Vertaling van de oorspronkelijke handleiding
Regeleenheid KEH Installatie- en bedieningshandleiding
Superior Clamping and Gripping
Vertaling van de oorspronkelijke handleiding
Colofon: Auteursrecht: Deze gebruiksaanwijzing blijft auteursrechtelijk eigendom van SCHUNK GmbH & Co. KG. Zij wordt alleen aan onze klanten en de exploitanten van onze producten geleverd en maakt deel uit van de module. Zonder onze uitdrukkelijke toestemming mag deze documentatie noch verveelvoudigd worden noch aan derden, in het bijzonder aan concurrerende ondernemingen, beschikbaar worden gesteld. Technische wijzigingen: Wijzigingen vanwege technische verbeteringen zijn voorbehouden. Documentnummer: Oplage: 02.01 |15-2-2013|nl © SCHUNK GmbH & Co. KG, Lauffen/Neckar Alle rechten voorbehouden Geachte klant, Gefeliciteerd met uw keuze voor SCHUNK. U heeft gekozen voor optimale precisie, uitstekende kwaliteit en zeer goede service. U verhoogt de procesveiligheid van uw productie en behaalt uitstekende bewerkingsresultaten – zodat uw klanten tevreden zijn. U zult zeer enthousiast zijn over de SCHUNK-producten. Onze uitvoerige montage- en bedrijfsinstructies ondersteunen u hierbij. Heeft u vragen? Wij zijn ook na aankoop altijd beschikbaar. Met vriendelijke groet, SCHUNK GmbH & Co. KG Spann- und Greiftechnik Bahnhofstr. 106 – 134 D-74348 Lauffen/Neckar Tel. +49-7133-103-2503 Fax +49-7133-103-2189
[email protected] www.nl.schunk.com
02.01|KEH |nl
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave 1
Over deze gebruiksaanwijzing .................................................................................. 5 1.1 Waarschuwingen ...................................................................................................... 5 1.1.1 Signaalwoorden............................................................................................. 5 1.1.2 Symbolen ....................................................................................................... 5
2
Fundamentele veiligheidsvoorschriften .................................................................... 6 2.1 Reglementair gebruik ............................................................................................... 6 2.2 Omgevings- en gebruiksvoorwaarden ..................................................................... 6 2.3 Productveiligheid ...................................................................................................... 7 2.3.1 Veiligheidsvoorzieningen .............................................................................. 7 2.4 Kwalificatie van het personeel ................................................................................. 7 2.5 Gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen ................................................... 8 2.6 Aanwijzingen voor bijzondere gevaren .................................................................... 8
3
Garantie ................................................................................................................... 9
4
Omvang van de levering ........................................................................................... 9
5
Technische gegevens ............................................................................................... 10 5.1 Typeplaatje ............................................................................................................. 11 5.2 Afmetingen ............................................................................................................. 12
6
Beschrijving ............................................................................................................. 13 6.1 Beschrijving van de werking ................................................................................... 13 6.2 Productbeschrijving ................................................................................................ 14 6.3 Beschrijving van de bedieningspanelen ................................................................. 15 6.4 Beschrijving van de afstandsbediening en signalen............................................... 17
7
Montage en installatie............................................................................................. 18 7.1 Montage ................................................................................................................. 18 7.2 Installatie ................................................................................................................ 19 7.3 Aansluiting op het vrijgavesysteem machine/SPC ................................................. 21
8
Eerste inbedrijfstelling en normale werking ............................................................. 27 8.1 Eerste inbedrijfstelling............................................................................................ 27 8.2 Normale werking .................................................................................................... 33 8.3 Functiediagram ....................................................................................................... 40
9
Probleemoplossing .................................................................................................. 41
10 Reparatie en onderhoud.......................................................................................... 42 11 Transport en opslag ................................................................................................. 45 11.1 Transport ................................................................................................................ 45 11.2 Opslag ..................................................................................................................... 45
02.01|KEH |nl
3
Inhoudsopgave 12 Verwijdering............................................................................................................ 46 13 Reserveonderdelen ................................................................................................. 47
4
02.01|KEH |nl
Over deze gebruiksaanwijzing
1 Over deze gebruiksaanwijzing Deze gebruiksaanwijzing is een integraal onderdeel van het product en bevat belangrijke informatie over veilige en correcte montage, inbedrijfstelling, bediening en onderhoud alsmede over het verhelpen van storingen. Lees voor gebruik van het product deze gebruiksaanwijzing en neem deze in acht, vooral het hoofdstuk "Fundamentele veiligheidsvoorschriften".
1.1 Waarschuwingen Ter verduidelijking van gevaren worden in de waarschuwingen de volgende signaalwoorden en symbolen gebruikt. 1.1.1 Signaalwoorden GEVAAR
Gevaren voor personen. Veronachtzaming leidt tot onherstelbaar letsel en is mogelijk dodelijk.
WAARSCHUWING Gevaren voor personen. Veronachtzaming kan tot onherstelbaar letsel leiden en mogelijk dodelijk zijn. LET OP ATTENTIE
Gevaren voor personen. Veronachtzaming kan tot licht letsel leiden. Informatie ter voorkoming van materiële schade 1.1.2 Symbolen Waarschuwing voor gevarenpunt Waarschuwing voor gevaarlijke elektrische spanning Algemeen gebodsteken ter voorkoming van materiële schade
02.01|KEH |nl
5
Fundamentele veiligheidsvoorschriften
2 Fundamentele veiligheidsvoorschriften 2.1 Reglementair gebruik Het besturingsapparaat is uitsluitend bestemd voor gebruik van permanente elektromagneten van SCHUNK. Bij het gebruik van permanente elektromagneten moet erop worden gelet dat de tijdsduur tussen twee AAN / UIT - cycli niet minder dan 3 minuten bedraagt. Het besturingsapparaat is geconstrueerd voor gebruik aan gereedschapsmachines voor de verspanende bewerking van werkstukken en voor gebruik in een droge binnenruimte bij een rel. luchtvochtigheid van ca. 5 - 15 % en een omgevingstemperatuur van ca. 5° - 55°C. De vereisten van de relevante richtlijnen moeten in acht genomen en nageleefd worden. Het besturingsapparaat mag uitsluitend binnen de gedefinieerde gebruiksparameters worden gebruikt. Tot het reglementaire gebruik behoren ook de inachtneming van de technische gegevens en de montage- en bedrijfsinstructies in deze gebruiksaanwijzing alsmede de inachtneming van de onderhoudsintervallen. AANWIJZING
GEVAAR Gevaar door kortsluiting Het besturingsapparaat moet buiten de machine worden geïnstalleerd en moet te allen tijde worden beschermd tegen water, bedrijfsvloeistoffen en metaalspanen uit de machine.
AANWIJZING
Het besturingsapparaat mag niet in bedrijf worden gesteld voordat de machine waarvoor het bestemd is aan de eisen van de Machinerichtlijn voldoet!
