Verzamelde woordenlijst. In de startblokken Nederlands voor Duitstaligen. bij. Berna de Boer, Margaret van der Kamp en Birgit Lijmbach

Verzamelde woordenlijst

bij

In de startblokken Nederlands voor Duitstaligen

Berna de Boer, Margaret van der Kamp en Birgit Lijmbach

bussum 2009

Deze verzamelde woordenlijst hoort bij In de startblokken. Nederlands voor Duitstaligen van Berna de Boer, Margaret van der Kamp en Birgit Lijmbach.

© 2009 Uitgeverij Coutinho b.v. Alle rechten voorbehouden. Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16 h Auteurswet 1912 dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan Stichting Reprorecht (Postbus 3051, 2130 KB Hoofddorp, www.reprorecht.nl). Voor het overnemen van (een) gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie, Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).

Uitgeverij Coutinho Postbus 333 1400 AH Bussum [email protected] www.coutinho.nl

Noot van de uitgever Wij hebben alle moeite gedaan om rechthebbenden van copyright te achterhalen. Personen of instanties die aanspraak maken op bepaalde rechten, wordt vriendelijk verzocht contact op te nemen met de uitgever. ISBN NUR

978 90 469 0146 5 624

verzamelde woordenlijst bij In de startblokken – 2/25

Verzamelde woordenlijst

Nederlands

Duits

Eigen opmerkingen

aan aangepast (aanpassen) aangifte doen aanraakscherm, het aantal, het aardappels (de aardappel) accent, het accountant, de acht achter achter de computer achternaam, de adres, het afgebroken (afbreken) afgelopen afrekenen afsnijden afspraak maken, de afspreken agenda, de ah al al lang allebei alleen allemaal allergische (allergisch) allerlei alles als als alsjeblieft alstublieft altijd alvast andere anders andijvie, de antwoord, het appartement, het armen (de arm)

an verändert / angepasst Anzeige erstatten Touchscreen Anzahl Kartoffeln Akzent Rechnungsprüfer acht hinter am Computer Nachname Adresse / Anschrift abgebrochen vergangenen / letzten zahlen abschneiden Verabredung treffen verabreden Kalender ah schon / bereits schon lange beide nur alle zusammen allergische vielen alles als wenn bitte bitte immer schon mal andere sonst / anders Endivie Antwort Appartement Armen


augustus auto, de automaat, de avond, de baas, de bad, het badkamer, de bagagedrager, de bakje, het (de bak) balie, de balkon, het banden (de band) bank, de bank, de bankpas, de bankrekening, de bedankt bedden (het bed) bedoelt (bedoelen) bedrag, het bedrijf, het beetje begin, het beginnen (beginnen) begonnen (beginnen) begrijp (begrijpen) behalve bekeken (bekijken) bekend bel (bellen) bel, de belachelijk belangrijk België ben (zijn) ben gek op (gek zijn op) ben jarig (jarig zijn) ben kwijt (kwijt zijn) beneden benedenwoning, de benen (het been) Bent u hier bekend? bepaald type bereid me voor op (zich voorbereiden op) berg, de beslissen

August Auto Automat Abend Chef Badewanne Badezimmer Gepäckträger Schale, Packung Schalter Balkon Reifen Sofa / Couch Bank Bankkarte Bankkonto danke Betten meinen Betrag Betrieb / Firma bisschen Anfang beginnen / anfangen angefangen verstehe außer angeschaut bekannt rufe an Klingel lächerlich wichtig Belgien bin finde ich ganz toll habe Geburtstag habe verloren unten Parterrewohnung Beinen Kennen Sie sich hier aus? bestimmten Wohnungstyp bereite mich vor auf Berg entscheiden


