zijn, maar Kroosmos (Ricciocarpos natans). Ik heb de waterplant ook mee naar huis genomen om nog in close up een foto te maken. En, natuurlijk, maak ik melding van de vondst via de KNNV Nieuwsbrief. Je wilt je mede-natuurliefhebbers laten delen in je vondst. Bijna per kerende post kreeg ik van de redacteur een verspreidingskaartje van Kroosmos van de website www.verspreidingsatlas.nl. Daaruit blijkt de soort bij ons nog niet te zijn waargenomen. Het verspreidingskaartje is overgenomen van de website van de Bryologische en Lychenologische Werkgroep van de KNNV (doorklikken via www. verspreidingsatlas.nl). Je vindt daar ook foto’s van de soorten. Die waren er ook van Kroosmos, maar niet zo’n mooie met zo’n grote Kroosmos bedekt slootoppervlak nabij de Breeweg.
baard. Ik heb mijn foto opgestuurd en hij is daar nu ook te zien. Dan is natuurlijk de vraag waarom de soort zo weinig gevonden wordt in Delfland. Kroosmos is kensoort (plant die voor de soort kenmerkend is) van een vegetatie uit de Kroos-klasse, de Watervorkjes-associatie. De andere kensoort is Watervorkje (Riccia fluitans). Watervorkje is echter minder kieskeurig dan Kroosmos. Binnen de Kroos-klasse is de Watervorkjes-associatie een
Verspreidingskaart
teken van een intermediaire (d.w.z. niet al te grote) voedselrijkdom van het water. In Delfland moeten we blij zijn met het voorkomen van de kensoorten en de associatie, omdat dit wijst op een vermindering van de voedselrijkdom van het oppervlaktewater, dus op een betere waterkwaliteit. Wij zagen in het veld de reden niet waarom, overigens heel lokaal, de situatie hier in deze sloot nu beter zou moeten zijn dan elders. Maar het Kroosmos zal wel weten wat het doet. Het zit ook zeker niet stil. Toen ik na zeven dagen het bakje wilde leeggooien, bleek het mos zich gedeeld te hebben.
Cor Nonhof
KNNV afdeling Delfland Foto’s auteur. Close up van Kroosmos.
Deling van Kroosmos.
vierendertigste jaargang nr. 3, september 2010
12
Aad Kester: de koeiencoach
Elke koe is anders Eigenlijk zouden we hem het beste kunnen typeren als een ‘koeiencoach’ zegt Arnold van Adrichem aan het eind van het bezoek dat we samen brengen aan Aad Kester, boer in Abtswoude. Het is ons tweede gesprek over de manier waarop veehouders in Midden-Delfland werken aan hun bedrijf en veestapel. Deze keer spreken we met Aad Kester (47), die 35 koeien melkt aan de Abtswoudse weg. “Ik ben hier geboren en getogen”, zegt Aad Kester aan de keukentafel in de boerderij, “mijn vader heeft in 1963 zijn boerderij aan de weg herbouwd. Onze oude boerderij had zoveel geleden van de inundaties in de oorlog, dat het niet meer mogelijk was om de schade te herstellen. Op ons oude erf zit nu natuurcamping De Grutto van het NIVON.
Mijn vader was een ‘afmelkende boer’, dat wil zeggen hij kocht zijn melkvee altijd op de markt. Hij ging vaak naar de dinsdagse veemarkt in Leiden en daar kocht hij dan goed melkvee om het een paar jaar te melken en een keer te laten kalven. Dat was niet ongebruikelijk in die tijd en zeker niet hier. In deze omgeving was goed gras en spoe-
De mooie rode koeien van Aad Kester aan de borstel, een bijproduct van de bierproductie.
vierendertigste jaargang nr. 3, september 2010
ling van de jeneverproductie in Schiedam en van de Gistfabrieken in Delft ruim beschikbaar. Daarop kon je een goede melkproductie maken en als je het vee op de markt kocht, hoefde je geen ruimte en voer te besteden aan jongvee. Mijn vader had oog voor goed vee, want niet alles wat op de markt te koop was, was goed vee. In die tijd keek mijn vader naar ‘brede’ koeien. Liefst rood MRIJ (Maas-Rijn-IJssel) vee, dat zit goed in het vlees en dat is natuurlijk belangrijk als je na een paar jaar de koeien weer naar de markt wil brengen. Gingen de koeien op maandag naar Leiden, dan gingen ze voor ‘de dood’, om te worden geslacht. Op dinsdag kocht en verkocht je in Leiden kalveren en koeien voor de melkproductie of de fok. Afmelkende boeren hadden meestal een eigen stier, om de koeien te laten kalven, maar ze hadden geen ‘fokdoel’, zoals we dat nu allemaal wel hebben. “ Arnold vult aan: “Er waren heel
13
veel boeren in deze omgeving die zo werkten, zeker boeren met weinig land. Er zaten bijvoorbeeld in het dorp Schipluiden 50-60 jaar geleden nog 26 boeren, met wat bunders land en een paar koeien. De veemarkt was toen nog echt belangrijk. Handelaren kochten en verkochten heel wat koeien op een marktdag. En alles contant! Die liepen rustig maar 10.000 gulden cash op zak. Maar sinds de MKZ-crises en andere problemen met besmettelijke ziekten, zijn al die markten verdwenen. Boeren verkopen en kopen nu alleen van boer tot boer.” Melktypische koeien Aad Kester wilde het als jongen van 18 natuurlijk anders gaan doen dan zijn vader. Hij praat met veel vakmanschap en liefde over zijn koeien: “Voor mij is het exterieur van een koe heel belangrijk. Je zou misschien denken dat de buitenkant van een koe niet zo belangrijk is, maar dat is niet waar. Het exterieur vertelt me veel over hoe sterk een koe is en of ie de grote melkproductie die tegenwoordig normaal is, op den duur aankan. Toen ik mijn eerste koeien ging kopen wilde ik – anders dan mijn vader - vooral ‘melktypische’ koeien hebben, hogere koeien, scherp, met stevige uiers en sterke ‘droge’, gespierde benen. Dat zijn voor mij de kenmerken van een goede melkkoe. Ik heb nu vrijwel 100% Red Holsteins, de voorkeur voor rood vee heb ik wel van mijn vader overgenomen. Maar ik ben gaan fokken, ik kwam nog wel eens in Leiden, maar steeds minder. Ik zocht altijd koeien die bij de kop smal zijn en van achter breed en op den duur ga je die dan beter zelf fokken. In de 90er jaren gaven mijn koeien 8000 liter melk per jaar, gemiddeld natuurlijk, dus er zaten er ook bij die veel meer melk gaven. En dat gaf problemen, eigenlijk zou je kunnen zeggen dat de koeien hun eigen melkproductie niet meer konden bijbenen. Het gras is hier in het veenweidegebied wel goed, zeker de voorjaarssnee, maar er zat eigenlijk niet genoeg energie in voor de koeien met zo’n hoge melkproductie. Koeien kregen kwaaltjes en sommige koeien ‘vielen om’ en ik moest veel voer bijkopen. Voor mij was dat het signaal dat ik meer evenwicht moest gaan zoeken tussen de productie en wat ik dan maar het ‘exterieur’ noem. Robuustere koeien, breder, gezonder daardoor. Ik werk al meer dan 10 jaar systematisch aan die versterking. Je zoekt voor elke koe een stier uit die
de zwakke kanten van een koe kan versterken. Ik wil van de KI dan ook geen 5 of 10 rietjes met sperma van dezelfde stier, dat zal wel lastig zijn of duurder, maar ik wil maatwerk voor elke koe. Ik moest 10 jaar terug misschien een stapje terug doen met de productie, maar nu heb ik stevige koeien en zit mijn gemiddelde productie op 9.500 liter per jaar. De koeien hebben nu wél een goede balans. Ze zijn minder vaak ziek en ze gaan probleemloos langer mee. Dat is mijn opvatting van duurzaamheid.” “Ik melk graag zelf” Aad Kester melkt nog steeds 35 koeien, dat is in die jaren niet veranderd. Hij heeft wel jongvee erbij gekregen, allemaal rood: “Bij mij zie je geen zwart vee, ik geniet van die mooie rode beesten. Aad wil ook niet meer melkvee: Ik heb ze scherp in het oog. Als boer moet je de beesten kennen. Ik zie aan de mest van een koe of het in orde is. Soms zie je dat je ze droog of vezelrijk voer moet bijvoeren. Ik heb mijn voercomputer weg gedaan. Soms boksten de sterke koeien de vaarzen bij de voerbak weg, als ze automatisch voer kregen en daar heb je dan als boer geen zicht op. Ik melk ook graag, want dan zie ik ze allemaal langskomen”. Aad Kester is een liefhebber en een kenner, hij doet ook mee aan keuringen. Zowel met zijn vee als zelf als keurder. “Vroeger had je in Schipluiden (zwartbont vee) en Nootdorp (roodbont vee) de jongveedagen, dan werden je beesten gekeurd en keek je zelf ook naar het vee van anderen. Dat is allemaal gestopt door de MKZ uitbraak. Maar nu is er in Rijpwetering weer zo’n jaarlijkse keuring. Ik wil daar heen gaan om te zien of mijn jongvee kan concurreren met de andere veehouders en wie het mooiste vee heeft. Ik wil er ook een ‘naam’ opbouwen. Ik fok voor mijn eigen gebruik, maar er zijn altijd goede beesten die bij mij niet zo passen en die ik naar de markt wil brengen. Dan is een goede naam erg belangrijk.” Elke koe is anders “Ik werk met jonge stieren, dat is wel een risico omdat ze hun kwaliteit nog niet zo hebben bewezen, maar met mijn inzicht kan ik dat risico wel beperken. Blijven vernieuwen is heel belangrijk. Ik kijk per koe of ik ze al weer wil laten kalven, dat is niet meer standaard elk jaar. Een kalf is in zekere zin een bijproduct, het welbevinden
vierendertigste jaargang nr. 3, september 2010
Aad Kester temidden van zijn koeien.
van de koe, de melkproductie, dáár draait het om en dan is elk koe weer anders.” Een opmerking die Arnold van Adrichem op de typering van Aad als ‘koeiencoach’ bracht, een man met oog voor elke koe. “Maar tegelijk let ik wel op de samenhang van mijn kudde”, zegt Aad, “en of ze passen bij het bedrijf zoals we het hier in Midden-Delfland kunnen uitoefenen. Ik hoef geen 200 koeien, want dan moet ik voor een totaal andere aanpak kiezen en dat past niet bij mij. Mijn koeien zijn gemiddeld 6 jaar oud en dat is boven het gemiddelde. Dat kan alleen maar als de boer oog heeft voor zijn koeien. Zo wil ik boer zijn.”
