Verslag Workshop 'dynamisch kustbeheer' thema communicatie Castricum, 8 september 2011
1. Opening Kees Vertegaal, dagvoorzitter, opent de dag en heet iedereen welkom. Aanwezig zijn ruim 60 deelnemers, vooral waterkeringbeheerders, duinbeheerders, onderzoekers en beleidsmedewerkers kust. Vertegaal licht toe dat deze workshop het vervolg is op een workshop die STOWA en Rijkswaterstaat in mei 2010 organiseerden, te Zandvoort. Daaruit vloeiden een aantal acties, die STOWA en RWS gezamenlijk hebben opgepakt. In het ochtendprogramma zullen de deelnemers worden geïnformeerd over de stand van zaken van deze acties. Tijdens de lunch wordt een bezoek gebracht aan een kerf in de zeereep bij kilometerpaal 48. In de middag tenslotte, wordt in vier groepen gediscussieerd over het thema 'communicatie'.
2. Presentatie 'Werk in uitvoering' Door Carola van Gelder-Maas, Rijkswaterstaat Waterdienst en Ludolph Wentholt, STOWA Terugblik op de eerste workshop (mei 2010) Van Gelder-Maas bijt de spits af in deze duopresentatie. Zij blikt terug op de workshop die STOWA en Rijkswaterstaat in mei 2010 organiseerden. Aanleidingen hiervoor waren onder meer: - Voortgang van het kustbeleid. Het stimuleren van dynamisch kustbeheer vormt een actiepunt in de Derde Kustnota uit 2000. Maar uit evaluatie blijkt dat het toepassen van dynamisch kustbeheer niet overal (goed) van de grond komt. - Het Deltaprogramma. Hoe kan dynamisch beheer van duinen bijdragen aan de lange-termijn veiligheid van de kust? - Vragen van beheerders over de toepassing van dynamisch kustbeheer. De '2010 workshop' had tot doel om inzicht te krijgen in vragen en ervaringen van beheerders. De conclusies van de dag vormden input voor een visierapport 'Hoe verder met dynamisch kustbeheer?'
1
(STOWA, 2011). Dit document bevat zes actiepunten, waar STOWA en Rijkswaterstaat gezamenlijk aan werken. Actiepunten en stand van zaken 2011 Van Gelder-Maas en Wentholt lichten de acties en de stand van zaken toe: 1. Maak een handreiking voor beheerders met heldere definities en met mogelijkheden voor de toepassing van dynamisch kustbeheer (met behoud van veiligheid). Stand van zaken: Van de handreiking is een eerste versie in de maak. Deze wordt gezamenlijk opgesteld door Deltares, Bureau Landwijzer en Rijkswaterstaat. De handreiking biedt een stappenplan en is uitdrukkelijk geen blauwdruk. Ad van der Spek gaat dieper in op de handreiking. 2. Zorg voor een goede verankering in Natura 2000 beheerplannen. Stand van zaken: Deze actie is opgepakt door het Ministerie van Economische zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I). Een eerste stap is gezet in een workshop van 1 september 2011 met als thema 'ecologie in het Deltaprogramma Kust'. 3. Zorg voor afstemming met het Deltaprogramma voor de lange termijn. Stand van zaken: Binnen het Deltaprogramma vormt dynamisch kustbeheer een aandachtspunt voor 2012. Aandachtspunt is of dynamisch kustbeheer kan worden ingezet als strategie voor de toekomst en welke koppeling er mogelijk is met ecologie. Ook Rijkswaterstaat en STOWA gaan in 2012 verder met dynamisch kustbeheer. Zij willen inventariseren in hoeverre dynamisch kustbeheer is geïmplementeerd en wat de effecten ervan zijn. De acties van Deltaprogramma, Rijkswaterstaat en STOWA zullen goed op elkaar worden afgestemd en moeten een antwoord bieden op dezelfde vraag: welke rol kan dynamisch kustbeheer spelen op de lange termijn? © Carola van Gelder Versie 6 Juli 2011
- Effect zandsuppleties op duingebied en dus dyn kb - N2000
