VERSLAG VAN DE GEMEENTERAAD VAN 20 DECEMBER 2011 Aanwezig:
Claude Vanwelden, burgemeester; Eliane Spincemaille, Noël Hoogstoel, Dirk Vanluchene, Ann Cosaert, Isabelle Degezelle, Dirk Desmet, schepenen; Stephaan Dendoncker, Willy Bulcaen, Yves Goemaere, Andres Vandenborre, Bart Dewaele, Eric Francoys, Christine Desmet, Greet Lateur, Marc Doutreluingne, Yvan Nys, Gerard Amelynck, Luc Vanassche, Antoon D'Haene, Marc Claeys, Marc Desloovere, Ghislain Blomme, Veerle Servayge, Marie-Therese Callens, raadsleden; Jan Vanlangenhove, gemeentesecretaris
Afwezig:
Peter Verniers, raadslid; Sabine Poleyn, raadslid komt binnen tijdens behandeling van agendapunt 45. Noël Hoogstoel, schepen afwezig voor de agendapunten 1 t.e.m. 17. Isabelle Degezelle, schepen afwezig voor agendapunten 1 t.e.m. 3. Bart Dewaele, raadslid afwezig voor de agendapunten 1 t.e.m. 20. Marc Doutreluingne, raadslid afwezig voor agendapunt 46.
De burgemeester opent de vergadering om 19.05 uur. Staande de zitting vraagt de heer burgemeester om bij hoogdringendheid een punt toe te voegen aan de agenda : Goedkeuring aanpassing van bijlage 1 van de overeenkomst tussen de gemeente Zwevegem en de VMW, overeenkomstig artikel 6 bis § 3 van het decreet van 24 mei 2002 betreffende water voor menselijke aanwending : - goedkeuring machtiging schepencollege tot ondertekening – vaststelling bijdrage voor opvang en transport van afvalwater – vaststelling bijdrage voor de eigen waterwinners – vaststelling bijdrage IBA’s in collectieve exploitatie. De raad is EENPARIG akkoord om dit punt toe te voegen als laatste punt aan de agenda. Staande de zitting wordt een ontwerp van beslissing en toelichtende nota uitgedeeld.
1.
OCMW. - Goedkeuring budgetwijziging nr 1 dienstjaar 2011.
Bevoegdheid Gemeentedecreet art. 43 Juridische grond - OCMW-decreet art. 156 - Besluit van de gemeenteraad van 21 december 2010 betreffende OCMW. - Aktename budget 2011 - Besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 8 december 2011 betreffende vaststelling van de budgetwijzing van het dienstjaar 2011 Verwijzingsdocumenten Budget 2011 van het OCMW Zwevegem
Motivering De raad voor maatschappelijk welzijn heeft op basis van de voorgelegde cijfers en de verklarende nota de budgetwijziging van het OCMW vastgesteld op 8 december 2011. BESLUIT 12 stemmen voor (Claude Vanwelden, Eliane Spincemaille, Dirk Vanluchene, Ann Cosaert, Dirk Desmet, Stephaan Dendoncker, Willy Bulcaen, Yves Goemaere, Andres Vandenborre, Eric Francoys, Christine Desmet, Greet Lateur) 5 stemmen tegen (Marc Doutreluingne, Yvan Nys, Gerard Amelynck, Luc Vanassche, Antoon D'Haene) 5 onthoudingen (Marc Claeys, Marc Desloovere, Ghislain Blomme, Veerle Servayge, Marie-Therese Callens) Artikel 1 De budgetwijziging werd als volgt vastgesteld door de raad voor maatschappelijk welzijn: STAAT VAN HET FINANCIEEL EVENWICHT 2011
+/-
2011 na BW
I. Exploitatiebudget
1.080.910,58
-126.246,52
954.664,06
A. Uitgaven
9.512.469,22
186.120,72
9.698.589,94
B. Ontvangsten
10.593.379,80
59.874,20
10.653.254,00
II. Investeringsbudget
-1.082.504,00
725.781,64
-356.722,36
1.195.500,00
-685.985,00
509.515,00
112.996,00
39.796,64
152.792,64
III. Andere
-478.627,24
0,00
-478.627,24
IV. Budgettaire resultaat boekjaar
-480.220,66
599.535,12
119.314,46
V. Gecumuleerde budgettaire resultaat vorig boekjaar
4.126.809,51
418.564,76
4.545.374,27
VI. Gecumuleerde budgettaire resultaat
3.646.588,85
1.018.099,88
4.664.688,73
VII. Bestemde gelden
3.318.619,24
1.050.000,00
4.368.619,24
VIII. Resultaat op kasbasis
327.969,61
-31.900,12
296.069,49
I. Financieel draagvlak
1.314.679,30
-79.215,06
1.235.464,24
712.395,96
47.031,46
759.427,42
602.283,34
-126.246,52
476.036,82
2011
+/-
2011 na BW
443.600,00
63.750,00
507.350,00
1.202.381,33
207.950,00
1.410.331,33
62 - Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen
6.549.739,17
61.397,26
6.611.136,43
64 - Toegestane werkingssubsidies en andere
1.081.780,00
-194.008,00
887.772,00
234.968,72
47.031,46
282.000,18
9.512.469,22
186.120,72
9.698.589,94
70 - Opbrengsten uit de werking
3.336.307,23
79.554,00
3.415.861,23
74 - Subsidies en andere operationele opbrengsten
7.213.022,57
-25.929,80
7.187.092,77
44.050,00
6.250,00
50.300,00
10.593.379,80
59.874,20
10.653.254,00
2011
+/-
2011 na BW
A. Uitgaven B. Ontvangsten
II. Netto periodieke leningsuitgaven III. Autofinancieringsmarge EXPLOITATIEBUDGET 60 - Verbruikte goederen en verstrekte diensten 61 - Diensten en diverse leveringen en interne facturering
operationele kosten 65 - Financiële kosten TOTAAL
75 - Financiële opbrengsten TOTAAL INVESTERINGSBUDGET
UItgaven Renovatie Otegemstraat 125
400.000,00
-50.000,00
350.000,00
ICT-aankopen
10.000,00
0,00
10.000,00
Keukenmateriaal
10.000,00
-5.500,00
4.500,00
Aankopen (niet-) verzorgend materiaal
10.000,00
-10.000,00
Informatisering registratie thuisbezorgde mlt
5.000,00
-5.000,00
Informatisering registratie mlt dienstencentrum
4.500,00
-4.500,00
50.000,00
5.000,00
Schilderwerken gangen Blyhove I
100.000,00
-100.000,00
Huisvesting LOI
450.000,00
-446.500,00
Linkervleugel WZC Sint-Amand
150.000,00
-150.000,00
6.000,00
-6.000,00
Renovatie Peter Benoitstraat 16
Herinrichting zithoeken Blyhove I (Ver)nieuwbouw WZC Sint-Amand TOTAAL
55.000,00 3.500,00
86.515,00
86.515,00
1.195.500,00
-685.985,00
509.515,00
112.996,00
39.796,64
152792,64
112.996,00
39.796,64
152.792,64
Ontvangsten Renovatie Otegemstraat 125 TOTAAL Artikel 2 De gemeenteraad keurt de budgetwijziging van het dienstjaar 2011 goed. Dit punt wordt ter zitting toegelicht door de voorzitter, de secretaris en de financieel beheerder van het OCMW. Gemeentebelangen STEMT TEGEN in analogie met het stemgedrag van dezelfde fractie in de OCMW-raad. Algemeen stelt de fractie dat ze tegen het principe is van het spaarpotsysteem (OCMW legt reserves aan voor toekomstige investeringen – terwijl gemeente moet lenen voor investeringen), men had beter die spaargelden in het verleden aangewend om sneller de lange wachtlijsten weg te werken. 2.
OCMW. - Goedkeuring meerjarenbeleidsplan 2012-2013-2014.
Bevoegdheid Gemeentedecreet art. 43 Juridische grond - OCMW-decreet art. 148 - Besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 8 december 2011 betreffende vaststelling van de het meerjarenplan 2012-2013-2014 van het OCMW Zwevegem. Verwijzingsdocumenten Ontwerp van meerjarenplan 2012-2013-2014 van het OCMW Zwevegem Motivering Het ontwerp van meerjarenplan 2012-2013-2014 van het OCMW werd vastgesteld door de raad voor maatschappelijk welzijn op 8 december 2011. Overeenkomstig artikel 148 van het ocmw-decreet moet het meerjarenplan worden goedgekeurd door de gemeenteraad. BESLUIT 12 stemmen voor (Claude Vanwelden, Eliane Spincemaille, Dirk Vanluchene, Ann Cosaert, Dirk Desmet, Stephaan Dendoncker, Willy Bulcaen, Yves Goemaere, Andres Vandenborre, Eric Francoys, Christine Desmet, Greet Lateur)
5 stemmen tegen (Marc Doutreluingne, Yvan Nys, Gerard Amelynck, Luc Vanassche, Antoon D'Haene) 5 onthoudingen (Marc Claeys, Marc Desloovere, Ghislain Blomme, Veerle Servayge, Marie-Therese Callens) Enig artikel De gemeenteraad keurt het meerjarenplan 2012-2013-2014 van het OCMW goed zonder aanpassingen. STAAT VAN HET FINANCIEEL EVENWICHT 2012
2013
2014
750.613,88
1.031.875,15
1.194.183,85
A. Uitgaven
10.468.130,73
10.552.488,08
10.745.266,76
B. Ontvangsten
11.218.744,61
11.584.363,23
11.939.450,61
II. Investeringsbudget
-1.439.402,87
-1.850.713,74
-3.388.352,71
1.530.129,83
1.850.713,74
3.388.352,71
I. Exploitatiebudget
A. Uitgaven B. Ontvangsten
90.726,96
0,00
0,00
-502.567,24
-527.708,58
501.134,67
-1.191.356,23
-1.346.547,17
-1.693.034,19
V. Gecumuleerde budgettaire resultaat vorig boekjaar
4.664.688,73
3.473.332,50
2.126.785,33
VI. Gecumuleerde budgettaire resultaat
3.473.332,50
2.126.785,33
433.751,14
VII. Bestemde gelden
3.164.991,62
1.381.491,45
338.121,28
III. Andere IV. Budgettaire resultaat boekjaar
VIII. Resultaat op kasbasis
308.340,88
745.293,88
95.629,86
I. Financieel draagvlak
1.007.552,97
1.261.174,03
1.396.301,48
II. Netto periodieke leningsuitgaven
759.506,33
757.007,46
700.982,96
248.046,64
504.166,57
695.318,52
2012
2013
2014
517.750,00
528.830,00
540.171,60
61 - Diensten en diverse leveringen en interne facturering
1.372.720,00
1.335.049,20
1.356.203,53
62 - Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen
7.434.249,64
7.572.838,00
7.760.302,00
885.272,00
885.272,00
885.272,00
III. Autofinancieringsmarge EXPLOITATIEBUDGET 60 - Verbruikte goederen en verstrekte diensten
64 - Toegestane werkingssubsidies en andere operationele kosten 65 - Financiële kosten
258.139,09
230.498,88
203.317,63
10.468.130,73
10.552.488,08
10.745.266,76
70 - Opbrengsten uit de werking
3.584.200,02
3.783.477,18
3.968.311,95
74 - Subsidies en andere operationele opbrengsten
7.589.344,59
7.752.186,05
7.918.938,66
45.200,00
48.700,00
52.200,00
11.218.744,61
11.584.363,23
11.939.450,61
2012
2013
2014
17.500,00
15.000,00
TOTAAL
75 - Financiële opbrengsten TOTAAL INVESTERINGSBUDGET UItgaven Renovatie Otegemstraat 125
50.000,00
ICT-aankopen
17.500,00
Keukenmateriaal Aankopen (niet-) verzorgend material Renovatie Peter Benoitstraat 16
1.500,00 10.000,00 16.000,00
Schilderwerken gangen Blyhove I
100.000,00
Huisvesting LOI
356.244,74
Vernieuwing tijdsregistratie en planningssoftware (Ver)nieuwbouw WZC Sint-Amand
18.000,00
7.000,00
827.385,09
1.591.355,30
3.373.352,71
1.850.713,74
3.388.352,71
Hardware computerhoeken
17.500,00
Telefonie burelen Blokkestraat 29a
21.000,00
Wagen DVC
30.000,00
Automatisering maaltijdgebeuren
20.000,00
Karren medicatie verdeling
20.000,00
Koelcel keuken - koude lijn TOTAAL Ontvangsten
234.858,44
25.000,00 1.530.129,83
Renovatie Otegemstraat 125
16.976,96
Renovatie Peter Benoitstraat 16
56.250,00
Hardware computerhoeken
17.500,00
TOTAAL
90.726,96
0,00
0,00
Dit punt wordt ter zitting toegelicht door de voorzitter, de secretaris en de financieel beheerder van het OCMW. Gemeentebelangen STEMT TEGEN in analogie met het stemgedrag van dezelfde fractie in de OCMW-raad. Algemeen stelt de fractie dat ze tegen het principe is van het spaarpotsysteem (OCMW legt reserves aan voor toekomstige investeringen – terwijl gemeente moet lenen voor investeringen), men had beter die spaargelden in het verleden aangewend om sneller de lange wachtlijsten weg te werken. 3.
OCMW. - Aktename budget 2012.
Bevoegdheid Gemeentedecreet art. 43. Juridische grond - OCMW-decreet art. 149 & 150 - Besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 8 december 2011 betreffende vaststelling van het meerjarenbeleidsplan 2012-2013-2014 van het OCMW Zwevegem. -
Besluit
van
de
gemeenteraad
van
20
december
2011
betreffende
OCMW.
-
Goedkeuring
meerjarenbeleidsplan 2012-2013-2014. Verwijzingsdocumenten Meerjarenbeleidsplan 2012-2013-2014 van het OCMW Zwevegem Motivering De raad voor maatschappelijk welzijn heeft op 8 december 2011 het budget 2012 vastgesteld op basis van het meerjarenbeleidsplan 2012-2013-2014 van het OCMW Zwevegem. Overeenkomstig artikel 150 van het OCMW-decreet moet het budget ter kennisname worden voorgelegd aan de gemeenteraad. BESLUIT Artikel 1 De raad voor maatschappelijk welzijn stelde het budget vast als volgt: STAAT VAN HET FINANCIEEL EVENWICHT 2012 I. Exploitatiebudget
750.613,88
A. Uitgaven
10.468.130,73
B. Ontvangsten
11.218.744,61
II. Investeringsbudget
-1.439.402,87
A. Uitgaven B. Ontvangsten III. Andere IV. Budgettaire resultaat boekjaar
1.530.129,83 90.726,96 -502.567,24 -1.191.356,23
V. Gecumuleerde budgettaire resultaat vorig boekjaar
4.664.688,73
VI. Gecumuleerde budgettaire resultaat
3.473.332,50
VII. Bestemde gelden
3.164.991,62
VIII. Resultaat op kasbasis
308.340,88
I. Financieel draagvlak
1.007.552,97
II. Netto periodieke leningsuitgaven
759.506,33
III. Autofinancieringsmarge
248.046,64 2012
EXPLOITATIEBUDGET 60 - Verbruikte goederen en verstrekte diensten
517.750,00
61 - Diensten en diverse leveringen en interne facturering
1.372.720,00
62 - Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen
7.434.249,64
64 - Toegestane werkingssubsidies en andere operationele kosten
885.272,00
65 - Financiële kosten
258.139,09
TOTAAL
10.468.130,73
70 - Opbrengsten uit de werking
3.584.200,02
74 - Subsidies en andere operationele opbrengsten
7.589.344,59
75 - Financiële opbrengsten TOTAAL
45.200,00 11.218.744,61 2012
INVESTERINGSBUDGET UItgaven Renovatie Otegemstraat 125
50.000,00
ICT-aankopen
17.500,00
Keukenmateriaal
1.500,00
Aankopen (niet-) verzorgend materiaal
10.000,00
Renovatie Peter Benoitstraat 16
16.000,00
Schilderwerken gangen Blyhove I
100.000,00
Huisvesting LOI
356.244,74
Vernieuwing tijdsregistratie en planningssoftware (Ver)nieuwbouw WZC Sint-Amand
18.000,00 827.385,09
Hardware computerhoeken
17.500,00
Telefonie burelen Blokkestraat 29a
21.000,00
Wagen DVC
30.000,00
Automatisering maaltijdgebeuren
20.000,00
Karren medicatie verdeling
20.000,00
Koelcel keuken - koude lijn
25.000,00
TOTAAL
1.530.129,83
Ontvangsten Renovatie Otegemstraat 125
16.976,96
Renovatie Peter Benoitstraat 16
56.250,00
Hardware computerhoeken
17.500,00
TOTAAL
90.726,96
Artikel 2 De gemeenteraad neemt kennis van het budget voor het dienstjaar 2012. Dit punt wordt ter zitting toegelicht door de voorzitter, de secretaris en de financieel beheerder van het OCMW. 4.
Goedkeuring budget 2012 vzw jeugdinfrastructuur.
Bevoegdheid Gemeentedecreet art. 43. Juridische grond - Wet van 2 mei 2002 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, tot op heden gewijzigd. Verwijzingsdocumenten - Budget van vzw gemeentelijke jeugdinfrastructuur voor het dienstjaar 2012 Motivering Het budget van vzw gemeentelijke jeugdinfrastructuur voor het dienstjaar 2012 werd door de Raad van Bestuur van de vzw vastgesteld en door de algemene vergadering aangenomen op 27 oktober 2011 BESLUIT EENPARIG Enig artikel Het budget 2012 van vzw gemeentelijke jeugdinfrastructuur wordt goedgekeurd met volgende cijfers: Totaal opbrengsten
Totaal kosten
47.200,00 EUR
81.120,00 EUR
5.
Batig geraamd resultaat -33.920,00 EUR
Goedkeuring budget 2012 vzw Jeugdcentrum De Brug Zwevegem.
Bevoegdheid Gemeentedecreet art. 43. Juridische grond - Wet van 2 mei 2002 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, tot op heden gewijzigd. Verwijzingsdocumenten - Budget van vzw Jeugdcentrum De Brug voor het dienstjaar 2012 Motivering Het budget van vzw Jeugdcentrum De Brug voor het dienstjaar 2012 werd door de Raad van Bestuur van de vzw vastgesteld en door de algemene vergadering aangenomen op 20 oktober 2011 BESLUIT EENPARIG Enig artikel Het budget 2012 van vzw Jeugdcentrum De Brug wordt goedgekeurd met volgende cijfers: Totaal opbrengsten
Totaal kosten
88.489,00 EUR
83.565,00 EUR
6.
Batig geraamd resultaat 4.924,00 EUR
Goedkeuring budget 2012 vzw Jongerenanimatie.
Bevoegdheid Gemeentedecreet art. 43. Juridische grond - Wet van 2 mei 2002 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, tot op heden gewijzigd. Verwijzingsdocumenten - Budget van vzw Gemeentelijke Jongerenanimatie voor het dienstjaar 2012 Motivering Het budget van vzw Gemeentelijke Jongerenanimatie voor het dienstjaar 2012 werd door de Raad van Bestuur van de vzw vastgesteld en door de algemene vergadering aangenomen op 20 oktober 2011
BESLUIT EENPARIG Enig artikel Het budget 2012 van vzw Gemeentelijke Jongerenanimatie wordt goedgekeurd met volgende cijfers: Totaal opbrengsten
Totaal kosten
132.530,00 EUR
141.110,00 EUR
7.
Negatief geraamd resultaat - 8.580,00 EUR
Goedkeuring budget 2012 vzw Malpertus Heestert.
Bevoegdheid Gemeentedecreet art. 43. Juridische grond - Wet van 2 mei 2002 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, tot op heden gewijzigd. Verwijzingsdocumenten - Budget van vzw Ontmoetingscentrum Malpertus Heestert voor het dienstjaar 2012. Motivering Het budget van vzw Ontmoetingscentrum Malpertus Heestert voor het dienstjaar 2012 werd door de Raad van Bestuur van de vzw vastgesteld en door de algemene vergadering aangenomen op 21 november 2011. BESLUIT EENPARIG Enig artikel Het budget 2012 van vzw Ontmoetingscentrum Malpertus Heestert wordt goedgekeurd met volgende cijfers: Totaal opbrengsten
Totaal kosten
26 100 EUR
25 970 EUR
8.
Batig geraamd resultaat 130 EUR
Goedkeuring budget 2012 vzw Parochiaal Centrum Moen.
Bevoegdheid Gemeentedecreet art. 43. Juridische grond - Wet van 2 mei 2002 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, tot op heden gewijzigd. Verwijzingsdocumenten - Budget van vzw Parochiaal Centrum Moen voor het dienstjaar 2012. Motivering Het budget van vzw Parochiaal Centrum Moen voor het dienstjaar 2012 werd door de Raad van Bestuur van de vzw vastgesteld en door de algemene vergadering aangenomen op 18 oktober 2011. BESLUIT EENPARIG Enig artikel Het budget 2012 van vzw Parochiaal Centrum Moen wordt goedgekeurd met volgende cijfers: Totaal opbrengsten
Totaal kosten
97 375 EUR
97 375 EUR
9.
Goedkeuring budget 2012 vzw Ontmoetingscentrum Sint-Denijs.
Bevoegdheid Gemeentedecreet art. 43. Juridische grond
Batig geraamd resultaat 0 EUR
- Wet van 2 mei 2002 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, tot op heden gewijzigd. Verwijzingsdocumenten - Budget van vzw Ontmoetingscentrum Ter Streye Sint-Denijs voor het dienstjaar 2012. Motivering Het budget van vzw Ontmoetingscentrum Ter Streye Sint-Denijs voor het dienstjaar 2012 werd door de Raad van Bestuur van de vzw vastgesteld en door de algemene vergadering aangenomen op 27 oktober 2011. BESLUIT EENPARIG Enig artikel Het budget 2012 van vzw Ontmoetingscentrum Ter Streye Sint-Denijs wordt goedgekeurd met volgende cijfers: Totaal opbrengsten
Totaal kosten
84 021,01 EUR
80 325 EUR
Batig geraamd resultaat 3 696,01 EUR
10. Goedkeuring budget 2012 vzw Parochiaal Centrum Zwevegem Knokke. Bevoegdheid Gemeentedecreet art. 43. Juridische grond - Wet van 2 mei 2002 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, tot op heden gewijzigd. Verwijzingsdocumenten - Budget van vzw Parochiaal Centrum Zwevegem Knokke voor het dienstjaar 2012. Motivering Het budget van vzw Parochiaal Centrum Zwevegem Knokke voor het dienstjaar 2012 werd door de Raad van Bestuur van de vzw vastgesteld en door de algemene vergadering aangenomen op 21 november 2011. BESLUIT EENPARIG Enig artikel Het budget 2012 van vzw Parochiaal Centrum Zwevegem Knokke wordt goedgekeurd met volgende cijfers: Totaal opbrengsten
Totaal kosten
Batig geraamd resultaat
22 520 EUR
21 970 EUR
550 EUR
11. Goedkeuring budget 2012 vzw Ontmoetingscentrum Otegem. Bevoegdheid Gemeentedecreet art. 43. Juridische grond - Wet van 2 mei 2002 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, tot op heden gewijzigd. Verwijzingsdocumenten - Budget van vzw Ontmoetingscentrum ‘De Spoele’ Otegem voor het dienstjaar 2012. Motivering Het budget van vzw Ontmoetingscentrum ‘De Spoele’ Otegem voor het dienstjaar 2012 werd door de Raad van Bestuur van de vzw vastgesteld en door de algemene vergadering aangenomen op 31 oktober 2011. BESLUIT EENPARIG Enig artikel
Het budget 2012van vzw Ontmoetingscentrum ‘De Spoele’ Otegem wordt goedgekeurd met volgende cijfers: Totaal opbrengsten
Totaal kosten
18.300 EUR
29.950 EUR
Negatief geraamd resultaat - 11.650 EUR
12. Goedkeuring budget 2012 van vzw koninklijk gemeentelijk tenniscentrum Zwevegem. Bevoegdheid Gemeentedecreet art. 43. Juridische grond - Wet van 2 mei 2002 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, tot op heden gewijzigd. Verwijzingsdocumenten - Budget van vzw koninklijk gemeentelijk tenniscentrum Zwevegem voor het dienstjaar 2012. Motivering Het budget van vzw koninklijk gemeentelijk tenniscentrum Zwevegem voor het dienstjaar 2012 werd door de Raad van Bestuur van de vzw vastgesteld en door de algemene vergadering aangenomen op 10 november 2011. Het budget voor het dienstjaar 2012 van vzw koninklijk gemeentelijk tenniscentrum Zwevegem werd tevens door de Algemene Vergadering van de vzw Sportbeheer Zwevegem aangenomen in zitting van 15 november 2011. BESLUIT EENPARIG Enig artikel Het budget 2012 van vzw koninklijk gemeentelijk tenniscentrum Zwevegem wordt goedgekeurd met volgende cijfers: Totaal opbrengsten
Totaal kosten
384.042,30 EUR
367.072,36 EUR
Batig geraamd resultaat 16.969,94 EUR
13. Goedkeuring budget 2012 van vzw gemeentelijke schietstand Zwevegem. Bevoegdheid Gemeentedecreet art. 43. Juridische grond - Wet van 2 mei 2002 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, tot op heden gewijzigd. Verwijzingsdocumenten - Budget van vzw gemeentelijke schietstand Zwevegem voor het dienstjaar 2012 Motivering Het budget van vzw gemeentelijke schietstand Zwevegem voor het dienstjaar 2012 werd door de Raad van Bestuur van de vzw vastgesteld en door de algemene vergadering aangenomen op 14 oktober 2011. Het budget voor het dienstjaar 2012 van vzw gemeentelijke schietstand Zwevegem werd tevens door de door de Algemene Vergadering van de vzw Sportbeheer Zwevegem aangenomen in zitting van 15 november 2011. BESLUIT EENPARIG Enig artikel Het budget 2012 van vzw gemeentelijke schietstand Zwevegem wordt goedgekeurd met volgende cijfers:
Totaal opbrengsten
Totaal kosten
18 000,00 EUR
17 595,00 EUR
Positief geraamd resultaat 405,00 EUR
Schepen Eliane Spincemaille deel mede dat er in het ontwerp van deze beslissing een fout was geslopen nl de kosten en opbrengsten werden gewisseld. Ter zitting werd dit rechtgezet. 14. Goedkeuring budget 2012 van vzw gemeentelijk sportcentrum Sint-Denijs. Bevoegdheid Gemeentedecreet art. 43. Juridische grond - Wet van 2 mei 2002 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, tot op heden gewijzigd. Verwijzingsdocumenten - Budget van vzw gemeentelijk sportcentrum Sint-Denijs voor het dienstjaar 2012 Motivering Het budget van vzw gemeentelijk sportcentrum Sint-Denijs voor het dienstjaar 2012 werd door de Raad van Bestuur van de vzw vastgesteld en door de algemene vergadering aangenomen op 27 oktober 2011. Het budget voor het dienstjaar 2012 van vzw gemeentelijk sportcentrum Sint-Denijs werd tevens door de Algemene Vergadering van de vzw Sportbeheer Zwevegem aangenomen in zitting van 15 november 2011. BESLUIT EENPARIG Enig artikel Het budget 2012 van vzw gemeentelijk sportcentrum Sint-Denijs wordt goedgekeurd met volgende cijfers: Totaal opbrengsten
Totaal kosten
4.420 EUR
3.900 EUR
Batig geraamd resultaat 520 EUR
15. Goedkeuring budget 2012 van vzw Sportbeheer Zwevegem. Bevoegdheid Gemeentedecreet art. 43. Juridische grond - Wet van 2 mei 2002 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, tot op heden gewijzigd. Verwijzingsdocumenten - Budget van vzw Sportbeheer Zwevegem voor het dienstjaar 2012. Motivering Het budget van vzw Sportbeheer Zwevegem voor het dienstjaar 2012 werd door de Raad van Bestuur van de vzw vastgesteld en door de algemene vergadering aangenomen op 15 november 2012 BESLUIT EENPARIG Enig artikel Het budget 2012 van vzw Sportbeheer Zwevegem wordt goedgekeurd met volgende cijfers: Totaal opbrengsten
Totaal kosten
1.066.059,58 EUR
1.113.537,00 EUR
16. Goedkeuring budget 2012 vzw Transfo.
negatief geraamd resultaat -47.477,42 EUR
Bevoegdheid Gemeentedecreet art. 43. Juridische grond - Wet van 2 mei 2002 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, tot op heden gewijzigd. Verwijzingsdocumenten - Budget van vzw Transfo Zwevegem voor het dienstjaar 2012. Motivering Het budget van vzw Transfo Zwevegem voor het dienstjaar 2012 werd door de Raad van Bestuur van de vzw vastgesteld en door de algemene vergadering aangenomen op 29 november 2011. BESLUIT EENPARIG Enig artikel Het budget 2012 van vzw Transfo Zwevegem wordt goedgekeurd met volgende cijfers: Totaal opbrengsten
Totaal kosten
146.170,00 EUR
138.216,26 EUR
Batig geraamd resultaat 7.953,74 EUR
17. Goedkeuring budget 2012 Autonoom GemeenteBedrijf Zwevegem. Bevoegdheid Gemeentedecreet art. 43. Juridische grond - Wet van 2 mei 2002 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, tot op heden gewijzigd. Verwijzingsdocumenten - Budget van het Autonoom Gemeentebedrijf Zwevegem voor het dienstjaar 2012. Motivering Het budget van het Autonoom Gemeentebedrijf Zwevegem voor het dienstjaar 2012 werd door de Raad van Bestuur van het Autonoom Gemeentebedrijf Zwevegem vastgesteld op 29 november 2011. BESLUIT EENPARIG Enig artikel Het budget 2012 van het Autonoom Gemeentebedrijf Zwevegem wordt goedgekeurd met volgende cijfers: Totaal opbrengsten
Totaal kosten
118.800,00 EUR
118.246,00 EUR
Batig geraamd resultaat 554,00 EUR
18. Gemeentelijke milieubelasting. - Aanslagjaar 2012. Bevoegdheid - Gemeentedecreet artikel 42 en 43, §2, 15°. - Gemeentedecreet artikel 145. Juridische grond - Gemeentewet artikelen 238 en 259. - Gemeentewet artikel 252. - Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincieen gemeentebelastingen, gewijzigd bij decreet van 28 mei 2010. Motivering
De kosten voor milieubeheer zijn zeer aanzienlijk. Het is dan ook noodzakelijk om in het jaar 2012 benevens uit andere belastingen, ook uit de milieubelasting inkomsten te betrekken. Het bedrag van de gemeentelijke milieubelasting wordt vastgesteld op 75 euro per jaar en per gezin en is verschuldigd overeenkomstig de op 1 januari bestaande gezinstoestand. Voor de gezinnen, waarvan het gezinshoofd op 1 januari behoort tot de categorie die recht hebben op een verhoogde tegemoetkoming inzake gezondheidszorgen, zoals geregistreerd in het bestand van de Kruispuntbank van de sociale zekerheid, bedraagt de belasting 50 euro. De leefloontrekkers worden, na voorlegging van het bewijs van leefloon, vrijgesteld van deze belasting. BESLUIT 17 stemmen voor (Claude Vanwelden, Eliane Spincemaille, Noël Hoogstoel, Dirk Vanluchene, Ann Cosaert, Isabelle Degezelle, Dirk Desmet, Stephaan Dendoncker, Willy Bulcaen, Yves Goemaere, Andres Vandenborre, Eric Francoys, Christine Desmet, Greet Lateur, Marc Claeys, Marc Desloovere, Ghislain Blomme) 5 stemmen tegen (Marc Doutreluingne, Yvan Nys, Gerard Amelynck, Luc Vanassche, Antoon D'Haene) 2 onthoudingen (Veerle Servayge, Marie-Therese Callens) Artikel 1 Voor de termijn van één jaar, aanvangende op 1 januari, en eindigend op 31 december 2012 wordt, ten behoeve van de gemeente een milieubelasting geheven voor gezinnen. Artikel 2 De milieubelasting is ten laste van ieder gezin dat in Zwevegem op 1 januari van het belastingjaar in het bevolkingsregister is ingeschreven. Artikel 3 Onder gezin wordt verstaan : a)
hetzij een persoon die gewoonlijk alleen leeft ;
b)
hetzij een groep van twee of meer personen, die al dan niet door familiebanden gebonden, gewoonlijk
eenzelfde woning of woongelegenheid betrekken. Artikel 4 De belasting kan vastgesteld en ingekohierd worden op naam van één van de gezinsleden, met die verstande dat alle gezinsleden hoofdelijk en solidair belasting verschuldigd zijn. Artikel 5 De belasting bedraagt 75 euro per jaar en per gezin. Ze is verschuldigd overeenkomstig de op 1 januari bestaande gezinstoestand. Voor de gezinnen, waarvan het gezinshoofd op 1 januari behoort tot de categorie die recht hebben op een verhoogde tegemoetkoming inzake gezondheidszorgen, zoals geregistreerd in het bestand van de Kruispuntbank van de sociale zekerheid, bedraagt de belasting 50 euro. Het verlaagd tarief wordt toegestaan aan alle belastingplichtigen die op 1 januari 2012 recht hebben op de verhoogde tegemoetkoming van de verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, uitgebreid met het aantal categorieën gerechtigden op verhoogde tussenkomst voorzien in het koninklijk besluit van 16 april 1997, het koninklijk besluit van 26 mei 1999, het koninklijk besluit van 31 mei 2001, het koninklijk besluit van 9 juli 2010 en de programmawet van 30 december 2001, nl. de hoedanigheidcodes 001, 002, 003, 004, 006, 009, 100, 002 (DOSZ) en 002 (HVKZ). Daarentegen worden de leefloontrekkers na voorlegging van het bewijs van leefloon vrijgesteld van deze belasting. Artikel 6 De belasting is ondeelbaar en verschuldigd voor het hele jaar.
