Glas uit Bohemen
1
Snuisterijen, knopen en kralen
De erfenis van Bohemen ‘Gablonz’ was ooit het sleutelwoord voor kwaliteit binnen de wereld van kledingjuwelen. Doch de naam werd niet vermeld op de afgewerkte stukken. Het belang kan aangetoond worden met de exportcijfers naar de V.S uit de jaren 1920–1930: • Kralen 41,704 ton 35,4% van de export van Bohemen per jaar • Knopen 11,298 ton 37,5% • Stenen 3,253 ton 39% • Juwelen 108,222 ton 30% W.O. II en de verhoogde industrialisering hebben een tragische tol geëist van de deskundige handwerkman van Gablonz: hij is verdwenen en het verleden is bijna vergeten. Met dank aan Prof. Dr. Ir. Patrick Wollants voor het nalezen en corrigeren van het technisch gedeelte.
Glas Glas is een wonderlijke substantie, gemaakt van heel simpele grondstoffen. Glas kan gekleurd zijn of kleurloos, een- of meerkleurig, doorzichtig, doorschijnend of opaak. Het is licht van gewicht, ondoorlaatbaar voor vloeistoffen, gemakkelijk schoon te maken en opnieuw te gebruiken, duurzaam en toch kwetsbaar en vaak erg mooi. Al sinds de bronstijd, rond 3000 v.C., is glas toegepast voor de vervaardiging van diverse produkten. Dat eerste glas werd gemaakt uit een mengsel van kiezelaarde (uit zand, siliciumdioxide, SiO2), kalk en een alkali- bijvoorbeeld soda of potas (werkt als een vloeimiddel dat het smeltpunt van kiezelzuur of zand verlaagt). Dit basisrecept bleef overeind tot de uitvinding van het loodglas in de 17de eeuw. Bij verhitting wordt het mengsel zacht en kneedbaar en kan aldus met behulp van diverse technieken in de gewenste vorm worden gemodelleerd. De homogene massa die door smelting wordt verkregen, koelt af tot glas, maar in tegenstelling tot de meeste materialen die op deze wijze tot stand komen (zoals metalen) ontbreekt in glas de kristallijne structuur die kenmerkend is voor vaste stoffen, het behoudt de onregelmatige moleculaire structuur van de vloeistoffase en is amorf. Tijdens het afkoelen stolt glas geleidelijk tot het hard is, echter zonder het netwerk van in elkaar grijpende kristallen op te bouwen dat b.v. door smelting verkregen metalen zo sterk maakt. Hierdoor komt het dat glas slecht bestand is tegen stoten, dat het na verloop van tijd in hardheid achteruitgaat, een proces dat ‘devitrificatie’ heet, en dat na de vormgeving van glas een extra behandeling nodig is, het ‘koelen’ of ‘temperen’(nogmaals verhitten en gelijkmatig afkoelen), om de inwendige spanningen weg te nemen die bij snelle en onregelmatige afkoeling ontstaan. Glas wordt bij verwarming geleidelijk zachter en doorloopt verschillende gradaties van kneedbaarheid, totdat het uitvloeit als een dikke, stroperige brij. In elk stadium kan glas met uiteenlopende technieken worden bewerkt en bij snelle afkoeling behoudt het de op Griet Van Ranst
Glas uit Bohemen dat moment aangebrachte vorm. Verhit glas laat daardoor een veel groter aantal bewerkingen toe dan de meeste andere stoffen. In chemische zin is glas een verzamelnaam voor een substantie die te bereiden is uit een oneindig aantal recepten. De productie in de oudheid geschiedde volgens vier standaardmethoden: • het modelleren op een staaf of rondom een kern • gieten in open of gesloten mallen • vrij blazen • blazen in uiteenlopende mallen en vormen. Na de ineenstorting van het Romeinse Rijk begonnen zich in West-Europa twee glastradities af te tekenen, één in het noorden en één in het zuiden. De zuidelijke glasindustrie, die voornamelijk in Italië zetelde, was grotendeels geconcentreerd in de steden, terwijl in de noordelijke landen als Duitsland, Bohemen, België, Frankrijk en Engeland de uitgestrekte wouden de brandstof leverden voor de ovens en de bergriviertjes de energie voor de aandrijving van de slijpstenen, van wat voornamelijk een plattelandsberoep werd. In de Noordeuropese landen hadden de glasovens doorgaans een ovaal of rechthoekig grondoppervlak, met diverse ruimten naast en op gelijke hoogte met de centrale smeltkamer.