Govert van Oord Foto’s auteur. Dit is de tweede aflevering van Arnold van Adrichem en Govert van Oord over veehouders en hun koeien in Midden-Delfland.
14
Een bijzondere Midden-Delfland Dag De afgelopen jaren was de Midden-Delfland Dag per definitie een droge dag, met veel fietsers, wandelaars, overvolle wegen en erven. Dit jaar was dat anders: in de ochtend waren er prachtige Hollandse wolkenluchten te bewonderen, waar af en toe een pittige bui uit viel, gecombineerd met een stormachtige wind. Hulde dus aan alle MiddenDelflanddagbezoekers die wind en regen trotseerden om al het mooie in Midden-Delfland te ontdekken. In de middag trok er een oranjefront over: helaas bleek de oorspronkelijk in de namiddag geplande voetbalwedstrijd tegen Japan vervroegd naar het begin van de middag. Maar zo kregen de échte Midden-Delflanddagfans wél alle ruimte om te genieten van de vele activiteiten deze dag.
Ook al werden de gasten tijdens de openingsactiviteiten al op een korte, maar hevige bui getrakteerd, de stemming bleef er goed in! De bestuursleden uit verschillende (rand)gemeenten en organisaties werden ontvangen op het Kruithuis. Van daaruit vertrok een boot naar de Delflandhoeve waar de gasten werden welkom geheten met muziek. In een groot zandsculptuur van Midden-Delfland plaatsten alle bestuursleden een symbolisch voorwerp over wat Midden-Delfland betekent voor de inwoners van hun gemeente. Na het zingen van enkele liederen (o.a. ‘Denkend aan Holland’) door het koor Delft Blue werden de bestuursleden gevraagd om een beeld ‘te vangen’ van hun Midden-Delfland. (KK) Hieronder een foto-impressie van de dag: Links: Karperhoeve - kraampjes. Links onder: Christiaan van der Kamp plaatst symbool in zandsculptuur. Onder: Karperhoeve - zingende meisjes op podium.
Foto’s Henk Groenendaal.
vierendertigste jaargang nr. 3, september 2010
15
De bestuurders van Midden-Delfland hebben de belangrijkste kwaliteiten van het gebied gevangen in een lijstje.
Gemeente Maassluis: wethouders Arnold Keijzer en Jeanette Breunis-Smits.
Gemeente Delft: wethouder Saskia Bolten met gemeente Midden-Delfland: wethouder Christiaan van der Kamp.
Burgemeester Midden-Delfland Arnoud Rodenburg met Hoogheemraad Adri Blom-Lenstra.
Gemeente Schiedam: wethouders Ad Mostert en Wil Visser.
Bestuursleden deelgemeente Overschie, Gerard Berkhout en Cees van der Meer.
vierendertigste jaargang nr. 3, september 2010
16
Programma ‘Duurzaam Boer Blijven in Midden-Delfland’
Perspectief voor de melkveehouder Ligt Midden-Delfland er over pakweg tien, dertig of vijftig jaar net zo fraai bij als nu? Niemand die het weet, maar een ding staat vast: een sleutelrol is weggelegd voor de melkveehouder. Een florerende melkveehouderij is voorwaarde voor het behoud van het unieke open MiddenDelflandse veenweidelandschap. Maar dat gaat niet vanzelf. Het programma ‘Duurzaam Boer Blijven in Midden-Delfland’ biedt perspectief. Een grazende koe in de wei. Al generaties lang een vertrouwd beeld in Midden-Delfland. Maar voor hoe lang nog? De melkveehouderij in het gebied staat onder druk. Meer dan in andere agrarische gebieden in Nederland. De verkoopprijs van melk is laag, terwijl de kosten voor productie toenemen. De summiere winstmarges dwingen de melkveehouder De komende maanden gaat Henk Kieft partijen bij elkaar brengen om te kijken wat zij gezamenlijk kunnen beteken voor ‘Duurzaam Boer Blijven in Midden-Delfland’.
als vanzelf tot schaalvergroting. Niet zestig, maar tachtig of honderd koeien aan de melkmachine. Maar hoe? Schaalvergroting vereist forse investeringen en beschikbare grond om extra melkvee in MiddenDelfland te laten grazen, is er niet of nauwelijks. En als er al wat areaal vrijkomt, is de grond duur. Voor Nederlandse landbouwbegrippen zelfs peperduur. Serieuze schaalvergroting is voor een belangrijk deel van de melkveehouders in MiddenDelfland simpelweg geen optie. En los daarvan, het is ook maar zeer de vraag of de landschapskwaliteiten van Midden-Delfland en daarmee ook haar recreatieve waarde, zijn gebaat bij schaalvergroting zoals in agrarische productiegebieden als Flevoland en de Noordoostpolder. Niet echt. Dus: einde melkveehouderij, einde mooi Midden-Delfland? Of is er een alternatief? Duurzaam boer blijven Op initiatief van gemeente MiddenDelfland en melkveehouders die zijn verenigd in de LTO afdeling Delflands Groen, is het programma ‘Duurzaam Boer Blijven in MiddenDelfland’ van start gegaan. In essentie komt het programma erop neer dat met een duurzame bedrijfsvoering van de melkveehouderij twee doelen worden nagestreefd: ten eerste een florerend, duurzaam boerenbedrijf voor de melkveehouder zelf en ten tweede, mede daardoor, het behoud en de versterking van het unieke agrarische cultuurlandschap van Midden-Delfland, inclusief vernieuwde relaties tussen stad en platteland. Henk Kieft, adviseur van ETC Adviesgroep Nederland, ondersteunt de melkveehouders, gemeente Midden-Delfland en andere partijen bij het uitwerken van het programma. Hij legt uit: ‘Het programma is gebaseerd op de kerngedachte dat een duurzame vernieu-
vierendertigste jaargang nr. 3, september 2010
wingsslag noodzakelijk is om zowel de melkveehouder alsook MiddenDelfland als agrarisch gebied toekomstperspectief te bieden. Een duurzame melkveehouderij legt de basis voor landschapsbehoud, biodiversiteit en nieuwe relaties tussen het platteland en de omliggende stad als het gaat om recreatie en om zuivelproductie en afzet dicht bij elkaar in de buurt. Daarnaast spelen mondiale ontwikkelingen een rol, zaken als de markt, klimaatverandering en waterbeheer. Ook vanuit die context proberen we met het programma ‘Duurzaam Boer Blijven’ op lokaal niveau de slag naar duurzame, economisch rendabele bedrijfsvoering te maken.’ Bedrijfskracht Met het oog op zowel de agrarisch ondernemer alsook MiddenDelfland als gebied te midden van steden en stedelingen, is het programma ‘Duurzaam Boer Blijven in Midden-Delfland’ gestoeld op twee pijlers: bedrijfskracht en gebiedskracht. ‘Bedrijfskracht’ focust geheel en al op de melkveehouder en zijn bedrijf. De bedoeling is dat de melkveehouder, met support van collega melkveehouders, vanuit de kringloopgedachte nagaat wat hij – platgezegd – er aan ‘de voorkant’ aan (kracht)voer, medicijnen en productietechnieken instopt en aan ‘de achterkant’ uit haalt, aflevert aan de markt. En heel belangrijk, wat er in de tussentijd onrendabel en belastend verloren gaat in het milieu. Crux is het vinden van een optimale, duurzame en vooral ook rendabele balans: tegen zo laag mogelijke kosten, met een minimum aan verlies, het beste eindproduct te leveren, tegen een zo’n hoog mogelijke verkoopprijs. Een groeiend aantal melkveehouders in Midden-Delfland ziet brood in die kringloopgedachte. In het kader van ‘Duurzaam Boer Blijven in Midden-Delfland’ draaien twee studiegroepen, elk bestaand uit tien tot twaalf melkveehouders. Ze komen met regelmaat bij elkaar en analyseren dan met grote precisie alle aspecten van hun bedrijfsvoering: ‘Wat is de kwaliteit van mijn gras? Wanneer en hoeveel krachtvoer geef ik mijn koeien? Van welk merk? Wat is het vetpercentage van mijn melk? Kan dat beter met andere voedingstoffen? Of met beter gras?’ Door de studiegroepen krijgen de melkveehouders nauwgezet inzicht in hun eigen bedrijfsvoering. En zijn ze op basis van dat inzicht in staat keuzes te maken, kosten te reduceren, koeien optimaler te laten pro-