bestellen bestemming, de betaal (betalen) betekent (betekenen) beter (goed) beurs, de beurt, de bezig bezoek, het bezoekt (bezoeken) biefstuk, de biertje, het (het bier) bij bijbaantje, het (de bijbaan) bijna bijvoorbeeld bijzonders (bijzonder) binnen bioscoop, de bladzijde, de blauw blijf (blijven) bloemen (de bloem) bloemkool, de blokkeren blond boek, het bon bonbons (de bonbon) boodschappen doen boontjes (de boon) bordjes (het bordje) bos, de bosje, het (de bos) boven bovenwoning, de brengen brief, de broek, de broer, de broers (broer) broers en zussen broodjes (het broodje) buik, de buiten buitenland, het

bestellen Ziel zahle heißt / bedeutet besser Messe Reihe läuft Besuch besucht Steak Bier an Job fast / beinahe zum Beispiel Besonderes innerhalb / drinnen Kino Seite blau bleibst Blumen Blumenkohl sperren blondes Buch Quittung Pralinen einkaufen Bohnen Schilder / Ausschilderung Strauß Bund oben Wohnung im Obergeschoss bringen Brief Hose Bruder Brüder Geschwister Brötchen Bauch draußen Ausland


buitenlanders (de buitenlander) bultjes (de bult) bureau, het buren bus, de buschauffeur, de buurman, de buurt, de buurvrouw, de cadeau, het café, het caissière, de camcorder, de cappuccino, de cd, de cent, de centrum, het champignons (de champignon) chauffeur, de Chili chocola, de cola, de collega, de Colombia computer, de congres, het controleren courgette, de Cubaanse (Cubaans) cursist, de cursus Nederlands daar daarna daarom dader, de dag dagen (de dag) dagschotel, de dan dank je wel dank u wel dat dat is dat is niet het geval (het geval zijn)

Ausländer Quaddeln Schreibtisch Nachbarn Bus Busfahrer Nachbar Viertel / Stadtteil Nachbarin Geschenk Café / Kneipe Kassiererin Camcorder Cappuccino CD Cent Stadtmitte / Zentrum Champignons Fahrer Chile Schokolade Cola Kollege Kolumbien Computer Kongress kontrollieren Zucchini kubanischer Kursteilnehmer Niederländisch Kurs dort danach darum Täter Tag Tage Tagesgericht dann / als vielen Dank vielen Dank das / dass das ist das ist nicht der Fall


dat klopt dat lijkt me fantastisch datum, de december deden (doen) denk (denken) denken deze dicht bij die dieren (het dier) direct dit dit is docent, de docenten (docent) documentaire, de doe de groeten aan (de groeten doen aan) Doe haar de groeten terug. doe open (opendoen) doe uit (uitdoen) doen (doen) dokter, de donderdag donker dood, de doos, de dorst, de douche, de draaien dragen drie drinken druk duidelijk Duitsland dus duurde (duren) echte (echt) één een keer eens eenvoudige (eenvoudig) eerder eerlijk eerst

das stimmt das klingt wunderbar Datum Dezember funktionierten denke / glaube nachdenken dieser nahe / in der Nähe die / jene Tiere sofort / gleich dies(e) das ist Dozent Dozenten Dokumentarfilm viele Grüße an Bestelle ihr auch viele Grüße. mach auf ziehe aus machen / tun Doktor / Arzt Donnerstag dunkles Tod Schachtel Durst Dusche laufen tragen drei trinken viel zu tun deutlich / klar Deutschland also dauerte echte / richtige eins einmal / eine Runde mal einfaches früher ehrlich erst


eerste eerste klas eet smakelijk eh eigen eigenlijk eind, het einde, het elkaar emmers (de emmer) en enkele reis, de er er is niet veel aan de hand (aan de hand zijn) er zit een slag in het wiel erbij erg ergens ervandoor eten euro, de even eventueel familie, de feest, het feestdag, de feliciteren met fiets, de fietsen fietsenmaker, de fietste weg (wegfietsen) fijne (fijn) film, de formulier, het foto, de fotograaf, de Frankrijk Franse (Frans) frietjes ga … af (afgaan) ga op (opgaan) gaan (gaan) gaan verder (verdergaan) gaan zitten

