Verslaglegging uitvoering grondbeleid in 2006
Gedeputeerde Staten van Noord-Holland November 2007 Afdeling Beheer en Uitvoering Unit Grondzaken
2
Inhoudsopgave hoofdstuk
pagina:
1 1.1
Inleiding en samenvatting van activiteiten Inleiding
5 5
1.2 2
Samenvatting van activiteiten Beleid en ontwikkeling
5 8
2.1 2.1.1
Beleidsontwikkeling Een nieuwe nota grondbeleid
8 8
2.1.2 2.2
Overige beleidsontwikkelingen Van beleid richting uitvoering
10 10
2.2.1 2.2.2
Relatie grondbeleid-grondverwerving Doorkijk naar 2007: ILG
10 10
2.2.3 2.2.4
Ruil- en beheergrondbank Laag Holland Extern overleg
12 13
2.2.5 2.2.6
Instrumenten Bedrijfsvoering
13 14
3 3.1
Activiteiten Overzicht
15 15
3.2 3.2.1
Anticiperende verwervingen Algemeen
15 15
3.2.2. 3.2.3
Transacties en mutaties in 2006 Boekwaarden van anticiperende aankopen
16 17
3.2.4 3.2.5
Risico in relatie tot marktontwikkelingen Risico-inschatting
18 18
3.2.6 3.3
Ontwikkelingen Taakgebonden verwervingen
19 19
3.3.1 3.3.2
Minnelijke verwervingen algemeen Aankopen N201
19 20
3.3.3. 3.3.4
Aankopen N242 Aankopen Wieringerrandmeer
20 20
3.3.5 3.3.6
Aankopen overige projecten Akten van kwijting
21 21
3.3.7 3.4
Aanvraag Leidraad verplaatsingsaanbod Onteigeningen
21 21
3.4.1 3.4.2
Algemeen Onteigeningen N201
21 22
3.4.3 3.4.4
Onteigeningen N242 Onteigeningen overige infrastructurele projecten
22 22
3.5 3.6
Verkopen Overige transacties en activiteiten
23 23
3.6.1 3.6.2
Zakelijke rechten Bezwaar/beroepschrift OZB-aanslag
23 23
3
3.7
Toepassing Belemmeringenwet Privaatrecht
23
3.8 3.8.1
Projecten publiek-private samenwerking Bloemendalerpolder
23 23
3.8.2 3.8.3
Jaagweg te Berkhout/Hoorn Wieringerrandmeer
24 24
3.8.4 3.8.5
Crailo Rottepolderpark
24 25
3.9 3.10
Beheergrondbank Laag Holland Beheer
25 25
3.11 3.12
Planschade/Nadeelcompensatie Ruilverkaveling
28 28
3.13 3.14
Recreatie om de Stad / Ecologische Hoofdstructuur Beheer Provinciale eigendommen door N.V. PWN
29 29
3.15
Uitvoering grondbeleid op afstand
27
4
1. Inleiding en samenvatting van activiteiten 1.1 Inleiding Evenals in de voorgaande jaren treft u hierbij de verslaglegging aan van het uitgevoerde grondbeleid in 2006. Ook nu weer heeft de uitvoering plaatsgevonden binnen de vastgestelde kaders. Deze kaders zijn ondermeer aangegeven in de Tweede Nota Grondbeleid 2001 “Met beide benen op de grond” en in de in juli 2006 door Provinciale Staten vastgestelde Derde Nota grondbeleid “Gegronde Ontwikkeling”. Het toegepaste instrumentarium is gebaseerd op de huidige wet- en regelgeving. Het jaarverslag is voor wat betreft de opzet gelijk aan voorgaande jaren. Voor zover relevant zijn - naast een rapportage over 2006 - ook de verwachte ontwikkelingen in 2007 vermeld. 1.2 Samenvatting van activiteiten De belangrijkste activiteiten van de uitvoering van het grondbeleid in 2006 op een rij: • Vanuit het projectkrediet Wieringerrandmeer zijn in 2006 wederom aankopen verricht voor het Wieringerrandmeer. • Het nog beschikbare krediet anticiperende aankopen bedraagt per 31 december 2006 € 26.020.518,00. • De grondverwerving voor de N201 is in 2006 voorspoedig verlopen. Er zijn 25 aankooptransacties afgerond. Er zijn drie administratieve onteigeningsprocedures doorlopen, te weten ten behoeve van het gedeelte Ringvaart – Legmeerdijk, het gedeelte Legmeerdijk – Amsterdamseweg en de perceelsontsluitingen Legmeerdijk en Zijdelweg. Alle procedures hebben geleid tot koninklijke besluiten. • Voor de N242 zijn zeven aankooptransacties afgerond. Via drie gerechtelijke onteigeningsprocedures heeft de provincie de beschikking gekregen over de benodigde grond. • Voor Recreatie om de Stad (RodS) en de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) zijn in 2006 door DLG 320 ha, respectievelijk 61 ha verworven voor € 21,8 miljoen , respectievelijk € 1,6 miljoen. Verder is 36 ha in het kader van de regeling Particulier Natuurbeheer (PNB) gerealiseerd. Het rijksdeel van de PNB-subsidie bedroeg € 1,2 miljoen. In 2006 is € 2,8 miljoen aan inkomsten uit verkopen weer ingezet voor aankopen. Naast de bovenstaande aankopen voor RodS en EHS is er 32 ha ruilgrond verworven voor € 1 miljoen. • Op 26 juli 2006 is de Bestuursovereenkomst voor de Beheergrondbank Laag Holland getekend. • De derde nota Grondbeleid “Gegronde Ontwikkeling” is op 10 juli 2006 door de Staten vastgesteld. In aanvulling hierop is gestart met de uitwerking van deze nota in de vorm van een Handreiking Grondbeleid.
5
•
•
• •
Op 12 december 2006 is door de Staten het Handelingskader Grond vastgesteld. Dit is opgesteld in het kader van het Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG) en bevat de langjarige afspraken over de handelwijze bij aankoop, tijdelijk beheer en verkoop van gronden en de wijze van omgaan met het grondprijsbeleid in het kader van het ILG. Vanuit grondbeleid is ingezet op de uitwerking van een aantal grootschalige (publiek-private projecten), waaronder Crailo, Jaagweg, Bloemendalerpolder en het Wieringerrandmeer. Hierbij is bijgedragen aan de opstelling van grondexploitaties, businesscases, risicoanalyses en samenwerkingsovereenkomsten. In aanvulling hierop is geadviseerd over de grondverwervingen en prijsstellingen over een aanzienlijk aantal natuur en recreatieprojecten, waarbij vooral Waal en Burg veel inzet heeft gevraagd. Daarnaast speelden onder meer adviseringen ten aanzien van Botgat en Falga, Westelijk Tuinbouwgebied, Woestduin, IJ en Z, Haarlemmermeer en Bovenkerkerpolder, die in de loop van 2007 zijn voortgezet. In 2006 zijn de Beheer- en Ruilgrondbank Laag Holland ingesteld en in werking getreden. Medio 2006 is gestart met het project Ruimte voor Ruimte. Op basis van verkenningen in een aantal proefgebieden en ervaringen met ruimte voor ruimte in andere provincies moet dit project medio 2007 leiden tot een advies voor de opzet voor een regeling ruimte voor ruimte voor Noord-Holland.
6
Hieronder zijn de activiteiten in 2006 in cijfers weergegeven. Overzicht activiteiten 2006 (tabel 1) Activiteit
Anticiperend Anticiperende verwervingen Taakgebonden Taakgebonden verwervingen Taakgebonden ruilingen Akten van kwijting van aankopen Onteigeningen Verkopen in relatie tot taakgebonden verwervingen Diverse activiteiten Verkopen Overige transacties * Procedures Belemmeringenwet Privaatrecht Ruilverkaveling Beheer Planschade en Nadeelcompensatie
Aantal transacties
Omvang middelen uitgaven
Omvang middelen Inkomsten
1
€
42 2 12 3 4
€ 14.193.997 € 1 € 1.015.757 € 106.050
962.000
€
1
€ 1.519.279
11 8 4 procedures 2 707 6
€ nvt nvt nvt
45
€ 11.199.558 € 1 nvt nvt € 88.386
(*) ruiling algemeen, Wet Herverdeling Wegen, vestiging zakelijke rechten, akten van rectificatie
Voor de uitvoering van het grondbeleid waren in 2006 onderstaande instrumenten en middelen beschikbaar: Overzicht instrumenten (tabel 2) Beleidsinstrument
Middelen
Anticiperende verwervingen Aankopen Wieringerrandmeer Taakgebonden verwervingen Onteigeningen Opties Fonds Natuur- en Landschapsbescherming Regeling Particulier Natuurbeheer
€ 27.226.812 € 25.000.000 Uit projectkredieten Uit projectkredieten Uit krediet anticiperende verwervingen Jaarlijkse storting van € 2.050.000 Rijksdeel van de PNB-subsidie: € 1.200.000
7
2. Beleid en ontwikkeling 2.1 Beleidsontwikkeling 2.1.1. Een nieuwe nota grondbeleid In de eerste helft van 2006 heeft de uitvoering van het grondbeleid in hoofdzaak plaatsgevonden op basis van de Nota Grondbeleid uit 1994 en de Tweede Nota Grondbeleid 2001 “Met beide benen op de grond”. Daarbij is de tweedeling in anticiperende en taakgebonden verwervingen in hoofdzaak het kader geweest van de verrichte aankopen.