17
duceren en – vanwege een aantoonbaar betere bedrijfsvoering, met als resultaat betere melk – een hogere prijs voor een liter melk te krijgen. Een betere marge, meer winst, toekomstperspectief. Gebiedskracht Zoals gezegd, ‘gebiedskracht’ is de tweede pijler binnen ‘Duurzaam Boer Blijven in Midden-Delfland’. Ook nu is het functioneren van de melkveehouderij vertrekpunt, maar wordt diezelfde melkveehouderij geplaatst in zijn betekenis voor de omgeving: landschap, mens en milieu. Henk Kieft: ‘Onder de noemer ‘gebiedskracht’ proberen we verschillende belangen met elkaar te verenigen. In de eerste plaats natuurlijk het boerenbelang: ‘Hoe krijgt de melkveehouder het voor elkaar brood op de plank te krijgen én te houden met een duurzame bedrijfsvoering, gebaseerd op de kringloopgedachte? Daarnaast is er het beleidsbelang: behoud van landschapskwaliteiten, bijdragen aan een beter milieu. En – heel belangrijk - het consumentenbelang: de man of vrouw in de naburige stad. Is er, zoals vroeger het geval, weer een relatie te leggen tussen het glaasje melk dat ’s ochtends op je ontbijttafel staat en de koe die de melk een paar kilometer verderop heeft afgegeven? Of, fundamenteel, filosofisch: kan een liter melk je wederom verbinden met de naburige mooie leefomgeving, met de vitaliteit van gras en koeien, met de grond waarop je je voortbeweegt en de lucht die je inademt?’ Krachten bundelen In tegenstelling tot de studiegroepen in het kader van ‘bedrijfskracht’ moet het ‘gebiedskracht’-spoor binnen ‘Duurzaam Boer Blijven in Midden-Delfland’ nog worden vormgegeven. En dat is precies wat Henk Kieft samen met gemeente Midden-Delfland gaat doen: ‘Het is onze opdracht een manier van samenwerken aan te bieden, waarbij alle belanghebbenden in Midden-Delfland – de melkveehouder voorop – vanuit de ‘Duurzaam Boer Blijven’-gedachte de handen ineen slaan om eigen en gezamenlijke belangen te realiseren. Concreet: de komende maanden gaan we in gesprek met tal van partijen, van agrarische natuurvereniging Vockestaert en LTO tot gemeente Den Haag, gemeente Rotterdam, Hoogheemraadschap Delfland, Natuurmonumenten en lokale initiatieven zoals Groen Goud, om de krachten te bundelen. Er wordt onder regie van ETC een
Minder krachtvoer Marien Boekesteijn: de 50 net gepasseerd, zestig melkkoeien, dertig stuks jongvee, een mooi bedrijf aan de Zouteveenseweg in Schipluiden, verknocht aan Midden-Delfland én enthousiast over ‘Duurzaam Boer Blijven in Midden-Delfand. “Ik draai sinds een jaar mee in een studiegroep. Dat bevalt uitstekend, het is een prima manier om je als agrarisch ondernemer scherp te houden en kritisch te kijken naar je eigen bedrijfsvoering. Het heeft me ook al wat opgeleverd: mijn vee graast op laagveen wat onder meer betekent dat de kwaliteit van het gras minder is dan van gras op bijvoorbeeld kleigrond. Ik compenseerde die mindere graskwaliteit met extra krachtvoer. In vergelijking met melkveehouders in de buurt maakte ik dus meer kosten voor krachtvoer. Dankzij de kennis die ik heb opgedaan in de studiegroep, vervang ik nu een deel van het krachtvoer door bijproducten zoals aardappelvezel. Zo druk ik de kosten, zonder dat dit ten koste gaat van de opbrengst. En dat is winst.” Nog een tip Melkveehouder Marien Boekesteijn. voor het programma ’Duurzaam Boer Blijven in Midden-Delfland?’ “Ik zou met de studiegroepen nog wel een stap verder willen gaan, door naast de bedrijfsexcursies en bijeenkomsten, telkens een bedrijf eruit te lichten en dit gezamenlijk helemaal onder de loep te nemen. Ik denk dat er voor een melkveehouder zoals ik dan nog meer resultaat te bereiken is.”
plan van aanpak ontwikkeld met als uitgangspunt dat verandering van binnenuit het gebied moet gaan ontstaan, met melkveehouders in de spilpositie. Volgend jaar gaan we dan gezamenlijk aan de slag met als doel dat in 2015 ‘Duurzaam Boer Blijven in MiddenDelfland’ is verankerd en leidt tot nieuwe, verrassende vormen van onderlinge samenwerking.’ Succes verzekerd? ‘Dat weet je natuurlijk nooit. Duurzaam Boer Blijven in Midden-Delfland’ en de kringloopgedachte vereisen een omslag in denken en doen, en geld, en de wil tot samenwerking. De vooruitzichten zijn gunstig. Tientallen melkveehouders willen, Rotterdam en Den Haag kijken ernaar uit, de provincie Zuid-Holland ook, net als tal van belangenorganisaties. Er is nergens in Nederland een agrarisch gebied waar van hoog tot laag het besef zo diep is doorgedrongen dat een fundamenteel andere, integrale werkwijze de enige optie is voor èn een florissant boerenbedrijf, èn behoud van landschap èn een gezond milieu èn een hernieuwde relatie tussen het platteland en de steden eromheen. Bovendien is er budget. Wat dat betreft, heeft Midden-Delfland de unieke kans om uit te groeien tot voorloper voor andere gebieden, ook internationaal. Ik weet zeker dat andere provincies, het ministerie van LNV en de Europese Commissie zo’n voorbeeld met
vierendertigste jaargang nr. 3, september 2010
veel belangstelling volgen. Het kan voorbeeld zijn voor de volgende fase van het Gemeenschappelijk Landbouw Beleid 2013-2020’. Financiering vanuit IODS ‘Duurzaam Boer Blijven in MiddenDelfland’ wordt mede gefinancierd vanuit IODS. IODS staat voor Integrale Ontwikkeling tussen Delft en Schiedam. Gelijk met de aanleg van de A4 Delft-Schiedam wordt via dit programma geïnvesteerd in de landschapskwaliteiten van Midden-Delfland. Er komen nieuwe recreatieve voorzieningen, niet
Binnen de kringloopgedachte wordt nadrukkelijk de relatie gelegd tussen boerenbedrijf en omgeving.
18
duurzame, verspreid liggende kassencomplexen worden gesaneerd, er komt nieuwe natuur en in het kader van het IODS project ‘Groen ondernemen’ krijgt de agrarische sector in Midden-Delfland impulsen voor een duurzaam economisch toekomstperspectief. De IODS projecten gaan in 2011 van start en moeten in 2015 zijn afgerond.
Ronald Driessen Melkveehouders en anderen die geïnteresseerd zijn in ‘Duurzaam Boer Blijven in Midden-Delfland’ kunnen contact opnemen met Hiske Ridder, projectleider voor gemeente Midden-Delfland, 06-17391430 /
[email protected]. Meer informatie vindt u ook op www.duurzaamboerblijven.nl en www.iods.nl.
Betere waterkwaliteit Het Hoogheemraadschap van Delfland participeert in ‘Duurzaam boer blijven in MiddenDelfland’. Wil van der Ende, beleidsadviseur waterkwaliteit en ecologie, legt uit waarom: “Onze taak is ervoor te zorgen dat de waterkwaliteit in Midden-Delfland in orde is. Dit is nu niet het geval. Metingen laten zien dat het gehalte aan meststoffen (fosfaat en stikstof) in het water nog te hoog is. Een deel daarvan wordt veroorzaakt door de landbouw. De dierlijke mest en kunstmest die op het land wordt gebracht, komt blijkbaar niet volledig ten goede aan het gras, maar gaat voor een deel verloren naar het water. Voor het Hoogheemraadschap is het van belang en interessant om vanuit de melkveehouderij zelf te onderzoeken hoe dat verlies tot stand komt en wat een melkveehouder kan doen om efficiënt met de meststoffen binnen zijn bedrijf om te gaan. Want als ie erin slaagt om de meststoffenkringloop op z’n bedrijf sluitend te krijgen, levert hem dat niet alleen voordeel op in de portemonnee, maar draagt ie ook bij aan een betere waterkwaliteit.”