erste erste Klasse guten Appetit äh eigener eigentlich Ende Ende euch Eimer und einfache Fahrt da / denn ist es kein großes Problem das Rad hat eine 8 dabei sehr irgendwo weg essen Euro eben / kurz eventuell Familie Fest / Feier Feiertag gratulieren zum Fahrrad Rad fahren Fahrradhändler / Zweiradmechaniker fuhr weg schönen Film Formular Foto Fotograf Frankreich französischen Pommes frites gehen Sie nach unten / hinunter gehen Sie nach oben / hinauf fahren machen weiter sich (hin)setzen


gang, de garage, de gauw gebeurd (gebeuren) gebied, het gebruiken gedaan (doen) gedronken (drinken) geef (geven) geef mee (meegeven) geeft les (lesgeven) geeft niet geen gefeliciteerd gegeten (eten) gegevens (het gegeven) gehad (hebben) geholpen (helpen) geïnstalleerd (installeren) gekeken (kijken) gekocht (kopen) gekregen (krijgen) geld, het geldig gele (geel) geleden geleerd (leren) gelegd (leggen) geloof (geloven) gelukkig gemeubileerd gemist (missen) genoeg geoefend (oefenen) geprobeerd (proberen) gerecht, het geschikte (geschikt) gesloten (sluiten) gespeeld (spelen) gesproken (spreken) gestolen (stelen) gevallen (vallen) gevonden (vinden) geweest (zijn) geweldig gewend

Flur / Korridor Werkstatt schnell passiert Gebiet benutzen getan getrunken gib / bringe gebe mit unterrichtet macht nichts kein herzlichen Glückwunsch gegessen Angaben / Daten gehabt geholfen installiert geguckt gekauft bekommen Geld gültig gelbe her gelernt gelegt glaube ein Glück möbliert verpasst genug geübt versucht Gericht geeignete geschlossen gespielt (gesprochen) gestohlen gefallen gefunden gewesen großartig / klasse gewohnt


gewerkt (werken) gewoon gezellig gezicht, het gezien (zien) gezocht (zoeken) gezond gezondheid, de ging (gaan) gisteravond glad glas, het gleed weg (wegglijden) goed goedemorgen goedkope (goedkoop) goh graag grapje, het (de grap) groen groenteboer, de groeten groter (groot) haar, het had (hebben) hadden (hebben) hal, de halen halve (half) handig hartstikke leuk hé hè? heb nodig (nodig hebben) hebben (hebben) hebben aan (aanhebben) hebben verdriet gehad om (verdriet hebben om) hebt geluk (geluk hebben) heeft (hebben) heel heer, de heerlijk heet (heten) helaas helemaal helpdesk, de

gearbeitet einfach / nur schön / gemütlich Gesicht gesehen gesucht gesund Gesundheit ging gestern Abend glatt Glas rutschte aus gute guten Morgen preiswerte oh! gern kleiner Scherz / Witz grün Gemüsehändler Grüße größer Haar hatte hatten Halle holen halbes praktisch super hey was? / nicht wahr? brauche habt haben an waren sehr traurig wegen haben Glück hat ganz Herr lecker, köstlich heißt / heiße leider ganz (und gar) Hotline / Helpdesk


helpen hem herkent (herkennen) het best (goed) het bevalt me het gaat wel het is het is druk het spijt me hetzelfde hier hij hitte, de hm hobby, de hoe hoek, de hoera hoeveel hoeven (niet / geen) hoewel hoezo hond, de honger, de hoofdgerecht, het hoop (hopen) hoor hoor (horen) houd (houden) van huid, de huisarts, de huisje, het (het huis) huizen (het huis) huren huurprijs, de idee, het identiteitskaart, de iedere (ieder) iedereen iets ijs, het ik ik ben toe aan (toe zijn aan) in in de in ieder geval

