(voorstel) Beëindigen payroll Landelijk staat de payroll constructie in het onderwijs steeds meer ter discussie. Wegen de kosten nog wel op tegen de baten? Met deze notitie wordt een nieuwe afweging gemaakt en worden voorwaarden beschreven waaronder een nieuwe keuze tot stand kan komen. Waarom kozen we eerder voor payroll:
1. De Basis heeft in beleid vastgelegd dat de personele baten voor maximaal 80% mogen worden belast met langlopende (meer dan één jaar) verplichtingen;
2. Aanstellen van mensen (in dienst van De Basis) leidt tot (langlopende) verplichtingen: a. Medewerkers die langer dan een half jaar (aaneengesloten) in dienst zijn en daarna ten minste 5 klokuur (of de helft van hun aanstelling) minder gaan werken hebben recht op WW en, onder aanvullende voorwaarden, WWPlus. De Basis betaalt de WW en WWPlus tenzij het vervangingsfonds (onder strakke voorwaarden) de kosten vergoedt;
b. Medewerkers die een jaar hebben gewerkt, hebben bij verlenging van de aanstelling in principe recht op een vaste aanstelling. Uitzonderingen: Twijfelachtig functioneren (verslagen1 functionerings- en beoordelingsgesprekken!) of tijdelijk werk (vervanging!);
c. Medewerkers met een WW of WWPlus uitkering moeten bij voorrang in alle soorten (ook vervanging!) vacatures worden benoemd. Hieruit kan een ketting ontstaan die leidt tot een vast dienstverband.
d. Alle medewerkers die drie jaar aaneengesloten tijdelijk werk hebben gedaan krijgen vanaf de eerste dag daarna (binnen drie maanden) een vaste aanstelling (na van kracht worden WWZ is dit al na twee jaar (of een vierde dienstverband)).
Daarnaast krijgt de werkgever een boete voor ieder personeelslid dat in de WIA belandt (geldt nu ook). Nieuw is dat dit ook gaat gelden voor iedere oud-medewerker die binnen drie maanden na afloop van het dienstverband ziek wordt en vervolgens in de WIA belandt. Dit geldt ook voor oudmedewerkers die maar één dag hebben gewerkt bij de werkgever (invalkrachten). (Inmiddels is duidelijk dat deze kosten ook voor medewerkers in de payroll worden doorberekend aan De Basis.) Payrolling is fors duurder dan het in eigen dienst hebben van personeel, Daar staat tegenover dat bovengenoemde verplichtingen op payrollers niet (of in veel mindere mate) van toepassing zijn. Meerkosten zijn per payroller 25 á 30 % ten opzichte van het zelf in dienst hebben van een medewerker. Hoe zit het precies met de risico’s? De risico’s laten zich het best beschrijven aan de hand van een viertal casussen. Per casus wordt beschreven wat de gevolgen zijn.
1
Een verslag is alleen als zodanig erkend als daar een handtekening van de betrokken directeur op staat EN de handtekening van de betrokken medewerker of een getekende(!) toevoeging van de betrokken medewerker met kanttekeningen
1. Tijdelijk in dienst, beëindiging na 1 jaar i.v.m. daling leerlingaantal Risico’s / aandachtspunten:
a. Bij in dienst treden hebben “eigen wachtgelders (mensen met een ontslaguitkering die eerder voor De Basis werkten, ook vervangers (!)” voorrang;
b. ontslagruimte moet, door daling bekostiging ten opzichte voorgaande jaar, aantoonbaar zijn bij Vf;
c. ontslagruimte moet niet “opgemaakt” zijn door ander verloop in zes maanden voor beëindiging tijdelijk dienstverband;
d. betrokken medewerker moet als eerste opnieuw aangesteld worden bij vacature (ook vervanging!) tenzij er een ontheffing is (bijvoorbeeld op grond van onvoldoende functioneren (functioneringsgesprekken (verslagen!) eindbeoordeling (verslag!)).
2. Tijdelijk in dienst, beëindiging na 1 jaar i.v.m. onvoldoende functioneren Risico’s / aandachtspunten:
a. Zie 1 a. b. Er dient een ontslagdossier te zijn (meerdere functioneringsgesprekken (verslagen!), tussenbeoordeling, verbeteracties (begeleiding, coaching, scholing enz. (bewijsstukken!) en een eindbeoordeling (verslag!).
3. Tijdelijk in dienst, na eerste jaar voortgezet, dan beëindiging wegens daling leerlingaantal Risico’s / aandachtspunten:
a. Medewerker heeft een vast dienstverband (dit wordt een tweede aanstelling vanzelf als niet een in de cao benoemde grond wordt gevonden en benoemd voor een tijdelijk dienstverband): Met bonden moet een specifiek Sociaal Plan worden afgesproken dat het mogelijk maakt medewerkers te ontslaan in deze situatie + aandachtspunt 1b., 1c en 1d.
b. Medewerker heeft een tijdelijk dienstverband: zie 1b (te koppelen aan gekozen grond voor tijdelijke benoeming), 1c. en 1d.
