excursiegids
17-20 mei 2006 samengesteld door studenten van de opleiding Bouwkunde
inhoudsopgave Voorwoord Analyse van de stad Geschiedenis van de stad Gebouwen van “na de muur” Gebouwen van “voor de muur” Recente ontwikkelingen Colofon 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27
2
Berliner Hauptbahnhof Zeughaus Holocaust Denkmal Fire and Police headquarters Zoölogischer Garten, Hippo Hall & Penguin Pool Nederlandse Ambassade DG-bank Jüdisches Museum Kansleramt Kaufhaus Friedrichtstrasse Kaufhaus Friedrichtstrasse Sony Center Rijksdag gebouw Nordische Botschaften: Finland Nordische Botschaften: Iceland Nordische Botschaften: Norway Nordische Botschaften: Sweden Nordische Botschaften: Denmark Daimles Chrysler building Velodrom und Schwimmhalle DaimlerChrysler Quartier Gemäldegalerie Levi Strass Oberschule woningbouwcomplex Quartier Schützentstrasse Akademie der Künste Kant Dreieck
30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53
3 4 14 35 130 208 211 Bauhaus Archiv Staatsbibliothek Fernsehturm Neue Nationalgalerie Philarmonie und Kammermusiksaal Berlijnse muur Le Corbusier House Haus der Kulturen der Welt Russische Botschaft Funkturm Kaufhaus des Westens U-bahn Kaiser Wilhelm Gedächtniskirche Rijksdag gebouw S-bahn Zoölogischer Garten Altes Museum Brandenburger Tor Berliner Dom Deutscher Dom Zeughaus Französischer Dom Schloss Charlottenburg Schloss Charlottenburg
voorwoord Al enkele jaren organiseert de opleiding Bouwkunde van de Hogeschool Zeeland tweedaagse excursies naar een metropool. De eerste dag gaan we met de bus rondom de stad, tweede dag met de metro en te voet door de stad gebouwen bekijken. De afgelopen jaren gingen we naar Parijs (2002 en 2004) en Londen (2005). Dit jaar is de excursie een onderdeel van het studieonderdeel “Gebouwbeschouwingen” en gaan we naar Berlijn. In “Gebouwbeschouwingen” ontwikkelen de studenten het zogenaamde “bouwkundige oog”, een soort X-ray-vision. Al kijkend kan een student zich een oordeel vormen van het gebouw en zijn omgeving, de materialen en de functies. Ieder jaar programmeren docenten van de opleiding dit studieonderdeel rondom een metropool. Alle studenten van het eerste jaar analyseren twee gebouwen en geven ter plekke presentaties. Ook onderzoeken zij per groep een deel van de geschiedenis van de stad. De analyse van de gebouwen omvat in elk geval het volgende: • Een biografie van de ontwerper, waarin nog drie andere gebouwen van de ontwerper worden opgenomen • De werkelijke gebouwanalyse, onderverdeeld in de volgende onderdelen: 1. Site, ligging, belendingen, bouwmassa, geleding 2. Hoofdvorm, afmetingen 3. Façade, dakvorm, entree, deuren en ramen 4. Functie, gebruik, ouderdom, geschiedenis en onderhoudstoestand 5. Plattegronden, constructie, interieur, meubilair en licht. 6. Opdrachtgever, programma van eisen 7. Ecologische aspecten en maatschappelijke context. 8. Bouwmaterialen • In het werkstuk worden minimaal geveltekeningen en plattegronden, naast duidelijke foto’s verwerkt. • Naast de analyse wordt per gebouw toeristische informatie in een klein overzichtelijk blokje weergegeven De inhoud van deze excursiegids is samengesteld door de studenten zelf. Wie welke analyse heeft gemaakt staat middels een nummer onder aan de pagina weergegeven. In het colofon is terug te vinden welke namen bij de nummers horen. Ook de gebouwen hebben nummers. Dat zijn nummers die corresponderen met de nummers op de gebouwenlijst die aan het begin van het semester aan de studenten is verstrekt. Ik wens u veel leesplezier bij uw wandeling langs en door gebouwen en parken in Berlijn. Peter van Tilburg, Head Of Department Environment & Applied Science
3
Berlijn en andere metropolen In dit deel gaan we Berlijn vergelijken met andere metropolen in Europa (Brussel, Parijs, Londen). Metropool Aantal inwoners Oppervlakte Bevolkingsdichtheid Berlijn 3,4 miljoen 900 km2 3000 inw./km2 Parijs 2,2 miljoen 105 km2 20000 inw./km2 2 Londen 12 miljoen 8000 km 1500 inw./km2 Brussel 144 duizend 33 km2 4440 inw./km2 Sinds 1990 is Berlijn weer de trotse hoofdstad van Duitsland. Bovendien een herenigde stad, waar veel sporen van de deling zo snel mogelijk zijn uitgewist. In Berlijn is de Duitse regering gevestigd, net als bij de in tabel genoemde metropolen is daar ook een regering gevestigd (In Brussel is ook het Europees parlement gevestigd) dat is een overeenkomst. Londen blijkt uit de gegevens een veel groter aantal inwoners te hebben maar omdat dit verspreid is over een groter oppervlakte dan Berlijn is het gemiddelde inwoneraantal per vierkante kilometer maar de helft van Berlijn, Berlijn is in verhouding drukker. Berlijn is een cultuur stad, dat blijkt uit de velen musea, festivals en moderne architectuur. Een actueel voorbeeld van een grote activiteit is het wereldkampioenschappen voetballen. Wat dit jaar in Duitsland wordt gehouden en waarvan de finale in Berlijn gespeelt wordt. Ook zijn er in Berlijn de olympische zomerspelen gehouden. Al was dit wel nog voor de 2e wereldoorlog, namelijk in 1936. In andere grote steden in europa zijn ook olympische spelen gehouden, zoals in Londen, Parijs en Amsterdam. Door dit soort evenementen krijgt een stad meer bekendheid, en trekt hiermee ook meer economie aan. In veel steden van wereldformaat hebben wereldtentoonstellingen plaatsgevonden, zoals in Brussel, Parijs en Londen. In Berlijn is nog geen wereldtentoonstelling gehouden terwijl het toch een culturele stad is. Dit kan te maken hebben doordat Berlijn pas laat sterk is gaan ontwikkelen. Wellicht worden de wereldtentoonstellingen binnenkort ook in Berlijn gehouden. De industrie in Berlijn is na de val van de muur weer hersteld, De opbloei van Berlijn na de hereniging is goed te zien rond de Potsdamer Platz. Na de sloop van de muur was dit een enorme kale vlakte in het centrum van de stad. Grote internationale bedrijven zagen hun kans schoon en stortten zich op de ontwikkeling van het gebied. Zo ontstond onder meer het Sony Center met winkels, bioscopen, congreszalen, kantoren en restaurants. Vandaag de dag worden er nog steeds hoofdkantoren van multinationals opgebouwd in Berlijn. Er zijn ook veel grote universiteiten gevestigd in Berlijn. Berlijn heeft 3 grote Universiteiten in tegenstelling tot Londen die er 2 heeft en Parijs die maar 1 grote universiteit heeft, Brussel heeft er meer die heeft er maarliefst 5.
4
onderdeel: analyse van de stad samengesteld door: groep 5
Berlijn en Duitsland Duitsland is ingedeeld in zestien Bundesländer (deelstaten). Hamburg, Bremen en Berlijn zijn zelfstandige deelstaten, stadstaten eigenlijk. Alle deelstaten, waaronder de deelstaat Berlijn, hebben een eigen grondwet, regering en parlement. De bondskanselier is het hoofd van de regering, en hij bepaalt de richtlijnen van de politiek. De kanselier wordt door de bondsdag, op voorstel van de president, verkozen. Hij wordt, net als zijn ministers, door de president benoemd.
Stadsbestuur
Berlijn is, evenals Hamburg en Bremen, een deelstaat (Bundesland) op zichzelf. De regering wordt gevormd door de Senaat, die uit de Regierender Bürgermeister en maximaal acht senatoren bestaat. De zetel van de Regierender Bürgermeister is het Rotes Rathaus op de Alexanderplatz. Berlijn is onderverdeeld in twaalf stadsdelen (Bezirke). Ieder stadsdeel heeft een eigen burgemeester (Bürgermeister). De burgemeesters van de stadsdelen vormen de Rat der Bürgermeister, waarvan de Regierender Bürgermeister voorzitter is. Deze raad adviseert de Senaat.
De 12 stadsdelen
- Charlottenburg-Wilmersdorf. - Friedrichshain-Kreuzberg. - Lichtenberg (vroeger Hohenschönhausen, Lichtenberg). - Marzahn-Hellersdorf. - Mitte (vroeger Wedding, Tiergarten, Mitte). - Pankow (vroeger Prenzlauer Berg, Weißensee, Pankow).
het wapen van Berlijn
- Treptow-Köpenick. - Reinickendorf. - Spandau. - Steglitz-Zehlendorf. - Tempelhof-Schöneberg. - Neukölln.
Berlijn
Berlijn is de hoofdstad van Duitsland. Het is de grootste stad van het land met 3,5 miljoen inwoners. De stad ligt aan de rivier de Spree en wordt omsloten door de deelstaat Brandenburg, waar het sinds 1920 echter geen deel van meer van uitmaakt. Berlijn heeft een voor Duitsland belangrijk Industrieel gebied en is een belangrijk vervoerscentra. Door de politieke veranderingen in 1989, werd op 9 november 1989 de grens tussen Oost- en West-Berlijn geopend. Op 3 oktober 1990 werd Duitsland officieel herenigd en Berlijn werd weer de hoofdstad. In 1991 werd de beslissing genomen de regering naar Berlijn te verhuizen, wat in 1999 daadwerkelijk gebeurde.
luchtfoto van Berlijn
onderdeel: analyse van de stad samengesteld door: groep 5
5
Berlijn en Duitsland Culturen
locatie Berlijn in Duitsland
6
Ongeveer 38% van de Duitse bevolking is Protestants, vooral in het noorden. 34% Is Rooms-Katholiek, hoofdzakelijk in het zuiden en het westen. Er is een kleine Joodse minderheid. Ongeveer de helft van de bevolking in het gebied dat vroeger Oost-Duitsland was, hangt geen godsdienst aan. De katholieke en protestantse kerken en de joodse synagogen ontvangen overheidssteun door kerksurtax die op leden van deze benamingen wordt geheven. Vrijwel alle burgers van het land spreken het Duits. De Denen, Friezen, Zigeuners en Sorben zijn de inheemse niet-Duitssprekende minderheden. Sinds het begin van de jaren ‘70, zijn miljoenen “gastarbeiders” uit andere landen (vooral voormalig Joegoslavië, plus Turkije en Italië) naar Duitsland gekomen voor de werkgelegenheid. Hieronder zijn ongeveer 2 miljoen Moslims, hoofdzakelijk Turken en Koerden.
onderdeel: analyse van de stad samengesteld door: groep 5
Berlijn en Duitsland Berlijn is, zoals iedereen wel weet, de hoofdstad van Duitsland. Het is ook nog eens de grootste stad van Duitsland. Met zijn drie en een half miljoen inwoners staat Berlijn dus op nummer één. Het is echter wel de vraag of de bevolking Berlijn ook als de hoofdstad ziet. Het antwoord is simpel: ja! Ondanks dat de stad niet echt centraal gelegen is. (Zie plaatje hieronder) De stad is een heel belangrijke industriele en culturele stad. Het is tevens te berijken door middel van rivieren die uitmonden in de Oostzee. Doordat Berlijn geen stad is die in de Middeleeuwen is ontstaan, is er ook niet een stadsopbouw die je toen veel zag. Dit is dus een centrum met daarom een stevige muur voor de beveiliging tegen aanvallen. Dat heeft Berlijn dus niet. Het is een relatief ‘jonge’ hoofdstad in vergelijking met andere belangrijke steden. Er zijn echter wel veel oude gebouwen. De belangrijkste staat hierin is ‘Unter den Linden’. Dit is tot op de dag van vandaag ook nog steeds een van de bekendste straten van Berlijn. Ook nog een leuk feitje over Berlijn, om aan te tonen hoe groot de stad wel niet is, is dat het meer bruggen (en dus ook water) heeft dan venetië. Het wateroppervlak beslaat dan ook maar liefst 7% Berlijn is ook een zeer multiculturele stad. Eén op de tweeëntwintig mensen in Duitsland woont in Berlijn, dus dat er veel verschillende culturelen zijn is niet verbazingwekkend. Het is zelfs, na Istanbul, de grootste stad met de meeste Turken. Er wonen er ongeveer driehonderd duizend. Dus ongeveer één op de elf mensen van Turkse komaf. Ook in dit opzicht is het dus een belangrijke stad voor Duitsland. De enorme omvang van Berlijn heeft niet altijd tot positieve gevolgen geleid. In het jaar 1996 was er namelijk een referendum over de fusie van Berlijn en Brandenbrug. Brandenburg is een zeer welvarende deelstaat en Berlijn is juist een geldverslindende staat. Mede doordat het zo groot is en het nog steeds aan het uitbreiden is, is het dus een staat die veel geld verbruikt. Hierdoor stemde met het referendum, Brandenburg tegen het samengaan en Berlijn stemde voor. De fusie ging dan ook niet door. Berlijn kreeg helemaal een goed imago, toen de regering zich in Berlijn verstigde. Dit gebeurde in het jaar 2000. Berlijn (en dus vooral de Reichstag) zijn daardoor een bekend reisdoel voor toeristen.
Berlijn is gelegen in het noordoosten van het land
onderdeel: analyse van de stad samengesteld door: groep 4
7
Berlijn en de deelstaat Berlijn is gelegen in de deelstaat Brandenburg, het was in het verleden wel een onderdeel van de deelstaat Brandenburg, maar sinds 1920 is Berlijn, net als Hamburg een eigen deelstaat geworden. Je zou, omdat Berlijn in het verleden een onderdeel van Brandenburg was, verwachten dat Berlijn de hoofdstad is van deze deelstaat, maar dat is niet zo. De hoofdstad van de deelstaat Brandenburg is Potsdam. Potsdam is in vergelijking met Berlijn geen bijzondere stad. Het is wel leuk om Potsdam een keer te bezoeken, er zijn namelijk wel een aantal opmerkelijke gebouwen en monumenten die erg opvallen. Zo is er in ongeveer 1734 een wijk gebouwd, geheel op Nederlandse bouwstijl. In het verleden, voor het einde van de tweede wereld oorlog, was Potsdam een belangrijke stad, met veel monumenten, waaronder het voormalig koninklijk paleis Sanssouci. In de Tweede wereld oorlog had Potsdam zwaar geleden onder bombardementen. Aan het einde van de tweede wereld oorlog werd in Potsdam, in het paleis Cecilienhof, de conferentie van Berlijn gehouden, waar de geallieerden onderhandelden over de verdeling van Duitsland. Hieronder staat het Paleis Cecilienhof afgebeeld. Sinds 1920 is Berlijn een enclave geworden. Dit betekent dat een grondgebied volledig omsloten wordt door het grondgebied van één andere partij. In dit geval de deelstaat Brandenburg. Dat is te zien in het kaartje, Berlijn is het witte gedeelte, omringd door de Brandenburg, het groene gedeelte. De invloed van Berlijn op de deelstaat is erg groot, dat komt waarschijnlijk door de omvang van de stad, door de historie, maar ook door de imposante architectuur. De stad Berlijn telt 3,5miljoen inwoners. Doordat Berlijn zo’n grote stad is trekt het een hoop werknemers aan, die buiten de stad, in de deelstaat Brandenburg wonen. Ronddom Berlijn liggen geen grote steden, daardoor werken er veel mensen in Berlijn, die er zelf buiten wonen. Ook zitten er veel studenten in de stad. Hogescholen en Universiteiten worden gebouwd in grote steden, en trekken studenten aan, uit de omgeving. Berlijn trekt ’s avonds en ’s nachts ook een hoop mensen aan die uitgaan. In de weekenden, en in de vakanties, zijn er een hoop mensen die gewoon een dagje uit gaan. Berlijn is zowel met openbaar vervoer als via de snelweg goed te bereiken. Dat moet ook wel, om de stromen mensen te kunnen verwerken die er elke ochtend heen moeten, en die de stad elke avond weer verlaten.
8
onderdeel: analyse van de stad samengesteld door: groep 3
Berlijn en de deelstaat Berlijn is in vergelijking met Brandenburg een erg dicht bevolkt gebied er wonen in Berlijn per vierkante kilometer 3810 mensen. In Brandenburg wonen er maar 87 mensen per vierkante kilometer. In Berlijn wonen er ongeveer een miljoen inwoners meer dan in de deelstaat Brandenburg, Terwijl de oppervlakte van Brandenburg ongeveer veertig keer zo groot is. Er zit niet echt een verschil in het percentage werkloze, in Potsdam was het werkloosheidscijfer wel een stuk lager dan in Berlijn.
Brandenburg Berlijn Potsdam
Oppervlakte 29.475km2 891 km2 187 km2
Bevolking 2.573.800 3.398.362 145.098
Bevolkingsdichtheid 87 inwoners/km2 3.801 inwoners/km2 775 inwoners/km2
Bij het kaartje hierboven is te zien hoe alle snelwegen richting Berlijn lopen
onderdeel: analyse van de stad samengesteld door: groep 3
%werkl. 19,1 21,7 14,6
9
Berlijn en zijn voorsteden Voorsteden in Berlijn
In de loop der tijd zijn er al veel steden en dorpen helemaal in Berlijn opgenomen. Deze delen binnen Berlijn hebben een eigen burgemeester en al deze burgemeesters van de verschillende stadsdelen vormen de ‘Rat der Bürgermeister’. Deze raad adviseert de Senaat. Op dit moment is Klaus Wowereit de voorzitter van de ‘Rat der Bürgermeister’. Hij is dus de ‘Regierender Bürgermeister’. De grootste stadsdelen die Berlijn heeft, en ook aan de rand van Berlijn liggen, zijn: Pankow, Reinickendorf, Spandau, Steglitz-Zehlendorf, Treptow-Köpenick.
Voorsteden buiten Berlijn
Berlijn ligt in het district Brandenburg, maar is er geen onderdeel van. District Brandenburg met Berlijn in het midden In dit district liggen nog vele steden die ondertussen erg dicht tegen Berlijn zijn komen te liggen en waarvan het dus waarschijnlijk niet lang meer zal duren voordat ook steden deze er aan vast zijn gegroeid. Voorbeelden van deze steden zijn: Potsdam, Stahnsdorf, Blankenfelde, Erkner, Neuenhagen, Zepernick, Hohen Neuendorf, Hennigsdorf, Falkensee. De bekendste die in dit rijtje staat is Potsdam. Dit is ook wel de grootste voorstad die Berlijn nu heeft.
Basisgegevens per district/ voorstad
Oppervlakte Brandenburg 29475 km2 Berlijn 891,75 km2 Potsdam 187,28 km2 Erkner 16,6 km2 Hohen Neuendorf 48,09 km2 Hennigsdorf 31 km2 Falkensee 43,26 km2
Bevolking 2573800 inwoners 3398362 inwoners 145098 inwoners 12025 inwoners 21168 inwoners 26300 inwoners 40136 inwoners
Bevolkingsdichtheid 87 inwoners per km2 3811 inwoners per km2 775 inwoners per km2 724 inwoners per km2 440 inwoners per km2 848 inwoners per km2 928 inwoners per km2
Zoals aan de bovenstaande tabel is te zien, kun je duidelijk merken dat Berlijn een drukke stad is, een bevolkingsdichtheid van 3811 inwoners per km2 is niet weinig. In het district Brandenburg is dat veel minder (87 per km2 ). Hieraan is ook duidelijk te zien dat in het district Brandenburg meer plattelandsgebieden zijn dan in het district Berlijn. In Berlijn is ook veel meer hoogbouw dan in het district Brandenburg, waardoor je al snel een hoge bevolkingsdichtheid krijgt. De voorsteden van Berlijn hebben een hogere bevolkingsdichtheid dan het district Brandenburg, maar wel veel minder dan in Berlijn. De meeste voorsteden zitten tussen de 700 en 950 inwoners per km2, Alleen de voorstad Hohen Neuendorf valt een beetje buiten de toon met 440 inwoners per km2. De meest voor de hand liggende oorzaak daarvan is dat Hohen Neuendorf nog een redelijk landelijk karakter heeft, als je naar de kaart kijkt, zie je veel groen en geen snelweg die er door heen loopt.
10
onderdeel: analyse van de stad samengesteld door: groep 2
Berlijn en zijn voorsteden Politiek Brandenburg en Berlijn
De politieke partijen die overheersen in de senaat van Berlijn zijn SPD en PDS. De politiek van Brandenburg is als volgt ingedeeld: Hier is dus te zien dat de overheersende partijen in Berlijn en Brandenburg eigenlijk wel gelijk zijn. Ze zijn ook al vele jaren Politiek van Brandenburg bezig geweest om te kijken of er niet een gezamenlijke regering kan komen voor Berlijn en Brandenburg. Vanaf 2000 zijn ze weer hevig bezig om dit verder te bewerkstelligen. Het probleem zit hem alleen nog steeds in het grote aandeel wat CDU binnen Brandenburg heeft, want dat weerhoudt het samenwerkingsverband nu nog.
