Opleidingsplan Verzorgende IG 2 jarig, BBL Crebo nummer
: 95530
Kwalificatie Dossier
: 2012
Leerweg
: BBL
Sector
: Zorg en Welzijn
Cohort
: 2014
Inhoudsopgave 1.
Beeld van het beroep ............................................................ 3
2.
Het opleidingstraject ............................................................ 4
2.1 Beroepsgericht: kerntaken en werkprocessen ........................................... 5 2.2 Generieke onderdelen ........................................................................... 6 2.2.1 Nederlands. ................................ Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 2.2.2 Rekenen. .................................... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 2.2.3 Loopbaan en Burgerschap................................................................. 7 2.2.4 Moderne Vreemde Taal..................................................................... 7 2.3 Fases in de opleiding en BPV model......................................................... 7
3. Begeleiding ................................................................................ 9 3.1 Studie loopbaan begeleiding ................................................................... 9 3.2 Beoordeling .......................................................................................... 9 3.3 Keuzes maken .................................................................................... 10 Keuzemomenten in de opleiding ...................................................................... 10
4. Onderwijs ................................................................................ 10 4.1 Inleiding.......................................................................................... 10 1 leerjaar periode 1 Fase 1 ................... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 1e leerjaar periode 2 Fase 1 ................... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 1e leerjaar periode 3 Fase 1 ................... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 1e leerjaar periode 4 Fase 2 ................... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 2e leerjaar periode 1 Fase 2 ................... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 2e leerjaar periode 2 Fase 2 ................... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 2e leerjaar periode 3 Fase 3 .................... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 2e leerjaar periode 4 Fase 3 .................... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 4.2 Voortgangsbeoordeling ..................................................................... 11 5. Examens ........................................................................................... 12 5.1 Inleiding ............................................................................................ 12 5.2 Examenplan ....................................................................................... 12 5.2.1 Beroepsgerichte exameneenheden................................................... 12 Inhoudelijke criteria voor het inleveren van een bewijsmap per exameneenheid .............................................................................................................. 24 5.2.2 Moderne Vreemde taal ................................................................... 25 5.2.3 Beroepspraktijkvorming (BPV) ........................................................ 25 5.3 Aantal malen per jaar waarop je examen kunt afleggen ........................... 25 5.4 Diploma eisen .................................................................................... 25 Wanneer kom je in aanmerking voor een diploma? ................................................ 26 e
6.
Overige informatie.............................................................. 27 2
1. Beeld van het beroep Je verleent zorg en ondersteuning aan zorgvragers en begeleidt hen bij huishouden, wonen en welzijn. Met jouw algemene opleiding kun je aan de slag in allerlei beroepspraktijken en zorgsituaties. Dat kan bijvoorbeeld zijn in een verpleeg- of verzorgingshuis, een ziekenhuis, een instelling voor psychiatrie of verslavingszorg, woonvormen voor gehandicapten of bij de zorgvrager(s) thuis. Je werkt voor allerlei typen zorgvragers met verschillende achtergronden: oudere zorgvragers, chronisch zieken, revaliderende zorgvragers, zorgvragers met een handicap, volwassenen in klinische zorgomgevingen, zorgvragers met psychiatrische problematiek, barenden, kraamvrouwen en pasgeborenen. Ook werk je vaak samen met de mantelzorgers. Dat zijn de naasten van de zorgvrager, zoals een ouder, partner, kind of vriend. Je richt je voornamelijk op de individuele zorgvrager in zijn directe omgeving. Daarnaast richt je je op groepen zorgvragers, bijvoorbeeld in een kleinschalige woonomgeving.
Jouw werk Je zorgt voor het welbevinden van de zorgvrager op het gebied van gezondheid, wonen en welzijn. Je inventariseert en je schrijft zelfstandig een zorgplan. Je ondersteunt de zorgvrager bij wonen en huishouden. Dat wil zeggen dat je helpt bij het schoonmaken en je zorgt voor een prettige woon- of leefomgeving. Je assisteert bij persoonlijke basiszorg: je helpt bij het wassen, bij de opname van voeding en vocht, etc. Je begeleidt bij emotionele problemen en helpt de zorgvrager te functioneren in de maatschappij. Je leert hem bijvoorbeeld hoe hij met de trein kan reizen. Je geeft voorlichting en advies over gezondheid en hygiëne en je leert de zorgvrager hoe hij hulpmiddelen kan gebruiken. Je voert verpleegtechnische handelingen uit, zoals het verzorgen van een katheter of het geven van een injectie, en je stemt de zorg af met collega’s en andere zorgverleners. Je werkt zelfstandig. Je hebt regelmatig te maken met zorgvragers met meerdere problemen. Meestal gaat het om langdurige gezondheidsproblemen of om psychosociale problemen, zoals verwardheid. De zorg die je verleent kan per zorgvrager verschillen en per dag wisselen van inhoud. Je stemt de zorg af met andere disciplines, zoals helpende zorg & welzijn, mboverpleegkundigen of sociaal agogisch werkers. Als werknemer in een zorginstelling voer je activiteiten uit volgens de visie en de richtlijnen van de instelling. Naast het verlenen van zorg en ondersteuning lever je een bijdrage aan de professionalisering van het beroep en aan de verbetering van de kwaliteit van de zorgverlening.
3
Dit kan je doen door bijvoorbeeld met collega’s en je leidinggevende over je werk te praten en door deel te nemen aan deskundigheidsbevordering.
Jouw sector Je bent opgeleid om in alle branches van de verpleging en verzorging te kunnen werken. Daarnaast heb je gekozen om je extra te bekwamen in één van de volgende branches: Verpleeg- en verzorgingshuiszorg en thuiszorg, Gehandicaptenzorg, de Geestelijke gezondheidszorg of de Kraamzorg. De afgestudeerde Verzorgende krijgt het diploma ‘Verzorgende’; daarop wordt ook vermeld de opleidingstitel ‘Individuele Gezondheidszorg’(IG).
