Installatie- en gebruikershandleiding D-I NL Vertaling van de originele Engelse handleiding

Lely L4C Lichtoplossingen

Installatie- en gebruikershandleiding D-I014.1309NL Vertaling van de originele Engelse handleiding

MET OPZET LEEG

ii

1.

HANDELSMERKEN, AUTEURSRECHT EN DISCLAIMER

D-I014.1309NL

Lely, Astronaut, Astri, Atlantis, Attis, AWS, C4C, Calm, Caltive, Commodus, Compedes, Cosmix, Discovery, F4C, Fertiliner, Gravitor, Grazeway, Hibiscus, Hubble, Juno, L4C, Lely Center, Lelywash, Lotus, Luna, Nautilus, Orbiter, Quaress, Qwes, SAE, Shuttle, Splendimo, Storm, T4C, Tigo, Vector, Viseo, Voyager, Walkway en Welger zijn geregistreerde handelsmerken van de Lely Groep. Het recht van exclusief gebruik berust bij de bedrijven van de Lely Groep. Alle rechten voorbehouden De informatie in deze publicatie is uitsluitend bedoeld voor informatiedoeleinden en dient niet als verkoopofferte. Sommige producten zijn niet in alle landen verkrijgbaar. Aangeboden producten kunnen afwijken van de afbeeldingen. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd of openbaar worden gemaakt, hetzij door middel van druk, fotokopie, microfilm of enig ander proces zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Lely Holding N.V, Hoewel de inhoud van deze uitgave met de grootst mogelijke zorgvuldigheid is samengesteld, is Lely niet aansprakelijk voor enige schade die zou kunnen ontstaan door fouten of hiaten in deze uitgave. De Engelstalige handleiding is de originele handleiding. Voor de vertalingen in andere talen wordt de Engelstalige handleiding als brondocument gebruikt. Lely aanvaardt geen aansprakelijkheid voor verschillen tussen de originele Engelstalige handleiding en de versies in andere talen. Als er een geschil bestaat over de inhoud en nauwkeurigheid van enige vertaalde handleiding, vormt de Engelstalige handleiding het gezaghebbende document. Copyright © 2013 Lely Industries N.V. Alle rechten voorbehouden Lely Industries N.V. Weverskade 110 3147 PA Maassluis the Netherlands Telefoon: +31 (0)10 5996333 Fax: +31 (0)10 5996403 Website: www.lely.com

Handelsmerken, auteursrecht en disclaimer

1-1

D-I014.1309NL

MET OPZET LEEG

1-2

Handelsmerken, auteursrecht en disclaimer

GARANTIEBEPERKINGEN Uitgesloten van deze garantie zijn kosten of uitgaven ten gevolge van: •

•

• • • • •

Verkeerd gebruik van de apparatuur, niet volgens de specificaties in de Bedieningshandleiding of behandeld tijdens het Operators Service and Maintenance Certification program De gevolgen van enige tussenkomst door monteurs anders dan Lely servicemonteurs of monteurs die de goedkeuring van Lely hebben voor het verrichten van bepaalde handelingen. Incidenten zoals bevriezing, ijs, vuur, overstroming, inundatie of enige andere vorm van extreme wateroverlast, bliksem. Defect van het elektrisch systeem of aarding. Gebruik van perslucht die niet voldoet aan de kwaliteitsnormen van Lely Industries. Schade aan het elektrisch systeem ten gevolge van ongedierte en dergelijke. Voor GEBRUIKERS die het Operators Maintenance and Service Certification program gevolgd hebben: Schade ten gevolge van verkeerd gebruik van de apparatuur, niet volgens de specificaties in de Technische Trainingshandleiding, wordt niet gedekt door de garantiebepalingen.

D-I014.1309NL

De garantie is niet van toepassing op gevolgschade die geen betrekking heeft op de machine zelf. Alle systemen zijn getest. In het geval van storingen kan Lely echter niet verantwoordelijk worden gesteld voor gevolgschade.

Garantiebeperkingen

1

D-I014.1309NL

MET OPZET LEEG

2

Garantiebeperkingen

LIJST MET WIJZIGINGEN Nr.:

Datum van Hoofdstuk(k Opmerkingen uitgave en) (jj/mm)

2

13/09

Voorwoord

Softwareversie gewijzigd

3

Geïntegreerde led-armatuur toegevoegd

4

Beschrijving lichtarmatuur gewijzigd Beschrijving schakelunit gewijzigd Beschrijving L4C-netwerk gewijzigd Geïntegreerde led-armatuur toegevoegd

5

Aansluitingsprocedures gewijzigd Configuratieprocedures gewijzigd

6

Handmatige bedieningsprocedure gewijzigd

D-I014.1309NL

Bekijk de gewijzigde procedures

1

11/01

09/06

Lijst met wijzigingen

7

Controle levensduurinformatie toegevoegd

8

Procedure voor softwareupdate gewijzigd

3

Tekstcorrecties

4

Tekstcorrecties en toevoegingen

5

Herschreven en opnieuw gestructureerd

6

Herschreven en opnieuw gestructureerd

7

Tekstcorrecties en toevoegingen

8

Toevoegingen

9

Toevoegingen Eerste uitgave

1

D-I014.1309NL

MET OPZET LEEG

2

Lijst met wijzigingen

VOORWOORD Inhoud handleiding Deze handleiding bevat de noodzakelijke informatie om de L4C te installeren en om ermee te kunnen werken. Bestudeer deze informatie zorgvuldig en zorg ervoor dat u alles begrijpt voordat u de L4C installeert. Als u dit niet doet, kan dit resulteren in verwondingen of schade aan de apparaten. Neem contact op met de plaatselijke Lely servicepartner indien de informatie voor u niet duidelijk is of indien u aanvullende informatie wenst. Alle informatie in deze handleiding is met zorg samengesteld. Lely kan niet aansprakelijk worden gesteld voor fouten of problemen in deze handleiding. De aanbevelingen dienen als richtlijnen. Alle instructies, afbeeldingen en bijzonderheden in deze handleiding zijn samengesteld op basis van de meest recente informatie beschikbaar op het moment van publicatie. Uw L4C systeem heeft mogelijk verbeteringen, functies of mogelijkheden die niet worden behandeld in deze handleiding.

Toepasbaarheid

D-I014.1309NL

De tabel toont het type nummers van de L4C waarop de handleiding van toepassing is en de sofwareversie waarop deze is gebaseerd. Modelaanduiding Model

Typenummer

Lely L4C Lichtoplossingen

9.1187.0816.6 (besturingsunit)

Softwareversie De beschrijving, bediening en procedures in deze handleiding zijn gebaseerd op de softwareversie 2,01 W

Registratie De type- en serienummerplaat is bevestigd aan de zijkant van de L4C besturingsunit. Geef altijd het type- en serienummer van uw L4C als u contact opneemt met uw plaatselijke Lely servicepartner of bij het bestellen van onderdelen. We stellen voor dat u onderstaande tabel aanvult met de type- en serienummers van uw L4C. Op die manier heeft u de informatie altijd bij de hand. Typenummer Serienummer

Contactnummer plaatselijke servicepartner

Voorwoord

1

Wij raden u aan om het telefoonnummer en e-mailadres van uw plaatselijke servicepartner in de tabel hieronder te noteren. Zo kunt u gemakkelijk de juiste informatie vinden. Telefoonnummer

D-I014.1309NL

E-mailadres

2

Voorwoord

Inhoudsopgave 1.

Handelsmerken, auteursrecht en disclaimer................................................................................... 1-1

2.

Inleiding...............................................................................................................................................2-1

3.

Veiligheid.............................................................................................................................................3-1

D-I014.1309NL

4.

5.

3.1

Inleiding....................................................................................................................................3-1

3.2

Waarschuwingstermen.............................................................................................................3-1

3.3

Veiligheidsinstructies................................................................................................................3-1 Algemene Veiligheid................................................................................................................ 3-2

3.3.2

Elektrische veiligheid............................................................................................................... 3-2

3.3.3

Veiligheid van de installatie......................................................................................................3-3

3.3.4

Bedieningsveiligheid................................................................................................................ 3-3

3.3.5

Onderhoudsveiligheid.............................................................................................................. 3-3

Specificaties........................................................................................................................................4-1 4.1

Lichtarmatuur........................................................................................................................... 4-1

4.2

Schakelunit...............................................................................................................................4-2

4.3

Lichtsensor...............................................................................................................................4-2

4.4

Besturingsunit.......................................................................................................................... 4-2

4.5

L4C-netwerk.............................................................................................................................4-3

Beschrijving en bediening.................................................................................................................5-1 5.1

6.

3.3.1

Beschrijving onderdeel.............................................................................................................5-1 5.1.1

Lichtarmatuur........................................................................................................................... 5-1

5.1.2

Schakelunit.............................................................................................................................. 5-2

5.1.3

Lichtsensor...............................................................................................................................5-3

5.1.4

L4C-besturingsunit...................................................................................................................5-4

5.1.5

L4C-netwerk.............................................................................................................................5-5

5.2

Lichtarmaturen in clusters........................................................................................................ 5-6

5.3

Gebruikersinterface..................................................................................................................5-8

5.4

Bediening................................................................................................................................. 5-9 5.4.1

Automatische bediening...........................................................................................................5-9

5.4.2

Handmatige bediening........................................................................................................... 5-11

Installatie.............................................................................................................................................6-1 6.1

Inleiding....................................................................................................................................6-1

6.2

Voorbereiding...........................................................................................................................6-1 6.2.1

Voorbereiding door de eigenaar.............................................................................................. 6-1

6.2.2

Lijst van bijgeleverde onderdelen............................................................................................ 6-2

6.2.3

Voorbereiding door de Lely servicepartner.............................................................................. 6-3

Inhoudsopgave

iii

6.3

6.4

8.

9.

iv

6.3.1

Installeer de L4C-onderdelen...................................................................................................6-3

6.3.2

Verbind een geïntegreerde led-armatuur met een schakelunit................................................6-6

6.3.3

Verbind een daglichtarmatuur met een schakelunit.................................................................6-6

6.3.4

Verbind een nachtlichtarmatuur met een schakelunit.............................................................. 6-7

6.3.5

Verbind een nachtlichtarmatuur met een andere nachtlichtarmatuur...................................... 6-8

6.3.6

Verbind een schakelunit met de stroomvoorziening en het netwerk........................................6-9

6.3.7

Sluit de besturingsunit aan.......................................................................................................6-9

6.3.8

Aansluiten van een lichtsensor.............................................................................................. 6-10

6.3.9

Het L4C-netwerk instellen......................................................................................................6-12

De besturingsunit configureren.............................................................................................. 6-12 6.4.1

Stel algemene instelling van de besturingsunit in.................................................................. 6-13

6.4.2

Voeg L4C als apparaat toe in T4C.........................................................................................6-13

6.4.3

Toevoegen van een cluster lichtarmaturen............................................................................6-14

6.4.4

Een cluster lichtarmaturen configureren................................................................................ 6-14

6.4.5

Stel de start- en eindtijden van de lichtperiode van een cluster in.........................................6-15

6.4.6

Stel de schakelwaarden van een cluster lichtarmaturen in....................................................6-15

6.4.7

Toevoegen van een lichtarmatuur aan een cluster................................................................6-17

6.4.8

Stel de eigenschappen van een lichtarmatuur in................................................................... 6-18

Bedieningsinstructies........................................................................................................................ 7-1 7.1

Inleiding....................................................................................................................................7-1

7.2

Automatische bediening van de lichtarmaturen....................................................................... 7-1

7.3

Handmatige bediening van de lichtarmaturen..........................................................................7-1

7.4

Open de gebruikersinterface....................................................................................................7-1

7.5

Bekijk de status van een cluster lichtarmaturen.......................................................................7-2

7.6

Bekijk de status van een lichtarmatuur.................................................................................... 7-2

7.7

Bekijk de gebeurtenissengeschiedenis van de L4C.................................................................7-2

Onderhoud.......................................................................................................................................... 8-1 8.1

Inspectie en reiniging van een lichtarmatuur............................................................................8-1

8.2

Controleer de informatie van de levensduurtellers op de armaturen....................................... 8-1

8.3

Vervangen van een lamp......................................................................................................... 8-1

8.4

Het vervangen van een schakelunit......................................................................................... 8-3

Test en aanpassing............................................................................................................................ 9-1 9.1

Test een lichtarmatuur............................................................................................................. 9-1

9.2

Test een cluster lichtarmaturen................................................................................................9-1

9.3

Verwijder een cluster lichtarmaturen van de configuratie........................................................ 9-1

9.4

Verwijder een lichtarmatuur van het cluster............................................................................. 9-2

9.5

Pas de zomer- of wintertijd instellingen aan.............................................................................9-2

9.6

Maak een back-up van de lichtconfiguratie..............................................................................9-2

Inhoudsopgave

D-I014.1309NL

7.

