Via Natura #23 - augustus 2005 Cultuurhistorische Met bijlage van objecten
23 Waterstaatstijl
4 Verslonzen we de publiek voorzieningen, dan verslonst de samenleving.
7 Kunstwerken En verder 3 Nieuwe instrumenten gaan cultuurhistorie binnen Rijkswaterstaat meer gestalte geven 4 Inventarisatie Rijkswaterstaats cultuurhistorische objecten begonnen 9 Nederland moet meer smoel krijgen
Nieuwe instrumenten gaan cultuurhistorie binnen Rijkswaterstaat meer gestalte geven ‘Het zou Rijkswaterstaat goed doen als we zorgvuldig zouden omgaan met onze monumenten’, zegt dé historicus van Verkeer en Waterstaat, Bert Toussaint. ‘We merken namelijk een maatschappelijke verandering. Men wordt zich ervan bewust dat als we nu niet snel gaan bewaren wat er nog over is, het te laat is. Je merkt dit in de media, het publiek vraagt erom. En daar moeten we gehoor aan geven.’ Maar helaas zijn de instrumenten nog niet voorhanden. Er is bijvoorbeeld nog geen volledige lijst van Rijkswaterstaatobjecten. En zolang die ontbreekt, waar heb je het dan over? Daarom is nu begonnen met de inventarisatie. Een methode die de monumentale waarde per object aangeeft is er al wel (voor meer hierover: zie het artikel Inventarisatie Rijkswaterstaats cultuurhistorische objecten begonnen). Voor Lekkanaal, het gebied van de Nieuwe Hollandse Waterlinie, Merwedekanaal, Twentekanaal, Zuid-Wil-
lemsvaart en het Wilhelminakanaal is de inventarisatie inmiddels gebeurd. Nog lang geen volledig landelijk overzicht dus, maar er is dan ook geen verplichting. De inventarisatie hangt af van de animo van een dienst. Toussaint hoopt dat de andere Rijkswaterstaatdistricten snel zullen volgen. ‘Laten zij zich melden!’ Uitvoeringsvisie Cultuurhistorie Er is geen wetgeving die de Rijkswaterstaatmonumenten beschermt. Maar er is wél het project Belvedere, inmiddels >
Dit nummer gaat over de cultuurhistorische objecten van Rijkswaterstaat en wat Rijkswaterstaat hiermee zou moeten doen. • Het gaat over de vorig jaar ontwikkelde beoordelingsmethode voor Rijkswaterstaatobjecten waardoor er nu al hard wordt geïnventariseerd bij sommige districten van Rijkswaterstaat. • En over het wachten op de Uitvoeringsvisie Cultuurhistorie van de staf DG. Want dan, met gereedschap en koers bij de hand, kunnen we immers de beslissingen nemen over het lot van kunstwerken en landschappen. • En het gaat over het verlangen naar weer een karakteristieke Waterstaatsstijl.
9 Hoe handhaven we gedegen vormgeving
1
omgedoopt tot Actieprogramma Ruimte en Cultuur, waarin OCenW, LNV, VROM én V&W samenwerken. In vervolg hierop heeft Toussaint staf DG verzocht een uitvoeringsvisie te ontwikkelen voor cultuurhistorie, want die is er nu niet. ‘Het zou goed zijn als we die snel hebben’, vindt Toussaint. ‘Het geeft duidelijkheid bij inrichtingsplannen en bij onderhoud en beheer. Want we moeten wat met onze monumenten. Het onderhoud stagneert. Cultuurhistorie moet eigenlijk een vast gegeven worden bij beheer en onderhoud’, vindt Toussaint. ‘Anders beperkt een projectleider zich tot het functionele. Cultuurhistorie is beslist iets dat bij ons werk hoort. Het is verweven met onze uitstraling. Dat betekent dat we zelfs eisen moeten stellen aan beheerders van objecten
die door Rijkswaterstaat zijn afgestoten. Als bijvoorbeeld een vuurtoren straks verloedert, is dat slecht voor het aanzien van ons land. Daar worden wij door de samenleving dan tóch op aangesproken.’ ‘We hopen dat cultuurhistorie tot vast onderdeel van het beleid zal worden. En ondertussen moeten we zorgen voor meer cultuurhistorische kennis bij de districten van Rijkswaterstaat en kijken of we er geld voor kunnen vrijmaken.’ Het hoeft overigens niet allemaal van Rijkswaterstaat te komen, vindt Toussaint. ‘Bedrijfsleven en andere overheden mogen er ook wel wat voor over hebben.’ Inlichtingen: Rijkswaterstaat corporate Dienst, Bert Toussaint. Tel. 070-3519447
De meningen Wijnand Broeders, HID Dienst Weg- en Waterbouwkunde Rijkswaterstaat toonde de afgelopen 25 jaar minder belangstelling voor het cultureel erfgoed dan daarvoor, is de indruk van Wijnand Broeders, hoofdingenieur-directeur van de Dienst Wegen Waterbouwkunde (DWW). ‘Het vaak aangevoerde argument is natuurlijk dat cultuurhistorie onze primaire taak niet is, dat belastinggeld niet mag worden aangewend voor luxe. Maar tegelijkertijd is er grote maatschappelijk druk. Wij kunnen wel vinden dat het onze taak niet is, maar de maatschappij denkt daar anders over. We moeten het realistisch benaderen’, vindt Broeders. ‘Natuurlijk heeft Rijkswaterstaat prachtige objecten neergezet. Die moeten we netjes onderhouden. Maar als ze niet meer behoren tot de rijksinfra-
structuur, moeten we ze overdragen. Zo gaat dat. Het zou toch vreemd zijn als we nog steeds de Waterstaatkerken zouden beheren?’ Maar wie zit er te wachten op overname van die soms onderhoudsintensieve objecten? ‘Voor wegen was er een wettelijke regeling, zegt Broeders, ‘voor nat niet. Maar vaak lukt het wel. Provincies en gemeenten hebben al veel van onze objecten overgenomen. Het Apeldoorns Kanaal wordt bijvoorbeeld nu beheerd door de provincie Gelderland. Maar voor de vele voormalige werkhaventjes die nu nog hooguit de pleziervaart dienen, ligt het lastiger.’
Moet DWW een nadrukkelijker rol spelen? ‘Als het bestuur van Rijkswaterstaat met de Uitvoeringsvisie Cultuurhistorie komt, zullen wij het nog nadrukkelijker oppakken en het samen met de diensten van Rijkswaterstaat uitwerken’, zegt Broeders. ‘Het mag immers geen DWWkunstje worden. DWW initieert en faciliteert projecten. Is er geen belangstelling voor een onderwerp dan gaan we er niet mee door. Maar cultuurhistorie houdt de gemoederen bezig, dat is een facet van Rijkswaterstaat waar we niet omheen kunnen. Ik verwacht hier een goede samenwerking.’
DWW: Karin Holthuis Karin Holthuis, specialist Beleid en Bestuur bij de DWW: ‘Rijkswaterstaat wil zorgvuldig omgaan met zowel natuur 2
als cultuur.’ Dat de kosten een belemmering zijn, verwacht Holthuis niet. ‘Als je tijdig rekening houdt met deze
aspecten is er veel mogelijk. Het wordt duurder als je later moet inpassen en een ontwerp op de kop moet.’
Ingwer de Boer, HID Rijkswaterstaat Utrecht ‘Natuurlijk neemt Rijkswaterstaat de verantwoordelijkheid voor zijn cultuurhistorie’, zegt hoofdingenieur-directeur Ingwer de Boer van Rijkswaterstaat Utrecht. ‘Traditioneel heeft onze organisatie groot historisch besef. Kijk, alles wat we maken is groot, ingrijpend, opvallend en het bestaat minstens honderd jaar. We hebben een robuust netwerk. Je vindt in ons land nog van alles terug van wat we in de afgelopen eeuwen hebben aangelegd. De wegenkaart uit het begin van de negentiende eeuw lijkt nog enorm op de huidige. Dat is prachtig! Ik wil maar zeggen, Rijkswaterstaat richtte ons land in en bepaalt daarmee de presentatie van Nederland. Dat kun je dus niet verwaarlozen.’
Op de kosten kan het niet stuklopen, vindt De Boer. ‘Herstel van cultuurhistorische waarde bedraagt hooguit vijf procent van de renovatiekosten, maar meestal niet meer dan een procent.’ De Boer vindt overigens wel dat ook andere overheden moeten meewerken. ‘Maar omdat Rijkswaterstaat een van de weinige overgebleven doe-organisaties is van de overheid, ligt er bij ons een bijzondere verantwoording.’ De Boer maakte zich in de loop der jaren sterk voor allerlei projecten waar behoud van monumentale waarden aan de orde was. Bij de Oranjesluizen bijvoorbeeld,
die hij behoedde voor afbraak, en in IJmuiden, waar de sluiswachterhuizen mede op zijn initiatief werden verplaatst en niet omvergehaald. De Boer maakt deel uit van de Vormgevingsadviesgroep van Rijkswaterstaat, is lid van de Liniecommissie van de Nieuwe Hollandse Waterlinie en was voorzitter van de stuurgroep Routeontwerp A12, een project ter bevordering van samenhang in de vormgeving van de weg. Inmiddels doen ook de A2, A4 en de A27 hieraan mee. (Zie hiervoor ook het artikel: Nederland moet meer smoel krijgen.)
‘We moeten blijven nadenken over onze uitstraling’, vindt De Boer. ‘Een voorbeeld: de sluizen en stuwen in de Lek hadden achterstallig onderhoud. De neiging bestond ze alleen functioneel aan te passen. Maar daar ben ik tegen. Die stuwen zijn landmarks. Symbolen van de Hollanders die de rivieren hebben bedwongen. Ik ben samen met mijn collega van Oost-Nederland de Lek langsgegaan en nu ligt er een renovatieplan dat ook recht doet aan de historische waarden van de objecten.’ Beatrixsluis
Eli Gehasse, DWW ‘Het probleem is dat we nu niet van alle objecten de cultuurhistorische waarde weten’, zegt DWW-er Eli Gehasse, bij Rijkswaterstaat aangesteld voor archeologie en cultuurhistorie. ‘Maar de inven-
tarisaties van de regionale diensten zullen dat straks hopelijk duidelijk maken.’ Gehasse wil overigens niet alles van waarde behouden.‘Dat is ook niet de insteek van de Nota Belvedere’, zegt
De mogelijkheden Als een object met cultuurhistorische waarde niet meer in functie is: behoud van het object bij ander gebruik, sloop, of overdracht. Is zo’n object nog wel in functie, dan: handhaving/herstel van het object, of ontwikkeling van het object met gedeeltelijk behoud van/verwijzing naar de oorspronkelijke staat.
ze.' Eerst moeten we op basis van eenduidige criteria de cultuurhistorische waarde van bepalen. Niet automatisch alle sluizen bewaren, maar bijvoorbeeld van elk type één, en daarvan dan die sluis die het meest oorspronkelijk is of er het best bijligt. Van alles wát dus. We hoeven overigens niet alles per se in de oorspronkelijke staat te behouden’, vindt Gehasse. ‘Oude waarden en elementen kunnen ook worden verwerkt in nieuwe objecten.’ > 3
Maar wie bepaalt of de oorspronkelijke staat van een object wordt gehandhaafd? Gehasse: ‘Die keuze zou als volgt moeten: Rijkswaterstaat beslist op basis van eigen criteria en in overleg met de cultuurdiensten Rijksdienst voor de Monumentenzorg, Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodumonderzoek en LNV’ Maar dáárvoor moet Rijkswaterstaat het liefst snel komen met de Uitvoeringsvisie Cultuurhistorie.
Nieuw boek met voorbeelden van cultuurhistorie rondom infrastructuur Rijkswaterstaat, maar ook waterschappen, provincies en gemeenten blijken vaak cultuurhistorische waarden in hun infrastructuur te verwerken Op initiatief van de DWW komt er een boek met voorbeelden hiervan. Met dit boek wil de DWW ieder inspireren die bij aanleg of aanpassing van infrastructuur met cultuurhistorie te maken krijgt. Het boek bevat na een beschouwing over de invloed van de (water)weg op onze maatschappij, een selectie van vele mooie, soms verrassende, onbekende en ingetogen initiatieven van onze (voormalige) landinrichters. Alles geïllustreerd en kort toegelicht met historische gegevens. En het is allemaal te zien langs onze (water)wegen. Het boek verschijnt eind van dit jaar.
Fons Asselbergs, rijksadviseur voor het Cultureel Erfgoed
‘Verslonzen we de publieke voorzieningen, dan verslonst de samenleving’ ‘Belastinggeld niet kunnen verantwoorden? Alsof de samenleving niets geeft om het zorgvuldig ontworpen cultureel erfgoed van Rijkswaterstaat? Als dát het argument is om monumenten niet langer te onderhouden of te slopen, gaat Verkeer en Waterstaat fout.’ Fons Asselbergs, rijksadviseur voor het Cultureel Erfgoed en tot voor kort directeur van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg: ‘De samenleving verwacht juist nú respect voor onze cultuurhistorische objecten. Dat de belastingbetaler investeringen in cultuur een vorm van verkwisting zou vinden, is een argument van niks. Nog nooit verschenen er zoveel boeken over cultuurhistorie. Veel overheden zijn er druk mee bezig. De Nota Belvedere begint vruchten af te werpen.’ Respect voor monumenten, voor schoonheid en representativiteit is belangrijk voor de samenleving, weet Asselbergs. ‘Een overheidsdienst moet z’n publieke voorzieningen zodanig onderhouden dat ze uitstralen dat het publiek domein wordt gerespecteerd. Maar als na de privatisering ook al de
verantwoordelijkheid voor de culturele kwaliteit van publieke diensten uit handen wordt gegeven, dan verliest de overheid haar gezicht. Ik durf zelfs te beweren dat het ons economisch beter zal gaan als we ons nadrukkelijk toeleggen op de kwaliteit van wat we de mensen bieden. De tijdgeest verlangt
continuïteit, samenhang en perspectief. Daarmee bewerkstellig je een nieuwe maarschappelijke cohesie.’ Pas op voor verslonzing Rijkswaterstaat zou z’n utilitaire voorzieningen moeten profileren met een eigen keurmerk, vindt Asselbergs. Net als destijds bij de Posterijen en de Spoorwegen. ‘Een station gaf je het gevoel dat het voor jou zo was ingericht: welkom, wij staan voor u klaar, daar kunt u de kaartjes kopen, daar zijn de perrons en als u even op de trein moet wachten hebben we hier iets te lezen en te drinken voor u. Dat bezorgt je een optimistisch en trots gevoel. Het gevoel dat het belastinggeld wordt besteed aan jou als burger. Dat je met respect wordt behandeld.’ Als de discussie moet gaan over het herstel van normen en waarden, dan zou de overheid met deze houding moeten beginnen, vindt Asselbergs. ‘Leegstaande, verslonsde dorpsstations geven blijk van cynisme, geven je het gevoel van dat het allemaal niets uitmaakt en werken vandalisme en criminaliteit in de hand. Het voelt heel erg verkeerd. Ga maar na: als je je eigen huis niet meer opruimt en bijhoudt, wordt het binnen de kortste tijd een bende. Twentekanaal
4
En dat heeft een negatieve werking op het gemoed. Dat geldt evenzeer voor beheer en onderhoud van publieke voorzieningen. Verslonzen we die, dan verslonst de samenleving. De vraag is dus: wat is de kwaliteit van onze leefomgeving ons waard? De neiging bestaat alleen voor het functionele te kiezen. Maar vorm en functie zijn niet te scheiden. Zeker bij Rijkswaterstaat niet. Die heeft zich altijd ingespannen functionele, ingenieuze maar tegelijk ook mooie kunstwerken te ontwerpen.’ Rijkswaterstaters hebben hart voor hun objecten Asselbergs: ‘Rijkswaterstaat is trots op de wijze waarop ze ons land hebben ingericht. Kijk naar de kanalen. Die blinken uit door karakter. Ze vormen één geheel van beschoeiingen, sluizen, bruggen en wachtershuizen. Neem het Wilhelminakanaal, de Zuid-Willemsvaart, het Apeldoorns Kanaal. Stuk voor stuk prachtige structuren in het landschap. Ook als deze kanalen niet meer op het officiële scheepvaartnet zijn aangesloten, is zorgvuldigheid geboden. Een te laag liggende rijweg of een duiker verminkt de samenhang en de betekenis ervan. Dóódzonde. Onze vooroorlogse infrastructuur maakt onlosmakelijk deel uit
van onze historische geografie en vormt daarmee ons cultuurlandschap. Respecteer dat. En dat willen de ingenieurs van Rijkswaterstaat ook, daar ben ik van overtuigd. Het zijn over het algemeen mensen met hart voor de objecten die ze neerzetten. Dat zit diep in die organisatie. Utilitair bouwen met technisch vernuft, maar tegelijk met oog voor schoonheid. De techniek is vaak de schoonheid zelf. Dat is de karakteristiek van Rijkswaterstaat. Er is eeuwenlang met overtuiging belastinggeld aan betaald en dat heeft gemaakt dat ons land er trots op kan zijn. Pak het boek over tweehonderd jaar Waterstaat er maar bij. Daar spreekt een en al trots uit.’ Herstellen kan nog net Hoe het te regelen? 'Centraal beheer zou al iets zijn', vindt Asselbergs. 'Bijvoorbeeld zoiets als in Engeland. Daar heb je de Waterwayboard, die alle kanalen met grote cultuurhistorische waarde als netwerk beheert en op orde houdt. Dat is dus meer dan een incidentele bescherming van een enkel object.' Asselbergs hoopt verder dat de plotselinge explosieve belangstelling voor ons verleden tot gevolg zal hebben dat binnenkort ook waardevolle infrastructuur
Apeldoornskanaal
als cultuurlandschap wordt aangemerkt. Niet om het klem te zetten, overigens. ‘De beste bescherming is economisch verantwoord hergebruik, bijvoorbeeld ten dienste van het toerisme’, vindt Asselbergs, ‘maar de bijzondere waarden moeten wel worden ontzien. Dat gebeurt nu onvoldoende. Ons cultuurlandschap staat op scherp. Het is op het randje, maar als we nú starten met de bescherming van onze monumentale landschappen, dan kunnen we veel verrommeling ongedaan maken en het karakter ervan behouden, en dan ligt Nederland er over twintig jaar weer mooi bij. Dat kán, maar dan moeten er vele schouders onder, waarbij die van Rijkswaterstaat niet kunnen ontbreken.’ Inlichtingen: rijksadviseur voor het Cultureel Erfgoed, Fons Asselbergs. Tel. 030-6983221
Inventarisatie Rijkswaterstaats cultuurhistorische objecten begonnen Er bestaat nog geen overzicht van alle cultuurhistorische objecten van Rijkswaterstaat. Maar het hoeft niet meer lang te duren dat wél boven tafel te krijgen. Rijkswaterstaat Utrecht, Noord-Brabant en Oost-Nederland zijn alvast begonnen met de iventarisatie. Daarbij is ook een methodiek ontwikkeld om de cultuurhistorische waarde van de objecten te bepalen. Want alleen op die manier kan het overzicht een formeel en werkbaar aspect van het beleid worden. ‘Iedereen is van goede wil, maar als er geen afwegingskader is, is er geen beleid en bepalen de omstandigheden het lot van de objecten. En dat willen we liever niet ’, zegt Afke Blauw, adviseur Water, Scheepvaart en Infrastructuur van Rijkswaterstaat Utrecht. Afke Blauw behartigt de cultuurhistorie van Rijkswaterstaat Utrecht. ‘We wisten niet wat voor waardevols we in beheer hadden’, zegt Blauw. ‘En in eigen gelederen was er niemand die dit kon onderzoeken. Dus hebben we Hogeschool Larenstein gevraagd om te inventarise-
ren wat we hebben en om daarbij tegelijkertijd een methodiek te ontwikkelen. Er bestond al wel een methodiek die door de Rijksdienst voor de Monumentenzorg is ontwikkeld, maar die sluit niet aan op de dynamiek van Rijkswaterstaat. Wij kunnen onze objecten immers niet
als museumstukken bewaren, de tijd stelt steeds weer andere eisen aan Rijkswaterstaatobjecten. Bovendien was hun methodiek niet gericht op gegevens voor onderhoud van objecten. En bij Rijkswaterstaat is juist wel kennis over het materiaal, de bouwinstructies en techniek belangrijk.’ De nieuwe methodiek En zo ligt er nu speciaal voor Rijkswaterstaat een basismethodiek die kortweg hierop neerkomt: Voor de inventarisatie worden naam, soort kunstwerk, code, type, bouwjaar en wel/geen monument geregistreerd. Daarna volgt selectie en waardering. > 5
foto: ??????
