Verzamelde woordenlijst Duits- Nederlands
bij
Op naar de eindstreep Nederlands voor Duitstaligen
Henny Taks en Katja Verbruggen
bussum 2014
Deze verzamelde woordenlijst Duits- Nederlands hoort bij Op naar de eindstreep - Nederlands voor Duitstaligen van Henny Taks en Katja Verbruggen. Let op: In de woordenlijst is bij de vertaling van de woorden naar het Duits rekening gehouden met de betekenis in de betreffende context in het boek.
© 2009 Uitgeverij Coutinho bv Alle rechten voorbehouden. Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16 h Auteurswet 1912 dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan Stichting Reprorecht (Postbus 3051, 2130 KB Hoofddorp, www.reprorecht.nl). Voor het overnemen van (een) gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie, Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.stichting-pro.nl). Eerste druk 2009, derde oplage 2014 Uitgeverij Coutinho Postbus 333 1400 AH Bussum
[email protected] www.coutinho.nl Noot van de uitgever Wij hebben alle moeite gedaan om rechthebbenden van copyright te achterhalen. Personen of instanties die aanspraak maken op bepaalde rechten, wordt vriendelijk verzocht contact op te nemen met de uitgever. ISBN NUR
978 90 469 0149 6 624
Woordenlijst Du - NL bij Op naar de eindstreep – 2/38
Duits a abbauen abbrechen abbrechen Abenteuer aber Abfall abfallen abfeuern Abgase abgeben abgewendet abhalten abhängig von abhauen Abitur ablehnen abmagern Abnahme abnehmen abnehmen abnehmen abnehmen (einen Test –) Abnutzung abrechnen abreißen Abschied Abschlussarbeit Absicht abspielen Abstammung abstauben Abstecher abstellen abstimmen auf Abstufung abwärts abwechselnd abweichen von abwerfen (Geld) Achselschweiß Ackerland Adoption Adoptiveltern Adoptivkind Aktion aktualisieren Alkoven allenthalben allerdings allmählich als Erster beginnen/ bringen/haben/melden also Altersvorsorge altmodisch Ameise amphibisch Analphabet anbauen anbringen
Nederlands
eigen opmerkingen
afbreken afbreken uitvallen avontuur echter vuil dalen lossen verbrandingsgas inleveren afgewend weerhouden afhankelijk van er vandoor gaan eindexamen weigeren afvallen daling afslanken afvallen dalen een toets afnemen
brak af, afgebroken brak af, afgebroken viel uit, (zijn) uitgevallen het; avonturen
uitslijting afrekenen afbreken afscheid scriptie bedoeling afspelen afkomst stof afnemen uitstapje uitzetten afstemmen op gradatie omlaag afwisselend afwijken van opleveren okselzweet akkergrond adoptie adoptieouders adoptiekind actie verversen bedstede alom weliswaar gaandeweg de primeur hebben
uitslijtingen rekende af, afgerekend brak af, afgebroken het; geen meervoud scripties bedoelingen speelde af, afgespeeld geen meervoud nam af, afgenomen het; uitstapjes zette uit, uitgezet stemde af, afgestemd gradaties
zodoende pensioenvoorziening oubollig mier amfibisch analfabeet telen opdoen
het; geen meervoud daalde, (zijn) gedaald loste, gelost verbrandingsgassen leverde in, ingeleverd weerhield, weerhouden
het; eindexamens weigerde, geweigerd viel af, (zijn) afgevallen dalingen slankte af, (zijn) afgeslankt viel af, (zijn) afgevallen daalde, (zijn) gedaald nam af, afgenomen
week af, (zijn) afgeweken leverde op, opgeleverd het; geen meervoud akkergronden adopties het; adoptiekinderen acties ververste, ververst bedsteden, bedstedes
primeurs
pensioenvoorzieningen mieren analfabeten teelde, geteeld deed op, opgedaan
Woordenlijst Du - NL bij Op naar de eindstreep – 3/38
andererseits anderswo Änderung andeuten andrehen aneinanderreihen
anderzijds elders wijziging aanduiden aansmeren aaneenschakelen
anerkannt Anfang anfangen anfertigen Angabe Angabe angeboren Angebot Angelegenheit angesagt sein angreifen Angreifer Angriffsraum Angst (vor –) anhalten Anlass Anlass Anlasser Anlaufstelle anlegen Anlehnung (in – an) Anleitung Anleitung Anmeldebestätigung Annahme Annonce anonym Anrede anregen Anregung Anreiz anrichten anrufen Ansatz anschaffen Ansicht ansprechen ansspruchslos ansteigen Anstieg Anstieg anstreichen anstrengend Ansturm Antwort Anwalt anwendbar anwendbar sein anwenden Anwendung anwesend Anwohner Anzeige Anzeige erstatten anziehend Anziehungskraft Anzug Apparat Apparatur
gerenommeerd aanvang ondernemen aanmaken gegeven verklaring aangeboren aanbod kwestie aan de orde zijn aanpakken belager aanvalsvak van schrik tegenhouden aanleiding reden starter meldpunt aanleggen in navolging van handleiding leidraad inschrijfbevestiging veronderstelling advertentie anoniem aanhef inspireren beleving impuls aanrichten bellen aanpak aanschaffen opvatting benaderen eenvoudig oplopen groei stijging schilderen vermoeiend stormloop respons advocaat toepasbaar van toepassing zijn toepassen toepassing tegenwoordig omwonende advertentie aangifte doen aantrekkelijk aantrekkingskracht pak toestel apparatuur
wijzigingen duidde aan, aangeduid smeerde aan, aangesmeerd schakelde aaneen, aaneengeschakeld geen meervoud ondernam; ondernomen maakte aan, aangemaakt gegevens verklaringen het; geen meervoud kwesties pakte aan, aangepakt belagers het; aanvalsvakken hield tegen, tegengehouden aanleidingen redenen starters het; meldpunten legde aan, aangelegd handleidingen leidraden inschrijfbevestigingen veronderstellingen advertenties aanheffen inspireerde, geïnspireerd belevingen impulsen richtte aan, aangericht belde, gebeld aanpakken schafte aan, aangeschaft opvattingen benaderde, benaderd liep op, (zijn) opgelopen geen meervoud stijgingen schilderde, geschilderd stormlopen geen meervoud advocaten
paste toe, toegepast toepassingen omwonenden advertenties deed, gedaan aantrekkingskrachten het; pakken het; toestellen geen meervoud
Woordenlijst Du - NL bij Op naar de eindstreep – 4/38
Arbeitgeber Arbeitsdruck Arbeitsplätze ärgerlich ärgern Arie armselig Arsch artig asphaltieren Asylbewerber athletisch Atmosphäre auch aufdecken auffallend auffallend auffällig Auffassung Auffassung auffegen Aufgabe aufgeben aufgeben (etwas –) aufgeräumt aufgewachsen aufhalten aufheben Aufhebung aufhören Auflösung aufmerksam (jmdn. auf etwas – machen) aufmerksam machen auf Aufmerksamkeit schenken/ widmen aufnehmen
werkgever werkdruk werkgelegenheid vervelend pesten aria armzalig kont aardig asfalteren asielzoeker atletisch atmosfeer tevens, ook blootleggen opzichtig opvallend opvallend opvatting visie opvegen opgave opgeven afstand doen van aan kant getogen tegenhouden optillen opheffing ophouden opheffing iets onder iemands aandacht brengen attenderen op
werkgevers geen meervoud geen meervoud
aandacht besteden aan inventariseren
geen meervoud
aufreden Aufsatz Aufschub aufschütten aufschwatzen Aufsehen Aufsichtsperson aufsteigen Aufstellung aufteilen auftragen Auftreten auftreten Auftritt aufwärts aufwenden Aufwind Augenblick augenscheinlich Ausarbeitung ausbauen Ausbildungsniveau ausbrechen Ausbruch ausbürsten Ausdauer ausdehnen (sich –)
aansmeren scriptie uitstel ophogen aanpraten opzien toezichthouder opstijgen opstelling verdelen opdoen optreden optreden optreden opwaarts iets besteden aan stijgstroom tijdstip blijkbaar verwerking verbouwen opleidingsniveau uitbarsten uitbarsting uitborstelen geduld uitzetten
pestte, gepest aria’s konten asfalteerde, geasfalteerd asielzoekers atmosferen legde bloot, blootgelegd
opvattingen visies veegde op, opgeveegd opgaven gaf op, opgegeven
hield tegen, tegengehouden tilde op, opgetild opheffingen hield op, (zijn) opgehouden opheffingen
attendeerde, geattendeerd
inventariseerde, geïnventariseerd smeerde aan, aangesmeerd scripties het; uitstellen hoogde op, opgehoogd praatte aan, aangepraat het; geen meervoud toezichthouders steeg op, (zijn) opgestegen opstellingen verdeelde, verdeeld deed op, opgedaan het; optredens trad op, opgetreden het; optredens besteedde, besteed stijgstromen het; tijdstippen verwerkingen verbouwde, verbouwd het; opleidingsniveaus barstte uit, (zijn) uitgebarsten uitbarstingen borstelde uit, uitgeborsteld het; geen meervoud zette uit, (zijn) uitgezet
Woordenlijst Du - NL bij Op naar de eindstreep – 5/38
Ausdehnung ausdenken (sich –) auseinandergehen/lauf en Ausflug Ausflug Ausgangspunkt Ausgeglichenheit ausgehen ausgehen von
uitbreiding bedenken uiteenlopen
uitbreidingen bedacht, bedacht liep uiteen, uiteengelopen
excursie uitstapje uitgangspunt evenwicht uitpakken uitgaan van
excursies het; uitstapjes het; uitgangspunten het; geen meervoud pakte uit, uitgepakt ging uit van, (zijn) uitgegaan van
ausgestattet sein mit ausgleichen aushalten auskundschaften ausleihen Ausnahme Auspuffgase Ausrüstung Aussage ausschalten ausschalten ausschlaggebend ausschütteln außer wenn Äußere(s) außergewöhnlich Äußerlichkeit Aussicht aussortieren ausstatten Ausstellung Aussteuer ausstoßen Ausstrahlung aussuchen austauschen austeilen ausüben Auswahl (eine – treffen) auswählen auswählen Auswertungsgespräch Auswirkung auszeichnen (sich –) Autobahn Autofahrer Autorin Autotür b Badehose Badewanne bar Barzahlung (gegen –) Batterie Batteriefach Bauch bauen bauen (einen Damm –) Baugenossenschaft baumeln Bearbeitung Bedarf haben an bedauerlich bedauernswert bedenken
voorzien zijn van nivelleren doorstaan verkennen lenen uitzondering uitlaatgas voorziening verklaring uitschakelen uitzetten cruciaal uitschudden tenzij uiterlijk zeldzaam uiterlijk vooruitzicht uitsorteren uitrusten expositie bruidsschat uitstoten uitstraling selecteren vervangen uitdelen beoefenen een keuze maken selecteren selecteren functioneringsgesprek impact zich kenmerken door snelweg automobilist schrijfster portier zwembroek ligbad contant contant batterij batterijhouder buik aanleggen een dam leggen woningbouwvereniging bungelen verwerking behoefte hebben aan zielig zielig bedenken
nivelleerde, genivelleerd doorstond, doorstaan verkende, verkend leende, geleend uitzonderingen uitlaatgassen voorzieningen verklaringen schakelde uit, uitgeschakeld zette uit, uitgezet schudde uit, uitgeschud het; geen meervoud het; geen meervoud het; vooruitzichten sorteerde uit, uitgesorteerd rustte uit, uitgerust exposities bruidsschatten stootte uit, uitgestoten uitstralingen selecteerde, geselecteerd verving, vervangen deelde uit, uitgedeeld beoefende, beoefend selecteerde, geselecteerd selecteerde, geselecteerd het; functioneringsgesprekken impacts snelwegen automobilisten schrijfsters het; portieren zwembroeken het; ligbaden
batterijen batterijhouders buiken legde aan, aangelegd legde, gelegd verenigingen bungelde, gebungeld verwerkingen
bedacht, bedacht
Woordenlijst Du - NL bij Op naar de eindstreep – 6/38
Bedenken bedeuten Bedeutung Bedingung bedrohen Bedürfnis (ein – haben nach) beeilen (sich –) beeinflussen Beeinflussung beeinträchtigen beendet haben befinden (sich –) befreien Befund befürchten begegnen begehrt begeistert Beginn begleichen begleiten Begründung behalten Behälter behandeln behaupten beherrschen behindern Behörden Bein (umgangssprachlich) beinhalten Beitrag bekämpfen Bekämpfungsmittel Bekanntheit/ Bekanntschaft Bekanntschaften machen beklagen (sich – über) beklauen bekommen bekommen Belebung beliebig bellen bemerken benachteiligt sein durch benötigen benutzen Beobachter Berater Berater bereits Berichterstatter Beruf berühren berühren berühren (das Spielfeld –) beschädigt beschaffen beschäftigt sein Beschränkung beschummeln