helfen sie erkennen am besten es gefällt mir (es) geht so es ist es ist viel Betrieb es tut mir leid das Gleiche hier er Hitze hm Hobby wie Ecke hurra wie viel brauchen (nicht / kein) obwohl wieso Hund Hunger Hauptgericht hoffe ja? / okay? höre (hören) mag (gern) Haut Hausarzt / Allgemeinmediziner Haus Häuser / Wohnungen mieten Mietpreis / Miete Idee Personalausweis jeden jeder etwas Eis ich ich bin reif für in im jedenfalls


in te typen (intypen) inderdaad Indonesië informatie, de ingang, de ingewikkeld inloggen inlognaam, de instappen instellingen (de instelling) interessant interesseer je (zich interesseren) internationale (internationaal) internet, het internetten intikken is (zijn) ja ja hoor jaar, het jas, de jawel je je (object) je hebt achter de rug (achter de rug hebben) je weet de weg (de weg weten) jeuk, de jeuken jij jongen (het jong) jongen, de jonger (jong) jou jouw juist jullie jullie kaartje, het kaartjesautomaat, de kaas, de kamer, de kan (kunnen) kans, de

einzugeben tatsächlich / allerdings Indonesien Information Eingang kompliziert einloggen Benutzername einsteigen Einstellung interessant interessierst du dich internationale Internet im Internet surfen eingeben ist ja ja / ja klar Jahr Mantel, Jacke doch / schon dein dir du hast hinter dir du kennst dich hier aus Juckreiz jucken du Junge Jungen jünger dir dein gerade euer ihr / euch Fahrkarte / Eintrittskarte Fahrkartenautomat Käse Zimmer kann Chance


kantine, de kantoor, het kapot kasten (de kast) katten (de kat) kennen (kennen) kennismaken kerk, de keuken, de kiezen kijk (kijken) kijken naar kilo, de kip, de klaar klachten (de klacht) klanten (de klant) kleding, de kledingzaak, de kleine (klein) kleinere (klein) kleinste (klein) kleur, de klikt (klikken) knoflook, de koffer, de koffie, de kom (komen) kom (komen) kom binnen (binnenkomen) kom mee (meekomen) komen op bezoek (op bezoek komen) komkommers (de komkommer) komt aan (aankomen) komt langs (langskomen) komt tegen (tegenkomen) kon (kunnen) konden (kunnen) kopen kopje, het kort korting, de koud krabt (krabben)

Kantine Büro kaputt Schränken Katzen kennt Bekanntschaft machen / kennenlernen Kirche Küche wählen / aussuchen schau / guck / sieh anschauen Kilogramm Huhn fertig Beschwerden Kunden Kleidung Bekleidungsgeschäft klein kleinere kleinste Farbe klicken Knoblauch Koffer Kaffee kommst komme komm herein komm mit kommen zu Besuch Salatgurken kommt an kommt vorbei trifft konnte konnten kaufen Tasse kurzes Ermäßigung kalt kratzen


krant, de krijg (krijgen) laag laag model laat Laat de rest maar zitten. laatste lachen lag (liggen) land, het landschap, het langer (lang) laten laten zien later (laat) leer, het lekker lekker lekker warm lepel, de les, de leven lezen lichte (licht) liggen lijkt (lijken) lijkt op (lijken op) lijn, de linksaf logeren logisch logopedie, de loket, het lopen lucht, de luisteren lukt (lukken) Luxemburg maak in orde (in orde maken) maak wakker (wakker maken) maar maar even maat, de mag (mogen) makelaar, de

Zeitung kriegst / bekommst tief Hüftjeans spät Der Rest ist für Sie. letzte lachen lag Land Landschaft größer lassen zeigen später Leder lecker schön schön warm Löffel Unterricht leben lesen helle liegen scheint (zu haben) sieht aus wie Linie nach links wohnen / übernachten logisch Logopädie Schalter zu Fuß gehen Luft / Himmel anhören klappt Luxemburg repariere wecke einfach / aber ruhig Größe darf Makler