2. Het opleidingstraject Landelijk is vastgesteld welke onderwerpen aan de orde moeten komen in een Mboopleiding. Dit zijn beroepsgerichte onderwerpen en algemene onderdelen. De beroepsgerichte onderdelen zijn beschreven in het “kwalificatiedossier’’ dat door de Minister wordt vastgesteld. Het zijn de kerntaken en werkprocessen die je in je toekomstige beroep moet uitvoeren. De algemene, of generieke onderdelen bestaan uit Nederlands, Rekenen en Loopbaan en Burgerschap. Elke beroepsopleiding kent verschillende taalvaardigheids eisen en rekenvaardigheideisen waar je wettelijk aan moet voldoen. Voor sommige opleidingen is ook een vreemde taal verplicht. In het onderdeel Loopbaan en Burgerschap gaat het om je persoonlijke ontwikkeling en loopbaan en over het burger zijn in Nederland en Europa. Dat betekent kennis en deelname aan politiek, werknemer zijn en een gezonde levensstijl hebben: een politiekjuridische, economische, en sociaal-maatschappelijke dimensie en vitaal burgerschap. Het onderdeel Loopbaan gaat over je mogelijkheden en je toekomst. Dat kan zowel zijn in een beroep als in een vervolgstudie. Hieronder is uitgewerkt welke onderdelen voor jouw opleiding zijn vastgesteld. Deze onderdelen zul je straks tegen komen in het onderwijs, de beroepspraktijkvorming en in de examens.
4
2.1 Beroepsgericht: kerntaken en werkprocessen Legenda: B1: Verpleeg- en Verzorgingshuizen en Thuiszorg (VVT) B2: Gehandicaptenzorg (GHZ) B3: Geestelijke gezondheidszorg (GGZ) B4: Kraamzorg (KZ)
Kerntaak
Werkproces
Kwalificatie B1 B2 VVT GHZ
B3 GGZ
B4 KZ
1.1 1.2
Stelt (mede) het zorgplan op Biedt persoonlijke verzorging en observeert gezondheid en welbevinden Voert verpleegtechnische handelingen uit Voert partusassistentie uit Begeleidt een zorgvrager Begeleidt een groep zorgvragers Ondersteunt bij huishouden en wonen Geeft voorlichting, advies en instructie Hanteert crisissituaties en onvoorziene situaties Stemt de zorgverlening af Evalueert de zorgverlening
X X
X X
X X
X X
X
X
X
X X X X X
X X X X X
X x X X X
X X X
X X
X X
X X
X X
Werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep Werkt aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg Geeft werkbegeleiding
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
Kerntaak1; Bieden van zorg en ondersteuning op basis van het zorgdossier
1.3 1.4 1.5 1.6 1.7 1.8 1.9 1.10 1.11
X X X
Kerntaak 2; Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken 2.1 2.2 2.3
5
2.2 Generieke onderdelen De generieke onderdelen zijn Nederlands, Rekenen, Loopbaan en Burgerschap en voor sommige opleidingen Moderne Vreemde Talen. Hieronder kun je zien aan welke niveaus voor taal en rekenen je moet voldoen. Ook zie je of je voor een bepaald onderdeel een centraal ontwikkeld examen krijgt. De eisen zijn voor Engels, Spaans en Duits beschreven in de niveaus van het Europees Referentiekader, voor Nederlands en Rekenen staan de eisen beschreven in het Referentiekader Taal en Rekenen. 2.2.1 Nederlands Tijdens je opleiding werk je aan leerdoelen die je nodig hebt om later goed je beroep te kunnen uitoefenen. Dat geldt ook voor talen. Als je leert, heb je de Nederlandse taal nodig. Ook is Nederlands van belang om mee te doen in de samenleving en om je te blijven ontwikkelen als werknemer. Hoe leer je een taal? Vooral door de taal te gebruiken! Je leert hoe je jouw beroep gaat uitoefenen en hoe belangrijk taal daarbij is. Dat betekent dat we met taal aan de slag gaan. Tijdens lessen, op de werkvloer maar ook thuis. Wat moet je allemaal weten van een taal? Daar kunnen we kort iets over zeggen. Elke beroepsopleiding kent verschillende taalvaardigheid eisen waar je aan moet voldoen. Het betreft de volgende vaardigheden: -mondelinge taalvaardigheid -leesvaardigheid -schrijfvaardigheid -taalverzorging -taalbeschouwing De eisen voor Nederlands zijn: alle vaardigheden op 2 F 2.2.2 Rekenen Rekenen heb je nodig om bijvoorbeeld een begroting van een feest te maken, of misschien moet je materialen bestellen en uit kunnen rekenen waar je deze het meest goedkoop kunt bestellen. Elke beroepsopleiding kent verschillende rekenvaardigheideisen waar je aan moet voldoen. Het betreft de volgen de domeinen: -getallen -verhoudingen -meten en meetkunde -verbanden De eisen voor rekenen zijn: alle vaardigheden op 2 F
6
2.2.3 Loopbaan en Burgerschap Bij het vak Burgerschap gaat het om je persoonlijke ontwikkeling bijvoorbeeld over het burger zijn in Nederland en Europa, kennis van - en deelname aan politiek, een werknemer zijn en een gezonde levensstijl hebben. Hoe werk je aan Burgerschap? Samen met je docent vul je een portfolio Burgerschap. Je werkt aan verschillende onderwerpen die uit Het Brondocument komen. Deze onderwerpen heten Dimensies. Loopbaan en Burgerschap
:
Burgerschap De politiek-juridische dimensie De economische dimensie De sociaal maatschappelijke dimensie De dimensie vitaal burgerschap Loopbaan 2.2.4 Moderne Vreemde Taal. N.v.t.
2.3 Fases in de opleiding en BPV model Drenthe College verdeelt elk schooljaar in vier onderwijsperiodes van negen weken. Aan het eind van een periode krijg je een beoordeling over je vorderingen( zie hoofdstuk 4). In de volgende periode krijg je een nieuwe rooster en zul je misschien ook andere vakken krijgen. BPV staat voor Beroeps Praktijk Vorming. Wat je tijdens een BPV periode precies moet doen staat in een BPV-wijzer. Dit krijg je als je aan je BPV begint.