4. Tijdelijk in dienst, na tweede jaar voortgezet Risico’s / aandachtspunten:
a. Zie 3a. Het dienstverband voor een derde jaar, of het vierde dienstverband als de periode van twee jaar niet wordt overschreden, is onder de WWZ altijd vast.
Hoe is de stand van zaken op dit moment? Op dit moment zijn WTF 13,2218 structureel in dienst via de payroll. WTF .. daarvan is ook werkzaam in een dienstverband bij De Basis, WTF .. is alleen in dienst via de payroll.
Wat is/wordt er anders? Veranderd is:
1. De omvang van de payroll is groter dan eerder verwacht. Daarmee is de last van de meerkosten ook fors groter dan eerder verwacht. Bij 10 fte in de payroll zijn de meerkosten ruim € 210.000,-.
2. De harde grens van maximaal 80% doorlopende verplichtingen ten opzichte van de baten wordt niet (langer) strikt gehanteerd;
3. We hebben geleerd de risico’s ten aanzien van het Participatiefonds beter te managen en hebben met de vakbonden een zodanige relatie dat in overleg goede afspraken kunnen worden gemaakt. Veranderen gaat:
1. De Basis is opnieuw, nu ook met besturen van andere denominaties in de regio, in overleg om te komen tot een Mobiliteits- of Transfercentrum. Bedoeling van zo’n centrum is de risico’s in de WWZ het hoofd te bieden. Gedachte is om medewerkers in (vaste) dienst te nemen voor inzet in vervanging bij het eigen en, zo nodig, een ander bestuur. Nog veranderen moet:
1. De Basis heeft de gesprekkencyclus nog niet op orde. Niet in alle gevallen worden functioneringsgesprekken gevoerd. Ook een structureel, regelmatig en eenduidig (iedere school dezelfde meetlat) meten van prestaties in de klas en het daaraan verbinden van consequenties is nog onvoldoende geborgd. Voorstel: 1.
De Basis neemt, met ingang van 1 februari 2016, medewerkers die bekend (ze waren vóór augustus 2015 ook al werkzaam bij De Basis) en positief beoordeeld zijn, in eigen dienst. Dit betekent dat alle huidige medewerkers in de payroll uiterlijk in januari 2016 beoordeeld zullen worden.
2.
Nieuw aan te stellen medewerkers komen in eigen dienst. Dit is een tijdelijk dienstverband voor maximaal een half jaar. Aan het eind van de eerste periode van zes maanden wordt iedere medewerker beoordeeld.
3. Beoordeling van de hier boven beschreven nieuwe medewerkers:
a. Vindt plaats aan de hand van de door het auditteam gehanteerde kijkwijzer (bijlage); b. Wordt gedaan daar twee directeuren. De directeur van de eigen school en een door haar gevraagde tweede directeur. Als de twee directeuren niet tot een eensluidende beoordeling kunnen komen vindt bemiddeling plaats. Bemiddeld wordt door de voorzitter College van Bestuur.
c. Uitkomst van de beoordeling kan drieledig zijn: i. De medewerker is zonder meer positief beoordeeld (in schoolcijfers hoger dan 6,5). De medewerker wordt aangesteld in een (tijdelijk) dienstverband bij De Basis; ii. Er is twijfel over de kwaliteit van de medewerker (in schoolcijfers tussen de 5 en de 6,5); In dat geval wordt het tijdelijke (of bij eerste overgang payroll) dienstverband een half
jaar voortgezet. Aan het eind van dat half jaar wordt opnieuw beoordeeld. Uitkomst kan uitsluitend als bedoeld onder i of iii zijn; iii. De medewerker wordt negatief beoordeeld (in schoolcijfers lager dan een 5). Het dienstverband wordt per eerst mogelijke datum beëindigd.
Bijlage Kijkwijzer 80%score groen is voldoende. Voorbeeld: Kleuren zijn rood en groen. 2 3 3 4 totaal Voorbeeld:Voor het containerbegrip wordt de 80% norm gehanteerd. 3 3 3 3 3 3 3 2 2 3 3 3 3
De leraar……….(Zichtbaar leerkrachtengedrag) 3.1 a. b. c. 4.7 a. b. c. d. e. f. g. h. i.
