Verslag voorzieningenplanning gemeente Rotterdam Op 10 juni 2013 heeft een bijeenkomst plaatsgevonden bij de gemeente Rotterdam met als doel: kijken wat we van elkaar kunnen leren en wat we kunnen meenemen als input voor de update van het Spoorboekje maatschappelijke voorzieningen. Vanuit de gemeente Rotterdam waren aanwezig: Eline Seijbel (sport en cultuur), Esther Harskamp (deelgemeente Hoogvliet, beleid en wijkzaken), Stef Poolman (gebiedsmanager Hoogvliet), Fred Bijl (teamleider MVG Zuid), Daniel van Noordennen (assetmanager MVG Hoogvliet), Remco Berghuis (accountmanager MVG Hoogvliet), Eva van Beek (accountmedewerker commercieel VG). Van buiten de gemeente waren aanwezig: Wicher Schönau (organisatie adviseur bouw- en vastgoedprojecten, Twijnstra Gudde), Cees Machielse (lector gebiedsontwikkeling, Universiteit Rotterdam), Ingrid de Moel (Bouwstenen voor Sociaal), Lars Wolfkamp (stagiair bij Aestate, verslaglegging), Stefan van de Schootbrugge (BBN Adviseurs), Bas Römgens (VenhoevenCS), Danny Esselman (VenhoevenCS).
Van voorzieningenplan naar integrale gebiedsgerichte processen Een voorzieningenplan is geen plan, maar een proces. Voorzieningen zijn maar een klein onderdeel van het gebied. Door de bezuinigingen is de gemeente Rotterdam op zoek gegaan naar prioriteiten waar zij meerwaarde kunnen leveren. Vraag daarbij is nu: welke informatie is nodig om de vraag in kaart te brengen en wie besluit waarover, op welk schaalniveau? Omdat vaak blijkt dat verzamelde informatie snel achterhaald is, is het belangrijk dat alleen de juiste informatie wordt verzameld. De gemeente gaat hierbij uit van het principe dat de vraag leidend is voor het aanbod. Huidige stand van gebiedsgericht werken Door het werken met kernteams (bestaande uit 5 mensen) wordt getracht de lijnen kort te houden. Deze methode wordt als effectief beschouwd. Het kernteam heeft de concrete leegstand, de knelpunten en kansen en daarmee het aanbod van gemeentelijk vastgoed in kaart gebracht. Er is ook een beter inzicht in de voorzieningen van derden. De korte termijn acties zijn bekend en ingezet. De gemeente is actief in het terugdringen van leegstand binnen scholen en het verhogen van de sportparticipatie. Problemen bij het huidige proces Het huidige proces is nog niet toegerust op: - Integratie commercieel vastgoed; - Ruimtelijke en economische ontwikkelingen; - Meerjaren huisvestingsplannen van diensten; - Gebiedsteams gereed maken voor BMR 14+ (nieuw organisatiemodel ter vervanging van deelgemeentes). 2013 Verslag - Case Rotterdam
1
Wat mist is: - Implementatie van gebiedskennis zoals behoefte-onderzoek, SWOT en toepassen bestaande monitoren (deze is er wel maar wordt niet op strategisch niveau gebruikt); - Strategie en scenario ontwikkeling, kortom midden en lange termijn perspectieven, bv OHP (onderwijs huisvestingsplan), sportaccommodatiebeleid; - Aansluiting op DIN (doel inspanningen netwerk), koppeling van (markt)initiatieven aan gemeentelijke doelstellingen. Hiervoor is meer integrale informatiekoppeling nodig. Er komt steeds meer samenwerking tussen de verschillende afdelingen van de gemeente maar deze is allereerst vakinhoudelijk. De gemeente wil achterhalen wat maakt dat mensen in een bepaalde wijk blijven wonen. De doelstelling van de gemeente is namelijk dat mensen zo lang mogelijk in de stad blijven wonen. Kortom het creëren van een tafel, waaraan alle noodzakelijke disciplines vertegenwoordigd zijn om adequaat te kunnen reageren en handelen op wensen en behoeften vanuit de samenleving.