7
Opleiding Verzorgende IG, BOL, 2 jarig traject
OPLEIDING VERZORGENDE IG BBL 2 jarig cohort 2014 Onderdeel; titel rooster + onderdeel van
1.1
1.2
1.3
1.4
LOB/SLB; LB
2
2
1
1
Begeleiden bij beroepsprestaties; bp, kt 1+ 2
1
0
0
0
Burgerschap; LB
1
0
0
0
Persoonlijke basiszorg college; bz.hc, kt 1
2
1
0
Persoonljike basiszorg vaardigheden; bz.va, kt 1
3
1
0
Anatomie/pathologie; anat, kt 1
2
2
2
0
Begeleiden van zorgvragers; beg. Kt 1
2
1
1
1
Huishouden en wonen; hh.wo, kt 1
2
0
0
0
Zorgplan vaststellen; pl.zo, Kt 1
2
1
1
0
Voorlichting; voorl. Kt 1
0
0
2
0
2.1
2.3
2.4
1
2.2 1
2
2
0
0
0
10
GGZ; vzGGZ, kt 1
1
1
1
0
GHZ; vzGHZ, kt 1
0
0
2
2
2 0
0 1
0 1
0 0
0
0
1
5
1
1
1
0
FASE 1
FASE 2
VVT deel 1; vzVVT. Kt 1 VVT deel 2 ; vzVVT, kt 1
0
0
1
1
Kraam; vzkraam, kt 1 Fase 3 Kwaliteitszorg; kwal, kt 2 Verpleegtechnische vaardigheden Verpleegtechnische vaardigheden college; vpv.hc, kt 1
1
1
1
0
0
Verpleegtechnische vaardigheden vaardigheidslessen; vpv.va, kt 1
2
2
2
0
0
Verpleegkundig rekenen; vpre, kt 1
2
0
1
0
0
Juridische aspecten; jur, kt 1+2
0
ONDERSTEUNENDE VAKKEN Nederlands; ne
1
1
1
1
1
1
1
0
Rekenen; re
1
1
1
1
1
1
1
0
19
10
10
10
10
10
10
19
BPV BPV minimaal 16 uur per week
160 160 160 160 160
160 160 160
331 250 250 250 250
250 250 223
69 150 150 150 150
150 150 177
400 400 400 400 400
400 400 400
Gesprekken Totaal lessen en BPV
Zelfstudie/huiswerk TOTAAL SBU
8
3. Begeleiding 3.1 Studie loopbaan begeleiding/Loopbaan oriëntatie en begeleiding Elke student heeft gedurende de gehele schoolloopbaan een studieloopbaanbegeleider/loopbaan begeleider, hierna SLB-er en LOB-er genoemd. Daarmee worden alle onderwerpen besproken die van belang zijn voor het opleidingstraject onder andere; het maken van een bewijsmap, studievoortgang en BPV. Wanneer er in de privé situatie van een student omstandigheden zijn die de studie beïnvloeden wordt dat ook in eerste instantie met de slb-er/lob-er besproken. Daarnaast kan de slb-er/lob-er ook de begeleider zijn vanuit school voor de BPV. De slb/lob vindt plaats in een slb-groep en in individuele gesprekken. Een slb-groep bestaat uit ongeveer 12 studenten en wordt begeleid door een slb-er/lob-er.
Signaleren Het begeleiden van problemen begint met het signaleren dat er problemen zijn. Bij dat signaleren zijn docenten en studieloopbaanbegeleider erg belangrijk, ze zijn er doorgaans ook heel bedreven in. In de meeste gevallen is deze begeleiding voldoende, maar het is mogelijk dat je extra of andere begeleiding nodig hebt. Dat kan zijn omdat je binnen de opleiding tegen “grotere” problemen aanloopt, je wilt veranderen van opleiding of omdat er in je persoonlijk leven dingen gebeuren waardoor studeren lastig gaat. Je kunt dan terecht bij een studentenadviseur van SLS (Studie Loopbaan Service). Met de studentenadviseur kun je spreken over bijvoorbeeld je voortgang en welbevinden op school.
3.2 Beoordeling Examinering: Je wilt graag een diploma halen. Dit doe je door gedurende je opleiding te bewijzen dat je beroepsbekwaam bent. Indien alle exameneenheden voldoende bewezen zijn, ontvang je jouw diploma. (zie de examenmatrijzen). Gedurende de opleiding werk je in verschillende fasen met daaraan gekoppelde beroepsprestaties. Een fase sluit je af door je bewijsmap aan te bieden aan de examencommissie. Voortgangsbeoordeling: Na elke periode van negen weken wordt beoordeeld welke voortgang je geboekt hebt op de verschillende onderdelen. We noemen dit de voortgangsbeoordeling. Op grond van deze beoordelingen wordt bepaald of je ‘nog op schema ligt’ met de opleiding, of dat je misschien ergens extra aandacht aan moet besteden. De voortgangsbeoordeling heeft dus invloed op het vervolg van je studie. Indien het proces op een gegeven moment stagneert, kan de slb-er besluiten om een functioneringsgesprek te plannen of je kan zelf aangeven een functioneringsgesprek te willen hebben. Van dit gesprek wordt een verslag gemaakt waarin in ieder beschreven staat hoeveel tijd je nog krijgt om groei te laten zien en wanneer er een beoordelingsgesprek zal plaatsvinden, waarvan het eindoordeel bindend is voor het vervolg van je opleiding. De voortgangsbeoordelingen kun je vinden onder het kopje “Onderwijs”. De examens hebben een eigen hoofdstuk. 9
3.3 Keuzes maken Keuzemomenten in de opleiding Afhankelijk van de instelling waar je werkt wordt gekozen voor een brancheverbijzondering. De instelling bepaald de brancheverbijzondering. Gekozen kan worden uit:
Brancheverbijzondering Brancheverbijzondering Brancheverbijzondering Brancheverbijzondering
Verpleeg- en Verzorgingshuizen en Thuiszorg Gehandicaptenzorg Geestelijk Gezondheidszorg Kraamzorg
4. Onderwijs 4.1 Inleiding In het onderstaande schema op pagina9 zie je welke vakken voor de verschillende onderwijsperiodes gepland zijn. Kleine wijzigingen in dit schema zijn mogelijk gedurende de opleiding. Er kunnen kleine verschillen zijn per locatie ten aanzien van het aantal lesuren per vak. Dit kan onder andere te maken hebben met de beschikbare BPV uren. De genoemde vakken en uren worden uitgewerkt in een lesstofoverzicht van het betreffende vak. Dit lesstofoverzicht ontvang je aan het begin van elke periode. Per periode heb je een aantal lesuren en daarnaast moet je tijd besteden aan je huiswerk. Je studiebelastinguren per periode is minimaal 400 uur, per jaar moet je rekening houden met 1600 uur. Het kan zijn dat je aan bepaalde voorwaarden moet voldoen om naar een volgende periode te gaan of aan een volgende onderdeel van de studie te mogen beginnen. Dit noemen we een ‘bevorderingscriterium’. Als dat het geval is staat dat onder het schema van de opleiding