2.2 Omgevings- en gebruiksvoorwaarden • Gebruik de module alleen binnen de gedefinieerde gebruiksparameters. "Technische gegevens" ( 5, Pagina 10). • Zorg ervoor dat de omgeving schoon is en dat de omgevingstemperatuur met de vereisten overeenkomt.
6
02.01|KEH |nl
Fundamentele veiligheidsvoorschriften
2.3 Productveiligheid Er kunnen gevaren van de module uitgaan, als bijv.: • de module niet reglementair wordt gebruikt. • de module niet correct wordt gemonteerd of onderhouden. • de veiligheids- en montagevoorschriften niet in acht worden genomen. Voer geen handelingen uit die de werking en bedrijfsveiligheid van de module negatief beïnvloeden. Draag een veiligheidsuitrusting. AANWIJZING
Verdere informatie vindt u in de desbetreffende hoofdstukken. 2.3.1 Veiligheidsvoorzieningen Zorg voor veiligheidsvoorzieningen conform de EGmachinerichtlijn.
2.4 Kwalificatie van het personeel Integratie, montage, eerste inbedrijfstelling, onderhoud en reparatie van de module mogen uitsluitend worden uitgevoerd door geschoold personeel. Iedere persoon die van de exploitant de opdracht heeft gekregen werkzaamheden aan de module uit te voeren, moet de gehele montage- en bedrijfsinstructies, in het bijzonder het hoofdstuk "Fundamentele veiligheidsvoorschriften" ( 2, Pagina 6), hebben gelezen en begrepen. Dit geldt in het bijzonder voor personeel dat slechts incidenteel wordt ingezet, bijv. onderhoudspersoneel.
02.01|KEH |nl
7
Fundamentele veiligheidsvoorschriften
GEVAAR Gevaar door een magnetisch veld. Aangezien bij dit besturingsapparaat principieel een magneetsysteem wordt gebruikt, mogen de volgende personengroepen er niet mee in aanraking komen: • Personen met een pacemaker. • Personen met metalen of elektronische prothesen. • Personen met insulinepompen. • Personen met spierstimulatiesystemen. • Zwangere vrouwen. • De genoemde personen moeten altijd een veiligheidsafstand van min. 2 m tot het apparaat aanhouden.
2.5 Gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen Neem bij gebruik van dit product de relevante bepalingen voor de arbeidsveiligheid in acht en maak gebruik van de vereiste persoonlijke beschermingsmiddelen! • Gebruik van veiligheidshandschoenen, veiligheidsschoenen en veiligheidsbrillen. • In acht nemen van de veiligheidsafstanden. • Minimale veiligheidseisen voor het gebruik van beschermingsmiddelen.
2.6 Aanwijzingen voor bijzondere gevaren • Verwijder voor montage-, ombouw-, onderhouds- en instelwerkzaamheden de energievoorziening. • Zorg ervoor dat er in het systeem geen restenergie meer aanwezig is. • Voer onderhoud, ombouw- of aanbouwwerkzaamheden uit buiten de gevarenzone. • Beveilig de module bij alle werkzaamheden tegen onbedoeld inschakelen.
8
02.01|KEH |nl
Omvang van de levering
3 Garantie De garantie bedraagt 12 maanden vanaf leverdatum af fabriek onder de volgende voorwaarden: • Reglementair gebruik bij éénploegendienst • Inachtneming van de voorgeschreven onderhouds- en smeerintervallen • Inachtneming van de omgevings- en gebruiksvoorwaarden Onderdelen die in contact komen met het werkstuk en slijtageonderdelen maken geen deel uit van de garantie. Procedure in geval De koper dient een gedetailleerd schriftelijk verslag met van garantie betrekking tot de aan de regeleenheid vastgestelde gebreken binnen 10 dagen nadat deze zijn geconstateerd aan SCHUNK te sturen.
4 Omvang van de levering 3
2
1
Afb. 1
In het leveringspakket is inbegrepen: • Elektronische regeleenheid (1) • Afstandsbediening met 4 m lange kabel (2) • Aansluitbus voor veilige interface tussen machine en SPC
02.01|KEH |nl
9
Technische gegevens
5 Technische gegevens Technische gegevens
Type
KEH 01
Netspanning
KEH 02
KEH 02-S
KEH 04-S
220 VAC - 400 VAC - 415 VAC - 460 VAC - 480 VAC
Frequentie
50Hz / 60Hz
Fasen
3 + PE voor 400 VAC - 415 VAC - 460 VAC - 480 VAC F + N + PE voor 220 VAC
Nominale stroom
32 A
Nominale kortsluitkarakteristiek
6 kA
Uitschakelstroom van de zekering voor de hulpstroomkring IP-beschermingsklasse Activeringstijd Activeringsfrequentie Gewicht
500 mA bij 500 VAC
IP20, wanneer alle stekkers zijn aangesloten ~ 1s
~ 1s per kanaal
Omgevingscondites
02.01|KEH |nl
~ 4s
~ 1s per kanaal
1 (de)magnetisering - max. om de 3 min. ~ 12 kg
Omgevingstemperatuur
10
KEH 04
~ 17 kg 5° - 55° C
Werking in droge omgevingen met een relatieve luchtvochtigheid van 5 - 15% Product beschermen tegen corrosieve dampen of overmatige hitte
Technische gegevens
5.1 Typeplaatje Het typeplaatje bevindt zich aan de achterzijde van de regeleenheid:
Afb. 2
Informatie
Beschrijving
Id. No.
Identificatienummer
Type
Model
Serial No.
Serienummer
Work No.
Productienummer
Voltage
Nominale spanning (net)
Frequency
Nominale frequentie (net)
Channels
Aantal uitgangskanalen
Phases
Fasen (net)
Current
Nominale stroom (net)
Lcm
Nominale kortsluitkarakteristiek
Year
Productiejaar
Weight
Gewicht
Het typeplaatje mag nooit worden verwijderd! Geef altijd het serienummer aan wanneer u voor technische vragen contact opneemt met SCHUNK.
02.01|KEH |nl
11
Technische gegevens
5.2 Afmetingen KEH01, KEH02 en KEH02-S
Afb. 3 Afmetingen van KEH01, KEH02 en KEH02-S
KEH04 en KEH04-S
Afb. 4 Afmetingen van KEH04 en KEH04-S
12
02.01|KEH |nl
Beschrijving
6 Beschrijving 6.1 Beschrijving van de werking Met behulp van de elektronische regeleenheid voor magneetspanplaten van SCHUNK kan de bediener kleine en grote elektropermanente magneetspanplaten magnetiseren en demagnetiseren. Dankzij het gebruik van modellen met 2 of 4 kanalen is het mogelijk grote ferromagnetische werkstukken met behulp van meerdere magneetspanplaten op te spannen. De elektronische bedrading is gereduceerd dankzij één enkel platform waarop het elektronische vermogenssysteem is gecombineerd met het digitale elektronische besturingssysteem. De magnetiserings- en demagnetiseringstijd is ca. 1 seconde voor het 1-kanaalsmodel en ca. 4 seconden voor het 4-kanaalsmodel. Een bewakingssysteem van de werkelijke elektrische stroom geeft elke mogelijke onregelmatigheid in de werking aan.
