Vele kralen maken een ketting Training: Wat heb ik nodig om (andere) ouderen te helpen?
VERSLAG (november – december 2010)
1
Aanleiding Wat we een paar jaar geleden nog niet hadden kunnen bedenken, lijkt nu in hoog tempo dichterbij te komen. Voorzieningen van zorg en welzijn staan zwaar onder druk. Steeds meer nadruk komt te liggen op zelfredzaamheid en eigen netwerk. Ouderen, en met name niet-vitale ouderen, vormen een groep die hiervan zeker de gevolgen zal ondervinden. Ouderen die niet in Nederland geboren zijn zelfs in versterkte mate. Zij vormen, om diverse redenen, een kwetsbare groep in de samenleving.
Gelukkig zijn er veel mensen die zich (willen) inzetten voor de kwetsbare ouderen. De migrantengemeenschappen zijn gewend om hun eigen boontjes te doppen. Dat is een voorsprong op anderen, nu ouderen noodgedwongen een groter beroep moeten doen op zorg van mensen uit hun directe omgeving. De actuele ontwikkelingen en signalen vragen echter om extra inspanning. Stichting ZEG wil actief de kwetsbare, geïsoleerde ouderen opsporen en hen ondersteunen bij hun vragen en problemen. Daartoe willen wij een vrijwilligersnetwerk samenbrengen en toerusten.
Met deze training wil Stichting ZEG mensen die vanuit hun betrokkenheid (andere) ouderen ondersteuning willen bieden bij elkaar brengen en handvatten bieden voor hun belangrijke werk.
Organisatie Stichting ZEG Cabo Amsterdam NOOM (Netwerk van Organisaties van Oudere Migranten)
2
1e bijeenkomst 5 november 2010 Willem Schoutenstraat 1
Waar denk je aan bij ‘ouderen helpen’? Klusjes doen Tolken Ogen druppelen Boodschappen doen Meegaan naar de dokter Gezelligheid geven Telefoneren
Wandelen Bezoeken Gezelschap houden Rijden naar het ziekenhuis Koken Ontmoeting
Oefening: kaartenhuis bouwen • Wie nam de leiding? • Hou vond je dat? • Ben je een volger of denk je actief mee? • Was er een plan? • Ben je een doorzetter? Of geef je makkelijk op?
3
2e bijeenkomst 19 november 2010 Willem Schoutenstraat 1
Kwetsbaarheid van ouderen: waar hebben we het over?
Wat kan ouderen kwetsbaar maken? Gezondheid Niet goed kunnen lopen Slecht zien Slecht horen Ziekte Vergeetachtig zijn Trauma’s Sociaal De taal niet (goed) kennen De gebruiken en regels niet goed kennen Geen formulieren kunnen invullen Alleen zijn De omgeving niet kennen De weg naar de voorzieningen niet kennen Niet meer alleen ergens naar toe kunnen / durven gaan Afhankelijk zijn van anderen Niet meer zelfstandig zijn Bang op straat Rouw om overleden partner of kind
Inkomen Laag inkomen AOW-gat
Materiële situatie Slechte woning Woning die niet is aangepast Boven wonen als je niet meer goed ter been bent
Anders Niet handig genoeg zijn voor allerlei klusjes Je huishouden niet meer op orde kunnen houden Overzicht verliezen
4
Oefening in kwetsbaarheid en ondersteuning geven Opdracht voor tweetallen: Een doet de blinddoek om. De ander begeleidt bij het lopen • • • • •
Hoe is het om helemaal afhankelijk te zijn van iemand anders? Hoe voelt dat? Wordt je op een prettige manier begeleid? Kun je zelf besluiten welke kant je op gaat? Of bepaalt de begeleider de weg?
• • •
Hoe is het om te begeleiden? Voel je je erg verantwoordelijk? Geef je voldoende ruimte aan de persoon die je wilt ondersteunen?
Film Meer dan vergeten, dementie bij oudere migranten Dementie is voor iedereen die er mee te maken krijgt heel zwaar. Maar voor ouderen die niet in Nederland geboren zijn spelen extra factoren mee. In eigen kring is dementie een onbesproken onderwerp, omgeven met taboes en schaamte. Als iemand dementeert raakt hij zijn tweede, aangeleerde taal kwijt. Er is weinig kennis over de ziekte. En familieleden durven vaak niet om hulp te vragen. In de film ‘Meer dan vergeten’ vertellen familieleden over hun ervaringen met hun dementerende vader of moeder en de moeilijke besluiten die ze hebben moeten nemen.
Uit de film Alice over haar moeder: Mijn moeder heeft voor elf kinderen gezorgd en mijn ouders hebben heel hard gewerkt in Suriname en dat wil ik terug doen. Ik ben de jongste dochter. Ik was erbij toen mijn vader stierf. Ik heb daar een goed gevoel over en zo zal het met mijn moeder ook gaan. Nyamad over zijn moeder: Bij de oudere generatie bestaat nog sterk het denkbeeld dat je kinderen later voor je zullen zorgen. Maar in Nederland woon je als familie veel verder uit elkaar. Maar mijn ouders hadden ook nog dat oude denkbeeld. Zij zijn de baas over de kinderen, hoe oud wij ook zijn. Dat ligt ook aan onze culturele achtergrond. Inke over haar moeder: Met pijn in ons hart hebben we haar voor haar eigen veiligheid laten opnemen. Het kon niet meer zonder dat iemand zijn baan zou opzeggen. Als ik nu de staatsloterij zou winnen dan stopte ik met werken, dan kwam ze bij mij in huis.