Installatie.................................................................................................................................. 6-3

10.

11.

9.7

Plan een back-uptaak.............................................................................................................. 9-2

9.8

De lichtconfiguratie herstellen.................................................................................................. 9-3

9.9

Verander het adres van een lichtarmatuur...............................................................................9-3

9.10

Software updaten..................................................................................................................... 9-3

Storingen opsporen en verhelpen.................................................................................................. 10-1 10.1

Schakelunit.............................................................................................................................10-1

10.2

Lichtarmatuur......................................................................................................................... 10-1

10.3

Besturingsunit........................................................................................................................ 10-2

Schema's...........................................................................................................................................11-1 11.1

12.

Installatieschema van de lichtarmatuur..................................................................................11-1

Reserveonderdelen.......................................................................................................................... 12-1 Glossarium

D-I014.1309NL

Index

Inhoudsopgave

v

D-I014.1309NL

MET OPZET LEEG

vi

Inhoudsopgave

2.

INLEIDING

De Lely L4C Lichtoplossingen (Licht voor koeien) is een verlichtingsysteem voor koeienstallen. Passende verlichting in stallen zorgt voor optimale prestaties van de koeien. Met de installatie van de L4C is het mogelijk optimale verlichtingscondities te krijgen die onafhankelijk zijn van omgevingsfactoren.

D-I014.1309NL

Het systeem heeft (een) lichtsensor(en), verlichtingsarmaturen (inclusief schakelunits) en een programmeerbare besturingsunit. De besturingsunit kan worden geïntegreerd in het T4C Bedrijfsmanagement Netwerk.

Inleiding

2-1

D-I014.1309NL

MET OPZET LEEG

2-2

Inleiding

3. 3.1

VEILIGHEID

Inleiding Het symbool veiligheidswaarschuwing geeft belangrijke veiligheidsmeldingen aan op uw L4C Lichtoplossingen en in de handleiding. Let op als u dit symbool ziet: er bestaat een kans op persoonlijk letsel of dood. Volg de aanwijzingen van de veiligheidsmelding op.

Symbool veiligheidswaarschuwing

3.2

Waarschuwingstermen

D-I014.1309NL

Let op het gebruik van de signaalwoorden GEVAAR, WAARSCHUWING en LET OP bij de veiligheidsinformatie. Voor de waarschuwingsmeldingen gelden de volgende richtlijnen:

Geeft een dreigende gevaarlijke situatie aan die, indien deze niet wordt voorkomen, zal leiden tot de dood of ernstig letsel. Geeft een potentieel gevaarlijke situatie aan die, indien deze niet wordt voorkomen, ernstig of dodelijk letsel tot gevolg kan hebben; hierbij zijn gevaren inbegrepen die ontstaan wanneer beveiligingen worden verwijderd. Geeft een potentieel gevaarlijke situatie aan die, indien deze niet wordt voorkomen, kleine of grotere verwondingen of beschadiging van apparatuur of de omgeving tot gevolg kan hebben. Dit geeft extra informatie aan ten behoeve van de lezer.

3.3

Veiligheidsinstructies U bent zelf verantwoordelijk voor een VEILIG gebruik en onderhoud van uw L4C. U moet ervoor zorgen dat u en anderen die de apparatuur bedienen, onderhouden of in de omgeving van de L4Cwerken op de hoogte zijn van alle VEILIGHEIDsinformatie in deze handleiding. U speelt de belangrijkste rol inzake veiligheid. Goede veiligheidsprocedures beschermen u en uw collega's. Zorg dat deze procedures deel uitmaken van uw veiligheidsprogramma. Zorg dat IEDEREEN die de L4C bedient of

Veiligheid

3-1

onderhoudt zich aan de veiligheidsadviezen houdt. Negeer de goede veiligheidsprocedures om ernstige verwondingen en dood te voorkomen, niet. •

• • •

•

Algemene Veiligheid •

Zorg dat u de handleiding en de veiligheidsaanwijzingen gelezen en begrepen hebt voordat u de stroomvoorziening aansluit voor het bedienen, onderhouden of aanpassen van de L4C

•

Alleen getrainde personen mogen de L4C bedienen Een EHBO-kit moet vlakbij de L4C beschikbaar zijn. Bewaar op een zeer zichtbare plaats Een brandblusser met koolstofdioxide of schuim moet vlakbij de L4C beschikbaar zijn. Bewaar op een zeer zichtbare plaats Installeer alle beschermende afdekplaten voordat u de L4C bedient Draag de juiste beschermende kleding en uitrusting Schakel de stroomvoorziening uit en isoleer deze, voordat u de L4C reinigt of onderhoud gaat uitvoeren Ken het noodnummer van het medische centrum in uw regio Als u vragen hebt, neem contact op met uw dichtstbijzijnde Lely servicepartner. Neem regelmatig (jaarlijks) alle veiligheidsgerelateerde items door met alle gebruikers.

• • • • • • • •

3.3.2

Elektrische veiligheid • •

• •

3-2

Alleen een bevoegd monteur mag de stroomvoorziening van de L4C installeren Controleer of de elektrische aarding van het elektrische systeem en alle onderdelen van de L4C aan de plaatselijke regels en voorschriften voldoen Vervang beschadigde elektrische draden, buizen, schakelaars en componenten onmiddellijk Isoleer de stroomvoorziening van het systeem bij de hoofdelektriciteitsvoorziening voordat u het paneel van het elektrische systeem opent om aan de L4C-besturingsunit te werken.

Veiligheid

D-I014.1309NL

3.3.1

L4C eigenaars moeten de gebruikers trainen voordat de L4C in gebruik wordt genomen. Deze training moet ten minste één keer per jaar worden herhaald. De gebruiker moet alle veiligheids- en gebruikersinstructies in de handleiding lezen en begrijpen Iemand die de veiligheids- en gebruikersinstructies niet heeft gelezen en begrepen, mag de L4C niet bedienen. Modificeer de apparatuur op geen enkele wijze. Ongeautoriseerde modificatie kan de werking en/of veiligheid aantasten, en kan de levensduur van de apparatuur en het leven van personen beïnvloeden Gebruik alleen goedgekeurde reserveonderdelen.

3.3.3

Veiligheid van de installatie • • • • •

3.3.4

Bedieningsveiligheid •

• •

D-I014.1309NL

• • • •

3.3.5

Zorg ervoor dat u de toepasselijke handleiding en de veiligheidsaanwijzingen gelezen en begrepen hebt voordat u de stroomvoorziening aansluit voor het bedienen of onderhouden van de L4C Alleen getrainde personen mogen de L4C bedienen Schakel de stroomvoorziening uit en isoleer deze, voordat u de L4C reinigt of onderhoud gaat uitvoeren Installeer alle afdekplaten voordat u de L4C bedient Houd alle ongeautoriseerde personen te allen tijde uit de buurt van de L4C Als u vragen hebt, neem contact op met uw dichtstbijzijnde Lely servicepartner. Neem regelmatig (jaarlijks) alle veiligheidsgerelateerde items door met alle gebruikers.

Onderhoudsveiligheid •

• • • • •

Veiligheid

Lees en begrijp de instructies in deze handleiding Blokkeer altijd het koeverkeer naar de ruimte waar delen van de L4C worden geïnstalleerd voordat u de installatie doet Zorg dat de L4C correct in de stal worden geplaatst Zorg dat de stroomvoorziening correct is voordat u hem aansluit op de L4C Alleen een bevoegd monteur mag de stroomvoorziening van de L4C installeren.

Zorg ervoor dat u de toepasselijke handleiding en de veiligheidsaanwijzingen gelezen en begrepen hebt voordat u de stroomvoorziening aansluit voor het bedienen of onderhouden van de L4C Alleen getrainde personen mogen de L4C onderhouden Schakel de stroomvoorziening uit en isoleer deze van het systeem voordat u werk gaat uitvoeren aan de L4C Gebruik steeds een goede ladder tijdens het onderhoud van de L4C Blokkeer altijd het koeverkeer naar de ruimte waar u onderhoud aan de L4C uitvoert Zorg ervoor dat alle afdekplaten worden geïnstalleerd als het onderhoudswerk is afgerond.

3-3

D-I014.1309NL

MET OPZET LEEG

3-4

Veiligheid

4. 4.1

SPECIFICATIES

Lichtarmatuur Type lichtarmatuur • •

AL2007 of Geïntegreerde led

Type lamp • •

HPS (Hogedruknatrium, geel licht, 250 W of 400 W) MH (Metaal halide, wit licht, 250 W of 400 W)

Led-verlichting (alleen geïntegreerde led-armatuur) • • •

Kleur: rood Aantal: 6 stuks Spanning: 6 x 3 W

Afmetingen

D-I014.1309NL

• • •

Lengte: 55,5 cm Breedte: 32 cm Hoogte: 17,8 cm

Gewicht • • •

AL250W: 13,3 kg AL400W: 14,4 kg AL400W met geïntegreerde led-verlichting: 14,6 kg

Elektrische kenmerken • •

Voltage: 230 V (50 Hz) * Stroom: • • •

AL250W: 1,3 A AL400W: 2,3 A Led: < 0,2 A

Overige • •

Het maximum aantal lichtarmaturen per fase: 8 (max. 16 A) Beschermingsniveau: • •

AL2007: IP54 Geïntegreerde led: IP64

*) Andere voltages en frequenties beschikbaar.

Specificaties

4-1

4.2

Schakelunit Afmetingen • • •

Lengte: 15 cm Breedte: 11 cm Hoogte: 7,5 cm

Elektrische kenmerken • • • •

Voltage: 210 - 240 V (50/60 Hz) Wattage: 1,5 W Schakelvermogen: 400 W Maximum geleidingsstroom: • •

Hoofdlicht: 16 A Nachtlicht: 4 A

Netwerk • •

L4C-netwerk (AP-bus) Netwerkverbinding: RJ-45

• •

4.3

D-I014.1309NL

Overige Zekering: glas ø5 × 20 8A T Beschermingsniveau: IP65

Lichtsensor Afmetingen • • •

Lengte: 8 cm Breedte: 7,5 cm Hoogte: 5,5 cm

Overige • •

4.4

Netwerkverbinding: RJ-45 Beschermingsniveau: IP65

Besturingsunit Afmetingen • • •

4-2

Lengte: 22 cm Breedte: 16 cm Hoogte: 10,8 cm

Specificaties

Elektrische kenmerken • •

Voltage: 100 - 240 V (50/60 Hz) Stroom: 0,7 A

Netwerk • •

L4C-netwerk (AP-bus) Netwerkverbinding: • •

L4C-netwerk: 2× RJ-45 T4C-netwerk: 1× RJ-45

Overige • •

4.5

Maximum 500 lichtarmaturen Beschermingsniveau: IP 65

L4C-netwerk Afmetingen Lengte: 1000 m

D-I014.1309NL

•

Specificaties

4-3

D-I014.1309NL

MET OPZET LEEG

4-4

Specificaties

5. 5.1

BESCHRIJVING EN BEDIENING

Beschrijving onderdeel De onderdelen van de L4C zijn: • • • • •

5.1.1

Lichtarmatuur Schakelunit Lichtsensor Besturingsunit Gebruikersinterface.