TVZ Natuurlijk versterken dmv dyn kb mits beschikbaarheid toetsinstrumentarium en opname in B&O
Ecologisch onderzoek en OBN - Deltares
Monitoring duingebied en typen dyn kb
Ecorshape Werkgroep Duinbeheer
Natuurlijk versterken dmv dyn kb
Monitoring Digispectie
Dynamisch Kustbeheer
ALS
-
BKL B&O Kust WD
Handreiking BOA N2000 ELI Communicatie STOWA Monitoring STOWA/ RWS Kennisagenda’s RWS/DP’s Ad hoc vragen STOWA
Zandmotor RWS/STOWA
Kennis voor klimaat
Bestuursaccoord water
Bv Cluster 1: Kwelders op Terschelling
Deltaproof
DP Kust Lange termijn
DP Veiligheid ? Building with Nature
Dyn kb als middel voor lange termijn veiligheid
PCWK Kennis maken, Makelen en schakelen
DP Wadden
Multifunctie wk DP kust/DP Veiligheid/WD
2
Bovenstaande figuur laat zien dat dynamisch kustbeheer een rol speelt in vele andere projecten en programma's. Informeren en afstemmen is essentieel, om door de bomen het bos te blijven zien en geen dubbel werk te verrichten. 4. Communicatie is prioriteit Stand van zaken: STOWA heeft (via Deltaproof) een website gelanceerd met informatie over dynamisch kustbeheer: www.dynamischkustbeheer.nl . Deze website is een eerste aanzet en moet qua inhoud en vorm nog worden verbeterd. Uiteraard is dat niet voldoende en daarom vormt communicatie het thema van deze workshop. In het middagprogramma komt dit aan bod. 5. Zorg voor monitoring van dynamiek Stand van zaken: Monitoring van dynamisch kustbeheer vindt plaats via drie sporen: - Landelijk worden er veel gegevens verzameld, waarvan gebruik kan worden gemaakt. Dat betekent dat er geen nieuwe monitoring voor de hele kust wordt opgezet. Uit navraag blijkt dat de gegevens van de laseraltimetri metingen die Rijkswaterstaat uitvoert voldoende zijn om vragen over zandvolumes te beantwoorden. Deze data zijn beschikbaar via het Algemeen Hoogtebestand (AHN2) en de waterkeringbeheerders hebben deze gegevens ter beschikking. De resolutie is goed genoeg en wordt steeds beter. Om uit deze gegevens volumes te berekenen, is GIS nodig. Daarmee kunnen voor een specifiek gebied kaarten worden gemaakt die aangeven hoeveel zand er per jaar bij is gekomen of weg is gewaaid. Hierbij is het belangrijk dat beheerders goed inzicht krijgen in beschikbare gegevens en (GIS) verwerkingsmethoden. - Waterschappen hebben op diverse plekken monitoring projecten lopen: Hollands Noorderkwartier: o Slufter Texel (ontstaan van nieuwe duintjes in de sluftermonding); o Castricum ( de onderlinge afstand van jaarrond paviljoens en het effect op duingroei en helmkwaliteit); o Wijk aan zee (het effect van een hoog paviljoen op duingroei en helmkwaliteit); Rijnland: o Velsen/Bloemendaal (effecten van nieuw te graven doorgravingen op duinvorming en doorstuiving naar het achterland); o Kerven Noordwijk/Zandvoort (idem); Scheldestromen: o Zeeuws-Vlaanderen (paraboolduintjes die in januari 2011 zijn aangelegd in het kader van het project Zwakke schakels); o Zeeuws-Vlaanderen (erosieberm kruishoofd, aangelegd in januari 2010 in het kader van het project Zwakke schakels; het strand en de vooroever worden gemonitord in het kader van het project, de duinen alleen visueel). - De STOWA gaat in samenwerking met waterschappen lokaal sommige gebieden monitoren. Deze gegevens moeten inzicht geven in de effecten van objecten op de duingroei, in het effect van stuifkuilen op het duin erachter en in de meegroeicapaciteit van duinvalleien. Momenteel zoekt STOWA uit welke methode hiervoor geschikt is (airborne en/of satelliet).
