2014
Financieel verslag CJG Rijnmond
Voorwoord Stichting CJG Rijnmond heeft een turbulent en uitdagend jaar achter de rug. Een jaar waarin de contouren van onze nieuwe taak binnen de stelselwijziging (decentralisatie jeugdzorg) steeds concreter werden en waarin wij als organisatie veel hebben geleerd. Een leerproces dat nog steeds voortduurt. Een jaar ook waarin we erin zijn geslaagd om onze jeugdgezondheidszorgdiensten richting onze klant te versterken met het oog op de toekomst; steeds meer zien we de positieve resultaten van onze dialooggerichte klantbenadering, een flexibel dienstenaanbod passend bij de behoefte van onze klant en het terugdringen van overbodige registratietijd. Hierdoor hebben we nog meer aandacht voor ouders, opvoeders en de omgevingsfactoren van het kind. Dit verslag verschijnt in het eerste lustrumjaar van CJG Rijnmond. Voor ons een moment om in dit verslag met trots stil te staan bij alles wat bereikt is. Een proces waarbij we in gezamenlijkheid en in goede harmonie met onze opdrachtgevers en ketenpartners, ondanks tijden van bezuinigingen en noodzakelijke veranderingen, veel gerealiseerd hebben. De oorspronkelijke missie van onze stichting – alle kinderen in beeld door middel van een integrale aanpak over het gehele werkgebied – is nog steeds onze belangrijkste drijfveer. Wij geloven sterk in grensoverstijgende samenwerking en het delen van wederzijdse ervaringen om zodoende de gezamenlijke zorgplicht voor kinderen en gezinnen te borgen.
Naast de uitvoering en ontwikkeling van de jeugdgezondheidszorgtaken heeft CJG Rijnmond zich het afgelopen jaar sterk ingezet om bij te dragen aan een werkend zorgsysteem binnen de wijknetwerken en wijkteams. Niet alleen als gevolg van de opdracht van de gemeente Rotterdam, maar ook bij diverse regiogemeenten is veel tijd geïnvesteerd in de voorbereiding op de decentralisatie van de jeugdzorg. De ontwikkeling van de consultatie- en diagnoseteams (CDT’s), aansluitend op lokale structuren, zien wij als een mooi gezamenlijk resultaat. CJG Rijnmond zal in 2015, in opdracht van de Gemeenschappelijke Regeling Jeugdhulp, de centrale coördinatie van deze functie gaan uitvoeren voor alle participerende gemeenten. In het financieel verslag maken wij inzichtelijk op welke wijze de subsidiegelden in 2014 zijn ingezet. De uitgaven en resultaten zijn in lijn gebleven met de financiële begroting en inhoudelijke doelstellingen. Ook de interne organisatie staat niet stil: een nieuwe bestuursvoorzitter, een nieuw cao-akkoord, de invoering van een sterk vereenvoudigd registratiesysteem en de overname van circa 50 nieuwe collega’s in het kader van de transitieontwikkelingen, zijn belangrijke gebeurtenissen die moeten bijdragen aan de continuïteit en verdere versterking van onze maatschappelijke taak. We gaan ons inzetten om de lijn van de afgelopen vijf jaar met elkaar door te trekken en zien de toekomst dan ook met vertrouwen tegemoet!
Bestuur CJG Rijnmond Hans Butselaar & Pieter Stenger
Inhoudsopgave 1
Jaarverslag
7
1.3
Kwaliteit en veiligheid van zorg.............................. 28
1.1
Algemene gegevens................................................ 8
1.3.1
Verslag van de Raad van Toezicht
29
1.1.1
Stichting CJG Rijnmond
8
1.3.2
Verslag van de Ondernemingsraad
30
1.1.2
Doel en activiteiten
9
1.3.3
Verslag van de Medezeggenschapsraad
31
1.1.3 Governancestructuur
10
1.3.4
Verslag van de vertrouwenspersonen
32
1.1.4
13
1.3.5
Interne beheersing en kwaliteit
32
14
1.3.6
Klachten
34
Visie en kernwaarden
1.1.5 Organogram 1.2
Resultaten 2014..................................................... 16
1.3.7 MIK-meldingen
34 35
1.2.1 Kengetallen
16
1.3.8
Inspectie voor de Gezondheidszorg
1.2.2
17
1.4
Continuïteit............................................................. 36
1.2.3 Contactmomenten
18
1.4.1
Begroting 2015
36
1.2.4 Aandachtskinderen
22
1.4.2
Toekomstige ontwikkelingen
37
1.2.5
Vaccinaties
24
1.4.3 Risicoparagraaf
1.2.6
Bereik
26
1.5
Ontwikkelingen en dienstverlening........................ 40
1.2.7
Maatwerk
27
1.5.1
Uitvoering JGZ
40
1.5.2
Product- en dienstontwikkeling
42
1.5.3
Overige dienstverlening
43
Ontwikkeling JGZ-uitvoering 2010-2014
38
1.6 Bedrijfsvoering....................................................... 45 1.6.1 Informatievoorziening
45
1.6.2
46
Personeel
Financieel verslag CJG Rijnmond 2
Jaarrekening 49
2.1
Balans per 31 december 2014............................... 50
(voor resultaatbestemming)
2.2
Staat van baten en lasten 2014............................. 52
2.3 Kasstroomoverzicht............................................... 53
3
Overige gegevens
79
3.1 Resultaatbestemming............................................ 80 3.2
Gebeurtenissen na balansdatum........................... 80
3.3
Controleverklaring van........................................... 81
de onafhankelijke accountant
Deze uitgave is samengesteld in opdracht van CJG Rijnmond ©2015. Vormgeving & productie: Kwajongens Communicatie
Financieel verslag CJG Rijnmond
5
Jaarverslag
Financieel verslag CJG Rijnmond
7
1.1 Algemene gegevens 1.1.1 Stichting CJG Rijnmond Stichting CJG Rijnmond, verder CJG Rijnmond, bestaat sinds 1 januari 2010 en is gevestigd in Rotterdam. De organisatie voert hoofdzakelijk jeugdgezondheidszorg (JGZ) uit in opdracht van in de gemeenschappelijke regeling GGD Rotterdam-Rijnmond verenigde gemeenten. In 2014 waren dit: Albrandswaard, Barendrecht, Bernisse, Brielle, Capelle aan den IJssel, Goeree-Overflakkee, Hellevoetsluis, Krimpen aan den IJssel, Lansingerland, Maassluis, Ridderkerk, Rotterdam, Schiedam, Spijkenisse, Vlaardingen en Westvoorne. CJG Rijnmond heeft geen winstdoelstelling.
Rotterdam
Vlaardingen
Lansingerland
Schiedam
Maassluis
Capelle aan den IJssel *
rland ingeBleiswijk
Lans
Berkel en Bergschenhoek Rodenrijs
Brielle
ss
am
ied
rd
Sch
al
iss
Stellendam
Go
ere
Dirksland Herkingen
Bernisse* Goeree-Overflakkee
e-O
Zuidland
ver
Spij
Ridderkerk
Ridderkerk
dswaar
d
Ba
re
se
kenis
rn
Melissant
Albran
Heenvliet
Be
Goedereede Ouddorp
a ew
lle
ne
is
slu
et
vo
lle
He
Hellevoetsluis
Krimpen aan den IJssel
art
or
Rockanje
el ss d IJ a/ pen Krim sel IJs a/d
Zw
ie Br
o stv We
Westvoorne
lle
pe
Ca
Vl
is
in
lu
aa
aa
ge n
M Brielle
Oostvoorne
nd
re
ch
t
fla k
e
CJG-locaties Regio
ke
e
Middelharnis Stad aan ‘t Haringvliet Den Bommel
Nieuwe Tonge
Oude Tonge
Achthuizen Ooltgensplaat
Barendrecht Albrandswaard
Spijkenisse*
* Met ingang van 1 januari 2015 zijn de gemeenten Bernisse en Spijkenisse opgegaan in de nieuwe zelfstandige gemeente Nissewaard en heeft de gemeente Capelle aan den IJssel ervoor gekozen de JGZ-taken te laten uitvoeren door Stichting Centrum voor Jeugd en Gezin Capelle aan den IJssel, onder directe verantwoordelijkheid van haar gemeenteraad.
8
Financieel verslag CJG Rijnmond 2014
1.1.2 Doel en activiteiten CJG Rijnmond opereert als uitvoeringsinstelling voor preventieve zorgdiensten in de breedste zin van het woord in opdracht van gemeenten. Het aanbieden van preventieve gezondheidszorg aan alle kinderen in het werkgebied, waarbij de lichamelijke, sociale en cognitieve ontwikkeling van kinderen wordt gevolgd en opvoed- en opgroeiadviezen aan ouders en verzorgers van kinderen worden verstrekt, vormt de basis van de maatschappelijke opdracht. Door adequaat te handelen bij het vaststellen van gezondheidsbedreigingen en achterstanden in ontwikkeling van kinderen, wordt effectieve ondersteuning geboden bij het gezond, veilig en kansrijk opgroeien van deze kinderen. Met gezondheidsbedreigingen en achterstanden in ontwikkeling worden onder andere bedoeld: groeistoornissen, overgewicht, motoriek- en spraak- en taalstoornissen, problemen met het gehoor en het gezichtsvermogen, maar ook psychosociale problemen zoals angst, depressie, agressie en contactstoornissen. Als onderdeel van de preventieve gezondheidszorg heeft CJG Rijnmond met het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) voor alle kinderen die binnen het werkgebied in (preventieve) zorg zijn, een overeenkomst gesloten voor de uitvoering van het Rijksvaccinatieprogramma (RVP), met als doel kinderen door inenting te beschermen tegen een aantal gangbare infectieziekten. De maatschappelijke opdracht op voordracht van de stichting, vormgegeven door een Raad voor het Publiek Belang, wordt bij voortduring afgestemd op de veranderende zorgbehoefte. De huidige grote veranderingen in het jeugdzorgveld als gevolg van de ingezette decentralisatie van jeugdzorgtaken, geven aanleiding nieuwe strategische doelstellingen te formuleren. Een mogelijke wijziging op de doelstelling van de stichting is momenteel in voorbereiding.
Door adequaat te handelen bij het vaststellen van gezondheidsbedreigingen en achterstanden in ontwikkeling van kinderen, wordt effectieve ondersteuning geboden bij het gezond, veilig en kansrijk opgroeien van deze kinderen.