Figuur 1rechts de vorstendommen in de 10de en 11de eeuw Figuur 2 links: tekening van een glasblazerij uit de 16de eeuw
Griet Van Ranst
2
Glas uit Bohemen
3
Algemene geschiedenis Gablonz is de Duitse naam van Jablonec in het noorden van Tsjechië op 100 km van Praag. Van de 10de eeuw werd het bewoond door Tsjechische, Frankische en Thuringer boeren. Tijdens de Hussietenoorlog (1419- 1436, een godsdienstoorlog tegen de kerk en alles wat Duits was. Jan Hus was de opstandeling) werd de stad platgebrand en de streek werd verwoest en ontvolkt. De landheren - de Wartenbergers- besloten om Duitse vakwerkers en handelslui aan te trekken om de economie van hun lenen te ontwikkelen; zij nodigden tekstielmakers van Reichenberg uit en glasmakers uit Zuid- Duitsland en Saksen. Voor glasnijverheid heb je bossen nodig: hout om de oven te stoken en de assen van bomen en varens: potasse. Na enkele tientallen jaren waren er een 12-tal succesvolle glasmakerijen opgericht. Deze trokken op hun beurt glasbewerkers aan van Silezië, Saksen en Bavaria. Op de torenklok van Gablonz uit 1590 zijn namen als Preissler, Weyss, Wander, Myller (Muller) en Wünsch te vinden, namen die tot in de 20e eeuw terug te vinden zijn in de befaamde Gablonz glasprodukten. Rond 1500 telde Gablonz 65 huizen en was het welvarend door de tekstiel- en glasbedrijven. Rudolf II (1552- 1612) maakte Praag en Bohemen tot culturele centra van zijn monarchie, tegen de pracht van het nabijgelegen Saksische hof.
Figuur 3 De grote handelswegen in de 14de en 15de eeuw
Deze welvarende periode eindigt in 1618 in de 30- jarige oorlog: een gigantisch duel tussen Oostenrijk en Spanje aan de ene kant en Frankrijk, Zweden en de zeemogendheden aan de andere kant wordt in Duitsland uitgevochten. De bevolking van Bohemen daalde van 3 miljoen tot 780.000, en van de 18.000 dorpen bleven er 5000 over. In het begin van de 17de eeuw komt de streek rond Gablonz bij het hertogdom Friedland, toebehorend aan Albrecht von Waldstein (Wallenstein). Die werd vermoord en de streek werd in 1634 geschonken aan graaf Niklas DesFours. De DesFours behielden het gebied tot het einde van de Habsburgse regering (1918). Ook zij trokken pioniers aan. Hun namen die in 1648 geregistreerd werden, vindt men 250 jaar later terug, het zijn echte dynastiën. Die namen zijn niet gekend buiten de streek omdat de producten niet gemerkt werden. Als ze verwerkt werden, werd de naam van de verwerker erop eventueel op aangebracht. De streek kende een sterke groei in de 2de helft van de 17de eeuw. De Griet Van Ranst
Glas uit Bohemen
4
Desfours stichtten verschillende steden rond Gablonz. Noord- Bohemen werd leidinggevend op economisch vlak onder de Habsburgers. De grootste groei was te danken aan de tekstielnijverheid. De Riedel-company had wereldfaam om zijn glaskwaliteit, maar had ook 3 tekstielfabrieken. Begin 19de eeuw woonden er in Gablonz 2000 mensen. Er waren wel ongeveer. 10.000 mensen werkzaam in de glas- en juweelindustrie. De glasfabrieken lagen gewoonlijk wat buitenaf, in de nabijheid van de bossen. In de 2de helft van de 19de eeuw groeide de bevolking aan tot 21.000 inwoners in 1898. Dat er welstand was, kon je zien ; er was een theater, gas, elektriciteit, een zwembad, een gymnasium, twee colleges, de technische school in de kunstnijverheid, een economische academie en een hogeschool voor handel en economie. Allemaal zonder steun van de regering. De eerste treinverbinding tussen Berlijn en Wenen in 1859 had geen verbinding naar Gablonz, ondanks de economische betekenis voor het ganse vorstendom en ondanks de nood aan transportfaciliteiten. In 1888 financierden de fabrieken en exporteurs