Boek over de Vlaardingen-cultuur
De geur van veen De Leidse, maar in Schiedam geboren, archeoloog Jan Hendrik Holwerda (1876-1951) schreef in 1925 een overzichtswerk over de
voorgeschiedenis van Nederland. Hij meende dat West-Nederland te drassig was om te wonen. De enkele vondsten die in dit onbewoonbare gebied waren gedaan, moesten zijn verloren door reizigers en handelslui. De vondst in 1958 van een prachtige stenen bijl uit de Steentijd was dan ook een onmogelijke ontdekking. Er wordt dan volop gebouwd in Vlaardingen aan de nieuwe Westwijk. In het zand dat een graafmachine opdiept, vindt de 16-jarige Gerard Ouwehand een gladde steen. Het blijkt een bijl uit de Steentijd. Al snel wordt er meer gevonden: aardewerk, botten van dieren en vissen, een berenschedel, zaden, een visfuik, zelfs touw. De vondsten brengen niet alleen Vlaardingen, maar ook de wetenschappelijke wereld in rep en roer. Veel belangstellenden kijken met de archeologen mee. Waaronder ook Leo Verhart, die een speciale herinnering heeft aan de geur van het veen die iedereen kon ruiken tijdens de opgravingen. De archeologen brachten de resten van een tot dan toe onbekende Steentijdcultuur aan het licht, die Vlaardingen-cultuur werd
vierendertigste jaargang nr. 3, september 2010
Wil van der Ende: ‘Voor het Hoogheemraadschap is de vraag interessant hoe vanuit een duurzame melkveehouderij kan worden bijgedragen aan een betere waterkwaliteit.’
genoemd. Jagers en boeren, die in kleine kampementen langs de kust en de grote rivieren leefden. Nu, ruim vijftig jaar later, vertelt Leo Verhart in dit boek het verhaal van de ontdekking en opgraving van bewonerssporen uit de Steentijdcultuur in Vlaardingen en de mediaaandacht die dat trok. Verhart besteedt ook aandacht aan andere Nederlandse vindplaatsen en de huidige stand van zaken van het onderzoek naar de Vlaardingencultuur. De vele illustraties en interviews met ooggetuigen schetsen een beeld van Vlaardingen in de jaren zestig en maken het boek zeker ook interessant voor lezers zonder specifieke archeologische kennis of belangstelling. De geur van veen is een bijzonder rijk geïllustreerd boek voor Vlaardingers, voor archeologen en voor iedereen die belangstelling heeft voor geschiedenis. In het boek komen het heden en verleden samen. Het boek is geschreven in opdracht van het Vlaardings Archeologisch Kantoor van de Gemeente Vlaardingen. FO De geur van veen. Vlaardingen en de ontdekking van de Vlaardingen-cultuur door Leo Verhart, 22 x 28 cm, 240 blz., ISBN 978 905345 392 6, € 29,95. Het boek is verkrijgbaar via de boekhandel of via www.matrijs.com.
19
Archeologische opgraving
Het oudste raadhuis van Vlaardinger-Ambacht De oude Holyweg, die van de stad Vlaardingen richting Schipluiden en Delft liep, verdween in de jaren zestig onder het zand waarop de nieuwe wijk Holy werd gebouwd. In die wijk nam het Holy Ziekenhuis een prominente plaats in. Nu dat ziekenhuis is afgebroken is er daar ruimte voor de bouw van een nieuwe woonwijk: Park Hoog Lede. Maar eerst is er archeologisch onderzoek gedaan. Langs het tracé van de oude Holyweg werden de resten opgegraven van het rechthuis, een soort voorloper van het raadhuis van de in 1941 opgeheven gemeente Vlaardinger-Ambacht. Daarnaast is een oude kreek aangetroffen die een restant blijkt te zijn van de middeleeuwse kreek Hoylede met bewoningsresten uit de elfde en twaalfde eeuw. Vloedkreek Hoylede Het was een lee, een bevaarbaar water, dat door hooggelegen land liep. Verbasterd werd dat Hoylede. Nog meer ingekort werd Holy de naam van een kasteeltje, later buitenplaats met boerderij die stond nabij het latere Holy Ziekenhuis. Holy werd ook de naam van de woonwijk in de vroegere Holierhoekse Polder. Het lijkt erop dat de vloedkreek is ontstaan bij een grote overstroming, onduidelijk is welke. De
ouderdom van de in de kreekvulling aangetroffen bewoningsresten geven aan dat het niet de bekende overstromingen van 1133/1134 en 1163/1164 betreft. De kreek is interessant omdat onderzoek ernaar informatie kan geven over het landschap in de middeleeuwen en hoe het zich ontwikkelde. Daarmee is het voor het eerst mogelijk een inkijkje te krijgen in de manier waarop de ontginning in dit deel van Vlaardingen is verlopen aan het begin van de elfde
Fragment van een kaart door Jan Jansz. Potter. Potter maakte deze kaart in opdracht van het Gasthuis te Schiedam in 1572. Links het Huis van Holy, rechts de boerderij Clattenburch (thans ‘Landje van Chardon’). In het midden, langs de Holyweg de Hooge Woningh. Gemeentearchief Schiedam.
eeuw, onder leiding van de bekende graaf Dirk III. Rechthuis Het rechthuis aan de Holyweg wordt in oude bronnen aangeduid als ‘De Hooge Wooningh’. Het huis fungeerde als herberg, maar het was ook de plaats waar het ambachtsbestuur van Vlaardinger-Ambacht bijeenkwam en waar recht gesproken werd. Het is daarmee een soort voorloper van het oude raadhuis van de voormalige gemeente Vlaardinger-Ambacht, waarin nu het Stadsarchief van Vlaardingen is gevestigd. De globale plaats van de Hooge Woningh was bekend van oude kaarten. Zo staat er op een kaart van Jan Potter uit 1572 al een gebouw op die plaats. Wanneer het rechthuis is gesloopt is onbekend, maar het staat in ieder geval niet meer afgebeeld op de bekende kaart van Nicolaes Kruikius uit 1712. Uit oude archieven van het Ambachtsbestuur van VlaardingerAmbacht blijkt dat men omstreeks 1670 voor alle officiële bestuurlijke handelingen verhuisde naar de herberg van Leendert Abrahamsz. Buijck aan het Emaus, die het nieuwe rechthuis werd. Bij het archeologisch onderzoek zijn geen funderingsrechten van het oude rechthuis aangetroffen. Wel is een sloot ontdekt die het erf van het huis begrensde. Deze sloot bevatte veel sloopafval en op de bodem lag zeer veel afval van de gebruikers van het rechthuis, waaronder aardewerk, pijpenkopjes en zelfs glas van drinkgerei. Enkele bijzondere vondsten zijn een sleutel, een tapkraan en een fragment van een oude ijzeren haardplaat. De Hooge Woningh stond dicht bij het mottekasteeltje en de latere buitenplaats Holy. Het toegangshek van deze buitenplaats siert thans de ingang van een parkje nabij de Holysingel. Er bestaan plannen om het gemeentelijke archeologische monument met de resten van het kasteeltje aan te pakken en het verleden beter zichtbaar te maken. FO
vierendertigste jaargang nr. 3, september 2010
20
Boerderijnamen
‘Krek Wak Wou’ Toen ik een paar weken geleden een mooie fietstocht maakte langs het riviertje de Vlist (tussen Haastrecht en Schoonhoven), kwam ik ook door het langgerekte dorp Cabauw. Ik stopte voor een boerderij die ‘Krek Wak Wou’ genoemd was en moest denken aan de oproep in de vorige Midden-Delfkrant om boerderijnamen in te zenden, met hun eigen verhaal erachter. Wat zou het verhaal zijn achter deze boerderijnaam? Dat de bewoner tevreden is over zijn pand lijkt me duidelijk. Zulke namen zijn er meer. In het boek Boerderijnamen, in 1927 geschreven door pater Vincent van Wijk, worden dergelijke namen ‘Namen Een ‘naam van tevredenheid’ op een boerderij in Cabauw (Lopikerwaard). Foto Frits van Ooststroom
De hammen op de inrijpoort van de Hammenwoning aan de Rotterdamseweg in Delft. De hammen verwijzen naar brouwerij De Ham in Delft die gelegen was aan een inham van het Achterom in Delft. Foto J.W. Moerman.
Naambord van de Lamkeshoeve in de Duifpolder in Maasland. Foto Frits van Ooststroom.
vierendertigste jaargang nr. 3, september 2010
Wie of wat was Serijn waarnaar de Sarijnenhove (Zuidbuurt, Vlaardingen) is genoemd? Vergelijkbaar zijn de namen die een familienaam representeren, zoals de Zonnehoeve in de Holierhoekse Polder, bewoond wordt door de familie Zonneveld en Arckesteyn aan de Zouteveenseweg waar vroeger de familie Arkesteijn woonde.
van tevredenheid’ genoemd. Hij geeft honderden voorbeelden: Rusthof, Rust na Vleit, Vredebest, Ons Genoegen, Landmanslust, Het Fortuin, etc. etc. Dergelijke namen komen (en kwamen) ook in Midden-Delfland voor. Bouwlust in de Woudse Polder, Vrijlust aan de Woudweg in Schiedam en Nooit Gedacht aan de Zuidbuurt in Vlaardingen zijn daar voorbeelden van. Er zijn er meer.
Een andere categorie wordt gevormd door dieren- en plantennamen. In Midden-Delfland bijvoorbeeld Eendenoord (Zouteveenseweg) nabij een vroegere eendenkooi en De Leeuwenwoning aan de Oostgaag, zo genoemd wegens de leeuwen op de pijlers van het inrijhek. De boerderij Het land van belofte, heet nu Karperhoeve (Zuidbuurt, Maassluis) en Korpershoek (ook genoemd naar de karpers) heet nu In ’t Rietveld (Gaagweg, Schipluiden). De Lamkeshoeve in de Duifpolder is genoemd naar een nakomelingenrijke koe. Rond de Popelenburch (vroeger aan de Maasdijk bij Maasdijk ) zullen wel populieren gestaan hebben.
Een andere categorie boerderijnamen zijn namen die naar de gesteldheid van de bodem verwijzen. Kleihoeve, Zandhoeve, Heihoek, Veenlust. Dergelijke namen zie ik in Midden-Delfland niet direct, maar wellicht zijn ze er toch (geweest). Wel zijn er namen die naar de ligging van de boerderij verwijzen zoals De Heuvel (op een hoge kreekrug) aan de Zijde in Schipluiden. Geografische bijzonderheden kunnen ook aanleiding zijn voor de naamgeving. Vanuit Hofzicht in de Groeneveldse Polder was het paleis in Honselersdijk te zien en vanuit Torenzicht (Westgaag) zag men de toren van Maasland (neem ik aan). Vijverschie ligt aan de Schie en heeft waterpartijen op het terrein. Ook hiervan zijn veel meer voorbeelden voorhanden. Ook in Midden-Delfland hebben veel boerderijen persoonsnamen: Hoeve Johanna aan de Keenenburgweg in Schipluiden, de Hoeve Sophia aan de Groeneweg in Kethel, de Annahoeve in de buurtschap Negenhuizen en de Nellyhoeve aan de Oostveenseweg. Meestal zijn het vrouwennamen. Willemsoord aan de Willemoordseweg in Schipluiden, Adrianushoeve aan de Woudweg in Schiedam en de Arendshoeve aan de Commandeurskade in Maasland hebben een mannelijke naamgever. Vaak is niet duidelijk wie de naamgever precies is en wanneer de naam is ontstaan.
