VEZ
Verloskundig Echoscreeningscentrum Zevenaar
Jaarverslag 2011
J.Snelder Ingeschreven in het echoregister van de KNOV (E7777) en lid van de BEN (lidnr: E1057312) BIG registratie:89032060603 AGB code VEZ: 08051182 AGB code J. Snelder: 08000629
1
INHOUDSOPGAVE: Hoofdstuk 1 Voorwoord
pag.3
Hoofdstuk 2 Inleiding
pag.4
Hoofdstuk 3 Doelstelling
pag.5
Hoofdstuk 4 Organisatie 4.1 Afwijkende echo’ s 4.2 Organisatie combinatietest 4.3 Opslag en verwerking gegevens
pag.6
Hoofdstuk 5 Kwaliteit
pag.9 -‐ 16
pag.7
pag.7 pag.8
Hoofdstuk 6 Verrichtingen en verwijzingen
pag.17 -‐ 36
Hoofdstuk 7 Slotwoord
pag.37-‐41
2
Hoofdstuk 1
VOORWOORD Belofte maakt schuld. Het jaarverslag 2010 liet lang op zich wachten, jaarverslag 2011 werd beloofd medio 2012 gereed te zijn. Tijdens dit schrijven is het midden september 2012. De meeste terugkoppelingen zijn binnen, de laatste verzoeken voor het verstrekken van informatie over de pasgeborene zijn de deur uit en worden verwerkt. 2011 En nu de helft van 2012 was een bewogen tijd. In verband met een associatie van de gynaecologenmaatschap Rijnstate Zevenaar met Rijnstate Arnhem zijn er op hun verzoek en dat van echocentrum “Esperance” * gesprekken geweest over samenwerking. In verband met verschillende inzichten en verschillende belangen zijn wij niet ‘tot elkaar’ gekomen. In de zelfde tijd zijn er gesprekken gestart met het echocentrum “Eva” uit Varsseveld, het echocentrum van het Slingelandziekenhuis (VES) in Doetinchem, het SKB uit Winterswijk en het VEZ om intensiever te gaan samenwerken en hoe we dit kunnen gaan aanpakken. Mijn dank gaat uit naar mijn collega’ s Marja van Doesburg en Herma Veldhorst en hun continue enthousiasme voor verbetering van zorg. Mee denken over de ‘problemen’ en het aanbieden van mogelijke oplossingen. Ik ben bijzonder blij met hun expertise en prettige samenwerking. Corina Mateman heeft tekstueel mee gedacht. En mijn vader heeft wederom voor ‘the finishing touch’ gezorgd. Dank je wel pa! *”Esperance”: de gynaecologenmaatschap Rijnstate Arnhem is lid van de coöperatie samen met de verloskundigen uit de regio Arnhem die “Esperance” hebben opgezet. Getekend: Judith Snelder
3
Hoofdstuk 2
Inleiding Het aantal SEO’s en combinatietesten is in 2011, in vergelijking met 2010 nagenoeg het zelfde gebleven. In dit rapport worden alleen de cijfers van de locatie in Zevenaar besproken. Organisatorisch is er ten opzichte van 2010 ook weinig tot niets veranderd. Organisatorisch gezien blijft het een hekel punt dat de cliënt soms de verwijzing vergeet mee te nemen. Deze verwijzing is tevens ook het bewijs dat ze correct gecounseld zijn. Officieel mag er geen echo gemaakt worden als er niet gecounseld is en als er geen verwijzing mee genomen is. Praktisch gezien niet werkbaar als een zwangere haar verwijzing vergeet mee te nemen. Naar huis sturen vind ik geen optie. Ook professioneel gezien is dit niet handig (er is 45 minuten tijd ingepland, geen echo maken is dus 45 minuten niets doen en er moet een nieuwe afspraak gemaakt worden met alle vervelende gevolgen van dien…zoals : het verder zwanger zijn en minder tijd hebben van nadenken in geval van overweging zwangerschapsafbreking). In de praktijk komt het er dan dus op neer dat de echoscopist de verwijzing invult (iedereen is gecounseld dus dat hoeft niet meer te gebeuren) en daarna de echo gaat maken.
4
Hoofdstuk 3
DOELSTELLING Het VEZ heeft als doel optimale zorg te leveren aan de zwangere en haar partner, in het bijzonder met betrekking tot de SEO en de combinatietest. Daarnaast vindt het VEZ belangrijk dat deze zorg in een relatief kleine plaats zoals Zevenaar geboden moet blijven worden en het VEZ zal er alles aan doen om dit zo te houden. Zowel de kwaliteit van de echo zelf als de klantentevredenheid ziet het VEZ als zeer belangrijk. Beide aspecten worden vastgelegd en geëvalueerd. Dat daarnaast de organisatie van het centrum in zijn algemeenheid optimaal moet functioneren is evident. Niet alleen de echoscopie zelf maar ook bijvoorbeeld administratieve zaken moeten goed lopen. Doordat het VEZ een kleine organisatie is zijn de lijnen naar verwijzers en cliënten erg kort. Dit wordt door alle partijen als prettig ervaren en ook dit vindt het VEZ een belangrijk aspect van de organisatie. De kwetsbaarheid van een kleine organisatie is door middel van intensieve samenwerking met andere echocentra te minimaliseren, zodat deze kwetsbaarheid niet groter is dan bij grotere echocentra.
5
Hoofdstuk 4
ORGANISATIE Primair ligt de organisatie van het echocentrum bij Judith Snelder, eigenaar van het VEZ. Het VEZ heeft een contract met de SPN: Stichting Prenatale Diagnostiek Nijmegen. In het VEZ wordt niet gecounseld voor de SEO en de combinatietest. Iedere verwijzer counselt zelf de cliënt. Deze krijgt een verwijzing mee van de counselor met de benodigde gegevens voor het maken van een SEO en of combinatietest. Cliënten kunnen extra informatie vinden op de website van het VEZ: www.v-‐e-‐z.nl Daarnaast kunnen de verwijzers een folder mee geven van het VEZ. Beide, zowel website als folder, is een aanvulling op de bestaande folders over de SEO en combinatietest. Het is in geen geval een vervanging voor deze landelijke folders. Het maken van een afspraak kan de hele week op kantoor uren bij bovengenoemde poliklinieken. Echospreekuren locatie Zevenaar: maandag avond, dinsdag en woendag de hele dag met een uitloop mogelijkheid naar vrijdag ochtend. Echospreekuren locatie Doetinchem: ieder werkdag in de middag. Met de volgende verwijzers wordt samengewerkt: Verloskundigenpraktijk Zevenaar/Rijnwaarden Verloskundigenpraktijk Duiven/Westervoort Geboortecentrum Linde Vroedvrouwenpraktijk Doesburg/Dieren Verloskundigenpraktijk Montferland/Wehl Maatschap gynaecologen Rijnstateziekenhuis Zevenaar Echter, iedere zwangere die officieel gecounseld is voor een combinatietest of SEO is welkom in het VEZ. Bij aanvang van de echo vraagt de echoscopist naar de verwijsbrief. Daarnaast wordt er gevraagd of de uitleg over het onderzoek door de counselor duidelijk is geweest en, indien gewenst, wordt in het kort nogmaals uitleg gegeven. Ook wordt gevraagd naar toestemming voor het gebruik van gegevens van het onderzoek voor jaarcijfers en bijvoorbeeld scholing/toetsing. De volgende mensen zijn werkzaam binnen het VEZ: -‐assistentes van de polikliniek gynaecologie Rijnstate Zevenaar en assistentes van de polikliniek gynaecologie Slingeland ziekenhuis Doetinchem -‐voor administratieve ondersteuning wordt een extern bedrijf ingeschakeld, te heten “Carins Care Center BV”. Zij verzorgen o.a. de financiële administratie maar ook verwerking van echogegevens t.b.v. de SPN -‐echoscopistes: Judith Snelder ( locatie Zevenaar), Marja van Doesburg en Herma Veldhorst ( locatie Doetinchem).
6
4.1. AFWIJKENDE ECHO’S Indien er sprake is van een verwijzing voor een GUO dan regelt de echoscopist deze verwijzing. De verwijzer wordt die zelfde dag nog ingelicht zodat deze de cliënt en haar partner verder kunnen begeleiden. Er wordt verwezen naar de afdeling prenatale diagnostiek van het Rijnstate ziekenhuis Arnhem en het Radboud ziekenhuis Nijmegen. Terugrapportage van de boven genoemde centra wordt bijgehouden door de echoscopist. Alle casussen die voor een GUO worden verwezen worden samen besproken. Cliënten worden hierover ingelicht en om toestemming gevraagd. Bijzonderheden die geen indicatie zijn voor een GUO worden in het rapport vermeld die de cliënt mee krijgt na de SEO en of combinatietest. Bijvoorbeeld wanneer er sprake is van iets vergrote pyela maar deze nog onder de 10mm liggen. Afhankelijk van de rede maakt de echoscopist de vervolg afspraak. Verwijzingen en of overleg met de tweedelijn worden ook in het rapport vermeld. Verwijzers worden hierover niet expliciet gebeld. Zij lezen dit in het rapport.
