Behandeling
Kniegewricht: volledige vervanging
Verpleegafdeling Orthopedie Telefoon 020 510 8213 Route 31 Bezoek 11.00-12.00, 16.30-19.30 Bent u verhinderd? Geef dit zo snel mogelijk door aan de OK-planner Orthopedie via telefoonnummer (020) 510 8495.
Uw afspraak is op ________-________-________ om ________:________ uur.
Veel mensen met een versleten kniegewricht hebben baat bij een operatie waarbij het kniegewricht gedeeltelijk of geheel vervangen wordt door een prothese. Een dergelijke operatie is geen kleinigheid en de revalidatie vraagt veel wilskracht en inspanning van de patiënt en zijn familie. ´Een goed begin is het halve werk.´ Een goede voorbereiding zal zeker bijdragen aan een vlot herstel. U leest hier alles over de operatie, wat u zelf kunt doen ter voorbereiding, de opname in het ziekenhuis en adviezen voor de herstelperiode thuis. Veel van deze informatie is ook handig als u in het ziekenhuis bent, neem het dus mee als u naar het ziekenhuis gaat.
U wordt op de dag voor de operatie, eventueel vergezeld door een familielid verwacht op de afdeling Orthopedie. Daar wordt u door een verpleegkundige op de kamer wegwijs gemaakt. Indien nodig wordt er nog een röntgenfoto van de knie gemaakt of bloed afgenomen. Op de volgende dag vindt na de voorbereidingen de operatie plaats. De eerste dag na de operatie mag u, als u zich goed voelt, met hulp van de verpleegkundige al in een stoel zitten. Ook zult u kennismaken met de fysiotherapeut die het een en ander met u bespreekt en alvast de eerste oefeningen met u doorneemt. Vanaf de tweede dag worden de fysiotherapieoefeningen uitgebreid en zult u de eerste stappen gaan lopen. De vierde dag na de operatie is het ontslag mogelijk. Dagelijks bespreken de orthopeed, de verpleegkundige en de fysiotherapeut of u naar huis kunt. Afhankelijk van uw thuissituatie zal ook worden gekeken of de transferverpleegkundige moet worden ingeschakeld om eventueel thuiszorg/huishoudelijke hulp of hulpmiddelen te regelen. Verdere revalidatie door een fysiotherapeut bij u in de buurt dient u zelf te regelen. Op de dag van ontslag vindt er een ontslaggesprek met de verpleegkundige plaats en ontvangt u de benodigde papieren voor de nazorg en kunt u naar huis. Ongeveer 14 dagen na de operatie worden de hechtingen en/of nietjes op de wondpoli of bij uw huisarts verwijderd
Klachten Bij een beschadigde of versleten knie treedt pijn meestal op bij (trap-) lopen en lang staan. Ook startpijn komt voor.
V.20150901
Het zorgtraject in het kort
Fietsen levert doorgaans minder pijnklachten op. In een vergevorderd stadium treedt verstijving op. Er ontstaat dan bewegingsbeperking waardoor volledige strekking van de knie onmogelijk wordt. Ook kan zich een X- of Obeenstand ontwikkelen, waarbij de knie in toenemende mate moe en instabiel wordt.
Verminderen van de klachten Er zijn verschillende mogelijkheden om de klachten te verminderen: Met behulp van pijnstillers die de arts voorschrijft. Gewichtsvermindering in geval van overgewicht. Met behulp van fysiotherapie. De fysiotherapeut zal door middel van oefeningen de pijn proberen te verlichten en uw kniegewricht zo beweeglijk mogelijk proberen te houden. Door middel van een operatie. Als pijnstillers en fysiotherapie onvoldoende helpen, is een operatie vaak de enige oplossing.
Besluit om te opereren Voordat u zich aan uw knie laat opereren, moet u goed weten waarom een operatie nodig is, wat de operatie inhoudt en hoe het herstel na de operatie zal verlopen. De orthopeed bespreekt met u of een operatie de klachten zal verhelpen. Op de polikliniek Orthopedie krijgt u vervolgens door de polikliniekassistente deze informatie uitgereikt betreffende de operatie. Daarnaast worden er indien nodig enige onderzoeken afgesproken zoals een hartfilmpje en bloedonderzoek. Uit het bloedonderzoek zal blijken of het nodig is met bloedversterkende injecties te gaan starten (Eprex®).
