VERVANGING KNIEGEWRICHT
Deze informatiemap wordt gesponsord door de Firma DePuy Johnson & Johnson
ZORGEENHEID ORTHOPEDIE St. Elisabeth Ziekenhuis Tilburg Versie juni 2012
INHOUD VAN DE PATIËNTEN INFORMATIE MAP
DEZE MAP IS EIGENDOM VAN GEMAAKTE AFSPRAKEN BELANGRIJKE TELEFOONNUMMERS UITNODIGING VOOR DE INFORMATIEMIDDAG
DEEL DEEL DEEL DEEL
1 1 1 1
BROCHURE: VERVANGING KNIEGEWRICHT
DEEL 2
INSTRUCTIEKAART FRAGMIN BROCHURE FRAGMIN
DEEL 3 DEEL 3
METEN IS WETEN, HET ANDERS OMGAAN MET PIJN
DEEL 4
ANESTHESIE (VERDOVING)
DEEL 5
INSTRUCTIES 1. oefeningen voor de operatie 2. het zitten op de stoel 3. het lopen met twee krukken 4. traplopen 5. oefeningen na de operatie 6. voorbeelden van loophulpmiddelen 7. andere hulpmiddelen 8. leefregels en adviezen
DEEL 6
CONTROLELIJST THUISSITUATIE WEGWIJZER IN HULP
DEEL 7 DEEL 7
SAMEN VERDER REVALIDEREN
DEEL 8
BENODIGDHEDEN DIE U WEL / NIET MEE NAAR HET ZIEKENHUIS MOET BRENGEN APOTHEEK DE LEIJ IN DE MEDISCHE BOULEVARD
DEEL 9 DEEL 9
RAPPORTAGEBLADEN VOOR VRAGEN EN OPMERKINGEN
DEEL 10
DEZE PATIËNTEN INFORMATIEMAP IS EIGENDOM VAN:
GEMAAKTE AFSPRAKEN:
PLAATS
DATUM
INFORMATIEMORGEN CONTROLEDATUM CONTROLEDATUM
BELANGRIJKE TELEFOONNUMMERS: St. Elisabeth Ziekenhuis algemeen: Afdeling orthopedie: Polikliniek orthopedie: Verpleegkundig Zorgcoördinator Orthopedie Patiëntenservicebureau: Polikliniek anesthesiologie:
013-5391313 013-5392352 013-5398023 013-5391313 sein 6603 013-5392721 013-5392291
TIJD
Geachte Heer, Mevrouw,
U heeft zojuist samen met uw behandelend arts besloten dat U geopereerd gaat worden aan uw kniegewricht. Uw eigen kniegewricht of een deel daarvan, wordt vervangen door een hele of gedeeltelijke kunstknie (knieprothese). Ook kan het zijn dat een reeds geplaatste gedeeltelijke of gehele prothese vervangen wordt (revisie). Dat is een hele gebeurtenis en wij willen U graag helpen, zo goed mogelijk voorbereid opgenomen te worden op afdeling orthopedie. U heeft daarom ook van de Verpleegkundig Zorgcoördinator Orthopedie deze Patiënten Informatie Map gehad, waarin uitgebreid wordt ingegaan op de voorbereiding, de opname en de periode thuis na het ontslag. Wij kunnen ons echter voorstellen dat U over de operatie, de opname en de periode daarna, graag nog eens met iemand van het behandelteam wilt praten, of dat U nog vragen heeft. Misschien vindt U het zelfs prettig om een DVD-opname te zien van het proces van slijtage bij een knie en de mogelijke operaties. Dit is een film bestaande uit animatie-beelden en dus zijn er geen "enge" beelden te zien. Daarom bestaat er de mogelijkheid tot het bijwonen van een informatiemorgen. U bent welkom samen met uw partner, een van uw kinderen of iemand uit uw omgeving die U de komende periode begeleidt. De morgen wordt verzorgd door de Verpleegkundig Zorgcoördinator Orthopedie en een fysiotherapeut(e), die werkzaam is op afdeling orthopedie. De informatiemorgen wordt gehouden in de aula van het St. Elisabeth ziekenhuis. U vindt de aula naast het personeelsrestaurant en tegenover afdeling radiologie. De Verpleegkundig Zorgcoördinator Orthopedie staat u ter hoogte van de aula in de centrale gang op te wachten. U kunt bij de receptie van de hoofdingang vragen of ze u de weg wijzen, indien nodig Aanvang: 9.00 uur, de bijeenkomst duurt ruim twee uur. Als u zich heeft opgegeven voor de informatiemorgen, maar u bent door onvoorziene omstandigheden niet in de gelegenheid de morgen te bezoeken, wilt u dan zo vriendelijk zijn uzelf af te melden bij: Ireen van der Voort Verpleegkundig Zorgcoördinator Orthopedie Telefoon 013-5391313 sein 6603 e-mail:
[email protected] (maandag tot en met donderdag)
Wij wensen U een goede voorbereiding, opname- en herstelperiode toe.
Behandelteam Zorgeenheid Orthopedie
VERVANGING KNIEGEWRICHT
Voorbereiding opname ontslag
INHOUDSOPGAVE
Blz.
Inleiding
2
Wanneer is een operatie nodig?
2
Algemene complicaties
3
Hoe kunt u zich voorbereiden op de operatie?
4
De opname
6
Dag van de operatie
7
Na de operatie
7
Ontslag uit het ziekenhuis en de periode erna
8
1.
INLEIDING De vervanging van het kniegewricht door een kunstknie (knieprothese) is een vaak voorkomende operatie bij mensen met een zogenaamde “versleten knie”. De operatie is geen kleinigheid. Ook de revalidatieperiode vraagt de nodige inspanning van u en uw omgeving. “Een goed begin is het halve werk” geldt ook voor deze operatie. Een goede voorbereiding kan namelijk bijdragen aan een vlot herstel. De informatie in deze brochure, over de gang van zaken in het St. Elisabeth Ziekenhuis, helpt u daarbij. Leest u de folder eens op uw gemak door, eventueel samen met iemand die u de komende periode begeleidt. Achtereenvolgens krijgt u informatie over de operatie, over wat u zelf kunt doen ter voorbereiding, de opname en de periode na ontslag uit het ziekenhuis.
WANNEER IS EEN OPERATIE NODIG? Het kniegewricht Het kniegewricht is grotendeels een scharniergewricht, dat het boven- en onderbeen met elkaar verbindt. Het gewricht bestaat uit drie botdelen die elk met kraakbeen bedekt zijn: het scheenbeen, het dijbeen en de knieschijf. Kraakbeen is een glad en verend weefsel. Bij het ouder worden, wordt de laag kraakbeen dunner. Als het kraakbeen helemaal weggesleten is, spreekt men van slijtage (artrose), in de volksmond ook wel van een “versleten knie”. De gewrichtsvlakken worden onregelmatig en er ontstaan knobbels aan de zijkanten.
Gezond kniegewricht van de zijkant
Versleten kniegewricht
Klachten De meest voorkomende klacht bij slijtage van het kniegewricht is pijn. Ook wordt het gewricht steeds stijver. Als de slijtage zich voortzet, nemen de klachten toe. Medicijnen en fysiotherapie helpen dan vaak niet meer. Een nieuwe knie is dan meestal de enige oplossing. 2.
Het is ook mogelijk dat alleen de binnenkant of buitenkant van het kniegewricht is versleten. In dit geval zal de orthopedisch chirurg overwegen een halve knieprothese te plaatsen. De revalidatie zal over het algemeen iets sneller verlopen als bij een hele knieprothese, maar een en ander is wel afhankelijk van uw individuele situatie.