10
4.2 Voortgangsbeoordeling Na elke periode vindt er een procesbeoordeling plaats en word je beoordeeld op je leerhouding, het werken aan de opdrachten(behorende bij de lessen) en je aanwezigheid op school. Je bent 100% aanwezig bij alle activiteiten in of buiten school (zie “verzuimreglement in de studiegids van het Drenthe College). Voortgang leerproces en persoonlijke ontwikkeling Je wilt graag een diploma halen. Dit doe je door gedurende je opleiding te bewijzen dat je beroepsbekwaam bent. Indien alle exameneenheden voldoende bewezen zijn, ontvang je je diploma. Voordat je je diploma ontvangt heb je een heel leerproces doorlopen. Tijdens het doorlopen van je leerproces word je begeleid door een studieloopbaanbegeleider. Hij/zij begeleid je bij de realisatie van je persoonlijk leer- en ontwikkelingsplan. De slb-er zal je stimuleren bij de uitbreiding, ontwikkeling en verdieping van de competenties waardoor je uiteindelijk aan de gestelde eisen van het beroep verpleegkundige kunt voldoen en als beginnend beroepsbeoefenaar aan het werk kan. Je gaat voor het eindresultaat, maar de route naar dit eindresultaat is ook van groot belang. Tijdens deze route komen er momenten waarop de stand van zaken tot dan toe opgemaakt moet worden. Dit noemen we IJKPUNTEN. Hieronder volgt een overzicht van de ijkpunten gedurende je opleiding. Gedurende de opleiding werk je in verschillende fasen met daaraan gekoppelde beroepsprestaties. Een fase sluit je af door je bewijsmap aan te bieden aan de examencommissie. Indien het proces op een gegeven moment stagneert, kan de SLB-er besluiten om een functioneringsgesprek te plannen of je kan zelf aangeven een functioneringsgesprek te willen hebben. Van dit gesprek wordt een verslag gemaakt waarin in ieder beschreven staat hoeveel tijd je nog krijgt om groei te laten zien en wanneer er een beoordelingsgesprek zal plaatsvinden, waarvan het eindoordeel bindend is voor het vervolg van je opleiding. Bevorderingscriteria naar het 2e leerjaar Verzorgende IG indien aan de volgende eisen voldaan is: Alle tentamens uit Fase 1 zijn op niveau behaald De volgende beroepsprestaties zijn in de praktijk met een voldoende beoordeeld: o Begeleiden bij het uitvoeren van huishouden en wonen o Ondersteunen bij basisbehoeften o Verzamelen van gegevens o Planmatig zorg verlenen 1 o Minimaal één beroepsprestatie uit Fase 2. Deze kiest de student zelf.
5. Examens 5.1 Inleiding Vanaf leerjaar 1, periode 2 beginnen de examens van de opleiding. Welke examens je voor je opleiding moet doen kun je in dit hoofdstuk vinden. Je slb-er bespreekt met jou je vorderingen. Welke examens je moet doen staat in het examenplan.
5.2 Examenplan Het examen is onderverdeeld in de onderstaande exameneenheden. Ook vind je hierbij aangegeven op welke manier je dit examen moet afleggen: mondeling of schriftelijk tentamen. Je levert voor de volgende exameneenheden een bewijsmap in.:
Fase 1 Fase 2 Fase 3 Verpleegtechnische Vaardigheden Loopbaan en Burgerschap
Voor de volgende onderdelen wordt een eindcijfer aangeleverd door de vakdocent:
Nederlands Rekenen
5.2.1 Beroepsgerichte exameneenheden
12
Crebo 95530 BBL Opleiding Cohort 2014 Verzorgende IG 2-jarig traject Naam Titel examenonderdeel Vorm exameneenheid
Kerntaak
Werkprocessen
Bewijzen voor bewijsmap
Waarde per examenonderdeel
Normering
Tentamens; Fase 1 VZ-IG Anatomie/pathologie 1.1 + 1.2 Fase 1 VZ-IG Persoonlijke basiszorg 1.1 + 1.2
Fase 1
Tentamen
1
Cijferlijst
1x
O/V/G
Tentamen
1
Cijferlijst
1x
O/V/G
Fase 1 VZ-IG Anatomie/pathologie 1.3+1.4
Tentamen
1
Cijferlijst
1x
O/V/G
Fase 1 VZ-IG Begeleiden van zorgvragers 1.1 t/m 1.4
Tentamen
1
Cijferlijst
1x
O/V/G
Fase 1 VZ-IG Zorgplannen 1.1 t/m 1.4
Tentamen
1
Cijferlijst
1x
O/V/G
1x
O/V/G
1x
O/V/G
1x
O/V/G
1x
O/V/G
Beroepsprestaties;
Begeleiden bij het uitvoeren van huishouden en wonen
Verzamelen van gegevens
Planmatig zorgverlenen 1
Ondersteunen bij basisbehoeften
Beroepsprestatie in de BPV Beroepsprestatie in de BPV Beroepsprestatie in de BPV Beroepsprestatie in de BPV
1
1
1
1
Beoordelingsformulier Beroepsprestatie Beoordelingsformulier Beroepsprestatie Beoordelingsformulier Beroepsprestatie Beoordelingsformulier Beroepsprestatie
13
Tentamens;
Fase 2 FASE 3
Fase 2 VZ-IG GGZ
Tentamen
1
Cijferlijst
1x
O/V/G
Fase 2 VZ-IG GHZ
Tentamen
1
Cijferlijst
1x
O/V/G
Fase 2 VZ-IG VVT 1
Tentamen
1
Cijferlijst
1x
O/V/G
Fase 2 VZ-IG VVT 2
Tentamen
1
Cijferlijst
1x
O/V/G
Fase 2 VZ-IG Kraam
Tentamen
1
Cijferlijst
1x
O/V/G
1x
O/V/G
1x
O/V/G
1x
O/V/G
1x
O/V/G
1x
O/V/G
1x
O/V/G
Beroepsprestaties;
Planmatig zorgverlenen 2
Beroepsprestatie in de BPV
1
Begeleiden van een woongroep
Beroepsprestatie in de BPV
1
Omgaan met grensoverschrijdend gedrag
Beroepsprestatie in de BPV
1
Begeleiden bij verandering, pijn en verliesverwerking
Beroepsprestatie in de BPV
1
Beroepsprestatie in de BPV
1
Beoordelingsformulier Beroepsprestatie Beoordelingsformulier Beroepsprestatie Beoordelingsformulier Beroepsprestatie Beoordelingsformulier Beroepsprestatie
Beroepsprestaties;
Verdiepen in één branche
2
Beoordelingsformulier Beroepsprestatie
14
Beroepsprestatie in de BPV Profesionaliseren