Medisch onderzoek Het preoperatief onderzoek wordt geregeld via het spreekuur van de anesthesioloog. De voorbereidingen voor de operatie en de nazorg worden met de verpleegkundige tijdens het opnamegesprek op de afdeling met u besproken. De orthopeed kan indien nodig nog andere artsen vragen hun instemming voor de operatie te geven. Als er geen afwijkingen worden geconstateerd, kan de operatie worden afgesproken.
Voorbereiding op de operatie Een goede voorbereiding op een operatie is altijd belangrijk. Dit geldt zeker voor een knieoperatie. Hieronder kunt u lezen wat u in het kader van de voorbereidingen zoal moet doen. Wat u moet meenemen Tijdens uw opname heeft u nodig: Krukken (liefst met dichte elleboogstukken) of rollator (als u die thuis gebruikt om mee te lopen) Ondergoed en bedkleding (bij voorkeur met korte of oprolbare mouw en niet te strak zittend) Kamerjas, pantoffels (geen slippers!) Toiletartikelen Lectuur en dergelijke Gemakkelijk zittende kleding (niet te strak zittend) Vaste schoenen waarin u goed kunt lopen (geen schoenen met hakken). Alvast voor de opname te regelen Krukken Oefenen op de rug te slapen Een fysiotherapeut bij u in de buurt (liefst een praktijk met oefenzaal) Een oefensessie met de fysiotherapeut: Als de opnamedatum voor de operatie bij u bekend is gaat u naar
een fysiotherapeut bij u in de buurt en geeft u aan dat u voor een operatie gepland staat. Hij zal u dan uitleg geven over hoe u het beste met krukken kunt lopen en deze op de juiste lengte instellen. (kruisgang, driepuntgang, 100 procent belast lopen). Dit kan ook als u het veiliger vindt met behulp van een rollator. Waardevolle bezittingen Neem geen grote geldbedragen, sieraden en andere kostbaarheden mee. De ervaring leert dat het gevaar van zoekraken en diefstal in een openbaar gebouw aanwezig is. Het ziekenhuis kan hiervoor niet aansprakelijk worden gesteld. Medicijnen De medicijnen die u tijdens uw verblijf nodig heeft, ontvangt u van de ziekenhuisapotheek. Neem geen medicijnen in zonder hierover overleg te plegen. Een combinatie van geneesmiddelen kan namelijk bij ondeskundig gebruik gevaarlijk zijn. Omdat het van belang is te weten welke medicijnen u tot de opnamedag heeft gebruikt, verzoeken wij u deze medicijnen, in de originele verpakking, bij opname mee te nemen. Dieet Volgt u een bepaald dieet, meldt dit dan aan de verpleegkundige. Dan wordt bekeken of wijzigingen hierin al dan niet noodzakelijk zijn. Allergie Wanneer u weet dat u voor bepaalde stoffen allergisch (overgevoelig) bent, is het belangrijk dit te melden. Hiermee wordt dan rekening gehouden bij uw behandeling en verpleging. Bloedverdunners Als u bloedverdunnende medicijnen gebruikt zoals Ascal, kinderaspirine, acetylsalicylzuur, Sintromitis of Marcoumar, is het belangrijke dat u daar enkele dagen voor de operatie in overleg met arts mee stopt. U krijgt dit te horen op het spreekuur van de anesthesioloog of van het secretariaat Orthopedie. Stop nooit op eigen initiatief met het gebruik van bloedverdunners.