Hele knieprothese
hele knieprothese
halve knieprothese
halve knieprothese
Tijdens de operatie wordt het versleten uiteinde van het bovenbeen op maat gemaakt en voorzien van een metalen glijvlak. De bovenkant van het scheenbeen wordt bedekt met een kunststof glijvlak dat met een metalen pin in het scheenbeen wordt bevestigd. De achterkant van de knieschijf wordt van een kunststof glijvlakje voorzien. Bij deze operatie worden de kniebanden gespaard en dus alleen de scharnierende oppervlakken vervangen. Voor- en nadelen van de operatie Een totale of gedeeltelijke knieprothese-operatie is vrijwel altijd succesvol. Het merendeel van de mensen die geopereerd zijn, heeft na de operatie geen pijn meer en kan na revalidatie weer goed uit de voeten: zelf schoenen en kousen aantrekken, bukken, lopen en ook weer fietsen en zwemmen. Een kunstknie kan voor veel mensen een uitkomst betekenen, maar het blijft kunstmateriaal. Op lange termijn kan het kunstgewricht slijten. Zorg dat u zich bewust blijft van het feit dat u een kunstknie heeft en dat u daar voorzichtiger mee om moet springen dan met een eigen knie. Algemene complicaties van deze operatie zijn: Een wondinfectie: De aard van de operatie is bepalend hoe groot de kans is dat een wond na de operatie infecteert. Steriele operaties zoals die aan botten en de meeste organen hebben een geringere kans op infectie dan operaties waarbij niet-steriele organen worden geopend. Een ontsteking kan vrij snel na de operatie ontstaan, maar ook pas weken of maanden later. Het wordt meestal in eerste instantie met antibiotica behandeld. Een nabloeding: Een bloeding is een beschadiging van de bloedvaten, waardoor bloed buiten de vaten treedt. Dit leidt tot bloedverlies. Er zij twee soorten: uitwendige bloeding, waarbij het bloed buiten het lichaam terecht komt, na een verwonding of bij een operatie. Inwendige bloeding, waarbij het bloed buiten de bloedvaten terecht komt, maar in het lichaam blijft. Bloed kan bijvoorbeeld onderhuids terecht komen. 3.
Meestal is een drukverband voldoende bij deze operatie om de bloeding te stelpen, tenzij andere factoren zoals bijvoorbeeld bloedstolling een rol spelen in het geheel. Een kleine onderhuidse bloeding behoeft meestal geen behandeling. Het lichaam 'ruimt' het oude bloed meestal vanzelf op. Soms is de bloeduitstorting nogal uitgebreid. Ook dan is er niet echt een behandeling voor. Soms wordt een elastische kous aangemeten, maar tijd is de belangrijkste factor voor genezing. Trombose In deze map zit een boekje over de betekenis van trombose, leest u dat rustig door. U kunt de Verpleegkundig Zorgcoördinator Orthopedie altijd nog om informatie vragen. Om trombose te voorkomen krijgt u 6 weken het geneesmiddel Fragmin in de vorm van een kleine injectie in de buik. Vaak wordt de vraag gesteld of de patiënt niet voortijdig met de Fragmin mag stoppen omdat zijn of haar mobiliteit al zo goed is. Dat mag u niet, omdat de mobiliteit slechts een onderdeel is van het risico op trombose. De operatie op zich is een even groot risico en dus moet u de 6 weken volmaken. Gevoelloosheid van de huid Langs de binnenkant van de knie loopt een gevoelszenuw die kleine zenuwtakjes afgeeft naar de voorkant van de knie. Met de snee die nodig is bij de knieoperatie worden onvermijdelijk een aantal van deze kleine zenuwtakjes doorgenomen, waardoor de huid aan de buitenzijde van het litteken langdurig wat onaangenaam doof kan blijven aanvoelen. Over het algemeen verdwijnt het onaangename gevoel na langere tijd.
HOE KUNT U ZICH VOORBEREIDEN OP DE OPERATIE Een goede voorbereiding op een operatie is belangrijk. Dit geldt zeker voor een knieoperatie. De voorbereiding moet al ruim voor de ziekenhuisopname beginnen. Voorbereidingen in het ziekenhuis
Verpleegkundig spreekuur U bent op het verpleegkundig spreekuur geweest bij de Verpleegkundig Zorgcoördinator Orthopedie, die u uitleg heeft gegeven omtrent artrose en de operatie. Ook heeft zij een anamnese met u gedaan en informatiemateriaal aan u gegeven.
Voorlichtingsbijeenkomst U bent uitgenodigd voor de speciale voorlichtingsbijeenkomst voor patiënten die een nieuwe knie krijgen. Deze bijeenkomst wordt een maal per maand gehouden. De Verpleegkundig Zorgcoördinator Orthopedie en een fysiotherapeut vertellen u alles omtrent de opname, de operatie en de revalidatie daarna. Tevens kunt u kennismaken met de verschillende hulpmiddelen die u thuis eventueel nodig heeft. U bent welkom samen met uw partner, een van uw kinderen of iemand uit uw omgeving, die u de komende periode gaat begeleiden. Tijdens de middag wordt de DVD “Een nieuwe knie” getoond. Dit is een film waarin uitgelegd wordt wat artrose is en hoe een operatie verloopt. Deze film bevat geen echte operatiebeelden.
3.
Anesthesiespreekuur As besloten wordt dat u geopereerd gaat worden, wordt er automatisch voor u een afspraak gemaakt bij de polikliniek anesthesiologie. Daar vindt een onderzoek plaats naar uw algemene conditie. Dit in verband met de operatie en de narcose. Het functioneren van uw hart en longen wordt onderzocht en er wordt bekeken of er nader onderzoek verricht moet worden door een internist, longarts of cardioloog. Meestal zult u ook bloed moeten laten prikken en soms zal er ook een longfoto gemaakt moeten worden. Een en ander is o.a. afhankelijk van uw leeftijd, uw conditie en uw medische voorgeschiedenis. Als u meer wilt weten over verdoving in het algemeen, kunt u de folder “Anesthesie” orthopedie lezen die in deze informatiemap zit.
Neuskweek Na uw bezoek aan de Verpleegkundig Zorgcoördinator Orthopedie, wordt er een neuskweek afgenomen om te kijken of u drager bent van de Staphylococcus aureus, een bacterie die infecties kan veroorzaken in de wond. Mocht u drager zijn, dan krijgt u voor de operatie recepten thuisgestuurd voor een neuszalf en speciale shampoo. Met die zalf en shampoo kunt u zichzelf behandelen. De behandeling start drie dagen voor de operatie en duurt vijf dagen in totaal, maar specifieke instructies krijgt u in het geval dat u drager zou zijn. Op deze manier proberen we de wondinfecties na de operatie te voorkomen.
Voorbereidingen thuis
Regelen van nazorg Na de operatie zult u met name beperkingen ondervinden bij huishoudelijke activiteiten, het wassen van de onderbenen en het aan- en uittrekken van kousen en schoenen. Mogelijk zijn er mensen in uw directe omgeving, zoals familie en buren, die u op deze terreinen hulp kunnen geven. Bent u alleenstaand of heeft u een partner die zelf flinke gezondheidsklachten heeft, dan bestaat er de mogelijkheid tot het aanvragen van thuiszorg. Dit wordt gedaan op het moment dat u op de afdeling wordt opgenomen. De Transferverpleegkundige zal in een gesprek met u bepalen, welke zorg wordt aangevraagd. Houdt u wel rekening met eventuele wachtlijsten! Ook kan het zijn dat u moet gaan revalideren in een verpleeghuis. In dat geval heeft u dat met de Verpleegkundig Zorgcoördinator Orthopedie besproken. Zij regelt de opname, daar hoeft u zelf dan niets meer aan te doen. U betaalt een inkomensafhankelijke bijdrage voor de zorg die u ontvangt. Verder heeft de Thuiszorgwinkel (Lage Witsiebaan 2a in Tilburg of in de Medische Boulevard van het St. Elisabeth ziekenhuis), een aantal hulpmiddelen te leen of te koop, waardoor u een aantal activiteiten gemakkelijker of zelf kunt verrichten. Dit zijn een helping hand (een soort 'verlengde arm'), een panty- of kousen aantrekker, een aankleedstok, een toiletverhoger en krukken. Deze hulpmiddelen worden gedemonstreerd tijdens de voorlichtingsbijeenkomst. 4.
Om deze materialen te lenen, hoeft u geen lid te zijn van Thebe. Een geldig legitimatiebewijs is voldoende. Komt u uit een andere regio, dan kunt u het beste zaken regelen in de plaatselijke dependance. Bij problemen met koken kunt u de maaltijdenservice inschakelen. Een aantal supermarkten heeft tegenwoordig op veel filialen een bezorgservice voor boodschappen. Informeer hier tijdig naar.
Algemene zaken Vanaf de dag na de operatie mag u gewone kleren aan. Zorg ervoor dat u dus eventueel makkelijk zittende kleding meebrengt, die niet knelt en die gemakkelijk aan te trekken is. Voor de dames zijn pantykousjes aan te bevelen, om makkelijk in de schoenen te komen. Zorg dat uw schoenen en sokken niet te strak zitten.
Aanpassingen in huis U hoeft geen speciale maatregelen te nemen voor na de operatie. Eventueel is het mogelijk een toiletverhoger te lenen bij Thebe, zodat u iets makkelijker kunt plaatsnemen op het toilet. Zorg ook voor een stevige stoel met armleuningen.
Stoppen met bloedverdunnende middelen Als u bloedverdunnende middelen gebruikt (waaronder ook aspirine), moet u hiermee voor de operatie stoppen. U wordt hier tijdig over geïnformeerd door een medewerkster van het planbureau orthopedie.