Financieel verslag CJG Rijnmond
9
1.1.3 Governancestructuur
CJG Rijnmond streeft naar transparantie in de bedrijfsvoering. De organisatie zet zich in om kwalitatief hoogwaardige zorgdiensten te leveren tegen een goede prijs-kwaliteitverhouding. In de organisatie wordt een klimaat bevorderd waarin dialoog en debat in het belang van de dienstverlening vanzelfsprekend zijn. De opvatting is dat, door te zorgen voor goede werk- en medezeggenschapsverhoudingen binnen de onderneming, de kwaliteit van de functie-uitoefening van medewerkers positief wordt beïnvloed. Verantwoordelijkheid en transparantie zijn begrippen die tot de kernwaarden van de organisatie behoren. Om het zogenaamde publiek belang in de dienstverlening blijvend te borgen, is gekozen voor een zekere gelaagdheid in de aansturing van de stichting zoals onderstaand weergegeven: Raad voor het Publiek Belang
De Raad voor het Publiek Belang is het hoogste gezagsorgaan van de stichting. Deze treedt op als belangenbehartiger van alle bij de stichting aangesloten gemeenten en ziet erop toe dat
De Raad voor het Publiek Belang
het publiek belang in de aan CJG Rijnmond verstrekte dienstverleningsopdracht gewaarborgd
bestond in 2014 uit 16 leden.
blijft. Elke in de stichting participerende gemeente wordt in de Raad voor het Publiek Belang
• Hugo de Jonge, voorzitter
vertegenwoordigd door een burgemeester of wethouder. Het aantal leden in dit orgaan is gelijk aan het aantal in de stichting deelnemende gemeenten. In 2014 was Hugo de Jonge, wethouder Onderwijs, Jeugd en Zorg van de gemeente Rotterdam, voorzitter. Raad van Toezicht
Hoewel volgens de statuten de formele benoeming van de leden van de Raad van Bestuur
De Raad van Toezicht
een taak is van de Raad voor het Publiek Belang, treedt de Raad van Toezicht op als feitelijk
bestaat uit vier leden.
werkgever van de Raad van Bestuur. Deze stelt ondermeer de beloning van de bestuurders
In 2014 waren dit:
vast in overeenstemming met het door de Raad voor het Publiek Belang geformuleerde
• Aad van Nes, voorzitter
beloningsbeleid; de beloningscode voor bestuurders in de zorg zoals opgesteld door de
• Chantal Gill’ard
Vereniging van bestuurders in de zorg (NVZD). De Raad van Toezicht oefent controle uit op
• Eric Hisgen
de algemene gang van zaken ten aanzien van de voortgang en continuïteit van de onder-
• Martine Visser
neming en adviseert het bestuur op beleidsmatige aspecten.
10
Financieel verslag CJG Rijnmond 2014
Raad van Bestuur De Raad van Bestuur is eindverantwoordelijk voor en belast met het besturen van de
De Raad van Bestuur
organisatie, waaronder de kwaliteit en veiligheid van zorg, de risicobeheersing en
bestaat uit twee leden.
de financiering (continuïteit). Dit houdt ondermeer in dat gestuurd wordt op het realiseren
In 2014 waren dit:
van de doelstellingen van de organisatie, de strategie, het beleid en de daarmee samen-
• Hans Butselaar, voorzitter
hangende resultaatontwikkelingen. Bij de vervulling van deze taak richt het bestuur zich
• Pieter Stenger
naar het belang van de samenleving en dienstverlening (maatschappelijke doelstelling), het belang van haar medewerkers en de stichting in het algemeen.
Het bestuur legt over zijn taakuitoefening periodiek verantwoording af aan de Raad van Toezicht. Minimaal viermaal per jaar informeert het stichtingsbestuur de Raad voor het Publiek Belang ten aanzien van de ontwikkelingen en resultaten van de stichting.
Financieel verslag CJG Rijnmond
11
Onze Visie “ In beeld en in de buurt ”
12
Financieel verslag CJG Rijnmond 2014
1.1.4 Visie en Kernwaarden
Visie: In beeld en in de buurt In beeld
CJG Rijnmond gelooft in preventie en zet in op het vroegtijdig organiseren van ondersteuning. Hiermee worden problemen in een later stadium voorkomen. Wij doen er alles aan om zo snel mogelijk de best beschikbare hulp te organiseren. Wanneer er risico’s zijn, blijven we volgen en (onder)steunen totdat passende hulp is ingeschakeld in zorgvuldige afstemming met de betrokkenen en gericht op de situatie.
In de buurt
CJG Rijnmond ondersteunt opvoeders en jeugdigen om, als het even niet vanzelf gaat, hun eigen kracht en netwerk te mobiliseren. Ons aanbod is zoveel als mogelijk vraaggericht. CJG Rijnmond omarmt de visie van een toekomstig, integraal zorgaanbod in de wijk voor alle leeftijden en wil hierin nauw samenwerken. Onze locaties zijn uitnodigend en laagdrempelig. Wij volgen de maatschappelijke ontwikkelingen op de voet en zoeken actief naar innovaties voor een beter contact met klanten en samenwerkingspartners. Kernwaarden
De interne organisatie is een afspiegeling van wat wij de klanten willen bieden. Onze kernwaarden richten zich niet alleen op onze taak als zorgverlener, maar hebben ook betrekking op de intercollegiale werkwijze. Als organisatie staan we voor:
• Deskundig;
• Verantwoordelijk;
• Transparant;
• Samenwerken;
• Innovatief.
13
1.1.5 Organogram
Ra
dv Raa
an Be stuu
ad
vo
r
or
he
t
bl
va
n
Pu
T
z oe
ic
ht
ela
Ra
kB
ad
ie
ng
Pr ram m a tran si
Sector JGZ
og
Wijkteams CJGlocaties
tie
Me en
s
Financieel verslag CJG Rijnmond 2014
sr
aa
d
unende a
ge
n
ad
in fd el
ra
gg
14
ap
rste
gs
ze
ch
de
in
de
On
On
d
n er
em
Financieel verslag CJG Rijnmond
15
1.2 Resultaten 2014 1.2.1 Kengetallen Realisatie 2014
Klanten/afnemers
Realisatie 2013
Begroting 2014
Consulten 0 - 1 jaar
97,4%
97,5%
>95%
Consulten 2 - 4 jaar
96,5%
97,2%
>95%
Consulten 5 - 12 jaar
97,6%
96,3%
>95%
Consulten 13 - 16 jaar
95,1%
93,3%
>95%
9,8%
11,6%
<20%
22,4%
19,4%
<25%
No Show Aandachtskinderen
Verdeling personeel (in fte) Inhuur en Vast
Inhuur personeel
Interne bedrijfsvoering Bezetting (excl. stagiaires)
501,5
Inhuur in %
515,7
496,5
1,8%
2,6%
2,7%
72,6%
74,2%
74,0%
Ziekteverzuim in %
5,9%
5,0%
6,5%
- waarvan langdurig verzuim
4,1%
3,2%
3,5%
15,6%
16,1%
18,5%
Productieve uren in %
Overhead: fte Overhead: kosten
26,5%
28,3%
28,5%
Scholing
80,7%
82,6%
100%
onderhanden
-
-
gereed
-
-
228,0
263,2
136,0
Omzet per fte (€ x 1.000)
84,8
82,5
89,0
Investeringen (€ x 1.000)
821,9
433,2
1000,0
0,8
0,7
0,7
Registratie 2.0
Overhead
Financiën Resultaat (€ x 1.000)
Liquiditeit; quick ratio Ontwikkeling (legenda):
16
Financieel verslag CJG Rijnmond 2014
Neutraal Goed
Aandacht
Vast personeel
Verdeling personeel (in fte) Overhead en CJG-locaties
Ontwikkeling en innovatie Transitie jeugdzorg
8,8 501,5
Risico
78 423
CJG-locaties
1.2.2 Ontwikkeling JGZ-uitvoering 2010-2014 CJG Rijnmond is inmiddels vijf jaar actief als uitvoerder van de JGZ in het werkgebied Rotterdam-Rijnmond. Vanaf het begin heeft de stichting zich primair gericht op het verbeteren en vergroten van het fysieke bereik van kinderen en het efficiënter uitvoeren van de werkzaamheden. Daarnaast is veel geïnvesteerd in de ontwikkeling van, en het uitvoering geven aan, een effectievere wijze van zorgverlening (KIEN). Belangrijk uitgangspunt hierbij was om meer uit te gaan van de zelfredzaamheid van ouders en verzorgers bij het opvoeden van kinderen. Dit betekent onder andere dat een aantal contactmomenten naar behoefte wordt ingepland, afhankelijk van de specifieke situatie van een gezin. Hierdoor is vanaf 2013 de reguliere inzet van professionals bij vooral de contactmomenten gedurende de eerste levensjaren lager in omvang (zie onderstaand overzicht). De vrijgespeelde professionele tijd kon hierdoor binnen de bestaande subsidieomvang worden ingezet voor een betere, sluitende aanpak van zorgcoördinatie voor aandachtskinderen voor de gehele doelgroep 0 tot en met 18 jaar. In onderstaande tabel is het bereik van kinderen afgezet tegen de kostenontwikkeling omgeslagen per inwoner over de afgelopen vijf jaren. Hierbij is inzichtelijk gemaakt dat zowel het bereikpercentage (lijn) als het kostenniveau (kolommen) zich over de afgelopen vijf jaar gunstig heeft ontwikkeld.
Ontwikkeling JGZ bereik en -kosten over de afgelopen vijf jaar € 25
100%
€20
90% 85%
€15
CJG Rijnmond
CJG Rijnmond
2010
CJG Rijnmond
2009
CJG Rijnmond
€0
75% CJG Rijnmond
€5
Voormalig JGZ-GGD instellingen
€10
80%
2011
2012
2013
2014
70% 65% 60% 55% 50%
Bereik van kinderen
95%
Kosten per inwoner
aanvullende zorgactiviteiten KIEN JGZ 4-19 jaar JGZ 0-4 jaar Bereik van kinderen
Prijspeil index 100 = 2011 (bron: CBS)
Financieel verslag CJG Rijnmond
17
1.2.3 Contactmomenten
Productie uniform
Contactmoment
Begroting
Realisatie
%
momenten bij zuigelingen erg hoog. Doordat de doel-
Neonatale gehoorscreening
13.633
13.648
100,1%
Geboortehuisbezoek
13.633
14.170
103,9%
stelling bij consulten voor de doelgroep 0 tot 4 jaar is
Contactmoment 3 weken
13.633
13.837
101,5%
Contactmoment 8 weken
13.633
13.386
98,2%
Contactmoment 3 maanden
13.633
13.649
100,1%
Contactmoment 4 maanden (collectief & plus)
13.633
12.947
95,0%
tuaties in het aantal geboortes is het mogelijk dat het
Contactmoment 6 maanden
13.633
13.352
97,9%
aantal gerealiseerde contactmomenten de begroting
Contactmoment 8 maanden (collectief & plus)
13.633
4.795
35,2%
overschrijdt. Anderzijds kan dit ook leiden tot onder-
Contactmoment 11 maanden (collectief & plus)
13.633
12.977
95,2%
Contactmoment 14 maanden
14.074
13.214
93,9%
realisatie.
