Video Interactie Begeleiding (VlB) bij de omgangsregeling van verstandelijk beperkte ouders en hun kind(eren) in pleegzorg. Inleiding: Vanaf 2006 heeft de William Schrikker Pleegzorg geëxperimenteerd met het inzetten van VIB bij moeizaam verlopende omgangsregelingen tussen ouder en kind. Het gaat daarbij om omgangsregelingen waarbij het kind negatief reageert op het contact. Het kind toont onveilig gedrag (zoals afweren, huilen, tegendraads) tijdens en/of na het bezoek en soms ook voorafgaand aan het bezoek. Dit heeft de jeugdzorgwerkers voor de vraag gesteld of de omgangsregeling in de huidige vorm wel kan worden gehandhaafd. Daarnaast zijn er vragen gekomen op initiatief van ouders. Zij hebben aangegeven behoefte te hebben om hun kind beter te leren begrijpen en zij stellen vragen over hoe zij het beste kunnen omgaan met hun kind. Middels het maken van een interactieanalyse kan goed in beeld gebracht worden welke initiatieven er worden genomen en hoe deze initiatieven door de ander worden ontvangen en geïnterpreteerd. Ouders krijgen handvatten aangereikt hoe zij het beste kunnen aansluiten en afstemmen op hun kind. Daarbij dient rekening gehouden te worden met de verstandelijke vermogens van de ouders. Met pleegouders en de jeugdzorgwerker wordt besproken hoe zij zich hierbij ondersteunend kunnen opstellen. De resultaten zijn dusdanig bemoedigend geweest dat dit heeft geresulteerd in een vaste module binnen het VIB aanbod van de William Schrikker Pleegzorg en het beschrijven van de methodiek die wordt toegepast. Er is bij het beschrijven van de werkwijze rekening gehouden met de verstandelijke vermogens van de ouder en de specifieke deskundigheid die dit van de VIB-ers vraagt. Deze methodiekbeschrijving is gebaseerd op de ervaringen die tot nu toe zijn opgedaan. Mogelijk zal deze methodiekbeschrijving in een latere fase nog verdere bijstelling behoeven.
Methodiekbeschrijving: Hoofddoel: Het contact tussen pleegkind en ouder verbetert. Het pleegkind ervaart veiligheid in het contact en kan van daaruit op een positieve manier contact aangaan met de ouder(s). Subdoelen kind:
Het pleegkind ervaart ruimte tijdens het bezoek om zowel positief contact te mogen hebben met ouders als met pleegouders.
Het pleegkind is minder van slag voor en na een bezoek van zijn ouders.
Het pleegkind reageert ontspannen op de contacten met ouders.
Subdoel ouders:
Ouders krijgen handvatten aangereikt hoe zij tijdens het bezoek kunnen afstemmen op hun kind.
Subdoel pleegouders:
De pleegouders krijgen handvatten aangereikt hoe zij, in de voorbereiding van, tijdens en na het bezoek, het kind kunnen ondersteunen.
Door te werken aan de doelen zijn de volgende effecten te realiseren:
Ouders voelen zich gehoord als ouder van hun kind en krijgen daardoor erkenning voor hun ouderschap.
De ouder doet positieve succeservaringen op bij het terugkijken van de beelden van geslaagde interacties.
De pleegouder krijgt meer inzicht in de problematiek van de ouder en daardoor meer begrip voor diens handelen.
De loyaliteitsproblemen bij het kind nemen af door een verbeterde relatie tussen ouder en kind waardoor de pleeggezinplaatsing meer kans van slagen heeft.
De jeugdzorgwerker krijgt meer zicht op hoe hij helpend kan zijn in de ondersteuning van de ouders tijdens de bezoekregeling.
Voorwaarden om met VIB te kunnen starten:
De video interactie begeleiding kan alleen plaatsvinden als de ouder gemotiveerd is en toestemming geeft voor het maken van opnames.
Het doel wordt door alle betrokkenen onderschreven, namelijk: Het kind is uitgangspunt en ervaart de bezoeken positief.
Werkwijze: 1. Na aanmelding organiseert de VIB-er een intakegesprek. De VIB-er bespreekt met de jeugdzorgwerker en de pleegzorgwerker onderstaande onderwerpen en maakt op grond daarvan een eerste analyse van het probleem. Onderwerpen die tijdens de intake aan bod kunnen komen zijn o.a.: -
Doel en werkwijze.
-
Het verloop van de bezoeken.
-
Wat is de hulpvraag van ouders, kind, pleegouders en/of de jeugdzorgwerker.
-
Relevante aanvullende informatie mbt voorgeschiedenis, aanwezigheid van loyaliteitsconflicten e.d.
-
Hoe worden kind en ouders voorbereid.