De dag voor de operatie Opname Een dag voor de operatie wordt u opgenomen in het ziekenhuis. U maakt dan kennis met de verpleging van de afdeling Orthopedie. Informatie Op de opnamedag heeft u een opnamegesprek over zaken die voor de verpleging belangrijk zijn om te weten. Ook vertelt de verpleegkundige u nog kort het een en ander over de gang van zaken rond de operatie. Als u het prettig vindt, kan een familielid/ vriend(-in) bij het opnamegesprek aanwezig zijn. Zo kan iemand uit uw naaste omgeving een goed beeld krijgen van wat er gaat gebeuren. Ook de arts assistent van de Orthopedie, de ´zaalarts´, zal u nog bezoeken en het een en ander aan u vragen. Krukken/ rollator In de thuissituatie heeft u al een aantal keren met krukken/ rollator geoefend. U wordt verzocht zelf krukken of rollator - indien u eraan gewend bent - mee te nemen. U leent deze in Amsterdam bij de uitleenservice van Cordaan en buiten Amsterdam bij de Thuiszorgwinkel. Nuchter zijn Uit veiligheidsoverwegingen moet u voor de operatie nuchter zijn. Dit geldt voor alle vormen van verdoving door de anesthesioloog. Dat betekent dat u voor de operatie vanaf middernacht niets mag eten. Wel mag u tot 2 uur voor uw operatie 2 glazen heldere vloeistof drinken, zoals: water limonade
thee of koffie met suiker maar zonder melk Als u zich niet aan deze afspraken houdt, kan uw operatie niet op de afgesproken tijd doorgaan. Soms zal de anesthesioloog met u afspreken dat u langere tijd voorafgaande aan de operatie niet mag drinken. Dit kan het geval zijn naar aanleiding van uw gezondheidstoestand.
De dag van de operatie Voorbereiding Op de dag van de operatie wordt u door een verpleegkundige gewekt. U kunt zich dan, al dan niet met hulp, gaan wassen of douchen. Ongeveer een half uur voor de operatie krijgt u speciale operatiekleding aan, bestaande uit een jasje, een broekje en bedsokken. Hierna wordt u naar de patiëntenontvangst van de operatiekamer gebracht. Daar wordt door een anesthesiemedewerker een infuus ingebracht. In de folder Anesthesie kunt u meer lezen over de voorbereiding op de operatie.
De operatie Tijdens de operatie van het kniegewricht wordt het aangetaste gewricht (gedeeltelijk) vervangen door een kunstgewricht, een prothese. Bij de operatie wordt de knie opengemaakt door een snede van ongeveer twintig centimeter over de voorkant van de knie. Tijdens de operatie verwijdert de chirurg de aangetaste gewrichtsvlakken en de meniscus. Vervolgens wordt met speciale instrumenten het bot aangepast aan de vorm van de prothese, waardoor een goede verankering met botcement in het boven- en onderbeen mogelijk is. Een kunststofschijf tussen de metalen zorgt voor soepele scharnieren. Soms is de knieschijf aangetast en wordt hier ook een prothesedeel op geplaatst; anders wordt deze weer op de plaats gebracht. Het gewrichtskapsel en de spieren worden weer dichtgemaakt. Afhankelijk van de plaats van de slijtage in de knie en uw leeftijd kiest de operateur de soort prothese die geplaatst gaat worden. Indien alleen een kant van het gewricht aangetast is zal voor een unicondylaire knieprothese, een ´halve knieprothese´, worden gekozen. Is alleen het kraakbeenvlak van het knieschijfgewricht versleten kiest de orthopeed voor een patellofemorale prothese, een ´halve knieprothese bij het knieschijfgewricht´. Ook is het mogelijk een Deuce prothese, een ´2/3e knieprothese´ te plaatsen. Hierbij worden de gewrichtsvlakken aan de binnenkant van het kniegewricht en die van het knieschijfgewricht vervangen. De operatie duurt ongeveer één tot anderhalf uur.