De belasting is niet verschuldigd voor wat de onroerende goederen of delen van onroerende goederen betreft die, kosteloos of niet, bestemd zijn voor een dienst van openbaar nut, ook indien zij geen domeingoed zijn of indien zij rechtstreeks of onrechtstreeks door een overheidsdienst of zijn aangestelden in huur zijn genomen. Evenwel geldt deze ontslaging niet voor die delen van bedoelde onroerende goederen, welke als privé-vertrekken voor de aangestelden ter bewoning zijn ingericht. Artikel 7 Het kohier van deze belasting wordt opgemaakt en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen, overeenkomstig het decreet van 30 mei 2008 en gewijzigd bij decreet van 28 mei 2010. Artikel 8 De kohieren worden ingevorderd door de financieel beheerder, overeenkomstig het decreet van 30 mei 2008 en gewijzigd bij decreet van 28 mei 2010. De belastingschuldigen ontvangen kosteloos, door bemiddeling van de financieel beheerder, de aanslagbiljetten, uittreksels uit het kohier. Zij moeten de belasting betalen binnen de twee (2) maanden, te rekenen van de datum van de verzending van de aanslagbiljetten. Artikel 9 Belastingschuldigen kunnen desgevallend een bezwaarschrift indienen bij het college van burgemeester en schepenen, op straffe van verval binnen de drie (3) maanden vanaf de derde kalenderdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet waarop de bezwaartermijn vermeld staat of vanaf de kennisgeving van de aanslag. Het bezwaar moet worden gemotiveerd op straffe van nietigheid en schriftelijk worden ingediend. Wanneer het bezwaar het herstel beoogt van een materiële vergissing kan het nog geldig worden ingediend zolang de gouverneur de begrotingsrekening van het jaar van de belasting niet heeft goedgekeurd. Artikel 10 Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 en gewijzigd bij decreet van 28 mei 2010, zijn de bepalingen van titel VII (vestiging en invordering van de belastingen), hoofdstukken 1 (algemene bepalingen), 3 (onderzoek en controle), 4 (bewijsmiddelen van de administratie), 6 tot en met 9bis (rechtsmiddelen, invordering van de belasting waaronder de nalatigheids- en moratoriumintresten ; rechten en voorrechten van de schatkist; strafbepalingen) van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek (betreft o.m. de verjaring en de vervolgingen) van toepassing voor zover zij met name niet de belastingen op de inkomsten betreffen. Artikel 11 De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier. Artikel 12 Een eensluidend afschrift verzenden binnen de 20 dagen aan de gouverneur, overeenkomstig artikel 253 van het gemeentedecreet. Raadslid Marc CLAEYS vraagt waarom bepaalde belastingen voor één jaar geheven worden en andere voor meerdere jaren. Hierop werd trouwens ook geen antwoord gegeven op de commissievergadering. Schepen Eliane SPINCEMAILLE deelt mee dat in 2007 een aantal reglementen werden goedgekeurd die verlopen eind 2011, vandaar dat ze nu allemaal moeten hernomen worden. De grote reglementen worden elk jaar geheven, de rest niet. Raadslid CLAEYS is hier niet mee akkoord. Zijn fractie wenst zich te onthouden voor alle belastingen waarvan de duur loopt tot en met 2013. Raadslid Marc DOUTRELUINGNE sluit zich aan bij zijn collega. Hij is van oordeel dat de meerderheid een signaal wil geven dat de belastingen in 2013 ongewijzigd blijven.
Specifiek wat de onroerende voorheffing betreft stelt hij: “we liggen aan de kop in Vlaanderen, staan zelfs in de top 5. Het gemiddelde in Vlaanderen ligt op 1350 opcentiemen en bij ons ligt dit op 1950. Om die reden kunnen wij dus niet akkoord gaan.” Raadslid Gerard AMELYNCK meent dat de belasting onder punt 18 “milieubelasting” niet toegestaan is. Hij verwijst daarvoor naar het lokaal pact. Volgens dit pact is het heffen van een forfaitaire belasting onwettig. Volgens Schepen SPINCEMAILLE is dit geen huisvuilbelasting maar een milieubelasting. Raadslid Antoon D’HAENE wil het hebben over de belasting op frituuruitbating in Zwevegem. Deze belasting is verschillend in dan buiten de deelgemeente Zwevegem. Hij is nog steeds verwonderd dat horeca-uitbaters geen belasting moeten betalen voor bezetting openbaar domein. De fractie Gemeentebelangen stemt voor agendapunt 18 TEGEN aangezien zij van oordeel zijn dat het hier over een dubbele belasting gaat. 19. Gemeentelijke bedrijfsbelasting op aandrijfkracht (motoren). - Aanslagjaar 2012. Bevoegdheid - Gemeentedecreet artikel 42 en 43, §2, 15°. - Gemeentedecreet artikel 145. Juridische grond - Gemeentewet artikelen 238 en 259. - Gemeentewet artikel 252. - Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincieen gemeentebelastingen, gewijzigd bij decreet van 28 mei 2010. Motivering Het is noodzakelijk om in het jaar 2012 benevens uit andere belastingen, ook uit een belasting op de aandrijfkracht (motoren) inkomsten te betrekken. Er wordt ten laste van fysische en rechtspersonen, evenals van de feitelijke vennootschappen, verenigingen en gemeenschappen die gemiddeld meer dan 300 (DRIEHONDERD) personen tewerkstellen, een belasting van 22 euro/kWh (TWEEENTWINTIG EURO/KILOWATT) geheven op de motoren die gebruikt worden in handels-, landbouw- of nijverheidsbedrijven, ongeacht de brandstof of de energiebron die deze motoren aandrijft. Er wordt ook voorzien in een aantal vrijstellingen. BESLUIT EENPARIG Artikel 1 Voor het dienstjaar 2012 zal ten laste van fysische en rechtspersonen, evenals van de feitelijke vennootschappen, verenigingen en gemeenschappen die gemiddeld meer dan 300 (DRIEHONDERD) personen tewerkstellen, een belasting van 22 euro/kWh (TWEEENTWINTIG EURO/KILOWATT) geheven worden op de motoren, die gebruikt worden in handels-, landbouw- of nijverheidsbedrijven, ongeacht de brandstof of de energiebron, die deze motoren aandrijft. Deze belasting is verschuldigd voor de motoren die de belastingplichtige voor de uitbating van zijn inrichting of van dezer bijgebouwen gebruikt. Dient als bijgebouw van een inrichting te worden beschouwd, iedere instelling of onderneming, iedere werf van welke aard ook, die gedurende een ononderbroken tijdvak van minstens drie maand op het grondgebied van de gemeente is gevestigd. De belasting is nochtans niet verschuldigd aan de gemeente, waar de zetel van de onderneming gevestigd is, voor de motoren, gebruikt in het hierboven bepaalde bijgebouw, in de mate waarin die motoren belast kunnen worden door de gemeente waar het bijgebouw gelegen is ( M.O. 11.12.1957 ).
Wanneer hetzij in een inrichting, hetzij in een als vorenbedoeld bijgebouw, geregeld en op duurzame wijze, een verplaatsbare motor gebruikt wordt voor de verbinding met één of meer bijgebouwen, of met een verkeersweg, is daarvoor de belasting verschuldigd in de gemeente waar hetzij de inrichting, hetzij het voornaamste bijgebouw gevestigd is. Artikel 2 De belasting wordt gevestigd op de hiernavermelde grondslagen :
a) Omvat de inrichting van de belanghebbende slechts één motor, dan wordt de belasting gevestigd volgens de kracht, opgegeven in het besluit waarbij vergunning tot het plaatsen van de motor is verleend, of akte van die plaatsing gegeven wordt. Noot : 1. De belastbare kracht van een inrichting die slechts één motor in gebruik heeft, is gelijk aan de totale kracht van die motor. 2. De belastbare kracht van een inrichting, waar twee motoren van onderscheiden sterkte van 5 en 10 kW gebruikt worden, is gelijk aan de som dezer krachten (15 kW), voorzien van het coëfficient 0,99 ; waar drie, vier, vijf, zes en meer, tot dertig motoren van onderscheiden sterkte gebruikt worden, geldt respectievelijk een degressief coëfficiënt van 0,98 / 0,97 / 0,96 / 0,95 tot 0,71 voor dertig motoren. Indien het aantal motoren dertig te boven gaat, blijft het verminderingscoëfficiënt voor de gezamenlijke motorkracht onveranderlijk op 0,70 vastgesteld.
b) Omvat de inrichting van de belanghebbende verschillende motoren, dan wordt de belastbare kracht vastgesteld door de krachten op te tellen die zijn opgegeven in de besluiten waarbij vergunning tot het plaatsen van die motoren, of akte van die plaatsing is gegeven, en deze som te voorzien van een simultaanfactor, veranderend volgens het aantal motoren. Deze factor, gelijk aan de eenheid van één motor, wordt tot en met dertig motoren met 1/100 van de eenheid per bijkomende motor verminderd en blijft daarna onveranderd en gelijk aan 0,70 voor eenendertig motoren en meer. Voor het vaststellen van deze simultaanfactor wordt rekening gehouden met de toestand op 1 januari van het belastingsjaar of, voor een nieuwe onderneming, met de toestand op datum van inwerkingstelling. De kracht van de hydraulische toestellen wordt vastgesteld in overleg tussen de belanghebbende en het college van burgemeester en schepenen. In geval van onenigheid staat het de belanghebbende vrij een tegenexpertise uit te lokken.
c) Het bepaalde in de littera a) en b) van dit artikel wordt door de Gemeente toegepast naargelang van het aantal motoren waarop zij krachtens art. 1 belasting heft. Artikel 3 Zijn belastingsvrij : 1. De motoren die het gehele jaar stilliggen. Het ononderbroken stilliggen voor een duur gelijk aan of langer dan één maand geeft aanleiding tot een belastingsvermindering in verhouding tot het aantal maanden gedurende dewelke de motoren hebben stilgelegen. Evenwel komt de verplichte vakantieperiode niet voor het bekomen van deze gedeeltelijke vermindering in aanmerking (M.O. 15.9.1975). In geval van belastingsvermindering wegens gedeeltelijk stilliggen, wordt de kracht van de motor voorzien van de simultaanfactor die op de inrichting van de belanghebben van toepassing is. Geen belastingsvermindering kan aan de belanghebbende verleend worden dan op grond van ter post aangetekende of tegen ontvangstbewijs afgegeven kennisgeving, waarbij hij aan het gemeentebestuur, door de ene de datum van het stilleggen, en door de andere de datum der wederingangstelling van de motor (en) bekend maakt. Voor de berekening van de belastingsvermindering gaat de motorafzetting eerst in na ontvangst van eerstgenoemd bericht. Bij afwijking van de in laatste twee zinnen voorgeschreven procedure, zal de vrijstelling ten voordele van de bouwondernemingen die verplaatsbare motoren gebruiken, volgens hiernabepaalde regels bekomen kunnen worden. Deze ondernemingen zullen, voor iedere aan de
belasting onderworpen machine, een boekje moeten bijhouden, waarin de dagen worden vermeld gedurende dewelke de machine in gebruik is, evenals de werf waar zij is opgesteld. Op het einde van het jaar zal de ondernemer zijn aangifte invullen aan de hand van deze gegevens, met dien verstande, dat over de gegrondheid ervan steeds fiscaal toezicht mogelijk is. Deze procedure is slechts toegelaten voor de bouwondernemingen die een geregelde boekhouding voeren, tevens een schriftelijke aanvraag tot het Schepencollege gericht en de toestemming van het College bekomen zullen hebben. Met een inactiviteit van één maand wordt gelijkgesteld, de inactiviteit gedurende vier achtereenvolgende weken, gevolgd door één week activiteit, indien het gebrek aan werk te wijten is aan economische oorzaken. 2. De motoren, gebruikt voor het aandrijven van voertuigen die onder de verkeersbelasting vallen, of speciaal van deze belasting zijn vrijgesteld. 3. De motor van een draagbaar toestel. 4. De motor die een elektrische generator aandrijft, voor het gedeelte van zijn vermogen, overeenkomend met de voor het aandrijven van de generator nodige vermogen. 5. De persluchtmotor. 6. De motorkracht, gebruikt voor waterputtingstoestellen, om het even vanwaar het water voortkomt, zomede de motorkracht, gebruikt voor ventilatie- en verlichtingstoestellen. 7. De reservemotor, d.i., waarvan de werking niet onmisbaar is voor de normale gang van de onderneming, en die slechts werkt in uitzonderingsgevallen, voor zover zijn werking geen productieverhoging van de betrokken inrichtingen voor gevolg heeft. 8. De wisselmotor, d.i. uitsluitend bestemd voor hetzelfde werk als een andere motor, die hij tijdelijk moet vervangen. De reserve- en wisselmotoren kunnen aangewend worden om tezelfdertijd te werken als welke normaal gebruikt worden gedurende de nodige tijd om de voortzetting van de productie te verzekeren. 9. De motoren die gebruikt worden om de compressoren te bekrachtigen ter instandhouding van het drukregime in de aardgasleidingen. Artikel 4 Levert een onlangs geplaatste motor niet dadelijk het normaal rendement op omdat de daarmede te drijven installaties onvolledig zijn, dan wordt de niet gebruikte kracht, in kilowatt uitgedrukt, als reservekracht beschouwd, in zoverre zij de in het vergunningsbesluit opgegeven kracht met twintig procent overtreft. Die reservekracht wordt dan voorzien van de simultaanfactor die op de inrichting van toepassing is, met dien verstande, dat de aangifte om het kwartaal hernieuwd moet worden, zolang deze uitzonderingstoestand duurt. Onder “onlangs geplaatste motor” wordt verstaan, met uitzondering van alle andere, de motor waarvan de inwerkingstelling dateert van het voorgaande of van het voorlaatste jaar. In speciale gevallen mogen deze termijnen verruimd worden. Artikel 5 De motoren die van de belasting zijn vrijgesteld wegens stilligging gedurende het ganse jaar, zomede de motoren welke bij toepassing van de bepalingen onder 1. tot 9. van artikel 3 vrijgesteld zijn, komen niet in aanmerking voor het bepalen van de simultaanfactor, toe te passen op de installaties van de belanghebbende. Artikel 6 Wanneer de fabricatiemachines ten gevolge van een ongeval niet langer in staat mochten blijken om meer dan 80 % van de door een belastbare motor afgeleverde kracht te gebruiken, wordt de belastingplichtige slechts belast op de afgeleverde energie van de motor, uitgedrukt in kWh, op voorwaarde dat de gedeeltelijke activiteit minstens drie maanden duurt en dat de beschikbare kracht niet voor andere doeleinden aangewend wordt.
De belanghebbende kan geen belastingsvermindering bekomen dan op grond van ter post aangetekende of tegen ontvangstbewijs afgeleverde kennisgeving, waarbij hij aan het gemeentebestuur door de ene de datum van het ongeval, en door de andere de datum van de wederingangstelling aangeeft. Voor de berekening van de belastingsvermindering gaat de motorafzetting pas in na ontvangst van eerstgenoemd bericht. De belanghebbende moet bovendien op verzoek van het gemeentebestuur alle stukken overleggen waaruit de waarachtigheid van zijn verklaringen nagegaan kan worden. Buitengebruikstelling van een motor door ongeval moet, op straffe van verlies van het recht op belastingsvermindering, binnen acht dagen aan het gemeentebestuur genotificeerd worden. Artikel 7 Bijzondere bepalingen, alleen van toepassing op sommige nijverheidsbedrijven die erom verzoeken. Wanneer de installaties van een nijverheidsbedrijf voorzien zijn van meettoestellen voor het aangeven van het maximumkwartuurvermogen, waarvan de opneming maandelijks wordt gedaan door de leverancier van elektrische energie, met het oog op de facturatie, en bijaldien dat bedrijf belast werd op grond van het bepaalde onder de artikelen 1 tot 6 gedurende een periode van minstens twee jaar, wordt het bedrag der belastingen voor de volgende dienstjaren, op verzoek van de uitbater, vastgesteld op basis van een belastbaar vermogen, bepaald in functie van de variatie, van het ene tot het andere jaar, van het rekenkundig gemiddelde der twaalf maandelijkse maximumkwartuurvermogens. Daartoe berekent het bestuur de verhouding tussen het vermogen, dat voor het jongste belastingsjaar aangeslagen werd op grond van het bepaalde onder de artikelen 1 tot 6, en het rekenkundig gemiddelde der twaalf maandelijkse maximumkwartuurvermogens, opgenomen tijdens datzelfde jaar ; die verhouding wordt “verhoudingsfactor” genoemd. Vervolgens wordt het belastbaar vermogen elk jaar berekend door vermenigvuldiging van het rekenkundig gemiddelde der twaalf maandelijkse maximumkwartuurvermogens van het jaar met de verhoudingsfactor. De waarde van de verhoudingsfactor wordt niet gewijzigd zolang het rekenkundig gemiddelde van de maximumkwartuurvermogens van een jaar niet meer dan 20 % verschilt van die van het refertejaar, dit is het jaar dat in aanmerking werd genomen voor de berekening van de verhoudingsfactor. Bedraagt het verschil wel meer dan 20 %, dan telt het bestuur de belastbare elementen, teneinde een nieuwe verhoudingsfactor te berekenen. Om
het
voordeel
van
de
bepalingen
van
dit
artikel
te
genieten,
moet
de
uitbater
vóór
31 januari van het belastingsjaar een schriftelijke aanvraag bij het gemeentebestuur indienen, met opgave van de maandelijkse waarden van het maximumkwartuurvermogen, in zijn installaties opgenomen tijdens het jaar, voorafgaande aan datgene, waarvoor hij de toepassing van onderhavige bepalingen wenst ; voorts moet hij zich ertoe verbinden bij zijn jaarlijkse aangifte de opgave der maandelijkse waarden van het maximumkwartuurvermogen van het belastingsjaar te voegen en het bestuur toe te laten te allen tijde controle uit te oefenen op de in zijn inrichting gedane metingen van het maximumkwartuurvermogen, vermeld op de rekeningen voor levering van elektrische energie. De uitbater die deze wijze van aangifte, controle en aanslag kiest, verbindt zich door zijn keuze voor een termijn van vijf jaar. Behoudens verzet van de uitbater of van het bestuur bij het verstrijken van het optietijdvak, wordt dit stilzwijgend verlengd voor een nieuw tijdvak van vijf jaar. Algemene bepalingen Artikel 8 De telling van de belastbare elementen wordt gedaan door de beambten van het gemeentebestuur. Deze ontvangen van belanghebbende een ondertekende aangifte, gelijk aan het model dat het gemeentebestuur voorschrijft. Artikel 9
De uitbater is ertoe gehouden de eventuele veranderingen of verplaatsingen van motoren welke zich in de loop van het jaar mochten hebben voorgedaan, aan het gemeentebestuur bekend te maken, behoudens wanneer hij op geldige wijze de regeling, omschreven onder artikel 7, heeft gekozen. Artikel 10 Bij gebreke van een aangifte of bij onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige aangifte wordt de belastingplichtige ambtshalve belast volgens de gegevens waarover het gemeentebestuur beschikt, onverminderd het recht van bezwaar en beroep. Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belasting, betekent het college van burgemeester en schepenen aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting. De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig kalenderdagen volgend op de datum van verzending van die kennisgeving om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen. Artikel 11 Het kohier van deze belasting wordt opgemaakt en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen, overeenkomstig het decreet van 30 mei 2008 en gewijzigd bij decreet van 28 mei 2010. Artikel 12 De kohieren worden ingevorderd door de financieel beheerder, overeenkomstig het decreet van 30 mei 2008 en gewijzigd bij decreet van 28 mei 2010. De belastingschuldigen ontvangen kosteloos, door bemiddeling van de financieel beheerder, de aanslagbiljetten, uittreksels uit het kohier. Zij moeten de belasting betalen binnen twee maand, te rekenen van de datum van de verzending van de aanslagbiljetten. Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 en gewijzigd bij decreet van 28 mei 2010, zijn de bepalingen van titel VII (Vestiging en invordering van de belastingen), hoofdstukken 1 (algemene bepalingen), 3 (onderzoek en controle), 4 (bewijsmiddelen van de administratie), 6 tot en met 9bis (rechtsmiddelen ; invordering van de belasting waaronder de nalatigheids- en moratoriumintresten ; rechten en voorrechten van de schatkist ; strafbepalingen) van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot en met 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek (betreft o.m. de verjaring en de vervolgingen) van toepassing voor zover zij met name niet de belastingen op de inkomsten betreffen. Artikel 13 Belastingschuldigen kunnen een bezwaarschrift indienen bij het college van burgemeester en schepenen, op straffe van verval binnen de drie (3) maanden vanaf de derde kalenderdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet waarop de bezwaartermijn vermeld staat of vanaf de kennisgeving van de aanslag. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en worden gemotiveerd. Wat de materiële missingen betreft, zoals herhalingen van hetzelfde, rekenfouten, enz., mogen de belastingsschuldigen de verbetering ervan vragen, zolang de Gouverneur de dienstjaarrekening van het jaar van de belasting niet heeft goedgekeurd. Artikel 14 De overtredingen van deze verordening worden vastgesteld door de ambtenaren en beambten, bedoeld in artikel 238 van het koninklijk besluit van 4 maart 1965 tot uitvoering van het wetboek der inkomstenbelastingen. In geval van niet aangifte, bij onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige aangifte ( aanslag van ambtswege ) wordt de belasting vermeerderd met een belastingverhoging. Bij ontstentenis van kwade trouw bij een eerste inbreuk wordt een belastingverhoging van 10 % toegepast. In de andere gevallen wordt bij een
inbreuk een belastingverhoging van 25 % toegepast alsook indien de inbreuk gebeurt binnen de 3 jaar na een vorige inbreuk. Het bedrag van deze verhoging wordt ingekohierd. Artikel 15 De belasting en de belastingverhoging worden ingevorderd door middel van een kohier. Artikel 16 De belasting wordt ingevorderd met toepassing van de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 en gewijzigd bij decreet van 28 mei 2010. Artikel 17 Een eensluidend afschrift verzenden binnen de 20 dagen aan de gouverneur, overeenkomstig artikel 253 van het gemeentedecreet. 20. Aanvullende personenbelasting. - Aanslagjaar 2012. Bevoegdheid - Gemeentedecreet artikel 42 en 43, §2, 15°. - Gemeentedecreet artikel 145. - Gemeentedecreet van 15 juli 2005, zoals gewijzigd. Juridische grond - Gemeentewet artikelen 238 en 259. - Gemeentewet artikel 252. - Gemeentewet artikel 260. - Wetboek van Inkomstenbelastingen : artikel 464 tot en met artikel 470bis. - Koninklijk besluit tot uitvoering van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992. - Wet van 24 juli 2008 ter bekrachtiging van de vestiging van sommige aanvullende gemeentebelastingen en de aanvullende agglomeratiebelasting op de personenbelasting voor elk van de aanslagjaren 2001 tot 2007 en tot wijziging, met ingang van het aanslagjaar 2009, van artikel 468 van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992 ( Belgisch Staatsblad van 8 augustus 2008 ). Motivering Het is noodzakelijk om in het jaar 2012 benevens uit andere belastingen, ook uit de aanvullende personenbelasting inkomsten te betrekken. Er wordt een aanvullende personenbelasting geheven op de natuurlijke personen die op 1 januari van het aanslagjaar in deze gemeente domicilie hebben, waarvan het percentage voor alle belastingplichtigen vastgesteld wordt op ZEVEN EN EEN HALVE PROCENT ( 7,5 % ). De vaststelling en de inning gebeurt door toedoen van het Bestuur der Directe Belastingen, overeenkomstig de bepalingen van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen. BESLUIT 19 stemmen voor (Claude Vanwelden, Eliane Spincemaille, Noël Hoogstoel, Dirk Vanluchene, Ann Cosaert, Isabelle Degezelle, Dirk Desmet, Stephaan Dendoncker, Willy Bulcaen, Yves Goemaere, Andres Vandenborre, Eric Francoys, Christine Desmet, Greet Lateur, Marc Doutreluingne, Yvan Nys, Gerard Amelynck, Luc Vanassche, Antoon D'Haene) 3 stemmen tegen (Marc Claeys, Marc Desloovere, Ghislain Blomme) 2 onthoudingen (Veerle Servayge, Marie-Therese Callens) Artikel 1 Voor het dienstjaar 2012 wordt een aanvullende gemeentelijke belasting gevestigd op de natuurlijke personen die op 1 januari van dit jaar, waarnaar het aanslagjaar wordt genoemd, in deze gemeente domicilie hebben. Artikel 2
De belasting wordt vastgesteld op ZEVEN EN EEN HALVE PROCENT (7,5 %), van het volgens artikel 466 van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992 berekende gedeelte van de personenbelasting die aan het rijk verschuldigd is voor hetzelfde aanslagjaar. Het aanslagjaar is hetzelfde als het aanslagjaar volgens de terminologie die gebruikt wordt in het Wetboek van de Inkomstenbelastingen. Deze belasting wordt gevestigd op basis van het inkomen dat de belastingplichtige heeft verworven in het aan het aanslagjaar voorafgaande jaar, dus in 2011. Artikel 3 De vestiging en de inning van deze gemeentelijke belasting zullen door toedoen van het Bestuur der Directe Belastingen geschieden, overeenkomstig de bepalingen vervat in de artikelen 466 e.v. van het Wetboek der Inkomstenbelastingen. Artikel 4 Een eensluidend afschrift verzenden binnen de 20 dagen aan de gouverneur, overeenkomstig artikel 253 van het gemeentedecreet. 21. Opcentiemen op de onroerende voorheffing. - Aanslagjaar 2012. Bevoegdheid - Gemeentedecreet artikel 42 en 43, §2, 15°. - Gemeentedecreet artikel 145. Juridische grond - Gemeentewet artikelen 238 en 259. - Gemeentewet artikel 252. - Gemeentewet artikel 260. - Decreet van 6 juli 2001 houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 2001. - Wetboek van inkomstenbelastingen : - artikel 251 tot en met 260ter over de grondslag van de onroerende voorheffing; - artikel 279 tot en met 463 over de procedure van vestiging en invordering; - artikel 464,1° over de vestiging van opcentiemen; - artikel 472 tot en met 504 over het kadastraal inkomen. Verwijzingsdocumenten - Circulaire van de gemeenschapsminister van binnenlandse aangelegenheden en openbaar ambt, n.a.v. de beslissing van de Vlaamse executieve om vanaf het aanslagjaar 1991 de ten bate van het gewest gevestigde onroerende voorheffing te verhogen van 1.25 % tot 2.50 % van de kadastrale inkomens. - Circulaire van 30 september 1991 betreffende de berekening van de opbrengst van de opcentiemen op de onroerende voorheffing, dienstig voor de begroting 1992, i.v.m. het principe van de indexatie van de kadastrale inkomens. Motivering Het is noodzakelijk om in het jaar 2012 benevens uit andere belastingen, ook uit de opcentiemen op de onroerende voorheffing inkomsten te betrekken. Het aantal opcentiemen wordt vastgesteld op 1950. De invordering gebeurt door toedoen van het agentschap Vlaamse Belastingdienst van het beleidsdomein Financiën en Begroting van de Vlaamse overheidsdiensten, overeenkomstig de bepalingen van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen. BESLUIT 15 stemmen voor (Claude Vanwelden, Eliane Spincemaille, Noël Hoogstoel, Dirk Vanluchene, Ann Cosaert, Isabelle Degezelle, Dirk Desmet, Stephaan Dendoncker, Willy Bulcaen, Yves Goemaere, Andres Vandenborre, Bart Dewaele, Eric Francoys, Christine Desmet, Greet Lateur)
10 stemmen tegen (Marc Doutreluingne, Yvan Nys, Gerard Amelynck, Luc Vanassche, Antoon D'Haene, Marc Claeys, Marc Desloovere, Ghislain Blomme, Veerle Servayge, Marie-Therese Callens) Artikel 1 Voor het dienstjaar 2012 het aantal opcentiemen op de onroerende voorheffing te handhaven op 1950. Artikel 2 De invordering van deze gemeentelijke belasting zal gebeuren door toedoen van het agentschap Vlaamse Belastingdienst van het beleidsdomein Financiën en Begroting van de Vlaamse overheidsdiensten, overeenkomstig de bepalingen van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen. Artikel 3 Een eensluidend afschrift van deze beslissing zal binnen de 20 dagen verzonden worden aan de gouverneur, overeenkomstig artikel 253 van het gemeentedecreet. De fractie Gemeentebelangen stemt TEGEN omdat de gemeente Zwevegem behoort tot de top 5 van de hoogste opcentiemen van de onroerende voorheffing van Vlaanderen en om die reden kunnen zij deze belasting niet goedkeuren. 22. Gemeentelijke belasting op het gebruik van het openbaar domein en het verbruik van elektriciteit ter gelegenheid van de wekelijkse dinsdagmarkt. - Aanslagjaar 2012 t.e.m. 2013. Bevoegdheid - Gemeentedecreet artikel 42 en 43, §2, 15°. - Gemeentedecreet artikel 145. Juridische grond - Gemeentewet artikelen 238 en 259. - Gemeentewet artikel 252. - Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincieen gemeentebelastingen, gewijzigd bij decreet van 28 mei 2010. - Besluit van de gemeenteraad van 19 december 2006 betreffende “Gemeentelijke belasting op het gebruik van het openbaar domein en het verbruik van elektriciteit ter gelegenheid van de wekelijkse dinsdagmarkt. – dienstjaar 2007 t.e.m. 2011”, goedgekeurd door de Provinciale Overheid op 22 februari 2007. - Besluit van de gemeenteraad van 16 december 2008 betreffende “Aanpassing en aanvulling verordeningen ingevolge decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van gemeentebelastingen” met ingang van 1 januari 2009, goedgekeurd door de Provinciale Overheid op 2 februari 2009. Adviezen, machtigingen, akkoorden, … Advies van de marktcommissie. Motivering Omwille van budgetbehoeften is het nuttig om bovenbedoelde belasting te handhaven. Het gemeentebestuur streeft ernaar om over een volwaardige kwalitatieve markt te beschikken. Het wordt steeds moeilijker om de vrijgekomen plaatsen op een kwalitatieve manier in te vullen. De gemeente heeft er alle belang bij dat de marktkramers trouw en onafhankelijk van de weersomstandigheden elke week de markt bezoeken. Het standgeld op de Zwevegemse dinsdagmarkt ligt een stuk hoger dan dit op gelijkaardige markten in de buurgemeenten. Er wordt een gemeentelijke belasting geheven op het gebruik van het openbaar domein en het verbruik van elektriciteit ter gelegenheid van de wekelijkse dinsdagmarkt.