4.12 a. b. c. d. e. 4.13 a. b. c. d. 4.14 a. b. c. d. e. 4.15 a. b. c. d. e. f.
kl
Efficiënt gebruik geplande onderwijstijd ziet toe op naleving schoolregels over op tijd beginnen heeft de onderwijstijd evenwichtig verdeeld over de verschillende leer- en vormingsgebieden besteedt de geplande lestijd daadwerkelijk aan het lesdoel Respectvolle omgang van leerlingen met elkaar en anderen houdt rekening met (culturele) verschillen tolereert uitlachen/discrimineren niet stimuleert dat leerlingen samenwerken stimuleert aandacht voor elkaar begeleidt leerlingen bij zelf oplossen ruzies voorkomt en/of treedt op bij pestgedrag en/of geweld zorgt voor ontspannen sfeer stimuleert zelfvertrouwen van de leerlingen toont zelf respect voor leerlingen in taalgebruik en gedrag Positieve persoonlijke aandacht heeft belangstelling voor wat leerlingen zeggen laat leerlingen uitspreken honoreert inbreng van leerlingen in de les, ook wanneer zij niet het verwachte antwoord geven is toegankelijk voor leerlingen ondersteunt leerlingen in moeilijke situaties In gedrag en taalgebruik voor alle leerlingen respect negeert leerlingen niet bejegent leerlingen zonder cynisme of sarcasme geeft geen blijk van antipathie voor leerlingen maakt geen onderscheid naar sekse, milieu, cultuur of uiterlijk Bevordert zelfvertrouwen geeft blijk van positieve verwachtingen van leerlingen betrekt ook de stille leerlingen bij de activiteit geeft positieve feedback markeert succeservaringen keurt foute antwoorden niet direct af Complimenten en correcties gaat zorgvuldig om met ‘beloning en straf’ geeft op het juiste moment een complimentje corrigeert leerlingen op het juiste moment heeft overwicht zonder autoritair te zijn legt uit waarom hij/zij zo handelt is een goed voorbeeld voor leerlingen wat betreft de omgangsregels (teach as you preach)
2
kl
3
4
5
6
7
Totaal score
5.1* a. b. c. d. e. f. g. h. i. 5.2* a. b. c. d.
Duidelijke uitleg geeft een terugblik op eerdere activiteiten plaatst de leerstof in een betekenisvolle context activeert de voorkennis van de leerlingen legt beknopt en gericht op het lesdoel uit hanteert in zijn uitleg een herkenbare structuur licht de opdrachten en werkvormen duidelijk toe gaat regelmatig na of de uitleg wordt begrepen geeft de leerlingen de gelegenheid vragen te stellen betrekt alle leerlingen bij de les Taakgerichte werksfeer zorgt voor structuur in onderwijsactiviteiten zorgt voor rustig en ordelijk verloop van de les zorgt voor doelmatig klassenmanagement maakt de gewenste leerhouding duidelijk
5.3* Leerlingen zijn actief betrokken a. b. c. d. 5.4 a.
b. c. 5.5 a. b. c. d.
5.6 a. b. c. d. e. f. g.
luisteren actief/letten goed op bij de uitleg tonen zich geïnteresseerd in de leerstof werken geconcentreerd zijn actief gericht op leren Structuur in onderwijsactiviteiten brengt een duidelijke opbouw aan in de activiteit (oriëntatie, instructie, uitvoering en bewaking, terugkijken en afsluiting) markeert de componenten expliciet maakt de leerlingen duidelijk wat zij zullen leren Controle op begrip van uitleg en/of opdrachten stelt controlevragen na de uitleg laat leerlingen de uitleg/opdracht samenvatten na afloop van de uitleg stelt controlevragen tijdens de verwerking laat leerlingen de uitleg/opdracht samenvatten tijdens de verwerking Strategieën voor denken en leren zorgt voor interactieve instructie- en werkvormen laat leerlingen hardop denken leert leerlingen zoek- en ordeningsstrategieën aan leert denkstrategieën aan stimuleert het hanteren van controle activiteiten bevordert het toepassen van het geleerde besteedt aandacht aan diverse oplossingsstrategieën
De leraar……….(Zichtbaar leerkrachtengedrag)
kl
kl
3
4
5
6
7
Totaal score
5.7 a. b. c. d. e. f.
5.8 a. b. c. d. e. f.
Feedback op leer- en ontwikkelingsproces geeft feedback (mondeling, schriftelijk) op antwoord, resultaat, product van de leerlingen geeft feedback op de wijze waarop het resultaat tot stand is gekomen geeft –indien van toepassing- feedback op sociaal functioneren bij uitvoering taak (groepsproces) laat leerlingen feedback geven op elkaars antwoord, oplossingsstrategie, sociaal functioneren formuleert conclusies over het leerproces corrigeert indien nodig de handeling van leerlingen en laat ze een andere werkwijze volgen Betrekken van alle leerlingen stimuleert leerlingen om actief mee te doen bevordert dat leerlingen goed luisteren bevordert dat leerlingen goed doorwerken stelt open vragen aan de hele groep geeft veel verschillende leerlingen een beurt gaat in op suggesties en ideeën van leerlingen
5.9 a. b.