Contactmoment 2 jaar
13.978
12.876
92,1%
Contactmoment 3 jaar
13.967
13.165
94,3%
13.823
12.669
91,7%
Contactmoment Groep 2
14.552
12.417
85,3%
Biometrie Groep 6
13.650
12.368
90,6%
lijn met de nieuwe werkwijze zowel collectief als
Contactmoment Voortgezet Onderwijs Klas 1
14.757
12.246
83,0%
individueel aangeboden. Bij het collectieve contact-
E-MOVO Jaar voor eindexamen
13.485
12.981
96,3%
moment 8 maanden varieert de opkomst regionaal
Contactmoment 4 jaar
(collectief & plus)
Aantal
Traditioneel is het aantal gerealiseerde contact-
vastgesteld op basis van CBS-gegevens per 1 januari 2014, is er bij de begrote aantallen sprake van een momentopname. Door in- en uitverhuizingen en fluc-
In de groep contactmomenten gericht op 0-jarigen is de afwijking op het aantal gerealiseerde 8 maanden consulten opvallend. Dit contactmoment wordt in
maar is deze over het geheel lager dan voorzien. PUBER BABY, PEUTER, KLEUTER
SCHOOLGAAND KIND
CJG Rijnmond beraadt zich dan ook over de wijze waarop dit contactmoment in 2015 zal worden voortgezet. Na het eerste levensjaar van het kind neemt het percentage klanten dat gehoor geeft aan een uitnodiging voor een consult iets af.
18
Financieel verslag CJG Rijnmond 2014
De toepassing van biometrie in groep 6 van het basisonderwijs werd in 2013 geïntroduceerd en is in 2014 voortgezet. Met het meten en wegen van de leerlingen kunnen afwijkende groeiontwikkelingen en overgewicht of obesitas tijdig gesignaleerd worden. Eveneens voor het tweede achtereenvolgende jaar is het contactmoment in het jaar voor eindexamen uitgevoerd. Bij leerlingen in 3 VMBO, 4 HAVO en 5 VWO wordt met behulp van de Elektronische Monitor Volksgezondheid (E-MOVO) een digitale vragenlijst afgenomen. Op basis van de resultaten kunnen leerlingen worden uitgenodigd voor een individueel consult. In 2014 was dit het geval bij 5.464 leerlingen (42% van het totaal aantal afgenomen vragenlijsten). Dit lag in lijn met de verwachte, begrote omvang.
“Meten is weten.” Financieel verslag CJG Rijnmond
19
No show Met de voortzetting van de eind 2013 geïntroduceerde sms-notificatie is in 2014 getracht het no show percentage verder terug te dringen. Bij de doelgroep 0 tot 4 jaar ontvangen ouders die een afspraak hebben op het consultatiebureau een dag van tevoren een sms om hen aan de afspraak te herinneren. Deze systematiek wordt inmiddels voor het gehele werkgebied toegepast. Met het toenemen van het aantal verstuurde sms’en neemt de no show af. Organisatiebreed is de no show teruggebracht van 11,6% in 2013 naar 9,8% in 2014, hetgeen professionals in staat stelt efficiënter te werken en kinderen beter in beeld blijven.
% No show per gemeente
Bron: KIDOS
20
Financieel verslag CJG Rijnmond 2014
NWN
Totaal
Westvoorne
Spijkenisse
Hellevoetsluis
Goeree Overflakkee
Brielle
Bernisse
Vlaardingen
Schiedam
Maassluis
Lansingerland LCK
Capelle aan den IJssel
BAR
Krimpen aan den IJssel
Ridderkerk
Barendrecht
Albrandswaard
Rotterdam
18% 16% 14% 12% 10% 8% 6% 4% 2% 0%
2013 ZHE
CJG
2014
In onderstaande grafiek is het verband zichtbaar gemaakt tussen het versturen van een sms en het percentage no show.
Herinnering: U heeft 12-03-2015 een afspraak bij het Centrum voor Jeugd en Gezin. Vragen? Bel 010-20 10 110.
Ontwikkeling no show in relatie tot sms notificatie
10,0%
80,0% 70,0%
8,0%
60,0%
6,0%
50,0%
4,0%
30,0%
40,0% 20,0%
2,0%
10,0% 0,0%
0,0% Q1
Q2 Percentage no show
Q3
Q4 sms-dichtheid
21
1.2.4
Aandachtskinderen Door CJG Rijnmond wordt sinds juni 2012 gebruik gemaakt van het ernsttaxatiemodel (ETM). Het ETM is een instrument dat de professional ondersteunt in het wegen en beoordelen van eventueel aanwezige risicofactoren van zowel medische als psychosociale aard en voor de bepaling van mogelijke zorgbehoeften. Deze wegingen resulteren in een zogeheten ETM-score. Afhankelijk van de ETM-score en het oordeel van de professional kunnen waar nodig passende vervolgacties worden ondernomen.
Leeftijd
In zorg
Gezien door CJG
13.212
587
Neutraal ETM 1
Aandachtskinderen Enkelvoudig (ETM 2)
Meervoudig (≥ETM 3)
8.459
3.841
325
31,5%
%
0
13.862
1
13.804
13.618
1.313
9.072
2.902
331
23,7%
2
14.224
14.060
1.323
8.371
3.902
464
31,1%
3
14.375
14.188
2.401
7.212
4.147
428
32,2%
4
12.173
11.901
2.791
5.999
2.749
362
26,1%
5
14.448
13.864
2.969
7.152
3.288
455
27,0%
6
14.467
14.045
3.158
6.024
4.327
536
34,6%
7
14.299
13.705
4.560
5.565
3.029
551
26,1%
8
14.348
13.514
10.835
1.159
1.162
358
11,2%
9
14.690
12.556
11.383
206
752
215
7,7%
10
14.711
10.537
9.480
169
636
252
8,4%
11
14.911
6.251
5.048
388
596
219
13,0%
12
15.691
8.416
3.391
3.253
1.496
276
21,1%
13
16.222
13.765
2.906
7.056
3.356
447
27,6%
14
16.282
13.910
3.619
6.692
3.116
483
25,9%
15
16.517
14.563
7.797
3.955
2.341
470
19,3%
16
15.902
13.639
9.866
1.901
1.524
348
13,7%
17
15.931
9.214
7.102
899
967
246
13,2%
18
15.072
4.626
3.788
270
446
122
12,3%
Totaal
281.929
229.584
94.317
83.802
44.577
6.888
22,4%
Bron: KIDOS
22
Taxatie
verouderd
Financieel verslag CJG Rijnmond 2014
Bij kinderen met een ETM-score van 1 of 2 zijn er geen zorgen of is er sprake van enkelvoudige problematiek waarbij een persoonlijk advies volstaat voor het beheersen van de problematiek. Bij kinderen met een ETM-score van 3 of hoger is sprake van meervoudige problematiek en afhankelijk van de ernst dient lichte begeleiding tot acute hulp en intensieve begeleiding ingezet te worden. Tot de groep aandachtskinderen worden kinderen gerekend met een ETM-score van 2 of hoger. De tabel ‘Aandachtskinderen’ laat zien dat van de leeftijdsgroepen van 8 tot en met 11 jaar het aantal bekende risicotaxaties zeer beperkt is. Deze kinderen hebben hun laatste individuele standaard contactmoment in groep 2 van het basisonderwijs gehad toen het ETM nog niet in gebruik was. Het eerstvolgende standaard contactmoment met een volledige risicotaxatie vindt voor hen plaats in de eerste klas van het voortgezet onderwijs. In de regel is bij jongere kinderen de problematiek vaker medisch van aard terwijl psychosociale problematiek vaker voorkomt bij adolescenten.
Onze kerntaken
Bieden van opvoedondersteuning
Monitoren van ontwikkeling bij kinderen
Verlenen basis medische zorg
Uitvoering van het Rijksvaccinatieprogramma
Financieel verslag CJG Rijnmond
23
1.2.5 Vaccinaties Geboortecohort
DKTP 2011
Hib 2011
BMR 2011
MenC 2011
Pneu 2011
DKTP 2008
DTP 2003
BMR 2003
HPV 1999
Gemeente Albrandswaard
98,3
99,0
98,6
98,3
97,9
97,8
96,7
95,7
64,6
Barendrecht
96,1
96,5
96,3
96,5
95,6
95,1
96,4
96,0
66,0
Bernisse
98,1
98,1
99,1
100,0
96,3
99,0
97,1
97,1
81,7
Brielle
93,7
93,7
97,2
97,9
93,7
86,5
93,9
94,4
65,7
Capelle aan den IJssel
93,5
93,8
93,2
93,9
93,5
91,1
91,1
91,2
52,5
Goeree-Overflakkee
93,5
93,7
92,9
93,1
93,7
94,0
91,6
91,1
49,8
Hellevoetsluis
96,6
97,8
98,6
98,3
96,9
94,8
96,3
95,9
73,3
Krimpen aan den IJssel
86,4
87,1
87,8
87,4
86,7
87,2
86,7
85,1
47,7
Lansingerland
97,5
97,9
98,5
98,4
97,8
97,5
95,9
95,8
66,2
Maassluis
96,5
96,8
98,3
98,0
96,5
96,7
96,5
96,5
50,5
Ridderkerk
93,5
94,9
93,5
94,7
92,1
94,1
96,0
95,3
58,1
Rotterdam
96,1
96,7
96,7
96,3
95,4
94,1
92,4
92,3
41,0
Schiedam
95,6
95,9
96,2
96,0
94,9
94,2
93,6
93,6
53,5
Spijkenisse
97,8
98,0
98,3
98,3
97,3
96,4
95,3
95,3
68,4
Vlaardingen
96,3
96,9
96,6
96,5
96,1
96,3
96,5
97,1
55,6
Westvoorne
92,0
96,0
94,0
93,0
92,0
91,7
96,0
94,7
84,9
Vaccinatiegraad
95,8
96,3
96,4
96,2
95,3
94,4
93,6
93,4
51,7
Betekenis van de gehanteerde afkortingen voor vaccinatie: BMR
bof, mazelen, rodehond DKTP
difterie, kinkhoest, tetanus, polio DTP
difterie, tetanus, polio Hib
haemophilus influenza type b HPV
humaan papilomavirus (baarmoederhalskanker) MenC
meningokokken C Pneu
pneumokokken
Bron: RIVM - Vaccinatiegraad Rijksvaccinatieprogramma Nederland, verslagjaar 2014
Net als in voorgaande jaren is in het verslagjaar 2014 de gemiddelde deelname aan de vaccinaties uit het Rijksvaccinatieprogramma (RVP) in de regio Rotterdam-Rijnmond met circa 96% (cohort 2011) en 91 tot 98% (cohorten 2008 en 2003) hoog. Uitzondering hierop vormt de deelname aan de HPV-vaccinatie tegen baarmoederhalskanker. Van de meisjes geboren in 1999 is 51,7% volledig gevaccineerd tegen HPV. Hiermee is de deelname wel met ruim een procent toegenomen ten opzichte van verslagjaar 2013 (50,6%), maar blijft achter bij het landelijk gemiddelde van 58,9%.