02.01|KEH |nl
13
Beschrijving
6.2 Productbeschrijving 6
5
7
1
2
4 3
Afb. 5
14
02.01|KEH |nl
1
Bedieningspaneel aan voorkant
2
Aansluitbus voor interface tussen gereedschapsmachine en SPC
3
Zekering voor de interne hulpstroomkring
4
Typeplaatje
5
Aansluitkabel voor de magneetplaat
6
Netaansluitkabel
7
Afstandsbediening
Beschrijving
6.3 Beschrijving van de bedieningspanelen KEH01, KEH02 en KEH04
3
2
4
1
Afb. 6 KEH01, KEH02 en KEH04
1
Hoofdschakelaar O-I
2
Aansluitbus voor afstandsbediening
3
Hulpknop demagnetiseren (rood)
4
Hulpknop magnetiseren (groen)
KEH02-S
5
2
1
6
3
8
7 10 9
4
Afb. 7 KEH02-S
1
Hoofdschakelaar O-I
2
Aansluitbus voor afstandsbediening
3
Hulpknop demagnetiseren (rood)
4
Hulpknop magnetiseren (groen)
5
Rode LED, brandt als kanaal A is uitgeschakeld
6
Schakelaar om kanaal A in/uit te schakelen
7
Groene LED, brandt als kanaal A is ingeschakeld
8
Rode LED, brandt als kanaal B is uitgeschakeld
9
Schakelaar om kanaal B in/uit te schakelen
10
Groene LED, brandt als kanaal B is ingeschakeld
02.01|KEH |nl
15
Beschrijving KEH04-S 5
2
1 7
8 11 14 6 12 3
9 13 15 16 10
4
Afb. 8 KEH04-S
16
02.01|KEH |nl
1
Hoofdschakelaar O-I
2
Aansluitbus voor afstandsbediening
3
Hulpknop demagnetiseren (rood)
4
Hulpknop magnetiseren (groen)
5
Rode LED, brandt als kanaal A is uitgeschakeld
6
Schakelaar om kanaal A in/uit te schakelen
7
Groene LED, brandt als kanaal A is ingeschakeld
8
Rode LED, brandt als kanaal B is uitgeschakeld
9
Schakelaar om kanaal B in/uit te schakelen
10
Groene LED, brandt als kanaal B is ingeschakeld
11
Rode LED, brandt als kanaal C is uitgeschakeld
12
Schakelaar om kanaal C in/uit te schakelen
13
Groene LED, brandt als kanaal C is ingeschakeld
14
Rode LED, brandt als kanaal D is uitgeschakeld
15
Schakelaar om kanaal D in/uit te schakelen
16
Groene LED, brandt als kanaal D is ingeschakeld
Beschrijving
6.4 Beschrijving van de afstandsbediening en signalen De afstandsbediening beschikt over LED's die de actuele status van het magneetsysteem aangeven. Dat is echter alleen mogelijk onder bepaalde omstandigheden ( 8, Pagina 27). Het systeem bevat geen sensoren om de toestand van de magneetplaat rechtstreeks en onmiddellijk te registreren.
Afb. 9 Afstandsbediening met knoppen/LED's
Signaal
Betekenis
Beschrijving
Gedemagnetise Het magneetsysteem is naar behoren gedemagnetiseerd. erd systeem Het werkstuk kan worden verwijderd. Veiligheidsknop Deze knop moet worden ingedrukt wanneer een (de)magnetiseringscyclus moet worden gestart. De LED wordt dan blauw. Deze knop moet voorkomen dat per ongeluk een cyclus wordt gestart. Gemagnetiseerd Het magneetsysteem is naar behoren gemagnetiseerd. De systeem bewerking van het werkstuk kan beginnen.
WAARSCHUWING Gevaar door verkeerde indicatie van de magnetische toestand van het systeem. Controleren of het te bewerken werkstuk naar behoren op de magneetplaat is gespannen. Hiervoor de vereiste veiligheidsmaatregelen treffen!
02.01|KEH |nl
17
Montage en installatie
7 Montage en installatie 7.1 Montage 1 Voordat u de regeleenheid in ontvangst neemt eerst de verpakking controleren. 2 De verpakking openen en de regeleenheid eruit halen. 3 Controleer of de regeleenheid geen transportschade vertoont! 4 Controleer of de regeleenheid overeenkomt met de bij de bestelling gevraagde specificaties. 5 De aansluitkabels visueel controleren op beschadigingen. (Deuken? Schuurplekken? Sneden?) 6 De afstandsbediening verbinden met de regeleenheid. Hiervoor de stekker van de afstandsbediening in de bus "Keyboard" op het bedieningspaneel aan de voorzijde van de eenheid steken. De schroeven aan de zijkanten vastdraaien. 7 De aansluitkabel voor de interface tussen gereedschapsmachine en SPC aan de achterzijde van de regeleenheid aansluiten ( 7.3, Pagina 21). De schroeven aan de zijkanten vastdraaien. AANWIJZING
Geef altijd het serienummer aan wanneer u voor technische vragen contact opneemt met SCHUNK GmbH & Co. of de servicecentra.
GEVAAR Gevaar door kortsluiting. De regeleenheid nooit aanzetten wanneer u schade hebt ontdekt! • Informeer de vrachtvervoerder of SCHUNK GmbH & Co. KG onmiddellijk, indien u schade en/of ontbrekende componenten hebt geconstateerd! (Met alle relevante details.)
18
02.01|KEH |nl
Montage en installatie
7.2 Installatie LET OP Gevaar door omlaagvallen van de regeleenheid • Wanneer de regeleenheid met behulp van "plastoferrietfolie" aan de onderzijde wordt bevestigd, zorg er dan voor dat de folie stevig vastzit op het metalen oppervlak van de gereedschapsmachine.
GEVAAR Gevaar door een elektrische schok Het aanraken van spanningvoerende delen kan de dood door een elektrische schok tot gevolg hebben. De regeleenheid mag uitsluitend door een elektromonteur worden geopend om de netkabel aan te sluiten. Het verwijderen van veiligheidsinrichtingen is uitsluitend voorbehouden aan SCHUNK. • De regeleenheid altijd van het lichtnet afhalen voordat de bovenkap etc. wordt geopend.
ATTENTIE Schade aan de regeleenheid door kortsluiting. De regeleenheid kan door olie en water beschadigd raken. • Tijdens de installatie en het gebruik moet plaatsing van de regeleenheid binnen het werkbereik van de gereedschapsmachine worden vermeden.