DE OPNAME De planning De medewerksters van het planbureau orthopedie regelen de planning van de opnames. Als u geen voorkeur heeft voor behandeling door een specifieke orthopedisch chirurg is het plannen van de opname over het algemeen gemakkelijker. U komt dan op de zogenaamde “algemene wachtlijst”. U wordt dan door een van de orthopeden geopereerd, vaak geassisteerd door een orthopeed in opleiding. De oproep De oproep voor de opname krijgt u van een medewerkster van het planbureau orthopedie. Ruim voor de opname krijgt u een telefoontje van haar. Zij vertelt u ook hoe laat en waar u in het ziekenhuis verwacht wordt.
DE DAG VAN OPNAME Voor veel patiënten geldt dat de opnamedag de operatiedag is. In sommige gevallen vindt de opname een dag eerder plaats om bijvoorbeeld speciale voorbereidingen te kunnen treffen, of omdat de thuissituatie een opname op de dag van de operatie niet toelaat. (vervoer, reisafstand, te veel zorg ’s morgens vroeg, etc.) U heeft dit al met de Verpleegkundig Zorgcoördinator Orthopedie overlegd.
5.
U krijgt van de Verpleegkundig Zorgcoördinator Orthopedie of het planbureau te horen, of u op de dag vóór de operatie wordt opgenomen, of op de dag van de operatie zelf. Als u op de dag van de operatie wordt opgenomen, komt u wel de middag van tevoren naar afdeling orthopedie. U wordt dan om 13.30 uur of 14.00 uur verwacht. Een verpleegkundige informeert u vervolgens over de gang van zaken op de afdeling en kijkt samen met u of er nog zaken zijn veranderd sinds het gesprek met de Verpleegkundig Zorgcoördinator Orthopedie op de poli. Er wordt bloed geprikt en u leert zichzelf de fragmin spuiten. (indien u daartoe bereid bent) Brengt u vooral uw medicijnen mee in de originele verpakking. Een voedingsassistente komt vragen of u een dieet heeft e.d. Ook de fysiotherapeut komt kennismaken en oefent met u het lopen met twee krukken. Dit als voorbereiding op de revalidatie. U dient uw krukken dus al mee te brengen, zodat de fysiotherapeut die op de juiste hoogte voor u kan instellen. Zijn al deze zaken afgerond, dan mag u weer naar huis, om de laatste nacht thuis door te brengen. U hoort van de verpleegkundige of u de volgende morgen om 7.00 uur of 8.00 uur weer op afdeling D2 wordt verwacht. DAG VAN DE OPERATIE Voorbereidingen Op de dag van opname of voor opname krijgt u te horen vanaf welk tijdstip u nuchter moet zijn. Een uur voor de operatie krijgt u op de verpleegafdeling een aantal medicijnen als voorbereiding op de operatie: - Valium, om al wat te kunnen ontspannen - Atropine, waar u een droge mond van krijgt, ter voorkoming van verslikking tijdens de operatie. Dit is een injectie, die in het been wordt toegediend - Een zetpil paracetamol als preventieve pijnbestrijding voor na de operatie Op de operatieafdeling of -kamer krijgt u de volledige narcose toegediend of de verdoving onder in de rug. Direct na de operatie De operatie duurt ongeveer anderhalf uur. Daarna gaat u naar de uitslaapkamer. In totaal bent u ongeveer vier uur van de verpleegafdeling af. Het is normaal dat u na de operatie pijn heeft aan de geopereerde knie. U kunt ook misselijk zijn. U krijgt voor beide medicijnen. Na de operatie heeft u een infuus in uw arm en mogelijk een catheter (slangetje) in uw blaas om de urine af te voeren (als u niet kunt plassen). Als u een verdoving onder in de rug krijgt, heeft u standaard een catheter. Uit de wond komt meestal een plastic slangetje (wonddrain) dat het wondvocht en bloed afvoert naar een plastic flesje. Op de plek van de wond zit een grote pleister en een drukverband. 6.
NA DE OPERATIE Lichamelijke verzorging en revalidatie De eerste dag na de operatie wordt u nog geholpen met het wassen op bed De morgen van de eerste dag na de operatie mag u uit bed, op beide benen staan en op de stoel zitten. U krijgt hierbij hulp van de verpleegkundige. De middag van de eerste dag na de operatie gaat u onder begeleiding van de fysiotherapeut met twee krukken lopen De tweede dag na de operatie wast u zich met wat hulp van de verpleging op de badkamer en leert u eventueel zelf de voeten te wassen, af te drogen en kousen en schoenen aan te trekken De tweede, derde en vierde dag na de operatie staan in het teken van mobiliseren en het leren omgaan met beperkingen die u tegenkomt in de thuissituatie U leert ook traplopen Medicijnen De dag voor de operatie start u met Fragmin en dit blijft u gedurende 6 weken iedere dag gebruiken. Wij leren u zichzelf de kleine injecties in de buik te geven. Er hoeft geen bloedcontrole door de trombosedienst plaats te vinden, ook niet als u met de Fragmin stopt. Op de dag van het ontslag krijgt u de Fragmin en bijbehorende spullen mee naar huis. Gebruikt u van thuis uit Acenocoumarol of Marcoumar, dan start dat de dag na de operatie weer op. U stopt dan na vier dagen weer met de Fragmin. Dan volgen wel weer de controles van de trombose-dienst, zoals u dat gewend bent. Hechtingen U krijgt agraves in de wond. (de zogenaamde “nietjes”) Deze agraves worden op de 14e dag verwijderd door de huisarts. U dient hiervoor op tijd een afspraak met de huisarts te maken. U krijgt het benodigde agravetangetje mee naar huis.
ONTSLAG UIT HET ZIEKENHUIS EN DE PERIODE DAARNA
Ontslaggesprek Een of twee dagen voor het ontslag neemt de verpleegkundige nog enkele praktische zaken met u door, zoals het medicijngebruik en de gang van zaken in de thuissituatie. Als uw partner, een van de kinderen of diegene die u gaat begeleiden de komende tijd hier graag bij aanwezig wil zijn, is hij/zij welkom.
Naar huis De opname duurt ongeveer vier tot zes dagen Op de dag van het ontslag krijgt u van de verpleegkundige die voor u zorgt een kaartje met daarop de datum en tijd van de controleafspraak bij de orthopeed die u geopereerd heeft. De ontslagtijd is over het algemeen ’s-morgens om 10.00 uur. 7.
Naar een verpleeghuis Als u naar een verpleeghuis gaat, wordt de revalidatie daar voortgezet. Informatie over het verpleeghuis krijgt u van de Verpleegkundig Zorgcoördinator Orthopedie of de Transferverpleegkundige. Door bijzondere omstandigheden kan het zijn dat al vóór de opname in het ziekenhuis bepaald kan worden dat u moet revalideren in een verpleeghuis. Dit heeft de Verpleegkundig Zorgcoördinator Orthopedie met u besproken op de polikliniek. U kunt dan van te voren al een kijkje gaan nemen in het betreffende verpleeghuis. Wordt de verpleeghuisopname pas geregeld tijdens de ziekenhuisopname, dan kan uw familie een kijkje gaan nemen. Op dat moment begeleidt de Transferverpleegkundige u.
Vragen Ondanks een goede voorbereiding op het ontslag kunt u thuis altijd nog op onvoorziene problemen stuiten waar u geen raad mee weet. Aarzelt u dan niet de Verpleegkundig Zorgcoördinator Orthopedie of de verpleegafdeling te bellen.
Controlebezoek Ongeveer zes weken na de operatie komt u terug bij de orthopedisch chirurg die u heeft geopereerd. Hij bespreekt hoe het met u gaat sinds de operatie. De ervaring leert dat er tal van vragen aan de orde komen, afhankelijk van wat elke patiënt wil weten over de leefregels na de eerste herstelperiode. Aarzelt u niet uw vragen van tevoren op te schrijven, dan is de kans dat u ze vergeet te stellen klein.
8.