Overeenkomstig het Collegeprogramma 2003 – 2007 en gevolgd door kaderstellende discussies die de Commissie Economie, Landbouw en Europa al in 2004 en 2005 over de versterking van het grondbeleid heeft gevoerd, is op 10 juli 2006 door uw Staten de Nota “Gegronde Ontwikkeling” vastgesteld. Daarmee is een nieuw kader vastgelegd voor een actief en versterkt provinciaal grondbeleid. In de nota zijn onder meer de kaders vastgelegd op basis waarvan de provincie besluit tot actief grondbeleid (zie onder). Criteria voor actief grondbeleid: 1. Projecten moeten een hoge prioriteit hebben, bijv. projecten uit de Projecten nota NoordHolland Zuid en het Uitvoeringsprogramma Noord-Holland Noord. In de toekomst kan de provinciale Structuurvisie met het bijbehorende Meerjarenprogramma de kapstok vormen voor de prioritaire projecten. 2. De opdracht heeft een bovenlokale en/of regionale schaal. 3. De regievoering van de provincie is noodzakelijk om samen met de betrokken gemeenten tot oplossingen te komen. 4. De regievoering van de provincie is vereist om (al dan niet risicodragend) commitment te verkrijgen van andere publieke partijen. 5. De regievoering van de provincie is noodzakelijk om maatschappelijk relevante maar commercieel niet aantrekkelijke doelen veilig te stellen. 6. De toegevoegde waarde van de provincie is kwalitatief en kwantitatief meetbaar, bijv. in termen van gecalculeerde risico’s. 7. Het perspectief op haalbaarheid van het in samenhang realiseren van diverse doelen is aanwezig. 8. De provincie zet erop in om, waar passend, private partijen te interesseren voor het gezamenlijk met de overheden realiseren van doelen. 9. Er is geen sprake van concurrentievervalsing en ongeoorloofde staatssteun. 10. Er is sprake van een businesscase en afdekking van financiële risico’s in het geval dat de provincie risicodragend participeert. N.B. : de criteria zijn niet allemaal in elke situatie van toepassing. De criteria 7,8,9 en 10 gelden in projecten waar dat van toepassing is. Bij 3, 4 en 5 is sprake van óf het ene óf het andere criterium. De nummers 1,2 en 6 zijn altijd aan de orde.
8
De nota continueert de inzet van het instrument anticiperend aankopen. Kenmerk van anticiperende aankopen is dat deze worden gedaan met het oog op het waarmaken van doelen die wel bekend zijn maar nog niet exact zijn omschreven en waarbij ook nog niet geheel duidelijk is welke omvang die zullen hebben en wanneer die exact worden gerealiseerd. Met deze aankopen wordt voorkomen dat andere partijen grondposities innemen die de realisatie van provinciale doelen moeilijker of veel duurder maken. Het uitwerken van het projectplan en het bewerkstelligen van de nieuwe bestemming moet vervolgens plaatsvinden in een periode van 5 tot maximaal 10 jaar. De nota biedt de mogelijkheid tot een verruiming van de inzet van anticiperend grondbeleid, met daarbij als uitgangspunten: een tijdhorizon tot 10 jaar en in het begin aan te kopen op basis van huidige (agrarische) verkeerswaarde en in een later stadium over te kunnen gaan tot aankopen tegen een waarde waarbij rekening wordt gehouden met een mogelijke ontwikkeling. Ook is daarbij een verruiming van het budget voorgesteld. Daarnaast is een nieuw instrument ter beschikking gekomen: strategische aankopen. Deze aankopen kunnen worden gedaan indien het voor de hand ligt (gelet op beleidskaders, algemeen geformuleerde doelen) dat in het betreffende gebied op enig moment zich ontwikkelingen zullen voordoen waarvoor grondbezit erg belangrijk is. De aan te kopen gronden kunnen daarbij ook voor ruiling worden ingezet; ruiling is een hulpmiddel voor een effectieve allocatie van de gronden op de juiste plek. In tegenstelling tot anticiperend aankopen is de planhorizon bij strategisch aankopen langer: meer dan 10 jaar. Vroegtijdig strategisch aankopen heeft als voordelen dat: 1. er ruimschoots tijd beschikbaar is om aankopen te doen voordat alle gronden nodig zijn voor de uitvoering; 2. er een evenwichtige spreiding over de jaren kan zijn; 3. de grondmarkt niet overmatig wordt belast met overheidsaankopen; 4. er gekocht kan worden op basis van verkeerswaarde passend bij de huidige bestemming; 5. het innemen van strategische grondposities de provinciale regie ondersteunt; 6. de financiële lasten over de jaren zijn gespreid; 7. kansen voor aankoop op de grondmarkt tijdig kunnen worden benut. Daarnaast stelt de nota voor om daar waar dit nodig is over te gaan tot (mede) exploiteren van onroerend goed. Daarbij gelden dan wel de volgende voorwaarden: • Er moet sprake zijn van bovengemeentelijke belangen, waarbij gemeenten en private partners niet voornemens zijn om de exploitatie op zich te nemen; • De provincie hecht groot belang aan realisering van plannen op basis van haar voorwaarden en formele regelgeving (passief grondbeleid) is niet adequaat; • Een zorgvuldige risicoanalyse op basis van een businesscase is vereist; • Het budget per project drukt uiteindelijk op de exploitatie van het plan;
9
•
De provincie kiest ervoor om in veel situaties de uitvoerende taken uit te besteden aan bijvoorbeeld een BV of NV als zij deelneemt in de exploitatie van een verworven terrein.