4.2. ORGANISATIE COMBINATIETEST
Voor de combinatietest wordt er samen gewerkt met de KCHL van de Alysis Zorggroep Rijnstate. Echo meting en lab aanvraag gaan naar Arnhem en de KCHL doet de risico berekening voor Down, Patau en Edwards. De uitslag wordt door gefaxt naar de poli gynaecologie Rijnstate Zevenaar en het VEZ krijgt per post het origineel. De uitslag van de combinatietest wordt op locatie Zevenaar doorgebeld door de assistentes van de polikliniek aan de cliënt. Zij geven alleen maar door of er sprake is van een verhoogd risico of niet. Zij gaan niet in op de detail van het onderzoek. De uitslag is binnen 2 dagen bekend. De verwijzer krijgt een schriftelijke bevestiging van de uitslag. Hierop staan de details van het onderzoek en de verloskundige zorgverlener kan, indien gewenst, dit met de cliënt bespreken. Bij een verhoogd risico wordt de verwijzer direct ingelicht zodat deze contact kan opnemen met cliënt om op korte termijn een afspraak te maken voor verdere counseling. Alleen als er sprake is van een verdikte nekplooi verwijst de echoscopist direct naar de afdeling Prenatale Diagnostiek van het Rijnstate ziekenhuis Arnhem of het Radboud ziekenhuis Nijmegen. Ook dan wordt de verwijzer direct ingelicht zodat verdere begeleiding door hem of haar kan plaatsvinden. Cliënt en haar partner worden voordat de echo wordt gemaakt over deze gang van zaken ingelicht. Dan wordt ook een melding gedaan over de kosten van het onderzoek. Op de locatie in Doetinchem regelt de echosopist bovengenoemde zaken. De echoscopist van het VEZ locatie Doetinchem regelt, als er sprake is van een verhoogd risico, ook de verwijzing naar de afdeling Prenatale Diagnostiek van het Radboud ziekenhuis. De echoscopist doet daarvoor de counseling naar de cliënt toe. De verwijzer wordt hierover ingelicht. De rest van de werkwijze is het zelfde. Ook op locatie Doetinchem gaan laboratorium-‐ en echo-‐uitslagen naar de KCHL. Het KHCL Rijnstate zorgt, net zoals bij locatie Zevenaar, voor de terugrapportage. Alle uitslagen worden door de echoscopist doorgebeld aan de cliënt, de echoscopist van locatie Doetinchem verteld wel de details van het onderzoek.
7
4.3. OPSLAG EN VERWERKING GEGEVENS Na de echo worden beelden opgeslagen in “ Dicom”. Een verslag van de echo wordt in Mosos-‐U verwerkt. Het verslag en een “retourformulier” worden mee gegeven aan de cliënt t.b.v. de verwijzer. Cliënt wordt gevraagd om de evaluatie op de achterkant van het formulier in te vullen. De echoscopist bewaart zelf een echoverslag t.b.v. het jaarverslag/terugkoppeling naar de SPN en een verslag voor de financiële administratie. De retourinformatie, die bij voorkeur > 1 week post partum en < 6 wkn post partum wordt ingevuld, zal de verwijzer terug sturen naar het echocentrum. Daar wordt het retourformulier gekoppeld aan het bewaarde echoverslag en hierna verwerkt voor terugrapportage naar de SPN en een jaarverslag. De echoscopist houdt zelf bij of deze formulieren ook daadwerkelijk binnen komen. Indien dit niet het geval is krijgt de verwijzer 1x het verzoek dit alsnog te doen. Op deze manier is er een grote “opbrengst” van retourformulieren. In 2011 zijn er 22 formulieren niet terug gestuurd (=2,7% van het totaal) Het bijhouden van jaarcijfers en het jaarverslag alsmede de terugrapportage ligt bij de manager van het echocentrum. Omdat de retour informatie pas na1 week post partum kan worden aangeleverd en omdat er nog herinneringen naar de verwijzers lopen over niet ontvangen informatie, zal de terugkoppeling niet eerder gedaan kunnen worden dan in de 6de maand van het volgende jaar. Het VEZ verwerkt haar gegevens in Excel en worden zo ook aangeleverd aan Peridos.
8
HOOFDSTUK 5
KWALITEIT De kwaliteit van zorg wordt op meerdere manieren getoetst: *D.m.v. evaluatieformulieren achterop het aanvraag formulier vragen wij de cliënt en de verwijzer om feedback. *Ieder half jaar worden de beelden van de gevonden en of gemiste afwijkingen gezamenlijk bekeken en besproken. *D.m.v nascholingen en hands-‐on-‐trainingen worden de echoscopistes gestimuleerd de kwaliteit van de echo te verbeteren:
Chronologische volgorde van kwaliteitsbevorderende activiteiten in 2011 van Marja van Doesburg Januari 2011, Refereermiddag afdeling PNDT van het UMCN St Radboud te Nijmegen. Januari 2011, Vaardigheidsscholing counseling prenatale screening op Patau- en Edwardssyndroom. Januari 2011, FMF certificate of competence in the 11-13 weeks scan, theory en logbook. Januari 2011, FMF certificate of competence in Cervical Assessment.
Februari 2011, FMF certificate of competence in assessment of uterine artery doppler at 11-13 weeks Februari 2011, FMF certificate of competence in Doppler Ultrasound (Fetal surveillance) Februari 2011, FMF certificate of competence in assessment of the nasal bone. Februari 2011, FMF certificate of basic fetal echocardiography, successfully completed the theoretical course. Februari 2011, FMF certificate of advanced fetal echocardiography, successfully completed the theoretical course. Maart 2011, Theorie onderwijs Esperance, 30 weken echo. April 2011, Hands-on training samen met VEZ, door mevrouw D. de Bruijn 3e lijns echoscopist. Mei 2011, FMF certificate of competence in assessment of tricuspid doppler flow at 11-13 weeks. Mei 2011, Symposium Prenatale Diagnostiek X. Mei 2011, Theorie onderwijs Esperance, Doppler onderzoek. Mei 2011, Meegelopen op afdeling PNDT met mevr. A. Brinkman, 3e lijns echoscopist Type I hart spreekuur.
Mei 2011, FMF certificate of competence in assessment of the ductus venosus doppler flow at 11-13 weeks.
9
Juli 2011, FMF certificate of competence in assessment of the tricuspid doppler flow at 11-13 weeks. Juli 2011, Cursus beeldopslag 20 weken echo, SPN, logboek prima. September 2011, Webinar, video lecture “The pyramid of pregnancy care” door K.Nicolaides. Oktober 2011, theorie onderwijs Esperance, biometrie-echo bij 30 weken Oktober 2011, Casuïstiek en theorie onderwijs samen met VEZ door mevr. D de Bruijn, 3e lijns echoscopist. November 2011, FMF certificate of competence in assessment of the facial angle. November 2011, Hands-on training samen met VEZ door mevr. D de Bruijn, 3e lijns echoscopist. November 2011, Symposium “Foetale skeletafwijkingen” BEN met prof. G.Pilu . December 2011, Symposium “drie handen op één buik” AMC. Oktober 2011, theorie onderwijs Esperance, biometrie-echo bij 30 weken Oktober 2011, Casuïstiek en theorie onderwijs samen met VEZ door mevr. D de Bruijn, 3e lijns echoscopist. November 2011, Hands-on training samen met VEZ door mevr. D de Bruijn, 3e lijns echoscopist. November 2011, Symposium “Foetale skeletafwijkingen” BEN met prof. G.Pilu . November 2011, Refereermiddag afdeling PNDT van het UMCN St Radboud te Nijmegen.
Chronologische volgorde van kwaliteitsbevorderende activiteiten in 2011 van Herma Veldhorst Januari 2011, Refereermiddag afdeling PNDT van het UMCN St Radboud te Nijmegen. Januari 2011, Vaardigheidsscholing counseling prenatale screening op Patau- en Edwardssyndroom. Mei 2011, Symposium Prenatale Diagnostiek X 29 Juni 2011, Diploma In Holland Academie “Echoscopie in de gynaecologie en obstetrie” SEO module September 2011, Refereermiddag afdeling PNDT van het UMCN St Radboud te Nijmegen. Oktober 2011, theorie onderwijs Esperance, biometrie-echo bij 30 weken Oktober 2011, Casuïstiek en theorie onderwijs samen met VEZ door mevr. D de Bruijn, 3e lijns echoscopist. November 2011, Hands-on training samen met VEZ door mevr. D de Bruijn, 3e lijns echoscopist. November 2011, Symposium “Foetale skeletafwijkingen” BEN met prof. G.Pilu .
November 2011, Refereermiddag afdeling PNDT van het UMCN St Radboud te Nijmegen.