Direct na de operatie Na de operatie gaat u naar de uitslaapkamer (verkoeverkamer/recovery). Hier zal uw bloeddruk, polsslag, temperatuur en ademhaling regelmatig gecontroleerd worden. Als u weer goed wakker bent en de pijn onder controle is, wordt u weer naar de verpleegafdeling teruggebracht. Op de verpleegafdeling belt de verpleegkundige die voor u zorgt uw eerste contactpersoon. Na de operatie kunt u pijn hebben en wat misselijk zijn. Met behulp van een pijnbestrijdingsmethode wordt de pijn zoveel mogelijk verlicht, zodat u sneller van de operatie kunt herstellen. Tegen de eventuele misselijkheid krijgt u medicijnen. Medicijnen U krijgt via een tablet bloedverdunnende middelen om trombose tegen te gaan. Mocht u bekend zijn met het gebruik van bloedverdunnende middelen, dan is het mogelijk dat er voor u een ander beleid van toepassing is. Dat hoort u bij uw bezoek aan de arts of orthopedisch verpleegkundige. Infuus, katheter, drain Na de operatie heeft u een infuus in uw arm. Het infuus zorgt ervoor dat u voldoende vocht krijgt. Verder krijgt u via het infuus een antibioticum en eventueel bloed toegediend. Om het plassen te vergemakkelijken is er bij u tijdelijk
een blaaskatheter ingebracht. Het infuus en de blaaskatheter worden in principe na twee dagen verwijderd. Eventueel heeft u een wonddrain. Dit is een slangetje dat uit de wond komt met een daarop aangesloten opvangpot of -zak. Deze zuigt, door het vacuüm, continu het overtollige wondvocht en bloed af. De drain wordt de eerste dag na de operatie verwijderd. Liggen en slapen Het makkelijkste zal zijn gedurende de eerste weken op uw rug te liggen. Het is belangrijk dat uw knie zoveel mogelijk gestrekt ligt. Vandaar dat er geen kussen onder de geopereerde knie mag liggen. Wel zal er om drukplekken aan de hiel te voorkomen een opgerold handdoekje of een molton onder uw onderbeen liggen. Hierdoor wordt de knie ook nog beter gestrekt. Na ongeveer een week na de operatie mag u ook af en toe op uw zij liggen met een kussen tussen de knieën. Eten en drinken Bij terugkomst van de operatiekamer mag u vrij snel weer beginnen met het drinken van water. Naarmate uw misselijkheidklachten afnemen zal het eten en drinken langzaam worden uitgebreid.
Na de operatie De eerste dag na de operatie heeft u bij uw lichamelijke verzorging nog hulp nodig van een verpleegkundige. Het is echter de bedoeling dat u zo snel mogelijk weer zelfstandig wordt. Op de eerste en derde dag na de operatie wordt er bloed afgenomen om te controleren of u tijdens de operatie niet te veel bloed heeft verloren. Indien nodig krijgt u via het infuus extra bloed toegediend. Pijn Gedurende de eerste 48 uur na de operatie heeft u in de regel een slangetje in de rug, waardoor continu pijnmedicatie wordt gegeven, de ruggenprik. Deze gaat er op de tweede dag na de operatie uit. Om de pijn zo goed mogelijk onder controle te houden krijgt u vanaf de eerste dag na de operatie naast de ruggenprik ook pijnstillers in vorm van tabletten. Dit om alvast een pijnstillingsspiegel op te bouwen. Tijdens de eerste twee dagen komt het acute pijnservice team elke dag bij u langs om de functie van de ´ruggenprik´ in de gaten te houden. Aangezien u met de dag meer gaat bewegen zal de pijn niet volledig afwezig blijven. Houdt u er dus rekening mee. Revalideren De dag na de operatie haalt de verpleegkundige u, als uw algehele conditie dit toestaat, uit bed. De fysiotherapeut komt voor een intakegesprek langs en neemt alvast de eerste oefeningen met u door. Het is raadzaam tussen de middag en s avonds een half uur bedrust te nemen. Op de tweede dag begint u met het looptraining en wordt het actief en passief doorbewegen van uw knie uitgebreid. Tijdens de loopoefeningen is het raadzaam makkelijk zittende kleding en stevige schoenen (dicht en met veters of een goede instapschoen) aan te hebben. Röntgenfoto De dag na de operatie wordt er een controlefoto van uw knie gemaakt. Bij uw controlebezoek op de polikliniek, ongeveer 3 maanden na de operatie, wordt deze wanneer nodig herhaald. Hechtingen De huid is gesloten met nietjes en/of hechtingen. Deze worden na ongeveer 14 dagen door de wijkverpleegkundige thuis, uw huisarts of tijdens de wondenpoli op de polikliniek orthopedie verwijderd. Dit wordt voor u geregeld voordat u met ontslag gaat.
Naar huis We adviseren u voor begeleiding en vervoer te zorgen. De ingreep kan uw rijvaardigheden zodanig beïnvloeden dat actieve deelname aan het verkeer onverantwoord is. Ook het zelfstandig reizen met het openbaar vervoer wordt afgeraden. We kunnen u ondersteuning bieden bij het regelen van vervoer.