2.1.2. overige beleidsontwikkelingen In aanvulling op de nota “ Gegronde Ontwikkeling” is besloten tot het opstellen van een Handreiking Grondbeleid. Een aantal van de onderwerpen in de nota behoeft een verdere uitleg of uitwerking. Door middel van de handreiking wordt gehoopt op een snellere en efficiënte implementatie van de nieuwe lijnen en instrumenten bij politici, beleidsmakers en uitvoerders. De handreiking bevat daartoe bijvoorbeeld uitwerkingen in de vorm van “afwegingsschema’s” om betrokkenen bij het grondbeleid en grondverwerving een beter beeld te bieden wanneer, welke instrumenten en samenwerkingsvormen met andere overheden en marktpartijen nu wel of niet van toepassing zijn. Ook wordt nadere uitwerking gegeven aan de Aankoopstrategie en Aankoopplan, instrumenten waarmee de Staten vooraf sturing willen geven aan het aankoop- en prijsbeleid. Ten slotte is een aantal zaken nog zo nieuw dat een verdergaande uitwerking nodig is en zijn waar nodig verwijzingen opgenomen waar aanvullende informatie te verkrijgen is. In aanvulling op de nieuwe nota bevat deze handreiking in de bijlage ook een overzicht van de provinciale doelen waarvoor grondbeleid/grondverwerving een rol speelt. Binnen deze beleidskaders hebben in 2006 de activiteiten met betrekking tot aan- en verkopen van onroerende zaken plaatsgevonden. Daarbij is gebruik gemaakt van de daarvoor door uw Staten beschikbaar gestelde financiële middelen. Dit betreft onder andere de kredieten voor taakgebonden aankopen voor met name infrastructurele voorzieningen en voor het Wieringerrandmeer en het krediet voor anticiperende aankopen met de daarbij behorende risicoreserve. De risico’s die aan de diverse taakgebonden en anticiperende transacties zijn verbonden, zijn ook in 2006 relatief beperkt en overzichtelijk gebleven. 2.2 Van beleid richting uitvoering 2.2.1 Relatie grondbeleid - grondverwerving Met de start van de nieuwe ambtelijke organisatie op 1 januari 2006 is het oorspronkelijke ambtelijke netwerk provinciaal grondbeleid opgeheven en is er een nieuwe start gemaakt in de ambtelijke samenwerking tussen de directies Beleid en Beheer & Uitvoering. Er vindt tweewekelijks overleg plaats tussen het programmateam Grond van de Directie Beleid en de Unit Grondzaken van de Directie Beheer en Uitvoering. 2.2.2. Doorkijk naar 2007: Investeringsbudget Landelijk Gebied: Handelingskader grond Handelingskader en Aansturingprotocol DLG Tot 1-1-2007 was de opdrachtverlening en daarmee de aansturing van DLG/BBL vanuit de provincies nog nergens geregeld. Er was slechts sprake van rijkswet- en regelgeving. Als gevolg hiervan moest DLG/BBL ondanks vele jaren na de
10
Decentralisatie Impuls tot 1-1-2007 nog steeds toestemming vragen aan LNV om gronden te mogen aankopen. In aanvulling op de aansturing van DLG/BBL diende in het kader van het ILG ook uitwerking te worden gegeven aan het grondprijsbeleid. Om in te spelen op de nieuwe situatie is er een aantal nieuwe documenten die uitwerking geven aan de eigenaars- en opdrachtgeverrelatie met DLG, te weten: • twee Aansturingsprotocollen: een protocol Rijk en DLG, dat ingaat op de eigenaaraspecten en een protocol Provincies en DLG, waarin het provinciale opdrachtgeverschap is uitgewerkt, en • een Handelingskader Grond dat een verdere uitwerking geeft wat betreft grond aan het Aansturingsprotocol Provincies-DLG. Het Aansturingsprotocol Provincies-DLG betreft een interprovinciaal opgesteld en geaccordeerd document. Het Handelingskader daarentegen is een document dat specifiek op de Noord-Hollandse situatie is gericht. Dit document is tegelijkertijd met de Prestatieovereenkomst Provincie Noord-Holland door Gedeputeerde Staten goedgekeurd op 12 december 2006. Onderwerpen die in het Handelingskader aan de orde komen zijn onder meer de wijze van bepaling van strategie voor grondverwerving, mandatering van aankopen, het grondprijsbeleid en de handelwijze van koop en sloop van opstallen. Mede op basis van de ervaringen met de grondverwerving in het kader van het ILG wordt het Handelingskader in het najaar van 2007 geëvalueerd en waar nodig aangepast. Per 1-1-2007 is het Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG) in werking getreden. Hiermee zijn de provincies feitelijk en formeel verantwoordelijk voor de uitvoering van een belangrijk deel van het beleid voor het landelijk gebied. De provincies zijn daarmee ook de belangrijkste opdrachtgever van de Dienst Landelijk Gebied (DLG) en het Bureau Beheer landbouwgronden (BBL) voor wat betreft het kopen, ruilen en verkopen van gronden en opstallen. Aankoopstrategieën en Aankoopplannen In de Nota Gegronde Ontwikkeling en het Handelingskader Grond hebben de Staten vastgelegd de uitvoering van de grondverwerving en het grondprijsbeleid voor ILG doelen te gaan sturen op basis van Aankoopstrategieën en Aankoopplannen. In de Aankoopstrategie bepalen de Staten vooraf de te volgen aankoopstrategie. Dit gebeurt in de vorm van een GS nota, waarin een voorstel voor de strategie is uitgewerkt. Na goedkeuring is dit dan de opdracht om een Aankoopplan te gaan opstellen en geeft de hierbij te volgen inhoudelijke lijn. In het Aankoopplan geven de Staten vervolgens een instrumentele en financiële uitwerking aan de Aankoopstrategie. Het plan geeft aan met welke instrumenten, wanneer en waar, tegen welke prijs gronden kunnen worden verworven. Aan de orde komen de volgende aspecten: 1. Een begrenzing van het gebied waar zal worden aangekocht en waar de strategie op gericht is: het zogenoemde aankoopgebied. Dit gebied hoeft niet samen te vallen met de gebiedsbegrenzing van het project. Vaak wordt een ruimer gebied gekozen dan de omgrenzing van het project; 2. De taakstelling voor de grondverwerving en een planning van de afrondingstermijn daarvan;
11
3. De reeds eerder bepaalde strategische uitgangspunten voor de verwerving in de Ontwikkelingsstrategie en de Aankoopstrategie; 4. Een rapportage van het verloop van de grondverwerving tot nu toe en de wijze waarop de verwerving heeft plaatsgevonden; 5. Het aanwezig zijn binnen het aankoopgebied van aankoopdoelstellingen van andere overheden, zoals waterschappen; 6. De wijze van afstemming van publiek-publieke doelen. De inzet is om ongewenste concurrentie te voorkomen, maar juist te komen tot schaalvoordelen door samenwerking, te weten een goedkoper en/of een beter eindresultaat; 7. De situatie op de regionale grondmarkt, beschrijving van relevante vastgoedposities, de mobiliteit op de grondmarkt en de mate van (economische) duurzaamheid van agrarische en andere bedrijven binnen de regionale grondmarkt; 8. Uitwerking van de verschillende opties voor inzet van de verwervingsinstrumenten met de voor- en nadelen daarvan, inclusief een risicoanalyse voor de te nemen maatregelen. Bij de uitwerking van de opties hoort ook nadrukkelijk de wijze van omgaan met de aankoop en eventuele sloop van gebouwen; 9. Uitwerking van aanvullende instrumenten, zoals het vestigen van een voorkeursrecht en pacht- en huurbeëindiging; 10. De voorgestelde keuze van de instrumentenmix met een onderbouwing daarvan vergezeld van een planning met een keuze van de duur waarvoor de gekozen instrumenten worden toegepast; 11. Een financiële paragraaf waar de financiële consequenties van de voorgestelde keuze(n) zichtbaar worden gemaakt; 12. De uitwerking van het tijdelijk beheer van de verworven gronden en daarbij de wijze van verpachting/in gebruik geving; 13. De wijze van handelen indien de behoefte bestaat af te wijken van het Aankoopplan. In 2007 zal worden bepaald op welke wijze het meest doelmatig gekomen kan worden tot Aankoopstrategieën en –plannen voor alle ILG doelen waar grondverwerving een rol speelt. Gedacht kan worden aan strategieën en plannen voor alle doelen voor elk ILG gebied. 2.2.3 Ruil- en Beheergrondbank Laag Holland 11 januari 2005 hebben de Staten besloten tot het uitwerken en instellen van twee soorten grondbanken in Laag-Holland: een Ruil- en een Beheergrondbank. De Ruilgrondbank is bedoeld ter ondersteuning van de agrarische structuurverbetering en daarnaast ook de bevordering van andere functies in Laag Holland, te weten natuur en recreatie. De grondbank is bedoeld als revolving fund, dat wil zeggen dat de gekochte hectaren via grondruil op de juiste plekken komen en de investeringen via verkopen weer terugvloeien en er op basis hiervan nieuwe aankopen gedaan kunnen worden. Op 25 april heeft de provincie hiertoe een bestuursovereenkomst gesloten met het Rijk. Met DLG – als de uitvoerder van het instrument – is vervolgens afgesproken dat jaarlijks circa 50 hectaren worden gekocht.