een eigen aansluiting. Tsjechisch- en Duitssprekende Bohemers bleven in Gablonz gescheiden, met een gemeenschappelijk “Boheems patriottisme”. Doch in de 19de eeuw wil de Tsjechische meerderheid een stempel drukken op de streek, de Duitse Bohemers verdedigen zich en een politieke actie was nodig in dit dispuut. Na W.O. I kwam de Gablonz-streek in de nieuwe Tsjechoslovaakse Republiek: 6,7 milj. Tsjechen, 3,2 milj. Duitse Bohemers, 2 milj. Slovaken en verschillende andere minderheden. De nieuwe administratie maakte dezelfde fouten als de Habsburgers en elke vorm van autonomie zoals in Zwitserland werd tenietgedaan. De overheid controleerde alle regio’s en legde de Duits Boheemse extra lasten op. Als de recessie komt, wordt Gablonz zwaar getroffen. In 1938 wordt het Duitse deel geannexeerd bij het Duitse Rijk. (Tsjechië bezit uranium in de ondergrond, grondstof voor de A-bom.) De eerste slachtoffers waren de sociaaldemocraten en de Gablonzers van Joodse origine. De meeste Joden konden door hun contacten aan de Nazi’s ontsnappen. De Amerikaanse en Joodse markt werd geboycot; de juwelenindustrie werd ondergeschikt gemaakt aan organisaties in Pforzheim en Berlijn en verschillende fabrieken werden omgevormd om oorlogstuigen te produceren. De genadeslag kwam in 1945/ 1946 van de Tsjechische administratie: 3 milj. Sudeten (Duitse Bohemers) werden onteigend en uitgedreven. Rond Gablonz kwam een tijdperk van glas- en juwelenproductie aan een tragisch eind. Glasindustrie De grootste troef van Bohemen was de ontwikkeling van een eigen techniek in de 2e helft van de 18de eeuw om hangers, kunststenen en parfumflesstopjes te maken. Muranese vaklui maakten al sinds de 14de eeuw kunstedelstenen en Frankrijk had quasi het monopolie op de fabricatie van hangers. Boheemse glasproducenten smolten het glas niet om hangers te maken zoals gebruikelijk was in Frankrijk, en ze slepen hun edelstenen niet van stukken gebroken glas zoals elders in imitatie van natuurlijke edelgesteenten. De glasmakers waren hoogst inventief om nieuwe technieken toe te passen, door hen kwam het geperst glas tot ontwikkeling. Drie andere factoren maakten het belang van de industrie mogelijk: Griet Van Ranst
Glas uit Bohemen
5
Een nauwe samenwerking met de metaalindustrie De scheiding tussen producent en verbruikersmarkt maakt dat verscheidene handelaars en exporteurs de producenten aanmoedigden (en de mode op de voet volgden) • Producenten en verkopers sloten verschillende coöperatiestructuren en verenigden zo hun krachten. Kralen, knopen, halfedelstenen en juwelen werden de belangrijkste artikels van de Gablonzer industrie naast kristal. Gedurende de 18de en 19de eeuw voorzag Gablonz de verre markten met halfedelstenen, kralen en knopen om te worden verwerkt in kleding en accessoires. Avondjaponnen en baljurken werden kwistig versierd met geblazen kralen van Morchenstein. Wandelpakken en namiddagtoiletten werden vervolledigd met geslepen en geschilderde knopen van Wiesenthal. Hoeden werden versierd met glazen bloemen en fruit ‘alla lume’ door huiswerkers uit de valleien van het Isargebergte. Haarkammen en riemgespen glitterden met “ Boheemse diamanten” van Seidenschwanz. En even schitterende, kleurrijke, handgezaagde, glazen halfedelstenen werden verwerkt in steden als Parijs en Londen. In 1820 voerde Gablonz 2,4 biljoen geslepen parels uit. Enkele verkopers hadden al snel door dat ze nog meer konden verdienen aan afgewerkte producten dan aan enkel de basisonderdelen. Vanaf 1830 creëerden ze in samenwerking met de metaalindustrie spectaculaire stukken van glaskunst. Van het 12-tal glasmakerijen die in de 2de helft van de 16de eeuw