VERSLAG VAN DE CURSUS STUDIEVAARDIGHEDEN VOOR EERSTEJAARS BOUWKUNDE STUDENTEN SEPTEMBER - DECEMBER 1989. rapport Dr. 29.
Drs. J. Blankestijn
BSP/juni 1990.
VERSLAG VAN DE CURSUS STUDIEVAARDIGHEDEN VOOR EERSTEJAARS BOUWKUNDE STUDENTEN,
SEP~ER
- DECEMBER 1989
In juni 1989 werd het Bureau studentenpsychologen benaderd door het faculteitsbestuur van Bouwkunde met de vraag een cursus studievaardigheden te organiseren voor eerstejaars studenten. Bet doel van deze cursus zou in de eerste plaats een verbetering van het studierendement moaten zijn. Bet Bureau atudentenpsychologen was bereid een cursus te organiseren, waarbij de voorkeur uitging naar een eerste trimester cursus (voor studenten die het te goed willen doen) en een tweede trimester cursus (voor studenten met tegenvallende studieresultaten). De Iaculteit wilde graag een cursus voor aIle eerstejaars. Diteindelijk werd gekozen voor onderataande opzet, waarvan de uitvoeriDg plaatsvond door twee studentassistenten van het Bureau studentenpsychologen onder supervisie van ondergetekende. De cursusoEzet De cursus studievaardigheden, zoals die normaal door het bureau studentenpsychologen wordt verzorgd, telt 7 bijeenkomsten van
1~
uur.
Daze cursus zou teveel tijd en mankracht vergen wanneer aIle eerstejaars bouwkunde-studenten mee zouden doen. Daarom is gekozen voor de volgende opzet: - een inleidend college (45 minuten) in de 2e collegeweek van het eerste trimester, - per ateliergroep 2 cursusbijeenkomsten van
l~
uur.
Bet inleidend colleae vin.dt plaats op woensdag 13 september 1989 (2e collegeweek). Ondergetekende presenteert de opzet van de cursus, vertelt een en ander over studievoortgang en tijdbesteding en maakt de aanwezige studenten attent op een aantal veel voorkomende studietechnische fouten. De belangstel1ing voor dit college is goed (volle zaal).
-]-
De cursusbileenkomaten worden verzorgd door 2 studentassistenten van het Bureau studentenpsychologen. Elke ateliergroep volgt 2 bijeenkomsten, in de regel op woensdag, met een onderbreking van 1
A 2 weken.
De P-oaderwijscoordinator, dhr. Smulders, zorgt voor het inroosteren van de bijeenkomateu (tijdens het atelierwerk), daarbij rekening houdend met een goede spreiding van de bijeenkomsten over bet trimester. In de eerste cursusbijeenkomst komen de volgende onderwerpen aan bod. - tijdbesteding en studieplanning. Tijdens het inleidend college is de deelnemers gevraagd om in de week voorafgaand aan de Ie cursusbijeenkomst een tijdbestedingsformulier in te vullen, zodat dit onderwerp aan de hand van concrete ervaringen van studenten kan worden besproken. - het volgen van colleges, - het bestuderen van theorie. De deelnemers krijgen als opdracht voor de tweede bijeenkomst: het maken van een weekplanning en het uitvoeren van deze planning. De onderwerpen van de tweede bijeenkomat zijn: - studiep1anning, De ervaringen van de deelnemers met het maken en uitvoeren van een weekp1anning worden besproken. - het op1ossen van vraagstukken, - examen doen. De cursusbege1eiders geven per onderwerp aan wat de beste studietechniek is en i11ustreren dit, waar mogelijk, met voorbeelden uit het eerstejaars Bouwkunde-programma. De kleine groepsomvang biedt vo1doende ruimte voor groepsdiscussie over de gepresenteerde technieken en het uitwisselen van ervaringen. Alle deelnemers ontvangen aan het begin van de eerste bijeenkomst een dictaat met uitvoerige informatie over a11e behandelde onderwerpen. De bijeenkomsten vinden plaats in zalen van het bureau studentenpsychotogen en niet in de ateliers omdat die vanwege de opste1ling (tekentafels) minder gesehikt zijn voor een bij de cursus passende werkvorm. -2-