Lichtarmatuur De lichtarmatuur heeft een aluminium behuizing verdeeld in twee compartimenten: • •

Elektronicacompartiment. Lampcompartiment.

D-I014.1309NL

Beide compartimenten hebben afneembare eindstoppen. Het lampcompartiment heeft een glazen beveiligingsafdekking met een lucht- en waterdichte afdichting (IP54 of IP64). Het lampcompartiment is omgeven door reflectieplaten voor een gelijkmatige lichtverdeling. De lichtarmatuur wordt geleverd met een gemonteerde stroomkabel met vier draden van 1,5 m die wordt aangesloten op de schakelunit. Geïntegreerde led-verlichting (optioneel) De lichtarmatuur is optioneel verkrijgbaar met geïntegreerde led-lampen voor nachtverlichting. Zes led-lampen produceren een eenkleurig rood licht dat de koeien niet stoort bij het slapen. De melkveehouder kan dus 's nachts in de stal werken zonder de koeien te storen. Wanneer de geïntegreerde LED-armatuur wordt gebruikt, is er geen behoefte om aparte armaturen en schakelunits voor nachtverlichting te installeren. Dankzij de lange levensduur van de led-verlichting en de waterbestendige installatie van de led-verlichting in de lichtarmatuur, kunnen de led-lampen en de glazen veiligheidsafdekking niet worden verwisseld. Om schade aan de led-verlichting te voorkomen, moet de armatuur afkoelen voordat de led-verlichting wordt aangeschakeld. De led-verlichting kan aangeschakeld worden 10 minuten nadat de belangrijkste daglichtbron is uitgeschakeld. Het systeem heeft 10 minuten vertraging waardoor de ledverlichting niet wordt aangeschakeld 10 minuten nadat de belangrijkste daglichtbron in de armatuur is uitgeschakeld.

Beschrijving en bediening

5-1

D-I014.1309NL

Figuur 1. AL2007 lichtarmatuur met HPS- of MH-lampen en steunen

Figuur 2. Geïntegreerde led-armatuur (optioneel) TOETS: 1. Geïntegreerde led-verlichting

5.1.2

Schakelunit Functie Een schakelunit (pagina 6‑6) schakelt 'Aan' of 'Uit' de stroomtoevoer naar: • •

5-2

Een hoofdlichtarmatuur of geïntegreerde LED-armatuur. Een reeks nachtlichtarmaturen (tot 400 W).


Bediening Een schakelunit wordt individueel bediend door de besturingsunit via het L4C-netwerk. Elke schakelunit heeft daarom een uniek identificatienummer. Constructie De schakelunit is een grijze plastic behuizing met een verwijderbaar deksel. Het identificatielabel wordt op de zijkant van de kast bevestigd. De netwerken stroomtoevoerkabels komen de unit binnen door vijf pakkingsmoeren op de zijkanten van de schakelunit: grijze pakkingsmoeren voor de netwerkaansluitingen en zwarte pakkingsmoeren voor de stroomtoevoeraansluitingen. Verbindingen De printplaat van de schakelunit heeft: • • • • •

D-I014.1309NL

• • •

2× RJ-45 aansluitingen, onderling verbonden voor het L4C-netwerk 1 x Hoge stroomtoevoeruitgang lamp – N (blauw) 1 x Hoge stroomtoevoeruitgang lamp – fase (grijs) 1 x Lage stroomtoevoeruitgang led-licht (Geïntegreerde LED-armatuur) – N (blauw) 1 x Lage stroomtoevoeruitgang led-licht (Geïntegreerde LED-armatuur) – Fase (grijs) 2 x Ingang/uitgang stroomtoevoer– N (blauw), gekoppeld 2 x Ingang/uitgang stroomtoevoer – Fase (grijs), gekoppeld 3 x aardaansluitingen van de stroomtoevoer (groen), gekoppeld.

Installatie De schakelunit kan worden geïnstalleerd op een balk, hangende constructie of steunbalk met voldoende sterkte. Overige De printplaat van de schakelunit heeft een zekering.

5.1.3

Lichtsensor Functie De lichtsensor meet de lichtintensiteit. Constructie Het kastje van de lichtsensor is een grijze plastic behuizing met de lichtgevoelige cel in het deksel. De cel kan (gedeeltelijk) worden afgedekt met een schijf om de gevoeligheid van de lichtsensor aan te passen. Op de zijkant van het kastje is een wartelmoer bevestigd. Verbindingen De lichtsensor is verbonden met het L4C-netwerk en heeft een uniek identificatienummer. Installatie Er worden tot drie lichtsensoren buiten de stal geïnstalleerd aan de schaduwkant. In de noordelijke hemisfeer is de schaduwkant de noordelijke zijde, in de zuidelijke hemisfeer is dat de zuidelijke kant.


5-3

Figuur 3. Lichtsensor (buitenzijde) TOETS: 1. Lichtsensor - 2. Gevoeligheid verstelschijf - 3. Identificatielabel - 4. Wartelmoer

L4C-besturingsunit Functie De besturingsunit bestuurt de schakelunit en de lichtarmaturen via het L4Cnetwerk. Een besturingsunit kan maximaal 500 lichtarmaturen besturen, onderverdeeld in maximaal 20 clusters. Het maximum aantal lichtarmaturen per cluster is 50. Constructie Het kastje van de L4C-besturingsunit is een grijze plastic behuizing. De netwerkkabels en stroomtoevoerkabel komen de unit binnen via de pakkingsmoeren. Bediening De L4C-besturingsunit is via een netwerkkabel aangesloten op de pc. De pc is de gebruikersinterface and wordt gebruikt voor de configuratie van de besturingsunit. Knoppen, bediening en indicatoren Op het voorpaneel (pagina 5‑5) van de Besturingsunit staan: •

Status-led's: • • •

•

•

5-4

Rode led voor het aangeven van visueel alarm Gele led om handmatige bediening aan te geven Groene led om aan te geven dat het systeem in bedrijf is.

Drie schakelaars voor handmatige bediening om de aangesloten clusters op 'Aan' of 'Uit' te zetten of om de automatische besturing aan te schakelen. Resetknop, om een alarm uit te zetten.


D-I014.1309NL

5.1.4

Verbindingen De printplaat (pagina 6‑10) van de besturingsunit heeft de volgende in- en uitgangen: • •

D-I014.1309NL

• •

Stroomtoevoeringang Twee RJ-45 aansluitingen om de lichtarmaturen en lichtsensoren via het L4C-netwerk te bedienen Een RJ-45 aansluiting naar de pc via een ethernet-netwerk Aansluitingen op het voorpaneel.

Figuur 4. Voorpaneel van de besturingsunit (buitenzijde) TOETS: 1. Uitgang visueel alarm (rood) - 2. Handmatige bedieningsindicator (geel) - 3. Bedienings uitgang (groen) - 4. Handmatige schakelaar (schakelaar 1,2,3 van links naar rechts) - 5. Resetknop

5.1.5

L4C-netwerk Het L4C-netwerk is geen fysiek ethernet-netwerk. De schakelunits en lichtsensor(en) zijn allemaal verbonden met de besturingsunit van het L4C-netwerk. Het L4C-netwerk is een AP-busnetwerk dat niet kan worden verbonden met een standaard ethernet-netwerk De maximum lengte van de netwerkkabels is 1000 m.


5-5

5.2

Lichtarmaturen in clusters Lichtarmaturen worden verzameld in een cluster om de secties van de stal individueel te verlichten. • • • • • • • • • • •

Naam, voor de naam van het cluster, bijvoorbeeld de naam van een sectie van de stal (vb. 'Koeien melken'). Start hoofdlichtperiode, de starttijd van de daglichtperiode voor het cluster (pagina 5‑9). Einde hoofdlichtperiode, de eindtijd van de daglichtperiode voor het cluster. Start nachtlichtperiode, de starttijd van de nachtlichtperiode (ledverlichting, geïntegreerde LED-armatuur) voor het cluster. Einde nachtlichtperiode, de eindtijd van de nachtlichtperiode (ledverlichting, geïntegreerde LED-armatuur) voor het cluster. Lichtsensor-ingang, het identificatienummer van de toegewezen lichtsensor. Schakelwaarde lichtsensor laag, het lichtniveau voor het inschakelen van de lichtarmaturen van het cluster (standaard 80). Schakelwaarde lichtsensor hoog, het lichtniveau voor het uitschakelen van de lichtarmaturen van het cluster (standaard 100). Huidige waarde van de lichtsensor, de huidige uitvoer van de lichtsensor. Handmatige invoer hoofdlicht, de toegewezen handmatige schakelaar voor het hoofdlicht. Handmatige invoer nachtlicht, de toegewezen handmatige schakelaar voor het nachtlicht.

Als de geïntegreerde led-armaturen worden gebruikt, zorg dat het vakje ''LED-armatuur is aangevinkt in het ''Gegevens' scherm voor deze armaturen. Een lichtarmatuur wordt toegewezen aan een cluster. Een cluster wordt toegewezen aan een lichtsensor en aan één van de drie schakelaars voor handmatige bediening. Een lichtarmatuur kan toegewezen worden aan slechts één cluster en een cluster kan toegewezen worden aan slechts één lichtsensor en slechts één schakelaar voor handmatige bediening. De lichtsensor en schakelaars voor handmatige bediening kunnen aan meerdere clusters worden toegewezen.

5-6


D-I014.1309NL

Elk cluster heeft de volgende eigenschappen:

Het configuratievoorbeeld heeft: • • • •

Een pc (pagina 5‑7) (1). Een L4C-besturingsunit (3) die met een netwerkkabel (2) op de pc is aangesloten. Een L4C-netwerk (9) met twee vertakkingen. Drie clusters: • •

• •

De laatste schakelunit in de lage vertakking heeft een afsluitweerstand (5). Het laatste component in de bovenste vertakking, de lichtsensor (13) heeft ook een afsluitweerstand (14).

D-I014.1309NL

•

Cluster A (groen) met vijf schakelunits (6), 4 hoofdlichtarmaturen (4) en 4 aparte nachtlichtarmaturen aangesloten op een schakelunit (7). Cluster B (oranje) met drie schakelunits (10) en drie hoofdlichtarmaturen (bijvoorbeeld om de sectie droogzetten koeien van de stal te verlichten). Cluster C (paars) met tien schakelunits (11) en tien geïntegreerde ledarmaturen (12).

Figuur 5. Configuratievoorbeeld met 3 clusters TOETS: 1. PC - 2. Netwerkkabel - 3. L4C-besturingsunit - 4 hoofdlichtarmaturen - 5. Schakelunit met afsluitweerstand - 6. Schakelunit cluster A met een hoofdlichtarmatuur- 7. Schakelunit cluster A met 4 aparte nachtlichtarmaturen - 8. Elektriciteitsnet - 9. T4C-netwerklijn - 10. Schakelunit cluster B met een hoofdlichtarmatuur- 11 schakelunit cluster C met een geïntegreerde LED-armatuur - 12 geïntegreerde LED-armatuur - 13 Lichtsensor - 14. Afsluitweerstand (in lichtsensor)


5-7

5.3

Gebruikersinterface De L4C-besturingsunit is aangeslaten op een pc met een webbrowser (bijvoorbeeld Microsoft Internet Explorer). De gebruikersinterface wordt gebruikt om: • • • • • • • • • • •

Stel de algemene configuratie in (datum, tijd, taal). Wijs een lichtarmatuur toe aan een cluster. Wijs een een cluster toe aan een lichtsensor. Wijs een cluster aan één van de drie schakelaars voor handmatige bediening toe. Identificeer een armatuur als geïntegreerde LED-armatuur. Stel de start- en eindtijden van de lichtperiode van een cluster in. Stel de niveaus van de hoge en lage schakelwaarden van de lichtsensor in. Bekijk de status van de lichtarmaturen weer. Test de lichtarmaturen. Bekijk de gebeurtenissenhistorie. Controleer de levensduur van de lamp.