5
3e bijeenkomst 26 november 2010 Wereldpand Mercatorplein 17 De eerste vraagbaken Tijdens deze bijeenkomst gaan we in gesprek met twee voorzieningen waar oudere migranten als eerste gebruik van kunnen maken, als ze ondersteuning nodig hebben: • Wmo-loket • Huisarts
Ontmoeting met het Wmo-loket (Wet maatschappelijke ondersteuning) Twee medewerksters van het Wmo-loket aan het Mercatorplein komen vertellen over hun werk. Je kunt bij het Wmo-loket terecht voor: • Aanvragen van hulpmiddelen • Aanvragen van verhuizingen • Regelen van thuisadministratie • Aanvragen van respijtzorg • Aanvragen van informele zorg • Aanvragen van hulp bij huishouden Het Wmo-loket verwijst ook door bij vragen over: • Maaltijdvoorziening • Mogelijkheden om te sporten • Juridische hulp • Vervoerspasjes • Financiële ondersteuning, zoals voedselbank, schuldsanering, belastingen en belastingcontrole Tegenwoordig wil men graag ‘uitnodigend’ werken, dat wil zeggen: men wil actief mensen opsporen in de buurt die misschien ondersteuning nodig hebben. Daarom gaan de medewerkers van het Wmoloket ook op huisbezoek. Mensen krijgen per straat een brief. Daarna gaan ze de deuren langs om met mensen in gesprek te gaan. Zo proberen ze actief ‘de vraag achter de vraag’ te vinden. Ook is het Wmo-loket een informatie- en meldpunt voor de volgende onderwerpen: • kindermishandeling • huiselijk geweld • burenoverlast
6
Ontmoeting met huisarts Louise Amolio Louise Amolio werkt in een huisartsenpraktijk in Nieuw West. Het is een grote praktijk met twee huisartsen en ca. 3.200 patiënten. Dat is erg druk, want een goedlopende praktijk heeft doorgaans 2.400 patiënten. Ongeveer 70% van de patiënten zijn migranten: Marokkanen, Turken, Spanjaarden, Italianen etc. Ook veel Nederlandse ouderen die in het stadsdeel zijn blijven wonen, zijn bij deze praktijk aangesloten. Duur van een consult Een consult duurt 10 minuten (voor een klacht). Dat is wat een verzekeraar vergoedt. Doorgaans gaat een huisarts flexibel om met de duur van consulten. Per dag heeft mevrouw Amolio ongeveer 30 consulten. Communicatie Het is belangrijk dat een huisarts tijdens het consult investeert in de verheldering van de vraag van zijn patiënt. Ook dat de huisarts uitlegt hoe de medicijnen ingenomen dienen te worden en wat de werking daarvan is. Daartoe is tijd en ruimte nodig. Ca. 60% van wat een huisarts vertelt, wordt niet opgevolgd. Daarom dient een huisarts te controleren of de patiënt hem begrepen heeft en het met hem eens is. Soms gaat de huisarts op huisbezoek. Huisbezoeken worden niet buiten de eigen regio gedaan. Verloop van consult Aan het begin van een consult brengt mevrouw Amolio het probleem van de patiënt in kaart. Wat is het probleem? Wat verwacht de patiënt? Zij doet de anamnese door de patiënt gerichte vragen te stellen. Soms is ook een lichamelijk onderzoek nodig. Daarna wordt samen met de patiënt gekeken wat er gedaan kan worden om het probleem te verhelpen. Soms is het lastig om met patiënten gedachten daarover uit te wisselen. Tips voor de patiënt Om een consult zo goed mogelijk te laten verlopen gaf mevrouw Amolio een paar tips aan de aanwezigen: • Speel open kaart naar je huisarts • Stel jezelf niet eisend op • Stel open vragen • Geef ruimte aan je huisarts om je vraag te verkennen en oplossingen te zoeken • Denk en werk samen met je huisarts bij het vinden van adequate oplossingen. De huisarts is binnen het Nederlandse stelsel de “poortwachter”. Rol van de huisarts in het Nederlandse zorgsysteem De huisarts heeft in Nederland de functie van ‘poortwachter’. Dat betekent dat iedereen eerst naar de huisarts gaat met een klacht op het gebied van zijn gezondheid. De huisarts maakt een beoordeling of hij zelf de klacht kan verhelpen, welk advies hij wil geven, of hij medicijnen wil voorschrijven en of hij wil doorverwijzen. De aanwezigen willen weten wat dit precies betekent. Heb ik als patiënt recht op een specialist of neemt de huisarts de beslissing daarover? Mevrouw Amolio legt uit dat dit een kwestie is van interactie tussen huisarts en patiënt. Als het resultaat van deze interactie is dat de patiënt naar een specialist moet, dan wordt hij naar een specialist verwezen.