12
Deze aankopen vinden plaats in nauw overleg met de Stivas. De kosten voor de aankoop en het tijdelijk beheer komen voor rekening van het Rijk. De provincie is echter opdrachtgever richting DLG en legt de afspraken jaarlijks vast in de Prestatieovereenkomst DLG-provincie Noord-Holland. In 2006 zijn in totaal 6 aankopen gedaan en is 37 ha aangekocht. De beheergrondbank is ook een nieuw instrument. Op 28 juni 2006 is hiertoe de Bestuursovereenkomst Beheergrondbank Laag Holland getekend. Op 8 december 2006 gevolgd door een uitvoeringsovereenkomst tussen de provincie, DLG en het Nationaal Groenfonds. Doel van deze grondbank is het duurzaam handhaven van landbouwbedrijven in het Nationaal Landschap met een duidelijk oogmerk van behoud en versterking van de landschappelijke, natuurlijke en recreatieve waarden. DLG koopt hiertoe gronden aan en geeft deze vervolgens weer in pacht uit met daarbij voorwaarden onder meer ten aanzien van doelen op het gebied van landschap, natuur en/of recreatie. Via het aantrekken van leningen via het Nationaal Groenfonds op basis van de beschikbare Rijks- en provinciale bijdragen wordt een zo groot mogelijk aankoopbudget te kunnen krijgen. 2.2.4 Extern overleg Het interprovinciaal overleg van grondverwervers en grondbeleidsmedewerkers heeft in 2006 geen doorgang gevonden. Het ambtelijk overleg met de grondbedrijven van de gemeenten Haarlemmermeer, Amsterdam, Zaanstad en Almere heeft in 2006 eenmaal plaatsgehad, onder voorzitterschap van de gemeente Zaanstad. Met dit overleg wordt gestreefd naar een informatie-uitwisseling, een afstemming van grondprijzen tussen de vier steden en het doorspreken van marktontwikkelingen in het zuidelijk deel van Noord-Holland. De (markt-)informatie die uit dit overleg beschikbaar komt, vormt bij de uitvoering van het grondbeleid een nuttige rol. 2.2.5 Instrumenten In 2006 waren op basis van wet en regelgeving en het provinciaal grondbeleid de volgende instrumenten beschikbaar. Overzicht instrumenten (tabel 3) Beleidsinstrument Anticiperende verwervingen Taakgebonden verwervingen Aankopen Wieringerrandmeer Onteigeningen Opties Fonds Natuur- en Landschapsbescherming Regeling Particulier Natuurbeheer
Middelen € 27.226.812 Uit projectkredieten € 25.000.000 Uit projectkredieten Uit krediet anticiperende verwervingen Jaarlijkse storting van € 2.050.000 Rijksdeel van de PNB-subsidie: € 1.200.000
13
2.2.6 Bedrijfsvoering Begin 2006 is de beschrijving van de werkprocessen van de diverse taken binnen de unit grondzaken voltooid in de vorm van zes handboeken administratieve organisatie: • Handboek AO Verwerving van onroerende zaken • Handboek AO Gerechtelijke procedure onteigening • Handboek AO Administratieve procedure titel IIa Onteigeningswet t.b.v. infrastructuur • Handboek AO Permanent beheer van onroerende zaken • Handboek AO Tijdelijk beheer van onroerende zaken • Handboek AO Verkoop van onroerende zaken De directie Beheer en Uitvoering heeft deze AO’s in de zomer van 2006 vastgesteld. Door de invoering van het Meulenkamp-systeem is verdere invulling gegeven aan de registratie van contracten. Ook zijn de ligplaatsvergunningen aan het systeem toegevoegd. In 2006 konden daardoor nog vollediger gegevens worden gegenereerd voor de opstelling van managementrapportages en de jaarrekening. Er is een notitie geschreven over de beheersing van de verschillende soorten kredieten binnen de unit grondzaken. In december is hier vervolg aan gegeven middels de aanstelling van een externe medewerker die een rapport heeft gemaakt over de inrichting van de administratie van grondzaken. Dit rapport zal in de loop van 2007 zijn afronding vinden, waarna de verbeteracties ter hand zullen worden genomen. Er is in het afgelopen jaar een plan van aanpak gemaakt voor de aanschaf van een nieuw vastgoedregistratiesysteem. Momenteel wordt een programma van eisen c.q. een systeembeschrijving opgesteld, op basis waarvan tot de aanschaf van een nieuw systeem kan worden overgegaan. Hiervoor is inmiddels geld beschikbaar. In oktober 2006 is een nieuwe versie van SAP ingevoerd. Dit bracht ook voor grondzaken een andere wijze van werken met zich mee. De verwerking van de administratieve gegevens van de N201 is inmiddels neergelegd bij het projectbureau N201. Daarnaast is voor de financiën voor de N 201, voor wat betreft de grondverwerving een nieuwe structuur aangebracht. Tussen de projectdirecteur van de N 201 en de manager van de Unit Grondzaken is dit formeel middels een overeenkomst vastgelegd.
14
3. Activiteiten 3.1 Overzicht De activiteiten in 2006 kunnen in hoofdlijnen als volgt worden ingedeeld: Overzicht activiteiten 2006 (tabel 4) Activiteit
Anticiperend Anticiperende verwervingen Taakgebonden Taakgebonden verwervingen Taakgebonden ruilingen Akten van kwijting van aankopen Onteigeningen Verkopen in relatie tot taakgebonden verwervingen Diverse activiteiten Verkopen Overige transacties * Procedures Belemmeringenwet Privaatrecht Ruilverkaveling Beheer Planschade en Nadeelcompensatie Beheergrondbank
Aantal transacties
Omvang middelen uitgaven
1
€
42 2 12 3 4
€ 14.193.997 € 1 € 1.015.757 € 106.050
11 8 4 procedures 2 707 6
Omvang middelen Inkomsten
962.000
€
1
€ 1.519.279
€ nvt nvt nvt
45
€ 11.199.558 € 1 nvt nvt € 88.386
(*) ruiling algemeen, Wet Herverdeling Wegen, vestiging zakelijke rechten, akten van rectificatie
3.2 Anticiperende verwervingen 3.2.1 Algemeen Het krediet voor anticiperende aankopen omvat € 27,23 mln.. Begin 2006 was daarvan slechts een bedrag van € 217.743 (inclusief rentebijschrijvingen) daadwerkelijk besteed. Dit mede vanwege het feit, dat de aankopen die tot medio 2005 voor het Wieringerrandmeer ook van het krediet voor anticiperende aankopen werden afgeboekt, ten laste zijn gebracht van het aparte projectkrediet van € 25 mln.. Per 1 januari 2006 was het budget daarom nagenoeg geheel weer beschikbaar en kon € 27.009.169 worden besteed. Voor de eventuele verliezen en voor niet te compenseren rentelasten is destijds binnen de saldireserve een bedrag van € 2.722.681 geoormerkt als risicoreserve grondbeleid. Deze risicoreserve bedroeg op 1 januari 2006 nog € 2.565.148. Op 12 april 2005 hebben uw Staten besloten vermelde risicoreserve met € 4,5 mln. op te hogen. Deze ophoging heeft eind januari 2006 zijn beslag gekregen na afronding van de verkoop van gronden te Heemstede.
15
3.2.2 Transacties en mutaties in 2006 Ook in 2006 zijn weer een aantal anticiperende aankopen verricht en zijn aankooponderhandelingen opgestart, die mogelijk in 2007 worden afgerond. De daadwerkelijke uitputting van het krediet anticiperende aankopen is daardoor in 2006 relatief gering gebleven. Ten behoeve van een mogelijke realisatie van een ecoduct is een gedeelte van het object Zandvoortselaan/Blinkertweg, ter grootte van 988 m2 aan de provincie in eigendom overgedragen. Begin 2007 zal nog een tweede gedeelte van dit object, ter grootte van 739 m2 in eigendom worden verkregen. In 2005 zijn voor deze transacties al kosten gemaakt, waardoor per 1 januari 2006 is gestart met een boekwaarde € 15.848. Voor een gedeelte van de resterende gronden te Nieuw-Vennep is al in 2005 een verkoopovereenkomst met de gemeente Haarlemmermeer gesloten. Het notarieel transport voor deze eigendomsoverdracht heeft echter niet in 2006 plaatsgevonden, maar zal op verzoek van de gemeente in 2007 aan de orde komen. Voor de percelen te Beilen, die in het kader van de Leidraad Verplaatsingsaanbod zijn aangekocht en verpacht, zijn geen mutaties opgetreden. De afwikkeling van deze transactie zal conform vermelde leidraad eerst per 1 september 2008 plaatsvinden. Ter voorbereiding van de aankoop van gronden in de Bloemendalerpolder te Muiden en Weesp zijn in 2006 geringe voorbereidingskosten gemaakt. In samenwerking met de gemeenten en met de Dienst Landelijk Gebied hebben in 2007 daadwerkelijk verwervingen plaatsgevonden ten laste van het krediet anticiperende aankopen. Voor de ontwikkeling van het gebied Crailo te Bussum, Hilversum en Laren hebben in 2006 in opdracht van de provincie onderhandelingen plaatsgevonden met de Dienst der Domeinen over de verwerving van de eigendommen van het Rijk in het gebied. Deze onderhandelingen, waarbij het handelt om bedragen waarmee het krediet anticiperende grondaankopen in één keer zal zijn uitgeput, hebben in 2006 nog niet tot positief resultaat geleid. Begin 2007 is het overleg voortgezet en dit heeft medio 2007 tot een transactie geleid tegen een koopsom van € 29,5 mln. Voorts kan worden vermeld, dat in het kader van de anticiperende aankopen in 2006 de transactie met de N.V. Afvalzorg Holding is voorbereid tot aankoop van het voormalige Rutteterrein te Haarlemmerliede en Spaarnwoude ten behoeve van het bedrijvenpark Rottepolderpark. Deze transactie is uiteindelijk rechtstreeks aangegaan en geëffectueerd door de besloten vennootschap Rottepolderpark die op basis van uw besluit van 27 februari 2006, voordracht 9, door deze provincie samen met de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude is opgericht. Voor deze ontwikkeling is door deze provincie aan de BV een geldlening verstrekt van € 23 mln.. Hieruit is tevens de aankoop van de grond ten bedrage van € 14,2 mln. bekostigd, waardoor het krediet anticiperende aankopen uiteindelijk niet rechtstreeks is aangesproken. Tenslotte kan nog een overeenkomst tot een anticiperende aankoop worden vermeld van grond in de gemeente Wieringermeer ten behoeve van de mogelijke realisatie van een motorcrossterrein. Deze transactie, waarmee circa 0,7 mln. is gemoeid, zal naar verwachting ook in 2007 worden geëffectueerd.
