NoLogo
DHV Groep
Verslag zoutbeperkende maatregelen Rijnmond Aan Van Datum
: Deelnemers workshop Zoutbeperkende Maatregelen Rijnmond : Maarten Verkerk, David de Smit en Johan Heymans : 15 april 2010
Intro Binnen het project “Zoutbeperkende maatregelen Rijnmond” wordt uitgezocht welke (technische) maatregelen mogelijk zijn om de zoutindringing via de Nieuwe Waterweg verder te kunnen beperken. In de huidige situatie gebeurt dit door middel van de bodemligging in de Nieuwe Waterweg en de Nieuwe Maas (de trapjeslijn) en het zoveel mogelijk sturen van de rivierafvoer via de Nieuwe Waterweg via de Haringvlietsluizen. De vastgestelde achteruitgang van de trapjeslijn en de mogelijke onttrekking van zoet water ter beperking van zoutlek via de Volkeraksluizen in de toekomst versterken de indringing via de Nieuwe Waterweg. Verandering van klimaat zorgt voor een extra toename van de zoutindringing. In perioden met extreem lage afvoeren kan dit leiden tot stremming van de inname van zoet water voor industrie, drinkwater en landbouw. Binnen dit project worden mogelijke maatregelen gedefinieerd die deze toename zoveel mogelijk beperken. In het kader van dit project zijn in een workshop op 18 februari 2010 ideeën gegenereerd voor mogelijke maatregelen. Daarbij is onderscheid gemaakt tussen maatregelen voor de korte en de lange termijn. Korte termijn maatregelen (realiseerbaar voor 2015) worden met name bezien vanuit het oogpunt dat de verzilting een calamiteit is. Hierbij wordt gedacht aan tijdelijk inzetbare maatregelen, die relatief eenvoudig zijn te realiseren en die ongeveer 1 keer per 5 à 10 jaar worden ingezet. Uitgangspunt is dat deze maatregelen een minimaal effect hebben op de bestaande gebruiksfuncties. Lange termijn maatregelen zijn maatregelen die nodig zijn na 2050 en die meer frequent gebruikt worden dan de korte termijn maatregelen. Opzet workshop De doelstelling van de workshop was het opstellen van een shortlist van kansrijke (korte termijn) maatregelen ter beperking van de zoutindringing in de Rijnmond. In de workshop zijn inleidingen gehouden om de problematiek toe te lichten (vanuit de waterschappen, vanuit het havenbedrijf en vanuit Rijkswaterstaat). Vervolgens is in 3 groepen gebrainstormd over mogelijk te nemen maatregelen voor zowel de korte als de lange termijn. Per groep is aangegeven welke maatregelen men kansrijk acht voor de korte termijn. Dat heeft 9 kansrijke maatregelen opgeleverd, die in het volgende deel van de workshop door de deelnemers verder zijn uitgewerkt. Aan de hand van de uitwerkingen is tenslotte de shortlist van 8 kansrijke maatregelen vastgesteld, deze zullen verder uitgewerkt gaan worden. De deelnemers aan de workshop zijn toegevoegd in bijlage 3. In dit verslag zijn alle geopperde maatregelen gepresenteerd. Afsluitend is een doorkijk gegeven naar verder te nemen stappen. Mogelijke maatregelen voor de korte en lange termijn In de brainstormsessie zijn de mogelijke maatregelen geïnventariseerd, en vervolgens gesplitst in maatregelen die op korte en lange termijn genomen kunnen worden. De korte termijn maatregelen zijn samen te vatten onder een aantal noemers. 1. Beweegbare keringen (verschillende vormen en verschillende locaties). Beweegbare drempels of balgstuwen die de zouttong tegen kunnen houden of afleiden. Het betreft een tijdelijke afsluiting. 2. Aanpassing trapjeslijn, bodemverruwing. Dit kan gedaan worden door de vorm van de huidige trapjeslijn aan te passen: trapjes scherpere vormen geven (bijvoorbeeld scherpe tredes/halfpipes). Dit kan gecombineerd worden met het verharden/verstijven van de
DHV Groep is een internationale groep van advies- en ingenieursbureaus. De houdstermaatschappij van de DHV Groep is DHV Holding B.V. Kamer van Koophandel Gooi- en Eemland nr.31021655. Amersfoort, Den Haag, Deventer, Eindhoven, Groningen, Maastricht Airport, Rotterdam, Westerhoven, Zaandam. Het kwaliteitssysteem voor beleidsvorming en besturing van de DHV Groep is gecertificeerd volgens ISO 9001.
DHV Groep
3.
4.