Geluidsscherm
Is het kunstwerk kenmerkend voor een periode? Hoe is de vorm, van welk materiaal is het gemaakt en welke techniek is hier toegepast? Hierop volgt een tweede waardering. Deze beschouwt het object in relatie tot zijn omgeving: is het onderdeel van een groter complex, heeft het betekenis voor het aanzien van een gebied? Zeldzaamheid is natuurlijk ook van belang, evenals de gaafheid. En dan moet worden vastgelegd of het object is veranderd in de loop der jaren, hoe en wanneer de reparaties zijn aangebracht en welke daarvan invloed hadden op het oorspronkelijke aanzicht. Hetzelfde geldt voor het materiaal. Zijn er aanpassingen
die afbreuk doen aan de originele staat? En als daarbij ook nog de staat van het object, de archeologische verwachtingen, het zich al dan niet bevinden in Belvederegebied en de bronnen die tot deze feiten hebben geleid worden vermeld, dan is er een objectieve maatstaf voor de bepaling van de waarde van een object. ‘Het is een prima afwegingsmodel’, vindt Blauw, ‘maar om het beter te kunnen gebruiken zullen we bouwhistorici benaderen om de bouwtekeningen van destijds te lezen.' Of die gegevens er zijn? 'Bij de districten ligt een schat aan informatie’, weet Blauw.
Oproep Tot nu toe zijn geïnventariseerd: Nieuwe Hollandse Waterlinie, Merwedekanaal, Lekkanaal, Twentekanaal, Zuid-Willemsvaart en Wilhelminakanaal. Het AmsterdamRijnkanaal zal binnenkort volgen vanwege voorgenomen renovatiewerkzaamheden. Het is echter van belang dat alle objecten binnen Rijkswaterstaat worden geïnventariseerd. Ieder die hieraan wil beginnen, kan contact opnemen met coördinator Oswald Lagendijk van het RIZA. Tel. 06-51789665 of 0320-298362
Aandacht voor ongebruikte objecten ‘Natuurlijk zal Rijkswaterstaat de cultuurhistorie bewaken’, verwacht ze. ‘Mits de districten er snel voor zorgen dat die inventarisatie gebeurt. Bij ons was er een noodzaak omdat de Nieuwe Hollandse Waterlinie in ons gebied ligt. Het staat op de Werelderfgoedlijst, dus die dwingt ons ermee bezig te zijn. Wat kapot is, kunnen we welliswaar niet herstellen. Maar we kunnen voortaan zorgvuldig met de bestaande objecten omgaan. Voor wat betreft de Nieuwe Hollandse Waterlinie gaan we bekijken of er borden langs de weg kunnen komen die aandacht vragen voor interessante plekken.’ Te veel verdwenen Met de objecten die nog in bedrijf zijn zal het wel goed komen, verwacht Blauw. ‘Maar we moeten ook aandacht geven aan die zonder functie. Er is al te veel verdwenen. Zoals de zoutloodsen langs de A2. Zonde. We moeten ons afvragen wat we willen behouden. Met name jongere objecten, waarvan vaak vergeten wordt hoe kenmerkend ze zijn voor een bepaalde periode, verdwijnen in een hoog tempo. De allereerste geluidsschermen bijvoorbeeld. En wat doen we met de witte boogbruggen bij De Meern, en bewaren we bepaalde typen geluidsschermen en viaducten?’ Inlichtingen: Rijkswaterstaat Utrecht. Afke Blauw. Tel. 030-6009514
Is het kunstwerk kenmerkend voor een periode? Hoe is de vorm, van welk materiaal is het gemaakt en welke techniek is hier toegepast? Hierop volgt een tweede waardering. Deze beschouwt het object in relatie tot zijn omgeving: is het onderdeel van een groter complex, heeft het betekenis voor het aanzien van een gebied? Links: station Lelystad Midden: station Gennep Rechts: station Zutphen
6
illam, vulla adionsenit wisi. Duis ea facipis sequat, conse dignit ad rem quate tet ad dit utpat. Estio do dipit ver ad dolore min ut wierostrud mod del ip erilit vel iuscipit sis nit er iure magna adipit dolesto ipismol umsandion ulla consendiam vel Os nim dionse volor commodo lorper sequatisi. eugiam zzriurercin ute doloboreet num susto dolortie magna adiam quat nulOmmolum sandre do dolummy niirit dolor ing et aciduis nostrud tat. Iriusci put vel inim exer sustion sequisc iduisci alisi tatio consecte faci esent at irit. psuscin venim zzrit ad moluptat erciblam, vel dolore commy nonsent alis praesendrer illandio enim zzriusc iliquat psu scinim velenibh esendio essequi adigna feugue conulputat lutpat ullaoluptat alit dunt niamet, conse et, scilit nosto dolore dolum quiniet bla volledig. feu Dit overzicht van kunstwerken is vast Het heeft geen status. slechts remisdiamcon ullan utemHet velitisaciduisisi commy nulputet prate dolobor iliquis facinci eros nullamet wis een begin van eenerostionum inventarisatie van wat Rijkswaterstaat aan bijzondere objecten en tie diamet, sit ad tatis dolorebeheert tinisl ulla eraestie ming el diam, con velendigna non henim zzrit am ing eu faccummod beheerde. Mocht u meer willen weten over locatie, beheerder een ilit uitgebreidere toelichting acing etof etuer accumsandit iriliscipis feui euip ex er secte feugait nibh er in iureopvragen. feugait wiscipit laorem willen, danmagnim kunt u dat En: mocht u suggesties hebben voor andere objecten delesequat nos ero consecte core of et de ut wis nulla core er se dolortis nim atie vulla facipsum in vel doincommy verbeteringen willen aanbrengen de toelichtingen, laat het incillan ons danvel alstublieft weten! autpat ex eraessed tincidunt delit volore tat. Utet, quatuer iustrud Contact: nummy nostrud eugait dolore corem nismodolore con ulluptat dunt volesed tinci blaore facilla aut velit do del ut zzriureet, qui blandrem dolore min Rijksinstituut voor Zoetwaterbeheer en Afvalwaterbehandeling (RIZA), oluptat. OswaldDuipit Lagendijk. modolor sequism nissis niam illa alis alissequi ex et auhendit at ut lutatet nulla faci Tel. 0320-298362 ofluptatet
[email protected] en Pauline van praesse corero odRijckevorsel. magna corem in utet tpat. Ut at, sectet venim vel in eugitie consectet, sumsan vullut dunt amet Tel. 0320-297109 of
[email protected] adipisc iliquat nullutat, conullu ptatiamconse mod te modoloreetum non prat nullandre modiam ilisisi. onse facil irit nonsequatum digna faciex ex ex etummol oborper amconsecte Kunstwerk Toelichting dunt alit wis atum et praesse niamcore dipis nim etue ver sed dunt volorem Lor sim Noord-Nederland feuisci liquis dio ea feui blan utate feu quat. Igna aci ad modigna faci etue ipit ulputat Harlingen incincip eliquipit prat, con- voorfeum Gecombineerd steunpunt Uitvalsbasis enkele schepen de Meetdienst duis num van vullam, sent iure Noord-Nederland. mocore consequ ismodigde nismolum senibh eum diamet, sisl dolestrud Landaanwinning Friese en alis Groningse kust Bij een natuurlijklorpercip waddengebied horen kwelders. Inmiddels is niet meer landaanwinning hoofdtaakvelit van elesecte consequ amcortio ip exero odio core consequam nonseni de dienstkring, maar natuurbeheer. odolorper iriustie exer illametue dolutamconsecte magnisim dionsecte mi- buitendijkse Veerdam Holwerd Het grote bij sterke patio parkeerterrein ex et augait kan iustrud ercilopwaaiing ulla faci-op de Waddenzee onder water komen te staan. nisci tio odolortin autpat vel duip dam vasteland Dam van Ameland naar het vasteer land Restant Ameland. lit lum naar del digna faccum velisit pratio Brug De Puntetuer sit amcommo lessi. Stalen bruggen zijn ijzersterk maar vragen onderhoud. enim vulla acipiscilit alis fors at, sed min ve-Rijkswaterstaat zoekt voortdurend naar alternaNullandipit, quat adiat auguerit contievelagrondstoffen. Polyester versterkt metad glasvezel bijvoorbeeld. Een proef daarmee loopt. Geen flinke brug, lenisci tat, vel dignim modolobortie ummy nit pratumsan eros nonsequat. maar een voetgangersbrug Harlingen. eu feugait in lore minim quat, conseHendre digna consequat. DuiDe tievesting vel Bourtange Vesting Bourtange Met nonsenibh een aantal andere fortificaties maakte deze schans deel uit quamininOost-Groningen. velenim zzriuscipit ulla facinit lor sit ea feui tie tat iritdedit van eerste grootschalige in het erat utpateinfrastructurele duisis nullam ingrepen dolortinibh et Nederlandse landschap. augait aliquipis aut in henit Getijdegebiedalisisit Dollard In het am Dollardgebied (hier gezien vanafvulla Nieuwstatenzijl) mengt het zeewater zich met zoet water afkomstig augiamcore tie eum feugait alisit van de rivier de non Ems. verciduis Hier vormde zich een bijzondere maar kwetsbare brakke biotoop met troebel/slibrijk dolore consequisit lor sed diamet elidolobortis er sequismowater. con In de jaren zestig/zeventig het er een bijzonder smerig, af en toe bijna doods. quis cillamcommy nostrud molore lore feuipit prat was lametueros nonsectem Driewegsluis velis Damsterdiep drie openingen accummy nullaorper si. Schutsluis uit 1936 aditmet numsandre mod met tinciroldeuren. tat, sustrud Rolpaal Bedum Deze rolpaal de oude trekvaart. Zulke palensi.stonden in de scherpe bochten van een kanaal Feugue consenibh et nonse conum de- herinnert do od aan tie feugiam esecte modolorer en dienden onder meer om ipisi de jaaglijn weg te houden van de wegen langs de vaart. Voloborer tem dolobore commoliquatem diat. Ut esto odio exerostrud Nieuwe Termunterzijl Schutsluis metutpat spuikom (1870/1907). lum incil praessit vent aut laor sit magnim venis nulput ut iliquat nulla en spuisluis Grafzerken Oterdum Bij de verzwaring van defeum zeedijk zijn in demod dijk de volore ipsustrud dografstenen commy verwerkt van het hiervoor opgeofferde dorp alisl dolor iure delit augue conumsan nulla faciduisis adigniamet ea feugue Oterdum. vullan utat wisit lan eros autet, quis tat. Lauwersmeeradit praesto con henim ad exHet Lauwersmeer is een afgesloten arm van de Waddenzee. Het is de laatste keer geweest dat een Nederexero et zee een meer werd. volutat nonsequam duisi blanlandse ent alit Usciduipis dolorem Gemaal Usquert In het noorden zijn diverse grote markante gemalen aanwezig in voor die streek karakteristieke gemetselde ulla core doloreet, quis eugiam essenumsan praessit exer gebouwen. daarvan is dit inutpat de jaren tachtigvelis gerestaureerde gemaal. quat. Ut aciliquamet lortin erostis dolor Een zzrilit Brug Langdeel hiereu een schip met hoge opbouw passeert, kan het middelste gedeelte van de brug tijdelijk worden verip exero conullaortie cortin utAls acip wijderd met kranen. Omdat de rijksweg wordt verdubbeld, zal de brug worden vervangen door een aquaduct. feum vel ea faccummy nit adipisi. dipligging et vulput lutat. Ut wiscilHet irit, Akwadukt Midfryslan Um zzriuscidunt ligt aan de A32 en ontleent zijn naam aanEr desusto centrale binnen Friesland. Ullupta tionsed minit nisl irilitAkwadukt inci el Midfryslan cor amcon eu facillaorem doluptat. lortio kruist od mincipisit dunt wis at. Dui bla Prinses Margrietkanaal hier de A32. eugiam, quam iriureetue tie vel irit lor utpat ting quis dolutpate vindt magnis euipis met Non Brug Tjeukemeer Van de brug overfeum het Tjeukemeer eennonsecte zondagsschilder gevoel voornonsecte perspectief V’seliquam, verwarrend augue diam dolor si. nulla facilit nit nonisvenim qui bla conulla orperate zeilers. Toevallig hij als doordeweeks hoofdingenieur betrokken bij dewissi. bouw. Dus bezorgt hij de zeiMolore er sequatu eraesecte voor ercilisdeaut vullamet aut ipsumdoortocht dolut onderIm lers rechte Dat garandeert een moeiteloze de delismodit, 13 m. hoge volor brug. si tate feu facil in utpatue magnim del utpat, conulla corpijlers. magniam, vulputem nonsequis num dit iril dunt praestrud duiscid uismodide gniametumLeppa aquaduct Leppa in de A 32. Het ontleent naam aan de vroegere Leppadijk aan de noordzijde van het summodit laorper sustrud min hen-aquaduc ligt eliquametue corvoor iustrud endreheel velivercin ulputat, venim bij velesto odolor De Boornsan bij Akkrum. Dit aquaduct Akkrum maakt dewis route Grou-Sneek zeilboten diam quatue feugait ad tincil riviertje do dolore quis nullumsan ut augiam, quis nis ausecte feuhun facillamet con aantrekkelijk. mast nietnisl te doluptatue strijken. min ulla facin vulputpat. Molenim veli- Zij hoeven gueraesto odit wis eugait, susto odolor henim num dolore erci ex erilisl ullut Oost-Nederland quam illandrem quiscillaore dio odigsecte molore te vel doloboreet num in ipsusto estincilVallei iliquam dolorper was bijna Afwateringskanaal Gelderse Vallei Het afwateringskanaal de Gelderse bij Veenendaal hetmolore scheepvaartkanaal geworden tussen nibh er sum nulluptatem irit elisit niat wisi tatetummod dio gekomen. dolut ulla feugait, commy alis nos ex Rijn. In dat geval nonsed zou het dit huidige Amsterdam-Rijnkanaal er niet zijn la accum dipit, quamet iriustoAmsterdam commo- en desendiam, consequis nulla feugue tie do ex et ulputatet wisi. Marijkesluis ARK Rijswijk (Gld) dignis acillam etuer sisi blamcore tem zzrilit amet luptati scidunt velisl ullao-
De objecten van Rijkswaterstaat met cultuurhistorische waarde Oproep
7
Dijken Betuwepand Amsterdam-Rijnkanaal Door de zachte ondergrond zijn de dijken langs het Betuwepand minder hoog dan de aansluitende rivierdijken. Beusichemse Waard
Reeds uitgevoerd Ruimte voor de Rivier-project. Uiterwaardplan.