METEN IS WETEN, HET ANDERS OMGAAN MET PIJN (bij een knieoperatie) PIJN Pijn speelt een belangrijke rol bij een operatie. Pijn is een ingewikkeld verschijnsel. Er zitten zowel lichamelijke als emotionele en sociale kanten aan. De beleving van pijn en de hevigheid van pijn is afhankelijk van meerdere factoren. Het is belangrijk dat wij rekening houden met alle factoren die invloed hebben op uw pijn. Op die manier kunnen wij u de pijnbehandeling geven die het beste bij u past. BIJ OPNAME De verpleegkundige legt aan u uit: Hoe pijn meten verloopt Methode van pijnbestrijding Ook stopt zij uw huidige pijnmedicatie van thuis. Een uitzondering daarop zijn de medicijnen, voorgeschreven door de reumatoloog en morfine-preparaten. In dat geval overlegt de verpleegkundige met de orthopedisch chirurg, die op zijn/haar beurt weer kan overleggen met de arts die genoemde medicijnen heeft voorgeschreven. HET METEN VAN PIJN Zowel op de dag van de operatie als de dagen daarna, zullen wij uw pijn meten. Dat gebeurt door middel van een zogenaamd pijnmeetlatje. Op dit latje (zie tekening) staat een lijn met aan de ene kant de tekst: geen pijn en aan de andere kant: meeste pijn. Wij vragen u op deze lijn aan te geven hoeveel pijn u heeft. Aan de hand daarvan kan de verpleegkundige of arts uw pijnmedicatie bepalen of aanpassen.
Geen
Meest
PIJNMEDICATIE Om de pijn na de operatie te behandelen en controleerbaar te maken wordt er gebruik gemaakt van verschillende soorten pijnmedicatie. De meest voorkomende zijn: Paracetamol, Diclofenac en Morfine. Er wordt gewerkt met een pijnprotocol, waarin deze medicatie is verwerkt, maar natuurlijk wordt er ook naar u als individuele patiënt gekeken en naar uw behoeften. Het belangrijkste is dat u de pijn goed aangeeft. Als u dat niet zou doen, heeft u misschien te veel pijn om uit bed te kunnen, te lopen en te oefenen. Als u voor een van bovengenoemde medicijnen allergisch (overgevoelig) bent, wilt u dit dan goed aangeven op de verpleegafdeling, zodat de pijnmedicatie kan worden aangepast? Er wordt ook regelmatig gebruik gemaakt van de infuuspompen, waarbij u zichzelf, via een drukknopje, pijnstilling kunt toedienen. U kunt zichzelf nooit teveel medicatie geven door een beveiliging op de pomp. TOT SLOT Als u nog vragen heeft, na het lezen van deze informatie, nodigen wij u uit deze te stellen aan de orthopeed of de verpleegkundige die voor u zorgt.
ANESTHESIE (VERDOVING)
Wat is anesthesie Anesthesie betekent letterlijk gevoelloosheid. De anesthesioloog is een arts gespecialiseerd in het toedienen van anesthesie. Samen met de anesthesiemedewerker zorgt hij (of zij) ervoor dat u tijdens uw operatie of onderzoek geen pijn voelt en comfortabel bent. Met behulp van geavanceerde apparatuur waken zij tijdens de ingreep continue over uw lichamelijke toestand. Er zijn verschillende vormen van anesthesie. Grofweg wordt een onderscheid gemaakt in algehele en regionale anesthesie. Vormen van anesthesie algehele anesthesie of narcose De meest bekende vorm van anesthesie is de algehele anesthesie of narcose, waarbij het hele lichaam verdoofd wordt en u tijdelijk buiten bewustzijn bent. Door een infuus kan dan vocht en (slaap)medicatie toegediend worden. Tijdens de anesthesie ademt u door een buisje dat in of nabij de luchtpijp wordt geplaatst. Aan het einde van de operatie wordt u wakker gemaakt en wordt dit buisje verwijderd. Tijdens de anesthesie worden hartslag, bloeddruk, zuurstofgehalte en ademhaling voortdurend gecontroleerd en gereguleerd. Men zorgt ervoor dat u tijdens de narcose zo diep in slaap bent, dat u geen pijn voelt. spinale anesthesie of ruggenprik Een voorbeeld van regionale anesthesie is de spinale anesthesie of ruggenprik. Door middel van een in het algemeen niet erg pijnlijke injectie in de onderrug, wordt een verdovende vloeistof ingebracht bij de grote zenuwen die naar het onderlichaam lopen. Operaties onder het niveau van de navel kunnen op deze manier uitgevoerd worden. De duur van de verdoving is 1-6 uur en in die tijd kunt u (meestal) ook uw benen niet bewegen omdat de zenuwen naar de spieren uitgeschakeld zijn. De voorbereiding Voordat u geopereerd wordt brengt u eerst een bezoek aan de polikliniek anesthesiologie. Daar brengt men uw gezondheid in kaart, regelt men zo nodig aanvullend onderzoek en zal men u informeren over de mogelijkheden met betrekking tot de verdoving en daarbij horende risico’s. Er wordt naar gestreefd om onderzoeken en afspraken zoveel mogelijk op elkaar te laten aansluiten, zodat u niet onnodig vaak terug hoeft te komen naar het ziekenhuis. Dit lukt echter niet altijd. Erg belangrijk is dat u nuchter bent voor de ingreep. Een lege maag voorkomt overgeven of verslikken tijdens of direct na de operatie. Vanaf welk tijdstip u nuchter moet zijn, hangt af van een aantal factoren, zoals uw gezondheidstoestand en het tijdstip van de opname en operatie. Op de dag van of voor opname hoort u van de verpleegkundige van de afdeling vanaf welk tijdstip u nuchter moet zijn; in het algemeen zal men u tijdig een informatiebrochure geven waarin staat wat u tot welk tijdstip nog mag gebruiken. Verder moet u uw horloge, contactlenzen, sieraden, nagellak en make-up vóór de operatie verwijderen. Ook een kunstgebit moet u uitdoen om te voorkomen dat dit beschadigd wordt of dat u zich tijdens de operatie verslikt. Een gehoorapparaat hoeft niet verwijderd te worden.
Indien u medicijnen inneemt bijvoorbeeld voor hart-, vaat-, of longziektes, moet u deze soms ook op de dag van de operatie (zoals voor u gebruikelijk) gewoon innemen met een klein slokje water of inhaleren; soms echter mogen deze juist niet gebruikt worden. Op de polikliniek anesthesiologie, die u bezoekt voordat u geopereerd wordt, zal men u hierover informeren. Wanneer u bloedverdunners gebruikt zal de specialist die u opereert hierover met u duidelijke afspraken maken. Indien u niet zeker meer weet of u uw medicijnen moet doorgebruiken, neem dan contact op het de polikliniek anesthesiologie (013-5392291). Kort voor de operatie krijgt u vaak de zogenaamde “premedicatie”. Dit is dan in de vorm van een injectie in uw been, een tablet en/of een zetpil. Deze medicatie maakt u slaperig, werkt pijnstillend en u krijgt er een droge mond van. Het kan zijn dat hiervan wordt afgeweken wanneer uw gezondheid daarom vraagt; op de polikliniek anesthesiologie zal men u ook hierover informeren. Zodra u aan de beurt bent, brengt een medewerker van het patiëntenvervoer u naar de voorbereiding van de operatiekamer. Medewerkers controleren of uw gegevens kloppen en of alle voorbereidingen naar wens zijn verlopen. Hier bestaat ook de mogelijkheid de anesthesioloog die u gaat “verdoven” nog te spreken. Vaak wordt de regionale verdoving, wanneer u daarvoor gekozen heeft, in de voorbereidingsruimte uitgevoerd. Daarna wordt u naar de operatiekamer gebracht waar men u zal helpen met overstappen op de operatietafel en de anesthesiemedewerker u aansluit op de bewakingsapparatuur. De anesthesioloog brengt u vervolgens in slaap (tenzij er natuurlijk voor een plaatselijke verdoving gekozen is). Zij zorgen ervoor dat u zo diep in slaap bent, dat u niets merkt van de operatie. Na de operatie laten ze u wakker worden en gaat u uitslapen op de uitslaapkamer. Ongemakken en complicaties Geen enkele medische ingreep is geheel zonder risico’s. Zeer ernstige complicaties, zoals tekortschieten van hart en bloedsomloop, ademstoornissen en krampaanvallen, komen tegenwoordig nauwelijks voor. Toch kunnen grotere of kleinere ongemakken zich voordoen. Voorbeelden zijn: hoofdpijn misselijkheid overgeven spierpijn rugpijn stoornissen in de bloeddruk bloeduitstortingen en infecties nabij de insteekplaats van naalden en katheters gevoelsstoornissen nabij de insteekplaats als gevolg van beschadiging van huidzenuwtakjes slikklachten, heesheid en keelpijn door het beademingsbuisje schade aan tanden en kronen, gebitsprothesen en gebitsplaatjes door het inbrengen of verwijderen van de beademingsslang, vooral bij loszittende tanden en paradontose een enkele keer allergische reacties met huiduitslag en jeuk