16
Rekening houdend met de concrete mutaties in 2006 kan het volgende beeld worden geschetst: Overzicht anticiperende aankopen per 31-12-2006 (tabel 5) Perceel
Boekwaarde (inclusief geactiveerde rente) per 31-12-2005
1. NieuwVennep
€
41.021
0
€
42.210
0
4.60.60 ha.
2. Beilen
€
160.774
0
€
160.774
0
8.29.60 ha.
3. Zandvoortselaan/Blinkertweg 4. Kosten transacties in voorbereiding
€
15.848
0
€ 1.002.385
0
0.09.88 ha.
0
0
€
0
0
Totalen
€
217.643
0
€ 1.206.294
0
13.00.08 ha.
Verplichtingen per 31-12-2005
Boekwaarde (inclusief geactiveerde rente) per 31-12-2006
Verplichtingen per 31-12-2006
925
€
Saldo oppervlakte per 31-12-2005
Opmerkingen
Gedeelten verkocht in 1999/2000/ 2004/2005
Door de verkopen in 2006 is de oppervlakte gemuteerd van 12,9 hectare naar 13 hectare en bedraagt de boekwaarde per 31 december 2006 € 1.206.294. Hierdoor ontstaat per 31 december 2006 het volgende financiële beeld ten aanzien van de bestedingen van het krediet anticiperende grondaankopen: Overzicht besteding krediet per 31 december 2006 (tabel 6) Kredieten Anticiperende aankopen Boekwaarde 31-12-2006 Verplichtingen 31-12-2006 Nog beschikbaar voor aankopen per 31-12-2006
€ 27.226.812 € € €
1.206.294 0 1.206.294
€ 1.206.294 € 26.020.518
3.2.3 Boekwaarden van anticiperende aankopen De boekwaarde (inclusief geactiveerde rente) volgens de jaarrekening 2005 bedroeg voor de betreffende percelen € 217.643 en komt per 31 december 2006 op € 1.206.294. Er zijn dan formeel geen verdere financiële verplichtingen meer. De mutaties in de boekwaarden zijn ontstaan door betalingen en ontvangsten m.b.t. transacties en door rentebijschrijvingen. Voor de rentebijschrijvingen is over 2006 een percentage gehanteerde van 2,9 %, wat overeenkomt met het gemiddelde percentage over drie jaren van Staatsleningen met een looptijd van 3 jaar; over 2005 en 2004 bedroeg dit percentage 2,8 % en in 2003 was dit nog 3,5 %.
17
De risicoreserve grondbeleid is in 2006 gemuteerd door bijboeking van € 4,5 mln.. Hierdoor bedraagt per 31 december 2006 deze risicoreserve grondbeleid € 7.065.148. Er hebben zich in 2006 geen risico’s gemanifesteerd. 3.2.4 Risico in relatie tot marktontwikkelingen Bij de anticiperende aankopen is het van belang, hoe de werkelijke waarde van de onroerende zaken zich verhoudt en blijft verhouden ten opzichte van de boekwaarde (inclusief geactiveerde rente). Op grond van de Derde Nota Grondbeleid: Nota “Gegronde Ontwikkeling”, kunnen anticiperende verwervingen zich richten op een realisatietermijn van 5 tot 10 jaar voor een toekomstig project. In deze periode zal voor de concrete aankopen jaarlijks beoordeeld moeten worden, of de boekwaarde door de rentebijschrijving niet te hoog wordt en of eventueel een afboeking ten laste van de risicoreserve grondbeleid uit de saldireserve moet worden gebracht. Indien plannen onverhoopt geen doorgang zullen vinden en gronden weer verkocht moeten worden, zal hieruit duidelijk worden, welk risico is genomen. Bij een verkoop zal immers, uitgaande van de vigerende bestemming die meestal agrarisch zal zijn, maximaal de vrije verkoopwaarde verkregen kunnen worden. De verkoopwaarde van de gronden zal als regel lager uitkomen dan de boekwaarde, waardoor voor compensatie van de rentelasten geen ruimte bestaat. Voor aangekochte bedrijfsgebouwen ligt dat anders; de waardeontwikkeling van gebouwen houdt immers geen gelijke tred met de waardeontwikkeling van landbouwgronden en zal ook thans nog een stijging te zien geven. 3.2.5 Risico-inschatting In relatie tot de marktontwikkelingen en de toenemende boekwaarden van de aangekochte percelen zal een beoordeling moeten plaatsvinden van de risico’s die met de gerealiseerde anticiperende verwervingen door de provincie worden gelopen. 1. Voor het resterende perceel te Nieuw-Vennep (zie tabel 1 onder volgnummer 1) is nog nauwelijks boekwaarde aanwezig. Met de effectuering in 2007 van de transactie met de gemeente Haarlemmermeer (€ 47.469,24) zal de boekwaarde geheel worden goedgemaakt. Verder resteert dan nog een oppervlakte in eigendom van circa 3.76.88 ha. Deze oppervlakte zal benut kunnen worden voor provinciale doelstellingen, zoals de verbreding van de N207, of alsnog verkocht kunnen worden tegen marktwaarde. Aan deze aankoop zijn evenals in 2006 daarom geen risico’s meer verbonden. 2. De aankoop in Beilen in het kader van de Leidraad Verplaatsingsaanbod (tabel 2, volgnummer 2) geeft geen risico, omdat gelijktijdig met de aankoop van de grond met een partij een verkoopovereenkomst is gesloten, waarbij de verkoopprijs overeenkomt met de aankoopprijs. De boekwaarde waarop op grond van de Leidraad Verplaatsingsaanbod geen rente wordt bijgeschreven, zal vijf jaar na de aankoop weer volledig worden gecompenseerd. 3. Het al geëffectueerde deel van de transactie aan de Zandvoortselaan/Blinkertweg te Zandvoort (tabel 1, volgnummer 3) is op 1 september 2006 aan de provincie overgedragen. Volgens inschatting zal bij een eventuele verkoop op dit moment de betaalde koopsom, kosten en
18
rentebetalingen volledig worden goedgemaakt kunnen worden. Dit geldt eveneens voor het nog af te ronden gedeelte van de transactie. Van enig risico is op dit moment dan ook geen sprake. Verder wordt verwacht dat de marktontwikkeling in relatie tot deze bebouwde onroerende zaak zodanig zal zijn dat deze op het minst gelijke tred houdt met de geactiveerde rente, die relatief laag ligt. Uit het vorenstaande mag worden geconcludeerd dat aan de tot op heden gerealiseerde anticiperende grondaankopen nauwelijks of geen risico’s zijn verbonden. Indien zich risico’s zullen voordoen, dan is de risicoreserve grondbeleid daarvoor ruimschoots toereikend. 3.2.6 Ontwikkelingen Zowel aan het begin, als aan het eind van het jaar 2006 is in het krediet anticiperende grondaankopen aanzienlijke ruimte beschikbaar voor het verrichten van grondaankopen. Zoals hiervoor onder het kopje “Transactie en mutaties in 2006” vermeld, hebben in 2006 al diverse onderhandelingen plaats gevonden voor de realisering relatief grote transacties. Concreet zal op basis van gesloten overeenkomsten in 2007 al circa € 1,8 mln. worden besteed voor het tweede deel van de aankoop Zandvoortselaan/Blinkertweg, de aankoop van grond in de Wieringermeer en de financiering van de Beheergrondbank. De mogelijke transacties voor gronden in de Bloemendalerpolder en het gebied Crailo zullen het revolving fund verder voor een belangrijk deel zo niet geheel kunnen uitputten. De risico’s van dergelijke transacties zullen bij de besluitvorming hierover worden meegewogen. Het krediet anticiperende grondaankopen is inmiddels medio 2007 door uw Staten opgehoogd met een bedrag van € 32,8 mln. naar € 60 mln. in totaal. 3.3 Taakgebonden verwervingen 3.3.1 Minnelijke verwervingen algemeen In 2006 zijn voor diverse provinciale infrastructurele projecten gronden aangekocht. In onderstaande tabel staat aangegeven welke projecten dit betreft. Als meetpunt voor deze rapportage is gehanteerd de notariële afwikkeling van de transacties. Tevens zijn er diverse transacties in 2006 voorbereid die in 2007 hun beslag hebben gevonden.