bezwaar betekenen belang voorwaarde bedreigen behoefte hebben aan
het; bezwaren betekende, betekend het; belangen voorwaarden, voorwaardes bedreigde, bedreigd
opschieten beïnvloeden beïnvloeding belemmeren eindigen zich bevinden ontdoen bevinding vrezen voor aanlopen tegen begeerd enthousiast aanvang voldoen aan begeleiden reden onthouden reservoir behandelen beweren beheersen belemmeren overheid poot
schoot op, (zijn) opgeschoten beïnvloedde, beïnvloed beïnvloedingen belemmerde, belemmerd eindigde, (zijn) geëindigd bevond, bevonden ontdeed, ontdaan bevindingen vreesde, gevreesd liep aan, (zijn) aangelopen
bevatten contributie bestrijden bestrijdingsmiddel bekendheid
bevatte, bevat contributies bestreed, bestreden het; bestrijdingsmiddelen bekendheden
contact opdoen
deed op, opgedaan
zich beklagen over rollen behalen ontvangen beleving willekeurig blaffen waarnemen nadeel hebben van nodig hebben gebruiken observant adviseur hulpverlener alvast, reeds verslaggever vak aanraken raken stuiteren
beklaagde, beklaagd rolde, gerold behaalde, behaald ontving, ontvangen belevingen
beschadigd verschaffen in de weer zijn beperking bedonderen
geen meervoud voldeed, voldaan begeleidde, begeleid redenen onthield, onthouden het; reservoirs behandelde, behandeld beweerde, beweerd beheerste, beheerst belemmerde, belemmerd overheden poten
blafte, geblaft nam waar, waargenomen nodig had, nodig gehad gebruikte, gebruikt observanten adviseurs hulpverleners verslaggevers het; vakken raakte aan, aangeraakt raakte, (zijn) geraakt stuiterde, gestuiterd
verschafte, verschaft beperkingen bedonderde, bedonderd
Woordenlijst Du - NL bij Op naar de eindstreep – 7/38
beschützen vor Beschützer Beschwerde Beschwerde besetzen (ein Haus –) besetzt besiegen besitzen Besorgtheit Besprechung bestehen bestehlen bestimmen bestimmt bestreiten Beteiligung beteuern betonen Betonung beträchtlich Betrachtungsweise betreiben betreuen Betrieb Betriebsausflug betrügen betrügen (seinen Partner –) Bettler Betttuch Bettnische beunruhigt Beute Bevölkerung Bevölkerungsexplosion Bevölkerungsgruppe bevor Bevorzugung bewältigen bewerben (sich – auf/um) Bewerber Bewerbung bewertet Bewertungsgespräch bewußt (sich – werden)
beschermen tegen patroon bezwaar klacht een huis kraken
bezahlbar bezahlen (bar –) bezeichnen bezeichnend Beziehung Beziehung Beziehungfähigkeit beziehungsweise Bezirk bezogen auf Bezug Bezug (in – auf) bezüglich bezugsfertig biegsam bilden bildend Bildschirm
betaalbaar contant betalen aanduiden kenmerkend betrekking verhouding relatiepotentieel oftewel wijk gerelateerd aan betrekking met betrekking tot met betrekking tot beschikbaar soepel vormen beeldend beeldscherm
bezet verslaan in bezit hebben bezorgdheid vergadering slagen (voor) rollen vaststellen bepaald bestrijden participatie bezweren benadrukken nadruk aanzienlijk visie beoefenen begeleiden bedrijf bedrijfsuitje frauderen vreemdgaan bedelaar laken bedstede ongerust buit bevolking bevolkingsexplosie bevolkingsgroep alvorens verkiezing verwerken solliciteren op/naar kandidaat sollicitatie gewaardeerd functioneringsgesprek tot iemand doordringen
beschermde, beschermd patronen het; bezwaren klachten kraakte, gekraakt
versloeg, verslagen bezorgdheden vergaderingen slaagde, (zijn) geslaagd rolde, gerold stelde vast, vastgesteld bestreed, bestreden participaties bezwoer, bezworen benadrukte, benadrukt nadrukken visies beoefende, beoefend begeleidde, begeleid het; bedrijven het; bedrijfsuitjes fraudeerde, gefraudeerd ging vreemd, (zijn) vreemdgegaan bedelaars het; lakens bedsteden, bedstedes geen meervoud bevolkingen bevolkingsexplosies bevolkingsgroepen verkiezingen verwerkte, verwerkt solliciteerde, gesolliciteerd kandidaten sollicitaties het; functioneringsgesprekken drong door, (zijn) doorgedrongen betaalde, betaald duidde aan, aangeduid betrekkingen verhoudingen het; geen meervoud wijken betrekkingen
vormde, gevormd het; beeldschermen
Woordenlijst Du - NL bij Op naar de eindstreep – 8/38
billig Bimmel binden Bläschen Blatt blättern Blickkontakt herstellen Blindenschrift blitzen blitzschnell blöd Blödsinn blödsinnig bloß blühend Blumenzwiebel Blüte bockig Boden Boden Böschung böse boshaft brauchen brauchen brauchen brennen Brennpunkt Briefkasten brodeln Bruchlinie Bruchstück Brunnen Bruttokaltmiete buchen Büchse buchstäblich Bude Bürgerschaft Bürste Bußgeld bzw. c Chance charakteristisch Charmeur Chef Chefredakteur
goedkoop klokje binden bobbeltje blad bladeren oogcontact maken brailleschrift bliksemen razendsnel stom flauwekul idioot bloot bloeiend bloembol bloesem koppig bodem vloer helling kwaadaardig, stout kwaadaardig gebruiken hoeven nodig hebben branden brandpunt brievenbus borrelen breuklijn brokstuk put rekenhuur boeken blikje letterlijk kraampje burgerij schuier boete oftewel
Chemie Chronik clever CO2-Ausstoß d Dachboden Dachterrasse dadurch dagegen dagegen vorgehen daher dahingegen damals Damm danebenhauen dank darlegen
scheikunde kroniek handig CO2-uitstoot
kans karakteristiek charmeur patroon hoofdredacteur
zolder dakterras doordat daarentegen tegenin gaan doordat daarentegen destijds dam de plank misslaan dankzij uiteenzetten
het; klokjes bond, gebonden het; bobbeltjes het; bladen bladerde, gebladerd het; geen meervoud bliksemde, gebliksemd
geen meervoud
bloembollen bloesems bodems vloeren hellingen
gebruikte, gebruikt hoefde, gehoefd nodig had, nodig gehad brandde, gebrand het; brandpunten brievenbussen borrelde, geborreld breuklijnen het; brokstukken putten rekenhuren boekte, geboekt het; blikjes het; kraampjes burgerijen schuiers boeten, boetes
kansen charmeurs patronen hoofdredacteurs, hoofdredacteuren geen meervoud kronieken uitstoten zolders het; dakterrassen
dammen sloeg mis, misgeslagen zette uiteen, uiteengezet
Woordenlijst Du - NL bij Op naar de eindstreep – 9/38
darstellen darstellen
schetsen vertegenwoordigen
darüber hinaus daß dauerhaft dauernd dazugehörend Decke Decke decken defekt deftig demnächst demütigend Denkmal dennoch deponieren derjenige dessen dessen ungeachtet desto Diät Diätassistent diejenige Dienstbote diensthabend Dienstmädchen Dienstmädchen Dienstplan Diplom Diskussion diskutieren diverse Dokumentarfilm donnern doof Doppel(spiel) doppelt Dose drapieren Drehbuch Drehung dringend dringlich Drittel (ein –) Drogerie Drohung Drohung drücken Drucker Drucksache dufte dumm Dünger Dunkelheit Duo Durchbruch durcheinanderbringen
verder, voorts doordat duurzaam voortdurend bijbehorend deken kleedje schade dekken defect stevig binnenkort vernederend monument desondanks deponeren degene diens desalniettemin des te dieet diëtist degene dienstbode dienstdoend dienstbode huismeid dienstregeling diploma discussie bespreken divers documentaire donderen stom dubbelspel dubbel blikje draperen scenario draai urgent urgent een derde drogisterij bedreiging dreiging duwen printer drukwerk hip stom mest duisternis tweetal doorbraak overhoophalen
durchfallen in durchhalten durchkommen Durchmesser durchnehmen durchqueren
zakken voor doorstaan slagen (voor) diameter doornemen doorkruisen
schetste, geschetst vertegenwoordigde, vertegenwoordigd
dekens het; kleedjes dekte, gedekt
het; monumenten deponeerde, gedeponeerd degenen
het; diëten diëtisten degenen dienstboden, dienstbodes dienstboden, dienstbodes huismeiden dienstregelingen het; diploma’s discussies besprak, besproken documentaires donderde, gedonderd het; dubbelspelen het; blikjes drapeerde, gedrapeerd het; scenario's draaien
drogisterijen bedreigingen dreigingen duwde, geduwd printers het; drukwerken
geen meervoud geen meervoud tweetallen doorbraken haalde overhoop, overhoopgehaald zakte, (zijn) gezakt doorstond, doorstaan slaagde, (zijn) geslaagd diameters nam door, doorgenomen doorkruiste, doorkruist
Woordenlijst Du - NL bij Op naar de eindstreep – 10/38
Durchschnitt
gemiddelde
durchschnittlich dürr duzen e ebenfalls ehe Ehebruch ehemals Ehepaar ehrlich eigensinnig Eigentumswohnung eigenwillig Eile Einblick (in) haben einbrechen einbringen einerseits einfach einfach so einführen einführen (jemanden in etwas –) Einführung eingeben eingenommen werden Einheimische(r) einheitlich einigermaßen Einkauf Einkommensgruppe Einleitung einleuchtend einliefern Einnahme einprägen einreden einreichen einrichten Einrichtung Einrichtung einschalten einschließlich Einschränkung einsetzen einsetzen (sich – für) Einsicht Einsicht (in) haben einsparen einsteigen in
gemiddeld droog tutoyeren
einstellen einstellen Einstellung eintägig eintippen Eintritt Einzahl Einzel(spiel) einzeln Einzelsport Eiskappe Elektrizität Element
instellen stopzetten instelling eendaags intoetsen entree enkelvoud enkelspel apart individuele sport ijskap elektriciteit element
eveneens alvorens overspel voorheen echtpaar eerlijk eigenwijs koopwoning eigenwijs spoed inzicht hebben in inbreken opleveren enerzijds eenvoudig, sober zomaar introduceren iemand wegwijs maken in iets introductie invoeren ingenomen worden autochtoon gelijk enigszins aankoop inkomensgroep inleiding helder inleveren opbrengst prenten aanpraten indienen inrichten interieur voorziening inschakelen inbegrepen beperking inschakelen zich inzetten voor inzicht inzicht hebben in uitsparen instromen
het; gemiddelden, gemiddeldes
tutoyeerde, getutoyeerd
het; geen meervoud het; echtparen
koopwoningen
brak in, ingebroken leverde op, opgeleverd
introduceerde, geïntroduceerd
introducties invoerde, ingevoerd autochtonen
aankopen inkomensgroepen inleidingen leverde in, ingeleverd opbrengsten prentte, geprent praatte aan, aangepraat diende in, ingediend richtte in, ingericht het; interieurs voorzieningen schakelde in, ingeschakeld beperkingen schakelde in, ingeschakeld het; inzichten spaarde uit, uitgespaard stroomde in, (zijn) ingestroomd stelde in, ingesteld zette stop, stopgezet instellingen toetste in, ingetoetst entrees het; enkelvouden het; enkelspelen
ijskappen geen meervoud het; elementen
Woordenlijst Du - NL bij Op naar de eindstreep – 11/38
elterlich Elternhaus emotional empfehlenswert empfindlich emporragen Ende Ende enden Energiesparlampe eng Enkel Ente entfernen entgegenkommen
ouderlijk ouderlijk huis emotioneel raadzaam gevoelig, kwetsbaar uitrijzen boven slot, einde uiteinde ophouden spaarlamp krap, nauw kleinkind eend verwijderen tegemoetkomen aan
entgegenwirken
tegengaan
enthalten entkommen entkommen entlassen entnehmen entscheidend entschieden entschuldigen
bevatten ontkomen ontsnappen ontslaan opmaken uit cruciaal bepaald verontschuldigen
enttäuschen
tegenvallen
entweder... oder...