AANWIJZING
Alle elektrische aansluitingen moeten worden aangebracht door een elektromonteur die over alle voor de werkzaamheden relevante informatie beschikt. De wetten, voorschriften en normen die op de plaats van installatie en gebruik gelden, moeten altijd in acht worden genomen.
02.01|KEH |nl
19
Montage en installatie Nadat aan alle voorwaarden is voldaan ( 7.1, Pagina 18), de installatie uitvoeren aan de hand van de volgende aanwijzingen: 1 De op het typeplaatje van de regeleenheid vermelde gegevens vergelijken met de gegevens van het elektriciteitsnet op de werkplek. 2 De regeleenheid positioneren op een plaats waar aan alle eisen van de IP-beschermingsklasse ( 5, Pagina 10) is voldaan en waar de regeleenheid gemakkelijk toegankelijk is voor onderhoud en reparatie. Wij adviseren de regeleenheid en de middelen voor onderbreking van de stroomvoorziening op een gemakkelijk toegankelijke plaats te installeren; we adviseren een afstand tussen ca. 0,6 en 1,7 m tot het bedieningsniveau aan te houden. 3 De aansluitkabel van de regeleenheid aansluiten op het lichtnet overeenkomstig de aanwijzingen op het elektrische schema ( 8.3, Pagina 40). De volgende inrichtingen moeten voor de regeleenheid zijn geïnstalleerd om de eenheid, andere inrichtingen en personen beschermen: 1 Overstroombeveiliging, zoals zekering of magnetothermische stroomverbreker. Zo'n beveiliging moet in overeenstemming zijn met wat is aangegeven in de gebruiksaanwijzing van de magneetplaat en in elk geval voldoen aan de voorschriften en normen die gelden in het land waarin zij wordt geïnstalleerd en gebruikt. Dergelijke beveiligingen moeten zijn bemeten voor een karakteristiek type aM in geval van zekeringen en voor een karakteristiek type C in geval van magnetothermische stroomverbrekers. 2 Aardlekschakelaar met hoge gevoeligheid, 30 mA, met karakteristiek type A of B, voor het geval stroom wegvloeit naar de aarde. Ter afsluiting van de installatie de automatische uitschakeling van de stroomvoorziening controleren! AANWIJZING
Wanneer verdeeldozen worden gebruikt, moeten de met dit product meegeleverde gebruiksaanwijzing en de elektrische schema's zorgvuldig worden gelezen om een correcte installatie en keuze van de beveiligingen te waarborgen.
20
02.01|KEH |nl
Montage en installatie
7.3 Aansluiting op het vrijgavesysteem machine/SPC De regeleenheid kan via een klemmenstrook worden verbonden met de gereedschapsmachine. Om ervoor te zorgen dat de uitgewisselde signalen goed begrepen worden en de werking volgens voorschrift verloopt, worden in het volgende diagram de aansluitingen voor de signalen tussen machine en regeleenheid geïllustreerd:
Afb. 10
Prioriteit van de SPC- De regeleenheid kan specifieke commando's van specifieke ingangen ingangsbronnen ontvangen. Als sommige commando's tegelijkertijd moeten worden verwerkt, zullen alleen de commando's met de hoogste prioriteit worden verwerkt. AANWIJZING
De cyclustijd ofwel de tijd tussen twee opeenvolgende acties moet onder normale bedrijfsomstandigheden met standaardproducten minstens 3 minuten bedragen. Dit wordt niet ondersteund door de firmware van de regeleenheid en moet op de SPC worden ingesteld. Wij adviseren deze begrenzing in te stellen wanneer de werking van de SPC wordt gecontroleerd!
02.01|KEH |nl
21
Montage en installatie Lijst van prioriteiten
Ontvangen commando
Prioriteit
Magnetisering via SPC
1
Magnetisering via afstandsbediening
2
Magnetisering via bedieningspaneel op de regeleenheid
3
Demagnetisering via SPC
4
Demagnetisering via afstandsbediening
5
Demagnetisering via bedieningspaneel op de regeleenheid
6
Als bijvoorbeeld de volgende commando's tegelijkertijd komen: • Magnetisering via afstandsbediening • Demagnetisering via SPC dan wordt alleen de magnetiseringscyclus uitgevoerd. Terwijl zo'n commando wordt uitgevoerd, is het niet mogelijk verdere commando's (ingangen) uit te voeren. De regeleenheid zal dan ook geen verdere magnetiserings- of demagnetiseringscommando's accepteren, ongeacht of die nu van bedieningspaneel, afstandsbediening of SPC komen.
Bezetting van de contacten van de sub-D-stekker van de SPC
22
02.01|KEH |nl
Pin Beschrijving
Type commando
1
Uitgang van het gemagnetiseerde spansysteem
Uitgang
2
Uitgang van het gedemagnetiseerde spansysteem
Uitgang
3
Gemeenschappelijke uitgang
Uitgang
4
Ingang magnetisering
Ingang
5
Ingang demagnetisering
Ingang
6
Veiligheidscontact 1
Veiligheid
7
Veiligheidscontact 2
Veiligheid
8
Gemeenschappelijke ingang
Ingang
Montage en installatie Uitgangspinnen De pinnen 1, 2 en 3 zijn uitgangspinnen. Zij worden gebruikt om de actuele bedrijfsstatus van het magneetsysteem aan te geven: Status van het systeem
Status van de pinnen
Gemagnetiseerd
Stroomkring tussen pin 1 en 3 gesloten Stroomkring tussen pin 2 en 3 open
Gedemagnetiseerd Stroomkring tussen pin 1 en 3 open Stroomkring tussen pin 2 en 3 gesloten In onderstaande tabel is de huidige stroom tussen pin 1 en 3 of 2 en 3 aangegeven: Stroom
Spanning
0,3 A
125 V AC
0,3 A
110 V DC
1A
30 V DC
Vrijgavepins De pinnen 6 en 7 zijn vrijgavecontacten. Zij worden gebruikt om de commando's op de ingangspinnen te bevestigen: Status van de veiligheidspinnen Stroomkring tussen Magnetisering pin 6 en 7 gesloten Demagnetisering
Magnetisering
Stroomkring tussen Magnetisering pin 6 en 7 open Demagnetisering
Geen commando
Demagnetisering Geen commando
De vrijgavecontacten kunnen uitsluitend worden gebruikt om de ingangscommando's van de SPC te bevestigen. Zij kunnen op geen enkele manier de commando's bij de ingang voor de afstandsbediening of het bedieningspaneel beïnvloeden.