24
Financieel verslag CJG Rijnmond 2014
De deelname aan de BMR-vaccinatie voor 9-jarigen blijft, evenals voorgaande jaren, een punt van aandacht. Ondanks wederom een toename ten opzichte van vorig jaar wordt met een deelname van 93,4% nog niet de gewenste WHO-norm van 95% gehaald, die noodzakelijk wordt geacht voor de eliminatie van mazelen. Dit is overigens een trend die ook landelijk zichtbaar is: het gemiddelde percentage 9-jarigen in Nederland dat volledig gevaccineerd is, bedraagt 92,4% (1% lager dan in het verzorgingsgebied van CJG Rijnmond). In twee gemeenten zijn er vaccinatiepercentages lager dan 90% te constateren. Krimpen aan den IJssel heeft met 85 tot 88% een relatief lage vaccinatiegraad voor zuigelingen, kleuters en schoogaande kinderen. In vergelijking met verslagjaar 2013 is er echter wel een stijgende trend waarneembaar. In Brielle is het percentage kleuters (cohort 2008) dat voldoende is beschermd tegen DKTP 86,5%. Ter ondersteuning van de uitvoering van het Rijksvaccinatieprogramma gebruiken inmiddels alle vestigingen van CJG Rijnmond RVP Online, een web-based applicatie van het RIVM die voorziet in het raadplegen en administreren van vaccinatiegegevens. Met RVP Online hebben professionals toegang tot de vaccinatiegegevens van alle kinderen in het werkgebied van CJG Rijnmond. Naast het raadplegen van vaccinatiegegevens wordt de applicatie door de professional gebruikt om tijdens het consult direct vast te leggen welk vaccin is toegediend. Hierdoor behoort het tellen en handmatig versturen van entkaarten naar het RIVM tot het verleden. Deze verandering in wijze van administreren brengt naast een efficiencyvoordeel met zich mee dat door het reduceren van de foutgevoeligheid de betrouwbaarheid van de vaccinatiegegevens beter geborgd is.
1.2.6 Bereik CJG Rijnmond wil dat kinderen gezond en veilig opgroeien. Het in beeld hebben van alle kinderen en gezinnen in het verzorgingsgebied behoort daarom tot de missie van CJG Rijnmond. Veruit de meerderheid van de kinderen wordt face-to-face gezien tijdens de contactmomenten op de CJG-locaties of scholen. Indien klanten echter geen gehoor geven aan een uitnodiging voor een contactmoment en ook bij een tweede oproep niet verschijnen, wordt het nonbereik protocol gestart. In dat geval raadpleegt de betrokken professional diverse bronnen zoals huisartsen, scholen of ketenpartners om een inschatting te kunnen maken van de gezondheidssituatie van het kind. Wanneer er voldoende, betrouwbare informatie beschikbaar is en blijkt dat er geen zorgen zijn, wordt het kind als ‘in beeld’ beschouwd. Indien er onvoldoende informatie is of er zorgsignalen zijn, vindt er in het kader van het protocol nonbereik een huisbezoek plaats. Leidt ook dit niet tot het gewenste contact, dan volgt standaard een signalering in SISA. Daarnaast wordt het gezin besproken in het casuïstiek overleg, waar vervolgacties worden afgesproken en uitgezet. Contactmoment
Gezien
% Gezien
In beeld
% In beeld
Geboortehuisbezoek
13.570
13.191
97,2%
13.393
98,7%
Contactmoment 3 weken
13.793
13.175
95,5%
13.575
98,4%
Contactmoment 8 weken
13.946
13.032
93,4%
13.796
98,9%
Contactmoment 3 maanden
13.995
13.295
95,0%
13.713
98,0%
Contactmoment 4 maanden
13.918
12.536
90,1%
13.694
98,4%
Contactmoment 6 maanden
13.863
13.000
93,8%
13.559
97,8%
Contactmoment 8 maanden
13.845
4.734
34,2%
12.765
92,2%
Contactmoment 11 maanden
13.730
12.629
92,0%
13.308
96,9%
Contactmoment 14 maanden
13.954
13.015
93,3%
13.589
97,4%
Contactmoment 2 jaar
14.340
12.667
88,3%
13.987
97,5%
Contactmoment 3 jaar
14.509
12.770
88,0%
13.945
96,1%
Contactmoment 4 jaar
14.465
13.040
90,1%
13.881
96,0%
Contactmoment groep 2
13.785
12.106
87,8%
13.455
97,6%
Biometrie groep 6
13.370
11.433
85,5%
11.883
88,9%
Contactmoment klas 1 Voortgezet onderwijs Totaal
26
Doelgroep
Financieel verslag CJG Rijnmond 2014
14.377
12.877
89,6%
13.677
95,1%
209.460
183.500
87,6%
202.224
96,5%
Een aantal scholen in Rotterdam heeft afgezien van de mogelijkheid om gebruik te maken van het contactmoment in groep 6 omdat zij deelnemen aan het programma Lekker Fit!. Hierdoor is het percentage ‘In beeld’ bij het contactmoment Biometrie Groep 6 lager in vergelijking tot andere contactmomenten.
1.2.7 Maatwerk Naast het uniforme deel van het dienstenaanbod van de JGZ, dat voor alle gemeenten in de basis gelijk is, hebben alle in CJG Rijnmond participerende gemeenten in het kader van specifiek jeugdbeleid, extra dienstverlening ingekocht als aanvullende voorziening, afgestemd op de lokale behoefte. De invulling van dit maatwerkdeel is heel divers en varieert van het beschikbaar stellen van personeel voor administratieve en ondersteunende functies tot het geven van voorlichting en advies aan ouders en verzorgers van kinderen, maar ook aan collega professionals werkzaam in het jeugddomein. In 2014 waren, afgemeten naar omzetvolume, vooral de inzet van baliemedewerkers, de uitvoering van pedagogische spreekuren, de inzet van pre- en postnatale producten zoals voorzorg, prezorg en stevig ouderschap, alsook aanvullende zorgcoördinatie, belangrijke maatwerkproducten. Gezien het maatschappelijke belang was het goed te constateren dat een belangrijk deel van de in CJG Rijnmond participerende gemeenten ook het verzorgen van thema- en voorlichtingsbijeenkomsten heeft afgenomen. Daarnaast hebben veel gemeenten ingezet op de toeleiding naar voor- en vroegschoolse educatie (VVE). Dit toont aan dat het nut van VVE, als voorziening om spraak- en taalachterstand bij peuters te verhelpen voordat zij instromen in het reguliere onderwijs, breed wordt gedragen. Vanaf 2015 is de toeleiding naar VVEvoorzieningen opgenomen in het Basispakket JGZ.
Financieel verslag CJG Rijnmond
27
1.3 Kwaliteit en veiligheid van zorg Kwaliteit van dienstverlening en veiligheid van zorg begint bij bestuur en medewerkers. Randvoorwaardelijk is geregeld dat alle medewerkers in dienst van CJG Rijnmond aan de werkgever een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) hebben overlegd. Ook wordt door de afdeling Personeel & Organisatie bijgehouden of de BIG-registraties van uitvoerend personeel actueel zijn en worden er regelmatig cursussen gegeven om ervoor te zorgen dat de professionals niet alleen bevoegd, maar ook bekwaam zijn en blijven. Als instrument voor deskundigheidsbevordering wordt gebruik gemaakt van de CJG Academie. De CJG Academie, een virtueel opleidingsaanbod afgestemd op de kwaliteitseisen, is een ICT-applicatie en fungeert als een centraal platform voor kennisborging en kennisdeling in de organisatie. Het informatiesysteem biedt mogelijkheden om op efficiënte wijze intern opleidingen te organiseren. Naast het organiseren van klassikale scholingen voorziet de CJG Academie tevens in het aanbieden van online scholingen via e-learning. De CJG Academie is in 2014 onder andere ingezet voor het aanbieden van Kidos-trainingen voor nieuwe medewerkers en ter ondersteuning van de implementatie van Registratie 2.0 (zie 1.6.1). Ook is een module over vaccineren ontwikkeld die in 2015 ingezet wordt. Bovendien biedt de CJG Academie toegang tot de e-learningmodules van het Nederlands Centrum Jeugdgezondheid (NCJ). Deze modules zijn bedoeld om te oefenen met nieuwe JGZ-richtlijnen, maar ook om kennis over bestaande richtlijnen op te frissen. Naast de bevordering van kwaliteit en veiligheid van zorg door middel van genoemde ontwikkelingen, is er ook een rol weggelegd voor de Raad van Toezicht, Medezeggenschapsraad en Ondernemingsraad en twee aangewezen vertrouwenspersonen om de organisatie vanuit diverse invalshoeken te beoordelen.
28
Financieel verslag CJG Rijnmond 2014
1.3.1 Verslag van de Raad van Toezicht De Raad van Toezicht heeft in 2014 vijf reguliere besprekingen met het bestuur van CJG Rijnmond gevoerd over de voortgang in ontwikkelingen. Tijdens deze besprekingen hebben de veranderingen in het jeugdzorgveld en de effecten van deze veranderingen op de maatschappelijke opdracht van de stichting veel aandacht gekregen. Belangrijke onderwerpen waren:
•
Vaststelling van de jaarrekening en het jaarverslag 2013;
•
Aanstelling nieuwe voorzitter Raad van Bestuur;
•
Transitie en transformatie Jeugdzorg;
•
Ontwikkelingen van wijkteams en wijknetwerken;
•
Opzeggen subsidierelatie door gemeente Capelle aan den IJssel;
•
Nieuw Basispakket JGZ 2015;
• Kwartaalrapportages;
•
De selectieprocedure voor het werven van een voorzitter van de Raad van Bestuur was arbeidsintensief. De nieuwe
Vaststelling van de begroting 2015.
bestuursvoorzitter, de heer Butselaar, is per 1 april 2014 aangesteld voor een periode van vier jaar. Verder heeft de Raad van Toezicht, vertegenwoordigd door zijn voorzitter, drie overleggen van de Raad voor het Publiek Belang bijgewoond. Ook hebben leden van de Raad van Toezicht, in gesprekken met de Ondernemingsraad, van gedachten gewisseld over een breed scala aan onderwerpen dat de organisatie bezighoudt.