gesticht werden, overleefde geen enkele de eerste helft van de 18de eeuw: zij hielden vast aan oude tradities en konden niet beantwoorden aan de vraag van het nieuwe tijdperk van massaproductie en steeds uitbreidende afzetmarkten. Er komt een grote vernieuwing. De naam die verbonden is met de welvarendste periode in de glasindustrie is Riedel: glazen, flessen, hangers voor kandelaars en luchters, parfumflesjes werden reeds in 1758- 1775 in diverse kleuren gefabriceerd waaronder melkwit, opaline, lichtblauw, donkerblauw, groen, roze en doorschijnend rood. De geschiedenis van de Riedeldynastie is een succesverhaal. Tien generaties lang wordt een verhaal van vernieuwing en uitbreiding geschreven. De Riedeldynastie splitst in het begin van de 19de eeuw in twee takken: • De Reinowotz-tak waarvan de laatste telg directeur werd in 1949 van het laboratorium in de Gerresheimer glasfabriek in Düsseldorf.. (nu fabricant van labomateriaal en medisch toebehoren: flessen, spuiten, ampullen, verdampers... in glas en kunststof) • De Polauntak; Frans Anton Riedel introduceerde het uraniumgekleurd glas en noemde de twee kleuren naar zijn dochters: ‘Anna’ geel en ‘Eleonoren’ groen. De chemist Josef Riedel bestudeerde de toepassing van colloïds en gelatineachtige niet kristallijne stoffen, die belangrijk zijn voor specifieke kleuring. Na 1945 komen nazaten terecht in de juwelenindustrie in Neugablonz, andere nemen een glasfabriek over in Kufstein in Oostenrijk: Riedel Glas Austria, (nu befaamd om zijn kwaliteitswijnglazen, pas hun 250 jarig bestaan gevierd). Glas voor half-edelstenen en sommige kralen was sterk verschillend van het glas dat gebruikt werd door glasblazers, gewoonlijk was het rijk aan lood. Deze samenstelling komt uit Noord- Europa en werd verspreid in de “De Arte Vitraria” in 1611: een boek met ‘glasrecepten’. • •
Griet Van Ranst
Glas uit Bohemen
6
Er was een competitie tussen Murano glas en het Boheemse glas. Murano glas was rijker aan soda (natriumcarbonaat), Boheems glas bevatte meer kalium (potasse), was harder en was beter bestand om te worden geslepen.
Figuur 4 slijpen van stenen
Zij probeerden elkaars geheimen te ontfutselen, bedrijfsspionnage is van alle tijden. In 1835 vond men in Gablonz ‘Venetian Fluss’ uit, aventurine, en ‘Mozaïekglas auf Venetianer Art’, millefiori glas. In de tweede helft van de 19de eeuw werden de streepjes op parels niet meer aangebracht met een oplossing die kwik en lood bevatte, beiden toxisch, maar zilver en later echt goud. De technieken die men gebruikte werden doorgegeven binnen families, sommige werden gepatenteerd, andere niet of te laat. • Iridiserend glas komt op in 1878 na de Wereldtentoonstelling van Parijs. • Steenglas, gemarmerd glas: einde 19de eeuw. • Gesponnen of geweven glas: fijne glasdraadjes werden geweven. Rond 1820 maakte men al zulke draadjes in de streek rond Gablonz, in Thuringen en in Murano (Venetië). Ook bloemen en draadmotieven in een doorzichtige steen gevormd. Maar pas na de Wereldtentoonstelling van 1873 in Wenen werd het populair. Gedurende 20 jaar bleef het mode om accessoires in gesponnen en geweven glas te hebben tot hoeden en rollen voor in haar toe. Daniel Swarovski begint met een klein bedrijfje, waar stenen met de hand gezaagd werden en op broches, hoedpennen en haaraccessoires werden gerivetteerd. Na de ‘Eerste Elektriciteitstentoonstelling’ in Wenen in 1883, vond hij de snijmachine uit. Hij vond ook een formule uit om identiek gekleurd te bekomen. In 1895 verhuisde hij naar Watten in Tirol. Nu produceert Swarovski naast kristallen parels nog kristallen knopen met plastiek rug en een tiental modellen volledig in kristal.