5.
sprong in de bodem bij de Waalhaven. Veroorzaken turbulentie. Turbulentie zorgt ervoor dat de zoutindringing minder ver oostwaarts kan komen, doordat de dichtheid geleidelijker over de diepte veranderd (er is geen scherp afgebakende zouttong meer). Turbulentie kan op verschillende wijzen worden gecreëerd: • door bodemverruwing (b.v. keien) te creëren; • door de vooroevers (bestaande KRW maatregel) in kribvakken te combineren met het uitbaggeren van de kribvakken; • door doorvaarbare lamellen op de bodem aan te brengen; • door vaarbewegingen te sturen: schepen gebruiker als mixer; • door met bellenschermen mechanische en hydraulische menging te bewerkstelligen, bijvoorbeeld meerdere bellenschermen op meerdere locaties. Aanpassingen doorvoeren in het watersysteem. De gedachte hierbij is te kijken naar het bovenstroomse watersysteem van Rijnmond: kan daar nog in gestuurd worden? Concrete zaken zijn genoemd, zoals: • sluiten van de Hollandse IJssel in combinatie met wateraanvoer vanuit de Lek (via de Krimpenerwaard); • dichtzetten/knijpen van de Maeslandtkering; • optimaliseren van het hele aanvoersysteem naar Rijnmond: o.a Hartelkanaal en/of Rozenburgse sluis tijdelijk sluiten; • verlengen van de rivier rivier: verlengen Noorderdam (zoete bel voor de kust); • creëren zoete meren/zoetwatervoorraad in Rijnmond gebied; • afblazen Kierbesluit en afblazen verzouting VKZM; • tijdelijk afsluiten andere rivierarmen (Oude Maas, Spui, Hartelkanaal, Beer kanaal); • op meerdere plekken knijpen/versmallen van waterlopen. Verbreden combineren met verdiepen en versmallen. Technische ingrepen. Onder deze laatste noemer is een aantal mogelijkheden genoemd: • schutsluis aan zee; • propellers op bodem: turbulentie; • doek vanaf bodem aan drijvers vastgemaakt; • onderwater parachutes; • zout water opslaan in bodemputten in het havengebied, deze putten steeds weer ontzilten. Zouttong opslaan in diep put, in combinatie met zoutwaterbekken met pompen ledigen. Zouttong in diepe havenbekkens.
Lange termijn maatregelen speelden in op het nationale waterbeleid (b.v. nationale zoetwater verkenning), technisch meer geavanceerde ingrepen (b.v. afsluiten Rijnmond en een derde maasvlakte), de dynamiek in de havens (b.v. op termijn dempen havens die niet of minder gebruikt worden) etc. Voor alle maatregelen voor zowel de korte als lange termijn zie bijlage 1. Ook zijn in deze bijlage nog tips benoemd: waar aan te denken bij de verdere uitwerking. Uitwerking kansrijke maatregelen Aan de hand van de hierboven gepresenteerde resultaten van de brainstormsessie zijn 9 kansrijke maatregelen verder uitgewerkt. Iedere deelnemer heeft zijn voorkeur aangegeven (door middel van stickeren). De kansrijke maatregelen zijn in deelgroepen verder uitgewerkt aan de hand van een aantal aandachtspunten: • schets het idee: hoe ziet de maatregel eruit en geef de eventuele locatie, • schets een stappenplan om het idee te realiseren, • benoem partijen die mee moeten doen, • geef een indicatie van de realisatie termijn, • schat de effecten van de maatregel in o.a. op de functies (zoals scheepvaart, veiligheid, etc.), 15 april 2010 -2-
DHV Groep
• •
geef een globale kostenschatting, en een algemene inschatting van de haalbaarheid.
Toelichting kansrijke maatregelen De uitgewerkte maatregelen worden hieronder besproken. In bijlage 2 is nog wat achtergrond informatie bij deze maatregelen gegeven. 1.
Optimalisatie van de trapjeslijn. Hierbij wordt gedacht in 3 deeloplossingen: (1) optimaliseren van het langs profiel van de trapjeslijn (zo is een verhoging van de westelijke treden momenteel onderwerp van onderzoek; het effect van verhoging van de bovenste twee treden is al onderzocht), (2) het veranderen van de vorm van de trapjes (zoals “half pipes”) en (3) verruwing van de bodem (mogelijk in combinatie met veranderen van de vorm van de trapjes), waardoor de turbulentie toeneemt (TURBU TRAPS). Voor deeloplossingen 2 en 3 moet de locatie zo westelijk mogelijk worden gezocht. Daar wordt het meeste effect verwacht.
2.