Verbindingen tussen Berlijn en zijn voorsteden
Zoals uit het kaartje blijkt is Berlijn vanuit al de genoemde voorsteden goed bereikbaar, vanuit de voorstad ben je heel snel op de ‘Autobahn’, of een provinciale weg. Alleen Falkensee valt daar een beetje buiten. Deze voorstad is omgeven door landwegen, maar de provinciale weg is ook wel goed bereikbaar. Toch ligt Falkensee het verst weg van een provinciale weg of ‘Autobahn’. Ondanks de iets mindere bereikbaarheid van Falkensee hebben zij wel de grootste bevolkingsdichtheid van de genoemde voorsteden, wat waarschijnlijk komt doordat Falkensee relatief het dichts bij Berlijn ligt. Legenda: grote blauwe stip: Berlijn kleine blauwe stippen: genoemde voorsteden rode stip: Falkensee
Kaartje van Berlijn en voorsteden
onderdeel: analyse van de stad samengesteld door: groep 2
11
Berlijn en zijn wijken Wat eerst een klein dorpje aan de rivier was is al snel uitgegroeid tot een miljoenen stad. Berlijn heeft een oppervlakte van bijna 890 vierkante kilometer en de stadsgrens is 234 km. lang. Het schijnt dat een ritje rond Berlijn over de ringweg bijna 300 km is. 18 procent van Berlijn bestaat uit natuur en parken, het wateroppervlakte beslaat bijna 7%. Daarmee is Berlijn één van de groenste steden van Europa. Berlijn is hoofdstad en deelstaat van Duitsland, gelegen aan de Spree, waar deze uitmondt in de Havel. Voor de val van de muur besloeg Oost-Berlijn zo’n 400 km2.De stad is gebouwd op een redelijk vlak gebied. Het snelwegennet rond berlijn is te vergelijken met een spinneweb, waarin Berlijn de spin op het middenpunt is. Aan de rondweg van Berlijn sluiten snelwegen aan vanuit heel Duitsland. Onder andere; Hamburg, Hannover, Leipzig en Keulen. Het snelwegennet van Duitsland is zo ie zo al niet te vergelijken met dat van Nederland. De wegen zijn breder, langer en de maximale snelheid ligt ook vele male hoger. Dit zorgt er voor dat het merendeel van het personen- en goederentransport over de weg verloopt. Dit heeft natuurlijk grote voordelen voor het handelsleven van Berlijn. Berlijn staat bekend om zijn handel. Net na de val van de Berlijnsemuur, zijn er vele bedrijven naar Berlijn getrokken, en zijn er enorm veel kantoorpanden neergezet. De Havel en de Spree zijn twee grootte rivieren die dwars door Berlijn stromen. Ook deze zorgen voor een beter contact met de rest van Duitsland. Doormiddel van de Havel heeft Berlijn een rechtstreekse verbinding met Hamburg. Hamburg is een grootte havenstad die bijna een open verbinding heeft met de Noordzee. Dit maakt Berlijn alleen maar noch aantrekkelijker voor de handel. De Duitse overheid en een consortium van investeerders ondertekenen vrijdag een intentieverklaring over de privatisering van het Berlijnse vliegveld Schönefeld. De kopers gaan het omvormen tot een grote luchthaven, Berlin-Brandenburg International. Tot het gelegenheidsconsortium BBIP behoren onder meer het bouwconcern Hochtief en het vastgoedbedrijf IVG. De bouw van het grote nieuwe vliegveld is “een van de belangrijkste toekomstige projecten in Berlijn en Brandenburg”, zei burgemeester Klaus Wowereit van Berlijn donderdag. De premier van Brandenburg, Matthias Platzeck, waarschuwde echter voor voortijdige euforie. Alle vergunningen moeten nog worden verleend. De bouw van het vliegveld gaat in totaal 1,7 miljard euro kosten, maar het zal dan wel een van de grootste luchthavens van Europa worden. Zowel in (voormalig) Oost- als in West-Duitsland was het spoorwegennet van oudsher uitgebreid en goed georganiseerd. Vooral in Oost-Duitsland had transport per spoor een groot aandeel in het totale goederen- en personenvervoer. Na de eenwording is dit aandeel sterk afgenomen, omdat het minder rendabel werd geacht dan transport over de weg. Vanuit milieuoogpunt valt er echter veel te zeggen voor vervoer per spoor.De West-Duitse Bundesbahn en de Oost-Duitse Reichsbahn zijn in 1994 geprivatiseerd en samengevoegd tot Deutsche Bahn AG. Dit ging gepaard met een ingrijpende reorganisatie van de spoorwegen. Vanuit Berlijn lopen zo’n 12 verschillende spoorlijnen naar elke uithoek van Duitsland. In november 1996 presenteerde de Senatsverwaltung für Stadtentwicklung, Umweltschutz und Technologie een plan voor de herstructurering van de binnenstad. Het plan concen-
12
onderdeel: analyse van de stad samengesteld door: groep 1
Berlijn en zijn wijken treerde zich op twee gebieden: City-West en City-Ost (het historische centrum). Als hoogste doel van het Planwerk gold de herformulering van de Berlijnse identiteit. Het programma was erop gericht de achterstand in de stadsontwikkeling in te halen door veranderingen in de grondpolitiek en het opdrachtgeverschap, respect voor de geschiedenis en de vervanging van de modernistische stedebouwkundige concepten.
onderdeel: analyse van de stad samengesteld door: groep 1
13
de stichting van de stad Het gebied rondom Berlijn word al sinds de oudheid bewoont. Rond 700 vestigden twee slavisch stammen zich in de buurt van het hedendaagse Berlijn. Sinds de eerste eeuwen van onze jaartelling woonden er verschillende stammen op de rivieroevers van de rivieren de Spree en de Havel, zaoals de Germaanse en de Semonen. Rond 1200 waren er twee stadjes aan de rivier de Spree: Cöln en Berlin, hieruit is het tegenwoordige Berlijn gesticht. Vanaf het ontstaan van de stad in 1200 tot even de jaren 1700 was Berlijn voornamelijk een handelstad. Vanaf 1700 begon Berlijn met met produceren van handelsgoederen, producerende: elektrische en chemische producten, porselijn en textiel. In de achtiende eeuw was het een welvarend handels centrum, in de negentiende eeuw stond Berlijn voornamelijk bekend om de zware machines die er geproduceerd werden. Berlijn is belangrijk geworden als de machtige hoofdstad van de staat pruissen. Vergeleken met andere Europese steden is Berlijn (met haar 800 jaren) een redelijk jonge stad. Desondanks kent de duitse hoofdstad een behoorlijk indrukwekkende geschiedenis. De stad is ontstaan in Europa uit de twee zustersteden, Cö-lln en Berlin. Waneer deze zustersteden precies stadsrechten kregen is niet bekend, maar ze werden in 1237 en 1244 voor het eerst in oorkonden genoemd. In 1307 stellden Cölln en Berlin een gemeenschappelijke raad in en stelden een verdrag op waain het samen gaan van beide steden werd ‘beschreven’. De beide steden bleven noch wel zelfdstandig. In 1432 kwamen beide stadjes onder een bestuur. Rond 1230 stichten de beide askanische broers, mark graaf Johan de eerste en otto de derde de stad Berlijn, uit de zustersteden Cöln en Berlin. De grondingsoorkonden zijn tot op heden onvindbaar gebleven, deze zijn waarscheinlijk verloren gegaan tijdens de zware stadsbranden in 1348, 1367 en 1380. Deze branden verwoesten een groot deel van de stad Berlijn. Waarzo de naam Berlin niet te verklaren is, is de naam Cölln te wijten aan ‘ kolonie van Berlijn’. Voor de eerste keer werd Cölln op achtentwintig oktober 1237 door Pater Simeon oorkondig bekleed. Berlijn overkwam dit op zeventwintig maart 1244. Op 26 februari 1251 werd Berlijn voor het eerst als stad erkend, dit door ene Probst Simeon. Men kan er vanuit gaan dat dit hoogst waarschijnlijk de zelfde Simeon is geweest als de Simeon die de beide zustersteden met een oorkonde bekleede. In 1280 verschijnt het eerste Berlijnse wapen “der Bär”, Cöln had immers ‘den landesherlichen’ adelaar in het wapen. Twee momenten waren bij het opbouwen van de stad maatgevend: - Der Übergang uber das an dieser Stelle nur 5 kilometer breite Spreetal, das Flußabwärts und Flußauswärt kein so günstiges Überschreiten des Flusses ermöglichte. - Der Treffpunkt zweizer Groser straßen an diesem Punkte von der Elbe zur Oder und der straße von Sachsen und Böhmen her “Kreuzungspunkt beider auf dem Moltkenmarkt. Vanaf 1319 werd er lang en bloedig gestreden om het gebied Brandenburg, de huizen Luxemburg en Wittelsbach door diverse vorstenhuizen, met een vernietigende uitwerking voor de bewoners van de stad. In 1411 smeekte de bevolking de keizer van het Heilig Roomse Rijk om hulp, waarna Frederik von Hohenzollern kwam als speciale beschermer van de stad. In 1415 werd deze Frederik van Hohenzollern door Rome benoemd tot keurvorst van Brandenburg, dit vormde het begin van de 500-jarige heerschappij door de Hohenzollern-dynastie. Rond 1448 werd de in 1432 gesIoten samenwerking verbroken, na onlusten in de stadt. Rond de jaren 1400 had de stad berlijn al ongeveer 8000 inwoners, nu zo’n 3.5 miljoen.
14
onderdeel: geschiedenis van de stad samengesteld door: groep 1
de stichting van de stad Geschiedenis Berlijn (1400-1500)
De grondwet van het rijk was grotendeels nog niet vastgelegd aan het begin van de 15e eeuw. Hoewel enkele procedures en instellingen vast lagen, hingen de mogelijkheden van de hertogen om zich onafhankelijk te gedragen in het Heilige Roomse Rijk vooral af van de persoonlijkheid van de op dat moment heersende koning. Wanneer bijvoorbeeld dan ook Frederik III, die grotendeels binnen zijn kroondomein verbleef, de oude kernlanden verwaarloosde, viel het oude regeringsorgaan, de Hoftag, uit elkaar. De Rijksdag bestond nog niet, waardoor het rijk onbestuurbaar werd. Uiteindelijk ontstonden zelfs interne oorlogen. In 1411 smeekte de bevolking de keizer van het Heilige Roomse Rijk om hulp. In 1415 werd Frederik van Hohenzollern door Rome benoemd tot keurvorst van Brandenburg; dit vormde het begin van de 500-jarige heerschappij door de Hohenzollern-dynastie. Op hetzelfde moment onderging ook de kerk een crisis. Het conflict tussen verschillende pausen werd pas opgelost in 1418 en na 1419 werd veel energie gestoken in het bevechten van de “ketterij” van anders denkenden. Het middeleeuwse idee van een verenigd Corpus christianum, Corpus christianum is wanneer de paus en het Rijk de leiding in handen hadden, begon uiteen te vallen. Tijdens deze drastische veranderingen gingen dan ook stemmen op om de structuur van het Rijk te veranderen. Regels uit een ver verleden waren niet meer relevant en een versterking van het gecentraliseerd bestuur werd noodzakelijk geacht. Wanneer Frederik III de hertogen nodig had om zijn oorlog tegen Hongarije te financieren in 1486 en zijn zoon, de latere Maximiliaan I, tot koning werd verkozen, eisten de hertogen een samenkomst. Voor de eerste keer werd de vergadering van kieshertogen en anderen de Rijksdag genoemd. Hoewel Frederik weigerde dit nieuwe orgaan bijeen te roepen, ging zijn zoon na de dood van zijn vader akkoord. In Worms werd de Reichstag voor het eerst samengebracht in 1495. Hier werd de Rijkshervorming goedgekeurd, waardoor het Rijk terug wat structuur zou krijgen. Het zou echter enkele decennia duren voor de nieuwe regels waren goedgekeurd. Pas in 1512 zou dit volbracht zijn. In hetzelfde jaar kreeg het Heilige Roomse Rijk ook een nieuwe naam, vanaf dan zou het Rijk het Heiliges Römisches Reich deutscher Nation (“Heilige Roomse Rijk der Duitse Natie”) heten.
Geschiedenis Berlijn (1500-1600)
Berlijn is een van de jongere Europese hoofdsteden. In de eerste eeuwen van onze jaartelling woonden er verschillende stammen op de oevers van de rivieren de Spree en de Havel, zoals de Germaanse en de Semnonen. Aan het eind van de 6de eeuw streden de Semnonen om land met Slavische stammen, die forten bouwden in de huidige Berlijnse voorsteden: Köpenick en Spandau. De Slavische stammen werden pas 500 jaar later verslagen door de krijgshaftige Saks Albrecht de Beer van het Askanische Huis, die de eerste markgraaf van Brandenburg (een Pruisische provincie in Duitsland) zou worden. De oevers van de Spree werden nu herbevolkt door immigranten uit het westen, zoals uit Harz, het Rijndal en Frankenland. De geschreven Geschiedenis begint omstreeks de vroege jaren van 13de eeuw, toen Berlin en Cölln begonnen te groeien rond het huidige Nikolaiviertel (dat is een klein gebied aan de oever van de Spree waar tot hedendagen nog een kerk is te zien: de Nikolaikirche).
onderdeel: geschiedenis van de stad samengesteld door: groep 1
15
de stichting van de stad Na de dood van de laatste Ascanische heerser in 1319 werd er lang en bloedig om Brandenburg gestreden tussen de huizen Luxemburg en Wittelsbach. Deze oorlog had een vernietigende uitwerking voor de bewoners van de streek. In 1411 smeekte het wanhopige volk de keizer van het heilige roomserijk om hulp, waarna Friedrich von Hohenzollern kwam als speciale beschermer van de stad. In 1415 benoemde Rome Friedrich tot keurforst van Brandenburg, welke aanstelling het begin vormde van de 500 jaar lange regeerperiode van het huis Hohenzollern. In 1432 werden Berlin en Cölln formeel verenigd. In 1443 begon Friedrich II met de bouw van het eerste kasteel van de stad, het latere Stadtschloss, waarvan nu alleen de slotbrug over is, want het kasteel is in 1950 met de grond gelijk gemaakt. De bouw van dit kasteel was een onderdeel van het plan van Frederik II om Berlin-Cölln de hoofdstad van Brandenburg te maken en zo de macht van het volk te verkleinen. Dit plan lukte in 1448 en in 1451 werd het slot officieel residentie van de keurvorst. Het symbool van de macht der Hohenzollern werd de heraldische beer. Het symbool en de heraldische beer zag er als volgt uit: de stad, een ijzeren keten en een hangslot om zijn nek. In 1486 maakte Johan Cicero (Frederiks II zijn neef) die keurvorst was geworden, de stad tot zijn residentie en was de stad dus officieel de hoofdstad van de Mark Brandenburg. In de eerste helft van de 16de eeuw verspreidden de ideeën van Maarten luther (1483-1546) zich snel waardoor de keurvorst Joachim Hector II over ging op het protestantisme. Dankzij de komst van de vluchtelingen uit de lage landen groeide de stad Berlin-Cölln snel. Maar in 1576, 1598 en 1600 sloeg de pest echter hard toe, dit zorgde voor een stop van de groei van Berlin-Cölln. En daar kwam ook nog de 30 jarige oorlog bij. In 1648 was het inwonertal gedaald tot maar 6000 inwoners, want de bevolking was verkleind door hongersnood en ziekten.
Geschiedenis Berlijn (1600-1701)
In 1618 begon de dertigjarige oorlog, deze duurde dus tot 1648. Deze oorlog had ook grote gevolgen voor de stad Berlijn. Het was een Europese oorlog, die zeer bloedig was. Het begon allemaal met een conflict tussen protestanten en katholieken. Dit conflict zorgde al snel voor een zeer bloedige strijd tussen de verschillende volken van Europa. Duitsland stond ook midden in deze oorlog. Tijdens deze oorlog nam de armoede erg toe en viel de economie helemaal stil. De oorlog was erg bloedig, omdat er bij gevechten om bepaalde streken complete volken werden uitgeroeid, zodat er haast niemand meer woonde. Zo werd er in Zuid-Duitsland 2/3de van de bevolking gedood. Berlijn werd door deze oorlog ook zeer zwaar getroffen door deze oorlog. Door de oorlog had de stad in 1648 nog maar 6000 inwoners. In 1648 werd de vrede gesloten, toen kwam men erachter dat het zinloos was om verder te vechten. Dit was echter al te laat, de oorlog had vele slachtoffers gemaakt en ook zeker voor Berlijn. Berlijn heeft na de oorlog 100 jaar
16
onderdeel: geschiedenis van de stad samengesteld door: groep 1
de stichting van de stad nodig gehad voor de weder opbouw van de stad. De oorlog had ook grote gevolgen voor de handel in Duitsland, want door deze oorlog verloor Duitsland elke handelsweg over zee. Deze handelswegen waren erg noodzakelijk voor de handel in Duistland, dus ook Berlijn. Deze belemmering heeft later ook geleid tot ander conflicten. Tijdens de oorlog, in 1640 kwam Friedrich Wilhelm I von Hohenzollern aan de macht, hij was toen 20 jaar. Hij zag het opbouwen van de staat na de oorlog als zijn belangrijkste taak. En heeft ook in zijn regeringstijd een sterke impuls gegeven aan de wederopbouw en ontwikkeling van Berlijn. Hij begon na de oorlog met het bijeen voegen van alle verwoeste deelstaten tot een eenheidsstaat. Dit had hij van de Fransen afgekeken. Berlijn behoorde ook tot die deelstaten. Friedrich Wilhelm I was in 1651 ook de eerste Duitse keurvorst die over een staand leger beschikte, dit was ook het sterkste van Duistland. Om de stad Berlijn tegen aanvallen te beschermen bouwde de keurvorst sterke vestingwerken rond de stad. Ook legde hij een mooie tuin bij het Stadtschloss aan, de Lustgarden genoemd. Hij werden er lindebomen langs de latere Unterden Linden geplant, dit is nu één van de beroemdste winkelstraten van Berlijn. Ook werden er verschillende pleinen aangelegd. Verder legde keurvorst Friedrich Wilhelm I een kanaal aan, dat de Oder met de Spee verbond. De economische macht van de stad groeide sterk door de aanleg van dit kanaal. Zo kwam Berlijn in het middelpunt van de handel te staan. Op 29 oktober 1685 nam de keurvorst een besluit, het besluit van Postdam. Dit wordt ook wel het Edict van Postdam genoemd. In dit besluit stond, dat Franse immigranten in de stad Berlijn mochten wonen. Deze immigranten emigreerden, omdat zij andere geloofs- en staatsgevoelens hadden. Door al deze maatregelen en ontwikkelingen van de stad Berlijn, groeide de stad ook heel snel. Toen Friedrich Wilhelm I aan de macht kwam, had de stad maar ongeveer 6000 inwoners, in 1688 bestond de bevolking al uit 20.000 inwoners. En de groei van de stad zette steeds verder door. Het is erg opvallend, want voor de regering van de keurvorst Friedrich Wilhelm I ging de bevolking groeien. Door al deze maatregelen in het Brandenburgse rijk, werd de keurvorst Friedrich Wilhelm I ook wel de ‘grote keurvorst’ genoemd. Hij heeft vooral veel betekend voor de stad Berlijn. Berlijn is onder zijn regering weder opgebouwd, versterkt door vestingsmuren en de bevolking is met meer dan drie keer verdubbeld. In 1688 stierf de Friedrich Wilhelm I. Hij werd daarna opgevolgd door zijn zoon, die eveneens Friedrich Wilhelm heette. Hij ging verder met de weder opbouw van de stad Berlijn waar zijn vader mee begonnen was. Hij was een keurvorst die aan de kant van Oostenrijk stond, om zo door de keizer tot koning te worden uitgeroepen. Hij werd toen in 1701 uitgeroepen tot koning over Pruisen. En hij maakte de stad Berlijn tot hoofdstad. Zo werd de stad verder ontwikkeld. Nu was Berlijn naast een belangrijke handelsstad ook de hoofdstad van het koninkrijk Pruisen, dat geregeerd werd door koning Friedrich Wilhelm I (als keurvorst Friedrich Wilhelm III).
onderdeel: geschiedenis van de stad samengesteld door: groep 1
17
Berlijn van 1701 tot WO I In 1701 bloeide Berlijn uit tot een koninklijke- en regeringshoofdstad. Dit gebeurde nadat keurvorts Frederik III zichzelf had gekroond als koning Frederik I van Pruisen. Vele bekende gebouwen werden ontworpen en kleinzoon Frederik II (1740-1786) zette het architectonische herontwerp van de stad voort. Hij werd hierbij geholpen door de beroemde architect Knobelsdorff. Knobelsdorff ontwierp samen met de architect Johann Boumann onder andere de Französische Dom. De Französische Dom werd tussen 1751 en 1753 gebouwd. De ‘Franse kerk’ werd op Potsdammer Platz gebouwd voor de Hugenoten. Hier konden de Hugenoten het geloof beter uiten omdat religie beter getolereerd werd door de Pruisen. De Hugenoten moesten Frankrijk namelijk ontvluchten omdat ze in 1685 definitief tot ongewenste personen werden verklaard in Frankrijk. In 1719 leverde een volkstelling een inwonertal van ongeveer 64.000 van wie bijna 20% Hugenoten. Berlijn heeft drie grote operagebouwen. De oudste is de ‘Staatsoper’ op Unter den Linden. Staatsoper is een van de grootste operagebouwen ter wereld. Het gebouw werd tussen 1741 en 1743 voor Frederik de Grote gebouwd. Na de bouw was het operahuis de grootste van Europa. Het is gebouwd in een klassiek Pruisische stijl met invloeden van de klassiek Engelse stijl. In 1843 werd het gebouw door een brand bijna volledig verwoest. Verschillende renovaties maakte het gebouw een stuk zwakker en het werd dan ook in de Tweede Wereld oorlog volledig verwoest. Later werd het gebouw volledig herbouwd naar het originele ontwerp uit 1741
Staatsoper ‚Unter den Linden’
Omstreeks 1750 ontstonden in Berlijn de eerste katoen- en zijdemanufacturen en groeide de stad uit tot een van de grootste textielsteden van Duitsland. De Brandenburger Tor is een van Berlijns belangrijkste monumenten. De poort staat aan het einde van “Unter den Linden”, een van de mooiste straten van Berlijn, en vormde een deel van de grens die Oost- en West -Berlijn vroeger van elkaar scheidde. Het neoklassieke bouwwerk, een ontwerp van Carl Gotthard Langhans, werd in 1791 voltooid. Het bronzen beeld Quadriga (vierspan) op de poort is een strijdwagen, door vier paarden getrokken en gemengd door de godin van de overwinning.