10
Chronologische volgorde van kwaliteitsbevorderende activiteiten in 2011 van Judith Snelder Januari 2011, Refereermiddag afdeling PNDT van het UMCN St Radboud te Nijmegen. Januari 2011, Vaardigheidsscholing counseling prenatale screening op Patau- en Edwardssyndroom. Mei 2011, Symposium Prenatale Diagnostiek
September 2011, Refereermiddag afdeling PNDT van het UMCN St Radboud te Nijmegen. Oktober 2011, theorie onderwijs Esperance, biometrie-echo bij 30 weken Oktober 2011, Casuïstiek en theorie onderwijs samen met VEZ door mevr. D de Bruijn, 3e lijns echoscopist. November 2011, Hands-on training samen met VEZ door mevr. D de Bruijn, 3e lijns echoscopist. November 2011, Symposium “Foetale skeletafwijkingen” BEN met prof. G.Pilu . November 2011, Refereermiddag afdeling PNDT van het UMCN St Radboud te Nijmegen.
Naast kwaliteit bevorderende activiteiten zijn de echoscopistes ook verplicht beelden van de SEO en NT metingen aan te leveren voor de SPN, de vergunninghouder. Naast het aanleveren van beeldmateriaal bij de SPN heeft Marja van Doesburg zich ook nog op meerdere vlakken gecertificeerd bij de FMF (Fetal Medicine Foundation) zoals zichtbaar in de vorige en volgende tabellen.
11
Judith Snelder: De SEO beelden van 2011 zijn goed gekeurd echter de NT beelden niet. De doorsnede bij de CRL en NT meting zelf waren prima, echter: bij de NT meting was het beeld onvoldoende vergroot en de instellingen van het apparaat waren niet goed zodat de lijnen onscherp waren. De MOM waardes van zowel crl als de nt waren wel voldoende. In 2012 zijn de instellingen van het apparaat aangepast en een nieuwe portfolio is opgestuurd en deze zijn goed gekeurd. Daarnaast is Judith Snelder inmiddels (2012) FMF gecertificeerd.
12
13
14
Marja van Doesburg: In 2011 heeft Marja van Doesburg zich voor de NT ook laten toetsen door de FMF. Daarnaast heeft Marja beelden aangeleverd voor de SPN. Deze zijn goed gekeurd.
15
16
HOOFDSTUK 6
VERRICHTINGEN EN VERWIJZINGEN Blauwe kleur: bij GUO verslag “ verkeerde” verwijzing indicatie vermeld Rode kleur: GUO beeld van SEO niet bevestigd en achteraf toch sprake van een afwijking. Oranje kleur: bij SEO en of GUO normale biometrie en post partum dysmatuur/macrosoom In totaal zijn er in het VEZ in 2011 820 SEO’s gemaakt en 215 NT metingen/Combinatietesten. COMBINATIETESTEN Totaal 215 waarvan er 13 keer sprake van een verhoogd risico =6% ( in 2010 5,4%) DE VERHOOGDE RISICO’S OF VERDIKTE NT’S 1STE KWARTAAL januari : Bij een amenorroe duur van 12+1 is de CRL en de NT door de ligging van de foetus moeilijk te meten. Er is een verdikte NT met daarbij vocht om de hele foetus. Het beeld wordt in het Radboudziekenhuis te Nijmegen bevestigd. Er wordt gekozen voor een CVS. Uitkomst: trisomie 21 en er wordt gekozen om de zwangerschap af te breken. Januari : Bij een CRL van 45,5 mm een NT van 2,6 mm: uitkomst risico 1:85 (a priori risico 1:630) MOM HCGb 1,62 en MOM PAPP-‐A 3,18. gekozen voor vlok: normaal karyotype. gekozen voor SEO: maart: geen bijzonderheden gezien. Ondanks herhaaldelijke verzoeken voor terugrapportage geen informatie post partum ontvangen. Januari : Bij een CRL van 60mm een NT van 5,0 mm. Direct gekozen voor CVS Uitkomst: trisomie 18. Zwangerschap is afgebroken. Januari : Bij een CRL van 60,6 mm een NT van 4,2 mm. Dit is bevestigd in het Rijnstateziekenhuis Arnhem. Er is voor een CVS gekozen waarbij een normaal karyotype gevonden werd. Bij de GUO bij 20+3 wkn geen bijzonderheden gevonden. Ondanks herhaaldelijke verzoeken over inlichtingen post partum geen informatie ontvangen. Januari : Bij een CRL van 65 mm lijkt er een verdikte NT te zijn van 3,3 mm. Door de ligging van de foetus echter moeilijk te meten. Het beeld wordt in Rijnstateziekenhuis Arnhem niet bevestigd (gemeten NT 2 mm). De uitslag van de combinatietest geeft toch een verhoogd risico van 1:110(a priori risico 1:240) MOM HCGb 2,38 en MOM PAPP-‐A 0.56 Er wordt voor een CVS gekozen: uitslag trisomie 21. Zwangerschap is afgebroken. Februari:Bij een CRL van 53,5 mm een NT van 1,7mm: uitkomst verhoogd risico 1:75 (a priori risico 1:500) GUO in april geen bijzonderheden en een gezond kind geboren. Februari: Bij een CRL van 58 mm een NT van 1,6 mm: uitkomst verhoogd risico 1:150 (a priori risico 1:150). MOM HCGb 3,29 en PAPP-‐A 0,78. Resultaat vervolg onderzoek ondanks herhaaldelijke verzoeken om dit ons toe te sturen, niet ontvangen. 17
2DE KWARTAAL Mei :Bij een CRL van 55 mm een NT van 1,7 mm: uitkomst verhoogd risiso 1:170 (à priori 1:35) MOM HCGb 1,31 en MOM PAPP-‐A 1,20. CVS niet gelukt, AMNIONPUNCTIE normaal Karyotype. De SEO gaf geen bijzonderheden en oktober 2011 is bij 36+6 een gezonde dochter geboren van 3455gr. Juni : Vorige zwangerschap trisomie 18. Nu bij een CRL van 49 mm een NT van 1,2 mm: uitkomst verhoogd risico Down 1:130 (a priori risico 1:190) MOM HCGb 5,69 en MOM PAPP-‐A 0,56.. Gekozen voor CVS: normaal karyotype. Vroege GUO en follow up in het Radboudzieken-‐ huis Nijmegen geen bijzonderheden en in januari 2012 een gezonde zoon geboren van 3950gr. Juni : Bij een CRL van 60,2 mm een NT van 2,3 mm: uitkomst verhoogd risico Down 1:180 ( à priori risico 1:190) MOM HCGb 0,87 en MOM PAPP-‐A0,46. Wensten geen vervolg onderzoek. De SEO gaf geen bijzonderheden en in januari 2012 is een gezonde zoon geboren van 4545gr. de 3 KWARTAAL Juli : Bij een CRL van 62,2 mm een NT 1,8 mm: uitkomst verhoogd risico Down 1:200 (à priori risico 1:190) MOM HCGb 1,66 en MOM PAPP-‐A0,40. Gekozen voor CVS : normaal karyotype. SEO augustus geen bijzonderheden en in december een gezonde zoon geboren van 3120gr. Juli : Bij een CRL van 69,2 een NT van 3,1 mm. Verwezen naar Rijnstateziekenhuis Arnhem. Beeld bevestigd en direct een CVS gedaan. Uitkomst normaal karyotype. GUO ook geen bijzonderheden. Bij een amenorroeduur van 35+ een solutio placentae en zoon overleden met een normaal geboorte gewicht. Geen afwijkingen kunnen vinden. 4de KWARTAAL November:Bij een CRL van60 mm een NT van 2 mm: uitkomst verhoogd risico Down 1:150 (à priori 1:140) MOM HCGb 2,46 en MOM PAPP-‐A 1,00. Gekozen voor AMNIONPUNCTIE: normaal karyotype. I.v.m. maternale adipositas en zeer slechte beeldvorming een GUO gehad. In mei 2012 een gezonde dochter geboren van 3905 gr. In februari was er bij de NT meting twijfel over het intact zijn van de rug. Er was geen sprake van een verhoogd risico. In het Rijnstateziekenhuis Arnhem is dit beeld niet bevestigd. Helaas ook van deze casus geen follow up. Alle casussen waarbij geen follow up bekend is betreft 1 verloskundigenpraktijk. Deze persoon is hierop aangewezen maar helaas zonder resultaat. Inmiddels is er gekozen om de cliënt te informeren naar de follow up post partum. In augustus is een combinatietest gedaan bij een mw. uit 1977. Er was geen sprake van een verhoogd risico. De GUO gaf geen bijzonderheden. Bij 25 weken is deze zwangerschap geëindigd in een IUVD. De cliënt was diabeet en gebruikte insuline. Verder geen oorzaak kunnen vinden. In oktober is er in ons centrum een NT gemeten bij een cliënt waarbij bij 10 wkn een dikke NT te zien ( 4 mm)was met septa. Na counseling door de ‘eigen’ verloskundige besloten deze mensen de NT in ons centrum te laten meten en alleen bij een verdikte NT een combinatietest in de zetten. Bij een CRL van 46 mm geen verdikte NT te zien (1 mm) en in mei 2012 een gezonde zoon geboren. Van de casussen met een verhoogd risico hebben 10 cliënten gekozen voor invasieve diagnostiek.