maken makkelijker (ge)makkelijk) man, de mankeerde (mankeren) markt, de marktkoopman, de maximale (maximaal) me herinneren (zich herinneren) medewerker, de meegenomen (meenemen) meer meestal meisje, het meneer menukaart, de merken (het merk) mes, het met meter, de mevrouw mezelf mij mijn mineraalwater, het misschien missen mobiele telefoon, de mobieltje, het model, het moe moeilijk moest (moeten) moeten (moeten) mogelijk mogelijkheden (de mogelijkheid) molen, de momentje (het moment) monteur, de mooie (mooi) morgen mosselen, de mosterd, de mosterdsoep, de muntgeld, het muziek, de

machen einfacher Mann fehlte Markt Markthändler Höchstmich erinnern (an) Mitarbeiter mitgebracht mehr meistens Mädchen / junge Frau Herr Speisekarte Marken Messer mit Meter Frau mich (selbst) mich / mir mein Mineralwasser vielleicht schiefgehen, verfehlen Mobiltelefon Handy Modell müde schwierig musste müssen möglich Möglichkeiten Mühle Moment / Augenblick Techniker schöne morgen Muscheln Senf Senfsuppe Münzgeld Musik


na naam, de naar naar een verhaal van naast nadat nagerecht, het namelijk nat natuur, de natuurdocumentaire, de natuurgebied, het natuurlijk nee neem (nemen) neemt mee (meenemen) nemen contact op (contact opnemen) nergens net net als niemand niet niet echt niets nieuwe (nieuw) nieuws, het nog nooit normaal noteer (noteren) nou NS, de (Nederlandse Spoorwegen) nu nummer, het o ja ober, de oei of ogenblikje (het ogenblik) oh nee oké om omdat onder onder de auto gekomen

nach Name nach / zu / in nach einer Erzählung von neben nachdem Nachspeise / Nachtisch nämlich nass Natur Naturdokumentation Naturgebiet natürlich nein nehme nehmen Sie mit nehmen Kontakt auf nirgends / nirgendwo gerade / wie genau so wie niemand nicht nicht wirklich nichts neue Nachrichten / Meldungen noch nie normalerweise notiere nun Niederländische Eisenbahn jetzt Nummer ach ja Kellner oh je oder einen Augenblick / Moment ach nein okay / gut um weil / da unter unters Auto / unter die Räder


(onder de auto komen) ondertiteld (ondertitelen) ondertitels, de (ondertitel) onderweg ongeluk, het ongeveer onhandig onmiddellijk ons onthouden ook op deze manier op dit moment op hetzelfde moment op je verjaardag op vakantie open openbaar vervoer, het openen opgenomen (opnemen) opgeschreven (opschrijven) ophalen opletten oplossen opschrijven oude (oud) ouders, de over over ... steken (oversteken) overal overdag overleggen paar paella, de pakken (het pak) pakket, het papier, het paprika’s (de paprika) park, het pas pasjes (het pasje) paskamers (de paskamer) passen pauze, de pen, de personen (de persoon)

gekommen untertitelt / (OmU) Untertitel unterwegs Unfall ungefähr unpraktisch unverzüglich / sofort uns merken / behalten auch so / auf diese Art und Weise im Moment / im Augenblick gleichzeitig auf deinen Geburtstag im Urlaub offene öffentliche Verkehrsmittel öffnen gedreht aufgeschrieben abholen aufpassen lösen aufschreiben alten Eltern von / über / in überqueren überall tagsüber besprechen / beratschlagen paar Paella Päckchen Paket Papier Paprika Park erst Ausweise, Karten Ankleidekabine anprobieren Pause Kuli Personen


peterselie, de pilsje, het (de pils) pinnen plaats, de plan, het plannen plat plattegrond, de plezier, het politie, de politieagent, de pony's (de pony) poosje, het portemonnee, de portier, de postcode, de prachtig praktijk, de praten preciezer (precies) prettig met je kennis te maken prettige (prettig) prima probeert (proberen) problemen (het probleem) proef (proeven) programma, het proost provider, de raam, het raampje, het (raam) rang, de reactie, de rechtdoor rechts rechts afslaan regende (regenen) reis (reizen) reis, de rekening, de remmen (de rem) reserveren restaurant, het retour, het rij, de rijbewijs, het

