Toetsbank
bij
In de startblokken Nederlands voor Duitstaligen
Berna de Boer, Margaret van der Kamp en Birgit Lijmbach
bussum 2009 Inhoud
Inleiding
4
Deel I toetsmateriaal over hoofdstuk 1-10 5
Kant-en-klare toets ná hoofdstuk 10 19
Deel II toetsmateriaal over hoofdstuk 11-18 22
Kant-en-klare toets ná hoofdstuk 18 36
© Ernst Klett Sprachen GmbH, Stuttgart 2009 | www.klett.de | Alle Rechte vorbehalten Diese Probeseiten ermöglichen Ihnen eine konkrete inhaltliche Auseinandersetzung mit dem neuen Lehrwerk. Die hier dargestellten Texte, Bilder und Illustrationen sind gezielt für bestimmte Lernsituationen und passgenau zu den Inhalten der Lehrpläne ausgesucht und verstärken die Lerneffekte. Die methodische Abstimmung der Texte einerseits und Bilder andererseits wird durch diese Probeseiten verdeutlicht
Toetsbank zu In de startblokken Lehrbuch + Audio-CD ISBN 978-3-12-528887-4
1
Inleiding Dit is de toetsbank bij In de startblokken - Nederlands voor Duitstaligen. Uit deze verzameling kan elke docent die met deze methode werkt, halen wat nodig is om een eigen toets op maat samen te stellen. Op deze manier is het mogelijk bepaalde onderdelen meer of minder accent te geven in de toetsing. Uiteraard kunnen zinnen ook worden aangepast aan de actuele lessituatie. Door deze manier van aanbieden is het niet mogelijk om van tevoren een normering vast te stellen – ook hierin kan de docent zelf het zwaartepunt bepalen. In deze toetsbank zijn items te vinden met betrekking tot grammatica en taalfuncties, verdeeld over twee delen. Het eerste deel is te gebruiken na hoofdstuk 10, het tweede aan het eind van het boek. De volgende onderdelen zijn bewerkt tot toetsitems: Deel I hoofdstuk 1 t/m 10: - taalfuncties - personaal pronomen - modale werkwoorden - vraagwoorden - werkwoorden Deel II hoofdstuk 11 t/m 18: - taalfuncties - reflexief pronomen - scheidbaar werkwoord - demonstratief pronomen zelfstandig gebruikt - functies van zullen - gebruik van de conjuncties (nevenschikkend en onderschikkend) - gebruik van er Vocabulaire is niet als apart toetsonderdeel opgenomen. Beheersing daarvan komt tot uiting in de beantwoording van de taalfunctie-opdrachten. Mocht u behoefte hebben aan toetsing van vocabulaire, dan zouden daarvoor delen van website-oefeningen gebruikt kunnen worden. Er zijn ook twee kant-en-klare toetsen opgenomen: één na hoofdstuk 10 en één na hoofdstuk 18. Docenten die zelf items en/of toetsen ontwikkelen bij In de startblokken kunnen deze sturen aan de uitgeverij via het onderdeel Contact op de website. Deze items en/of toetsen kunnen dan, in overleg met de auteurs, worden toegevoegd aan deze toetsbank. Berna de Boer, Margaret van der Kamp en Birgit Lijmbach Voorjaar 2009 Deel I toetsmateriaal over hoofdstuk 1-10 In dit deel I van de toetsbank komen de volgende onderdelen aan de orde: 1. taalfuncties 2. personaal pronomen 3. modale werkwoorden 4. vraagwoorden 5. werkwoorden © Ernst Klett Sprachen GmbH, Stuttgart 2009 | www.klett.de | Alle Rechte vorbehalten Diese Probeseiten ermöglichen Ihnen eine konkrete inhaltliche Auseinandersetzung mit dem neuen Lehrwerk. Die hier dargestellten Texte, Bilder und Illustrationen sind gezielt für bestimmte Lernsituationen und passgenau zu den Inhalten der Lehrpläne ausgesucht und verstärken die Lerneffekte. Die methodische Abstimmung der Texte einerseits und Bilder andererseits wird durch diese Probeseiten verdeutlicht
Toetsbank zu In de startblokken Lehrbuch + Audio-CD ISBN 978-3-12-528887-4
2
Hieronder worden deze vijf onderdelen achter elkaar gepresenteerd, met bij elk onderdeel een aantal items. Kies hieruit wat nodig is en pas het eventueel nog aan. Neem ook de instructies over. Bij enkele onderdelen staan extra aanwijzingen voor de docent, bijvoorbeeld over de groepering van items of adviezen over de lay-out of de nummering. Deze opmerkingen moeten verwijderd worden in de versie van de toets die voor de studenten bedoeld is. Aan het eind van het document staat een voorbeeld van een kant-en-klare toets, samengesteld uit het gehele toetsaanbod van deel I. 1.
Taalfuncties
Instructie docent: Selecteer uit dit bestand wat nodig is. Het is handig / duidelijk de tekst per nummer in een tekstballon te plaatsen, maar zonder ballonnen gaat het ook. Zorg voor een ruime lay-out. De benoemingen per hoofdstuk en de functieomschrijving kan overgenomen worden in de studentversie maar dat hoeft niet.. Let op aanpassing van de nummering. Zet boven de selectie de instructie voor de student (tekst staat hieronder vetgedrukt). Lees per nummer de tekst goed. Wat zegt de andere spreker? Soms ben jij de eerste spreker, soms de tweede. De plaats of situatie van het gesprek staat er in cursief bij vermeld. bij hoofdstuk 1
zich voorstellen / spellen
1. Wie ben jij? ………..…………………………………………………….…… 2 ……………………
Müller
3. ………………………
Ik kom uit Duitsland, uit Koblenz.
4. ……………………..
K-R-A-U-S
bij hoofdstuk 3
bestellen / rekening / bedanken
1. In een café: Zegt u het maar.
……………………………………………………………...……
2. Alstublieft …………………………………………………………………...
© Ernst Klett Sprachen GmbH, Stuttgart 2009 | www.klett.de | Alle Rechte vorbehalten Diese Probeseiten ermöglichen Ihnen eine konkrete inhaltliche Auseinandersetzung mit dem neuen Lehrwerk. Die hier dargestellten Texte, Bilder und Illustrationen sind gezielt für bestimmte Lernsituationen und passgenau zu den Inhalten der Lehrpläne ausgesucht und verstärken die Lerneffekte. Die methodische Abstimmung der Texte einerseits und Bilder andererseits wird durch diese Probeseiten verdeutlicht
Toetsbank zu In de startblokken Lehrbuch + Audio-CD ISBN 978-3-12-528887-4
3
bij hoofdstuk 4
vragen hoe het gaat / afspraak maken / voorstel doen + reacties
1. ……………………………. 2. Hoe is het met jou?
Het gaat wel.
…………………………………………...…………..
3. Zullen we voor zondag iets afspreken? ………………………….…………………………... 4. ……………………………..
bij hoofdstuk 5
Ja, goed idee.
vragen / zeggen wat je wilt kopen
1. Op de markt: Zeg het maar! …………………………………………...………….. 2. Op de markt: Anders nog iets?
Nee, ……………….……………………...…………
bij hoofdstuk 6
mening vragen + reactie
1. Met een vriendin in een restaurant: ……………………….
Ja, heerlijk.
2. Met een vriendin in een restaurant: Wat vind je van de salade? …………………………………………...…………..
bij hoofdstuk 7
maat/model, in een winkel
1. In een kledingzaak: Kan ik u helpen?
Nee, ……………………………………...………….
2. In een kledingzaak: Welke maat hebt u? …………………………………………...…………..
3. In een kledingzaak:
© Ernst Klett Sprachen GmbH, Stuttgart 2009 | www.klett.de | Alle Rechte vorbehalten Diese Probeseiten ermöglichen Ihnen eine konkrete inhaltliche Auseinandersetzung mit dem neuen Lehrwerk. Die hier dargestellten Texte, Bilder und Illustrationen sind gezielt für bestimmte Lernsituationen und passgenau zu den Inhalten der Lehrpläne ausgesucht und verstärken die Lerneffekte. Die methodische Abstimmung der Texte einerseits und Bilder andererseits wird durch diese Probeseiten verdeutlicht
Toetsbank zu In de startblokken Lehrbuch + Audio-CD ISBN 978-3-12-528887-4
4
………………………………….. Nee, we hebben deze broek alleen in het rood.
bij hoofdstuk 9
bij de huisarts
1. Bij de huisarts: ………………………………
Ik heb last van mijn arm.