2. De VIB-er stelt een voorlopig plan van aanpak op en maakt afspraken voor een eerste opname 3. Er wordt een opname gemaakt. De VIB-er maakt voorafgaand aan de eerste opname kennis met de ouders en stelt hen zoveel mogelijk op hun gemak. De VIB uitgangspunten worden benadrukt; Gericht op wat doet de ouder op het moment waarop het contact goed verloopt en hoe kan dit worden uitgebreid. Evt. angsten van ouders benoemen (bijv. bang dat bezoeken worden verminderd, angst dat zij het niet goed doen e.d.). 4. Er wordt een aparte afspraak gemaakt met de ouders om de beelden te bespreken. Daarbij wordt rekening gehouden met de aandachtspanne van de ouders. Het heeft de voorkeur hierbij de jeugdzorgwerker uit te nodigen of begeleider van de omgangsregeling. Zij kunnen ouders helpen om de geboden handvatten in te zetten en vast te houden. 5. Tijdens de nabespreking wordt besproken wat er goed ging volgens ouders en VIB-er. Wat zie je voor reactie bij het kind en wat zijn de aandachtspunten voor de volgende keer. Tijdens de eerste nabespreking wordt aangeven dat de beelden mogelijk ook teruggekeken worden met de jeugdzorgwerker en of pleegzorgwerker en pleegouders als dit in het belang wordt gezien van het kind. Als ouders bezwaar maken wordt besproken hoe de informatie dan met deze betrokkenen kan worden besproken. Er worden afspraken gemaakt voor de volgende opname. Aandachtspunten kunnen o.a. zijn; -
-
-
Aandachtspunten voor ouders; bv: eerst zitten, wachten op het initiatief van het kind en niet direct op schoot trekken, het kind volgen, babbelen, praten over de interesses van het kind, praten met pleegouders over het kind, praten bij wat je doet, etc. De aandachtspunten voor ouders zijn gericht op het verbeteren van het contact en niet gericht op opvoedingsvaardigheden. Aandachtspunten voor de jeugdzorgwerker die het bezoek begeleidt; hoe kan deze helpend zijn naar zowel het kind als de ouder; bv. kind en ouder op hun gemak stellen, leiding nemen, zorgen voor goede voorwaarden. Aandachtspunten voor de eventueel bij het bezoek aanwezige pleegouder: hoe kan deze helpend zijn naar zowel het kind als de ouder; bv. kind iets laten meenemen voor de ouder zoals een tekening of foto, nabijheid bieden totdat het kind toe is aan de volgende stap in contact met de ouder, afstand nemen als het kind hieraan toe is, het kind benoemen. Praktische aandachtspunten in de voorwaarde scheppende sfeer: waar is het bezoek, is er adequaat speelgoed, wat is de activiteit, wie zijn er bij het bezoek en waarom, wie kunnen ondersteunend zijn en hoe, kortom welke praktische items helpen mee om het bezoek te doen slagen en wat zijn belemmeringen.
6. De Vib-er maakt een terugkoppeling van de nabespreking naar de pleegzorgwerker/pleegouders en de jeugdzorgwerker indien deze niet aanwezig waren bij de nabespreking. Het is van belang dat dit pas gebeurt nadat de beelden met de betrokkenen zijn besproken. Aanbevelingen mbt aandachts- en signaleringspunten worden in de eindevaluatie besproken. 7. Voorafgaand aan de volgende opname worden de aandachtspunten kort met ouders doorgesproken. Vraag aan ouders wat zij zich nog herinneren van de nabespreking. Indien nodig, help ouders dan met voorbeelden (of indien mogelijk met beelden) zich de situaties en aandachtspunten te herinneren. Bijv. wat gebeurde er toen…., wat deed het kind toen je…. Uitgangspunt is dat ouders zoveel mogelijk zelf terug kunnen vertellen. 8. Stap 3 t/m 7 worden herhaald tot maximaal 5 opnames. 9. Het VIB proces wordt afgerond middels een eindbespreking. Indien mogelijk worden alle betrokkenen hierbij uitgenodigd en middels beelden worden de effecten weergegeven. De VIB-er geeft zijn conclusie weer en doet aanbevelingen voor de toekomst. 10. Ouders krijgen na afloop een verslag met betrekking tot de ouder-kindcontacten. Daarin wordt het VIB proces beschreven. Een afschrift van het verslag gaat naar de pleegzorgwerker en de (gezins-)voogd ten behoeve van het kind dossier. Pleegouders kunnen ook een afschrift ontvangen indien ouders hiervoor toestemming geven. Indien gewenst kunnen de ouders een dvd krijgen met de beelden van de opnames, eventueel voorzien van concrete bewoordingen als reminder.