Een spannende categorie boerderijnamen verwijst naar al dan niet ware gebeurtenissen in het verleden. Op de Moordwoning (vroeger aan de Zuidbuurtseweg in Vlaardingen) zou een moord gepleegd zijn en de naam Handwoning (Maassluissedijk) verwijst naar een afgehakte hand, die in goud op de gevelsteen prijkt. Zijn het sagen en legenden? Namen als Boekestein, Groeneveld, Huis te Dorp, Hodenpijl, Holy en Steenhuyzen verwijzen naar vroegere kasteeltjes, naar ridders en jonkvrouwen en naar wapengekletter… Ook zijn er namen met een religieuze betekenis: Ora et labora (‘Bid en werk’; Zouteveenseweg) en Eben Haëzer (‘Steen der hulp’; Abtswoude) zijn daar voorbeelden van. Sommige inrijhekken bevatten complete spreuken: ‘Aan Gods zegen is alles gelegen’ of ‘Al wie met God den dag begint, blijft tot den avond welgezind’. Veel van dergelijke spreuken zijn de laatste jaren helaas verdwenen. Jaap de Raat uit Kethel schreef erover in de Midden-Delfkrant van maart 1981. Niet alleen kennen we namen omdat ze nu op de gevel van de boerderijen prijken, maar op oude kaarten zijn namen te vinden die nu vergeten zijn. Vooral de kaart van Nicolaes Kruikius uit 1712 is een prachtige bron van oude boerderijnamen. Op die kaart wordt de boerderij aan de Willemoordseweg,
21
Spreuk op de palen van het inrijhek van de boerderij Woudweg 1 in Vlaardingen. De bordjes zijn niet meer aanwezig. Foto Frits van Ooststroom, ca. 1981.
die we nu kennen als Meerzicht, Keizershof genoemd, aan de andere kant van het ambacht Zouteveen ligt ’t Koningshof. Wat is het verband? Kortom: er zijn ook in Midden-Delf-
land veel boerderijen met namen en die namen verwijzen vaak naar iets. Er horen verhalen bij. Daar zijn we naar op zoek. Het ligt in de bedoeling een publicatie te maken over boerderijen in en rond Midden-
Gevelsteen van Hoeve Sophia aan de Groeneweg in Schiedam-Kethel. Foto Frits van Ooststroom.
Delfland, met hun namen en de verhalen achter die namen. Hierboven is al een klein beginnetje gemaakt met een inventarisatie. Doet u mee?
Frits van Ooststroom
Midden-Delfland in canon ruimtelijke ordening NL Minister Tineke Huizinga lanceerde eind juni de Canon van de Ruimtelijke Ordening. Bij die gelegenheid zei ze: “De Canon bestaat uit de bouwstenen van Nederland. Het vertelt het verhaal achter een door mensenhanden gemaakt land. Een goede ruimtelijke ordening is van levensgroot belang. De ruimte in ons land is immers schaars. Het zou jammer zijn als we de groene, weidse gebieden tussen onze steden en dorpen vol laten lopen met lukraak neergezette kantoorparken en bedrijventerreinen.” Hoewel het publiek in de aanloop naar de canon mee heeft kunnen stemmen, overheerste toch vooral verrassing, toen bleek dat Midden-Delfland door alle selecties was gekomen en tot een van de 35 iconen van de
vierendertigste jaargang nr. 3, september 2010
ruimtelijke ordening van Nederland was gekozen. Dat is ons in Midden-Delfland natuurlijk uit het hart gegrepen en daarom waren we benieuwd waarom MiddenDelfland deze nieuwe status heeft verdiend. In de ogen van de jury staat Midden-Delfland model voor het succes van het rijksbufferzonebeleid uit de vijftiger jaren. Dat beleid creëerde voor dit gebied een speciale wet, de Reconstructiewet Midden-Delfland, die niet alleen de voorwaarden schiep voor verbetering van de agrarische structuur en de herinrichtingsplannen voor recreatie en natuur, maar die vooral de grenzen van het gebied heilig verklaarde. Met het nu zo gewaardeerde resultaat. En met het dilemma van de ook door het rijk gewenste aanleg van de A4. Op de site canonRO.nl wordt het zo geformuleerd: “Op papier staat dat rijksbufferzones gevrijwaard moeten blijven van verstedelijking. In de praktijk blijkt dat een rekkelijk begrip en is er de nodige strijd geweest over allerlei soorten bebouwing en ingrepen. De al decennia geleden voorgenomen aanleg van de snelweg A4 door Midden-Delfland is daarvan een goed voorbeeld. Het is een soapserie binnen de Nederlandse ruimtelijke ordening met de langstlopende planstudie van een wegtracé, met steeds veranderende
en over elkaar buitelende plannen zonder resultaat. Ruim veertig jaar lang al worden mobiliteitsambities gedwarsboomd door ruimtelijke ordeningsprocedures en besluitvormingsprocessen die aan méér belangen recht willen doen dan aan mobiliteit alleen. Dat werd vastgelegd in de Reconstructiewet Midden Delfland (1964) waarmee deze weg niet langer inpasbaar was. Omdat de ontwikkeling van het stedelijk netwerk in dit deel van de Randstad doorging en de mobiliteitsbehoefte sterk groeide, groeide ook de politieke druk om de A4 toch aan te leggen. Nog steeds is de maatschappelijke discussie omtrent nut en noodzaak van het voltooien van het tracé niet afgerond. Mede dankzij de speciale wetgeving voor Midden-Delfland en de grote inzet van de Zuid-Hollandse gedeputeerde Borgman in de jaren zeventig en tachtig heeft dit gebied zich ondertussen wel ontwikkeld tot een voorbeeldige bufferzone; een groen en recreatief aantrekkelijk gebied tussen de oprukkende verstedelijking van het Westland, Delft en Rotterdam in.” Het is mooi, dat de grote voorvechter van Midden-Delfland, Jo Borgman, in de annalen van deze canon wordt vermeld. In het winternummer, dat in december verschijnt, komen we met een interview met Riek Bakker, de juryvoorzitter van de CanonRO, op onze eigen icoon in de canon terug.
Pia van Oord
22
Bericht van Vockestaert
Ganzen in Midden-Delfland Ganzen halen, merkwaardigerwijs?, geregeld de pers. Ook het afgelopen jaar zijn ganzen weer diverse keren in het nieuws geweest. Daar was de held, de piloot, bij wie ganzen in de motoren van zijn vliegtuig vlogen. Hij voorkwam een enorm ongeluk door op de Hudsonrivier bij New York te landen. Op Schiphol moest een vliegtuig een noodlanding maken, nadat direct bij de start een groep ganzen mee wilde liften. En nog dichter bij huis, in De Lier, zijn ganzen gevangen die een speeltuintje onveilig maakten. Ganzen zijn vaak vrij agressief en bovendien poepen ze alles onder. Die ganzen uit de Lier werden overigens verderop in ons land weer vrijgelaten. Probleem opgelost!? Ook voor de boeren en hun land, zeker in Midden-Delfland, zijn ganzen een probleem. Een korte toelichting op de problematiek.
gras te verorberen. En als er teveel kwamen werden ze door de lokale bevolking bejaagd, met als resultaat dat ze verder trokken.
Historie Van oudsher werden - ook in Midden-Delfland - zogenoemde boerderijganzen (tegenwoordig ook wel soepganzen) gehouden om, het hele jaar rond, het erf te bewaken. Die ganzen zijn er nog steeds maar nu vaak in een enigszins verwilderde vorm. Daarnaast kwamen er altijd in de winter al wel ganzen uit het noorden of oosten (Scandinavië, Polen en Rusland) om hier wat
Soorten en gedrag In Midden-Delfland zijn soorten als de grauwe gans, kolgans en brandgans gangbaar. Al deze soorten zijn in Nederland beschermd en mogen niet bejaagd worden. Uitheemse soorten die niet beschermd zijn en hier voorkomen zijn vooral de Canadese gans (dit is de grootste ganzensoort) en de Nijlgans (één van de agressiefste soorten). Al die ganzen zijn het grootste deel van
Grauwe ganzen met pullen.