02.01|KEH |nl
23
Montage en installatie In onderstaande tabel zijn de elektrische eigenschappen van de veiligheidscontacten aangegeven: Status van de Commando via veiligheidscontac ingangspinnen ten
I76
V76
Stroomkring tus- Magnetisering ≤10 mA sen pin 6 en 7 Demagnetisering ≤10 mA gesloten Geen commando ≤ 31 μA
-
Stroomkring tus- Magnetisering ≤ 31 μA sen pin 6 en 7 Demagnetisering ≤ 31 μA open Geen commando ≤ 31 μA
~ 15 V
~ 15 V -
Hierbij gaat het om gelijkstroom; de spanningen zijn constant. De waarden voor de elektrische weerstanden RON en ROFF om de stroomkringen te openen en te sluiten zijn: • RON < 15 Ω • ROFF > 500 K Ω Ingangspinnen De pinnen 4, 5 en 8 zijn ingangscontacten; zij worden gebruikt om commando's naar de regeleenheid te sturen (in combinatie met de vrijgavecontacten). De regeleenheid activeert de uitgangssignalen alleen als één van de volgende statuswisselingen plaatsvindt: Gesloten stroomkring ► open stroomkring van de contacten 4 – 8 en 5 – 8.
24
02.01|KEH |nl
Montage en installatie In onderstaande tabel zijn de functies van het besturingssysteem beschreven: Status van de ingangspinnen 1 Stroomkring tussen pin 4 en 8 gesloten 2 Wachttijd 250 ms
Status van de veiligheidspinnen
Uitgevoerd commando
Stroomkring tussen Magnetisering pin 6 en 7 gesloten
3 Stroomkring tussen pin 4 en 8 open 1 Stroomkring tussen pin 5 en 8 gesloten 2 Wachttijd 250 ms
Stroomkring tussen Demagnetisering pin 6 en 7 gesloten
3 Stroomkring tussen pin 5 en 8 open 1 Stroomkring tussen pin 4 en 8 gesloten 2 Wachttijd 250 ms
Stroomkring tussen Geen commando pin 6 en 7 open
3 Stroomkring tussen pin 4 en 8 onderbroken 1 Stroomkring tussen pin 5 en 8 gesloten 2 Wachttijd 250 ms
Stroomkring tussen Geen commando pin 6 en 7 open
3 Stroomkring tussen pin 5 en 8 onderbroken
In onderstaande tabel zijn de elektrische eigenschappen van de ingangscontacten aangegeven: Status pin 4 - 8
Status pin 6 - 7
I48
V48
Stroomkring gesloten
Stroomkring gesloten
≤10 mA
-
Stroomkring open
≤ 31 μA
-
Stroomkring gesloten
≤ 31 μA
~ 15 V
Stroomkring open
≤ 16 μA
-
Status pin 5 - 8
Status pin 6 - 7
I58
V58
Stroomkring gesloten
Stroomkring gesloten
≤10 mA
-
Stroomkring open
≤ 31 μA
-
Stroomkring gesloten
≤ 31 μA
~ 15 V
Stroomkring open
≤ 16 μA
-
Stroomkring open
Stroomkring open
02.01|KEH |nl
25
Montage en installatie Waarden van de weerstand RON en ROFF om open en gesloten stroomkringen te verkrijgen: • RON < 15 Ω • ROFF > 500 K Ω De sluittijd tussen de pinnen 4-8 en 5-8 moet minstens 250 ms zijn.
Algemene aanwijzingen • De uitgangspinnen van de SPC worden doorgaans gebruikt als 'vrijgavecontacten' waarop de magneetspanplaat wordt geïnstalleerd (indien vereist). • Wanneer pin 3 in combinatie met pin 1 en 2 wordt gekozen, is het mogelijk de status van het magneetspansysteem te herkennen in de vorm van een open of gesloten stroomkring (positieve of negatieve logica). • Pin 8 op sub-D-stekker van de SPC is met aarde verbonden; als de aansluiting correct is uitgevoerd (regeleenheid en SPC), is de aarde van de SPC (pin 8) identiek met de aarde van de regeleenheid. • De regeleenheid heeft geen ingangspin die de werking verhindert; indien vereist, moet dat worden gedaan met een invoerapparaat.
26
02.01|KEH |nl
Eerste inbedrijfstelling en normale werking
8 Eerste inbedrijfstelling en normale werking 8.1 Eerste inbedrijfstelling Nadat de regeleenheid is geïnstalleerd ( 7.2, Pagina 19) en is aangesloten op de machine ( 7.3, Pagina 21), moet de volgende werking worden gecontroleerd: 1 Ga na of de magneetspanplaat niet is gemagnetiseerd; dat kan met de stalen punt van een schroevendraaier worden gedaan. AANWIJZING
Bij de levering kan er een restmagnetisering zijn, bijvoorbeeld als gevolg van het transport van de platen met hefmagneten.
WAARSCHUWING Gevaar door hangende lasten Als voor de verplaatsing van het werkstuk hefinrichtingen, kranen etc. moeten worden gebruikt, de vereiste veiligheidsafstanden in acht nemen! 2 Het werkstuk op de magneetspanplaat positioneren. 3 Het contactgedeelte tussen magneetspanplaat en ontladingskabel (gepantserd) moet vrij zijn van metaal en spanen en geheel en al schoon zijn. Het gedeelte moet bovendien volledig droog zijn. Als er vuil, water of spanen zijn, de verbindingselementen en de contactvlakken zorgvuldig reinigen en de mogelijke oorzaken van problemen wegnemen. 4 De beschermkap van de aansluiting van de magneetspanplaat verwijderen en ervoor zorgen dat deze vrij van spanen, vuil en vloeistoffen is. Anders alles verwijderen wat problemen voor de elektromechanische eigenschappen van de aansluiting kan veroorzaken.
02.01|KEH |nl
27
Eerste inbedrijfstelling en normale werking
Afb. 11
Afb. 12
5 De ontladingskabel (gepantserd) met behulp van de snelkoppeling aansluiten op de magneetspanplaat.
LET OP Gevaar door een verkeerde aansluiting Er kunnen problemen optreden met gedeeltelijke magnetisering of demagnetisering. • De stekker van de ontladingskabel moet naar behoren op het magneetsysteem worden aangesloten. Voor een correcte verbinding moet de stekker van de regeleenheid in de aansluiting van de magneetspanplaat worden gestoken en moet de ring tot de aanslag naar rechts worden gedraaid.
GEVAAR Gevaar voor een elektrische schok door een verkeerde aansluiting Het aanraken van spanningvoerende delen kan de dood door een elektrische schok tot gevolg hebben. • De volgende stap kan pas na een correcte installatie en controle van de veiligheidsinrichtingen worden uitgevoerd ( 7.2, Pagina 19).