2. Aan de telefoon, met een vriend: Ik blijf vandaag thuis. Ik ben ziek. ………………………………………………………..…..
bij hoofdstuk 10
niet verstaan / begrijpen / hoe zeg je
1. De les is in kamer zestien nul vier.
…………………………………………..…..……
In kamer zestien nul vier. 2. Dat kost je de kop niet.
…………………………………………...….……
Dat is niet zo duur. 2.
Personaal pronomen
Instructie docent: Selecteer uit dit bestand wat nodig is. Zorg voor een ruime lay-out. Let op aanpassing van de nummering. Er zijn twee verhaaltjes, samenhangende teksten, en er zijn losse zinnen. Een combinatie is natuurlijk ook mogelijk. Zet boven de selectie de instructie voor de student (tekst staat hieronder vetgedrukt). Lees per nummer de tekst goed. Kies welk personaal pronomen het beste past in deze zin (ik, jij, we, mij, hem, ons, onze, ,jullie, uw, enz.) en gebruik de correcte vorm. Let op: lees steeds eerst de hele zin of allebei de zinnen. De hele context bepaalt welk pronomen je kiest. 1. © Ernst Klett Sprachen GmbH, Stuttgart 2009 | www.klett.de | Alle Rechte vorbehalten Diese Probeseiten ermöglichen Ihnen eine konkrete inhaltliche Auseinandersetzung mit dem neuen Lehrwerk. Die hier dargestellten Texte, Bilder und Illustrationen sind gezielt für bestimmte Lernsituationen und passgenau zu den Inhalten der Lehrpläne ausgesucht und verstärken die Lerneffekte. Die methodische Abstimmung der Texte einerseits und Bilder andererseits wird durch diese Probeseiten verdeutlicht
Toetsbank zu In de startblokken Lehrbuch + Audio-CD ISBN 978-3-12-528887-4
5
2.
Losse zinnen: Hoi Max en Peter. Is dit ______ huis? Dat is Ester en dit zijn ______ dochters. Dit is Yvette. Ik zie ______ vaak in de supermarkt. Dat is Karl en dat is ______ vriendin, Jennifer. Dag, dit is mijn vriend, Lars. ______ wonen samen. Hier zijn Hanna en Gert. Waar zijn ______ kinderen? Dit zijn de zussen van Barbara. ______ wonen in Frankrijk. Ulrike houdt niet van soep. ______ bestelt een salade. Wat een leuk shirt! Ik koop ______, denk ik. Peter spreekt niet duidelijk. Ik versta ______ niet goed. Pardon meneer, wat zegt ______? Ik ga koffie drinken. En ______? Liesbeth, wil ______ ook koffie? Dag jongens, gaan ______ ook naar deze cursus? Jennifer heeft ons niet gevraagd voor ______ verjaardag. ______ gaan dus niet. Zoek je ______ boeken? Ik heb ______ op de bank in de slaapkamer gelegd. 3.
Modale werkwoorden
Instructie docent: Selecteer uit dit bestand wat nodig is. Zorg voor een ruime lay-out. Neem de benoemingen per blokje achter de niet over; die zijn alleen voor de docent, ter herkenning. Maak een mix van de geselecteerde zinnen, anders staan steeds alle zinnen met hetzelfde modale werkwoord bij elkaar. Zet boven de selectie de instructie voor de student (tekst staat hieronder vetgedrukt). Lees per nummer de tekst goed. Kies welk modaal werkwoord het beste past in deze zin (moeten, mogen, willen, kunnen, zullen) en gebruik de correcte vorm. Let op: lees steeds eerst de hele zin, of allebei de zinnen. De hele context bepaalt welk werkwoord je kiest. Bij sommige teksten staat de plaats of situatie van het gesprek in cursief vermeld.
© Ernst Klett Sprachen GmbH, Stuttgart 2009 | www.klett.de | Alle Rechte vorbehalten Diese Probeseiten ermöglichen Ihnen eine konkrete inhaltliche Auseinandersetzung mit dem neuen Lehrwerk. Die hier dargestellten Texte, Bilder und Illustrationen sind gezielt für bestimmte Lernsituationen und passgenau zu den Inhalten der Lehrpläne ausgesucht und verstärken die Lerneffekte. Die methodische Abstimmung der Texte einerseits und Bilder andererseits wird durch diese Probeseiten verdeutlicht
Toetsbank zu In de startblokken Lehrbuch + Audio-CD ISBN 978-3-12-528887-4
6
willen George ______ geen tuin. Hij woont liever in een flat. (in een restaurant, ’s avonds laat) Goedenavond, wij ______ graag iets eten. Is de keuken nog open? Kijk, hier zijn de foto’s van mijn vakantie. ______ je ze zien? Ik ______ niet in Ierland wonen. Het regent daar altijd. Of niet? mogen Je ______ hier niet praten en niet bellen. Dit is een ruimte om te werken en te lezen. Mevrouw, ______ ik iets vragen? Weet u waar zaal 104 is? Wat vind je, ______ kinderen bier en wijn drinken? Meneer, ______ wij bij het raam zitten? Is die tafel vrij? moeten Deze kamer is te huur tot 1 december. Dan ______ je een andere kamer zoeken. Je hebt bultjes op je arm. Je ______ naar de huisarts gaan. Jullie ______ dit formulier goed controleren. Is alles in orde? Kijk goed! Dit shirt is te klein voor jou. Je ______ een grotere maat nemen. kunnen Dag Henk. Jij weet veel van computers hè? ______ jij me helpen? Erik ______ niet op de website kijken. Zijn computer is kapot. (aan de telefoon) Sorry, het is niet duidelijk. Hallo? Ik ______ je niet verstaan. Hallo? Stamppot andijvie is lekker. Je ______ ook spekjes in de stamppot doen. zullen Kom je bij ons eten? Leuk! ______ ik dan een typisch Nederlands gerecht maken? Martine is morgen jarig. ______ we iets voor haar kopen? We hebben hartstikke goed gewerkt. ______ we nu even een pauze nemen?
© Ernst Klett Sprachen GmbH, Stuttgart 2009 | www.klett.de | Alle Rechte vorbehalten Diese Probeseiten ermöglichen Ihnen eine konkrete inhaltliche Auseinandersetzung mit dem neuen Lehrwerk. Die hier dargestellten Texte, Bilder und Illustrationen sind gezielt für bestimmte Lernsituationen und passgenau zu den Inhalten der Lehrpläne ausgesucht und verstärken die Lerneffekte. Die methodische Abstimmung der Texte einerseits und Bilder andererseits wird durch diese Probeseiten verdeutlicht
Toetsbank zu In de startblokken Lehrbuch + Audio-CD ISBN 978-3-12-528887-4
7
Vind je deze soep lekker? ______ ik je het recept geven? 4.
Vraagwoorden / vraagzinnen maken
Instructie docent: Selecteer uit dit bestand wat nodig is. Zorg voor een ruime lay-out. Neem de benoemingen per blokje niet over; die zijn alleen voor de docent, ter herkenning. Maak een mix van de geselecteerde zinnen, anders staan steeds alle met hetzelfde vraagwoord bij elkaar. Zet boven de selectie de instructie voor de student (tekst staat hieronder vetgedrukt). Lees per nummer het antwoord goed. Bedenk welke vraag het beste past voor dit antwoord (een vraag met wie, wat, waar, wanneer, hoe / hoe ….) en maak een goede vraagzin. Vragen met wie …………………………………. Marion en Sandra. …………………………………. Ik. Ik heb een vraag over hoofdstuk 3. …………………………………. Gerard kan dat. Hij kan alles repareren ……………………………….
Die jongen daar op de foto, dat is mijn broer.
…………………………………. Jonna, zij heeft cola besteld. …………………………………. Ik ben meneer Möller, Ole Möller.
Vragen met wat …………………………………. Cola graag. …………………………………. Ik kijk vanavond tv, denk ik. …………………………………. Ik heb aardbeien gegeten. …………………………………. Dat is spaghetti met spekjes. …………………………………. Kip. Ik vind kip niet lekker. …………………………………. Ik hoor muziek en ik hoor jongens praten.