Brandenburger Tor
Omstreeks 1800 telt Berlijn ongeveer 170.000 inwoners. In 1806 trekt Napoleon met zijn troepen onder de Brandenburger Tor door en bezet Berlijn 3 jaar lang. Karl Friedrich Schinkel (1781-1841) ontwierp prachtige klassieke gebouwen. Hij is de beroemste architect van Berlijn. Hij volgde zijn opleiding in Berlijn en trad in 1810 in dienst van de gemeente. Hij ontwierp een aantal beroemde gebouwen, zoals het Konzerthaus en het Altes Museum, en oefende een grote invloed uit de Berlijnse architectuur. De door Schinkel ge-
18
onderdeel: geschiedenis van de stad samengesteld door: groep 2
Berlijn van 1701 tot WO I bouwde Friedrichswerdersche Kirche werd na de oorlog herbouwd en ingericht als museum. Peter Joseph Lenné (landsarchitect) fleurde de stad op door het aanleggen van bebloemde parken. Vanaf dat moment ging het economisch steeds beter met de Duitse hoofdstad en de bevolking groeide dan ook mee. Met de snelle industriële groei aan het begin van de negentiende eeuw kwamen er ook nieuwe transportmiddelen. Werner von Siemens legde de eerste elektrische spoorlijn aan. In 1838 werd de eerste spoorlijn geopend, van Berlijn naar Potsdam. Daarna kwamen de U-bahn (metro) en de S-bahn, het spoorwegnet, en trams en U-bahn en S-bahn bussen. In 1929 kwam al het openbaar vervoer in handen van één bedrijf, maar dat hield met de opdeling van de stad in 1945 op te bestaan. In 1850 komt in Pruisen een grondwet van kracht waarmee kiesrechtsysteem voor drie bevolkingsklassen wordt ingesteld. In 1862 werd er voor Berlijn een nieuw stadsplan ontworpen waarin voorzien was in de bouw van duizenden huizenblokken met in het midden een binnenplaats. Deze moesten woonruimte bieden aan het groeiende aantal fabrieksarbeiders in Berlijn. De blokken zagen er aan de buitenkant vaak fraai uit maar de woningen zelf waren vaak heel donker en te klein. Sommige van de panden zijn bewaard gebleven. Door Frederik de Grote werd, voor de overwinning van de PruisischDeense Oorlog in 1864, een bos veranderd naar een park. De naam van het park werd Tiergarten. Het park heeft een afstand van 3 kilometer, uitgerekend van oost naar west. Hij heeft een aantal belangrijke bouwwerken laten plaatsen in het park zoals Schloss, Bellevue, een dierentuin, een aquarium en de Siegessäule. De Siegessäule is een 67 meter hoge zuil met 285 treden naar de top. De Berlijnse joden hebben in de stad veel synagogen gebouwd. De Neue Synagoge grootste was de in de 1866 voltooide Neue Synagoge. Tijdens de Kristallnacht werden 23 van de 29 Berijnse synagogen verwoest. De Neue Synagoge bleef grotendeels gespaard maar het gebouw werd bij bombardementen zwaar beschadigd. Nadat Berlijn was uitgeroepen tot de hoofdstad van het Duitse Rijk op 18-01-1871, bloeide de economie nog verder op en steeg het bevolkingsaantal tot maar liefst 1 miljoen. Dit bleef zo doorgaan totdat de economie stagneerde en bijna 2 miljoen Berlijners onder erbarmelijke omstandigheden leefden. Van 1901 tot 1908 werden de meeste huizen gebouwd. Na 1908 nam de vraag naar huizen af. In Berlijn en vier naburige steden werden er tussen 1907 en 1913 ongeveer 19.000 woningen gebouwd. De Berliner Dom werd in 1905 in gebruik genomen. Hij ligt op het historisch ‘Museum Eiland’ in de rivier genaamd de Spree.
onderdeel: geschiedenis van de stad samengesteld door: groep 2
19
Berlijn van 1701 tot WO I De eerste kerk aan de zijde van de huidige kathedraal werd gebouwd in 1465. Het gebouw werd later gebruik als een gerechtskerk voor de familie Hohenzollern en werd vervangen door een kathedraal. De kathedraal werd tussen 1745 en 1747 gebouwd door Johann Boumann, in barok-stijl. Het werd gereconstrueerd in een klassiek gebouw (in 1816 tot 1822) aan de hand van een ontwerp van een Berlijnse architect Karl Friedrich Schinkel. In opdracht van de keizer Willem ll werd het Dom vernietigd en in de plaats werd er de huidige kathedraal gebouwd. De kathedraal Berliner Dom was veel groter dan de vorige gebouwen. Het barok gebouw met Italiaanse invloeden werd ontworpen door Julius Raschdorff. De bouw van de 114 meter lange en 73 meter brede kathedraal vond plaats tussen 1894 en 1905. In 1907 word er een winkel opgericht die claimt het grootste warenhuis van Europa te zijn. Dit warenhuis ligt vlak bij het EuropaCenter. De naam van het warenhuis is KaDeWe “Kaufhaus des Westens” (warenhuis van het westen). Je kunt er van alles kopen, maar het is vooral beroemd om de etenswaren die je op de zesde verdiepingen kunt krijgen. Voor 1920 hoorde Berlijn bij de deelstaat Brandenburg. Na 1920 is Berlijn een eigen deelstaat geworden. In 1920 worden 7 omliggende steden, 59 plattelandsgemeenten en 27 districten samengevoegd tot de metropool Groot-Berlijn. Door deze herindeling telde Berlijn bijna 4 miljoen inwoners en was na Londen de grootste stad van Europa. Na het einde van de inflatie bloeide Duitsland snel op en het tijdperk van de gouden jaren (1924-1929) brak aan. De Funkturm werd in 1924 gebouwd. De toren werd opgericht ter gelegenheid van de derde Duitse tentoonstelling van de radio. De toren is 150 meter hoog en wordt ook gebruikt als zendmast, panoramische toren met restaurant en als controletoren voor de luchtvaart.
Kaufhaus des Westens
WO I
In 1914 brak de Eerste Wereldoorlog uit. De Eerste Wereldoorlog (1914 - 1918) was de eerste oorlog waar landen uit de hele wereld bij betrokken waren, vandaar de naam wereldoorlog. De moord op Frans Ferdinand was de aanleiding voor de Eerste Wereldoorlog. Op 28 juni
20
onderdeel: geschiedenis van de stad samengesteld door: groep 2
Berlijn van 1701 tot WO I 1914 bracht de Oostenrijkse kroonprins Frans Ferdinand samen met zijn vrouw een bezoek aan Sarajevo, de hoofdstad van de Oostenrijk-Hongaarse provincie Bosnië-Herzegovina. Na deze gebeurtenis vond Duitsland zich naast Oostenrijk -Hongarije en Italië. Deze landen vormden de Centralen. De Centralen stonden in de Eerste Wereldoorlog tegenover het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Rusland, Verenigde Staten, Italie ( tijdens de oorlog liep Italie over naar de ‘tegenstander’) en België. Deze landen vormden de Triple Entente. De oorlog bevorderde de situatie in Berlijn niet. De bevolking kwam in opstand en Berlijn verkeerde in een diepe crisis. Op cultureel gebied ging het daarentegen een stuk beter. Er kwamen innovatieve theaterproducties, geweldige filmpremières, levendige vaudevilles en een onovertroffen nachtleven. Dit leidde tot de ‘Gouden Jaren’ 20. Er verschenen dagelijks 150 verschillende kranten. Belangrijke kenmerken van de Eerste Wereld oorlog waren: - De loopgravenoorlog, waarbij stellingen slechts ten koste van grote verliezen aan mensenlevens en materieel werden veroverd. - De invoering van wapens die de oorlogvoering een nieuw gezicht zouden geven, zoals chemische wapens, tanks, zware houwitsers, en duikboten. het gebruik van vliegtuigen. - Daarnaast voedde onvrede onder de Duitsers over de afloop van de oorlog (gedwongen herstelbetalingen en ernstige beperking van de legermacht) de aspiraties van Adolf Hitler en zijn nazipartij, wat uiteindelijk mede de aanleiding tot de Tweede Wereldoorlog vormde. Bij de verkiezingen voor de Reichstag in 1928 hadden de nazi’s van Adolf Hitler slechts tien zetels gewonnen, maar vier jaar later, in 1932, werden zij de grootste partij van Duitsland. In 1933 hadden de nazi’s de macht over Duitsland. In Berlijn had 65 procent tegen Adolf Hitler gestemd. Het oude centrum van Berlijn werd door de nazi’s flink onder handen genomen. De Rijksdag vloog in brand en rond de Wilhelm strabe verschenen de nieuwe, nog grotere bouwwerken van het nationaal-socialistische machtscentrum, met als hoogtepunt de Neue Reichskanzlei. Hitler liet zijn ‘hofarchitect’ genaamd Albert Speer de nieuwe Rijksdag ontwerpen. Hilter was erg onder de indruk van de werken van Speer, ook had Speer zich aangesloten bij de partij van Hilter. De Rijksdag werd echter binnen 1 jaar tijd georganiseerd en geleid door Speer, hiermee bewees Speer zijn organisatorisch talent. De overname van Adolf Hitler in 1933 tekende het begin van de vervolging van Joden, Communisten, homoseksuelen, oppositieleden en vele anderen.
onderdeel: geschiedenis van de stad samengesteld door: groep 2
21
Berlijn van WO I t/m WO II Hitler
Hitler probeerde in 1923 de regering af te zetten, hij werd gearresteerd en veroordeeld voor 5 jaar. Nadat hij een jaar van zijn gevangenisstraf heeft uitgezeten werd hij vrijgelaten. In de gevangenis heeft hij het boek Mein Kampf geschreven, met daarin standpunten voor de toekomst van Duitsland. Voorbeelden daarvan zijn bijvoorbeeld, dat het blanke ras beter is dan het zwarte ras, en dat het Germaanse ras verheven is boven alle andere rassen. Het slechtste ras was het joodse ras, zij waren de schuldige van alle ellende van Duitsland. Hitler wilde van Duitsland weer een machtig rijk maken, om dat voor elkaar te krijgen moest Duitsland bestuurt worden door een persoon, in dit geval Hitler. In zijn boek staat ook dat er maar op één partij gestemd mag worden, de NSDAP (nationaal socialistische Partij.) mensen die niet op die partij stemmen moeten vermoord worden. De Joden waren de schuldige van alle ellende, en moesten allemaal, ook de kinderen, vermoord worden. In 1933 komt Hitler met de NSDAP aan de macht. Hij liet werklozen beginnen aan het maken van wegen. Ook liet hij werklozen werken in fabrieken om oorlogsspullen te produceren. Het geld dat daarvoor nodig was leende hij uit het buitenland. Volgens Hitler moest de Duitse vrouw veel kinderen krijgen, die had hij nodig om later in te zetten in de oorlog. In 1935 voerde Hitler een wet in, waarin stond dat Germaanse vrouwen alleen nog maar mochten trouwen met Germaanse mannen. Anders zou het ras onzuiver worden. Gezinnen met veel kinderen kregen meer geld van de regering, als stimulans. Hitler werd als held betiteld via de krant en de radio, hij was de man die een oplossing had gevonden voor de werkloosheid, hij weet wat goed is voor Duitsland. Duitsland bleef wapens produceren, en toen Frankrijk en Duitsland het in de gaten kregen was het al te laat, Duitsland had in een paar jaar een leger gekweekt die geen gelijke kent. In 1939 begon Duitsland de oorlog en veroverde een groot deel van Europa. In 1943 had Duitsland de oorlog eigenlijk al verloren, Hitler zette vrouwen en kinderen in om te werken in de wapenfabrieken, want de wapenvooraad was op. Later zette hij ook kinderen in om te vechten. In 1945 hebben Hitler en zijn vrouw Eva Brauwn Hiernaast een plattegrond van Europa, met in het rood de delen die Duits- zelfmoord gepleegd, in de bunker gelegen land veroverd had. bij de Rijksdag.
Albert Speer
Toen Hitler aan de macht kwam werd Albert Speer benoemd tot zijn ‘huisarchitect’. Hij kreeg opdrachten om belangrijke gebouwen van het derde rijk te ontwerpen.
22
onderdeel: geschiedenis van de stad samengesteld door: groep 3
Berlijn van WO I t/m WO II
de Party Rally in Nuremberg.
Adolf Hitler gaf Speer in 1933 de opdracht tot de herbouw van de kort daarvoor afgebrande Berlijnse Reichstag. In 1936 ontwierp Speer de Party Rally in Nuremberg; in 1937 ontwierp Speer voor de wereldtentoonstelling in Parijs het Duitse paviljoen. In 1942 werd Albert Speer door Hitler bedoemd tot minister van Bewapening en Munitie. Speer kreeg het voor elkaar om de productie van de bewapening en munitie te verviervoudigen, zodat Duitse leger kon standhouden tot 1945. Het Südbahnhof ontwierp Speer ook in 1942. Albert Speer was het enige nazi-lid waarmee Hitler een vriendschappelijke relatie had.
Germania
De Arch is door Speer ontworpen voor Hitler’s 50ste verjaardag.
Hitler had plannen om van Berlijn een hele nieuwe stad te bouwen. Deze stad zou Germania gaan heten, de nieuwe glorieuze hoofdstad van Europa. De bedoeling was dat een groot deel van Berlijn gesloopt zou worden, waarna er een enorme boulevard aangelegd zou worden geflankeerd met gigantische gebouwen te ere van de nazi partij, de SS en andere gerelateerde organisaties. In 1938 was het plan dusdanig uitgewerkt, dat men kon beginnen met het uitvoeren van enkele projecten. Het plan behelsde een hoofdwegennet, bestaande uit een Noord-Zuid- en Oost-West-As, die zich zouden kruisen bij de Brandenburger Poort. Aan de Noord-Zuid-As, die 120 meter breed zou worden, waren de belangrijkste regeringsgebouwen gepland. Als sluitstuk van deze boulevard, wilde men het grootste gebouw ter wereld bouwen. Het centrum van Germania zou gevormd worden door een enorme overkoepelde hal met een hoogte van 320 meter. (de ‘Sodatenhalle’ of ‘Halle des Volkes’)
De ‘Soldatenhalle’ met ter vergelijking ervoor de Brandenburger Tor
onderdeel: geschiedenis van de stad samengesteld door: groep 3
23
Berlijn van WO I t/m WO II Hitler had zelf het grondplan getekend en een paar gebouwen uitgeschetst, zijn huisarchitect Albert Speer werkte dit verder uit. Voor de oorlog werd er al begonnen met de rijkskanselarij en er werden al een paar stadsdelen gesloopt. Door de oorlog werd het werk stilgelegd en gedurende de oorlog werd duidelijk dat van de plannen van Germania niets terecht zou komen. Hitler liet zich niet kennen en bleef tot het eind van de oorlog reusachtige plannen bedenken en liet er zelfs maquettes van bouwen. Het project zou in 1950 afgerond moeten zijn. Hitler had naast Germania nog een ander plan. Hij wilde een kopie van het sint-pietersplein in Berlijn laten bouwen als hulde aan zijn Italiaanse bondgenoot Benito Mussolini. Hitler gaf Albert Speer de opdracht om dit idee uit te werken, alleen is het idee nooit verder uitgewerkt.
De bunker van Hitler
Hitler liet in de tijd dat hij aan de macht was een enorme bunker bouwen. Deze bunker liet hij bouwen om te kunnen schuilen tijdens de oorlog, om in het geheim mensen te ontvangen en om in het geheim zijn plannen uit te werken. De bunker van Hitler bevond zich zowel boven als onder de tuin van het rijkskanselarij, wat zich bevond aan 77 Wilhemstrasse. Aan deze straat bevonden zich nog meer parlement 1 Rijkskanselarij 2 Ministerie van buitenlandse zaken gebouwen. Er Rode stip: Op deze plek stond de bunker van Hitler (zie hier boven) waren verschillende ondergrondse gangen die leiden naar andere kleine bunkers is Berlijn. De exacte plek van de bunker is moeilijk aan te wijzen want er is tijdens de oorlog veel plat gebombardeerd. De bunker van Hitler had een trap in zijn bunker die leid naar de Ministerie van buitenlandse zaken.
Olympische Spelen 1936
De olympische spelen werden in 1936 in Berlijn gehouden. Voor deze gelegenheid liet Hitler een nieuw olympisch stadion bouwen, het Olympiastadion. Het Olypiastadion ligt in het westen van Berlijn. Eerder stond op dezelfde plaats het Duitse stadion, dit werd gebouwd in 1913 voor de Olympische Spelen van 1916. De Olympische Spelen van 1916 gingen in die tijd niet door vanwege de Eerste Wereldoorlog. Voor de Olympische Spelen van 1936 wilde Hitler toch een nieuw stadion laten bouwen, vooral als propaganda voor zijn Nationaal-socialisme. Het Olympiastadion, met een capaciteit van 100.000 toeschouwers, werd in de periode 1934-1936 gebouwd onder architectuur van Werner March. Het bouwwerk is voor ongeveer de helft ingegraven, zodat alleen de bovenste ring
24
onderdeel: geschiedenis van de stad samengesteld door: groep 3
Berlijn van WO I t/m WO II bovengronds is gebleven en zichtbaar is. De pilaren rondom zijn eigenlijk ranke Jugendstil pilaren, maar op advies van Albert Speer zijn deze omgeven door massieve sierlijsten om het stadion een bombastische Nazi-uitstraling te geven. Het stadion werd geopend op 1 augustus 1936, tegelijk met de Olympische Spelen. De Olympische spelen zouden bijna niet doorgaan, omdat toen in 1933 Hitler aan de macht kwam veel landen protesteerde. Vooral de verenigde Staten stonden erop dat de olympische Spelen ergens anders gehouden werd. Hitler had uitdrukkelijk beloofd om het Olympisch Handvest na te leven. Verder beloofde hij om geen enkele rassendiscriminatie toe te staan. Hitler liet zelfs 2 half joodse Duitsers toe in het Duitse team. Jesse Owens was de ster van de Spelen. Jesse was een “zwarte” Amerikaan. Toen Jesse de 100 meten sprint won, liep Hitler kwaad het Olympische stadion uit. Ook na afloop van de Spelen weigerde Hitler Jesse Owens de hand te schudden. Hieruit bleek dus dat Hitler zich niet helemaal aan zijn afspraken hield.
Het Olympische Stadion
Autobahn
In Berlijn werd in 1921 de eerste autobahn aangelegd. Deze werd niet door Hitler aangelegd omdat hij toen nog niet aan de macht was. Toen Hitler in 1933 rijkskanselier was geworden kondigde hij aan dat hij de Duitse autobahnen met ongeveer 6900 km ging verlengen. Uiteindelijk werd daar maar de helft van verwezenlijkt. Met namen de grote steden wilde hij goed met elkaar verbonden hebben. Berlijn was in die tijd de hoofdstad van het Duitse rijk. Hitler wilde vanuit zijn hoofdstad snel overal in het rijk kunnen komen. Daarom komen er in Berlijn ook veel autobahnen samen. Ook was de rijkskanselarij in Berlijn gevestigd. Hitler liet zelfs wegen bij zijn huis in de bergen aanleggen die verwarmd konden worden. Zo kon hij altijd snel weg. Om de autobahnen goed te kunnen benutten moesten er meer auto’s komen. Hitler kondigde aan dat hij een auto wilde laten bouwen die voor iedereen betaalbaar was. Hitler stelde veel eisen aan de te bouwen auto. De wagen moest minder dan duizend Duitse Mark kosten, 2 volwassenen en 3 kinderen kunnen vervoeren of 3 soldaten met machinegeweer. Ook moest de auto een laag benzine verbruik hebben en een snelheid van 100 km/u kunnen halen. Omdat duizend Mark nog steeds veel geld was kwam Hitler met een systeem om voor de
onderdeel: geschiedenis van de stad samengesteld door: groep 3
25
Berlijn van WO I t/m WO II auto te sparen. Elke week konden de mensen een zegel kopen voor vijf Mark en op deze manier door sparen totdat ze genoeg zegels hadden. De productie van de auto’s werd gefinancierd door hun toekomstige eigenaars door voorafbetalingen. Er werden gelijk ongeveer 270.000 auto’s besteld. Omdat er sinds de aanleg van de autobahn goede verbindingen waren ontstaan was de vraag naar auto’s gigantisch hoog. Er moesten zelfs fabrieken worden bijgebouwd. Toen de tweede wereld oorlog uitbrak waren die fabrieken nog niet af. Hitler liet de productie van de auto’s staken omdat hij een grote behoefte had aan militaire voertuigen. Er waren op dat moment 337.000 spaarders die dus nooit hun auto zouden krijgen maar al wel betaald hadden. Hitler had dus veel geld om militaire voertuigen te laten bouwen. Hitler had de autobahnen niet alleen aangelegd voor de mobiliteit van het volk en van hem, ook zou een modern wegennet de mobiliteit van de strijdkrachten tot het optimale bevorderen. Hitler liet de autobahnen erg breed maken, ongeveer zeven meter breed, zodat ze zelfs als landingsbanen voor vliegtuigen konden worden gebruikt. Ook was het aanleggen van de autobahnen erg goed voor de economie. Er waren namelijk in Berlijn, maar ook in de rest van het Duitse rijk, veel werklozen. In heel Duitsland waren dat er zes miljoen. Dit kwam overeen met ongeveer 30 procent werkloosheid. Door middel van de gigantische werkgelegenheidsprojecten lukte het de nationaal-socialisten, geholpen door de gelijktijdige opleving van de wereldhandel, dit aantal in zeer korte tijd terug te dringen tot onder de anderhalf miljoen in 1936. Ook zorgden de wederopbouw van de wapenindustrie voor veel werkgelegenheid. De wapens die werden geproduceerd konden veilig en snel over de autobahnen naar alle hoeken van het land worden getransporteerd. Deze economische successen van het nazi-regime zorgden voor een groeiende populariteit van de NSDAP.