7
4e bijeenkomst 3 december 2010 Leo Polakhuis Saaftingestraat 8
Bezoek aan het Leo Polakhuis m.m.v. mevrouw S. Keunen (beleidsmedewerker) mevrouw M. Nabier (medewerker thuiszorg) heer Van der Winkel (cliëntenraad) Het Leo Polakhuis is een groot, nieuw verzorging/verpleeghuis. Binnen Leo Polak worden vele nieuwe technologie toegepast. Dit verzorging/verpleeghuis biedt een aantal diensten zoals dagbehandeling (revalidatie, fysiotherapie, ergotherapie), ( dag)verzorging en een ontmoetingsplek (ook voor externe mensen). Bij de verzorging gaat het om mensen die niet zelfstandig kunnen functioneren, bijvoorbeeld dementerende ouderen of mensen met bepaalde lichamelijke klachten (Parkinson, beroerte). Het Leo Polakhuis is onderdeel van de Osira Groep. Het percentage van allochtonen bedraagt 5%. Oudere migranten maken (nog) geen gebruik van dagvoorziening. Van verpleeghuis maken allochtonen alleen gebruik in ernstige gevallen, bijvoorbeeld bij zware vormen van dementie. Thuiszorg Osira probeert contact te leggen met allochtonen via de thuiszorg. Mevrouw Nabier biedt de thuiszorg in de wijk. Het gaat daarbij om de volgende diensten: • Hulp bij huishouding (in het kader van de Wmo) • Zorg/verpleging • Casemanagement voor mensen met een beginnende dementie • Ondersteuning van mensen die gebruik maken van fysiotherapie, logopedie en ergotherapie. Er zijn tegenwoordig veel onduidelijkheden rond de thuiszorg. Partner en kinderen worden tegenwoordig geacht het huishoudelijk werk zelf te doen. Voor allochtone gezinnen is dit een groot probleem. Jongen kinderen worden onnodig belast en belemmerd in hun ontwikkeling. Op dit punt zou het ‘witte’ denken aangepast moeten worden. Voor allochtonen is verder van belang dat de thuisverzorgende in dezelfde taal kan communiceren. De thuiszorgorganisaties die in staat zijn passende thuiszorg aan allochtonen aan te bieden kunnen een speciale label krijgen (Amira label in thuiszorg).
8
De Cliëntenraad De basis voor het functioneren van de Cliëntenraad bij het Leo Polakhuis is gelegd in de Wet Medezeggenschap Zorginstellingen. In grote lijnen moet geconstateerd worden dat er een grote afstand bestaat tussen de cliëntenraad en de leiding van de Osira groep. De organisatie van de medezeggenschap ziet er bij Osira als volgt uit: 1. Per afdeling is eer een zogeheten koffietafel voor overleggen tussen de leiding van de afdeling en cliënten. 2. Per locatie is er een Locatieraad van cliënten. De Locatieraad overlegt met de directie van de instelling over de zaken zoals het eten, de was en andere dingen die te maken hebben met het wonen in een verzorging/verpleeghuis. 3. Op het niveau van het concern functioneert de Centrale Cliëntenraad. Deze Centrale Cliëntenraad overlegt met de Raad van Bestuur. Het onderwerp van dit overleg zijn de zaken die alle verzorgings /verpleeghuizen van Osira aan gaan. Knelpunten in het functioneren van de medezeggenschap zijn: • niet alles wat cliënten wensen is mogelijk • beperkte financiële mogelijkheden • niet alle cliënten zijn in staat te vertellen wat ze willen • animo om deel te nemen aan met name Locatieraad is beperkt • er is veel kennis nodig om op gelijkwaardige basis met de leiding te overleggen; veel cliënten hebben die kennis niet.
9
5e bijeenkomst De ondersteuningscirkel Waar staan wij als vrijwilligers van ZEG?
10
Ideeën voor activiteiten vrijwilligersnetwerk ZEG 1 op 1 (‘maatjes’) Mensen thuis bezoeken Mensen in ziekenhuis bezoeken Boodschappen doen Informatie geven Spreekuur houden Klusjes opknappen, zoals stopcontacten repareren, timmeren, behangen, vloerbedekking leggen
Collectieve activiteiten Cursus geven Wandelclub Excursie organiseren
Meegaan naar huisarts, ziekenhuis Wandeling met iemand maken Praatje maken, luisteren Formulieren invullen Iemand begeleiden naar/op de sportschool Leuke uitstapjes maken
Voorlichting geven Samen koken, samen eten
Bijeenkomst over actief en gezond ouder worden (bewegen, gezond eten, bloeddruk meten, gewicht meten, BMI, cholesterol) Uitgangspunten bij het organiseren van activiteiten: - klein beginnen - iedereen nodigt één extra persoon uit. Dan is de groep meteen twee keer zo groot.
Voor onszelf Meer organisaties bezoeken zoals Wmo-loket (er samen naar toe gaan) Ergotherapie
Praktijk voor fysiotherapie Bewegen voor ouderen
Zelf in beweging komen!
11