of... of..., hetzij… hetzij… ontsnappen ontwend erbarmelijk, beroerd leveren erfenis erwt aardbeving opwarming van de aarde begane grond aardoppervlak evenement uitvinding eis voldoen aan aanvullen aanvullend aantonen score doorgronden behalen ontvangen aanzienlijk ophogen recreëren recreatief recreatiemogelijkheid recreant herinnering herkenbaar bevinding verhelderen verkennen navraag toestaan
entwischen entwöhnt erbärmlich erbringen Erbschaft Erbse Erdbeben Erderwärmung Erdgeschoss Erdoberfläche Ereignis Erfindung Erfordernis erfüllen ergänzen ergänzend ergeben Ergebnis, ergründen erhalten erhalten erheblich erhöhen erholen (sich –) erholsam Erholungsmöglichkeit Erholungssuchende Erinnerung erkennbar Erkenntnis erklären erkunden Erkundigung erlauben
het; ouderlijke huizen
rees uit, (zijn) uitgerezen het; geen meervoud het; uiteinden, uiteindes hield op, (zijn) opgehouden spaarlampen het; kleinkinderen eenden verwijderde, verwijderd kwam tegemoet; (zijn) tegemoetgekomen ging tegen, (zijn) tegengegaan bevatte, bevat ontkwam, (zijn) ontkomen ontsnapte, (zijn) ontsnapt ontsloeg, ontslagen maakte op, opgemaakt
verontschuldigde, verontschuldigd viel tegen, (zijn) tegengevallen
ontsnapte, (zijn) ontsnapt
leverde, geleverd erfenissen erwten aardbevingen
het; aardoppervlakken het; evenementen uitvindingen eisen voldeed, voldaan vulde aan, aangevuld toonde aan, aangetoond scores doorgrondde, doorgrond behaalde, behaald ontving, ontvangen hoogde op, opgehoogd recreëerde, gerecreëerd recreatiemogelijkheden recreanten herinneringen bevindingen verhelderde, verhelderd verkende, verkend navragen stond toe, toegestaan
Woordenlijst Du - NL bij Op naar de eindstreep – 12/38
Erlaubnis Erläuterung erleben erledigen erliegen Erlös ermäßigen Ermäßigung ermorden ermüdend Ernährungswissenschaftler erneuern erniedrigend erobern erörtern erreichbar errichten erscheinen Erscheinung Erscheinung erschrecken (sich –) erschweren erschwinglich ersetzen erst erstatten Erstattung ertrinken Eruption erwähnt erwarten Erwartungen (die – übertreffen) erwartungsvoll Erweiterung erwerben Erziehung es sei denn daß Essen Eßwaren Etagenwohnung ewig Existenzgründer Exkursion expandieren expandieren extra extrovertiert f Fach Fächerkombination fähig sein Fahrer Fahrplan Fahrradstand (überdeckte(r) –) Fahrspur Fahrzeug fallen falls Familienaktivität/flug fangen Fassung fast Federball
toestemming verklaring beleven afronden bezwijken opbrengst verlagen korting vermoorden vermoeiend voedingsdeskundige
toestemmingen verklaringen beleefde, beleefd rondde af, afgerond bezweek, (zijn) bezweken opbrengsten verlaagde, verlaagd kortingen vermoordde, vermoord
verversen vernederend veroveren uiteenzetten toegankelijk oprichten verschijnen verschijning verschijnsel schrikken belemmeren betaalbaar vervangen pas vergoeden restitutie verdrinken uitbarsting vermeld verwachten meevallen
ververste, ververst
verwachtingsvol uitbreiding aanschaffen opvoeding tenzij etentje etenswaar etagewoning eeuwig starter tocht groeien uitzetten extra extravert vak vakkenpakket in staat zijn bestuurder dienstregeling overdekte fietsenstalling rijstrook voertuig dalen indien gezinsactiviteit vangen versie nagenoeg shuttle
voedingsdeskundigen
veroverde, veroverd zette uiteen, uiteengezet richtte op, opgericht verscheen, (zijn) verschenen verschijningen het, verschijnselen schrok, (zijn) geschrokken belemmerde, belemmerd verving, vervangen vergoedde, vergoed restituties verdronk; verdronken uitbarstingen verwachtte, verwacht viel mee, (zijn) meegevallen
uitbreidingen schafte aan, aangeschaft opvoedingen het; etentjes geen meervoud etagewoningen starters tochten groeide, (zijn) gegroeid zette uit, (zijn) uitgezet
het; vakken het; vakkenpakketten bestuurders dienstregelingen fietsenstallingen rijstroken het; voertuigen daalde, (zijn) gedaald activiteiten ving, gevangen versies shuttles
Woordenlijst Du - NL bij Op naar de eindstreep – 13/38
fehlen Fehler Feind Feld Ferienlager ferner Fernseher Ferse fertig sein Fertigkeit festgesetzt Festival festsetzen feststellen feucht Fingerspitze Finsternis flach Fläche Flamme fleckenlos flennen fließen
missen, ver te zoeken zijn fout vijand veld kinderkamp voorts buis hak eindigen vaardigheid bepaald festival vaststellen vaststellen vochtig vingertop duisternis plat oppervlakte pitje vlekkeloos huilen dóórstromen
Flüchtling Flügel Flugplan Fluss Folge folglich fördern Forderung formen Formgebung förmlich Forscher Förster fortbewegen Fortbewegung Fortschritt fossile Brennstoffe Foul Foul Frage (eine – von) frech freilegen Freizeitkommission fremdgehen
vluchteling vleugel dienstregeling rivier gevolg zodoende bevorderen eis vormen vormgeving letterlijk onderzoeker boswachter voortbewegen voortbeweging vordering fossiele brandstof fout overtreding een kwestie van brutaal blootleggen recreatiecommissie vreemdgaan
Frist früher Fuge Fugen (aus den – geraten) fügsam führen führen führen zu Führer Fülle fulminant furchtbar fürchten (um) Fürsorge fusionieren
termijn voorheen voeg uit de voegen barsten gemakkelijk leiden rondleiden leiden tot gierig veelheid schitterend vreselijk vrezen voor zorg fuseren
miste, gemist fouten vijanden het; velden het; kinderkampen buizen hakken eindigde, (zijn) geëindigd vaardigheden het; festivals stelde vast, vastgesteld stelde vast, vastgesteld vingertoppen geen meervoud oppervlakten, oppervlaktes het; pitjes huilde, gehuild stroomde door, (zijn) doorgestroomd vluchtelingen vleugels dienstregelingen rivieren het; gevolgen bevorderde, bevorderd eisen vormde, gevormd vormgevingen onderzoekers boswachters bewoog voort, voortbewogen voortbewegingen vorderingen brandstoffen fouten overtredingen
legde bloot, blootgelegd recreatiecommissies ging vreemd, (zijn) vreemdgegaan termijnen voegen
leidde, geleid leidde rond, rondgeleid leidde tot, geleid tot veelheden
vreesde, gevreesd zorgen fuseerde, (zijn) gefuseerd
Woordenlijst Du - NL bij Op naar de eindstreep – 14/38
Fuß (umgangssprachlich) Fußboden g gackern Gang (in – kommen) Gange (im – sein) Ganze(s) Garderobe Gasherd Gebäude geben geben Gebrauch (in – kommen) Gebrauch machen von etwas gebräuchlich Gebrauchsanweisung Gebrauchsgegenstand gebührenfrei Geburtenzahl Geburtenziffer Geburtstagsparty Geduld Gefahr Gefährdung Gefälle gefallen (sich etwas – lassen) Gefängnisstrafe Gefäß Gefäßerkrankung Gefäßkrankheit Gefrierschrank Gegebenheit Gegenpartei Gegensatz gegenseitig Gegenspieler Gegenstand Gegenteil (im –) gegenwärtig Gegner Gegner geholfen sein mit gehören zu
poot
poten
vloer
vloeren
kakelen (niet) van de grond komen gaande zijn geheel kleedkamer gasfornuis pand verschaffen verstrekken zijn intrede doen
kakelde, gekakeld kwam, (zijn) gekomen
het; gehelen kleedkamers het; gasfornuizen het; panden verschafte, verschaft verstrekte, verstrekt
gebruik maken van gebruikelijk handleiding gebruiksvoorwerp portvrij geboortecijfer geboortecijfer verjaardagspartijtje geduld gevaar bedreiging helling pikken hechtenis vat vaatziekte vaatziekte vriezer omstandigheid tegenpartij tegenstelling wederzijds tegenpartij voorwerp integendeel tegenwoordig tegenstander vijand gebaat zijn bij vallen onder
handleidingen het; gebruiksvoorwerpen het; geboortecijfers het; geboortecijfers het; verjaardagspartijtjes het; geen meervoud het; gevaren bedreigingen hellingen pikte, gepikt geen meervoud het; vaten vaatziekten, vaatziektes vaatziekten, vaatziektes vriezers omstandigheden tegenpartijen tegenstellingen tegenpartijen het; voorwerpen
tegenstanders vijanden viel onder, (zijn) gevallen onder doven stoepen gijzelde, gegijzeld vrekken vrekken croste, gecrost
Gehörlose(r) Gehweg Geisel (als – nehmen) Geizhals Geizkragen Geländefahrrad (mit dem – fahren) gelangen
dove stoep gijzelen vrek vrek crossen
Geld horten Geld zusammensparen Geldbuße Geldstrafe Geldstrafe (mit einer – belegen) Gelegenheit Gelegenheitskauf
geld oppotten geld oppotten boete boete beboeten
kwam terecht, (zijn) terechtgekomen potte op, opgepot potte op, opgepot boeten, boetes boeten, boetes beboette, beboet
kans koopje
kansen het; koopjes
terechtkomen
Woordenlijst Du - NL bij Op naar de eindstreep – 15/38
Gelehrte(r) Gelenk gelenkig gelernt Geliebte(r) gelingen gelten Gemeinde Gemeinschaft gemeinschaftlich gemeinschaftlich Gemeinschaftspraxis (hausärztliche –) Gemeinwohl gemischt genannt genau geneigt sein genetische Veränderung genießen genügen genügen (nicht –) Gepäck gerade Gerät Geräte geraten geraten
geleerde enkel soepel aangeleerd minnaar lukken gelden gemeente gemeenschap gemeentelijk gezamenlijk huisartsenpraktijk
geräumig Geräusch gering Geruch Geruchsbelästigung gesamt Gesamtheit Geschäft geschätzt geschehen gescheitert Geschichte Geschicklichkeit geschickt Geschirrspüler geschmeidig Gesellschaft Gesellschaft Gesetz gesetzlich gesondert Gespann Gespräch Gestalt Gestaltung gestrandet Gesundheitsamt getrauen(sich –) getrennt Gewächs Gewächshaus Gewahrsam Gewährsmann gewaltig Gewichtsabnahme Gewitter
ruim geluid laag geur stankoverlast gezamenlijk totaliteit bedrijf gewaardeerd overkómen stranden verhaaltje vaardigheid handig vaatwasser soepel maatschappij samenleving wet wettelijk apart tweetal gesprek verschijning vormgeving stranden gezondheidsdienst durven afzonderlijk gewas kas hechtenis zegsman hevig gewichtsvermindering onweersbui