Belangrijke informatie
Polikliniek Orthopedie Verpleegafdeling Orthopedie
Kniegewricht en slijtage Gewrichten in ons lichaam vormen de beweeglijke verbindingen tussen twee botstukken. Een gewricht bestaat uit twee botdelen die zo zijn gevormd, dat ze precies tegen elkaar aan kunnen liggen of in elkaar passen. De boteinden van beide botdelen (de gewrichtsvlakken) zijn bekleed met een laagje kraakbeen, zodat ze gemakkelijk over elkaar glijden. Het kraakbeen is glad en veerkrachtig en wordt gevoed door gewrichtsvocht. De botdelen van een gewricht worden op hun plaats gehouden door een stevig kapsel. Om dit kapsel bevinden zich pezen en spieren. De spieren zorgen voor de beweeglijkheid, de benige gedeelten en het kapsel van het gewricht zorgen voor de stevigheid. Het kniegewricht Er bestaan verschillende soorten gewrichten. De knie is een scharniergewricht en vormt de verbinding tussen bovenbeen en onderbeen. In de gewrichtsspleet bevindt zich aan binnen- en buitenzijde de meniscus. Aan de voorzijde zit de knieschijf die via de knieschijfpees vastzit aan het onderbeen. Gewrichtsslijtage Een aandoening van de gewrichten die bij veel mensen voorkomt, is gewrichtsslijtage. In medische termen wordt dit arthrosis deformans of kortweg artrose genoemd. Artrose kan voorkomen in alle gewrichten van het menselijk lichaam, dus ook in het kniegewricht. Door slijtage wordt de gladde kraakbeenlaag van het gewricht aangetast en kan het zijn dat de kraakbeenlaag uiteindelijk helemaal verdwijnt. De gewrichtsvlakken kunnen daardoor niet meer zo soepel langs elkaar glijden, met als gevolg dat het bewegen steeds moeilijker gaat en pijnlijker wordt. Oorzaak van pijnklachten Er zijn verschillende afwijkingen die slijtage van het kniegewricht kunnen veroorzaken, zoals kraakbeen- en stofwisselingsziekten en kraakbeenbeschadigingen door een breuk. Wanneer in het verleden de meniscus is verwijderd, is er een verhoogde kans op slijtage. Reumapatiënten bijvoorbeeld hebben vaker knieproblemen omdat deze ziekte het kraakbeen aantast. Het kniegewricht kan zo ernstig beschadigd zijn dat er vervanging door een (gedeeltelijke) knieprothese noodzakelijk is.
Naar huis of revalidatie Ontslagcriteria Het ontslag zal, meestal na 5 à 7 dagen, worden gepland als: de wond nagenoeg droog is u de knie 90 graden kunt buigen u veilig zelfstandig met krukken of rollator kunt functioneren en voortbewegen. Dit wordt in het overleg tussen de orthopedisch chirurg, de verpleegkundige en de fysiotherapeut besloten.
Voorbereiding Tijdens het opnamegesprek met de verpleegkundige is al thuiszorg of een tijdelijke opname in een verpleeg- of verzorgingshuis met u besproken en afgestemd. De verpleegkundige neemt, voordat u met ontslag gaat, nog enkele praktische zaken met u door, zoals medicijnen die u moet gebruiken en waar u de komende weken op moet letten. De recepten voor verbandmiddelen en medicijnen worden naar u eigen apotheek of de apotheek van het revalidatiecentrum gefaxt. Vanuit daar zullen deze in de loop van de middag na 16.30 uur bij u thuis of het revalidatiecentrum worden bezorgd.
Aanpassingen in huis Na de operatie is het prettig om thuis een hoge rechte stoel met leuningen te hebben. Haal losse kleedjes op een gladde vloer weg vanwege het gevaar van uitglijden. De trap moet bij voorkeur voorzien zijn van een stevig bevestigde trapleuning. Een toiletverhoger en handgrepen in de douche en toiletruimte kunnen ook handig zijn, evenals een lange schoenlepel en een helping-hand (grijptang). Deze hulpmiddelen kunt u zelf lenen of kopen in Amsterdam bij de uitleenservice van Cordaan en buiten Amsterdam bij de Thuiszorgwinkel. Het is raadzaam dit vóór uw opname te regelen.