2 Beroepsprestatie in de BPV
Participeren in kwaliteit van zorg Verantwoordingsverslag
1
1 2
Beroepsprestatie in de BPV
1 2
Assessmentgesprek
Beroepsprestatie in de BPV
1 2
Beoordelingsformulier Beroepsprestatie
1x
O/V/G
1x
O/V/G
Beoordelingsformulier Beroepsprestatie
1x
O/V/G
1x
O/V/G
1x
O/V/G
Beoordelingsformulier Beroepsprestatie
1x
O/V/G
Beoordelingsformulier Beroepsprestatie
1x
O/V/G
1x
O/V/G
Tentamens;
Verpleegtechnische vaardigheden
VZ-IG verpleegkundig rekenen 2 (85%)
Tentamen
1
Cijferlijst
1x
O/V/G
VZ-IG Verpleegtechnische vaardigheden A (65%) Beroepsprestaties;
Tentamen
1
Cijferlijst
1x
O/V/G
Uitvoeren van verpleegtechnische vaardigheden
Beroepsprestatie in de BPV
1
Beoordelingsformulier Beroepsprestatie
1x
O/V/G
Cesuur: * Als 1 onderdeel van een exameneenheid met een onvoldoende is aangetoond geldt de gehele exameneenheid als onvoldoende. Alle onderdelen van de exameneenheid moeten minimaal met een voldoende zijn aangetoond. * Als > 60% van de normeringen van de exameneenheden behorende bij een kerntaak met een goed is aangetoond is de eindwaardering van de kerntaak : goed. In alle andere gevallen is het: voldoende.
15
Cesuur Tentamen: Opleiding VZ-IG; < 65% = onvoldoende, 65% - 79% = voldoende 80% - 100 % = goed Verpleegkundig rekenen 1; < 70% = onvoldoende, 70% - 84% = voldoende, 85% - 100% = goed Verpleegkundig rekenen 2; <85% = onvoldoende, 85% - 89% = voldoende, 90%-100% = goed
16
Cesuur Beroepsprestaties: * Voor elke beroepsprestatie geldt 1 eindwaardering, waarbij de beoordeling van de beroepsprestatie 1 x weegt. * Als > 60% van de van criteria van een beroepsprestatie met goed is aangetoond, is de eindwaardering voor de beroepsprestatie : goed. Aantal te beoordelen items in een beroepspestatie
Aantal te behalen items die met een goed worden beoordeeld om het totaal van de beroepsprestatie met een goed te beoordelen
1. 1 item met goed beoordeeld 2. 2 items met goed beoordeeld 3. 2 items met goed beoordeeld 4. 3 items met goed beoordeeld 5. 3 items met goed beoordeeld 6. 4 items met goed beoordeeld 7. 4 items met goed beoordeeld 8. 5 items met goed beoordeeld 9. 5 items met goed beoordeeld 10. 6 items met goed beoordeeld 11. 7 items met goed beoordeeld 12. 7 items met goed beoordeeld 13. 8 items met goed beoordeeld 14. 9 items met goed beoordeeld 15. 9 items met goed beoordeeld 16. 10 items met goed beoordeeld 17. 10 items met goed beoordeeld 18. 11 items met goed beoordeeld 19. 11 items met goed beoordeeld 20. 12 items met goed beoordeeld 21 12 items met goed beoordeeld 22 13 items met goed beoordeeld 23 13 items met goed beoordeeld 24 14 items met goed beoordeeld 25 15 items met goed beoordeeld 26 16 items met goed beoordeeld 27 16 items met goed beoordeeld 28 17 items met goed beoordeeld 29 17 items met goed beoordeeld 30 18 items met goed beoordeeld 31 19 items met goed beoordeeld 32 19 items met goed beoordeeld 33 20 items met goed beoordeeld 34 20 items met goed beoordeeld 35 21 items met goed beoordeeld Overzicht cesuur Kerntaak en Beroepsprestaties, voldoende, goed. Vastgesteld februari 2013 in de examencommissie Zorg en Welzijn.
17
Cesuur per kerntaak behorende bij opleiding Verzorgende IG niveau 3 Kerntaak 1
Totaal score van de exameneenheid: Totaal aantal items = 27 Cesuur ≥ 16 is goed
Kerntaak 2
Totaal score van de exameneenheid: Totaal aantal items = 5 Cesuur ≥ 3 is goed
18
Nederlands en Rekenen Niveau 3 Nederlands Naam exameneenheid
Vorm
Vaardigheid
Beheersingsniveau
1. Mondelinge taalvaardigheid: gesprekken
Mondeling tentamen
gesprekken voeren
2F
2. Mondelinge taalvaardigheid: Spreken
Mondeling tentamen
Spreekvaardigheid: spreken
2F
3. Schrijven
Schriftelijk Tentamen
Schrijfvaardigheid
2F
Centraal Examen
Luisteren
2F
Leesvaardigheid
2F
4. Mondelinge taalvaardigheid: Luisteren 5. Lezen:
Begrippenlijst en taalverzorging NL
Rekenen Naam exameneenheid
1. Getallen
2. Verhoudingen
Vorm
Centraal Examen pilot in 2015-2016 Centraal Examen in 20162017
Afname periode
Vaardigheid
Beheersings niveau
Notatie, taal en betekenis
2F
Verbanden leggen en gebruiken Notatie, taal en betekenis
2F
Verbanden leggen en gebruiken 3. Meten en meetkunde
Notatie, taal en betekenis
2F
Verbanden leggen en gebruiken 4. Verbanden
Notatie, taal en betekenis
2F
Verbanden leggen en gebruiken
20
Loopbaan en Burgerschap
Naam exameneenheid
Vorm
Loopbaan en burgerschap
BM
Afname periode Leerjaar 1 en 2
Kerntaak Werkprocessen
1.Burgerschap 2. Loopbaan 1.1 De politiek-juridische dimensie 1.2 De economische dimensie 1.3 De sociaal maatschappelijke dimensie 1.4 De dimensie vitaal burgerschap
Bewijzen voor bewijsmap Beoordelingsformulieren behorend bij het document Loopbaanen Burgerschapscompetenties Stichting Consortium Beroepsonderwijs: 1. Het ontwikkelen van je beroepsbeeld 2. Het ontwikkelen van je opleidingsbeeld 3. Je professionele ontwikkeling 4. Politiek is meer dan stemmen alleen 5. Jouw mening, mijn mening 6. Gedraag ik mij als werknemer 7. Werknemersrechten zijn er ook voor mij 8. Ben ik een kritische consument 9. Cultuur geeft kleur 10. Cultuur is niet duur 11. Mij ’n zorg 12. Nu mijn gezondheid
21
Opleidin g
Diplomering
Leergebieden
MBO 2 en 3
In
Nederlands en rekenen
Cohort 2014
Kwalifi catieeisen 2F
Schooljaar 2015 2016
Examinering
Slaag- zakbeslissing
Centraal examen Nederlands
Het eindcijfer voor Nederlands mag niet lager dan een 5 zijn.
