Vervanging van het heupgewricht Inhoud
klik op het onderwerp om verder te lezen. Wanneer is een operatie nodig? Het heupgewricht Klachten Totale heupprothese Werkwijze totale heupprothese operatie Algemene complicaties van deze operaties zijn: Een wondinfectie Een nabloeding Een luxatie Trombose Voorbereiding op de operatie Verpleegkundig spreekuur Voorlichtingsbijeenkomst Anesthesiespreekuur Voorbereidingen thuis Regelen van nazorg Aanpassingen in huis De opname De planning Opname op de dag van of vóór de operatie Dag van de operatie Voorbereidingen Direct na de operatie Na de operatie Lichamelijke verzorging en revalidatie Ontslag uit het ziekenhuis en de periode daarna Naar huis Naar een verpleeghuis Leefregels Controlebezoek Tot slot Belangrijke telefoonnummers
1 1 2 2 2 3 3 3 3 4 4 4 4 4 4 4 5 5 5 5 6 6 6 6 6 6 6 6 6 7 7 7
De vervanging van het heupgewricht door een kunstheup (heupprothese) is een vaak voorkomende operatie bij mensen met een zogenaamde 'versleten heup'. De operatie is geen kleinigheid. Ook de revalidatieperiode vraagt de nodige inspanning van u en uw omgeving. De operatie voor het vervangen van een heup wordt wekelijks meerdere keren uitgevoerd in het St. Elisabeth Ziekenhuis. Als u in dit ziekenhuis geopereerd wordt aan uw heup, begeleidt de Verpleegkundig Zorgcoördinator Orthopedie u. Zij geeft u zowel mondeling als schriftelijk informatie. Deze brochure is een samenvatting van deze informatie. Achtereenvolgens leest u informatie over de operatie, over wat u zelf kunt doen ter voorbereiding, de opname en de periode na ontslag uit het ziekenhuis.
Wanneer is een operatie nodig? Het heupgewricht Het heupgewricht is een 'kogelgewricht'. Bij het lopen en bewegen glijdt de bolvormige
kop van het dijbeen soepel rond in de kom van het bekken. Dat kan omdat er op de kop en in de kom een laag kraakbeen zit. Kraakbeen is een glad en verend weefsel. Bij het ouder worden, wordt de laag kraakbeen dunner. Men spreekt dan van slijtage (artrose). In de volksmond wordt dit ook wel een 'versleten heup' genoemd.
gezond heupgewricht
versleten heupgewricht
Klachten De meest voorkomende klacht bij slijtage van het heupgewricht is pijn. De pijn zit in de lies en de bilstreek en trekt door naar het bovenbeen tot in de knie. Verder wordt het gewricht steeds stijver. Als de slijtage zich voortzet nemen de klachten toe. Medicijnen en fysiotherapie helpen dan vaak niet meer. Een heupprothese is dan meestal de enige oplossing.
Totale heupprothese
(terug naar de inhoudsopgave)
Werkwijze totale heupprothese operatie Tijdens de operatie wordt de versleten kop verwijderd en de kom schoongemaakt. Daarna worden er een metalen kopprothese (met steel in het bovenbeen) en een kunststof kom aangebracht. De prothese kan met en zonder cement worden gefixeerd. Over het algemeen krijgen patiënten jonger dan 65 jaar een prothese die zonder cement wordt gefixeerd en patiënten ouder dan 65 jaar een prothese die met cement wordt gefixeerd. Natuurlijk zijn daar altijd uitzonderingen op en de orthopeed beslist welke fixatie het best bij uw situatie past. Een totale heupprothese operatie is vrijwel altijd succesvol. Het merendeel van de mensen die geopereerd zijn, heeft na de operatie geen pijn meer en kan na revalidatie weer goed uit de voeten: zelf schoenen en kousen aantrekken, bukken, lopen, en ook weer fietsen en zwemmen. Een heupprothese kan voor veel mensen een uitkomst betekenen, maar het blijft kunstmateriaal. Op lange termijn kan het kunstgewricht slijten en zelfs losraken. Bij normaal dagelijks gebruik van de heup, zal dit niet binnen 15 jaar gebeuren. Zorg dat u zich bewust blijft van het feit dat u een kunstheup heeft en dat u daar voorzichtiger mee om moet springen dan met een eigen gewricht. Het kan om meerdere redenen nodig zijn, na verloop van jaren de heupprothese geheel of gedeeltelijk te vervangen. Oorzaken kunnen bijvoorbeeld zijn: slijtage, een infectie, loslating door valpartij.