18
4 Cliënten wilden geen invasieve diagnostiek (allen hadden een a priori risico dat hoger lag dan de uitslag na combinatietest) en van 1 casus is niet bekend of er invasieve diagnostiek is gedaan. In 3 gevallen was er ook daadwerkelijk sprake van een trisomie (T21 en T18) en in alle gevallen was er sprake van een verdikte nekplooi. Het is opmerkelijk dat alle gevallen in het eerste kwartaal aanwezig waren. Er is 2 maal een GUO verricht naar aanleiding van een verdikte nekplooi. Beide keren geen bijzonderheden gevonden bij zowel punctie als GUO en beide kinderen bij de geboorte, voor zover te beoordelen, geen afwijkingen te zien. Één kind overleden t.g.v. een solutio placentae. Bij 9 cliënten een SEO gedaan (weliswaar bij de combinatietest een verhoogd risico maar geen dikke NT) waarbij geen bijzonderheden gevonden zijn en allen een gezonde baby hebben gekregen.
Combinatie test met verhoogt risico
2011 Totaal Verh.risc. 13 tr.21,13,18 3
1e kwart.
2e kwart. 7 3
3e kwart. 3 0
4e kwart. 2 0
1 0
Combi. testen met verh.risico 2011 15 10 Verh.risc.
5
tr.21,13,18
0 Totaal
1e 2e 3e 4e kwart. kwart. kwart. kwart.
19
Combinatie testen 2009 202 7 3
Totaal Verh.risc. Tris
2010 224 12 2
Combi testen
2011 215 13 3
250 200 150
Totaal
100
Verh.risc. Tris
50 0 2009 2010 2011
Trisomieën Totaal Tris. 3
2011
Tris. 21 Tris. 18 Tris. 13 2 1 0
Trisomieën
4 3 2 1 0 Totaal Tris. 21 Tris. 18 Tris. 13 Tris.
SEO Van de 820 SEO’s zijn er 84 doorgestuurd voor een GUO = 10,2% ( in 2010 7%). Er wordt zowel naar het Radboud Ziekenhuis in Nijmegen als het Rijnstate Ziekenhuis in Arnhem verwezen. Bij 22 casussen werd er doorverwezen ivm sonomarkers waarvoor indicatie GUO. Bij 22 casussen werd er doorverwezen ivm verdenking op een afwijking. Bij 30 casussen werd er getwijfeld, mogelijk een afwijking te zien. Bij 3 casussen bleek er achteraf sprake van een indicatie GUO. Bij 8 casussen bewust gekozen voor SEO ipv GUO ondanks indicatie GUO. Bij 5 casussen was er sprake van een incomlete SEO en hiervoor indicatie GUO.
20
Verwezen GUO per categorie 1 2 3 4 5 6
GUO 2010 2011
1 62 82
= aantal verwezen GUO'S = verwezen i.v.m. sonomarker = vermoeden op afwijking = twijfel over afwijking = incomplete SEO = achteraf indicatie GUO 5 2 3 4 8 22
18 22
19 30
Aant. Verw. voor GUO's
7 5
6 10 3
100 80 60
2010
40
2011
20 0 1
2
3
4
5
6
VERWEZEN VOOR GUO IVM SONOMARKER(S) 22 casussen = 2,7% ( in 2010 0,9%) Januari Casus 1: alleen SUA. Bij GUO bevestigd. Uikomst: post partum geen bijzonderheden bij de baby. Gewicht onbekend. Casus 2: alleen verkorte femur (
21
Februari Casus 6: bij SEO alleen een SUA. GUO bevestigt het beeld. Uitkomst: in juni wordt een gezonde zoon van 3480 gr geboren. Maart Casus 7: bij SEO alleen een SUA. GUO bevestigt het beeld Uitkomst: gezonde dochter van 3764gr met SUA. April Casus 8: bij SEO alleen een SUA. GUO bevestigt het beeld. Uitkomst: een gezonde dochter van 3636gr met alleen een SUA. Casus 9: bij SEO alleen een SUA. GUO bevestigt het beeld. Uitkomst: gezonde zoon van 2520gr (
P90) en worden er groei echo’s geadviseerd. Bij GUO wordt het beeld bevestigd. Er wordt verder geen uitspraak gedaan over de biometrie. Uitkomst: een gezonde dochter van 4166 gr. bij 38+1 (=>P97,7) Casus 17: bij SEO alleen een SUA te zien. Het beeld wordt bij het GUO bevestigd. Uitkomst: een gezonde baby van 3774 gr. geboren. Augustus: Casus 18: bij SEO alleen een SUA te zien. Patiënt wenst geen GUO. Uitkomst: een gezonde zoon van 3340 gr. geboren. Casus 19: bij SEO alleen een SUA te zien en een bescheiden fac. waarvoor advies extra groei -‐echo’s. Bij GUO wordt het beeld bevestigd. Biometrie is normaal. Uitkomst: een gezonde baby van 3060 gr. geboren bij 38+4.
22
Oktober: Casus 20: bij SEO alleen een SUA te zien. Bij GUO wordt het beeld bevestigd. Uitkomst: bij 40 weken een gezonde baby van 3140 gr. geboren. November:Casus 21: bij SEO alleen een SUA te zien. Bij GUO wordt het beeld bevestigd. Uitkomst onbekend, geen retourinformatie ontvangen. December:Casus 22: bij SEO alleen een SUA te zien, biometrie normaal. Beeld wordt bij GUO bevestigd. Ook hier een normale biometrie. Uitkomst: een gezonde zoon van 2930 bij 40 wkn(= >P2,3 zwangerschaps afbreking. Casus 4: bij SEO hartafwijking: transpositie grote vaten en een pulmonalis stenose, twijfel over VSD maar deze niet goed te zien. Bij GUO wordt het beeld bevestigd. Uitkomst: zoon van 3030gr geboren en 1 week postpartum geopereerd. Casus 5: bij SEO multipele afwijkingen: dubbele schisis (lip, kaak en gehemelte), afwijkend cerebellum (schisis), hartafwijking (stranspositie, pulmonalis stenose, vsd), SUA. GUO bevestigt het beeld. Uitkomst: trisomie 13=> zwangerschaps afbreking. Casus 6: bij SEO pes equinovarus beiderzijds. Verder geen bijzonderheden te zien. Bij de GUO wordt het beeld bevestigd. Uitkomst: een zoon geboren van 3740 gr, verder geen bijzonderheden dan pes equinovarus. Casus 7: Bij SEO een hartafwijking gezien. Door ligging moeizame beeldvorming: de li.harthelft lijkt kleiner dan rechts, daarnaast een vernauwde pulmonalis en een verwijde aorta en geen mooie crux te zien. Mogelijk een vsd? Geen mooi 3vvieuw te zien. Er is ook nog sprake van een SUA. Bij GUO wordt er inderdaad een hartafwijking te zien: tricuspidaal atresie met re li shunt. Normale stand van de grote vaten maar inderdaad een kleine pulmonalis en een wat grotere aorta. Functioneel een univentriculair hart, niet prostin afhankelijk, wel asd afhankelijk. Uitkomst onbekend, as ouders zijn naar Curacao verhuist. Hebben zwangerschap niet afgebroken.
23
Juni Casus 8: bij SEO hypoplastisch li.hart. hypoplastische aorta? Pulmonalis wel te zien. Bij GUO wordt het beeld bevestigd. Uitkomst: zwangerschaps afbreking. Casus 9: bij SEO beiderzijds dubbel niersysteem te zien, geen vergrote pyela of ureteren. Verder geen bijzonderheden. Bij GUO wordt het beeld bevestigd. Uitkomst: een dochter met dubbel niersysteem. Juli Casus 10: bij SEO duidelijke darmlissen te zien. Ook wat echodens? Verder geen bijzonderheden te zien. Bij GUO inderdaad iets opvallend darmpakket te zien met echogene spots. Bij 32 wkn herhalings echo (GUO) en toch geen vermoeden op afwijkingen. Uikomst: gezonde dochter van 3825 gr. geboren. Casus 11: bij SEO is de linker onderarm afwijkend/nauwelijks aanwezig. Geen normale hand te zien. Moeizame beelvorming van afwijkende armpje, ligt gehele tijd van de echo onder de foetus. Bij GUO wordt het beeld bevestigd. Uiktomst: zoon geboren zonder een li.onderarm met iets vinger aanleg. Verder geen bijzonderheden en een mooi geboorte gewicht van 3442 gr. Casus 12: bij een SEO van een gemelli wordt bij een van de foetussen een afwijkende re. onderarm gezien. Iets van een handje aanwezig? Ook deze foetus is moeilijk te echoën doordat deze onder de andere ligt. Heeft ook een wat bescheidenere biometrie dan de andere (is ook een meisje en de andere een jongen). Bij GUO wordt het beeld bevestigd, biometrie lijkt normaal. Uitkomst: een gemelli geboren bij 35+5. Een zoon van 2720 gr. En de dochter met het afwijkende armpje is 1945 gr. (=P5) Augustus: Casus 13: bij SEO echodense darmen, ruim cisternum magnum, nuchal fold< 6mm. Bij GUO inderdaad echodense darmen gezien. Verder geen bijzonderheden. Herhaling van het GUO bij 32 wkn gaf geen bijzonderheden. Uitkomst: een gezonde zoon geboren bij 41 wkn van 4110 gr. Casus 14: bij SEO een vermoeden op CCAM. Bij GUO wordt het beeld bevestigd. Vervolgecho’s blijven bij het zelfde beeld. Uitkomst: een zoon van 4090 gr. bij 41 wkn. met een CCAM. September:Casus 15: bij SEO pes equinovarus rechts. Verder geen bijzonderheden te zien. Bij GUO wordt het beeld bevestigd. Uitkomst: een dochter geboren van 3835 gr. met pes equinovarus rechts. Casus 16: bij SEO forse hydronefrose rechts te zien. Obstructie ter hoogte van blaas?Links een mooie nier te zien, een goed gevulde normaal uitziende blaas en er is mooi vruchtwater. Bij GUO wordt het beeld bevestigd. Vervolg echo’s laten het zelfde beeld zien. Uitkomst: een dochter geboren van 2860 gr. bij 37+6 (= net onder P50) met rechts hydronefrose. Casus 17: bij SEO echodensedarmen te zien. Bij GUO wordt het beeld bevestigd. Onderzoek op CF wijst uit dat er bij de baby 25% kans is op deze ziekte. Uitkomst onbekend, mw. is bevallen in het Radboudziekenhuis te Nijmegen.