Kering in de A2
Een onooglijk brok beton en staal overspant de A2, Den Bosch-Utrecht. Het is de eenzame wachter, de noodkering in de Diefdijk. Bij een dreigende overstroming kunnen de schuiven dicht, doorsnijdt de weg de dijk niet langer en is de Betuwe veilig. Eén keer per jaar, met kerstmis, gaat de kering op examen. Die nacht gaat de snelweg even op slot.
Heerewaardense afsluitdijk
Overlaat vormde de aanloop naar een volledige scheiding van Maas en Waal.
Defensiedijk
Restant van de defensiedijk tussen Arnhem en Nijmegen. De dijk is inmiddels voor het grootste deel afgegraven. Daardoor is de oorspronkelijke voorziening voor de kruising met de Linge nu zichtbaar.
Sluis en stuw Driel
De stuw zorgt voor de waterverdeling tussen Waal, Nederrijn en IJssel.De ‘zoetwaterkraan van Nederland’ is een Nederlandse vinding en een fraai voorbeeld van toegepaste mechanica. Het modern ogende ontwerp dateert uit de vroege jaren vijftig.
Brug in de A50 over de Nederrijn
De hoofdoverspanning ligt op Rijnvaarthoogte (9.10 m boven de hoogste waterstand waarbij nog gevaren kan worden). De pijlers staan niet haaks op de rijrichting van het verkeer, maar zijn parallel aan de stroomrichting aangebracht.
IJsselbrug Arnhem
Sproei-installatie voor pekelwater in de IJsselbrug bij Westervoort. Ze bevindt zich onder en tussen de geleiderails van de middenberm. Bij gladheid wordt ze op afstand in werking gesteld.
Bakenhof Arnhem
Reeds uitgevoerd Ruimte voor de Rivier-project. Grootschalige dijkverlegging.
Peilschaal Groene Rivier Arnhem
Peilschaal in de Groene Rivier bij Arnhem. Een groene rivier is een afleiding van rivierwater bij hoge rivierstanden.
Rosandepolder
Lopend Ruimte voor de Rivier-project.
Spoorbrug Oosterbeek
Oplossing van een rivierkundig knelpunt door het doorlaatbaar maken van een spoorbrug. Ruimte voor de Rivier-project.
Overlaat Pannerden
De uiterwaarden langs het Pannerdens Kanaal zijn een rustig weidegebied: gewoon groen, niks rivier. Maar dan komt uit Duitsland veel water opzetten. Een deel van de overvloed mag alvast een stukje de uiterwaarden in totdat het op een dwarsliggende dam botst. Zodra de dijken langs de Waal in gevaar komen, mag het water over de dam. De groene rivier zorgt bij hoge rivierstand voor een goede verdeling van het water tussen de verschillende riviertakken.
Waterpartij verkeersplein Apeldoorn
Waterpartij in de lus van het verkeersplein Beekbergen (A1/A50) bij Apeldoorn. Dit soort meertjes heeft niet alleen een landschappelijke functie. Het water is ook bedoeld voor de bestrijding van branden en andere calamiteiten.
Cerviduct-wildviaduct Woeste Hoeve
Eerste wildtunnel.
Viaduct over de rondweg
Dit ogenschijnlijk wel érg slank viaduct over de rondweg ten noorden van Delden. De slankheid kon worden
ten noorden van Delden
bereikt door lichtgewichtbeton en door de landhoofden onder de rondweg door, met elkaar te verbinden met trekbanden en aan de bovenzijde met voorspankabels onder het wegdek.
Ecoduct
Het ecoduct is een voorbeeld van een creatieve oplossing op een plaats waar economie en ecologie met elkaar in conflict dreigden te komen.
Onderdoorgang voor wild in de A1
Door de dieren met rasters, schermen en hekken naar de tunnel te leiden, kunnen ze zonder gevaar van het ene terrein in het andere komen.
Sluis Hengelo Twentekanaal
Het benedenhoofd van de sluiskolk kreeg roldeuren in plaats van hefschuiven, want voor schuiven is het hoogteverschil van 9 m. te groot.
Bruggen Twentekanaal bij Goor
Bruggen bouwen is een vak apart. Bij het graven van het Twentekanaal in de jaren ‘30 ging dat simpel. Op een stuk grond bouwen ze een karakteristieke boogbrug. Als die goed en wel staat, graven ze het kanaal tussen de voeten door.
8
Sluiscomplex Eefde
Kanalen zijn strakke strepen in het landschap. Steeds vaker krijgt de natuur echter de ruimte met glooiende walkanten voor overstekend wild. Het Twenthekanaal blijft van belang voor de waterhuishouding van OostNederland. Als het water er te laag staat, gaat het gemaal naast de sluis bij Eefde draaien en zorgt de IJssel voor een nivellerend infuus.
Passewaay
Reeds uitgevoerd Ruimte voor de Rivier-project.
Gamerensche Waard
Reeds uitgevoerd Ruimte voor de Rivier-project.
Breemwaard
Reeds uitgevoerd Ruimte voor de Rivier-project.
Boulevard Tolkamer
Bij Lobith komt de Rijn ons land binnen. Velen willen een aantal van de 800 schepen die per dag onverstoorbaar voorbij varen met eigen ogen zien. Bij Tolkamer was het vroeger een bedrijvigheid van jewelste met inen uitklarende schepen, nu is het er vooral rustig. De Rijn is voor ruim tweederde leverancier van al het zoete water dat Nederland nodig heeft.
Splitsingsdam Waal en Pannerdens Kanaal
De splitsingsdam tussen de Waal en het Pannerdens kanaal bij Doornenburg. De dam is het ‘lekkende leertje’ in de hoofdkraan van de nationale zoetwatervoorziening. In de jaarlijkse ‘Verslagen aan den Koning’ over de openbare werken (19e eeuw) wordt het vastleggen van de waterverdeling daar gezien als de grootste waterbouwkundige prestatie van de 18e eeuw.
Verkeersbrug Waal
De doorvaarthoogte bij laagwater is onnodig groot, de vaardiepte eronder is daarentegen gering. In droge perioden geldt dat overigens voor de gehele vaargeul van de rivier tussen Rotterdam en het Ruhrgebied. De vaardiepte in de hoofdgeul is soms ca. 2.10 m in een droge tijd. Sinds het midden van de jaren ‘90 wordt gewerkt aan een verbetering van deze situatie
Brug Ewijk
In Ewijk gaat de A50 over de Waal met een pyloonbrug (Europese staalconstructieprijs). In diezelfde A50 zitten ook de eerste aftasters van het VIC. Dit Verkeers Informatie Communicatienetwerk werkt als een automatische meldkamer voor files. Daarvoor ligt er 3000 kilometer koperkabel en 600 kilometer glasvezel in de grond. Via detectielussen krijgt de computer gegevens over de verkeerssituatie.
Verkeerspost Tiel
De verkeerspost Tiel, langs de Waal bij het Amsterdam-Rijnkanaal maakt deel uit van de keten van volgposten langs de Nederlandse hoofdvaarwegen.
Prins Bernardsluis Tiel
Twee sleepboten met zes bakken vracht is geen probleem voor de 350 m. lange sluis bij Tiel. In 1954 is het nog een hypermoderne voorziening. Twintig jaar later blijkt de 18 m. schutkolk te smal voor de vierbaksduwvaart. Daarom ligt er nu een tweede kolk, iets minder lang, maar wel zes meter breder.
Verlaging Millingsedam
Om voor alle Rijntakken te voldoen aan de gestelde veiligheidsnormen tegen overstroming, was het noodzakelijk om de vastgestelde afvoerverdeling bij MHW (maatgevend hoogwaterstanden) te realiseren. Dankzij ingrijpende maatregelen komen de afvoerverdeling van de Boven-Rijn en splitsingspunt Pannerdense Kop nu overeen bij MHW met de waarden: vaste afvoerverdeling bij MHW (15000 m3/s) voor respectievelijk de Waal 9530 m3/s en het Pannerdens Kanaal 5470 m3/s.
Bruggen Zaltbommel
Vakwerkbruggen en een grote tuibrug (Martinus Nijhoffbrug) . De oude Waalbrug ligt te wachten op sloop. In 1933 ontvang de brug in totaal 90.000 auto’s. Dat staat de nieuwe brug per dag te wachten. Nu zijn er dat al zo’n 80.000. De brug is 1 km. lang en 34 m.breed. Tussen de twee pylonen hangt 17 miljoen kilo aan 120 tuikabels. De brug is een krachtpatser. Met alleen personenauto’s is de belasting slechts 1600 kilo per meter. Maar met vrachtverkeer kan de verkeersbelasting oplopen tot 12.400 kilo per meter. Pas als ze per meter 45.000 kilo op haar rug heeft, kreunt ze.
Overnachtingshaven Haaften
Het zandgat te Haaften is ontstaan in de jaren ‘60. Het opgehoogde terrein eromheen was oorspronkelijk bedoeld voor industriegebied, maar dat is er niet gekomen. De plas is sinds de jaren ‘80 voor een deel in gebruik als overnachtingshaven voor de binnenvaart en dient daarmee de verkeersveiligheid op de drukbevaren Waal.
9
Verkeerstoren Nijmegen
De verkeerspost Nijmegen, langs de Waal bij de splitsing met het Maas-Waalkanaal. De verkeerspost is het brein van een keten van volgposten langs de Nederlandse hoofdvaarweg de Boven-Rijn en Waal. Dit melden volgsysteem is van groot belang voor de veiligheid en het bestrijden van eventuele calamiteiten.
Dijk langs het Betuwepand
De ondergrond heeft te weinig draagkracht om de dijken in het gebied te verhogen tot een niveau dat bij
van het Amsterdam-Rijnkanaal
hoogwater op Lek en Waal voldoende is. Daarom zijn aan beide zijden van het pand sluizen nodig die ook fungeren als hoogwaterkering. Vlakbij ligt de sifon waarmee de Linge onder het Amsterdam-Rijnkanaal door wordt geleid.
Overnachtingshaven Tolkamer
De drijvende steigers gaan met de fors wisselende waterstanden op de Boven-Rijn mee langs de lange verticale palen. Het verschil in waterstand kan hier in de loop van een jaar makkelijk oplopen tot 8 m. Het verschil tussen lage- en hoge ontwerpwaterstanden is hier ongeveer 10 m.
Oude peilschaal Herwijnen
Op honderden plaatsen in Nederland wordt dagelijks het plaatselijke waterpeil gemeten.Vroeger door lokaal ingehuurde mensen, tegenwoordig door zelfregistratie. Deze peilschaal, een monumentje uit de 19e eeuw, is inmiddels buiten gebruik.
Zandoever in de Ooijpolder
Zandoever in het natuurgebied Ooijpolder en Millingerwaard, bekend als de Geldersche Poort. In dit gebied liggen de grootste levende rivierduinen van Nederland. Prima zand voor de drinkwaterindustrie.
Prins Willem-Alexanderbrug
Vrije overspanning over de Waal bij Beneden-Leeuwen. Langs de grote rivieren zijn veel compensatiewerken uitgevoerd, met als belangrijkste doel de waterstanden bij hoogwater minimaal gelijk te houden. Door plaatsing van de brugpijlers aan de landzijde van de dijk waren in het geval van de Prins Willem-Alexanderbrug geen aanvullende compensatiewerken nodig.
Oude strang van de Waal
Oude strang van de Waal bij de Loenense Wel. De strang is een overblijfsel van een poging, in de tweede helft van de 19e eeuw, de Waal beter bevaarbaar de maken, onder andere door het afsluiten van secundaire geulen.
Waalbrug Nijmegen
Grootste boogbrug met een hoofdoverspanning van 244 m. Rijksmonument en interessant oorlogsverleden
Overnachtingshaven IJzendoorn
Dit oude zandgat is omgebouwd tot overnachtingshaven. De drijvende steigers gaan met de fors wisselende waterstanden op de Waal mee langs de lange verticale palen. Het verschil in waterstand kan hier in de loop van een jaar makkelijk oplopen van 6 tot 8 m. Het verschil tussen lage- en hoge ontwerpwaterstanden is hier ongeveer 10 m.
Boven-Rijn en Waal
De grootste en druksbevaren rivier van Europa. Om overstromingen te voorkomen wordt er steeds hard aan gewerkt zoals: onderhoud aan kribben, oeververdedigingen, bodems en begroeiingen, en beheer en handhaving van vergunningen. Langs de rivier zijn veel zitlocaties.
Nevengeul
Voor de vaargeulverbetering zijn tussen enkele kribben verdegdigde oevers aangelegd waarachter een nevengeul ontstond. Een nevengeul draagt bij aan een hogere diversiteit aan flora en fauna, vooral bij vissen.
Utrecht Oude Sluis Vianen
Een mooi voorbeeld van een grote sluis uit de 19e eeuw. De restauratie werd in 1997 afgerond.
Brug Vianen
Een tweede Lekbrug bij Vianen moet ervoor zorgen dat de dagelijkse filemeldingen verdwijnen. De nieuwe oeververbinding is 532 m. lang. Een tweelingzusje van de brug volgt.
Beatrixsluis Nieuwegein
Via de Prinses Beatrixsluis (tweelingsluis) wordt tussen Lek en Amsterdam-Rijnkanaal water uitgewisseld. Aan de rivierzijde is er getijwerking; het peil op het kanaal is min of meer constant, ongeveer het peil in het havenbekken van het ver weg gelegen Amsterdam. In Madurodam staat een model.
Kruising Merwedekanaal en
De sluizen aan weerszijden van de kruising beheersen het waterpeil naar de kanalen.
Amsterdam-Rijnkanaal Plofsluis Jutphaas in Amsterdam-Rijnkanaal Waterstaatkundige werken hebben vaak ook militaire kantjes. Een bijzonder geval is de plofsluis in het Amsterdam-Rijnkanaal ten zuiden van Utrecht. Een betonbak met zand, grind en breuksteen. Met de vijand in zicht knalt de bodem eruit. De hele handel ploft in het kanaal en verspert de doorgang. De verruiming van het kanaal in 1970 betekende het einde van de sluis. Het water stroomt er nu omheen. Het is een unieke damsluis, overblijfsel van de Nieuwe Hollandse Waterlinie (1940). Galecopperbrug
In de begin van de jaren ‘70 is de hoofdoverspanning van de oude Galecopperburg in de A12 over het Amsterdam-Rijnkanaal bij Utrecht vervangen door een nieuwe. De oude brug is toen ca. 2 km. naar het noorden verplaatst.
Muntsluis Merwedekanaal Mobilion
Het parallelgemaal bij het ‘Mobilion’. Het ligt in de Oude Rijn, langs de oude weg van Utrecht naar De Meern. Het vijzelgemaal dient voor de sturing van de gevoelige waterhuishouding van het centrale deel van West-Nederland.
Overhuiving door geluidschermen Zeist
Imposant geluidsscherm.
Tunnelbak Amelisweerd A27
Naar schatting zijn er jaarlijks zo’n zesduizend aanrijdingen met grofwild. Soms overleeft het aangereden dier en vlucht. Lang niet altijd melden automobilisten dit. Zij weten niet dat bij de Wegenwacht een zoge-
10
naamde zweethondenlijst ligt. Zo’n hond volgt het zweetspoor van gewond wild. Een jager helpt vervolgens het dier of verlost het uit z’n lijden. Oeververdediging Amsterdam-Rijnkanaal
Stalen damwanden als oeververdediging kunnen tot hogere golven leiden. De hoogte van de damwand is daarop aangepast.
Brug Amsterdam-Rijnkanaal
De overspanning van de brug over het Amsterdam-Rijnkanaal bij Breukelen is drie keer eerder gebruikt voordat ze uiteindelijk op deze plaats is beland.
Stuw Maurik-Amerongen
Vizierstuwen zijn een Nederlandse vinding. De stuw zorgt voor het bevaarbaar houden van de Nederrijn. Dankzij de vispassages naast de stuwen bij Hagestein en Amerongen hebben zalm en forel de kans te paaien in Duitsland, Frankrijk of Zwitserland.
Prinses Irenesluis Wijk bij Duurstede
Met 350 m. langste binnenvaartsluis van voor WO ll (1938)
Kering Ravenswaay
Bij hoogwater op de Lek wordt deze kering in het Amsterdam-Rijnkanaal gesloten.
Vuurtoren Goeree
Bouwjaar 1950, vierkante, bakstenen toren met een laag spuitbeton, bemand, hoogte 56 meter, zichtbaarheid 30 zeemijl.
Noord-Holland Forteiland NZK IJmuiden
Fort staat op de Unesco-werelderfgoedlijst
Velsertunnel
Eerste verkeerstunnel van Rijkswaterstaat
Oranjesluizen Amsterdam
Het gemaal naast de Oranjesluizen zorgt voor de waterhuishouding in rondom het Noordzeekanaal. De Oranjesluizen (1872) zorgen ervoor dat er geen zout water in het IJsselmeer terechtkomt. In de jaren ‘70 bleek de capaciteit van de drie sluizen onvoldoende.De Oranjesluizen zijn in het jaar 2000 gerenoveerd.