28
02.01|KEH |nl
Eerste inbedrijfstelling en normale werking
Afb. 13
6 De hoofdschakelaar naar "I" draaien. De regeleenheid wordt ingeschakeld.
Afb. 14
7 Controleer of de rode knop (= "gedemagnetiseerd") op de afstandsbediening brandt.
LET OP Gevaar door verkeerde indicatie van de magnetische toestand De regeleenheid voert een reset uit wanneer zij wordt ingeschakeld; de rode knop moet altijd branden, ook wanneer de aangesloten magneetspanplaat is gemagnetiseerd. 8 In het geval van een meerkanaals-regeleenheid met keuzeschakelaars (KEH02-S + KEH04-S) moet de schakelaar ( 6.3, Pagina 15) die bij de met de op de eenheid aangesloten magneetspanplaat behoort, worden geactiveerd. Controleer of de groene LED gaat branden, wat wil zeggen dat het kanaal is ingeschakeld.
02.01|KEH |nl
29
Eerste inbedrijfstelling en normale werking
Afb. 15
9 Magnetisering met afstandsbediening: tegelijkertijd de blauwe en groene knoppen indrukken (de blauwe knop gaat branden wanneer deze wordt ingedrukt, de groene en rode knoppen gaan tegelijk branden tijdens de cyclus).
Afb. 16
10 Na afloop van de magnetiseringstijd ( 5, Pagina 10) de toestand van de LED's op de afstandsbediening controleren. GROENE LED: BRANDT, RODE LED: UIT!
LET OP Gevaar voor letsel door niet gespannen werkstuk als gevolg van een foutieve indicatie van het magneetsysteem. • Controleren of het werkstuk correct op de magneetspanplaat is gespannen. Daarbij de vereiste veiligheidsmaatregelen treffen!
30
02.01|KEH |nl
Eerste inbedrijfstelling en normale werking
Afb. 17
11 Voor de demagnetisering tegelijkertijd de blauwe en rode knoppen indrukken (de blauwe knop gaat branden wanneer deze wordt ingedrukt, de groene en rode knoppen gaan tegelijk branden tijdens de cyclus).
Afb. 18
12 Na afloop van de demagnetiseringstijd ( 5, Pagina 10) de toestand van de LED's op de afstandsbediening controleren. RODE LED: BRANDT, GROENE LED: UIT!
LET OP Gevaar voor letsel door niet gespannen werkstuk als gevolg van een foutieve indicatie van het magneetsysteem. • Controleren of het werkstuk correct van de magneetspanplaat is afgespannen. Daarbij de vereiste veiligheidsmaatregelen treffen!
02.01|KEH |nl
31
Eerste inbedrijfstelling en normale werking 13 In het geval van een meerkanaals-regeleenheid met keuzeschakelaars (KEH02-S + KEH04-S) de stappen 8 tot 12 voor elk kanaal herhalen (twee met KEH02-S, vier met KEH04S). Controleren of de magnetisering en demagnetisering naar behoren is uitgevoerd voor elk kanaal en dat de toestand van de LED's is zoals in de punten 10 + 12 is aangegeven.
Afb. 19
14 De hoofdschakelaar naar "O" draaien. De regeleenheid wordt uitgeschakeld. 15 Het contactgedeelte tussen magneetspanplaat en ontladingskabel (gepantserd) moet vrij zijn van metaal en spanen en geheel en al schoon zijn. Het gedeelte moet bovendien volledig droog zijn. Als er vuil, water of spanen zijn, de verbindingselementen en de contactvlakken zorgvuldig reinigen en de mogelijke oorzaken van problemen wegnemen. 16 De ontladingskabel van de magneetspanplaat afhalen; hiervoor de buitenring naar links draaien. 17 De beschermkap weer aanbrengen om de aansluiting van de magneetspanplaat te beschermen tegen vuil, vloeistoffen, spanen etc.
WAARSCHUWING Gevaar door hangende lasten Als voor dit werk hefinrichtingen, kranen etc. moeten worden gebruikt, de vereiste veiligheidsafstanden in acht nemen! 18 Het werkstuk van de magneetspanplaat afhalen. 19 Neem a.u.b. contact op met SCHUNK als niet de verwachte resultaten worden bereikt, hoewel de boven beschreven procedure nauwkeurig is opgevolgd.
32
02.01|KEH |nl
Eerste inbedrijfstelling en normale werking
8.2 Normale werking Om een correcte magnetisering en demagnetisering te waarborgen moeten de onderstaande stappen worden opgevolgd: 1 Ga na of de magneetspanplaat niet is gemagnetiseerd; dat kan met de stalen punt van een schroevendraaier worden gedaan. AANWIJZING
Bij de levering kan er een restmagnetisering zijn, bijvoorbeeld als gevolg van het transport van de platen met hefmagneten.
WAARSCHUWING Gevaar door hangende lasten Als voor de verplaatsing van het werkstuk hefinrichtingen, kranen etc. moeten worden gebruikt, de vereiste veiligheidsafstanden in acht nemen! 2 Het werkstuk op de magneetspanplaat positioneren. 3 Het contactgedeelte tussen magneetspanplaat en ontladingskabel (gepantserd) moet vrij zijn van metaal en spanen en geheel en al schoon zijn. Het gedeelte moet bovendien volledig droog zijn. Als er vuil, water of spanen zijn, de verbindingselementen en de contactvlakken zorgvuldig reinigen en de mogelijke oorzaken van problemen wegnemen. 4 De beschermkap van de aansluiting van de magneetspanplaat verwijderen en ervoor zorgen dat deze vrij van spanen, vuil en vloeistoffen is. Anders alles verwijderen wat problemen voor de elektromechanische eigenschappen van de aansluiting kan veroorzaken.
Afb. 20
02.01|KEH |nl
33
Eerste inbedrijfstelling en normale werking
Afb. 21
5 De ontladingskabel (gepantserd) met behulp van de snelkoppeling aansluiten op de magneetspanplaat.
LET OP Gevaar door een verkeerde aansluiting. Er kunnen problemen optreden met gedeeltelijke magnetisering of demagnetisering. • De stekker van de ontladingskabel moet naar behoren op het magneetsysteem worden aangesloten. Voor een correcte verbinding moet de stekker van de regeleenheid in de aansluiting van de magneetspanplaat worden gestoken en moet de ring tot de aanslag naar rechts worden gedraaid.
Afb. 22
6 De hoofdschakelaar naar "I" draaien. De regeleenheid wordt ingeschakeld.
Afb. 23
7
34
02.01|KEH |nl
Controleren of de rode knop (= "gedemagnetiseerd") op de afstandsbediening brandt.
Eerste inbedrijfstelling en normale werking
LET OP Gevaar door verkeerde indicatie van de magnetische toestand. De regeleenheid voert een reset uit wanneer zij wordt ingeschakeld; de rode knop moet altijd branden, ook wanneer de aangesloten magneetspanplaat is gemagnetiseerd. 8 In het geval van een meerkanaals-regeleenheid met keuzeschakelaars (KEH02-S + KEH04-S) moet de schakelaar ( 6.3, Pagina 15) die bij de met de op de eenheid aangesloten magneetspanplaat behoort, worden geactiveerd. Controleer of de groene LED gaat branden, wat wil zeggen dat het kanaal is ingeschakeld.