Centrale examens op niveau 2F voor lezen en luisteren. Instellingsexamens 2F voor de overige (sub)domeinen van Nederlands (schrijven (inclusief taalverzorging), gesprekken voeren, spreken) Centrale examens (pilot) rekenen worden ingezet als instellingsexamen (alle domeinen).
Het eindcijfer voor rekenen heeft geen invloed op de slaag/zakbeslissing. Voor Nederlands wordt het cijfer van het centrale examen (= één cijfer met één decimaal) en het cijfer van het instellingsexamen (= één cijfer met één decimaal) gemiddeld tot één heel eindcijfer (van 1 – 10). Dit is het eindcijfer voor het onderdeel Nederlands. De behaalde resultaten Nederlands en rekenen worden vermeld op de resultatenlijst bij het diploma.
in 2016 2017
Nederlands en rekenen
2F
Centrale examens op niveau 2F voor lezen en luisteren. Instellingsexamens 2F voor de overige (sub)domeinen van Nederlands (schrijven (inclusief taalverzorging), gesprekken voeren, spreken)
Eindcijfer Nederlands / rekenen mag niet lager zijn dan een 5 en een 6, in willekeurige volgorde. De eindcijfers kunnen niet worden gecompenseerd.
Alle exameneenheden moeten met een voldoende zijn afgesloten.
22
Tentamen. Het tentamen behorende bij een exameneenheid wordt digitaal afgenomen. De procedure beschreven van aanvraag tot afname kun je vinden bij overige informatie. Procedure aanvraag extra herkansing . Voor een tentamen geldt dat je recht hebt op 1 herkansing. Indien je denkt in aanmerking te komen voor een extra herkansing kan je hiervoor een verzoek indienen bij de opleidingsmanager. De procedure is als volgt: -
-
De student dient, per mail, een schriftelijk verzoek in voor een extra herkansing bij de opleidingsmanager, uiteraard voorzien van de reden waarom er een extra herkansing nodig zou zijn. De opleidingsmanager brengt dit verzoek, voorzien van zijn of haar advies, in de examencommissie. De uitspraak van de examencommissie wordt schriftelijk aan de student meegedeeld. De uitspraak (kopie van de brief) wordt gearchiveerd door het secretariaat van de examencommissie.
Tentamenplanning Je ontvangt bij de start van de opleiding een planning voor je tentamens
23
Inhoudelijke criteria voor het inleveren van een bewijsmap per exameneenheid Voor de volgende exameneenheden lever je een bewijsmap in: 1. 2. 3. 4. 5.
Fase 1 Fase 2 Fase 3 Verpleegtechnische vaardigheden Loopbaan en Burgerschap
Je bewijsmap moet minimaal voldoen aan de eisen die geformuleerd staan in het algemene deel van het examenreglement.. Dat betekent onder andere dat je voor een bewijsmap alle werkprocessen twee keer moet laten beoordelen onder examencondities. Uitzondering op deze regel zijn: -
Burgerschap: de werkprocessen van burgerschap moeten minimaal één keer beoordeeld worden onder examencondities. Talen: elke taalvaardigheid moet minimaal één keer beoordeeld worden onder examencondities.
Inleveren van bewijsmappen Elke exameneenheid sluit je af met het inleveren van je bewijsmap. Maak van de bewijsmap één exemplaar voor de opleiding en één voor jezelf. Dus 2x! De bewijsmap die je inlevert blijft in het bezit van het Drenthe College. De andere blijft in je eigen bezit. Bewaar deze mappen (ontwikkelportfolio en bewijsmappen) tot een half jaar na het behalen van je diploma. Een bewijsmap is een onderdeel van je examendossier. Alle bewijsmappen bij elkaar vormen je examendossier. In een bewijsmap verzamel je de bewijzen zoals in de examenmatrijs beschreven staat. Wat doe je als student: Voor alle beroepsprestaties uit de verschillende fasen verzamel je bewijzen. Per fase/exameneenheid is beschreven welke bewijzen je moet opnemen in je bewijsmap. Ook de overige bewijslast zoals de resultaten van je tentamens en eventuele , beoordelingsformulieren voeg je toe aan je bewijsmap. Je houdt je slb-er tijdens je leerproces op de hoogte van al je activiteiten en resultaten. In je ontwikkelportfolio (zoveel mogelijk per fase/exameneenheid) verzamel je al je producten die je hebt gemaakt voor een fase/exameneenheid. Dit zijn de gemaakte producten van de ondersteunende lessen, de gemaakte procesevaluaties (reflectieverslagen en periodeverslagen) en de gemaakte leer/beroepsprestaties. Je ontwikkelportfolio is het onderliggende document van een bewijsmap en moet je ten alle tijde aan de examencommissie kunnen overhandigen.