Willemsluis Noord-Hollandschkanaal
De Willemsluizen en het kanaal (1821) zijn ontworpen door Jan Blanken. Door het Noordhollandsch Kanaal werd Amsterdam beter bereikbaar voor de schepen. Niet lang daarna verloor het kanaal deze belangrijke functie vanwege de aanleg van het Noordzeekanaal. Rijkswaterstaat gaat de kleine sluis dempen.
Keersluis Zeeburg
Dit kunstwerk is in 2000 definitief buiten gebruik gesteld. De oude landhoofden zijn nog goed te zien.
Schulpstuw Amsterdam Z.O.
Locatie van een schulpstuw in de Gaasp, zuidelijk van Amsterdam. Alleen de landhoofden zijn zichtbaar, de opblaasbare stuw zelf ligt daartussen opgesloten in een doos op de bodem van het water.
Gemaal Halfweg
Het gemaal loost op het Noordzeekanaal en is van belang voor het regelen van de waterhuishouding in de Haarlemmermeerpolder.
Vlotbrug Noordhollandskanaal
Bij Koedijk steekt men het Noordhollandsch Kanaal over via een vlotbrug, ontworpen door Jan Blanken. Er zijn nog enkele vlotbruggen in het Noord-Hollands Kanaal over.
Zandsuppletiewerken Schagerbrug
Tien jaar terug: dertig kilometer uit de kust zand opzuigen, in een schip laden, het Haringvliet opvaren, bij de Slijkplaat uitspugen en met bulldozers platwalsen. Een eiland middenin het visrijke Haringvliet. Een cadeautje voor de vogels. Zelfs de zeldzame visdief komt er graag.
Van Ewijcksluis in Anna Powlowna
De Van Ewijcksluis is een schut- en uitwateringsluis aan de monding van het Oude Veer, een geul door de slikgronden van de westelijke helft van de polder. Deze sluis (1846) werd gebouwd bij de droogmaking van de Anna Paulownapolder.
Wieringermeerpolder
Eerste Zuiderzeepolder.
Veerhaven Den Helder
Het veer tussen Den Helder en Texel vaart al bijna een eeuw onder de vlag van rederij Teso. Haven, vaargeulen, oprijbruggen en boten staan onder voortdurende controle.
Zeedoksluis Den Helder
Eerste sluis met ijzeren puntdeuren (1860).
Waterstaatskerk Den Helder
Zeer vroege toepassing van gietijzeren kolommen (1838)
Balgzandkanaal De Koog
Het Balgzandkanaal is een afvoerkanaal waarmee de afwatering van de kop van Noord-Holland nog tijdens de bouw van de Aflsuitdijk werd zekergesteld.
Averijhaven Velsen-Noord
De Averijhaven in IJmuiden, op de noordelijke oever van de buitenhaven tussen het forteiland en het Hoogoventerrein. Hier zijn indertijd allerlei middelen en methoden voor de bestrijding van oppervlaktewaterverontreiniging beproefd.
11
Sluizencomplex IJmuiden
De Noordersluis (1930) was lange tijd de grootste schutsluis ter wereld. De Zuider- en Kleine sluis zijn ouder. Om te voldoen aan de eisen van deze tijd, zijn de sluizen gerenoveerd met behoud van hun architectonische en historische waarde. De sluis bevat vispassage voor trekvis.
Westfriese Omringdijk
De Westfriese Omringdijk is een belangrijk cultuurmonument, maar heeft geen primaire functie meer. Daarom zijn de stenen uit de bekleding in 1934 gebruikt voor de wegenaanleg in de Wieringermeerpolder.
Zuid-Holland Vuurtoren Noordwijk aan Zee
Vierkante, bakstenen witte toren (1922), heeft radar voor KNRM, onbemand, hoogte 33 meter, zichtbaarheid 18 zeemijl.
Aquaduct A4
Kleurvlakken op het aquaduct van de Ringvaart van de Haarlemmermeerpolder over de A4. Ze zijn aangebracht om automobilisten te weerhouden van een schrik-/remreactie bij het zien van de massieve betonwand van het kunstwerk. Eerste aquaduct in Nederland.
Prins Clausplein Ypenburg
Markant knooppunt van autosnelwegen met fly-over, vier niveaus. Een geelverlichte buis op de vangrail moet levens redden en een vlotte doorstroming bevorderen.
Vuurtoren Scheveningen
Twaalfkantige gietijzeren, roodbruine toren (1875), onbemand, hoogte 49 meter, zichtbaarheid 29 zeemijl.
Moeras bij Zoetermeer
Het moeras ten noorden van Zoetermeer lijkt op de vroegere Hollandse veenmoerassen.
Aquaduct A12 Gouda
Het kunstwerk heeft een eigen poldergemaal.
Autosnelweg Den Haag-Utrecht
1e autosnelweg. Tussen Bleiswijk en Waddinxveen nog oorspronkelijke viaducten.
Hefbrug Boskoop
Fraaie serie markante hefbruggen . Sinds 1936 gaat de weg over de brug zo’n vijfendertig keer per dag in de lift. Tot op 31,5 meter hoogte als het moet.
Tunnel onder de Noord
In deze verkeerstunnel is een elektronisch telsysteem aangebracht om het aantal weggebruikers nauwkeurig te kunnen bepalen.
Molens met boezems van
De molens behoren tot de oudere lozingssystemen van laaggelegen poldergebieden en dateren van
Overwaard en Nederwaard
omstreeks 1740.
Tunnel Heinenoord
De Tweede Heinenoordtunnel heeft videobewaking en een intercomverbinding in geval van nood. Niet dat camera’s iedereen voortdurend beloeren, maar doordat bewegingen gemeten worden. Lang geen beweging? Dan gaat de camera aan en krijgt de toezichthouder een seintje.
Vuurtoren Maasvlakte
Achtkantige betonnen zwart-wit horizontaal gestreepte toren (1974), onbemand, Nederlands jongste en hoogste vuurtoren, hoogte 65 meter, zichtbaarheid 28 zeemijl.
Bezoekerscentrum De Hollandsche Biesbosch De waterexpositie ‘Droge voeten, natte natuur’ is gratis te bezichtigen. Met de doe-elementen kan men het water zelf de baas worden. Goilberdingerwaard
Lopend Ruimte voor de Rivier-project.
Kraneschipbrug Merwedekanaal
Laatste schipbrug in Nederland
Lek
Een ‘zate’ bij Ameide, aan de Lek, waar in 1974 werd gewerkt werd aan een oeververdediging.
Gemaal Boomgat
Het gemaal Boomgat vervangt gemaal Lijnoorden, tegenover het Biesboschmuseum. Dit gemaal zorgt voor de aan- en afvoer van water voor het landbouwgebied via de kreek Gat van Lijnoorden dat een van de weinige nog overgebleven kreken is in de Noordwaard. Tijdens de ruilverkaveling in de jaren ‘70 zijn veel kreken gedempt en geschikt gemaakt voor landbouw.
Polder Maltha
Een prachtig uitzicht over he gebied Maltha vanaf de kruising Reugtweg-Lijnoorden. Nadat de bemaling hier is stopgezet zijn er grote aantallen watervogels neergestreken. Zelfs oeverzwaluwen.
Brug Gorinchem
Deze verkeersbrug in de A27 is de voorloper geweest voor het ontwerp en de bouw van de (eerste) Van Brienenoordbrug.
Infocentrum Stormvloedkering Waterweg Hartelkering
Een markant element in de Europoortkering. Het is een zogenaamde hefschuifkering met grote ellipsvormige schuiven die zijn opgehangen tussen ovale torens.
12
Maeslantkering
De Maeslantkering in de Nieuwe Waterweg is een stormvloedkering met grootste sectordeuren ter wereld (1996). De stalen bolscharnieren zijn tien meter in doorsnee en zes ton zwaar. Het zijn de schoudergewrichten van de stormvloedkering. Krachtige armen verbinden hen met de sluitdeuren. Deze kunnen dankzij de opzienbarende scharnieren in alle richtingen bewegen. De twee bollen hebben weinig last van de enorme waterdruk tijdens een sluiting. Die laten ze via de armen wegvloeien naar hun eigen fundering, een kolossaal driehoekig betonblok dat 70.000 ton aan kracht kan opvangen.
Haringvlietsluizen
De Haringvlietsluizen beveiligen ons land tegen stormvloeden en voeren het water van Rijn en de Maas af. Voor een scheiding van zout en zoet water zijn de zijkanten van de schuiven voorzien van luchtbanden die in opgeblazen toestand voorkomen dat er geen zout water in het zoete Haringvliet kan lopen.
Volkeraksluizen
Grootste binnenvaartsluizen van Europa. Grootste passerende laadvermogen ter wereld (pass.laadvermogen > 200 milj.ton per jaar).
Overdiepse polder
Het gebied vormt een soort tweestromenland tussen de Bergsche en de Oude Maas. Onlangs is dit gebied aangewezen als koploperproject waarbij de toekomst van het landbouwgebied ingrijpend zal wijzigen. Het inrichtingsplan is ontwikkeld door bewoners en agrariers.
Bergse Maas
Een getijdegeul van de Biesbosch die richting Waalwijk overgaat in een kanaal dat bij de aanleg van de Bergse Maas is gegraven. Het loopje dat de naam Oude Maas volwaardig verdient, ligt aan de overzijde van deze Bergse Maas in het land van Altena.
Sluis Poederoijen
De Andelse Maas bij Giessen is de leverancier van het Haagse leidingwater. Via een lange leiding gaat het water de Scheveningse duinen in. Daar zakt het door het zand voor een natuurlijke zuivering. .
De Noordwaard
Overwogen wordt de Noordwaard in de biesbosch (deels) in te zetten voor het project Ruimte voor de Rivier. Een ingrijpende maatregel.
Kromme Nolkering Wilhelminasluis Spieringsluis en -polder
Vanaf de kruising Hilweg-Bandijk heeft men uitzicht op het gebied de Spiering. Sinds 1998 beheert Staatsbosbeheer dit gebied. Na stopzetting van de bemaling, steeg de waterstand met ongeveer 1,5 m. en vestigden zich in dit gebied veel watervogels.
Helsluis Ottersluis Dordrecht
De sluis dateert uit de tijd dat de Nieuwe Merwede werd aangelegd. In de jaren ‘90 gerestaureerd. Sinds die tijd vaart tussen Kop van ‘t Land en de Brabantse Biesbosch de oude veerpont.
Lingesluizen Dalemse Inundatiesluis Het Flaauwe Werk Deltawerken
Het Flaauwe Werk op de noordwestkust van Goerree is een van meest aangevallen kustvakken van Nederland. Als maatregel kiest Goeree niet voor een steil en hoog gevaarte waar het water met geweld tegenaan beukt, maar voor een licht hellend talud. Zo hebben de golven een lange weg te gaan en zijn aan het eind van de rit buiten adem.
Droogdok Hellevoetsluis
Oudste nog bestaande droogdok, schipdeur.
Waaiersluis Gouda
Gecombineerde schut-, keer-, uitwaterings- en spuisluis.
Goereese sluis
Bediening Goereese sluis en Haringvlietsluizen.
Bedieningsgebouw Haringvlietsluizen /
In het gebouw kunnen beperkt relaties van Rijkswaterstaat worden ontvangen.
kantoor district Haringvliet v.d. Rijkswaterstaat Baggerdepot Slufter
Zonder De Slufter zou de Rotterdamse haven aan de blubber ten onder gaan. Baggeren is pure noodzaak. Bij de Maasvlakte ontvangt een kuil van 150 miljoen kuub de vervuilde grond. Om het gegraven gat zit 7 km. zanddam en beschermende folie. De baggerspecie wordt voor tweederde weer bruikbaar gemaakt door er schoon zand uit weg te wassen. Drie vliegen in één klap: schoner water, toegankelijke vaarwegen en volop zand.
Slufter Maasvlakte
Zogenaamde ‘euroklei’: ontwaterd en ingedroogd baggerslib uit de Slufter in Europoort. Bij dijkverhoging verwerkt in een rivierdijk, onder andere te Veessen langs de IJssel.
Windscherm sluis Rozenburg
De petrochemische industrie in de Rotterdamse haven komt niet verder van de grond. Daarom passeren nu geen lage tankers maar hoge containerschepen de smalle doorgang bij de Calandbrug. Een hachelijke onderneming voor de enorme, windgevoelige dozen. Een windscherm voor schepen van 1,7 kilometer lang en 25 meter hoog, moet ongelukken door wind voorkomen.
Parksluizen Rotterdam
Roldeuren en enige toepassing van segmentdeuren in schutsluis (1933).
Calanddam
De Calanddam is met name van belang als scheiding tussen de Nieuwe Waterweg en het Calandkanaal.
Kanteldijk van de Maastunnel
De toegangsweg moest over de kruin van de bandijk. Wegens ruimtegebrek kon dat alleen door de dijk een eindje terug te leggen.
Hollandse IJssel
De smerigste rivier van Nederland ligt tussen Gouda en Rotterdam. Alle denkbare chemische verbindingen zijn daar ooit in de Hollandse IJssel terecht gekomen. Maar dankzij strenge wetgeving is de waterkwaliteit
13
inmiddels verbeterd. Het verontreinigde slib wordt nu gewassen in het Rotterdamse depot De Slufter. De sanering van de oevers volgt later. Rond 2005 moet de Hollandse IJssel er weer piekfijn bijliggen. Stormvloedkering Capelle a/d IJssel
Er is een monument geplaatst op de plek waar tijdens de watersnoodramp van 1953 een ramp werd voorkomen door de reeds geslagen bres te dichten met een binnenvaartschip. Het is het eerste onderdeel van de deltawerken.
Beneluxtunnel
Plannen voor een tweede Beneluxtunnel zijn reeds in de maak, omdat de capaciteit van de huidige inmiddels te klein is geworden.
Van Brienenoordbrug
Grootste basculebrug na WO II. Het contragewicht bevindt zich in de stroompijler langs de noordelijke oever van de Van Brienenoordbrug. De ruimte heeft de dimensie van een kathedraal.
Kanselpoort Zeeland Hevelsluizen in Grevelingendam
Bijzonder type uitwateringssluizen.
Caissons Ouwerkerk
Het laatste gat als gevolg van de februaristorm van 1953 dat werd gedicht, was dat bij Ouwerkerk op Schouwen-Duiveland. Dat gebeurde in november 1953 met caissons. Dat het een dubbeltje op zijn kant was blijkt uit de schots en scheef liggende caissons.
Krammersluizen
De sluis met de duurste voorzieningen is het Krammersluizencomplex in de Philipsdam. Deze sluizen zijn uitgerust met een systeem om zout en zoet water te scheiden. Dit om te voorkomen dat tijdens het schutten grote hoeveelheden zout water uit de Oosterschelde in het zoete Zoommeer terecht zouden komen of omgekeerd.
Bouwdok
Het vroegere bouwdok te Zonnemaire, op Schouwen-Duivenland. Hier zijn indertijd de caissons gebouwd voor de afsluiting van het Brouwershavense Gat. Het oorspronkelijke dok lag buitengaats tegen de (oude) dijk. Nu is er een kleine jachthaven in gevestigd.
Ex-bouwdok Zonnemaire
Het bouwdok, gemaakt voor het bouwen van de caissons van de Brouwersdam, is nu een recreatieve haven.
Deltawerken
De afsluiting van de zeearmen van Zuid-Holland en Zeeland betekende in totaal een bekorting van de Nederlandse kustlijn met ongeveer 600 kilometer. Het Deltaplan is uitgewerkt als een complex stelsel van dammen en sluizen, waarbij niet alleen is gedacht aan het afsluiten van de zeearmen maar ook is gelet op compartimentering, de belangen van visserij, scheepvaart en milieu.
Vuurtoren Schouwen-Duiveland
Ronde, stenen toren (1840) met spiraalvormige rood-wit gekleurde banden, onbemand, hoogte 58 meter, zichtbaarheid 30 zeemijl.
Stormvloedkering Oosterschelde
De Zeelandbrug/Oosterscheldebrug was destijds met een lengte van ca. 5 km. de langste brug van Europa
Sloedam Arnemuiden
De Sloedam was indertijd nodig voor de aanleg van de spoorlijn tussen Vlissingen en Bergen op Zoom. Hoewel een historisch monument is de dam alleen voor een goede waarnemer nog te herkennen.
Sluizencomplex Veere in
Enige sluis met gebogen stalen puntdeuren.
Kanaal door Walcheren Vuurtoren West-kapelle (2)
Ronde, rode toren (1876) met 1 brede horizontale witte band, onbemand, hoogte 20 meter, zichtbaarheid 16 zeemijl, vormt samen met West-Kapelle Hoog een lichtenlijn wijzend naar de noordelijke vaarroute van de Westerschelde.
Vuurtoren West-Kapelle (1)
Vierkante, bakstenen kerktoren (bouwjaar 1470, met licht sinds 1817) met roodkleurige bovenbouw, onbemand, hoogte 58 meter, zichtbaarheid 28 zeemijl.
Kanaal door Zuid-Beveland
De computer volgt elk schip op zijn tocht door Nederland. Meldposten bij bruggen en sluizen hebben meteen toegang tot alle noodzakelijke gegevens. Zo ook het nieuwe complex bij Hansweert in het Kanaal door Zuid-Beveland.