De stand- en plaatsgelden op de openbare markt voor bedekte en onbedekte kramen en voor uitstallingen op de grond worden vastgesteld op 2,00 euro per lopende meter en per marktdag met een minimum van 13,00 euro per marktdag. Er worden marktkramers toegelaten met een vaste standplaats en zonder vaste standplaats waarvoor de stand- en plaatsgelden op een andere manier bepaald worden. BESLUIT 15 stemmen voor (Claude Vanwelden, Eliane Spincemaille, Noël Hoogstoel, Dirk Vanluchene, Ann Cosaert, Isabelle Degezelle, Dirk Desmet, Stephaan Dendoncker, Willy Bulcaen, Yves Goemaere, Andres Vandenborre, Bart Dewaele, Eric Francoys, Christine Desmet, Greet Lateur) 10 onthoudingen (Marc Doutreluingne, Yvan Nys, Gerard Amelynck, Luc Vanassche, Antoon D'Haene, Marc Claeys, Marc Desloovere, Ghislain Blomme, Veerle Servayge, Marie-Therese Callens) Artikel 1 Voor een termijn van twee jaar, vanaf 1 januari 2012 en eindigende op 31 december 2013, wordt een belasting geheven op de wekelijkse markt, overeenkomstig de hierna volgende bepalingen. Artikel 2 De stand- en plaatsgelden op de openbare markt voor bedekte en onbedekte kramen en voor uitstallingen op de grond worden vastgesteld op 2,00 euro per lopende meter en per marktdag met een minimum van 13,00 euro per marktdag. Artikel 3 Marktkramers met een vaste standplaats zijn verplicht een abonnement te nemen voor drie maanden, ingaande op 01-01, 01-04, 01-07 en 01-10 waarvan het bedrag bepaald wordt op het aantal lopende meter standplaats x 2,00 euro x 12, onafhankelijk van het aantal marktdagen per kwartaal. De betaling dient te gebeuren voor het ingaan van ieder kwartaal. Marktkramers zonder vaste standplaats (risico’s) betalen 3,00 euro per lopende meter met een minimum van 13,00 euro per marktdag en dienen contant te betalen tegen afgifte van een betalingsbewijs aan de daartoe aangestelde persoon. Dit betalingsbewijs moet bij iedere controle getoond worden. Bij weigering van contante betaling of betaling van de vorderingstaat wordt de belasting ingevorderd bij middel van een kohier, overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 en gewijzigd bij decreet van 28 mei 2010. Artikel 3 bis Marktkramers met een vaste standplaats die trouw gedurende het hele jaar wekelijks de markt bezoeken, zijn vrijgesteld van de belasting op het gebruik van het openbaar domein voor het vierde kwartaal van het betrokken jaar. Artikel 4 De belastbare lengte van de standplaatsen wordt vastgesteld door de daartoe aangestelde persoon. De opmeting wordt gedaan tussen de meest uitstekende delen, de holten worden als aangevuld aanzien ; de kramen die rond zijn worden als vierkant aanzien ; de gedeelten van een meter worden als een volle meter aangerekend. Artikel 5 Voor het verbruik van elektriciteit en het aansluiten op de elektriciteitskast van de gemeente wordt een vast bedrag van 3,00 euro per marktdag aangerekend. Vaste marktkramers zijn verplicht te betalen voor drie maanden, ingaande op 01-01, 01-04, 01-07 en 01-10 waarvan het bedrag bepaald wordt op 3,00 euro x 12, onafhankelijk van het aantal marktdagen per kwartaal. De betaling dient te gebeuren voor het ingaan van ieder kwartaal. Artikel 6
Er wordt geen teruggave gedaan van gekweten gelden zelfs wanneer de betrokken kramers in de loop van het tijdperk waarvoor wordt betaald, ophouden hun standplaats te bezetten, behoudens ingeval van overmacht of buitengewone omstandigheden door het college van burgemeester en schepenen te beoordelen. Tegen deze beslissing kan geen verhaal worden ingesteld. Artikel 7 De belastingplichtigen moeten zich schikken naar de voorschriften van het gemeentelijk marktreglement en naar de richtlijnen van de marktleider. Artikel 8 De belastingschuldige kan een bezwaar tegen deze belasting indienen bij het college van burgemeester en schepenen van de gemeente. Het bezwaar moet worden gemotiveerd en op straffe van nietigheid schriftelijk worden ingediend. Het moet, op straffe van verval, worden ingediend binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde kalenderdag volgend op de datum van de inning van de belasting op een andere wijze dan per kohier. Wanneer het bezwaar het herstel beoogt van een materiële vergissing, kan het nochtans geldig worden ingediend zolang de gouverneur de dienstjaarrekening van het jaar van de belasting niet heeft goedgekeurd. Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstbewijs afgegeven. Artikel 9 Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 en gewijzigd bij decreet van 28 mei 2010, zijn de bepalingen van titel VII (vestiging en invordering van de belastingen), hoofdstukken 1 (algemene bepalingen), 3 (onderzoek en controle), 4 (bewijsmiddelen van de administratie), 6 tot en met 9bis (rechtsmiddelen, invordering van de belasting waaronder de nalatigheids- en moratoriuminteresten; rechten en voorrechten van de schatkist; strafbepalingen) van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek (betreft o.m. de verjaring en de vervolgingen) van toepassing voor zover zij met name niet de belastingen op de inkomsten betreffen. Artikel 10 Een eensluidend afschrift verzenden binnen de 20 dagen aan de gouverneur, overeenkomstig artikel 253 van het gemeentedecreet. De fracties van de minderheid wensen zich te onthouden omdat deze beslissing de duur van de legislatuur overstijgt. 23. Gemeentelijke belasting op frituuruitbatingen. - Aanslagjaar 2012 t.e.m. 2013. Bevoegdheid - Gemeentedecreet artikel 42 en 43, §2, 15°. - Gemeentedecreet artikel 145. Juridische grond - Gemeentewet artikelen 238 en 259. - Gemeentewet artikel 252. - Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincieen gemeentebelastingen, gewijzigd bij decreet van 28 mei 2010. - Besluit van de gemeenteraad van 19 december 2006 betreffende “Gemeentelijke belasting op frituuruitbatingen. – dienstjaar 2007 t.e.m. 2011”, goedgekeurd door de Provinciale Overheid op 22 februari 2007. - Besluit van de gemeenteraad van 16 december 2008 betreffende “Aanpassing en aanvulling verordeningen ingevolge decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van
gemeentebelastingen” met ingang van 1 januari 2009, goedgekeurd door de Provinciale Overheid op 2 februari 2009. Motivering Omwille van budgetbehoeften is het nuttig om bovenbedoelde belasting te handhaven. Er wordt een gemeentelijke belasting geheven op vaste frituuruitbatingen : 3.000 euro per jaar in Zwevegem-Centrum 1.000 euro per jaar buiten Zwevegem-Centrum, op de wijken en op de deelgemeenten. BESLUIT 15 stemmen voor (Claude Vanwelden, Eliane Spincemaille, Noël Hoogstoel, Dirk Vanluchene, Ann Cosaert, Isabelle Degezelle, Dirk Desmet, Stephaan Dendoncker, Willy Bulcaen, Yves Goemaere, Andres Vandenborre, Bart Dewaele, Eric Francoys, Christine Desmet, Greet Lateur) 10 onthoudingen (Marc Doutreluingne, Yvan Nys, Gerard Amelynck, Luc Vanassche, Antoon D'Haene, Marc Claeys, Marc Desloovere, Ghislain Blomme, Veerle Servayge, Marie-Therese Callens) Artikel 1 Voor een termijn van twee jaar, vanaf 1 januari 2012 en eindigende op 31 december 2013, wordt elke inrichting, op privaat of openbaar domein, die in hoofdzaak voor de bereiding van eetwaren in verhitte olie of dito vet is uitgerust en die niet als onderdeel van een daaraan verbonden horeca-uitbating in hetzelfde gebouw beschouwd kan worden, om het even of bedoelde eetwaren ter plaatse verbruikt dan wel meegenomen kunnen worden, onderworpen aan een gemeentelijke belasting, waarvan het tarief als volgt vastgesteld wordt : VASTE UITBATING ( Dit is voor minstens één jaar ) : 3.000 euro per jaar in Zwevegem-Centrum 1.000 euro per jaar buiten Zwevegem-Centrum, op de wijken en op de deelgemeenten. Artikel 2 De inrichtingen, in artikel 1 bedoeld en verder “frituuruitbatingen” genoemd, maken het voorwerp uit van een aangifte, door de uitbater aan het gemeentebestuur, onder vermelding van de termijn waarvoor de gemeentelijke belasting erop toepasselijk zal zijn. Artikel 3 De gemeentelijke belasting, gevestigd op een frituuruitbating, is verschuldigd door de uitbater der inrichting, terwijl de eigenaar solidair de belasting mede verschuldigd is. Artikel 4 Bij gebreke van een aangifte of bij onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige aangifte wordt de belastingplichtige ambtshalve belast volgens de gegevens waarover het gemeentebestuur beschikt, onverminderd het recht van bezwaar en beroep. Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belasting, betekent het college aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting. De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig dagen volgend op de datum van verzending van de betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen. Artikel 5 Het kohier van deze belasting wordt opgemaakt en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen, overeenkomstig het decreet van 30 mei 2008 en gewijzigd bij decreet van 28 mei 2010. Artikel 6 De kohieren worden ingevorderd door de financieel beheerder, overeenkomstig het decreet van 30 mei 2008 en gewijzigd bij decreet van 28 mei 2010.
De belastingschuldigen ontvangen kosteloos, door bemiddeling van de financieel beheerder, de aanslagbiljetten, uittreksels uit het kohier. Zij moeten de belasting betalen binnen de twee (2) maanden, te rekenen van de datum van de verzending van de aanslagbiljetten. Artikel 7 De belastingschuldige kan een bezwaar tegen deze belasting en de eventueel opgelegde verhoging indienen bij het college van burgemeester en schepenen van de gemeente. Het bezwaar moet worden gemotiveerd en op straffe van nietigheid schriftelijk worden ingediend. Het moet, op straffe van verval, worden ingediend binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde kalenderdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet waarop de bezwaartermijn vermeld staat of vanaf de kennisgeving van de aanslag. Wanneer het bezwaar het herstel beoogt van een materiële vergissing, kan het nochtans geldig worden ingediend zolang de gouverneur de dienstjaarrekening van het jaar van de belasting niet heeft goedgekeurd. Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstbewijs afgegeven. Artikel 8 Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 en gewijzigd bij decreet van 28 mei 2010, zijn de bepalingen van titel VII (vestiging en invordering van de belastingen), hoofdstukken 1 (algemene bepalingen), 3 (onderzoek en controle), 4 (bewijsmiddelen van de administratie), 6 tot en met 9bis (rechtsmiddelen, invordering van de belasting waaronder de nalatigheids- en moratoriuminteresten; rechten en voorrechten van de schatkist; strafbepalingen) van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek (betreft o.m. de verjaring en de vervolgingen) van toepassing voor zover zij met name niet de belastingen op de inkomsten betreffen. Artikel 9 Een eensluidend afschrift verzenden binnen de 20 dagen aan de gouverneur, overeenkomstig artikel 253 van het gemeentedecreet. De fracties van de minderheid wensen zich te onthouden omdat deze beslissing de duur van de legislatuur overstijgt. 24. Gemeentelijke belasting op ambulante handel. - Aanslagjaar 2012 t.e.m. 2013. Bevoegdheid - Gemeentedecreet artikel 42 en 43, §2, 15°. - Gemeentedecreet artikel 145. Juridische grond - Gemeentewet artikelen 238 en 259. - Gemeentewet artikel 252. - Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincieen gemeentebelastingen, gewijzigd bij decreet van 28 mei 2010. - Besluit van de gemeenteraad van 19 december 2006 betreffende “Gemeentelijke belasting op ambulante handel. – dienstjaar 2007 t.e.m. 2011”, goedgekeurd door de Provinciale Overheid op 22 februari 2007. - Besluit van de gemeenteraad van 16 december 2008 betreffende “Aanpassing en aanvulling verordeningen ingevolge decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van gemeentebelastingen” met ingang van 1 januari 2009, goedgekeurd door de Provinciale Overheid op 2 februari 2009. Motivering Omwille van budgetbehoeften is het nuttig om bovenbedoelde belasting te handhaven.
Handelaars beschikken ten huize over meer beperkte mogelijkheden om waren of diensten aan de man te brengen in vergelijking met de voordeliger omstandigheden bij een verkoop op een vaste standplaats op verplaatsing. Er wordt een gemeentelijke belasting geheven op ambulante handel van 2,00 euro per lengtemeter met een minimum van 13,00 euro per beurt van ten langste zes uren, telkens wanneer de duur van de samengevoegde stilstanden over een verplaatsing van nul tot driehonderd meter één kwartuur te boven gaat. BESLUIT 15 stemmen voor (Claude Vanwelden, Eliane Spincemaille, Noël Hoogstoel, Dirk Vanluchene, Ann Cosaert, Isabelle Degezelle, Dirk Desmet, Stephaan Dendoncker, Willy Bulcaen, Yves Goemaere, Andres Vandenborre, Bart Dewaele, Eric Francoys, Christine Desmet, Greet Lateur) 10 onthoudingen (Marc Doutreluingne, Yvan Nys, Gerard Amelynck, Luc Vanassche, Antoon D'Haene, Marc Claeys, Marc Desloovere, Ghislain Blomme, Veerle Servayge, Marie-Therese Callens) Artikel 1 Voor een termijn van twee jaar, vanaf 1 januari 2012 en eindigende op 31 december 2013, wordt elke ambulante handel in goederen of diensten op openbaar domein, of op privaat terrein gedreven door een onrechtstreeks uitbater van het eigendom waarop de ambulante inrichting standplaats heeft genomen, en die niet verbonden is met een georganiseerde kermis- of straatmarkt, of ook niet als bak-, of frituurinrichting beschouwd kan worden, onderworpen aan een gemeentelijke belasting van 2,00 euro per lengtemeter met een minimum van 13,00 euro per beurt van ten langste zes uren, telkens wanneer de duur van de samengevoegde stilstanden over een verplaatsing van nul tot driehonderd meter één kwartuur te boven gaat. Artikel 2 De op grond van artikel 1 belastbare handel maakt het voorwerp uit van een aangifte, door de uitbater aan het gemeentebestuur, onder vermelding van plaats en tijd waarop de belasting toepasselijk zal wezen. Vertoont deze een bepaalde periodiciteit over een termijn van minstens één kwartaal, dan zal de aangever aangeslagen worden voor het geheel van die termijn, met beperking tot de resterende duur van het aanslagjaar, waarin de belasting haar voorwerp vindt. Artikel 3 Bij gebreke van een aangifte of bij onvolledige, onjuiste of onnauwkeurige aangifte wordt de belastingplichtige ambtshalve belast volgens de gegevens waarover het gemeentebestuur beschikt, onverminderd het recht van bezwaar en beroep. Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belasting, betekent het college aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting. De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig dagen volgend op de datum van verzending van de betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen. Artikel 4 Het kohier van deze belasting wordt opgemaakt en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen, overeenkomstig het decreet van 30 mei 2008 en gewijzigd bij decreet van 28 mei 2010. Artikel 5 De kohieren worden ingevorderd door de financieel beheerder, overeenkomstig het decreet van 30 mei 2008 en gewijzigd bij decreet van 28 mei 2010.
De belastingschuldigen ontvangen kosteloos, door bemiddeling van de financieel beheerder, de aanslagbiljetten, uittreksels uit het kohier. Zij moeten de belasting betalen binnen twee (2) maanden, te rekenen van de datum van de verzending van de aanslagbiljetten. Artikel 6 De belastingschuldige kan een bezwaar tegen deze belasting en de eventueel opgelegde verhoging indienen bij het college van burgemeester en schepenen van de gemeente. Het bezwaar moet worden gemotiveerd en op straffe van nietigheid schriftelijk worden ingediend. Het moet, op straffe van verval, worden ingediend binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde kalenderdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet waarop de bezwaartermijn vermeld staat of vanaf de kennisgeving van de aanslag. Wanneer het bezwaar het herstel beoogt van een materiële vergissing, kan het nochtans geldig worden ingediend zolang de gouverneur de dienstjaarrekening van het jaar van de belasting niet heeft goedgekeurd. Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstbewijs afgegeven. Artikel 7 Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 en gewijzigd bij decreet van 28 mei 2010, zijn de bepalingen van titel VII (vestiging en invordering van de belastingen), hoofdstukken 1 (algemene bepalingen), 3 (onderzoek en controle), 4 (bewijsmiddelen van de administratie), 6 tot en met 9bis (rechtsmiddelen, invordering van de belasting waaronder de nalatigheids- en moratoriuminteresten; rechten en voorrechten van de schatkist; strafbepalingen) van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek (betreft o.m. de verjaring en de vervolgingen) van toepassing voor zover zij met name niet de belastingen op de inkomsten betreffen. Artikel 8 Een eensluidend afschrift verzenden binnen de 20 dagen aan de gouverneur, overeenkomstig artikel 253 van het gemeentedecreet. De fracties van de minderheid wensen zich te onthouden omdat deze beslissing de duur van de legislatuur overstijgt. 25. Gemeentelijke belasting op tweede verblijven. - Aanslagjaar 2012 t.e.m. 2013. Bevoegdheid - Gemeentedecreet artikel 42 en 43, §2, 15°. - Gemeentedecreet artikel 145. Juridische grond - Gemeentewet artikelen 238 en 259. - Gemeentewet artikel 252. - Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincieen gemeentebelastingen, gewijzigd bij decreet van 28 mei 2010. - Besluit van de gemeenteraad van 19 december 2006 betreffende “Gemeentelijke belasting op tweede verblijven. – dienstjaar 2007 t.e.m. 2011”, goedgekeurd door de Provinciale Overheid op 22 februari 2007. - Besluit van de gemeenteraad van 16 december 2008 betreffende “Aanpassing en aanvulling verordeningen ingevolge decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van gemeentebelastingen” met ingang van 1 januari 2009, goedgekeurd door de Provinciale Overheid op 2 februari 2009. Motivering Omwille van budgetbehoeften is het nuttig om bovenbedoelde belasting te handhaven.
Er wordt een gemeentelijke belasting geheven op tweede verblijven waarvan het bedrag voor alle belastingplichtigen vastgesteld wordt op 375,00 euro per eenheid. BESLUIT 15 stemmen voor (Claude Vanwelden, Eliane Spincemaille, Noël Hoogstoel, Dirk Vanluchene, Ann Cosaert, Isabelle Degezelle, Dirk Desmet, Stephaan Dendoncker, Willy Bulcaen, Yves Goemaere, Andres Vandenborre, Bart Dewaele, Eric Francoys, Christine Desmet, Greet Lateur) 10 onthoudingen (Marc Doutreluingne, Yvan Nys, Gerard Amelynck, Luc Vanassche, Antoon D'Haene, Marc Claeys, Marc Desloovere, Ghislain Blomme, Veerle Servayge, Marie-Therese Callens) Artikel 1 Voor een termijn van twee jaar, vanaf 1 januari 2012 en eindigende op 31 december 2013, wordt een belasting gevestigd op tweede verblijven. Artikel 2 Als tweede verblijf wordt beschouwd : elke private woongelegenheid die voor de eigenaar of voor de huurder ervan niet tot hoofdverblijf dient maar die op elk ogenblik door hem voor bewoning kan bewoond worden en waarvoor er geen inschrijving is in het bevolkingsregister als hoofdverblijf. Het kan hierbij gaan om landhuizen, bungalows, appartementen, week-endhuisjes en alle andere vaste woongelegenheden, daarbij inbegrepen de met chalets gelijkgestelde caravans. De inschrijving in de kadastrale legger is van geen belang voor de vaststelling van de belastbare materie. Artikel 3 Vallen niet onder toepassing van deze belasting : 1. De lokalen welke uitsluitend bestemd zijn voor het uitoefenen van een beroepsactiviteit. 2. De garages, tenten, verplaatsbare caravans en woonaanhangwagens. Op de tenten, verplaatsbare caravans en woonaanhangwagens is eventueel de belasting op het kamperen van toepassing. 3. De gebouwen waarop de belasting op de leegstaande gebouwen van toepassing is. Artikel 4 De belasting is verschuldigd door de eigenaar van het tweede verblijf op 1 januari van het belastingjaar. Zijn belastingsplicht geldt ook wanneer het tweede verblijf verhuurd wordt of wanneer het tijdelijk niet gebruikt wordt. De eigenaar is de belasting verschuldigd ongeacht het feit of hij al dan niet in de bevolkingsregisters van de gemeente is ingeschreven. Deze laatste omstandigheid doet inderdaad geen afbreuk aan het feit dat al de eigenaars zich ten aanzien van het belastbaar voorwerp in dezelfde objectieve voorwaarden bevinden, namelijk het kunnen beschikken over een tweede verblijf. Artikel 5 De belasting wordt forfaitair vastgesteld op 375,00 euro per jaar en per tweede verblijf. Artikel 6 De eigendomsoverdracht in de loop van het belastingjaar geeft geen aanleiding tot vermindering van de voor dat jaar verschuldigde belasting. In geval van eigendomsoverdracht in de loop van het belastingjaar is de nieuwe eigenaar de belasting verschuldigd te rekenen van 1 januari volgend op de datum van de eigendomsoverdracht. De verwijdering of afbraak van het belastbare goed in de loop van het belastingsjaar geeft geen aanleiding tot vermindering van deze belasting. Artikel 7 De belastbare elementen worden geteld door het gemeentebestuur. Het ontvangt van de betrokkenen een getekende verklaring volgens het model en binnen de termijn vastgesteld door het bestuur. De betrokkenen die geen formulier zouden ontvangen hebben, zijn niettemin verplicht spontaan aan het gemeentebestuur de
elementen te verstrekken die nodig zijn voor de toepassing van de belasting, en dit ten laatste één maand na de aanwending van het tweede verblijf. De initiale aangifte is, behoudens bij wijziging, geldig tot de opzegging. Artikel 8 Bij gebreke van een aangifte of bij onvolledige aangifte wordt de belastingplichtige van ambtswege belast volgens de gegevens waarover het gemeentebestuur beschikt, onverminderd het recht van bezwaar en beroep en onverminderd de bij wetten en reglementen vastgestelde vervolgingen en straffen. Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belasting, betekent het college aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting. De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig dagen volgend op de datum van verzending van de betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen. Artikel 9 De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met een bedrag gelijk aan de verschuldigde belasting. In geval van herhaling binnen het jaar wordt de verhoging verdubbeld. Het bedrag van deze verhoging wordt ingekohierd. Artikel 10 Het kohier van deze belasting wordt opgemaakt en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen, overeenkomstig het decreet van 30 mei 2008 en gewijzigd bij decreet van 28 mei 2010. Artikel 11 De kohieren worden ingevorderd door de financieel beheerder, overeenkomstig het decreet van 30 mei 2008 en gewijzigd bij decreet van 28 mei 2010. De belastingschuldigen ontvangen kosteloos, door bemiddeling van de financieel beheerder, de aanslagbiljetten, uittreksels uit het kohier. Zij moeten de belasting betalen binnen twee (2) maanden, te rekenen van de datum van de verzending van de aanslagbiljetten. Artikel 12 De belastingschuldige kan een bezwaar tegen deze belasting en de eventueel opgelegde verhoging indienen bij het college van burgemeester en schepenen van de gemeente. Het bezwaar moet worden gemotiveerd en op straffe van nietigheid schriftelijk worden ingediend. Het moet, op straffe van verval, worden ingediend binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde kalenderdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet waarop de bezwaartermijn vermeld staat of vanaf de kennisgeving van de aanslag. Wanneer het bezwaar het herstel beoogt van een materiële vergissing, kan het nochtans geldig worden ingediend zolang de gouverneur de dienstjaarrekening van het jaar van de belasting niet heeft goedgekeurd. Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstbewijs afgegeven. Artikel 13 Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 en gewijzigd bij decreet van 28 mei 2010, zijn de bepalingen van titel VII (vestiging en invordering van de belastingen), hoofdstukken 1 (algemene bepalingen), 3 (onderzoek en controle), 4 (bewijsmiddelen van de administratie), 6 tot en met 9bis (rechtsmiddelen, invordering van de belasting waaronder de nalatigheids- en moratoriuminteresten; rechten en voorrechten van de schatkist; strafbepalingen) van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek (betreft o.m. de verjaring en de vervolgingen) van toepassing voor zover zij met name niet de belastingen op de inkomsten betreffen. Artikel 14
Een eensluidend afschrift verzenden binnen de 20 dagen aan de gouverneur, overeenkomstig artikel 253 van het gemeentedecreet. De fracties van de minderheid wensen zich te onthouden omdat deze beslissing de duur van de legislatuur overstijgt. 26. Hervaststelling gemeentelijk belastingsreglement op ontgravingen. - Aanslagjaar 2012 t.e.m. 2013. Bevoegdheid - Gemeentedecreet artikel 42 en 43, §2, 15°. - Gemeentedecreet artikel 145. Juridische grond - Gemeentewet artikelen 238 en 259. - Gemeentewet artikel 252. - Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincieen gemeentebelastingen, gewijzigd bij decreet van 28 mei 2010. - Besluit van de gemeenteraad van 19 december 2006 betreffende “Hervaststelling gemeentelijk belastingsreglement op de ontgravingen. – dienstjaar 2007 t.e.m. 2011”, goedgekeurd door de Provinciale Overheid op 22 februari 2007. - Besluit van de gemeenteraad van 16 december 2008 betreffende “Aanpassing en aanvulling verordeningen ingevolge decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van gemeentebelastingen” met ingang van 1 januari 2009, goedgekeurd door de Provinciale Overheid op 2 februari 2009. Motivering Omwille van budgetbehoeften is het nuttig om bovenbedoelde belasting te handhaven en de tarieven op een realistisch niveau te houden in overeenstemming met economische gegevens. Er wordt een gemeentelijke belasting geheven op de ontgravingen van 300 euro, met uitzondering van ontgravingen wegens openbaar belang. De ontgraving van een stoffelijk overschot van een kind, gestorven onder de leeftijd van tien jaar, is gratis. BESLUIT 15 stemmen voor (Claude Vanwelden, Eliane Spincemaille, Noël Hoogstoel, Dirk Vanluchene, Ann Cosaert, Isabelle Degezelle, Dirk Desmet, Stephaan Dendoncker, Willy Bulcaen, Yves Goemaere, Andres Vandenborre, Bart Dewaele, Eric Francoys, Christine Desmet, Greet Lateur) 10 onthoudingen (Marc Doutreluingne, Yvan Nys, Gerard Amelynck, Luc Vanassche, Antoon D'Haene, Marc Claeys, Marc Desloovere, Ghislain Blomme, Veerle Servayge, Marie-Therese Callens) Artikel 1 Voor een termijn van twee jaar, vanaf 1 januari 2012 en eindigende op 31 december 2013, wordt ten voordele van de gemeente een belasting van DRIEHONDERD EURO ( 300 euro ) gevestigd op de ontgraving van een stoffelijk overschot op een gemeentelijke begraafplaats, onverminderd de aanrekening van het ereloon, te betalen aan de gebeurlijk daarbij aanwezige dokter. Artikel 2 De ontgraving van een stoffelijk overschot van een kind, gestorven onder de leeftijd van tien jaar, is gratis. Artikel 3 Bedoelde belasting is niet verschuldigd wanneer de ontgraving wordt verricht :
a) van zowel burgerlijke als militaire slachtoffers van oorlogsverrichtingen of geweldplegingen tijdens de oorlog, of van wie als lid van politie- of veiligheidskorpsen bij interventies het leven lieten of van wie bij een poging om het leven van een medemens te redden zelf omgekomen is b) ingevolge een rechterlijke beslissing c) voor de overbrenging van een stoffelijk overschot, begraven in geconcedeerde grond die teruggenomen wordt wegens openbaar belang of dienstnoodwendigheden, naar een ander deel van de begraafplaats d) voor de overbrenging van een stoffelijk overschot, begraven in geconcedeerde grond van een begraafplaats die gesloten wordt, naar een nieuwe begraafplaats. Artikel 4 De belastingschuldige kan een bezwaar tegen deze belasting indienen bij het college van burgemeester en schepenen van de gemeente. Het bezwaar moet worden gemotiveerd en op straffe van nietigheid schriftelijk worden ingediend. Het moet, op straffe van verval, worden ingediend binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde kalenderdag volgend op de datum van de inning van de belasting op een andere wijze dan per kohier. Wanneer het bezwaar het herstel beoogt van een materiële vergissing kan het nochtans geldig worden ingediend zolang de gouverneur de dienstjaarrekening van het jaar van de belasting niet heeft goedgekeurd. Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstbewijs afgegeven. Artikel 5 Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 en gewijzigd bij decreet van 28 mei 2010, zijn de bepalingen van titel VII (vestiging en invordering van de belastingen), hoofdstukken 1 (algemene bepalingen), 3 (onderzoek en controle), 4 (bewijsmiddelen van de administratie), 6 tot en met 9bis (rechtsmiddelen, invordering van de belasting waaronder de nalatigheids- en moratoriuminteresten; rechten en voorrechten van de schatkist; strafbepalingen) van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek (betreft o.m. de verjaring en de vervolgingen) van toepassing voor zover zij met name niet de belastingen op de inkomsten betreffen. Artikel 6 Een eensluidend afschrift verzenden binnen de 20 dagen aan de gouverneur, overeenkomstig artikel 253 van het gemeentedecreet. De fracties van de minderheid wensen zich te onthouden omdat deze beslissing de duur van de legislatuur overstijgt. 27. Gemeentelijk
belastingsreglement
inzake
aanrekening
op
het
afleveren
van
administratieve stukken. - Aanslagjaar 2012 t.e.m. 2013. Bevoegdheid - Gemeentedecreet artikel 42 en 43, §2, 15°. - Gemeentedecreet artikel 145. Juridische grond - Gemeentewet artikelen 238 en 259. - Gemeentewet artikel 252. - Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincieen gemeentebelastingen, gewijzigd bij decreet van 28 mei 2010. - Besluit van de gemeenteraad van 19 december 2006 betreffende “Gemeentelijk belastingsreglement inzake aanrekening op het afleveren van administratieve stukken. – dienstjaar 2007 t.e.m. 2011”, goedgekeurd door de provinciale overheid op 22 februari 2007.
- Besluit van de gemeenteraad van 26 mei 2008 betreffende “Aanpassing gemeentelijk belastingsreglement inzake aanrekening op het afleveren van administratieve stukken, vanaf heden”, goedgekeurd door de provinciale overheid op 18 juli 2008. - Besluit van de gemeenteraad van 16 december 2008 betreffende “Aanpassing en aanvulling verordeningen ingevolge decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van gemeentebelastingen” met ingang van 1 januari 2009, goedgekeurd door de provinciale overheid op 2 februari 2009. - Besluit van de gemeenteraad van 13 juli 2009 betreffende “Aanpassing gemeentelijk belastingsreglement inzake aanrekening op het afleveren van administratieve stukken”, goedgekeurd door de provinciale overheid op 1 september 2009. - Besluit van de gemeenteraad van 22 maart 2010 betreffende “Aanpassing en aanvulling gemeentelijk belastingsreglement inzake aanrekening op het afleveren van administratieve stukken”, goedgekeurd door de provinciale overheid op 3 mei 2010. Verwijzingsdocumenten - Mail van Helpdesk Belpic van 17 februari 2010 waarbij melding gemaakt wordt van de prijsverhoging vanaf 1 april 2010 voor de elektronische identiteitskaart ( e-ID ) en elektronische vreemdelingenkaarten ( EVK ). - Omzendbrief van de federale overheidsdienst binnenlandse zaken ( ibz ) van 5 maart 2010 betreffende elektronische vreemdelingenkaarten - aanmaakprijs en gemeentetaks. Motivering Omwille van budgetbehoeften is het nuttig om bovenbedoelde belasting te handhaven. Er wordt een gemeentelijke belasting geheven op de afgifte van administratieve stukken, in artikel 2 opgesomd, ten bezware van personen of instellingen waaraan ze door de gemeente ambtshalve of op verzoek worden uitgereikt. Er wordt ook voorzien in een aantal vrijstellingen. BESLUIT 15 stemmen voor (Claude Vanwelden, Eliane Spincemaille, Noël Hoogstoel, Dirk Vanluchene, Ann Cosaert, Isabelle Degezelle, Dirk Desmet, Stephaan Dendoncker, Willy Bulcaen, Yves Goemaere, Andres Vandenborre, Bart Dewaele, Eric Francoys, Christine Desmet, Greet Lateur) 10 onthoudingen (Marc Doutreluingne, Yvan Nys, Gerard Amelynck, Luc Vanassche, Antoon D'Haene, Marc Claeys, Marc Desloovere, Ghislain Blomme, Veerle Servayge, Marie-Therese Callens) Artikel 1 Voor een termijn van twee jaar, vanaf 1 januari 2012 en eindigende op 31 december 2013, wordt een belasting geheven op de afgifte van administratieve stukken, in artikel 2 opgesomd, ten bezware van de personen of instellingen waaraan ze door de gemeente ambtshalve of op verzoek worden uitgereikt. Artikel 2 De bedragen van de belasting worden als volgt bepaald, voor : 1. elektronische identiteitskaart voor Belgen en elektronische vreemdelingenkaarten (A- tot en met F-kaart) : a) 15,00 euro voor uitreiking van de kaart (Belgische nationaliteit) b) 15,00 euro voor uitreiking aan vreemdelingen (zowel EEG, als niet EEG) c) 12,50 euro voor uitreiking van elektronische vreemdelingenkaarten in vervanging van de kartonnen blauwe, gele of witte kaart d) GRATIS voor kinderen van 12 jaar bij eerste uitreiking (Belgen+vreemdelingen) e) GRATIS voor AANPASSING ten gevolge van adreswijziging (Belgen + vreemdelingen) 1.1. spoedprocedure voor Belgen en vreemdelingen : a) 180,00 euro voor zeer dringende gevallen
b) 115,00 euro voor dringende gevallen 2. Uitgereikte bewijzen aan vreemdelingen : a) 6,50 euro voor attest van immatriculatie (model A en B) 3. het identiteitsstuk met plastiek zakje : a) bij eerste uitgifte voor elk kind tot 12 jaar : GRATIS b) en bij vernieuwing
: 1,50 euro
4. reispassen : a)
41,00 euro voor gewone procedure < 18 jaar
b) 210,00 euro voor spoedprocedure < 18 jaar beiden aan te vullen met 0,50 euro administratief supplement c)
71,00 euro voor gewone procedure > 18 jaar
d) 240,00 euro voor spoedprocedure > 18 jaar beiden aan te vullen met 5,50 euro administratief supplement 5. trouwboekjes : 25,00 euro op het in het boekje voorkomende huwelijksgetuigschrift 6. samenlevingsboekje : 15,00 euro Artikel 3 De belasting wordt geheven op het ogenblik der afgifte van het belastbaar stuk. Het bewijs van de betaling der belasting blijkt uit het aanbrengen van een kleefzegel met uitzondering van de spoedprocedure, vermeldende het bedrag van de belasting, op het desbetreffende stuk. De aan de belasting onderworpen personen of instellingen, die een verzoek tot het bekomen van een of ander stuk indienen, moeten op het ogenblik van de aanvraag zelf het bedrag der belasting in bewaring geven, indien het gevraagde document niet onmiddellijk bij de aanvraag zelf afgegeven kan worden. Artikel 4 Het fiscaal zegelrecht werd afgeschaft vanaf 1 januari 2007. Artikel 5 Zijn van de belasting vrijgesteld : 1. de stukken die krachtens een wet, een koninklijk besluit of een andere overheidsverordening kosteloos door het gemeentebestuur afgeleverd moeten worden. 2. de stukken die aan behoeftige personen worden uitgereikt, op vertoon van een overtuigend bewijsstuk van behoeftigheid. 3. de stukken die worden uitgereikt aan al dan niet uitkeringsgerechtigde werklozen, pas afgestudeerden, laatstejaarsstudenten, leerlingen van het laatste jaar secundair onderwijs en werkzoekende personen van wie het enig inkomen het bestaansminimum is, welke zij nodig hebben wanneer zij voor een betrekking solliciteren, waarbij de belanghebbende personen zelf het bewijs dienen te leveren dat zij voor de vrijstelling in aanmerking komen en dat de bescheiden waarvoor zij de belastingsvrijstelling vragen, bij het solliciteren nodig zijn. 4. machtigingen voor godsdienstige of politieke manifestaties, feesten, bals, tombola’s en dergelijke meer, waarvan de opbrengst bestemd is voor het algemeen welzijn of leniging van nood, benevens voor het plaatsen van reclameborden ter aankondiging van dezelfde, behalve wanneer daarop handelspubliciteit voorkomt. 5. machtigingen voor activiteiten die op zichzelf reeds het voorwerp uitmaken van een belasting of retributie ten bate van de Gemeente. 6. getuigschriften voor het bekomen van abonnementen of ritkaarten tegen verminderde prijs op het openbaar vervoer, uitgereikt door de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen of de Nationale Maatschappij van Buurtspoorwegen aan werknemers, voor hun verplaatsingen uit hoofde van werkgelegenheid.