Speciaal bij een ruggenprik verdoving: soms hoofdpijn en stoornis van het plassen wat soms het plaatsen van een katheter in de blaas nodig maakt moeite met bewegen van de benen tot zes uur na de operatie het mislukken van de ruggenprik, waardoor toch narcose noodzakelijk wordt
soms toch ook misselijkheid
De meeste van de genoemde ongemakken zullen in de regel snel verdwijnen of kunnen met medicijnen behandeld worden. Op de polikliniek anesthesiologie zal men dit met u bespreken (zie ook de brochure ‘verdoving’). Ontwaken Zoals reeds kort genoemd, gaat u na de operatie naar de uitslaapkamer. Hier liggen meer patiënten die geopereerd zijn. Op deze kamer werken gespecialiseerde verpleegkundigen die voortdurend controleren hoe het met u gaat en voor u zorgen. Het infuus blijft hier nog zitten. Wellicht krijgt u een slangetjes in de neus voor extra zuurstof of heeft u al een slangetje om de maag te ontlasten. Zonodig zal een blaaskatheter zorgen dat de urine makkelijk wegvloeit. De plaatsing hiervan is meestal reeds in een voorgesprek aan u uitgelegd. Zodra u weer voldoende wakker bent en uw algemene conditie stabiel is, zal de anesthesioloog zijn toestemming geven om terug naar de afdeling te gaan. Op de afdeling zal de verpleegkundige u pijnstillers geven volgens voorschrift op gezette tijden of als u erom vraagt. Een goede pijnstilling zal het herstel proces bespoedigen. Aarzel dus niet om pijn aan te geven. De gebruikte anesthesiemiddelen zijn binnen een dag uitgewerkt. U moet er wel op rekenen, dat het afhankelijk van uw ingreep, enkele dagen tot weken kan duren voor u volledig van de operatie hersteld bent. De anesthesioloog zult u overigens altijd spreken voor de ingreep, meestal als u aankomt op de voorbereidingsruimte van de operatiekamer. Pijnbestrijding De anesthesist regelt de pijnbestrijding tijdens het verblijf op de uitslaapkamer en is medeverantwoordelijk voor de pijnbestrijding de eerste 24 uur na de operatie. U krijgt pijnbestrijding volgens een speciaal voor u opgesteld schema. De pijn mag geen belemmering zijn voor doorademen, ophoesten en bewegen. De verpleegkundigen en artsen zullen daar regelmatig naar vragen. Als de pijnstilling niet voldoende is, geeft u dit dan meteen aan, zodat het schema aangepast kan worden. Voordat u teruggaat naar de afdeling moet de pijn voor u aanvaardbaar zijn. Aarzel ook op de afdeling niet, aan te geven wanneer u pijn heeft. Een goede pijnstiller bevordert het genezingsproces. Afhankelijk van de ingreep die u ondergaat, krijgt u soms de beschikking over een infuuspompje waarmee u zichzelf pijnstillers kunt toedienen. In dat geval bezoekt een medewerker van de Acute Pijnservice u op de afdeling.
De polikliniek anesthesiologie vindt u op route 1 en is elke dag tijdens kantooruren te bereiken op telefoonnummer: 013-5392291.
INLEIDING
In dit hoofdstuk van de informatiemap willen wij u achtereenvolgens informeren over:
1.
Oefeningen voor de operatie
2.
Het zitten op de stoel
3.
Het lopen met 2 krukken
4.
Traplopen
5.
Oefeningen na de operatie
6.
Voorbeelden van loophulpmiddelen
7.
Andere hulpmiddelen
8.
Leefregels en adviezen
1. OEFENINGEN VOOR DE OPERATIE
U kunt al voor de operatie beginnen met spierversterkende oefeningen. We hebben er in deze map een aantal opgenomen, vergezeld van een tekening en een advies met betrekking tot het aantal keer dat u deze per dag kunt doen. Het is nooit de bedoeling dat u zaken forceert. Lukt een oefening niet omdat u daar teveel pijn door krijgt, dan moet u die bepaalde oefening achterwege laten. In onderstaand schema kunt u zelf in de thuissituatie invullen, welke oefeningen u heeft gedaan, zodat de fysiotherapeut op de afdeling tijdens de opname kan zien hoe u zich voor heeft kunnen bereiden.
OEFENINGEN VOOR IN DE THUISSITUATIE NR.
OEFENING
1
KNIE STREKKEN (RUGLIG)
2
BILSPIEREN AANSPANNEN
3
KNIE BUIGEN (RUGLIG)
4
STAANDE HIELHEFFERS
5
STAANDE KNIEBUIGINGEN
6
KNIE STREKKEN
7
KNIE BUIGEN
8
VOET OPTREKKEN (RUGLIG)
9
KNIE DOORSTREKKEN (RUGLIG)
10
GESTREKTE BEENHEFFERS (RUGLIG)
KAN IK UITVOEREN
OEFENING 1
KNIE STREKKEN (RUGLIG)
• Druk de achterkant van uw knie in bed en trek de voet naar u toe • Herhaal dit 5 maal • Doe deze oefening 2 maal per dag
OEFENING 2
BILSPIEREN AANSPANNEN
• Knijp uw bilspieren samen • Herhaal dit 5 maal • Doe deze oefening 2 maal per dag
OEFENING 3 • • • •
KNIE BUIGEN (RUGLIG)
Beweeg uw hiel over het bed richting uw zitvlak Herhaal dit 5 maal Doe deze oefening 2 maal per dag Zorg dat de hoek tussen uw onderlijf en bovenbeen niet kleiner wordt dan 90 graden
OEFENING 4 • • • • •
STAANDE HIELHEFFERS
Houd u ergens stevig aan vast voor de nodige steun Ga langzaam op uw tenen staan Leun hierbij niet naar voren en houd uw benen gestrekt Herhaal dit 5 maal Doe deze oefening 2 maal per dag
OEFENING 5 • • • • •
STAANDE KNIEBUIGINGEN
Houdt u ergens stevig aan vast voor de nodige steun Buig uw knie, door uw hiel richting uw zitvlak te buigen, tot maximaal 90-125 graden, op geleide van de pijn Leun hierbij niet naar voren Herhaal dit 5 maal Doe deze oefening 2 maal per dag
OEFENING 6 • • • • •
KNIE STREKKEN
Ga op een stoel zitten of op de rand van het bed Strek uw been vanuit gebogen stand langzaam zo ver mogelijk Daarna buigt u uw been weer langzaam terug Herhaal dit 5 maal Doe deze oefening 2 maal per dag
OEFENING 7
KNIE BUIGEN
• Ga op een stoel zitten of op de rand van het bed • Schuif uw voet zo ver mogelijk naar achteren tot 90 graden en maximaal 125 graden afhankelijk van de pijn en zwelling in uw knie • Om het glijden makkelijker te maken, kunt u eventueel een handdoekje onder de voet leggen • Herhaal dit 5 maal • Doe deze oefening 2 maal per dag
OEFENING 8
VOET OPTREKKEN (RUGLIG)
• Beweeg uw voet zover mogelijk naar beneden en naar boven • Herhaal dit 5 maal • Doe deze oefening 2 maal per dag
OEFENING 9
KNIE DOORSTREKKEN (RUGLIG)
• Leg een opgerolde handdoek onder uw knie • Druk de achterkant van uw knie in de handdoek, zodat uw voet los komt van de vloer • Laat uw voet langzaam weer op de vloer zakken • Herhaal dit 5 maal • Doe deze oefening 2 maal per dag
OEFENING 10
GESTREKTE BEENHEFFERS (RUGLIG)
• Ga op uw rug liggen • Til het gestrekte been op tot 10 cm boven de vloer of boven het bed • Laat het rustig weer zakken • Herhaal dit 5 maal • Doe deze oefening 2 maal per dag
2. HET ZITTEN OP DE STOEL
Bij het gaan zitten:
Zorg dat u tegen de stoel aan staat
Controleer dat de stoel niet weg kan schuiven
Zet de krukken ver vooruit, draai de krukken weg, zet uw voet van uw geopereerde been naar voren
Zoek eerst steun met de handen op de stoelleuningen en ga dan zitten
Ga niet in en te lage stoel zitten
Bij het opstaan vanuit de stoel met beide handen opdrukken vanaf de armleuningen van de stoel
3. HET LOPEN MET TWEE KRUKKEN
Zet de krukken op de juiste hoogte
Zorg voor een rechte houding tijdens het lopen
Zet uw krukken iets naar voren
Zet uw geopereerde been tussen de krukken, het andere been gaat er voorbij
Het geopereerde been mag / moet belast worden
Bij voorkeur draaien om uw niet-geopereerde been
4. BESCHRIJVING VAN HET TRAPLOPEN Met trapleuning: Neem beide krukken mee naar boven / beneden Steun met een hand op de leuning, de andere op de kruk Trap op: eerst uw niet geopereerde been daarna het geopereerde been samen met de kruk aansluiten niet er voorbij zetten
Trap af:
eerst de kruk en de hand op de leuning naar voren zetten daarna het geopereerde been en dan het niet geopereerde been aansluiten
Wanneer u geen trapleuning heeft of de stoep op of af moet: trap op / stoep op: eerst het niet-geopereerde been, daarna de krukken en geopereerde been samen aansluiten trap af / stoep af: eerst de krukken naar beneden, dan het geopereerde been en daarna het niet-geopereerde been aansluiten
5. OEFENINGEN NA DE OPERATIE Ook na de operatie is het prettig oefeningen in de thuissituatie te kunnen doen. Het zijn dezelfde oefeningen als die u voor de operatie heeft kunnen doen. U kunt dit het beste in overleg doen met de fysiotherapeut die u behandelt in de thuissituatie, na de operatie. Het is nooit de bedoeling dat u zaken forceert. Lukt een oefening niet omdat u daar teveel pijn door krijgt, dan moet u die bepaalde oefening achterwege laten. In onderstaand schema kunt u zelf in de thuissituatie invullen, welke oefeningen u heeft gedaan.