Hollandsche IJssel afsluiten in combinatie met aanvoer van Lekwater via de Krimpenerwaard: LEKker Zoet. De zoetwater behoefte van Schieland en een deel van Rijnland (ongeveer de helft) kan geregeld worden door zoetwater te ontrekken vanuit een afgesloten Hollandsche IJssel. Door sluiting van de Hollandsche IJssel met behulp van de stormvloedkering en gebruik makend van de (vernieuwde) gemalen Veurink en Verdoold kan 3 circa 11 m /sec water uit de Krimpenerwaard worden geloosd op de Hollandsche IJssel. Het water in de Krimpenerwaard wordt ingelaten vanuit de Lek. Om dit te realiseren moeten voorzieningen worden aangelegd. Het gemaal Veurink is al vernieuwd. Gemaal Verdoold wordt binnen twee jaar vernieuwd. De huidige inlaat van Lekwater bij gemaal Krimpenerwaard is te klein. Een nieuwe inlaatvoorziening (stroomopwaarts gelegen) is noodzakelijk. Binnen de Krimpenerwaard dienen enkele hoofdwatergangen (en duikers) te worden verbreed. De investeringskosten voor een nieuwe inlaat en de verbreding van de hoofdwatergangen worden geschat op respectievelijk € 6 miljoen en € 10 miljoen. Aandachtspunten. Bij sluiting van de Hollandsche IJssel dient de scheepvaart geschut te worden. Onderzoek is nodig naar de economische schade van het tijdverlies door het schutten gedurende langere perioden (ca. twee maanden). Ook het wegverkeer zal hinder ondervinden omdat bij het schutten de (lager gelegen) brug zal moeten worden bediend. De landelijke waterverdeling dient rekening te houden met voldoende aanvoer van zoetwater naar de Lek in droge perioden zodat voldaan kan worden aan de zoetwater behoefte. Onderzocht moet worden of er mogelijk sprake is van schadecompensatie.
3.
Optimaliseren van het Rijnmond systeem. De stelling is dat er genoeg zoet water voorhanden is maar dat de verdeling niet optimaal is. In de huidige situatie gaat het grootste deel van het Rijnwater en al het Maaswater via Hollands Diep en Haringvliet richting Noordzee. Het idee is bij lage afvoeren de Haringvlietsluizen dicht te zetten. Het water wordt via het Spui naar de Nieuwe Waterweg gestuurd om verzilting tegen te gaan, dit zal naar verwachting niet optimaal werken. Aan de Noordrand (Nieuwe Maas, Hollandse IJssel is er namelijk nauwelijks tegendruk zodat zout water ver binnen kan dringen.
15 april 2010 -3-
DHV Groep
Verder wordt voorgesteld om via 3D gaming te gaan kijken of de afvoerverdeling bijgesteld kan worden door op cruciale plaatsen de afvoer te stremmen of te knijpen. Een logische plaats hiervoor is het splitsingspunt Boven Merwede, Beneden Merwede en Nieuwe Merwede. Voorgesteld wordt om hier de ‘flipper van de Kop van de Oude Wiel’ te bouwen. Bij lage rivierafvoeren wordt water richting Beneden Merwede gestuurd in plaats van de Nieuwe Merwede. De bedoeling is dat er meer tegendruk komt door afvoer van dit water via de Noord en Nieuwe Maas. Hierdoor wordt verzilting van de Hollandse IJssel voorkomen. Deze flipper heeft ook bij hoog water voordelen. In die situatie wordt het grootste deel van het water juist via de Nieuwe Merwede afgevoerd richting Biesbosch, Hollands Diep, Haringvliet en Volkerak-Zoommeer en worden de Drechtsteden en Rotterdam ontlast. Andere locaties waar geknepen kan worden, zijn het Spui en diverse locaties in de Oude Maas. Mogelijk moet gedacht worden aan meerdere locaties om het water de goede kant op te kunnen sturen. Aandachtspunt: veel ingrepen zijn waarschijnlijk niet voor 2015 realiseerbaar. 4.