19
Overzicht taakgebonden aankopen (tabel 7) Project N201 N242 N512 Alkmaar-Egmond N512 Egmond B-Egmond H N511 Zuidtangent N245 N516 Wieringerrandmeer Totalen
Aantal transacties
Hectare
Koopsommen
25 6 2
21.39.28 13.80.62 0.03.67
€ 8.769.379 € 1.646.142 € 15.276
1
0.07.80
€
3 1 1 1 2 42
0.06.97 1.12.14 0.03.96 0.00.30 38.21.55 74.56.76
€ 15.700 € 185.000 nihil € 1.500 € 3.550.000 € 14.174.467
11.000
3.3.2 Aankopen N201 In 2006 zijn ten behoeve van het Masterplan N201 in totaal 25 aankooptransacties afgerond voor een totaalbedrag van € 8.769.379. Met de gerealiseerde aankopen is binnen de raming gebleven en is er geen reden om aan te nemen dat er uiteindelijk sprake zal zijn van een budget tekort. De grond die is aangekocht van NS Vastgoed ten behoeve van de realisatie van de vierde fase van de busbaan van Uithoorn naar Aalsmeer, is voor een substantieel lager bedrag aangekocht als waar eerst van werd uitgegaan. Binnen het project was rekening gehouden met een aankoopsom van ruim vijf miljoen euro. De reden hiervoor was gelegen in het feit, dat bij de raming van grondkosten is uitgegaan van eerdere transacties met de NS die voor de 3e fase zijn aangegaan. In de gevoerde onderhandelingen is de provincie er in geslaagd de benodigde gronden voor een aanmerkelijk lager bedrag (zijnde € 173.664) aan te kopen. Er zijn voorbereidingen getroffen voor de grondverwerving van percelen die nodig zijn voor de deelprojecten Omlegging Schiphol-Rijk, 2x2 Fokkerweg, Fokkerweg A9 en Aansluiting A4-zone. Grondaankopen hebben nog niet kunnen plaatsvinden, daar het ontwerp nog niet definitief is en aan wijzigingen onderhevig kan zijn. 3.3.3. Aankopen N242 Het afgelopen jaar zijn 6 aankooptransacties voor het N242-project afgerond, waarmee een som van € 1.646.142 was gemoeid. Ook zijn er voor het project 2 ruilovereenkomsten afgerond. Er is 0.17.51 ha. verkregen en 0.30.50 ha. ingebracht, voor het symbolische bedrag van 1 euro. 3.3.4 Aankopen Wieringerrandmeer Ten behoeve van het Wieringerrandmeer zijn het afgelopen jaar twee aankooptransacties verricht. Er is 34.70.05 ha. aangekocht voor € 1.870.000 en 3.51.50 ha. voor € 1.680.000.
20
3.3.5 Aankopen overige projecten Ten behoeve van diverse overige taakgebonden projecten zijn in totaal 11 aankooptransacties verricht, voor een totaalbedrag van € 3.778.476 waarbij 39.56.39 ha. is verkregen. 3.3.6 Akten van kwijting Ter afronding van eerder notarieel verleden transacties zijn in 2006 twaalf notariële akten van kwijting verleden. Hierbij gaat het om de betaling van restantkoopsommen ten bedrage van € 1.015.757. Gelijktijdig met de betaling van de nog verschuldigde restantkoopsommen zijn de betrokken onroerende zaken vrij van huur en pacht aan de provincie opgeleverd. 3.3.7 Aanvraag Leidraad verplaatsingsaanbod In 2006 is er geen beroep gedaan op dit instrument. Er zijn geen aanvragen ontvangen. 3.4 Onteigeningen 3.4.1 Algemeen Te allen tijde zal worden getracht om van de eigenaren op minnelijke wijze grond aan te kopen ten behoeve van de realisering van infrastructurele projecten. Vóór het opstarten van de onteigeningsprocedure wordt in ieder geval een mondelinge of schriftelijke aanbieding uitgebracht. Als minnelijke verwerving van grond niet tijdig of tegen acceptabele prijzen en voorwaarden mogelijk is, zal de administratieve onteigeningprocedure worden ingezet. Zodra het ontwerpbestemmingsplan voor de voorzieningen ter visie heeft gelegen, of zodra in de artikel 19-procedure ingevolge de Wet op de Ruimtelijke Ordening het plan ter inzage is gelegd en belanghebbenden hun planologische zienswijzen kenbaar hebben kunnen maken, wordt een onteigeningsplan ter visie gelegd, een en ander overeenkomstig Titel II a van de Onteigeningswet. Daarmee wordt voorkomen, dat onnodig tijd verloren gaat in de gevallen waarin men toch niet bereid is tot verkoop tegen een acceptabele prijs en voorwaarden. Het afstemmen van procedures zal zeker bij grotere projecten steeds meer aandacht vragen en voorkomen moet worden dat omissies in de te voeren procedure ontstaan waardoor de grond niet tijdig voor het werk beschikbaar is. In de te realiseren aankoopplannen wordt dit aspect meegenomen. Het verzoek om onteigening in het kader van titel II a van de Onteigeningswet dient te worden gericht aan de Minister van Verkeer en Waterstaat. In verband met de deconcentratie van rijkstaken was de behandeling van de aanvragen neergelegd bij de regionale directies van Rijkswaterstaat. Met ingang van 1 augustus 2006 berust deze taak niet meer bij de regionale diensten, maar bij de Corporate Dienst van Rijkswaterstaat te Utrecht, die alle aanvragen in het kader van titel II a van heel Nederland in behandeling neemt. Door Rijkswaterstaat worden er, als gevolg van aangescherpte advisering door de Raad van State, strengere eisen gesteld aan de in te dienen verzoeken om onteigening. Zo dient het verzoek, naast de vereiste stukken en tekeningen die van belang zijn voor
21
de ter visie legging, vergezeld te gaan van een overzicht per belanghebbende, waaruit het verloop van het minnelijk overleg blijkt. Bovendien moet er ruim vóór het ter visie gaan van de onteigeningsstukken een schriftelijk bod zijn uitgebracht, zodat belanghebbende een redelijke tijd heeft gehad om daarop te reageren. Dit alles heeft tot gevolg dat voor de totale grondverwerving inclusief te volgen onteigeningsprocedure een ruimere planningstijd in acht moet worden genomen. 3.4.2 Onteigeningen N201 Voor de N 201 zijn drie onteigeningsprocedures opgestart en deze zijn in 2006 voor een groot deel doorlopen. Dit heeft voor al deze procedures geleid tot een Koninklijk Besluit (KB) op grond waarvan de provincie de nog niet verworven percelen middels onteigening in eigendom kan verkrijgen. Hiertoe zijn 23 gerechtelijke procedures gestart, waarvan de afronding in 2007 wordt verwacht. 3.4.3 Onteigening N242 In het afgelopen jaar zijn er 3 gerechtelijke onteigeningsprocedures met succes voor de provincie doorlopen. Het totaalbedrag aan schadeloosstelling dat hiermee is gemoeid bedraagt € 106.050,00. De provincie heeft hiermee 2.59.44 ha. in eigendom verkregen, benodigd voor de reconstructie van de N242. 3.4.4 Onteigening overige infrastructurele projecten Zuidtak Zuidtangent: Met 1 eigenaar heeft de provincie tot nu toe nog geen overeenstemming bereikt. De administratieve procedure is afgerond en heeft geleid tot een Koninklijk Besluit in eind 2006. In 2007 is de gerechtelijke procedure van start gegaan. Oosttak Zuidtangent: In het najaar van 2006 is de unit grondzaken gestart met de voorbereiding van de administratieve onteigeningsprocedure. Met 1 eigenaar verlopen de onderhandelingen moeizaam. In 2007 zal aan GS het besluit tot start van de procedure worden voorgelegd. N248 Stolperophaalbrug: In de zomer van 2006 is de unit grondzaken gestart met de voorbereiding van de administratieve onteigeningsprocedure. De onderhandelingen met de betrokken eigenaren zijn al sinds 2003 gaande, echter nog zonder positief resultaat. In 2007 zal aan GS het besluit tot start van de procedure worden voorgelegd. Reconstructie N512: Omdat dit project een langgerekt tracé betreft met veel perceelsgedeelten en eigenaren, is de unit grondzaken in de tweede helft van 2006 gestart met de voorbereiding van de administratieve onteigeningsprocedure. Met een aantal eigenaren is tot nu toe nog geen zich op minnelijke overeenstemming.