OEFENINGEN VOOR IN DE THUISSITUATIE NR.
OEFENING
1
KNIE STREKKEN (RUGLIG)
2
BILSPIEREN AANSPANNEN
3
KNIE BUIGEN (RUGLIG)
4
STAANDE HIELHEFFERS
5
STAANDE KNIEBUIGINGEN
6
KNIE STREKKEN
7
KNIE BUIGEN
8
VOET OPTREKKEN (RUGLIG)
9
KNIE DOORSTREKKEN (RUGLIG)
10
GESTREKTE BEENHEFFERS (RUGLIG)
KAN IK UITVOEREN
6. VOORBEELDEN VAN LOOPHULPMIDDELEN
Uw behandelend team geeft er de voorkeur aan, u te leren, met krukken te lopen. Daarmee loopt u rechtop en ook is het dan mogelijk zelfstandig trappen te lopen. Wellicht loopt u nu al met een ander loophulpmiddel, zoals een rekje of rollator. Brengt u dit gerust mee op de dag van opname, zodat u die dag ook nog mobiel bent. Mocht blijken dat om redenen het lopen met krukken voor u niet geschikt is, dan wordt er een ander loophulpmiddel ingezet. Als u voor de opname met een kruk of stok wilt gaan lopen om de pijn wat te verminderen en uzelf wat meer stabiliteit te geven, gebruikt u dan de kruk of stok aan uw “goede” kant. Dus aan de kant die niet geopereerd wordt. Dit geldt ook voor de periode dat u de krukken af mag gaan bouwen, na de eerste 6 weken na de operatie. Als u krukken gaat lenen of kopen, let u er dan op dat de ringen (zie plaatje) bijna dicht zijn, zodat de kruk niet van uw arm afvalt als u de kruk loslaat. Voor mensen met polsklachten (zoals bij b.v. reuma) zijn er de zogenaamde tricepskrukken te leen, waarbij de onderarm op een soort schelp ligt. U steunt dan niet op uw pols, maar op uw onderarm. Hieronder ziet u een voorbeeld van een rekje, een rollator en krukken.
7. ANDERE HULPMIDDELEN Om uw zelfstandigheid te vergroten of om uw veiligheid te vergroten zijn er een aantal hulpmiddelen te koop of te leen bij de Thuiszorgwinkel of bij de Verpleegkundig Zorgcoördinator Orthopedie. Dit zijn:
Krukken (lenen) :Thuiszorgwinkel De Helping Hand (kopen) :Thuiszorgwinkel Een kousenaantrekker (kopen) :Thuiszorgwinkel Aankleedstokjes (kopen) Verpleegkundig Zorgcoördinator Orthopedie Een toiletverhoger (lenen, ook een tweede lenen is mogelijk tegen geringe vergoeding) Thuiszorgwinkel Klossen (lenen) :Thuiszorgwinkel Een “krukkenkikker” (kopen) : Thuiszorgwinkel Beugels voor aan de muur van het toilet of de badkamer (kopen) Thuiszorgwinkel of doe-het-zelf zaak Urinaal (lenen) : Thuiszorgwinkel
De meeste van deze artikelen worden gedemonstreerd tijdens de informatiemiddag.
8. LEEFREGELS EN ADVIEZEN Hieronder volgen adviezen die voor u van belang zijn. Lopen De fysiotherapeut zal u tijdens de opname leren hoe u met twee krukken moet omgaan, ook bij het traplopen. Zodra u met krukken goed uit de weg kunt, raden wij u aan zoveel mogelijk zelfstandig naar het toilet te gaan en uzelf te wassen en aan te kleden. Hierbij zal de verpleegkundige u begeleiden. U moet zes weken met twee krukken lopen en daarna, afhankelijk van hoe het gaat, mag u de krukken afbouwen. Eerst 1 kruk binnen, 2 krukken buiten, daarna zonder kruk binnen en met 1 kruk buiten. Meestal is het noodzakelijk dat u de eerste tijd nog begeleiding van een fysiotherapeut krijgt. U krijgt dan ook een aanvraag voor fysiotherapie mee naar huis. Zorgt u ervoor dat u voor de opname al een fysiotherapeut informeert dat u geopereerd gaat worden. Liggen U mag op beide zijden in bed liggen. Zitten Zitten gaat de eerste zes weken het best op een hoge rechte stoel met armleuningen. Douchen Douchen mag. Pas op met krukken op een natte vloer; de rubber doppen kunnen glad worden. Leg een antislip mat op de douchevloer. De eerste zes weken is het verstandig geen gebruik van het bad te maken. Autorijden U mag geen auto rijden zolang u gebruikt maakt van een of twee krukken. De reacties van uw been zijn nog niet snel genoeg in het verkeer. Wel mag u meerijden in een auto. Als u instapt, stap dan vanaf de straat in en niet vanaf het trottoir. Fietsen Op een hometrainer oefenen mag. In het begin zal het niet meevallen, want om de trapper rond te bewegen moet u de knie al goed kunnen buigen. Zet het zadel zo hoog mogelijk en trap met een laag verzet. Buiten fietsen mag pas als u geen gebruik meer maakt van de krukken. Zwemmen Zwemmen mag weer na drie maanden. Dat kan zelfs nuttig zijn voor de spieren. Het is nog niet toegestaan in het water te springen of te duiken. Met dat soort activiteiten kunt u beter wachten tot zes maanden na de operatie. Infecties Bij huidinfecties, zoals b.v. steenpuisten, moet u de huisarts raadplegen. Zulke infecties moeten in verband met het nieuwe gewricht, met antibiotica behandeld worden. Eisen aan het bed U hoeft niet speciaal een hoger bed te hebben, alhoewel dat soms het instappen en uitstappen makkelijker maakt.
Eisen aan de stoel Een vlakke stevige zitting, waarin u niet teveel kunt wegzakken. Een (hoge) rugleuning en beiderzijdse armleuningen voor voldoende steun. Een tuinstoel voldoet vaak aan de juiste afmetingen. Eisen aan het toilet De meeste toiletten zijn te laag, geadviseerd wordt dan ook, een toiletverhoger bij de thuiszorgwinkel te lenen. Een seniorentoilet heeft wel de juiste hoogte. Het plaatsen van twee beugels aan weerszijden van het toilet geeft u extra steun bij het opstaan en gaan zitten. (verkrijgbaar bij een doe-het-zelf-zaak) Leefwijze Deel uw dag zo in dat u afwisselend loopt, staat en zit. Houd uw lichaamsgewicht binnen de perken. Overgewicht belast uw nieuwe gewricht te veel. Het nieuwe gewricht is een kunstgewricht en zo'n gewricht is altijd kwetsbaar. Zware lichamelijke inspanningen en sommige sporten kunnen de levensduur van het nieuwe gewricht bekorten. Bespreek daarom met uw specialist welke activiteiten u kunt uitoefenen en welke bewegingen u zeker moet vermijden.