24
Casus 18: bij SEO cyste bij linker long te zien, rest van de long lijkt ook wat echodenser. Diafragma lijkt intact. Hartas is afwijkend maar waarschijnlijk door de cyste. Verder geen afwijkingen te zien. Bij GUO wordt het zelfde beeld gezien en een differentiaal diagnose gesteld: bronchogene cyste, longcyste, neurentic cyste of een CCAM. Vervolg echo’s geven het zelfde beeld maar cyste lijkt uitgaand vanuit de wervelkolom. De thoracale wervelkolom laat laag thoracaal een verandering van de wervellichamen zien waarbij er sprake lijkt van een vernauwing van het kanaal met een gecomprimeerder aspect. De wervelbogen naar posterior zijn normaal gesloten. Uitkomst: in januari 2012 een zoon geboren van 3335gr. met beschreven afwijking. Oktober: Casus 19: bij SEO spina bifida ontdenkt waarschijnlijk met cèle maar deze moeilijk te zien door ligging. Daarnaast is er sprake van een “lemon -‐en banana sign”. Laterale ventrikel nog binnen de norm maar voorste ventrikel erg ruim. Verder geen bijzonderheden kunnen zien. Bij GUO wordt het beeld bevestigd. Vervolg onderzoek is ingesteld Uitkomst: in februari 2012 wordt een dochter geboren van 3631 gr. met spina bifida +meningocèle Casus 20: bij SEO ascites te zien. Verder geen afwijkingen kunnen zien! Bij GUO wordt het beeld bevestigd. Ook daar geen verdere afwijkingen te zien. Punctie ook geen afwijkingen. In de loopt van de zwangerschap is de ascites verdwenen. Uitkomst: een gezonde zoon geboren van 3990 gram bij 41½ week November:Casus 21: bij SEO onder re.nier een echodensere structuur te zien met centraal een echolucente ruimte. Lijkt geen verbinding te hebben met de nier. Daarnaast is de biometrie wat ruim. Bij de GUO wordt het zelfde beeld gezien en wordt gedacht aan een ovariumcyste. Bij een vervolg echo 5 weken later wordt de cyste niet meer gezien. Uitkomst: een gezonde dochter geboren van 3500 gr. December:Casus 22: bij de SEO lijkt er sprake van een dubbelniersysteem en linker pyelum iets verwijd. Ook lijkt de blaas afwijkend en is er een “white spot” te zien. Bij de GUO in eerste instantie alleen milde hydronephrose links te zien en “white spot”. Bij een vervolg echo wordt toch ook het dubbelniersysteem gezien met een uretrocèle in de blaas. Uitkomst: een dochter geboren met omschreven afwijking en wordt door kinderarts vervolgt. AANTAL ZWANGERSCHAPS AFBREKINGEN In totaal is er 4 keer gekozen voor een zwangerschapsafbreking: *trisomie 21 *DiGeorge syndroom *trisomie 13 *hypoplastisch li.hart + hypoplastische aorta
25
VERWEZEN VOOR GUO IVM TWIJFEL OP AFWIJKING 30 casussen = 3,7% ( in 2010 2,1%) Januari Casus 1: in het vlak van het 3 vesselvieuw oogt de arteria pulmonalis ruim en aorta juist Bescheiden. Nog normaal? Bij GUO wordt dit beeld bevestigd en GUO wordt bij 33 weken herhaald. Bij 33 weken wederom het zelfde beeld. Na multidisciplinair overleg wordt besloten dat beeld normaal is en geen vervolgonderzoeken meer nodig zijn. Uitkomst: mei 2011 een gezonde zoon geboren van 3430gr. Casus 2: in het vlak van het 3 vesselvieuw oogt de arteria pulmonalis ruim en aorta juist Bescheiden. Nog normaal? Bij GUO wordt dit beeld niet bevestigd. Uitkomst: mei 2011 partus prematures verder geen bijzonderheden, baby woog bij 35 wkn 2480gr. Casus 3: bij de SEO wordt getwijfeld over het atriumseptum. Bij GUO geen ASD gevonden. Uitkomst: in mei een gezonde baby geboren van 4220 (zoon multipara 39 ½ wkn=P90) Februari Casus 4: bij de SEO weliswaar normale biometrie maar de voet/femurratio wijkt af. Vader van de baby is ook klein en heeft een grote voetmaat. Dus zeer waarschijnlijk niets aan de hand maar voor bevestiging voor een GUO verwezen. In het rapport van de GUO wordt gesproken over een verwijzing ivm “dysmaturiteit”. Bij de GUO worden verder geen bijzonderheden gevonden. Er wordt geen melding gedaan van de voet/femurratio. Uitkomst: in juli een gezonde zoon geboren van 3830 gr. Casus 5: bij de SEO een bescheiden fac (
26
Casus 10: bij SEO twijfel over verhouding aorta/pulmonalis ter hoogte van 3vvieuw. Bij GUO geen bijzonderheden te zien. Uitkomst: gezonde zoon van 3570gr geboren. Mei Casus 11: bij SEO in eerste instantie echodense structuur in maag te zien. Na 20 minuten verdwenen. Waarschijnlijk geen bijzonderheden. GUO inderdaad geen bijzonderheden te zien. Uitkomst: gezonde dochter van 3454 gr. geboren. Casus 12: bij SEO twijfel over 3 vvieuw: aorta lijkt wat breder dan pulmonalis en lijkt vanuit aorta ter hoogte van aortaklep wat breder uit te lopen. Daarnaast is het li pyelum iets vergroot. Verder geen bijzonderheden te zien. Bij GUO alleen iets vergroot li.pyelum te zien waarvoor advies revisie bij 32 wkn. Bij revisie geen vergroot pyelum meer te zien. Uitkomst: een gezonde dochter van 3050 gr. geboren. Casus 13: bij SEO twijfel over normale crux. Mitralis kleppen lager dan tricuspidaal? Verder geen afwijkingen te zien. De GUO geeft geen afwijkingen. Uitkomst: gezonde baby van 2970gr. (P20) Casus 14: bij SEO lijkt aorta na aorta klep wat breder uit te lopen. In het vlak van 3vvieuw lijkt aorta breder dan pulmonalis. Bij GUO geen bijzonderheden te zien. Uitkomst: gezonde baby van 3510gr. Juni Casus 15: bij SEO twijfel over 3vvieuw, aorta lijkt daar breder dan pulmonalis. Meting van de vaten ter hoogte van klep geeft geen bijzonderheden, aortaboog ook mooi te volgen en een symmetrisch 4kbeeld. Bij GUO wordt beeld niet bevestigd. Uitkomst: gezonde dochter van 3166 gr. Casus 16: Pulmonalis lijkt wat ad brede kant bij ter hoogte van pulmonalisklep. Verder geen bijzonderheden te zien. Bij GUO wordt beeld niet bevestigd. Uitkomst: gezonde dochter van 4030 gr. Juli Casus 17: bij SEO twijfel over beloop pulmonalis, lijkt normaal. Bij GUO geen bijzonderheden. Uitkomst: gezonde zoon van 3535 gr. Casus 18: bij SEO stand van re. voetje door ligging foetus wat moeilijk te beoordelen. Daarnaast twijfel over beloop aorta, deze lijkt na de aortaklep wat breder uit te lopen. Wel mooi 4kbeeld en mooie aorta boog te zien. Bij GUO geen bijzonderheden te zien. Uitkomst: een dochter geboren met onderontwikkelde vingertjes aan de li. hand. Verder geen bijzonderheden en een mooi geboorte gewicht van 3770 gr. Casus 19: bij de SEO wordt getwijfeld over een VSD Bij de GUO wordt geen VSD gevonden maar is er sprake van een milde polyhydramnion en wordt de maag nauwelijks gezien. Er wordt gedacht aan een afwijking aan de slokdarm of slikproblematiek. De echo’s zijn meerdere keren herhaald en bij 34+2 wordt toch duidelijk maagvulling gezien. Uitkomst: een gezonde dochter geboren van 3397 gr.