Evaluatie Het is mij in de afgelopen jaren duidelijk geworden dat een cursus studievaardigehden het meeste effect sorteert wanneer: - de student en cursusleider precieze informatie hebben over de tekortkamingen in het studeergedrag van de betreffende student. Deze informatie kan d.m.v. vragenlijsten en/of een individueel gesprek voorafgaand aan de cursus verkregen worden. - de student weet !!! hij moet veranderen in zijn studeergedrag en hoe (methoden en technieken). - de student de kans krijgt am met behulp van op de studie afgestemde oefeningen en opdrachten nieuwe methoden en technieken uit te proberen. - de student persoonlijke feedback krijgt van de cursusleider op de uitgevoerde oefeningen en opdrachten. - de student er zelf van overtuigd is dat verbeteren van z'n studeergedrag noodzakelijk is. Ret veranderen van ingeslepen studiegewoonten kost behoorlijk wat energie en lukt niet zonder goede motivatie. Met name het laatste punt is er de oorzaak van dat een min of meer verplichte cursus voor aIle eerstejaars betrekkelijk weinig effekt heeft; de meeste studenten kamen er niet toe de aangeboden methoden en technieken in de praktijk toe te passen. In het tweede trimester zullen meer studenten gemotiveerd zijn voor een cursus (hoeveel hangt af van de tentamenresultaten). Ret bezwaar van een tweede trimester cursus is echter dat sommige studenten zo teleurgesteld zijn door tegenvallende tentamenresultaten in het eerste trimester dat zij al besluiten de studie direct of aan het eind van het studiejaar te staken.
V~~r
deze
studenten (en dat zijn lang niet altijd de slechtste) kamt een cursus studievaardigheden in feite te laat. Een ander nadeel van een algemene cursus voor aIle eerstejaars is, dat de peraOODlijke feedback gering ia. Daardoor bestaat het risico dat studenten de aangeboden methoden en technieken verkeerd toepassen en, teleurgesteld omdat de verwachte effecten uitblijven, weer terugvallen in hun oude patroon.
-4-
Aanbevelinaen Om
bovengenoemde bezwaren te ondervangen is op de faculteiten Bedrijfs-
kunde. Natuurkunde en Werktuigbouwkunde gekozen voor een andere opzet. Daze faculteiten organiseren in bet eerste, tweede en soms ook derde trimester studievaardigheidscursussen voor P-studenten. De cursuesen (7x l~ uur; 8 - 10 deelnemers) worden gegeven door studentassistenten van de betreffende faculteit (in de regel twee; aantal eenheden 1
~
2
per assistent). Het Bureau Studentenpsycbo1ogen zorgt voor training en begeleiding van studentassiatenten, vaak in over leg met de studieadviseur. De ervaring is dat zo'n 20% van de eerstejaars aan een cursus deelneemt -mits de publiciteit in orde is- en daar zeer tevreden over is. Ren altematief is bet integreren van bet studievaardigheidsonderricht in bet onderwijsprogramma, bijvoorbeeld door het tot een vast onderdeel van het atelierwerk te maken gedurende het eerste en tweede trimester. De uirvoering biervan zou verzorgd kunnen worden door de atelierbegeleiders, eventueel in samenwerking met bet Bureau Studentenpsychologen. Dit idee is niet nieuw: in zijn periode a1s studieadviseur van Bouwkunde heeft Piet van Drunen getracht een dergelijke integratie tot stand te brengen. Hoewel tijdsduur en frequentie niet vooraf vastlagen, werd in de ateliers regelmatig aandacht besteed aan studievaardigheidsaspecten. Deze opzet ligt in feite in het verlengde van de opzet die dit jaar gekozen is. Het gevaar is dan ook niet denkbeeldig dat zich hetzelfde nadeel voordoet, namelijk dat door een gebrek aan interesse bij de studenten de effekten beperkt zijn.
-5-