Bathkanaal
Deze (onbevaarbare) waterloop ligt tusssen de Oesterdam en de Kreekraksluizen en heeft tot taak de waterkwaliteit in het Zoommeer op peil te houden.
Kreekraksluizen
Het sluizencomplex is voorzien van een speciaal vullingsysteem.
Verkeerspost Hansweert Verkeerspost Wemeldinge Nollendijk Colijnsplaat
Ieder jaar probeert de Noordzee het opnieuw met de Nollendijk. Grond van het onderwatertalud schuift weg. Dijkval, in vaktaal. Met naai- en stopwerk blijft de Nollendijk overeind. Klaar voor de volgende aanval.
Vuurtoren Zeeuws-Vlaanderen
Achtkantige gietijzeren toren (1867) met horizontale zwarte en witte banden, onbemand, hoogte 28 meter, zichtbaarheid 14 zeemijl.
Het Zwin
Een natuurlijk getijdengebied, bij Cadzand. De geul, langs natuurlijke weg inmiddels vrijwel geheel verzand, is een van de getijdengeulen tussen Hoek van Holland en Cadzand die (mede) door de mens zijn gevormd en/of beïnvloed.
Dienstkringkantoor
14
Het nieuwe dienstkringkantoor in Terneuzen (1999) kreeg een mondiale milieuprijs.
Sluizen Terneuzen
In het sluizencomplex in Terneuzen zijn diverse systemen aangebracht om de indringing van zout tegen te gaan, zoals luchtbellenschermen en een retourstroomsysteem.
Infocentrum het Portaal van Vlaanderen
Tussen 1998 en 2004 schoonde Rijkswaterstaat de bodem van de Westerschelde op. In de geborgen wrakken werden interessante vondsten gedaan. Door Rijkswaterstaat is hiervan een deel - waaronder veel uit de laatste wereldoorlog - beschikbaar gesteld voor permanente tentoonstelling. Gedeeltelijk te zien in het infocentrum van het Portaal van Vlaanderen en gedeeltelijk in het Vlissingse Maritiem Museum.
Braakman
De Braakman werd begin jaren vijftig afgesloten met een vaste dam. Hiervoor werden kleine caissons toegepast.
Brug Tholen
Hier lag destijds over de Eendracht de eerste volledig ingevaren stalen brug. Inmiddels is deze overspanning door een nieuwe brug over het Schelde-Rijnkanaal vervangen. Hij verbindt Tholen met het vasteland.
Zandkreekdam en -sluis Kats
De Zandkreekdam zorgde in 1960 voor een verbinding tussen Noord- en Zuid-Beveland. Over de dam kwam al spoedig migratie van kleine bodemdieren op gang.
Oosterscheldekering Brouwersluis Roompotsluis Grevelingendam
De doorlaatsluis in de Brouwersdam dient om in het afgesloten Grevelingenmeer voldoende zout te houden. In de Grevelingendam zit een vergelijkbare voorziening, de Flakkeese spuisluis.Het is nu een monument dat herinnert aan de afsluiting van dit zeegat.
Oesterdam
De Oesterdam is goed voor het milieu omdat het een zoetwaterparadijs neerlegt bij de voordeur van Bergen op Zoom. Bij hoogwater dreigt bij het schutten van de Bergsediepsluis zout water binnen te stromen, maar dankzij de techniek van deze sluis blijft het zoute water in de Oosterschelde.
Noord-Brabant Wilhelminasluis in afgedamde Maas
Groene kolk, waaiervlotdeuren (1897).
Moerdijkbrug
Nieuwe brug op oorspronkelijke pijlers, destijds langste verkeersbrug in Nederland. De voeten uit 1936 bleven staan. Daarop kwam halverwege de jaren ‘70 de nieuwe oeververbinding. Zo’n 2,5 meter hoger om de schepen een veilige doorvaart te bieden. De nog bruikbare delen van de oude Moerdijkbrug zijn verwerkt in andere bruggen in Raamsdonkveer en Spijkenisse.
Moerdijkbrug spoorbrug
Destijds langste spoorbrug (1871) van Europa, 14 overspanningen van 103 m.
Eik Ulvenhout
Eik bij Ulvenhout, in de middenberm van de A58. Hij is bij de aanleg van de autosnelweg niet alleen gespaard, maar kreeg ook een beschermde wortelomgeving. Daarin worden regelmatig enige duizenden liters water ingebracht.
Oude Rijksweg
Driestrooks weg. Eerste fietspad (1902) langs autoweg.
Gemaal en sluis Waalwijk in Bergse Maas
Het werk is een onderdeel van de Maasverbeteringswerken (rond de eeuwwisseling van 19/20e eeuw) om Maas en Waal te scheiden.
Baarwijkse Overlaat
De Baardwijkse Overlaat, ook wel bekend als de ‘Zeedijk’. Deze vroegere overlaat is in het landschap nog goed te zien in de terreinverlaging. De A59 gaat er tussen Waalwijk en Drunen dwars doorheen.
Wiel langs de Maas
Wielen herinneren aan vroegere dijkdoorbraken langs de grote rivieren.
Aanpassing Dommel bij de A2
De Dommel moest halverwege de jaren negentig worden verlegd omdat de A2 werd opgewaardeerd tot moderne autosnelweg.
Spoorbrug Zuid-Willemsvaart Veghel
De spoorbrug behoort tot het ‘Duits Lijntje’, de spoorlijn Boxtel - Gennep - Goch (Dld)-Wesel (Dld). Op Nederlands grondgebied is nog slechts het traject Boxtel - Veghel in gebruik. De balkbrug (1875), een rijksmonument, bestaat uit samengestelde ijzeren liggers.
Julian J. Ewellbrug
De Julian J. Ewellbrug (2001) over de Zuid-Willemsvaart in de A50, heeft een lage constructiehoogte. Ongeveer 1/36 van de overspanning van de brug bestaat uit 6 stalen kokerliggers die zijn verbonden aan het voorgespannen betondek. De brug kreeg in 2001 de Betonprijs.
15
Zuid-Willemsvaart
De Zuid-Willemsvaart (1826) heeft een hoge cultuurhistorische waarde vanwege vorm en materiaalgebruik.
Spoorwegbrug Veghel tot Beek & Donk
Het handgegraven kanaal is nog goed te herkennen.
Verkeersplein Ekkerswijer
Verkeersplein Ekkerswijer in de A2 bij Eindhoven, met steil talud. Dit soort taluds is mogelijk door een speciale verankering achter de bekledingsplaten.
Bochtafsnijding Boxmeer Stuw en brug Grave Fort Lunette
Dit complex (1833-1839 gebouwd) behoorde tot het vestingstelsel van Geertruidenberg. De vesting Geertruidenberg was vroeger van belang voor het graafschap Holland en was de meest vooruitgeschoven verdedigingslinie.
Omlegging Zuid-Willemsvaart
Achttien jaar is aan de omlegging van het kanaal bij Helmond gesleuteld. In het ruim 10 km nieuw vaarwater meet de elektronica de waterstand. De uitkomsten vertellen de sluiswachter wat hij moet doen.
Wilhelminakanaal schutsluis 3 Tilburg
Bijzonder mooi gesitueerde bajonetsluis met dubbele kolk uit 1920. Rijksmonument. Bajonetsluizen zijn zeldzaam. Voorheen kon maximaal 2,5 meter worden geschut Omdat het verval hier groter is, wordt er twee maal achter elkaar geschut.
Wilhelminakanaal Sluis 5 Lieshout
Sluis 5 (gebouwd tussen 1916 en 1922) heeft een zogenaamde groene kolk. De sluis heeft de eerste 20 jaar na aanleg gediend als schutsluis en staat sinds 1940 open. De sluis dient vooral voor waterkering in geval van calamiteiten. De sluis is momenteel niet meer inzetbaar wegens de slechte staat van onderhoud.
Zuid-Willemsvaart Sluis 5 Keldonk
Rondom sluis 5 is de historie nog goed zichtbaar. Bij de historisch zeldzame brug lagen cafés, een winkel, twee sluiswachterswoningen en een paardenstal. Het gehucht Keldonk is hier ontstaan. Nu ligt de brug aan de kant en de huizen zijn gesloopt. Café en paardenstal zijn behouden.
Wilhelminakanaal Sluis 1 Oosterhout
Woningbouw is hier afgestemd op de oude sluis I die in 1975 is vervangen en verplaatst naar een andere lokatie. De historie is zichtbaar door de woningen. Ook de vorm is nog herkenbaar: nieuwbouw met een knipoog naar het verleden.
Zuid-Willemsvaart Schutsluis 12
Gaafst bewaard gebleven schutsluis in Zuid-Willemsvaart.
Limburg Waterkrachtcentrale met stuw Lith
Groene kaden in Midden- en Noord-Limburg en zomerbedverdieping van stuwpand Lith
Stuw in de Maas
Eerste stuw met gelaste schuiven (1936).
Sluizencomplex Sambeek
Dubbele schutsluis en enkele kolk (1928). Laatste renovatie 1992.
Brug over de Maas
De brug over de Maas bij Tegelen is een van de vele die gebouwd zijn met een zogenaamde steigerloze uitbouw. De hulpconstructies zijn later vaak opnieuw gebruikt.
Maasbrug Venlo-Tegelen Sluizencomplex Belfeld
De stuw (1927) in de Maas bij Belfeld maakte deel uit van de Maaskanalisatie in de jaren twintig en dertig.
Sluis 16 Weert
Schutsluis. Bouwjaar 1930-1932.
Sluis 15 Nederweert
Schutsluis uit 1932. Nabij sluis een oude waterkrachtcentrale.
Sluis Hulsen Noordervaart
Oude schutsluis Noordervaart, zelden in gebruik. Groenekolk, d.w.z. geen betonnen of stenen kolkmuren,
Stuw (2) in de Maas bij Roermond
Enkele schutsluis (1926) met middenhoofd.
Stuw (1) in de Maas bij Roermond
Doorvaartopening (1935) met wegklapbare jukken, schuifstuw in doorstroomopening; gaafst overgebleven
maar een talud.
uit serie van vier. Stuw en vistrap Roermond
Stuw uit 1926. De doorvaartopening heeft wegklapbare jukken en schuifstuw in doorstroomopening. Gaafst overgebleven uit serie van vier.
Tweelingsluis Julianakanaal
Dit sluiscomplex met drie kolken is gebouwd in de jaren zestig van de 20e eeuw. De oorspronkelijke sluis is geheel gesloopt. Dit sluiscomplex heeft het grootste verval van Nederland, namelijk 11,85 m!
Bruggen Julianakanaal
16
Vroege toepassing van staalbetonconstructie (ca. 1932)
Betonnen stuw aan de Maas
Stuw (1926).
Lateraal kanaal Roermond
De binnenvaart bij Roermond laveert tot 1972 tussen de pleziervaart door. Rijkswaterstaat legt een nieuw kanaal aan voor de beroepsvaart in de kantlijn van de Maas.
Sluis Panheel
Oude (ca. 1930) en nieuwe (1989) schutsluis. Bijzonder hevelsysteem (systeem met spaarkommen) waardoor water wordt bespaard.
Sluizen Heel
Dubbele schutsluis (1971. Vanuit sluis Heel worden tevens de objecten sluis Linne en sluis Roermond bediend.
Sluis Linne Julianakanaal
Het Julianakanaal (ca 1930) is er voor de scheepvaart. De slingerende Grensmaas voor de natuur. Beide voeren ze het uit België afkomstig water af. Het Julianakanaal is gegraven om onafhankelijk te zijn van de ook in België gelegen Zuid-Willemsvaart en om kolenvervoer vanuit Zuid-Limburg per schip mogelijk te maken. Het kanaal maakt nu deel uit van een Europese hoofdtransportas.
Schutsluis in het Bosscheveld
Eerste moderne schutsluis met hefdeuren (1931).
Sluis Limmel Julianakanaal
Tweeling keerschutsluis (1934)
Stuw Borgharen in Grensmaas
Eerste stuw (1929) op Nederlands grondgebied en gebouwd om scheepvaart bovenstrooms mogelijk te maken. Achter de stuw herkrijgt de Maas haar natuurlijke bedding weer. Bij hoogwater wordt de stuw helemaal gestreken.
Waterkwaliteitsstation Eijsden
Aangelegd om de waterkwaliteit te meten van het Maaswater zoals dit bij Eijsden Nederland binnenkomt.
Vistrap en stuw Lith
Vistrap in de Maas bij Lith. Dit soort voorzieningen is de laatste jaren op een aantal plaatsen langs stuwen en sluizen in de rivieren aangelegd om trekvissen weer de mogelijkheid te geven hun paaiplaatsen te bereiken.
Noordzee Vuurtoren Brandaris
De Brandaris (1594), bemand, hoogte 56 meter, zichtbaarheid 29 zeemijl, is een legende. De vuurtoren van Terschelling heeft menig schip de weg gewezen en menig mensenleven gered. Volgestouwd met elektronica regelt hij nu veilig vervoer in het hele Waddengebied. Zelfs als in het verzorgingshuis iemand op de alarmknop drukt, is dat bekend bij de Brandaris.
Vuurtoren Texel
Bouwjaar 1864, ronde bakstenen rode toren, incidenteel bemand, hoogte 53 meter, zichtbaarheid 29 zeemijl.
Vuurtoren Den Helder
Bouwjaar 1878, zestienkantige gietijzeren roodbruine toren, is onbemand, hoogte 57 meter, zichtbaarheid 30 zeemijl.
Vuurtoren Egmond aan Zee
Bouwjaar 1834, Van Speijk-monument, ronde bak- en natuurstenen, witte toren, onbemand, hoogte 37 meter, zichtbaarheid 17 zeemijl.
Vuurtoren IJmuiden
Bouwjaar 1878, ronde gietijzeren, roodbruine toren, onbemand, hoogte 53 meter, zichtbaarheid 29 zeemijl.
Vuurtoren Schiermonnikoog
Bouwjaar 1854, ronde bakstenen, ronde toren, is bemand, hoogte 44 meter, zichtbaarheid 28 zeemijl.
Vuurtoren Vlieland
Bouwjaar 1909, ronde gietijzeren, roodbruine toren, onbemand, hoogte 54 meter, zichtbaarheid 20 zeemijl.
Vuurtoren de Groote Kaap Julianadorp Vuurtoren Kijkduin
De Lange Jaap is de hoogste gietijzeren vuurtoren in Nederland (1877).
Vuurtoren IJmuiden-Laag
Bouwjaar 1878, ronde gietijzeren, roodbruine toren, onbemand, hoogte 31 meter, zichtbaarheid 16 zeemijl: vormt samen met IJmuiden-Hoog een lichtenlijn wijzend naar de haveningang.
Kunstwerk niet meer
Toelichting
in beheer van RWS Flevocentrale IJsselmeer Dijk N.O. polder bij Urk
Met zijn 150 Noordzeekotters heeft Urk de grootste visvloot van West-Europa. De helft van onze vloot kan zonder schrammetje binnenvaren. De nieuwe geul ligt nu 5 m. beneden NAP. Ook de pleziervaart is van harte welkom.
Gemaal Oud-Lelystad
De oudste boom van IJsselmeergebied. De boom staat aan het einde van de Knardijk, bij Lelystad-Haven, het vroegere pioniersdorp.
Dijkversterking IJsselmeergebied Gemaal Lely
1866 eerste aanvraag drooglegging Zuiderzee. 1891 Ir. Cornelis Lely lanceert technisch doortimmerd plan. 1932 De Afsluitdijk komt gereed. 1942 Noordoostpolder valt droog. 1957 54.000 ha. Flevopolder valt droog. 1967 Op 2 oktober betreden de eerste bewoners Lelystad.
De Oostvaardersplassen
IJsselmeergebied is droog in 1968. Het laagste punt blijft nog even braak liggen, wachtend op een industriegebied. De natuur wacht niet. Vreemde vogels komen en blijven. Vogelaar Tuijnman raakt niet uitgekeken. Hij wil dat de geplande spoorlijn niet dwars door het gebied loopt, maar er omheen. Toeval wil dat de vogelaar minister van Verkeer en Waterstaat is.
Knardijk Lelystad
De wind was overal’. Deze dichtregel van Marga Minco staat gegraveerd in een kunstwerk aan het begin van de Knardijk, de verbinding tussen het oude en het nieuwe land. Waarin nieuw land al een beetje oud kan zijn.
IIVR
17
Schokkerhaven
Ten zuiden van Schokland ligt een haven die gebruikt werd bij de aanleg van de dijk van de polder. Nu is
IJsselmonding Keteldiep
Een belangrijk waterbouwkundige ingreep uit de vorige eeuw hier bij de IJsselmonding in de voormalige
het een vluchthaven bij zwaar weer en een privé-jachthaven met huizen. Zuiderzee. Delta Schuitenbeek
Een helofytenfilter bij Nulde zuivert het randmeerwater. Het vervuilde water uit het achterliggend gebied wordt via een (omgeleide) beek in de berm van de A28 naar het helofytenfilter gestuurd. Die omgeleide beek en een kunstwerk in de afrit van de A28 zijn nieuw.
Brug Zwolse Hoek
De A6, gelegen tussen IJsselmeergebied en de Noordoostpolder, wordt met een lange (rijks)brug hier over het water geleid.
Sluis Muiden
Was destijds grootste sluizencomplex met meer functies (1673).
Scheepslift Bovenskarspel
Enig overgebleven scheepslift in Nederland.