27
Casus 20: ivm ICSI zwangerschap komt deze cliënt in aanmerking voor een GUO maar wenst een SEO. Bij de SEO wordt getwijfeld over het 3 vvieuw, aorta lijkt breder dan pulmonalis. De fac ligt boven de P90 maar hier wordt geen opmerking over gemaakt. Bij de GUO worden geen bijzonderheden gezien. Uitkomst: een gezonde dochter van 4345 gr (=>P97,7) Augustus: Casus 21: bij SEO twijfel over 3vvieuw. Aorta lijkt ter hoogte van 3vvieuw breder dan pulmonalis. Verder mooi 4kbeeld en aorta mooi te vervolgen, boog lijkt normaal. Bij GUO wordt het beeld niet bevestigd. Uitkomst: een gezonde zoon van 3320 gr. geboren. September: Casus 22: bij SEO twijfel over aorta, deze lijkt wat breder uit te lopen. Verder geen bijzonderheden te zien. Bij GUO wordt het beeld niet bevestigd. Uitkomst: een gezonde zoon geboren, gewicht onbekend. Oktober: Casus 23: bij SEO twijfel over aorta, deze lijkt in het beeld van het 3 vvieuw breder dan de pulmonalis. Verder geen afwijkingen bij het hart kunnen zien. Bij GUO wordt het beeld niet bevestigd. Uitkomst: een gezonde dochter geboren van 3210 gr. Casus 24: bij SEO twijfel over aorta, in het beeld van het 3 vvieuw lijkt deze breder of gelijk aan pulmonalis. Daarnaast lijkt de vena cava supp. wat lastig te zien in het zelfde vlak. Mooi 4 kbeeld. Bij GUO wordt het beeld niet bevestigd. Uitkomst: een gezonde zoon geboren, gewicht onbekend. Casus 25: bij SEO twijfel over hartas. Verder geen bijzonderheden kunnen zien. Bij GUO wordt het beeld niet bevestigd. Uitkomst: bij 38½ week een gezonde zoon geboren November: Casus 26: bij SEO lijkt pulmonalis na pulmonalisklep wijd uit te lopen. Verder geen afwijkingen kunnen zien. Bij GUO wordt het beeld niet bevestigd. Uitkomst: een gezonde baby geboren van 3740 gr. Casus 27: bij SEO lijkt aorta na aortaklep wijder uit te lopen. In het vlak van het 3vvieuw lijkt aorta ook even breed als pulmonalis. Verder geen bijzonderheden kunnen zien. Bij GUO wordt het beeld niet bevestigd. Uitkomst: een gezonde dochter geboren van 3240 gr. Casus 28: ook bij deze SEO weer het beeld dat de aorta na de aortaklep wat breder uit lijkt te lopen. In het vlak van het 3vvieuw is de aorta iets groter dan of gelijk aan pulmonalis. Verder een mooi 4kbeeld te zien, mooie sluitlijn kleppen, en aorta mooi te vervolgen in boog. Bij GUO beeld niet bevestigd. Uitkomst: een gezonde zoon van 3515 geboren. Casus 29: moeizame beeldvorming. Ook hier lijkt net als vorige casus de aorta wat breder uit te lopen. Mooi 4kbeeld, aorta door ligging foetus moeilijk te vervolgen in boog. Uitslag GUO onbekend. Uitkomst: een gezonde zoon geboren van 3430 gr. December: Casus 30: bij SEO twijfel over een pulmonalisstenose. Bij de GUO geen bijzonderheden te zien. Uitkomst: gezonde dochter van 2580 gr bij 37½ week (=P20)
28
In de meeste gevallen (24 casussen) ging het over twijfel bij echobeelden van het hart. En dan met name (bij 18 casussen)dat in het vlak van het 3 vesselvieuw de aorta breder of gelijk was aan de arteria pulmonalis. In alle gevallen werd daarnaast door de SEO echoscopist vermeld dat bij meting van de art.pulm en aorta ter hoogte van de klep het beeld normaal leek (aorta net wat minder breed dan pulmonalis). Ook dat zowel ventrikels als atria symmetrisch leken en de aorta mooi te vervolgen was en op het moment van de seo er geen coarctatio aanwezig leek. Echter, bij de SEO wordt geen flow meting gedaan over de art.pulmonalis klep, aortaklep en tricuspidaal en mitralisklep. Dit moet ook vooral zo blijven. Het is dan ook niet aan de SEO echoscopist om te beoordelen of het beeld van het 3 vvieuw nog bij de norm hoort of niet. In alle gevallen zal er dus een verwijzing voor een GUO blijven plaatsvinden. VERWEZEN VOOR GUO IVM INDICATIE GUO 3 casus = 0,4% ( in 2010 1,1%) Januari: Casus 1: tijdens het maken van de SEO blijkt uit navraag dat vader van cliënt is overleden aan een hartafwijking. Bij SEO geen bijzonderheden te zien. Verwezen voor GUO. Beeld idem. Uitkomst: in mei een gezonde dochter geboren van 3380gr. Oktober:Casus 2: tijdens het maken van de SEO blijkt uit navraag dat de vader van de baby zelf geboren is met een vsd. SEO gaf geen bijzonderheden. GUO ook geen bijzonderheden. Uitkomst: een gezonde zoon geboren van 3700 gr. November:Casus 3: tijdens het maken van de SEO blijkt uit navraag dat het eerste kindje van deze ouders geboren is met een vsd of asd. SEO gaf geen bijzonderheden. GUO ook geen bijzonderheden. Uitkomst: een gezonde zoon geboren van 3500 gr. Inmiddels is het aantal mensen dat onterecht voor een SEO komt met een indicatie GUO wederom gedaald. We kunnen dus stellen dat er in dat opzicht beter gecounseld wordt. Het aantal is nog steeds niet 0 en we zullen de verwijzers hier dan ook iedere keer op attenderen. VERWEZEN VOOR GUO IVM INCOMPLETE SEO 5 casussen = 0,6% ( in 2010 0,8%) In 4 gevallen matige beeldvorming ivm maternale adipositas en 1 maal door ligging foetus. Casus 1: door ligging (zeer kromme ligging) bij SEO hartje moeilijk te beoordelen, twijfel . Bij GUO geen bijzonderheden kunnen zien. Uitkomst: gezonde zoon van 3660 gr. Casus 2: SEO bij een gemelli graviditeit (moeder adipeus) waarbij ten tijde van de SEO een behoorlijke discrepantie bestond mbt de biometrie. Dit beeld werd niet bevestigd met de GUO alleen werd opgemerkt dat er mogelijk sprake was van een monochoriale gemelli zwangerschap. Bij 32 weken zijn 2 gezonde jongens geboren van 2605 en 1960 gram. Casus 3,4 en 5 i.v.m. zeer slechte beeldvorming t.g.v. maternale adipostias verwezen. Bij alle 5 SEO’ verder geen bijzonderheden gezien. Allen een GUO met het zelfde beeld (matige beeldvorming en voor zover te beoordelen geen afwijkingen te zien).
29
In alle gevallen post partum geen bijzonderheden te melden over de pasgeborenen, behoudens een macrosoom kind van 4700 gr bij 40 wkn. Bij deze casus bij zowel SEO als GUO geen bijzonderheden bij de biometrie. AANTAL SONOMARKERS ZONDER VERWIJZING: 28 = 3,4% ( in 2010 0,3%) Aantal cardiale “WHITE SPOTS”: 14 casussen. Allen enkel de “white spot” te zien en geen bijkomende afwijkingen en of sonomarkers. In alle casus geen bijzonderheden post partum behoudens 1 baby met een groei op de P10. Aantal “CHOROÏDEUS CYSTE’S”: 14 Hiervan 1 casus met zeer uitgesproken choroïdeus cystes, de hele plexus choroïdeus aan beide zijden vol met cystes. Bij revisie bij 24 weken geen enkele cyste meer te zien en een gezonde zoon geboren. En een casus waarvan de baby post partum een zeer slechte start had ( apgar 1/7/8) en een reanimatie nodig was. Gelukkig met goed herstel.