3
6. Ad-hoc vragen en acties Stand van zaken: - Rijkswaterstaat overweegt momenteel om de voorschriften voor bouwen op het strand te concretiseren. Dit kan beheerders helpen bij de vraag hoe om te gaan met bunkers en jaarrond paviljoens in dynamisch beheerde kusten. - STOWA is bezig dynamisch kustbeheer in te bedden in 'Digispectie voor Duinen'. Dit komt aan bod in de lezing van Petra Goessen). - Er is afstemming met Kennis voor Klimaat Thema 1, Deltaprogramma Nieuwbouw en Herstructurering (infrastructuur als kering) en Ecoshape Natuurlijke keringen. Vooruitblik Dynamisch kustbeheer vormt ook komend jaar een aandachtspunt van STOWA en Rijkswaterstaat. STOWA gaat in het kader van het kennisprogramma Deltaproof verder met 'kennis ontwikkelen, kennis makelen en kennis schakelen'. Dynamisch kustbeheer is input voor de kennisagenda van het Deltaprogramma Kust in 2012 en voor de agenda van DGWater van 2012. Er zal een relatie worden gelegd met Ecoshape, inclusief het governance aspect (aanpassen wettelijk instrumentarium?). Tenslotte hebben STOWA en Rijkswaterstaat het voornemen om in 2012 opnieuw een workshop dynamisch kustbeheer te organiseren. Vragen/ opmerkingen - Waar is de natuurmonitoring in het verhaal? Antwoord: Natuurmonitoring gebeurt vooral door de natuurbeheerders zelf, daarom is het verhaal vooral gericht op monitoring in de waterkering. Natuurlijk is daarbij samenwerking tussen waterschap en natuurbeheerder belangrijk. -
Wat is Ecoshape? Antwoord: Dat is een samenwerkingsverband van Deltares en het bedrijfsleven; samen zoeken zij naar natuurvriendelijke methoden om keringen in te richten en kosten te besparen, zoals voorlanden. In dat kader is er een convenant gesloten waarin bestuurders van waterschappen de intentie uitspreken dit type oplossingen mee te nemen; dit is een veranderde attitude.
3. Presentatie 'Digispectie' door Petra Goessen, Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier Goessen geeft een toelichting op het project Digispectie, een project dat de visuele inspectie van waterkeringen ondersteunt. In dit kader wordt er een Digigids ontwikkeld met schadebeelden voor dijken en duinen: een gids die beheerders in het veld kunnen gebruiken bij het inspecteren van hun kering (''Ik sta op het strand en wat kan ik doen?''). Momenteel wordt bekeken hoe dynamisch kustbeheer hier kan worden ingepast, via een differentiatie in kusttypen. Het Hoogheemraadschap van Hollands Noorderkwartier is hier al mee bezig en werkt aan factsheets met referentiebeelden. Het Hoogheemraadschap onderscheidt vier typen beheer:
4
Vastgehouden zeereep
Hier wordt zand zoveel mogelijk ingevangen en vastgehouden. Meestal is deze vorm van beheer gekozen ter hoogte van badplaatsen of smalle duinen met een veiligheidsprobleem.
Gekerfde zeereep
Hier zijn kleinschalige verstuivingen in de koppen van het duin. De hoogte van het grensprofiel varieert grofweg tussen NAP +7,50 en NAP +8,0, afhankelijk van de locatie. Paraboliserende Hier kan het eerste duin volledig uitstuiven. De doorgaande zeewering zeereep (grensprofiel) ligt verder landinwaarts.
Kerf of slufter
Hier mag zeewater doorstromen naar het achterland.
5
Welke type er gekozen wordt hangt af van veiligheid en andere belangen. Wat betreft het waterschap kan het grensprofiel in brede duinen landwaarts worden verlegd. Of dit wenselijk is, is een afweging van natuurbeheerders en andere belanghebbenden.
4. Presentatie 'Handreiking dynamisch kustbeheer ' door Ad van der Spek, Deltares Van der Spek geeft een toelichting op de 'handreiking dynamisch kustbeheer', die Deltares, Bureau Landwijzer en Rijkswaterstaat gezamenlijk ontwikkelen, in opdracht van DG Water. In oktober 2011 verschijnt een eerste versie van de handreiking. Hierin is feedback verwerkt van een klankbordgroep van vijf waterkeringbeheerders. De handreiking definieert dynamisch kustbeheer als 'het beheer dat gericht is op het dynamiseren van de buitenste duinen, om het natte en het droge deel van de kust met elkaar te verbinden. Doel is om een meer dynamische kust te krijgen, waarbij de veiligheid gewaarborgd blijft.' De handreiking vormt een hulpmiddel bij het maken van gefundeerde, transparante en uitlegbare keuzes voor beheer en biedt een 'stappenplan': 1. Om welk type kust gaat het / wat is de uitgangssituatie? De handreiking onderscheid eilandkoppen, eilandstaarten, smalle duinen, brede duinen, kustplaatsen, dammen en dijken in zand, aansluitconstructies en (natuurlijke) aangroeikusten. 2. Wat zijn de randvoorwaarden qua waterveiligheid, andere belangen (in en achter de duinen) en qua zandhuishouding? Bij de waterveiligheid gaat het vooral om de hoeveelheid zand die beschikbaar is. Daarbij worden drie situaties onderscheiden: al het aanwezige zand is nodig voor de veiligheid, er is meer zand dan nodig voor veiligheid, er is een overmaat aan zand. 3. Welke typen dynamiek zijn toepasbaar, wat is hiervan de meerwaarde en welke maatregelen kunnen worden genomen. De handreiking beschrijft de volgende typen dynamiek: - Embryonale duintjes (op het strand) - Stuivende zeereep (stuifplekken, ondiepe kuilen) - Gekerfde zeereep (stuifkuilen / kerven tot afgesproken diepte) - Paraboliserende zeereep (niet aaneengesloten, diepe kuilen) - Washover (opening in zeereep, alleen bij hoge waterstanden toegang) - Slufter (opening in zeereep, dagelijkse getijdenwerking ) Tenslotte wordt in de handreiking aandacht besteed aan communicatie (het verkijgen van draagvlak), monitoring (het signaleren van knelpunten en toetsen van doelen) en aan het ingrijpen bij ongewenste ontwikkelingen (relatie met project Digispectie).