De gebruikersinterface (pagina 5‑9) is onderverdeeld in drie zones: Zone 1 (navigatiemenu) Zone 2 (inhoud) Zone 3 (knoppen)

D-I014.1309NL

• • •

Zone (1) De linkerkant van het scherm heeft vier knoppen: • •

•

Knop [Status], toont de status van de clusters en de lichtarmaturen. Knop [Evenementhistorie], om de L4C gebeurtenissen weer te geven (bijvoorbeeld fouten en resets).Knop [Instellen verlichting], om de configuratie van de clusters, lichtarmaturen, lichtsensoren en schakelaars voor handmatige bediening, weer te geven en te bewerken. Knop [Algemene instellingen], om de configuratie van de besturingsunit (netwerkparameters, taal, datum en tijd) weer te geven en te bewerken.

Deze vier knoppen staan altijd op het scherm. Zone (2) Als een van de knoppen in zone (1) is ingeduwd, wordt de informatie in een tabel of lijst weergegeven in zone (2). Gegevens worden gewijzigd door: • •

5-8

Bewerken van een gegevensinvoer-veld Selecteer een opdrachtknop om een nieuw venster met meer gegevens, die kunnen worden gewijzigd, weer te geven.


Zone (3) Tabellen en lijsten hebben knoppen om voor informatie te zorgen, bijvoorbeeld:

D-I014.1309NL

• • • •

Knop [Terug], terugkeren naar het vorige scherm. Knop [Toevoegen], een cluster of lichtarmatuur toevoegen. Knop [Opslaan], de wijzigingen op het scherm opslaan. Knop [Verwijderen], het geselecteerde cluster of lichtarmatuur verwijderen.

Figuur 6. Zones van de gebruikersinterface (scherm met Engelse taal als voorbeeld)

5.4

Bediening

5.4.1

Automatische bediening De volgende uitleg is voor het grootste deel van toepassing op configuratie met alleen daglichtarmaturen. 'Fase 5' geeft een extra beschrijving van het gebruik van geïntegreerde led-armaturen of nachtlichtarmaturen voor nachtverlichting. Bij de automatische bedieningsmodus worden de verbonden lichtarmaturen in- of uitgeschakeld. Afhankelijk van het licht buiten de stal, gemeten door de lichtsensor, en de instellingen die in de software zijn gedaan. Een cluster van daglichtarmaturen is 'Aan' als: • •


De eigenlijke tijd tussen de start- en eindtijden van de daglichtperiode (schakelblok) (2), en: Het buitenlicht is minder dan de hogeschakelwaarde (8) 's morgens of minder dan de lageschakelwaarde (6) 's avonds.

5-9

Er zijn bijgevolg vijf fasen: • • • •

•

Fase 1, lichten 'Aan' in de vroege ochtend. Fase 2, lichten 'Uit' bij volledig daglicht. Fase 3, lichten 'Aan' bij valavond. Fase 4, nachtlichten 'Aan' bij (het begin van de) nacht (voor nachtlichtconfiguratie met geïntegreerde led-lichtarmaturen of uitsluitend aparte nachtlichtarmaturen). Fase 5, lichten 'Uit' tijdens de nacht.

Fase 1: Lichten 'Aan' in de vroege ochtend Als de werkelijke tijd voorbij de begintijd van de lichtperiode gaat, worden de lichten in de relevante clusters aangeschakeld. De lichtarmaturen worden één voor één ingeschakeld met een interval van een paar seconden. Deze resultaten zijn een geleidelijke stijging van het licht, en voorkomt ook plotselinge stroomwijzigingen. Fase 2: Lichten 'Uit' bij volledig daglicht

Fase 3: Lichten 'Aan' bij valavond Als de buitenlichtwaarde onder de lage schakelwaarde gaat, worden de lichten in de relevante clusters een voor een aangeschakeld. De timer van 10 minuten voorkomt dat de besturingsunit de lichtarmaturen regelmatig aan- of uitschakelt wanneer het buitenlicht fluctueert. Fase 4: Nachtlicht 'Aan' tijdens de nacht (optioneel) Er is een nachtlamp beschikbaar voor twee soorten armaturen: 1.

2.

Geïntegreerde LED-armatuur: de nachtlamp is geïntegreerd in de hoofdlichtarmatuur. Het is niet langer noodzakelijk om twee aparte armaturen te monteren bij integratie van deze nachtlamp. Om schade aan de led-verlichting te voorkomen, moet de geïntegreerd LED-armatuur afkoelen voordat de led-verlichting wordt aangeschakeld. Een interne vertraging van 10 minuten voor elke LEDarmatuur voorkomt dat de led-verlichting aanschakelt nadat het daglicht is uitgeschakeld. Om te voorkomen dat het volledig donker wordt in de stal, moet het daglicht uitgeschakeld worden in fasen samen met het aanschakelen van het nachtlicht in fasen ('instelling vertraging uit' (pagina 6‑18)). Aparte nachtlichtarmaturen: de nachtlamp wordt bediend door een aparte schakelunit om nachtlichtarmaturen apart te houden.

Als de werkelijke tijd voorbij het 'Begin van de nachtlichtperiode' (pagina 6‑ 18) gaat, worden de nachtlichten aan (pagina 5‑11)geschakeld (4). Het licht stoort de kudde niet tijdens de nacht, waardoor bijvoorbeeld een inspectieronde mogelijk is tijdens de nachturen zonder de dieren te storen.

5-10


D-I014.1309NL

Als de buitenlichtwaarde over de hoge schakelwaarde gaat, worden de lichten een voor een uitgeschakeld. Een timer wordt gestart om te voorkomen dat de besturingsunit de lichten aan- en uitschakelt tijdens de eerste 10 minuten wanneer de waarde van de buitenverlichting rond de hogeschakelwaarde ligt.

Het is aan te raden om het nachtlicht automatisch aan de te schakelen aan het eind van de avond en om het nachlicht automatisch uit te schakelen aan het begin van de nacht. Fase 5: Lichten 'Uit' tijdens de nacht

D-I014.1309NL

Als de werkelijke tijd voorbij de eindtijd van de lichtperiode gaat, worden de lichten in de relevante clusters een voor een uitgeschakeld. Deze situatie blijft tot aan de vroege ochtend, fase 1 start opnieuw.

Figuur 7. Lichtschakelgrafiek TOETS: 1. Lichtniveau - 2. Schakelblok hoofdlicht - 3. Schakelmomenten afhankelijk van hoog lniveau. - 4. Schakelblok nachtlicht - 5. Tijdslijn - 6. Lage schakelwaarde van de lichtsensor - 7. Lichtniveau - 8. Hoge schakelwaarde van de lichtsensor

5.4.2

Handmatige bediening Bij de automatische bedieningsmodus kunnen de clusters van lichtarmaturen worden in- of uitgeschakeld. Als de schakelaar voor handmatige bediening meer dan twee uur in de 'Aan' of 'Uit' stand staat: • • •

Gaat de rode alarm-led op het voorpaneel van de besturingsunit branden Wordt het audioalarm geactiveerd Wordt een boodschap weergegeven in de tabel (pagina 7‑2)'Evenementhistorie'.

Het alarm kan worden gereset met de knop [Reset].


5-11

D-I014.1309NL

MET OPZET LEEG

5-12


6. 6.1

INSTALLATIE

Inleiding De volgende L4C onderdelen moeten geïnstalleerd: • • • •

De lichtarmaturen De schakelunits De lichtsensor(en) De besturingsunit.

Deze zaken moeten worden geïnstalleerd door een geautoriseerd elektricien, volgens het lichtplan dat door Lely Industries N.V. wordt aangeleverd. De installatie moet worden geïnstalleerd in overeenstemming met algemene en plaatselijke bouwverordeningen en veiligheids- en installatievoorschriften.

D-I014.1309NL

De L4C kan worden verbonden met het T4C-netwerk om tijdsynchronisatie te ondersteunen. Dit moet worden gedaan door een gecertificeerde Lely monteur. Het T4C-bedrijfsmanagementprogramma maakt geen deel uit van het L4Csysteem en hoeft niet speciaal worden besteld in het geval het nog niet beschikbaar op de melkveehouderij.

6.2

Voorbereiding

6.2.1

Voorbereiding door de eigenaar Elektrische voorziening •

Installeer de elektrische aansluiting en laat deze goedkeuren door het energiebedrijf.

Installatiehandleiding en lichtplan •

Installatie

Lees en begrijp deze handleiding en het lichtplan dat door de Lely servicepartner wordt voorzien.

6-1

Bijgeleverde onderdelen •

• •

•

•

Pak de lichtarmatuur, de schakelunits, lichtsensor(en), de besturingsunit en de installatiematerialen voorzichtig uit en inspecteer ze op (transport)schade. Meld eventuele schade bij uw Lely servicepartner. Zorg dat de bijgeleverde onderdelen staan beschreven in de lijst van bijgeleverde onderdelen. Controleer de stickers op de buitenkant van de componenten voor het juiste voltage en amperage en frequentie. Ga alleen verder met het installeren van de L4C als de specificaties dezelfde zijn als beschreven in het lichtplan. Noteer het identificatienummer van de schakelunits op een plattegrond van de stal. Het identificatienummer staat op de buitenzijde van de schakelunit, op het identificatielabel. U heeft het identificatienummer nodig voor de installatie van de besturingsunit. Noteer het identificatienummer van de lichtsensoren op het lichtplan van de stal. Het identificatienummer staat op de buitenzijde van de lichtsensor, op het identificatielabel. U heeft het identificatienummer nodig voor de installatie van de besturingsunit.

•

•

Raadpleeg de tekeningen van de installatie, waaronder het lichtplan, voor de positie van de L4C-onderdelen en de afstand tussen de onderdelen. Deze voorwaarden moeten worden gebruikt voor een optimale werking. Raadpleeg de tekeningen van de installatie voor de aansluitingen van de schakelunits. Een schakelunit kan worden aangesloten op: • •

• •

6.2.2

Om het even welke lichtarmatuur, Of een aantal nachtlichtarmaturen met een maximum totaal van 400 W.

Raadpleeg het lichtplan voor de netwerkaansluitingen. Raadpleeg het lichtplan voor de posities van de lichtsensoren. Ze worden meestal geïnstalleerd buiten de stal aan de noordkant (voor het noordelijk halfrond) of de zuidkant (voor het zuidelijk halfrond). Bij voorkeur in de schaduw. Kies de positie van de lichtsensor zodat deze niet kan worden beïnvloed door direct zonlicht of het licht van een lichtbron.

Lijst van bijgeleverde onderdelen Het L4C pakket moet de hieronder opgesomde onderdelen bevatten. Zorg dat al deze items aanwezig zijn voor u met de installatie begint. Neem contact op met uw lokale Lely servicepartner als er items ontbreken. Lichtarmaturen •

Een aantal lichtarmaturen met (optioneel) installatiemateriaal: • •

•

6-2

Twee T-vormige steunen voor het ophangen aan een ketting (optioneel) Een installatiebeugel en twee L-vormige steunen voor beugelinstallatie (optioneel). De steunen (pagina 5‑2) zijn leverbaar in 95 cm, 45 cm en 20 cm. Een lamp (aparte verpakking).

Installatie

D-I014.1309NL

Lichtplan

Schakelunits •

Een aantal schakelunits

Besturingsunit •

Een besturingsunit

Lichtsensoren •

6.2.3

Een of twee lichtsensoren.