Met het oog op de toekomst was het plezierig, tijdens het bijwonen van de tweejaarlijkse interactieve personeelsbijeenkomst in november, persoonlijk te ervaren op welke professionele wijze de uitvoerende collega’s omgaan met dagelijkse dilemma’s en uitdagingen. De hier ten toon gestelde creativiteit en spontaniteit versterken het vertrouwen van de Raad van Toezicht in de organisatie en bieden niet alleen veel perspectief voor een excellente uitvoering JGZ, maar vormen ook een waardevolle basis voor het tot stand kunnen brengen van een extra dimensie in het kader van de gevraagde transformatie. Die zal er vooral op gericht zijn, om in gezamenlijkheid met formele en informele netwerken, (preventieve) ondersteuning te bieden aan kinderen en jongeren bij hun ontwikkeling tot volwassenheid. Uitgangspunt hierbij is het aanbieden van zorg in de directe leefomgeving van het kind. Financieel verslag CJG Rijnmond
29
Per 1 januari 2014 is de vacante positie binnen de Raad van Toezicht ingevuld door mevrouw Gill’ard. Gedurende het verslagjaar hebben zich verder geen mutaties voorgedaan in de samenstelling van de Raad van Toezicht. Voor de samenstelling wordt verwezen naar de governancestructuur zoals opgenomen in paragraaf 1.1.3 van het jaarverslag.
De Raad van Toezicht hecht er aan uit te spreken dat er veel waardering is voor de inspanningen van het bestuur en de medewerkers en de mooie resultaten die behaald zijn. De reguliere overleggen worden als constructief en plezierig ervaren.
1.3.2 Verslag van de Ondernemingsraad
De Ondernemingsraad is het door de medewerkers verkozen medezeggenschapsorgaan binnen de organisatie. In het overleg met het bestuur vertegenwoordigt de Ondernemingsraad de belangen en ideeën van de medewerkers, zodat deze kunnen worden meegenomen in de beleidsplannen en personele regelingen van de organisatie. Op verzoek van het bestuur maakt de Ondernemingsraad gebruik van het aan de Wet op de Ondernemingsraden (WOR) ontleende adviesen instemmingsrecht. Belangrijke organisatiewijzigingen worden ter advies voorgelegd; het instellen of wijzigen van regelingen op het gebied van arbeidsvoorwaarden en arbeidsomstandigheden worden ter instemming aangeboden. De Ondernemingsraad bestond ultimo 2014 uit 13 leden.
In 2014 heeft de Ondernemingsraad meermaals overlegd met diverse partijen waaronder de Raad van Bestuur, Raad van Toezicht, Medezeggenschapsraad, sectorhoofden, vertrouwenspersonen en arbodienst. Meer specifiek heeft de Ondernemingsraad een adviserende rol gespeeld bij besluitvorming over de organisatiestructuur, transitieontwikkelingen, herziening van de ICT-infrastructuur, evaluatie KIEN en de (her)inrichting van informatiebeheer. Daarnaast heeft de Ondernemingsraad instemming verleend omtrent P&O-regelingen met betrekking tot de gesprekscyclus, werving en selectie, verzuimbegeleiding en risico-inventarisatie en -evaluatie. Ook is de Ondernemingsraad toehoorder geweest bij de cao-onderhandelingen.
30
Financieel verslag CJG Rijnmond 2014
1.3.3 Verslag van de Medezeggenschapsraad
De algemene doelstelling van de Medezeggenschapsraad van CJG Rijnmond is een positieve bijdrage te leveren aan de kwaliteit van de dienstverlening en producten, het beleid van CJG Rijnmond en het bevorderen van de klantenparticipatie.
Alle leden hebben een verschillende achtergrond maar één gemeenschappelijke deler binnen de Medezeggenschapsraad: de belangenbehartiging van het kind en de ouders, kortom: de klanten van CJG Rijnmond.
In 2014 heeft de Medezeggenschapsraad totaal vijfmaal vergaderd met het bestuur van CJG Rijnmond, waarbij enkele malen tevens de bestuursvoorzitter was betrokken. Daarnaast heeft de Medezeggenschapsraad locatiebezoeken gebracht aan de vestigingen Kralingen-Crooswijk en Hoogvliet om zich een goed beeld te kunnen vormen over de werkwijze KIEN en het toewerken naar de transitie met het opzetten van de wijkteams. Tevens heeft een gesprek plaatsgevonden met de Ondernemingsraad, is meegewerkt aan een film voor medewerkers over het dialooggericht werken en is de medewerkersbijeenkomst bezocht. Ook de twee dialoogdagen in het kader van de transitie jeugdzorg zijn bezocht. Daar heeft de Medezeggenschapsraad waardevolle gesprekken gevoerd met professionals en klanten.
De Medezeggenschapsraad heeft het rapport ‘Evaluatie KIEN’ kritisch gelezen en haar aanbevelingen neergelegd bij de organisatie. Met CJG Rijnmond als belangrijke partij in de stadsregio Rotterdam-Rijnmond achtte de Medezeggenschapsraad het een goede zaak te participeren in de overleggen georganiseerd door de Gemeente Rotterdam betreffende het nieuwe jeugdstelsel. Hieruit voortvloeiend is door de gemeente een bezoek aan het wijkteam Kralingen-Crooswijk georganiseerd voor externe partijen om de mogelijkheid te bieden met elkaar het gesprek aan te gaan.
Financieel verslag CJG Rijnmond
31
1.3.4 Verslag van de vertrouwenspersonen Voor de twee vertrouwenspersonen van CJG Rijnmond stond 2014 in het teken van positionering en profilering. Afgelopen jaar is hard gewerkt om de positie van de vertrouwenspersonen in de organisatie te verstevigen. De vertrouwenspersonen hebben een eigen intranetpagina gekregen waarop, naast informatie over het inhoudelijke werk van de vertrouwenspersoon en hun bereikbaarheid, ook een factsheet en jaarverslagen te vinden zijn. De regeling Vertrouwenspersoon is in 2014 bestuurlijk vastgesteld. De vertrouwenspersonen hebben zich geprofileerd door kennis te maken met zowel interne samenwerkingspartners, zoals P&O-adviseurs, de Ondernemingsraad en vestigingsmanagers, als met externe samenwerkingspartners, zoals de bedrijfsarts, verzuimspecialist en het bedrijfsmaatschappelijk werk. Het aantal casussen in 2014 was vier. De verwachting is dat dit aantal in 2015 zal stijgen door verwijzingen van de bedrijfsarts, managers en het bedrijfsmaatschappelijk werk.
1.3.5 Interne beheersing & Kwaliteit In 2014 heeft een doorontwikkeling plaatsgevonden van de beleidscyclus, die de ruggegraat vormt van het kwaliteitsmanagementsysteem van CJG Rijnmond. Dit heeft ervoor gezorgd dat er nog meer samenhang is tussen de sturing op resultaten en de bewaking van de beoogde doelstellingen. Er is nu een goede basis voor efficiënt en transparant werken, ondermeer door de beschikbaarheid van een digitaal handboek waarin alle actuele regels en afspraken die binnen de organisatie gelden ten aanzien van het dienstverleningsproces zijn vastgelegd. Het digitale handboek is niet statisch, maar wordt doorlopend aangepast en uitgebreid. In de afgelopen periode zijn structurele verbeteringen doorgevoerd, waardoor de informatie nog toegankelijker is geworden. CJG Rijnmond heeft kwaliteit hoog in het vaandel staan en beschikt sinds 2012 over het kwaliteitskeurmerk HKZ (Harmonisatie Kwaliteitsbeoordeling in de Zorgsector), een landelijk erkende kwaliteitsnorm voor zorginstellingen die jaarlijks door een externe partij wordt getoetst. Met het keurmerk laat CJG Rijnmond zien dat ze de interne organisatie goed op orde heeft zodat klanten goed bediend kunnen worden.
32
Financieel verslag CJG Rijnmond 2014
Objectief is door de certificerende instelling KIWA vastgesteld dat de organisatie:
goed georganiseerd is;
klanten centraal stelt;
continu werkt aan optimalisering van het aanbod;
betrouwbare resultaten presenteert en;
voldoet aan de eisen die door de sector, financiers, klanten en de overheid worden gesteld.
Ook in 2014 heeft KIWA in zijn jaarlijkse audit, waarbij vijf locaties zijn bezocht, geen tekortkomingen geconstateerd. Hierbij zijn positieve bevindingen naar voren gekomen over de diverse ontwikkelingen. Dit betrof ondermeer: de betrokkenheid van de zorgprofessionals en de kennis van de lokale situatie; de wijze van klachtenregistratie en wijze van afhandeling; het verzorgde uiterlijk van de bedrijfsruimten en de gerealiseerde verbeteringen op het gebied van managementinformatie, waardoor sturing op kwaliteit en resultaat zich wederom heeft verbeterd. Als onderdeel van het kwaliteitsmanagementsysteem worden, met het doel verbeterkansen op te sporen, tweemaal per jaar interne audits op steeds wisselende onderdelen van het werkproces uitgevoerd door eigen medewerkers. In 2014 zijn de volgende aandachtsgebieden onder de loep genomen: de in 2013 ingevoerde nieuwe werkwijze in het primair proces (KIEN); triageren (kinderen indelen naar verwachte zorgbehoefte, zorg op maat) binnen de reguliere contactmomenten; samenwerken in het netwerk en de personeelsplanning. De resultaten en aanbevelingen worden in het eerste kwartaal van 2015 gepresenteerd.
Financieel verslag CJG Rijnmond
33
1.3.6 Klachten In het jaar 2014 zijn 134 klachten over de dienstverlening van CJG Rijnmond geregistreerd. Afgezet tegen het jaarlijkse aantal klantcontacten van ongeveer 460.000, waaronder ruim 335.000 fysieke contacten, is het aantal klachten over de dienstverlening bijzonder klein. Desalniettemin wordt, in het kader van streven naar een optimale kwaliteit en veiligheid van zorg, iedere klacht zorgvuldig beoordeeld en afgehandeld. Deze aanpak heeft ertoe geleid dat in 2014 geen klachten over de afhandeling bij de externe klachtencommissie of het bestuur van CJG Rijnmond zijn ingediend. De meeste klachten zijn afgewikkeld door de vestigingsmanagers.