Fysiotherapie Bij ontslag krijgt u een verwijsbrief en een overdrachtsbrief mee voor vervolg van de fysiotherapie. In het begin twee à drie keer per week. U moet zelf contact opnemen met de behandelende fysiotherapeut bij u in de buurt.
Weer thuis Met uw nieuwe knie zullen de pijnklachten, die u voor de operatie had, grotendeels verdwenen zijn. De eerste tijd na de operatie zullen uw knie en het gebied rondom de wond dik en warm aanvoelen. Dit wordt geleidelijk minder maar kan terugkomen door het oefenen met lopen. Ook kunt u enkele bloeduitstortingen, blauwe plekken bij de wond hebben, maar deze verdwijnen vanzelf.
Complicaties Ook al wordt de operatie goed uitgevoerd, er kunnen toch complicaties ontstaan. Bij een knieoperatie kunnen complicaties optreden zoals wondinfectie, trombose of nabloeding. In een klein aantal gevallen kan tijdelijk of blijvende zenuwschade optreden. Dit is vervelende complicatie die gelukkig maar heel zelden voorkomt. Zolang u de prothese heeft, blijft het risico van infectie bestaan. Daarom is het belangrijk dat u uw huisarts en tandarts vertelt dat u een knieprothese heeft. Op het moment dat een operatieve ingreep plaatsvindt of wanneer een tand of kies getrokken moet worden of een wortelkanaalbehandeling plaatsvindt, kunnen zij u antibiotica geven om een eventuele infectie tegen te gaan. Wanneer u gestart bent met bloedverdunnende tabletten (Xarelto Ò ) om trombose (stolsel in een bloedvat) te voorkomen, dan krijgt u deze gedurende vijf weken na de operatie voorgeschreven.
Wanneer u uw arts moet waarschuwen Het is belangrijk dat u in de volgende gevallen contact opneemt met uw huisarts: Als de operatiewond gaat lekken: bloed, helder of geel wondvocht of pus. Als de wond op de knie steeds dikker wordt. Als de wond steeds meer pijn gaat doen, ook al bent u minder gaan oefenen en bewegen. Als u niet meer op het geopereerde been kunt staan, terwijl u dat eerst wel kon. Als u koorts heeft hoger dan 38.5°C. Als het gebied rond de wond steeds roder wordt. Als u ernstig valt op uw knie of de knie flink stoot. Vermeld aan de huisarts altijd dat u geopereerd bent en hoe lang dit geleden is.
Oefeningen met bewegen en lopen Voor de periode na de operatie krijgt u van de fysiotherapeut oefeningen om uw beenspieren te versterken en om
de beweeglijkheid van de knie te verbeteren. De eerste 6 weken loopt u met krukken/rollator. Het is belangrijk dat u de beweeglijkheid van de knie en de spierkracht onderhoudt. Dit doet u door regelmatig te bewegen en te lopen en dit af te wisselen met voldoende rust. Het kan zijn dat uw knie op het oefenen reageert met zwelling of door warm aan te voelen. Het is dan raadzaam de oefeningen en de loopafstand iets te verminderen.
Zitten Zit bij voorkeur op een hoge stoel met armleuningen. Als u gaat zitten of staan, het geopereerde been iets naar voren plaatsen.
Draaien Draai stap voor stap; niet staand draaien op de voet van het geopereerde been.
Traplopen Als dit noodzakelijk is, oefent u dit met de fysiotherapeut. Omhoog: Stap eerst met het niet geopereerde been op de trede, sluit dan het geopereerde been en de kruk bij. Omlaag: Stap eerst met elleboogkrukken of wandelstok op de trede, zet dan het geopereerde been erbij. Een stevige armleuning is nodig.
Zwelling Na de operatie kan de wond zwelling vertonen. U kunt de wond zelf koelen met ijs. Bij drogist of apotheek kunt u zogenaamde ijspakkingen kopen die u thuis in de vriezer koelt. Gebruik het ijspak niet langer dan 15 minuten. Pak deze wel in een doek om bevriezing van de huid te voorkomen. U kunt de behandeling meerdere keren per dag herhalen.