Griet Van Ranst
Glas uit Bohemen Knopen
Figuur 5 knopen met metalen plaatje achteraan, erop een schijfje glas dat van een glasstaaf met motief werd gesneden
Glazen knopen gemonteerd op een metalen basis werden gemaakt in het Isargebergte sinds de 18de eeuw. De bij de lamp techniek (alla lume of lampworked) begon men te beoefenen in het eerste derde van de 19de eeuw of misschien zelfs vroeger. Een glasblazerslamp of olielamp werd heetgestookt met behulp van een blaasbalg om de al dan niet holle glasstaafjes, een- of meerkleurig, te verwarmen. Op de tentoonstelling in Praag van 1829 waren er wel kralen en half-edelstenen in deze techniek, maar geen knopen.
Figuur 6 kaart met 'lampworked' knopen uit 1908
Griet Van Ranst
7
Glas uit Bohemen
8
In de late 1820’s vond met een techniek uit om metalen shanks in glas in te werken. Josef Scheibler ontwikkelde een samenstelling die in combinatie met metaal het glas niet liet barsten als het afkoelde. De Jackel company was de eerste die knopen met ingewerkte metalen shank op grote schaal produceerde in 1825. In 1835 werden al knopen in zwart en gekleurd glas in vormen geperst. Midden 19de eeuw waren ‘jet buttons molded from black glass’ een van de belangrijkste artikels van de Gablonz-industrie. Ze gebruikten modellerende tangen waarin ze glas vormden van glazen staven die ze verwarmden tot het glas vervormbaar was.
Figuur 7 glasstaven in veschillende diktes en kleuren
Zo drukpersen lijkt simpel, maar ... het glas moet verwarmd worden tot precies de juiste temperatuur: als het te warm en te zacht is, worden de facetjes hol bij afkoeling, is het niet vloeibaar genoeg, kan het niet voldoende worden samengeperst en de kantjes van de stenen zijn te dik. Sommig gekleurd glas zal van kleur veranderen als het te snel wordt verwarmd. De temperatuur van de persvorm is ook van cruciaal belang; is die te koud, dan zal het oppervlak van het glas ‘schrikken’ en kleine barstjes vertonen. Is de vorm te heet, dan zal het glas aan het metaal vastsmelten. Een lichte inzinking is onvermijdelijk, om dat te beperken wordt de voorkant van de afgewerkte steen in de vorm naar beneden gehouden zodat hij door de zwaartekracht naar beneden gedrukt wordt. Ze knepen zo ruwe vormen die daarna door verschillende vaklui werden gezaagd en gepollijst in een meer finale vorm. De stukken konden nog verder verfijnd worden door vergulden of emailleren. Geperst glas werd aanzien als een goedkoop vervangproduct van geslepen en gegraveerd glas maar het opende nieuwe mogelijkheden aan glas-artiesten. René Lalique haalde in 1835 zijn inspiratie bij de drukpersmethode die gebruikt werd door knopenmakers.