Petersilie Bier mit der Karte zahlen Platz Plan planen flach Plan Spaß Polizei / Wache Polizist Ponys kleine Weile / etwas Portemonnaie Pförtner / Portier Postleitzahl wunderschön Praxis sprechen genauer freut mich, dich kennenzulernen schönes gut probieren Sie an Probleme probiere Programm Prost Anbieter / Provider Fenster Fenster Rang Reaktion geradeaus rechts rechts abbiegen regnete fahre Reise Rechnung / Konto Bremsen reservieren Restaurant Rückfahrkarte Schlange Führerschein


rijdt (rijden) rijp rijst, de rits, de rode wijn roep (roepen) romantische (romantisch) rondje, het roze rug, de ruilen ruime (ruim) salade, de samen samenwonen scherm, het schijnt (schijnen) schilderijen (het schilderij) schrijf (schrijven) schuin seizoen, het serveerster, de shetlandpony, de sinds slaapkamers (de slaapkamer) slager, de slagroom, de slim snijd (snijden) soep, de soms soort, de sorry Spaanse (Spaans) spaghetti carbonara spekjes (het spekje) spijkerbroek, de spoor, het sport, de staan staan scheef staat (staan) stad, de stamppot, de station, het

fährt reif Reis Reißverschluss Rotwein rufe romantischen Runde rosa Rücken umtauschen geräumige Salat zusammen zusammenziehen Fenster soll / scheint Gemälden schreibe schräg Jahreszeit Kellnerin Shetlandpony seit Schlafzimmer Schlachter / Fleischer / Metzger Schlagsahne schlau / klug schneidest Suppe manchmal Art Entschuldigung spanischen Spaghetti Carbonara Speckwürfel Jeans Bahnsteig Sport stehen sind schief steht Stadt Stampfkartoffeln (mit) Bahnhof


steeds sterkte stoelen (de stoel) stoppen (stoppen) storing, de straat, de straks studeer (studeren) student, de studie, de stuk, het stukje, het (het stuk) stuur, het systeem, het taart, de tafel, de tas, de te te huur tegelijk tegelijkertijd tegen tegenover tekst, de telefoneren telefonist, de telefoon, de terras, het terwijl thuis tijd, de tiptop toch toen toetje, het toiletten (het toilet) tomaten (de tomaat) tot tot dan tot straks total loss trakteer (trakteren) tram, de trap, de trapper, de trein, de

dauernd / ständig gute Besserung, alles Gute Stühlen hören auf Störung Straße gleich / nachher studierst Student(in) Studium Stück Stück Lenker System Torte Tisch Tasche zu zu vermieten zugleich gleichzeitig gegen gegenüber Text telefonieren Telefonist Telefon Straßencafé / Terrasse während zu Hause Zeit tipptopp doch als Nachtisch Toiletten Tomaten bis bis dann bis gleich Totalschaden gebe einen aus Straßenbahn Treppe Pedal Zug


trouwens T-shirts (het T-shirt) tuin, de tussen twee twee weken geleden tweede tweede klas twintig jaar type, het typisch u uit uitgebreid uitlopen uur, het vaak vaas, de vader, de vakantie, de van van alles van dienst zijn van harte gefeliciteerd vanaf vandaag vanzelf vaste telefoon, de veel vegetarische (vegetarisch) veilig Venetië ver veranderd (veranderen) verbind door (doorverbinden) verder verdieping, de verdriet, het vergeten (vergeten) vergis ik me (zich vergissen) verhuren verjaardag, de verkeerd verkoopster, de verkouden