Vaak krijgen we vragen met betrekking tot het mobiliseren. De meest gestelde vragen zijn: Hoe vaak komt de fysiotherapeut per dag in het ziekenhuis om te oefenen? Dat is erg verschillend per patiënt. Het lopen met krukken of een ander hulpmiddel geeft meestal niet zoveel problemen, en na een aantal keren oefenen, kunt u dat zelfstandig. Het oefenen van de knie (o.a. buigen, strekken, optillen) zal waarschijnlijk wat meer moeite kosten en de fysiotherapeut bekijkt per dag hoe het gaat. Afhankelijk daarvan zal er een of twee maal per dag met u geoefend worden. Mag ik naar buiten? Ja, u mag zeker naar buiten. Bewegen is gezond in de buitenlucht. Let wel op ongelijke stoeptegels, losliggend materiaal op het trottoir, natte tegels (dan worden de krukkendoppen glad) en op- en afstapjes. Hoe lang mag ik lopen? Dat is voor iedereen verschillend. Het is afhankelijk van hoe u zich op dat moment voelt, uw conditie, uw zin en eventueel aanwezige pijn. Forceren is niet goed, maar om steeds een beetje verder te komen, moet u het lopen wel in tijd en afstand uitbreiden. Het kan zijn dat u de volgende dag wat meer spierpijn hebt, of pijn bij de wond. Dit hoeft niet perse verkeerd te zijn, maar het is wel een teken dat uw spieren anders en/of meer werken als voor de operatie. Hoe raar het misschien ook klinkt: u weet pas of u zaken geforceerd hebt, áls u geforceerd hebt. Uw lichaam vertelt u dat beslist. Doe het even wat rustiger aan, neem eventueel een pijnstiller en ga dan de volgende dag weer rustig verder.
M’n knie, onderbeen en voet zijn wat dikker. Is dat normaal en hoelang duurt het voordat dat over gaat? Veel patiënten die een nieuwe knie krijgen, hebben nadien een wat dikkere knie, een dikker onderbeen of een dikkere enkel. U hoeft zich daar geen zorgen over te maken. De spieren in het onderbeen zijn nog niet helemaal zover dat ze vocht goed kunnen verwerken. Dat kan ook weken duren, voordat het minder wordt. U zult merken dat ’s ochtends uw benen dunner zijn als ’s avonds. Dat komt omdat ze dan een nacht omhoog hebben gelegen. Naarmate uw mobiliteit groter wordt, zullen uw spieren beter hun werk gaan doen. Het heeft dus absoluut geen zin, enkele weken met uw benen omhoog te gaan zitten. Af en toe een uurtje mag wel. Mag ik meerijden in de auto? Ja, dat mag zeker. Zorg er wel voor dat u voldoende beenruimte heeft en dat u hoog genoeg zit. Dit om de rit wat comfortabeler te maken. U kunt dit bewerkstelligen door een kussen op de zitting te leggen. Doe daarom een plastic zak, zodat u makkelijk de auto in kunt draaien. Langere afstanden mag ook, maar zorg dan dat u regelmatig even pauzeert en wat rondloopt. Mag ik iets onder de knie leggen? Nee, dat kunt u beter niet doen. U vergroot daarmee namelijk het gevaar dat u een trombosebeen krijgt. In de knieholte lopen namelijk grote bloedvaten, die u gedeeltelijk afsluit als u iets onder de knie legt. In enkele gevallen adviseert de arts het toch, maar dan moet u er goed op letten dat u de periode van wel / niets onder de knie goed afwisselt. Is het normaal dat ik na enkele weken nog steeds vrij veel pijn heb, en dan met name in de nacht? Dit signaal wordt regelmatig afgegeven door patiënten die een nieuwe hele, of gedeeltelijke knie hebben gekregen. De praktijk leert dat het meestal vanzelf minder wordt. Het is erg lastig en we realiseren ons dat u zich daar ongerust over kunt maken. Blijf zonodig pijnstillers gebruiken, koelen en toch bewegen. Een en ander ook in overleg met uw fysiotherapeut. Wanneer moet ik het ziekenhuis of de huisarts bellen? Als u onverklaarbare koorts krijgt Als de wond flink gaat lekken Als de wond open gaat Als het vocht wat uit de knie komt op pus lijkt Als het wondgebied flink rood, dik en warm wordt Als eventuele pijn steeds erger wordt
CONTROLELIJST THUISSITUATIE
Deze lijst is bedoeld om uw actuele thuissituatie nog eens onder de aandacht te brengen. Hieronder volgt een vragenlijst die u bewust maakt van uw eigen situatie. Gezinssituatie: alleenwonend partner partner is de hele dag thuis partner werkt kinderen kinderen thuis
ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee
Woning:
flat met lift flat zonder lift woning is gelijkvloers woning met trappen verzorgingshuis/bejaardenhuis aanleunwoning
ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee
Mantelzorg:
heeft u iemand in de omgeving die: voor u kan koken voor u de was kan doen voor u boodschappen kan doen u kan helpen met wassen van rug en onderbenen kunt u gebruik maken van genoemde alternatieven indien nee: waarom niet……………………………..?
ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee
U moet er vanuit gaan dat: er iemand voor u eventueel een keer kan koken. U mag het namelijk zelf ook, of u kunt gebruik maken van de maaltijdenservice er iemand voor u boodschappen moet doen, of dat u gebruik maakt van de boodschappenservice, zoals een aantal supermarkten die tegenwoordig hebben iemand u moet helpen met het wassen van rug en onderbenen, of dat u bij ons op de afdeling het zelf leert te doen, met behulp van hulpmiddelen, die u later evt. kunt kopen bij de Medische Boulevard iemand u moet helpen met het aantrekken van kousen en schoenen, of dat u ook hier gebruik maakt van hulpmiddelen iemand huishoudelijk werk voor u moet verrichten Naarmate de hulp uit uw omgeving groter is, hoe makkelijker de periode na ontslag is. Het is van groot belang dat u mensen nu al vraagt u bij te staan in die periode!
WEGWIJZER IN HULP
De hulp die passend is voor uw situatie hangt voor een belangrijk deel samen met het herstel tijdens uw opname, de beperkingen die u nog heeft op het moment dat u naar huis toe mag, en de mogelijkheden in uw eigen woonomgeving met personen die thuis willen helpen. (de zogenaamde mantelzorg) De meeste mensen gaan na de opname weer naar huis. Wanneer u veilig loopt met krukken en zelf naar het toilet kan gaan is dat ook heel goed mogelijk, ook wanneer u alleenstaand bent. Uw persoonlijke situatie is besproken met de Verpleegkundig Zorgcoördinator Orthopedie. Toch willen we u graag nog een overzicht geven van mogelijkheden en onmogelijkheden qua zorg en voorzieningen, die op dit moment mogelijk relevant zijn voor u. Vormen van hulp: A: thuiszorg B: maaltijdvoorziening C: tijdelijke opname in een verzorgingshuis D: tijdelijke opname in het verpleeghuis A: thuiszorg • Huishoudelijke hulp Door de operatie bent u vaak tijdelijk niet in staat de zwaardere huishoudelijke taken te verrichten omdat u beperkt bent in uw bewegingen. U loopt namelijk met krukken of een ander hulpmiddel. Of u in aanmerking komt voor huishoudelijke hulp wordt bepaald door uw gezinssituatie. Wanneer u samenwoont met een gezonde partner of met kinderen ouder dan 18 jaar, komt u niet in aanmerking. Deze richtlijn is landelijk vastgesteld. •
Hulp bij de persoonlijke verzorging Tijdens de opname wordt er aan gewerkt u zo zelfstandig mogelijk te maken, eventueel aangevuld met gebruik van hulpmiddelen. Het kan echter zijn dat niet alles zelfstandig lukt, door andere omstandigheden.
•
Hulpmiddelen Hulpmiddelen zijn soms nog medisch noodzakelijk en bevorderen ook uw zelfstandigheid. Het is raadzaam een bezoek te brengen aan de Thuiszorgwinkel.