In onderstaand overzicht zijn de klachten 2014 naar aard afgezet tegen de klachten 2013: Soort klacht
2014
2013
Verschil
Voorbeelden
Organisatie algemeen
66
94
-28
Bejegening
28
37
-9
gedrag medewerker
Medisch handelen
openingstijden, zorgaanbod, afspraken
26
35
-9
verkeerd advies, onjuiste vaccinatie etc.
Privacy
9
11
-2
probleembespreking in wachtkamer
Overig
2
4
-2
divers
Post
2
4
-2
verkeerd adres, te laat ontvangen
Telefonische bereikbaarheid
1
2
-1
lang wachten, geen gehoor
1
-1
lengte traject, volledig antwoord
188
-54
Klachten afhandeling Totaal
134
1.3.7 MIK-meldingen
Indien zich tijdens de klantcontacten fouten en/of ongevallen voordoen bij het uitvoeren van de dienstverlening, worden deze incidenten gerapporteerd aan een interne toetsingscommissie. CJG Rijnmond registreert deze Meldingen Incident Klant, ook wel MIK-meldingen genoemd, en laat deze meldingen beoordelen door een vaste commissie bestaande uit verpleegkundigen en artsen. Doel van deze procedure is te onderzoeken of door het aanbrengen van wijzigingen in de uitvoeringsvoorschriften, of het aanbrengen van aanvullende voorzieningen in de bedrijfsruimten of uitrusting, fouten in de toekomst kunnen worden voorkomen.
34
Financieel verslag CJG Rijnmond 2014
In 2014 zijn 43 MIK-meldingen ontvangen. In 2013 waren er 32 registraties. De meeste meldingen waren vaccinatie gerelateerd. De incidenten hebben niet geleid tot blijvende schade voor de klant. Ook heeft de beoordeling van de incidenten vooralsnog geen aanleiding gegeven voor het doorvoeren van wijzigingen in het uitvoeringsproces.
1.3.8 Inspectie voor de Gezondheidszorg
De Inspectie voor de Gezondheidzorg (IGZ) voerde in 2008 een onderzoek uit naar de kwaliteit van de JGZ. In dit onderzoek toetste IGZ de aanpak van een aantal onderwerpen bij alle JGZ-organisaties. De hoofdconclusie van dit rapport luidde dat de JGZ volop in ontwikkeling was en zich de komende jaren verder moest ontwikkelen om de gezonde en veilige ontwikkeling van jeugdigen beter te kunnen ondersteunen en volgen. In 2011 herhaalde IGZ het onderzoek uit 2008 en vroeg ook naar de bijbehorende getallen. IGZ concludeerde echter dat het onvoldoende mogelijk was om met de gebruikte indicatoren vanuit de huidige digitale dossiers een betrouwbaar beeld van de kwaliteit van de landelijke JGZ te verkrijgen.
Na overleg met externen (ActiZ, GGD Nederland, NCJ en het ministerie van VWS) besloot IGZ het rapport over het toezichtonderzoek van 2011 niet uit te brengen. IGZ besloot naar een alternatief te zoeken om inzicht te krijgen in de kwaliteit van de JGZ in Nederland.
Met het in 2013 uitgevoerde kwalitatieve onderzoek toetst IGZ of de JGZ-organisaties zelf inzicht hebben in de kwaliteit van zorg. Daarbij toetst IGZ de volgende onderwerpen: bereik, contactmomenten, psychosociale problematiek, kindermishandeling, overgewicht en monitoren van zorg en opschaling.
In 2014 heeft IGZ over alle JGZ-organisaties gerapporteerd over dit door haar uitgevoerde onderzoek. In augustus bracht IGZ het rapport Toezichtonderzoek voor CJG Rijnmond uit. IGZ gaf hierin aan op een viertal punten tekortkomingen geconstateerd te hebben, waarvoor zij CJG Rijnmond voor drie hiervan tot november 2014 de tijd gaf om deze op te heffen. De maatregelen die CJG Rijnmond hierop getroffen heeft zijn voor IGZ aanleiding geweest om CJG Rijnmond op alle drie de punten een voldoende toe te kennen. Voor het vierde punt gold een termijn tot februari 2015. Inmiddels zijn ook op dit punt passende maatregelen getroffen, waardoor IGZ heeft aangegeven dat CJG Rijnmond ook op dit punt voldoet aan de eisen van IGZ. Financieel verslag CJG Rijnmond
35
1.4 Continuïteit
1.4.1 Begroting 2015 Baten Subsidieopbrengsten* Personele subsidies Opbrengsten RIVM Overige opbrengsten Totaal bedrijfsopbrengsten
Begroting 2015
Begroting 2014
44.443.000
39.139.700
932.000
799.900
2.284.000
2.183.000
700.000
533.300
48.359.000
42.655.900
Lasten Lonen en salarissen
27.807.900
23.136.800
Sociale lasten
4.221.300
3.565.900
Pensioenpremies
2.911.500
2.601.800
Overige personeelskosten
1.551.200
1.498.800
973.000
838.100
Extern personeel Afschrijvingen
1.053.700
936.700
Huisvesting
5.496.200
5.518.700
Automatisering
2.409.800
2.497.800
Overige kosten
1.869.700
1.950.300
48.294.300
42.544.900
Bedrijfsresultaat
64.700
111.000
Financiële baten en lasten
10.000
25.000
Resultaat boekjaar
74.700
136.000
Totaal bedrijfslasten
36
Financieel verslag CJG Rijnmond 2014
*De toename in omzet wordt volledig veroorzaakt door aanvullende, in opdracht gegeven, activiteiten als gevolg van de transitie naar het nieuwe jeugdstelsel.
1.4.2 Toekomstige ontwikkelingen Stichting CJG Rijnmond staat het komende jaar voor een aantal fundamentele keuzes. Allereerst liggen grote uitdagingen in het verschiet over de wijze waarop de stichting ingezet wordt bij de aansluiting en sturing op de locale zorgstructuren. Weliswaar zijn van diverse gemeenten separate opdrachten verkregen voor het komend jaar; voor 2016 en verder is echter nog geen zekerheid over de vorm en omvang van de gewenste dienstverlening. Daarnaast moet de politiek-bestuurlijke koers van de stichting vanuit gezamenlijk bestuur nader worden bepaald. Momenteel wordt enkel het Basispakket JGZ gezamenlijk – zowel inhoudelijk als financieel – vastgesteld voor alle participerende gemeenten.
Door het uit de Raad voor het Publiek Belang stappen van de gemeente Capelle aan den IJssel met ingang van 2015 is helder geworden dat de (juridische) ‘spelregels’ inzake toe- en uittreden moeten worden aangescherpt. Ook de huidige grote veranderingen in het jeugdzorgveld geven aanleiding om nieuwe strategische doelstelling(en) te formuleren. Een eventuele wijziging van de stichtingsdoelstellingen is momenteel in voorbereiding en zal in de loop van 2015 zijn beslag krijgen.
Bij het (her)overwegen van de toekomstige koers worden de volgende uitgangspunten gehanteerd:
•
De missie van CJG Rijnmond is en blijft het succesvol bijdragen aan preventieve publieke gezondheidszorg.
•
Groei is geen doel op zich. Primair wordt gestuurd op de maatschappelijke meerwaarde. Groei kan wel leiden
tot een efficiënter product, als gevolg van schaalgrootte, waarmee tevens een maatschappelijk doel wordt gediend.
•
CJG Rijnmond is geen behandelaar van klanten. Kernactiviteit is en blijft het zo snel mogelijk organiseren
en coördineren van de best beschikbare hulp in het publieke domein vanuit een onafhankelijk positie, in opdracht
van en namens onze gemeenten.
•
Vanuit een onafhankelijke, publieke functie wil CJG Rijnmond gemeenten adviseren over welk aanbod van zorg
het meest effectief kan worden ingezet.
•
Organisatiebelang en werkbehoud van medewerkers mag enkel een doel zijn als dit niet conflicteert met de
gezamenlijke maatschappelijke opdracht.
Aleen op basis van bovenstaande criteria kan uitbreiding van het werkgebied en/of de dienstverlening worden gerealiseerd.
Financieel verslag CJG Rijnmond
37
1.4.3 Risicoparagraaf In de Raad voor het Publiek Belang heeft het bestuur van CJG Rijnmond de begroting 2015 voorgelegd, inclusief een risicoparagraaf. Deze geïnventariseerde risico’s zijn gedurende de samenstelling van dit jaarverslag onveranderd van toepassing gebleven. Op basis van voortschrijdend inzicht zijn de bijbehorende kans, impact en financiële risico’s bijgesteld. Omschrijving
1
2
Impact dienstverlening
Financiële risico’s
Onzekerheid omtrent de omvang van subsidie, waardoor bij een lagere vaststelling de organisatie niet goed in staat is om personele bezetting en kosten in overeenstemming te brengen met de beschikbare middelen.
Middel
Middel
min. € 0 max. € 1.600.000
Niet kunnen herplaatsen van medewerkers van wie de functie vervalt als gevolg van de transformatie.
Klein
Klein
min. € 65.000 max. € 195.000
3
Hogere dan begrote loonkosten door landelijke loonkostenontwikkelingen.
Klein (2015); Middel vanaf 2016
Klein
min. € 0 max. € 225.000
4
Indexatie als trendvolger van de gemeenschappelijke regelingen voor de Stadsregio is al drie jaar op rij niet toereikend om de werkelijke loonkostenstijgingen te compenseren.
Klein (2015); Groot vanaf 2016
Middel
min. € 0 max. € 500.000
Klein (2015); Middel vanaf 2016
Groot
Geschat EV einde jaar ca. € 1.000.000 Wenselijk EV o.b.v. risicoprofiel stichting ca € 2.000.000
Klein (2015); Middel vanaf 2016
Middel
min. € 0 max. € 600.000
5
6
38
Kans
Het eigen vermogen (EV) is onvoldoende om grote tegenvallers in de exploitatie op te vangen.
Grilligheid van overheidsmaatregelen, waardoor de mogelijkheid bestaat dat door aanzienlijke verhogingen van premies voor sociale lasten of belastingen (bijvoorbeeld btw) tekorten in de exploitatie ontstaan; immers CJG Rijnmond is een organisatie zonder winststreven (OZW).
Financieel verslag CJG Rijnmond 2014
Financieel verslag CJG Rijnmond
39
1.5 Ontwikkelingen en dienstverlening
Afgelopen jaar lag bij de bedrijfsvoering de focus vooral op het verder implementeren van de nieuwe werkwijze JGZ en het voorsorteren op het nieuwe jeugdhulpstelsel onder verantwoordelijkheid van gemeenten.