Voorbereiding door de Lely servicepartner • •

Zorg dat de eigenaar deze handleiding begrijpt en dit bevestigt door het ondertekenen van de verklaring van overdracht. Voorzie een lichtplan met:

D-I014.1309NL

• •

6.3

Tekening van de installatie Beschrijving van het installeren, zoals afstand tussen de lichtarmaturen, hoogte en afstand tot de schakelunits. Deze voorwaarden moeten worden gebruikt voor een optimale gelijkmatigheid en intensiteit van het licht.

Installatie Schakel de stroomvoorziening altijd uit voordat u de onderdelen van de L4C installeert en aansluit. Het maximum aantal lichtarmaturen per fase is 8 (maximaal 16 A).

6.3.1

Installeer de L4C-onderdelen Installeer de lamp in de lichtarmatuur Verwijder nooit de glazen plaat uit de lichtarmatuur om de afdichting intact te houden. (De)monteer alleen door de eindstoppen van de lichtarmatuur. Raak de lamp niet aan met blote handen. Draag schone handschoenen. Bevuiling van het glas van de lamp kan de levensduur verkorten. Deze procedures zijn zowel voor lichtarmaturen als voor nachtlichtarmaturen van toepassing. 1.

Installatie

Zorg dat u het juiste type lamp heeft, raadpleeg het lichtplan.

6-3

Zorg dat u de reflectieplaten niet verbuigt. 2. 3. 4. 5.

Installeer de lamp (pagina 6‑5) in de lichtarmatuur en draai hem rechtsom. Reinig het afdichtingsgedeelte van de lichtarmatuur en de eindstop met een schoonmaakmiddel op een vochtige doek. Onderzoek het afdichtingsrubber op beschadigingen. Doe een beetje zachte zeep of zuurvrije vaseline op het afdichtingsrubber om de montage van de eindstop makkelijker te maken.

Gebruik geen accuschroefmachine om beschadiging te voorkomen. 6.

Installeer de eindstop op de lichtarmatuur met de twee torxschroeven en de blauwe plastic ringen.

De lichtarmatuur heeft een ingebouwd niveau aan de bovenkant dat kan gebruikt worden om het niveau van de lichtarmatuur te installeren.

Gebruik de montagebeugel om de lichtarmatuur aan het plafond, een (steun)balk of hangende constructie te bevestigen. 1.

2. 3.

4.

Bevestig de hangende beugel aan het plafond, een (steun)balk of hangende constructie. Zorg ervoor dat de beugel zo wordt bevestigd dat deze het gewicht van de lichtarmatuur kan dragen. Bevestig de lange zijden van de twee L-vormige steunen voor de montagebeugel aan de hangende beugel. Druk de korte zijden van de twee steunen in de sleuven aan de bovenkant van de lichtarmatuur, totdat de nokken in de sleuven de Dvormige gaten van de steunen (pagina 6‑5) vergrendelen (links). Deze verbinding is permanent. Verzeker u ervan dat de lichtarmatuur waterpas is.

Installatieprocedure voor montageketting Gebruik de montageketting om de lichtarmatuur aan kettingen op te hangen. 1.

Druk de twee T-vormige steunen voor de montageketting in de sleuven aan de bovenkant van de lichtarmaturen, totdat de nokken in de sleuven de D-vormige gaten van de steunen (pagina 6‑5) vergrendelen (rechts).

Deze verbinding is permanent. 2. 3. 4.

6-4

Bevestig de kettingen aan het plafond, hangende constructie of steunbalk. Hang de lichtarmatuur op door de uiteinden van de kettingen in de gaten van de steunen te haken. Verzeker u ervan dat de lichtarmatuur waterpas is.

Installatie

D-I014.1309NL

Installatieprocedure voor montagebeugel

Installatie van een schakelunit 1.

Bevestig de schakelunit aan het plafond, een (steun)balk of hangende constructie met voldoende stevigheid.

Installeer de besturingsunit 1.

Installeer de besturingsunit op een centrale plaats in de stal of vlakbij de hoofdingang van de stal.

Installeer een lichtsensor

D-I014.1309NL

1.

Bevestig de lichtsensor op een muur of steun met voldoende stevigheid.

Figuur 8. Installeer de lamp

Figuur 9. Beugelmontage links) en kettingmontage (rechts)

Installatie

6-5

6.3.2

Verbind een geïntegreerde led-armatuur met een schakelunit Zorg dat u de blauwe draad niet met de connector (6) verbindt. Dit is een lagespanningsaansluiting voor aparte nachtlichtarmaturen. 1. 2. 3.

D-I014.1309NL

4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.

Verwijder de stop van de schakelunit. Leid het netsnoer van de lichtarmatuur door een van de zwarte kabelwartels (pagina 6‑6) (5) naar de schakelunit. Bevestig het netsnoer van de lichtarmatuur aan het plafond, (steun)balk of hangende constructie. Snijd de kabel op ongeveer 20 cm af. Verwijder ongeveer 5 cm van de kabelafscherming. Verwijder ongeveer 6 mm van de isolatie van de drie draden. Verbind de bruine draad (daglicht) met connector L (9). Verbind de zwarte draad (nachtlicht) met connector L (7). Verbind de blauwe draad met connector N (8). Verbind de groene draad met connector GND (10).

Figuur 10. Aansluitingen in de L4C-schakelunit

6.3.3

Verbind een daglichtarmatuur met een schakelunit 1. 2. 3. 4. 5.

6-6

Verwijder de stop van de schakelunit. Leid het netsnoer van de lichtarmatuur door een van de zwarte kabelwartels (pagina 6‑6) (5) naar de schakelunit. Bevestig het netsnoer van de lichtarmatuur aan het plafond, (steun)balk of hangende constructie. Snijd de kabel op ongeveer 20 cm af. Verwijder ongeveer 5 cm van de kabelafscherming.

Installatie

6. 7. 8.

D-I014.1309NL

9.

Verwijder ongeveer 6 mm van de isolatie van de drie draden. Verbind de grijze draad van de daglichtarmatuur met de connector (9). Verbind de blauwe draad van de daglichtarmatuur met de connector (8). Verbind de groene draad van de daglichtarmatuur met de connector (10).


6.3.4

Verbind een nachtlichtarmatuur met een schakelunit 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.

Installatie

Verwijder de stop van de schakelunit. Leid het netsnoer van de lichtarmatuur door een van de zwarte kabelwartels (pagina 6‑6) (5) naar de schakelunit. Bevestig het netsnoer van de lichtarmatuur aan het plafond, (steun)balk of hangende constructie. Snijd de kabel op ongeveer 20 cm af. Verwijder ongeveer 5 cm van de kabelafscherming. Verwijder ongeveer 6 mm van de isolatie van de drie draden. Verbind de grijze draad van de enkele nachtlichtarmatuur met connector L (7). Verbind de blauwe draad van de enkele nachtlichtarmatuur met de connector N (6). Verbind de groene draad van de enkele nachtlichtarmatuur met de connector GND (10).

6-7


Verbind een nachtlichtarmatuur met een andere nachtlichtarmatuur 1.

Verwijder ongeveer 5 cm van de kabelafscherming op de stroomkabel van de nachtlichtarmatuur.

2.

Verwijder ongeveer 6 mm van de isolatie van de drie draden.

Nachtlichtarmaturen kunnen met elkaar worden verbonden tot 400 W in totaal per schakelunit. 3.

4.

Als de nachtlichtarmatuur moet worden verbonden met een schakelunit, raadpleeg hoofdstuk 'Verbind een lichtarmatuur met een schakelunit (pagina 6‑6)'. Als een nachtlichtarmatuur met een andere nachtlichtarmatuur moet worden verbonden: 1. 2. 3. 4.

6-8

Leid de stroomkabel van de lichtarmatuur door een van de zwarte kabelwartels naar de nachtlichtarmatuur. Verbind de grijze draad met de bestaande grijze draad met een kabelconnector. Verbind de blauwe draad met de bestaande blauwe draad met een kabelconnector. Verbind de groene draad met de bestaande groene draad met een kabelconnector.

Installatie

D-I014.1309NL

6.3.5

6.3.6

Verbind een schakelunit met de stroomvoorziening en het netwerk Sluit de voedingskabels aan 1. 2. 3. 4.

Verbind de grijze draad met de connector (pagina 6‑6) (12). Verbind de blauwe draad met de connector (11). Verbind de groene draad met de connector (10). Als de schakelunit niet het laatste gedeelte van het L4C-netwerk is: 1. 2. 3. 4. 5.

Zorg dat het totaal van de verbonden lichtarmaturen maximum 16 A is. Leid de stroomtoevoerkabel door een van de zwarte kabelwartels naar de besturingsunit. Verbind de grijze draad met de connector (pagina 6‑6) (12). Verbind de blauwe draad met de connector (11). Verbind de groene draad met de connector (10).

De netwerkkabel(s) aansluiten 1.

D-I014.1309NL

2. 3. 4.

Leid de L4C-netwerkkabel door een grijze kabelwartel naar de schakelunit. Snijd de kabel op ongeveer 20 cm af. Sluit een netwerkkabelconnector aan op de kabel. Verbind de connector met een van de RJ-45 connectors (1).

Als de afsluitweerstand niet correct in de laatste schakelunit wordt geïnstalleerd, kan de verbinding tussen de schakelunits en de besturingsunit verloren gaan. 5.

6.

Als de schakelunit niet het laatste gedeelte van het L4C-netwerk is, installeer een connector met afsluitweerstand in de extra RJ-45 connector. Als de schakelunit niet het laatste gedeelte van het L4C-netwerk is: 1. 2.

7. 8.

6.3.7

Leid de stroomtoevoerkabel door een van de zwarte kabelwartels naar de besturingsunit. Snijd de kabel op ongeveer 20 cm af.

Sluit een netwerkkabelconnector aan op de kabel. Verbind de connector met een van de RJ-45 connectors (1).

Sluit de besturingsunit aan Installatie 1. 2. 3.

Installatie

Leid de L4C-netwerkkabel(s) door de grijze kabelwartels naar de netwerkkabel van de pc. Snijd de kabel op ongeveer 20 cm af. Sluit een netwerkkabelconnector aan op de kabel.

6-9

Als de afsluitweerstand niet juist in een niet-gebruikte connector is geïnstalleerd, kan de communicatie met de schakelunits verloren gaan. Verwijder de twee witte connectoren niet van de besturingsprintplaat. Bij de eerste aflevering wordt een connector met een afsluitweerstand geïnstalleerd in beide L4C-connectors (pagina 6‑10) (2) van de besturingsunit. 4. 5.

D-I014.1309NL

6. 7.

Verbind de L4C-netwerkkabelconnector(s) met de L4Cnetwerkaansluiting (pagina 6‑10) (2) in de besturingsunit. Verbind de pc-netwerkkabel met de pc ethernet-netwerkverbinding (3). Sluit de stroomtoevoerkabel (1) aan op een stopcontact. Aansluiten audioalarmuitgang.

Figuur 13. Aansluitingen besturingsunit

6.3.8

Aansluiten van een lichtsensor Installatie 1. 2. 3. 4.

6-10

Leid de L4C-netwerkkabel door een grijze kabelwartel naar de schakelunit. Snijd de kabel op ongeveer 20 cm af. Sluit een netwerkkabelconnector aan op de kabel. Verbind de connector met een van de RJ-45 connectors (pagina 6‑ 11) (2).

Installatie

Als de afsluitweerstand niet correct in de laatste schakelunit wordt geïnstalleerd, kan de communicatie met de besturingsunit verloren gaan. 5.

6.

Als de lichtsensor het laatste gedeelte van het L4C-netwerk is, installeer een connector met afsluitweerstand in de extra RJ-45 connector. Als de lichtsensor niet het laatste gedeelte van het L4C-netwerk is: 1. 2. 3. 4.

Leid de L4C-netwerkkabel naar het volgende netwerkonderdeel door de grijze kabelwartel naar de lichtsensorunit. Snijd de kabel op ongeveer 20 cm af. Sluit een netwerkkabelconnector aan op de kabel. Verbind de connector met een van de RJ-45 connectors (1).