de dag maar bezig met één ding: eten. Dat varieert van zeven tot wel twaalf uur per dag. Er wordt in zo’n periode van een half tot een heel kilo gras naar binnen gewerkt. Daar komt bij dat de spijsvertering vrij slecht is: 75% van het opgenomen voedsel wordt ganzenkeutel. (Gemiddeld is er elke vier minuten een keutel). Schade aan grasland De aanwezigheid van ganzen heeft nogal wat nadelen voor het grasland. Er staat minder gras en het gras dat er wel staat wordt platgelopen, er kan meer onkruid kiemen en de graszode raakt verdicht waardoor het gras minder zal groeien. Verder wordt het beste gras gegeten (gratis maaltijd bij een viersterrenrestaurant) en verontreinigen de keutels het voer van de koeien en schapen. Overwinterende ganzen Nederland heeft internationaal de verplichting op zich genomen om bepaalde ganzensoorten te beschermen. Hiertoe zijn, na overleg tussen overheid en boeren, gebieden ingesteld, ‘gecontracteerd’, waar ganzen van 1 oktober tot 1 april ongestoord kunnen foerageren. De schade voor de betreffende boeren wordt door de Nederlandse overheid gecompenseerd. In MiddenDelfland is met dit doel ongeveer 1200 hectare gecontracteerd. Op het niet gecontracteerde grasland, het zogenaamde onbegrensde gebied, mogen de dieren dan verjaagd worden. Het achterliggende idee is dat de ganzen wel zullen leren te vluchten naar de foerageergebieden waar ze kennelijk met rust gelaten worden. Juist de afgelopen wat strengere winter is door de gasten uit het hoge noorden volop gebruik gemaakt van de foerageergebieden. Op zeker moment, eind januari, waren er wel dertigduizend ganzen in Midden-Delfland aan het overwinteren. Overzomerende ganzen Er is echter een extra probleem ontstaan: veel ganzen hebben ontdekt dat er hier ‘s zomers vakantie gevierd kan worden. Er zijn allerlei plasjes en natuurgebieden waarbij en waarin je als gans veilig kunt zitten en zwemmen. En als je wat wilt eten dan schuif je even aan in de naburige graslanden die keurig bijgehouden worden. Voor ganzen zijn dat paradijselijke omstandigheden: een soort Zwitserlevengevoel. Die ganzen broeden hier hun eieren uit en gaan daarna, evenals hun kroost, nooit meer weg. De schat-
vierendertigste jaargang nr. 3, september 2010
23
Beste redactie,
Hof van Delft
Nijlganzen met jongen.
ting is dat er op dit moment in de zomer meer dan 1500 uitheemse ganzen in ons gebied verblijven. En dat betekent dat er, omgerekend, 150 koeien extra aan het grazen zijn, alleen al in Midden-Delfland. En de schade? Tsja. Maatschappelijk probleem Wat kan er aan gedaan worden? Er kan bij de overheid schade geclaimd worden, maar dat is een langdurig proces met zeer vele hobbels. Alleen de beschermde soorten komen bijvoorbeeld in aanmerking. Qua tijd en voorwaarden is declareren niet echt te doen, zodat maar weinigen hier aan beginnen. Verjagen is een niet afdoende oplossing want op plassen en in natuurgebieden mag niet gejaagd worden. En wie gaat er ‘s nachts op zijn weiland ganzen verjagen? Daarbij komt nog dat veel burgers, vaak niet op de hoogte van de totale problematiek, het jagen niet kunnen waarderen. Enkele mogelijke oplossingen Er zijn een paar mogelijkheden om het probleem aan te pakken. Allereerst is dat zo min mogelijk eieren uit te laten broeden, zodat de popu-
latie in elk geval niet via nakomelingen groeit. Iedere terreinbeheerder kan hieraan meewerken. Verder erkennen dat de samenleving verantwoordelijk is voor het gevolgde verjaag- en bejaagbeleid en dus ook verantwoordelijk voor de schade zodat er een betere schaderegeling voor de getroffen boeren komt. En tenslotte een alternatief verjaag- en bejaagbeleid. Maar dat dient dan breed gedragen te worden door de bevolking. Op grond van het bovenstaande kan je vaststellen dat het ganzenprobleem niet eenvoudig oplosbaar is. Als je geen schade ondervindt, kun je enorm genieten van het gegak en de vele andere uitingsvormen van deze beestjes. Maar de ganzenpopulatie onbekommerd door laten groeien is geen oplossing. Het mag duidelijk zijn dat het laatste woord over dit probleem nog niet gezegd is!
Nico van der Wel
Voorzitter ANV Vockestaert
Onlangs kreeg ik van een kennis uit Den Hoorn bovenstaande foto van een boerderij ‘Hof van Delft’ met de volgende cryptische mededeling: .....Delftenaren kom je overal tegen. Vandaag ontmoet bij de Rijp. Zie geveltekst. Moesten weg om plaats te maken voor natuur bij de Tanthof. Wonen er nu 13 jaar...... Na wat speuren o.a. met Google vond ik naam en adres van de bewoners, de familie J.A.M. Kleijweg-van Adrichem, Westerbeemster. Joke Kleijweg vertelde mij het volgende. De boerderij, die ze in 1996 overnamen, was naamloos. In de geboorte-aktes van hun (groot?)ouders stond dat ze in de gemeente Hof van Delft waren geboren, hun (vroegere)polder heette Tanthof en in de Eilandspolder, die grenst aan de Beemster en waarop ze vanaf de dijk zicht hebben, loopt een grote natuurlijke watergang, Delft genaamd. Een goede reden om hun nieuwe onderkomen en ‘thuis’ in de Beemster voortaan Hof van Delft te noemen. Kortom, wellicht een reden om (weer) eens aandacht te besteden aan een familie die Midden-Delfland heeft verlaten. Cees Burggraaf Vlaardingen
Foto’s Henk Groenendaal
vierendertigste jaargang nr. 3, september 2010
Rectificatie Het gesloopte schuurtje aan de Woudweg, waar we in het vorige nummer melding van maakten, is gelukkig niet het schuurtje dat het Recreatieschap heeft opgeknapt en dat door uilen werd bewoond.
24
Uit onze winkel Al deze artikelen zijn ook zeer geschikt om cadeau te doen.
Speciale uitgaven van de Midden-Delfkrant
Bestellen? Als u in het bezit wilt komen van een van deze producten, maakt u het bedrag incl. verzendkosten (de prijs tussen de haakjes) over op giro 3928463 t.n.v. MiddenDelfland Vereniging te Maassluis, onder vermelding van ‘aantal en omschrijving publicatie’. Verzeker u ervan dat uw naam en adres staan vermeld. U ontvangt de bestelling dan per post.
Planten & Dieren 52 pagina’s; veel informatie, (kleuren)foto’s en illustraties.
Mapjes met 6 handzame wandelkaarten
Prijs ? 3,00 (5,00)
Met beschrijvingen van de bezienswaardigheden no 1, 2 of 3 Prijs leden per mapje ? 4,00 (5,80) / niet leden ? 5,00 (6,80)
Water & Waterwegen 52 pagina’s; veel informatie, (kleuren)foto’s en illustraties.
Fietskaart Cultuur & Historie
Prijs ? 5,00 (7,00)
Prijs ? 2,00 (3,00)
Waterkaart Water & Oevers Prijs ? 2,50 (3,50)
Kwaliteit & Landschap
In combinatie met de special ‘Water & Waterwegen’ kost de kaart € 1,50. U kunt de kaart samen met de special bestellen voor € 8,50 inclusief verzendkosten.
60 pagina’s; veel informatie, (kleuren)foto’s en illustraties. Prijs ? 5,00 (7,00)
Boeken ‘Kreen en Gruizig’ Henk Tetteroo
Prijs €? 12,00 (14,00)
‘Wonen in Woorden’ Henk Tetteroo
Prijs €? 14,50 (16,50)
Markant Midden-Delfland, een wereld apart Fotoboek door Gemma M.M. van WindenTetteroo
‘IJsmoppen uit Vlaardingen’ Gertruud en Frank Hazenberg Prijs ? 24,95 (28,00)
Prijs ? 22,00 (25,00)
Cultureel erfgoed Midden-Delfland Inspiratiebron voor beheer en ontwikkeling van het agrarische cultuurlandschap en streekeigen boerenerven. Een uitgave van Midden-Delfland is Mensenwerk en Vockestaert. Prijs ? 5,00 (7,25)
vierendertigste jaargang nr. 3, september 2010
Diversen T-shirts L en XL geel of groen, ? 7,50 (10,10) Kinder T-shirts maat 128 en 152 wit met opdruk koe of boer ? 7,50 (10,10) Vlag Mooi Dichtbij (150 x 225 cm) ? 10,00 (14,90)
25
Onderwijspilot van Vockestaert en het CLD
Oog voor Midden-Delfland Afgelopen jaar is Vockestaert een educatieproject begonnen om volwassenen en middelbare scholieren meer te interesseren voor MiddenDelfland. Voor volwassenen is een succesvolle lezingen- en excursiecyclus ontwikkeld. Voor de bovenbouw van de middelbare scholen zijn twee docenten bezig om profielwerkstukopdrachten te ontwikkelen voor vakken als geschiedenis en aardrijkskunde. Tenslotte is er voor de onderbouw, met name de klassen 2 en 3, een project ontwikkeld door Vockestaert, in samenwerking met docenten van het CLD en Eric van der Kooij als vertegenwoordiger van de ‘educatie-boeren’ van Vockestaert. Het onderbouwproject is bedoeld voor leerlingen van havo/vwoscholen rond het Midden-Delflandgebied die een veldexcursie willen doen. Op een speciaal te ontwikkelen website kan een docent zoeken welke boeren hun erf beschikbaar willen stellen voor schoolklassen. Op deze website zullen opdrachten te vinden zijn voor bijvoorbeeld de vakken aardrijkskunde, geschiedenis, scheikunde en biologie en kunnen docenten hun eigen programma samenstellen. In mei was het zover: na een voorbereidende periode werden twee derde klassen van het CLD ontvangen op het bedrijf van Eric van der Kooij. Na een introductie op school en een kort welkom op de boerderij,
meerkoeten of zwanen onderzocht, werd de waterkwaliteit bekeken, de bouw van de boerderij gefotografeerd en het landschap ervaren. Na afloop werd leerlingen gevraagd om een ‘elf’ (gedicht van elf woorden, volgens een bepaalde structuur) over Midden-Delfland te maken: Boerderij groot, oud erg veel weilanden hoeveel boerderijen zijn er? vredig. Janneke de Joode, 15 jaar
Leerlingen bestuderen het gedrag van twee meerkoeten met jongen.