Afb. 24
9
Magnetisering met afstandsbediening: tegelijkertijd de blauwe en groene knoppen indrukken (de blauwe knop gaat branden wanneer deze wordt ingedrukt, de groene en rode knoppen gaan tegelijk branden tijdens de cyclus).
Afb. 25
10 Na afloop van de magnetiseringstijd ( 5, Pagina 10) de toestand van de LED's op de afstandsbediening controleren. GROENE LED: BRANDT, RODE LED: UIT!
02.01|KEH |nl
35
Eerste inbedrijfstelling en normale werking
Afb. 26
11 De hoofdschakelaar naar "O" draaien. De regeleenheid wordt uitgeschakeld. 12 Het contactgedeelte tussen magneetspanplaat en ontladingskabel (gepantserd) moet vrij zijn van metaal en spanen en geheel en al schoon zijn. Het gedeelte moet bovendien volledig droog zijn. Als er vuil, water of spanen zijn, de verbindingselementen en de contactvlakken zorgvuldig reinigen en de mogelijke oorzaken van problemen wegnemen. 13 De ontladingskabel van de magneetspanplaat afhalen; hiervoor de buitenring naar links draaien. 14 De beschermkap weer aanbrengen om de aansluiting van de magneetspanplaat te beschermen tegen vuil, vloeistoffen, spanen etc. Controleren of de kap correct en tot de aanslag wordt vastgeschroefd. 15 Met de bewerking van het werkstuk beginnen. 16 Het contactgedeelte tussen magneetspanplaat en ontladingskabel (gepantserd) moet vrij zijn van metaal en spanen en geheel en al schoon zijn. Het gedeelte moet bovendien volledig droog zijn. Als er vuil, water of spanen zijn, de verbindingselementen en de contactvlakken zorgvuldig reinigen en de mogelijke oorzaken van problemen wegnemen. 17 De beschermkap van de aansluiting van de magneetspanplaat verwijderen en de stekker van de regeleenheid weer in de aansluiting van de magneetspanplaat steken.
36
02.01|KEH |nl
Eerste inbedrijfstelling en normale werking
Afb. 27
18 De hoofdschakelaar naar "I" draaien. De regeleenheid wordt ingeschakeld.
Afb. 28
19 Voor de demagnetisering tegelijkertijd de blauwe en rode knoppen indrukken (de blauwe knop gaat branden wanneer deze wordt ingedrukt, de groene en rode knoppen gaan tegelijk branden tijdens de cyclus).
Afb. 29
20 Na afloop van de demagnetiseringstijd ( 5, Pagina 10) de toestand van de LED's op de afstandsbediening controleren. RODE LED: BRANDT, GROENE LED: UIT!
02.01|KEH |nl
37
Eerste inbedrijfstelling en normale werking
LET OP Gevaar voor letsel door niet gespannen werkstuk als gevolg van een foutieve indicatie van het magneetsysteem. • Controleren of het werkstuk correct van de magneetspanplaat is afgespannen. Daarbij de vereiste veiligheidsmaatregelen treffen!
Afb. 30
21 De hoofdschakelaar naar "O" draaien. De regeleenheid wordt uitgeschakeld. 22 Het contactgedeelte tussen magneetspanplaat en ontladingskabel (gepantserd) moet vrij zijn van metaal en spanen en geheel en al schoon zijn. Het gedeelte moet bovendien volledig droog zijn. Als er vuil, water of spanen zijn, de verbindingselementen en de contactvlakken zorgvuldig reinigen en de mogelijke oorzaken van problemen wegnemen. 23 De ontladingskabel van de magneetspanplaat afhalen; hiervoor de buitenring naar links draaien. 24 De beschermkap weer aanbrengen om de aansluiting van de magneetspanplaat te beschermen tegen vuil, vloeistoffen, spanen etc. Controleren of de kap correct en tot de aanslag wordt vastgeschroefd.
WAARSCHUWING Gevaar door hangende lasten Als voor dit werk hefinrichtingen, kranen etc. moeten worden gebruikt, a.u.b. de vereiste veiligheidsafstanden in acht nemen! 25 Het werkstuk van de magneetspanplaat afhalen. 26 Neem a.u.b. contact op met SCHUNK als niet de verwachte resultaten zijn bereikt, hoewel de boven beschreven procedure nauwkeurig is opgevolgd.
38
02.01|KEH |nl
Eerste inbedrijfstelling en normale werking
ATTENTIE Schade aan de magneetspanplaat door oververhitting De regeleenheid is ontworpen voor een cyclustijd (magnetisering en demagnetisering) van minstens 3 min. om oververhitting van de magneetspanplaat te voorkomen ( 5, Pagina 10). De regeleenheid beschikt over een beveiligingssoftware om de magneetspanplaat te beschermen tegen oververhitting. Daardoor kan het systeem tijdelijk buiten bedrijf worden gesteld. Wanneer deze aanwijzingen niet in acht worden genomen, kan dat leiden tot onomkeerbare schade aan de magneetspanplaat en de garantie ongeldig maken!
02.01|KEH |nl
39
Eerste inbedrijfstelling en normale werking
8.3 Functiediagram Hieronder is de functiediagram van de regeleenheid opgenomen:
Afb. 31
40
02.01|KEH |nl
Probleemoplossing
9 Probleemoplossing Probleem
Mogelijke oorzaak
Maatregel ter verbetering
Geen (de)magnetisering
De regeleenheid is uitgeschakeld.
De hoofdschakelaar in de stand "I" (niet "O") draaien.
De aansluitkabel is niet aangesloten.
De verbinding tussen regeleenheid en magneetspanplaat controleren.
De rode LED van de afstandsbediening brandt niet.
Slechte verbinding van de afstandsbediening.
Het systeem uitschakelen, van het lichtnet halen en de verbinding tussen de afstandsbediening en de regeleenheid controleren.
Demagnetisering en magnetisering zijn omgedraaid.
Storing in de regeleenheid.
Het systeem uitschakelen, van het lichtnet halen en de Schunk-service waarschuwen. De Tijdens de (de)magnetisering Spanen aanwezig in de magneetspanplaat in grijpt de aansluitingen van de veiligheidspositie zetten, overstroombeveiliging in. regeleenheid en/of de omdat hij nog gedeeltelijk magneetspanplaat. gemagnetiseerd zou kunnen Tijdens de (de)magnetisering Water/vloeistoffen aanwezig zijn. grijpt de aardlekbeveiliging in de aansluitingen van de in. regeleenheid en/of de magneetspanplaat.
02.01|KEH |nl
41
Reparatie en onderhoud
10 Reparatie en onderhoud Wij adviseren u de toestand van de voedingskabels regelmatig te controleren en zo nodig te vervangen. De kabels niet oprollen! De aansluitkabel en de kabel van de afstandsbediening naar de regeleenheid mogen niet samen met andere kabels worden gebundeld met behulp van bindmiddelen (plakband, kabelbinders). Een uitstekend en nauwkeurig onderhoud is een beslissende factor voor de maximale veiligheid, optimale werking en prestatie en een langere levensduur van het product.