Constructies aan het begin van de Nieuwe Waterweg: lamellen en parachutes. Hierbij zijn twee mogelijkheden beschouwd van door en/of overvaarbare constructies: tijdelijke constructie (balgstuw/ parachute); permanent overvaarbare constructies (lamellen). Uitgewerkt zijn de lamellen en parachute optie. Bij lamellen wordt gedacht aan op de bodem geplaatste, vertikaal staande lamellen. De afstand tussen de lamellen kan mogelijk variëren: het kan een gesloten systeem zijn waar de lamellen tegen elkaar geplaatst staan (gericht op het tegenhouden van de zouttong), of een open systeem waarbij er een afstand tussen de lamellen wordt gehouden (meer gericht op menging). In deze laatste optie kan mogelijk een betere menging plaatsvinden. Specifieke vragen hierbij zijn: Hoe hoog moeten de lamellen zijn? Op welke afstand tot de zee fungeren ze optimaal? Wat is benodigde flexibiliteit (zoutwerend maar flexibel genoeg voor de scheepvaart)? Gewenste vormgeving om turbulentie te creëren? Effect op natuur (visintrek)? Tijdelijk of permanent? Sedimentatie problemen? Bij de parachute wordt gedacht aan een aan de bodem bevestigde constructie, inderdaad in de vorm van een parachute. Deze kan opgetrokken worden om een scheiding tussen zoet en zout te bewerkstelligen. Deze constructie is tijdelijk van aard. Hij kan met een schip worden aangevoerd. Specifieke vragen bij deze optie zijn: Kan de parachute tweezijdig keren? Hoe te combineren met veiligheid? Kan hij op de drempel van de Maeslantkering gebruikt worden? Een aandachtspunt bij beide opties is dat het monitoren van effecten noodzakelijk is en dat de scheepvaart niet gehinderd wordt (mogelijk bij parachute problemen met schroef).
5.
Natuurvriendelijke inrichting kribvakken (KRW maatregel): toename turbulentie. Kribben hebben invloed op de stroming. Ze kunnen mogelijk zodanig worden aangepast dat extra turbulentie en dus menging van zoet en zout water optreedt. Bij aanpassing kan gedacht worden aan ligging in langsrichting of om en om verdiepen en verondiepen van kribvakken. Naast het versterken van de menging om de zoutindringing te beperken kan een aanpassing van kribvakken ook bijdragen aan een beperking van het baggeronderhoud en de verbetering van de waterflora en -fauna. Als inderdaad oevers/kribben in lengterichting in beeld komen als maatregel voor het beperken van de zoutindringing dan zouden geotubes toegepast kunnen
15 april 2010 -4-
DHV Groep
worden. Dat is een nieuwe techniek die in de praktijkproeffase zit. Er kan baggerspecie worden hergebruikt. Bij juiste toepassing wordt er bespaard op verdediging en grondverzet. 6.
Zoete bel voor de kust creëren/ verlengen van de rivier. In de discussie zijn 2 varianten beschouwd: 1. het aanleggen van strekdammen (dwars op het land) ten noorden en ten zuiden van de Nieuwe Waterweg. De strekdam kan een gesloten dam zijn of een dam met openingen. Qua materiaal kan gedacht worden aan caissons of geotubes (3 km lang). 2. Aanleggen in combinatie met de zandmotor voor de Zuid-Hollandse kust: door het aan te leggen “opgespoten eiland” wordt de zuidelijke waterstroming tegengehouden en circulatie wordt gecreëerd voor de opening van de Nieuwe Waterweg. Mogelijk dat de vorm van het op te spuiten eiland moet worden aangepast. De realisatie termijn voor variant 1 is geschat op 2 jaar, voor variant 2 hangt realisatie af van de aanleg van de zandmotor. Voor de tweede variant speelt daarna de vraag in hoeverre dit realiseerbaar is in combinatie met de zandmotor. Verder onderzoek naar effect is nodig. Ook is niet duidelijk wat er gebeurd met de sedimentatie.
7.
Profielverkleining met eenzijdige, tijdelijke afsluiting: BRIENENDEUR. Het idee is een deel van de Nieuwe Waterweg tijdelijk af te sluiten. Een potentiële locatie is ten zuiden van Eiland van Brienenoord (eigenlijk het Noordereiland). Hierdoor ontstaat dus een kleiner doorstroomprofiel (in lengte profiel versmallen) waardoor met een geringe hoeveelheid zoet water tegendruk gegeven kan worden aan het zoute water. Als realisatie termijn is 36 maanden geschat. Benodigd zijn goede, goedkope en flexibele bouwstenen om de afsluiting te realiseren. Gedacht kan worden aan kunststof caissons, deze zijn gemakkelijk te lichten en gemakkelijk te vervoeren). Dit plan kan voor meerdere locaties worden uitgewerkt; mogelijk dat dan ook op meerdere locaties tegelijkertijd gedeeltelijke afsluiting mogelijk is.
8.
Zouttong tijdelijk opslaan in diepe putten. Het idee is het zoute water op te vangen in de rivier en de haven, in diepere gedeelten. Dit is echter moeilijk te realiseren. Alleen in de havens zijn er mogelijkheden. Het afpompen van het opgevangen zoute water uit de diepe plekken is dan weer problematisch. In de workshop is de conclusie getrokken dat de realisatiekans voor deze optie minimaal is.