26
De autobahn in de tijd van Hitler.
onderdeel: geschiedenis van de stad samengesteld door: groep 3
Berlijn na de Tweede Wereldoorlog Na de Tweede Wereldoorlog werd Duitsland in tweeën gesplitst. In West-Duitsland werd de Bondsrepubliek Duitsland (BRD) opgericht in 1949 als samenvoeging van de Franse, Britse en Amerikaanse bezettingszones. In Oost-Duitsland ontstond in datzelfde jaar de Duitse Democratische Republiek (DDR), het deel van Duitsland dat de Sovjet-Unie was toegewezen. De hoofdstad van Duitsland, Berlijn, werd een enclave in Oost-Duitsland, omdat de stad verdeeld werd in vier sectoren. Elke sector werd bestuurd door een ander land: door het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten, Frankrijk en de Sovjet-Unie. West-Berlijn (het deel dat door het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten en Frankrijk werd bestuurd) kreeg financiële hulp, maar Oost-Berlijn (bestuurd door de Sovjet-Unie) kreeg geen hulp. Terwijl in West-Berlijn de economie werd opgebouwd, ging het in Oost-Berlijn steeds slechter: er was weinig voedsel en de werkloosheid was groot. Vele mensen uit Oost-Berlijn wilden dus naar West-Berlijn. Oost-Duitsland probeerde Berlijn in te lijven en isoleerde de stad door verkeer van en naar Berlijn vanuit het westen te blokkeren. De geallieerden wilden hun positie in West-Berlijn echter niet kwijt en de spanning in Berlijn liep hoog op. De DDR wilde niet dat alle Oost-Duitsers naar het westen vertrokken en daarom verbrak de DDR in 1961 de verbindingen van het Oosten naar het Westen. Vervolgens werd de Berlijnse muur gebouwd, die volgens de DDR bedoeld was om de “kapitalistische facisten” tegen te houden. In het westen zag men de muur echter als een middel om de bevolking in de DDR binnen te houden. De eerste muur was gebouwd met Strasse bakstenen en prikkeldraad op borst- 1.2.Bernauer Invalidenfriedhof hoogte. Er zouden vier versies van de 3. Potsdamer Platz Niederkirchnerstrasse muur komen tot in 1988 de muur zijn 4. 5. Checkpoint Charlie uiteindelijke vorm kreeg. De muur 6. ‘East-Side-Gallery’ aan de Mühlenstrasse was 160 kilometer lang en liep 43,1 kilometer door de binnenstad. De muur bestond uit segmenten van gewapend beton, die 3,60 meter hoog en 1,20 meter lang waren. De dikte varieerde tientallen centimeters tot ongeveer een meter. Verder waren er nog 55 kilometer metalen hekken en 293 wachttorens en verschillende hindernissen zoals schietinstallaties, mijnen en patrouillestroken. Aangezien de muur door Oost-Duitsland was opgericht, werd deze ook door de Oost-Duitsers bewaakt. Op zeven plekken werden er nog doorgangsposten opengelaten, maar de muur werd streng bewaakt.Toen de muur nog maar net gebouwd was zaten er toch nog verschillende zwakke plekken in de muur die snel gevonden werden door Oost-Berlijners. Er werden spectaculaire en wanhopige pogingen gedaan om over de muur te passeren, zowel klimmend, er onderdoor gravend of zelfs vliegend. Er werden kisten onder auto’s gebonden om zo
onderdeel: geschiedenis van de stad samengesteld door: groep 4
27
Berlijn na de Tweede Wereldoorlog uit Oost-Berlijn te vluchten. Naar schatting werden er 76 mensen doodgeschoten door grenswachters. De belangrijkste en beroemdste grensovergang tussen West-Berlijn en Oost-Berlijn was Checkpoint Charlie. Vele mensen probeerden door deze doorgang naar West-Berlijn te vluchten. Tijdens de Koude Oorlog werd deze grensovergang symbool voor zowel de scheiding als voor vrijheid. Beroemd is het bordje dat er stond met de tekst “You are leaving the American sector.” In 1989 nam de macht van de Sovjet-Unie steeds meer af. De Sovjet-Unie had besloten regeringen van de Oostblok landen niet meer te steunen. Deze ontwikkelingen hadden belangrijke gevolgen voor zowel West- als Oost-Duitsland. De DDR stortte in en een hereniging kwam in zicht. Op 9 november 1989 hield de SED-fuctionaris (de SED was een regeringspartij in de DDR) Schabowski een persconferentie waarin hij bekend maakte dat de regering had besloten vrij reizen aan de DDR-burgers toe te staan. Deze reistoestemming was niet helemaal duidelijk en de grenswachten waren ook niet op de hoogte gebracht. Maar toen de enorme mensenmassa te groot werd besloten sommige officieren zelf de grens te openen. Zonder geweld was de val van de Berlijnse muur een feit. Het werd een enorm volksfeest, waarbij iedereen die het wilde een stuk uit de muur hakte. Een jaar later, op 3 oktober 1990, was de hereniging officieel. De vier machten die voorheen Berlijn bestuurden trokken zich 15 maart 1991 officieel terug. In 1991 werden de laatste brokstukken afgebroken en de stukken muur werden als souvenir verkocht.
Stadsontwikkeling na 1945
Na de overgave van de nationaal socialisten in 1945, ingegeven door de rampzalige bombardementen, waardoor meer dan de helft van de woningen werd vernield, herstelde de stad zich snel. Vooral het westelijk deel van Berlijn werd voortvarend aangepakt. Oude gebouwen zijn tamelijk zeldzaam (Dit kan ook niet anders na de bombardementen die dag en nacht doorgingen) De westerse bezetters, de Amerikanen, de Britten en de Franse zagen, in tegenstelling tot de Russen, dat de wederopbouw en de ontwikkeling van de stad belangrijk was omdat ze het na de Eerste Wereldoorlog verkeerd hadden aangepakt door Duitsland te laten betalen. Bij de wederopbouw zien we zeer duidelijk de verschillende culturen van de bezettende mogendheden in de beide delen van Berlijn terug. West – Berlijn heeft een volkomen westers uiterlijk met brede boulevards, grote winkels, gedurfde moderne bouwwerken (o.a. het Hansaviertel) terwijl Oost – Berlijn een typisch voorbeeld is van “de socialistische stijl” of stalinistische pronk stijl met enorme gebouwen die rijk zijn voorzien van marmer en versieringen. In de zestigerjaren kwam in Oost Berlijn het accent bij de wederopbouw meer te liggen op de functionaliteit van de woning. In West Berlijn liep de ontwikkeling gelijk aan de ontwikkeling van de Bondsrepubliek. Ook de psychologie van de koude oorlog waarbij de Russen gebouwen gingen neerzetten (Fernsehturn, 365meter hoge televisietoren met op 200meter hoogte een restaurant met uitzicht) om de technologische voorsprong van de communistische landen op het westen te benadrukken, zette deze ontwikkeling van het westen in gang en moest de West Duitse welvaart tonen.
28
onderdeel: geschiedenis van de stad samengesteld door: groep 4
Berlijn na de Tweede Wereldoorlog Doordat er ruimte was (de kapotte gebouwen werden gesloopt en de grond bouwrijp gemaakt) en er genoeg geld was, werden bezienswaardige gebouwen van moderne bouwkunst gerealiseerd. We kunnen hierbij denken aan bijvoorbeeld de Kongresshalle, Le Corbusier House (waarvan er ook zijn gerealiseerd in Nantes en Marseille) en Philharmonie. Het groene karakter van Berlijn van voor de vernieling is na de wederopbouw behouden gebleven. We zien dan ook volop parken, bossen, tuinen en meren. Omdat de West Duitsers in de veronderstelling waren dat Oost en West nog eens verenigd zouden worden werd het centrum van het nieuwe West Berlijn zo dicht mogelijk bij het oude centrum gebouwd n.l. rondom de Ennst Reuter Platz en het Tiergarten viertel. Omdat veel Oost Duitsers de vlucht naar het vrije Westen via Berlijn waagde werd door de Oost Berlijnse overheid besloten hier doormiddel van de bouw van de Berlijnse muur een einde aan te maken. In 1961 werd de bouw van de muur een feit. Zo’n kleine dertig jaar heeft hij er gestaan. Na de val van de Berlijnse muur is Oost Berlijn een grote bouwput geworden om de grote verschillen zo snel mogelijk weg te werken.
Verschillen tussen west en oost Berlijn
Doordat Berlijn werd opgedeeld in vier delen begonnen er verschillen te ontstaan tussen oost en west Berlijn. Dit kwam vooral door het feit dat de Russen andere plannen met Duitsland hadden dan de Geallieerden. De Geallieerden probeerde Duitsland te bevrijden van de Nazi’s, de Russen hadden een andere reden. Er was een verdrag tussen de Sovjet-Unie en Duitsland dat ze elkaar niet aan zouden vallen, ze hadden zelfs samen Polen verdeeld. Maar gedurende de oorlogen besloot Hitler dat hij het grootste land in de wereld aan wilde vallen. Hierdoor ontstond de oorlog met de Sovjet-Unie. Duitsland had vanaf die tijd een oorlog aan twee fronten en bleef dit niet volhouden. De Geallieerden en de Russen overwonnen. Na deze overwinning werd Duitsland opgedeeld in vier delen. Het was verdeeld in een Russisch, een Amerikaans, een Brits en een Frans gedeelte. Dit gebeurde in de conferentiebepalingen van Potsdam (5 juni 1945). West-Berlijn kreeg van de geallieerden financiële hulp, terwijl Oost-Berlijn dit niet kreeg van de Sovjet-Unie. Hierdoor kreeg West-Berlijn de kans om een goede economie op te bouwen en Oost-Berlijn dus niet. Het ging daar steeds slechter. Er waren echt grote verschillen. Aan de ene kant was Oost-Berlijn, waar werkloosheid heerste en voedselschaarste was, en aan de andere kant was West-Berlijn, hier was genoeg voedsel en luxe. Door dit grote verschil gingen steeds meer mensen vluchten naar West-Berlijn. De geallieerden wilde West-Berlijn niet opgeven en de spanning begon erg op te lopen rond Berlijn. Chroesjtsjov bleef dit echter niet toestaan. In de nacht van 12 op 13 augustus 1961 werden alle verbindingen tussen de beide helften verbroken. In West-Berlijn woonde voor de oorlog al de beter verdienende mensen van Berlijn. Kenmerkend aan Oost-Berlijn waren de smalle straten met gebouwen in de Barokstijl. Voor veel theaters, bioscopen, restaurants, banken en verzekeringsmaatschappijen was er niet genoeg ruimte in deze straten, dus verhuisde zij naar het westelijk gedeelte van Berlijn. Alleen Ministeries en andere overheidsdiensten bleven in het oosten. Na de oorlog werd Berlijn dus opgedeeld. Hierna werd West-Berlijn de etalage van het wes-
onderdeel: geschiedenis van de stad samengesteld door: groep 4
29
Berlijn na de Tweede Wereldoorlog ten, er kwam veel hoogbouw. De West-Duitse overheid ging zich er vestigen, er kwamen meer kantoren van grote organisaties, en meer financiële dienstverlening, toerisme, horeca en ook een groot beurscomplex. West-Berlijn had een diensteneconomie. De economie van Oost-Berlijn draaide echter op de industrie, Het was ook de hoofdstad van de DDR. Wat wel opvallend was, was dat er een grote concentratie aan onderwijsinstellingen was in Oost-Berlijn.
Politieke wederopbouw in de vier zones
Na de tweede wereldoorlog moest Duitsland opnieuw worden opgebouwd. Zowel in de vorm van gebouwen bouwen als de politiek. Na de oorlog werden er veel nazi’s opgespoord en naar de rechter gebracht, dit vanwege het feit dat vele van hen oorlogsmisdaden begaan hadden. Onder deze nazi’s waren veel van de toenmalige bevelhebbers en belangrijke politici. Alleen werd er haast alleen maar in het door de Sovjetunie bestuurde gebied jacht gemaakt op de hoge functionarissen, en werd er in het Amerikaanse deel haast geen moeite voor gedaan. Hierdoor werden er niet zo veel nazi’s uiteindelijk veroordeeld, maar ze hadden toen ook geen positie om een land te regeren. Wat er over was van Duitsland werd opgedeeld in 3 deelstaten, geregeerd door 3 verschillende landen: Amerika, Engeland en de Sovjetunie. Deze opdeling is definitief geworden tijdens de Conferentie van Jalta in februari 1945. Hier werd ook besloten dat Berlijn in 4 sectoren werd opgedeeld. Even later werd uit de Amerikaanse en Britse delen een stuk overgegeven aan Frankrijk. De bedoeling was om heel Duitsland, dus ook Berlijn, te herstellen. Hierdoor werd er door alle vier de machtshebbers gepleit voor democratisering. Alleen hadden de Fransen en de Russen hier een ander beeld bij en plunderden de hele bevolking arm. Toen de koude oorlog begon werd de kans op herstel van Duitsland steeds kleiner. Op 2 december 1946 voegden de Britse en Amerikaanse delen samen om een economische eenheid te vormen. Op 8 april 1949 kwam Frankrijk hier ook bij. In 1948 werd besloten om de geldeenheid te veranderen in de D-mark, dit zorgde voor een grote economische groeispurt. Twee dagen later werd in het Oosten van Duitsland de Ostmark ingevoerd, dit zorgde voor een duidelijk zichtbare scheiding tussen de twee grote machten. Jozef Stalin(leider van de Sovjets) besloot de Amerikanen te hinderen in hun vooruitgang en besloot het al geïsoleerde Berlijn nog meer te isoleren. Hij blokkeerde heel Berlijn(wat geheel op Sovjet gebied lag) af van de Amerikanen. De Amerikanen moesten nu om hun burgers in Berlijn te voorzien van eten een luchtbrug inschakelen. Dit is een onzichtbare “brug” waar de hele tijd vliegtuigen af en aan vliegen om alle goederen aan te voeren. In 1949 werd deze blokkade opgeheven. Maar de opdeling was nog niet compleet, op 23 mei 1949 besloten de Westerse machtshebbers de Bondsrepubliek Duitsland op
30
onderdeel: geschiedenis van de stad samengesteld door: groep 4
Berlijn na de Tweede Wereldoorlog te richten. Als antwoord hierop richtte de Russen de Duitse Democratische Republiek op,op 7 oktober 1949. De komende jaren vergroten het verschil tussen het Westen en het Oosten van Duitsland en dus ook Berlijn alleen maar meer. Het verschil is zo groot dat de mensen in Oost Berlijn, naar het welvarendere westen trekken om daar een beter bestaan op te bouwen. Om dit tegen te gaan bouwen de Oost Duitsers de Berlijnse muur. Hij werd opgericht op 13 augustus 1961, zij bouwden en bewaakten hem dan ook. De mensen gingen tot grote hoogte om naar West-Berlijn te gaan. Dit kwam omdat de economie in het Westen veel beter was dan in het Oosten. West-Berlijn kreeg namelijk financiële hulp van de geallieerden troepen, maar Oost-Berlijn kreeg niets van de Sovjet-Unie. Hier was dan ook veel voedselschaarste en werkeloosheid, terwijl in West-Berlijn genoeg voedsel en luxe aanwezig was. De muur bleef tot 9 november 1989 staan. Voordat deze viel ontstonden er al gaten in het ‘IJzeren Gordijn’(een muur tussen het Oostblok en het Westen) en hierdoor trokken grote hoeveelheden mensen naar het Westen. De leiding van de DDR(die Oost-Duitsland bestuurde) moest de grenzen open gooien, hierna was het omhoog houden van de Berlijnse muur geen mogelijkheid meer. Op 9 november 1989 kon iedereen die het wou de muur helpen slopen om een nieuw tijdperk voor Duitsland te openen.
onderdeel: geschiedenis van de stad samengesteld door: groep 4
31
Berlijn na de val van de muur De Berlijnse muur viel op 9 november 1989. Temidden van een grandioos volksfeest hakte een ieder die het wilde een stuk beton uit het bouwwerk, dat voor zo veel ellende had gezorgd. Een jaar later was de hereniging van Duitsland een feit. In 1991 werd de betonnen muur echt afgebroken en werden brokken als souvenir verkocht. Dat gebeurt tot op de dag van vandaag.
Directe en indirecte gevolgen van de val van de muur
Na een tijdje begonnen de inwoners van het oostelijke deel van Duitsland in te zien dat er in het westelijke deel veel meer rijkdom en welvaart was dan bij hen. Vooral in Berlijn gaf dit problemen omdat de scheidingslijn van het oostelijke en westelijke deel van Duitsland dwars door de stad Berlijn liep. In Centraal-Europa vroeg men zich na de Tweede Wereldoorlog af hoe het nu verder moest met het stilaan leeglopende Oost-Duitsland. Een Duitse hereniging drong zich op maar had als gevolg dat een herenigd Duitsland opnieuw een groot machtsblok zou zijn in Midden-Europa. Men vreesde dat Duitsland zich zou willen wreken voor de vernederingen die Duitsland waren aangedaan na de Tweede Wereldoorlog. De nieuwe Duitse kanselier Helmut Kohl verzekerde de rest van Europa echter dat Duitsland niets als vreedzame bedoelingen beoogde. Op 3 oktober 1990 werd de eenmaking van Duitsland een feit, de DDR werd opgenomen in de BRD, dit was gelijk het symbool voor het einde van Koude Oorlog. Na de val van de Berlijnse Muur werkten de welvarende Baltische staten zich los uit het Sovjetverband. De vraag werd gesteld of Gorbatsjov nu wel een echte leider was of niet. Doordat het communisme wegviel uit het straatbeeld van Centraal-Europa beschouwde de USA de Sovjetunie niet langer als een tegenstander. Er waren immers geen verschillen meer qua ideologie en economie. Ook in de Sovjetunie was er nu plaats voor het vrije denken en initiatief. Ook de tegenstelling tussen kapitalisme en communisme viel nu weg en daardoor was er ook geen reden meer om de Koude Oorlog door te zetten. Deze koude oorlog diende immers om het communisme in Centraal-Europa en de Sovjetunie in te dijken. De vete tussen West en Oost die van na de Tweede Wereldoorlog begonnen was, was nu eindelijk beslecht. Het was in deze context dat de Berlijnse Muur, die het symbool was van deze vete en van het communisme, geen zin meer had. Dit, samen met het feit dat er in Oost-Duitsland vrije verkiezingen georganiseerd werden, zorgden voor de val van de Berlijnse Muur. Na de val van de Oost-Duitse communistische partijtop in het najaar van 1989 en de daarop volgende liberalisering van de Oost-Duitse samenleving werden onder andere de uitreismogelijkheden van DDR-burgers versoepeld. Op 9 november 1989 werd de Berlijnse Muur neergehaald door dolenthousiaste Oost-Duitsers die nu eindelijk de vrijheid hadden om naar het Westen te trekken. Vanaf het begin van 1990 werd begonnen met de definitieve sloopwerken. Het verlies van de macht in Centraal-Europa werd op rug geschoven van Gorbatsjov. Er waren ook verscheidene interne tegenstellingen tussen progressieven en conservatieven die de oorzaak waren van veel moeilijkheden.
32
onderdeel: geschiedenis van de stad samengesteld door: groep 5
Berlijn na de val van de muur De oude regimes waren nu wel omvergeworpen, maar er blijft nog veel te doen in de Sovjetunie en Centraal-Europa. Men moet nu leren leven met minderheden, democratie invoeren in de landen in Centraal-Europa en de economieën omvormen.