Afsluiten Installeer de stop op de lichtsensorunit met de vier schroeven. Zet de gevoeligheidsaanpassingsschijf (pagina 5‑4) (2) halfweg de lichtsensor (1).

D-I014.1309NL

1. 2.

Figuur 14. Aansluitingen lichtsensor

Installatie

6-11

6.3.9

Het L4C-netwerk instellen - Deze procedure beschrijft de configuratie van de L4C die niet aangesloten op het T4C-netwerk. Het aansluiten op het T4C-netwerk moet worden gedaan door een gecertificeerde Lely monteur. - Het L4C-netwerk heeft een eigen netwerkkaart nodig. Als de PC of het L4C-netwerk aangesloten is op het internet (direct of via een router), moet een tweede netwerkkaart worden geïnstalleerd. 1. 2. 3.

Op de pc-desktop, selecteer 'Start' > 'Configuratiescherm' > 'Netwerkverbindingen' > 'LAN-verbinding'. In het venster 'LAN-verbinding', selecteer 'Eigenschappen' > 'Internetprotocol (TCP/IP)' > 'Eigenschappen' > 'Algemeen'. In het venster 'Eigenschappen voor Internet-protocol (TCP/IP)', stel de volgende instellingen in: •

•

De besturingsunit configureren Maak een plattegrond van de stal met de identificatieadressen van de lichtarmaturen en lichtsensoren voor de configuratieprocedure van de lichtarmaturen. Na de configuratieprocedure is de L4C gereed voor gebruik.

6-12

Installatie

D-I014.1309NL

6.4

Gebruik een vast IP-adres: - IP-adres: 10.4.1.1 - Subnet mask: 255.255.255.0 Laat de DNS-server op 'Automatisch toewijzen'.

6.4.1

Stel algemene instelling van de besturingsunit in 1. 2.

Open de gebruikersinterface (pagina 7‑1). Selecteer [Algemene instellingen]. De volgende items worden weergegeven: • •

• • • • • • •

Opmerking, voor de naam van de besturingsunit IP-adres, van de besturingsunit in het T4Cbedrijfsmanagementsnetwerk. Gebruik 10.4.1.91 voor de eerste besturingsunit, 10.4.1.92 voor de tweede, 10.4.1.93 voor de derde enz. Subnet-mask, van de besturingsunit in het T4Cbedrijfsmanagementnetwerk (standaard 255.255.255.0). Apparaatadres, voor het apparaatadres van de besturingsunit (standaard 91). Het apparaatadres van de T4C-pc (standaard 1). Het IP-adres van de T4C-pc (standaard 10.4.1.1). Gebruikerstaal, voor de taal van de schermteksten van de gebruikersinterface van de besturingsunit. Datum, voor de datum van de besturingsunit (formaat dd-mm-jjjj) Tijd, voor de tijd van de besturingsunit (formaat uu:mm).

D-I014.1309NL

Zorg dat de besturingsunit en de T4C-pc in hetzelfde subnet (IPconfiguratie) staan. Als u het IP-adres wijzigt, kunt u de verbinding met de besturingsunit verliezen. DHCP wordt momenteel niet ondersteund. U kunt de besturingsunit geen geluid laten maken. Als het aangesloten is op het T4C-netwerk en het L4C-apparaatadres is toegevoegd aan de T4C (pagina 6‑13), zal de L4C-uur automatisch synchroniseren met het uur van het T4C-systeem. 3. 4. 5.

6.4.2

Typ de nieuwe waarden en selecteer de taal uit de lijst. Selecteer [Opslaan]. Plan een back-uptaak (pagina 9‑2).

Voeg L4C als apparaat toe in T4C Voeg het L4C-apparaatadres toe aan de T4C voor tijdsynchronisatie: 1. 2. 3. 4. 5. 6.

Installatie

Selecteer 'Configuratie'. Selecteer 'Apparaat'. Selecteer het 'Licht' tabblad. Klik 'Toevoegen'. Voer de Apparaatnaam in, voor voorbeeld 'L4C'. Voer het L4C-apparaatadres in (standaard 91)

6-13

Toevoegen van een cluster lichtarmaturen 1.

2.

In de gebruikersinterface, selecteer knop [Instellen verlichting] aan de linkerkant van het scherm. Een tabel met gegevens over elk cluster wordt weergegeven. Selecteer knop [Toevoegen] aan de rechter onderkant van het scherm. De volgende items worden weergegeven: • • • •

•

• • • • • •

3. 4.

6.4.4

* Het tijdformaat is uu:mm, met 24-uurs aanduiding. Wijzig een item door een nieuwe waarde te typen. Selecteer de knop [Opslaan] om de wijzigingen te bewaren.

Een cluster lichtarmaturen configureren 1.

2. 3.

6-14

Naam, voor de naam van het cluster. Geef het cluster de naam van een sectie van de stal. Start hoofdlichtperiode, bepaalt de starttijd van de hoofdlichtperiode voor het cluster* Einde hoofdlichtperiode, bepaalt de eindtijd van de hoofdlichtperiode voor het cluster* Start nachtlichtperiode, bepaalt de starttijd van de nachtlichtperiode (led-verlichting, geïntegreerde LED-armatuur) voor het cluster* Einde nachtlichtperiode, bepaalt de eindtijd van de nachtlichtperiode (led-verlichting, geïntegreerde LED-armatuur) voor het cluster* Lichtsensor-ingang, voor het identificatienummer van één van de lichtsensoren Schakelwaarde lichtsensor laag, het lichtniveau voor het aanschakelen van de lichtarmaturen van het cluster Schakelwaarde lichtsensor hoog, het lichtniveau voor het uitschakelen van de lichtarmaturen van het cluster Huidige waarde van de lichtsensor, de huidige uitvoer van de lichtsensor. Handmatige invoer hoofdlicht, voor één van de drie hoofdlichtschakelaars voor handmatige bediening. Handmatige invoer nachtlicht, voor één van de drie nachtlichtschakelaars voor handmatige bediening.

In de gebruikersinterface, selecteer knop [Instellen verlichting] aan de linkerkant van het scherm. Een tabel met gegevens over elk cluster wordt weergegeven. Selecteer knop [Bewerken] in de tabel in de kolom 'Gegevens' van het cluster dat u wilt configureren. Bewerk de eigenschappen (pagina 5‑6).

Installatie

D-I014.1309NL

6.4.3

Voer waarden bij benadering in. Voor invoer van exacte waarden zie hoofdstuk “Stel de schakelwaarde van een cluster lichtarmaturen in" (pagina 6‑15). 4.

6.4.5

Stel de start- en eindtijden van de lichtperiode van een cluster in. 1.

In de gebruikersinterface, selecteer knop [Instellen verlichting] aan de linkerkant van het scherm. Een tabel met gegevens over elk cluster wordt weergegeven.

2.

In de kolom 'Gegevens' klik 'Bewerken' voor het toepasselijke cluster. Bewerk de 'Starttijd' en 'Eindtijd' voor de hoofdlichtperiode (en indien van toepassing voor de nachtlichtperiode) van het cluster. Selecteer knop 'Opslaan'.

3. 4.

6.4.6

Selecteer de knop [Opslaan] om de wijzigingen te bewaren.

Stel de schakelwaarden van een cluster lichtarmaturen in Nadat u de stroom aanschakelt, wacht minimum 60 minuten voordat u deze procedure doet.

D-I014.1309NL

1.

2.

Installatie

In de gebruikersinterface, selecteer knop [Instellen verlichting] aan de linkerkant van het scherm. Een tabel met gegevens over elk cluster wordt weergegeven. In de kolom 'Gegevens', selecteer knop [Bewerken] naast het cluster dat u wilt wijzigen.

6-15

Als de tijd niet gesynchroniseerd is met T4C, zijn alle tijdsinstellingen afhankelijk van de algemene instellingen in L4C, en moeten ze twee keer per jaar worden aangepast om wintertijd (een uur vroeger) of zomertijd (een uur later) (pagina 9‑2) weer te geven. Om de lage schakelwaarde van de lichtsensor (pagina 5‑9) te wijzigen: 1. 2. 3. 4. 4.

Om de hoge schakelwaarde van de lichtsensor (pagina 5‑9) te wijzigen: 1. 2. 3. 4.

5.

Open de gebruikersinterface. Wacht 's avonds met het aanschakelen van de lampen tot de lux-meter het gewenste lichtniveau in de stal meet. Noteer de 'Huidige waarde lichtsensor', die in de gebruikersinterface wordt getoond. Voer deze waarde in in het 'Schakelwaarde lichtsensor laag' veld.

Open de gebruikersinterface. Wacht 's ochtends met het uitschakelen van de lampen tot de luxmeter het gewenste lichtniveau in de stal meet. Noteer de 'Huidige waarde lichtsensor', die in de gebruikersinterface wordt getoond. Voer deze waarde in in het 'Schakelwaarde lichtsensor hoog' veld.

De volgende tabel toont de geadviseerde uren en verlichtingssterkte.

Koeien melken Dagperiode

16 h > 150 - 200 lux 8 h > 150 - 200 lux

Nachtperiode 8 h < 5 lux

6. 7. 8.

16 h < 50 lux

Wijzig een item door een nieuwe waarde te typen. Selecteer de knop [Opslaan] om de wijzigingen te bewaren. Onderzoek gedurende de komende dagen of u tevreden bent met de schakelwaarden. Als u de schakelwaarden wilt veranderen, kunt u: 1. 2.

6-16

Drooggezette koeien

Wijzig de schakelwaarde laag voor de schakeltijd in de avond. Wijzig de schakelwaarde hoog voor de schakeltijd in de ochtend.

Installatie

D-I014.1309NL

3.

6.4.7

Toevoegen van een lichtarmatuur aan een cluster 1.

2. 3.

In de gebruikersinterface, selecteer knop [Instellen verlichting] aan de linkerkant van het scherm. Een tabel met gegevens over elk cluster wordt weergegeven. Selecteer knop [Bewerken] in de tabel in de kolom 'Armaturen'. Een tabel met lichtarmaturen wordt weergegeven. Selecteer knop [Toevoegen] aan de rechter onderkant van het scherm. De volgende gegevens worden weergegeven: •

• • •

• 4. D-I014.1309NL

5.

Installatie

Lichtarmatuur-adres, voor het identificatienummer van de lichtarmatuur. Gebruik de plattegrond van de stal met de identificatienummers van de lichtarmaturen. Toegewezen aan cluster, voor de naam van het cluster. LED-armatuur, om de lichtarmaturen als een geïntegreerde LEDarmatuur (vakje aangevinkt) te identificeren. Vertraagd uit, om te voorkomen dat het volledig donker wordt in de stal (pagina 5‑9) wanneer u de overschakelt van hoofdlicht naar nachtlicht. Stel de andere eigenschappen van de armatuur (pagina 6‑18) in.

Wijzig een item door een nieuwe waarde te typen. Voor de 'Toegewezen aan cluster', selecteer een cluster uit de lijst. Selecteer de knop [Opslaan] om de wijzigingen te bewaren.

6-17

Stel de eigenschappen van een lichtarmatuur in 1.

2.

3.

In de gebruikersinterface, selecteer knop [Instellen verlichting] aan de linkerkant van het scherm. Een tabel met gegevens over elk cluster wordt weergegeven. Selecteer knop [Bewerken] in de tabel in de kolom 'Armaturen'. Het 'Lichtarmaturencluster'-scherm wordt getoond met een tabel van de lichtarmaturen. Selecteer knop [Bewerken] in de tabel in de kolom 'Gegevens'. Het 'lichtarmaturengegevens'-scherm wordt getoond met een lijst van de volgende items: •

• • •

• • • • • 4. 5.