Artikel 6 De nieuwe identiteitskaarten uitgereikt aan gehandicapten, die niet in staat zijn hun handtekening te plaatsen, de melding “onbekwaam” te vervangen door “vrijgesteld”, overeenkomstig de omzendbrief FB136AD van 3.12.1987, verschenen onder nr. 234 in het Bestuursmemoriaal nr. 49 van 30.12.1987. Artikel 7 De belasting is niet toepasselijk op de afgifte van stukken die krachtens een wet, een koninklijk besluit of een andere overheidsverordening reeds aan de betaling van een recht ten behoeve van de Gemeente onderworpen zijn. Hierop wordt uitzondering gemaakt voor de rechten welke toekomen aan de gemeenten die met de afgifte van reispassen belast zijn, waarvan melding is gemaakt in het besluit van de Regent van 26 juli 1948. Artikel 8 Zijn van de belasting vrijgesteld, de gerechtelijke overheden, de openbare besturen en de daarmede gelijkgestelde inrichtingen, alsook de instellingen van algemeen nut. Artikel 9 De personen of instellingen die weigeren de in artikel 2 van onderhavige verordening vastgestelde belasting te betalen, zullen het bedrag ervan in handen van de financieel beheerder in bewaring geven, totdat de bevoegde overheid op hun bezwaar beschikt hebbe. De financieel beheerder levert hun hiervoor kosteloos ontvangstbewijs af. Artikel 10 De verschuldigde belasting zal betaald worden bij de samenstelling van het basisdocument dat de aflevering van het stuk voorafgaat. De belasting wordt contant betaald tegen afgifte van een betalingsbewijs. Bij gebreke van betaling wordt de belasting ingekohierd en wordt een kohierbelasting, overeenkomstig de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 en gewijzigd bij decreet van 28 mei 2010. Artikel 11 De belastingschuldige kan een bezwaar tegen deze belasting indienen bij het college van burgemeester en schepenen van de gemeente. Het bezwaar moet worden gemotiveerd en op straffe van nietigheid schriftelijk worden ingediend. Het moet, op straffe van verval, worden ingediend binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde kalenderdag volgend op de datum vanaf de datum van de contante inning. Wanneer het bezwaar het herstel beoogt van een materiële vergissing, kan het nochtans geldig worden ingediend zolang de gouverneur de dienstjaarrekening van het jaar van de belasting niet heeft goedgekeurd. Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstbewijs afgegeven. Artikel 12 Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 en gewijzigd bij decreet van 28 mei 2010, zijn de bepalingen van titel VII (vestiging en invordering van de belastingen), hoofdstukken 1 (algemene bepalingen), 3 (onderzoek en controle), 4 (bewijsmiddelen van de administratie), 6 tot en met 9bis (rechtsmiddelen, invordering van de belasting waaronder de nalatigheids- en moratoriuminteresten; rechten en voorrechten van de schatkist; strafbepalingen) van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek (betreft o.m. de verjaring en de vervolgingen) van toepassing voor zover zij met name niet de belastingen op de inkomsten betreffen. Artikel 13 Een eensluidend afschrift van deze beslissing te verzenden binnen de 20 dagen aan de gouverneur, overeenkomstig artikel 253 van het gemeentedecreet. De fracties van de minderheid wensen zich te onthouden omdat deze beslissing de duur van de legislatuur overstijgt.
28. Gemeentelijk
belastingsreglement
inzake
aanrekening
op
het
afleveren
van
milieuvergunningen. - Aanslagjaar 2012 t.e.m. 2013. Bevoegdheid - Gemeentedecreet artikel 42 en 43, §2, 15°. - Gemeentedecreet artikel 145. Juridische grond - Gemeentewet artikelen 238 en 259. - Gemeentewet artikel 252. - Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincieen gemeentebelastingen, gewijzigd bij decreet van 28 mei 2010. - Besluit van de gemeenteraad van 19 december 2006 betreffende “Gemeentelijk belastingsreglement inzake aanrekening op het afleveren van milieuvergunningen. – dienstjaar 2007 t.e.m. 2011”, goedgekeurd door de Provinciale Overheid op 22 februari 2007. - Besluit van de gemeenteraad van 16 december 2008 betreffende “Aanpassing en aanvulling verordeningen ingevolge decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van gemeentebelastingen” met ingang van 1 januari 2009, goedgekeurd door de Provinciale Overheid op 2 februari 2009. Motivering Omwille van budgetbehoeften is het nuttig om bovenbedoelde belasting te handhaven. De reglementering omtrent de Vlarem-wetgeving, in het bijzonder inzake het bekomen van de vereiste vergunningen vooral voor klasse I en II, vergen een ruime dossiervorming en waarvoor bovendien publicatie vereist is in de geschreven pers. Voor dergelijke dossiers dienen kosten gemaakt te worden en in het kader van een verantwoord beheer van de gemeente is het dan ook aangewezen hiervoor een belasting te heffen. Er wordt een gemeentelijke belasting geheven op het afleveren van milieuvergunningen waarvan het bedrag vastgesteld wordt als volgt : Klasse I :
500 euro
Klasse II :
100 euro
gekoppeld aan vrijstellingen. BESLUIT 15 stemmen voor (Claude Vanwelden, Eliane Spincemaille, Noël Hoogstoel, Dirk Vanluchene, Ann Cosaert, Isabelle Degezelle, Dirk Desmet, Stephaan Dendoncker, Willy Bulcaen, Yves Goemaere, Andres Vandenborre, Bart Dewaele, Eric Francoys, Christine Desmet, Greet Lateur) 10 onthoudingen (Marc Doutreluingne, Yvan Nys, Gerard Amelynck, Luc Vanassche, Antoon D'Haene, Marc Claeys, Marc Desloovere, Ghislain Blomme, Veerle Servayge, Marie-Therese Callens) Artikel 1 Voor een termijn van twee jaar, vanaf 1 januari 2012 en eindigende op 31 december 2013, wordt een belasting geheven op de afgifte van milieuvergunningen ten bezware van personen of bedrijven waaraan ze door de gemeente worden verleend. Artikel 2 De bedragen van de belasting worden als volgt bepaald : Klasse I :
500 euro
Klasse II :
100 euro
Artikel 3 Zijn vrijgesteld :
1. De milieuvergunningen van klasse III. 2. Klasse I en II voor zover de vergunning niet kan verleend worden. 3. De openbare besturen en de daarmede gelijkgestelde inrichtingen, alsook de instellingen van algemeen nut. Artikel 4 De verschuldigde belasting zal betaald worden : Klasse I : Na betekening van de vergunning door de Bestendige Deputatie aan de betrokkene op vordering van de financieel beheerder. Klasse II :
Bij kennisgeving aan de betrokkenen dat de vergunning door het college van burgemeester en schepenen werd toegekend en na betaling in handen van de financieel beheerder, mag afgehaald worden.
De belasting wordt contant betaald tegen afgifte van een betalingsbewijs. Bij gebrek aan onmiddellijke betaling bij de voorgeschreven termijn, wordt de betaling ingevorderd bij middel van een kohier overeenkomstig het decreet van 30 mei 2008 en gewijzigd bij decreet van 28 mei 2010. Artikel 5 De belastingschuldige kan een bezwaar tegen deze belasting indienen bij het college van burgemeester en schepenen van de gemeente. Het bezwaar moet worden gemotiveerd en op straffe van nietigheid schriftelijk worden ingediend. Het moet, op straffe van verval, worden ingediend binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde kalenderdag volgend op de datum van de inning van de belasting op een andere wijze dan per kohier. Wanneer het bezwaar het herstel beoogt van een materiële vergissing, kan het nochtans geldig worden ingediend zolang de gouverneur de dienstjaarrekening van het jaar van de belasting niet heeft goedgekeurd. Van het bezwaarschrift wordt een ontvangstbewijs afgegeven. Artikel 6 Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008 en gewijzigd bij decreet van 28 mei 2010, zijn de bepalingen van titel VII (vestiging en invordering van de belastingen), hoofdstukken 1 (algemene bepalingen), 3 (onderzoek en controle), 4 (bewijsmiddelen van de administratie), 6 tot en met 9bis (rechtsmiddelen, invordering van de belasting waaronder de nalatigheids- en moratoriuminteresten; rechten en voorrechten van de schatkist; strafbepalingen) van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek (betreft o.m. de verjaring en de vervolgingen) van toepassing voor zover zij met name niet de belastingen op de inkomsten betreffen. Artikel 7 Een eensluidend afschrift verzenden binnen de 20 dagen aan de gouverneur, overeenkomstig artikel 253 van het gemeentedecreet. De fracties van de minderheid wensen zich te onthouden omdat deze beslissing de duur van de legislatuur overstijgt. 29. Retributiereglement
tot
beperkte
containerpark. - Aanslagjaar 2012. Bevoegdheid - Gemeentedecreet artikel 42 en 43, §2, 15°. - Gemeentedecreet artikel 145. Juridische grond - Gemeentewet artikelen 238 en 259.
tarifering
voor
het
gebruik
van
het
DIFTAR-
- Besluit van het college van burgemeester en schepenen van 10 april 2002 betreffende “Aanvoer containerpark – bepalingen van interne organisatie”. Adviezen, machtigingen, akkoorden, ... Positief advies van de gemeentelijke milieuraad van 24 juni 2008 omtrent de aanvaarding van asbestcement op de gemeentelijke containerparken. Motivering Het containerpark is beschikbaar zowel voor privé-personen als het KMO-bedrijf waar er allerlei gesorteerd afval kan gedeponeerd worden. De kostprijs voor het verwerken van afval is zeer aanzienlijk. De kosten voor het verwerken van niet te recycleren afval stijgen voortdurend. Het is verantwoord dat de vervuiler betaalt en wie veel afval afvoert moet meer betalen voor de verwerking ervan. Er dient rekening gehouden te worden met de interne organisatie van de gemeentelijke diensten. In het kader van een verantwoord beheer van de gemeente is het aangewezen een retributie te heffen die afgestemd is op hoeveelheid en op soort in relatie met transport en verwijdering voor het gebruik van het containerpark. Het is aan te raden om voor elk soort afval, waarvoor een retributie wordt geheven, een forfait aan te rekenen van 2,00 euro voor kleine hoeveelheden per soort om te vermijden dat men met te hoge frequentie met te kleine hoeveelheden naar het containerpark zou gaan. Er wordt een retributie geheven voor het gebruik van het DIFTAR-containerpark ( DIFTAR = gedifferentieerde tarifering afhankelijk van het soort afval ) voor volgende afvalstoffen : Prijs per kg
Niet recupereerbaar bouw- en sloopafval
0,20 euro
Recupereerbaar bouw- en sloopafval
0,02 euro
Papier en karton
0,02 euro
Houtafval ( (on)behandeld, samengesteld )
0,07 euro
Snoeihout en/of zacht groen tot 25 kg
gratis
vanaf 25 kg
0,07 euro
Boomwortels of struiken met wortels
0,20 euro
Brandbaar, niet recycleerbaar
0,20 euro
Te storten afval
0,20 euro
Multistroom
( recycleerbaar grof huisvuil )
0,20 euro
Asbestcement
0,20 euro
Per bezoek aan het DIFTAR-gedeelte
2,00 euro
met uitzondering snoeihout en/of zacht groen TOT 25 kg Deze retributie is verschuldigd door één ieder die gebruik maakt van de gemeentelijke dienstverlening inzake inzameling van de hierboven genoemde afvalfracties. Om de fractie zachtgroen en/of de fractie snoeihout gratis te kunnen aanleveren, dient men deze fracties apart aan te bieden op het betalend gedeelte ( via weegbrug ) en het totaal gewicht mag niet meer dan 25 kg zijn. Bij aanvoer van verschillende betalende fracties wordt voor het totale gewicht afval de retributie aangerekend van de aangevoerde afvalsoort met de duurste retributie.
Per bezoek aan het DIFTAR-gedeelte wordt een minimum bedrag aangerekend van 2,00 euro als deelname in de exploitatiekosten, met uitzondering van snoeihout en/of zacht groen TOT 25 kg. Volgens
het
Uitvoeringsplan
Milieuverantwoord
Beheer
van
Huishoudelijke
Afvalstoffen,
moeten
gemeentebesturen vanaf 1 januari 2008, asbestcement, afkomstig van huishoudens, verplicht selectief inzamelen op de containerparken. In het kader van een verantwoord beheer van de gemeente is het aangewezen bij aanvoer van afbestcement een retributie te heffen via weging voor de hoeveelheden die 100 kg per beurt met een maximum van 200 kg per gezin per jaar overschrijden. Bij gebruik van de weegbrug, dient de betaling ter plaatse verricht te worden door middel van proton, bancontact en deze retributies dienen geïnd te worden bij het verlaten van het DIFTAR-gedeelte van het containerpark. Bij gebruik van het “gabarit” dient de betaling ter plaatse verricht te worden door middel van de muntautomaat. In het geval van geldtekort of het niet bijhebben van geld, wordt de reële kostprijs van het op het betalend gedeelte van het containerpark gedeponeerde afval, gefactureerd, vermeerderd met een administratiekost van 10,00 euro. Bij verlies van het ticket op het betalend gedeelte van het containerpark wordt de gedeponeerde afval aangerekend aan de duurste fractie. Diegenen die contractueel onderhoud waarborgen van openbaar groen kunnen gebruik maken van speciaal daartoe ontworpen “kredietkaarten” met een wel bepaalde waarde en deze kredietkaarten kunnen aangewend worden voor om het even welke aangevoerde afvalfractie. BESLUIT 20 stemmen voor (Claude Vanwelden, Eliane Spincemaille, Noël Hoogstoel, Dirk Vanluchene, Ann Cosaert, Isabelle Degezelle, Dirk Desmet, Stephaan Dendoncker, Willy Bulcaen, Yves Goemaere, Andres Vandenborre, Bart Dewaele, Eric Francoys, Christine Desmet, Greet Lateur, Marc Claeys, Marc Desloovere, Ghislain Blomme, Veerle Servayge, Marie-Therese Callens) 5 stemmen tegen (Marc Doutreluingne, Yvan Nys, Gerard Amelynck, Luc Vanassche, Antoon D'Haene) Artikel 1 Voor de termijn van één jaar, aanvangende op 1 januari, en eindigend op 31 december 2012, wordt een gemeentelijke retributie gevestigd voor het gebruik van het DIFTAR-containerpark. Artikel 2 De bedragen van de retributie worden voor volgende afvalstoffen als volgt bepaald : Prijs per kg
Niet recupereerbaar bouw- en sloopafval
0,20 euro
Recupereerbaar bouw- en sloopafval
0,02 euro
Papier en karton
0,02 euro
Houtafval ( (on)behandeld, samengesteld )
0,07 euro
Snoeihout en/of zacht groen tot 25 kg
gratis
vanaf 25 kg
0,07 euro
Boomwortels of struiken met wortels
0,20 euro
Brandbaar, niet recycleerbaar
0,20 euro
Te storten afval
0,20 euro
Multistroom ( recycleerbaar grof huisvuil )
0,20 euro
Asbestcement
Per bezoek aan het DIFTAR-gedeelte
0,20 euro 2,00 euro
met uitzondering snoeihout en/of zacht groen TOT 25 kg Artikel 3 Om de fractie zachtgroen en/of de fractie snoeihout gratis te kunnen aanleveren dient men deze fracties apart aan te bieden op het betalend gedeelte en mag het totaal gewicht samen niet meer dan 25 kg zijn. Artikel 4 Bij aanvoer van verschillende betalende fracties, wordt voor het totale gewicht afval de retributie aangerekend van de aangevoerde afvalsoort met de duurste retributie . Artikel 5 Per bezoek aan het DIFTAR-gedeelte wordt een minimum bedrag aangerekend van 2,00 euro als deelname in de exploitatiekosten, met uitzondering van hetgeen vermeld is in artikel 3. Artikel 6 De retributie omtrent het asbestcement is verschuldigd per gezin voor de hoeveelheden die 100 kg per beurt met een maximum van 200 kg per gezin per jaar overschrijden. Artikel 7 De betaling dient ter plaatse verricht te worden door middel van proton of muntautomaat. Artikel 8 Deze retributies worden geïnd bij het verlaten van het DIFTAR-gedeelte van het containerpark. In het geval van geldtekort of het niet bijhebben van geld wordt de reële kostprijs van het op het betalend gedeelte van het containerpark gedeponeerde afval gefactureerd, vermeerderd met een administratiekost van 10,00 euro. Artikel 9 Bij verlies van het ticket wordt het op het betalend gedeelte van het containerpark gedeponeerde afval aan de duurste fractie aangerekend. Artikel 10 In geval van niet betaling van de retributie wordt deze ingevorderd volgens de bepalingen van het burgerlijk wetboek. Artikel 11 Van deze beslissing zal een voor eensluidend verklaard afschrift overgemaakt worden aan de toezichthoudende overheid, overeenkomstig artikel 253 van het gemeentedecreet. Gemeentebelangen stemt TEGEN om reden van een te hoog tarief voor niet recupereerbaar bouw- en sloopafval.
30. Retributiereglement voor het parkeren van motorvoertuigen op de openbare weg of op de plaatsen, gelijkgesteld aan de openbare weg. - Aanslagjaar 2012 t.e.m. 2013. Bevoegdheid - Gemeentedecreet artikel 42 en 43, §2,15°. - Gemeentedecreet artikel 145. - Grondwet artikel 173. - Wet van 22 februari 1965 waarbij aan de gemeenten wordt toegestaan parkeergeld op motorvoertuigen in te voeren. - Wet van 22 december 2008 artikelen 14 tot 16.
- Ministerieel besluit van 29 juli 1991 waarbij de personen worden aangewezen die de speciale parkeerkaart voor gehandicapten kunnen bekomen alsook de ministeries die bevoegd zijn om deze kaart uit te reiken en waarbij het model ervan alsmede de modaliteiten van afgifte, intrekking en gebruik worden bepaald. Ministerieel Besluit van 3 mei 2004 waarbij de personen die de bewonerskaart kunnen bekomen en de overheid bevoegd is om deze kaart uit te reiken, worden aangewezen en waarbij het model ervan alsmede de nadere regels voor uitreiking en voor gebruik worden bepaald. Juridische grond - Gemeentewet artikelen 238 en 259. - Gemeentewet artikel 252. - Besluit van de gemeenteraad van 19 december 2006 betreffende “Vaststelling van een retributiereglement voor het parkeren van motorvoertuigen op de openbare weg of op de plaatsen, gelijkgesteld aan de openbare weg – dienstjaar 2007 t.e.m. 2011”, goedgekeurd door de provinciale overheid op 22 februari 2007. -
Besluit
van
de
gemeenteraad
van
23
februari
2009
betreffende
“Aanpassing
gemeentelijk
retributiereglement voor het parkeren van motorvoertuigen op de openbare weg of op de plaatsen, gelijkgesteld aan de openbare weg – vanaf 1 mei 2009” goedgekeurd door de provinciale overheid op 10 april 2009, waarbij het forfaitair bedrag van 25,00 euro per dag voor elke periode die langer is dan deze die gratis is werd gewijzigd door een forfaitair bedrag van 20,00 euro, met ingang van 1 mei 2009. - Besluit van de gemeenteraad van 25 mei 2009 waarbij artikel 2 van het gemeentelijk retributiereglement aangevuld werd met administratieve kosten in de minnelijke fase en in geval van niet betaling gevolgd wordt door verdere gerechtelijke stappen met de daarbij horende wettelijke kosten. - Besluit van de gemeenteraad van 13 juli 2009 betreffende “Aanpassing gemeentelijk retributiereglement voor het parkeren van motorvoertuigen op de openbare weg of op de plaatsen, gelijkgesteld aan de openbare weg”, goedgekeurd door de provinciale overheid op 1 september 2009. - Besluit van de gemeenteraad van 28 november 2011 betreffende goedkeuring gemeentelijk reglement op het toekennen van parkeerkaarten: bewoners, zorgverstrekkers, aannemers. Motivering De verhoging van de parkeermogelijkheden vereist ook nieuwe mogelijkheden voor de controle op de beperking van de parkeerduur op de voorgeschreven plaatsen. Het aanleggen en verbeteren van de parkeermogelijkheden brengen voor de gemeente aanzienlijke lasten met zich mee. Omwille van budgetbehoeften is het dan ook nuttig om bovenbedoelde retributie te handhaven. Er wordt een gemeentelijke retributie geheven voor het parkeren van motorvoertuigen op de openbare weg of op de plaatsen, gelijkgesteld aan de openbare weg :
GRATIS voor de maximale duur die toegelaten is door de verkeersborden.
Een forfaitair bedrag van € 20 per dag voor elke periode die langer is dan deze die gratis is.
Administratieve kosten in de minnelijke fase - 1ste stap : eerste rappel
: kosteloos
- 2de stap : tweede rappel ( aangetekend ) : plus 25,00 euro
In geval van niet betaling wordt de minnelijke fase gevolgd door verdere gerechtelijke stappen met de daarbij horende wettelijke kosten.
Het parkeren van voertuigen gebruikt door personen met een handicap is GRATIS. Voor bewoners in het gebied van de blauwe zone is de uitreiking van een parkeerkaart eveneens GRATIS. Voor
zorgverstrekkers
o.a.
huisartsen
(dokters
algemene
geneeskunde),
kinesisten,
zelfstandig
verpleegkundigen en persoonsverzorgers (sector gezinszorg, helpen bij het wassen, aankleden, verzorgen en eten van hulpbehoevende personen) bedraagt de kostprijs van een parkeerkaart 50 euro voor 1 jaar.
Voor aannemers die werken uitvoeren binnen de blauwe zone, aan te tonen door middel van schriftelijk bewijs, bedraagt de kostprijs 10 euro per dag of 50 euro per week. BESLUIT 15 stemmen voor (Claude Vanwelden, Eliane Spincemaille, Noël Hoogstoel, Dirk Vanluchene, Ann Cosaert, Isabelle Degezelle, Dirk Desmet, Stephaan Dendoncker, Willy Bulcaen, Yves Goemaere, Andres Vandenborre, Bart Dewaele, Eric Francoys, Christine Desmet, Greet Lateur) 10 onthoudingen (Marc Doutreluingne, Yvan Nys, Gerard Amelynck, Luc Vanassche, Antoon D'Haene, Marc Claeys, Marc Desloovere, Ghislain Blomme, Veerle Servayge, Marie-Therese Callens) Artikel 1 Voor een termijn van twee jaar, vanaf 1 januari 2012 en eindigende op 31 december 2013, wordt een gemeentelijke retributie gevestigd voor het parkeren van motorvoertuigen op de openbare weg of op de plaatsen, gelijkgesteld aan de openbare weg. Dit reglement beoogt het parkeren van een motorvoertuig op plaatsen waar dat parkeren toegelaten is en waar een blauwe zone-reglementering van toepassing is. Onder openbare weg verstaat men de wegen en hun trottoirs of nabijgelegen bermen die eigendom zijn van de gemeentelijke, provinciale of gewestelijke overheden. Onder met een openbare weg gelijkgestelde plaatsen verstaat men de parkeerplaatsen, gelegen op de openbare weg, zoals vermeld in artikel 4, § 2, van de wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening van ambulante activiteiten en de organisatie van openbare markten. Artikel 2 De retributie wordt als volgt vastgesteld :
GRATIS voor de maximale duur die toegelaten is door de verkeersborden.
Een forfaitair bedrag van € 20 per dag voor elke periode die langer is dan deze die gratis is.
Administratieve kosten in de minnelijke fase - 1ste stap : eerste rappel
: kosteloos
- 2de stap : tweede rappel ( aangetekend ) : plus 25,00 euro
In geval van niet betaling wordt de minnelijke fase gevolgd door verdere gerechtelijke stappen met de daarbij horende wettelijke kosten.
De door de gebruiker gewenste parkeerduur wordt vastgesteld door het zichtbaar aanbrengen achter de voorruit van het voertuig van de parkeerschijf, overeenkomstig artikel 27.1.1 van het koninklijk besluit van 1 december 1975. Artikel 3 Het parkeren van voertuigen gebruikt door personen met een handicap is GRATIS. Het statuut van “persoon met een handicap” wordt beoordeeld op het ogenblik van het parkeren door het aanbrengen op een zichtbare plaats achter de voorruit van de speciale parkeerkaart voor gehandicapten uitgereikt overeenkomstig het ministerieel besluit van 29 juli 1991. Voor de bewoners in het gebied van de blauwe zone is een parkeerkaart in gebruik waarvan de uitreiking GRATIS is overeenkomstig het ministerieel besluit van 3 mei 2004. Voor
zorgverstrekkers
o.a.
huisartsen
(dokters
algemene
geneeskunde),
kinesisten,
zelfstandig
verpleegkundigen en persoonsverzorgers (sector gezinszorg, helpen bij het wassen, aankleden, verzorgen en eten van hulpbehoevende personen) bedraagt de kostprijs van een parkeerkaart 50 euro voor 1 jaar. Voor aannemers die werken uitvoeren binnen de blauwe zone, aan te tonen door middel van schriftelijk bewijs, bedraagt de kostprijs 10 euro per dag of 50 euro per week. Artikel 4
De retributie is verschuldigd zodra het voertuig langer geparkeerd is dan de tijd die toegelaten is door de verkeersborden tenzij men opteert voor de toepassing van het forfaitair tarief. Artikel 5 Wanneer de parkeerschijf van een motorvoertuig niet zichtbaar achter de voorruit geplaatst is, wordt steeds geacht te kiezen voor de betaling van het in artikel 2 bedoelde forfaitaire tarief. Bij toepassing van het hierboven vermelde forfait, brengt de aangestelde (of concessiehouder) van de gemeente een uitnodiging om de retributie binnen de vijf dagen te betalen aan op de voorruit van het voertuig. Artikel 6 Op zon- en feestdagen is er geen retributie verschuldigd. Artikel 7 De houder van de nummerplaat kan geen verhaal indienen wanneer hij, niettegenstaande het vereffenen van de retributie, toch niet mag parkeren wegens een reden vreemd aan de wil van het gemeentebestuur of in geval van verplichte evacuatie van de voertuigen bij politiebevel. Artikel 8 De houder van de nummerplaat, zijnde de eigenaar van het voertuig, is hoofdelijk aansprakelijk voor alle inbreuken op onderhavig retributiereglement en kan, naar keuze van de aangestelde (of concessiehouder) van de gemeente, worden aangesproken in vergoeding van de retributie die forfaitair bij reglement bepaald is in artikel 2. Artikel 9 Indien de retributie niet wordt betaald, zal ze burgerrechtelijk worden ingevorderd. Alle kosten, verbonden aan deze procedure worden verhaald op de gebruiker. Artikel 10 Een voor eensluidend verklaard afschrift van deze beslissing te verzenden binnen de 20 dagen aan de gouverneur, overeenkomstig artikel 253 van het gemeentedecreet. De fracties van de minderheid wensen zich te onthouden omdat deze beslissing de duur van de legislatuur overstijgt. 31. Goedkeuring tariefreglement/retributiereglement op het gebruik van het openbaar domein en het signaleren van verkeershinder. - Aanslagjaar 2012 t.e.m. 2013. Bevoegdheid - Gemeentedecreet artikel 42 en 43, §2, 15°. - Gemeentedecreet artikel 145. - Wet betreffende de politie over het wegverkeer gecoördineerd door het koninklijk besluit van 16 maart 1968, inzonderheid artikel 14. - Koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer, inzonderheid op de artikels 60.2 en 78. - Ministerieel besluit van 7 mei 1999 betreffende het signaleren van werken en verkeersbelemmeringen op de openbare weg. Juridische grond - Gemeentewet artikelen 238 en 259. - Gemeentewet artikel 252. - Nieuwe gemeentewet bekrachtigd bij de wet van 26 mei 1989 en latere wijzigingen, inzonderheid artikelen 133, 134 en 135.
-
Besluit
van
de
gemeenteraad
van
21
mei
2007
betreffende
“Goedkeuring
tariefreglement/retributiereglement op het gebruik van het openbaar domein en het signaleren van verkeershinder”, vanaf 1 juni 2007 en eindigend op 31 december 2011. - Gemeentelijk retributiereglement voor bezetting van het openbaar domein. - Gemeentelijk retributiereglement voor het parkeren van motorvoertuigen op de openbare weg of op plaatsen gelijkgesteld aan de openbare weg. Verwijzingsdocumenten Standaardbestek SB250 voor de wegenbouw van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. Motivering Voor het gebruik van het openbaar domein en het aanbrengen van verkeerstekens naar aanleiding van het uitvoeren van wegenwerken, bouwwerken of andere werkzaamheden van welke aard ook en het oprichten of veroorzaken van verkeersbelemmeringen moet de uitvoerende persoon of rechtspersoon over een signalisatievergunning beschikken. Alle gebruikte signalisatie moet voldoen aan het standaardbestek SB250 voor de wegenbouw van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. Er bestaat een opvolgings- en coördinatieopdracht vanwege de vergunning verlenende overheid bij het gebruik van het openbaar domein naar aanleiding van de uitvoering van wegenwerken, bouwwerken of andere
werkzaamheden
alsmede
naar
aanleiding
van
het
oprichten
of
veroorzaken
van
verkeersbelemmeringen. Omwille van bepaalde gevaar- en onveiligheidsituaties zullen de gemaakte kosten voor bepaalde prestaties en diensten verhaald worden van de in gebreke gebleven uitvoerende persoon of rechtspersoon. Omwille van budgetbehoeften is het dan ook nuttig om bovenbedoelde retributie te handhaven. Er wordt een gemeentelijke retributie geheven op het gebruik van het openbaar domein en het signaleren van verkeershinder :
750 euro bij een interventie, inbegrepen het aanbrengen van de vereiste signalisatie en het nemen van de nodige veiligheidsmaatregelen op verslag van de technische dienst.
375 euro wanneer bovenvermelde interventie enkel gebeurt naar aanleiding van de plaatsing van een niet vergunde of niet gesignaliseerde of slecht gesignaleerde container.
Een bijkomend bedrag van 150 euro bovenop het hoger vermeld bedrag vanaf de derde dag volgend op de eerste tussenkomst per begonnen dag.
BESLUIT 15 stemmen voor (Claude Vanwelden, Eliane Spincemaille, Noël Hoogstoel, Dirk Vanluchene, Ann Cosaert, Isabelle Degezelle, Dirk Desmet, Stephaan Dendoncker, Willy Bulcaen, Yves Goemaere, Andres Vandenborre, Bart Dewaele, Eric Francoys, Christine Desmet, Greet Lateur) 10 onthoudingen (Marc Doutreluingne, Yvan Nys, Gerard Amelynck, Luc Vanassche, Antoon D'Haene, Marc Claeys, Marc Desloovere, Ghislain Blomme, Veerle Servayge, Marie-Therese Callens) Artikel 1 Voor een termijn van twee jaar, vanaf 1 januari 2012 en eindigende op 31 december 2013, wordt een gemeentelijke retributie gevestigd volgens het in bijlage toegevoegde tariefreglement/retributiereglement op het gebruik van het openbaar domein en het signaleren van verkeershinder. Artikel 2 Van deze beslissing zal een voor eensluidend verklaard afschrift overgemaakt worden aan de toezichthoudende overheid.