24
Wanneer kan een bewijsmap worden ingeleverd en hoe moet dat? 1. Indien je alle bewijzen in je bezit hebt, kun je je bewijsmap klaar maken ter beoordeling. 2. Je maakt twee bewijsmappen, één voor jezelf en één voor school 3. De bewijsmap moet aan de volgende lay-out voldoen: 1. Het heeft een voorblad met de gegevens: Naam + leerlingnummer naam exameneenheid opleiding, SLB-begeleider, crebocode. Cohort (leerjaar wanneer je gestart bent met de opleiding) 2. De bewijsmap bevat een inhoudsopgave met paginanummering. 3. Deel 1: Beoordelingsformulieren van je resultaten (zie examenmatrijs welke bewijzen je moet toevoegen) 4. Deel 2: De volgende formulieren zijn aan de bewijsmap toegevoegd: a. BPV-overeenkomst (overeenkomst behorende bij de periode waarin de BP is afgerond (minimaal 1) b. Onderwijsovereenkomst
De organisatie hiervan is per locatie bepaald. Bij aanvang van de opleiding word je hierover geïnformeerd. 5.2.2 Moderne Vreemde taal n.v.t. 5.2.3 Beroepspraktijkvorming (BPV) De beroepspraktijkvorming moet met een voldoende zijn afgesloten. . 5.3 Aantal malen per jaar waarop je examen kunt afleggen Aan het begin van het schooljaar wordt bekend gemaakt in welke weken de examens worden afgenomen. De examencommissie geeft dan ook aan of je je moet aanmelden om aan een examen deel te nemen en vóór welke datum dat dan moet. 5.4 Diploma eisen Om voor het diploma in aanmerking te komen moet je alle bovenstaande examenonderdelen met een voldoende hebben afgesloten.
25
Wanneer kom je in aanmerking voor een diploma? Landelijk is vastgelegd dat onderstaande kerntaken/taalvaardigheden geëxamineerd moeten worden om voor het diploma in aanmerking te komen:
1. Kerntaken 2. Talen a. Nederlands b. Moderne vreemde taal 3. Rekenen
4. Loopbaan en Burgerschap
: overnemen van overzicht 2.1 : opleidingen op niveau 3 Nederlands 2F : geen verplichte examinering; : opleidingen op niveau ,3 Rekenen 2F
:
1. Burgerschap 1.1 De politiek-juridische dimensie 1.2 De economische dimensie 1.3 De sociaal maatschappelijke dimensie 1.4 De dimensie vitaal burgerschap 2. Loopbaan
5. BPV : De WEB geeft aan dat de BPV met een voldoende moet worden afgerond.
26
6. Overige informatie
Beroepsgeheim, geheimhoudingsplicht en privacy
Een belangrijk onderdeel van de opleiding is het beroepsgeheim en de privacy. Mensen vertellen je tijdens je werk of stage van alles. Belangrijk is dat je weet hoe je met al deze informatie moet omgaan. Hieronder wordt dit besproken. Mensen die werken binnen de gezondheidszorg zullen dikwijls te maken krijgen met vertrouwelijke gegevens van zorgvragers. Ze maken zelf bepaalde praktijksituaties mee, krijgen vertrouwelijke informatie onder ogen of krijgen deze te horen bij het uitwisselen van informatie tussen de direct betrokken zorgverleners. Voor zorgvragers is het belangrijk te weten dat zorgvuldig met deze informatie wordt omgegaan. In wetten en regelingen zijn de plichten van de zorgverlener en de rechten van de zorgvrager vastgesteld. Als zorgverlener heb je met name te maken met het beroepsgeheim, de geheimhoudingsplicht en met recht op privacy van de zorgvrager. Het beroepsgeheim en de geheimhoudingsplicht van de zorgverlener Voor alle zorgverleners in gezondheidszorg geldt het beroepsgeheim. Dit houdt in dat je niet spreekt over gegevens en de informatie die je van of over een zorgvrager hebt. De geheimhoudingsplicht is vastgesteld in het Wetboek van Strafrecht. Strafbaar is degene die “enig geheim, waarvan hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden, dat hij uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift dan wel van vroeger ambt of beroep verplicht is het te bewaren, opzettelijk schendt“. Daarnaast zijn er voor beroepen in de gezondheidszorg nog aparte wettelijke regelingen Daarin wordt geëist dat een belofte wordt afgelegd met de volgende inhoud: “Ik beloof geheim te zullen houden alles wat mij bij de uitoefening van mijn beroep als geheim is toevertrouwd of te mijner kennis is gekomen”.
Recht op privacy van de zorgvrager Persoonlijke gegevens en andere vertrouwelijke informatie van of over zorgvragers worden beschermd door het beroepsgeheim en de geheimhoudingsplicht van de zorgvragers. Daarnaast worden de gegevens en informatie beschermd door het recht op privacy. Het recht op privacy staat als volgt beschreven: “Ieder heeft,
27
behoudens bij of krachtens de wet te stellen beperkingen, recht op eerbieding van zijn persoonlijke levenssfeer”.
De betekenis van het beroepsgeheim, de geheimhoudingsplicht en het recht op privacy voor jou als student Ook voor jou als student gelden het beroepsgeheim en de geheimhoudingsplicht. Daarnaast moet je rekening houden met de privacy van de zorgvrager. Dit betekent dat je met vertrouwelijke informatie en gegevens van of over een zorgvrager uiterst zorgvuldig moet omgaan. Tijdens de opleiding zul je met docenten en medestudenten praktijksituaties bespreken. Ook zul je verslagen maken van je praktijkervaringen of deze in een werkstuk gebruiken. Zorgvuldig omgaan met informatie en gegevens van of over een zorgvrager eist, dat je deze informatie en gegevens zo gebruikt dat ze nooit te herleiden zijn tot een persoon. Bij het bespreken of beschrijven van een praktijksituatie moet je dan ook alle persoonlijke gegevens weglaten of wijzigen. De verslagen of werkstukken houd je voor jezelf.
Gebruik sociale media (youtube, facebook, whatsapp, Twitter, MSN etc.) Binnen sociale media worden door studenten en docenten geen uitspraken gedaan over medestudenten, docenten, stageplaatsen, zorgvragers, cliënten en bewoners.
Vervolgopleiding/ werk Verzorgende IG niveau 3:
doorstroom naar niveau 4, Mbo-verpleegkundige. De Verzorgende-IG kan ook doorstromen naar andere richtingen, zoals sociaal agogisch werk werken in diverse instellingen.
Verpleegkundige niveau 4:
doorstroming naar het HBO ( bijvoorbeeld HBO-V) Soms is een korter traject mogelijk bij verwante opleidingen. werken in diverse instellingen.