Variatie in werkvormen past in één activiteit verschillende werkvormen toe zorgt dat de werkvormen passen bij de doelen van de onderwijsactiviteit c. zorgt dat de werkvormen de leerlingen voldoende variatie bieden 5.10 Uitdagende leeromgeving a. zorgt voor een didactisch rijke leeromgeving die uitnodigt tot ontdekkend leren b. gebruikt aanschouwelijk materiaal, zoals modellen, schema’s, constructiemateriaal c. maakt een beredeneerde keuze uit de beschikbare materialen d. zorgt voor een leeromgeving die leesboeken, leeshoek, documentatie bevat e. zorgt voor een talige leeromgeving f. biedt toegang tot computers, kennisnet 5.11 Kennis toepassen in andere situaties a. gebruikt toepassingsgerichte voorbeelden en opdrachten b. maakt de toepasbaarheid van het leerresultaat of leerdoel bij nieuwe vraagstukken duidelijk c. biedt leerlingen hulp bij het toepassen van het geleerde in andere situaties 5.12 Verantwoordelijkheid voor organisatie leerproces a. biedt leerlingen een structuur om zelfstandig te leren werken b. biedt leerlingen keuzemogelijkheden c. stelt zich coachend op en helpt op aanvraag d. benut leermiddelen die zelfstandig werken en leren mogelijk maken. e. leert leerlingen hun leerproces te evalueren f. geeft de leerlingen feedback op de mate van getoonde zelfstandigheid De leraar……….(Zichtbaar leerkrachtengedrag) 5.13 a. b.
c.
Doelmatig leren samenwerken biedt leerlingen structureel de gelegenheid tot samenwerken zorgt dat samenwerking een leerwijze is, waarbij taakverdeling, spelregels, elkaar aanvullen en bekritiseren leerdoelen zijn besteedt structureel aandacht aan samenwerkend leren als doel op zichzelf
kl
kl
3
4
5
6
7
Totaa l score
6.2 a. b. c. d.
Afstemming instructie differentieert planmatig in de uitleg van de leerstof richt zich expliciet tot de zwakkere leerling richt zich expliciet tot de betere leerlingen zet betere leerlingen eerder aan het werk
6.3 a. b. c.
Afstemming verwerking differentieert planmatig in de verwerking biedt aan niveau en tempo aangepaste opdrachten biedt keuzeopdrachten
6.4 a.
Afstemming onderwijstijd breidt de onderwijstijd op (sub)groepsniveau uit indien toetsresultaten daartoe aanleiding geven breidt de onderwijstijd op individueel niveau uit indien toetsresultaten daartoe aanleiding geven breidt onderwijstijd uit met huiswerkopdrachten biedt goede leerlingen de gelegenheid reguliere onderwijstijd aan een ander leergebied te besteden
b. c. d.
6.5 a. b. c. d. e. f.
7.2 a. b. c. d. e. f. g.
Afstemming taalgebruik zorgt dat zijn/haar woord- en taalgebruik past bij het niveau van de leerlingen spreekt in volledige zinnen draagt bij aan de verbetering van het taalbegrip van de leerlingen gebruikt de taal correct corrigeert onjuist taalgebruik benut situaties om de woordenschat van leerlingen uit te breiden Systematisch volgen en analyseren van voortgang bepaalt regelmatig de prestaties en ontwikkeling van de leerlingen bij Nederlandse taal bepaalt regelmatig de prestaties en ontwikkeling van de leerlingen bij rekenen en wiskunde bepaalt de ontwikkeling van sociale competenties administreert de vorderingen overzichtelijk maakt (fouten)analyses ten behoeve van reflectie trekt conclusies ten behoeve van de afstemming van het onderwijs aan individuele leerlingen trekt conclusies ten behoeve van de afstemming van het onderwijs aan de (sub)groep
7b De school begeleidt de lln. zodat zij zich naar Passen hun mogelijkheden ontwikkelen d onder wijs S7.3 De school stelt bij plaatsing voor de ll. een ontwikkelingsperspectief vast. S7.4 De school volgt of de ll. zich ontwikkeld conform het ontwikkelingsperspectief en maakt naar aanleiding hiervan beredeneerde keuzes.
8.3* Planmatige uitvoering zorg a. b. c.
heeft de uitvoering van de zorg gepland registreert de uitvoering van de zorg (bijv. logboek) heeft doelen, activiteiten en evaluatie vastgelegd