Vragen met waar
© Ernst Klett Sprachen GmbH, Stuttgart 2009 | www.klett.de | Alle Rechte vorbehalten Diese Probeseiten ermöglichen Ihnen eine konkrete inhaltliche Auseinandersetzung mit dem neuen Lehrwerk. Die hier dargestellten Texte, Bilder und Illustrationen sind gezielt für bestimmte Lernsituationen und passgenau zu den Inhalten der Lehrpläne ausgesucht und verstärken die Lerneffekte. Die methodische Abstimmung der Texte einerseits und Bilder andererseits wird durch diese Probeseiten verdeutlicht
Toetsbank zu In de startblokken Lehrbuch + Audio-CD ISBN 978-3-12-528887-4
8
…………………………………. In Amsterdam. …………………………………. In een restaurant bij de markt. …………………………………. Soms op de markt, soms in de supermarkt. …………………………………. In zaal 15. …………………………………. Die foto staat in het boek, op bladzijde 34. …………………………………. Wij zijn op vakantie in Italië geweest. Vragen met wanneer …………………………………. In april. …………………………………. Na de les. …………………………………. Als het regent. Dan neem ik de bus. …………………………………. Ik ben hier in december gekomen. …………………………………. Ik heb die broek twee weken geleden gekocht. …………………………………. Wij gaan begin juli op vakantie.
Vragen met hoe / hoe …… …………………………………. Dat heb ik gelezen in tekst 4. .………………………………… Prima. En met jou? …………………………………. Het is nu half twee. …………………………………. Leuk! De cursus is erg leuk! …………………………………. Ze is achttien jaar. …………………………………. Een spijkerbroek kost ongeveer € 50,-. 5.
Werkwoorden
Instructie docent: Selecteer uit dit bestand wat nodig is. Zorg voor een ruime lay-out. Zorg dat duidelijk is welke werkwoordstijd gevormd moet worden. Neem de benoemingen per blokje niet over; die zijn alleen voor de docent, ter herkenning. Je kunt een mix maken van de geselecteerde zinnen, anders staan steeds alle regelmatige werkwoorden bij elkaar en alle onregelmatige werkwoorden. De zinnen kunnen juist ook in die groepen gepre© Ernst Klett Sprachen GmbH, Stuttgart 2009 | www.klett.de | Alle Rechte vorbehalten Diese Probeseiten ermöglichen Ihnen eine konkrete inhaltliche Auseinandersetzung mit dem neuen Lehrwerk. Die hier dargestellten Texte, Bilder und Illustrationen sind gezielt für bestimmte Lernsituationen und passgenau zu den Inhalten der Lehrpläne ausgesucht und verstärken die Lerneffekte. Die methodische Abstimmung der Texte einerseits und Bilder andererseits wird durch diese Probeseiten verdeutlicht
Toetsbank zu In de startblokken Lehrbuch + Audio-CD ISBN 978-3-12-528887-4
9
senteerd worden, al dan niet expliciet benoemd. Deze keuze laten we aan de docent. Zet boven de selectie de instructie voor de student (tekst staat hieronder vetgedrukt). Werkwoord – presens Vul de correcte vorm van het gegeven werkwoord in. Gebruik het presens. hebben hebben hebben hebben hebben hebben zijn zijn zijn zijn zijn zijn
______ jullie een benedenwoning? Timo ______ een badkamer met een bad. ______ jij ook een bad? Of een douche? Ik ______ problemen met mijn buren. Deze studenten ______ les van Karin. Dag Hilda. Jij ______ toch een broer die Yorn heet?
Dag, ik ______ de zus van Fay. ______ jullie zussen? Dat kan ik zien! We ______ nu twee dagen in Nederland en we spreken al Nederlands! Wie ______ die man op die foto? Nina en Jacob ______ op de markt om fruit te kopen. Die broek ______ niet goedkoop maar wel heel mooi.
gaan Vanavond ______ ik naar Joanna. zien Sonia ______ het probleem niet. helpen ______ je mij bij deze opdracht? Dank je wel! komen Franka ______ ook uit Bremen. zoeken ______ jullie iets? zitten ______ u goed? Of is die stoel beter? staan De informatie ______ in dit boekje. rijden Hij ______ vanavond naar Leiden. controleren Ik ______ alle deuren. wonen Nu ______ wij in de Rozenstraat. blijven Hoe lang ______ jullie in Nederland? drinken Eliza ______ twee kopjes koffie in de pauze. weten ______ jullie het nummer van Paulien? stoppen Felicia ______ met de cursus. heten Hoe ______ de moeder van Irena? houden Theo ______ niet van chocola. huren Hij ______ een flat in het centrum. jeuken ______ die bultjes ook? lukken Sorry, het ______ niet! Werkwoord – perfectum We hebben de tot dusver behandelde werkwoorden gegroepeerd naar vervoeging: - zonder ge - regelmatig met d als uitgang - regelmatig met t als uitgang - onregelmatig © Ernst Klett Sprachen GmbH, Stuttgart 2009 | www.klett.de | Alle Rechte vorbehalten Diese Probeseiten ermöglichen Ihnen eine konkrete inhaltliche Auseinandersetzung mit dem neuen Lehrwerk. Die hier dargestellten Texte, Bilder und Illustrationen sind gezielt für bestimmte Lernsituationen und passgenau zu den Inhalten der Lehrpläne ausgesucht und verstärken die Lerneffekte. Die methodische Abstimmung der Texte einerseits und Bilder andererseits wird durch diese Probeseiten verdeutlicht
Toetsbank zu In de startblokken Lehrbuch + Audio-CD ISBN 978-3-12-528887-4
10
Zet deze zinnen in het perfectum. zonder geWie van jullie bestelt witte wijn? Ik betaal de rekening. Er gebeurt iets. Nico verhuurt zijn flat. Wanda begroet haar nieuwe studenten. Jolanda bekijkt de foto’s. Ik versta je niet. Wij vertellen over de vakantie. regelmatig perfectum met -d Bel jij Marco? Het regent in Parijs. Ik ruil deze schoenen. Hij woont in het centrum van de stad. Hij trakteert voor zijn verjaardag. De kinderen spelen op het balkon. Ik probeer alles. regelmatig perfectum met -t We fietsen in Frankrijk. Wie maakt die foto? Pas je deze schoenen al? Stopt Bernd met de cursus? Werkt jouw zus in dat restaurant? Gebruiken jullie deze computer? onregelmatig perfectum Ik sluit het raam van de slaapkamer niet goed. Hij zegt niets over dat probleem. Hij vraagt het aan zijn buurman. Slapen jullie lekker? We zitten tot elf uur op het balkon. Ik neem ook een nagerecht. We spreken over de tekst. Hij is niet in de badkamer. Hij komt hier in april. Ik eet een appel en een banaan. Werkwoord - imperfectum We hebben de tot dusver behandelde werkwoorden gegroepeerd naar vervoeging: - regelmatig met de(n) als uitgang © Ernst Klett Sprachen GmbH, Stuttgart 2009 | www.klett.de | Alle Rechte vorbehalten Diese Probeseiten ermöglichen Ihnen eine konkrete inhaltliche Auseinandersetzung mit dem neuen Lehrwerk. Die hier dargestellten Texte, Bilder und Illustrationen sind gezielt für bestimmte Lernsituationen und passgenau zu den Inhalten der Lehrpläne ausgesucht und verstärken die Lerneffekte. Die methodische Abstimmung der Texte einerseits und Bilder andererseits wird durch diese Probeseiten verdeutlicht
Toetsbank zu In de startblokken Lehrbuch + Audio-CD ISBN 978-3-12-528887-4
11
- regelmatig met te(n) als uitgang - onregelmatig Zet deze zinnen in het imperfectum. regelmatig met de(n) als uitgang Hij bestelt twee boeken. Marina betaalt alles. Ze controleert alle deuren. Ze haalt haar fiets uit het schuurtje. Irmgard huurt een kamer voor haar dochter. Deze studenten overleggen niets met hun docent. Het regent twee weken lang! Hij wil iets vragen. Ik voel me zo vreemd. Waar woont de vriendin van Thomas? regelmatig met te(n) als uitgang Hij gebruikt de fiets van zijn moeder. Die fiets kost meer dan 200 euro. Hij begroet ons direct. Mijn opa heet ook Jacob. Hij stopt met deze les. Die broek past niet goed.
onregelmatig We beginnen direct met de les. Hoe ga je naar huis? Hij kijkt niet in zijn boek. Wat koopt Rianna in Amsterdam? Zijn naam en nummer staan niet op het formulier. Dat zie ik ook! Hij zegt niets. Beatrice is in Keulen. Silke is jarig. Olivier heeft een klacht over het eten. Wij hebben ook jeuk van die aardbeien. Hij denkt aan zijn vakantie. Toets In de startblokken bij Hoofdstuk 1 tot en met 10 Naam: A. Taalfuncties
© Ernst Klett Sprachen GmbH, Stuttgart 2009 | www.klett.de | Alle Rechte vorbehalten Diese Probeseiten ermöglichen Ihnen eine konkrete inhaltliche Auseinandersetzung mit dem neuen Lehrwerk. Die hier dargestellten Texte, Bilder und Illustrationen sind gezielt für bestimmte Lernsituationen und passgenau zu den Inhalten der Lehrpläne ausgesucht und verstärken die Lerneffekte. Die methodische Abstimmung der Texte einerseits und Bilder andererseits wird durch diese Probeseiten verdeutlicht
Toetsbank zu In de startblokken Lehrbuch + Audio-CD ISBN 978-3-12-528887-4
12
Lees per nummer de tekst goed. Wat zegt de andere spreker? Soms ben jij de eerste spreker, soms de tweede. De plaats of situatie van het gesprek staat er in cursief bij vermeld. 1. ………………………
Ik kom uit Duitsland, uit Koblenz.