Revalidatieoefeningen Dit schema is bedoeld als geheugensteuntje bij het onthouden van de oefeningen die de fysiotherapeut met u heeft doorgenomen. Het is niet de bedoeling dat u op eigen initiatief met nieuwe oefeningen begint. In het algemeen geldt: oefen 3 tot 5 keer per dag. Als het belangrijk is dat u een oefening vaker herhaalt, wordt dat apart vermeld. Bij het oefenen mag u enige rek voelen en er mag gerust wat vermoeidheid optreden. Forceer echter nooit.
Oefeningen liggend 1. Voeten optrekken en wegduwen. Alleen de voeten bewegen, de benen blijven stil liggen. Tenminste ieder uur 10 keer. 2. Een opgerolde molton of handdoek onder de enkel van het geopereerde been leggen en de knie doorstrekken. Meerdere malen per dag ongeveer 10 minuten per keer. 3. Uw geopereerde knie rustig optrekken, waarbij de voet gesteund blijft op de ondergrond, in de richting van de borst. 5 tot 10 keer herhalen.
4. Uw been gestrekt neerleggen, waarbij u de knieholte naar beneden drukt en zo de bovenbeenspieren aanspant. Het niet geopereerde been mag gebogen op het bed staan. 10 keer 5 seconden.
Oefeningen zittend 5. Zit goed achterin de stoel. Nu de knie strekken; het been zo recht mogelijk maken. 10 keer 5 seconden. 6. Dezelfde uitgangshouding als bij oefening 5. De geopereerde knie buigen met hulp van het niet geopereerde been. In buigstand 5 seconden vasthouden. 3 keer 10 herhalingen. Doe deze oefeningen ook tijdens opname in het ziekenhuis.
Oefeningen staand 7. Met gebogen been. Voorwaarts knie optrekken. Probeer steeds alleen het been te bewegen. De rug blijft recht. 5 keer 5 seconden.
Oefeningen voor als u weer thuis bent Zie ook hierboven: Oefeningen 1 tot en met 5. 1. Lig op een zo mogelijk harde onderlaag. Trek uw niet-geopereerde been zo ver mogelijk naar de borst. Probeer het geopereerde been op de onderlaag te houden. 5 keer 5 seconden. 2. Lig op een zo hard mogelijke onderlaag. Buig uw geopereerde been. Probeer het been met bijvoorbeeld een shawl voorzichtig wat verder te buigen. Het andere been blijft gestrekt liggen. 5 keer 5 seconden. 3. Sta in een deurkozijn. Duw met beide armen stevig tegen het kozijn. Til nu uw niet-geopereerde been op. 5 keer 5 seconden. 4. Zit op een stoel en laat het geopereerde been rusten op een andere stoel. De knie uit laten hangen gedurende één minuut. Deze oefening regelmatig herhalen gedurende 10 minuten.
Vaak gestelde vragen 1. Hoe lang kan mijn knie pijnlijk blijven? De pijn na het plaatsen van een knieprothese wordt geleidelijk aan minder, beginnend ongeveer een maand na de operatie. Drie tot vier maanden na de operatie treedt een aanzienlijke verbetering op. Soms voelt men een doffe pijn na lange wandelingen; dit gevoel kan optreden tot ongeveer 12 maanden na de operatie. ‘Startpijn’ (pijn bij de eerste stappen na het opstaan) kan nog een poosje aanhouden. Dit pijnlijke gevoel verbetert zonder behandeling. Het betekent niet dat de prothese niet goed functioneert of loszit! 2. Hoe lang blijft mijn knie dik? De knie en enkel kunnen dik worden; dit is normaal. Het dik worden zal verminderen door dagelijks, één uur ’s morgens en één uur ’s avonds, de benen hoog te leggen. De zwelling is over het algemeen ’s avonds het grootst en neemt af wanneer u de oefeningen goed blijft doen. 3. Hoe vaak moet ik oefenen en hoe weet ik dat ik teveel geoefend heb?