Meestal wordt er opnieuw een totale heupprothese ingebracht, maar soms ook alleen een nieuw kopje met steel, of alleen het kommetje. Het mobilisatiebeleid wordt tijdens de operatie bepaald door de orthopeed en kan variëren van een gewoon schema zoals bij een eerste heupprothese, of tijdelijk een gedeeltelijke belasting of soms zelfs langer bedrust. Wat voor u van toepassing is, hoort u na de operatie.
Totale heupprothese
gecementeerde totale heupprothese
Een totale heupprothese kan voor veel mensen een uitkomst betekenen, maar het blijft kunstmateriaal. Blijft u ervan bewust dat u aan de heup bent geopereerd en dat er materialen gebruikt zijn die los kunnen gaan of kunnen slijten. U zult na de operatie voorzichtiger om moeten springen met uw heup als daarvoor.
Algemene complicaties van deze operaties zijn:
(terug naar de inhoudsopgave)
Een wondinfectie De aard van de operatie is bepalend hoe groot de kans is dat een wond na de operatie infecteert. Steriele operaties zoals die aan botten en de meeste organen hebben een geringere kans op infectie dan operaties waarbij niet-steriele organen worden geopend. Een ontsteking kan vrij snel na de operatie ontstaan, maar ook pas weken of maanden later. Het wordt meestal in eerste instantie met antibiotica behandeld. Een nabloeding Een bloeding is een beschadiging van de bloedvaten, waardoor bloed buiten de vaten treedt. Dit leidt tot bloedverlies. Er zijn twee soorten: • Uitwendige bloeding, waarbij het bloed buiten het lichaam terecht komt, na een verwonding of bij een operatie. • Inwendige bloeding, waarbij het bloed buiten de bloedvaten terecht komt, maar in het lichaam blijft. Bloed kan bijvoorbeeld onderhuids terecht komen. Meestal is een drukverband voldoende bij deze operatie om de bloeding te stelpen, tenzij andere factoren zoals bijvoorbeeld bloedstolling een rol spelen in het geheel. Een kleine onderhuidse bloeding behoeft meestal geen behandeling. Het lichaam 'ruimt' het oude bloed meestal zelf op. Soms is de bloeduitstorting nogal uitgebreid. Ook dan is er niet echt een behandeling voor. Soms wordt een elastische kous aangemeten, maar tijd is de belangrijkste factor voor genezing. Een luxatie Luxeren betekent dat de heupkop uit de heupkom kan “schieten”. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren omdat u een verboden beweging maakt, of omdat er
zoveel vocht bij het gewricht zit, dat het vocht de kop als het ware uit de kom duwt. Als dit zou gebeuren moet u 112 bellen. U moet zorgen dat u zo snel mogelijk in het ziekenhuis komt, want een luxatie is erg pijnlijk. Sommige mensen vragen wel eens hoe ze weten dat de kop uit de kom is. U weet het doordat u plotseling heel veel pijn heeft en vaak heeft het been een wat extremere stand naar binnen of buiten die niet te corrigeren is. Ook is het aangedane been vaak iets korter. De behandeling bestaat in principe uit een brace, die u 6 weken moet dragen en die ervoor zorgt dat u het heupgewricht niet teveel kunt buigen. Maak u niet al te ongerust, want een luxatie gebeurt niet zo gemakkelijk. Trombose Om trombose te voorkomen krijgt u 6 weken het geneesmiddel Fragmin® in de vorm van een kleine injectie in de buik. Vaak wordt de vraag gesteld of de patiënt niet voortijdig met de Fragmin® mag stoppen omdat zijn of haar mobiliteit al zo goed is. Dat mag u niet, omdat de mobiliteit slechts een onderdeel is van het risico op trombose. De operatie op zich is een even groot risico en dus moet u de 6 weken volmaken.