enkels
minaars, minnaren lukte, (zijn) gelukt gold, gegolden gemeenten, gemeentes gemeenschappen
huisartsenpraktijken
welzijn gemengd vermeld nauwkeurig geneigd zijn genetische modificatie
het; geen meervoud
genieten voldoen aan te wensen overlaten bagage net toestel apparatuur raken terechtkomen
genoot, genoten voldeed, voldaan liet over, overgelaten geen meervoud
modificaties
het; toestellen geen meervoud raakte, (zijn) geraakt kwam terecht, (zijn) terechtgekomen het; geluiden geuren geen meervoud totaliteiten het; bedrijven overkwam, (zijn) overkomen strandde, gestrand het; verhaaltjes vaardigheden vaatwassers maatschappijen samenlevingen wetten
tweetallen het; gesprekken verschijningen vormgevingen strandde, gestrand gezondheidsdiensten durfde, gedurfd het; gewassen kassen geen meervoud zegslieden gewichtsverminderingen onweersbuien
Woordenlijst Du - NL bij Op naar de eindstreep – 16/38
gewöhnen (sich –) Gitter Gitterrost Gitterstab glänzend gleich gleichermaßen Gleichgewicht gleichwie gleichzeitig Gletscher glimpflich Glöckchen glühend (heiß) Grab Grad grell Griff Griff (etwas in den – bekommen) großartig Großbürgertum Größe Größe größtenteils Grund gründen Gründer Grundschule/ Grundschulunterricht Gründung Gründungsjahr grunzen Gruppe (in einer –) günstig gut (für – befinden) gut bezahlt Gutachten gutheißen h Hacke Haftstrafe Hahn Hahn halbieren halten (Lesungen –) Haltung Haltung Hand (umgangssprachlich) handeln von Handgriff Handhabung handlich handlich Hang hängend hänseln hart (sehr) hartnäckig Hauptverkehrszeit Haus Hausgeburt Haushaltskasse Haushaltungsschule
wennen rooster rooster spijl schitterend gelijk eveneens evenwicht zoals tevens gletsjer schappelijk klokje gloeiend (heet) graf graad fel handvat iets onder de knie krijgen overweldigend; schitterend gegoede burgerij grootte omvang grotendeels reden oprichten oprichter basisonderwijs
wende, (zijn) gewend het; roosters het; roosters spijlen
oprichting oprichtingsjaar knorren met een groepje goedkoop; gunstig goedkeuren goedbetaald advies goedkeuren
oprichtingen het; oprichtingsjaren knorde, geknord
hiel hechtenis haan kraan halveren lezingen verzorgen houding instelling poot
hielen geen meervoud hanen kranen halveerde, gehalveerd verzorgde, verzorgd houdingen instellingen poten
gaan over handvat toepassing handig handzaam helling hangend pesten keihard hardnekkig spits pand thuisbevalling huishoudpot huishoudschool
ging, (zijn) gegaan het; handvatten toepassingen
het; geen meervoud
gletsjers het; klokjes het; graven graden het; handvatten
burgerijen grootten, groottes geen meervoud redenen richtte op, opgericht oprichters het; geen meervoud
keurde goed, goedgekeurd het; adviezen keurde goed, goedgekeurd
hellingen pestte, gepest
spitsen het; panden thuisbevallingen huishoudpotten huishoudscholen
Woordenlijst Du - NL bij Op naar de eindstreep – 17/38
Hausmädchen Hausstauballergie Haustür Haut Heft heftig heikel heimsuchen Heirat heiraten Heiterkeit Helfer hell Hell hemmen Hemmung herab herabsetzen herantreten (an einen Makler –) herantreten an herausbringen herausfordernd Herausforderung herb herkömmlich Herkunft herrichten herstellen herumfahren herumführen herunter hervorbringen Herzchirurg hetzen heulen heute Hilfe (um – bitten) Hilfe suchen Hilfsverb Himmel hinab hinaufgehen hinausschieben hindern Hingabe Hingabe (mit –) hingehören hinterher plaudern hinterlegen Hintern hinunter Hinweis Hinweis hinweisen auf hinzufügen hip Hobelspan Hochqualifizierte(r) Hochzeit Hochzeit Höhe (auf der – von) Höhepunkt Holz Holzweg (auf dem –
huismeid allergie voor huisstofmijt voordeur huid tijdschrift fel, hevig kwetsbaar teisteren huwelijk trouwen blijheid hulpverlener helder licht dwarszitten schroom omlaag verlagen een makelaar benaderen benaderen uitbrengen uitdagend uitdaging scherp traditioneel afkomst opknappen aanmaken rondrijden rondleiden omlaag uitbrengen hartchirurg opjagen huilen tegenwoordig hulp inroepen van steun zoeken hulpwerkwoord hemel omlaag oplopen uitstellen belemmering overgave vol overgave thuishoren napraten deponeren kont omlaag hint indicatie attenderen op toevoegen aan hip krul hoogopgeleide bruiloft huwelijk ter hoogte van hoogtepunt hout de plank misslaan
huismeiden allergieën voordeuren huiden het; tijdschriften
teisterde, geteisterd het; huwelijken trouwde, getrouwd blijheden hulpverleners lichten zat dwars, dwarsgezeten geen meervoud verlaagde, verlaagd benaderde, benaderd benaderde, benaderd bracht uit, uitgebracht uitdagingen
geen meervoud knapte op, opgeknapt maakte aan, aangemaakt rondreed, rondgereden leidde rond, rondgeleid bracht uit, uitgebracht hartchirurgen jaagde op/joeg op, opgejaagd huilde, gehuild riep in, ingeroepen het; hulpwerkwoorden hemels, hemelen liep op, (zijn) opgelopen stelde uit, uitgesteld belemmeringen geen meervoud hoorde thuis, thuisgehoord praatte na, nagepraat deponeerde, gedeponeerd konten hints indicaties attendeerde, geattendeerd voegde toe, toegevoegd krullen hoogopgeleiden bruiloften het; huwelijken het; hoogtepunten het; geen meervoud sloeg mis, misgeslagen
Woordenlijst Du - NL bij Op naar de eindstreep – 18/38
sein) Homo-Ehe Hospitant humorvoll humpeln Hygiene i idiotisch Imbiss Imitation immer Immigrant Immobilien Immobilienhändler Immobilienmarkt impertinent inbegriffen indem indem Indikation Industrialisierung Information Ingrediens inhaltlich Initiative (– ergreifen) Inkasso inklusive Insel Inserat inserieren inspirieren inspirierend instand setzen inszenieren intelligent Intensität Internetanschluss Internetbanking inventarisieren inzwischen irgendwie irritieren Irrtum isolieren isoliert j Jagd Jahresumsatz Jahrhundert Jahrhundertwende jährlich Jahrzehnt jämmerlich je... desto... jedenfalls jedes Jahr jedoch k Kabine Kampf kämpfen kämpfen kämpfen Kanalisation Kandidat
homohuwelijk observant gevoel voor humor strompelen hygiëne idioot tussendoortje nabootsing voortdurend allochtoon vastgoed makelaar huizenmarkt impertinent inbegrepen doordat terwijl indicatie industrialisatie gegeven ingrediënt inhoudelijk initiatief nemen incasso inbegrepen eiland advertentie adverteren inspireren inspirerend opknappen regisseren slim intensiteit internetaansluiting internetbankieren inventariseren inmiddels enigszins irriteren vergissing isoleren geïsoleerd
het; homohuwelijken observanten het; geen meervoud strompelde, gestrompeld geen meervoud
het; tussendoortjes nabootsingen allochtonen het; geen meervoud makelaars, makelaren huizenmarkten
indicaties geen meervoud gegevens het; ingrediënten het; initiatieven het; incasso's het; eilanden advertenties adverteerde, geadverteerd inspireerde, geïnspireerd knapte op, opgeknapt regisseerde, geregisseerd intensiteiten internetaansluitingen inventariseerde, geïnventariseerd
irriteerde, geïrriteerd vergissingen isoleerde, geïsoleerd
jacht jaaromzet eeuw eeuwwisseling jaarlijks decennium beroerd hoe... hoe ... tenminste jaarlijks echter
geen meervoud jaaromzetten eeuwen eeuwwisselingen
cabine strijd kampen strijden worstelen riolering kandidaat
cabines strijden kampte, gekampt streed, gestreden worstelde, geworsteld rioleringen kandidaten
het; decennia
Woordenlijst Du - NL bij Op naar de eindstreep – 19/38
kaputt Karriere Kasten Katastrophe kaum Kellerraum kennzeichnen (sich – durch) kennzeichnend Kern Kielwasser (im –) Kies Kinderbetreuung Kindergarten Kindergärtner Kinderlager kippen Kirche Kissen Kiste Kiste Klage Klamotten Klappe klar klatschen klauen klein klein (von – auf) klettern Klientel Klima Klimaanlage Klobrille (umgangssprachlich) klopfen klopfen knallhart knapp knattern Kneipe Knöchel Knochenbruch Knopf knurren Kolumne Kolumne komisch kommunal Kommune Kommunikation Kompensation kompliziert kondensieren
kapot carrière krat ramp nauwelijks kelderruimte zich kenmerken door
Kontinent Kontrahent Konzert Koordination Korb Körperpflegemittel/ produkt kostbar Kosten Kostüm Krach
werelddeel tegenstander concert coördinatie mand lichaamsverzorgingsproduct waardevol kostenpost mantelpak lawaai
kenmerkend kern in het kielzog grind kinderopvang kleuterschool kleuterleider kinderkamp kiepen kerk kussen kist krat klacht spul klep helder kleppen rollen kleinschalig van jongsafaan klimmen clientèle klimaat airco wc-bril kloppen tikken keihard krap, nauw sputteren kroeg enkel botbreuk knop knorren column kolom raar gemeentelijk gemeente communicatie inhaalslag lastig condenseren
carrières het; kratten rampen kelderruimten, ruimtes
kernen het; geen meervoud kinderopvangen kleuterscholen kleuterleiders het; kinderkampen kiepte, gekiept kerken het; kussens kisten het; kratten klachten het; spullen kleppen klepte, geklept rolde, gerold
klom, geklommen geen meervoud het; klimaten airco’s wc-brillen klopte, geklopt tikte, getikt
sputterde, gesputterd kroegen enkels botbreuken knoppen knorde, geknord columns kolommen
gemeenten, gemeentes communicaties inhaalslagen condenseerde, gecondenseerd het; werelddelen tegenstanders het; concerten coördinaties manden het; lichaamsverzorgingsproducten kostenposten het; mantelpakken het; geen meervoud
Woordenlijst Du - NL bij Op naar de eindstreep – 20/38
