Verslag Vissennetwerk donderdag 5 juni, thema: Veranderende visstanden en exoten Locatie: Zwolle bij AOC de Groene Welle Dagvoorzitter: Jan Kranenbarg (Stichting RAVON) Welkom De deelnemers aan het Vissennetwerk worden welkom geheten door dagvoorzitter Jan Kranenbarg en Eimert Fikse (Directeur Groene Welle). Eimert vindt het een eer gastheer te mogen zijn voor het Vissennetwerk en benadrukt de wisselwerking en het raakvlak tussen het bedrijfsleven, de onderzoekswereld en het middelbaar beroepsonderwijs. Jan licht het programma toe en introduceert de eerste spreker. Ruurd Noordhuis (Deltares)- Kraanwater in het IJsselmeer. Over Quaggamosselen, fosfaat en vis. Ruurd weet te luisteraar de boeien met een verhaal over langjarige veranderingen in het ecosysteem van het IJsselmeergebied. In de loop der jaren is het water steeds voedselarmer geworden en zijn er o.a. veranderingen opgetreden in de algensamenstelling, mosselsoorten, vogels en vissen. De afnemende fosfaatconcentraties leiden niet tot minder algen, maar tot andere soorten algen die minder voedzaam zijn voor mossels. In eerste instantie de driehoeksmosselen en nu vooral de Quaggamosselen hebben daardoor een lager vleesgewicht en daar lijden de mossel-etende vogels onder. De afname van spiering ligt uiteindelijk niet aan voedsel en wordt ook niet direct verklaard door de visserijdruk. Opwarming van het klimaat met zomersterfte tijdens hittegolven blijkt de lijkt de belangrijkste oorzaak voor achteruitgang spiering. Daarbij ontwijkt de spiering het door mosselen steeds helder wordende water. De Quaggamosselen filtreren tot meerdere malen het volume van het IJsselmeer per dag, waardoor het water kraakhelder is. Vragen: Leo Nagelkerke: Hoe komt het dat de Quaggamossel het zoveel beter doet dan de zebramossel? Ruurd: Wellicht omdat de Quaggamossel beter om kan gaan met de voedselarme algensoorten bij lage fosfaatconcentraties. Frank Spikmans (RAVON)- Rode Lijst Zoetwatervissen 2010: veranderingen ten opzichte van 1998. Frank geeft ons eerst een uitleg over de methodiek van de Nederlandse Rode Lijsten. De eerste lijst voor zoetwatervissen dateert uit 1998. In 2004 werd de Rode Lijst Zoetwatervissen uit 1998 op een aantal punten herzien; trekvissen die niet in Nederland voortplanten werden verwijderd (o.a. zalm). De ‘nieuwe’ Rode Lijst is berekend met gegevens in 2010 deze lijst komt hopelijk in 2014 gereed met zowel zoet- als zoutwatervissen. Het Vissennetwerk heeft vandaag de primeur de om kennis te nemen van de zoetwatervissoorten die zijn opgenomen in de Rode Lijst 2010. Frank licht 1
de veranderingen toe ten opzichte van de 1998/2004 lijst. Kwabaal, spiering, alver, rivierdonderpad en gestippelde alver zijn achteruitgegaan. Er is vooruitgang bij houting, (beek)forel, elrits, bittervoorn en vetje. Beekdonderpad, rivierprik en zeeprik zijn toegevoegd. Vragen: Tim Puts: Waarom is fint op de Rode Lijst 2010 opgenomen al ‘Verdwenen’ terwijl er toch redelijke aantallen fint voor de kust voorkomen en in rivierarmen als de Nieuwe Waterweg? Frank: Er is onvoldoende bewijs dat er op dit moment weer succesvolle voortplanting plaatsvindt op Nederlands grondgebied gedurende 10 aaneengesloten jaren. Na een korte koffiepauze in de kantine wordt het inhoudelijke programma hervat. Erik Binnendijk (Waterschap Peel & Maasvallei) – Beheersing van de uitheemse Aziatische grote modderkruiper in het beheersgebied van Peel & Maasvallei. Erik weidt uit over dat de vangsten van ietwat vale modderkruipers in de Tungelroyse Beek in eerste instantie werden aangezien voor grote en kleine modderkruipers. De blijdschap om de vondst van de eerste grote modderkruipers temperde snel toen het een Aziatische exoot bleek. Na die ontdekking werd snel gehandeld, er werd eerst gekeken op welke locaties de soort voorkwam. Vervolgens is er intensief gevist om zoveel mogelijk Aziatische modderkruipers weg te vangen. Vangsten van tientallen per dag (in verschillende lengteklasses) waren geen uitzondering. Er is een onderzoek opgestart in samenwerking met Natuurbalans en het Team Invasieve Exoten om met