6-18

Lichtarmatuur-adres, voor het identificatienummer van de lichtarmatuur. Gebruik de plattegrond van de stal met de identificatie-adressen van de lichtarmaturen. Toegewezen aan cluster, om het cluster lichtarmaturen waarvan de lichtarmatuur deel uitmaakt, te selecteren. LED-armatuur, om de lichtarmatuur als een lichtarmatuur met geïntegreerde led-verlichting (vakje aangevinkt) te identificeren. Vertraagd uit, omdat een interne vertraging van 10 minuten voor elk geïntegreerde lichtarmatuur voorkomt dat de led-verlichting aanschakelt nadat het daglicht is uitgeschakeld, kan het volledig donker worden in de stal tijdens de vertragingstijd. Schakel de hoofdlichtclusters met vertraging 'Uit', en de vertraagde lednachtlichten 'Aan', voorkomt dit (vakje aangevinkt). Verwachte levensduur (type lamp), om het type lamp te selecteren. Verwachte levensduur (uren, volgens gebruiker), om de levensverwachting van verschillende type lamp aan te passen. Huidige levensduur (uren), toont de huidige levensduur in uren. Huidige levensduur (aantal); toont de huidige levensduur in aantal schakelaars. Levensduurtellers, om alle levensduurteller te resetten.

Typ de nieuwe waarden. Voor de 'Toegewezen aan cluster', selecteer een cluster uit de lijst. Selecteer de knop [Opslaan] om de wijzigingen te bewaren.

Installatie

D-I014.1309NL

6.4.8

7. 7.1

BEDIENINGSINSTRUCTIES

Inleiding Na de configuratie van de besturingsunit is het systeem klaar voor normaal bedrijf. In deze situatie is het systeem autonoom. Tijdens normaal bedrijf zijn de volgende acties mogelijk: • • • • •

7.2

Automatische bediening van de lichtarmaturen

D-I014.1309NL

1.

7.3

Automatische bediening van de lichtarmaturen Handmatige bediening van de lichtarmaturen Bekijk de status van een cluster lichtarmaturen Bekijk de status van een lichtarmatuur Bekijk de gebeurtenissenhistorie.

Schakel de toepasselijke handmatige schakelaar (pagina 5‑5) naar 'Auto' op de besturingsunit.

Handmatige bediening van de lichtarmaturen Bedien de auto/aan/uit schakelaar niet gedurende minimaal 10 minuten na de laatste keer bedienen van de schakelaar. 1.

Schakel de toepasselijke handmatige schakelaar (pagina 5‑5) naar 'Aan' of 'Uit' op de besturingsunit.

Zorg dat de juiste toegewezen schakelaar (pagina 5‑6) voor hoofdlicht of nachtlicht wordt gebruikt om het hoofd- of nachtlicht handmatig te schakelen. Als de schakelaar voor handmatige bediening meer dan 2 uur in de 'Aan' of 'Uit' stand staat, gaat een audioalarm af. Zet het audioalarm 'Af', druk de knop ['Reset] op het voorpaneel van de besturingsunit (pagina 5‑4).

7.4

Open de gebruikersinterface 1. 2.

Bedieningsinstructies

Start een webbrowser op (bijvoorbeeld Microsoft Internet Explorer). Voer het IP-adres in in het adresveld en druk de Enter-toets op het toetsenbord. De gebruikersinterface van de besturingsunit wordt getoond.

7-1

Het standaard IP-adres van de besturingsunit is '10.4.1.91'.

7.6

Bekijk de status van een cluster lichtarmaturen 1.

Selecteer knop [Status] aan de linkerkant van het scherm. Het 'Status > Overzicht clusters' scherm wordt getoond met een tabel met informatie over elk cluster.

2.

In de tabel in de kolom 'Status', wordt de huidige status, 'Aan' of 'Uit', van de clusters lichtarmaturen getoond. '?' tijdens opstarten betekent dat de besturingsunit de communicatie aan het opbouwen is.

Bekijk de status van een lichtarmatuur 1.

Selecteer knop [Status] aan de linkerkant van het scherm. Het 'Status > Overzicht clusters' scherm wordt getoond.

2.

Selecteer knop 'Weergave' in de tabel in de kolom 'Gegevens'. Het 'Status > Gegevens cluster X' scherm met informatie over elke lichtarmatuur wordt getoond. In de tabel in de kolom 'Status', wordt de huidige status van de lichtarmaturen ('Aan', 'Uit' of '?') getoond. '?' betekent dat de communicatie tussen de besturingsunit en de lichtarmatuur is verbroken.

3.

7.7

Bekijk de gebeurtenissengeschiedenis van de L4C 1.

Selecteer knop [Evenementhistorie] aan de linkerkant van het scherm. Het 'Evenementhistorie' scherm wordt getoond met een tabel met gebeurtenissen met de volgende informatie: • • • •

Datum en de tijd van de gebeurtenis ID, het identificatienummer van de gebeurtenis Niveau, de ernst van de gebeurtenis Omschrijving van de gebeurtenis.

Als de lijst langer is dan één pagina, worden een 'Vorige' en 'Volgende' knop getoond in de rechterbenedenhoek.

7-2

Bedieningsinstructies

D-I014.1309NL

7.5

8. 8.1

ONDERHOUD

Inspectie en reiniging van een lichtarmatuur Stof en vuil op het glas van de lichtarmatuur hebben een negatieve invloed op de lichtopbrengst. Onderzoek de staat van de lichtarmaturen twee keer per jaar en reinig ze met zachte zeep. Er is een speciale reinigingsset voor lichtarmaturen. Meet eenmaal per jaar de lichtopbrengst met een lux-meter en vergelijk de resultaten met de waarden in het lichtplan.

D-I014.1309NL

8.2

Controleer de informatie van de levensduurtellers op de armaturen 1.

Selecteer knop [Status] aan de linkerkant van het scherm. Het 'Status > Overzicht clusters' scherm wordt getoond met een tabel met informatie over elk cluster.

2.

Klik 'Weergave' voor het cluster die u wil inspecteren. De Huidige levensduur (uren) en het aantal Schakelaars (aantal) worden in de tabel weergegeven. Als een armatuur: • •

•

8.3

minder dan 90% van z'n levensduur heeft overschreden, wordt het veld in de tabel in het groen weergegeven. tussen 90 en 110% van z'n levensduur heeft overschreden, wordt een attentie in de gebeurtenissenhistorie gegenereerd en de led op de besturingsunit begint te branden. Het veld in de tabel wordt in het oranje weergegeven. meer dan 110% van z'n levensduur heeft overschreden, wordt een attentie in de gebeurtenissenhistorie gegenereerd en de led op de besturingsunit begint te branden. Het veld in de tabel wordt in het rood weergegeven.

Vervangen van een lamp Vervang altijd met een juiste lamp om schade aan de lichtarmatuur te voorkomen. Controleer met het type sticker op de lichtarmatuur. Schakel de stroom naar de lichtarmatuur 'Uit' voordat u de lamp vervangt. De lamp kan erg heet zijn en ernstige verbrandingen veroorzaken. Laat de lamp tenminste 30 minuten afkoelen. Raak de lamp niet aan met blote handen. Draag schone handschoenen. Bevuiling van het glas van de lamp kan de levensduur verkorten.

Onderhoud

8-1

Reset de levensduurtellers als de lamp wordt vervangen. Verwijderen 1. 2.

Draai de twee torxschroeven met een schroevendraaier los van de plastic eindstop aan de lampzijde van de lichtarmatuur. Gebruik de twee lipjes om de eindstop van de lichtarmatuur te trekken.

De eindstop zal er niet gemakkelijk af komen. Zorg dat u de reflectieplaten niet verbuigt. 3.

Draai de lamp (pagina 8‑3) tegen de wijzers van de klok in totdat u deze kunt verwijderen.

Installatie 1.

Zorg dat u het juiste type lamp heeft, raadpleeg het lichtplan.

2. 3. 4. 5.

Installeer de lamp (pagina 6‑5) in de lichtarmatuur en draai hem rechtsom. Reinig het afdichtingsgedeelte van de lichtarmatuur en de eindstop met een schoonmaakmiddel op een vochtige doek. Onderzoek het afdichtingsrubber op beschadigingen. Doe een beetje zachte zeep of zuurvrije vaseline op het afdichtingsrubber om de montage van de eindstop makkelijker te maken.

Gebruik geen accuschroefmachine om beschadiging te voorkomen. 6. 7.

8-2

Installeer de eindstop op de lichtarmatuur met de twee torxschroeven en de blauwe plastic ringen. Reset (pagina 6‑18) de levensduurtellers.

Onderhoud

D-I014.1309NL

Zorg dat u de reflectieplaten niet verbuigt.

Figuur 15. Verwijder de lamp

8.4

Het vervangen van een schakelunit Verwijdering 1.

D-I014.1309NL

2.

Verwijder de stop van de schakelunit. Verwijder alle kabels van de schakelunit.

Installatie 1. 2. 3. 4.

Onderhoud

Installeer de nieuwe schakelunit (pagina 6‑3). Sluit de lichtarmatuur aan op de schakelunit (pagina 6‑8). Verbind de stroomtoevoer en het netwerk met de schakelunit (pagina 6‑9). Configureer de nieuwe schakelunit in de software.

8-3

D-I014.1309NL

MET OPZET LEEG

8-4

Onderhoud

9.

TEST EN AANPASSING

Alle test- en aanpassingsprocedures moeten op de pc worden gedaan.

9.1

Test een lichtarmatuur 1. 2. 3.

Selecteer knop [Status] aan de linkerkant van het scherm. Het 'Overzicht clusters'-scherm wordt getoond. Selecteer knop [Weergave] in de tabel in de kolom 'Gegevens'. Het 'Clustergegevens'-scherm wordt getoond. Selecteer knop [Aanzetten] of [Uitzetten] in de tabel in de kolom 'Test': • •

Knop [Aanzetten] schakelt een lichtarmatuur aan Knop [Uitzetten] schakelt een lichtarmatuur uit.

Na een time-out van 15 minuten zonder interactie keert het systeem terug naar automatische bediening.

Test een cluster lichtarmaturen

D-I014.1309NL

9.2

1.

Selecteer knop [Status] aan de linkerkant van het scherm. Het 'Overzicht clusters'-scherm wordt getoond.

2.

Selecteer knop [Aanzetten] of [Uitzetten] in de tabel in de kolom 'Test': • •

Knop [Aanzetten] schakelt de lichtarmaturen van een cluster aan Knop [Uitzetten] schakelt de lichtarmaturen van een cluster uit.

Na een time-out van 15 minuten zonder interactie keert het systeem terug naar automatische bediening.

9.3

Verwijder een cluster lichtarmaturen van de configuratie 1.

Selecteer knop [Instellen verlichting] aan de linkerzijde van het scherm. Het 'Instellen verlichting' scherm wordt getoond met een tabel van de clusters met details voor elke cluster.

2.

Selecteer knop [Bewerken] in de tabel in de kolom 'Gegevens'. Het 'Lichtclustergegevens'-scherm wordt getoond. Selecteer knop [Verwijderen] om het cluster te verwijderen. Bevestig de verwijdering van het cluster.

3. 4.

De lichtarmaturen die bij het verwijderde cluster horen worden eveneens verwijderd. Verplaats de armaturen naar een ander cluster om de armaturen te behouden. Zie procedure 'Verander de configuratie van een lichtarmatuur'.

Test en aanpassing

9-1

9.4

Verwijder een lichtarmatuur van het cluster 1.

Selecteer knop [Instellen verlichting] aan de linkerzijde van het scherm. Het 'Instellen verlichting' scherm wordt getoond met een tabel van de clusters met details voor elke cluster.

2.

Selecteer knop [Bewerken] in de tabel in de kolom 'Armaturen'. Het 'Lichtarmaturencluster'-scherm wordt getoond met een tabel van de lichtarmaturen van het cluster. Selecteer knop [Bewerken] in de tabel in de kolom 'Gegevens'. Het 'Lichtarmatuurgegevens'-scherm wordt getoond. Selecteer knop [Verwijderen] om de lichtarmatuur te verwijderen. Bevestig het verwijderen van de lichtarmatuur.