gingen de leerlingen in groepjes onderzoek doen. Zo was er voor aardrijkskunde een cartografeeropdracht met behulp van GPSapparatuur en deden leerlingen voor biologie een ethologie-opdracht waarbij zij diergedrag in het veld bestudeerden. Voor scheikunde en biologie waren er opdrachten waarbij de voedingsstoffen in de bodem en de hardheid van het grondwater werden onderzocht en werd er een planteninventarisatie gemaakt. Bij geschiedenis kregen de leerlingen een rondleiding van de boer en een foto-opdracht waarbij zij de ouderdom van de boerderij onderzochten. De pilot was zonder meer geslaagd: het mooie weer, de geïnteresseerde gymnasiumleerlingen, enthousiaste docenten en gastvrije boer hielpen zeker mee. En de opdrachten zorgden ervoor dat leerlingen met andere ogen ‘hun voortuin’ gingen bekijken: met grote interesse werd het gedrag van bijvoorbeeld
Leerlingen onderzoeken de kwaliteit van het slootwater.
vierendertigste jaargang nr. 3, september 2010
Midden-Delfland Boerderijen, gras Rust, ruime, plezier Zal het blijven bestaan? Hopelijk Steven Vethman 14 jaar Rust Dieren, mensen Een uitgestrekt gebied Wil ik hier wonen? Rust Mirjam Schier 14 jaar
Karin Kievit
Adviseur cultuureducatie Bestuurslid MDV Foto’s auteur
Oproep Boerderijnamen In het artikel op blz 20 wordt een begin gemaakt met een inventarisatie van boerderijnamen in en om Midden-Delfland. Namen hebben een verhaal, een achtergrond en een geschiedenis. Het ligt in de bedoeling om een publicatie te maken over boerderijen, hun namen en het verhaal erachter. Het kan een boekje worden, een ‘special’ van de Midden-Delfkrant of een serie artikelen. De inhoud hang vooral af van de reacties die we ontvangen op deze oproep. Meld ons het verhaal achter een boerderijnaam of neem contact met ons op, zodat wij dat verhaal kunnen noteren. Het postadres is: Redactie MiddenDelfkrant, Burgemeester Musquetiersingel 40, 2636 GG Schipluiden. Het e-mailadres:
[email protected] Of bel naar Frits van Ooststroom (010) 474 25 98 of Kees van der Sar (010) 591 90 93.
26
Verenigingsnieuws Representatieve activiteiten Naast al het werk en de tijd die bestuursleden steken in het besturen (en het vertegenwoordigen in verschillende overleggen) van de vereniging is er ook nog de representatie. Met name de voorzitter mag daar zijn beste beentje in voorzetten en dat doet hij met plezier. Zo heeft hij op uitnodiging van de ChristenUnie uit Maassluis het Tweede Kamerlid van die partij, Ernst Cramer, mogen begeleiden bij zijn werkbezoek aan Midden-Delfland. Ook was hij, evenals MiddenDelfland is Mensenwerk van de partij bij een werkbezoek van een aantal Statenleden aan ons gebied. Naast voor de problematiek die de boeren ondervinden, die als protest om die reden ook niet aanwezig waren, was er veel aandacht voor de inspanning van de gemeente Midden-Delfland en de eventuele aanleg van de Blankenburgtunnel. De vereniging werd ook door de voorzitter gepromoot bij de start van de verkoop van de vrije kavels in de Harnaspolder. Kopers van die kavels krijgen van de ontwikkelaar een lidmaatschap van de MiddenDelfland Vereniging cadeau. En de (aspirant) kopers konden tijdens die
Maak de Midden-Delfland Vereniging groter en sterker De Midden-Delfland Vereniging groeit gestaag, maar het draagvlak voor onze activiteiten kan niet groot genoeg zijn. Maak daarom een vriend(in) lid en ontvang zelf een cadeaubon van ? 5,- te besteden in onze winkel. Stuur een briefje of e-mail met uw naam, adres en telefoonnummer en dat van het nieuwe lid aan de Midden-Delfland Vereniging, Burgemeester Musquetiersingel 40, 2636 HW Schipluiden of aan
[email protected].
vierendertigste jaargang nr. 3, september 2010
start alvast kennis met de vereniging maken. Hoewel zijn prestaties op hardloopgebied niet wereldschokkend zijn heeft hij wel meegelopen met de populaire Kadeloop. Een hardloopevenement door ons gebied, waarvan hij ook nog eens het startschot voor de 5 en de 12 km mocht lossen. Vlak voordat hij zelf aansloot bij de lopers van de 12 km vroeg hij de atleten onder het lopen aandacht te hebben voor het landschap. Groen Goud De stichting Groen Goud waar de Midden-Delfland Vereniging in deelneemt stimuleert de samenwerking tussen kleinschalige ondernemers op ondermeer de gebieden recreatie, cultuur en natuur. Dit heeft onlangs geleid tot nieuwe arrangementen en activiteiten die in Midden-Delfland ondernomen kunnen worden. Deze staan vermeld in de nieuwe brochures die Groen Goud i.s.m. de gemeente MiddenDelfland en het Promotieplatform heeft laten verschijnen: ‘Arrangementen Midden in het Delfland’ en ‘Landelijk logeren in MiddenDelfland’. De hierin beschreven activiteiten komen altijd voort uit een samenwerking tussen enkele ondernemers en zorgen ervoor dat men op een bijzondere manier kan genieten van de landelijke omgeving van Midden-Delfland. De betreffende recreatieondernemers zijn van mening dat je sterker bent door je activiteiten zo veel mogelijk op elkaar af te stemmen en met elkaar samen te werken. Groen Goud faciliteert die samenwerking door het inrichten van ondernemersplatforms. Hier worden ervaringen uitgewisseld, nieuwe initiatieven ontwikkeld maar ook knelpunten aangepakt. A4: alleen optimaal met vaart! De Midden-Delfland Vereniging heeft haar zienswijze ingediend op het Ontwerp Tracébesluit van Rijkswaterstaat voor de A4 DelftSchiedam. Dit ontwerp is niet conform het IODS-convenant, en die conclusie wordt ook gedeeld door omliggende gemeenten en andere organisaties. We hebben gepleit voor de aanleg van de A4-metVaart en er is ook kritiek geleverd op de plannen waar het de inpassing betreft, de compensatie van het verloren gebied en de effecten op geluid, luchtkwaliteit en zichtbaarheid (verlichting en routeborden).
Er is dus aangegeven dat het ontwerp in de huidige vorm voor ons niet goed genoeg is en teveel schade voor het gebied oplevert, schade die ook onvoldoende gecompenseerd wordt. Compensatie voor verloren open gebied wordt bijvoorbeeld in een polder ver weg gezocht (Hoeksewaard). Daar zullen vogels wellicht blij mee zijn, maar daarmee wordt de bewoner van dit deel van het land, die het al met weinig open ruimte moet stellen, absoluut niet geholpen. Wij willen compensatie voor mens en natuur in de vorm van extra weidegebied of waternatuur en aansluitend aan het open gebied van Midden-Delfland! We wachten nu op antwoord op deze zienswijze. De MiddenDelfland Vereniging ondersteunt in de tussentijd het initiatief van de Milieufederatie Zuid-Holland om de krachten te bundelen die opkomen voor de belangen van Midden Delfland en daarmee zich tegen het huidige ontwerp keren. Ons doel hiermee is dat tenminste de uitgangspunten van het IODS-convenant voor de volle 100% worden gehaald. Dit gaat het beste met de A4-met-Vaart en die optie moet dus alsnog als een serieuze mogelijkheid worden bekeken. Geen Blankenburgtunnel door Midden-Delfland Midden-Delfland wordt opnieuw bedreigd, en alweer door een oud plan wat uit de kast gehaald is. De regering heeft besloten dat er een westelijke vaste oeververbinding moet komen om de Maasvlakte verder te ontsluiten en de A15 te ontlasten. Dat de aanleg van Maasvlakte Twee ook een keuze was voor meer mobiliteit, was al langer duidelijk. De snelheid waarmee de keuze gemaakt gaat worden tussen de twee varianten van de tunnel kwam voor ons als vereniging, maar ook voor alle betrokken gemeenten vrij onverwachts. Er wordt dit jaar een keuze gemaakt tussen de opties Blankenburgtunnel en de Oranjetunnel. Het tracé van de Blankenburgtunnel en aansluitende weg loopt dwars door Midden-Delfland en snijdt de Aalkeetpolder en Zuidbuurt tussen Vlaardingen en Maassluis in tweeën. Doorsnijdingen op deze schaal betekenen een groot verlies van de ruimtelijke kwaliteit van het gebied. Daarmee gaat het karakter van dit open gebied volledig verloren, ook door verlies van oppervlak aan de weg en het te maken knooppunt en door de milieueffecten. De Midden-Delfland Vereniging heeft zich direct aangesloten bij de groep
27
‘Blankenburgtunnel Nee’. Deze groep, waaraan ook lokale buurtverenigingen en Natuurmonumenten zich hebben verbonden, is op meerdere fronten zeer actief. Eerste succes is dat de Tweede Kamer op 29 juni een motie heeft aangenomen waarin de keuze tussen Blankenburgtunnel en Oranjetunnel wordt uitgesteld naar het najaar. Rotterdam en Rijkswaterstaat zullen eerst op zoek moeten naar draagvlak bij o.a. de betreffende gemeenten aan weerszijde van de Nieuwe Waterweg en andere organisaties. De keuze tussen Blankenburgtunnel en Oranjetunnel moet niet ingegeven zijn door louter financiële en verkeerstechnische argumenten. Het lot van MiddenDelfland zal ook een belangrijke overweging worden. Hiervoor zal de Midden-Delfland Vereniging zich inzetten. Dit uitstel geeft ook aan ons als vereniging de ruimte in dit proces een rol te spelen en we zullen ons standpunt duidelijk neerzetten. We zijn uitgenodigd om de plannenmakers te informeren over onze ideeën. Informatie staat op www.blankenburgtunnelnee.nl. Daar is ook de mogelijkheid uw handtekening te zetten tegen deze tunnel en bijbehorende weg. KK
Bestuur Midden-Delfland Vereniging
Midden-Delfland Vereniging
Ben van der Velde, voorzitter Telefoon (010) 460 02 93
Secretariaat: Burgemeester Musquetiersingel 40 2636 GG Schipluiden Telefoon 06 42 10 54 07 (overdag)
[email protected] Rabobank 14.37.75.367 ING 3928463 (Midden-Delfland Vereniging te Maassluis) Verenigingenregister Haaglanden V 40397143
Kees van der Sar, penningmeester Telefoon (010) 591 90 93 Roelof uit Beijerse Telefoon (015) 380 51 26 Hanneke Blokdijk E-mail
[email protected] Richard Jonker Telefoon (015) 261 90 99 Karin Kievit Telefoon (015) 213 38 99 Arie van der Kooij Telefoon (010) 880 40 73 Michel van Ruijven Telefoon (015) 380 88 70
Harry Arkesteijn in de kraam van de vereniging tijdens Midden-Delfland Open! vorig jaar aan de Woudweg.