De fracties van de minderheid wensen zich te onthouden omdat deze beslissing de duur van de legislatuur overstijgt. 32. Retributiereglement omtrent gebruik van signalisatie n.a.v. werken. - Aanslagjaar 2012 t.e.m. 2013. Bevoegdheid - Gemeentedecreet artikel 42 en 43, §2, 15°. - Gemeentedecreet artikel 145. Juridische grond - Gemeentewet artikelen 238 en 259. - Gemeentewet artikel 252. - Besluit van de gemeenteraad van 19 december 2006 betreffende “Retributiereglement omtrent gebruik van signalisatie n.a.v. werken. – dienstjaar 2007 t.e.m. 2011“, goedgekeurd door de provinciale overheid op 22 februari 2007. Motivering Het is noodzakelijk dat de nodige signalisatie wordt geplaatst voor de veiligheid bij werken, hindernissen of andere verkeersbelemmeringen door private personen en/of firma’s. De prijs van het vervoer en het uurloon van het personeel dienen in rekening gebracht te worden. Omwille van budgetbehoeften is het nuttig om bovenbedoelde retributie te handhaven. Er wordt een retributie geheven op het gebruik van signalisatie n.a.v. werken, als volgt : Afgehaald op de ATD per stuk : Verkeerstekens op voet :
2 euro per dag 8 euro per week
Flitslicht :
1 euro per dag 4 euro per week
Hekken of nadarbareel :
2 euro per dag 8 euro per week
20 euro als bijkomend vast recht indien de signalisatie door de diensten ter plaatse moet gebracht en terug afgehaald worden ; bijkomende prestaties à 21 euro per uur. Speciale borden of aanduidingen, die moeten aangemaakt worden, tegen kostprijs ; BESLUIT 15 stemmen voor (Claude Vanwelden, Eliane Spincemaille, Noël Hoogstoel, Dirk Vanluchene, Ann Cosaert, Isabelle Degezelle, Dirk Desmet, Stephaan Dendoncker, Willy Bulcaen, Yves Goemaere, Andres Vandenborre, Bart Dewaele, Eric Francoys, Christine Desmet, Greet Lateur) 10 onthoudingen (Marc Doutreluingne, Yvan Nys, Gerard Amelynck, Luc Vanassche, Antoon D'Haene, Marc Claeys, Marc Desloovere, Ghislain Blomme, Veerle Servayge, Marie-Therese Callens) Artikel 1 Voor een termijn van twee jaar, vanaf 1 januari 2012 en eindigende op 31 december 2013, wordt een gemeentelijke retributie geheven voor het gebruik van verkeerssignalisatie door private personen en/of firma’s n.a.v. werken. Artikel 2 De bedragen van de retributie worden als volgt bepaald : Afgehaald op de ATD per stuk : Verkeerstekens op voet :
2 euro per dag
8 euro per week Flitslicht :
1 euro per dag 4 euro per week
Hekken of nadarbareel :
2 euro per dag 8 euro per week
20 euro als bijkomend vast recht indien de signalisatie door de diensten ter plaatse moet gebracht en terug afgehaald worden ; bijkomende prestaties à 21 euro per uur. Speciale borden of aanduidingen, die moeten aangemaakt worden, tegen kostprijs ; Artikel 3 Indien bij de nodige signalisatie bij werken, hindernissen of andere verkeersbelemmeringen door private personen en/of firma’s niet of onvoldoende worden geplaatst, zal de wettelijk nodige signalisatie geplaatst worden door onze diensten overeenkomstig de hierboven vermelde retributie. Artikel 4 De retributie is verschuldigd bij wijze van invordering. Artikel 5 Van deze beslissing zal een voor eensluidend verklaard afschrift overgemaakt worden aan de toezichthoudende overheid, overeenkomstig artikel 253 van het gemeentedecreet. De fracties van de minderheid wensen zich te onthouden omdat deze beslissing de duur van de legislatuur overstijgt. 33. Retributiereglement voor de bewegwijzering ten gerieve van sommige bedrijven en/of instellingen op de gemeente. - Aanslagjaar 2012 t.e.m. 2013. Bevoegdheid - Gemeentedecreet artikel 42 en 43, §2, 15°. - Gemeentedecreet artikel 145. Juridische grond - Gemeentewet artikelen 238 en 259. - Gemeentewet artikel 252. - Besluit van de gemeenteraad van 19 december 2006 betreffende “Retributie voor de bewegwijzering ten gerieve van sommige bedrijven en/of instellingen op de gemeente. – dienstjaar 2007 t.e.m. 2011“, goedgekeurd door de provinciale overheid op 22 februari 2007. Motivering Omwille van budgetbehoeften is het nuttig om bovenbedoelde retributie te handhaven. Het is ook nuttig om dit retributiereglement aan te houden om wildgroei in bewegwijzering te voorkomen en de systematiek te bevorderen. Het plaatsen van richtingsaanwijzers naar bedrijven en/of instellingen werd vastgesteld in een politiereglement. Er wordt een retributie geheven voor bewegwijzering naar bedrijven of instellingen, als volgt : 175,00 euro per geplaatste wegwijzer op openbaar domein 175,00 euro voor vervanging van een geplaatste wegwijzer door een andere
30,00 euro voor het wegnemen van een geplaatste wegwijzer
BESLUIT
15 stemmen voor (Claude Vanwelden, Eliane Spincemaille, Noël Hoogstoel, Dirk Vanluchene, Ann Cosaert, Isabelle Degezelle, Dirk Desmet, Stephaan Dendoncker, Willy Bulcaen, Yves Goemaere, Andres Vandenborre, Bart Dewaele, Eric Francoys, Christine Desmet, Greet Lateur) 10 onthoudingen (Marc Doutreluingne, Yvan Nys, Gerard Amelynck, Luc Vanassche, Antoon D'Haene, Marc Claeys, Marc Desloovere, Ghislain Blomme, Veerle Servayge, Marie-Therese Callens) Artikel 1 Voor een termijn van twee jaar, vanaf 1 januari 2012 en eindigende op 31 december 2013, wordt een retributie geheven voor het plaatsen van wegwijzers op openbaar domein ten gerieve van sommige bedrijven en/of instellingen met hun exploitatiezetel te Zwevegem en met minimum 30 werknemers, werkzaam te Zwevegem. Artikel 2 Het plaatsen van dergelijke wegwijzers is afhankelijk van een voorafgaande vergunning van het college van burgemeester en schepenen waar alle aanvragen moeten gericht worden, ook voor de rijkswegen. Artikel 3 Het college van burgemeester en schepenen bepaalt, overeenkomstig de oprichtingsvoorwaarden en modaliteiten finaal vanaf welke aansluitingspunten met een belangrijke weg en volgens welke reisweg de bewegwijzering dient te gebeuren en het aantal toelaatbare wegwijzerreeksen in functie van de belangrijkheid, de specifieke ligging en de nood aan bewegwijzering. Artikel 17 van het reglement machtigt het college van burgemeester en schepenen evenwel om met een gemotiveerde beslissing af te wijken aangaande de eventuele toekenning van een vergunning enkel wat aantal en plaats van de wegwijzers betreft. Artikel 4 Al de kosten die voortvloeien uit het afleveren van de vergunning, de bestelling, plaatsing, vervanging en/of wegname van de wegwijzers en/of de nodige palen, worden vooraf op de vergunninghouder verhaald en betaald in handen van de financieel beheerder. Artikel 5 De retributie bedraagt : 175,00 euro per geplaatste wegwijzer op openbaar domein 175,00 euro voor vervanging van een geplaatste wegwijzer door een andere
30,00 euro voor verwijdering van een geplaatste wegwijzer
Artikel 6 Van deze beslissing zal een voor eensluidend verklaard afschrift overgemaakt worden aan de toezichthoudende overheid, overeenkomstig artikel 253 van het gemeentedecreet. De fracties van de minderheid wensen zich te onthouden omdat deze beslissing de duur van de legislatuur overstijgt. 34. Retributiereglement op de verkoop van bestekken. - Aanslagjaar 2012 t.e.m. 2013. Bevoegdheid - Gemeentedecreet artikel 42 en 43, §2, 15°. - Gemeentedecreet artikel 145. Juridische grond - Gemeentewet artikelen 238 en 259. - Gemeentewet artikel 252.
- Besluit van de gemeenteraad van 19 december 2006 betreffende “Retributiereglement op de verkoop van bestekken. – dienstjaar 2007 t.e.m. 2011”, goedgekeurd door de provinciale overheid op 22 februari 2007. Motivering Omwille van budgetbehoeften is het nuttig om bovenbedoelde retributie te handhaven. Er worden door het personeel administratieve prestaties geleverd en de kostprijs van het papier dient eveneens vergoed te worden. Er wordt een retributie geheven op de verkoop van bestekken bij :
aanbesteding zonder plannen : 25 euro
aanbesteding met plannen
: 40 euro
BESLUIT 15 stemmen voor (Claude Vanwelden, Eliane Spincemaille, Noël Hoogstoel, Dirk Vanluchene, Ann Cosaert, Isabelle Degezelle, Dirk Desmet, Stephaan Dendoncker, Willy Bulcaen, Yves Goemaere, Andres Vandenborre, Bart Dewaele, Eric Francoys, Christine Desmet, Greet Lateur) 10 onthoudingen (Marc Doutreluingne, Yvan Nys, Gerard Amelynck, Luc Vanassche, Antoon D'Haene, Marc Claeys, Marc Desloovere, Ghislain Blomme, Veerle Servayge, Marie-Therese Callens) Artikel 1 Voor een termijn van twee jaar, vanaf 1 januari 2012 en eindigende op 31 december 2013, wordt een retributie geheven op de verkoop van bestekken. Artikel 2 De bedragen van de retributie worden als volgt bepaald bij :
aanbesteding zonder plannen : 25 euro
aanbesteding met plannen
: 40 euro
Artikel 3 De retributie is verschuldigd hetzij contant tegen afgiftebewijs hetzij door een overschrijving van het verschuldigde bedrag op rekeningnummer BE13 0910 1241 7039 van het gemeentebestuur voorafgaand aan de aflevering van het bestek. Artikel 4 Van deze beslissing zal een voor eensluidend verklaard afschrift overgemaakt worden aan de toezichthoudende overheid, overeenkomstig artikel 253 van het gemeentedecreet. De fracties van de minderheid wensen zich te onthouden omdat deze beslissing de duur van de legislatuur overstijgt. 35. Gemeentelijk
retributiereglement
voor
het
afleveren
van
stedenbouwkundige
vergunningen, verkavelingsvergunningen en attesten. - Aanslagjaar 2012 t.e.m. 2013. Bevoegdheid - Gemeentedecreet artikel 42 en 43, §2, 15°. - Gemeentedecreet artikel 145. - Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. Juridische grond - Gemeentewet artikelen 238 en 259. - Gemeentewet artikel 252. - Besluit van de gemeenteraad van 19 december 2006 betreffende “Vaststellen gemeentelijke retributie voor het afleveren van stedenbouwkundige vergunningen, verkavelingsvergunningen en attesten.- dienstjaar 2007 t.e.m. 2011”, goedgekeurd door de provinciale overheid op 22 februari 2007.
- Besluit van de gemeenteraad van 15 december 2009 betreffende “Aanpassing betreffende gemeentelijk retributiereglement voor het afleveren van stedenbouwkundige vergunningen, verkavelingsvergunningen en attesten”, vanaf 1 januari 2010, goedgekeurd door de provinciale overheid op 8 januari 2010. Motivering Het behandelen van een aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning of verkavelingsaanvraag behelst een ganse procedure, zoals omschreven in de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en bijhorende uitvoeringsbesluiten. Zo dienen o.m. verschillende adviezen ingewonnen te worden van diverse administraties en instanties. Ingevolge de inwerkingtreding van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en het decreet grond- en pandenbeleid op 1 september 2009, worden de gemeenten bijkomend belast met taken op het vlak van vergunningenbeleid o.m. bijkomende administratieve lasten, het afleveren van een “attest van aanplakking van vergunning” na plaatsbezoek en het bepalen van sociale lasten bij verkavelingsprojecten. Er wordt thans een gemeentelijke retributie geheven op het afleveren van stedenbouwkundige vergunningen, verkavelingsvergunningen en attesten als volgt : stedenbouwkundig attest (steeds zonder openbaar onderzoek)
25 EUR
stedenbouwkundige vergunning – zonder openbaar onderzoek
25 EUR
stedenbouwkundige vergunning – met openbaar onderzoek
50 EUR
te verhogen voor appartementen
+ 25 EUR / app.
verkavelingswijziging – zonder openbaar onderzoek
25 EUR
verkavelingswijziging – met openbaar onderzoek
50 EUR
verkavelingsaanvraag
25 EUR / lot
stedenbouwkundig attest tot verkavelingsaanvraag
25 EUR / lot
Omwille van budgetbehoeften is het nuttig om bovenbedoelde retributie te handhaven. Het retributiebedrag dient de werkelijke kost te compenseren alsook de administratieve werklast van de diverse dossiers. BESLUIT 15 stemmen voor (Claude Vanwelden, Eliane Spincemaille, Noël Hoogstoel, Dirk Vanluchene, Ann Cosaert, Isabelle Degezelle, Dirk Desmet, Stephaan Dendoncker, Willy Bulcaen, Yves Goemaere, Andres Vandenborre, Bart Dewaele, Eric Francoys, Christine Desmet, Greet Lateur) 10 onthoudingen (Marc Doutreluingne, Yvan Nys, Gerard Amelynck, Luc Vanassche, Antoon D'Haene, Marc Claeys, Marc Desloovere, Ghislain Blomme, Veerle Servayge, Marie-Therese Callens) Artikel 1 Voor een termijn van twee jaar, vanaf 1 januari 2012 en eindigende op 31 december 2013, wordt een retributie geheven op het afleveren van stedenbouwkundige vergunningen, verkavelingsvergunningen en stedenbouwkundige attesten door het gemeentebestuur volgens de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. Artikel 2 De retributie is verschuldigd door de persoon die de aanvraag doet. In geval van een aanvraag die ingediend wordt door meerdere personen, worden de kosten evenredig verdeeld over de aanvragers. Artikel 3 De retributie wordt vastgesteld als volgt : stedenbouwkundig attest (steeds zonder openbaar onderzoek)
25 EUR
stedenbouwkundige vergunning – zonder openbaar onderzoek
25 EUR
stedenbouwkundige vergunning – met openbaar onderzoek te verhogen voor appartementen
50 EUR + 25 EUR / app.
verkavelingswijziging – zonder openbaar onderzoek
25 EUR
verkavelingswijziging – met openbaar onderzoek
50 EUR
verkavelingsaanvraag
25 EUR / lot
stedenbouwkundig attest tot verkavelingsaanvraag
25 EUR / lot
Artikel 4 De retributie is verschuldigd binnen de maand na ontvangst van het volledigheidsbewijs van de aanvraag via overschrijving van het verschuldigde bedrag op bankrekeningnummer BE13 0910 1241 7039 van het gemeentebestuur. Artikel 5 Van deze beslissing zal een voor eensluidend verklaard afschrift overgemaakt worden aan de heer gouverneur, overeenkomstig artikel 253 van het gemeentedecreet. De fracties van de minderheid wensen zich te onthouden omdat deze beslissing de duur van de legislatuur overstijgt. 36. Gemeentelijk retributiereglement voor het afleveren van stedenbouwkundige uittreksels en inlichtingen m.b.t. ruimtelijke ordening. - Aanslagjaar 2012 t.e.m. 2013. Bevoegdheid - Gemeentedecreet artikel 42 en 43, §2, 15°. - Gemeentedecreet artikel 145. - Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. Juridische grond - Gemeentewet artikelen 238 en 259. - Gemeentewet artikel 252. - Besluit van de gemeenteraad van 19 december 2006 betreffende “Vaststellen gemeentelijke retributie voor het afleveren van stedenbouwkundige uittreksels en inlichtingen m.b.t. ruimtelijke ordening. – dienstjaar 2007 t.e.m. 2011”, goedgekeurd door de provinciale overheid op 22 februari 2007. Motivering Artikel 5.1.6 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening bepaalt dat het plannen- en vergunningenregister toegankelijk zijn voor het publiek in het gemeentehuis en dienen beschouwd te worden als een bestuursdocument, vermeld in artikel 3, 4° van het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur. De ambtenaren ruimtelijke ordening, vermeld in artikel 1.4.1 tot en met 1.4.4. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kunnen onmiddellijk en kosteloos een uittreksel van deze registers bekomen. Het opbouwen en actueel houden van deze registers zijn een tijdrovend werk van enorme omvang. Het opzoekwerk voor het afleveren van een stedenbouwkundig uittreksel is eveneens een tijdrovend werk. Er wordt thans een gemeentelijke retributie geheven voor het afleveren van stedenbouwkundige uittreksels en inlichtingen m.b.t. ruimtelijke ordening van :
een stedenbouwkundig uittreksel
inlichtingen m.b.t. ruimtelijke ordening bij vervreemding van onroerende goederen ( notarisattest )
20 euro 20 euro
verstrekken van schriftelijke inlichtingen aan loket m.b.t. plannenregister
20 euro
gekoppeld aan vrijstellingen. Om budgettaire redenen is het aangewezen deze retributie te handhaven. BESLUIT
15 stemmen voor (Claude Vanwelden, Eliane Spincemaille, Noël Hoogstoel, Dirk Vanluchene, Ann Cosaert, Isabelle Degezelle, Dirk Desmet, Stephaan Dendoncker, Willy Bulcaen, Yves Goemaere, Andres Vandenborre, Bart Dewaele, Eric Francoys, Christine Desmet, Greet Lateur) 10 onthoudingen (Marc Doutreluingne, Yvan Nys, Gerard Amelynck, Luc Vanassche, Antoon D'Haene, Marc Claeys, Marc Desloovere, Ghislain Blomme, Veerle Servayge, Marie-Therese Callens) Artikel 1 Voor een termijn van twee jaar, vanaf 1 januari 2012 en eindigende op 31 december 2013, wordt een gemeentelijke retributie gevestigd ter vergelding van opzoekingswerk tot het verstrekken van inlichtingen inzake ruimtelijke ordening bij vervreemding van onroerend goed tot het afleveren van stedenbouwkundige uittreksels. Artikel 2 De bedragen van de retributie worden als volgt bepaald :
een stedenbouwkundig uittreksel
inlichtingen m.b.t. ruimtelijke ordening bij vervreemding van onroerende goederen ( notarisattest )
20 euro 20 euro
verstrekken van schriftelijke inlichtingen aan loket m.b.t. plannenregister
20 euro
Artikel 3 Zijn vrijgesteld :
de ambtenaren ruimtelijke ordening, vermeld in artikel 1.4.1 tot en met 1.4.4. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening
openbare besturen
het verstrekken van mondelinge inlichtingen aan het loket.
Artikel 4 De retributie is verschuldigd hetzij contant tegen afgiftebewijs hetzij door een overschrijving van het verschuldigde bedrag op bankrekeningnummer BE13 0910 1241 7039 van het gemeentebestuur voorafgaand aan de aflevering van het stedenbouwkundig uittreksel of de stedenbouwkundige inlichtingen. Artikel 5 Van deze beslissing zal een voor eensluidend verklaard afschrift overgemaakt worden aan de toezichthoudende overheid, overeenkomstig artikel 253 van het gemeentedecreet. De fracties van de minderheid wensen zich te onthouden omdat deze beslissing de duur van de legislatuur overstijgt. 37. Terugvordering onkosten voor de organisatie van openbare onderzoeken bij aanvragen voor stedenbouwkundige en verkavelingsvergunningen. - Aanslagjaar 2012 t.e.m. 2013. Bevoegdheid - Gemeentedecreet artikel 42 en 43, §2, 15°. - Gemeentedecreet artikel 145. - Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en bijhorende Uitvoeringsbesluiten. Juridische grond - Gemeentewet artikelen 238 en 259. - Gemeentewet artikel 252. - Besluit van de gemeenteraad van 19 december 2006 betreffende “Terugvordering onkosten voor de organisatie van openbare onderzoeken bij aanvragen door stedenbouwkundige en verkavelings-
vergunningen. – dienstjaar 2007 t.e.m. 2011”, goedgekeurd door de provinciale overheid op 22 februari 2007. Motivering Bepaalde
aanvragen
tot
stedenbouwkundige
vergunningen
en
verkavelingsvergunningen
dienen
onderworpen te worden aan een openbaar onderzoek, zoals bepaald in de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en bijhorende uitvoeringsbesluiten. De kosten voor het organiseren van dit openbaar onderzoek lopen hoog op. Artikel 4.7.15 §2, 2de lid van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening bepaalt dat dit openbaar onderzoek gebeurt op kosten van de aanvrager. In het kader van een verantwoord beheer van de gemeente is het aangewezen deze kosten door te rekenen aan de aanvrager en zonder hierbij de werkelijke kosten te overstijgen. BESLUIT 15 stemmen voor (Claude Vanwelden, Eliane Spincemaille, Noël Hoogstoel, Dirk Vanluchene, Ann Cosaert, Isabelle Degezelle, Dirk Desmet, Stephaan Dendoncker, Willy Bulcaen, Yves Goemaere, Andres Vandenborre, Bart Dewaele, Eric Francoys, Christine Desmet, Greet Lateur) 10 onthoudingen (Marc Doutreluingne, Yvan Nys, Gerard Amelynck, Luc Vanassche, Antoon D'Haene, Marc Claeys, Marc Desloovere, Ghislain Blomme, Veerle Servayge, Marie-Therese Callens) Artikel 1 Voor een termijn van twee jaar, vanaf 1 januari 2012 en eindigende op 31 december 2013, worden de werkelijke kosten van de organisatie van het openbaar onderzoek, zoals vastgesteld door de tarieven van de Post, doorgerekend aan de aanvrager van een stedenbouwkundige of verkavelingsvergunning. Artikel 2 De terugvordering van de onkosten gebeurt hetzij contant tegen afgiftebewijs hetzij binnen de 30 dagen volgend op de verzending van het ontvangstbewijs aan de aanvrager door overschrijving van het verschuldigde bedrag op postchequerekeningnummer BE35 0000 0195 3437 van het gemeentebestuur. Artikel 3 Van deze beslissing zal een voor eensluidend verklaard afschrift overgemaakt worden aan de toezichthoudende overheid, overeenkomstig artikel 253 van het gemeentedecreet. De fracties van de minderheid wensen zich te onthouden omdat deze beslissing de duur van de legislatuur overstijgt. 38. Retributiereglement voor bezetting van openbaar domein. - Aanslagjaar 2012 t.e.m. 2013. Bevoegdheid - Gemeentedecreet artikel 42 en 43, §2, 15°. - Gemeentedecreet artikel 145. Juridische grond - Gemeentewet artikelen 238 en 259. - Gemeentewet artikel 252. - Besluit van de gemeenteraad van 19 december 2006 betreffende “Retributiereglement voor bezetting van openbaar domein. – dienstjaar 2007 t.e.m. 2011”, goedgekeurd door de provinciale overheid op 22 februari 2007. Motivering
Het is nuttig deze retributie aan te houden daar de bouwactiviteiten steeds omvangrijker worden en meermaals gebruik dient gemaakt te worden van openbaar domein voor het inrichten van werven voor (ver)nieuwbouw. Die inrichtingen veroorzaken tijdelijk hinder aan het verkeer in het algemeen en maken bovendien soms de openbare weg onveilig. Omwille van budgetbehoeften is het eveneens nuttig om bovenbedoelde retributie te handhaven. Het is billijk om 0,60 euro/dag/m² aan te rekenen. BESLUIT 15 stemmen voor (Claude Vanwelden, Eliane Spincemaille, Noël Hoogstoel, Dirk Vanluchene, Ann Cosaert, Isabelle Degezelle, Dirk Desmet, Stephaan Dendoncker, Willy Bulcaen, Yves Goemaere, Andres Vandenborre, Bart Dewaele, Eric Francoys, Christine Desmet, Greet Lateur) 10 onthoudingen (Marc Doutreluingne, Yvan Nys, Gerard Amelynck, Luc Vanassche, Antoon D'Haene, Marc Claeys, Marc Desloovere, Ghislain Blomme, Veerle Servayge, Marie-Therese Callens) Artikel 1 Voor een termijn van twee jaar, vanaf 1 januari 2012 en eindigende op 31 december 2013, wordt een retributie gelegd voor het bezetten van openbaar domein met afsluitingen, kranen, stellingen, werfketen, bergingen, en dergelijke, tegen een tarief van 0,60 euro per m² en per dag gebruik. Artikel 2 Bij het afleveren van de bouwvergunning zal een reglement gevoegd worden met de terzake opgelegde voorschriften, zijnde de verplichting tot aanvraag en de na te komen veiligheidsvoorschriften. Indien het openbaar domein in gebruik genomen wordt zonder voorafgaandelijke toelating, dan zal de retributie berekend worden over een periode die aanvang zal nemen, 30 dagen voor de vaststelling van het gebruik. Indien anderzijds aan het gebruik een einde wordt gesteld zonder voorafgaandelijke verwittiging, dan zal de retributie berekend worden tot op de dag waarop vastgesteld wordt dat het gebruik een einde heeft genomen. Artikel 3 De schade die eventueel aan het openbaar domein zou aangebracht worden, zal door de zorgen van het gemeentebestuur hersteld worden, op kosten van degene aan wie het gebruik werd toegestaan. Artikel 4 Deze retributie zal niet toegepast worden als de uit te voeren werken in opdracht van of voor rekening zijn van het gemeentebestuur. Artikel 5 Van deze beslissing zal een voor eensluidend verklaard afschrift overgemaakt worden aan de toezichthoudende overheid, overeenkomstig artikel 253 van het gemeentedecreet. De fracties van de minderheid wensen zich te onthouden omdat deze beslissing de duur van de legislatuur overstijgt. 39. Retributiereglement voor het afleveren van kopies. - Aanslagjaar 2012 t.e.m. 2013. Bevoegdheid - Gemeentedecreet artikel 42 en 43, §2, 15°. - Gemeentedecreet artikel 145. Juridische grond - Gemeentewet artikelen 238 en 259. - Gemeentewet artikel 252.
- Besluit van de gemeenteraad van 19 december 2006 betreffende “Retributiereglement voor het afleveren van
kopies.
–
dienstjaar
2007
t.e.m.
2011“,
goedgekeurd
door
de
provinciale
overheid
op
22 februari 2007. Motivering Omwille van budgetbehoeften is het nuttig om bovenbedoelde retributie te handhaven. In alle administratieve diensten zijn fotokopieermachines beschikbaar. Soms moeten er kopies gemaakt worden voor en door derden. De kostprijs van het papier en het uurloon van het personeel dienen in rekening gebracht te worden. Er wordt een retributie geheven op het maken van fotokopies voor en door derden, als volgt :
Zwart-wit : 0,05 euro
Kleur
: 0,50 euro
BESLUIT 15 stemmen voor (Claude Vanwelden, Eliane Spincemaille, Noël Hoogstoel, Dirk Vanluchene, Ann Cosaert, Isabelle Degezelle, Dirk Desmet, Stephaan Dendoncker, Willy Bulcaen, Yves Goemaere, Andres Vandenborre, Bart Dewaele, Eric Francoys, Christine Desmet, Greet Lateur) 10 onthoudingen (Marc Doutreluingne, Yvan Nys, Gerard Amelynck, Luc Vanassche, Antoon D'Haene, Marc Claeys, Marc Desloovere, Ghislain Blomme, Veerle Servayge, Marie-Therese Callens) Artikel 1 Voor een termijn van twee jaar, vanaf 1 januari 2012 en eindigende op 31 december 2013, wordt een retributie geheven voor het maken van fotokopies voor en door derden. Artikel 2 De bedragen van de retributie worden als volgt bepaald :
Zwart-wit : 0,05 euro
Kleur
: 0,50 euro
Artikel 3 De retributie is verschuldigd hetzij contant tegen afgiftebewijs hetzij bij wijze van invordering. Artikel 4 Van deze beslissing zal een voor eensluidend verklaard afschrift overgemaakt worden aan de toezichthoudende overheid, overeenkomstig artikel 253 van het gemeentedecreet. De fracties van de minderheid wensen zich te onthouden omdat deze beslissing de duur van de legislatuur overstijgt. 40. Retributiereglement voor het afleveren van het elektronische identiteitsdocument voor Belgische kinderen onder de 12 jaar (Kids-ID). - Aanslagjaar 2012 t.e.m. 2013. Bevoegdheid - Gemeentedecreet artikel 42 en 43, §2, 15°. - Gemeentedecreet artikel 145. Juridische grond - Gemeentewet artikelen 238 en 259. - Gemeentewet artikel 252. - Besluit van de gemeenteraad van 13 juli 2009 betreffende “Retributiereglement voor het afleveren van het elektronische identiteitsdocument voor Belgische kinderen onder de 12 jaar ( Kids-ID )”, vanaf 7 september 2009 en eindigend op 31 december 2011, goedgekeurd door de provinciale overheid op 1 september 2009.
- Besluit van de gemeenteraad van 22 maart 2010 betreffende “Aanpassing betreffende gemeentelijk retributiereglement voor het afleveren van het elektronische identiteitsdocument voor Belgische kinderen onder de 12 jaar ( Kids-ID )” met ingang vanaf 1 april 2010, goedgekeurd door de provinciale overheid op 3 mei 2010. Verwijzingsdocumenten - Omzendbrief van de federale overheidsdienst binnenlandse zaken (ibz) van 13 februari 2009 betreffende het opstarten van de veralgemening van het elektronische identiteitsdocument voor Belgische kinderen onder de 12 jaar ( Kids-ID ). - Omzendbrief van de federale overheidsdienst binnenlandse zaken (ibz) van 20 april 2009 betreffende dringende en zeer dringende procedure voor het verkrijgen van een elektronisch identiteitsdocument voor een Belgisch kind van minder dan 12 jaar (Kids-ID) en waarbij de kostprijs van een Kids-ID bij volledig transport door Group 4, zoals in Zwevegem het transport tot op heden gebeurt voor de elektronische identiteitskaarten, vastgesteld wordt. - Mail van Helpdesk Belpic van 17 februari 2010 waarbij melding gemaakt wordt van de prijsverhoging vanaf 1 april 2010 voor de elektronische identiteitskaart voor Belgische kinderen onder de 12 jaar (Kids-ID) en waarbij verwezen wordt dat een officiële omzendbrief volgt. - Omzendbrief van de federale overheidsdienst binnenlandse zaken (ibz) van 5 maart 2010. Motivering Het elektronische identiteitsdocument voor Belgische kinderen onder de 12 jaar (Kids-ID) is een reisdocument dat moeilijk te vervalsen is en dat veel beter beveiligd is dan het vorige identiteitsbewijs. Het biedt bovendien oneindig veel mogelijkheden dankzij de elektronische chip die zich hierop bevindt. Er wordt een retributie geheven voor het afleveren van het elektronische identiteitsdocument voor Belgische kinderen onder de 12 jaar (Kids-ID) waarvan de bedragen als volgt worden bepaald :
Afleveren van één Kids-ID bij volledig transport door Group 4 : 3,00 euro
Spoedprocedure voor Kids-ID a) 106,00 euro voor de dringende procedure b) 170,00 euro voor de zeer dringende procedure.
BESLUIT 15 stemmen voor (Claude Vanwelden, Eliane Spincemaille, Noël Hoogstoel, Dirk Vanluchene, Ann Cosaert, Isabelle Degezelle, Dirk Desmet, Stephaan Dendoncker, Willy Bulcaen, Yves Goemaere, Andres Vandenborre, Bart Dewaele, Eric Francoys, Christine Desmet, Greet Lateur) 10 onthoudingen (Marc Doutreluingne, Yvan Nys, Gerard Amelynck, Luc Vanassche, Antoon D'Haene, Marc Claeys, Marc Desloovere, Ghislain Blomme, Veerle Servayge, Marie-Therese Callens) Artikel 1 Voor een termijn van twee jaar, vanaf 1 januari 2012 en eindigende op 31 december 2013, wordt een retributie geheven voor het afleveren van het elektronische identiteitsdocument voor Belgische kinderen onder de 12 jaar (Kids-ID). Artikel 2 De bedragen van de retributie worden als volgt bepaald :
Afleveren van één Kids-ID bij volledig transport door Group 4 : 3,00 euro
Spoedprocedure voor Kids-ID a) 106,00 euro voor de dringende procedure b) 170,00 euro voor de zeer dringende procedure.
Artikel 3 De retributie is contant betaalbaar tegen afgiftebewijs.
Artikel 4 Van deze beslissing zal een voor eensluidend verklaard afschrift overgemaakt worden aan de toezichthoudende overheid, overeenkomstig artikel 253 van het gemeentedecreet. De fracties van de minderheid wensen zich te onthouden omdat deze beslissing de duur van de legislatuur overstijgt. 41. Vaststellen tarieven voor de plaatsing van kelders op de gemeentelijke begraafplaatsen. Aanslagjaar 2012 t.e.m. 2013. Bevoegdheid - Gemeentedecreet artikel 42 en 43, §2, 15°. - Gemeentedecreet artikel 145. - Decreet op de begraafplaatsen van 16 januari 2004, artikel 6. - Besluit van de Vlaamse regering van 10 maart 2006. Juridische grond - Gemeentewet artikelen 238 en 259. - Gemeentewet artikel 252. - Besluit van de gemeenteraad van 19 december 2006 betreffende “Vaststellen van de tarieven voor de plaatsing van kelders op de gemeentelijke begraafplaatsen. – dienstjaar 2007 t.e.m. 2011”, goedgekeurd door de provinciale overheid op 22 februari 2007. - Besluit van de gemeenteraad van 18 december 2007 betreffende “Goedkeuring aanvulling tarieven voor de plaatsing van kelders op de gemeentelijke begraafplaatsen” met ingang van 1 januari 2008, goedgekeurd door de provinciale overheid op 27 februari 2008. Motivering Het is de bedoeling om de tarieven voor de plaatsing van kelders op de gemeentelijke begraafplaatsen op een realistisch niveau te houden in overeenstemming met economische gegevens. Omwille van budgetbehoeften is het nuttig deze tarieven aan te houden. Voor de plaatsing van kelders op de gemeentelijke begraafplaatsen gelden volgende tarieven :
500 euro : voor een kelder waarin tot twee overledenen kunnen begraven worden
700 euro : voor een kelder waarin drie overledenen kunnen begraven worden
250 euro per asurne : voor bijzetting in kelder van asurne ( maximum 2 )
BESLUIT 15 stemmen voor (Claude Vanwelden, Eliane Spincemaille, Noël Hoogstoel, Dirk Vanluchene, Ann Cosaert, Isabelle Degezelle, Dirk Desmet, Stephaan Dendoncker, Willy Bulcaen, Yves Goemaere, Andres Vandenborre, Bart Dewaele, Eric Francoys, Christine Desmet, Greet Lateur) 10 onthoudingen (Marc Doutreluingne, Yvan Nys, Gerard Amelynck, Luc Vanassche, Antoon D'Haene, Marc Claeys, Marc Desloovere, Ghislain Blomme, Veerle Servayge, Marie-Therese Callens) Artikel 1 Voor een termijn van twee jaar, vanaf 1 januari 2012 en eindigende op 31 december 2013, gelden voor kelders op de gemeentelijke begraafplaatsen volgende tarieven :
500 euro : voor een kelder waarin tot twee overledenen kunnen begraven worden
700 euro : voor een kelder waarin drie overledenen kunnen begraven worden
250 euro per asurne : voor bijzetting in kelder van asurne ( maximum 2 )
Artikel 2 Van deze beslissing zal een voor eensluidend verklaard afschrift overgemaakt worden aan de toezichthoudende overheid, overeenkomstig artikel 253 van het gemeentedecreet.