Sonomarkers zonder verwijzing
1 = Totaal aantal 2 = Chor.cystes 3 = Wh.spots
1 3 28
2010 2011
2 3 14
3 0 14
Sonomarkers zonder verwijzing 30 20
2010
10
2011
0 1
2
3
30
REVISIES BINNEN HET ECHO CENTRUM 2 casus =0,2% ( in 2010 0,6%) Het totaal aantal revisies binnen het VEZ: 2. In beide gevallen was de ligging van de foetus het probleem. Bij beide geen bijzonderheden gevonden. En post partum geen bijzonderheden met pasgeborenen. Op het totale aantal SEO’s (820) is dit 0,2%. In 2010 was dit 0,6%. ADVIES HERHALING BIOMETRIE DOOR SEO ECHOSCOPIST :77 casussen= 9,4% ( in 2010 3,2%) Een flinke toename in vergelijking met 2010. De indicatie was ook verruimt doordat er in 2010 een toename leek te zijn van de ‘gemiste’ dysmature-‐ en of macrosome baby’s. Advies herhaling biometrie i.v.m. biometrie bij SEO P90). Er werd gedacht aan diabetes gravidarum maar dit is niet bevestigd. Verder bij de kinderen geen structurele afwijkingen bekend post partum. Advies herhaling biometrie ivm biometrie bij SEO>p84(1 of meerdere maatjes >p84): 42. Hiervan was er 5x sprake van: “milde” macrosomie >p90 4x, macrosomie >P95 8x ernstige macrosomie P97,7 totaal: 17 In 1 casus was er sprake van een intra uterine vruchtdood, kind zat met een geboortegewicht >P97,7. Geen oorzaak gevonden van de iuvd. In een andere casus was er bij de SEO een biometrie gevonden van >P97,7. Op het einde van de zwangerschap heeft mw. een HELLP syndroom ontwikkeld. Er is á terme een dochter geboren met een gewicht van 3060 gram. Er wordt echter niet vermeld hoe lang het kind is. Het gewicht, in verhouding tot de zwangerschapsduur, lijkt normaal. Maar is dit ook zo? Hoe was de lengte van dit kind, had het een dysmatuur aspect? Mogelijk, zonder het HELLP syndroom, had dit kind een veel zwaarder gewicht gehad……… Verder bij de kinderen geen structurele afwijkingen bekend post partum. Van 1 casus geen retourinformatie ontvangen i.v.m. een verhuizing. Niet ontdekte dysmature en of macrosome baby’s 2011: dysmatuur : P97,7 totaal 2
31
Biometrie 2011
1 2 3 4 5
=Advies = i.v.m p84 = daadw. p95
1 2011 77
3 42
2 35
4 5
5 12
Biometrie 100 80 60 40 20 0
2011
1
2
3
4
5
32
ADVIES HERHALING PLACENTA LOCALISATIE BIJ 32 WKN (33 casussen) Hiervan : 29x laagliggende placenta bij de SEO maar niet over het ostium. Bij herhalingsecho geen bijzonderheden. Hiervan 1 bijzondere casus met een flinke fluxus post partum van 3liter. 3x bij de SEO en placenta net over het ostium internum. Bij de herhalingsecho bij 32 wkn ook geen laag liggende placenta meer.
Advies herhaling placenta localisatie 2011 Advies 33
voorl.plac. 0
Placenta localisatie 40 30 20 10 0 Advies
voorl.plac.
Bij 3 SEO’s een bijplacenta gezien. Waarvan bij 1 casus de insertie van de navelstreng in het vlies zat tussen de beide placenta’s in. Hiervoor groei echo’s geadviseerd en een poliklinische partus. Een gezonde zoon geboren in prima conditie met een gewicht van 3100gr ( bij 41+2, multigravida=P10) Waarvan 1 casus met post partum een manuele placentaverwijdering op een placenta rest. Bij 6 SEO’s een marginale instertie van de navelstreng gezien, bij 3 SEO’s een velamenteuze instertie (waarvoor groei echo’s geadviseerd). Allen gaven post partum geen bijzonderheden. 33
VERGROTE PYELA >5MM EN <10MM 12 casus, allen revisie bij 32 weken. Waarvan: -‐in 8 casus waren bij 32 wkn geen vergrote pyela meer te zien -‐in 4 van de casus waren bij 32 wkn nog steeds iets vergrote pyela -‐in 3 gevallen ook post partum vergrote pyela waarvoor antibiotica profylaxe
Vergrote Pyela >5<10 mm TOTAAL Verdw.32wk 12 8
15
Aanw.pp 3
2011
Vergrote Pyela
10 5 0 TOTAAL
Verdw. 32wk
Aanw.pp
INDICATIE GUO MAAR GEKOZEN VOOR SEO: 8 casussen = 1% ( in 2010 ?) In alle casussen bespreekt de echoscopist nogmaals de indicatie voor de GUO en verifieerd of begrepen is wat het verschil is met een SEO. Indien men dan nog steeds een SEO wenst wordt de echo gedaan. Januari Casus 1: ivm verdikte nek bij combinatietest hadden mensen recht op GUO. Punctie gaf een bijzonderheden. Wensten een SEO ipv een GUO. Deze gaf geen bijzonderheden. Uitkomst: bij 40 wkn een gezonde zoon geboren van 4744 gr (=>P97,7) Casus 2: ivm diabetes met insuline medicatie hebben as ouders recht op een GUO maar wensen een SEO. Bij de SEO geen bijzonderheden te zien. Uitkomst: een gezonde dochter van 3495 gr. geboren. Februari Casus 3: moeder heeft zelf een vsd maar wenst geen GUO. Bij de SEO geen bijzonderheden te zien en uitleg gegeven dat een vsd niet uit te sluiten is. Uitkomst: en gezonde dochter van 3086 gr. geboren. April Casus 4: I.v.m. een VSD bij zus van mnr. is er een indicatie voor een GUO. A.s. ouders wensen een SEO. Bij de SEO geen bijzonderheden te zien. Opgemerkt dat een VSD ook niet altijd zichtbaar is. In september 2011 een gezonde zoon geboren van 3270gr. Juli Casus 5 (ook genoemd bij “verwijzing GUO ivm twijfel= casus 20): ivm ICSI zwangerschap komen deze mensen in aanmerking voor een GUO maar wensen een SEO. Bij de SEO wordt getwijfeld over het 3 vvieuw, aorta lijkt breder dan pulmonalis. De fac ligt boven de P90 maar hier wordt geen opmerking over gemaakt. Bij het GUO worden geen bijzonderheden gezien, biometrie is normaal. Uitkomst: een gezonde dochter van 4345 gr (=>P97,7)
34
Augustus Casus 6: i.v.m. meervoudige spina bifida in de familie, vorige zwangerschap trisomie 13 en nu bij de combinatietest een verhoogd risico is er een indicatie voor een GUO. A.s. ouders wensen een SEO. Bij de SEO geen bijzonderheden te zien Uitkomst: in januari 2012 een gezonde zoon van 3950 gr. geboren. September: Casus 7: mw. heeft maar 1 nier en een uterus anomalie. Wensen geen GUO. Bij de SEO geen bijzonderheden te zien. Uitkomst: een gezonde zoon van 2895 gr( primipara bij 37 weken=P50) met een hydrocèle. Daarnaast lijkt de linker arm slecht te functioneren. Wordt gevolgd door kinderarts. Oktober: Casus 8: mw. is zelf geboren met een coarctatio aortae. Wensten geen GUO maar een SEO. Bij de SEO is de aorta mooi te vervolgen en een mooie aortaboog te zien. Wel choroïdeus cystes te zien. Uitkomst: In maart 2012 een gezonde zoon geboren van 3385gr. ANDERE BIJZONDERHEDEN Februari: Casus 1: bij de SEO werd een bescheiden hoeveelheid vruchtwater gezien. Revisie bij 24 weken in de tweede-‐lijn gaf geen bijzonderheden. Uitkomst: in juni 2011 een gezonde baby geboren van 3165gr. September: Casus 2: bij de SEO maag nauwelijks te zien. Mw. onder zorg in de tweede lijn. In overleg herbeoordeling maag bij verwijzer. Vervolgens bij volgende echo mooie maagvulling te zien. Uitkomst: in februari 2012 een gezonde dochter geboren van3194 gr. November Casus 3: Bij de SEO geen bijzonderheden ontdekt. In april 2012 een dochter geboren van 4000 gr. Direct post partum opname couveuse afdeling i.v.m. irregulaire hartactie ventriculaire tachycardie. Verwezen naar het Radboudziekenhuis in Nijmegen en wordt nu gevolgd door de kindercardioloog. In totaal 3x bij de SEO een amnionstreng gezien waar de foetus geen last van leek te hebben. Post partum ook geen bijzonderheden bij de pasgeborene. In totaal 3 casussen duidelijk een myoom gezien. Waarbij in 2 gevallen de placenta pal over het myoom. Hierover geen bijzonderheden te vermelden.