Kraft (in – treten) kräftig kräftig krähen Kram Kram Krampf kränken Krankenversicherer Krater Kratzer Krawatte Kreisdiagramm Kreuzverhör Krieg Kriminalität Kriminologe Krise kritisieren krumm kultig Kultur Kumuluswolke Kundschaft künftig künstlich kurz kürzen Kürzet (in –) kurzum l lächerlich Ladentisch Laken Land landesweit Landwirtschaft langsam Lärm Lastkraftwagen lauern Laufbahn Laut Lautsprecherbox Leben (ins – rufen) Leben (ums – kommen) Lebensraum Lebensumstände leer Lehrer Lehrkraft Leib leicht Leichtigkeit leider leihen leiten Leitfaden Lektion Lernfortschritt Lernziel Lesung leuchten lieben Liebeskummer Liebhaber
in werking treden flink stevig kraaien meuk rommel kramp grieven zorgverzekeraar krater kras stropdas cirkeldiagram kruisverhoor oorlog criminaliteit criminoloog crisis bekritiseren slinks hip beschaving stapelwolk, clientèle klandizie voortaan kunstmatig kortom inkorten binnenkort kortom belachelijk toonbank laken platteland landelijk landbouw traag lawaai vrachtwagen loeren carrière geluid geluidsbox in het leven roepen omkomen leefomgeving leefomstandigheden leeg leerkracht leerkracht buik gemakkelijk gemak helaas lenen leiden leidraad les voortgang leerdoel lezing branden houden van liefdesverdriet minnaar
kraaide, gekraaid meuken geen meervoud krampen griefde, gegriefd zorgverzekeraars kraters krassen stropdassen het; cirkeldiagrammen het; kruisverhoren oorlogen geen meervoud criminologen crisissen bekritiseerde, bekritiseerd
beschavingen stapelwolken geen meervoud
kortte in, ingekort
toonbanken het; lakens het; geen meervoud geen meervoud het; geen meervoud vrachtwagens loerde, geloerd carrières het; geluiden geluidsboxen kwam om, (zijn) omgekomen leefomgevingen geen enkelvoud leerkrachten leerkrachten buiken het; gemakken leende, geleend leidde, geleid leidraden lessen voortgangen het; leerdoelen lezingen brandde, gebrand hield, gehouden het; geen meervoud minaars, minnaren
Woordenlijst Du - NL bij Op naar de eindstreep – 21/38
liebsten (am –) liefern liefern Lieferung Lkw Lobbyarbeit betreiben Locke Lokal löschen lose Lösung Luftstrom Luxus m machtlos Magazin Mahnung makellos Makler malen managen Manager Manie Mannschaft Mannschaftssport Manuskript Märchen Marienkäfer Marke Maschinenbau Maßen (in –) mäßig massiv Maßnahme Maßstab Maßstab (in kleinem –) Mast Mathematik Mauer meckern Medizin medizinisch Meeresspiegel mehrere meiden Meinung Meister Meldestelle Menge Menge (eine –) merken (sich –) Merkmal merkwürdig Messerstecherei Miete Miete (wohngeldfähige –) Mietpreis Mietvertrag Mietwohnung Migration Mikrowelle mindestens minimieren
bij voorkeur leveren verstrekken levering vrachtwagen lobbyen krul kroeg verwijderen los oplossing luchtstroom luxe
Minuspunkt
minpunt(je)
machteloos blad herinnering vlekkeloos makelaar schilderen beheren manager rage ploeg teamsport kopij sprookje lieveheersbeestje merk werktuigbouwkunde met mate schappelijk fors maatregel maatstaf kleinschalig paal wiskunde muur mekkeren geneeskunde medisch zeespiegel meerdere mijden mening kampioen meldpunt hoeveelheid een boel onthouden kenmerk raar steekpartij huurprijs rekenhuur huurprijs huurcontract huurwoning migratie magnetron minstens minimaliseren
leverde, geleverd verstrekte, verstrekt leveringen vrachtwagens lobbyde, gelobbyd krullen kroegen verwijderde, verwijderd oplossingen luchtstromen luxes
het; bladen herinneringen makelaars, makelaren schilderde, geschilderd beheerde, beheerd managers rages ploegen teamsporten geen meervoud het; sprookjes het; lieveheersbeestjes het; merken geen meervoud
maatregelen, maatregels maatstaven palen geen meervoud muren mekkerde, gemekkerd geen meervoud zeespiegels meed, gemeden meningen kampioenen het; meldpunten hoeveelheden geen meervoud onthield, onthouden het; kenmerken steekpartijen huurprijzen rekenhuren huurprijzen het; huurcontracten huurwoningen migraties magnetrons minimaliseerde, geminimaliseerd het; minpunten (minpuntjes)
Woordenlijst Du - NL bij Op naar de eindstreep – 22/38
Misshandlung Missstand Misstrauen Missverständnis Mist Mitgift Mitgliedsbeitrag mitmachen mittels Mittelschiff mobben Mode (große –) Möglichkeit Moor(boden) Moos Moped Mord Motivation Motor Mücke muffig Mühsal Müll Müllabladeplatz/ Müllhalde mündig murren Musikstil Muster Muttersprache n nach und nach Nachahmung Nachfrage nachhaltig nachher plaudern nachlassen nachplappern Nachrede (üble –) Nachspeise Nachtisch nachweisen nackt Nagelbrett nahezu nährstoffreich Nahrungsmittelhilfe Naht Nase/Näschen national nett Netz neugeboren nicht nur... sondern auch... nicht so schlimm sein nichtsdestotrotz niederhocken Niederlassung niedlich niedrig niedrig nivellieren Nonsens normalerweise Not (in –sein)
mishandeling wantoestand wantrouwen misverstand mest bruidsschat contributie meedoen door middel van middenschip pesten rage kans veen mos brommer moord motivatie motor mug muf plaag vuil vuilstortplaats assertief sputteren muziekstijl patroon moedertaal stapje voor stapje nabootsing navraag duurzaam napraten verslappen napraten smaad toetje toetje aantonen bloot spijkerplank nagenoeg, vrijwel voedselrijk voedselhulp voeg neusje landelijk aardig net pasgeboren niet alleen... maar ook... meevallen desalniettemin hurken vestiging schattig laag plat nivelleren nonsens doorgaans in nood zitten
mishandelingen wantoestanden het; geen meervoud het; misverstanden geen meervoud bruidsschatten contributies deed mee, meegedaan het; middenschepen pestte, gepest rages kansen het; venen het; mossen brommers moorden motivaties motors, motoren muggen plagen het; geen meervoud vuilstortplaatsen
sputterde, gesputterd muziekstijlen het; patronen moedertalen
nabootsingen navragen praatte na, nagepraat verslapte, (zijn) verslapt praatte na, nagepraat geen meervoud het; toetjes het; toetjes toonde aan, aangetoond spijkerplanken
geen meervoud voegen het; neusjes
het; netten
viel mee, (zijn) meegevallen hurkte, gehurkt vestigingen
nivelleerde, genivelleerd geen meervoud
Woordenlijst Du - NL bij Op naar de eindstreep – 23/38
Nötigung Notizen machen Notwendigkeit Nuss o Oberfläche Oberseite obgleich obschon obwohl Ode Ofen offen offenbar offensichtlich ohnmächtig Ökotrophologe Öltanker Onlinebanking Operation Opfer ordentlich Orientierungsstufe Orkan Ort Ort p Paar Paar Päckchen Paket Pärchen Parkplatz Parlamentarier Partnerschaftsvertrag passen passen passieren Patent Patrone pauken Pavillon Person mit hohem Ausbildungsniveau Personenbeschreibung Pfahl Pfeiler Pferd Pflanze Pflanze Pflege Pflegefamilie Pflegesohn Pfote Phänomen Phase Physik Piktogramm Pistole plädieren für Plage Plakat Pläne schmieden Platz Platz platzen
bedreiging aantekeningen maken noodzaak nootje
bedreigingen maakte, gemaakt noodzaken het; nootjes
oppervlakte bovenkant ofschoon ofschoon ofschoon ode kachel eerlijk kennelijk blijkbaar machteloos voedingsdeskundige olietanker internetbankieren operatie slachtoffer flink brugklas orkaan gemeente plek
oppervlakten, oppervlaktes bovenkanten
koppel tweetal pakket pakket tweetal parkeerplaats Kamerlid samenlevingscontract schikken uitkomen overkómen patent patroon stampen paviljoen hoogopgeleide
het; koppels tweetallen het; pakketten het; pakketten tweetallen parkeerplaatsen het; Kamerleden het; samenlevingscontracten schikte, geschikt kwam uit, (zijn) uitgekomen overkwam, (zijn) overkomen het; patenten het; patronen stampte, gestampt het; paviljoenen hoogopgeleiden
signalement paal pijler paard gewas plant onderhoud pleeggezin pleegzoon poot verschijnsel fase natuurkunde pictogram pistool pleiten voor plaag affiche plannen smeden plein plek spatten
het; signalementen palen pijlers het; paarden het; gewassen planten het; geen meervoud het; pleeggezinnen pleegzonen, pleegzoons poten het, verschijnselen fases, fasen geen meervoud het; pictogrammen het; pistolen pleitte, gepleit plagen het; affiches smeedde, gesmeed het; pleinen plekken spatte, gespat
oden, odes kachels
voedingsdeskundigen olietankers operaties het; slachtoffers brugklassen orkanen gemeenten, gemeentes plekken
Woordenlijst Du - NL bij Op naar de eindstreep – 24/38
Plaudertasche plump plumpsen Plunder Podest Podium Polareis (das schmelzende –) Polizeikorps Ponton portovrij prägen Praktikum praktisch prall Präsentation Praxis (in der –) präzise preiswert Presse Pressekonferenz primär Priorität privat Probestunde Problem Programm Programmplanung Proletariat Protest protestieren gegen Provinz provinziell Prozentsatz Prüfung Pubertät Publikum pumpen Punkt Punktzahl q Quad Quadratmeter quälen Qualität Quatsch Quatsch Quelle Quellwolke quer Quote r Rabatt Radarfalle Radrennen Rahmen rar rasen Rat Rat Ratte Raum Räumlichkeit räuspern (sich –) Reaktion rechnen mit
kletskous log ploffen rommel podium podium smeltend poolijs
kletskousen
politiekorps ponton portvrij prenten stage handig fel presentatie in de praktijk nauwkeurig goedkoop pers persconferentie eerstelijns prioriteit particulier proefles kwestie programma programmering proletariaat protest actie voeren tegen provincie provinciaal percentage toets puberteit publiek pompen punt score
het; politiekorpsen pontons
quad vierkante meter pijnigen kwaliteit flauwekul nonsens bron stapelwolk dwars kijkcijfer
quads
korting flitspaal wielrennen kader zeldzaam razen advies raad rat ruimte ruimte kuchen respons rekening houden met
kortingen flitspalen