6
Opmerkingen / aanbevelingen van deelnemers workshop 2011 - Besteed aandacht aan de integrale, langetermijn visie. In de handreiking lijkt vooral vanuit de huidige structuren te worden geredeneerd en vanuit de gedachte dat de legger in de zeereep ligt. Maar hoe sluit dit aan op de lange termijn? Zoek naar ruimte en integratie, want dat is vaak een belemmering voor dynamiek. Dus: denk niet alleen vanuit het huidige systeem (waar is de legger landwaarts te leggen), maar draai de redenering om voor de toekomst. - Formuleer een duidelijk doel van dynamisch kustbeheer in de handreiking. - Is dynamisch zeereepbeheer geen betere definitie? Kustlijnbeheer vormt namelijk ook een onderdeel van dynamisch kustbeheer.
5. Excursie Toelichting door Petra Goessen,HHNK, Rienk Slings en Jan van Mourik, PWN
Tijdens de lunch rijden de deelnemers van de workshop in huifkarren naar een kerf in de zeereep bij raai 48.00. Deze kuil is ontstaan in 1997; de ontwikkeling wordt gevolgd met veldmetingen (kuubs zand) en GIS. Daaruit blijkt dat in het winterseizoen van 1999-2001 de meeste dynamiek plaatsvond. Het algemene beeld is dat de kuil landinwaarts groeit en dat de randen hoger worden. In het veld lichten de duinbeheerders van PWN toe dat hier het proces 'parabolisering' optreedt. De kerf fungeert als een doorgeefluik van zand en dat zand is belangrijk voor het achterliggende duingebied. Daar zorgt het voor verjonging van vegetatie en tegengaan van verruiging en vergrassing.
7
Opmerkingen/vragen: - Stuivend (kalkrijk) zand werkt vergrassing juist in de hand. Dit zorgt voor versnelde mineralisatie van de aanwezige humus en daarmee voor verrijking. - Er moet een link komen tussen dynamisch kustbeheer en het suppletiebeleid om de kustlijn te handhaven. En wel zo dat voor kustgedeelten met een dynamisch karakter (bijvoorbeeld 'paraboliserende zeereep' de aard en/of frequentie van de suppleties zodanig worden aangepast dat van tijd tot tijd klifvorming in de zeereep, en daarmee paraboolvorming, mogelijk is. - De verstuiving lijkt beperkt te blijven tot de kuil en weinig invloed te hebben op de duinen erachter. Die zijn nog sterk vergrast. - Antwoord: dat komt ook doordat er zo weinig konijnen zijn; er is aanvullend beheer nodig zoals afplaggen.