Ir. Woudagemaal
Groot, nog vrijwel authentiek gemaal (1928), in dienst als hulpgemaal, staat op de Werelderfgoedlijst.
Pampus
Het voormalige eilandfort Pampus in het IJmeer van Amsterdam is onderdeel van de Stelling van Amsterdam. Die stelling kreeg inmiddels het predikaat ‘Wereld Erfgoed’ .
De Naarder- en Muidertrekvaart
Over dit kanaal zijn in de vorige eeuw grote hoeveelheden zand van het Gooi naar Amsterdam gebracht. Ze zijn gebruikt voor de ophoging van het gebied waar nu de Apollolaan ligt.
Stuwwallen met uitzicht op IJsselmeer Vuurtoren-eiland Durgerdam
Vuurtoren Hoek van ‘t IJ bij Durgerdam is aangemerkt als een monument. In 1809 werd de vuurtoren opgenomen in de Stelling van Amsterdam. In 1893 werd de toren vervangen door de huidige gietijzeren constructie. De achtkantige, zwart-witte toren is 19,5 meter hoog met een max. diameter van 6,25 m.
Dijk Enkhuizen-Lelystad Milieuoevers IJsselmeer
Aan de Westfriese kust liggen veel natuurvriendelijke oevers.
Sluitgat Creil Noordoostpolder
Op deze plek wordt het laatste sluitgat van de dijk gemarkeerd met een gedenksteen.
Rotterdamse hoek N.O. polder
De Rotterdamse Hoek ligt ten zuidwesten van Lemmer. In de knik van de dijk is in de jaren ‘40 veel puin verwerkt uit het verwoeste centrum van Rotterdam.
Dijkgaten Wieringerdijk
De dijk is opgeblazen in 1945 door de Duitsers, en buitenom gerepareerd.
Sluis Lemmer
Er is paniek rond het jaar 1760. De Oost-Indiëvaarders brengen niet alleen rijkdom maar ook de minuscule paalworm mee. Er is geen kruid tegen gewassen en ze hebben weinig anders dan hout in die dagen. Dus moet hout plaatsmaken voor steen. Dat betekent importeren, want aan stenen heeft Nederland al gauw te weinig.
Afsluitdijk
De slinger in de Afsluitdijk bij Kornwerderzand was niet alleen nodig vanwege de slappe ondergrond, maar had ook een militair (verdedigings) doel. Het was in 1940 de enige plek waar de Duitsers niet door de Nederlandse linies konden breken. Op Wieringen, parallel aan de N99, is nog het cunet zichtbaar dat indertijd voor de aanleg van een spoorlijn is gegraven. De daarbij vrijgekomen grond is onder meer gebruikt voor de aanleg van de laatste vluchtterp van Nederland (rond 1930) is opgeworpen: bij het latere Wieringerwerf, midden in de Wieringermeerpolder. De helft van het traject van de Afsluitdijk is gebouwd op de zandplaat breezand, hier werd het arbeidersdorp Breezanddijk gesticht.
Informatiedienst Water Den Oever Roggebotsluis en oude Kampener Zeedijk
Daar waar de weg van Dronten naar Kampen het Randmeer kruist ligt de Roggebotsluis. Vlakbij ligt nog de vroegere zeedijk.
Spuisluizen Kornwerderzand
Grootste vooroorlogse sluizencomplex, vroege toepassing van gelaste puntdeuren. Ook een passeerbare locatie voor trekvis zoals aal, zalm en forel.
Spuisluizen Den Oever
Spuiwerken in de Afsluitdijk bij Den Oever. Vorm en afmetingen van de spuiopeningen zijn indertijd vastgesteld aan de hand van proeven met het oude spuiwerk van de Linge (Kanaal van Steenenhoek) bij Hardinxveld.
18
Slibdepot IJsseloog
Het slibdepot is opslag van vervuilde baggerspecie uit de IJsseldelta. Door de ronde vorm is het contactoppervlak met de omgeving zo klein mogelijk.
Naviduct Harderwijk Stichtse Brug
Als betonnen vlaggen hangen de brugdelen aan de pijlers, ze steken tientallen meters vrij in de lucht. De tweede Stichtse brug is een bezienswaardigheid. Schepen kunnen ongestoord doorvaren omdat de overspanning van 160 meter nergens gestut is.
Sluis Enkhuizen
De sluis bij Enkhuizen is in het recreatieseizoen de drukste sluis van Nederland.
Semi-vuurtoren Stavoren
De karakteristieke rode ijzeren toren (1884) is 16 m. hoog. In het najaar van 2001 is de toren ingepakt, gestraald en opnieuw in de verf gezet.
Vuurtoren en baken Zeughoek
Bij de Zeughoek waar de dijk een knik maakt, staat een grote ijzerconstructie als lichtopstand. Dit scheepvaartbaken dateert van 1930, toen de polder van de Wieringermeer droogviel. Eind jaren zeventig werd de oude toren vervangen.
Vuurtoren Leekerhoek Oosterleek
Op de dijkhoek bij het dorp Oosterleek staat de (semi)-vuurtoren Leekerhoek (1939). De bijna 9 m. hoge, ronde stalen toren (diameter 1,27 m.) brandde oorspronkelijk op gas. In 2001 is de lichtopstand vervangen door een nieuwe, qua model gelijk aan de oude.
Vuurtoren Urk
De huidige bakstenen vuurtoren dateert van 1845. Al in 1617 brandde er op Urk een vuur. Dat was een kolenvuur dat niet alleen de vissers van Urk, maar ook de schepen vanaf Amsterdam naar de Noordzee, de weg wees.
Vuurtoren/baken Rotterdamse Hoek
De lichtopstand daterend uit de beginperiode van de NOP, bestaat uit een bakstenen vierkant torentje met daarop een lantaarn van 250 W.
Vuurtoren De Ven Oosterdijk
Witte, vierkante vuurtoren. Het is een monument en genoemd naar de streek, die ook bekend staat als de Gelderse Hoek. In juli 2000 bestond het buurtschap De Ven 300 jaar. Deze vuurtoren maakte, samen met de vuurtoren van Marken en Durgerdam, deel uit van de “Suyderzeese vuurbakens”, die in 1699 door de Pilotage (loodswezen) werd opgericht.
Oeververdediging tussen Hoorn en Enkhuizen Rond afgesleten zwerfkeien in de oude ‘handgezette’ oeververdediging van de voormalige Zuiderzee, tussen Hoorn en Enkhuizen. Dit soort stenen, in de ijstijd vanuit Scandinavië naar onze streken gevoerd, werd omstreeks 1800 veel toegepast. De voorraad bleek echter te klein voor uitgebreide toepassing Sluis Sint Andries
Een ontmoeting van twee grote rivieren betekent nattigheid. Om de bewoners rond het trefpunt van Maas en Waal te ontzien, moet er bij Heerwaarden een compleet nieuwe rivierbedding komen: de Bergse Maas. Bij Sint Andries vormt een sluis de scheiding én de verbinding van de twee rivieren. Als één van de twee rivieren wat veel water spuugt, is de ander het veilig overloopvat.
Haven Nijmegen en Maas-Waalkanaal
Coupure in de Waalkade voor de binnenstad van Nijmegen met schotbalken en waterdichte opvulling met paardenmest. Een typisch Nederlandse pragmatische oplossing in de waterbouwkunde.
Wijkertunnel onder Noordzeekanaal Zeeburgertunnel
Door de Zeeburgertunnel, gelegen in de ring van autosnelwegen rond Amsterdam, kan het snelverkeer het Buiten-IJ kruisen.
Proefpolder Andijk
Als in Andijk in 1927 blijkt dat de 1800 m. zeedijk geen nut heeft voor een proefpolder voor de teelt van gewassen op zoute grond, wordt een andere bestemming gevonden: de recreatie, nu bungalowpark Grootslag.
Vuurtoren schiereiland Marken
Paard van Marken (monument). De toren van het eiland is in 1839 omgebouwd tot de huidige ronde toren.
Uitwateringssluis Noordpolderzijl
Leuke sluis, kunstwerk op de dijk en een café. Eén van de weinige haventjes langs de Groninger kust.
Eemshaven
Bijna drieduizend schepen bezoeken nu jaarlijks deze vierde haven van Nederland. Een van de modernste radarinstallaties ter wereld loodst zelfs schepen van 370 m. lengte moeiteloos naar de aanlegsteigers.
Vloeddeur Delfzijl
Jarenlang sluit men de draaideuren in de grootste dijkopening met een landbouwtrekker. Door aardgaswinning zakt de bodem en moet de dijk hoger. Er wordt een nieuwe mechanische schuifdeur aangebracht. De vloeddeur tussen de haven en de stad is een betonnen roldeur in coupure.
Schuts- en spuisluis Nieuw Statenzijl
Jarenlang is het sluizencomplex Nieuw Statenzijl voor vrachtschepen vanuit Scandinavië het begin van Nederland. Nu passeren er jaarlijks nog zo’n 300 plezierjachten, op weg naar de Dollard. De 122-jarige sluis is vooral belangrijk voor de afwatering van een 90.000 hectare groot gebied. Het is een markant punt.
Bruggen van Starkenborghkanaal
In Groningen zijn nog enkele markante bruggen met hefgedeelte, tafelbruggen genoemd, te zien.
stad Groningen Vloeddeuren in Zoutkamp
Op dit punt kwamen vroeger: het Reitdiep, de Oude Riet en de Lauwers bij elkaar. Elk ervan kan met stevige houten deuren worden afgesloten. Het geheel functioneert nu als secundaire hoogwaterkering. Eén keer per jaar sluiten sterke handen de sluisdeuren. Om te kijken of de oudjes nog soepel genoeg zijn.
Havenmonding Harlingen
Ontwerpers verwachtten vorige eeuw de vaargeul aan de oostkant van de Pollendam bij Harlingen. Moeder natuur besliste anders. Het werd de westkant. De schepen maken nu een flinke slinger vlak bij het uitvaren van de haven van Harlingen.
19
Sluis Terherne
Windsluis in het Margrietkanaal. De tweelingsluis gaat pas dicht bij stormachtige wind. De schuine, verdedigde taluds in de sluiskolk maken het voor vrachtschepen mogelijk er met redelijke snelheid doorheen te varen.
Vuurtoren Harlingen Lauwersdam
De Lauwersdam met spuisluis. De Lauwerszee is in 1969 gesloten. De caissons zijn gebouwd op de plaats waar nu de haven Lauwersoog ligt
Boschplaat Terschelling
De Boschplaat is een (Europees) natuurgebied van Staatsbosbeheer.
Vuurtoren Ameland
Ronde gietijzeren toren (1881) met horizontale rode en witte banden, incidenteel bemand, hoogte 58 meter, zichtbaarheid 30 zeemijl.
Brug Rhenen
Deze verkeersbrug bij Rhenen is gebouwd op de pijlers van de oude spoorbrug.
Spoorbrug Culemborg
De overspanning (1868) is in die tijd de grootste van Europa en grootste vakwerkbrug ter wereld met een overspanning va 154 m. Het is inmiddels vervangen. Dit oude ontwerp toonde belangrijke innovaties waarvoor lange tijd mondiale belangstelling was.
Vecht en kanaal De Haandrik
De kruising tussen de Vecht en het kanaal van Almelo naar Coevorden wordt gevormd door kanaal De Haandrik.
Vogeleiland Sint Jansklooster
Het vogeleiland in het Zwarte Meer. Het eiland, inmiddels een belangrijk natuurgebied, is na het gereedkomen van de Noordoostpolder ontstaan als dumpplaats voor baggerspecie uit de vaargeulen in de buurt
Keersluis Kadoelen
Deze stormstuw is jarenlang verkocht als wereldvondst. De stormkering maakt een dure en zware dijk overbodig.
IJsselbrug Kampen IJsselbruggen Zwolle
Hier liggen drie verschillende typen bruggen over de IJssel: een spoorbrug, een boogbrug en een betonnen brug.
Passantenhaven Hattem
Tegenstrooms de bocht ruim nemen. Met de stroom mee scherp aansnijden. De geregelde bezoekers van de passantenhaven draaien zo vanaf de IJssel het Apeldoornse Kanaal op.
Vistrappen in de Vecht bij Junne
De zes meter hoge stuwen blokkeerden jarenlang de weg naar het bovenstrooms walhalla. Inmiddels zijn naast de stuwen vistrappen gebouwd. Zo’n twintig vissoorten nemen de trap.
Haven Almelo
Enkele jaren geleden is een containerhaven in Almelo aangelegd.
Verkeersbrug N34 Deventer
De bruggen over de IJssel maakten deel uit van de IJssellinie en waren uitgerust met speciale voorzieningen.
Oude Zeedijk Blankenham
Tussen de Noordoostpolder en het oude land van Noord-West-Overijssel ligt nog steeds de goed herkenbare en berijdbare oude (kronkelende) zeedijk van de voormalige Zuiderzee. Bij Blankenham staat nog een oud hoogwaterkanon op de dijk, waarmee vroeger de bevolking gewaarschuwd werd bij dreigend gevaar van dijkdoorbraken.
Oud Havenhoofd Kraggenburg
Het havenhoofd van Kraggenburg herinnert aan nattere tijden. Nu ligt het huisje er droogjes bij. In de tijd dat de Zuiderzee nog een drukke vaarroute was, gold Kraggenburg als een fier herkenningspunt. Met het leegpompen van de Noordoostpolder, kwam ook het havenhoofd droog te staan.
Gemaal de Voorst
Het gemaal Smege bij De Voorst is een stille getuige uit de tijd van de droogmaking van de Noordoostpolder. Nu draait het alleen nog op volle toeren bij veel neerslag of wanneer kwelwater stijgt.
Strekdam Ramspol
Deze strekdam is aangelegd om de veiligheid en de bevaarbaarheid voor de scheepvaart te bevorderen
Brug Ramspol
Deze basculebrug in de N50 vormt de verbinding tussen de Noordoostpolder en de IJsseldelta.
Hondsbroekse Pleij
Lopend Ruimte voor de Rivier-project Dijkverlegging.
Uiterwaarden aan de Bomendijk
De Bomendijk bij Voorst is zo’n beetje de oervader van onze rivierdijken. Duizend jaar heeft hij voorkomen dat half Gelderland uit blubber, moeras en water bestaat. Door zijn hoge leeftijd is de Bomendijk toe aan een opknapbeurt. Groenvrienden vrezen aanvankelijk dat dijkverzwaring de doodklap betekent voor natuurpracht. Een damwandscherm zal de dijk verstevigen.
Lathumse en Bahrse, Zuider- en Vaalwaard
Reeds uitgevoerd Ruimte voor de Rivier-project. Uiterwaardplan.
De Greente
Reeds uitgevoerd Ruimte voor de Rivier-project. Uiterwaardplan.
Rhederlaag
Dit plassengebied is ontstaan uit de bochtafsnijdingen in de IJssel en de zandaanwinningen ter plaatse.
Dubbele sluis kanaal Almelo-Nordhorn
Tweetrapssluis (1889)
Katerveersluizen
Schutsluizen met groene kolk (1820/1973).
Voormalige rijksweg 1
Tussen Twello en Deventer kruist het spoor de ingegraven weg die vroeger bekend was als rijksweg 1. Tijdens hoogwater op de nabijgelegen IJssel kan hier, door versterkte grondwaterstromingen, een gevaarlijke opwaartse druk ontstaan. In zo’n geval wordt de tunnelbak tijdelijk onder water gezet. Zo wordt voldoende tegendruk verkregen en wordt vervorming van de rails voorkomen.
Kattendiep
Regelmatig baggeren in dit water is cruciaal voor de hoogwaterbeheersing in het gebied van de IJsseldelta, tot voorbij Kampen.
Havenhoofd Kuinre
Het oude, inmiddels drooggevallen havenhoofd bij Kuinre, in de Noordoostpolder. De strekdam maakte het bevaren van de vroegere zeehaven van Kuinre mogelijk.
20
Spoorbrug over de IJssel
Het beweegbare gedeelte in de spoorbrug over de IJssel bij Hattem. De brug is essentieel voor een stipte
Oude sluis in het Apeldoorns Kanaal
De eisen die worden gesteld aan het ontwerp van een kunstwerk zijn onder meer gebaseerd op zware
uitvoering van de dienstregeling van de Spoorwegen. omstandigheden in de winter. IJsseloverlaten
De landschappelijke ruimte tussen Zutphen en Warnsveld. Nog steeds zijn hier de restanten te vinden van een van de vroegere IJsseloverlaten. De planologie in het gebied is er tot op heden door bepaald.
Getijmeander Zwartsluis
Het Zwarte Water tussen Hasselt en Zwartsluis.
Haven Blokzijl
Hier eindigt het minieme stukje Randmeer tussen de Noordoostpolder en het oude land,.
Geasfalteerde oever IJsselkade Zutphen
De geasfalteerde oever was nodig omdat de losse stenen uit een eerdere oeververdediging voortdurend
Driewegsluis Linde-Helomavaart
Schutsluis met drie openingen gebouwd in 1928.
Betonnen brug Zwolle
Eerste voorgespannen-gewapendbetonbrug in Nederland.
Hogespoorbrug Zwolle
Enig overgebleven brug met lensliggers in Nederland (1883).
Katerveerbrug
Eerste brug uit Rijkswegenplan, stalen hoofdoverspanning en betonnen aanbruggen, groot gemaal (1930).
Hoogwaterkering IJssel
Opblaasbare waterkering (1997).
verdwenen.