plofte, (zijn) geploft geen meervoud het; podiums, podia het; podiums, podia het; geen meervoud
prentte, geprent stages
presentaties
geen meervoud persconferenties prioriteiten proeflessen kwesties het; programma’s programmeringen het; geen meervoud het; protesten provincies het; percentages toetsen puberteiten het; geen meervoud pompte, gepompt het; punten scores
pijnigde, gepijnigd kwaliteiten geen meervoud geen meervoud bronnen stapelwolken het; kijkcijfers
het; kaders raasde, geraasd het; adviezen geen meervoud ratten ruimten, ruimtes ruimten, ruimtes kuchte, gekucht geen meervoud
Woordenlijst Du - NL bij Op naar de eindstreep – 25/38
Recht Rechte ableiten/ herleiten rechtlich Rede (es ist die – davon) Regal Regeln Regenguss Regenschauer Regenwolke Regie führen Regierung Register rein Reinigungsmittel Reiseführer Reiter reizen (auch medizinisch) religiös rennen Rennrad fahren Rentenvorsorge reparieren reserviert Reservoir Revolution richten (sich – auf) Riegel rieseln Ringbuch Rippe Rohstoff Rollstuhl rollstuhlgeeignet/ gerecht Rotation rotieren Rückerstattung Rückgang Rückseite (auf der –) Rücksicht nehmen auf Rücksprache rückständig RücktrittskostenVersicherung rückwärtig rückwärts Ruder rudern ruhig Run Rundfunk s Sache (sich einer – bedienen) Sachen sachlich säen Saite Sandale Sandweg Sarg Sättigung Schach spielen
recht rechten ontlenen aan
het; rechten
wettelijk er is sprake van schap mores regenbui regenbui buienwolk regisseren overheid klapper helder schoonmaakmiddel gids ruiter irriteren religieus hardlopen wielrennen pensioenvoorziening herstellen terughoudend reservoir revolutie zich richten op reep dwarrelen klapper rib grondstof rolstoel rolstoelgeschikt rotatie roteren restitutie daling achterop rekening houden met terugkoppeling oubollig annuleringsverzekering achterwaarts achterwaarts roer roeien rustig stormloop zender
de/het; schappen geen enkelvoud regenbuien regenbuien buienwolken regisseerde, geregisseerd overheden klappers het; schoonmaakmiddelen gidsen ruiters irriteerde, geïrriteerd
liep hard, hardgelopen pensioenvoorzieningen herstelde, hersteld het; reservoirs revoluties richtte, gericht repen dwarrelde, gedwarreld klappers ribben grondstoffen rolstoelen
rotaties roteerde, geroteerd restituties dalingen
terugkoppelingen annuleringsverzekeringen
het; roeren roeide, geroeid stormlopen zenders
gebruik maken van spul inhoudelijk zaaien snaar sandaal zandpad kist verzadiging schaken
het; spullen zaaide, gezaaid snaren sandalen het; zandpaden kisten verzadigingen schaakte, geschaakt
Woordenlijst Du - NL bij Op naar de eindstreep – 26/38
schade Schaden schädlich Schaf Schalter scharf schattig schauspielern Scheinwerfer schenken schenken (Aufmerksamkeit –) Scheu scheuchen scheuen (sich – vor) schick schicken Schicksalsgemeinschaft schieben Schiedsrichter schiefgehen
helaas schade schadelijk schaap balie scherp schaduwrijk acteren koplamp schenken aandacht besteden aan schroom opjagen opzien tegen deftig sturen lotsverbondenheid duwen scheidsrechter tegenvallen
schikanieren schildern Schimmel schlaff Schläger Schlägerei Schlankheitsdiät (eine – machen) schlau Schlauch Schlepptau (im –) schlicht schlicht schließen aus schlimm Schlitz (z.B. am Geldautomaten) schlucken Schlupfwesp Schluss Schmarotzer Schmetterling Schnäppchen schnarchen Schnörkel schon schon mal Schramme schrecklich Schreibmaschine Schriftstellerin Schritt Schritt für Schritt schrumpfen
pesten schilderen schimmel slap racket vechtpartij lijnen
Schublade Schublade schüchtern Schule(n) (weiterführende –) Schüler Schülerbetreuungssystem Schuljahr (das –
laatje lade verlegen voortgezet onderwijs
slim slang in het kielzog eenvoudig sober opmaken uit erg gleuf slokken sluipwesp slot, kasteel profiteur vlinder koopje snurken krul reeds alvast kras vreselijk schrijfmachine schrijfster pas stapje voor stapje verschrompelen
schades het; schapen balies
acteerde, geacteerd koplampen schonk, geschonken besteedde, besteed geen meervoud jaagde op/joeg op, opgejaagd zag op, opgezien stuurde, gestuurd geen meervoud duwde, geduwd scheidsrechters viel tegen, (zijn) tegengevallen pestte, gepest schilderde, geschilderd schimmels het; rackets vechtpartijen lijnde, gelijnd
slangen
maakte op, opgemaakt gleuven slokte, geslokt sluipwespen het; geen meervoud profiteurs vlinders het; koopjes snurkte, gesnurkt krullen
krassen schrijfmachines schrijfsters passen verschrompelde, verschrompeld het; laatjes laden, lades het; geen meervoud
leerling leerlingvolgsysteem
leerlingen het; leerlingvolgsystemen
doubleren
doubleerde, gedoubleerd
Woordenlijst Du - NL bij Op naar de eindstreep – 27/38
wiederholen) schulpflichtig Schuppen Schurke schussbereit Schusswaffe Schutt schütteln schützen schützen schwanken Schwatzmaul schwebend schwer schwer verdient schwerfällig schwermütig, trübselig schwertun (sich – mit) Schwiegereltern schwierig Schwimmanzug schwimmen Schwingung Score Seehund Seele sehen sehr seinerzeit seit eh und je seit jeher Seite seitens selbst (von –) Selbstmordversuch selbstsicher Selbstvertrauen selten senden senken Senkung sensibel separat sich nähern Sicherheit (in – bringen) sicherstellen sichtlich Siedlung Sieg (den – davontragen) Sieger sinken sinngemäß sitzen bleiben skizzieren Snack (ungesunde(r) –) so so gut wie so wie so... daß... soeben Sohle solide sonst wo sonstig
leerplichtig schuur boef schietklaar vuurwapen puin schudden beschermen veiligstellen schommelen kletskous hangend lastig zuurverdiend log somber moeite hebben met schoonouders lastig zwempak drijven trilling score zeehond ziel waarnemen erg destijds van oudsher vanouds kant vanwege vanzelf zelfmoordpoging assertief zelfvertrouwen zeldzaam sturen verlagen verlaging gevoelig afzonderlijk benaderen in veiligheid brengen veiligstellen kennelijk vestiging overwinning behalen kampioen dalen inhoudelijk blijven zitten schetsen vette snack aldus vrijwel zoals zo... dat... net zool stevig elders overig
schuren boeven het; vuurwapenen, vuurwapens het; geen meervoud schudde, geschud beschermde, beschermd stelde veilig, veiliggesteld schommelde, geschommeld kletskousen
het; zwempakken dreef, gedreven trillingen scores zeehonden zielen nam waar, waargenomen
kanten
zelfmoordpogingen het; geen meervoud stuurde, gestuurd verlaagde, verlaagd verlagingen
benaderde, benaderd stelde veilig, veiliggesteld vestigingen behaalde, behaald kampioenen daalde, (zijn) gedaald bleef zitten, (zijn) blijven zitten schetste, geschetst vette snacks
zolen
Woordenlijst Du - NL bij Op naar de eindstreep – 28/38
Sorge soviel soweit sowie sowohl... als auch... Sozialverhalten Spalte Spannungsbeschwerde n sparen sparen sparen an Sparflamme sparsam Sparsamkeit Spartipp Spaß Spaziergang Speicherkarte speien spektakulär spenden sperrangelweit Sperrfeuer spezifizieren spielen spielen (ein Musikinstrument) Spielregel Spielstand spitz Spitze Spitzenjahr Sponsoring Spontanität Sportplatz Sportzentrum
zorg zover zover alsmede zowel... als... sociale vaardigheid kolom spanningsklacht
zorgen
sparen uitsparen besparen op pitje zuinig zuinigheid besparingstip pretje wandeling geheugenkaart spuwen spectaculair schenken wagenwijd spervuur specificeren acteren bespelen (een muziekinstrument) spelregel score scherp punt topjaar sponsoring spontaniteit sportveld sportcentrum
spaarde, gespaard spaarde uit, uitgespaard bespaarde, bespaard het; pitjes
Sprache (zur – kommen) Sprachgebrauch Sprecher Sprecher spritzen sprühen Sprungbrett spucken
aan de orde komen
Spülmaschine Staat Stab Stadttor Stadtviertel stämmig Stand Starenkasten stark starten Starter stattfinden Stau Staub Staub (etwas von – befreien) Staubsauger Staubsaugerbeutel
vaatwasser overheid polsstok stadspoort wijk stevig kraampje flitspaal fors ondernemen starter plaatsvinden file stof iets van stof ontdoen
spraakgebruik woordvoerder zegsman spatten spatten springplank spuwen, sputteren
stofzuiger stofzak
vaardigheden kolommen spanningsklachten
geen meervoud besparingstips het; pretjes wandelingen geheugenkaarten spuwde, gespuwd schonk, geschonken het; spervuren specificeerde, gespecificeerd acteerde, geacteerd bespeelde, bespeeld spelregels scores punten het; topjaren geen meervoud geen meervoud het; sportvelden het; sportcentrums, sportcentra
het; geen meervoud woordvoerders zegslieden spatte, gespat spatte, gespat springplanken spuwde, gespuwd, sputterde, gesputterd vaatwassers overheden polsstokken stadspoorten wijken het; kraampjes flitspalen ondernam; ondernomen starters vond plaats, plaatsgevonden files het; geen meervoud
stofzuigers stofzakken
Woordenlijst Du - NL bij Op naar de eindstreep – 29/38
stechen Steckbrief Stecknadel im Heuhaufen stehlen Steigerung steil Stein steinhart Stelle stellen (Anforderungen –) Stellplatz Stempel Sterbeziffer Steuer Stich (im – lassen) Stichprobe Stiel Stiftung Stiftung still Stillstand (zum – bringen) stolpern stoppen stoppen stören Stoßzeit Strafantrag stramm Straßenraub streichen Streifen Streifen Streifen Streit Streit streiten streuen Strich Strom Studenten(wohn)heim Studienfortschritt Stufe stufenlos stufenlose Wohnung Stuhlgang Stundenplan stur Sturmlauf Subjekt Subvention Suche (auf der – sein nach) Sucht Sumpf Superzelle süß sympathisch Synonym Szenario t Tabelle Tafel Tag (am –)
prikken signalement speld in een hooiberg