22
3.5 Verkopen Over geheel 2006 zijn 11 percelen verkocht. Dit heeft de provincie in totaal € 11.199.558,18 opgeleverd. Vermeldenswaardig hiervan is de verkoop van diverse percelen bouwterrein te Heemstede, welke transactie de provincie € 9.000.000 heeft opgeleverd. 3.6 Overige transacties en activiteiten 3.6.1 Zakelijke rechten In 2006 is tweemaal een opstalrecht gevestigd: met de gemeente Haarlemmermeer en met de Staat. Voorts heeft tweemaal een grondruil met een andere overheid plaatsgevonden, dat niet binnen een infrastructureel project viel. Voorts heeft de provincie in het kader van de Wet Herverdeling Wegen 4.88.37 ha. verkregen en 0.05.01 ha. ingebracht. 3.6.2 Bezwaar/beroepschrift OZB-aanslag Er zijn het afgelopen jaar twaalf bezwaarschriften afgehandeld, allen met een financieel gunstige afloop voor de provincie. 3.7 Toepassing Belemmeringenwet Privaatrecht Er zijn in 2006 vier verzoeken bij de provincie ingediend voor het voeren van procedures: • In maart door de Gasunie, ten behoeve van de aanleg van een gasleiding in de gemeente Wieringermeer, deze procedure is in april 2006 afgerond; • In april door de Nederlandse Pijpleidingenmaatschappij ten behoeve van het transporteren van CO² door een reeds aanwezige pijpleiding in de gemeente Haarlemmermeer, deze procedure is in de zomer van 2006 afgerond; • In oktober door de Nederlandse Aardolie Maatschappij en de Gasunie ten behoeve van de aanleg van een natgasleiding respectievelijk een aardgastransportleiding in de gemeente Beemster, deze procedure is afgerond in januari 2007; • In november door de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude ten behoeve van de aanleg van een riolering in het gebied De Laars, deze procedure is afgerond in april 2007. 3.8 projecten publiek-private samenwerking 3.8.1 Bloemendalerpolder. Eind 2006 is tussen de in de Bloemendalerpolder samenwerkende markpartijen en publieke partijen een overeenkomst gesloten. In deze overeenkomst is onder meer overeengekomen dat de in het gebied nog te verrichten grondaankopen door de publieke partijen zullen worden uitgevoerd en is tevens een kostenverdeelsleutel tussen publieke partijen overeengekomen.
23
Op deze basis zijn in december 2006 in de Bloemendalerpolder de gronden en gebouwen behorende bij een voormalige proefdierenbedrijf aangekocht met een oppervlakte van circa 28 hectare, gelegen in zowel het hart van de rode contouren als het Vechtzonegebied. De aankoop is voor zowel de publieke als private partijen van groot belang om hun gezamenlijke doelstelling te realiseren. 3.8.2 Jaagweg te Berkhout/Hoorn. Een van de trekkers van het project Jaagweg, een te realiseren bedrijventerrein langs de A7 / N 243 ter hoogte van Berkhout, is het Ontwikkelingsbedrijf Noord-Holland Noord. De opzet van het project was in 2006 van zodanige aard dat de gemeente Koggenland de planexploitatie en planrealisatie op zich zou nemen. Na ampele overweging heeft de gemeenteraad van Koggenland in juni 2007 besloten uitsluitend een planologische rol in het project te willen spelen. Aangezien het Ontwikkelingsbedrijf Noord-Holland Noord niet over de daarvoor vereiste middelen beschikt is eveneens in juni 2007 besloten dat de provincie de rol van de gemeente tijdelijk zal overnemen en heeft de provincie ten laste van het revolving fund anticiperende grondaankopen een deel van de benodigde gronden in dit gebied verworven. De gronden zullen naar verwachting begin 2008 worden overgedragen aan de organisatie die de gebiedsexploitatie ter hand zal nemen, waarna de opbrengst uit verkoop weer ten gunste van genoemd revolving fund zal worden gebracht. 3.8.3 Wieringerrandmeer In 2006 is er bijzonder hard gewerkt om tot een Publiek/Private Samenwerkingsovereenkomst (SOK) te komen voor het Wieringerrandmeer. Hoewel eind 2006 de vooruitzichten op een dergelijke overeenkomst positief waren, kon deze pas onder een negental ontbindende voorwaarden getekend worden op 5 maart 2007. In de samenwerkingsovereenkomst participeren de marktpartijen onder de naam Lago Wirense en doen van publieke zijde de gemeenten Wieringen, Wieringermeer en de provincie NH mee. De samenwerkingsovereenkomst regelt hoe partijen de grondverwerving, planrealisatie en de opbrengsten en kosten met betrekking tot het gewenst plan regelen. Daarnaast worden er uiteraard nog veel meer afspraken tussen partijen in de overeenkomst vastgelegd die de basis vormt voor de samenwerking in een gezamenlijke grondexploitatie maatschappij GEM” .Verwachting is dat na invulling van de ontbindende voorwaarden eind 2007 de GEM in 2008 wordt opgericht. 3.8.4 Crailo In 2006 is door betrokken partijen (provincie, gemeenten Bussum, Hilversum en Laren, en Goois Natuurreservaat) gezocht naar een goed evenwicht tussen wonen, bedrijven, natuur en recreatie binnen een financieel haalbaar plan. De resultaten hiervan zijn vastgelegd in de Nota van uitgangspunten. In oktober 2006 is de Nota van Uitgangspunten door de stuurgroep geaccordeerd. Hiermee is een belangrijke basis
24
gelegd voor de verdere ontwikkeling van het gebied. De nota is begin 2007 door de meeste gemeenteraden goedgekeurd. Het is de bedoeling dat het ca. 60 ha grote terrein in 2007 door de provincie wordt verworven. De onderhandelingen hierover met Domeinen zijn in volle gang. Daarna kan een begin gemaakt worden met de ontwerpfase, waarin onder andere gewerkt zal worden aan een stedenbouwkundig masterplan en het (intergemeentelijk) bestemmingsplan. Het is nog niet duidelijk op welk moment eventueel private partijen bij het proces betrokken zullen worden. 3.8.5 Rottepolderpark Op 13 juni 2006 is opgericht Rottepolderpark B.V. Aandeelhouders zijn de provincie Noord-Holland voor 80% en de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude voor 20%. De vennootschap heeft ten doel de ontwikkeling van het voormalige “Rutte-terrein”, aangekocht van de N.V. Afvalzorg, tot een regionaal bedrijventerrein. Voor de realisering van het nieuwe bedrijventerrein is in oktober 2006 een Europese aanbestedingsprocedure gestart. In het voorjaar van 2007 is aan vijf inschrijvers gevraagd om een inzending te verzorgen bestaande uit een bieding en ontwerp in het kader van de Design & Build opdracht. Ballast Nedam is uiteindelijk als winnaar naar voren gekomen. In juni 2007 is een samenwerkingsovereenkomst met de RON en SADC gesloten. Zowel de RON als de SADC zal 20% van het aandelenpakket van de provincie overnemen. De nieuwe aandeelhouders hebben een andere naam voor het te ontwikkelen bedrijventerrein voorgesteld: PolanenPark. 3.9 Beheergrondbank Laag Holland Voor de oprichting van de Beheergrondbank Laag Holland is medio 2006 besloten vanuit de provincie € 1,25 mln beschikbaar te stellen. Besloten is dit bedrag te betrekken uit het krediet anticiperende grondaankopen. De betaling van het betreffende bedrag voor de financiering van de grondaankopen voor de Beheergrondbank heeft begin 2007 plaatsgevonden. De Rijks- en provinciale bijdragen zijn vervolgens ter beschikking gesteld aan het Nationaal Groenfonds. Op basis hiervan kan het budget via een leningenconstructie worden opgehoogd tot € 4 mln. Bij een vervolg zal het geld in latere jaren via de begroting kunnen worden opgenomen en weer terug kunnen vloeien naar het revolving fund. In 2006 heeft BBL in opdracht van de provincie 56 hectaren voor € 1,3 mln verworven en in pacht uitgegeven. 3.10 Beheer Provinciale onroerende zaken die niet voor de openbare dienst zijn bestemd, worden door de Afdeling Beheer & Uitvoering beheerd. Daarnaast is op basis van een beheersovereenkomst het beheer van circa 7200 hectare voornamelijk duingebied ondergebracht bij N.V. PWN Waterleidingbedrijf.