1.5.1 Uitvoering JGZ
Evaluatie KIEN (fase II)
In het kader van het continu evalueren en verbeteren van onze zorgdiensten heeft de tweede fase van de inhoudelijke evaluatie van de nieuwe werkwijze KIEN (Kwaliteit voor Ieder kind door Effectief Noodzakelijke jeugdgezondheidszorg) plaatsgevonden. De evaluatie richtte zich op de ervaringen van professionals, klanten en ketenpartners en op de toetsing van de beoogde resultaten van de nieuwe werkwijze: het organiseren van een breder dan wel intensiever aanbod van zorgdiensten voor de aandachtskinderen met handhaving van een kwalitatief gelijkwaardig aanbod van zorgdiensten voor kinderen met een neutraal risicoprofiel. De informatievergaring bestond uit het afnemen van vragenlijsten en het interviewen van professionals, klanten (kinderen en ouders/verzorgers) en ketenpartners. Ook is een collega JGZ-instelling gevraagd een aantal contactmomenten te observeren en hun bevindingen te delen. Aanvullend zijn gegevens uit het digitaal kinddossier benut ten behoeve van kwantitatieve analyses. De resultaten van de evaluatie tonen aan dat de klant de nieuwe werkwijze over het algemeen als positief ervaart en dat er positieve effecten van de nieuwe werkwijze zichtbaar zijn. In de organisatie zelf wordt de gedachte van de nieuwe werkwijze breed gedragen. Ten aanzien van de bedrijfsmatige uitvoering komt wel een aantal aandachtspunten naar voren. Om het effect van de nieuwe werkwijze verder te vergroten zijn aanbevelingen geformuleerd die in 2015 zullen worden opgevolgd.
Vindplaatsen
Naast de reguliere consultvoering is ingezet op het investeren in de relatie met de zogenaamde vindplaatsen. Buiten de bestaande contacten met scholen zijn ook de contacten met kinderdagverblijven, peuterspeelzalen, sportverenigingen en welzijnsorganisaties geïntensiveerd. Door het verstrekken van aanvullende informatie en advies aan deze instellingen over de doelstellingen van de JGZ is CJG Rijnmond daar meer zichtbaar geworden en is men beter op de hoogte van hetgeen CJG Rijnmond kan bieden. Op de scholen en vindplaatsen worden aandachtskinderen vroegtijdig gesignaleerd en kan passende hulp worden geboden. Uit bovengenoemde evaluatie blijkt dat meerdere vindplaatsen de snelle reactie, effectieve terugkoppeling van de verpleegkundige en opschaling naar de juiste discipline als een groot pluspunt ervaren. De inloopspreekuren op vindplaatsen worden als positief ervaren.
Week van de Opvoeding
De Week van de Opvoeding geeft op een positieve manier aandacht aan opvoeden en opgroeien. Samen meedoen aan activiteiten, ontmoetingen en uitwisselingen tussen ouders, medeopvoeders, kinderen en jongeren staan centraal. Jaarlijks besteedt CJG Rijnmond hieraan uitgebreid aandacht. Om de Week van de Opvoeding onder de aandacht te brengen heeft CJG Rijnmond in de tien weken daaraan voorafgaand, onder het mom van “ik tel tot tien!”, een advertentie in lokale kranten geplaatst waarin professionals van het CJG tips geven rondom opvoeding, om zo af te tellen naar de Week van de Opvoeding. Op de CJG-locaties zijn in de Week van de Opvoeding weer diverse activiteiten ontplooid, variërend van het spelen van het ‘opvoedspel’ op peuterspeelzalen en het geven van EHBOcursussen tot het organiseren van toepasselijke themabijeenkomsten voor ouders.
Jongeren Op Gezond Gewicht
Professionals van CJG Rijnmond hebben in het kader van het programma ‘Jongeren Op Gezond Gewicht’, met name in die wijken en/of gemeenten waarin veel jeugdigen kampen met overgewicht, hun bijdrage geleverd om de doelstellingen van dat programma te realiseren. In samenwerking met de partners in de wijk en/of gemeente werd constructief samengewerkt om preventie, signalering en voorlichting rondom overgewicht inhoud te geven.
Financieel verslag CJG Rijnmond
41
1.5.2 Product- en dienstontwikkeling
BITSEA-vragenlijst
In 2014 zijn onze professionals opgeleid in het gebruik van de BITSEA-vragenlijst. De BITSEA is een in de Verenigde Staten ontwikkelde vragenlijst, bedoeld om jonge kinderen (2 en 3 jaar) te screenen op sociale en emotionele problemen. In het contactmoment voor 2-jarigen wordt deze vragenlijst nu gebruikt, met als doel sociale en emotionele problemen in een vroeg stadium op te sporen, opdat zo nodig tijdig passende interventies kunnen worden ingezet.
Dialooggerichte consultvoering
De in 2013 gestarte trainingen van de dialooggerichte consultvoering zijn in het eerste halfjaar van 2014 voortgezet. Deze gespreksmethodiek, waarbij de klant veel meer dan voorheen centraal wordt gesteld en als gelijkwaardige gesprekspartner wordt gezien, wordt inmiddels organisatiebreed toegepast in het uitvoeringsproces.
Nieuw Basispakket JGZ 2015
Met ingang van 1 januari 2015 is de uitvoering JGZ gebaseerd op nieuwe wetgeving. Met deze verandering in het verschiet is in 2014 bezien in hoeverre dit gevolgen zou hebben voor de aan CJG Rijnmond verstrekte dienstverlenings-opdracht. In samenspraak met CJG Rijnmond heeft een vertegenwoordiging van de in CJG Rijnmond participerende gemeenten advies uitgebracht aan de Raad voor het Publiek Belang over de samenstelling van het Basispakket JGZ 2015. De Raad voor het Publiek Belang heeft unaniem besloten om aan het bestaande uniform deel van het Basistakenpakket JGZ vier maatwerkproducten toe te voegen, te weten: toeleiding naar voor- en vroegschoolse educatie (VVE), instroom nieuwkomers, deelname aan netwerkbijeenkomsten en het terugdringen van schoolverzuim. Ook over de wijze waarop de hiermee verbonden kosten verdeeld worden over de aangesloten gemeenten is overeenstemming bereikt. Nadrukkelijk heeft de Raad voor het Publiek Belang aangegeven er tevens naar te streven om het Basispakket JGZ te vernieuwen. Hiertoe is een inhoudelijke werkgroep geformeerd die in afstemming met CJG Rijnmond de inhoudelijke vernieuwing van het Basispakket JGZ 2016 gaat voorbereiden.
42
Financieel verslag CJG Rijnmond 2014
Nog meer dan voorheen wordt met het nieuwe Basispakket JGZ het begrip primaire preventie onderstreept en dient de dienstverlening zich te richten op het signaleren van risico’s en het voorkomen van gezondheids- en veiligheidsbedreigingen, al dan niet met inzet van een gericht preventief aanbod als antwoord op individueel en maatschappelijk gesignaleerde problemen. Overeind blijft dat vaccineren, monitoren, signaleren en screenen nog steeds de kern vormen van het Basispakket JGZ dat voor ieder kind in Nederland beschikbaar is. Kindermishandeling, onder- en overgewicht, internetgebruik en een specifiek aanbod voor jongeren vanaf veertien jaar kregen al langer aandacht, maar zijn nu ook wettelijk vastgelegd in het Basispakket. Hetzelfde geldt voor voorlichting, begeleiding, en toeleiding naar zorg. Op hoofdlijnen wijkt het nieuwe Basispakket JGZ niet af van het basistakenpakket zoals het al door CJG Rijnmond werd uitgevoerd. Het is namelijk gebaseerd op uitgangspunten die CJG Rijnmond, in afstemming met de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ), in haar nieuwe werkwijze JGZ (KIEN) al heeft verwerkt. Ondermeer werd al gewerkt met een dialooggerichte consultvoering, een flexibel aanbod afgestemd op de zorgbehoefte van het kind, het beter aansluiten op vindplaatsen en een adolescenten contactmoment.
1.5.3 Overige dienstverlening
Wijkteams Rotterdam en regio
De decentralisatiemaatregelen vanuit het Rijk geven een nieuwe vorm aan het zorglandschap. Een belangrijke ontwikkeling hierin is de realisatie van 42 wijkteams jeugd bij CJG Rijnmond. Medio mei is deze opdracht verbreed in aansluiting op het volwassenendomein. Dit betekent concreet dat aan het eind van het jaar 21 wijkteamleiders voor de integrale teams en 21 plaatsvervangers, verantwoordelijk voor de unit Jeugd, zijn aangesteld.
Ook in de regio is CJG Rijnmond bij diverse gemeenten betrokken geweest bij de vorming van de nieuwe zorgstructuur. In een aantal gevallen betekende dit meedenken over de beste oplossing binnen de lokale situatie, in andere gevallen heeft dit geleid tot concrete inzet van medewerkers van CJG Rijnmond.
Financieel verslag CJG Rijnmond
43
Consultatie- en diagnoseteams
CJG Rijnmond had eveneens de opdracht om in Nieuw Waterweg Noord een Consultatie- en diagnoseteam (CDT) in te richten in het kader van de proeftuin. Deze proeftuin is geëvalueerd en krijgt een doorstart in 2015. In Rotterdam is na de zomer eveneens een proeftuin ingericht. Ook deze proeftuin loopt door in 2015. In december 2014 is de opdracht door de Gemeenschappelijke Regeling Jeugdhulp Rotterdam-Rijnmond verstrekt om CDT’s in te richten voor de gehele regio. Met de verschillende zorgpartners en de gemeenten wordt in 2015 verder gebouwd aan de realisatie van CDT’s met een goede lokale aansluiting op de verschillende wijk- en zorgteams.
1.6 Bedrijfsvoering
1.6.1 Informatievoorziening
Registratie 2.0
Om de van de professional gevraagde verandering in werkwijze te ondersteunen is het project ‘Registratie 2.0’ geïnitieerd. Door functionele wijzigingen aan te brengen in het elektronisch kinddossier (EKD) is de wijze van registratie vereenvoudigd en geüniformeerd. Door vooral bijzonderheden, afwijkingen en aandachtspunten vast te leggen in het EKD, zonder dat dit ten koste gaat van de noodzakelijke sociaal-medische informatievoorziening over het kind en het gezin, wordt de registratielast verminderd en meer tijd gecreëerd voor de professional om zich te richten op de vraag van de klant. Alle professionals werken inmiddels met de nieuwe versie van het EKD. Uit een eerste terugkoppeling blijkt dat de professionals zeer enthousiast zijn.