2. Alstublieft. ……………………………...…………………… 3. Zullen we voor zondag iets afspreken? ………………………………...……….…….…. 4. Met een vriendin in een restaurant: ……………………………………….
Ja, heerlijk.
5. In een kledingzaak: Welke maat hebt u? ……………………………………….……….…. 6. De les is in kamer zestien nul vier.
…………………………………………….……..
In kamer zestien nul vier. B. Werkwoorden Herinnering: presens – ik huur perfectum – ik heb gehuurd imperfectum – ik huurde Vul de correcte vorm van het gegeven werkwoord in. Gebruik het presens. 1. hebben 2. zijn 3. zien 4. blijven
Timo ____________________________________ een badkamer met een bad. Dag, ik ____________________________________________ de zus van Fay. Sonia ___________________________________________ het probleem niet. Hoe lang _______________________________________ jullie in Nederland?
Schrijf de zin in het perfectum. 5. Ik betaal de rekening. ………………………………………………… 6. Hij woont in het centrum van de stad. ………………………………………………… 7. Gebruiken jullie deze computer? ……………………………………………...…. 8. Hij is niet in de badkamer. ……………………………………………...…. © Ernst Klett Sprachen GmbH, Stuttgart 2009 | www.klett.de | Alle Rechte vorbehalten Diese Probeseiten ermöglichen Ihnen eine konkrete inhaltliche Auseinandersetzung mit dem neuen Lehrwerk. Die hier dargestellten Texte, Bilder und Illustrationen sind gezielt für bestimmte Lernsituationen und passgenau zu den Inhalten der Lehrpläne ausgesucht und verstärken die Lerneffekte. Die methodische Abstimmung der Texte einerseits und Bilder andererseits wird durch diese Probeseiten verdeutlicht
Toetsbank zu In de startblokken Lehrbuch + Audio-CD ISBN 978-3-12-528887-4
13
Vul de correcte vorm van het gegeven werkwoord in. Gebruik het imperfectum. 9. regenen 10. heten 11.kijken 12. zeggen
Het ______________________________________________twee weken lang! Mijn opa _______________________________________________ook Jacob. Hij ______________________________________________ niet in zijn boek. Hij _______________________________________________________ niets.
C. Modale werkwoorden Lees per nummer de tekst goed. Kies welk modaal werkwoord het beste past in deze zin (moeten, mogen, willen, kunnen, zullen) en gebruik de correcte vorm. Let op: lees steeds eerst de hele zin, of allebei de zinnen. De hele context bepaalt welk werkwoord je kiest. 1. George ____________________________________ geen tuin. Hij woont liever in een flat. 2. Wat vind je, ______________________________________ kinderen bier en wijn drinken? 3. Deze kamer is te huur tot 1 december. Dan _______________ je een andere kamer zoeken. 4. Jullie _____________________ dit formulier goed controleren. Is alles in orde? Kijk goed! 5. Erik _____________________________ niet op de website kijken. Zijn computer is kapot. 6. Kom je bij ons eten? Leuk! Ik _________________ een typisch Nederlands gerecht maken. D. Personaal pronomen Lees per nummer de tekst goed. Kies welk personaal pronomen het beste past in deze zin (ik, jij, we, mij, hem, ons, onze ,jullie, uw enz.) en gebruik de correcte vorm. Let op: lees steeds eerst de hele zin, of allebei de zinnen. De hele context bepaalt welk pronomen je kiest. 1. Hoi Max en Peter. Is dit _______________________ huis? 2. Dit is Yvette. Ik zie ____________ vaak in de supermarkt. 3. Dat is Karl en dat is _______________ vriendin, Jennifer. 4. Dag, dit is mijn vriend, Lars. ___________ wonen samen. 5. Wat een leuk shirt! Ik koop _________________, denk ik. 6. Pardon meneer, wat zegt __________________________? E. Vraagwoorden Lees per nummer het antwoord goed. Bedenk welke vraag het beste past voor dit antwoord (een vraag met wie, wat, waar, wanneer, hoe / hoe …) en maak een goede vraagzin. 1. …………………………………. 2. …………………………………. 3. ………………………………….
Het is nu half twee. Ik. Ik heb een vraag over hoofdstuk 3. In een restaurant.
© Ernst Klett Sprachen GmbH, Stuttgart 2009 | www.klett.de | Alle Rechte vorbehalten Diese Probeseiten ermöglichen Ihnen eine konkrete inhaltliche Auseinandersetzung mit dem neuen Lehrwerk. Die hier dargestellten Texte, Bilder und Illustrationen sind gezielt für bestimmte Lernsituationen und passgenau zu den Inhalten der Lehrpläne ausgesucht und verstärken die Lerneffekte. Die methodische Abstimmung der Texte einerseits und Bilder andererseits wird durch diese Probeseiten verdeutlicht
Toetsbank zu In de startblokken Lehrbuch + Audio-CD ISBN 978-3-12-528887-4
14
4. …………………………………. 5. .………………………………… 6. ………………………………….
In april. Prima. En met jou?. Ik hoor muziek en ik hoor jongens praten.
Deel II toetsmateriaal over hoofdstuk 11-18 In dit deel II van de toetsbank komen de volgende onderdelen aan de orde: 1. taalfuncties 2. reflexief pronomen 3. scheidbaar werkwoorden 4. demonstratief pronomen zelfstandig gebruikt 5. functies van zullen 6. gebruik van de conjuncties (nevenschikkend en onderschikkend) 7. gebruik van er Hieronder worden deze zeven onderdelen achter elkaar gepresenteerd, met bij elk onderdeel een aantal items. Kies hieruit wat nodig is en pas het eventueel nog aan. Neem ook de instructies over. Bij enkele onderdelen staan extra aanwijzingen voor de docent, bijvoorbeeld over de groepering van items of adviezen over de lay-out of de nummering. Deze opmerkingen moeten verwijderd worden in de versie van de toets die voor de studenten bedoeld is. Aan het eind van het document staat een voorbeeld van een kant-en-klare toets, samengesteld uit het gehele toetsaanbod van deel II. 1.
Taalfuncties
Instructie docent: Selecteer uit dit bestand wat nodig is. Het is handig/duidelijk de tekst per nummer in een tekstballon te plaatsen, maar zonder ballonnen gaat het ook. Zorg voor een ruime lay-out. De benoemingen per hoofdstuk en de functieomschrijving kan overgenomen worden in de studentversie maar dat hoeft niet. Let op aanpassing van de nummering. Zet boven de selectie de instructie voor de student (tekst staat hieronder vetgedrukt). Lees per nummer de tekst goed. Wat zegt de andere spreker? Soms ben jij de eerste spreker, soms de tweede. De plaats of situatie van het gesprek staat er in cursief bij vermeld. bij hoofdstuk 11
vragen over werk, studie, hobby’s en reacties
1. …………………………. 2. Wat studeer je?
Ik studeer.
…………………………………………...…….
© Ernst Klett Sprachen GmbH, Stuttgart 2009 | www.klett.de | Alle Rechte vorbehalten Diese Probeseiten ermöglichen Ihnen eine konkrete inhaltliche Auseinandersetzung mit dem neuen Lehrwerk. Die hier dargestellten Texte, Bilder und Illustrationen sind gezielt für bestimmte Lernsituationen und passgenau zu den Inhalten der Lehrpläne ausgesucht und verstärken die Lerneffekte. Die methodische Abstimmung der Texte einerseits und Bilder andererseits wird durch diese Probeseiten verdeutlicht
Toetsbank zu In de startblokken Lehrbuch + Audio-CD ISBN 978-3-12-528887-4
15
3. ………………………….
Ik werk bij een huisarts.
4. ………………………….
Ik zwem graag.
5. Op welke muziek ben je gek?
……………………………………………...….
6. Heb jij ook in Bremen gestudeerd? Ik ook!
…………………………………………...…….