Volgende stap - Uitbreiding met gebiedsontwikkeling; - Uitbreiding met commercieel vastgoed; - Uitbreiding met externe initiatieven (kijken wie er zit in het gebied, wat zijn bijvoorbeeld de toekomstplannen van ondernemers in het gebied? Gaan ze uitbreiden, inkrimpen of misschien verhuizen?); - Uitbreiding met economische kansen. Tijd en urgentie Het huidige beleid is nog erg voorzichtig en duurt wellicht te lang. Dit komt doordat de stad recent is gestart met deze aanpak en nog bezig met het bepalen van positie en strategie. Het formeren van de gebiedsteams is ook net begonnen. Om toch snel te werken is er nu binnen het gemeentelijk vastgoed een scheiding gemaakt in een kernportefeuille en een nietkernportefeuille (woningen, winkels, kantoren, hierin zitten 700 objecten die moeten worden verkocht). Probleem was dat de urgentie nog niet bij iedereen duidelijk was, met als gevolg dat knopen niet worden doorgehakt en er gewacht is met het afwaarderen van vastgoed. Hier wordt nu wel anders tegenaan gekeken. Informatie De nu verzamelde informatie is voornamelijk bedoeld om problemen in kaart te brengen en in te kunnen spelen op de kansen die voortkomen uit de dynamiek van de samenleving. Gebiedsvisie Een aantal zaken geldt voor de gehele gemeente maar er zijn ook gebiedsspecifieke zaken. Per gebied zijn gebiedsvisies opgesteld met een eigen gebiedsprogramma (voorzieningenplanning, meer integrale benadering). 2013 Verslag - Case Rotterdam
2
Faciliteren of niet? Er is bottom-up vraag, maar moet de gemeente die altijd faciliteren? Blijkt dat door niet te faciliteren ondernemerschap wordt gestimuleerd. De gemeente komt uit een tijd waarbij veel op orde gebracht moest worden. Ongeveer 15% van de huidige voorzieningen gaat dicht, zonder dat dit direct gevolgen heeft voor de burgers. De gemeente is geen maatschappelijke dienst, financiën zijn belangrijk. Burgers met initiatieven maken de wijk! Momenteel lopen er veel pilots, om van pilots beleid te maken blijkt lastig. Opmerkingen bij de (eigen) aanpak: - Het lijkt alsof er vooral gehandeld wordt vanuit het nu en het vastgoed. En niet met een visie op de toekomst, waar het heen moet met de stad; - En eigenlijk voelt niemand, naast de vastgoedafdeling, zich momenteel verantwoordelijk voor het vastgoedprobleem, terwijl er meerdere rollen te nemen zijn waar naast de vastgoedrol; - De vraag is niet overal in de gemeente helder, terwijl een aantal deelgemeentes deze wel goed in kaart hebben. Uitdaging is hier om goed af te stemmen en samen te werken; - Zonder een beeld van waar het heen moet weet je ook niet goed welke informatie je nodig hebt. Je kunt van alles verzamelen maar waarvoor? Er is heel veel informatie maar veel is verouderd voor je het bij elkaar hebt. Om het beheersbaar te houden is scherpte in de gewenste richting nodig; - Door aanbod inzichtelijk te maken wordt vraag gecreëerd. Initiatief is gestart om transparant inzicht te geven voor derden in de vastgoedportefeuille; - ‘less is more’, teveel informatie maakt het probleem complexer/groter; - Zoek de informatie zo laag mogelijk in de organisatie. Haal het op bij de mensen die in de wijk rondlopen; - Niet vanuit één visie werken; flexibel zijn per wijk, meerdere scenario’s ontwikkelen; - Houd de aanleiding als leidraad; middel moet geen doel worden; - Meer bottom-up benadering, bijvoorbeeld door een multi-actoren gesprek; - Maak het niet te abstract, blijf dicht bij de vraag; - Succes zit in initiatieven die komen vanuit de buurt; - Zorg dat de juiste mensen aan tafel zitten. Nu zitten daar nog vaak mensen uit de oude kokers en sectoren die minder mogelijkheden hebben (o.a. corporaties die niet meer investeren). Hoe haal je de vraag op? - Bij de burgers, praat met ze en besteedt tijd aan ze; - Gebruik social media om te kijken wat er leeft in de wijk; - Kijk bijvoorbeeld eens op marktplaats om te zien of er ‘semi informele bedrijven’ gevestigd zijn in de buurt. Ga met die mensen in gesprek, wat zijn hun plannen voor de toekomst? 2013 Verslag - Case Rotterdam