28
Verklaring omtrent gedrag Studenten vragen bij de start van de opleiding een VOG (verklaring omtrent gedrag) aan. Dit bewijs dient aangevraagd te worden in de gemeente waar je woont. Op de aanvraag wordt het Drenthe College als belanghebbende vermeld. Hierdoor kan de VOG voor gehele opleiding gebruikt worden. De kosten voor dit bewijs zijn ongeveer 31 euro, dit bedrag kan per gemeente verschillen. Het bedrag moet betaald worden aan de gemeente bij inlevering van het aanvraagformulier.
Hepatitis vaccinatie
Wij adviseren om je te laten vaccineren tegen Hepatitis B. Deze inentingen zijn zeer wenselijk. Er zijn zorginstellingen die niet gevaccineerde stagiaires weigeren. Het Drenthe College biedt de mogelijkheid om deel te nemen aan een Hepatitis B vaccinatie door de GGD op school. Voor de BOL studenten Verzorgende IG en MBO Verpleegkundige zijn in principe geen kosten verbonden aan deze vaccinatie, mits de vaccinaties en het bloedonderzoek op school plaatsvinden. Meer informatie over de Hepatitisvaccinatie en de financiële aspecten ervan worden in het begin van het schooljaar uitgedeeld.
Reanimatie
In sommige werkvelden kan de student verplicht worden om te beschikken over het basiscertificaat reanimatie. Deze kosten zijn opgenomen in de programmakosten.
Boekenlijst De boekenlijst is in principe samengesteld voor het 1e leerjaar van de opleiding Verzorgende IG. Soms kan het noodzakelijk zijn om tussentijds nog een boek aan te schaffen. Hier wordt dan tijdig informatie over gegeven.
29
Programmakosten Je ontvangt medio oktober een factuur voor de programmakosten. We zijn ons ervan bewust dat de opleiding een dure aangelegenheid is. Als Drenthe College trachten we de bijkomende kosten zo laag mogelijk te houden. De verschillende kosten Map leerlijnen/BPV/SLB Dit zijn lesmaterialen die de student nodig heeft voor de opleiding. Deze kosten worden niet op de boekenlijst opgevoerd omdat het lesmateriaal is dat door het Drenthe College is ontwikkeld en gedrukt. We brengen hiervan de kostprijs in rekening. Per leerjaar en opleiding variëren deze kosten. Specifieke onderwijsleeractiviteiten Tijdens de opleiding worden per leerjaar een aantal specifieke onderwijsactiviteiten georganiseerd. Hierbij kan gedacht worden aan bv. een actiedag, een talentenjacht, een excursie of aan een bezoek aan een museum. Digitale leeromgeving Binnen je opleiding maak je gebruik van verschillende digitale ondersteuningsprogramma’s voor onder andere de talen en burgerschap. Deze methodes vervangen voor een deel boeken en readers. Diplomering Bij diplomering binnen één van de opleidingen Zorg hoort een speld. Het Drenthe College moet deze spelden kopen bij een landelijk bedrijf. De speld wordt in het laatste leerjaar in rekening gebracht. Uniformjasje/T-shirt Voor de vaardigheidslessen binnen Zorg opleidingen dient een wit (onbedrukt) t-shirt of een uniformjasje aangeschaft te worden. Deze kleding is verplicht tijdens de lessen en moet de student bij aanvang van de opleiding in zijn bezit hebben.
Training verlies- en rouwdag(en) Voor de lessen verlies en rouw wordt een trainingsdag(dagen) georganiseerd. Deze training is een verplicht onderdeel van de opleiding. Schoolkamp/werkweek Een aantal opleidingen kent een schoolkamp/werkweek gedurende de opleiding
30
31
Schoolregels per locatie
Je ontvangt in de eerste week de schoolregels van de locatie waar je gaat starten met de opleiding.
Ontruimingsplan : taken leerlingen
Wat doen leerlingen/ cursisten in geval van een calamiteit c.q. een ontruimingsalarm:
1. een ongeval of brand wordt direct gemeld aan bijv. een docent, de conciërge of aan het “meldpunt”. 2. bij een ontruimingsalarm dienen zij de instructies van de docent op te volgen en daarna ordelijk, via de kortste weg, het gebouw te verlaten naar de verzamelplaats; zonodig kunnen een aantal leerlingen/ cursisten worden belast met de zorg voor een gehandicapte klasgenoot! 3. op de verzamelplaats melden zij zich bij hun docent. Melden van eventuele vermiste klasgenoten en verlaten van de verzamelplaats mag niet eerder dan dat hiertoe door de docent toestemming is gegeven.
32
Question Mark tentamens Questionmark tentamens. Dit is een digitaal programma waar je binnen de opleiding mee werkt voor het oefenen van tentamens en het maken van examens. Regels toetsafname Het kennistentamen valt onder examinering. Het examenreglement is van toepassing op de afname en uitvoering van toetsing. 1. Vijf minuten voor aanvang van de toets aanwezig zijn. 2. Tassen bij binnenkomst bij de deur neerzetten, op een plaats aangegeven door de docent. 3. Mobiele telefoons uitschakelen en in de tas. 4. Geen eten en drinken tijdens de toets. 5. Gebruik van andere sites op internet is verboden. 6. Het is niet toegestaan te overleggen. Inloggen. Ga naar: Start; kies - alle programma’s: dubbelklik op Questionmark Perception – Perception secure. 1. Log in met jouw studentnummer. Een wachtwoord is niet nodig. Protocol. 1. Deze toets bestaat uit twee vragenblokken. 2. Je ziet straks een scherm voor je verschijnen met de vraag en een keuzemogelijkheid voor het antwoord: klik het vakje van je keuze aan. 3. Weet je het antwoord niet: klik een vlaggetje aan. Je kunt later op de vraag terug komen. 4. Controleer aan het eind van het vragenblok of je alle vragen beantwoord hebt. Klik dan op verzenden. 5. Na verzenden kun je niet terug naar dat vragenblok. 6. Beantwoord de vragen van vragenblok 2. 7. Herhaal stap 4. 8. Open de evaluatie en beantwoord de vragen. 9. Klik op voltooien. 10. Draai je rapportage uit en bewaar deze in je examenbewijsmap. 11. Zet bij het verlaten van het lokaal je paraaf bij de surveillant op de aanwezigheidslijst. Uitdraaien rapportage 1. 2. 3. 4. 5.
Kies voor rapporten over eerdere assessments weergeven. Vink dit jaar aan. Rechtsonder klik je aan: resultatenoverzichten weergeven. Ga naar: bestand- pagina-instellingen, kies voor: liggend. Klik op: afdrukken.
34
35