25
Het bestand van de door de provincie te beheren onroerende zaken en de daaruit te verkrijgen opbrengsten is sterk aan mutaties onderhevig. Dit houdt enerzijds verband met: • verkopen van provinciaal eigendom, • noodzakelijke sloop van bebouwing, • beëindiging van pacht of huurrelatie in het zicht van de uitvoering van het werk waarvoor is aangekocht. Anderzijds komen er mutaties voort uit: • het op orde brengen van de contracten die in het verleden zijn aangegaan, maar die niet meer strookten met de feitelijke situatie, • het invoeren van de gegevens van alle overeenkomsten in de “Contracten Administratie” (het geautomatiseerde systeem Meulenkamp).
26
Voor het beheer van onroerende zaken per 31 december 2006 wordt verwezen naar het volgende overzicht. Overzicht beheersituatie (tabel 8) Soort Aantal Aantal 2005 2006 Erfpacht pacht Verhuur woningen Verhuur ongebouwd en overig bebouwd Verhuur ligplaatsen woonschepen Verhuur ligplaatsen recreatievaartuigen Verhuur visrechten Visvergunningen Bruikleen Totalen
12 83
10 74
3
Opbrengst 2004
in
Opbrengst 2005
in
Opbrengst 2006
3
€ 45.684,00 € 97.319,00 € 15.437,00
€ 41.212,00 € 116.800,00 € 15.701,00
€ 14.579,00 € 124.342,00 € 16.202,00
118
115
€ 94.439,00
€ 583.176,00
€ 694.416,00
53
53
€ 49.027,00
€ 49.591,00
€ 51.049,00
406
€ 46.896,00
3
2
€ 4.300,00
€
787,00
€
2.364,00
3 31
14 30
€ 853,00 nvt
€ nvt
488,00
€
917,00
306
707
€ 307.059,00
€ 807.755,00
€ 950.765,00
Het grote verschil in opbrengst uit erfpacht in 2006 ten opzichte van de twee voorgaande jaren is te verklaren uit het feit dat een erfpachtcontract in de gemeente Haarlemmermeer is beëindigd en de grond is verkocht aan de Dienst Landelijk Gebied. Evenals in voorgaande jaren kan over de huur- en pachtsommen worden vermeld, dat waar mogelijk marktconforme prijzen worden gehanteerd. Indien dat wettelijk mogelijk is en de markt het toe laat, worden deze prijzen opgetrokken. Voor woningen is het wettelijk systeem van huurprijsbepaling aan de orde. Pachtprijzen zijn gebonden aan het Pachtnormenbesluit 1995. Als regel kan de pacht niet hoger worden vastgesteld dan 2 % van de vrije agrarische waarde van de grond. Voor het verhuren van locaties voor tankstations is een Integraal Tankstationbeleid vastgesteld. De uitvoering van dit beleid leidt ertoe dat met de exploitanten van 25 tankstations een erfpachtovereenkomst moet worden aangegaan, waarbij de canon bestaat uit een vaste vergoeding, berekend over de waarde van de locatie en een variabele vergoeding, berekend over de brandstof doorvoer in liters. Met een aantal exploitanten is deze overeenkomst reeds aangegaan hetgeen duidelijk te zien is in de stijging van opbrengsten van verhuur ongebouwd. Bij bestaande locaties is het pas mogelijk om een erfpachtovereenkomst af te sluiten, zodra er een nieuwe eigenaar in het geding is.
27
in
Er is een huurovereenkomst gesloten voor het object Blinkertweg 2a (partycentrum De Manage, dat is aangekocht in 2006 voor de mogelijke aanleg van een ecoduct). Bij de kantonrechter is een verzoekschrift ingediend om te kunnen afwijken van de dwingendrechtelijke bepalingen in de Huurwet. Dit komt erop neer, dat de huurovereenkomst in weerwil van de beëindigingregels van titel 7.4 afdeling 6 BW kan worden beëindigd op ieder door partijen gewenst moment met een aanzegtermijn van drie maanden. 3.11 Planschade / Nadeelcompensatie Planschade : In 2006 zijn bestaande planschadeverhaalovereenkomsten met de gemeenten in het N201 en N242 project aangepast aan de nieuwe wetgeving. Met een belanghebbende (restaurant) is een vaststellingsovereenkomst voor een voldoening tegen finale kwijting voor alle schaden (vermogens- zowel als inkomensschaden), kosten en interesten t.g.v. de planologische wijzigingen c.q. de feitelijke uitvoeringswerkzaamheden i.v.m. de reconstructie van de N242. Het totale bedrag aan schadevergoeding bedraagt € 885.000. Door een andere belanghebbende is er een verzoek tot planschade ingediend als gevolg van de reconstructie van de N242. Er is een schadecommissie aangesteld die het verzoek zal gaan beoordelen. Afronding zal plaatsvinden in 2007. Nadeelcompensatie: In 2006 is een concept-regeling nadeelcompensatie in procedure gebracht. Inmiddels is deze in 2007 door GS vastgesteld en van kracht. De regeling beoogt het vergoeden van schade aan belanghebbenden, die is veroorzaakt door rechtmatige besluiten dan wel rechtmatig feitelijk handelen in het kader van aanleg, beheer en onderhoud van provinciale infrastructuur. In het afgelopen jaar zijn vier claims in het kader van nadeelcompensatie ingediend. Twee hiervan zijn afgewikkeld, waarvan 1 heeft geleid tot uitkering van een schadevergoeding. De afronding van de 2 overige claims zal plaatsvinden in 2007. 3.12 Ruilverkaveling In het kader van de ruilverkaveling heeft de provincie 93.98.51 ha. verkregen en 101.56.26 ha. ingebracht. Dit betreft de ruilverkaveling Herinrichting Westzaan en Herinrichting Amstelland.
28
3.13 Recreatie om de Stad / Ecologische Hoofdstructuur Voor Recreatie om de Stad (RodS) en de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) zijn in 2006 door DLG 320 ha, respectievelijk 61 ha verworven voor € 21,8 miljoen , respectievelijk € 1,6 miljoen. Verder is 36 ha in het kader van de regeling Particulier Natuurbeheer (PNB) gerealiseerd. Het rijksdeel van de PNB-subsidie bedroeg € 1,2 miljoen. In 2006 is € 2,8 miljoen aan inkomsten uit verkopen weer ingezet voor aankopen. Naast de bovenstaande aankopen voor RodS en EHS is er 32 ha ruilgrond verworven voor € 1 miljoen. 3.14 Beheer Provinciale eigendommen door N.V. PWN Evenals in de voorgaande jaren is een groot deel van de provinciale eigendommen in beheer bij de N.V. PWN Waterleidingbedrijf Noord-Holland. Dit beheer vindt plaats op basis van een beheersovereenkomst, die tot 1 oktober 2040 loopt. De beleidsmatige aansturing van het beheer over deze eigendommen vindt plaats op grond van de door uw Staten goedgekeurde Beheernota PWN 2003-2012. De directie Beheer & Uitvoering onderhoudt de ambtelijke contacten met betrekking tot het aan gaan en de afwikkeling van overeenkomsten. 3.15 Uitvoering Grondbeleid op afstand Schiphol Area Development Company N.V en de Regionale Ontwikkelingsmaatschappij Noordzeekanaalgebied NV Voor de uitvoering van het grondbeleid door SADC en RON wordt verwijzen wij u naar de jaarverslagen van de betreffende organisaties.
Titel:Nota PS-cie. ROG, agendapunt 9. (Jaarverslag Grondbeleid 2006) Datum:03-12-2007 Nummer:9
29