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
Drie keer per dag oefenen, vooral het strekken en buigen van de knie is belangrijk. Voer de oefeningen serieus uit, maar overdrijf het niet! U kunt de oefeningen terugvinden in deze folder. Wanneer mag ik weer autorijden? Autorijden is een individuele aangelegenheid. Als u voldoende controle heeft over uw geopereerde been, kunt u na zes weken weer gaan autorijden. Het is niet verstandig te rijden wanneer u nog pijnmedicatie slikt. Raadpleeg uw arts en ook de polisvoorwaarden van uw verzekeringsmaatschappij. Wanneer mag ik weer gaan fietsen? Als u voor de operatie ook al regelmatig fietste, mag u ongeveer zes weken na de operatie weer gaan fietsen. U moet wel weer voldoende controle over uw been hebben. Gebruik een damesfiets vanwege de lage instap. Het is aan te raden van tevoren te oefenen op een hometrainer. Wanneer mag ik weer gaan douchen of in bad? Wij raden u aan de wond niet nat te laten worden tijdens het douchen of baden. Als het hechtmateriaal is verwijderd, normaalgesproken na 2 weken, is er geen belemmering meer. Gebruik gedurende de eerste maand na de operatie geen zeep in het wondgebied. Wat voor soort schoenen kan ik het best aantrekken? Het is verstandig schoenen te dragen die vast aan de voet zitten en een brede hak hebben. Hoge hakken en slippers dient u de eerste drie maanden te vermijden. Moet ik een steunkous dragen? Het dragen van een steunkous helpt om de zwelling in het been te verminderen. Draag de steunkous alleen thuis als dat is afgesproken. Wanneer mag ik weer op mijn zij slapen? U mag op uw zij slapen met een kussen tussen de benen, zodat u comfortabel ligt. Plaatst nooit een kussen onder de knie! Hoe verzorg ik mijn wond? De wond moet schoon en droog blijven. De huid rondom het hechtmateriaal kan er wat rood en geïrriteerd uitzien. Wanneer het hechtmateriaal na ongeveer 14 dagen verwijderd is, zal deze roodheid langzamerhand afnemen. Wanneer het wondgebied gezwollen of rood wordt of er komt vocht uit, is het verstandig met de huisarts of de verpleegkundige van de Thuiszorg te overleggen wat u moet doen. Na het verwijderen van het hechtmateriaal kunt u zich weer gaan douchen. Het beste kunt u de wond van boven naar beneden wassen en niet van links naar rechts. De eerste maanden is het beter om de wond met uw handen en zonder zeep te wassen en niet met een washand. Let er ook op dat u rond het wondgebied geen crème of lotion gebruikt.
11. Waar moet ik op letten na de operatie? Om luxatie, het uit de kom raken van het kniegewricht, te voorkomen is het gedurende de eerste drie maanden na de operatie erg belangrijk dat u de volgende leefregels goed in acht neemt: - Vermijd extreme bewegingen. - Los staan kan en mag. In overleg met uw fysiotherapeut leert u het gebruik van uw loophulpmiddel af te bouwen. - Staan, bijvoorbeeld bij een aanrecht, kan en mag dus. - Zwemmen kan en mag na ongeveer zes weken, na overleg met uw dokter of fysiotherapeut. - Ouderengymnastiek en (beperkt) sporten kan en mag, na overleg met uw dokter of fysiotherapeut. 12. Hoe lang moet ik gebruik maken van een loophulpmiddel? Patiënten met een (gedeeltelijke) knieprothese moeten ongeveer zes weken een loophulpmiddel gebruiken. Dit is om de druk te verminderen op de knie terwijl herstel plaatsvindt. 13. Hoeveel buiging kan ik verwachten van mijn knie? Dit is afhankelijk van de ingebrachte prothese. Het gemiddelde is 110°, maar er is niets mis met de knie als dit niet wordt gehaald. U moet wel 90° buiging kunnen halen. 14. Hoe lang blijft mijn knie warm aanvoelen? Uw knie kan gedurende 6 tot 12 maanden na de operatie warm aanvoelen. 15. Is het normaal dat mijn knie een soort klikkend geluid maakt? Dit is normaal en niet verontrustend. Ongeveer 70 procent van de patiënten ervaren of horen een soort
klikgeluid wanneer ze de knie buigen.
Vragen en suggesties Hebt u na het lezen van deze informatie nog vragen of suggesties, schrijf deze dan op en stel uw vragen aan de verpleegkundige tijdens het opnamegesprek. We hopen dat de informatie u een goede ondersteuning geeft gedurende de voorbereiding, de opname en het herstel. Wij wensen u veel succes en alvast een voorspoedig herstel! Het multidisciplinaire team Ortopedie.