Oost-West-integratie
De Wiedervereinigung op 3 oktober 1990 luidde een nieuwe episode in de Duitse geschiedenis in en veroorzaakte aanvankelijk een optimistische stemming in Duitsland. De eenwording had immers een einde gemaakt aan de ruim veertig jaar durende deling; de geschiedenis had Duitsland een ‘tweede kans’ gegeven. Bovendien stond de eenwording symbool voor de ineenstorting van het Oostblok en de historische zegetocht van de democratie. De gevolgen van de door Duitsland ontketende Tweede Wereldoorlog leken definitief tot het verleden te behoren. Het optimisme bleek echter van korte duur: al snel werd de ‘nieuwe’ Bondsrepubliek geconfronteerd met de problemen die de eenwording met zich meebracht. De bloeiende landschappen die Kohl had beloofd, bleven namelijk uit. De economische integratie van de twee Duitslanden bleek een moeilijkere taak dan aanvankelijk werd gedacht. Ook op het mentale vlak bestond (en bestaat) er een flinke kloof tussen Oost en West. De verschillen tussen de Oostenaren en de Westenaren hebben voor veel aanpassingsmoeilijkheden gezorgd. De buitenlandse politiek was door de omwenteling van 1989/90 tevens aan een heroriëntatie toe. Er was een einde gekomen aan de relatief overzichtelijke situatie tijdens de Koude Oorlog en Duitsland was weer een groot land in Europa geworden en kreeg meer en meer verantwoordelijkheden.
Economische integratie
De Oost-Duitse economie verkeerde in een dramatische staat. De meeste bedrijven en de infrastructuur waren hopeloos verouderd. De milieuvervuiling in de voormalige DDR was een zeer ernstig probleem. Alle Oost-Duitse bedrijven werden onder toezicht gesteld van de zogenaamde Treuhandanstalt. De Treuhand bekeek welke bedrijven gesloten moesten worden en welke konden blijven bestaan. Westerse firma’s werden aangemoedigd om in Oost-Berlijn te investeren en konden vaak tegen bodemprijzen hele fabrieken kopen. De werkloosheid - een begrip dat de Oost-Duitsers uit de DDR-tijd nauwelijks kenden - groeide gigantisch door deze harde aanpak. De kosten van de sanering van de Oost-Duitse economie liepen al gauw op tot 150 miljard D-Mark per jaar, in plaats van de vijf miljard waarop aanvankelijk was gerekend. Ook in West-Berlijn was dit merkbaar. Via de zogenaamde solidariteitstoeslag, een standaard belasting die elke burger betaalt, probeerde men de integratiekosten onder meer te betalen. De economische problemen in Oost-Berlijn is men nu - 17 jaar na de val van de Muur - nog steeds niet geheel te boven. De economische groei in het Oosten trok weliswaar vrij snel aan, maar dit was voor een belangrijk deel te danken aan de steun uit het Westen; het is de vraag of Oost-Berlijn economisch al op eigen benen kan staan. De laatste twee jaren is dit steeds meer het geval.
onderdeel: geschiedenis van de stad samengesteld door: groep 5
33
Berlijn na de val van de muur De hoge werkloosheid - in sommige delen van Oost-Berlijn meer dan 20 procent van de beroepsbevolking - is nog steeds een groot probleem. Ook is de arbeidsproductiviteit in de voormalige DDR nog lang niet op het peil van het Westen. Een remmende factor voor de economische groei in het Oosten is het feit dat de lonen wél flink gestegen zijn, met als gevolg dat de verhouding tussen loonkosten en arbeidsproductiviteit uit balans is. Dit weerhoudt veel buitenlandse bedrijven ervan zich in Oost-Berlijn te vestigen. Maar aangezien West-Berlijn inmiddels volgebouwd is en de oude, versleten gebouwen in Oost-Berlijn niet duur zijn, worden deze gebouwen gesloopt en vervangen door splinternieuwe en hypermoderne gebouwen.
Maatschappelijke integratie
Veel Oost-Duitsers kregen al snel na de eenwording te maken met aanpassingsmoeilijkheden. De harde werkelijkheid van de consumptiemaatschappij - met de hoge werkloosheid en vlijmscherpe concurrentie - kwam als een onaangename verrassing. Ook bleken tussen Oost-Duitsers en hun landgenoten uit het Westen veel onderlinge verschillen te bestaan. De Westenaren werden vaak als arrogant, egoïstisch en betweterig beschouwd. De Westenaren vonden op hun beurt dat Oostenaren niet efficiënt of hard genoeg werkten. Bovendien had de vereniging heel wat West-Marken gekost: de Oostenaren mochten daarvoor best dankbaar zijn. Beide Duitse groepen hadden dus moeite zich aan elkaar aan te passen met als gevolg dat veel Oost-Duitsers zijn gaan terugverlangen naar de goede aspecten van de DDR. Tegenwoordig doet Oost-Berlijn niet onder aan West-Berlijn.
Een jeugdige stad
Tegenwoordig lijkt Berlijn op één gigantisch bouwterrein omdat het stadsbeeld voortdurend verandert door nieuwe en opwindende ontwikkelingen. De verwoeste Reichstag (‘keizerlijke vergadering’) werd in 1999 heropend als de zetel van de Duitse Bundestag (‘federale vergadering’). De wijken van Berlijn zijn met elkaar verbonden door een ondergrondse spoorlijn ofwel U-Bahn. In het stadscentrum staan grote winkels, hoge kantoorgebouwen, hotels en beroemde straatcafe’s. de Kurfürstendamm (bekend als Ku’damm) en de Unter den Linden zijn de twee beroemdste straten van Berlijn. Berlijn vormt een wereldcentrum voor opera, klassieke muziek en theater. Wijken als Kreuzberg trekken de Berlijnse jongeren aan. De huidige stad is, zoals vanouds, een centrum voor politiek protest en extravagante mode. In de zomerweekenden ontsnappen Berlijners graag naar de vele meren, rivieren en bossen in de omgeving van de stad.
34
onderdeel: geschiedenis van de stad samengesteld door: groep 5
01: Berliner Hauptbahnhof De ontwerper van het Berliner Hauptbahnhof is Meinhard von Gerkan [1]. Meinhard von Gerkan werd in 1935 geboren in Riga en studeerde aan de universiteit in Braunschweig, waar hij in 1964 afstuderende. In 1965 richtte hij samen met Volkwin Marg een bureau op dat uitgroeide tot een internationaal opererende organisatie met acht partners en 290 medewerkers werkend in zeven verschillende kantoren. Aanvankelijk stond het bureau vooral bekend als een team van luchthavenarchitecten vanwege een innovatief ontwerp voor de luchthaven Berlijn-Tegel uit 1975. later maakte het ook ontwerpen voor:
de reconstructie van het Olympisch Stadion in Berlijn
voetbalstadium Rheinenergie in KeulenOntwerper
en het Chinese Nationale Museum in Beijing
het centraal station in Berlijn en het Lehrter Bahnhof dat in aanbouw is. Von Gerkan / Marg und partners heeft niet alleen in Duitsland een indrukwekkende lijst bouwwerken gerealiseerd maar timmert ook in het buitenland en vooral in China aan de weg. In Nanning en Shenzhen werden internationale expositie en conventiecentra gebouwd, in Shanghai Pudong een museum. Een ander project in aanbouw is de opera in Chongqing. Ook Taiwan, Rusland, Vietnam, Italië, Letland, Luxemburg, Turkije en de Verenigde Arabische Emiraten behoren tot het werkgebied van Von Gerkan.
Gebouwanalyse
1. Het Berliner Hauptbahnhof staat in het centrum van Berlijn aan het Europaplatz. Dit plein is gelegen aan de Invalidenstraße. Een straatnummer is er nog niet omdat het gebouw nog in aanbouw is. Het is de bedoeling dat het Berliner Hauptbahnhof op 28 mei 2006 in gebruik genomen gaat worden. De gebouwen die er in de buurt staan zijn Landessozialgericht Berlin, Klinik für hamatolgie und onkologie en Instituut für pathologie. De geleding van het gebouw bestaat uit meerdere balkvormige elementen met een dak. De daken die toegepast worden zijn wel verschillend. Zo zijn er elementen met een plat dak maar ook elementen met een gebogen dak.
onderdeel: gebouwanalyse post-muur gebouw samengesteld door: 3.1 +3.2 (zie achterin)
35
01: Berliner Hauptbahnhof 2. De hoofdvorm van het gebouw is een lange balk waar de treinen door aankomen en vertrekken. Tegen deze lange balk met gebogen dak is de entree gemaakt. Deze bevindt zich aan de voorkant van het gebouw en is goed te herkennen. De balken lopen door naar de achterkant van het gebouw. De entree bestaat uit drie balken tegen elkaar aan gezet die loodrecht op de balk staat waar de treinen door heen kunnen rijden. De twee buitenste balken van de entree zijn wat hoger en hebben een plat dak. De middelste balk van de entree bestaat uit een wat lagere balk met een gebogen dak. De afmetingen van het gebouw zijn: de lengterichting (Oost-West) waarin de treinen aankomen er vertrekken is 321 meter lang. De breedte van het gebouw (Noord-Zuid richting) is 180 meter. De maximale hoogte van het gebouw is 46 meter. Het gebouw bestaat voornamelijk uit ramen en heeft grote deuren. 3. Er worden meerdere soorten daken toegepast. Zo wordt er gebruik gemaakt van een gebogen dak maar ook van een plat dak. Boven de entree en de aankomst/vertrek hallen voor de treinen zit een gebogen glazen dak. Op de vierkantige gebouwdelen aan weerszijde van de entree zit een plat dak. De entree bestaat uit drie balken tegen elkaar aan gezet die loodrecht op de balk staat waar de treinen door heen kunnen rijden. De twee buitenste balken van de entree zijn wat hoger en hebben een plat dak. De middelste balk van de entree bestaat uit een wat lagere balk met een gebogen dak. Het gebouw bestaat voornamelijk uit ramen die tegen een staalconstructie zijn aangezet. Het gebouw heeft ook erg grote deuren wat zorgt voor een statig aanzicht maar het is ook erg functioneel. hoe groter de deuren hoe meer mensen er doorheen kunnen. 4. Het gebouw moet het toekomstige hoofdtreinstation van Berlijn worden. Ook is het de bedoeling dat het het grootste treinstation van Europa gaat worden. De functie van het gebouw is dus een treinstation. Het station zorgt ervoor dat wanneer het gebouw af is, er elke werkdag ongeveer anderhalf miljoen mensen gebruik van maken om op hun bestemming te kunnen komen. Een andere functie van het gebouw heeft te maken met de wereldkampioenschappen voetbal die dit jaar in Duitsland gehouden gaan worden. Het gebouw is op dit moment nog niet in gebruik. Volgens de planning wordt het gebouw op 28 mei 2006 in gebruik genomen. 5. De constructie van het Berliner Hauptbahnhof bestaat uit stalenskeletbouw. De gevels zijn van glas gemaakt en worden tegen de stalen constructie aan bevestigd. De vloeren in het
36
onderdeel: gebouwanalyse post-muur gebouw samengesteld door: 3.1 +3.2 (zie achterin)
01: Berliner Hauptbahnhof
gebouw zijn van gewapend beton gemaakt. Het interieur van het gebouw wordt zo ingedeeld dat het de grote stromen met mensen goed kan verwerken. De hallen waar de treinen in aankomen zijn daarom ook 40 meter breed. Het grootste gedeelte van het gebouw bestaat uit glas wat zorgt voor veel licht inval. Binnen in het gebouw wordt veel verlichting geplaatst zodat ’s avonds het station goed verlicht is[2]. Doordat de meeste gevels van glas zijn gemaakt valt het gebouw in de nacht dan goed op. Het interieur is erg neutraal. De kleuren die je er tegen komt zijn voornamelijk de kleuren van staal, beton en glas. Op dit moment is er nog geen meubilair in het gebouw aanwezig, maar er komen overal banken waar de reizigers op kunnen zitten terwijl ze op de trein wachten. Verder komen er winkels en restaurantjes om de reizigers van alle gemakken te kunnen voorzien. Het grootste gedeelte van het gebouw bestaat uit glas wat zorgt voor veel licht inval. Binnen in het gebouw wordt veel verlichting geplaatst zodat ’s avonds het station goed verlicht is. Doordat de meeste gevels van glas zijn gemaakt valt het gebouw in de nacht dan goed op. 6. De opdrachtgever van het Berliner Hauptbahnhof is de Overheid. Dit gebouw wilde de overheid neerzetten omdat Berlijn alsmaar wordt uitgebreid en de capaciteit van het huidige station niet toerijkend meer was. Een andere reden om het Berliner Hauptbahnhof te laten bouwen is dat in 2006 de wereldkampioenschappen voetbal in Duitsland wordt gehouden. Door dit treinstation kunnen dan vele reizigers Berlijn goed bereiken.
onderdeel: gebouwanalyse post-muur gebouw samengesteld door: 3.1 +3.2 (zie achterin)
37
01: Berliner Hauptbahnhof In het programma van eisen wat is opgesteld door de Duitse Overheid staat dat de capaciteit van het Berliner Hauptbahnhof zodanig groot moet zijn dat de dagelijkse reizigers er makkelijke elke dag mee kunnen worden vervoerd. Ook tijdens de wereldkampioenschappen moet het Berliner Hauptbahnhof de drukte aankunnen. 7. De ecologische aspecten van het gebouw: het Berliner Hauptbahnhof bestaat dus voornamelijk uit staal, glas en beton. Dit zijn alle drie materialen die we kunnen hergebruiken. Het gebouw is dus milieuvriendelijk. Het gebouw heeft ook betrekking op de maatschappij. Het is een gebouw wat er voor zorgt dat reizigers (dus de maatschappij) zich goed kunnen vervoeren. Het gebouw helpt dus mee aan de mobiliteit van de stad Berlijn. 8. Het Berliner Hauptbahnhof is voornamelijk gemaakt uit de materialen glas, staal en beton Het gebouw heeft heel veel glas waardoor het een erg licht gebouw is. In de avond wanneer binnen de vele lampen branden is het langs buiten gezien verlicht glazen gebouw. Omdat het gebouw zo groot is en grote overspanningen moet maken boven de treinhallen wordt veel gebruik gemaakt van stalen kolommen. In die hallen wordt ook veel beton toegepast.
info: Het Berliner Hauptbahnhof zal goed toegankelijk zijn. Ook voor mensen in een rolstoel. Er zijn ook vijf liften aanwezig. Het gebouw is een open staatsgebouw en zal 24 uur per dag geopend zijn. De toegang tot het gebouw zal ook gratis zijn. Het Berliner Hauptbahnhof is gelegen aan het Europaplatz wat aan de Invalidenstraße in Berlijn ligt.[11] Het Berliner Hauptbahnhof is te bereiken via de ondergrondse. Deze rijdt vanaf Potsdamer Platz. Websites voor meer informatie www.berlin.de www.gmp-architekten.de www.bahnhof.de
38
onderdeel: gebouwanalyse post-muur gebouw samengesteld door: 3.1 +3.2 (zie achterin)
02: Zeughaus Ontwerper
Leoh Ming Pei is in China in 1917 geboren als zoon van een vooraanstaande bankier. Op zeventienjarige leeftijd ging hij naar de V.S. om architectuur te bestuderen en hij behaalde het ‘Bachelor of Architectuur - diploma van de MIT in 1940. Hij kreeg de alpha Rho Chi Medaille, het MIT Travelling Fellowship en de AIA Gouden medaille toen hij afstudeerde. In 1942, schreef hij zich in de Harvard Graduate School of Design waar hij les kreeg van Walter Gropius, zes maanden later , werkte hij als vrijwilleger voor de nationale Defense Research Committee in Princeton. Pei keerde terug naar Havard in 1944 en hij vervolledigde zijn master in architectuure in 1946, terwijl hij ook al les gaf aan de faculteit als assistent (1945-48). In 1951 werd hem de wheelwright Travelling Fellowship toegekend door Harvard, hij reisde dan frequent door Engeland, Frankrijk, Italië en Griekenland. L.M. Pei liet zich in 1954 naturaliseren tot burger van de Verenigde staten. In 1948, nodigde William Zeckendorf Pei uit om de nieuwe post van Directeur van Architectuur bij het Webb &Knappe bedrijf te aanvaarden. Dit resulteerde in vele grote schaal projecten in Noord- Amerika. In 1955 stichtte hij zelf zijn eigen vennootschap: de L.M. Pei & Associates, wat in 1966 de L.M. Pei & Partners werd en Pei Cobb Freed & Partners in 1989. Dit vennootschap kreeg in 1968 de architectural Firm Award van de Amerika instituut of architects, dit is de grootste eer gegeven door dit instituut. In de late negentiger jaren , na meer dan vier decennia praktijk, nam Pei ontslag uit de firma om zich to te spitsen op kleiner projecten met persoonlijke interesse. Ondanks zijn ontslag ging het vennootschap door. Andere bekende gebouwen zijn Het Louvre (Parijs) en de Bank of China
Geschiedenis
Het Zeughaus is een van de oudste en meest belangrijke gebouwen in Barok stijl van Berlijn. Het grondsteenleggen van het Zeughaus begon op 28 mei 1695 door Friedrich III v. Brandenberg. Het Duits Historisch Museum bevindt zich in dit gebouw. Het gebouw werd in 1706 gebouwd als opslagplaats voor wapens. Het gebouw bestaat uit vier vleugels ieder zo’n 90 meter lang en is gebouwd om een slottuin. Het Zeughaus werd getransformeerd in een “Hall of Fame
onderdeel: gebouwanalyse post-muur gebouw samengesteld door: 1.2 + 1.3 (zie achterin)
39
02: Zeughaus voor het Pruisische leger”, een militair museum, in 1875. Van 1949-1965 werd het gebouw gerestaureerd vanwege ernstige beschadigingen in de Tweede Wereldoorlog en het interieur werd volledig opnieuw ontworpen. In 1952 werd het het Duits Historisch Museum. Het idee voor het DHM is al oud, het werd in 1983 voor het eerst door Helmut Kohl geopperd. Zijn suggestie leidde tot hevige discussies over de al dan niet nationalistische Duitse volksaard. De debatten verzandden omdat het West-Duitsland ontbrak aan zowel een gebouw als aan een fatsoenlijke collectie. In 1987 deed Kohl een nieuwe poging. Hij klom op de Rijksdag, keek uit over Tiergarten en kreeg een visioen. Hier zou het DHM moeten verrijzen. Op de plek waar nu het Kanzleramt staat, werd welgeteld één grondsteen voor het museum gelegd. In het communistische Oost-Berlijn had het Museum für Deutsche Geschichte al in 1952 intrek genomen in het Zeughaus. Dit pompeuze, roze gebouw grensde voorheen aan het Stadsslot en diende in de achttiende eeuw als opslagplaats voor munitie. Tijdens het Derde Rijk paradeerden de nazi’s over de binnenplaats. Tot 1990 werd hier getoond hoe de DDR het onvermijdelijke hoogtepunt van vierhonderd jaar Duitse geschiedenis vormde. Na de val van de Muur kwam het Zeughaus vrij en kreeg het zijn huidige bestemming. In 1998 ging het gebouw dicht en verhuisde het museum naar het tegenoverliggende Kronprinzenpalais. Het gebouw wordt in 2002 voorzien van een nieuwe glazen aanbouw. De verantwoordelijke architect voor de renovatie was Ming Pei, bekend geworden door de pyramides die hij ontwierp voor het Louvre in Parijs. Jammer, want in het binnenhof missen we nu de barokke beeldsculpturen van Andreas Schlüter. Aan de buitenkant, en op het dak, zijn rondom ook beelden aangebracht, waaronder de goden Mars en Minerva. In dit moderne gebouw werden de laatste jaren spraakmakende exposities gehouden als ‘Holocaust’, ‘Kriegsende 1945’ en ‘Mythe der Nationen’.
Gebouwanalyse
Het DHM laat de Duitse geschiedenis beginnen in 9 na Christus, toen de germaan Hermann in de Varusschlacht drie Romeinse legioenen versloeg. Aan de hand van vele harnassen, poppenkasten, munten, kanonnen, meubels en schitterende schilderijen van onder andere Lucas Cranach de Oude en Albrecht Dürer wordt het publiek meegenomen tot 1918. De focus ligt hier op politieke gebeurtenissen, waarbij gepoogd is deze in Europees perspectief te plaatsen. De onderste verdieping behandelt de twintigste eeuw. Deze verdieping is beduidend soberder ingericht dan de bovenste. Hier ligt geen glimmend parket, het plafond is laag. Hitler’s schrijftafel staat verscholen in een hoekje. De vitrines staan schots en scheef, de wandelroute is er nauw. Bij de Duitse deling aanbeland, deelt ook het gangpad zich in tweeën. Aan de ene kant staat een Volkswagen Kever, aan de ander kant een Trabant. Rechts hangt James Dean, links Erich Honecker. Naast vele plakkaten wordt hier het leven van alledag getoond. In de vitrines hangen kleren en liggen doosjes pijnstillers, schoenen en microprocessoren.
40
onderdeel: gebouwanalyse post-muur gebouw samengesteld door: 1.2 + 1.3 (zie achterin)
03: Holocaust Denkmal De Ontwerper
Peter Eisenman, geboren in 1932 is de architect van het Holocaust Denkmal. De Amerikaanse architect en directeur van het Institute for Architecture and Urban Studies in New York. Het werk en de visie van Eisenman wordt gekenmerkt door het zoeken van contrasten, fragmentarisering, het botsen van oud en nieuw en architectuur als betekenisdrager gevuld met symbolische inhoud. Peter Eisenman studeerde architectuur aan vier Amerikaanse universiteiten. De Amerikaans architect behoort tot de zogenaamde New York School, een groepering die in de jaren zeventig de elementaire geometrische principes van de Nieuwe Zakelijkheid weer wilde toepassen. Hij maakte toen villa’s en hield zich bezig met stedenbouw en stadsvernieuwing. Daarna rekent men zijn werk tot het postmodernisme; in de jaren tachtig werkte hij samen met de Franse filosoof Derrida. Eisenman vestigde in 1980 een architectenbureau om zich, na jaren van lesgeven, alleen met bouwen bezig te houden en met het schrijven van theoretisch werk. Hij publiceerde verscheidene boeken, waaronder House X, Moving Arrows, Eros and Other Errors, Houses of Cards en essays. Eisenman heeft een breed scala van projecten ontworpen inclusief grootschalige woonwijken, stadsontwerpprojecten, faciliteiten voor onderwijsinstituten en privé-woningen. In 1985 ontving Peter Eisenman een eerste prijs (Stone Lion) voor zijn Romeo and Juliet project op de Derde Internationale Architectuur Biënnale te Venetië.