De fracties van de minderheid wensen zich te onthouden omdat deze beslissing de duur van de legislatuur overstijgt. 42. Hervaststelling van de tarieven voor vergunningen op de gemeentelijke begraafplaatsen. Aanslagjaar 2012 t.e.m. 2013. Bevoegdheid - Gemeentedecreet artikel 42 en 43, §2, 15°. - Gemeentedecreet artikel 145. - Decreet op de begraafplaatsen van 16 januari 2004, artikel 6. - Besluit van de Vlaamse regering van 10 maart 2006. Juridische grond - Gemeentewet artikelen 238 en 259. - Gemeentewet artikel 252. - Besluit van de gemeenteraad van 19 december 2006 betreffende “Hervaststelling van de tarieven voor vergunningen op de gemeentelijke begraafplaatsen. – dienstjaar 2007 t.e.m. 2011”, goedgekeurd door de provinciale overheid op 22 februari 2007. - Besluit van de gemeenteraad van 18 december 2007 betreffende “Goedkeuring aanvulling tarieven voor vergunningen op de gemeentelijke begraafplaatsen” met ingang van 1 januari 2008, goedgekeurd door de provinciale overheid op 27 februari 2008. Motivering De begraafplaats-, columbarium- en urnenveldconcessies op de gemeentelijke begraafplaatsen worden getarifeerd voor een periode van 30 jaar maar wel verlengbaar. Het is de bedoeling om de tarieven voor vergunningen op de gemeentelijke begraafplaatsen op een realistisch niveau te houden in overeenstemming met economische gegevens. Omwille van budgetbehoeften is het nuttig deze tarieven aan te houden. Voor vergunningen op de gemeentelijke begraafplaatsen gelden volgende tarieven : Begraafplaatsen 500,00 euro voor 2 m² : enkel dertigjarige vergunning, verlengbaar Bijzetting asurne in geconcedeerde grond : 250,00 euro per asurne ( maximum 2 ) geldig voor de resterende termijn van de vergunning Nis in columbarium 500,00 euro : enkel dertigjarige vergunning, verlengbaar, afdekplaat inbegrepen
50,00 euro : afdekplaat columbariumnis zonder vergunning
Kinderbegraafplaats GRATIS in vergunde grond voor dertig jaar, verlengbaar Urnenveld 500,00 euro : enkel dertigjarige vergunning, verlengbaar, kelder inbegrepen Strooiweide
50,00 euro : naamplaatje op gedenkplaat voor max. 10 jaar, niet verlengbaar
Voor oudstrijders wordt eenvormig de helft van het vastgestelde tarief van de concessie aangerekend met de mogelijkheid van bijzetting van de echtgenote : dit bedraagt dan 250 euro. BESLUIT
15 stemmen voor (Claude Vanwelden, Eliane Spincemaille, Noël Hoogstoel, Dirk Vanluchene, Ann Cosaert, Isabelle Degezelle, Dirk Desmet, Stephaan Dendoncker, Willy Bulcaen, Yves Goemaere, Andres Vandenborre, Bart Dewaele, Eric Francoys, Christine Desmet, Greet Lateur) 10 onthoudingen (Marc Doutreluingne, Yvan Nys, Gerard Amelynck, Luc Vanassche, Antoon D'Haene, Marc Claeys, Marc Desloovere, Ghislain Blomme, Veerle Servayge, Marie-Therese Callens) Artikel 1 Voor een termijn van twee jaar, vanaf 1 januari 2012 en eindigende op 31 december 2013 gelden volgende tarieven voor vergunningen op de gemeentelijke begraafplaatsen : Begraafplaatsen 500,00 euro voor 2 m² : enkel dertigjarige vergunning, verlengbaar Bijzetting asurne in geconcedeerde grond : 250,00 euro per asurne ( maximum 2 ) geldig voor de resterende termijn van de vergunning Nis in columbarium 500,00 euro : enkel dertigjarige vergunning, verlengbaar, afdekplaat inbegrepen
50,00 euro : afdekplaat columbariumnis zonder vergunning
Kinderbegraafplaats GRATIS in vergunde grond voor dertig jaar, verlengbaar Urnenveld 500,00 euro : enkel dertigjarige vergunning, verlengbaar, kelder inbegrepen Strooiweide
50,00 euro : naamplaatje op gedenkplaat voor max. 10 jaar, niet verlengbaar.
Artikel 2 Bij verlenging van de vergunning in toepassing van artikel 20 §2 van het reglement op de begraafplaatsen en de lijkbezorging wordt de kostprijs proportioneel berekend op het aantal jaren dat de vervaldatum van de aangegane vergunning overschrijdt en in verhouding tot de belasting die bij de totale termijn van de vergunning hoort. Artikel 3 Voor oudstrijders wordt eenvormig de helft van het vastgestelde tarief van de concessie aangerekend met de mogelijkheid van bijzetting van de echtgenote : dit bedraagt dan 250 euro. Artikel 4 Van deze beslissing zal een voor eensluidend verklaard afschrift overgemaakt worden aan de toezichthoudende overheid, overeenkomstig artikel 253 van het gemeentedecreet. De fracties van de minderheid wensen zich te onthouden omdat deze beslissing de duur van de legislatuur overstijgt. 43. Goedkeuring aanpassing tarieven vzw gemeentelijk tenniscentrum Zwevegem. Bevoegdheid Juridische grond -besluit van de Gemeenteraad van 20 december 2011 betreffende goedkeuring tariefwijziging voor de gemeentelijke sportinfrastructuur. Verwijzingsdocumenten Besluit van de algemene vergadering en de raad van bestuur van de vzw sportbeheer Zwevegem in zitting van 15 november 2011 houdende goedkeuring wijziging tarieven van de gemeentelijke sportinfrastructuur, meer bepaald vzw gemeentelijk tenniscentrum Zwevegem. Situering
De Raad van Bestuur en Algemene Vergadering van de vzw KGTC wenst een stijging van de tarieven door te voeren. In 2011 bleven de tarieven ten opzichte van 2009 gelijk. Het lidgeld blijft opnieuw ongewijzigd. BESLUIT EENPARIG Enig artikel De wijziging van de tarieven voor de gemeentelijke sportinfrastructuur zoals gedaan door de Algemene Vergadering en de Raad van Bestuur van de vzw sportbeheer Zwevegem in zitting van 15 november 2011 wordt goedgekeurd als volgt: vzw koninklijk gemeentelijk tenniscentrum Zwevegem Vaste uren binnen - winter
2009/2011
2012
spitsuur
330 euro
360 euro
Niet spitsuur
250 euro
270 euro
steruur
200 euro
210 euro
44. Vaststelling van retributies ter gebeurlijke vergoeding van sommige tussenkomsten van de gemeentelijke brandweer. - Aanslagjaar 2012 t.e.m. 2013. Bevoegdheid - Gemeentedecreet artikel 42 en 43, §2, 15°. - Gemeentedecreet artikel 145. - Koninklijk besluit van 16 januari 1954 betreffende terugvorderbaarheid der kosten, verbonden aan het optreden van de gemeentelijke brandweerdienst. - Wet van 31 december 1963 betreffende de civiele bescherming op de opdrachten van de gemeentelijke brandweerdiensten. - Koninklijk besluit van 8 november 1967 betreffende organisatie van de gemeentelijke brandweerdiensten. Juridische grond - Gemeentewet artikelen 238 en 259. - Gemeentewet artikel 252. - Gemeentewet artikel 244 §1, 1°. - Besluit van de gemeenteraad van 19 december 2006 betreffende “Vaststelling van retributies ter gebeurlijke vergoeding van sommige tussenkomsten van de gemeentelijke brandweer. – dienstjaar 2007 t.e.m. 2011”, goedgekeurd door de provinciale overheid op 22 februari 2007. Verwijzingsdocumenten - Omzendbrief minister van binnenlandse zaken van 29 november 1967, waarin eenentwintig gevallen van principieel kosteloze brandweertussenkomst opgesomd worden en waaraan hij nog een tweeëntwintigste toevoegt bij omzendbrief van 17 februari 1970. Motivering Voor het verzekeren van bepaalde dienstverlening, waartoe de gemeente al dan niet wettelijk gehouden is, vooral voor wat sommige tussenkomsten van de gemeentelijke brandweer betreft, nemen de uitgaven gestadig toe. Het behoud van het budgetevenwicht vereist dat inkomsten en uitgaven gelijke tred houden. Tot op heden werden alle tussenkomsten van de gemeentelijke vrijwillige brandweer onvergolden, maar niet onbezoldigd geleverd. Brandweertussenkomsten ter bestrijding van brand of ter beveiliging van mensen, dieren of goederen, die door een onmiddellijk ernstig gevaar bedreigd worden, zijn principieel kosteloos.
De kosten kunnen verhaald worden op de fysische of rechtspersoon die voor het aangerichte onheil aansprakelijk is. Voor toepassing van dergelijk kostenverhaal moet het specifiek tarief vastgesteld worden. Er dient een berekening der kosten gemaakt te worden voor tussenkomst van de gemeentelijke vrijwillige brandweerdienst met manschappen en materieel. Onder artikel 2 wordt een opsomming gegeven tot het heffen van retributies ter gebeurlijke vergoeding van sommige tussenkomsten van de gemeentelijke brandweer. BESLUIT 15 stemmen voor (Claude Vanwelden, Eliane Spincemaille, Noël Hoogstoel, Dirk Vanluchene, Ann Cosaert, Isabelle Degezelle, Dirk Desmet, Stephaan Dendoncker, Willy Bulcaen, Yves Goemaere, Andres Vandenborre, Bart Dewaele, Eric Francoys, Christine Desmet, Greet Lateur) 10 onthoudingen (Marc Doutreluingne, Yvan Nys, Gerard Amelynck, Luc Vanassche, Antoon D'Haene, Marc Claeys, Marc Desloovere, Ghislain Blomme, Veerle Servayge, Marie-Therese Callens) Artikel 1 Voor een termijn van twee jaar, vanaf 1 januari 2012 en eindigende op 31 december 2013, worden voor tussenkomst van de gemeentelijke vrijwillige brandweerdienst volgende retributies vastgesteld, te verhalen op de fysische of rechtspersoon die voor het aangerichte onheil aansprakelijk is, in de gevallen van wettelijk opgelegde principiële kosteloosheid, of ten laste van de fysische of rechtspersoon die niet wettelijk verplichte tussenkomst van de gemeentelijke brandweerdienst heeft ingeroepen. Artikel 2 De bedragen van de retributies worden als volgt bepaald : 170€ voor het leveren van 8000 liter water extra m³ = 5€/m³water + Waterlevering
personeelskosten
Ontstoppingen
forfait 100€ + effectieve kost personeel gebruikte voertuig en materiaal
Afnemen hindernis
forfait 100€ + effectieve kost personeel gebruikte voertuig en materiaal forfait 250€ + effectieve kost personeel en gebruikte
Vrijmaken openbare weg
voertuigen
Preventie bewaking Minstens 4
privé voertuig 75€ + personeelskost
personen
buurtcomité = personeelskost
Autopomp
75€/uur + effectieve personeelskost
Materiaalwagen
50€/uur + effectieve personeelskost
Tankwagen
forfait 170€ (8m³ water) +150€/uur + effectieve personeelskost
Tankwagen met borstel
prijs tankwagen+200€/uur gebruik borstel 150€/uur + effectieve kost
Reddingswagen
personeel
Elevator
300€/uur + effectieve kost personeel
Boot
100€/uur + effectieve kost personeel
Personeel Personeel = vooropgesteld volgens afspraken
‘s nachts en zaterdag : 150%
uitruk. zondag en feestdagen : 200% Brandwacht 20€/uur Korporaal 25€/uur Sergeant 30€/uur ste
1 Sergeant 35€/uur Sergeant Majoor 40€/uur Olt. 45€/uur Lt. 50€/uur Kpt. 55€/uur Specialisatie + 10€/uur Vema Bestuurder Tebra Bestuurder Duiker Duikassistent Preventionist Bestuurder boot Zware pomp
200€/uur + effectieve kost
(STAF)
personeel 300€/uur + effectieve kost
Haakarm (Tebra)
personeel
Jeep
50€/uur + effectieve kost personeel
Opzettelijke vals alarm
effectieve kostprijs van de interventie
Brandstichting
effectieve kostprijs van de interventie
Openen deur (niet dringend)
forfait 75 €
Afzetten alarm (loos alarm) 2 de maal in 6 maanden
effectieve kost
Kleine blusmiddelen
gratis waarborg 50 €, leeg gespoten blussers effectieve kost
Kikvorsploeg
100€/uur + effectieve kost personeel
Kostprijs gebruikte materialen
actuele prijs
Persslangen diameter 45
10€/slang
Persslangen diameter 70
15€/slang
Persslangen diameter 11
20€/slang
Persluchttoestel
85€/toestel
Reinigen masker
20€/masker
Testen masker
15€/masker
Testen longautomaat
15€/ longautomaat
Vullen persluchtfles
15€/fles
Reinigen kledij
50€/volledig kledij
Reinigen interventiebroek
25€/broek
Reinigen interventievest
25€/vest
Zeeppatroon
actuele prijs
Schuimprodukt
actuele prijs
Vaste of korrels
actuele prijs
Afdammer
actuele prijs
Uitlenen dompelpomp
waarborg 150€ kost 50€
Beluchten vijver
effectieve kostprijs
Pompwerken
effectieve kostprijs
Plaatsen en wegnemen spandoek
forfait 50€ +effectieve kost personeel (enkel)
Wespennesten
forfait 20€
Opleiding kleine
350€ voor 15 personen +25€/persoon, met max. van 25
van
,
blusmiddelen
personen
Gebruik Mobifit zonder personeel
150€/halve dag
Brandpreventieverslag bij bouwaanvraag m.b.t. a/ advies van de brandweer rond dossier milieu Klasse1
Max 2uren
300€
Klasse2
Max 2uren
250€
Klasse3
Max 2uren
150€
Extra uren + 60€/uur b/ voorbereidend gesprek met de
Forfait
preventiedienst
100€
c/ bedrijfsgebouwen en handelsruimten met een oppervlakte van minder dan 2000m² dossierkosten 150€ + 0.12€/m² vloeroppervlakte, kelders, garage inbegrepen +100€/trapkoker d/ bedrijfsgebouwen en handelsruimten met een oppervlakte van meer dan 2000 m² dossierkosten 250€ + 0.12€/m² vloeroppervlakte, kelders, garage inbegrepen +100€/trapkoker e/ gebouwen die volgens het KB dd. 7 juli 1994 op de basisnormen waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen, vallen onder : bijlage 3 middelhoge gebouwen
350 €
bijlage 4 hoge gebouwen
450 €
f/ appartementsgebouwen tot 5 appartementen dossierkosten 60€+ tarief /m² voor vloeroppervlakte, kelders, garage(s) inbegrepen 0.12€/m² + 120€ per trapkoker g/ appartementsgebouwen met meer dan 5 appartementen dossierkosten 180€+ tarief /m² voor vloeroppervlakte, kelders, garage(s) inbegrepen 0.12€/m² + 120€ per trapkoker 200 €
h/ serviceflats Brandpreventieverslag bij bouwaanvragen met betrekking tot alle andere gebouwen die moeten voldoen aan de eisen, vervat in het KB van 7/7/1994
150 €
Controlebezoeken voor het afleveren van attesten of het geven van advies betreffende brandpreventiemaatregelen : per controlebezoek of per advies Voor alle interventies, niet vermeld in de MO dd. 29 november 1967, noch in de lijst van hierboven opgesomde tussenkomsten, wordt het officiële uurtarief toegepast en worden de gebruikte materialen en producten gefactureerd. Artikel 3
100 €
Van deze beslissing zal een voor eensluidend verklaard afschrift overgemaakt worden aan de gouverneur, overeenkomstig artikel 253 van het gemeentedecreet. Artikel 4 Na uitvoerbaarverklaring van dit retributiereglement door de provinciegouverneur, zal het ter kennis gebracht worden van de provinciale brandweerinspectie. De fracties van de minderheid wensen zich te onthouden omdat deze beslissing de duur van de legislatuur overstijgt. 45. Goedkeuring budget 2012 gemeente Zwevegem + beleidsnota. Bevoegdheid Artikel 2 en 42 van het gemeentedecreet. Juridische grond - Artikel 145, 146, 147, 148, 149, 151, 152 en 153 van het gemeentedecreet. Situering - Het ontwerp van het gemeentebudget 2012 werd besproken in het college van burgemeester en schepenen. - Het gemeentebudget 2012 en de beleidsnota worden toegelicht in de vergadering van commissie I : voor algemene zaken, politie, brandweer, personeel, organisatie, economie en financiën op 12 december 2011. - Het ontwerp van budget 2012, gewone en buitengewone dienst, dient met de bijgaande documenten, tijdig overgemaakt te worden aan de gemeenteraadsleden. Adviezen, machtigingen, akkoorden, … - Advies van de gemeentesecretaris d.d. 30 november 2011 in uitvoering van artikels 86, 87§4 en 96 van het gemeentedecreet. - Advies van het managementteam d.d. 30 november 2011 in uitvoering van artikel 98 van het gemeentedecreet. - Gunstige adviezen van de Culturele, Sport-, Jeugd- en Minaraad. Motivering De financiële nota van het budget wordt voorlopig ingevuld door de bepalingen betreffende de begroting van het koninklijk besluit van 2 augustus 1990 houdende het Algemeen Reglement op de Gemeentelijke Comptabiliteit. De begroting moet de financiële vertaling zijn van de beleidsdoelstellingen, geformuleerd in de beleidsnota van het budget. Financiële gevolgen Het definitief ontwerp van budget voor het dienstjaar 2012 doet zich als volgt voor : Gewone dienst Eigen dienstjaar Vorige dienstjaren Overboekingen Totaal dienstjaar
Uitgaven
Ontvangsten
Saldo
31.323.031,00
30.597.335,00
- 725.696,00
6.679,00
0,00
- 6.679,00
678.983,00
678.983,00
0,00
32.008.693,00
31.276.318,00
- 732.375,00
Geraamd algemeen budgetresultaat
754.086,00
vorig dienstjaar Geraamd algemeen budgetresultaat
21.711,00
2012 Buitengewone dienst
Uitgaven
Ontvangsten
Saldo
Eigen dienstjaar Vorige dienstjaren
7.752.823,00
5.506.000,00
283,00
0,00
0,00
2.247.106,00
+ 2.247.106,00
7.753.106,00
7.753.106,00
0,00
Overboekingen Totaal dienstjaar
- 2.246.823,00 -
283,00
Geraamd algemeen budgetresultaat
0,00
vorig dienstjaar Geraamd algemeen budgetresultaat
0,00
2012 BESLUIT 16 stemmen voor (Claude Vanwelden, Eliane Spincemaille, Noël Hoogstoel, Dirk Vanluchene, Ann Cosaert, Isabelle Degezelle, Dirk Desmet, Stephaan Dendoncker, Willy Bulcaen, Sabine Poleyn, Yves Goemaere, Andres Vandenborre, Bart Dewaele, Eric Francoys, Christine Desmet, Greet Lateur) 10 onthoudingen (Marc Doutreluingne, Yvan Nys, Gerard Amelynck, Luc Vanassche, Antoon D'Haene, Marc Claeys, Marc Desloovere, Ghislain Blomme, Veerle Servayge, Marie-Therese Callens) Enig artikel Het budget 2012 van de gemeente Zwevegem wordt door de gemeenteraad als volgt goedgekeurd : Gewone dienst Eigen dienstjaar Vorige dienstjaren Overboekingen Totaal dienstjaar
Uitgaven
Ontvangsten
Saldo
31.323.031,00
30.597.335,00
- 725.696,00
6.679,00
0,00
- 6.679,00
678.983,00
678.983,00
0,00
32.008.693,00
31.276.318,00
- 732.375,00
Geraamd algemeen budgetresultaat vorig dienstjaar
754.086,00
Geraamd algemeen budgetresultaat 2012 Buitengewone dienst Eigen dienstjaar Vorige dienstjaren
21.711,00 Uitgaven
Ontvangsten
Saldo
7.752.823,00
5.506.000,00
- 2.246.823,00
283,00
0,00
0,00
2.247.106,00
+ 2.247.106,00
7.753.106,00
7.753.106,00
0,00
Overboekingen Totaal dienstjaar
-
283,00
Geraamd algemeen budgetresultaat vorig dienstjaar
0,00
Geraamd algemeen budgetresultaat 2012
0,00
BELEIDSNOTA
2012
In 2008 werd het algemeen beleidsprogramma voor deze legislatuur goedgekeurd. Dit algemeen beleidsprogramma is tijdens de volledige legislatuur de ruggengraat, de houvast voor het te voeren beleid. Naast dit algemeen beleidsprogramma werd vervolgens elk jaar een beleidsnota goedgekeurd. De term “beleidsnota” wordt gedefinieerd in artikel 150 van het gemeentedecreet: “De beleidsnota verwoordt het beleid dat de gemeente gedurende het boekjaar zal voeren en concretiseert de beleidsdoelstellingen. De doelstellingen, opgenomen in de beleidsnota, sluiten aan bij de beleidsdoelstellingen opgenomen in het algemeen beleidsprogramma”. We opteren om in 2012 dezelfde opbouw te hanteren. We vertrekken dus opnieuw vanuit de doelstellingen (lange en korte termijn) uit het algemeen beleidsprogramma. Aan deze doelstellingen koppelen we de actieplannen vast voor 2012.
Het algemeen beleidsprogramma is geen statisch document, het is weliswaar een momentopname maar het wordt elk jaar bijgestuurd via de beleidsnota. In deze laatste nota zal er ook ruimte zijn voor gelijkblijvend beleid en staan we ook stil bij de projecten in uitvoering. Omdat we deze beleidsnota zien als een vlot leesbaar document leggen we binnen de doelstellingen geen linken met de beleidsdomeinen. Die kan u steeds terugvinden in het algemeen beleidsprogramma. ZWEVEGEM IN CIJFERS Voor het bepalen van de doelstellingen baseren we ons ook op cijfers. We hanteren de steekkaart van de POM West-Vlaanderen. Enkele markante cijfers: Demografie: Zwevegem telt 24.113 inwoners wat een stijging betekent met 2.7% over de laatste 10 jaar. Het aandeel niet-Belgen in de totale bevolking bedraagt slechts 1.4% (tegenover 6.4% voor het Vlaams Gewest). Het aantal particuliere huishoudens bedraagt 9.652. Hier kennen we een stijging van 8.1% over de laatste 10 jaar. Het aandeel alleenstaanden in particuliere huishoudens bedraagt 24.1%. Huisvesting: Aantal vergunde woningen, nieuwbouw en renovatie in Zwevegem in 2010: 344. Welvaart: Het belastbaar inkomen per inwoner (aanslagjaar 2009) in Zwevegem bedraagt 15.860 euro, over de laatste 10 jaar was er een jaarlijkse groei van gemiddeld 3.8%. Dit belastbaar inkomen voor Zwevegem ligt 3.6% hoger dan het gemiddelde in België. Werkgelegenheid en werkzaamheid Aantal loontrekkers in Zwevegem: 5.370 wat een daling betekent van 7.6% over de laatste 10 jaar. Het aantal zelfstandigen en helpers bedraagt 1975 wat een stijging betekent met 13.3% over de laatste 10 jaar. Werkloosheid Zwevegem telt in 2010 663 werklozen. Het aantal werklozen is de laatste 5 jaar gedaald met 16.9%. Indicatoren van de economische activiteit Zwevegem heeft 1899 actieve ondernemingen. De oprichtingsratio is nog steeds hoger dan de uittredingsratio (cijfers 2009). Land- en tuinbouw Op ons grondgebied zijn 167 land- en tuinbouwbedrijven actief. Hier kennen we een daling van 30% over de laatste 10 jaar. Dezelfde daling zien we in de rest van Vlaanderen. Ook het aantal tewerkgestelden daalt met 30% naar 303 landbouwers. 61% van de kadastrale oppervlakte van Zwevegem wordt bewerkt als cultuurgrond (groenteteelt heeft een aandeel van 11%). Detailhandel Het aantal detailhandelszaken per 1000 inwoners bedraagt in Zwevegem 10.7 tegenover 11.4 per 1000 inwoners voor het Vlaams Gewest. DOELSTELLINGEN Hoe willen we nu in 2012 de verschillende doelstellingen uit het algemeen beleidsprogramma concretiseren en realiseren? We geven een overzicht. 1. EEN OPTIMAAL WOON- EN LEEFCOMFORT VOOR ONZE ZWEVEGEMSE BEVOLKING Zwevegem: een aangename gemeente om te wonen, te werken en te leven. Deze langetermijndoelstelling sluit heel nauw aan bij onze missie. We onderscheiden zeven kortetermijndoelstellingen.
1.1.
Zorgen voor een gevarieerd woonaanbod
De gemeente zorgt samen met de private markt en de sociale huisvestingsmaatschappijen voor een bijkomend aanbod van kwalitatieve en duurzame woongelegenheden met een sterke variatie en differentiatie. De recente nieuwe verkavelingen te Zwevegem (Feys Hoevestraat, Europawijk) en Heestert (Pontstraat, Remi Deprezstraat) zijn stilaan volgebouwd. Het volgende grootschalig woonproject zal gerealiseerd worden in de Stedestraat, waar sinds de goedkeuring van het ruimtelijk uitvoeringsplan en de verkaveling in eerste fase een 80-tal woningen zullen
gerealiseerd worden. In totaal biedt dit gebied – naast een grote centrale zone, waterpartijen en een aangename groene open ruimte naast de beek – plaats aan een 300-tal woongelegenheden. Daarnaast zijn een aantal denkprocessen opgestart in overleg tussen de promotor en de gemeente. We vermelden het sociaal woonproject van 40 wooneenheden te Heestert (Eikenborg/Kampenhove), de herontwikkeling van de Bekaertsite (Otegemstraat – centrum): 175 wooneenheden; het stedelijk woongebied “Dreef” (tussen Avelgemstraat en Ellestraat): 175 wooneenheden en het stedelijk woongebied “Dreef” (tussen Kruiswegstraat en Bellegemstraat) goed voor 250 wooneenheden. Op de site “Transfo” komen een 70-tal bijkomende woongelegenheden. Begin 2012 zal de sociale bouwmaatschappij een wedstrijd lanceren voor de realisatie van een 30-tal sociale woongelegenheden. In tweede fase zal de gemeente i.s.m. Leiedal overgaan tot een open oproep voor promotoren voor een 40-tal private woongelegenheden. De gemeente volgt ook de ontwikkelingen op in het aangrenzende stedelijk woongebied “Langwater” te Kortrijk, waar een 460-tal woningen gepland zijn. In uitvoering van het decreet Grond- en Pandenbeleid zal de gemeente Zwevegem meer en meer de rol van coördinator van het huisvestingsbeleid op zich nemen. Naast het opvolgen van projecten en het sturen van de sociale bouwmaatschappijen dient de gemeente jaar na jaar een voortgangsrapport op te maken omtrent het bouwpotentieel (aantal onbebouwde kavels en percelen) en de realisatie van het bindend sociaal objectief (bijkomende sociale woningen). Afhankelijk van het resultaat onderneemt de gemeente al dan niet bijkomende acties. Het premiestelsel voor renovatie van bestaande woningen zal verder geëvalueerd worden in het licht van de gestelde doelstellingen uit het woonbeleidsplan en de wijzigingen op hoger niveau.
1.2. Streven naar een proper Zwevegem in al zijn facetten met speciale aandacht voor overlast In 2011 werd door een eindejaarsstudent een representatieve enquête afgenomen. Daaruit bleek dat de inwoners hun gemeente heel sterk associeerden met een nette gemeente. De jarenlange inspanningen van de ploeg proper Zwevegem liggen hier ongetwijfeld mee aan de basis. Maar er is meer: zo participeert onze gemeente aan het regionale project “Nette regio”: een samenwerking tussen IMOG en Sinergiek (netwerk ter ondersteuning van sociale economie). Hiermee streven we naar een geïntegreerde aanpak van netheid in onze gemeente. Door in te stappen in dit project krijgt onze gemeente – dankzij subsidies- in 2012 gratis ondersteuning zowel op beleidsvlak ( netheidscoach, netheidbarometer, sensibiliseren, veegplan) als op operationeel vlak (zwerfvuil opruimen, vegen,…). Uiteraard zijn we fier dat ons sociaal economie project Proper Zwevegem model heeft gestaan voor deze regionale samenwerking. Zwevegem maakt deel uit van de politiezone Mira. Binnen de zone is Zwevegem sterke pleitbezorger voor de invoering van gemeentelijke administratieve sancties. In 2011 werd eindelijk een eerste stap gezet: een juriste maakt momenteel werk van een uniform politiereglement. Daarna is het aan de gemeenten om te bepalen welke vormen van overlast gerechtelijk of administratief vervolgd moeten worden. Uiteraard is sanctionering altijd de laatste stap. Belangrijker is het preventief werk op het terrein van onze wijkagenten en niet te vergeten van onze gemeentelijke preventiemedewerker.
1.3.
Werken aan een (verkeers)veilige gemeente
De gemeente mobiliseerde alle niveaus en instanties om gehoor te krijgen voor een definitieve oplossing voor de gevaarlijke oversteken (Guldensporenpad en Luipaardstraat) op de N391. En met succes. Het Vlaams Gewest schreef 2 miljoen euro in op het investeringsprogramma om een tunnel te realiseren en de provincie engageerde zich om de aanloopstroken en de tunnelmonden te financieren. De realisatie van de tunnel kan in 2012 van start gaan. In de rand zal men werken uitvoeren om de kruising Luipaardstraat en N391 veiliger te maken. Tegelijk zal de gemeente met de provincie overleggen hoe de fietsoversteek aan de Harelbeekstraat veiliger kan gemaakt worden. De realisatie van de ontbrekende schakel van het Guldensporenpad tussen de Deerlijk- en Otegemstraat lijkt een stukje dichterbij. Bij de opmaak van het uitvoeringsplan voor de Bekaertsite werd deze optie naar voor geschoven als randvoorwaarde voor de herbestemming tot woongebied. De effectieve realisatie van de doorsteek zal in overleg met de eigenaar en de provincie uitgewerkt worden.
In augustus 2011 werden schoolbereikbaarheidskaarten uitgedeeld in de deelgemeenten. In 2010 gebeurde dit al voor de leerlingen van het basisonderwijs in de deelgemeente Zwevegem. Bovendien is er een akkoord met de provincie over schoolbereikbaarheidskaarten voor het secundair onderwijs. Veiligheid interpreteren we uiteraard ruimer dan alleen verkeersveiligheid. Het past ook om hier onze veiligheidsdiensten te vernoemen. Zij leveren puik werk in niet altijd even gemakkelijke omstandigheden. Politie heeft zijn eigen veiligheidsplan waar we graag naar verwijzen. Toch willen we één item uitlichten: zo konden we recent in de pers lezen dat de kans om in Zwevegem inbrekers over de vloer te krijgen een stuk lager ligt dan het Vlaams gemiddelde. Aangenaam om lezen en om ons veiligheidsgevoel op te krikken. Bij de brandweer van Zwevegem kijken we over de gemeentegrenzen heen naar de uitvoering van de brandweerhervorming. In 2011 kreeg de zone een naam: Fluvia. De hulpverleningszone dringt aan op een snelle uitvoering van de brandweerhervorming. Wij beschikken over een goed uitgerust korps met een jong en dynamisch kader dat klaar is om een belangrijke rol te spelen in een breder regionaal verhaal.
1.4.
Investeren in ons uitgebreid wegen- en waternet
Op 3 oktober 2011 werd eindelijk gestart met de heraanleg van de kanaalweg en het bijhorend fietspad. De werken gebeuren niet in opdracht van de gemeente maar in opdracht van het Agentschap Wegen en Verkeer van de Vlaamse Gemeenschap. Vermoedelijke uitvoeringstermijn: negen maanden. Wat moet er allemaal gebeuren? Grond- en rioolwerken, aanpassing van de nutsleidingen en afwerking van de bovenbouw: funderingen, wegdek, fietspaden en grasbermen en signalisatie. Er is ook een nieuwe aansluiting voorzien van de N391 op de rotonde van de Otegemstraat – Stedestraat. Dit is de laatste fase van de omleidingsweg rond Zwevegem. Het laat ons toe om het mobiliteitsplan af te werken. Veel aandacht gaat ondertussen naar de aanpassingen van de doortochten in Moen en Heestert (N8). We blijven op alle niveaus ijveren voor een alternatieve route: een omleidingsweg langs het kanaal. We werken ook – samen met IMOG- aan een alternatieve oplossing voor het zwaar verkeer langs de Sluislaan. Na een arrest van het Hof van Cassatie wordt de gemeente verplicht om de aangelegde uitwijkstroken opnieuw uit te breken. In 2012 wordt ook gestart met de wegenis- en rioleringswerken in de Blokkestraat en de Harelbeekstraat. Dit zijn werken in opdracht van de gemeente in samenwerking met Aquafin. Voor deze werken kan de gemeente genieten van subsidies op de rioleringen. De wegenis is volledig ten laste van de gemeente. Ook de particuliere woningen langs beide straten worden afgekoppeld. Het onderhoud van de bestaande wegenis vraagt veel aandacht. In 2011-2012 werd voor de uitvoering van groot onderhoud aan wegen en waterlopen circa 1.100.000 euro gereserveerd. De laatste twee winters hebben hun tol geëist. Telkens werden extra onderhoudsdossiers goedgekeurd voor een totaal bedrag van 1 miljoen euro. In 2012 wordt het lopende dossier voor de renovatie van de voetpaden, goed voor ruim 250.000 euro, afgewerkt. Begin 2012 starten ook de verbeteringswerken aan de parking van het binnengebied Leopoldstraat/Avelgemstraat/Otegemstraat. We kiezen voor een meer duurzame aanleg om het comfort van de bezoekers van ons centrum te verbeteren. Er is de afwerking van de heraanleg van het fietspad op de spoorwegbedding tussen de Hugo Verrieststraat en Knokke (N8). Deze werken gebeuren samen met de provincie. De gemeente realiseert in eigen opdracht een fiets- en wandelweg tussen de Arteveldestraat en de Vierkeerstraat in Heestert. Zo kunnen schoolgaande kinderen de drukke Vierkeerstraat vermijden. We plannen ook de aanleg van de eerste fase van het fietspad tussen de spoorwegbedding en het kanaal doorheen Transfo. De bestaande landelijke stapstenen of voetwegen worden in de toekomst systematisch gerenoveerd en hersteld. We zijn opnieuw een wachtbekken rijker. Het werd gerealiseerd door de provincie op de Kasteelbeek. De gemeente neemt haar verantwoordelijkheid voor de aanpassingen aan de Lettenhofbeek. Beide ingrepen samen moeten in de toekomst wateroverlast voorkomen in de Kapel Milaenenstraat, Kastanjeboomstraat en stroomafwaarts op de Slijpebeek. Een beekbeheersplan is momenteel in opmaak in samenwerking met RIOACT (Aquafin & VMW). Dit plan is tevens een voorbereidende evaluatie met betrekking tot de herijking van de waterlopen van 2 de en 3de categorie.