35
AFWIJKINGEN NIET ONTDENKT OF NIET ZICHTBAAR TIJDENS DE SEO 8 casussen = 1% (2010 0,8%) Januari Casus 1: bij SEO geen bijzonderheden te zien. Uitkomst: baby geboren met een palatum schisis en cyste bij tong/keel, gew: 3910 gr. Terug kijkend naar SEO beelden waren er op dat moment ook geen bijzonderheden te zien. Daarnaast wordt bij de SEO niet expliciet naar het palatum gekeken en kan de cyste ook later in de zwangerschap zijn ontstaan. Februari Casus 2: bij SEO geen bijzonderheden te zien. Rond 30 weken wordt i.v.m. een consult in de tweede lijn een echo gemaakt en vergrote darmlissen te zien. Uitkomst: prematuur een dochter geboren met een darmatresie (gew: 2250 bij 34+wkn) Terug kijkend naar de echobeelden van de SEO waren er op dat moment geen echo-‐ afwijkingen van de darmen te zien. Het is ook bekend dat de meeste darmafwijkingen (indien deze al echoscopisch op te sporen zijn) pas later in de zwangerschap zichtbaar worden en niet ten tijde van de SEO. Casus 3: bij SEO alleen li een vergroot pyelum van 8 mm. Li.pyelum normaal. Verder geen bijzonderheden te zien. Bij revisie beoordeling pyela geen bijzonderheden te zien. Bij de liggingsecho rond 36 wkn in de eerste lijn wordt door dezelfde echoscopist als de SEO echoscopist een cyste gezien waarvoor verwijzing voor een GUO. Dit wordt bevestigd. Er is sprake van een meisje dus zeer waarschijnlijk een ovariumcyste. Deze was ten tijde van de SEO nog niet aanwezig. Uitkomst: een dochter geboren van 3434 gr met ovariumcyste en is hiermee verwezen naar kinderchirurg. April Casus 4: bij SEO geen bijzonderheden te zien. Uitkomst: een zoon geboren van 3500 gr. met mammae lymfoma. Deze waren echoscopisch niet op te sporen. Mei Casus 5: bij de SEO geen bijzonderheden te zien. Post partum blijkt er sprake te zijn van een placenta bilobata waarbij er vaatverbindingen zijn bij het tussen liggende vlies. Verder een gezonde baby geboren van 3145 gr. Juli Casus 6: bij SEO twijfel over aorta beloop (zie casus 18 bij verwijzing voor GUO ivm twijfel) GUO gaf geen bijzonderheden. Uitkomst: een dochter geboren met aan linker hand onderontwikkelde vingertjes. Bij het terug kijken van de SEO beelden zien we 2 mooie vuistjes en omdat het kindje de handjes niet opende is er geen oordeel gegeven over de vingertjes. Bij de GUO is hier verder ook niet naar gekeken en niets gezien. November Casus 7: bij SEO geen bijzonderheden te zien. Uitkomst: een zoon van 3840 gr. met een milde hypospadie. Ook deze afwijking met de SEO niet op te sporen. Casus 8: Bij SEO geen bijzonderheden te zien. Wel een opmerking over bescheiden biometrie. Uitkomst: een dysmature zoon (2305 gr bij 39+5=
36
HOOFDSTUK7
SLOTWOORD: doelstelling voor de komende jaren Met trots kunnen wij melden dat, zoals in alle voorgaande jaren vanaf 2006, er geen afwijkingen bij de foetus gemist zijn die bij de SEO opgespoord zouden kunnen worden. In acht nemende dat het protocol van de FMF (Fetal Medicine Foundation) over de verplichte beelden gehanteerd wordt. De doelstelling van het VEZ voor de komende jaren blijft natuurlijk het handhaven van deze kwaliteit van zorg die daarnaast als toegankelijk en betrokken ervaren wordt. Over de invulling van kwalitatief goede en professionele zorg in de komende jaren kunnen de meningen verdeeld zijn. Wij, als VEZ, vragen ons af of het niet zinvol zou zijn om iedere zwangere standaard bij 30 weken een groei-‐echo aan te bieden. Het advies om de biometrie te herhalen in het VEZ is flink toegenomen. Van 2,8% van de totaal aantal SEO’s in 2010 naar 9,4% in 2011. Dit komt door het aanscherpen van de indicatie: in 2011 wordt ook een discrepantie van hc/fac/femur ratio als indicatie genomen terwijl in 2010 alleen een totale biometrie van p90 genomen werd. Een ‘echte’ dysmatuur kenmerkt zich vaak in de discrepantie hoofd/fac, femur/fac ratio. Hoewel afwijkingen in de gehele biometrie natuurlijk ook een symptoom voor pathologie kunnen zijn. Als we de cijfers van 2011 bekijken voorspelt de biometrie bij de SEO meer dan 65% van het aantal groeiafwijkingen: totaal aantal groeiafwijkingen =26x=100% groei advies =17x=65,4% geen groei advies =9x = 34,6%
Groei afwijkingen 2011
2011 p95
15
Totaal 12 14
Adv.bijSeo 5 12
Adv.bijSeo 38,50% 85,70%
Groei afwijkingen 2011
10
>p95
0 Totaal
Adv.bijSeo
37
Als we gaan kijken naar de voorspelbaarheid van de dysmatuur naar aanleiding van enkel het groeiadvies is dit bij SEO 38,5%. Dit in tegenstelling tot palpatie waarbij 15% van de groei retardatie
38
maken echo’s tijdens een zwangerschap (vaker en meer uitgebreid volgens de visie van het VEZ). Echter is dit volgens het VEZ niet aan de zorgverzekeraar, maar aan de betrokken medici en hun beroeps groepen. Er is in 2011 in het VEZ een flinke toename geweest in “advies herhaling placenta lokalisatie”. Het beleid rondom het lokaliseren van een laag liggende placenta is daarom aangepast: indien bij de uitwendige echo bij de SEO de placenta laag lijkt te liggen wordt er een vaginale echo gemaakt om te meten hoever de placenta van het ostium internum vandaan ligt. Is de afstand <1,5 cm dan wordt er het advies gegeven bij 32 weken de vaginale echo te herhalen. Indien er vaginale echo wordt gemaakt bij de SEO wordt altijd de cervix gemeten. Dit is vrij eenvoudig te doen en een verkorte cervix (<1,5cm) heeft een exponentiële toename op een vroeggeboorte en zal vervolgd moeten worden. In Nederland is het helaas nog niet gebruikelijk om bij alle zwangeren bij de SEO de cervix te meten. Het totale aantal “vergrote pyela” in 2011 is sterk verminderd t.o.v. 2010. Voor zover bekend is er geen melding gedaan van urinewegproblematiek bij de pasgeborene bij de terugrapportage. Mogelijk in het jaar 2011 dus toevallig een minder aantal foetussen met een milde verwijding van het pyelum. Er is in 2011 ook een toename geweest in het aantal gevonden aangeboren afwijkingen bij de foetus. Ook het aantal sonomarkers (met of zonder indicatie voor een GUO) zijn behoorlijk toegenomen. Deze toename in afwijkingen, wel of niet klinisch relevant, is niet te wijten aan de mogelijk gemiste afwijkingen in voorgaande jaren omdat deze er niet waren. Het is opvallend dat de toename van het aantal gevonden aangeboren afwijkingen medio 2011 is geweest. Ook opvallend dat rond november 2011 dit aantal weer afneemt. De afwijkingen gevonden d.m.v. de combinatie test zijn opgespoord in de eerste maand van het jaar 2011.
Totaal gevonden echo-‐afwijkingen Tot.Seo's 2011 820 Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus September Oktober November December
Afw. 1 1 0 1 5 2 3 2 4 2 1 1
Sonom. 5 1 1 3 0 1 3 2 0 1 1 1
39
7 6 5 4 3 2 1 0
Tot.afw.
Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus Septembe Oktober November December
Aantal
Echo-‐afwijkingen van totaal 2011 Tot.sonomarker
2010 t.o.v. 2011 6 5
Tot.afw.2010
4
Tot.sonomaker 2010
3
Tot.afw.2011
2
Tot.sonomaker 2011
1 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12
Tot.afw.+sonom. /jaar 25 20 15
2010
10
2011
5 0 Tot.sonom.
Tot.afw.
40
Zou hier sprake kunnen zijn van een teratogeen effect? En is dit zichtbaar in het hoge aantal trisomieën in januari? Of is dit toeval? Hoe hoog zou het aantal miskramen in de maand januari, februari , maart…….geweest zijn? Hoe zit het met de landelijke cijfers gevonden afwijkingen bij de SEO’s en combinatietesten van de echocentra? En het aantal kinderen geboren met een aangeboren afwijking? In 2011 is het aantal ‘gemiste minor’ afwijkingen echter niet gestegen. En bij een mogelijk teratogeen effect zou je dat wel verwachten. Daarnaast is het aantal verzoeken voor een GUO i.v.m. twijfel over de SEO ook flink toegenomen. Dit is waarschijnlijk te verklaren door toegenomen onzekerheid van de echoscopist i.v.m. de toename in het gevonden aantal afwijkingen. Of zou er ook sprake kunnen zijn van een toenamen in minor afwijkingen die, ogenschijnlijk, geen klinische relevantie hebben (bijvoorbeeld een relatief brede aorta ter hoogte van het 3vvieuw)? En wat, als er sprake zou zijn van enig teratogeen effect, is dan het gevolg op onze gezondheid in het algemeen? Is er een toename van het aantal kanker gevallen of het aantal zeldzame ziektes (dit zou echter later in de tijd pas zichtbaar worden)? Worden deze gegevens überhaubt gecombineerd? Medio 2011, toen bleek dat er een toename was in het gevonden aantal afwijkingen, is er een melding gedaan aan het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milleu). Dit jaarrapport met de volledige cijfers zal ook nu weer naar het RIVM toegestuurd worden. Het VEZ zal zich, d.m.v. scholing en anticiperen op de toekomst, blijven inspannen zo goed mogelijke echo’s te maken zodat we uiteindelijk een steeds betere uitkomst krijgen voor de foetus, de zwangere, neonaat en uiteindelijk het hele gezin! Judith Snelder, Oktober 2012
41