Voorbereiding op de operatie
(terug naar de inhoudsopgave)
Een goede voorbereiding op een operatie is belangrijk. De voorbereiding moet al ruim voor de ziekenhuisopname beginnen. Verpleegkundig spreekuur Als u in overleg met de orthopeed voor een heupoperatie hebt besloten, wordt er voor u een afspraak gemaakt voor het verpleegkundig spreekuur bij de Verpleegkundig Zorgcoördinator Orthopedie. Zij geeft u uitleg over uw aandoening en deze operatie. Ook geeft zij u informatiemateriaal, regelt met u de nazorg en ze bespreekt uw voorgeschiedenis. Voorlichtingsbijeenkomst U wordt uitgenodigd voor de speciale voorlichtingsbijeenkomst voor patiënten die een nieuwe heup of knie krijgen. Er wordt uitleg gegeven over de opname, de operatie en de revalidatie daarna. Tevens kunt u kennismaken met de verschillende hulpmiddelen die u thuis eventueel nodig hebt. Tijdens deze middag ziet u de DVD Een nieuwe heup. Dit is een film waarin uitgelegd wordt wat slijtage van gewrichten (artrose) is en hoe een operatie verloopt. Deze film bevat geen echte operatiebeelden. Anesthesiespreekuur Als u geopereerd wordt, wordt er automatisch een afspraak voor u gemaakt bij polikliniek Anesthesiologie. Hier vindt een onderzoek plaats naar uw algemene conditie. Dit in verband met de operatie en de verdoving (narcose). Het functioneren van uw hart en longen wordt onderzocht. Ook wordt bekeken of er nader onderzoek verricht moet worden door een internist, longarts of cardioloog. Meestal moet u ook bloed laten prikken en vaak wordt er ook een hartfilmpje gemaakt. Een en ander is onder andere afhankelijk van uw leeftijd, uw conditie en uw medische voorgeschiedenis.
Voorbereidingen thuis
(terug naar de inhoudsopgave)
Regelen van nazorg Na de operatie ondervindt u beperkingen bij huishoudelijke activiteiten en soms ook in geringe mate bij de lichamelijke verzorging. Mogelijk zijn er mensen in uw directe omgeving, zoals familie en buren, die u hierbij kunnen helpen.
De Verpleegkundig Zorgcoördinator Orthopedie bespreekt met u of u na de opname: • rechtstreeks naar huis toe gaat met mantelzorg; • rechtstreeks naar huis toe gaat met thuiszorg; • gaat revalideren in een verpleeghuis; • op krachten komt in een logeerkamer van een verzorgingshuis. U betaalt een inkomensafhankelijke bijdrage voor de zorg die u ontvangt. Bij de verschillende thuiszorgorganisaties zijn een aantal hulpmiddelen te leen of te koop, waardoor u een aantal activiteiten gemakkelijker of zelf kunt verrichten. Bij problemen met koken kunt u de maaltijdenservice inschakelen. Veel supermarkten boodschappen.
hebben
tegenwoordig
filialen
met
een
bezorgservice
voor
Aanpassingen in huis De eerste 8 tot 9 weken na de operatie bent u beperkt in een aantal activiteiten. Denk hierbij aan bukken, laag zitten, in een laag bed liggen, autorijden, zwemmen en fietsen. Hiervoor zijn een aantal aanpassingen nodig in uw levensritme en leefomgeving. De Verpleegkundig Zorgcoördinator Orthopedie bespreekt deze met u. Daarnaast zijn ze ook terug te vinden in de uitgebreide informatiemap, welke u van haar ontvangt.
De opname
(terug naar de inhoudsopgave)
De planning De medewerksters van het planbureau Orthopedie regelen de planning van de gewone opnames. Als u geen voorkeur hebt voor behandeling door een specifieke orthopedisch chirurg is het plannen van de opname over het algemeen gemakkelijker. U komt dan op de algemene wachtlijst. U wordt dan door een van de orthopeden geopereerd, vaak geassisteerd door een orthopeed in opleiding. Opname op de dag van of vóór de operatie Voor veel patiënten geldt dat de opnamedag de operatiedag is. In sommige gevallen vindt de opname een dag eerder plaats om bijvoorbeeld speciale voorbereidingen te kunnen treffen of omdat de thuissituatie een opname op de dag van de operatie niet toelaat. (vervoer, reisafstand, te veel zorg ’s morgens vroeg, etc.) U bespreekt dit met de Verpleegkundig Zorgcoördinator Orthopedie. Als u op de dag van de operatie wordt opgenomen, komt u de dag ervoor naar afdeling Orthopedie. U wordt om 13.30 uur of 14.00 uur verwacht. • De verpleegkundige informeert u over de gang van zaken op de verpleegafdeling. Ze kijkt samen met u of er nog zaken zijn veranderd sinds het gesprek met de Verpleegkundig Zorgcoördinator Orthopedie op polikliniek Orthopedie. • Er wordt bloed geprikt. • Een voedingsassistente komt u vragen wat u de dag na de operatie wilt eten en of u een dieet hebt. • U leert zelf het medicijn Fragmin® te spuiten (indien u daartoe bereid bent). Fragmin® is een medicijn tegen stolling van het bloed (trombose). • Brengt u vooral uw medicijnen mee in de originele verpakking. • De fysiotherapeut komt kennismaken en oefent met u het lopen met twee krukken. Dit als voorbereiding op de revalidatie. U moet uw krukken dus al meebrengen, zodat de fysiotherapeut die op de juiste hoogte voor u kan instellen. Hierna mag u weer naar huis. U brengt de nacht voor de operatie thuis door. U hoort van de verpleegkundige of u de volgende morgen om 7.00 uur of 8.00 uur op etage C, kamer 32 t/m 47 (C3) wordt verwacht.