8
6. Communicatie over dynamisch kustbeheer Inleiding Peter Leegwater, burgemeester van Wieringermeer en voormalig hoogheemraad van het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (portefeuille waterkeringen) begint het middagprogramma met een korte presentatie. Hij wijst erop dat iedereen communicatiedeskundige is en daarvoor geen studie hoeft te hebben gevolgd. Het is belangrijk om doelgericht te werk te gaan: Wat wil ik met communicatie bereiken en waarom? Dan volgen er vaak vanzelf wegen hoe dat kan worden ingevuld. Volgens Leegwater is het de uitdaging om mensen deel uit te laten maken van een project, daarmee is veel draagvlak te winnen. ''Probeer communicatie aan te laten sluiten bij ervaringen van mensen en speel in op betrokkenheid en enthousiasme.'' Discussie De deelnemers gaan in vier groepen uiteen voor discussie: - Communicatie in de dagelijkse praktijk van de beheerder; - Interactie tussen beleid en beheer; - Onderzoek en dynamisch kustbeheer; - Communicatie van ideeën naar bestuurder. Groep 1: Communicatie in de dagelijkse praktijk van de beheerder Aan deze discussie nemen vooral objectbeheerders en terreinbeheerders deel. Het eerste deel van de discussie spitst zich toe op huidige ervaringen met communicatie over dynamisch kustbeheer; in het tweede deel geven de deelnemers aanbevelingen voor de toekomst. Opmerkingen over huidige communicatie: - Het aantal vragen en opmerkingen van burgers neemt voortdurend toe. Mensen willen graag meepraten en hebben vaak een duidelijke eigen mening; - Er zijn goede ervaringen met projecten die tot stand zijn gekomen door veel mensen erbij te betrekken. Voorbeeld is de recent vastgestelde Kustnota van Rijnland. Het betrekken van ca. 200 personen bij de nota was een groot succes en heeft geleid tot uniformiteit en draagvlak; - Geïnteresseerde mensen zijn vaak mensen uit de directe omgeving. PWN communiceert dus ook veel in lokale media, zoals kranten of informatiepanelen. Ondanks die inspanningen, komt er op gebruikersavonden toch vaak de reactie '' we worden zo weinig geïnformeerd''. Aanbevelingen voor toekomst: - Zorg dat alle betrokken organisaties hetzelfde verhaal vertellen ('vertel het verhaal samen'). Mensen weten niet wie waarvoor verantwoordelijk is en spreken degene aan die het gemakkelijkst bereikbaar is. Vaak is dat de boswachter. De waterkeringbeheerder is doorgaans minder zichtbaar aanwezig. Straal uit dat je met meerdere partijen samenwerkt en zorg dat de recreant niet de dupe wordt van miscommunicatie tussen organisaties; - Er is een verhaal nodig dat iedereen in de organisatie kan vertellen. Wat is de essentie van het beheer? Zorg dat iedereen uit de organisatie dat verhaal vertelt en met één mond praat; - Leg uit dat dynamisch kustbeheer grenzen heeft en dat je ingrijpt als het te ver gaat; - Strooi niet teveel met vaktermen. Stel verhaal begrijpelijk op. Houd het simpel; - Ontwikkel plannen samen en heb begrip voor elkaars doelen. Draag de plannen samen uit. 9
-
-
'Pimp' de website over dynamisch kustbeheer en maak deze toegankelijk via sites van waterschappen. Eén centrale plek met informatie is erg handig voor alle betrokkenen. Daarbij is 'het grote publiek' niet de primaire doelgroep, want die zijn vooral op zoek naar lokale informatie via websites van lokale overheden en organisaties; Rond de handreiking af en bepaal of deze werkbaar is en of er veranderingen nodig zijn; Blijf werken aan draagvlak, bijvoorbeeld door volgend jaar weer een workshop te organiseren. Ook zouden veel deelnemers graag willen dat er weer een kustschouw wordt georganiseerd ('gluren bij de buren').