3
Er kan bezuinigd worden door meer aan de markt over te laten. In Hoogeveen wordt 50% van de projecten door bewoners zelf uitgevoerd. Het is wel belangrijk dat de overheid niet abrupt teveel loslaat. Om alles weer in beweging te krijgen moet niet alleen gekeken worden naar het aanbod, maar ook naar de ontwikkelingen. Wat is nodig om snel op de vraag in te gaan? Om op die vraag in te kunnen gaan, is het belangrijk dat de vrager zich serieus heeft voorbereid, de gemeente is geen goedkope ruimteverstrekker. De vrager moet weten: - Wat hij precies nodig heeft; - Of hij in aanmerking komt voor subsidie; - Wat de kosten zijn. Hoe snel er gereageerd kan worden op de vraag hangt ook af van de sector. Sport gaat bijvoorbeeld snel terwijl kunst en cultuur in een cyclus van 4 jaar besluit over subsidies. Bij kunst en cultuur heeft een aantal grote instellingen de rol van exploitant op zich genomen. Welke informatie is essentieel om de vraag in kaart te brengen? - Kijk niet teveel vanuit het huidige aanbod; - Vastgoed moet goed bedenken wat zijn kerntaak is (een instrument voor het uitvoeren van beleid), de markt ook de ruimte geven, waar nodig kennis beschikbaar stellen; - Het beleid moet heel globaal zijn, dit wordt op lager niveau specifiek gemaakt; - Up to date gebiedskennis is belangrijk, maak het aanbod inzichtelijk om op die manier de vraag te creëren; - Op lokaal niveau moet organisch gewerkt worden, snel inspelen op veranderingen en voor iedere wijk een specifieke aanpak; - Bepaal als gemeente wat de ondergrens is en durf te wachten met ingrijpen totdat deze is bereikt, veel lost zichzelf op; - Heb vertrouwen in de bevolking, de gemeente is niet de enige die het kan. Wat neemt de gemeente mee? Voor gebiedsgericht werken moet nog een slag gemaakt worden om de wensen van de gebruikers/bewoners in kaart te brengen. Vraagvolgend in plaats van aanbodgericht. De overheid wil weten wat goed is voor de bewoners en waar ze op zitten te wachten. Eerst moet alleen geluisterd worden naar de burgers zonder dat er meteen (loze) beloftes gedaan worden. Dit vraagt ook geduld van de burgers omdat niet elke suggestie direct wordt ingewilligd. In de toekomst moet er gewerkt worden met een aantal richtlijnen waaraan het beleid kan worden getoetst. In het verleden ontbrak de structuur, de overheid heeft teveel gestuurd in de initiatieven. Hierdoor werden het teveel projecten van de overheid, het moest gebeuren zoals de gemeente het voor eigen doelstellingen kon inzetten, anders werd de subsidie stopgezet. Daarmee werd de situatie gecreëerd dat de samenleving zich op de overheid richtte in plaats van andersom. 2013 Verslag - Case Rotterdam
4
Wat moet er in het spoorboekje: - De wettelijke verplichting is de basis, stel als gemeente vaker de vraag: hoort dit tot onze verantwoordelijkheid? - Gebiedsgericht werken gemeentebreed doorvoeren waar het kan en per keten een “tafel” creëren waar zaken worden besproken en afgedaan. - Er moet snel geschakeld kunnen worden tussen scenario’s als gevolg van de snelle externe ontwikkelingen; - Er moet meer lokaal en integraal georganiseerd worden, zoals in kleine gemeenten. Hier ligt voor grote gemeenten een uitdaging; - Er moet centraal worden gestuurd en decentraal worden uitgevoerd; - Maak van de overheid de ‘onderheid’, laat de overheid verantwoording afleggen aan de burgers.
2013 Verslag - Case Rotterdam
5
Aanvullende informatie Project van de Hogeschool Rotterdam: big data, monitoren en koppelen van verschillende informatiestromen om de ontwikkelingen in kaart te brengen.
2013 Verslag - Case Rotterdam
6