prikte, geprikt het; signalementen
rollen stijging steil steen keihard plek eisen stellen
rolde, gerold stijgingen
parkeerplaats stempel sterftecijfer roer in de steek laten steekproef steel oprichting stichting rustig tot stilstand krijgen
parkeerplaatsen het; stempels het; cijfers het; roeren
strompelen stopzetten tegenhouden dwarszitten spits eis stoer straatroof strijken reep streep strook ruzie strijd strijden strooien streep rivier studentenhuis voortgang fase traploos nultredenwoning ontlasting lesrooster koppig stormloop onderwerp subsidie op zoek zijn naar
strompelde, gestrompeld zette stop, stopgezet hield tegen, tegengehouden zat dwars, dwarsgezeten spitsen eisen
verslaving moeras supercel schattig sympathiek synoniem scenario
verslavingen het; moerassen supercellen
tabel reep overdag
tabellen repen
stenen plekken
steekproeven stelen oprichtingen stichtingen
straatroven streek, gestreken repen strepen stroken ruzies strijden streed, gestreden strooide, gestrooid strepen rivieren het; studentenhuizen voortgangen fases, fasen woningen ontlastingen het; lesroosters stormlopen het; onderwerpen subsidies
het; synoniemen het; scenario's
Woordenlijst Du - NL bij Op naar de eindstreep – 30/38
Tageslicht tägliche Pflichten tagsüber Talent tapezieren Tastatur Taste Tatbestand Täter Tatsache tatsächlich Taube(r) taugen Team Teeblatt Teil Teil teilen teilen Teilnahme Tennisschläger Teppich Teppichboden Teppichklopfer Termin Test Theater Theater Theater Theaterdirektor Theaterstück Thema tief Tierarzt tippen Tisch Tisch (vom – sein) Tonne Topf (alles/alle in einen – werfen) Tor Tor (ein – schießen/ erzielen) Tornado Torwart Tour traditionell Trauerbewältigung treffen treiben treiben Treibhauseffekt trennen treppenfreie Wohnung Treppengiebelhaus Treppenhaus Treteimer treu Triebfeder trimmen Tritt trocken Trödel Trödelmarkt
daglicht dagtaak overdag talent behangen toetsenbord knop feit belager feit daadwerkelijk, feitelijk dove deugen ploeg theeblad gedeelte rib splitsen verdelen participatie racket kleed vloerbedekking (vaste –) mattenklopper termijn toets schouwburg theater toneel schouwburgdirecteur toneelstuk item laag dierenarts tikken tafel van de baan zijn vat over één kam scheren
het; geen meervoud dagtaken het; talenten behing, behangen het; toetsenborden knoppen het; feiten belagers het; feiten doven deugde, gedeugd ploegen het; theebladeren het; gedeeltes/gedeelten ribben splitste, gesplitst verdeelde, verdeeld participaties het; rackets het; kleden vloerbedekkingen mattenkloppers termijnen toetsen schouwburgen het; theaters het; tonelen schouwburgdirecteuren, directeurs het; toneelstukken het; items dierenartsen tikte, getikt tafels het; vaten
doel een doelpunt maken
het; doelen
tornado keeper uitstapje traditioneel rouwverwerking raken beoefenen drijven broeikaseffect splitsen nultredenwoning trapgevelpand trappenhuis pedaalemmer trouw drijfveer klaarstomen pas droog rommel rommelmarkt
tornado’s keepers het; uitstapjes geen meervoud raakte, (zijn) geraakt beoefende, beoefend dreef, gedreven het; broeikaseffecten splitste, gesplitst woningen het; trapgevelpanden het; trappenhuizen pedaalemmers geen meervoud drijfveren stoomde klaar, klaargestoomd passen geen meervoud rommelmarkten
Woordenlijst Du - NL bij Op naar de eindstreep – 31/38
Tropfen (ein – auf den heißen Stein) Trott Trottoir trotz trotzdem Trümer Trümmer Tuchfühlung (in – bleiben) tüchtig tückisch türmen typisch u u.Ä. üben (Kritik) überall überflüssig Übergabe überhaupt überholen Überlandbus übermäßig überquellen überqueren überreden überschwemmen überschwemmt sein Übersicht ((sich) eine – verschaffen über) überspülen übertragen übertrieben übertrieben überwältigen überwältigend überzeugen üblich übrig umarmen umbauen Umfang Umfang (im großen –) umgehend umherfahren Umkleideraum Umsatz umso Umstand umwehen
een druppel op een gloeiende plaat sleur stoep ondanks desondanks brokstuk puin een vinger aan de pols houden flink slinks er vandoor gaan karakteristiek
Umwelt Umwelt Umweltabgeordnete(r) umweltfreundlich Umwohner umziehen (– in eine bessere Wohnung) unabhängig unangenehm und Ähnliches Unerfahrenheit Unfall ungeachtet Ungenügend
leefomgeving milieu milieugedeputeerde milieuvriendelijk omwonende doorstromen
e.d. (en dergelijke) leveren (kritiek) alom overbodig overgave tenminste opknappen streekbus buitensporig uitpuilen oversteken overreden overstrómen blank staan in kaart brengen overspoelen keihard buitensporig overdreven overmeesteren overweldigend overtuigen gebruikelijk overig omhelzen verbouwen omvang op grote schaal omgaand rondrijden kleedkamer omzet des te omstandigheid omwaaien
onafhankelijk vervelend en dergelijke (e.d.) onwennigheid ongeluk ongeacht onvoldoende
geen meervoud stoepen
het; brokstukken het; geen meervoud polsen
leverde, geleverd
geen meervoud knapte op, opgeknapt streekbussen puilde uit, uitgepuild stak over, (zijn) overgestoken overreedde, overreed overstroomde, overstroomd
overspoelde, overspoeld
overmeesterde, overmeesterd overtuigde, overtuigd
omhelsde, omhelsd verbouwde, verbouwd geen meervoud
rondreed, rondgereden kleedkamers omzetten omstandigheden waaide om/woei om, omgewaaid leefomgevingen het; milieus gedeputeerden omwonenden doorstroomde, doorgestroomd
onwennigheden het; ongelukken onvoldoendes
Woordenlijst Du - NL bij Op naar de eindstreep – 32/38
ungerührt Ungewohntheit Ungeziefer ungezogen Unglück unglücklicherweise Unheil unheimlich unnötig Unrecht Unrecht (zu –) Unruhe (für – sorgen) Unsicherheit unter anderem unter der Bedingung unterdessen unterhalten Unterkunft Unterkunft Unternehmer Unterricht unterschätzen unterscheiden (sich –) Unterschied zu unterschiedlich sein Unterschlupf Unterseite Unterstützung Untreue unvermittelt unverschämt Unvollkommenheit Urinprobe Ursprung ursprünglich
onaangedaan onwennigheid ongedierte stout ongeluk helaas ramp eng overbodig onrecht ten onrechte voor overlast zorgen onzekerheid onder meer mits inmiddels onderhouden huisvesting onderkomen ondernemer les onderschatten verschillen verschil met verschillen onderkomen onderkant steun ontrouw zomaar impertinent onvolkomenheid urinemonster bron van nature, van oorsprong
v verabschieden Veränderung Veranlassung Veranstaltung verantwortlich sein für
ontslaan verandering aanleiding evenement belast zijn met
verantwortungsvoll verarbeite verarmen
verantwoord verwerken verpauperen
verbergen (sich –)
schuilgaan, verbergen
verbraucht werden für Verbrechen Verbreitung verbunden mit Verdächtige(r) Verderben verdoppeln (sich –) verdreifachen
opgaan aan delict verspreiding gerelateerd aan verdachte verderf verdubbelen verdrievoudigen
Verein Vereinigung verfolgen Verfolger Verfolgung verfügbar Verfügbarkeit verfügen (über –)
vereniging vereniging volgen belager achtervolging beschikbaar beschikbaarheid beschikken over
onwennigheden het; geen meervoud het; ongelukken rampen
het; onrechten
onzekerheden
onderhield, onderhouden huisvestingen het; onderkomens ondernemers lessen onderschatte, onderschat verschilde, verschild het; verschillen verschilde, verschild het; onderkomens onderkanten geen meervoud geen meervoud
onvolkomenheden het; urinemonsters bronnen
ontsloeg, ontslagen veranderingen aanleidingen het; evenementen was belast met, (zijn) belast geweest met verwerkte, verwerkt verpauperde, (zijn) verpauperd ging schuil, (zijn) schuilgegaan ging op, opgegaan het; delicten verspreidingen verdachten het; geen meervoud verdubbelde, verdubbeld verdrievoudigde, verdrievoudigd verenigingen verenigingen volgde, gevolgd belagers achtervolgingen
beschikte over; beschikt over
Woordenlijst Du - NL bij Op naar de eindstreep – 33/38
verfügen (über etwas –) Verführer Verführer vergesslich vergeuden vergewaltigen Vergnügen vergüten verhaften Verhältnis Verhältnis verheerend verheiratet verhindern Verkaufsstand Verkehrsampel Verkehrsteilnehmer verketten
beschikking hebben over iets charmeur verleider vergeetachtig verkwisten verkrachten pretje vergoeden aanhouden verhouding omstandigheid verwoestend gehuwd voorkómen stand stoplicht weggebruiker aaneenschakelen
verkohlen Verlag verlagern verlängern verlassen Verleger verletzen Verletzung Verliebtheit verlottern
verkolen uitgever verplaatsen verlengen verlaten uitgever grieven blessure verliefdheid verpauperen
Vermieter vermissen Vermittlung vermutlich Vermutung vernachlässigen Vernachlässigung vernünftig Verpackung verpassen verrückt verrückt sein auf jemanden/etwas Versagensangst Versalzung Versammlung Versandstück versäumen verschaffen verschaffen verschieben verschleißen verschlingen verschmelzen verschwenden verschwinden Versehen versengen versessen sein auf jemanden/etwas versetzt werden Version versorgen Verspätung versperren
verhuurder missen bemiddeling vermoedelijk veronderstelling verwaarlozen verwaarlozing schappelijk verpakking missen raar gek zijn op iemand/iets faalangst verzilting vergadering pakket missen verschaffen verstrekken uitstellen verweren opslokken fuseren verkwisten verdwijnen vergissing verschroeien dol zijn op iemand/ iets overgaan versie onderhouden vertraging versperren
charmeurs verleiders verkwistte, verkwist verkrachtte, verkracht het; pretjes vergoedde, vergoed hield aan, aangehouden verhoudingen omstandigheden