7. Hé, ben jij ook op 10 oktober jarig? Ik ook!
………………………………………...……….
8. Kom je bij me eten? Hans en Maria komen ook. ………………………………………………………………………………………..…………. 9. Sorry, ik kan niet naar je verjaardag komen. Ik moet die avond werken. …………………………………………………………………………………………………... 10. Houd je van voetballen? Ik heb hier een mooi boek over voetballen. Hier, kijk maar. ………………………………………………………………………………………………..…. 11. Ik wil je graag van het station halen, maar mijn auto is kapot. …………………………..… 12. Mijn bankpas werkt niet en ik heb geen geld bij me. ……………………………………… 13. Ik heb aardbeientaart gemaakt. Hier, proef maar. ……………………………………..…… 14. Vanavond eten we paella.
…………………………………………………
15. Bernd is mijn beste vriend. Hij kan ook een kamer bij ons in het studentenhuis huren. ……………………..………………………………………………………………………...….. 16. ……………………………………
Wat leuk!
17. ……………………………………
Wat gezellig!
18. ……………………………………
Wat vervelend!
© Ernst Klett Sprachen GmbH, Stuttgart 2009 | www.klett.de | Alle Rechte vorbehalten Diese Probeseiten ermöglichen Ihnen eine konkrete inhaltliche Auseinandersetzung mit dem neuen Lehrwerk. Die hier dargestellten Texte, Bilder und Illustrationen sind gezielt für bestimmte Lernsituationen und passgenau zu den Inhalten der Lehrpläne ausgesucht und verstärken die Lerneffekte. Die methodische Abstimmung der Texte einerseits und Bilder andererseits wird durch diese Probeseiten verdeutlicht
Toetsbank zu In de startblokken Lehrbuch + Audio-CD ISBN 978-3-12-528887-4
16
19. ……………………………………
Wat jammer!
20. …………………………………..
Wat toevallig!
bij hoofdstuk 12
de weg vragen / wijzen
1. ……………………………..
Nee, het spijt me. Ik ben hier niet bekend.
2. ……………………………
Ja, de Rembrandtstraat is achter het station.
3. ……………………………
De informatiebalie is boven, in de hal.
4. Waar is de kantine?
………………………………………..…….….
5. Weet u waar kamer 287 is? 6. Bent u hier bekend?
…………………………………………………
…………………………………………………
7. Weet u waar het Peter de Groteplein is? ………………………………………………… 8. Ik zoek het politiebureau. ………………………………………………… 9. Weet jij waar de fietsenwinkel is? ………………………………...………………. 10. …………………………….. Ja, je gaat hier rechtsaf en daar is het concerthuis, aan de linkerkant. bij hoofdstuk 13
mening vragen / geven
1. …………………………….
Ik vind die film heel goed.
2. Hoe vind je het eten hier? …………………………………..…………….. 3. Wat vind je van mijn kamer?
………………………………….…………..….
4. ……………………………..
Volgens mij is dit de beste pizzeria van de stad.
bij hoofdstuk 14
informatie vragen
1. ………………………………..….
Zaal 8 is boven, in de eerste hal.
2. ………………………………..….
Ja, mevrouw Honing is in haar kamer.
© Ernst Klett Sprachen GmbH, Stuttgart 2009 | www.klett.de | Alle Rechte vorbehalten Diese Probeseiten ermöglichen Ihnen eine konkrete inhaltliche Auseinandersetzung mit dem neuen Lehrwerk. Die hier dargestellten Texte, Bilder und Illustrationen sind gezielt für bestimmte Lernsituationen und passgenau zu den Inhalten der Lehrpläne ausgesucht und verstärken die Lerneffekte. Die methodische Abstimmung der Texte einerseits und Bilder andererseits wird durch diese Probeseiten verdeutlicht
Toetsbank zu In de startblokken Lehrbuch + Audio-CD ISBN 978-3-12-528887-4
17
3. ………………………………..….
Ja, er zijn nog kaarten voor die voorstelling.
4. ………………………………..….
Acht euro per stuk.
5. ………………………………..….
Om 14.00 uur.
6. ………………………………..….
Mevrouw Esselink.
bij hoofdstuk 17 aan de telefoon 1. Je belt Kirsten, een vriendin. Haar moeder neemt op. Jij: ………………………………..…. Kirstens moeder: Ja, ik zal haar even roepen. 2. Je wil je docent spreken. Je belt het kantoor van de opleiding. Jij: ………………………………..…. Secretaresse: Momentje, ik verbind je door. 3. De telefoon gaat. Je neemt op. Wat zeg je? Jij: ………………………………..…. 4. Lees eerst de hele situatie! Er belt iemand voor een vriend, die ook bij jou in huis woont. Die vriend is er niet. Dat zeg je. En dan zeg je: Jij: ………………………………..…. De persoon die belde: Ja graag. Wil je hem zeggen dat ik morgen pas om half elf kan komen? Ik moet eerst werken. Mijn naam is Stefan. 2.
Reflexief pronomen
Instructie docent: Selecteer uit dit bestand wat nodig is. Zorg voor een ruime lay-out. Neem de benoemingen per blokje niet over; die zijn alleen voor de docent, ter herkenning. Maak een mix van de geselecteerde zinnen, anders staan steeds alle zinnen met een bepaald werkwoord bij elkaar. Zet boven de selectie de instructie voor de student (tekst staat hieronder vetgedrukt).
© Ernst Klett Sprachen GmbH, Stuttgart 2009 | www.klett.de | Alle Rechte vorbehalten Diese Probeseiten ermöglichen Ihnen eine konkrete inhaltliche Auseinandersetzung mit dem neuen Lehrwerk. Die hier dargestellten Texte, Bilder und Illustrationen sind gezielt für bestimmte Lernsituationen und passgenau zu den Inhalten der Lehrpläne ausgesucht und verstärken die Lerneffekte. Die methodische Abstimmung der Texte einerseits und Bilder andererseits wird durch diese Probeseiten verdeutlicht
Toetsbank zu In de startblokken Lehrbuch + Audio-CD ISBN 978-3-12-528887-4
18
Vul de goede vorm van het reflexief pronomen in. zich herinneren Ja, ik weet wie je bedoelt, maar ik herinner ________ zijn naam niet meer. Herinnert u ________ wat er precies gebeurde toen u binnenkwam? zich interesseren Veel kinderen interesseren ________ voor sport. Interesseer jij ________ voor dieren? zich vergissen Jullie hebben ________ vergist. Het feest is volgende week! Onze docent kan geen namen onthouden. Hij vergist ________ altijd! zich vervelen Ik heb een drukke baan en veel hobby’s. Ik verveel ________ nooit. Aan het eind van de vakantie vervelen de kinderen ________ een beetje. zich voelen Katja is vroeg naar huis gegaan want ze voelde ________ niet goed. We wonen hier nu twee jaar en we voelen ________ helemaal thuis. zich voorbereiden op Tom heeft ________ goed voorbereid op zijn reis naar Rome. Je moet ________ een beetje voorbereiden op de afspraak met de makelaar. zich voorstellen De nieuwe docent stelde ________ voor aan de studenten. Sorry, ik heb ________ nog niet voorgesteld. Ik ben Hanneke. bij zich hebben Heb jij je portemonnee bij ________? Ik heb geen geld! U moet de bon bij ________ hebben. Anders kunt u niet ruilen. zich verontschuldigen Hij kwam zo maar binnen en hij verontschuldigde ________ niet! Ik moet ________ verontschuldigen, maar ik moet vandaag vroeger weg. 3.