Eilandbrug Kampen Vreugderijker Waard
Lopend Ruimte voor de Rivier-project.
Kruising Twentekanaal met Schipbeek
Het handgegraven Twentekanaal is er voor de binnenvaart tussen Rotterdam en Twenthe. De vaarweg is ook van belang in natte en droge tijden. Bij lage standen houdt een gemaaltje bij de Schipbeek de Achterhoek en Twente nat. Een overvloed aan water wordt richting IJssel afgevoerd.
De Roodvoet
Door de bochtafsnijding op deze plek, kon de normalisatie van de Nederrijn/Lek pas goed beginnen. Er staat een steenfabriek.
Sifon Linge
Sifon onder het Amsterdam-Rijnkanaal, op het punt waar deze vaarweg de Linge kruist. Achter de sifon staat het gemaal H.A. van Beuningen
Hondsbosse Zeewering
De voortgaande kusterosie is goed te zien. De vaste zeewering, in 1793 aangelegd in lijn met de toenmalige duinenrij, steekt nu al tientallen meters uit de kust in zee. De dijk zorgt er al ruim 200 jaar voor dat het achterliggende land droog blijft. Tussen 1977 en 1981 bracht Rijkswaterstaat de 4,5 km lange dijk op deltahoogte.
Westerscheldetunnel
In 1998 begon men aan een geboorde tunnel van ongeveer 6,5 km. lengte onder de Westerschelde.
Schelde Coördinatiecentrum Keersluis Kanaal door Walcheren
Grootste schipdeur (1930)
(is in 2000 gesloopt) Gemaal Cruquius
Het stoomgemaal Cruquius te Vijfhuizen, gebouwd omstreeks 1850 en gebruikt bij het droogmalen van het Haarlemmermeer. Destijds was het het grootste stoomgemaal ter wereld. Het is nu een museum.
Spuiwerk Dalem
Zij zou verkrijgen drie bogen, overwelfde kokers, elk wijd 18 voeten.’ De Heeren van de Alblasserwaard en Tielerwaard hebben het in 1661 over de uitwateringssluis bij Dalem. Elf jaar later, wanneer de Fransen binnenvallen, vernielen de Heeren diezelfde sluis. De vijand gaat naar huis met natte sokken, want het hele omliggende gebied staat blank. De eerste Hollandse Waterlinie heeft succes. In 1813 neemt Napoleon wraak. Maar spuiwerk Dalem overleeft de veldheer. Het is nu een monument dat eind jaren ‘90 is gerestaureerd.
Hellegatsplein
Door de manier waarop de dam over de Hellegatsplaten werd aangelegd, ontstond er een goed punt om een korte wegverbinding aan te leggen van Goerree-Overflakkee naar de Zuid-Hollandse waarden. Het knooppunt van wegen (Hellegatsplein) dat er ontstond ligt op een verbreed stuk in die dam. Om het Hellegatsplein en de Hellegatsdam heen is inmiddels veel mooie en bijzondere natte en droge (wetlands) natuur ontstaan.
Windschermen Hartelkanaal
Zeer grote windschermen voor de zeevaart.
Grienden A2 Meerkerk
Deze grienden zijn geplant als productiebos voor rijshout, nodig bij de aanleg van de Afsluitdijk.
21
Bron: H+N+S
Nederland moet meer smoel krijgen
Knooppunt Oudenrijn: door toepassing van stinzenflora wordt een betere herkenbaarheid bereikt.
Alhoewel het terug-naar-de-corebusiness door de waterstaatgelederen schalt en het vizier gericht lijkt op uitsluitend mobiliteit en veiligheid, gloren ondertussen steeds mooiere wegen aan de horizon. Want van de ambitie om ook publiekgericht en dienstverlenend te zijn, neemt het Ministerie van Verkeer en Waterstaat voorlopig niets terug. ‘We dragen verantwoordelijkheid voor inrichting en aanzien van ons land.’ Dat blijkt onder meer uit de expansie van het project Routeontwerp A12, inmiddels de Regenboogroute genoemd. Met een samenhangende vormgeving voor geluidsschermen, bruggen, viaducten en wegmeubilair moet de weg karakter krijgen, herkenbaar worden als eenheid. Omdat de weg de komende jaren stevig onder handen wordt genomen, kan dit nu gebeuren. Ook op het landschap probeert Rijkswaterstaat invloed uit te oefenen. Want de burger vindt het niks, het steeds langer wordende lint van bedrijventerreinen dat het oog weinig fraais en afwisseling biedt. Het wordt tijd de nog resterende landschappen te bewaken, vindt Rijkswaterstaat. En inmiddels sloten de ministeries van VROM en LNV zich bij dat standpunt aan. Stedelijk gebied mag nadrukkelijk stedelijk, het liefst met gezicht en dynamiek naar de weg toe. Landelijk gebied moet groen blijven en markante geografische en cultuurhistorische plekken moeten zichtbaar worden. Graag met verwijzende borden. Want bekend maakt bemind. Om dit alles voor elkaar te krijgen, wordt er gepraat met provincies en gemeenten.
David van Zelm van Eldik was projectleider voor Regenboogroute A12, maar kreeg inmiddels ook de ondersteuning van de routeontwerpen voor de A2, A4 en A27 onder zijn hoede. Omdat het inmiddels geen kwestie meer is voor Rijkswaterstaat alleen, zijn de projecten ondergebracht in het interdepartementale Steunpunt Routeontwerp dat zetelt in het atelier van de rijksbouwmeester. Twee jaar mag het duren, dan moet er gereedschap liggen waar Nederland mee verder kan. ‘We willen samen met andere overheden de regio meer smoel geven’, zegt Van Zelm. ‘De steden graag wat nadrukkelijker bij de weg, de panorama’s open houden. Want panorama’s op ons landschap worden langzamerhand wel érg schaars. Gemeenten bestemmen die grond toch graag voor bedrijven. En dat laat Rijkswaterstaat niet onverschillig. Je mag Rijkswaterstaat erop aanspreken dat we medeverantwoordelijk zijn voor de inrichting van ons land. Ik hoop dat we dat lef, nu samen met LNV, VROM en andere overheden, vasthouden en de panorama’s op onze landschappen weten open te houden.’
Visualisering van mogelijkheden voor het ontwikkelen van de zichtbaarhied van een fort van
Inlichtingen: hoofd Steunpunt Routeontwerp,
de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Deze vormen een deel van de uitkomsten van een tweetal
David van Zelm van Eldik. Tel. 070-3392030
masterclasses o.l.v. Parklaan Landschapsarchitecten.”
Bron: Ministerie van Verkeer en Waterstaat (AGI)
22
Waterstaatstijl Er was een tijd dat alles wat de Waterstaat neerzette herkenbaar was als rijksobject. Inmiddels is dat niet meer zo. Rijkswaterstaat voert allang geen regie meer op de vormgeving. Voor degenen die de functionele en wat bombastische, sobere waterstaatstijl van de negentiende eeuw verafschuwen, is het een opluchting tegenwoordig steeds te kunnen variëren in stijl en kleur. Maar niet voor oud-DWW’er Ton van Schaik. ‘Mooi is nooit een criterium. Het gaat om samenhang in vormgeving. Die neoclassicistische vormgeving heeft er wel voor gezorgd dat we de gebouwen nog steeds herkennen als overheidsgebouwen.’ De Waterstaat was jarenlang niet alleen weg- en waterbouwer. Tussen 1810 en 1880 was de Waterstaat tevens rijksbouwmeester die overheidsgebouwen en andere gebouwen met een openbare functie neerzette. Over het hele land liggen talloze waterstaatgebouwen verspreid: tolhuizen, brug- en sluiswachterwoningen, spoorweggebouwen zoals stations, wachterhuizen en stoomge-
malen. Ook gevangenissen, gerechtsgebouwen, scholen, ziekenhuizen, postkantoren en erg veel kerken zijn van de hand van de Waterstaat. Vanaf 1880 worden de gebouwen uitgevoerd in de Nederlandse neorenaissancestijl met trapgeveltjes en veel speklagen. Waterstaat zet hiermee de toon voor wat later de nationale bouwstijl wordt.
Neoclassicisme De Waterstaatstijl wordt door velen verguisd. De door de krappe budgetten sobere vormgeving past echter geheel in de negentiende eeuw, toen soberheid als ultieme schoonheid gold. Dit uit Frankrijk overgewaaide neoclassicisme was een reactie op de protserige rococostijlen. Voor de functioneel ingestelde Waterstaatingenieurs, die niet van overbodige ornamenten hielden, kwam dit goed uit. Het neoclassicisme was een praktische vorm die zich leende voor modulaire bouw gebaseerd op kwadranten en rondbogige openingen.
Spoorwegstations Aanvankelijk werden de spoorlijnen in Nederland aangelegd op particulier initiatief. Toen in 1853 de aanleg stokte, vaardigde de overheid in 1860 een wet uit die de aanleg van een landelijk spoorwegnet moest garanderen. In ras tempo verschijnen er dan de door de Waterstaat ontworpen stations die een puur functionele vorm hebben. Steeds langgerekte gebouwen waarvan alle vertrekken, zoals wachtruimte, hal, dienstruimte, buffet en bagageafdeling, allemaal op het perron uitkwamen. In het verhoogde middengedeelte woonde het spoorwegpersoneel. Gevangenissen en gerechtsgebouwen Tot de negentiende eeuw waren lijf- en doodstraf nog in zwang. Maar met het door de Fransen geïntroduceerde Wetboek van Strafrecht werd de gevangenisstraf ingevoerd. Hierdoor waren veel gevangenissen, gerechtsgebouwen en paleizen van justitie nodig. De gevangenissen uit die tijd zijn sober: veel baksteen, weinig ornamenten. De gerechtsgebouwen, meestal in een neoclassicistische stijl, zijn representatiever. Kerken Tot 1815 was het protestantisme onze staatsgodsdienst. De katholieken beleden tot dan hun geloof in schuilkerkjes en schuren. Koning Willem I wilde het koninkrijk echter tot een eenheid smeden en zag niets in belemmering van > 23
In Utrecht staan talloze gebouwen in typische Waterstaatstijl, zoals het stadhuis aan de Oudegracht, de Willemskazerne, de Augustinuskerk, het gebouw voor Kunst en Wetenschappen, het hoofdkantoor van Prorail, de gevangenis en universiteits- en schoolgebouwen. Op de foto: .....
religies. De katholieken kregen weer de vrijheid hun eigen kerken te bouwen, waarvan ze dankbaar gebruikmaakten. Kerkbouw werd een staatszaak, alhoewel veel kerken het liever stelden zonder overheidssubsidie en hun eigen architecten inhuurden. De honderden kerken die wel door de Waterstaat zijn ontworpen en gebouwd, hebben een sobere neoclassicistische vorm omdat er sterk werd bezuinigd op ornamenten. Deze bleven beperkt tot pilasterportalen (uit de wand stekende vierkante pilaren) en vlakke lisenen. Heuse klassieke zuilen zijn alleen te vinden in de grotere kerken.
Herwaardering voor de Waterstaatstijl Oud-DWW’er Ton van Schaik deed onderzoek naar de negentiende-eeuwse Waterstaatstijl die, vindt hij, ten onrechte wordt geminacht. ‘Het zijn behaaglijke gebouwen. Op welk station zit je nou liever te wachten? Op station Hollands Spoor of het station in Schiedam? En het prettige is dat de gebouwen zo doelmatig zijn. Aan de buitenkant kun je de functie van een gebouw zien, je ziet of het een school of stadhuis is.' Van Schaik is overigens niet de enige die de Waterstaatstijl waardeert. Dat er langzamerhand erkenning voor komt, blijkt wel uit de vele gebouwen die Uit de militaire school In de achttiende eeuw kon men alleen binnen de militaire organisatie worden opgeleid tot ingenieur. In 1805 kwam er een vakopleiding voor ingenieur in de Waterstaat, onderdeel van de Algemeen theoretische en praktische school voor Artillerie, Genie en Waterstaat te Amersfoort. In 1814, nadat de Fransen waren vertrokken, werd in Delft een Artillerieen Genieschool opgericht die later verhuisde naar de Koninklijke Militaire Academie te Breda. In 1842 werden militaire en burgerlijke opleiding gescheiden en verhuisde de burgerlijke terug naar Delft, waar de enige erkende opleiding
24
inmiddels zijn aangemerkt als rijksmonument. Van Schaik is voorstander van een nieuwe Rijkswaterstaatstijl en nam daarom het initiatief tot restyling van de rijkswegen A2, A4, A12 en A27. ‘Het scheelt een hoop tijd en geld en het wordt gedegener. Rijkswaterstaat moet zich beslist weer profileren, zeker in deze tijd waarin alles corporate moet.’
Inlichtingen:Ton van Schaik. Tel.: 030-2322969
tot ingenieur van Waterstaat kon worden gevolgd. Hier werden de Waterstaatkwekelingen ‘verrijkt met enig architectonisch benul ...’. Er was een groot sociaal verschil tussen genie- en waterstaatingenieurs. De genie-ingenieur had, vanwege zijn afkomst uit de maatschappelijke bovenlaag, meer status dan de waterstaatingenieur. Vestingwerken en forten, kazernes en militaire hospitaals zijn allemaal door genie-ingenieurs ontworpen. Na 1880 krijgen de in Delft opgeleide architecten het voor het zeggen en verdwijnt de militaire, utiliteitsgerichte neoclassicistische bouwstijl van rijksgebouwen.