GEVAAR Het onderhoud moet altijd worden uitgevoerd door een elektromonteur. Het onderhoudspersoneel moet deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig lezen. Werkzaamheden in het inwendige van de regeleenheid mogen uitsluitend worden uitgevoerd door personeel van SCHUNK. Om een optimale beschikbaarheid en betrouwbaarheid van de regeleenheid gedurende een lange tijd te waarborgen moeten de onderdelen die worden blootgesteld aan de grootste belastingen, regelmatig worden geïnspecteerd. Houd u de aanwijzingen en de onderhoudsintervallen in de onderstaande tabel om reparaties en daaruit voortvloeiende stilstandtijden, storingen en ongemakken te voorkomen.
42
02.01|KEH |nl
Reparatie en onderhoud Werkzaamheid
Beschrijving
Frequentie Vóór elk gebruik
1x week
1 x 1 x jaar maand
Aansluiting rei- Bij uitgeschakelde regeleenheid: ● nigen de aansluiting controleren op de aanwezigheid van vuil, spanen etc. en deze zo nodig verwijderen. De aansluitkabel Controleren of de pantsering van ● van de magde aansluitkabel geen neetspanplaat beschadigingen vertoont. controleren De kabel van de Controleren of de aansluitkabel afstandsbedieni tussen afstandsbediening en ng controleren regeleenheid geen beschadigingen vertoont.
●
Het typeplaatje op de regeleenheid controleren
Controleren of het typeplaatje en ● andere plaatjes/stickers op de regeleenheid niet beschadigd of onleesbaar zijn.
Afdichtingen controleren
Alle afdichtingen in het systeem (aansluitingen, kappen, etc.) controleren.
Uitwendige reiniging
Afnemen met een vochtige doek en onmiddellijk daarna drogen met een droge doek.
●
Voedingskabel controleren
Controleren of de voedingskabel geen beschadigingen vertoont.
●
LED's controleren
De werking van alle indicatie- en waarschuwingslampjes op het systeem (regeleenheid en afstandsbediening) controleren.
●
●
02.01|KEH |nl
43
Reparatie en onderhoud Werkzaamheid
Beschrijving
Frequentie Vóór elk gebruik
De beveiligingen van de regeleenheid controleren
Met gedemagnetiseerd systeem beginnen. De ontladingskabel (gepantserd) NIET aansluiten op de magneetspanplaat. De magnetiseringscyclus starten door de groene+blauwe knoppen in te drukken. Controleren: de op de afstandsbediening aangegeven toestand mag niet veranderen!
De veiligheidsknop van de afstandsbediening controleren.
Met gedemagnetiseerd systeem beginnen. De ontladingskabel aansluiten op de magneetspanplaat en de magnetiseringscyclus alleen starten door de groene knop in te drukken. Controleren: de op de afstandsbediening aangegeven toestand mag niet veranderen!
Aardlekbeveiligi De deugdelijke werking van de ng controleren. voor het systeem geschakelde beveiliging controleren met behulp van geschikte tests.
1x week
1 x 1 x jaar maand
●
●
De test uitvoeren met de frequentie en de methodes die door de fabrikant worden aanbevolen.
Defecte elektrische en elektromechanische componenten moeten altijd worden vervangen door personeel van SCHUNK. Indien deze componenten door de exploitant worden vervangen, vervalt automatisch de garantie. Na het onderhoud en voordat de regeleenheid weer wordt aangesloten en opnieuw in bedrijf wordt gesteld, moeten alle veiligheidsinrichtingen weer worden geïnstalleerd.
44
02.01|KEH |nl
Transport en opslag
11 Transport en opslag 11.1 Transport LET OP Gevaar voor letsel en gevaar voor schade aan de regeleenheid wanneer deze tijdens het transport mocht vallen! De regeleenheid weegt meer dan 10 kg en bevat elektronische componenten. Personen kunnen gewond raken en de elektronische componenten kunnen beschadigd raken. • Het gewicht van het pakket staat vermeld op het etiket aan de buitenkant; dit moet tijdens het transport in acht worden genomen. • De voor het transport vereiste persoonlijke beschermingsmiddelen gebruiken.
11.2 Opslag Wanneer de regeleenheid voor een lange periode wordt opgeslagen, de volgende aanwijzingen in acht nemen om de deugdelijke werking tot aan de installatie te waarborgen: • Voor een goede verpakking zorgen! Aanbevolen: het product weer in zijn originele verpakking doen. • De regeleenheid en de verpakking moeten met regelmatige tussenpozen worden gecontroleerd. • De verpakking controleren op uitwendige schade en weersinvloeden.
02.01|KEH |nl
45
Verwijdering
12 Verwijdering Het product bestaat uit kunststofonderdelen, ijzeren onderdelen en elektronische componenten. Als het buiten gebruik is gesteld, moet het worden afgevoerd in overeenstemming met de hiervoor geldende voorschriften. Wanneer het einde van haar levenscyclus is bereikt, moet de regeleenheid worden ontmanteld of in een toestand worden gebracht waarin zij niet meer kan worden gebruikt voor het oorspronkelijk beoogde doel en waarin het nog mogelijk is de erin opgenomen grondstoffen te recyclen. AANWIJZING
SCHUNK GmbH & Co. KG stelt zich niet aansprakelijk voor materiële schade of ongelukken die zijn veroorzaakt door het hergebruik van afzonderlijke componenten van de regeleenheid voor andere toepassingen dan het oorspronkelijk beoogde gebruik! SCHUNK GmbH & Co. KG doet impliciet of expliciet geen uitspraken over het mogelijke gebruik van gerecyclede componenten na de ontmanteling van de regeleenheid. Werkwijze voor de ontmanteling en de uiteindelijke verwijdering van de regeleenheid:
LET OP Gevaar voor letsel. Buitenbedrijfstelling, demontage en verwijdering van de regeleenheid moeten door gekwalificeerd personeel met behulp van geschikte gereedschappen worden uitgevoerd. 1 Let erop of de gereedschapsmachine veilig tot stilstand is gekomen. Alle elektrische, hydraulische en pneumatische verbindingen loshalen die onverwachte bewegingen van de machine of zijn componenten zouden kunnen veroorzaken. 2 Het product loshalen van alle inrichtingen. De verwijdering van de regeleenheid toevertrouwen aan een bedrijf dat gespecialiseerd is in de verwijdering van elektrische apparatuur.
46
02.01|KEH |nl
Reserveonderdelen
13 Reserveonderdelen Nummer
Beschrijving
Pos. ( 4, Pagina 9)
0422467
Afstandsbediening
2
0422468
9-polige stekker
3
02.01|KEH |nl
47
Reserveonderdelen
48
02.01|KEH |nl