9.
Bellenscherm (een of meerdere schermen). De optie is in de workshop verder niet uitgewerkt (er werd tenslotte al over nagedacht). Wel is geconcludeerd dat deze optie zondermeer erg kansrijk is en verder uitgewerkt moet worden.
Dit betekent dat er 8 kansrijke maatregelen overblijven (nummer 8 valt dus af). Conclusie De resultaten van de 9 maatregelen zijn gepresenteerd aan de groep. Aan de hand hiervan is een algemene discussie gevoerd, waarin onder andere de volgende onderwerpen zijn benoemd. 1. Tijdens de presentatie van de uitwerkingen bleek dat sommige maatregelen meer of minder haalbaar waren. Maar ook is duidelijk dat alle maatregelen nog een keer goed tegen het licht moeten worden gehouden, vooral de effectiviteit en realiseerbaarheid zijn vaak onzeker. 2. Ook werd duidelijk dat niet in één maatregel de oplossing ligt, maar dat ook gedacht kan worden in combinaties: een blokkendoos waarbij verschillende combinaties van blokjes de oplossing kunnen zijn. 3. Verder geldt dat een nationale afstemming voor het vervolgtraject nodig is en dat een goede kostenbatenanalyse nodig is. Dit kan ertoe leiden dat de investeringsruimte verder reikt dan de bestaande budgetten. 4. Verder is duidelijk dat alle partijen, inclusief het Havenbedrijf positief zijn: men wil verder.
15 april 2010 -5-
DHV Groep
Hoe verder? Het projectteam “Zoutbeperkende maatregelen Rijnmond” is nu aan zet. Allereerst zal een prioritering in de kansrijke maatregelen worden aangebracht. Vervolgens zullen de effecten van de maatregelen worden gekwantificeerd, bijvoorbeeld door middel van modelberekeningen. Hierna zullen de veelbelovende maatregelen worden uitgewerkt in een technisch ontwerp. De deelnemers zullen op de hoogte gehouden worden van de voortgang van het project. Na de zomer zal er een bijeenkomst worden georganiseerd waarin de resultaten gepresenteerd zullen worden.
15 april 2010 -6-
DHV Groep
Bijlage 1. Longlist maatregelen korte en lange termijn Resultaten van de Creatieve Sessies (ochtend) Groep 1: In deze groep zijn korte en lange termijn mogelijke maatregelen benoemd. De korte termijn maatregelen zijn door de deelnemers “gestickerd”: het aantal stippen (zie onderstaande lijst) duidt op de kansrijkheid van de maatregel zoals geschat: veel stippen = kansrijker. Korte termijn (voor 2015): Kansrijk 1. Beweegbare drempel/ balgstuw: meer turbulentie (15 stippen) 2. Vooroevers (KRW maatregel)in kribvakken in combinatie met uitbaggeren kribvakken: turbulentie (15 stippen) 3. Bellenschermen (15 stippen) 4. Zout water opslaan in bodemputten in havengebied, putten steeds weer ontzilten (12 stippen) 5. Hele aanvoer systeem naar Rijnmond optimaliseren: o.a Hartelkanaal tijdelijk sluiten, Rozenburgse sluis tijdelijk sluiten (beheer) (8 stippen) 6. Bodemschermen om turbulentie te creëren(4 stippen) 7. Propellers op bodem: turbulentie ( 2 stippen) Niet kansrijk 8. Trapjes scherpere vormen geven (scherpe tredes/ halfpipes) 9. Hollandse IJssel sluiten/ water aanvoer uit Lek ) 10. Maeslandt kering dichtzetten. 11. Schutsluis aan zee 12. Vaarbewegingen sturen: turbulentie creëren (beheermaatregel) 13. Verlengen rivier: verlengen Noorderdam Lange Termijn (na 2015): 14. Niet mengen zout en zoet, geen turbulentie 15. Leiding van Brielse Meer naar Delfland perforeren: eventueel combineren met CO2 leiding die er onder loopt? 