Scheidbaar werkwoord
Instructie docent: Selecteer uit dit bestand wat nodig is. Zorg voor een ruime lay-out. De benoemingen achter de per blokje kunnen overgenomen worden, dan is het voor de student duidelijk wat verwacht wordt. Maak een mix van de geselecteerde zinnen, anders staan steeds alle zinnen met een bepaalde vorm bij elkaar. Zet boven de selectie de instructie voor de student (tekst staat hieronder vetgedrukt). Vul de juiste vorm van het werkwoord in. Zet de delen op de juiste plaats. Let er ook op dat veel werkwoorden onregelmatig zijn. Noteer de hele zin. Soms staat de tijd van de zin gegeven. © Ernst Klett Sprachen GmbH, Stuttgart 2009 | www.klett.de | Alle Rechte vorbehalten Diese Probeseiten ermöglichen Ihnen eine konkrete inhaltliche Auseinandersetzung mit dem neuen Lehrwerk. Die hier dargestellten Texte, Bilder und Illustrationen sind gezielt für bestimmte Lernsituationen und passgenau zu den Inhalten der Lehrpläne ausgesucht und verstärken die Lerneffekte. Die methodische Abstimmung der Texte einerseits und Bilder andererseits wird durch diese Probeseiten verdeutlicht
Toetsbank zu In de startblokken Lehrbuch + Audio-CD ISBN 978-3-12-528887-4
19
te + werkwoord (langskomen) Is het voor u mogelijk om op ons kantoor te? (afslaan) Het is moeilijk om daar links te. (opschrijven) Je hoeft je nummer niet te. (afspreken) Je hoeft niets te. imperatief (intypen) Eerst de code. (opletten) Goed! (meekomen) U maar even. (ophangen) U uw jas hier maar. infinitief (doorgeven) Kun je dit aan alle studenten? (opendoen) Ik zal de deur even. (samenwonen) Wij willen graag. (uitdoen) Wil je je jas niet? perfectum (afbreken) De bagagedrager is. (opnemen) Ik heb al contact met het kantoor. (meenemen) Olivier heeft iets lekkers, want hij is vandaag jarig. (afrekenen) Heb je al? imperfectum (binnenkomen) Yvette gisteren pas om tien over negen. (oplossen) Die monteur het probleem binnen tien minuten. (aanhebben) Tanja een rood shirt en een spijkerbroek. (ophalen) Hij zijn zoontje, en samen gingen ze naar het park. presens (instappen) Ik altijd bij het winkelcentrum. (doorverbinden) Moment, ik u. (opnemen) Mijn telefoon gaat, maar ik niet. (opgaan) De jongens net de trap. 4
Demonstratief pronomen zelfstandig gebruikt
Instructie docent: Selecteer uit dit bestand wat nodig is. Zorg voor een ruime lay-out. Neem de benoemingen per blokje niet over; die zijn alleen voor de docent, ter herkenning. Maak een mix van de geselecteerde zinnen, anders staan steeds alle zinnen met een bepaald demonstratief pronomen bij elkaar. Zet boven de selectie de instructie voor de student (tekst staat hieronder vetgedrukt). Kies welk demonstratief pronomen het beste past in deze zin: die of dat. Let op: lees steeds eerst de hele zin, of allebei de zinnen. De hele context bepaalt welk woord je kiest. verwijzing naar de-woorden Wat vind je van deze foto? _____ is gemaakt op onze vakantie in Peru! De bus naar Zuid rijdt ook langs het station. _____ kun je ook nemen. © Ernst Klett Sprachen GmbH, Stuttgart 2009 | www.klett.de | Alle Rechte vorbehalten Diese Probeseiten ermöglichen Ihnen eine konkrete inhaltliche Auseinandersetzung mit dem neuen Lehrwerk. Die hier dargestellten Texte, Bilder und Illustrationen sind gezielt für bestimmte Lernsituationen und passgenau zu den Inhalten der Lehrpläne ausgesucht und verstärken die Lerneffekte. Die methodische Abstimmung der Texte einerseits und Bilder andererseits wird durch diese Probeseiten verdeutlicht
Toetsbank zu In de startblokken Lehrbuch + Audio-CD ISBN 978-3-12-528887-4
20
Voor wie is deze lepel? _____ is voor mij! Dank u wel. Daar naast het politiebureau is een grote apotheek. Waarschijnlijk is ______ nog open. Je bent te laat voor de cursussen Engels. ______ zijn al in augustus begonnen. Achter het station zijn veel winkels. _____ zijn wel tot tien uur ’s avonds open. Waar zijn die bloemen nu? _____ heb ik al in een vaas gezet. Mag ik die kleine bloemkool daar? Ja, _____ is groot genoeg. verwijzing naar personen Komt Maria niet? Nee, _____ moest met de auto naar de garage. Daar loopt iemand van de NS. _____ zal wel weten hoe laat de trein vertrekt. Paula en Henk wonen hier niet meer. _____ wonen nu in Almere. Zie je daar die man met die rode jas? _____ was ook op Lisa’s verjaardag. Waren de ouders van Britt er ook? Ja, natuurlijk waren _____ er ook. We hebben afgesproken met de vader van Lydia. _____ komt ons van het station halen. Wie wilt u spreken? Annette? Sorry, ______ is er vandaag niet. Astrid en Esther zijn er niet. _____ zijn met vrienden naar de bioscoop. verwijzing naar het-woorden Dit gerecht heet ‘Rijst met liefde’. _____ neem ik! Wat is er met het wiel gebeurd? _____ ziet er niet goed uit. Je kunt wel lopen van het station naar het centrum. _____ ligt direct achter het station. Deze week is hij naar een congres. ______ duurt tot en met donderdag. Ik vind het leuk om naar het landschap te kijken. _____ is zo anders dan bij ons! Wat een mooi mobieltje hè? _____ heb ik voor mijn verjaardag gekregen. Er is nog een probleem met de printer. _____ kan die monteur misschien oplossen. U bedoelt het pasje van mijn vriend? Nee, _____ heb ik natuurlijk niet bij me. verwijzing naar hele zin Zullen we samen eten in ‘De keuken met kleur’? _____ lijkt me gezellig! Ik ga even koffie drinken bij Christa. _____ duurt niet zo lang, over een uurtje ben ik thuis. Doe jij altijd je boodschappen op de markt? Ja, _____ vind ik gezelliger en goedkoper. Kan ik deze broek nog ruilen? Ja, _____ kan, met de bon, binnen 14 dagen. Ik bel je vanavond terug. Is _____ goed? 5
Functies van zullen
Instructie docent: Selecteer uit dit bestand wat nodig is. Zorg voor een ruime lay-out. Neem de benoemingen per blokje niet over; die zijn alleen voor de docent, ter herkenning. Maak een mix van de geselecteerde zinnen, anders staan steeds alle soorten van zullen bij elkaar. We hebben ervoor gekozen bij deze opdracht een voorbeeld te geven, omdat in de testfase bleek dat studenten niet altijd begrepen dat het expliciete ik beloof dat juist verdwijnt als je ik zal gebruikt en niet meer gebruikt hoeft te worden. Neem bij de samenstelling van de toets dus ook een voorbeeld over. Zet boven de selectie de instructie voor de student (tekst staat hieronder vetgedrukt). Lees de zin goed. Maak er een zin van met dezelfde betekenis en waarin je het werkwoord zullen gebruikt. Natuurlijk kan ook: zal, zult, zul. Let op dat je ook vaak delen van de zin kunt weglaten, of er juist iets moet bij zetten, als je zullen gebruikt. Je krijgt eerst een voorbeeld. © Ernst Klett Sprachen GmbH, Stuttgart 2009 | www.klett.de | Alle Rechte vorbehalten Diese Probeseiten ermöglichen Ihnen eine konkrete inhaltliche Auseinandersetzung mit dem neuen Lehrwerk. Die hier dargestellten Texte, Bilder und Illustrationen sind gezielt für bestimmte Lernsituationen und passgenau zu den Inhalten der Lehrpläne ausgesucht und verstärken die Lerneffekte. Die methodische Abstimmung der Texte einerseits und Bilder andererseits wird durch diese Probeseiten verdeutlicht
Toetsbank zu In de startblokken Lehrbuch + Audio-CD ISBN 978-3-12-528887-4
21
Zullen – voorstel Voorbeeld:
We nemen ook een voorgerecht; is dat een goed idee? Zullen we ook een voorgerecht nemen?
We veranderen de woonkamer; is dat een goed idee? We nemen een jonge kat; is dat een goed idee? We gaan naar de politie; is dat een goed idee? Ik kijk op even op de website; is dat een goed idee? Ik vraag de menukaart; is dat een goed idee? Ik spel mijn straatnaam; is dat een goed idee? Ik breng je naar het station; is dat een goed idee? Zullen – belofte Voorbeeld:
Ik maak je niet wakker; dat beloof ik. Ik zal je niet wakker maken.
Ik maak je niet wakker; dat beloof ik. Ik beslis vanavond iets; dat beloof ik. Ik neem een bijbaantje; dat beloof ik. Ik geef een ruime fooi; dat beloof ik. We nemen snel contact met u op; dat beloven we. We zoeken andere woonruimte; dat beloven we. We kopen bloemen voor Hester; dat beloven we. We vragen informatie; dat beloven we. Zullen – waarschijnlijkheid Voorbeeld:
Waarschijnlijk is Venetië in het voorjaar heel mooi. Venetië zal in het voorjaar wel heel mooi zijn.