Samen met RIOACT wordt in 2012 de inventarisatie van het gemeentelijk rioolnet afgerond voor de deelgemeenten Zwevegem, Sint-Denijs, Moen en Heestert. De rioolinventarisatie voor Otegem is gekoppeld aan een gesubsidieerd project van de Vlaamse overheid en zal later afgerond worden. Op basis van de inventarisgegevens kan het Gemeentelijk Uitvoeringsplan (GUP) voor de verdere scheiding van het regen(RWA) en afvalwater (DWA) vanaf 2012 geleidelijk gepland en uitgevoerd worden. Zo kunnen ook geleidelijk IBA’s in het buitengebied geplaatst worden. Op de site van Transfo wordt in de toekomst een nieuw gescheiden rioolstelsel aangelegd. In afwachting daarvan wordt de bestaande gemengde hoofdriool in de loop van 2012 hersteld ter hoogte van het hoofdgebouw. In synergie met wegenwerken worden ook de nutsleidingen en de openbare verlichting systematisch gemoderniseerd en vernieuwd. Dit is in 2012 voorzien in de Blokkestraat en rond het nieuw gemeentehuis aldaar. Ook de 2de fase van de renovatie van de openbare verlichting in de Otegemstraat , tussen OC De Brug en het oud station, is gepland.
1.5.
Opwaarderen van de woonomgeving en van ons buitengebied
Met een ruimtelijk uitvoeringsplan kan de gemeente keuzes maken voor de inrichting van een specifiek gebied. Zo is de reconversie van de verlaten bedrijfsgronden van Bekaert tussen de Deerlijk- Bekaert- en Otegemstraat een prioriteit. We opteren hier voor een kwalitatieve herbestemming van de oude industriële bebouwde ruimte. In de kern van Zwevegem wordt industrie herbestemd naar wonen, handel en groene ruimte. Vanaf 2012 wordt dit plan stapsgewijze uitgevoerd. Na realisatie zal Zwevegem er ongetwijfeld anders en mooier uitzien. Kleinschaliger van omvang is de herbestemming van de omgeving van de sportterreinen in Otegem waardoor nieuwe invullingen mogelijk worden. Een laatste uitvoeringsplan betreft de inrichting van de zone tussen Knokke en de Lettenhofstraat. De vroegere terreinen van de stortplaats en de ruime omgeving kunnen herbestemd worden in functie van de aanleg van een groene zone en eventueel een nieuwe parkbegraafplaats. We spreken hier enkel over de opmaak van een plan. De realisatie is voorzien op langere termijn. Het nieuwe gemeentehuis is gelegen in een groene omgeving aansluitend bij het centrum van Zwevegem. We willen in de toekomst deze groene ruimte beter ontsluiten en de verbinding maken met het centrum. Hiervoor is een masterplan in opmaak. In 2012 voorzien we de realisatie van de onmiddellijke omgeving bij het hoofdgebouw. In Sint-Denijs werd de stationsomgeving weerhouden als minder fraai plekje. Na een wedstrijd in opdracht van Leiedal werd een ontwerpbureau aangesteld. We willen dit lelijke plekje verfraaien en rekenen voor de uitvoering op een samenwerkingsverband met de provincie. We denken hier aan de geslaagde samenwerking bij de herinrichting van de stationsomgeving Moen/ Heestert. In 2012 start de renovatie van de kerkhofmuur en de priesterkapel in Sint-Denijs. Sint-Denijs beschikt over een heel fraaie kerk met een prachtig groen terrein achter de kerk. We willen dit terrein ontsluiten via een nieuw aan te leggen trap langs de voorkant van de kerk. In 2010 ondertekende de gemeente een ambitieus biodiversiteitscharter. De gemeente voert dit nu consequent uit met de aanleg van een amfibieëntunnel in de Orveiestraat. Realisatie: begin 2012 – met subsidies. Het gemeentelijke groenmanagement krijgt ondersteuning door de opmaak van een Bomenbeleidsplan dat in het voorjaar van 2012 zal voorgesteld worden. De opmaak van dit bomenbeleidsplan wordt gesubsidieerd door de Vlaamse overheid in het kader van de Samenwerkingsovereenkomst. Ook op het programma: de systematische renovatie van woongroen en straatgroen; blijvende bebloeming op representatieve plaatsen en blijvende aandacht voor natuurelementen en kleine landschapselementen in het buitengebied en de verdere renovatie van de bestaande begraafplaatsen met aandacht voor groenelementen en funerair erfgoed.
1.6.
Ondersteunen onderwijs als kerntaak van de gemeente
In Zwevegem volgen 2400 leerlingen in diverse netten lager onderwijs, naast zowat 800 leerlingen secundair onderwijs. De gemeente draagt de volle verantwoordelijkheid voor het gemeentelijk onderwijsnet en is daarnaast eigenaar van een aantal gebouwen van het vrije net. Een goede infrastructuur is een basisvereiste. Op korte termijn plant de gemeente verschillende investeringen in energievriendelijke maatregelen voor de bestaande schoolgebouwen. Omdat we voor deze werken beroep doen op subsidies duurt dit langer dan voorzien. We wachten op groen licht van Agion (subsidiërende overheid) om deze werken uit te voeren. Op middellange termijn komt er een nieuwe school in het park ter vervanging van de containerklassen en de oude feesthal. We zitten op vandaag in de ontwerpfase, realisatie is voorzien vanaf begin 2014, ingebruikname in 2015. Op lange termijn is er een nieuwe school gepland in Heestert in vervanging van de gebouwen in de Gauwelstraat. Hiervoor werd een aanvraagdossier tot subsidiëring ingediend. Gemiddeld duurt het een 6 tot 7 jaar vooraleer de goedkeuring volgt.
1.7.
Structureren en verder uitbouwen van de welzijnsvoorzieningen
Zwevegem kampt jammer genoeg ook met lange wachtlijsten voor het rusthuis en de serviceflats, samen het woonzorgcentrum. Daarom werd jaren geleden de aanzet gegeven voor de realisatie van een nieuwe linkervleugel van ons rusthuis. Het aantal bedden moet opgetrokken worden van 100 naar 150. Ondertussen werd een ontwerpbureau aangesteld en worden de plannen gefinaliseerd. Als tussenstap naar de uitbreiding tot 150 bedden werd de mogelijkheid onderzocht om 12 bijkomende kamers te plaatsen aansluitend aan het huidige gebouw. Dit als tijdelijke oplossing , te realiseren via het plaatsen van modulaire units. We voorzien deze realisatie op korte termijn. Kleinschaliger maar zeker het vermelden waard is de opstart van het inititatief luisternetwerken. Met een netwerk bestaande uit vrijwilligers – sleutelfiguren- willen we op zoek gaan naar signalen van kwetsbare doelgroepen. In 2011 werd gestart met een nieuwe actie rond kinderopvang in de korte vakanties. We ondersteunen de bestaande initiatieven rond gezins- en opvoedingsondersteuning en zetten verder in op regionale samenwerking. Eigen activiteiten zoals lokale infoavonden en uiteraard het zelf organiseren van kinderopvang op woensdagnamiddag en in de korte vakanties staan opnieuw op het programma. Na een gunstige evaluatie kan een eventuele uitbreiding naar de grote vakanties overwogen worden. Welzijnsvoorzieningen voor kwetsbare groepen: we spelen met de idee om een klusjesdienst op te zetten met een aangepaste tarifering voor specifieke kwetsbare groepen. De erkenning werd aangevraagd. Andere initiatieven: gratis huisvuilzakken voor grote gezinnen en voor personen met specifieke situaties op het vlak van welzijn en zorg; de aanstelling van een zorgcoördinator in het OCMW voor de organisatie van de volledige thuiszorgsituatie… Ook in 2012 voorzien we steun aan diverse noordzuidprojecten. 2. EEN GUNSTIG LOKAAL ECONOMISCH KLIMAAT De economie is de motor van onze samenleving. We proberen op lokaal vlak de meest gunstige omgevingsfactoren te creëren voor onze bedrijven, KMO’s en lokale handel.
2.1.
Realisatie van bedrijventerreinen
De bedrijfsgronden op “De Blokken” zijn zo goed als allemaal verkocht. Op grondgebied Zwevegem zijn er ondertussen al drie bedrijven gevestigd. Drie andere bedrijven hebben al een terrein aangekocht en zijn van plan om er zich zo snel mogelijk te vestigen. Voor de nog overblijvende terreinen is er een grote interesse en worden de gesprekken voor verkoop gevoerd. Bedrijventerrein De Blokken is ontstaan als reconversie van een oud verlaten industrieterrein van Bekaert en wordt gerealiseerd door een samenwerking tussen Leiedal, de gemeente en de Vlaamse overheid. De gemeente dringt bij Leiedal aan op een versnelde realisatie van het terrein Evolis, in het bijzonder de fase Evolis III op het grondgebied van Zwevegem. Evolis III moet plaats bieden aan reguliere bedrijven die passen binnen het concept maar waarbij de voorwaarden minder streng zijn op het vlak van innovatie dan voor Evolis I en II.
Met de goedkeuring van het uitvoeringsplan “Losschaert” kan de gemeente i.s.m. Leiedal werk maken van de realisatie van een bijkomend lokaal bedrijventerrein (4 ha), aansluitend bij het regionaal bedrijventerrein Evolis III ten zuiden van de N391. De realisatie hangt af van de mogelijkheid tot verwerving van de gronden en de ontsluiting via de N391. Het bedrijfsverzamelgebouw op de KMO-zone Esserstraat kreeg in 2011 een bouwvergunning van het schepencollege. De werken zullen starten in 2012. Na realisatie zullen modules van 216 tot 432 m² op de markt gebracht worden voor lokale bedrijven. De voorbereidingen worden getroffen om – ter hoogte van het containerpark in Knokke – een beperkte KMO-zone te realiseren op de gronden van de voormalige steenbakkerij.
2.2.
Ondersteunen van de kleinhandel en bedrijven
Het gemeentelijk structuurplan duidde op het eind van de Harelbeekstraat (ter hoogte van de rotonde N391) een beperkte kleinhandelszone aan. In uitvoering van het ruimtelijk uitvoeringsplan Losschaert werd hier een specifieke zone voorzien voor een gemengd project. Eind 2011 werd een bouwaanvraag ingediend voor een complex met 20 appartementen, kantoorruimte (1400 m²) en winkeloppervlakte (4500 m²), conform het uitvoeringsplan. De gemeente verwacht dat deze werken in 2012 zullen van start gaan. De werking van het handelscomité is aan een evaluatie toe. Sinds de opstart in 2004 zijn de tijdsgeest en de noden sterk veranderd. De gemeente blijft het als een taak zien om ondersteuning te bieden aan allerhande activiteiten die vanuit de middenstand(sorganisaties) op touw worden gezet, eerder dan zelf initiatieven te nemen en acties op te zetten. We willen als gemeente alle mogelijke logistieke steun verlenen en indien nodig locaties ter beschikking stellen voor de genomen initiatieven (cfr. handelsbeurs). We willen in de eerste plaats als gemeente begeleiden en informeren; een kader creëren en kansen aanbieden waarbij kleinhandelaars hun mogelijkheden kunnen ontplooien. Middelen hiertoe zijn van verschillende aard. Zo investeren we al enige tijd in de uitbouw van de gemeentelijke bedrijvengids. Deze bedrijvengids is de meest authentieke inventaris van de ondernemers gevestigd in Zwevegem. Ze biedt sinds 2011 de mogelijkheid aan elke Zwevegemse ondernemer om gratis een eigen webpagina te creëren binnen de gemeentelijke website. Dit moet hen de mogelijkheid bieden om zich kenbaar te maken in het snel evoluerende digitaal tijdperk. De webpagina kan verrijkt worden met allerlei gegevens zoals logo’s, foto’s, openingsuren, websitegegevens, contactgegevens, … In 2012 wordt nagedacht in welke mate we ondernemingen nog meer kunnen stimuleren om gebruik te maken van de (die?) beschikbare tool. Daarnaast wordt het traject “commerciële innovatie”, uitgewerkt door de provincie en het ondernemerscentrum Kortrijk, verder gezet. Twintig handelszaken in Zwevegem volgden reeds een individuele begeleiding op het vlak van innovatie, bestaande uit drie individuele sessies en een creativiteitsoefening. In 2011 kreeg het project een vervolg met enerzijds de mogelijkheid om opnieuw een aantal handelszaken individueel te begeleiden en anderzijds de mogelijkheid tot deelname aan de collectieve vervolgsessies in de vorm van interessante workshops. Zwevegem heeft beslist om deel te nemen aan beide initiatieven met als gevolg dat er in 2012 opnieuw 5 lokale handelszaken zullen worden begeleid en dat elke Zwevegemse handelaar kan deelnemen aan de workshops met uiteenlopende onderwerpen. Ook is Zwevegem partner van het ondernemerscentrum Kortrijk in het project WebWinkel West-Vlaanderen dat werd ingediend en goedgekeurd door de Vlaamse regering in het kader van het actieplan rond ondernemersvriendelijke gemeente. Door in te stappen in dit project willen we opnieuw een middel aanreiken aan de kleinhandel om de eerste stappen te zetten in de wereld van e-commerce of webwinkelen. Ondersteunen betekent ook dat we als gemeente financieel een duwtje in de rug geven aan initiatieven. Zo denken we aan een reglement waarbij een toelage wordt gegeven aan (handels)verenigingen die iets organiseren ter bevordering van de lokale economie. De concrete invulling en voorwaarden van dergelijk reglement zullen verder worden onderzocht in 2012. Tot slot wordt er in het centrum van Zwevegem gestreefd naar optimale parkeer-mogelijkheden voor winkelende bezoekers. Daarom wordt er begin 2012 gestart met de verbeteringswerken aan de parking op het binnengebied Leopoldstraat /Otegemstraat/Avelgemstraat. (zie ook 1.4. ‘Investeren in ons uitgebreid
wegen- en waternet’)
2.3.
Bevorderen van de tewerkstelling
De werkloosheidsgraad voor Zwevegem bedraagt in oktober 2011 3,71% ten opzichte van 6,52% voor Vlaanderen en 5,16% voor West-Vlaanderen. Deze cijfers danken we onder andere aan de inspanningen die gebeuren binnen de werkwinkel van Zwevegem. Belangrijk om weten is dat twee derde van de werklozen behoren tot de kansengroepen waarbij een actief tewerkstellingsbeleid uiteraard de kansen op tewerkstelling sterk verhogen. Er is ook slecht nieuws vanuit deze hoek. Het plaatselijk tewerkstellingsagentschap (kortweg PWA) heeft jaren (dankzij goed beheer) reserves aangelegd die gericht worden ingezet voor opleidingen en dergelijke. Eind 2011 besliste de federale overheid echter om de opgebouwde reserves bij de verschillende PWA’s af te romen. Onze PWA, met een activering van 64 PWA’ers en een tewerkstelling van 32 poetsvrouwen in Dienstenchequebedrijf, kan zijn werking voorlopig blijven aanhouden. In ons project Lokale Diensten Economie stellen we momenteel acht medewerkers te werk onder leiding van twee instructeurs. Voor 2012 vragen we een uitbreiding van onze erkenning. We vragen de erkenning voor de oprichting van een klusjesdienst. Begin 2011 kregen we als gemeente een onderscheiding als fiere partner van de beschutte werkplaatsen. Deze onderscheiding hebben we te danken aan onze structurele samenwerking met de beschutte tewerkstelling en omwille van de tewerkstellingskansen die geboden worden aan mensen met een arbeidshandicap. 3. EEN GEVARIEERD VRIJETIJDSAANBOD, TOEGANKELIJK VOOR IEDERE ZWEVEGEMNAAR De sectoren sport, jeugd en cultuur beschikken over een eigen beleidsplan waarin het aanbod en het uitgestippelde beleid uitgebreid aan bod komt. We willen ons hier dan ook beperken tot enkele aandachtspunten. Vrijetijdsbeleid omvat in de gemeentelijke context het lokaal cultuurbeleid met erfgoed en kunstenbeleid als bijzondere aandachtspunten, jeugd(werk)beleid, het sport voor allen- beleid en lokaal toerismebeleid.
3.1.
Bouwen van nieuwe en rationaliseren van bestaande infrastructuur
Transfo wordt stap per stap ingevuld conform het goedgekeurde masterplan. De restauratiedossiers volgen elkaar in snel tempo op. De gemeente doet er alles aan om het kostenplaatje zuiver ten laste van de gemeente tot een minimum te beperken. Voor de klassieke restauratiedossiers aan de gebouwen kunnen we rekenen op de steun van Vlaanderen en de provincie. Voor de omgeving kijken we richting Europa. Voor 2012 zijn we ingeschreven in twee programma’s: één onder de naam “EPOS” – voor investeringen in groene publieke ruimte- en één onder de naam “Interreg IV A” – inrichting voor de fietspassage op Transfo. Eén van de speerpunten uit het masterplan is avontuurlijk sporten. Voor de uitbouw ( duiktank + avontuurlijk sporten binnen en buiten) kunnen we rekenen op de inbreng van de provincie. De inbreng van de gewaardeerde steun van Toerisme Vlaanderen en de intercommunale Leiedal maken het plaatje compleet. Er wordt heel hard gewerkt rond dit project wat we hier ook graag eens vermelden. Naast de investeringen moeten we uiteraard ook aandacht geven aan een efficiënte exploitatie van de site. In 2010 werd hiervoor een autonoom gemeentebedrijf opgericht dat op vandaag verantwoordelijk is voor de exploitatie van de fuifzaal. In 2012 willen we ook de machinezaal en de andere losse gebouwen op de site inbrengen in dit autonoom gemeentebedrijf. In uitvoering van het masterplan voor Sportpunt staat voor 2012 de renovatie van de sportvloer in sportpunt 2 ( sporthal Bekaertstraat) op het programma. Naast de sportvloer worden ook de tribunes vernieuwd en de noodzakelijke vluchtwegen gecreëerd. Ook voor dit dossier doen we beroep op subsidies van Vlaanderen. Via de v.z.w. Sportbeheer Zwevegem zullen er een aantal bijkomende herbestemmingen en optimalisaties binnen Sportpunt 2 gebeuren. Volgend jaar zal de studie “Masterplan Renovatie Zwembad” opgestart worden ter voorbereiding van de aanvraag van de verlenging van de milieuvergunning 1 ste klasse. We vermeldden al de bouw van een nieuwe parkschool. In 2011 werd het programma gedefinieerd. In het subsidiedossier is er een minimale sporthal voorzien voor schools gebruik. De gemeente besliste echter om een grotere sporthal te bouwen zodat deze ook naschools door de Zwevegemse verenigingen kan gebruikt worden.
Rationaliseren van bestaande infrastructuur: het OC in Otegem wordt stap per stap aangepakt. Na werken aan het dak en investeringen in nieuwe verwarmingsketels worden nu gefaseerd de ramen en deuren vernieuwd.
3.2.
Uitbreiden van het vrijetijdsaanbod
Uitbreiden is geen doel op zich, we beschikken reeds over een uitgebreid en heel degelijk aanbod. Wel willen we hier en daar nog een aantal accenten leggen om dit aanbod te verbeteren. Er zijn opportuniteiten die zich aanbieden zoals de inhoudelijke vernieuwing van het deeltijds kunstonderwijs. Leerlingen zullen meer van alles kunnen meepikken en de disciplines (muziek, beeldende kunst en woord) worden meer door elkaar verweven. Doordat we in Zwevegem al beschikken over een kunstacademie met de drie disciplines onder één directie zitten we heel goed. Andere opportuniteiten: een nieuw beleidsplan voor toerisme en recreatie in de Leiestreek waarin Transfo sterk aanwezig is als plaats voor avontuurlijk sporten en duiken en als locatie voor meetings, incentives, events en congressen (MICE); de toezegging van Howest om zogenaamde games te ontwikkelen die kunnen ingezet worden voor de erfgoedonsluiting van Transfo…
3.3.
Bevorderen van de aandacht voor specifieke doelgroepen
We denken uiteraard in de eerste plaats aan de sociaal kwetsbare groepen in onze samenleving en aan ons initiatief van de vrijetijdscheque die geleidelijk aan ingeburgerd geraakt en in de diverse diensten verder gepromoot wordt.
3.4.
Ondersteunen van de verenigingen en hun vrijwilligers
2011 was het Europees jaar van het vrijwilligerswerk en dat hebben we geweten in Zwevegem. Het hoogtepunt was ongetwijfeld het sfeervol feest op 22 oktober voor alle vrijwilligers die actief zijn binnen zorg en welzijn. Een ander initiatief zoals een speciale infokrant om het vrijwilligerswerk in de kijker te stellen werd sterk gewaardeerd. Op onze website werd en wordt ook in de toekomst alle info voor en door vrijwilligers gebundeld. Het engagement van vrijwilligers is ook voor een gemeentebestuur essentieel. Zo is het beheer van veel sport-, jeugd,– en cultuurinfrastructuur in handen van vrijwilligers. De gemeente is verplicht om in het kader van een ruimere discussie over verzelfstandigen na te denken over deze beheerstructuren. De betrokkenheid van de vrijwilligers en de responsabilisering van de basis moeten uitgangspunten zijn. 4. EEN KLANTVRIENDELIJKE, CORRECTE EN DIRECTE DIENSTVERLENING De klant , de inwoner van Zwevegem staat centraal. Dit is het klantenconcept. Elke vorm van dienstverlening moet zo goed als mogelijk afgestemd worden op die klant. Bij de centralisatie van de diensten is dit het uitgangspunt. Anderzijds doen we ook beroep op de verantwoordelijkheid van de klant. De gemeente streeft het algemeen belang na en dit primeert altijd op het privaat belang.
4.1.
Streven naar een maximaal bereikbare en aanspreekbare gemeente
We zetten in op een dienstverlening op twee poten: een goed bereikbaar gemeentehuis “Gemeentepunt” in de deelgemeente Zwevegem en een mobiele dienstverlening “Bbus” in de deelgemeenten. We zijn overtuigd dat op deze manier de dienstverlening voor iedere inwoner -ook de minder mobiele gegarandeerd wordt. Een interne werkgroep is ver gevorderd met de voorbereiding van de verhuis naar het gemeentepunt. We opteren voor uniforme openingsuren met een avond- en een zaterdagopening. De werking van de bbus werd na één jaar grondig geëvalueerd. We kunnen besluiten dat de inwoners van de deelgemeenten het initiatief waarderen. Hoe verder men woont van Zwevegem hoe meer er gebruik gemaakt wordt van de bus. Het is dus een geslaagd alternatief voor de vroegere dienstverlening in de gemeenschapshuizen en voor het aanbod van de vroegere uitleenposten van de bibliotheek. En het kan alleen maar groeien. Op basis van de evaluatie willen we in 2012 een aantal aanpassingen en uitbreidingen realiseren: optimalisatie van de online verbinding, een bijkomende halteplaats op de wijk De Kappaert, uitbreiding van de dienstverlening (o.a. via de elektronische identiteitskaart), verdieping van de samenwerking met de scholen, etc.
4.2.
Verzorgen van de dienstverlening op maat van de inwoner
De website van de gemeente telt gemiddeld tussen de zes- en zevenduizend bezoeken per week. Begin 2012 starten we met een mobiele versie van de website. Met deze versie wordt het raadplegen van de website op mobiele apparaten zoals een smartphone of tablet stukken gebruiksvriendelijker. “Mijngemeente” werd in 2011 verkozen tot het meest vernieuwend gemeentelijk webinitiatief. Het is een product van Leiedal en maakt gebruik van de contactendatabank. Het is een concept waar de inwoner gerichte lokale dienstverlening krijgt op basis van een gepersonaliseerd webportaal. Indien ik vooral interesse heb in sport maak ik mijn eigen gemeentelijke website waarbij de sportpagina’s domineren. In 2012 willen we dit opstarten voor Zwevegem. De bibliotheek zet in 2012 de eerste stappen naar de zogenaamde ‘Delphi bibliotheek’ waar de klant met zijn vraag centraal komt te staan.
We evolueren dus van een collectiegerichte naar een vraaggerichte
bibliotheek.
4.3.
Verhogen van de participatie van de inwoner
Sociale media ( facebook, netlog, linkedin …) worden steeds belangrijker als informatie- en communicatiekanalen. Als gemeente moeten we hierop inspelen. Het kan ook gebruikt worden als instrument voor participatie van onze inwoners: inspraak via sociale media. De intercommunale Leiedal start in 2012 een nieuw Europees project onder de naam “Opening up”. De uitdaging voor een gemeente bestaat er in de diensten te integreren met sociale netwerken. Zwevegem gaat zeker deze uitdaging aan.
4.4.
Verstrekken van doel- en klantgerichte informatie
Begin 2012 wordt de infokrant “infopunt”. Deze naam staat symbool voor de verzameling van alle gemeentelijke informatie op één punt. Net zoals “gemeentepunt”: verzameling van alle administratieve diensten op één punt en “sportpunt: alle sportinfrastructuur op één locatie. Niet zozeer de naam maar de vorm (een magazine) en de inhoud (thematisch) veranderen om nog meer doel- en klantgerichte informatie te verstrekken. De integratie van de Uit-databank in de infokrant is belangrijk voor elke Zwevegemse vereniging. Het is een gratis kanaal voor de promotie van hun activiteiten. Wanneer er wegenwerken op stapel staan, is correcte en actuele informatie onontbeerlijk. We proberen hier gericht op in te spelen via onze website, persberichten, nieuwsbrieven en signalisatie ter plaatse. Een gebruiksvriendelijk instrument is de website www.wegenwerken.be. Deze site wordt ondersteund door onze diensten en u kan er steeds terecht voor de laatste informatie. Voor de volledigheid vermelden we nog de huis-aan-huis bedeling van een nieuw stratenplan in 2011. Voor 2012: de realisatie van een eigen website en een promotiekrant voor Transfo; in elke deelgemeente nieuwe infokasten met stratenplans; de mogelijkheid tot opvragen van stedenbouwkundige informatie via de website… 5. EEN MODERNE, KLANTGERICHTE EN EFFICIËNTE GEMEENTELIJKE ADMINISTRATIE Deze doelstelling op lange termijn sluit direct aan bij de vorige doelstelling en ook hier willen we het belang van de centralisatie van de gemeentediensten onderlijnen. Eén organisatie met één identiteit en integratie van dienstverlening in een functioneel gebouw zal ongetwijfeld resulteren in een moderne, klantgerichte en efficiënte organisatie.
5.1.
Introduceren en realiseren modern personeelsbeleid
Onder het motto “investeren in personeel” werken we stapsgewijs en planmatig samen met het OCMW richting een beter personeelsbeleid. Een eerste audit in 2010 wees een aantal pijnpunten aan. Zo werd in 2011 samen met het OCMW gewerkt aan een gemeenschappelijke missie en visie voor de organisatie en werd ook een gemeenschappelijke human resource (HR) visie uitgeschreven. Er wordt ook werk gemaakt van een leer- en ontwikkelplan. Een volgende stap is de introductie van competentiemanagement. Samen met een stagiair wordt een proefproject opgestart om via een interne werkgroep een competentieprofiel uit te werken voor één functiegroep. Vanuit dit proefproject en op basis van de ervaringen is het de bedoeling om dit op te termijn uit te rollen voor de volledige organisatie. In 2012 worden opnieuw systematisch en gestructureerd functioneringsgesprekken gevoerd. De opleidingen en de infosessies vinden plaats eind 2011. In 2013 volgt de evaluatie.
5.2.
Investeren in moderne infrastructuur en de nieuwste werkingsmiddelen
De administratieve diensten worden volgens de planning gecentraliseerd in de loop van 2013. Op vandaag zitten alle diensten verspreid en zijn onderling verbonden via een glasvezelnetwerk. Het datacentrum bevindt zich in het gemeentehuis. Dit datacentrum is aan vernieuwing toe. We opteren er voor om geleidelijk te investeren op een nieuwe locatie in de omgeving van het Gemeentepunt en het bestaande datacentrum af te bouwen. In 2012 willen we de studies opstarten en een aantal opties ( zelf investeren of regionale samenwerking) afwegen.
5.3.
Optimaliseren van de huidige werking
Meten is weten. In 2008 werd de basis gelegd voor een intern controlesysteem. De risico’s en de prioriteiten werden gedefinieerd. Jaarlijks gebeurt een evaluatie. Toch is het onze ambitie om de risico’s en ook de doelstellingen nog beter in kaart te brengen en te objectiveren in meetbare cijfers. Hiervoor denken we aan het uitwerken van een BIS (Business Information System) voor het gemeentebestuur. Een thesisstudent van de universiteit van Brussel werkt op dit thema in opdracht van de gemeente. . De thesis wordt afgerond in 2012. Uiteraard bereiden we momenteel grondig de verhuis voor naar het Gemeentepunt. Samen met Harelbeke, Kortrijk en Waregem wordt in 2012 een begeleidingstraject opgestart naar een klantgerichte dienstverlening voor lokale besturen. Onze onthaalmedewerkers worden klaargestoomd voor de verhuis en we leren van de ervaringen uit onze buurgemeenten. De digitale bouwvergunning komt eraan. De gemeente zal in 2012 alle zeilen moeten bijzetten om de beslissingen van de Vlaamse overheid op het vlak van de digitale bouwaanvraag en de omgevingsvergunning (integratie van bouw- en milieuvergunning) op het terrein te realiseren. Tal van kinderziektes zullen moeten opgelost worden om de producten correct en tijdig af te leveren. Ongetwijfeld een boeiende uitdaging! In 2012 worden de rijbewijzen vervangen door nieuwe rijbewijzen in bankkaartmodel.
5.4.
Aanmoedigen van overleg, samenwerking en integratie tussen de diverse diensten
Gemeenten moeten streven naar efficiëntiewinsten door samenwerking, overleg en integratie. Diensten werken niet langer naast elkaar maar met elkaar. In deze nota werden al een aantal goede voorbeelden van samenwerking opgesomd. Voor de volledigheid vermelden we nog graag een aantal losse initiatieven: - vanaf 2012 werken we met redactieraden voor de infokrant. Thema’s worden gebundeld en redacteurs van verschillende diensten werken samen rond deze thema’s; - in 2012 worden de dienst milieu en de dienst stedenbouw geïntegreerd tot één cluster woon- en leefomgeving; - sociale tewerkstelling moet een opstap zijn voor reguliere tewerkstelling; door een betere samenwerking tussen proper Zwevegem en de gemeentediensten werken we aan een proefproject via jobrotatie in beide richtingen; - over de diensten heen bereiden interne werkgroepen – samen met OCMW – de verhuis voor naar het Gemeentepunt, in 2012 willen we dit werk concretiseren en finaliseren; - samenwerking interlokaal – tussen gemeente en OCMW; we denken in de richting van een gemeenschappelijk managementteam, integratie van de personeelsdiensten en andere beleidsondersteunende diensten; het delen van functies… - begin 2011 werd de Bbus op de landbouwbeurs verkozen als winnaar in de categorie “meerwaarde door samenwerking”; het is inderdaad een unieke samenwerking tussen diensten.
5.5.