16. Nationale Zoetwaterverdeling 17. Meegroeien met zeespiegelstijging 18. Trapjeslijn herzien: op termijn kunnen voldoen voor enkele locaties ondiepere havens na 2015 19. Dempen havens Groep 2: In deze sessie zijn op korte en lange termijn mogelijke maatregelen benoemd. De korte termijn maatregelen zijn door de deelnemers “gestickerd”: het aantal stippen (zie onderstaande lijst) duidt op de kansrijkheid van de maatregels zoals geschat: veel stippen = kansrijker. Verder zijn TIPS benoemd, zaken die handig kunnen zijn bij de verdere uitwerking. Korte termijn (voor 2015): Kansrijk 1. Meerdere bellenschermen (21 stippen) 2. Bellenscherm/ mechanische menging (17 stippen) 3. Zoete bel voor de kust, zoete meren in Rijnmond gebied (12 stippen) 4. Doek vanaf bodem aandrijvers (9 stippen) 5. Beweegbare stuw: tijdelijk afsluiten (8 stippen) 6. verruwen van de bodem (bv keien) (8 stippen) 7. Zouttong opslaan in diep put, in combinatie met zoutwaterbekken met pompen ledigen (7 stippen) 8. Bij Waalhaven sprong in de bodem verharden/ verstijven (7 stippen) 9. Kierbesluit stoppen (5 stippen) 15 april 2010 -7-
DHV Groep
10. Zoetwatervoorraad in bergingsgebieden (4 stippen) 11. Hydraulische menging (3 stippen) 12. Verbreden combineren met verdiepen en versmallen (3 stippen) 13. Op meerdere plekken knijpen/ versmallen (2 stippen) Niet Kansrijk 14. VKZM stoppen 15. Regelmechanisme monding Hollandse IJssel 16. Onderwater parachute 17. schepen gebruiken als mixer (Tip en Korte termijn optie) 18. Andere rivierarm tijdelijk afsluiten (Oude Maas, Spui, Hartelkanaal) (Korte en Lange Termijn) 19. Beweegbare profielen om menging 20. Balg drempels 21. Zouttong in diepe havenbekkens 22. Beerdam (Beerkanaal- Hartelkanaal naar het oosten (Korte en Lange Termijn) 23. Zouttong met profiel op bodem/ afleiden Lange Termijn (na 2015) 24. Derde Maasvlakte 25. extra zoetwaterbel bij zee 26. Strekdam in zee (verlenging rivier) 27. Sluissysteem Nieuwe Waterweg 28. Maeslandkering versmallen 29. Maeslandkering mengen water 30. snelheid water verlagen (verruimen profiel) 31. Langsscheiding bij Hollandse IJssel, zoet water van bovenstrooms in IJssel 32. Met pompen stroomsnelheden verhogen TIPS: 33. Zoetwater conservering bij huishoudens 34. Koppeling met kustversterking 35. RWZI effluent hergebruiken, via afstroming dringt zout terug) 36. ideeën wedstrijd 37. Hoe erg is het zout? 38. sedimentsturing technieken inzetten 39. Haringvliet zoeter in droge perioden 40. Minder menging (twee lagen) 41. sluizensysteem voor Hollandse IJssel 42. Menging combineren met getijden energie 43. Ontzilting combineren met zoutwatervoorraad aanleggen 44. Blue energy met zoet/zout scheiding 45. Zoet water bovenstrooms vasthouden: in 1 keer loslaten 46. Grondwater? 47. Goed rondkijken internationaal 48. Voorbeeld zijn voor de rest van de wereld! 49. Historisch onderzoek napluizen 50. Andere technieken wetenschap; analogieën zoeken 51. Zout laten neerslaan (zilvernitraat 52. Betere afspraken met Duitsland/België 53. Bagger benutten (technieken) 54. Oude Maas verdiepen (zout opslag) 15 april 2010 -8-
DHV Groep