Er zijn een aantal hulpmiddelen die u kunt lenen (krukken, toiletverhoger, klossen) en er zijn hulpmiddelen die u zelf kunt kopen (helping hand, aankleedstok b.v.) • Personen Alarm Systeem Wanneer u zich denkt onveilig te voelen of u twijfelt al langer over het aanvragen van dit systeem, adviseren wij u dit voor uw opname in het ziekenhuis te laten installeren. Via de zorgcentrale van Thebe kunt u een inschrijvingsformulier met uitleg over de werking en de kosten aanvragen. B: maaltijdvoorziening Wanneer koken problemen gaat geven, is het mogelijk gebruik te maken van de maaltijdexpress. In Tilburg worden ze dagelijks bezorgd, in de regio wekelijks. De maaltijden moeten worden opgewarmd in de magnetron, deze kunt u ook huren. U bent vrij in het bepalen van het aantal maaltijden per week en de kosten per maaltijd bedragen ongeveer € 6,00. Telefoonnummer: 013-5442513
C: tijdelijke opname in het verzorgingshuis Wanneer u zich onzeker voelt over uw mogelijkheden in combinatie met thuiszorg, is het ook mogelijk te bekijken of u tijdelijk naar een verzorgingshuis kunt gaan. U moet hiervoor dezelfde zelfstandigheid hebben als bij ontslag naar de thuissituatie. De hulp op de logeerkamer wordt in een aantal gevallen door de thuiszorg gegeven en soms door het betreffende verzorgingshuis zelf. Wanneer er geen kamer op dat moment beschikbaar is, gaat u in principe met thuiszorg naar huis. D: tijdelijke opname in het verpleeghuis Wanneer het alsnog noodzakelijk blijkt dat u na de opname in het ziekenhuis nog wat langer moet revalideren, wordt er een revalidatie-plaats in een verpleeghuis voor u aangevraagd. Deze plaats wordt niet aangevraagd omdat u b.v. alleen woont, er moeten andere factoren zijn die bepalen dat revalidatie nodig is. (slechte mobiliteit of andere beperkende aandoeningen b.v.) Voor thuiszorg, opname in een verzorgingshuis of verpleeghuis, betaalt u een bijdrage. Het kan zijn dat u tijdens uw opname te maken krijgt met de Transferverpleegkundige. Deze Transferverpleegkundige werkt in het St. Elisabeth ziekenhuis. De transferverpleegkundige kan met u samen bekijken: • Welke zorg u thuis eventueel nodig heeft • Welke hulpmiddelen u kunt lenen of kopen bij de thuiszorgwinkel van Thebe • Welke diensten een thuiszorgorganisatie kan verlenen • Of u tijdelijk opgenomen moet worden in een verpleeghuis of verzorgingshuis of gebruik kunt maken van een logeerkamer
SAMEN VERDER REVALIDEREN NA EEN KNIEOPERATIE U wordt binnenkort geopereerd aan uw knie. Tijdens de opname krijgt u begeleiding van fysiotherapeuten van het ziekenhuis en als u naar huis toe gaat, moet u dat oefenen voortzetten bij een fysiotherapeut naar eigen keuze. Een van die keuzes zou kunnen zijn dat u in groepsverband revalideert onder begeleiding van 2 fysiotherapeuten bij MEDAP. Dit is een grote fysiotherapie praktijk waar wij als zorgeenheid orthopedie veelvuldig mee samenwerken, ook b.v. in de revalidatie voor mensen met een nieuwe heup. U ontmoet dan allemaal mensen die op afdeling orthopedie in het St. Elisabeth ziekenhuis een nieuwe knie hebben gekregen. Omdat u dezelfde behandeling heeft ondergaan en dezelfde nabehandeling krijgt is het fijn om ervaringen te kunnen delen. Wij bieden u dus de mogelijkheid hier invulling aan te geven. Onder begeleiding kunt u dus 16 weken: “Actief revalideren na een knieoperatie”. • • • • • • • • • •
U start in de eerste week van of na uw operatie Bijeenkomsten zijn iedere dinsdag en vrijdag van 10.00 uur tot 11.00 uur Locatie: Fysiotherapiepraktijk MEDAP aan de Ringbaan Zuid Parkeerplaats aanwezig Begeleiding door twee fysiotherapeuten van MEDAP Ook wordt u de mogelijkheid geboden gebruik te maken van het oefenbad in het Revalidatiecentrum Leijpark U werkt o.a. aan coördinatie, evenwicht, balans, kracht en zelfvertrouwen door middel van allerlei oefeningen en via “toestellen”. Ze geven advies voor de toekomst Ze testen uw kracht in het been na 12 weken en bepalen aan de hand daarvan het verdere beleid voor de laatste oefenweken De orthopeden krijgen een verslag van de revalidatieperiode toegestuurd
U kunt zich hiervoor opgeven als u uw operatiedatum weet bij: MEDAP Fysio - Manuele Therapie Ringbaan Zuid 305 5025 SZ Tilburg 013-5437938 www.medap.info Advies kunt u ook altijd inwinnen bij Ireen van der Voort, de Verpleegkundig Zorgcoördinator Orthopedie
BENODIGDHEDEN DIE U MEE NAAR HET ZIEKENHUIS MOET BRENGEN O O O O O
O O O O O O O O O O O
deze informatiemap medicijnen in originele verpakking helping hand (eventueel) schoenlepel (eventueel) makkelijke schoenen - voor de dames niet te hoge hak - goed ingelopen voor de dames: pantykousjes (eventueel) krukken, indien u geen eigen krukken heeft, kunt u deze alleen tegen een borg van € 50,00 lenen en niet mee naar huis nemen nachtkleding ondergoed toiletspullen geld (voor het winkeltje eventueel) - brengt u niet teveel geld mee leesboek of tijdschriften ochtendjas gebittenbakje rollator of rekje, als u dat hulpmiddel thuis al gebruikte makkelijk zittende kleding, zodat u niet de hele dag in de pyjama hoeft te lopen
WAT U BESLIST NIET MEE MOET BRENGEN O O O O
veel geld pantoffels, slippers, crocs, klompen sieraden waardevolle papieren, betaalcheques, pasjes of foto's (die b.v. in uw portemonnee of portefeuille zitten )
Een mobiele telefoon mag alleen gebruikt worden in de hal van het ziekenhuis op de begane grond en dus niet op de verpleegafdeling.
APOTHEEK DeLeij IN DE MEDISCHE BOULEVARD
Iedereen die in het ziekenhuis is geweest en een recept heeft gekregen, kan in deze apotheek zijn medicijnen ophalen. Doordat deze apotheek gekoppeld is met veel andere apotheken in de regio, kunnen ze hier via een computerkoppeling direct uw medicijngebruik bekijken en het recept dat u aanbiedt verwerken met de actuele gegevens, die door uw eigen computer in de apotheek bewaard worden. Daarnaast hebben ze nog met 5 andere apotheken nauwe contacten, zodat ook voor deze apotheken geldt dat u hier in apotheek DeLeij terecht kunt. Als u niet bent ingeschreven in een van deze apotheken, kunt u toch hier terecht. Ze beschikken dan echter niet over uw gegevens. U heeft dan altijd een inschrijvingsbewijs nodig van de zorgverzekeraar. Ook kunnen ze dan niet direct nagaan of uw nieuwe medicijnen wel bij uw bestaande medicatie passen. Om uw medicijngebruik zo kompleet mogelijk te houden, faxen ze het aangeboden recept, na uw toestemming, door naar uw eigen apotheek. Deze is daardoor ook op de hoogte van het aangeboden recept.
Deelnemende apotheken zijn: Apotheek Apotheek Apotheek Apotheek Apotheek Apotheek Apotheek Apotheek Apotheek Apotheek Apotheek Apotheek Apotheek Apotheek Apotheek
Heijhoef Reeshof Klijsen de Quirijnstok Heijdens het Zand Zorgvliet de Blaak St. Joris Korvel Beekdal Julianastaete van Gorp Groeseind Waesbeek Waspik
Apotheek de Stroom Apotheek Gilze Apotheek Groenewoud Apotheek Diessen Apotheek Hoefstraat Apotheek Piushaven Apotheek de Lange Stight Apotheek de Hovel Wandelbos apotheek Jan Heijns apotheek Goirlese apotheek Apotheek Wilhelminapark Apotheek Udenhout (St. Felix niet) Alle apotheken in Oisterwijk Apotheek Haaren
Apotheek DeLeij is geopend: Maandag tot en met vrijdag van 8.30 uur tot 20.00 uur Zaterdag van 10.00 uur tot 17.00 uur Zon- en feestdagen: 10.00 uur tot 13.00 uur Dus: Een ponsplaatje van het ziekenhuis wordt niet geaccepteerd, wel uw inschrijvingsbewijs van de zorgverzekeraar. Ook moet u uw BSN nummer kunnen overleggen aan de apothekersassistenten. Dan kunnen zij u beter van dienst zijn.
RAPPORTAGEBLAD VOOR VRAGEN EN BEVINDINGEN
datum │ -------- │---------------------------------------------------------------------------------------------------------------│ │ │ │ │ │ │ │ │ │ │ │ │ │ │ │ │ │ │ │ │ │ │ │ │ │ │ │ │ │ │ │ │ │ │ │ │ │ │ │ │ │ │ │ │ │
RAPPORTAGEBLAD VOOR VRAGEN EN BEVINDINGEN
datum │ -------- │---------------------------------------------------------------------------------------------------------------│ │ │ │ │ │ │ │ │ │ │ │ │ │ │ │ │ │ │ │ │ │ │ │ │ │ │ │ │ │ │ │ │ │ │ │ │ │ │ │ │ │ │ │ │ │