3. 4. 5.

9.5

Pas de zomer- of wintertijd instellingen aan

1.

9.6

Maak een back-up van de lichtconfiguratie 1.


2.

Selecteer [Back-upconfiguratie]. Selecteer [Opslaan].

3.

9.7

Plan een back-uptaak 1.

Kopieer het bestand 'L4C-backup.exe' naar een makkelijk te vinden locatie, bijvoorbeeld C:\Lely files\L4C\L4C-backup.exe.

2.

Selecteer: 'Start' > 'Alle pogramma's' > 'Accessoires' > 'Systeemtools' > 'Geplande taken'. In het venster 'Geplande taken' dubbelklik 'Geplande taak toevoegen'. In het venster 'Geplande taak wizard' selecteer knoppen [Volgende] en [Blader]. Selecteer het bestand 'L4C-backup.exe' en selecteer knop [Open]. Selecteer de optie 'Dagelijks' en knop [Volgende]. Voer een 'Starttijd' in en een 'Startdatum' en selecteer knop [Volgende]. Voer een wachtwoord in en selecteer knop [Volgende].

3. 4. 5. 6. 7. 8.

9-2

Pas de algemene tijdsinstellingen (pagina 6‑13) aan.

Test en aanpassing

D-I014.1309NL

Als de tijd niet gesynchroniseerd is met T4C, zijn alle tijdsinstellingen afhankelijk van de algemene instellingen in L4C, en moeten ze twee keer per jaar worden aangepast om wintertijd (een uur vroeger) of zomertijd (een uur later) (pagina 9‑2) weer te geven.

9. 10. 11.

12.

9.8

De lichtconfiguratie herstellen 1.


2.

Selecteer [Configuratie herstellen]. Selecteer [Blader..]. Selecteer het back-upbestand en selecteer [OK].

3. 4.

9.9

Selecteer 'Open geavanceerde eigenschappen voor deze taak als ik klik op Klaar' en selecteer knop [Klaar]. Selecteer tabblad 'Taak'. Het veld 'Run:' geeft de locatie van het back-upbestand weer. Klik voor het laatste aanhalingsteken en voer het IP-adres van de L4C-besturingsunit en de locatie van het back-upbestand in, bijvoorbeeld: "10.4.1.91 C:\Lely files\L4C" Zorg dat alle instellingen juist zijn en selecteer knop [OK].

Verander het adres van een lichtarmatuur

D-I014.1309NL

Het adres kan worden gewijzigd na een vervanging van de schakelunit om duplicatie van het adres te vermijden. 1. 2.

3. 4.

Zoek het adres van de nieuwe lichtarmatuur. In de gebruikersinterface, selecteer knop [Instellen verlichting] aan de linkerkant van het scherm. Een tabel met gegevens over elk cluster wordt weergegeven. Selecteer knop [Bewerken] in de tabel in de kolom 'Gegevens'. Het 'Lichtclustergegevens'-scherm wordt getoond. Als het adres van de nieuwe lichtarmatuur dubbel is: 1. 2. 3.

9.10

Selecteer [Adres wijzigen]. Typ het nieuwe adres. Selecteer de knop [Opslaan] om de wijzigingen te bewaren.

Software updaten Neem contact op met uw Lely-servicepartner voor de meest recente software.

Test en aanpassing

9-3

Op de pc: Zorg dat bij de instellingen van het internetprotocol (TCP/IP), het IPadres en het Subnet-masker als volgt worden ingesteld: • • 2.

Installeer het softwarebestand van de TFTP-applicatie om de L4Cfirmware te transfereren. • •

3. 4.

7. 8. 9.

10. 11.

9-4

'Tftpd32-4.00-setup.exe' als een 32-bit besturingssysteem wordt gebruikt. 'Tftpd64-4.00-setup.exe' als een 64-bit besturingssysteem wordt gebruikt.

Dubbelklik het overeenkomstige icoon vna de TFTP-applicatie. Instellen: • •

5. 6.

IP-adres: 10.4.1.1 (standaard) Subnet-masker: 255.255.255.0

'Serverinterfaces' naar: 10.4.1.1 Huidige indexering: de locatie van waar de TFTP-applicatie het nieuwe L4C-firmwarebestand ('edosk2674-image.bin') naar de besturingsunit moet transfereren.

Open de webbrowser. Ga naar: http://10.4.1.91/. De gebruikersinterface van de besturingsunit wordt getoond. In de rechterbovenhoek van het scherm wordt de huidige L4C-firmwareversie weergegeven. In de L4C-gebruikersinterface, selecteer knop 'Algemene instellingen'. Selecteer [Firmware updaten]. In de L4C-gebruikersinterface wordt een voortgangsbalk voor de firmware upgrade weergegeven. De TFTP-applicatie geeft een voortgangsbalk van de firmware bestandtransfer en -installatie weer. De transfer en installatie kunnen enkele minuten duren. Ververs het scherm van de gebruikersinterface van de besturingsunit nadat de voortgangsbalk van de TFTP-applicatie 100% heeft bereikt. De gebruikersinterface van de besturingsunit wordt opnieuw getoond. In de rechterbovenhoek van het scherm wordt de huidige L4Cfirmwareversie weergegeven.

Test en aanpassing

D-I014.1309NL

1.

10. STORINGEN OPSPOREN EN VERHELPEN 10.1

Schakelunit Als de schakelunit niet functioneert, is er geen communicatie mogelijk tussen de besturingsunit en de schakelunit. Communicatie met de schakelunit kan worden weergegeven in de gebruikersinterface van de besturingsunit. Als in het scherm ‘Status > Status > Gegevens cluster X’ onder status een ‘?’ staat, is er geen communicatie van de bedieningsunit met de schakelunit. Mogelijke problemen: • • • •

De (aansluiting van de) stroomtoevoer naar de schakelunit De (aansluiting van de) netwerkkabel naar de schakelunit De afsluitweerstand is niet geïnstalleerd in de laatste schakelunit of lichtsensor De printplaat van de schakelunit.

D-I014.1309NL

Als er geen verbinding is met een schakelunit kan de communicatie met andere schakelunits onderbroken worden.

10.2

Lichtarmatuur Als de lamp kapot is, vervang deze dan onmiddellijk of stel de lichtarmatuur buiten werking om schade aan de starter te voorkomen. Als de lichtarmatuur een storing geeft: •

Zorg dat de stroomtoevoer beschikbaar is: • • • •

• • •

Onderzoek om het einde van de levensduur van de lamp te bepalen: • • •

Storingen opsporen en verhelpen

Zorg dat de krachtcentrale correct werkt Zorg dat de zekeringen goed zijn Zorg dat de configuratie van de besturingsunit goed is Zorg dat de stroomtoevoer van de schakelunit goed is. De schakelunit heeft een zekering, dus meet aan de voedingsingang en -uitgang van de schakelunit. Zorg dat het netwerk van de besturingsunit goed functioneert. De groene led-indicator moet aan zijn. Onderzoek en, indien noodzakelijk, vervang de lamp. De lamp knippert Het uiteinde van de buis in de lamp is zwart geworden De binnenkant van het glas van de lamp verkleurt naar bruin.

10-1

Als de lichtarmatuur nog steeds niet werkt nadat de lamp is vervangen: • •

10.3

Vervang de starter. Vervang de ballastunit.

Besturingsunit De volgende storingen van de besturingsunit zijn vastgelegd: • • •

D-I014.1309NL

•

Fout op het L4C-netwerk Fout in een lichtarmatuur, als geen communicatie mogelijk is met de schakelunit van een lichtarmatuur Fout lichtsensor, als er geen verandering van de status van de lichtsensor is gedurende 24 uur. Eén van de schakelaars voor handmatige bediening staat al langer dan 120 minuten in de 'Aan' of 'Uit' stand.

10-2

Storingen opsporen en verhelpen

11. SCHEMA'S 11.1

Installatieschema van de lichtarmatuur

Figuur 16. Installatieschema van de lichtarmatuur

D-I014.1309NL

TOETS: VSA: Voorschakelweerstand/vernauwing - C: Condensator - I: Starter - B.H.: Lamphouder bk: Zwart - bl: Blaauw - bn: Bruin - gl: Geel - gn: Groen *: De witte draad moet worden aangesloten op de 230 V uitgang van de VSA (choke) bij alle soorten lampen.

Schema's

11-1

D-I014.1309NL

MET OPZET LEEG

11-2

Schema's

12. RESERVEONDERDELEN

D-I014.1309NL

Extra onderdelen kunnen worden besteld bij uw lokale Lely servicepartner. Onderdeelnummer

Beschrijving

9.1187.0817.0

Metaal halide lamp, 250 W

9.1187.0840.2

Hogedruknatriumlamp, 250 W

9.1187.0818.1

Hogedruknatriumlamp, 400 W

9.1187.0819.2

Metaal halide lamp, 400 W

9.1187.0808.5

Nachtlichtarmatuur

9.1187.0835.4

Condensator

9.1187.0836.5

Starter

9.1187.0810.0

Luxmeter eenvoudig

9.1187.0826.2

Agrilight armatuurtester

9.1187.0816.6

Besturingsunit

9.1187.0827.3

Lichtsensor

9.1187.0837.6

Besturingsunit (inclusief bedrading)

9.1187.0838.0

Stroomvoorziening van besturingsunit

9.1187.0839.1

Connector met weerstand

9.1187.0854.0

Schakelunit

Reserveonderdelen

12-1

D-I014.1309NL

MET OPZET LEEG

12-2

Reserveonderdelen

GLOSSARIUM

A: Ampere ong.: ongeveer Cluster: groep van lichtarmaturen cm: centimeter besturingsunit: programmeerbare besturingsunit EU: Europese Unie Hz: Hertz inch: inch

D-I014.1309NL

kg: kilogram kW: kiloWatt L4C: Light for Cows (Licht voor Koeien), het verlichtingssysteem voor koeienstallen LED: Lichtgevende diode Lichtsensor: Sensor voor daglicht m: meter mA: milli-ampère PC: Personal Computer Printplaat: Printed Circuit Board (printplaat) T4C: Lely Time 4 Cowsbedrijfsmanagementsoftware V: Volt W: Watt yd: yard (36 inch)

Glossarium

1

D-I014.1309NL

MET OPZET LEEG

2

Glossarium

INDEX A Automatische bediening........................................ 5-9

B Bekijk de gebeurtenissengeschiedenis van de L4C ...............................................................................7-2

I Installeer de L4C-onderdelen................................ 6-3

L L4C-besturingsunit.................................................5-4 Lichtarmaturen in clusters......................................5-6

O D-I014.1309NL

Open de gebruikersinterface................................. 7-1

P Pas de zomer- of wintertijd instellingen aan.......... 9-2 Plan een back-uptaak............................................ 9-2

S Stel algemene instelling van de besturingsunit in6-13 Stel de eigenschappen van een lichtarmatuur in.6-18 Stel de schakelwaarden van een cluster lichtarmaturen in.................................................. 6-15

V Verbind een geïntegreerde led-armatuur met een schakelunit.............................................................6-6 Verbind een nachtlichtarmatuur met een andere nachtlichtarmatuur................................................. 6-8 Verbind een schakelunit met de stroomvoorziening en het netwerk....................................................... 6-9 Voeg L4C als apparaat toe in T4C...................... 6-13

Index

1

D-I014.1309NL

MET OPZET LEEG

2

Index

D-I014.1309NL

MET OPZET LEEG

D-I014.1309NL

LELY INDUSTRIES NV Weverskade 110 NL-3147 PA Maassluis Tel +31 (0)10 - 59 96 333 Fax +31 (0)10 - 59 96 444 www.lely.com Live Life Lely

Installatie- en gebruikershandleiding D-I NL Vertaling van de originele Engelse handleiding

Recommend Documents