Groep 2: Interactie tussen beleid en beheer In de tweede groep zijn vooral deelnemers vertegenwoordigd die beleidsmatig bij dynamisch kustbeheer betrokken zijn, vanuit waterschappen, Rijkswaterstaat en het terreinbeheer. Opmerkingen over huidige communicatie: - Ten opzichte van 10-15 jaar geleden, verloopt de communicatie veel beter en zijn er meer contacten met betrokkenen; - De weerstand die partijen ten opzichte van elkaar soms ondervinden is afgenomen. Toch kan de communicatie nog worden verbeterd; - De workshops dynamisch kustbeheer worden erg gewaardeerd; - Het Rijk maakt beleid en beschrijft doelen, maar het is niet vanzelfsprekend dat dat wordt opgepakt. Dat komt onder meer doordat instrumentarium ontbreekt. Aanbevelingen voor toekomst: - Formuleer een helder doel voor communicatie; - Blijf informatie uitwisselen, bijvoorbeeld (zoals nu gebeurt) via de handleiding en de workshop. - Het is belangrijk dat informatie wordt gestructureerd en eenduidig is. De handreiking kan daarbij helpen; blijf beheerders betrekken bij het opstellen ervan; - Plaats de handreiking op internet met een 'helpdesk'. Benut de website als forum voor het uitwisselen van informatie over projecten. De website kan dienen als referentie, als legitimatie voor projecten; - Laat concrete voorbeelden zien, zoals een paraboliserende kuil. Dat helpt enorm bij communicatie! Groep 3: Onderzoek en dynamisch kustbeheer De derde groep bestaat vooral uit onderzoekers. Zij discussiëren over communicatie over onderzoeken waarin dynamisch kustbeheer onderzoek aan bod komt Opmerkingen over huidige communicatie: - Onderzoekers 'zenden' vooral informatie vanuit een opdracht: via rapporten en overleggen. Persberichten worden verzonden door de communicatieafdeling; - Onderzoekers communiceren vooral met opdrachtgevers. Voor interactie met anderen is er vaak weinig ruimte; - Er zijn weinig onderzoekers die een goed visionair verhaal kunnen neerzetten; het onderzoek gebeurt vaak projectgewijs, waarbij het 'grote geheel' ontbreekt. Er is een tegenstelling tussen lokale problemen en het grotere belang; 10
-
Er zijn vaak diepgewortelde meningen ('mythen') over veiligheid en dat maakt het lastig om met een nieuwe aanpak of nieuwe ideeën te komen; Er is vaak weinig maatschappelijk draagvlak voor onderzoek. Dat is jammer, want draagvlak is wel belangrijk. Onderzoekers hebben het idee dat ze weliswaar gelijk hebben, maar dat vaak niet krijgen.
Aanbevelingen voor toekomst: - Er is een groeiende behoefte aan maatschappelijke deelname aan het formuleren van onderzoeksvragen. De rol van de wetenschap is om in te spelen op die maatschappelijke vragen (dus niet alleen maar zenden, dat is een achterhaald concept); - Praat gewone mensentaal en geen jargon; - Het is belangrijk om 'revolutionaire ideeën' te doseren, zodat mensen er aan kunnen wennen; - Er is behoefte aan uitwisseling van informatie, bijvoorbeeld door het organiseren van 'de dag van de dijk', de 'dag van het dynamisch kustbeheer' of de 'jaarlijkse kustschouw'. Nodig ook belangengroeperingen bij dat soort activiteiten uit. Besteed bewust aandacht aan de publieke opinie; - Zorg voor heldere en vindbare informatie, onder andere via de handreiking en via de website; - Geef zoveel mogelijk concrete voorbeelden. Groep 4: Communicatie naar bestuurders Deze groep bestaat uit beheerders en beleidsmedewerkers die te maken hebben met het bestuurlijk proces. Volgens hen bestaat communicatie naar het bestuur uit: - verbinding leggen met de bestuurder; - tijd nemen om het 'verhaal' goed te vertellen. Wees eerlijk over onzekerheden en laat concrete voorbeelden zien (veldbezoek); - de eigen positie helder neerzetten; - Een bestuurder kan een prima ambassadeur zijn voor een idee of project. Aanbevelingen voor toekomst: - Maak kansen transparant. Wat een project kan opleveren is belangrijk (goedkoper, meer natuur, multifunctioneel etc.); - Maak alle belangen helder, ook negatieve geluiden, wees eerlijk; - Ken de bestuurder, zorg dat je zijn/haar uitgangspunten kent en probeer de informatie juist te 'timen'; - Zorg voor een goede wisselwerking tussen bestuurder en ambtenaar, vanaf het begin af aan. - Schuif de communicatie niet af op de afdeling communicatie. Je bent zelf verantwoordelijk voor communicatie.
11
7. Nabeschouwing en afsluiting Op grond van een rondgang langs alle vier discussiegroepen, geeft Leegwater een impressie van de middag. Opvallend vindt hij de overgave en betrokkenheid van de deelnemers. Dat is volgens hem een eerste stap in effectieve communicatie. Vervolgens is het de kunst om je bij alle voorstellen te realiseren dat je het een ander moet kunnen uitleggen en vertellen. Het maakt niet uit welke taken je hebt: je moet het verhaal overbrengen! Houd steeds voor ogen hoe je anderen daarbij kunt betrekken! Organiseer een kustschouw en een nieuwe workshop. Betrokkenheid en draagvlak creëer je door mensen mee te nemen en te laten zien waarover je het je hebt! Na deze woorden sluit Vertegaal de workshop af.
12