Geschiedenis
Op 10 mei 2005, zestig jaar na het einde van de Tweede Wereldoorlog, is in Berlijn het “Denkmal für die ermordeten Juden Europas” geopend (kortweg Holocaust Denkmal). Hier is heel veel discussie aan vooraf gegaan. Het heeft jaren geduurd voor het monument er stond. Sommige critici waren tegen de locatie midden in het centrum van de stad. Extreem-rechtse Duitsers vonden dat het eindelijk eens afgelopen moest zijn met de Duitse ‘schuld-cultuur’. Een aantal over-
onderdeel: gebouwanalyse post-muur gebouw samengesteld door: 1.2 + 1.3 (zie achterin)
41
03: Holocaust Denkmal levenden van de holocaust waren ook niet blij met het ontwerp. Sommigen vinden dat Berlijn al genoeg monumenten kent. Weer anderen vonden het ontwerp lelijk of de locatie ongepast. De eerste plannen voor het monument zijn zeventien jaar oud.
Analyse
Het monument is een gedenkteken voor alle in de Holocaust omgekomen joden in Europa. Het strekt zich uit over een oppervlakte van 20.000 vierkante meter. Op een terrein in het hart van de stad staan 2.711 grijze, rechthoekige pilaren van 0,2 tot 4,7 meter hoog met een tussenruimte van 95 cm. Het monument staat vlakbij de Brandenburger Tor. Een deel van de pilaren bevindt zich boven de voormalige bunker van de nazi-minister van Propaganda, Goebbels, en vlakbij de bunker waar Hitler zich eind april 1945 van het leven beroofde. Het veld met de golvende blokken roept volgens Peter Eisenman een gevoel van desoriëntatie en isolement op en is symbolisch voor de ervaringen van de Joodse bevolking tijdens het nazibewind. De betonblokken zijn bespoten (gecoat) met een speciale chemische laag waardoor graffiti makkelijk te verwijderen is. Producent van de anti-graffitilaag is het farmaceutische bedrijf Degussa, tijdens de Holocaust mede-eigenaar van het bedrijf dat Zyklon B produceerde voor het Derde Rijk. De bouw van het Holocaust-Mahnmal werd door dit oude nieuws even onderbroken, maar na een onderzoek werd besloten dat het bedrijf voldoende afstand had genomen van haar verleden. Het regenwater wordt naar 12 lage punten geleid en opgevangen in een watertank. De betonblokken zijn na lang onderzoek uit één stuk gemaakt, dat kwam het beste uit. De betonspecie is gecreëerd door DIN 1045, die specie kwam het best overeen met was Eisman wilde. Het heeft jaren geduurd voor het monument er stond. Sommige critici waren tegen de locatie midden in het centrum van de stad. Extreem-rechtse Duitsers vonden dat het eindelijk eens afgelopen moest zijn met de Duitse ‘schuld-cultuur’. Een aantal overlevenden van de holocaust waren ook niet blij met het ontwerp. Volgens hen is het monument te anoniem en abstract.
42
onderdeel: gebouwanalyse post-muur gebouw samengesteld door: 1.2 + 1.3 (zie achterin)
04: Berlin Fire Department Ontwerpers
Sauerbruch Hutton architecten is van start gegaan in 1989 met Louisa Hutton en Matthias Sauerbruch. Vandaag de dag werken er in het architectenbureau in Berlijn tussen de 35 en 45 mensen. Matthias Sauerbruch is geboren in 1955 in Konstanz. In 1984 behaakde hij zijn diploma op de hogeschool van de kunst in Berlijn en Architectural Associasion in Londen, waar hij ook van 1985 tot 1990 aan zijn master heeft gewerkt. In 1989 is hij samen met Louisa Hutton een architectenbureau begonnen in londen. Hierna zijn ze ook een ander architectenbureau begonnen in Berlijn, dit gebeurde in 1993 en het heet Sauerbruch Hutton. Hij is van 1995 tot 2001 professor geweest aan de technische universiteit van Berlijn. Tevens is hij in 1999 een partnerschap aangegaan met Juan Lucas Young en Jens Ludloff. In 2001 is hij begonnen als professor aan de staats acedemie van de beeldende kunst in Stuttgart. Verder geeft hij gastlezingen aan talrijke universiteiten in het binnen- en buitenland. Louisa Hutton is geboren in 1957 in Norwich. In 1980 heeft ze haar universitaire graad behaald aan de Bristol Universiteit in Bristol. Later, in 1985 heeft ze haar diploma gehaald aan de Architectural Association in Londen. In 1987 tot en met 1990 heeft ze gestudeerd aan de Croydon College of Art en in die tijd heeft ze ook haar master behaald aan de Architectural Association in Londen. In 1989 begint ze dus samen met Matthias Sauerbruch een architectenbureau, zoals je ook kutn lezen bij bevenstaande biografie over Sauerbruch. Vanzelfsprekend gaat zij dus ook in 1993 een bureau openen in Berlijn. Vanaf 1999 geeft ook zij gastlezingen aan meerdere universiteiten in binnen- en buitenland. Ander werk van deze architecten:
Brandhorst museum in München
gebouwanalyse
Administration Offices for the University in Hamburg
Pharmacological research laboratories in Biberach
1. Het gebouw ligt in aan de rand van het centrum van berlijn, in Tiergarten. Bij het gebouw is een grote parkeerplaats en het ligt vlak naast een park, tevens ligt het vlakbij de Reichstag. Sommigen die er zijn geweest spreken zelfs van een weelderige omgeving. Tevens stroomt de rivier de Spree erlangs en het ligt aan de washingtonplatz. Het ondervindt geen hinder van andere gebouwen en ook andersom zorgt het voo rgeen hinder. Het staat namelijk los van de andere gebouwen. Er is dus geen sprake van enige belending. Een laag van panelen elementen bevindt zich aan een gehele kant van het gebouw. Dit zorgt voor een sterk contrast met het toch wel oude, saaie en zware stenen gebouw. Dit zorgt er dus voor dat het nieuwe gedeelte een veel minder massievere uitstraling heeft dan het oude gedeelte dat er heel zwaar uitziet.
onderdeel: gebouwanalyse post-muur gebouw samengesteld door: 4.1 +4.2 (zie achterin)
43
04: Berlin Fire Department Zoals je ook kunt aflezen bij de informatie over het gebouw, is het gebouw redelijk hoog. Het is ongeveer achtenveertig meter hoog. Er is dus zeker sprake van geleding. Je zult, in verticale zin, ook vijf ramen vinden. Dit houdt dus ook in dat er vijf verdiepingen zijn en een ruimte erboven. 2. Het gebouw heeft als hoofdvormen, rechthoekige (balkvormige) vormen. Het zijn rechthoekige vormen die tegen elkaar geplaatst zijn. Voor de daken is gekozen voor een driehoekige vorm. De vloeroppervlakte: Breedte langste gevel: Breedte korste gevel: Hoogte: Start van de bouw: Eind van de bouw: Kosten:
6850 vierkante meters. 130 meter 25 meter 48 meter 2002 2004 DM 23,4 Miljoen
3. De opvallende façade van het nieuwe aanbouw domineert het gehele gebouwencomplex van de politie en brandweer. Het handschrift van de achitecten Sauerbruch en Hutton zijn duidelijk te lezen. De horizontale glasplaten zijn gekleurd, met zeer opvallende kleuren. Namelijk groen en rood. Dit geeft een abstract beeld. Het grootste gedeelte van de façade is als ventilerende glasplaten toegepast. Wel zo dat achter het glas geventileerd kan worden. De glazen platen kun je zien als schubben die over elkaar heen liggen. Deze kunnen dus ook open geklapt worden. Het is ook geen gewoon glas, het is veiligheidsglas. De achterkant van deze glasplaten zijn met een soort zijde patroon op drie punten bij de randen vast gehouden. De ramen kunnen bewegen op de plekken waar de kantoren en ontvangsthal zich bevinden. Zodat als de ramen geopend zijn er direct zonlicht naar binnen kan schijnen. Deze ramen zijn echter van een ander soort materiaal, namelijk VSG ramen, zodat als ze gesloten zijn toch licht naar binnen kan. Als de zon schijnt geven de gekleurde ramen een
44
onderdeel: gebouwanalyse post-muur gebouw samengesteld door: 4.1 +4.2 (zie achterin)
04: Berlin Fire Department aangenaam gekleurd licht in de ruimtes. De reden dat er voor groene en rode ramen is gekozen ligt voor de hand. De kleren en auto’s van de politie in duitsland zijn namelijk groen. De kleur van de brandweer is rood, dus vandaar de keuze voor deze kleuren. Het nieuwe complex is gebouwd tegen een vuurbestendige muur van een bestaand gebouw. Het oude en het nieuwe gedeelte is zo gebouwd dat het met elkaar integreerd tot een vorm dat op één gebouw lijkt. De verbinding tussen het oude gedeelte en het nieuw gedeelte bestaat uit een toegang naar de hal en door een nieuw trappenhuis. Deze dringt de bestaande façade door aan de zuidwestelijke kant. Het is dus een nieuw trappenhaus met tevens een lift. De ondersteuning van het nieuwe gedeelte is gemaakt van beton. Het zijn peilers die een zandloper vorm hebben. Er bevinden zich ruimtes tussen deze betonnen peilers waar de politiewagens staan. Het oude gedeelte bestaat uit bakstenen gevels. Dit is van een afstand al duidelijk te zien. Het oude gedeelte heeft een zadeldak en het nieuwe dak heeft een plat dak. Een raam in de klassieke façade is omgebouwd tot de nieuwe ingang. Om dat te verdedigen zeggen de architecten dat zo’n ongewone oplossing gebasseerd op de surrealiteit van de omgeving. Er is een duidelijk verschil tussen de ramen van het nieuwe gedeelte van het gebouw en de ramen van het oude gedeelte. De ramen van het oude gedeelte hebben een ronde vorm bovenaan als afwerking, ook wel segmentboog genoemd. Het nieuwe gedeelte gedeelte heeft gewoon rechthoekige ramen. Het nieuwe gedeelte bestaat ook geheel uit glas in tegenstelling tot het oude gedeelte. Over de deuren hebben wij in het nieuwe gedeelte geen bijzonderheden opgemerkt. Het zijn gewoon normale deuren. In het oude deel is dus, zoals eerder genoemd, een raam tot deur omgebouwd. Deze heeft dus ook een segmentboog. 4. De functie van het gebouw is dat het het hoofdkwartier is van de politie en de brandweer van Berlijn. Doordat er een nieuw deel aan is gebouwd lijkt het gebouw een stuk frisser en moderner en minder oud uit. Als je dichterbij komt en bij het oude gedeelte gaat kijken, zie je wel duidelijk onderscheid tussen oud en nieuw. Het gebouwencomplex dat gebouwd is voor de brandweer en de politie neemt ruim zesduizend vierkante meter in beslag. Het bestaat uit een deel dat al oud is. Dit stamt uit de tijd rond 1900. De rest van het gebouw is nieuwbouw. Het oude gedeelte werd een stuk afgebroken, maar het overgebleven deel dient nu als kantoorruimtes. Het nieuwbouw gedeelte, bestaat uit een staalskelet. Het biedt veel ruimte aan de voertuigen die er moeten staan en alle andere technische dingen die bij de brandweer komen kijken. Ook de administratie is hier gelegen. 5. Het nieuwbouw gedeelte, is gemaakt met staalskeletbouw. Het oude gedeelte is opgebouwd uit een bakstenen. Hierdoor heeft het oude gedeelte ook een veel massievere uitstraling dan het nieuwe gedeelte.
onderdeel: gebouwanalyse post-muur gebouw samengesteld door: 4.1 +4.2 (zie achterin)
45
04: Berlin Fire Department In het oude gedeelte is niet echt rekening gehouden met lichtinval. Het zijn wel hoge ramen, hierdoor komt er in de direct achterliggende ruimtes veel licht binnen. Het nieuwe gedeelte heeft een compleet glazen gevel. Hierdoor komt er veel licht binnen. Als de ramen neergeklapt zijn, schijnt er groen met rood licht naar binnen. Dit geeft een mooi lichteffect binnen. 6. Opdrachtgever is het stadsbestuur van Berlijn van de afdeling Bouwen en wonen. 8. Voor dit gebouw is natuurlijk een verschil tussen het oude en het nieuwe gedeelte. Het oude gedeelte is opgebouwd uit de normale traditionele bouwmaterialen van toen. Dit zijn dus onder andere bakstenen en cement. Dit geeft zoals eerder al genoemd een massieve en ook enigszins saaie uitstraling ten opzichte van het nieuwe gebouw. Er valt over het oude gebouw dus niet echt veel bijzonders te vertellen over de materialen die zijn gebruikt. Over het nieuwe deel is iets meer te vertellen. Er zijn ook weer standaard materialen gebruikt en ze zijn niet op een speciale of unieke manier toegepast in dit gebouw. De materialen die zijn gebruikt zijn al eerder ter sprake gekomen in deze tekst. Een paar materialen zijn dus staal. Dit is gebruikt voor de bouw van het skelet. Verder is er dus vooral veel glas gebruikt, maar wel verschillende soorten glas. Het ene is bijvoorbeeld geheel licht doorlatend, terwijl andere glazen panelen niet geheel licht doorlatend is. Dit is gedaan om het direct binnenkomen van zonnestralen te voorkomen. In de kantoren zou dit bijvoorbeeld hinderlijk kunnen zijn. In het nieuwe gedeelte is natuurlijk ook gebruik gemaakt van beton. Dit is toegepast in bijvoorbeeld de peilers onder het gebouw. Deze zijn ook te zien in één van de afbeeldingen. Hierop kun je ook goed zien dat er tussen deze peilers ruimtes zijn, om de politiewagens te parkeren. Als interieur is onder andere houten wandbekleding gebruikt. Deze wand is bekleed met
46
onderdeel: gebouwanalyse post-muur gebouw samengesteld door: 4.1 +4.2 (zie achterin)
04: Berlin Fire Department vierkante houten vlakken. Dit kun je ook zien op de afbeeling hieronder.
info: Toegankelijkheid: De toetreden van het gebouw is niet zo maar voor iedereen mogelijk. Je kunt niet heel het gebouw zo maar doorlopen. Locatie: Berlijn-Tiergarten, Alt-Moabit 143-145 Websites: www.sauerbruchhutton.de/portfolio/portfolioße.html www.infoline-fassade.de www.sauerbruchhutton.com
onderdeel: gebouwanalyse post-muur gebouw samengesteld door: 4.1 +4.2 (zie achterin)
47
06: Nederlandse Ambassade Ontwerper
De ontwerper van de Nederlandse Ambassade in Berlijn is Rem Koolhaas. Rem Koolhaas is op 17 november 1944 in Rotterdam geboren. Rem Koolhaas is een kleinzoon van architect Dirk Rosenburg. Hij leefde van 1887 tot 1962. Rem Koolhaas heeft van 1952 tot 1956 in Indonesië gewoond. Toen hij terug in Nederland was, was hij hoofdzakelijk aan het werk als journalist en als scenarioschrijver. In 1968 is hij echter begonnen aan een architectuuropleiding. Hij heeft deze opleiding gevolgd aan de Architectural Association School of Architecture in Londen en in New York. In 1972 was hij afgestudeerd aan deze school. Toen is hij nog enkele jaren in de Verenigde Staten gebleven. Want hij heeft toen nog gestudeerd aan de Cornell University. Na deze studie werd hij visiting fellow aan het Institute for Architecture and Urban Studies in New York. In deze tijd ging hij zich ook bezighouden met de praktijk van de architectuur. [1] Na dit alles keerde Rem Kolhaas terug naar Europa. In 1975 richtte hij in Londen het Office for Metropolitan Architecture op. Dit is een architectenbureau. De naam wordt vaak afgekort met OMA. Met ontwerpen van Koolhaas oefende hij grote invloed uit, in het architectuurdebat. Zijn ontwerpen waren ook geconcentreerd op grote steden. Hij ging zich vooral bezig houden met het ontwikkelen Metropolen, dit zijn erg grote steden. Hij koppelde namelijk zijn ontwerpen aan beelden van Amerikaanse metropolen. De basis van deze ontwerpen en de meest spraakmakende is het Delirious in New York (1978). In 1978 is heeft Rem Koolhaas zijn bureau naar Rotterdam verplaatst. Dit deed hij, omdat hij veel opdrachten kreeg in Nederland. Dit was het gevolg van een prijs die Rem Koolhaas had gewonnen voor een ontwerp van de Tweede Kamer. Het ontwerp voor de uitbreiding hiervan, heeft dus voor veel opdrachten in Nederland gezorgd. Een spraakmakend ontwerp uit deze tijd is de Kunsthal in Rotterdam. Naast deze heeft Rem Koolhaas nog vele ontwerpen voor Nederlandse steden gemaakt. In de jaren tachtig en begin jaren negentig won het bureau van Rem Koolhaas verschillende prijsvragen in het buitenland. de Très Grande Bibliothèque (1989) en de bibliotheek van Jussieu (1993) beide in Parijs zijn hier voorbeelden van. Op dit moment heeft het bureau van Rem Koolhaas de grootste opdracht ooit verwerkt. Dit kantoor is voor de Central Chinese Televison, voor de Olympische Spelen in Beijing in 2008. Ook heeft Rem Koolhaas met zijn ontwerp van de Nederlandse Ambassade de Architectuurprijs van 2003 gewonnen. En in 2005 de European Union Prize for Contemporary Architecture Mies van der Rohe Award.
Gebouwanalyse
1. De Nederlandse Ambassade in Berlijn ligt Klosterstraße 50. Dit ligt in Mitte. Mitte het oude centrum van Berlijn. De Ambassade ligt op de hoek van de Klosterstraße met de Rolandufer. Dit is een straat langs de rivier de Spree. Vanuit het pand is er uitzicht op de drukke Mühlendammschleuse en de Friedrichsgracht. De Friedrichsgracht is de enigste gracht in Berlijn.