Groep 3: In deze groep zijn op korte en lange termijn mogelijke maatregelen benoemd. Apart zijn op het eind de kansrijke korte termijn maatregelen benoemd. De kansrijke korte termijn maatregelen zijn door de deelnemers “gestickerd”: het aantal stippen duidt op de kansrijkheid van de maatregels zoals geschat: veel stippen = kansrijker. Korte termijn (voor 2015): 1. Accepteren 2. Geld opsparen 3. Voorraad eerder opbouwen 4. Snellere besluitvorming 5. Maeslantkering sluiten 6. Meer water via de Lek 7. Meer water over de noordelijke routes sturen 8. Spui afsluiten 9. Openen Rozeburgse sluis 10. Maeslandkering knijpen 11. flexibele kribben 12. Havenhoofden in zee (tijdelijk) 13. Bellenschermen 14. Balgstuw /beweegbare drempel (Venetië) 15. overvaarbare drempel 16. PIJP vanuit Lek/ Vlist 17. Mengschepen 18. Optimum laatste 2 trappen 19. bult zand 20. HIJK dicht (plus aanvoer) 21. Brielse Meer berging 22. Zeeschepen naar zee, niet meer in de waalhaven etc. 23. Schutsysteem Volkerak sluizen bij laag water (vergl. Panama) 24. Bij lage afvoeren andere eisen aan diepgang 25. Doek in vaargeul Lange Termijn (na 2015) 26. Sturen over de oude maas 27. Aparte snelle kering voor zoet water 28. innovatie scheepvaart 29. Berging 30. aankaken bij afsluiten Rijnmond 31. Water akkoord stroomgebied aanvullen lage rivier aanvoer 32. aanvullend stabilisatiesysteem schepen Kansrijke korte termijn maatregelen volgens deze groep : – Mengen (kribben, beschermen) (25 stippen) – Tijdelijke zoutbarrière (24 stippen) – Sturen water (12 stippen) – Aanvoer van zoet water van elders (11 stippen) – Snel kiezen bij droogte (10 stippen) – Verondiepen plus scheepvaart ( 4 stippen) – Berging (4 stippen) – Acceptatie (3 stippen)
15 april 2010 -9-
DHV Groep
Bijlage 2: Nadere toelichting bij de 9 kansrijke maatregelen Maatregel
Stappenplan voor realisatie:
Veranderen van
1.Onderzoek naar de optimale vorm
vorm trapjes: TURBU TRAPS
Betrokken partijen
Ingeschatte effecten:
RWS Zuid Holland
Scheepvaart:
0
maximale turbulentie.
Ecologie:
0
2.Kosten/Baten analyse
Veiligheid:
0
3.Aanbesteden en aanleg
Duurzaamheid:
+ 0
voor
LEKker zoet:
1. Onderzoek: is voldoende inlaat/ doorstroming
Benodigde partijen vanuit
Scheepvaart:
Hollandse IJssel
mogelijk?
Waterakkoord: RWS ON/ZH;
Ecologie korte termijn: 0
afsluiten met
2. Wat zjjn de gevolgen stremming vrije
waterschappen; provincie Zuid-
Veiligheid (files bij brug
aanvoer Lek water
doorvaart Hollandse IJssel (mogelijk 7 weken
Holland
langer):
-
via
sluiten!)?
Duurzaamheid:
++
Krimpenerwaard
3. Gevolgen op zoutverdeling Rijnmond? 4.Waterakkoord aanpassen 5.Aanpassingen voorzieningen (totale ingeschatte doorlooptijd 4 jaar)
De aanvoer van
1.2 D model en knopjes (Delft 3D gaming),
water vanuit
onderzoek de samenhang in het systeem
diverse rivieren etc.
2.Hoe knijpen (1 en 2 samen 0.5 jaar)
optimaliseren van
3.Realisatie: procedures (1 jaar)
Rijnmond systeem
4. Ontwerpen bouwen (2 jaar)
Constructies aan
Tip: in de jaren 80 is al over dit concept
Lamellen en parachute industrie
begin Nieuwe
nagedacht.
Adviesbureaus/ Deltares
Waterweg
Realisatie termijn: 24 maanden
Havenbedrijf
(modulaire constructies)
Geen effect op ecologie.
RWS, Waterschap, Provincie Oplossing kan zijn de combi van deze 2!
Natuurvriendelijke
Havenbedrijf, Rozenburg, RWS
Scheepvaart:
0
inrichting
ZH, Deltares, Gem. Rotterdam
Natuur/ecologie:
+
kribvakken (KRW
Veiligheid:
0
maatregel):
Duurzaamheid:
+
Zoete bel voor de
Recreatie
+
kust creëren/
Scheepvaart
0
verlengen van de
Veiligheid
++
rivier
Duurzaamheid
+
toename turbulentie
Natuur
+
Profielverkleining
Onderzoek naar haalbaarheid
Partners RWS, Gemeentes,
Duurzaamheid:
+
met eenzijdige,
Ontwerp
Havenbedrijf, Stuurgroep ZW
Scheepvaart:
0
tijdelijke afsluiting:
Overleg met partners
Delta, Evides
Stroming:
+
BRIENENDEUR
Uitvoering
Zouttong tijdelijk
Peilen:
+
Natuur/ecologie
+
Veiligheid:
0
Realisatiekans minimaal
opslaan in diepe putten. Bellenscherm:
niet uitgewerkt, maar zeker kansrijk!