Rijksbouwmeester Infrastructuur Jan Brouwer, die de esthetische aspecten van en rondom onze rijksinfrastructuur behartigt, vindt dat Rijkswaterstaat pragmatisch moet omgaan met cultuurhistorie. ‘Rijkswaterstaat moet nu eenmaal de mobiliteit op gang houden en die kun je niet ten koste laten gaan van de cultuurhistorie. Dus als voor die mobiliteit een bijzonder viaduct moet sneuvelen,
dan moet dat maar. Het mooiste zou zijn als we van alles wat kwalitatief de moeite waard is iets weten te behouden’, vindt Brouwer. Brouwer maakt zich meer zorgen om het landschap. ‘Dat moeten we open houden en dat is een probleem. Ik hoop op het verstand van de provincies.’ En dan zijn er de design-&-construct-
contracten. Ook een probleem. ‘Laat het niet zo worden dat de prijs straks doorslaggevend is. Rijkswaterstaat moet beslist wel blijven letten op de esthetiek van de ontwerpen.’ Inlichtingen: rijksbouwmeester Infrastructuur, Jan Brouwer. Tel. 070-3395015
Hoe handhaven we gedegen vormgeving Rijkswaterstaats bruggen, tunnels, verkeerscentrales, viaducten en sluizen worden bijna altijd ontworpen door een architect. Meestal één uit een groep van vooraf geselecteerde architecten. Peter van den Heuvel, ontwerpingenieur bij Bureau Bouwkunde van de Bouwdienst Rijkswaterstaat - hét ingenieursbureau van Rijkswaterstaat – is een van de mensen die adviseert over de vormgeving van projecten. ‘We letten sterk op de vormgeving, want onze kunstwerken zijn bepalend voor het aanzien van ons land. We hebben een maatschappelijke taak’, zegt Van den Heuvel. Je kunt niet volstaan met het functionele, de buitenkant moet ook statuur hebben. We moeten er ten slotte honderd jaar naar kijken.’ En zo kwamen er mooie dingen tot
stand als de Tweede Beneluxtunnel, de Thomassentunnel in de Botlek en de verkeerspost bij Nijmegen. Toekomst Architecten zullen ook bij de nieuwe contractvormen de vormgeving van projecten van Rijkswaterstaat blijven bepalen. Onduidelijk is echter in welke mate en in welke fase van een project. Vormgeving kan bijvoorbeeld voortaan worden opgelegd en verwerkt in het contract met de aannemer. Maar het kan ook zo zijn dat in een design&constructcontract wordt bepaald dat de aannemer zorgt voor de vormgeving en daarvoor zelf een architect moet toevoegen aan zijn ontwerpteam. Maar of het principe van schoonheidhoog-in-het-vaandel-dragen straks is
vol te houden als alles via een design&constructcontract wordt aanbesteed, is onzeker. De aannemer moet daarin immers de vrijheid hebben zijn éigen creatieve en economische oplossingen te bedenken. Rijkswaterstaat zal zich moeten beperken tot functionele eisen en gewenste ambitie. ‘Dus moeten we ons ambitieniveau heel expliciet maken zodat de aannemer ontwerpt wat ons voor ogen staat. Makkelijk zal het niet zijn’, stelt Van den Heuvel. ‘Want hoe ga je de aannemers bij een design&-constructcontract beoordelen op zorgvuldigheid bij vormgeving en hoe ga je dat als één van de gunningcriteria waarderen? En hoe bewaak je, na gunning, de gewenste beeldkwaliteit tijdens het ontwerp- en realisatieproces?’ Samen met onder meer de rijksbouwmeester denkt de Bouwdienst daar nu over na. Inlichtingen: Bouwdienst Rijkswaterstaat, Peter van den Heuvel. Tel. 030-2857640
25
Via Publicaties Rode lijst van de Nederlandse broedvogels – Beek-Ubbergen SOVON, 2004. In 2004 verscheen de nieuwe Rode lijst van Nederlandse broedvogels. In dit boek worden 78 soorten beschreven met de leefgebieden, oorzaken van bedreiging en maatregelen die kunnen bijdragen aan herstel. Prijs: € 19,95. Bestellen: bij de boekhandel Wat er staat / Bruin, Dick de. - Den Haag, Rijkswaterstaat, 2001. De inmiddels gepensioneerde waterstater Dick de Bruin, maakte een overzicht van de geschiedenis en de kunstwerken van Rijkswaterstaat. Hij weet veel van de achtergronden en daardoor staat het boek vol met allerlei interessante aspecten over niet alleen de kunstwerken, maar ook over ons land. En daarbij is het mooi bondig weergeven. Een prettig, boeiend boek oplevert met veel foto’s. Het is gratis, maar er zijn nog maar weinig exemplaren, dus wie het graag wil hebben, moet snel reageren. Bestellen:
[email protected]
kanalen moet onderstaand boek bestellen bij de boekhandel. Milieubalans 2005 – Beeldhoven, Milieu en Natuur Planbureau, 2005. Jaarlijkse rapportage over de toestand van het milieu. De onderzoekers signaleren als belangrijkste probleem dat het Europese beleid wel leidt tot forse emissiereductie, maar niettemin voor Nederland onvoldoende blijkt om aan de milieueisen te voldoen. Om de burger te beschermen tegen een te lage luchtkwaliteit zijn in ons land verdergaande maatregelen nodig! Bestellen: Milieu en Natuur Planbureau. Tel. 030-2742745 In de ban van de Betuwse dijken; dl 5 Malburgen; een bodemkundig, archeologisch en historisch onderzoek naar de opbouw en ouderdom / Mulder, J.R., L.J. Keunen en A.J.M. Zwart – Wageningen, Alterra, 2004. In opdracht van Rijkswaterstaat en waterschap Rivierenland onderzocht Alterra opbouw en ouderdom van de Malburgse bandijk. Dit rapport beschrijft de rijke historie van Malburgen. Bestellen: € 27,-- overmaken op bankrekeningnummer 367054612 aan Alterra Wageningen onder vermelding van Alterrarapport 405. Natuurbrug Het Groene Woud – Ballast Nedam en Arcadis Ontwerper en uitvoerder gaven een boekje uit over het ontwerp van dit ecoduct. Heel beknopt, wel informatief. Bestellen:
[email protected]
De kanalen van de koning-koopman/ R. Filarski. Amsterdam, NEHA, 1995 De inmiddels gepensioneerde Rijkswaterstater Ruud Filarski promoveerde op onze kanalen waarvan er vele in de 19e eeuw zijn aangelegd ter bevordering van onze welvaart. Inmiddels zijn deze kanalen de dragers van onze ruimtelijke ordening en dus belangrijk voor het land. Wie alles wil weten over onze
26
Atlas van de plantengemeenschappen in Nederland Dl 4; Bossen, struwelen en ruigten / Weeda, E.J., J.H.J. Schaminée en L. van Duuren- Utrecht, KNNV, 2005 Laatste deel uit deze serie. Eerder verschenen Dl 1 Wateren, moerassen en natte heiden, Dl 2 Graslanden, zomen en droge heiden, Dl 3 Kust en binnenlandse pioniersmilieus. Prijs € 40,95 Bestellen: KNNV. Tel. 030-2333544
typen te bepalen. Vervolgens worden beheervormen en actueel en eindbeeld aangereikt. (Deze worden ook in KERNGIS opgenomen.) Verder is er een overzicht van bodemtypen en vegetatietypen per snelweg en per district. Bedoeld voor waterstaters en beslist ook voor de groenaannemer. Bestellen:
[email protected] Cultuurhistorie krijgt vorm bij Rijkswaterstaat; methodiek en informatieverwerking - Utrecht, Rijkswaterstaat, 2004. Rijkswaterstaat Utrecht liet een methode ontwikkelen voor een landelijke inventarisatie en cultuurhistorische waardering van objecten in beheer en eigendom van Rijkswaterstaat. Voor de vervolgens verkregen informatie is een werkwijze opgesteld. Dit rapport vervangt het eerder verschenen Cultuurhistorie boven water. Zie voor meer informatie ook pagina..... Bestellen:
[email protected] Overzicht van de vegetatie langs rijkswegen / Keizer, P.J. – Delft, Dienst Weg- en Waterbouwkunde, 2005. De rijksoverheid staat behoud van biodiversiteit en bescherming van flora en fauna voor en dat beleid heeft inmiddels z’n vruchten afgeworpen. Maar nu, met krappere budgetten en prestatiebestekken, is het nuttig een systeem te hebben waarmee men kan bepalen welk doel men nastreeft. Daarom maakte Peter-Jan Keizer van de DWW dit erg praktische boekje waarmee men snel kenmerkende plantensoorten kan herkennen (aan de hand van foto’s) om daarmee de vegetatie-
Voorbeeldenboek kosteneffectieve Dubo-maatregelen in de waterbouw – Delft, DienstWeg- en Waterbouwkunde, 2005. In dit boek veertien voorbeelden van duurzaam bouwen in de waterbouw. Toepassing van deze methoden betekent milieuwinst en ook kostenbesparing. Bondige informatie in een heel toegankelijk, rijk geïllustreerd boekje. Bestellen: Duurzaam bouwen Advies- en Kenniscentrum. Tel. 015-2518279 of m.a.schomaker-vrijsbergen@ dww.rws.minvenw.nl
Risicoanalyse van de planmaatregelen in een natuurontwikkelingsgebied in de IJsseluiterwaarden bij Olst op de mogelijke ontwikkeling van steekmuggenplagen / Hoek, T.H. van en P.F.M. Verdonschot – Wageningen, Alterra. Sommige plekken in dit gebied lijken aantrekkelijk voor steekmuggen. Vooral de vlakke terreinen en die met een geleidelijke overgang naar water. Om hier steekmuggenplagen te voorkomen moet uitdroging worden uitgesloten, moet het oppervlaktewater kunnen doorstromen en moet de helling van de oevers worden vergroot. Bestellen: € 20,-- overmaken op bankrekeningnummer 367054612 aan Alterra Wageningen onder vermelding van Alterrarapport 984.
De koers voor het routeontwerp; perspectieven voor het routeontwerp van snelwegen op basis van de Regenboogroute A12 – Delft, Dienst Weg- en Waterbouwkunde, 2004. Voor de A12 is het plan klaar. De Regenboogroute, zoals dit voorbeeldproject uit de Architectuurnota wordt genoemd, zal als voorbeeld dienen voor de aanstaande routeontwerpen van de A2, de A4 en de A27. Dit boek geeft een duidelijk beeld van wat
het Steunpunt Routeontwerp voor ogen staat: een consequente vormgeving van onder meer verkeersborden, verlichtingsmasten, viaducten, geluidsschermen en bermen. Ook structurering van het landschap is noodzakelijk, alhoewel daarvoor de medewerking van andere overheden is vereist. De onderscheiden landschappen zijn: bos, weide, mozaïek en stad. Het behoud van panorama’s is noodzakelijk. Bedrijventerreinen langs de weg, maar in landelijk
gebied, zullen straks achter het groen verdwijnen.
Bestellen: Steunpunt Routeontwerp. Tel. 070-3392030
Luc Kohsiek Plaatsvervangend directeurgeneraal met het groene hart
plan willen komen voor gewogen ecologisch bermbeheer: er op de ene plek iets meer aandacht aan besteden, op de andere plek iets minder, afhankelijk van het verwachte rendement. Ik verwacht daar veel van’. Wel heeft hij gevraagd om bij dat plan ook overzichtskaarten te sturen. ‘Pas dan heb ik een goed beeld wat het plan per regio kan betekenen. Maar: ‘Zo’n andere vorm van ecologisch bermbeheer moet worden ingepast in prestatiecontracten. Want dat is onze nieuwe manier van werken.’ Over de nieuwe werkwijze van Rijkswaterstaat als toekomstig agentschap, zegt Kohsiek: ‘Milieuaspecten zijn belangrijk bij bijvoorbeeld innovatieve contracten. Daarin moeten we de aannemer duidelijke spelregels meegeven, zeker ook voor duurzaamheidseisen. Stel je voor dat een aannemer onverantwoord met milieu omgaat en dat Rijkswaterstaat dat later op zijn brood krijgt’. Bijvoorbeeld het zwerfvuil langs wegen en waterwegen. ‘We kunnen het ons gewoon niet permitteren dat
een aannemer onze bermen slordig onderhoudt vanwege onze onduidelijke spelregels.’. Spelregels vindt Luc Kohsiek belangrijk. ‘Waar dat meerwaarde heeft, wil ik graag dat we binnen Rijkswaterstaat op dezelfde manier met ons werk omgaan. Dat gaan we in de nieuwe werkwijze echt veel consequenter doen.’ Luc geeft als voorbeeld de transparante geluidsschermen bij de HSL en de A16. ‘Daar zijn helaas veel vogelslachtoffers gevallen. We hebben ervaring met het markeren van transparante schermen. Ik heb DWW gevraagd mij eens een voorstel te doen of het zinvol is binnen heel Rijkswaterstaat op dezelfde manier transparante schermen te markeren. Ook door veranderingen in regelgeving moet er op milieugebied het een en ander bij Rijkswaterstaat gebeuren. Luc Kohsiek noemt als voorbeeld de Habitat- en Vogelrichtlijn. ‘Daardoor hebben we in Nederland de Natuurbeschermingswet en Flora- en Faunawet. Er komen extra procedures. Voor het beheer van met name de natte
gebieden betekent dat meerkosten. Wel ben ik blij met het initiatief een gedragscode op te stellen die Rijkswaterstaat bij het beheer een aantal wettelijke vrijstellingen geeft’. De pDG hoopt dat de waterstaters goed zullen anticiperen. ‘Het is belangrijk dat we goed calculeren wat de extra taken zijn door de nieuwe regelgeving en wat daar de meerkosten van zijn. En vooral: laat het mij op tijd zien’. Of hij zich een pDG met een groen hart voelt? ‘Ik voel me zeer betrokken bij alles wat met milieu te maken heeft rondom weg en water’, antwoordt hij, ‘maar als pDG heb ik met veel zaken te maken en moet ik veel – ook tegenstrijdige – belangen afwegen. Maar dat ik hart heb voor milieu is zeker. Dus kun je wel zeggen dat ik een groen hart heb’.
staat open voor bezoekers die meer willen weten over Rijkswaterstaat. Men kan terecht op sluizen, stuwen, verkeerscentrales, een ecoduct en in een pijler van een brug. En men kan sneeuwschuivers van binnen bekijken en zien hoe de verkeersinformatie tot stand komt. Er zijn rondleidingen en voor kinderen zijn er ook spelletjes. Meer informatie: www.rijkswaterstaat.nl/openhuis of www.holland.com/wat-er-staat/nl/
Monitoring voor de Flora- en faunawet Rijkswaterstaat Limburg moet soorten, de ontwikkeling in de populaties en het technisch en ecologisch functioneren van de mitigerende maatregelen in het gebied van de Rijksweg 73-zuid gaan monitoren. Hiermee kan dan doelmatigheid en effectiviteit van de genomen ecologische maatregelen worden beoordeeld. Om instandhouding van de soorten te waarborgen zijn soortverplaatsingen, soort- en
Door: Karin Holthuis, specialist Beleid en Bestuur bij de DWW Luc Kohsiek is plaatsvervangend directeur-generaal (pDG) van Rijkswaterstaat. Hij wil graag in gaan op vragen over natuur en landschap. Niet voor niets was Luc Kohsiek voorzitter van de Vereniging voor Milieukundigen (VVM), en heeft hij jarenlang voor het RIVM gewerkt. Rijkswaterstaat heeft, kortom, een pDG met affiniteit voor milieu. Over de resultaten van het ecologisch bermbeheer is hij duidelijk te spreken. ‘Ik geniet ervan als ik rondom weg en water de bonte berm zie’. Tegelijk benadrukt hij realistisch te zijn wat betreft de financiële mogelijkheden. ‘Het blijkt in de praktijk niet altijd en niet overal mogelijk om ecologisch bermbeheer volledig te realiseren. Daarom ben ik ook blij dat DWW en de regionale diensten met een
Projectennieuws Open dag Rijkswaterstaat 17 september
Op zaterdag 17 september staan zo’n vijftig locaties van Rijkswater-
27
areaalcompensatiegebieden en faunavoorzieningen nodig. Begin 2004 zijn de werkzaamheden aan de RW 73-zuid gestart. De nieuwe verbinding zal begin 2008 voor het verkeer worden opengesteld. Binnenkort moet de monitoring beginnen. Marktpartijen zullen een gedetailleerd monitoringplan uitwerken. Binnen het MIT-pakket wordt samengewerkt met de provincie Limburg. Inlichtingen: Rijkswaterstaat Limburg, Reinetta Roepers. Tel. 0433294612 Gedragscode voor vrijstelling Flora- en faunawet Rijkswaterstaat werkt aan een gedragscode voor beheer- en aanleg met beperkte omvang. De Gedragscode is een door de minister van LNV goed te keuren document met daarin een beschrijving van hoe je als organisatie de Flora- en faunawet onderdeel laat zijn van je bedrijfsvoering: welke ecologische informatie verzamel je voordat je daadwerkelijk werkzaamheden uitvoert in situaties waarin je negatieve effecten op beschermde soorten kunt verwachten en welke voorzorgsen andere maatregelen tref je om negatieve effecten te minimaliseren. Eigenlijk een soort certificering: je zegt wat je doet en doet wat je zegt. De Gedragscode geldt voor de bescherming van minder algemene beschermde soorten en beoogt vrijstelling van de Floraen faunawet. Het wordt licht getoetst door de vergunningverlener (DLG). Voor de zeer beschermde soorten geldt geen vrijstelling maar een zware toets.
Inlichtingen: DWW, Ruud Cuperus. Tel. 015-2518341 Groenfonds voor Norah Voor het project Noordelijke Randweg Haagse Regio (Norah) is in 1997 een compensatieplan opgesteld. Na acht jaar blijkt het onmogelijk binnen de planning van dit snelwegenproject de geschikte grond te vinden voor de compensatie. Na afstemming met de regionale directie van LNV en na instemming van de provincie Zuid-Holland wordt nu samen met die provincie en het Groenfonds een overeenkomst opgesteld. Hierin wordt geregeld dat het Groenfonds de gelden beheert en Gedeputeerde Staten kan beslissen over een bestemming. Inlichtingen: Rijkswaterstaat Zuid-Holland, Edwin Stofbergen. Tel. 010-4026713 Veel meer aanrijdingen met zwanen Het aantal zwanen in de Gooiboog neemt snel toe. In 2004 waren het er zo’n 500, dit jaar zijn het er 2300. Meer aanrijdingen met treinen is het gevolg. En in hun kielzog: mensen die zoeken naar de aangereden dieren en, naar het lijkt, ook de partners van de zwanen houden zich vervolgens ter plekke op. Prorail probeert dit nu te voorkomen door langs de sloten linten te plaatsen die de zwanen dwingen over de leidingen heen te vliegen. Ondertussen moeten de nu ras aangeplante wilgen een permanente oplossing gaan bieden. Inlichtingen: Prorail, Henk Pol. Tel. 020-2014523
Via Site-seeing
Via Redactie
Cultuurhistorie staat de laatste tijd volop in de belangstelling. Het ene na het ander boek verschijnt over dit onderwerp. De media besteden er dagelijks aandacht aan. De oprukkende bebouwing en bedrijventerreinen lijken langzamerhand bedreigend te worden. Alsof we beseffen dat we in onze vooruitgang nonchalant zijn omgesprongen met onze markante punten. Omdat Rijkswaterstaat een nadrukkelijk stempel zette op inrichting en aanzien van ons land, ontkomt de organisatie niet aan een standpunt over hoe om te gaan met datgene wat resteert. En dan gaat het niet alleen om de kunstwerken. Ook kanalen en landschappen dienen als geheel gerespecteerd te worden, vinden sommigen. Hoe dan ook, de meningen variëren: van ‘zonde van het belastinggeld’ tot: ‘de cultuur van Rijkswaterstaat dicteert dat we uiteraard zorgvuldig zijn.’ Beppie van den Hengel
Via Site-seeing
http://www.lekkerweg.nl/wat-er-staat
Via Colofon Via Natura is een kwartaaluitgave van de Dienst Weg- en Waterbouwkunde van Rijkswaterstaat over natuur, landschap en cultuulhistorie in relatie tot infrastructuur. Centraal staat steeds een thema dat zo veel mogelijk wordt belicht vanuit diverse gezichtspunten en vanuit diverse organisaties waarmee Rijkswaterstaat samenwerkt. Via Natura wordt gratis toegestuurd aan personen en organisaties die betrokken zijn bij natuur, landschap en infrastructuur. Als u Via Natura nog niet krijgt en daar wel prijs op stelt, Redactie Beppie van den Hengel (eindredacteur) Ruud Cuperus en Hans Bekker Uitgave Rijkswaterstaat, Dienst Weg- en Waterbouwkunde (DWW), Delft
http://www.kich.nl
28
Redactieadres Redactie Via Natura Postbus 5044, 2600 GA DELFT tel. 015-2518518 fax 015-2518555
[email protected] http://www.minvenw.nl/rws/ dww/periodieken/vianatura
Tekst Huizenga Tekst en Organisatie, Maarn Vormgeving en lay-out Elan CreatieFacilitair, Delft Oplage 3.000 exemplaren ISSN 1566-029x Via Natura is gedrukt op Promail 100% kringlooppapier.