Dag van de operatie
(terug naar de inhoudsopgave)
Voorbereidingen Op de dag van opname of voor opname krijgt u te horen vanaf welk tijdstip u nuchter moet zijn. Een uur voor de operatie krijgt u op de verpleegafdeling een aantal medicijnen als voorbereiding op de operatie: • Valium®, om al wat te kunnen ontspannen; • Atropine®, waar u een droge mond van krijgt, ter voorkoming van verslikking tijdens de operatie. Dit is een injectie die in het been wordt toegediend; • Een zetpil paracetamol als preventieve pijnbestrijding voor na de operatie. Op de operatieafdeling of -kamer krijgt u de volledige verdoving (narcose) toegediend of de verdoving onder in de rug. Direct na de operatie • De operatie duurt ongeveer anderhalf uur. Daarna gaat u naar de uitslaapkamer. In totaal bent u ongeveer vier uur van de verpleegafdeling af. • Het is normaal dat u na de operatie pijn hebt aan de geopereerde heup. U kunt ook misselijk zijn. U krijgt voor beide medicijnen. • Na de operatie hebt u een infuus in uw arm en mogelijk een katheter (slangetje) in uw blaas om de urine af te voeren (als u niet kunt plassen). Als u een verdoving onder in de rug krijgt, hebt u standaard een katheter. • Uit de wond komt meestal één plastic slangetje (wonddrain) die het wondvocht en het bloed afvoert naar een speciaal flesje. • Op de plek van de wond zit een grote pleister.
Na de operatie
(terug naar de inhoudsopgave)
Lichamelijke verzorging en revalidatie • De eerste dag na de operatie helpt de verpleegkundige u met het wassen op bed. • De ochtend van de eerste dag na de operatie mag u uit bed, op beide benen staan en op een stoel zitten. U krijgt hierbij hulp van de verpleegkundige. • De middag van de eerste dag na de operatie loopt u onder begeleiding van de fysiotherapeut met twee krukken. • De tweede dag na de operatie wast u uzelf met wat hulp van de verpleging op de badkamer. U leert eventueel om zelf de voeten te wassen, af te drogen en kousen en schoenen aan te trekken. • De tweede, derde en vierde dag na de operatie staan in het teken van het in beweging komen (mobiliseren) en het leren omgaan met beperkingen die u tegenkomt in de thuissituatie. • U leert traplopen. • De fysiotherapeut leert u hoe u kunt voorkomen dat uw nieuwe heup uit de kom schiet.
Ontslag uit het ziekenhuis en de periode daarna Naar huis De opname duurt ongeveer vier tot zes dagen.
(terug naar de inhoudsopgave)
Naar een verpleeghuis Als u naar een verpleeghuis gaat, wordt de revalidatie daar voortgezet. Informatie over het verpleeghuis krijgt u van de Verpleegkundig Zorgcoördinator Orthopedie. Leefregels Het nieuwe gewricht is een kunstgewricht en daarom kwetsbaar. Vooral in de eerste twaalf weken is het van belang de leefregels te volgen die voorgeschreven zijn.
Controlebezoek Ongeveer zes weken na de operatie komt u terug bij de orthopedisch chirurg die u heeft geopereerd. Hij bespreekt hoe het met u gaat sinds de operatie. Tot die tijd loopt u met 2 krukken.
Tot slot
(terug naar de inhoudsopgave)
Hebt u na het lezen van deze brochure nog vragen, dan kunt u hierover contact opnemen met de Verpleegkundig Zorgcoördinator Orthopedie. Zij is aanwezig van maandag tot en met donderdag tijdens kantooruren, of u kunt haar mailen:
[email protected]
Belangrijke telefoonnummers St. Elisabeth Ziekenhuis (algemeen):
(terug naar de inhoudsopgave)
(013) 539 13 13
Verpleegkundig Zorgcoördinator Orthopedie: (013) 539 13 13 vraag de telefonist(e) u door te verbinden met sein 6603 etage C, kamer 32 t/m 47 (C3):
(013) 539 23 52
route 47 polikliniek Orthopedie:
(013) 539 80 23
route 1 polikliniek Anesthesiologie:
(013) 539 22 91
Orthopedie, 1.229 07-11
Copyright© websiteversie PSB MdW/AM St. Elisabeth Ziekenhuis Tilburg Aan deze uitgave kunnen geen rechten worden ontleend