eDNA te kijken waar de Aziatische modderkruiper voorkomt en welke stappen er genomen kunnen worden. Tot er meer duidelijkheid gaat de wegvangactie door en worden de dieren levend opgeslagen. Vragen/discussie: Hugo Verreycken: Waarom wordt er niet op korte termijn Rotenon (gifstof voor organismen met kieuwademhaling, breekt na enkele uren af in water) ingezet om de populatie uit te roeien nu die nog relatief klein en beheersbaar is? Handmatig wegvangen leidt niet tot complete uitroeiing en de soort kan zich nu nog verder verbreiden. Erik: Met die maatregel vergiftig je de hele beek met al het leven daarin, dat is maatschappelijk en aan het waterschapbestuur niet te verkopen. Al het werk aan de beek en ecologische vooruitgang wordt zo in één klap teniet gedaan. Leo Nagelkerke vult aan: Rotenon wordt internationaal in vergelijkbare casussen ingezet om exoten te bestrijden, hard ingrijpen is vaak de enige mogelijkheid. Het blijkt dat herstel van de oorspronkelijke ecologie vaak verrassend snel optreedt. Ralph Sam: Is die Aziatische modderkruiper nu eigenlijk een ‘enge’ soort, wat moeten we er mee? Erik Binnendijk: De effecten zijn nog niet bekend, mogelijk zijn er effecten op de visstand voor de KRW of is er een negatief effect op inheemse beschermde soorten. Hans Roodzand merkt op: Karper is ook een soort die niet goed scoort op de KRW, maar daar doen we ook niets mee. Gerrit Jan Verdijk: Wat wordt er gedaan met de mogelijkheid dat er nu exemplaren uitspoelen naar stroomafwaartse gebieden? Erik: We wachten de ontwikkeling van een primer af om binnenkort met eDNA te kijken hoe ver de soort al is gekomen. Tot nu toe concentreren we ons op het zwaartepunt van de populatie om er daar zoveel mogelijk weg te vangen. 2
Hugo Verreycken (INBO) – Adaptatie en voedselvoorkeur van exotische grondels in Vlaanderen. Hugo vertelt over de exoten die Vlaanderen zijn binnengekomen. De laatste jaren zijn dat de exotische grondels uit het Donaugebied, die Vlaanderen via Nederland koloniseren. De snelheid van de invasie spreekt boekdelen, een hengelaar meldt voor het eerst een sporadische vangst van zwartbekgrondel in het Albertkanaal, amper een jaar later mailt hij ‘het zijn er MILJARDEN!’ Het INBO heeft een uitgebreid onderzoek verricht aan de zwartbekgrondel en de marmergrondel. Opvallend is dat de zwartbekgrondel, in de literatuur vaak benoemt als molluscivoor, de voorkeur heeft voor zachte prooien als vlokreeften. Bij beide soorten was de geslachtsverhouding bijzonder, er waren veel meer mannetjes dan vrouwtjes. Ook kwam uit inwendig onderzoek naar voren dat er verschillende endoparasieten van het type Gyrodactylus (platworm) voorkomen, waaronder ook nieuwe soorten voor Vlaanderen. Vragen: Leo Nagelkerke: Wat is de verklaring voor de gevonden geslachtsverhouding? Hugo: De onderliggende verklaringen ontbreken nog, dit is enkel een observatie. Martijn Schiphouwer: Bij inwendig onderzoek van 51 marmergrondels in Nederland werden uitsluitend vrouwtjes aangetroffen, dit staat haaks op de gevonden geslachtsverhouding in Vlaanderen. Ralph Sam: De laatste jaren lijken er veel minder rivierkreeftjes in de IJssel te zitten, kan dit liggen aan predatie door de zwartbekgrondel? Hugo: In het Albertkanaal is dit niet geobserveerd, daar zitten naast de zwartbekgrondels ook grote aantallen rivierkreeften. Tijdens de lunch vindt de informatiemarkt van de Groene Welle plaats er wordt uitleg gegeven over de opleiding en we krijgen de kweekopstellingen te zien waar karper, snoekbaars, tilapia, Afrikaanse meerval en binnenkort ook kwabaal gekweekt wordt. Ook is er een vissenquiz met Nederlandse vissoorten op sterk water die alleen met de Latijnse naam gelabeld zijn, heeft iedereen de kennis paraat om de juiste Nederlandse naam te noteren? Hierna wordt het programma hervat. Arthur de Bruin (Blikonderwater.nl) – (Foto)presentatie toename en leefgebied exotische grondels en effecten op o.a. rivierdonderpad. Arthur houdt een presentatie die vol staat met prachtige foto’s en films die hij samen met Matthijs de Vos heeft geschoten. De ‘Nederlandse’ onderwaterlandschappen met riffen van driehoeksmosselen en honderden rondhuppende zwartbekgrondels komen in beeld. Ook komen de resultaten van ‘snorkeltellingen’ over enkele jaren in de Rhederlaag aan bod. In het begin een enkele rivierdonderpad, maar uiteindelijk helemaal geen rivierdonderpad meer, maar wel honderden grondels. Arthur wijst op een recent verschenen rapport over hoe de grondelinvasie gemitigeerd kan worden [http://www.natuurplaza.org/Portals/2/NEC-E%20rapport%20exotische%20grondels.pdf ] . Hij poneert ook een aantal stellingen, zoals het niet vismigreerbaar maken van bovenlopen met zeldzame vissoorten als beekprik en beekdonderpad. 3
Vragen en discussie: Leo Nagelkerke: Mate van isolatie door niet migreerbaar maken kan goed zijn om soorten te beschermen. Kijk maar naar amfibieën, die zijn er ook bij gebaat als andere soorten het leefgebied niet kunnen bereiken. Achterin de zaal wordt gevraagd: Wat zijn de belangrijkste uitkomsten uit het onderzoeksrapport? Arthur: Dat het veelvuldig toegepaste stortsteen alle grondelsoorten faciliteert, door minder stortsteen te gebruiken kan het aantal grondels mogelijk worden gereguleerd. Achterin de zaal wordt opgemerkt dat wanneer steeds meer predatoren de grondels als prooivis benutten de stand ook verder wordt gereguleerd. Willie van Emmerik (Sportvisserij Nederland) – Veranderende visstanden, exoten en andere verschijnselen. Willie reflecteert op de opgetreden veranderingen in de waterkwaliteit, vishabitat en visstanden van de afgelopen decennia, achterliggende processen en de consequenties voor vissen en sportvissers. Willie stelt dat het streven naar het terugdringen van fosfaat en helder water alleen vaak onvoldoende is wanneer de morfologie en natuurlijke processen in een waterlichaam niet op orde zijn. Een kale heldere bak water met weinig vis of een met waterplanten overwoekerde plas is wat er nu vaak vanuit de KRW ambities ontstaat. De visstand en de bevisbaarheid zijn daarbij niet aantrekkelijk. Als herstel van de natuurlijke processen niet haalbaar dan moet de consequentie zijn dat men de doelen bijstelt en het beheer meer afstemt op gebruik. Erik Binnendijk: Er wordt gesteld dat morfologie niet in de KRW wordt meegenomen, dat is wel zo. Willie: Het wordt naar onze mening onvoldoende meegenomen, bijvoorbeeld natuurlijke land-waterovergangen worden onvoldoende hersteld. Nils van Kessel: Je stelt dat de toevoer van meer voedingsstoffen een wens is. Hoe zou voor bijvoorbeeld de Maas, een kale bak met weinig stroming, vorm moeten krijgen? En wat voor onderzoek moet daar aan gedaan worden? Willie: Op dit moment is daar geen pasklaar antwoord voor. Pieter Beelen vult aan: Het gaat nu vooral om bewustwording van deze vervelende situatie, de balans slaat door en de sportvisser heeft hierdoor minder mogelijkheden. Het inhoudelijke programma wordt afgesloten en de sprekers ontvangen een pakket van streekproducten. Wim Zweep maakt de winnaar van de vissenquiz bekend, helaas heeft die persoon wel alle antwoorden goed ingevuld, maar geen naam. De hoofdprijs wordt daarom verloot onder de gedeelde tweede plaats van Leo Nagelkerke en Bart Niemeijer. Leo ging met de hoofdprijs naar huis. Na het inhoudelijke programma volgt het praktische programma aan de IJssel. Studenten van de Groene Welle laten hier de inventarisatie van exotische grondels met de hengel zien, waarbij binnen een afgebakende vierkante meter voor een vaste tijd op grondels wordt gevist. Zo wordt een maat verkregen van de abundantie. Daarnaast wordt door RAVON een kribvak bevist met een kleine (25 meter) zegen. Er werd goed gevangen, de studenten en de Vissennetwerkers vingen honderden zwartbekgrondels (het was eigenlijk geen kunst). Met de zegen waren de inheemse soorten ook goed vertegenwoordigd, de vangst bestond uit volwassen alvers, mooie blankvoorns, een groot aantal kleine baarsjes en snoekbaarsjes, een flink aantal 4
zwartbekgrondesl en Pontische stroomgrondels, twee jonge windes, driedoornige stekelbaarsjes en een grote snoek.
Het Vissennetwerk bedankt Martijn Schiphouwer voor de verslaglegging!
5
6