voorkwam, voorkomen stands het; stoplichten weggebruikers schakelde aaneen, aaneengeschakeld verkoolde, verkoold uitgevers verplaatste, verplaatst verlengde, verlengd verliet, verlaten uitgevers griefde, gegriefd blessuren, blessures verliefdheden verpauperde, (zijn) verpauperd verhuurders miste, gemist
veronderstellingen verwaarloosde, verwaarloosd verwaarlozingen verpakkingen miste, gemist
faalangsten verziltingen vergaderingen het; pakketten miste, gemist verschafte, verschaft verstrekte, verstrekt stelde uit, uitgesteld verweerde, verweerd slokte op, opgeslokt fuseerde, (zijn) gefuseerd verkwistte, verkwist verdween, (zijn) verdwenen vergissingen verschroeide, verschroeid
ging over, (zijn) overgegaan versies onderhield, onderhouden vertragingen versperde, versperd
Woordenlijst Du - NL bij Op naar de eindstreep – 34/38
versprechen (sich –) Verständnis verstecken verstecken (sich –)
verwachten begrip verbergen schuilgaan
Versuch Verteidigungsraum verteilen verteilen Vertrauen vertreten
poging verdedigingsvak uitdelen verdelen vertrouwen vertegenwoordigen
Verunfallte(r) Verunglimpfung verursachen verwaist verwalten Verwaltung Verwaltungskosten verwehren verweigern verweisen verwendbar verwenden verwerten Verwertung verwirklichen (sich – lassen) verwirrend verwittern Verwüstung verzichten (auf etwas –) Verzweiflungstat Vibration vielfältige Vielzahl Viertel Viertelstunde Vogelscheuche vollauf völlig vollständig vollziehen (sich –) von alters her von jeher von selbst von sich aus voranbringen Voraus (im –) Voraussetzung Voraussetzung vorbehalten vorbereiten vorbeugen vorbildlich Vordermann (auf – bringen) vorerst vorher vorhersagen Vorkehrung vorkommen
slachtoffer smaad leiden tot leeg beheren beheer administratiekosten weren weigeren verwijzen toepasbaar iets besteden aan verwerken verwerking van de grond komen
Vorlage Vorlage vorläufig
kader patroon voorlopig
verwarrend verweren vernieling afstand doen van wanhoopsdaad trilling divers veelheid wijk kwartier vogelverschrikker volop volledig gezamenlijk; volledig zich voltrekken van oudsher van oudsher vanzelf vanzelf bevorderen van tevoren veronderstelling voorwaarde voorbehouden voorbereiden voorkómen voorbeeldig klaarstomen vooralsnog alvorens, van tevoren voorspéllen maatregel vóórkomen
verwachtte, verwacht het; geen meervoud verborg, verborgen ging schuil, (zijn) schuilgegaan pogingen het; verdedigingsvakken deelde uit, uitgedeeld verdeelde, verdeeld het; geen meervoud vertegenwoordigde, vertegenwoordigd het; slachtoffers geen meervoud leidde tot, geleid tot beheerde, beheerd het; geen meervoud geen enkelvoud weerde, geweerd weigerde, geweigerd verwees, verwezen besteedde, besteed verwerkte, verwerkt verwerkingen kwam, (zijn) gekomen
verweerde, verweerd vernielingen wanhoopsdaden trillingen veelheden wijken het; kwartieren (zeldzaam) vogelverschrikkers
voltrok, voltrokken
bevorderde, bevorderd veronderstellingen voorwaarden, voorwaardes behield voor, voorbehouden bereidde voor, voorbereid voorkwam, voorkomen stoomde klaar, klaargestoomd
voorspelde, voorspeld maatregelen, maatregels kwam voor, (zijn) voorgekomen het; kaders patronen
Woordenlijst Du - NL bij Op naar de eindstreep – 35/38
Vorleger vormals vorrücken Vorschein (zum – kommen) Vorstellung vorstoßen Vortrag Vorurteil Vorverkauf Vorzug Vulkan w wachsen Wahl Wahl wählen während wahrnehmen Wal Wald Waldweg Wand Wanderung Wanderung warnen (vor etwas –) Waschbecken Waschbecken Wäschetrockner Waschmittel Waschtisch Wasser (unter – stehen) Wasserdampf Wasserstand WC-Brille Wechsel wechseln wechseln in
kleedje voorheen oprukken verschijnen, te voorschijn komen voorstelling oprukken lezing vooroordeel voorverkoop voorkeur vulkaan
het; kleedjes
groeien keuze verkiezing kiezen terwijl waarnemen walvis bos bospad muur tocht wandelexcursie waarschuwen voor wasbak wastafel wasdroger wasmiddel wastafel blank staan
groeide, (zijn) gegroeid keuzen, keuzes verkiezingen koos, gekozen
waterdamp waterpeil wc-bril overstap verversen instromen
geen meervoud het; waterpeilen wc-brillen overstappen ververste, ververst stroomde in, (zijn) ingestroomd
weder... noch... Weg wegen wegwerfen wehren (sich – gegen) weinen Weise (auf diese –) weit weit entfernt weiter Weiteren (des –) weiterführende Schule(n) weiterreichen weiterspielen Weltanschauung Weltkrieg Weltraum weltweit wendig Wendung wenigstens wenn Werbematerial werben werfen
noch... noch... pad vanwege weggooien zich verzetten tegen huilen zodoende ruim ver verwijderd voorts verder, voorts voortgezet onderwijs verwijzen doorspelen levensbeschouwing wereldoorlog ruimte mondiaal, wereldwijd wendbaar draai tenminste indien reclamemateriaal werven gooien
rukte op, opgerukt verscheen, (zijn) verschenen voorstellingen rukte op, opgerukt lezingen het; vooroordelen voorverkopen voorkeuren vulkanen
nam waar, waargenomen walvissen het; bossen het; bospaden muren tochten wandelexcursies waarschuwde, gewaarschuwd wasbakken wastafels wasdrogers het; wasmiddelen wastafels
het; paden gooide weg, weggegooid verzette, verzet huilde, gehuild
het; geen meervoud verwees, verwezen speelde door, doorgespeeld levensbeschouwingen wereldoorlogen ruimten, ruimtes
draaien
het; reclamematerialen wierf, geworven gooide, gegooid
Woordenlijst Du - NL bij Op naar de eindstreep – 36/38
werfen Werkzeug Wert wert (etwas – sein) wertvoll wesentlich Wespe Wettbewerb Wettstreit WG Widersacher widersetzen (sich –)
werpen gereedschap belang iets waard zijn waardevol cruciaal wesp wedstrijd wedstrijd woongroep tegenstander tegengaan
widersetzen (sich etwas –) Widerstand widerstehen wie wie auch wiederherstellen wiederholen Wiederverwendung Wiederverwertung wiehern willkürlich Windgeschwindigkeit Windhose Wink winzig wirbeln wirbelnd Wirbelsturm Wirbelsturm wirklich wirkungsvoll Witwe woanders wohingegen Wohl wohlüberlegt Wohn(ungs)genossenschaft Wohngemeinschaft Wohnraumbeschaffung Wohnumstände Wohnungsamt Wohnungsangebot Wohnungsbaugesetz Wohnungsbaupolitik
zich verzetten tegen
Wohnungsmarkt Wohnviertel Wolkenkratzer Worten (mit anderen –) Wortführer wörtlich wütend z zahlreich Zahnbürste zart Zauberwort zaudern zeigen zeigen Zeitpunkt
wierp, geworpen het; gereedschappen het; belangen
wespen wedstrijden wedstrijden woongroepen tegenstanders ging tegen, (zijn) tegengegaan verzette, verzet
weerstand weerstaan zoals alsmede herstellen herhalen hergebruik hergebruik hinniken willekeurig windsnelheid windhoos hint piepklein dwarrelen wervelend tornado wervelwind daadwerkelijk doeltreffend weduwe elders terwijl welzijn weloverwogen woningcorporatie
weerstanden weerstond, weerstaan
woongroep huisvesting woonomstandigheid woningbureau woningaanbod Woningwet volkshuisvestingsbeleid huizenmarkt woonwijk wolkenkrabber met andere woorden woordvoerder letterlijk boos, woedend
woongroepen huisvestingen woonomstandigheden het; woningbureaus het; geen meervoud wetten het; geen meervoud
talrijk tandenborstel teer toverwoord aarzelen tonen vertonen tijdstip
herstelde, hersteld herhaalde, herhaald het; geen meervoud het; geen meervoud hinnikte, gehinnikt windsnelheden windhozen hints dwarrelde, gedwarreld tornado’s wervelwinden
weduwen, weduwes
het; geen meervoud woningcorporaties
huizenmarkten woonwijken wolkenkrabbers woordvoerders
tandenborstels het; toverwoorden aarzelde, geaarzeld toonde, getoond vertoonde, vertoond het; tijdstippen
Woordenlijst Du - NL bij Op naar de eindstreep – 37/38
Zeitraum Zeitschrift Zeitstrafe zerplatzen zerreißen zerspalten zerstampfen Zerstörung zerstückeln Zeug Zeugnis Zeugnis Zeugnis ziehen Ziel Zielgruppe Zielsetzung ziemlich ziemlich zimmerbreit Zivilisation zögern Zubehörteil züchten zufällig zufügen zugänglich zugehörig zulassen zunächst Zunahme zurückhalten zurückhaltend Zurückschalten zurückschlagen zusammengedrängt zusammenschlagen zusammenstürzen zusätzlich Zuschauer Zuschuss zuspielen zustande bringen Zustimmung zustoßen Zutat Zwang zwar Zweck Zweck zweifach zweifeln an Zweizahl
tijdsbestek tijdschrift tijdstraf spatten verscheuren verdelen stampen vernieling versnipperen spul diploma getuigschrift rapport telen doel doelgroep doelstelling nogal tamelijk kamerbreed beschaving aarzelen hulpstuk telen willekeurig toevoegen aan toegankelijk bijbehorend toestaan allereerst groei weerhouden terughoudend terugkoppeling terugslaan samengepakt in elkaar slaan instorten aanvullend toeschouwer subsidie toespelen tot stand brengen toestemming overkómen ingrediënt noodzaak weliswaar bedoeling doel dubbel twijfelen aan tweetal
het; tijdsbestekken het; tijdschriften tijdstraffen spatte, gespat verscheurde, verscheurd verdeelde, verdeeld stampte, gestampt vernielingen versnipperde, versnipperd het; spullen het; diploma’s het; getuigschriften het; rapporten teelde, geteeld het; doelen doelgroepen doelstellingen
beschavingen aarzelde, geaarzeld het; hulpstukken teelde, geteeld voegde toe, toegevoegd
stond toe, toegestaan geen meervoud weerhield, weerhouden terugkoppelingen sloeg terug, teruggeslagen sloeg, geslagen stortte in, (zijn) ingestort toeschouwers subsidies speelde toe, toegespeeld toestemmingen overkwam, (zijn) overkomen het; ingrediënten noodzaken bedoelingen het; doelen twijfelde, getwijfeld tweetallen
Woordenlijst Du - NL bij Op naar de eindstreep – 38/38