Griet Van Ranst
Glas uit Bohemen
9
Figuur 8 pers in werking, op de achtergrond zie je de lange 'moulding tonges'
Pas rond 1860 komt er een grote opgang en knopen maken werd dominant. 1n de 1870’s kregen knopen draadoogjes met metalen rugplaatje, zo zaten de oogjes beter ingebed in de knoop. Vanaf de tweede helft van de 19de eeuw kan men met vormen knopen persen die niet meer verder afgewerkt moeten worden omdat scherpere en preciesere vormen voorhanden waren.. Een vlampolijsting is voldoende als afwerking om de scherpe kantjes van de vorm weg te werken. Als het mode wordt om grotere knopen te dragen, tot 4 cm, werd het ook belangrijker om het oppervlak te versieren. Iedereen die deze zwarte Victoriaanse knopen bekijkt zal versteld staan over de glaskunst die verborgen zit in de versiering van deze knopen: ze werden afgedrukt met geweldige, fantastische en ingewikkelde patronen. Vooral de camees zijn gesofisticeerd. De Romeinen maakten al camees: kobaltblauw glas werd bekleed met een laag wit opaak glas waarin een steensnijder een reliëf uitsnijdt. In 1860 werden camees gemaakt in gipsen vormen. Ze werden herhaaldelijk verhit en geslepen. Er moest speciale aandacht geschonken worden aan de samenstelling van de klei en de vormen werden vernietigd bij het eerste gebruik, zelden konden ze meermaals gebruikt worden.
Figuur 9 camees in verschillende zetting
Griet Van Ranst
Glas uit Bohemen
10
Rond 1870 komen de metalen vormtangen die door de graveerders fijne vormen kregen. Slijpen van glas was mode tot ong. 1850. Vanaf dan werden de graveerdes ingezet om metalen persvormen te graveren. Tot 1870-1880 waren de meeste knopen van zwart glas, maar vanaf dan werden knopen van alle soorten gekleurd glas gemaakt op vraag van de modewereld. De vraag naar knopen was niet constant, ze was afhankelijk van de modegrillen. Ook in de 20ste eeuw betekenden knopen een belangrijk artikel voor de Boheemse industrie. In de 20-er jaren was de productie geconcentreerd in Morchenstein, Wiesenthal en Gablonz zelf. In elk van deze centra waren een 20-tal knopenmakers. Grenzendorf en Johannesberg telden er elk meer dan een dozijn.
Figuur 10 staalkaarten begin 20ste eeuw
Andere producten We vermeldden reeds het belang van de aanwezigheid van de metaalindustrie, vooral voor de productie van juwelen en knopen in combinatie met de glasproducten. Aanvankelijk (midden 18de eeuw) werd zilver gebruikt, later koper en tombac. Drijfwerk van koper-messing-brons en gietsel van blik en tin waren de twee basistechnieken. Voor knopen werd vooral blik en tin gebruikt. Belangrijk was de puntzetting: vele tandjes die kunstig de steen vasthielden. Begin 19de eeuw begon men te vergulden door vuur van tombac, brass of messing(koperen tinlegering) en koper. Griet Van Ranst
Glas uit Bohemen
11
Vanaf 1870 werden in Gablonz ook alle celluloid producten gemaakt. In de plastics kent me een onderscheid tussen • Modified natural materials: op basis van natuurlijke producten zoals celluloid (zetmeel) en galalith (melksteen) • Thermosetting plastics, thermoharders: kunnen enkel ver- en gevormd worden tijdens het afkoelen zoals bakeliet en pollopas Bohemen had al in de 17de eeuw een gans glasmarktnetwerk over gans Europa: van Engeland tot Zweden en tot Zuid-Italië en Turkije. Tussen 1740 en 1750 werden een 100tal Glashandelscompagniën opgericht met filialen tot in Amerika en het Midden-Oosten. Om in te spelen op de specifieke vragen van alle verschillende regio’s, produceerde Gablonz ruwe en onversierde producten die ter plaatse afgewerkt werden; slijpen, graveren, emailleren en beschilderen. Enkele begrippen Alla lume techniek, bij de lamp techniek, lampworked Een typisch Venetiaanse decoratietechniek waarmee kleine siervoorwerpen of ornamenten worden gemodelleerd. Glasstaven werden door een (olie)lamp verwarmd tot ze vervormbaar zijn; ik denk dat je het kan vergelijken met een bunsenbrander. Aventurine Glas met gescheiden koperkristallen. In de Middeleeuwen werd het gefabriceerd in Venetië. Vanal 1879 produceerde J. Riedel aventurine. Bevangglas, overlay Glas bestaand uit twee of meer verschillende kleurlagen, waarbij de buitenste laag (of lagen) gewoonlijk deels wordt weggeslepen zodat een meerkleurig decor ontstaat. Deze techniek werd toegepast in de Romeinse tijd en herontdekt in de 19de eeuw in Bohemen en Engeland.