Anticiperen op interne en externe factoren met invloed op het personeelsbestand
Wat zijn de gevolgen van de zesde staatshervorming van ons land voor de lokale besturen? En wat met de Vlaamse staatshervorming? Uiteraard volgen we dit op vanuit alle niveaus: federaal, Vlaams en provinciaal. Zwevegem is ook sterk aanwezig in het regionale project: Sterke besturen in een sterke regio. Het staat vast dat - gezien de financiële uitdagingen - het personeelsbestand bij de lokale besturen steeds meer onder druk komt. Het lokale bestuur staat het dichtst bij de burger. Snoeien in personeel op het lokale niveau gaat ten koste van de dienstverlening. Bijkomende bevoegdheden voor lokale overheden - als gevolg
van de hierboven genoemde staatshervormingen – kunnen wij slechts aanvaarden als er ook bijkomende middelen tegenover staan. 6. EEN HERKENBAAR POSITIEF IMAGO MET VOORBEELDFUNCTIE, ZWEVEGEM PROMOTEN Onze huisstijl is ondertussen goed ingeburgerd. Als gemeente zijn we aanwezig in het straatbeeld en initiatieven van de gemeente of gesteund door de gemeente zijn steeds herkenbaar. Gemeenten krijgen een cruciale rol in het keren van de klimaatcrisis. Dit was een recente kop van het magazine lokaal. Een blad voor en door de gemeenten. Voor al onze eigen projecten is er steeds een energietoets en nieuwe investeringen in bestaande gebouwen gebeuren veelal om de energiefactuur te drukken. We komen tussen voor investeringen in particuliere woningen via de energiescans en via onze deelneming aan het Fonds voor Reductie van de Globale Energiekost (FRGE). Voor 2011 vermelden we uiteraard nog graag de ecobeurs die met 800 bezoekers ruim voldeed aan de verwachtingen. Zwevegem ondersteunt voor 2012 het initiatief van de provincie voor een groepsaankoop groene stroom voor particulieren en bedrijven. De sensibilisatie gebeurt via onze diensten. Nieuw is ook het gratis advies voor energiezuinig, duurzaam en/of levensloopbestendig wonen. Bouwlustigen krijgen via de gemeente gratis advies van een expertenbureau. Zwevegem heeft een rijk industrieel verleden – in de deelgemeente Zwevegem - en tegelijkertijd een groen en open buitengebied (de deelgemeenten). We zijn ons niet altijd bewust van onze unieke ligging: tussen Leie en Schelde en doorsneden door het kanaal. Dit zijn troeven die we moeten koesteren. De festiviteiten naar aanleiding van 150 jaar kanaal waren in die zin belangrijk als bewustwordingsproces. Toeristischrecreatief is het de enige en juiste keuze om in te zetten op dit rijk industrieel verleden (Transfo) en de recreatieve uitbouw van ons buitengebied. Dit zijn trouwens ook twee speerpunten bij de opmaak van een strategisch beleidsplan 2011-2018 voor toerisme en recreatie in de Leiestreek. In Transfo komt er begin 2012 een interactieve zuil met toeristische info van de regio. Deze investering gebeurt met middelen vanuit het regionale project VVV Scheldestreek. Het is een erkenning van Transfo als secundair onthaalpunt naast het pompstation in Bossuit. 2012 is het jaar van de Olympische spelen in Londen. Onze schietstand Sint-Barnabas is erkend als thuisbasis voor topsporters. We verwachten in aanloop naar de spelen een aantal internationale schutters in Zwevegem. Een mooie promotie voor onze gemeente en uiteraard een erkenning voor Sint-Barnabas. Zwevegem op de kaart zetten in Vlaanderen: het is opnieuw gelukt door onze bibliotheek. In 2012 dingen we mee naar de titel van beste bibliotheek in Vlaanderen. Het is al een hele eer dat we genomineerd zijn en de shortlist sieren naast steden als Leuven en Genk. De hoofdzetel van de multinational Bekaert verhuist opnieuw naar Zwevegem. Normaal start in 2012 de bouw van het “headquarter” aan de Bekaertstraat. 7. EEN FINANCIEEL GEZONDE GEMEENTE, BEHEERD ALS DOOR EEN GOEDE HUISVADER We vertellen geen geheimen als we zeggen dat de gemeentefinanciën in 2011 zware klappen te verwerken kregen. De problematiek van de Dexia-bank en de perikelen van de Gemeentelijke Holding met de kwalijke gevolgen voor de gemeentelijke kapitaalinbreng en de daaraan verbonden dividenden kwamen uitvoerig aan bod in de media. Maar er is meer… De ontvangsten stagneren terwijl de uitgaven groeien. Cijfers tonen aan dat zeven op de tien gemeenten al voor 2011 een budget opmaakten met een tekort op het eigen dienstjaar. De Vereniging van Steden en Gemeenten is van oordeel dat wat nu financieel op de lokale besturen afkomt, te vergelijken is met de zware crisis van de lokale besturen die we hebben meegemaakt in de jaren ’80. Het budget 2012 is tot stand gekomen in een klimaat waarin gemeenten voor een hele reeks onzekere evoluties staan. Aan inkomstenzijde blijkt uit de ramingen vanwege de Federale Overheidsdienst Financiën dat het aanslagjaar 2011 wellicht minder aanvullede personenbelasting zla opbrengen in vergelijking met de herziene ramingen uit de voorgaande dienstjaren. . Daardoor bereikt de economische crisis, die vooral in 2009 toesloeg, nu ook de gemeentekas. Een tweede financiële aderlating voor de gemeenten is de aankondiging dat de dividenden vanuit de energiesector zullen dalen (a.g.v. uitbreiding openbare
dienstverlening en investeringen in de vernieuwing van het elektriciteitsnet en de invoering van de zogenaamde “ slimme meters “). Aan uitgavenzijde zullen de personeelskosten verder oplopen. Zo is er de lineaire stijging van de pensioenbijdragen voor de vastbenoemde personeelsleden over de komende 9 à 10 jaar. Voor 2012 is dit nog een beperkte verhoging met 0.5% maar vanaf 2013 groeien de bijdragen fors. We verwachten hier op termijn een supplementaire meeruitgave van ruim 230.000 euro. Voor de contractuele personeelsleden is er de uitdaging van de tweede pensioenpijler wat ook jaar na jaar verhoogde uitgaven meebrengt. Daarnaast is er de sterke stijging van de patronale pensioenlasten voor het politiepersoneel. Prognoses geven een te verwachten meeruitgave in de komende 4 jaar van ruim 500.000 euro. De bankencrisis maakt het voor de kredietinstellingen steeds moeilijker om middelen aan te trekken op lange termijn. Lokale besturen lenen traditioneel op lange termijn. De komende tijd dreigen zij dergelijke kredieten ofwel niet meer te kunnen opnemen, of alleen nog tegen een fors hogere prijs. Wat zullen de gevolgen zijn van de economische crisis voor het OCMW? Meer steunverlening, meer zorgvragen met impact op bijkomende investeringen en onrechtstreeks in de gemeentelijke tussenkomsten in de tekorten van het OCMW? U ziet we staan voor grote uitdagingen. Dit weerspiegelt zich in een voorzichtig budget: geen grote nieuwe investeringen maar prioritair afwerken waarmee we bezig zijn en doelmatig beheren van de beschikbare middelen. Gelukkig zijn we voorzienig geweest en hebben we reserves aangelegd die we nu willen gebruiken. Zaak is de uitgaven onder controle te houden wanneer de ontvangsten niet volgen. De Burgemeester C. Vanwelden De verschillende fracties geven hun mening over het voorgestelde budget en over de beleidsnota. Raadslid Marc DOUTRELUINGNE deelt mee dat : “2012 is een verkiezingsjaar. Vaststelling: de inkomsten zullen lager liggen en de uitgaven blijven in stijgende lijn groeien. Alle investeringen lopen onverhinderd door. We moeten besparen op de werkingskosten maar dat horen we elk jaar. We zien niet in hoe we hierop kunnen besparen. Er mag nu geen belastingsverhoging toegepast worden, maar in 2013 zullen we het gelag betalen. We betreuren ook het laag democratisch gehalte. Zowel voor de vernieuwing van de infokrant die nu “infopunt” wordt als voor de opmaak van een politiereglement werd geen overleg gepleegd met de oppositie en er werd hierover ook geen kennisgeving gedaan in de gemeenteraad. Er was eveneens geen overleg ivm de audit in de brandweer, zelfde opmerking blijft voor de verkeerscommissie. In de beleidsnota staan er veel vrijblijvende slagzinnen. Wat betreft de sector “openbare werken” : de herstelling van de winterschade 2010 gebeurt slechts na de winter van 2011. Er werden geen acties ondernomen voor economische opwaardering van de deelgemeenten en het dorpsleven in het algemeen. Er is nog steeds geen oplossing voor de doortocht van het zwaar verkeer in de kern van Moen en Heestert. De brandweer heeft een goed uitgerust korps en op lange termijn zal een herlocalisatie van de kazerne nodig zijn. Een tip van de sluier oplichten mocht wel. Men maakt wel werk van de economische slagkracht van Zwevegem en er staan veel bijkomende woongelegenheden in Zwevegem op het programma. Er is ook aandacht voor een goede waterhuishouding en positief is ook het initiatief voor de school in het gemeentepark. Er moet dringend gestart worden met de werken in de Harelbeekstraat en Blokkestraat. Er moet meer aandacht besteed worden aan de ondersteuning van de kleinhandel vooral in de deelgemeenten. Conclusie: er zijn goede en mindere punten, wat overheerst is een verkiezingsjaarnota en wij betreuren het laag democratisch gehalte maar misschien kan alles nog ingelopen worden in het laatste jaar van de legislatuur.” Burgemeester Claude VANWELDEN deelt mee :
“ Ik ben niet akkoord met de conclusie dat de beleidsnota een verkiezingsnota is. Men start met een dossier bij het begin van de legislatuur en dan loopt dit door tot de eindfase. Wat betreft het laag democratisch gehalte ben ik het hierover niet eens. De vormgeving van de nieuwe “info” is in handen van een werkgroep “communicatie” en het College houdt zich hier niet mee bezig; de infokrant komt hoofdzakelijk tot stand door ambtenaren. Wat het politiereglement betreft is de juriste nu begonnen met teksten te schrijven en deze zijn zelfs nog niet in het College gekomen. Een eerste bespreking gebeurt in het College na nieuwjaar en daarna ten gepast tijde zal deze voorgelegd worden in de Gemeenteraad. In de verkeerscommissie is alleen de schepen van mobiliteit vertegenwoordigd en niet het ganse college. Audit van de brandweer: collega Vanassche heeft een kopie van het rapport en ik ga een debat aangaan met alle brandweerlieden niet enkel met de officieren alleen. Wij hadden een handelscomité waarin alle deelgemeenten vertegenwoordigd waren. Men kan ons niet verwijten dat wij het economisch kader niet steunen. Wat de doortocht van het zwaar verkeer betreft in de gemeenten Moen en Heestert wordt dit een moeilijk dossier temeer dat de gemeente Avelgem onze mening niet deelt. De realisatie van de ontsluiting van zwaar verkeer in Zwevegem is een dossier van deze legislatuur. Onze brandweer is goed voorzien van alle materiaal en zij gaan zelfs een autopomp verkopen aan Anzegem. Ze gaan dit geld reserveren om wat werken te doen voor de brandweer.” Schepen Eliane SPINCEMAILLE deelt mede : “Ik wil nog een aanvulling doen in verband met de doortocht zwaar verkeer in Moen en Heestert. Het Provinciaal ruimtelijk structuurplan is in herziening en daar ligt de sleutel. We vragen de fracties in de oppositie om ons te steunen.” De burgemeester zegt dat we hemel en aarde bewogen hebben om de fietstunnel onder de N391 er door te krijgen. Raadslid Luc VANASSCHE hoopt dat het resultaat van de audit in besloten zitting van de Gemeenteraad zal voorgelegd worden. De Burgemeester zegt dat dit zal gebeuren. Raadslid Gerard AMELYNCK deelt mede : “Ik ben de dienst dankbaar omdat er niet alleen over de cijfers een toelichting werd gegeven. Het was veel meer dan dat. We stellen vast dat het budget een kopie is van 2011 en weinig ambitieus. We vinden het een tekst vol gelatenheid en weinig enthousiasme, alles komt op ons af, een tekst zonder veel oplossingen voor de toekomst en een tekst die de Zwevegemnaar niet zal bekoren. Samengevat: we zitten er niet goed voor, hebben een beetje boven onze stand geleefd, hebben grote projecten opgezet en een beetje moeten lenen maar geen zorgen we komen er wel bovenop. Het is een moment om terug te blikken op de legislatuur: 2012 vergelijken tov 2007. Exploitatiebudget: we stellen vast: evenwicht tussen ontvangsten en uitgaven in 2007 positief resultaat, nu negatief; hoe kunnen we dit verklaren? Ontvangsten: oorzaak is niet terug te vinden in de ontvangsten want die stijgen ondanks daling drijfkrachtbelasting; conclusie: andere oorzaak; uitgaven: we geven 4 miljoen meer uit dan in 2007; er zijn de stijgende personeels- en werkingskosten. Aanbevelingen: toestand verbeteren via project van IIP en samenwerking tussen gemeente en ocmwdiensten ; meer efficiëntie en intense samenwerking. Werkingstoelagen: Toelage politiezone Mira 8 % meer in 2012 dan in 2007; moet de gemeente dit allemaal betalen? Toelage aan OCMW: voor de reguliere werking is dit geen probleem maar de overschotten op de toelage oppotten voor toekomstige projecten is niet goed. Gevolg: leningen door gemeente zijn te vermijden terwijl OCMW reserves aanlegt. Werkingskosten energie kost ons veel meer; de eigenlijke werkingskosten blijven stabiel tegenover 2007 dankzij
het
samendrukbaarheidsprincipe.
De
schulduitgaven
kunnen
gedrukt
worden
door
schuldherschikking. Buitengewone dienst: we stellen een terugval van de investeringen vast, zijn er geen nieuwe projecten meer? Uitstaande leningen: + 10 miljoen euro, de gemeente leent boven haar eigen draagkracht, de schuldenlast drukt teveel op de exploitatie. Reservefonds: hierover is er weinig te zeggen.
Besluiten: gemeente zal zeer creatief moet zijn om nog iets te realiseren: 1/ we zullen de winkel behoorlijk moeten laten functioneren; 2/ geen grote fouten meer maken zoals niet anticiperen op vergrijzing, pensioenlast….lokaal pact had men beter geïnvesteerd in de pensioenproblematiek; 3/ inspelen op behoeften inwoners; besparen door toepassen samendrukbaarheidsprincipe was slechts tijdelijk toepasbaar m.a.w.: de belastingen zullen stijgen.” Raadslid Marc CLAEYS deelt mede : “Ik dank het financieel team voor de uitleg op de commissie. Mijn visie op de beleidsnota: vlug een aantal projecten aankondigen en geen belastingsverhogingen. Ik verschil van mening met raadslid Marc Doutreluingne, dit is m.i. een atypische begroting voor het laatste jaar van de legislatuur. De politiek heeft de structuren gecreëerd van de intercommunales en is er nu het slachtoffer van. Legislaturen lang volgt men het beleid van die intercommunales (zie Leiedal en Imog, twee belangrijke spelers). We spreken hier slechts over getrapte democratie waarvoor er te weinig verantwoording wordt afgelegd. Pensioenen politie : was te voorzien (eigenlijk al bij hervorming) hopelijk krijgen we niet hetzelfde voor de brandweer. Ik pleit er voor om ons te laten bijstaan door experts. De afsprakennota met de kerkbesturen zal herzien worden – ik heb deze nog nooit gezien. Algemene opmerking: (eigenlijk niet typisch voor CD&V-meerderheid maar wel door absolute meerderheid) – men is te weinig kritisch; men zou meer gebruik kunnen maken van commissievergaderingen. Dit zou de creativiteit bevorderen en beslissingen een breder draagvlak geven. Positief zijn de inspanningen voor de voetwegen en fietspaden en de oprichting van de klusjesdienst. Vragen: -
Dienstverlening staat of valt met opleidingplan? Is dit ok?
-
p 36 aankoop meubilair van 200.000 naar 400.000 euro?
-
verkeer wegen 16.000 euro voor verkeersborden ook voor OC Ter Streye want oneerlijk – wat is rechtsgeldigheid?
-
p 68 43.000 euro?
Onze fractie zal het budget niet goedkeuren wat we jammer vinden, want we willen constructief meewerken aan het beleid maar vragen een grotere betrokkenheid bij een aantal dossiers via commissievergaderingen.” Burgemeester Claude VANWELDEN neemt het woord : “De pensioenen voor de politie betekenen voor Zwevegem op termijn een meerkost van 600.000 euro. Wij geven niet alles aan intercommunales, hiervan zijn er veel voorbeelden op het vlak van stedenbouw. Op het vlak van samenwerken kunnen we een aantal voorbeelden geven: aanwervingen zie archivaris Kuurne en Zwevegem; zie zwembad Deerlijk intergemeentelijke samenwerking; zie ook sterke besturen en zwembad in Kortrijk en vernieuwing milieuvergunning voor ons zwembad; school in Heestert is een project op middenlange termijn; opleiding voor het personeel kadert binnen IIP; samendrukbaarheid voor politie is niet juist want 85% van de uitgaven hebben betrekking op personeel, er zijn geen reserves en we gaan rationaliseren in overuren.” Schepen SPINCEMAILLE neemt het woord : “Ik verwijs graag naar het artikel in lokaal over de gemeentefinanciën. Wij zijn niet enige gemeente die exploitatie niet sluitend kunnen maken, wij botsen op grenzen zoals bijvoorbeeld de onderhoudspremie die afgeschaft is, bijkomende taken van hogerhand… Wij moeten besparen maar koken kost geld. In 2011 werden geen leningen aangegaan. Van een aantal projecten zijn er nog toewijzingen in 2011 maar volgt de uitvoering in 2012. Een verkiezingsjaar is traditioneel veel beloven maar wij hebben dit niet gedaan, wij gaan ons verder inzetten voor de grote projecten die lopende zijn en mogen niet vergeten dat de gevolgen van de rioleringsproblematiek hallucinant zullen zijn. Wat betreft de vragen zullen we dit opzoeken en U bezorgen via email.
Raadslid Veerle Servayge neemt het woord : “We zijn het met vele punten eens toch hebben we over een paar punten opmerkingen: We verwijzen naar wat er gebeurd is met de gemeentelijke holding en Dexia en de hoge uitgaven voor de pensioenen. Wij vragen om voorzichtig te zijn en uitgaven onder controle houden maar gaan het budget niet goedkeuren.” 46. Vaststelling van de gemeentelijke bijdrage voor 2012 aan de Politiezone Mira. Bevoegdheid - Gemeentedecreet artikel 42 en 43, §2, 15°. - Koninklijk besluit van 7 april 2005, artikel 2 houdende de nadere regels inzake de berekening en de verdeling van de gemeentelijke dotaties in de schoot van een meergemeentepolitiezone (Belgisch Staatsblad, 20 april 2005), gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 5 augustus 2006 (Belgisch Staatsblad, 24 augustus 2006), 29 juni 2008 ( Belgisch Staatsblad, 10 juli 2008 ) en 8 maart 2009 (Belgisch Staatsblad, 18 maart 2009). Juridische grond - Besluit van de gemeenteraad van 20 december 2011 waarbij het budget 2012 van de gemeente werd vastgesteld en waarin tevens de gemeentelijke bijdrage aan de Politiezone Mira voor 2012 werd vastgesteld op 1.785.328 euro. Verwijzingsdocumenten - Omzendbrief BA-2002/12 van 27 september 2002 betreffende het administratief toezicht op de gemeenten en de politiezones. Verzoek Op basis van het budget van de Politiezone Mira zoals vastgesteld door het Politiecollege in zitting van 6 december 2011. Adviezen, machtigingen, akkoorden, … Visum van de financieel beheerder conform artikel 94 1° en artikel 160 §2 van het gemeentedecreet. Motivering Er wordt een gemeentelijke dotatieverhoging vooropgesteld van 2 %. Financiële gevolgen
Overzicht Budgetjaar
Budgetartikel
Raming incl. btw
2012
330/435-01
1.785.328 euro
BESLUIT 21 stemmen voor (Claude Vanwelden, Eliane Spincemaille, Noël Hoogstoel, Dirk Vanluchene, Ann Cosaert, Isabelle Degezelle, Dirk Desmet, Stephaan Dendoncker, Willy Bulcaen, Sabine Poleyn, Yves Goemaere, Andres Vandenborre, Bart Dewaele, Eric Francoys, Christine Desmet, Greet Lateur, Marc Claeys, Marc Desloovere, Ghislain Blomme, Veerle Servayge, Marie-Therese Callens) 4 stemmen tegen (Yvan Nys, Gerard Amelynck, Luc Vanassche, Antoon D'Haene) Artikel 1 De gemeentelijke tussenkomst voor 2012 aan de Politiezone MIRA ten bedrage van 1.785.328 euro goed te keuren onder voorbehoud van goedkeuring van het budget 2012 in de politieraad. Artikel 2 De nodige kredieten zullen benomen worden van artikel 330/435-01 van het budget 2012.
B1. Goedkeuring aanpassing van bijlage 1 van de overeenkomst tussen de gemeente zwevegem en de VMW, overeenkomstig artikel 6 § 3 van het decreet van 24 mei 2002 betreffende water voor menselijke aanwending : - goedkeuring machtiging Schepencollege tot ondertekening – vaststelling bijdrage voor opvang en transport van afvalwater – vaststelling bijdrage voor de eigen waterwinners – vaststelling bijdrage IBA’s in collectieve exploitatie. Bevoegdheid - Wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht in hoofde van administratieve overheden. - Gemeentedecreet artikel 42 en 43, §2, 15°. - Gemeentedecreet artikel 145. - Decreet van 24 mei 2002 betreffende water voor menselijke aanwending dat aan de VMW een eigen verplichting oplegt om het aan haar abonnees geleverde water te saneren. - Artikel 59 van het decreet van 23 december 2005 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2006 dat een afdeling V en een artikel 16 quinquies ingevoerd heeft in voornoemd decreet van 24 mei 2002, waardoor het mogelijk wordt eveneens een vergoeding aan te rekenen aan de gebruikers van een eigen waterwinning. Juridische grond - Besluit van de gemeenteraad van 21 maart 2005 betreffende goedkeuring af te sluiten overeenkomst tussen de gemeente Zwevegem en de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening met betrekking tot de sanering van het door de VMW aan haar abonnees geleverde water in de zin van art. 6 bis § 3 van het decreet van 24 mei 2002 betreffende water bestemd voor menselijke aanwending. - Besluit van de gemeenteraad van 19 december 2005 betreffende goedkeuring aangepaste overeenkomst tussen de gemeente Zwevegem en de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening met betrekking tot de sanering van het door de VMW aan haar abonnees geleverde water in de zin van art. 6 bis § 3 van het decreet van 24 mei 2002 betreffende water bestemd voor de menselijke aanwending. - Besluit van de gemeenteraad van 18 december 2006 betreffende goedkeuring van de overeenkomst tussen de gemeente Zwevegem en de VMW overeenkomstig art. 6 bis § 3 van het decreet van 24 mei 2002 betreffende water voor menselijke aanwending : goedkeuring machtiging Schepencollege tot ondertekening, vaststelling van een bijdrage voor de opvang en het transport van afvalwater, vaststelling bijdrage voor de eigen waterwinners. - Besluit van de gemeenteraad van 17 december 2007 betreffende goedkeuring van de aanpassing van bijlage 1 van de overeenkomst tussen de gemeente Zwevegem en de VMW overeenkomstig art. 6 bis § 3 van het decreet van 24 mei 2002 betreffende water voor menselijke aanwending : goedkeuring machtiging Schepencollege tot ondertekening, vaststelling van een bijdrage voor de opvang en het transport van afvalwater, vaststelling bijdrage voor de eigen waterwinners. - Beslissing dd. 8 juli 2005 van de Dienst Voorafgaande Beslissingen in Fiscale Zaken betreffende de BTWbehandeling van de gemeentelijke en bovengemeentelijke saneringsbijdrage. Verwijzingsdocumenten Schrijven van de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening d.d. 13 december 2011 betreffende tarief zuivering 2012 – maximale afvoerbijdrage en afvoervergoeding 2012 – collectieve IBA’s. Situering Er is een voorstel van tariefaanpassing voor de bovengemeentelijke saneringsbijdrage ( bijdrage zuivering ) en gemeentelijke saneringsbijdrage ( bijdrage afvoer ) overgemaakt aan VMM die deze ter goedkeuring zal voorleggen aan het kabinet. Het voorstel voor tarief 2012 is : bovengemeentelijke saneringsbijdrage : 0,9313 euro/m³. Het maximaal tarief voor de gemeentelijke saneringsbijdrage wordt dan 1,3038 euro/m³ ( BGSB*1,4 ).
De afvoerbijdrage ( op iedere factuur drinkwater in rekening gebracht op basis van het afgenomen volume met aanrekening van 6 % BTW ) en de afvoervergoeding ( voor eigen waterwinners in principe eenmaal per jaar aangerekend met 21 % BTW ) zijn gelijk. Nieuw is dat voor de aanrekening aan het maximaal tarief voor de gemeentelijke saneringsbijdrage/ vergoeding bij een IBA in collectieve exploitatie door de gemeente of de rioolbeheerder een extra clausule aan het contract moet worden gevoegd, alsook op de bijlage van de tariefbepaling. Het maximaal tarief voor de gemeentelijke saneringsbijdrage/vergoeding bij een IBA in collectieve exploitatie door de gemeente of de rioolbeheerder wordt dan 2,2351 euro/m³ ( BGSB*2,4 ). Motivering Voorliggend ontwerp van aangepaste bijlage 1 aan de overeenkomst op voorstel van de VMW. De gemeenteraad dient de bijdrage voor opvang en transport ( BOT ) vast te stellen van het van abonnees afkomstige afvalwater en de vergoeding aan te rekenen aan de eigen waterwinners ( VEW ) als bijdrage in de kosten voor het opvangen en transporteren van huishoudelijk afvalwater, die van toepassing zal zijn vanaf 1 januari 2012. Het is aangewezen de aanpassingen van de BOT/VEW jaarlijks automatisch te laten aanpassen aan de evolutie van de bovengemeentelijke saneringsbijdrage. BESLUIT EENPARIG Artikel 1 Goedkeuring te verlenen aan de bijlage bij dit besluit gevoegd ontwerp van bijlage aan de overeenkomst met de VMW en het college van burgemeester en schepenen te machtigen deze overeenkomst te ondertekenen. Artikel 2 De bepalingen van deze bijlage aan de overeenkomst te laten ingaan per 1 januari 2012.
BIJLAGE 1: Vaststellen van de tarieven van de BOT en de VEW De BOT en de VEW worden vanaf het boekjaar 2012 als volgt vastgesteld:
A.
lozing in afvoersysteem gemeente
van 0 tot 6 000 m3: gelijk aan de bovengemeentelijke saneringsbijdrage (BGSB) * toegelaten verhogingscoëfficiënt van 6001 tot 60 000 m3: gelijk aan de bovengemeentelijke saneringsbijdrage (BGSB) * toegelaten verhogingscoëfficiënt * 50 % boven de 60 000 m3: gelijk aan de bovengemeentelijke saneringsbijdrage (BGSB) * toegelaten verhogingscoëfficiënt * 25 %
B.
afvoer naar collectieve IBA
gelijk aan SZB * toegelaten verhogingscoëfficiënt; Aangeslotenen aan de collectieve IBA die bedrijfsafvalwater lozen worden een evenredig deel van de werkelijke kosten van deze collectieve IBA aangerekend. Deze regeling geldt zowel voor de BOT als voor de VEW. De bijdrage/vergoeding wordt aangerekend aan de klanten van de VMW en de eigen waterwinners. De BOT is onderworpen aan het BTW – tarief van 6%. De VEW is onderworpen aan het BTW – tarief van 21%. Abonnees en eigen waterwinners kunnen een vrijstelling bekomen van de BOT respectievelijk de VEW om economische, ecologische en sociale redenen op hun domicilieadres, voor zover zij voldoen aan de voorwaarden opgesomd in de lijst van vrijstellingen, die geldt op het bovengemeentelijk niveau overeenkomstig artikel 16quinquies juncto 16 ter §3 van het Decreet.
Telkens een verbruiker wordt aangesloten op een collectieve door de gemeente uitgebate IBA, zal de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening hiervan in kennis gesteld worden. Dit gebeurt middels het sturen van een attest van indienstelling. Klanten met een industrieel verbruik (ruim te interpreteren als elk verbruik dat niet voor het huishoudelijk gebruik is bestemd) en landbouwers die aangesloten worden op een IBA in gemeentelijke exploitatie dient de werkelijke kost van de exploitatie aangerekend worden en kan dit niet meer via de drinkwaterfactuur. In dit geval zal dus aan VMM gemeld worden dat er een IBA aanwezig is. De aanrekening van de component zuivering zal buiten de drinkwaterfactuur of de vergoeding voor eigen water gebeuren. Er zal driemaandelijks een transportfactuur gestuurd worden naar de VMW na voorafgaandelijke ruggespraak tussen de Gemeente en de boekhouding van de provinciale directie West Vlaanderen. De gefactureerde bedragen, min de administratieve kosten, zullen zo afgerekend worden. Namens VMW
Namens de Gemeente Zwevegem
Ir Bernard Breda
Claude Vanwelden
Jan Vanlangenhove
Directeur-generaal
burgemeester
secretaris
Addendum: aanpassing aanrekening bijdrage en vergoeding Artikel 3 en 4 van het contract voor het sanering van afvalwater, worden vervangen door; Artikel 3. Bijdrage voor opvang en transport (BOT)
3.1.
De VMW rekent, conform de bepalingen van artikel 16 bis van het Decreet, aan haar abonnees op het grondgebied van de gemeente Zwevegem een bijdrage aan voor het opvangen en transporteren (BOT) van het afvalwater van abonnees naar de in overleg met door de bevoegde overheid aangeduide plaats (bv. collectoren en/of zuiverings-installaties voor wat huishoudelijk afvalwater betreft, oppervlaktewater voor wat hemelwater betreft,…), en het desgevallend opvangen, transporteren en zuiveren van voormelde afvalwater naar en in een KWZI. Deze BOT wordt berekend per m3 geleverd drinkwater. (1) voor huishoudelijk gebruik: de BOT x het aantal geleverd m³ drinkwater; (2) voor de landbouwers wordt vastgesteld dat het grootste deel van het geleverde drinkwater niet geloosd wordt in de riolerings – of andere infrastructuur, inbegrepen de gemeentelijke grachten en sloten. Op deze basis komt het redelijk voor dat dezelfde procentuele korting wordt toegestaan, als deze voor de bovengemeentelijke saneringsbijdrage. Deze korting steunt op cijfermateriaal afkomstig van de Economische Toezichthouder. (3) Voor de andere verbruikers wordt vastgesteld (op basis van de analyse van de Economische Toezichthouder) dat het grootste deel van het geleverde drinkwater terug geloosd wordt in de riolerings – of andere infrastructuur, inbegrepen de gemeentelijke grachten en sloten. Als algemene regel wordt dan ook de aanrekening van de BOT op het volledig geleverde
m³
drinkwater
vastgesteld. De tarieven van de BOT worden opgenomen in de Bijlage 1.
3.2.
3.3.
Indien er, op basis van een door de Economische Toezichthouder goedgekeurde waterbalans, een redelijkerwijze groot verschil kan worden aangetoond tussen het door de VMW aan de abonnee geleverde water en het door de abonnee geloosde water, kan op basis van de geloosde m³ aangerekend worden. De abonnee kan hiertoe te allen tijde een gemotiveerde aanvraag indienen. Abonnees kunnen een vrijstelling bekomen van de BOT om economische, ecologische en sociale redenen op hun domicilieadres, voor zover zij voldoen aan de voorwaarden opgesomd in de lijst van vrijstellingen, die geldt op het bovengemeentelijk niveau overeenkomstig artikel 16ter §3 van het Decreet.
3.4.
3.5.
3.6.
Voor de verbruikers met enkel particulier afvalwater aangesloten op een IBA in collectieve exploitatie door de gemeente of rioolbeheerder wordt de BOT berekend per m3 geleverd water x tarief BOT bepaald voor IBA’s in collectieve exploitatie. Verbruikers met een gedeelte niet-particulier verbruik en landbouwers die aangesloten worden op een IBA in collectieve exploitatie door de gemeente of rioolbeheerder wordt de werkelijke kost van de exploitatie aangerekend. Telkens een verbruiker wordt aangesloten op een collectieve door de gemeente of rioolbeheerder uitgebate IBA, zal de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening hiervan in kennis gesteld worden. Dit gebeurt middels het sturen van een attest van indienstelling met een lijst van de aangesloten adressen. De regeling inzake verliesverbruik geldt eveneens voor de BOT en wordt toegepast volgens de procedures van kracht bij de VMW.
Artikel 4. Vergoeding voor eigen waterwinners (VEW) 4.1. VMW rekent, conform de bepalingen van artikel 16 quinquies van het Decreet, aan eigen waterwinners op het grondgebied van de gemeente Zwevegem een vergoeding (VEW) aan als bijdrage in de kosten voor het opvangen en transporteren naar de in overleg met de bevoegde overheid aangeduide plaats (bv. collectoren en/of zuiveringsinstallaties voor wat huishoudelijk afvalwater betreft, oppervlaktewater voor wat hemelwater betreft,…), en het desgevallend opvangen, transporteren en zuiveren naar en in een KWZI, van afvalwater van eigen waterwinners. De VEW wordt, overeenkomstig hetgeen werd bepaald voor de BOT in artikel 3 van deze overeenkomst, berekend per m3 water opgenomen via de eigen waterwinning als volgt, exclusief BTW: (1) voor huishoudelijk gebruik: - voor de particuliere verbruikers die eveneens over een aansluiting bij de VMW beschikken: 10 m3 per gedomicilieerde persoon; - voor de particuliere verbruikers die niet over een aansluiting bij de VMW beschikken: 30 m 3 per gedomicilieerde persoon; - voor de rechtspersonen verbruikers zonder VMM dossier: 500 m3 (2) voor de landbouwers wordt vastgesteld dat het grootste deel van het opgenomen water niet geloosd wordt in de riolerings – of andere infrastructuur, inbegrepen de gemeentelijke grachten en sloten. Op deze basis komt het redelijk voor dat dezelfde procentuele korting wordt toegestaan, als deze voor de bovengemeentelijke saneringsbijdrage. Deze korting steunt op cijfermateriaal afkomstig van de Economische Toezichthouder. (3) Voor de andere verbruikers wordt vastgesteld (op basis van de analyse van de Economische Toezichthouder) dat het grootste deel van het opgenomen water terug geloosd wordt in de riolerings – of andere infrastructuur, inbegrepen de gemeentelijke grachten en sloten. Als algemene regel wordt dan ook de aanrekening van de gemeentelijke bijdrage op de volledig opgenomen m³ vastgesteld..
4.2.
4.4.
De VEW wordt bepaald op basis van de gegevens voor eigen waterwinning zoals medegedeeld door de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM). De tarieven van de VEW zijn opgenomen in de Bijlage 1. Indien er, op basis van een door de Economische Toezichthouder goedgekeurde waterbalans, een redelijkerwijze groot verschil kan worden aangetoond tussen het door de eigen waterwinner opgenomen en het geloosde water, kan op basis van de geloosde m³ aangerekend worden. De eigen waterwinner kan hiertoe te allen tijde een gemotiveerde aanvraag indienen. Eigen waterwinners kunnen een vrijstelling bekomen van de VEW om economische, ecologische en sociale redenen op hun domicilieadres, voor zover zij voldoen aan de voorwaarden opgesomd in de lijst van vrijstellingen, die geldt op het bovengemeentelijk niveau overeenkomstig artikel 16quinquies juncto 16 ter §3 van het Decreet.
4.5.
Voor de verbruikers met enkel particulier afvalwater aangesloten op een IBA in collectieve exploitatie door de gemeente of rioolbeheerder wordt de VEW berekend op het volume zoals hierboven bepaald x tarief VEW bepaald voor IBA’s in collectieve exploitatie. Verbruikers met een gedeelte niet-particulier verbruik en landbouwers die aangesloten worden op een IBA in collectieve exploitatie door de gemeente of rioolbeheerder wordt de werkelijke kost van de exploitatie aangerekend. Telkens een verbruiker wordt aangesloten op een collectieve door de gemeente of rioolbeheerder uitgebate IBA, zal de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening hiervan in kennis gesteld worden. Dit gebeurt middels het sturen van een attest van indienstelling met een lijst van de aangesloten adressen.
De zitting wordt gesloten om 22.49 uur.
Namens de gemeenteraad: De gemeentesecretaris
De burgemeester
Jan Vanlangenhove
Claude Vanwelden