15 april 2010 - 10 -
DHV Groep
Bijlage 3: Deelnemers workshop Naam
Organisatie
emailadres
Piet Polak
Waterschap Brabantse Delta
[email protected]
Rob Uittenbogaard
Deltares-Delft
[email protected]
Dolf Kern
Hoogheemraadschap Rijnland
[email protected]
Ies de Vries
Deltares
[email protected]
Peter van Arkel
LTO Noord
[email protected]
Dik Ludikhuize
HH Delfland
[email protected]
Annelike Duker
DGW/projectsecretaris zoetwater
[email protected]
Steven Visser
Visser waterbeheer/provincie Zuid-Holland
[email protected]
Saskia van Vuren
HKV
[email protected]
Wim Werkman
RWS/Waterdienst
[email protected]
Hans van Pagee
RWS/Waterdienst
[email protected]
Jos Beugelsdijk
LTO Noord
[email protected]
Martien Boelaars
Adviesgroep Borm en Huijgens
[email protected]
Cor Huijgens
Adviesgroep Borm en Huijgens
[email protected]
Herman Meijer
Havenbedrijf Rotterdam
[email protected]
Stephan van der Biezen
Witteveen+Bos
[email protected]
Ties Rijcken
TU Delft
[email protected]
Cor van der Schelde
Havenbedrijf Rotterdam
[email protected]
Koos Hoogendoorn
LTO Noord
[email protected]
Sander Cornelissen
Havenbedrijf Rotterdam
[email protected]
Jan Smits
Waterschap Hollandsche Delta
[email protected]
Jan Bikker
LTO
[email protected]
Etta Meuter
Oasen
[email protected]
Luc Absil
Provincie Zuid-Holland
[email protected]
Ary van Spijk
Rijkswaterstaat Zuid-Holland
[email protected]
Wilbert van Zeventer
DGW
[email protected]
Theo van der Kaaij
Deltares
[email protected]
Piter Hiddema
Rijkswaterstaat Zuid-Holland
[email protected]
Floris van der Ziel
Royal Haskoning
[email protected]
Emiel van Velzen
Deltares
[email protected]
Vincent Klap
Provincie Zeeland
[email protected]
Rene Boeters
Rijkswaterstaat Zeeland
[email protected]
Arie Broekhuizen
Rijkswaterstaat Zuid-Holland
[email protected]
Kees van Rooijen
LTO
[email protected]
Laurens Baars
Rijkswaterstaat Zuid-Holland
[email protected]
Rutger Perdon
Arcadis
[email protected]
Marja Menke
Arcadis
[email protected]
Otto Koedijk
Rijkswaterstaat Zuid-Holland
[email protected]
Arie Noordijk
Havenbedrijf Rotterdam
[email protected]
Theo Klink
DHV
[email protected]
Job van Dansik
Hoogheemraadschap van Delfland
[email protected]
Robin van den Assum
Hoogheemraadschap van Delfland
[email protected]
Ronald Roosjen
Deltares/WINN
[email protected]
Carla Michielse
ZLTO
[email protected]
Hans Nederend
Aveco de Bondt
[email protected] 15 april 2010 - 11 -
DHV Groep
Acronius Kramer
Waterschap Zeeuwse Eilanden
[email protected]
Leo Apon
Waterschap Hollandsche Delta/projectteam
[email protected]
Birgitta van Wateren
Hoogheemraadschap van Rijnland/projectteam
[email protected]
Michiel Lips
Hoogheemraadschap
van
Schieland
en
de
[email protected]
Krimpernerwaard/projectteam Herman Haas
Waterdienst/projectteam
[email protected]
Vincent Beijk
Rijkswaterstaat Zuid-Holland/projectleider
[email protected]
Sandra Langezaal
Rijkswaterstaat Zuid-Holland/projectteam
[email protected]
Rinske van der Meer
Havenbedrijf Rotterdam/projectteam
[email protected]
Jan Prince
Rijkshavenmeester/projectteam
[email protected]
Johan Heymans
DHV/facilitator
[email protected]
Maarten Verkerk
DHV/facilitator
[email protected]
David de Smit
DHV/facilitator
[email protected]
Chantal van Haren
Havenbedrijf Rotterdam
Dirk van Schie
Hoogheemraadschap
[email protected] van
Schieland
en
de
[email protected]
Krimpernerwaard Jeroen Willemsen
Waterschap Hollandsche Delta
[email protected]
Jos Karssemeijer
LNV
[email protected]
Kees Kuijper
Deltares
[email protected]
Wim Klomp
DHV
[email protected]
Sander Brandt
Rijkswaterstaat Noordzee
[email protected]
Hans Otten
Rijkswaterstaat Noordzee
[email protected]
Jeroen Willemsen
Waterschap Hollandsche Delta
[email protected]
Ed de Meijer
Provincie Zuid Holland
[email protected]
Esther Bosman
Royal Haskoning
[email protected]
15 april 2010 - 12 -