48
onderdeel: gebouwanalyse post-muur gebouw samengesteld door: 1.3 + 1.4 (zie achterin)
06: Nederlandse Ambassade Deze gracht is in de 17e eeuw aangelegd door Nederlandse ingenieurs. Men heeft voor deze locatie gekozen, omdat deze voor een Nederlands karakter zorgt. De bouwmassa van het gebouw moest gesloten zijn. Dit moest namelijk volgens de Berlijnse voorschriften. Daarin staat, dat het een gesloten bouwblok met een maximale hoogt van 27 meter moet zijn. Verder moet een deel van het gebouw bestemd worden voor woningen. De opdrachtgever wilde echter een op en autonoom gebouw. Rem Koolhaas heeft hier een oplossing voor gevonden. Hij heeft een vrijstaande kubus gemaakt, door ribben va 27 meter op één hoek te plaatsen. Daaromheen heeft hij een L-vormig gebouw geplaatst. In dit L-vormige gebouw is de installatietechniek gevestigd en er zijn drie dienstwoningen in ondergebracht. Dit allemaal, om aan de Berlijnse voorschriften te voldoen. Zo heeft hij voor een soort symbolische binnenplaats gezorgd. 2. hoogte is 26,60 meter. De kubus heeft een afmeting van 27,5 meter bij 27,5 meter. Het L-vormig gebouw heeft aan de buitenkant een afmeting van ongeveer 45 meter bij 41 meter. De breedte van het L-vormige gebouw is erg wisselend, maar gemiddeld zo`n 5 meter breed. 3. Het dak van de ambassade is een vlak dak. Op de bovenste verdieping van het gebouw bevindt zich de vierde dienstwoning van de ambassade, verder is er een dakterras. De entree van het gebouw zit aan de Klosterstraße, deze is niet erg opvallend. Bijzonder aan deze entree is, dat er ieder kwartier een Nederlandse nevelvlag boven de entree op de muur verschijnt. Als je bij het gebouw staat, moet er echt naar de entree gezocht worden. Het gebruik van deuren is onopvallend en hebben geen echte betekenis. Dit is echter met de ramen heel anders. In het gebouw is licht heel belangrijk. Zo staat de vrijstaande glazen kubus voor de soevereiniteit en openheid van Nederland. Verder is er een raam
onderdeel: gebouwanalyse post-muur gebouw samengesteld door: 1.3 + 1.4 (zie achterin)
49
06: Nederlandse Ambassade dat uitkijkt op de Fernsehturm. Dit is gedaan, omdat het gebouw van de Nederlandse Ambassade op een zichtlijn vanaf de oever van de Spree door de ambassade naar de Fernsehturm loopt. Juridisch is namelijk vastgesteld, dat dit uitzicht op de Fernsehturm niet mag worden belemmerd door de bouw van nieuwe objecten. Daarom is er in het gebouw een speciaal raam gemaakt, dat precies op de Fernsehturm kijkt. Verder is de hele gevel van de kubus van glas. 4. De functie van het gebouw is een ambassade. Al is het volgens de regels van de Berlijnse voorschriften ook voor wonen bestemd. Het is echter niet bekend of deze woningen bewoond zijn. De ambassade is een werkplek voor ongeveer 80 medewerkers, deze staan allemaal onder leiding van de ambassadeur. Het gebouw is nog niet oud. Op 2 maart 2004 is het officieel geopend door Hare Majesteit Koningin Beatrix. Zij verrichte de opening in het bijzijn van onder andere bondspresident Rau en voormalig president Richard von Weizsäcker van Duitsland. Nadat Berlijn in 1991 weer de hoofdstad van Duitsland werd, moest de Nederlandse Ambassade ook verhuizen naar deze stad. In 1999 vond de Nederlandse Ambassade een tijdelijk onderkomen in het Internationales Handelszentrum in de Friedrichstraße. Toen had de Nederlandse regering al besloten, dat er in Berlijn een nieuw ambassadegebouw moest komen. Dit gebouw moest symbool staan voor de goede betrekkingen tussen Nederland en Duitsland. En zo is het resultaat te zien. 5. De plattegronden van het gebouw zijn moeilijk te lezen. Dit komt, doordat het gebouw 11 verdiepingen heeft en een hoogte van 27 meter heeft. De plattegronden moet je dan ook goed bestuderen. Dat het onduidelijk is, komt doordat er vanaf de begane grond tot het dak een doorgaande route is. Voordat je het weet ben je op de bovenste verdieping. Dit moet een hele aparte en mooie ervaring zijn. De route wordt iedere keer afgewisseld door een steile trap, een lichte hellingbaan, een donkere gang of een volledig glazen passage. En als je dan door deze gangen loopt, zie je iedere keer een ander deel van de stad Berlijn. De route door het gebouw moet een geweldige beleving zijn, de medewerkers gebruiken de lift dan ook amper. In de doorsnede is ook te zien waar er hellingbanen lopen en trappen. De constructie van het gebouw bestaat vooral uit beton. Deze is overal weggewerkt. In het gebouw is dus niet duidelijk te zien waar en wat de constructie
50
onderdeel: gebouwanalyse post-muur gebouw samengesteld door: 1.3 + 1.4 (zie achterin)
06: Nederlandse Ambassade is. Tevens zijn ook alle installaties in de vloeren, kastenwanden en in de verticale gevelopbouw verwerkt. Het meubilair en het interieur van het gebouw zijn ook allemaal modern ingericht. Er zijn strakke meubels gebruikt, om het gebouw in te richten. Licht speelt in het gebouw ook een grote rol. Zo is er veel afwisseling in licht in het gebouw. Dit geeft een mooi en apart effect. 6. De opdrachtgever voor de Nederlandse Ambassade in Berlijn is het ministerie van Buitenlandse Zaken in Den Haag. Zij hebben na een Europese aanbesteding gekozen voor het ontwerp van Rem Koolhaas. De belangrijkste eis van het ministerie van Buitenlandse zaken was, dat het gebouw symbool moest staan voor de goede verhoudingen tussen Duitsland en Nederland. Verder moest het gebouw een open karakter hebben. Dit zijn de belangrijkste eisen van het ministerie van Buitenlandse Zaken. De ontwerper, Rem Koolhaas, moest echter ook nog rekening houden met de Berlijnse voorschriften. Deze voorschriften zijn, zoals ook al eerder genoemd, in strijd met de eisen van het ministerie van Buitenlandse Zaken. Volgens de Berlijnse voorschriften moest er een gesloten bouwblok komen van maximaal 27 meter en er moest een deel voor woningen bestemd worden. Uit deze 2 tegenstrijdige eisen heeft Rem Koolhaas een mooi gebouw ontworpen, dat voldoet aan zowel de eisen van de opdrachtgever, als aan de eisen van de Berlijnse voorschriften. 7. In het gebouw van de Nederlandse Ambassade zit een dubbele gevel. Deze gevel moet ervoor zorgen, dat het gebouw goed geïsoleerd is. Verder zorgt de gevel voor warmtetoevoer. De vloeren in het gebouw zijn allemaal voorzien van een koeling en verwarming. De installaties hiervoor bevinden zich allemaal in het L-vormig gebouw.
onderdeel: gebouwanalyse post-muur gebouw samengesteld door: 1.3 + 1.4 (zie achterin)
51
06: Nederlandse Ambassade Rem Koolhaas zei over dit gebouw: “Het was een ambitieuze vraag om de wil van de stad en de architectuur met elkaar in evenwicht te krijgen.” 7. De materiaalkeuze voor dit gebouw is erg koel gekozen. In de gevel van het gebouw zijn vooral aluminium, staal en glas gebruikt. Deze materialen zijn overal aanwezig. Samen met de betonvloeren geeft dit een erg licht effect. In sommige ruimtes heeft men ook nog copaiva en zebrano hout gebruikt en verder ook nog travetin. Deze materialen zorgen juist voor een donkerder effect. De keuze van de materialen speelt dus een grote rol in de sfeer in en rondom het gebouw. [13] Verder is de keuze van de materialen ook sterk verschillend in prijs. Dit is erg kenmerkend voor Rem Koolhaas, want zijn bureau gebruikt vaak bij allerlei ontwerpen goedkope en dure materialen door elkaar heen. De aluminium platen aan de buitenkant van het gebouw zijn niet glad afgewerkt, dit is toch al moeilijk, maar het lijkt niet of deze platen met een botte schaar zijn afgeknipt. Dit zorgt ook weer voor een andere gevelbekleding
info: Omdat er grote belangstelling is voor een bezoek aan het gebouw en er strengere veiligheidseisen zijn, moet er een aanvraag gestuurd worden naar
[email protected]. Dit moet minimaal 4 werkdagen voor bezoek. Het kan van 10:00 tot 10:45, 11:00 tot 11:45, 13:30 tot 13:45 of van 14:30 tot 14:45. Toegangsprijs: gratis Locatie: De ambassade is te bereiken via de U-bahn en dan bij station Klosterstrasse. Ongeveer 150 meter van de ambassade Het s-bahn Jannowitzbrücke is het dichtstbijzijnde U-bahn station, dit is ongeveer 300 meter lopen. Website: www.niederlandeweb.de
52
onderdeel: gebouwanalyse post-muur gebouw samengesteld door: 1.3 + 1.4 (zie achterin)
07: DG-Bank Ontwerper Frank Owen Gehry werd geboren in Toronto, Canada, op 28 februari 1929 met als oorspronkelijke naam Ephraim Goldberg. Hij is nu een In 1962 is hij een eigen bureau gestart in Los Angeles, genaamd Frank O. Gehry Associates. Hij heeft vele projecten gedaan, maar zelf vind hij zijn echte eerste de Walt Disney Concert Zaal in zijn eigen stad, Los Angeles. Zelf had hij ook lang in het filharmonisch orkest gespeeld. Hij is een goed ingeburgerde Amerikaanse inwoner geworden. In 1954 studeerde hij af aan de University of Southern California(USC) en ging hij werken bij Victor Gruen Associates. Hier had hij tijdens zijn studie al meegelopen en geholpen projecten te ontwikkelen. Nadat hij een jaar in het leger heeft gezeten werd hij toegelaten op Harvard’s Hogeschool van de Kunsten om stedenbouw te studeren. Toen hij terugkeerde naar Los Angeles werkte hij heel kort bij Pereira en Luckman, maar daarna ging hij weer bij Gruen werken tot 1960. In 1961 ging hij met zijn familie, waar nu 2 dochters bij hoorde, naar Parijs om daar te wekren voor Andre Remondet. Hier bestudeerde hij onder andere het werk van Le Corbusier, Balthasar Neumann en was hij zeer geïnteresseerd in Frans Romaanse kerken. In 1962 keerde hij terug om zijn eigen bedrijf op te starten. In deze tijd was zijn stijl een onafgemaakte look aan zijn projecten te geven. Aan het eind van jaren zeventig bouwde hij een serie woonhuizen met opengebroken volumes en geprefabriceerde elementen. Hieronder vind u plaatjes van enkele van Frank Owen Gehry zijn projecten.
Zijn eigen huis in Santa Monica
Guggenheim Museum in Bilbao(1991)
Walt Disney Concert Zaal
Gebouwanalyse
1. Het pand dat zich bevind op Pariser Platz 3 is een gebouw dat meerdere doelen heeft. Zowel het huisvesten van een bedrijf, het is het hoofdkantoor van de DG bank(Deutsche Genossenschaftsbank) in Duitsland. Maar ook zijn er nog 39 appartementen in verwerkt. De entree van de DG Bank ligt aan de zijde van Pariser Platz en de Brandenburg Tor, terwijl de woningen uitkomen op de Behrenstrasse. De opdrachtgevers van de DG bank in Berlijn zijn DG onroerend goed management en Hines vastgoedontwikkeling. Zij hebben de opdracht in 1995 gegeven en toen is ook het ontwerp begonnen. In 1996 is de bouw begonnen en in juli 2001 is het opgeleverd. Het pand ligt aan het drukke Pariser Platz en vlakbij de Brandenburg Tor. Het Pariser Platz heeft een brede weg in het midden met twee groene zones aan de zijkant, deze hebben in het midden een fontein. Achter de fontein bevind zich de entree van de DG bank. Pariser Platz
onderdeel: gebouwanalyse post-muur gebouw samengesteld door: 4.2 + 4.3 (zie achterin)
53
07: DG-Bank is ongeveer 1,5 hectare groot en dus een redelijk groot plein. Voor de oorlog was het Berlijn zijn grootste plein. Het was een bekend plein met de ambassades van Amerika en Frankrijk. Met ook dure en luxueuze appartementen. Na de oorlog en de muur was het Berlijn ‘no-go’ zone, maar nadat Duitsland weer verenigd was werd het plein herbouwd. Dit werd gedaan om de grote van de vooroorlogse urbanisatie opnieuw te laten opbloeien. De regels voor de reconstructie van het plein waren simpel: het moet een simpele elegante indruk maken waarbij veel met natuursteen beklede gevels te zien moesten zijn. Naast de bank bevind zich de ‘Akademie der Künste’ met een moderne glazen voorgevel. Tegenover dit gebouw bevind zich de ‘Französische Botschaft’, terwijl recht tegenover de DG bank, de Dresdner Bank ligt met een brede gevel en groengekleurd dakvlak. Aan de andere kant van de Brandenburger Tor ligt de ‘Tiergarten’ een grote dierentuin met veel groen. De DG bank zelf heeft geen grote bouwmassa als je er naar kijkt, het is een gebouw met een aantal horizontale kolommen waartussen kleine balkjes liggen tussen de ramen door. Het raamoppervlak is ongeveer de helft van heel de gevel. 2. De hoofdvorm is rechthoekig op de grond en naarmate het gebouw hoger de lucht in gaat wordt hij iets nauwer omdat de achterkant naar binnen helt. De achterkant is ook een beetje gekromt waardoor de vorm van bovenaf niet helemaal rechthoekig is. Als men van de voorkant het gebouw bekijkt ziet het er uit als een balk/blok, terwijl de achterkant suggereert naar een dynamischere speling van vorm. De relatieve afmetingen zijn niet zo heel groot, het gebouw tegenover de DG bank, de Dresdner Bank, heeft een veel bredere en hogere voorgevel. Ook ligt 2 panden verderop het massieve hotel ‘Adlon’ met tevens een groen gekleurd dak. Alleen dit pand heeft een veel grotere massiviteit dan de DG bank en heeft ook meer versiersels en is daarom opvallender aan het oog. Vanwege de relatieve kleine grote van het gebouw valt het niet goed op in zijn omgeving. Maar zijn grote weer te geven: het gebouw bestaat uit 20.000 vierkante meter vloeroppervlak. En het pand bestrijkt een oppervlak van 102 bij 42 meter. 3. De enige overeenkomst tussen de voor en achterkant van het gebouw is dat ze beiden lineair lopen aan een rest van de omgeving. Dit komt omdat er strakke eisen waren waaraan voldaan moest worden als men kijkt naar belending. De beide façades zijn bekleed met een dof gekleurd kalksteen zodat ze dezelfde kleur hebben als de Brandenburg Tor. De beide gevels zijn apart van elkaar geproportioneerd zodat ze beide in hun omgeving passen, dit aangezien de voor en achterkant van het gebouw een totaal andere wereld is. Daarom zijn ze aangepast aan hun directe stedelijke omgeving. De opening aan de voorkant(waar de bank zich bevind) heeft simpele openingen met diepe terugvallende raamopeningen. Dit is gedaan zodat het op natuurlijke wijze samenvalt met de omgeving en de Brandenburg Tor, alsmede dat het de façade een beetje textuur geeft. De entree aan de Pariser Platz is een glazen baldakijn die niet uitblinkt uit het gebouw. Hierdoor is de entree geen blikvanger maar een ingetogen opening in een even ingetogen gevelopper-
54
onderdeel: gebouwanalyse post-muur gebouw samengesteld door: 4.2 + 4.3 (zie achterin)
07: DG-Bank vlak. Alle ramen in de voorgevel zijn vierkant gevormd, met uitzondering van de bovenste twee etages waar ze in elkaars verlengde lopen en zo een meer rechthoekige uitstraling hebben. De achtergevel is een heel ander verhaal. De gevel is een krom oppervlak met ramen die rechthoekig zijn en verticaal lopen. Deze steken ook een deel uit de gevel uit. De verdere openingen, zoals entree etc., bestaat hier net als aan de voorgevel als slechts openingen, een gat tussen twee kolommen. Het dak van het gebouw is een plat dak met een aparte ‘blob’ in het midden. Deze bevind zich precies boven het atrium. Om daar voldoende licht binnen te krijgen bestaat de blob uit glas. Hierover wordt meer informatie verschaft bij ‘constructie’. 4. Functie, gebruik, ouderdom, geschiedenis en onderhoudstoestand De functie van het gebouw is kantoorpand, hier wordt het ook voor gebruikt, alsmede dat de achterkant wordt gebruikt en is ingericht als woonappartementen. Het gebouw is pas net 6 jaar oud, want de constructie was klaar in het jaar 2000. Het was begonnen in 1995 met ontwerpen en in 1996 met het bouwen van het ontwerp. Aangezien het gebouw nog niet echt oud is, heeft het geen echte geschiedenis. Ook de onderhoudstoestand is niet slecht, er zijn geen grote verbouwingen nodig geweest om het gebouw te onderhouden. Maar vanwege al het glas, op het dak en binnen in het interieur, zullen de schoonmakers hun handen wel vol hebben. 5. Plattegronden, constructie De plattegronden van alle verdiepingen zijn zo geconstrueerd dat alle kantoren gericht zijn op het atrium. Het atrium vormt het midden van het gebouw en is een belangrijk deel in het gebouw. De belangrijkste vergaderzaal zit midden in het atrium in het vrij gevormde ontwerp. Onder de gekromde glazen vloer van het atrium zit het cafetaria, hier kunnen 225 mensen zitten. De constructie van het gebouw is redelijk normaal en goed te vergelijken met andere gebouwen van zijn formaat. Alleen het dak is een geval apart. Omdat de vorm van het dak en de grote overspanning het moeilijk maken om daar een standaard dakconstructie op toe te passen.
onderdeel: gebouwanalyse post-muur gebouw samengesteld door: 4.2 + 4.3 (zie achterin)
55
07: DG-Bank Daarom bestaat het dak uit een licht gewicht constructie die als een spinnenweb in elkaar zit. Het dak is daarom ook door een specialistisch bedrijf gemaakt: Schlaich, Bergermann und Partner. Het dak is in hun ontwerp stijver gemaakt door een driehoekige constructie te maken met om de 16 meter een versteviging. Het enorme dak bestaat uit roestvast stalen profielen van 40 x 60 mm of groter. Het totale glasoppervlak van het gebouw bestaat uit 6000 staven, 2700 verbindingen en 3700 driehoekige glasvlakken. Er waren alleen al 1500 driehoekige glasvlakken nodig voor het dak van het atrium. Deze zijn gemaakt van dubbelglas met hoge kwaliteit stalen afstands-
houders. Voor een uitwerking van het glas in de speciaal gemaakte blob op het dak, zie bouwmaterialen. De scheiding tussen de DG-bank en de appartementen wordt gevormd door een glazen wand, van 28 meter hoog en 27 meter breed. Deze ramen zijn verbonden met 345 verbindingen en bestaan net als de andere ramen uit meerdere lagen veiligheidsglas. Als men de voordeur door loopt komt men in een zeer grote hal, die in één keer doorloopt met het grote atrium midden in het gebouw. Dit atrium heeft een gekromd glazen dak en glazen vloer. Een met hout beklede zuilengalerij leidt naar de liften die naar de werkruimten gaan. Deze kantoren bevinden zich aan weerskanten van het atrium en zijn allemaal naar het midden georiënteerd. Dit is zo gedaan omdat hier voldoende natuurlijk licht aanwezig is. Het gebouw heeft meerdere vergaderzalen, maar de grandeur van allemaal ligt precies in het midden van het gebouw, midden in het atrium. Het is een beeldhouwkundig meesterwerk dat rust op de glazen vloer van het atrium, hierdoor lijkt het alsof hij zweeft. De vorm stelt een enorm prehistorisch ‘paardenhoofd’ voor en is maar liefst 4 verdiepingen hoog. Het is aan de buitenkant bedekt met roestvaststaal en het interieur is bekleed met hout. Hier binnenin is plaats voor 100 mensen. De ‘paardenhoofd’ vorm als vergaderzaal is als eerst ontstaan in het ontwerp van het Peter Lewis House. Dit project zou 6 jaar duren maar is nooit gerealiseerd. Tussen 1989 en 1995 experimenteerde Gehry(de architect) met vormloze vormen die sindsdien veel voorkwamen in zijn gebouwen. De vorm was al vanaf het begin bestemd voor latere vergaderzalen, al lang voordat het geconstrueerd was. De kantoren op de eerste en tweede verdiepingen hebben een glazen balkon. Als men hierop staat kijkt men uit over het atrium. Terwijl de kantoren
56
onderdeel: gebouwanalyse post-muur gebouw samengesteld door: 4.2 + 4.3 (zie achterin)
07: DG-Bank en ontmoetingsruimten op de bovenste etage aan de noordzijde van het gebouw uitkijken over de Brandenburg Tor en de Reichstag door een glazen muur. Op het dak van het gebouw bevind zich een ‘sky lounge’. Het bevind zich onder een roestvaststalen boord die aan het zuidelijke deel van het atrium zijn glazen plafond bevestigd is. In deze lounge vind men een hoog plafond en dure ramen om het mooie uitzicht te benadrukken. Je kijkt namelijk uit op de Brandenburg Tor, de Reichstag en de dierentuin. Een tweede, kleiner atrium zorgt ervoor dat het bewoonbare deel aan de achterkant van het pand geventileerd wordt en dat er voldoende zonlicht binnenvalt aan beide kanten van deze apartementen. Een reflecterende waterlaag op de bodem van het atrium zorgt voor een dynamische extra kwaliteit van het licht. Dit is het beste te bekijken vanuit de glazen liften die de toegang tot de appartementen verzorgt. 8. De drie meest toegepaste materialen in dit gebouw zijn glas,roestvaststaal en beton. Het glas dat werd toegepast in dit pand heeft een aparte vorm en beslaat grote oppervlakken. Daarom is er een speciale glassamenstelling gekozen die op een speciaal hiervoor ontworpen frame wordt geplaatst. Allereerst het glas: we onderscheiden vier soorten glas, het glas voor het dak van het atrium, voor de vloer van het atrium, de ramen aan de voorkant en achterkant van het gebouw en de façade tussen de woon- en werkruimte. Glassoort een(het glas voor het dak van het atrium): Dit glas bestaat uit 12 mm dik glas met daaronder een ruimte van 16 mm en dan komt er een speciaal veiligheidsglas die 8 mm dik is en gelamineerd is met een 0.76 mm dikke laag. Enkele technische eigenschappen: U-waarde 1.4W/m2K, G-waarde 48%, info: akoestische isolatie Rw= 40 dB. Openingstijden: tijdens kantooruGlassoort twee(de vloer): ren(9.00 tot 18.00) Dit bestaat uit een extra dikke glazen plaat die doorzichtig gelamiLocatie: neerd is. Hierdoor is hij sterk maar toch doorzichtig. Pariser Platz 3 Glassoort drie(de normale ramen): 10117 Berlin Telefon: 030 20241-0 Hier is normaal dubbelglas toegepast dat zeer licht getint is, dit is Telefax: 030 20241-325 gedaan om een contrast te maken met de kalkstenen gevel. Routebeschrijving: Glassoort vier(de facade tussen de appartementen en de kantoren): Komt u: Deze beglazing is dubbelglas, niet omdat het moet isoleren, maar ∑ Uit het oosten: neem B96 en u omdat het geluiddicht moet zijn. Daarom is er een speciaal soort glas komt uit op Pariser platz, dan ziet u aan u linkerhand nummer 3, de toegepast, namelijk: helder gelamineerd veiligheidsglas, daarna 2 DG bank. ∑ Uit het westen: de A111 en de A115 maal voorgespannen glas van 4 mm dan een ruimte van 20 mm en komen beide uit bij de B2, als u deze daarna nogmaals gelamineerde veiligheidglas. volgt komt u door de dierentuin en dan ziet u de Brandenburger Tor, aan Om het dak bij elkaar te houden zijn er speciale verbindingen gede andere kant hiervan ligt Pariser maakt van RVS die 6 staven verbinden platz. ∑ Uit het noorden: neem de A114, die allemaal onder een andere hoek deze gaat over in de B109, waarna binnen komen. Daarom is elke verbindeze over gaat in de B2, als u deze volgt komt u bij Pariser platz. ding anders. Omdat de verbindingen ∑ Uit het zuiden: neem de A113, sla steeds anders waren en toch sterk af naar de A110. Neem dan de afslag Wilhelmstrasse en sla na hotel Adlon moesten zijn, zijn er 3 verschillende linksaf, u bevind zich nu op Pariser soorten staal met andere staalsterktes platz. gebruikt: Website: http://www.dzbank.de ∑ 1.4301-S235
onderdeel: gebouwanalyse post-muur gebouw samengesteld door: 4.2 + 4.3 (zie achterin)
57
08: Jüdisches Museum Ontwerper
Daniel Liebeskind, is een internationaal figuur in de architectuur. Hij onder andere bekend door zijn multidisciplinaire benadering van de Architectuur. Hij is geboren in Polen in 1946, Liebeskind werd een americaanse burger in 1965. Liebeskind studeerde muziek in Israel op de “America-Israel Cultural Foundation Scholarship) en werd in New York een virtuoze uitvoerder/ artiest. Hij verlaat de muziek om zijn architectuur diploma te halen aan de “Cooper Union of the Advancement of Sience and Art” in 1970. En hij haalde zijn dokteranders in “History and Theory of Architecture at the School of Comparative Studies at Essex Universety in 1972. Hij is ook geregistreerd als een architect bij de Duitse bond van architecten. Daniel Liebeskind won de wedstrijd voor [2]het ontwerp van het “Jewish Museum Berlin” in 1989, dit werd geopend voor het publiek in September 2001. Het stadsmuseum in Osnabrück, duitsland, The Felix Nussbaum Haus, dit opende in July 1998. Een recenter gebouw dat Liebeskind ontworpen heeft is “The Juwisch Museum” in San Fransisco. Liebeskind heeft ook mee gedaan aan de prijsvraag voor het ontwerp van het monument van de aanslagen van 9/11 in Padua. Hij was in Februari 2003 de winnaar gewonnen van het nieuwe ontwerp van het World Trade Center in New York. Liebeskind heeft aan velen Universiteiten gewerkt, hier dacht hij na over allerlei zaken en schreef daar ook boeken over. Enkele universiteiten waar hij heeft gewerkt zijn: Universiteit van Toronto, Universiteit van Pennsylvania. Hij werd benoemd als lid van de “European Acadamy of Arts and Letters”. Hij is ook de winnaar van verschillenden onderscheidingen/ prijzen. In 2001 ontving hij de “Hiroshima Art Prize”, deze prijs word gegeven aan mensen die internationaal werk omtrent vrede promoten, hij was de eerste architect die deze prijs mocht ontvangen. Verder heeft hij nog vele andere prijzen in de wacht gespeeld in de loop van de tijd.