Waarschijnlijk is het wiel kapot. Waarschijnlijk heeft de groenteboer courgettes. Waarschijnlijk stopt er een tram bij het winkelcentrum. Waarschijnlijk heeft hij een brief geschreven. Waarschijnlijk belt hij terug. Waarschijnlijk ben je allergisch voor iets. Waarschijnlijk is die film niet zo bijzonder. 6
Gebruik van de conjuncties (nevenschikkend en onderschikkend)
Instructie docent: Selecteer uit dit bestand wat nodig is. Zorg voor een ruime lay-out. Maak een mix van de geselecteerde zinnen, anders staan steeds twee dezelfde conjuncties na elkaar. Zet boven de selectie de instructie voor de student (tekst staat hieronder vetgedrukt).
© Ernst Klett Sprachen GmbH, Stuttgart 2009 | www.klett.de | Alle Rechte vorbehalten Diese Probeseiten ermöglichen Ihnen eine konkrete inhaltliche Auseinandersetzung mit dem neuen Lehrwerk. Die hier dargestellten Texte, Bilder und Illustrationen sind gezielt für bestimmte Lernsituationen und passgenau zu den Inhalten der Lehrpläne ausgesucht und verstärken die Lerneffekte. Die methodische Abstimmung der Texte einerseits und Bilder andererseits wird durch diese Probeseiten verdeutlicht
Toetsbank zu In de startblokken Lehrbuch + Audio-CD ISBN 978-3-12-528887-4
22
Lees de zin goed. Kies welke conjunctie het beste past in de zin: en, maar, want, of, dus, nadat, terwijl, omdat, zodat, hoewel, als, zodra, toen, voordat. Ik heb twee problemen: internet werkt niet ________ ik kan niet bellen. Ik heb geen geld meer ________ ik ben mijn bankpas kwijt. Wat nu? Ik kan niet bellen ________ gelukkig heb ik ook een mobiele telefoon. Ik maak veel foto’s ________ dat is een hobby van me, niet mijn werk. Ik kan nu niet naar de fietsenzaak ________ die is op dinsdag gesloten. Ik heb liever een glas water ________ ik heb hoofdpijn. Zullen we een pizza bestellen ________ zullen we iets in een café gaan eten? Na deze cursus kun je verder studeren ________ je kunt direct een baan zoeken. Ik heb de film Zomerhitte al gezien, ________ ik ga liever naar een andere film. Het is altijd heel druk in dat restaurant ________ ik heb een tafel voor ons gereserveerd. Ik neem iets te drinken ________ ik iedereen begroet heb. We zijn meteen naar huis gegaan ________ we betaald hadden. Hij vertelde over de reis ________ ik soep maakte. Ze zaten te lezen ________ ze op hun beurt wachtten. Ik huur die kamer niet ________ ik de huur belachelijk hoog vind. Het landschap lijkt anders ________ de lucht zo bijzonder is. Hij zoekt een bijbaantje ________ hij alle rekeningen kan betalen. Hij ging naar de gang ________ hij even kon bellen. Ik kan geen geld opnemen ________ er nog driehonderd euro op mijn rekening staat. Dit pakket is goed aangekomen ________ de postcode niet klopt. Neem je contact met ons op ________ je meer informatie wilt? Je rijdt het snelst naar de bank ________ je hier rechts afslaat. Deze zalf werkt ________ je hem gebruikt. Ik ging snel op het terras zitten ________ daar een plaats vrij kwam. Hij keek heel vreemd naar mij ________ ik een grapje maakte in het Nederlands. Het programma reageerde niet ________ ik het wachtwoord intikte. Kom je nog even langs ________ je op vakantie gaat? Lees de informatie goed ________ je het pakket opent. Maak van beide zinnen één zin. Gebruik de conjunctie. Je mag de conjunctie in het midden van de zin zetten, of aan het begin, als dat mogelijk is. en
Mijn broer woont in Frankrijk. Mijn ouders wonen in Berlijn.
en
Het park is vlakbij. Er zijn ook veel winkels.
maar Mijn broer woont in Amsterdam. Hij kent de stad nog niet goed. maar Ik heb de goede code ingetikt. Ik krijg geen reactie. want Stefan geeft een rondje. Hij is jarig. want Ik kom wat later. Er is iets vervelends gebeurd. © Ernst Klett Sprachen GmbH, Stuttgart 2009 | www.klett.de | Alle Rechte vorbehalten Diese Probeseiten ermöglichen Ihnen eine konkrete inhaltliche Auseinandersetzung mit dem neuen Lehrwerk. Die hier dargestellten Texte, Bilder und Illustrationen sind gezielt für bestimmte Lernsituationen und passgenau zu den Inhalten der Lehrpläne ausgesucht und verstärken die Lerneffekte. Die methodische Abstimmung der Texte einerseits und Bilder andererseits wird durch diese Probeseiten verdeutlicht
Toetsbank zu In de startblokken Lehrbuch + Audio-CD ISBN 978-3-12-528887-4
23
of
Je kunt je tas aan de portier geven. Je kunt hem meenemen.
of
Heb je een andere bril? Heb je iets met je haar gedaan?
dus
Ik slaap de laatste tijd heel slecht. Ik voel me erg moe.
dus
We weten nog niet wanneer we vrij hebben. We hebben nog niets beslist over onze vakantie.
nadat Ik geef een feest in ons nieuwe huis. Het huis is helemaal in orde. nadat Ik kan pas een foto kiezen Ik heb alle foto’s gezien. terwijl Ik pas even deze spijkerbroek. Jij kijkt nog bij de shirts. terwijl Annemiek wil graag terug naar Nederland. Het bevalt haar vriend heel goed in Peru. omdat Theresa ziet er moe uit. Ze heeft een lange reis achter de rug. omdat Gino heeft een cadeautje aan de anderen meegegeven. Hij kon zelf niet op Ulrikes verjaardag komen. zodat Ik doe het raam dicht. Het wordt hier een beetje warmer. zodat Ik heb ook nog een kamer op de zolder. Er kunnen altijd mensen bij me logeren. hoewel Ik kan die straat echt niet vinden. Ik heb heel goed gezocht op de plattegrond. hoewel Ik heb echt geen tijd om mee uit eten te gaan. Ik wil het heel graag. als
Ik kan in het huis van mijn zus wonen. Ze heeft zelf een ander huis gevonden.
als
Heb je pijn in je benen? Je moet lang staan.
zodra Hij deed de deur open. De bel ging. zodra Je kunt het katje komen halen. © Ernst Klett Sprachen GmbH, Stuttgart 2009 | www.klett.de | Alle Rechte vorbehalten Diese Probeseiten ermöglichen Ihnen eine konkrete inhaltliche Auseinandersetzung mit dem neuen Lehrwerk. Die hier dargestellten Texte, Bilder und Illustrationen sind gezielt für bestimmte Lernsituationen und passgenau zu den Inhalten der Lehrpläne ausgesucht und verstärken die Lerneffekte. Die methodische Abstimmung der Texte einerseits und Bilder andererseits wird durch diese Probeseiten verdeutlicht
Toetsbank zu In de startblokken Lehrbuch + Audio-CD ISBN 978-3-12-528887-4
24
Het is groot genoeg.
toen We gingen vaak naar het park. We woonden in het zuiden van de stad. toen Ik belde de huisarts. Ik had drie dagen koorts. voordat Je moet een kaartje kopen. Je stapt in. voordat Je moet de codes opschrijven. Je belt de helpdesk. 7
Gebruik van er
Instructie docent: Selecteer uit dit bestand wat nodig is. Zorg voor een ruime lay-out. Neem de benoemingen per blokje niet over; die zijn alleen voor de docent, ter herkenning. Zet boven de selectie de instructie voor de student (tekst staat hieronder vetgedrukt). Lees de zin goed. Zet er / daar dan op de juiste plaats in de zin. er – indefinitief subject Wonen niet veel Duitse studenten in deze buurt. Is iets gebeurd? Is nog koffie? Gaat een bus naar het park? Hoeveel studenten zijn vandaag? Sorry, is geen soep meer. Zit niemand bij de balie. Is een apotheek in deze straat? er – plaats Het is een leuk restaurant. Ik eet vaak. Hij kent de stad niet goed want hij woont nog niet zo lang. Sorry, mevrouw De Vos is niet vandaag. Ik moet naar het station. Ik heb om half vier afgesproken met Martina. Wij vonden Schotland heel mooi. We hebben heerlijk gewandeld. Nederland is leuk maar het regent nogal vaak. Het is moeilijk om iets over een gebied te zeggen als je nog niet geweest bent. Op de zolder is ook een kamer. Ik heb mijn computer gezet. Toets In de startblokken bij hoofdstuk 11 tot en met 18 Naam:
© Ernst Klett Sprachen GmbH, Stuttgart 2009 | www.klett.de | Alle Rechte vorbehalten Diese Probeseiten ermöglichen Ihnen eine konkrete inhaltliche Auseinandersetzung mit dem neuen Lehrwerk. Die hier dargestellten Texte, Bilder und Illustrationen sind gezielt für bestimmte Lernsituationen und passgenau zu den Inhalten der Lehrpläne ausgesucht und verstärken die Lerneffekte. Die methodische Abstimmung der Texte einerseits und Bilder andererseits wird durch diese Probeseiten verdeutlicht
Toetsbank zu In de startblokken Lehrbuch + Audio-CD ISBN 978-3-12-528887-4
25
A. Taalfuncties Lees per nummer de tekst goed. Wat zegt de andere spreker? Soms ben jij de eerste spreker, soms de tweede. De plaats of situatie van het gesprek staat er in cursief bij vermeld. 1. ………………………
Ik studeer.