Nieuwe ICT-omgeving
Het aflopen van een aantal contracten met leveranciers van ICT-componenten in 2014 heeft CJG Rijnmond de mogelijkheid geboden nieuwe ICT-oplossingen te onderzoeken. Gekozen is voor een ICT-oplossing die beter voorziet in de behoeften van de organisatie en de strategische richting die CJG Rijnmond is ingeslagen. De infrastructuur sluit aan op de rol die de organisatie wil verwerven in het nieuwe jeugdstelsel, waarbij door het gebruik van mobiele werkplekken met smartphones en tablets het toenemend aantal werkzaamheden buiten de reguliere werkplek, zoals het bieden van zorg in de omgeving van het gezin en het werken op vindplaatsen, beter wordt gefaciliteerd. Bovendien is met de nieuwe ICTomgeving rekening gehouden met de personele uitbreiding van CJG Rijnmond die met de transformatie samenhangt. Ook biedt de gekozen oplossing mogelijkheden om nieuwe media in te zetten als middel om klanten te benaderen en middelen als e-learning in te zetten om professionals naar een excellent niveau te brengen. Eind 2014 is gestart met de implementatie van de nieuwe ICT-voorzieningen. Naast de randvoorwaardelijke uitdagingen, zal de omvorming van nieuwe ICT- omgeving in het eerste halfjaar 2015 ook veel vragen van de medewerkers. De geleverde inzet zal zich naar verwachting vooral inhoudelijk terugverdienen.
Financieel verslag CJG Rijnmond
45
1.6.2 Personeel
Cao CJG Rijnmond Op 19 januari 2015 hebben de vakbonden ingestemd met een nieuwe cao CJG Rijnmond. Het nieuwe arbeidsvoorwaardenpakket borduurt voort op de voorgaande bedrijfseigen cao van CJG Rijnmond, waarvan de looptijd op 1 juli 2014 was verstreken. Ten opzichte van de vorige cao zijn wijzigingen aangebracht in onder andere reiskostenvergoedingen en stagevergoedingen. Daarnaast blijft de overeenkomst voorzien in een passend loongebouw. De cao kent een looptijd tot en met 31 december 2015. Over de periode 1 juli 2014 tot 1 januari 2016 is een initiële loonsverhoging vastgesteld van 1,5% die in 2015 wordt geëffectueerd. Ziekteverzuim Het gemiddeld ziekteverzuim over 2014 bedroeg 5,9%. Dit percentage ligt 0,9% hoger ten opzichte van het vorig jaar. Door het verzuim uit te splitsen naar duurcategorieën is goed te zien dat de stijging in het verzuim in 2014 voornamelijk werd veroorzaakt door een sterke toename van het langdurig verzuim in het eerste kwartaal van 2014. Het kortdurend en middellang verzuim in die periode was niet hoger dan gebruikelijk. Vanaf de eerste signalen in de loop van 2014 is veel
Verzuimpercentage
7% 6% 5% 4% 3% 2% 1%
1,9 0,9
1,9 1,0
0,9
0,8
0,9
1,3
0,8
0,9
0,6
0,5
1,0
3,2
2,8
1,2 0,9
4,7 3,2
0,8
4,9
4,2
3,1
2,9
0%
Middellang verzuim Kwartaal 1
Kwartaal 2
Kwartaal 3
2013
46
Kortdurend verzuim
Financieel verslag CJG Rijnmond 2014
Kwartaal 4
Kwartaal 1
Kwartaal 2
Kwartaal 3
2014
Kwartaal 4
Langdurig verzuim
aandacht besteed aan de analyse en sturing op deze ontwikkeling. In het tweede halfjaar heeft het verzuim zich weer gestabiliseerd op het niveau dat vergelijkbaar is met 2013. Belangrijke ontwikkeling hierbij is dat de organisatie ervoor gekozen heeft om vanuit een ‘eigen regiemodel’ de sturing op ziekteverzuim, veel meer dan voorheen, bij de direct leidinggevenden te beleggen.
Ondersteuningsstructuur
Voor alle zorgprofessionals van CJG Rijnmond is een ondersteuningsstructuur ingevoerd. Het betreft hier werkvormen waarmee zorgprofessionals kunnen reflecteren op hun eigen werk in relatie tot professioneel handelen. Elke professional neemt jaarlijks deel aan vier bijeenkomsten. Daarvan zijn er twee multidisciplinair, waarin wordt gereflecteerd op integrale samenwerking, zowel op inhoud als proces, gerelateerd aan het professioneel handelen van de betrokken disciplines. Vanuit de integrale benadering kan de visie op de eigen professionaliteit versterkt worden. Door middel van multidisciplinaire groepen wordt een positief effect op de kwaliteit van de inhoudelijke samenwerking tussen de deelnemende disciplines verkregen. De overige twee bijeenkomsten vinden plaats binnen de eigen beroepsgroep in de vorm van intercollegiale toetsing, waarbij reflectie en verdieping op de inhoud van het eigen professioneel handelen binnen de beroepsgroep centraal staat. De ondersteuningsstructuur levert een bijdrage aan het continu verbeteren van onze dienstverlening.
Financieel verslag CJG Rijnmond
47
Jaarrekening
Zoals opgemaakt op 12 maart 2015 Financieel verslag CJG Rijnmond
49
2.1 Balans per 31 december 2014
(voor resultaatbestemming)
ACTIVA
31-12-2014
31-12-2013
901.732
1.119.988
901.732
1.119.988
Vaste activa Immateriële vaste activa Software Materiële vaste activa Verbouwingen
433.771
653.261
Inventaris
407.236
567.385
Automatisering
902.075
353.821
1.743.082
1.574.467
2.644.814
2.694.455
94.179
288.860
Totaal vaste activa Vlottende activa Vorderingen en overlopende activa Debiteuren Personeel
57.478
21.644
Subsidies
364.995
669.939
Opbrengsten RIVM
315.000
247.541
Overige vorderingen
343.945
1.488.801
1.175.597
2.716.785
Liquide middelen Kas
8.295
6.852
3.983.831
773.547
3.992.126
780.399
Totaal vlottende activa
5.167.723
3.497.184
Totaal ACTIVA
7.812.537
6.191.639
Bank
50
Financieel verslag CJG Rijnmond 2014
PASSIVA
31-12-2014
31-12-2013
Overige reserves
829.293
566.080
Resultaat boekjaar
228.083
263.213
1.057.376
829.293
Voorziening jubileumuitkeringen
201.392
114.618
Totaal voorzieningen
201.392
114.618
Eigen vermogen
Totaal eigen vermogen
Voorzieningen
Kortlopende schulden 712.621
455.452
Aanspraken personeel
1.632.553
1.685.700
Loonheffing en pensioenpremie
1.881.531
1.750.861
Terug te betalen subsidies
1.382.076
138.938
944.988
1.216.777
6.553.769
5.247.728
7.812.537
6.191.639
Crediteuren
Overige schulden Totaal kortlopende schulden
Totaal PASSIVA
Financieel verslag CJG Rijnmond
51
2.2 Staat van baten en lasten over 2014 2014
Begroting 2014
2013
39.324.502
39.939.600
39.794.710
2.206.870
2.183.000
1.937.506
Baten Subsidieopbrengsten Opbrengsten RIVM Overige opbrengsten Totaal baten
992.947
533.300
799.003
42.524.319
42.655.900
42.531.219
Lasten Lonen en salarissen
23.690.421
23.136.800
23.674.446
Sociale lasten
3.624.159
3.565.900
3.545.957
Pensioenpremies
2.611.211
2.601.800
2.599.443
Overige personeelskosten
1.334.686
1.498.800
1.191.730
588.922
838.100
811.298
Extern personeel
871.559
936.700
796.750
Huisvesting
5.308.349
5.518.700
5.566.392
Automatisering
2.600.863
2.497.800
2.472.495
Overige kosten
1.685.851
1.950.300
1.639.600
42.316.021
42.544.900
42.298.111
208.298
111.000
233.108
19.785
25.000
30.105
228.083
136.000
263.213
Afschrijvingen
Totaal lasten Bedrijfsresultaat Financiële baten en lasten
Resultaat boekjaar
52
Financieel verslag CJG Rijnmond 2014
2.3 Kasstroomoverzicht 2014 Bedrijfsresultaat
2013 208.098
233.108
Afschrijvingen
871.559
796.750
Voorzieningen
86.774
-1.617
Aanpassingen voor:
Veranderingen in werkkapitaal: Vorderingen
1.541.188
Kortlopende schulden (excl. schulden aan kredietinstellingen)
1.306.041
Kasstroom uit bedrijfsoperaties Ontvangen interest Totaal kasstroom uit operationele activiteiten
-1.498.713 -425.477 2.847.229
-1.924.190
4.013.860
-895.949
19.785
30.105
4.033.645
-865.844
Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen (im)materiële vaste activa Desinvesteringen (im)materiële vaste activa
-821.918 -
Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten
Aankoop beleggingen Totaal kasstroom uit beleggingsactiviteiten
-433.202 -821.918
-
-433.202
1.000.000 0
1.000.000
3.211.727
-299.046
780.399
1.079.445
Mutatie liquide middelen
3.211.727
-299.046
Liquide middelen op 31 december
3.992.126
780.399
Mutatie liquide middelen Toelichting op de geldmiddelen Liquide middelen op 1 januari
De berekening is volgens de indirecte methode Financieel verslag CJG Rijnmond
53
54
Financieel verslag CJG Rijnmond 2014
Overige gegevens
Financieel verslag CJG Rijnmond
55
3.1 Resultaatbestemming Het voorstel is om het resultaat ten gunste te laten komen van het eigen vermogen.
3.2
Gebeurtenissen na balansdatum Er zijn geen omstandigheden bekend die van materiële invloed zijn op de continuïteit, doelstelling of omvang van het bedrijf.
Rotterdam, 12 maart 2015
56
Financieel verslag CJG Rijnmond 2014
3.3 Controleverklaring van de onafhankelijke accountant
Deloitte Accountants B.V. Wilhelminakade 1 3072 AP Rotterdam Postbus 2031 3000 CA Rotterdam Nederland Tel: 088 288 2888 Fax: 088 288 9830 www.deloitte.nl
Deloitte Accountants B.V. is ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel te Rotterdam inder nummer 24362853
Member of Deloitte Touche Tohmatsu limited
Financieel verslag CJG Rijnmond
57
CJG Rijnmond Postbus 3074 3003 AB Rotterdam Voor meer informatie over het Centrum voor Jeugd en Gezin kunt u terecht op onze website www.cjgrijnmond.nl of bellen naar 010-2010110. maart 2015 | Voor foto’s is o.a. gebruik gemaakt van stockfotografie