übrigens T-Shirts Garten zwischen zwei vor zwei Wochen zweite zweite Klasse zwanzig Jahren Typ typisch Sie aus ausführlich bis zum Ende (gehen) Uhr oft Vase Vater Urlaub von alles Mögliche dienen herzlichen Glückwunsch ab heute von selbst Festnetztelefon viele vegetarisches sicher Venedig weit verändert verbinde weiter Geschoss Kummer vergessen irre ich mich vermieten Geburtstag falsch Verkäuferin erkältet


verontschuldigen verschil, het verschillende verschrikkelijk verse (vers) verstaan (verstaan) vertel (vertellen) verteld (vertellen) vertraging, de vertrekt (vertrekken) verveel me (zich vervelen) verwarming, de vet via viel (vallen) vier vierkant vierkante meter viert (vieren) vind (vinden) vissen (de vis) vlees, het vliegtuig, het voetbalvereniging, de vol vol tarief volgen volgend volgens volgens mij voor voorbijganger, de voordat voordeel, het voorgerecht, het voornaam, de voorstelling, de vorig vork, de vraag, de vreemd vriend, de vriendin, de vrij vroeg vroeger

entschuldigen Unterschied verschiedene schrecklich / furchtbar frischen verstanden erzähle erzählt Verspätung abfährt langweile mich Heizung fett über / im fiel vier Quadrat Quadratmeter feiert finde Fische Fleisch Flugzeug Fußballverein voll voller Fahrpreis folgen nächste nach / laut meiner Meinung nach für Passant bevor Vorteil Vorspeise Vorname Vorstellung letztes Gabel Frage komisch / merkwürdig Freund Freundin frei früh früher


vruchten (de vrucht) waar waar … vandaan waarmee waarnaartoe waarom waarop waarschijnlijk wachten wachtenden (de wachtende) wachtwoord, het wandelbeurs, de wandelen wandelreis, de wanneer want warm was (zijn) wat Wat is er aan de hand? wat leuk wat stom wat toevallig wat voor wauw wc, de we website, de wedstrijdje, het (de wedstrijd) weekend, het weekje, het (de week) weer weer, het weet (weten) wei, de wel wel welk welk nummer (op - ) welke welkom welterusten wens (wensen) werk, het werkt (werken) westen, het

Früchten wo / wahr woher womit wohin warum in dem wahrscheinlich warten Wartender / Anrufer Passwort Wandermesse Wandern Wanderreise wann denn warm war was / etwas Was fehlt Ihnen? schön! zu blöde welch ein Zufall welches wow / toll WC wir Website Wettkampf / Fußballspiel Wochenende Woche wieder Wetter weiß Weide wohl schon / allerdings welchem (auf) welche Hausnummer welcher / was für ein willkommen schlaf gut wünsche Arbeit funktioniert Westen


wie wiel, het wijd wijn, de wil (willen) wil graag (graag willen) wilde (willen) winkel, de winter, de wist (weten) wit woning, de woon (wonen) woonkamer, de woonruimte, de woont (wonen) woord, het zaak, de zadel, het zal (zullen) zalf, de zat (zitten) ze zeg zeg (zeggen) Zeg dat wel! zei (zeggen) zeker zelf zetten zie (zien) ziet eruit (eruitzien) zijn zit (zitten) zit ik onder de bultjes zitten (zitten) zo zo meteen zo snel mogelijk zo’n zoals zodat zodra zoek (zoeken) zomer, de zomerhitte, de

wer Rad weit Wein möchte / will möchte gern wollte Laden / Geschäft Winter wusste weiß Wohnung wohnst / wohnen Wohnzimmer Wohnraum wohnen Wort Geschäft Sattel soll Salbe saß sie sag mal sage Das kann man wohl sagen! sagtest sicher selbst stellen sehe sieht aus seine sitzt habe ich überall Ausschlag sitzen so gleich so bald wie möglich so ein wie sodass sobald suche Sommer Sommerhitze


zonder zonnige (zonnig) Zuid-Afrikaanse (ZuidAfrikaans) zuinig zulk zullen (zullen) zus, de zussen (zus) zwart zwemmen

ohne sonniges südafrikanischen sparsam solch sollen Schwester Schwestern schwarz Schwimmen


Verzamelde woordenlijst. In de startblokken Nederlands voor Duitstaligen. bij. Berna de Boer, Margaret van der Kamp en Birgit Lijmbach

Recommend Documents