Figuur 11 bevangglasplaatjes voor knopen
Cameeglas Bevangglas met twee of meer lagen, waarbij een decoratie in verschillende kleuren is gecreëerd door het wegsnijden van de buitenste laag. Griet Van Ranst
Glas uit Bohemen
12
Filigrain Een decoratievorm ontleend aan de zilversmeedkunst. Opaak witte of gekleurde glasdraden, ingebed in helder glas en gerangschikt in fijne netwerkpatronen. Hochschnitt Door het wegslijpen met een slijpwiel van delen van de glaswand ontstond een decoratie in hoog-reliëf. Late 17de eeuw. Intaglio, Tiefschnitt Het uitslijpen van een decoratieve voorstelling onder het oppervlak van een glaswand, zodat het decor zich in verdiept reliëf tegen het glasoppervlak aftekent. Irisatie Regenboog-effecten op een glasoppervlak, veroorzaakt door verwering van het glas. Einde 19de eeuw kunstmatig nagebootst. Kristal Kleurloos en doorzichtig glas dat lijkt op bergkristal, een natuurlijk kwartsgesteente. De benaming is algemeen gebruikelijk voor fijn geslepen glaswerk met een gering gehalte aan loodoxyde. Millefiori Letterlijk ‘duizend bloemen’. Een decoratietechniek die bekend is van Romeins glaswerk uit de 1ste eeuw v.C. en vanaf de 15de eeuw werd toegepast in Venetië: van gekleurde glasstaven werden dunne schijfjes gesneden die, aaneengesmolten of ingebed in helder glas, een bont kleurenpatroon opleverden. Paperweight Een tekening met een metaallaagje onderaan, er bovenop een globe van doorzichtig glas.
Figuur 12 lampworked paperweights, begin 20ste eeuw
Griet Van Ranst
Glas uit Bohemen
13
Pâte de verre, glaspasta Een mengsel van verpulverd glas, flux (een alkalische substantie zoals potas of soda die aan glasmengsels wordt toegevoegd om het smelten te bevorderenvan de basisgrondstof, het kiezelzuur), en kleurstof; zeer geschikt voor het persen in vormen en het boetseren van beeldjes of ornamenten. Besluit Dat Bohemen belangrijk was in de glasproductie wereldwijd hoef ik niet meer te verkondigen. Wellicht zullen we nooit de ware omvang van het belang kennen omdat de oorsprong van veel glasproducten niet meer te achterhalen is. Op de knopen werd nooit een merk aangebracht en als er al een merk op staat, is het van de verwerker van de grondstoffen. Eigenlijk kunnen we de ‘Gay-ninetees’ knopen en de juweelknopen met glas bezet ook rangschikken bij de glasknopen. De glasindustrie bloeit verder in Tsjechië, maar dan spreekt men nu wel van Tsjechisch glas. Na de val van de communistische regime in 1989, zijn de glasfabrieken, die na W.O.II staatsbezit werden, in een vrijemarkt economie terechtgekomen. Een aantal zijn geprivatiseerd, andere vormen concerns, er zijn er nog die staatseigendom zijn.
Figuur 13 'nieuwe' Tsjechische knopen
Informatie op het Internet • Jablonec: http://www.jablonec.cz • het glasmuseum van Jablonec: http://www.msb-jablonec.cz/en • Swarovski: Swarovski.com • Bimini glas: http://glass.co.nz/bimini.htm • Riedel Glas Austria: http://riedel.com • Begrippen: http://www.vrijglas.org/lexicon.html • http:/members.tripool.com/tsjechië/glas-kristal.html Bibliografie • Baubles, Buttons and Beats. The heritage of Bohemia. Sibylle Jargstorf. ISBN: 088740-467-7 Schiffer Publishing Ltd • Le Verre de Bohême. Antonin Langhamer. ISBN: 2 85917-365-X Les Editions de l’ Amateur, 2002 • Glas, De geschiedenis van glaswerk van 3000 v. C. tot heden.. Dan Klein en Ward Lloyd. ISBN 90 6017 750 9 Gaade uitgevers, Veenendaal Griet Van Ranst