vrijwilligersactiviteiten en minder bij het besturen van de vereniging en hij zag zich nu gesterkt door het volste vertrouwen in het ruim vernieuwde bestuur. Als bestuurslid heeft hij samen met de penningmeester de ledenadministratie geschikt gemaakt voor nieuwe ICT, zodat de in aantal sterk gegroeide leden vlekkeloos hun Midden-Delfkrant en andere verenigingspost ontvangen. Hij was voorjaar 2009 de centrale figuur bij de verhuizing van de vereniging naar het gezamenlijke onderkomen in het Vockestaertkantoor en voor de daarbij behorende samenwerkingsafspraken. Maar het runnen van het grote ploeg vrijwilligers van de vereniging was Harry toch het meest op het lijf geschreven. En het mooie is, dat hij zijn praktische hand- en spandiensten voor de vereniging helemaal niet heeft
vierendertigste jaargang nr. 3, september 2010
Werkgroep Paden Midden-Delfland p/a Hein van Bohemen Holierhoek 36, 2636 EK Schipluiden Telefoon (015) 380 99 40 Website www.middendelflandvereniging.nl
Rudolf von Stein Telefoon 06 10 94 54 70
Harry Arkesteijn nam afscheid van het bestuur Dit voorjaar, tijdens de ledenvergadering, traden niet alleen vier nieuwe bestuursleden aan maar trad er ook een af: Harry Arkesteijn. Zijn hart ligt bij het runnen van de
Werkgroep Historie en Landschap Midden-Delfland p/a Frits van Ooststroom Trekkade 20, 3137 KD Vlaardingen Telefoon (010) 474 25 98
opgegeven. Samen vormen Harry en Janneke een gouden duo dat er voor zorgt dat de vereniging acte de presence geeft bij markten, festivals en andere activiteiten. Dat betekent dat hij alle voorbereidingen organiseert en zorgt voor het vervoer van de spullen. Janneke chartert de vrijwilligers en zorgt voor een passend rooster, het inpakken van de tassen en het klaarmaken van de marktkraam. En last but not least is hij de drijvende kracht achter het driemaandelijkse verzendklaar maken van de Midden-Delfkrant. Een grote groep vrijwilligers vult dan in een paar uur tijd die 2700 de enveloppen; ’s zomers bij Boer Piet en ’s winters in het ‘eigen clubhuis’ aan de B.M.singel in Schipluiden, zoals Harry dat met enige ironie noemt. Harry dringt er natuurlijk op aan om dit stukje te besluiten met een oproep aan leden, die ook wel eens willen meehelpen, om zich vooral bij hem te melden. Dat kan via een e-mailtje naar de vereniging of een telefoontje naar 06 29027080. Doen! PO
28
Bomen met een verhaal
Onorthodox
Monumentale bomen in Midden-Delfland
De mens is een gewoontedier. Een open deur, maar het besef dat ongeveer driekwart van ons gedrag tot stand komt zonder er bij na te denken blijft fascineren. Voor een deel is het natuurlijk maar goed ook. Als u een stukje fietst of de aardappeltjes kookt, doet u dat grotendeels op de automatische piloot. Stelt u zich eens voor dat u iedere keer weer na moet denken hoe u op de fiets uw evenwicht ook alweer bewaart of een kookboek na moet slaan op het kookpunt van een pieper. Voor een deel biedt het ook kansen. Denk aan voorbeelden als rijden onder invloed of roken. Als de gewoonte wordt doorbroken – u rijdt de Gaag in, uw stamcafé ‘Sport’ stelt (noodgedwongen) een rookverbod in – gaat u op een heel andere manier naar uw eigen gedrag kijken. En wie weet dat gedrag zelfs aanpassen. En dat brengt me als vanzelf op de toenemende congestie in het gebied, mede als gevolg van ons autogebruik. Want dat de auto best een dagje zonder ons kan, weten we zelf natuurlijk ook wel. Maar het gat tussen denken en doen geeft precies de ineffectiviteit van overheidscampagnes aan. Want ook auto rijden is natuurlijk goeddeels een kwestie van gewoonte en die doorbreek je niet met een paar televisiespotjes. Als enthousiast fietser voel ik mij altijd onaangenaam getroffen als ik door de situatie gedwongen word de auto naar het werk te nemen. Gebeurt dat echter een aantal dagen achter elkaar, dan moet ik me er bijna weer toe zétten de fiets te nemen. Zo snel slijt het er in. Ik pleit dan ook voor een massaal gedragsexperiment, waarbij wij een week of twee alle snelwegen in de Randstad afsluiten voor personenvervoer. Het zou zomaar kunnen dat wij ineens tot de conclusie komen dat die verbreding van de A13, de aanleg van de A4 of het graven van de Blankenburgtunnel allemaal geldverspilling is. Nog los van de gezondheidswinst die we ermee boeken. Een onorthodox experiment, maar gezien het onorthodoxe kabinet dat ons steeds onorthodoxere land de komende vier jaar zal gaan leiden wellicht helemaal zo onorthodox nog niet.
In Midden-Delfland staan veel bijzondere bomen. Bijzonder door hun leeftijd, hun schoonheid of hun geschiedenis. Maar er is nog geen overzicht van bijzondere bomen. De Bomenstichting heeft 2010 uitgeroepen tot het jaar van de monumentale boom. Een mooie aanleiding om die bijzondere bomen te gaan verzamelen. Iedereen kan daaraan meedoen. Tijdens Monumentendag 2010 heeft mevrouw A. van den Heuvel, wethouder van de gemeente MiddenDelfland, het plan van de MiddenDelfland Vereniging gelanceerd om een register aan te leggen van bijzondere bomen. Zij deed dit door het opmeten van een van de twee kastanjebomen die op Hodenpijl staan. Haar speciale meetlint kwam net 3 cm tekort: de boom heeft de enorme omtrek van 303 cm! De in het publiek aanwezige achterkleindochter van de koster vertelde ter plekke een mooi verhaal over een weddenschap en de verwisseling van een rode en witte paardekastanje, waarbij haar overgrootvader een rijksdaalder van de pastoor won. Met zulke verhalen gaat de bomenverzameling een succes worden. Iedereen kan een bijdrage leveren deze verzameling. Sterker nog: zonder hulp van het publiek is het plan niet uitvoerbaar. Het plan vergroot de kennis van boomsoorten en van de soortenrijkdom van MiddenDelfland, het leert over de functie van bepaalde bomen en door het
bomenregister krijgen we meer oog voor de betekenis van bomen in het polderlandschap. Het eerste resultaat zal een Top Tien 2010 zijn van oudste en van de dikste bomen in Midden-Delfland. Om een betrouwbaar register te krijgen zijn regels nodig. Die vindt u evenals een formulier op de website van de vereniging. Als het register dit najaar een succes blijkt te zijn, is het de bedoeling om ook na 2010 door te gaan en nieuwe inzendingen mogelijk te maken, zodat elk jaar eindigt met een nieuwe update van de top tien van de oudste en dikste bomen. Kijk op www.middendelflandvereniging.nl hoe u kunt meedoen en op welke wijze u een bijzondere boom voor het register kunt aanmelden. In de volgende MiddenDelfkrant maken we de eerste resultaten van het Jaar van de Monumentale Boom in Midden-Delfland bekend.
Pia van Oord
Wethouder van de gemeente Midden-Delfland A. van den Heuvel meet onder het oog van de deelnemers aan de fietsexcursie de omvang van de kastanjeboom op Hodenpijl. Foto Pia van Oord.
Roelof uit Beijerse
Bestuurslid Midden-Delfland Vereniging
vierendertigste jaargang nr. 3, september 2010