Specifieke werkwijze:
Aansluiten bij het vermogen van ouders (wat kunnen zij) i.p.v. onvermogen (wat kunnen zij niet). Dit is een belangrijke voorwaarde om op een positieve wijze met ouders te kunnen werken. Door in beeld te brengen waar zij wel aansluiting hebben met het kind en het kind volgen, kunnen ouders genieten van hun eigen kunnen.
Gedragsverandering moet gerealiseerd worden in kleine en voor ouders haalbare en inzichtelijke stappen. Het is belangrijk om te werken met realistische doelen gericht op contactverbetering.
Handvatten dienen praktisch gericht te zijn en vertaald te worden in concrete stapjes. Een kenmerk van een verstandelijke beperking is het gebrek aan inzicht en overzicht. Dit betreft zowel hun eigen handelen als de situaties waarin zij zich bevinden. Samenhangend met een gebrek aan inzicht is het gebrek om zelf te bedenken hoe zij adequaat kunnen handelen in situaties en problemen kunnen oplossen. Helpend is om situaties voor te structureren. Dit kan door het geven van concrete aanwijzingen/opdrachten, maar ook in de voorwaarde scheppende sfeer door invulling te geven aan de plaats en de inhoud van het bezoek.
Hulpmiddelen inzetten om ouders te activeren tijdens het bekijken van de beelden. De VIB-er dient rekening te houden met het gebrek aan zelfreflexie en het vermogen om te kunnen abstraheren. Daardoor ontstaat al snel het gevaar dat de VIB-er gaat invullen voor ouders, veel praat en gaat herhalen. De volgende hulpmiddelen zijn helpend;
-
De beelden laten ondertitelen: Wat doe je hier, wat zie je aan het gezicht van het kind, waar kijkt het kind naar enz.
-
Keuze mogelijkheden geven: Wat denken jullie lacht ze hier of kijkt ze boos, is dat omdat ze het leuk vindt of wil ze iets anders gaan doen.
-
Adviezen door ouders laten samenvatten: Wat ging er goed, wat zouden jullie de volgende keer nog anders kunnen doen, denk aan de beelden van de vorige keer. Indien nodig aanvullen.
Handvatten herhalen voorafgaand aan de volgende opname. Vraag aan ouders of zij nog weten wat er de vorige keer goed ging en waar zij nog op kunnen letten. Vul aan indien nodig.
De woordkeuze dient afgestemd te zijn op het begripsvermogen en langzaam lerend tempo van de ouder.
-
De VIB-er dient te praten in begrijpelijke bewoordingen.
-
Woorden als initiatief, volgen, ontvangstbevestiging dienen te worden vermeden en vertaald te worden in concrete termen als; kind kijkt naar je, kind doet wat je vraagt, kind herhaalt wat je tegen haar zegt, jullie begrijpen elkaar e.d.
Bij de nabespreking dient rekening gehouden te worden met de aandachtspanne van de ouders. Zij hebben moeite om zich langere tijd te kunnen concentreren en zullen meerdere boodschappen tegelijk moeilijk kunnen behappen. Selecteer enkele beelden uit en geef niet teveel adviezen tegelijk. Werk niet aan meer dan 1 of 2 aandachtspunten tegelijk.
Aandachts- en signaleringspunten; Het omgangscontact dient op de eerste plaats plezierig te zijn voor met name het kind. Van belang is dat de ouder het kind niet onnodig belast. Indien hier sprake van is dient de VIB-er dit te bespreken met de jeugdzorgwerker en de pleegzorgwerker. De VIB-er dient zich te beperken tot de interactiebeelden. Het is de taak van de (gezins-)voogd om deze zaken met ouders te bespreken. Dit geldt ook voor vragen die ouders stellen aan de VIB-er met betrekking tot de bezoekregeling. De gesignaleerde aandachtspunten kunnen in de eindevaluatie worden besproken. De VIB-er kan aanbevelingen opstellen als advies voor de jeugdzorgwerker en/of pleegzorgwerker. De VIB-er kan de volgende aandachtspunten signaleren:
De ouder wil teveel tijdens het contact. Bijvoorbeeld door de eigen behoefte tot contact maken niet te kunnen uitstellen.
De ouder blijft het verleden herhalen.
De ouder stelt concurrerende vragen zoals wie is de liefste en loyaliteit dilemma’s.
De ouder hoort het kind uit over pleegouders.
De ouder hoort het kind uit over de andere ouder indien er sprake is van scheiding.
De ouder toont overdreven bezorgdheid.
De ouder staat het kind niet toe het leuk te vinden bij pleegouders.
Herziene versie d.d. november 2015 William Schrikker Pleegzorg, Team Video Interactie Begeleiding.