2. Heb jij ook in Bremen gestudeerd? Ik ook!
…………………………………………..……..
3. …………………………………..
Wat gezellig!
4. …………………………………….
Ja, de Rembrandtstraat is achter het station.
5. …………………………………..
Ik vind de film heel goed.
6. Hoe vind je het eten hier? ………………………………………………… 7. …………………………………….
Ja, mevrouw Honing is in haar kamer.
8. Lees eerst de hele situatie! Er belt iemand voor een vriend, die ook bij jou in huis woont. Die vriend is er niet. Dat zeg je. En dan zeg je: …………………………………………. De persoon die belde: Ja graag. Wil je hem zeggen dat ik morgen pas om half elf kan komen? Ik moet eerst werken. Mijn naam is Stefan. B. Reflexief pronomen Vul de goede vorm van het reflexief pronomen in. 1. Ja, ik weet wie je bedoelt, maar ik herinner ________ zijn naam niet meer. 2. Onze docent kan geen namen onthouden. Hij vergist ________ altijd! 3. Aan het eind van de vakantie vervelen de kinderen ________ een beetje. 4. We wonen hier nu twee jaar en we voelen ________ helemaal thuis. 5. Sorry, ik heb ________ nog niet voorgesteld. Ik ben Hanneke. 6. Heb jij je portemonnee bij ________? Ik heb geen geld! C. Scheidbare werkwoorden Vul de juiste vorm van het werkwoord in. Zet de delen op de juiste plaats. Let er ook op dat veel werkwoorden onregelmatig zijn. Kijk goed welke tijd je moet gebruiken. Noteer de hele zin. © Ernst Klett Sprachen GmbH, Stuttgart 2009 | www.klett.de | Alle Rechte vorbehalten Diese Probeseiten ermöglichen Ihnen eine konkrete inhaltliche Auseinandersetzung mit dem neuen Lehrwerk. Die hier dargestellten Texte, Bilder und Illustrationen sind gezielt für bestimmte Lernsituationen und passgenau zu den Inhalten der Lehrpläne ausgesucht und verstärken die Lerneffekte. Die methodische Abstimmung der Texte einerseits und Bilder andererseits wird durch diese Probeseiten verdeutlicht
Toetsbank zu In de startblokken Lehrbuch + Audio-CD ISBN 978-3-12-528887-4
26
1. (langskomen) Is het voor u mogelijk om op ons kantoor te? 2. (opletten) Goed! 3. (uitdoen) Wil je je jas niet? 4. (opnemen) Ik heb al contact met het kantoor. 5. (binnenkomen) Yvette gisteren pas om tien over negen. 6. (opnemen) Mijn telefoon gaat, maar ik niet. D. Die / dat zelfstandig gebruikt Kies welk demonstratief pronomen het beste past in deze zin: die of dat. Let op: lees steeds eerst de hele zin, of allebei de zinnen. De hele context bepaalt welk woord je kiest. 1. Daar naast het politiebureau is een grote apotheek. Waarschijnlijk is ________ nog open. 2. Komt Maria niet? Nee, ________ moest met de auto naar de garage. 3. Paula en Henk wonen hier niet meer. ________ wonen nu in Almere. 4. Dit gerecht heet ‘Rijst met liefde’. ________ neem ik! 5. Ik vind het leuk om naar het landschap te kijken. ________ is zo anders dan bij ons! 6. Ik bel je vanavond terug. Is ________ goed? E. Het werkwoord zullen Lees de zin goed. Lees de zin goed. Maak er een zin van met dezelfde betekenis en waarin je het werkwoord zullen gebruikt. Natuurlijk kan ook: zal, zult, zul. Let op dat je ook vaak delen van de zin kunt weglaten, of er juist iets moet bij zetten, als je zullen gebruikt. Je krijgt eerst voorbeelden. Voorbeelden: We nemen ook een voorgerecht; is dat een goed idee? Zullen we ook een voorgerecht nemen? Ik maak je niet wakker; dat beloof ik. Ik zal je niet wakker maken. Waarschijnlijk is Venetië in het voorjaar heel mooi. Venetië zal in het voorjaar wel heel mooi zijn. 1. We nemen een jonge kat; is dat een goed idee? 2. Ik kijk even op de website; is dat een goed idee? 3. Ik geef een ruime fooi; dat beloof ik. 4. We vragen informatie; dat beloven we. 5. Waarschijnlijk heeft de groenteboer courgettes. 6. Waarschijnlijk stopt er een tram bij het winkelcentrum. F. Conjuncties Lees de zin goed. Kies welke conjunctie het beste past in de zin: © Ernst Klett Sprachen GmbH, Stuttgart 2009 | www.klett.de | Alle Rechte vorbehalten Diese Probeseiten ermöglichen Ihnen eine konkrete inhaltliche Auseinandersetzung mit dem neuen Lehrwerk. Die hier dargestellten Texte, Bilder und Illustrationen sind gezielt für bestimmte Lernsituationen und passgenau zu den Inhalten der Lehrpläne ausgesucht und verstärken die Lerneffekte. Die methodische Abstimmung der Texte einerseits und Bilder andererseits wird durch diese Probeseiten verdeutlicht
Toetsbank zu In de startblokken Lehrbuch + Audio-CD ISBN 978-3-12-528887-4
27
en, maar, want, of, dus, nadat, terwijl, omdat, zodat, hoewel, als, zodra, toen, voordat. 1. Het programma reageerde niet __________ ik het wachtwoord intikte. 2. Ik kan nu niet naar de fietsenzaak __________ die is op dinsdag gesloten. 3. Hij zoekt een bijbaantje __________ hij alle rekeningen kan betalen. 4. Ik kan geen geld opnemen __________ er nog driehonderd euro op mijn rekening staat. 5. Kom je nog even langs __________ je op vakantie gaat? 6. Ik heb de film Zomerhitte al gezien, __________ ik ga liever naar een andere film. Maak van beide zinnen één zin. Gebruik de conjunctie. Je mag de conjunctie in het midden van de zin zetten, of aan het begin, als dat mogelijk is. 7. maar Mijn broer woont in Amsterdam. Hij kent de stad nog niet goed. 8. terwijl Ik pas even deze spijkerbroek. Jij kijkt nog bij de shirts. 9. zodat Ik doe het raam dicht. Het wordt hier een beetje warmer. 10. als Ik kan in het huis van mijn zus wonen. Ze heeft zelf een ander huis gevonden. 11. of Heb je een andere bril? Heb je iets met je haar gedaan? 12. zodra Je kunt het katje komen halen. Het is groot genoeg. G. Er / daar Lees de zin goed. Zet er / daar dan op de juiste plaats in de zin. 1. Is nog koffie? 2. Zit niemand bij de balie. 3. Wij vonden Schotland heel mooi. We hebben heerlijk gewandeld. 4. Nederland is leuk maar het regent nogal vaak. 5. Het is moeilijk om iets over een gebied te zeggen als je nog niet geweest bent. 6. Gaat een bus naar het park?
© Ernst Klett Sprachen GmbH, Stuttgart 2009 | www.klett.de | Alle Rechte vorbehalten Diese Probeseiten ermöglichen Ihnen eine konkrete inhaltliche Auseinandersetzung mit dem neuen Lehrwerk. Die hier dargestellten Texte, Bilder und Illustrationen sind gezielt für bestimmte Lernsituationen und passgenau zu den Inhalten der Lehrpläne ausgesucht und verstärken die Lerneffekte. Die methodische Abstimmung der Texte einerseits und Bilder andererseits wird durch diese Probeseiten verdeutlicht
Toetsbank zu In de startblokken Lehrbuch + Audio-CD ISBN 978-3-12-528887-4
28