Gebouwanalyse
1. Het Jüdisches Museum bestaat uit twee gebouwen, waarvan één in de stijl Barok gehouden oudbouw en één architectonisch meesterwerk in nieuwbouw. Deze samen herbergen de tentoonstellingen, verzamelingen en bureauruimtes van het Jüdisches museum van Berlijn. De aparte vormgeving van het
58
onderdeel: gebouwanalyse post-muur gebouw samengesteld door: 5.2 + 5.3 (zie achterin)
08: Jüdisches Museum gebouw maakt het onmogelijk een fatsoenlijk beeld te geven van de plaatsing van alle ramen en deuren. Het is ook moeilijk alle afmetingen te geven vanwege de aparte vormgeving. Het museum is e en architectureel meesterwerk, gesitueerd als een van Berlijns meest herkenbare herkenningspunten. Het met zink-beklede gebouw is werkeling innovatief in de collectie die hij creëert tussen de thema’s van het museum en zijn architectuur. Libeskind heeft zijn ontwerp “Between the Lines’ genoemd, een titel die de spanningen in de DuitsJoodse historie reflecteert. Beschreven in het ontwerp van het gebouw, neemt dit verleden vorm langszij twee lijnen die verschillende culturele connecties en gedachten in kaart brengt: de ene is recht, maar gebroken in vele fragmenten; de andere is bochtig en open aan de eindenden. De intersectie van de lijnen is gemarkeerd door leegtes, lege ruimtes die door het hele museum snijden. Rijk in symbolisatie, de architectuur van het museum maakt de Duits-Joodse historie tastbaar, wekt ontelbare vragen op en veroorzaakt weerspiegeling. 4. Het gebouw is opgeleverd en overgedragen in december 1998. Voor het publiek is het Joodse museum geopend in januari 1999. Sinds zijn deuren geopend zijn in 2001, heeft het Joodse Museum Berlijn zich aangesloten bij de rank van Europa’s leidende instituties. Zijn exhibities en permanente collectie, leermatige activiteiten, en diverse programma’s van evenementen maken het museum een virbrant centrum voor Duits-Joodse historie en cultuur. Het
onderdeel: gebouwanalyse post-muur gebouw samengesteld door: 5.2 + 5.3 (zie achterin)
59
08: Jüdisches Museum is toegewijd aan het dienen als een forum voor onderzoek, discussie en de uitwisseling van ideeën. Dit als een museum voor iedereen: jong en oud, Duitsers en Niet-Duitsers, Joden en Niet-Joden. Permanente exhibitie: De permanente historische uitvoering van het museum breid zich uit over meer dan 3000 vierkante meter en nodigt bezoekers uit voor een reis door 2000 jaar Duits-Joodse historie. Zijn afbeeldingen van 13 historische periodes van de Middeleeuwen tot en met het heden schilderen een helder portret van het Duits-Joodse leven. Artistieke en dagelijkse objecten, foto’s en brieven, interactieve tentoonstellingen en mediastations samen dragen de historie van de Joodse cultuur in Duitsland over en laten zien hoe dicht het Joodse leven en de Duitse historie in elkaar weven. Speciale exibities: Tijdelijke tentoonstellingen van culturele historie, kunstinstallaties van dezelfde tijd, en speciale uitvoeringen – dit zijn een paar van de manieren waarop het museum speciale uitvoeringen tekent op een breed arangement van thema’s om de permanente historische uitvoeringen ten complimenteren. 6. Land of Berlin, Senate Bureaus of Building, Residence and Transportation, Senate Bureau of Science, Research, and Culture. De adressen van de verschillende joden die gedeporteerd waren in die wijk waar het museum gebouwd is zijn opgezocht. Deze adressen zijn met elkaar verbonden en hieruit kwam een lijnenspel en dit was de basis van het ontwerp van het Jüdisches Museum. Het is een Jodenmuseum. Dit museum heeft alles te maken met de deportatie van joden in
60
onderdeel: gebouwanalyse post-muur gebouw samengesteld door: 5.2 + 5.3 (zie achterin)
08: Jüdisches Museum
info:
Bijna heel het gebouw is voor rolstoelen geschikt. Er is alleen één klein deel in het permanente tentoonstelling dat alleen te bereiken is door middel van twee trappen die leiden naar de binnenplaats van het Museum
de tweede wereldoorlog in Berlijn/Duitsland. Citaat van de architect: “The public has to understand why it’s not just build some buildings. I don’t think there has ever been such a project with such urgency and such speed, given the complexity.” 8. De constructie van het gebouw is gemaakt van gewapend beton en staal. De buitenkant is bekleed met aluminium platen. Deze weerkaatsen het zonlicht sterk, waardoor het een nog interessanter gebouw is. Er is niet specifiek nieuw meubilair gefabriceerd voor dit gebouw. Het is een museum, dus er staan kunstwerken tentoon. Het meubilair is dus niet zo van belang.
onderdeel: gebouwanalyse post-muur gebouw samengesteld door: 5.2 + 5.3 (zie achterin)
U1, U6 Hallesches Tor U6 Kochstraße Jewish Museum Berlin Lindenstraße 9-14 10969 Berlin Website: http://www.jmberlin.de Maandag: Van 10:00 tot 22:00 uur. Dinsdag t/m Zondag: Van 10:00 tot 20:00 uur. Toegang word verleend tot 1 uur voor sluitingstijd. Volwassenen: € 5,Studenten en 65+: € 2,50 Kinderen ( jonger dan 6 jaar): Vrije toegang Familie (2 volwassenen en tot 4 kinderen): € 10,-
61
09: (Bundes) Kanzleramt Ontwerpers
Axel Schultes’ bureau heeft de opdracht om het ‘Kanzleramt’ in Berlijn te ontwerpen binnen gesleept, dit heeft hij samen met Charlotte Frank gedaan. Maar hoe is het zover gekomen? Axel Schultes is geboren in Dresden op 17 november 1943. Hij heeft van 1963 tot 1969 Architectuur gestudeerd op de Technische Universiteit Berlijn. Toen hij was afgestudeerd was hij architect en stedenbouwkundige. Nadat hij met zijn studie klaar was is hij in 1972 samen gaan werken met Dietrich Bangert, Bernd Jansen en Stefan Scholz. Samen richten zij het architectenbureau BJSS op. In het jaar 1987 kwam Charlotte Frank bij de BJSS werken, later, in het jaar 1992, begon hij samen met haar een eigen architectenbureau, genaamd ‘Axel Schultes Architekten’. Sinds 2003 is hij ook nog professor op de kunstacademie in Düsseldorf. Hij werd succesvol doordat hij met vele ontwerpen inschreef op competities, die hij een aantal keer won met een eigenaardig ontwerp. Hij won ook nog enkele prijzen voor zijn activiteiten als architect: Architectuurprijs voor Beton in 1999; Architectuurprijs voor het ‘Krematorium Baumschulenweg’ in 2000; Onderscheiding voor de Duitse architectuurprijs wederom voor de ‘Krematorium Baumschulenweg’ in het jaar 2001; DAI prijs voor Bouwcultuur in 2002; Duitse architectuurprijs voor zijn ontwerp van de ‘Bundeskanzleramt’ in 2003. De ‘Bundeskanzleramt’ is wel zijn meest bekendste werk, maar hiernaast heeft hij nog vele werken gemaakt.
Kunstmuseum Bonn(1985-1993)
Haus der Geschichte Stuttgart(1990)
Kunsthalle Schirn(1983-1985)
gebouwanalyse
Het gebouw, de Kanzleramt, kan worden vergeleken met het witte huis van Amerika. Het doel/de functie is hetzelfde alleen de vorm is anders. Voordat deze huidige Kanzleramt gebouwd werd, had hij al een voorganger, de Reichskanzlei. Deze werd, in opdracht van Hitler, in 1938 ontworpen en uitgevoerd door Albert Speer. Het gebouw moest solide zijn en groots zijn, geld speelde geen rol. Het gebouw werd binnen 1 jaar gebouwd. Maar aan het eind van de oorlog was het gebouw zwaar beschadigd, en werd door de Sovjetten besloten het te slopen. Sommige van de marmeren muren werden gebruikt om de U-Bahn te repareren. Omdat het een grootste voorganger had, moest het nieuwe gebouw ook een bepaalde grandeur uitstralen. Ook mede omdat in die tijd Duitsland een van de grootste en sterkste landen in Europa was. Hiervoor heeft de regering 230 miljoen euro moeten neerleggen. 1. Over de plaats werd een competitie gehouden, die Axel Schultes en Charlotte Frank wonnen. Het gebouw kwam in een bocht van de rivier Spree te liggen. Met aan de ene kant van de rivier het gebouw en aan de andere kant de tuin die bij het gebouw hoorde(dit is aan de
62
onderdeel: gebouwanalyse post-muur gebouw samengesteld door: 4.3 + 4.4 (zie achterin)
09: (Bundes) Kanzleramt Tiergarten zijde). Deze twee werden verbonden door een loopbrug. Toepasselijk was dat de helft van het gebouw op het voormalige Oost-Berlijn lag en de andere helft van het gebouw met verderop de Reichstag op het voormalige West-Berlijn. Deze werden nu symbolisch verbonden door een brug. Het gebouw staat volledig los van zijn omgeving. Aan beide lange zijde staan bomenrijen, terwijl aan de korte zijde(niet de rivierzijde) een weg ligt. Aan de kant van de brug ligt even verderop nog een brug, die net als de loopbrug de Spree overbrugt. Het gebouw ligt aan de westoever van de rivier. Dit ligt nabij de Reichstag, hiervoor ligt een groot grasveld met even verderop bomen. Dit stukje natuur straalt rust uit, terwijl als men de andere kant opkijkt men in een hele andere wereld terecht komt. Hier staat veel bebouwing, waarvan sommige wel 5 of 6 verdiepingen hebben. Ook is aan deze kant weinig groen te bekennen, waardoor het beeld van de omgeving een totaal andere is dan die men eerst ziet. 2. Het pand bestaat uit drie gebouwen: een hoog middenstuk, met aan de noord en zuidzijde gebouwen ertegen aan gezet. In het middelste gebouw zitten de ‘betere’ beroepen en in de bijgebouwen zitten de andere. Het middelste gebouw is een 9 verdiepingen hoog gebouw, met een hoogte van 36 meter. Als grondvlak heeft dit gebouw een vierkant, met zijden van 55 meter. De bijgebouwen zijn langgerekte balken met 5 verdiepingen erin. Het gebouw aan de noordzijde is 18 meter hoog en 182 tot 204 meter lang(de punten lopen schuin). Het gebouw aan de zuidzijde is ook 18 meter hoog, maar deze is veel langer, namelijk 300 tot 355 meter(ook deze is schuin). De kopse kanten van de noord en zuidelijk gelegen bijgebouwen hebben een lengte van 21 meter. Doordat het gebouw zo een vorm heeft lijkt het vanaf een luchtfoto een soort scheve ‘H’-vorm te hebben. Het gebouw heeft een totaal aantal van 10 verdiepingen(9 boven de grond, 1 eronder). Het totale vloeroppervlak van alle verdiepingen en gebouwen bij elkaar is 66 413 m2. De grond waar het op ligt is 73.000 m2, hier ligt het gebouw op(met zijn 12.000 m2 bebouwd oppervlak), maar ook zijn grote delen gras of zijn er tuinen op geplaatst[plaatje tuin]. De indeling van de tuin rondom de Reichstag en de Kanzleramt is te zien op dit plaatje. De bomenrijen lopen langs de Kanzleramt kaarsrecht door, dit doen ze ook aan de overkant van het gebouw. Hier is ook duidelijk te zien dat de bomen bij de Reichstag veel natuurlijk zijn gegroeid dan die langs de Kanzleramt. Door deze strakke planning loopt er een rechte ‘brug’ tussen het voormalig Oosten en Westen. 3. De façade is heel apart, het heeft veel glasoppervlak wat wordt onderbroken door witte pilaren die ellipsvormig zijn(onderste deel). Dit onderste deel is ongeveer even hoog als de bijgebouwen, ongeveer 5 verdiepingen of 18 meter hoog.
onderdeel: gebouwanalyse post-muur gebouw samengesteld door: 4.3 + 4.4 (zie achterin)
63
09: (Bundes) Kanzleramt Op het bovenste deel is er meer wit geveloppervlak te zien en minder ramen. De ramen bevinden zich hier alleen in het midden en aan de twee zijkanten. De hoofdentree is goed te zien aangezien dit een groot glazenoppervlak is, met aan beide zijden een witte pilaar. Naast deze pilaren staan nog meer pilaren(ellipsvormige) iets voor de gevel. Deze staan in een rijtje van de gevel af maar wel steeds dichter bij elkaar komend. Hierdoor wordt de entree in het midden benadrukt. Als een extra benadrukking aan de façade is er een doek gespannen tussen de pilaren voor de gevel, hier loopt men onderdoor als men naar de entree loopt. Op het bovenste deel wordt ook het midden van het gebouw benadrukt doordat dat glasvlak dieper in de gevel ligt, en de witte wanden vanaf de zijkanten daar geleidelijk naartoe lopen. Boven dit glasvlak zitten een aantal gaten in het dak die het nog eens extra nadruk geven. Aan deze gaten is te zien dat het dak niet normaal is. Het dak lijkt plat, maar is het niet, het loopt een beetje naar beneden als men verder naar achter gaat. Aan de voorkant zitten er meerdere gaten in het dak, waaronder twee grote aan de zijkanten. Het dak van de bijgebouwen is wel helemaal plat. Omdat het dak van het hoofdgebouw niet scheef lijkt, vanwege de rechte muren die erlangs lopen, lijkt het pand een doosvormige uitstraling te hebben. Alleen na nader onderzoek is de dakvorm wel degelijk apart te noemen met meerdere gaten erin. Voor verdere constructieve aspecten van het dak, zie ‘constructie’. De ramen in de façade, en in de rest van het hele gebouw, zijn allemaal vierkant of rechthoekig. Maar alleen al omdat de glasvlakken steeds zo groot zijn, zijn ze overweldigend. Vooral in de bijgebouwen is goed te zien dat de ramen een groot vlak vormen dat hoger is dan dat hij breed is. Ook valt op dat het raamoppervlak niet in het midden van de gevel zit, maar eerst een paar verdiepingen overslaat en dan begint en dan doorloopt tot het dak. Aan de zijkant van het hoofdgebouw zit een raamoppervlak dat de vorm heeft van een halve cirkel, deze bestaat uit doorzichtig glas en matglas, dat per glaslaag omgewisseld wordt. 4. De functie van het gebouw is om de bondskanselier van Duitsland onderdak te geven. Hier wordt het ook voor gebruikt, maar in het gebouw zitten ook vele andere belangrijke politieke figuren en al hun ambtenaren. De constructie van het gebouw begon in 1997 en duurde tot 2001. In het jaar 2001 is het ook in gebruik genomen en het is vandaag de dag nog steeds in gebruik, respectievelijk 5 jaar. Omdat het gebouw nu nog niet zo oud is heeft het geen geschiedenis. En juist omdat het nog zo jong is, is de onderhoudstoestand goed. Mijn zorg is alleen dat het gebouw in een kleine buitenbocht van de rivier Spree ligt, waardoor de grond waar het gebouw op
64
onderdeel: gebouwanalyse post-muur gebouw samengesteld door: 4.3 + 4.4 (zie achterin)
09: (Bundes) Kanzleramt staat langzamerhand wel kan worden weggeschuurd door de rivier. Tijdens de bouw zullen hier wel maatregelen voor zijn getroffen alleen zijn deze niet toegankelijk. 5. Het hele gebouw is gemaakt met als basis een gewapend betonnen skelet en gewapend betonnen muren. Deze zijn gemaakt van vooral schoonbeton omdat ze meestal in het zicht staan. Verder is er in het hoofdgebouw een extra stevige constructie gemaakt voor het dak, aangezien deze een grote afstand overspant. Deze constructie bestaat uit twee vakwerkliggers en meerdere voorgespannen elementen, die het schoonbetonnen dak dragen. In de bijgebouwen zitten een aantal wintertuinen ingebouwd. Omdat deze vooral uit een groot glazen oppervlak bestaan is hier een aparte constructie voor opgenomen in het gebouw. Hier zijn gewapend betonnen kolommen toegepast die een stalen raster dragen waarin de ramen hangen. Voor het baldakijn voor de entree van het gebouw is een special bedrijf ingehuurd: Schlaich, Bergermann und Partner sbp gmbh. Het ‘doek’ heeft als rand een aluminiumrand zodat hij extra stevig werd. Hij is vastgemaakt aan de pilaren voor de entree met stalen kabels. Hier overspant hij het ‘Erehof’, hier ontvangt de rijkskanselier al zijn/haar gasten. Het dak is gemaakt van een met PTFE bedekt glasvezel membraan. De kabel aan de rand van het membraan was ontworpen als een tweedelig geëxtrudeerd onderdeel, gemaakt van hoge kwaliteit aluminium, dat een grote sterkte heeft. Omdat het doek ongeveer 240 m2 bestrijkt vangt het veel windkrachten op, daarom moest hij extra sterk vastgezet worden zodat hij niet het doek scheurde op de zwakkere bevestigingspunten. Daarom is hij vast gemaakt met speciale voorgespannen hoge sterkte bouten. Door deze oplossing kan hij zowel momenten opnemen als een middelpunt vliedende kracht(tangentieel). De brug is een 450 ton zware constructie die alleen als loopbrug te gebruiken is. Hij heeft twee pilaren waar hij op rust die elk de helft van het 116 meter lange wegdek dragen. Op zijn hoogste punt is hij 4,50 meter hoog. Als energievoorzieningen heeft het pand meerdere installaties: Een op biodiesel draaiende motor levert voor 500 kW aan warmte en elektriciteit. In de zomer wordt er een speciaal absorptieaggregaat ingeschakeld die voor 380 kW aan warme lucht omzet in koude lucht. Ook zijn er in de wintertuinen warmtecollectoren ingebouwd die ervoor zorgen dat er voldoende warmte beschikbaar is voor de tuinen. Het regenwater dat wordt opgevangen wordt vervoerd naar vaten bij het erehof en de tuin, deze kunnen dan later gebruikt worden om de wintertuinen te bewateren. Het meubilair in dit gebouw is niet heel bijzonder, aangezien het gewoon een kantoorfunctie heeft. Licht is wel belangrijk, alsmede sommige kunstwerken die het interieur verfraaien. En in belangrijke ruimtes is het interieur goed verzorgt en zijn de ruimtes zo ingedeeld en belicht dat ze wat meer uitstraling hebben. Licht speelt een grote rol in dit gebouw, er zijn grote ramen en dan weer stukken waar geen raam zit. De verdeling is ongelijk, maar toch is overal voldoende natuurlijk licht. Dit komt omdat waar de ramen zitten(in de bijgebouwen), daar zitten geen kantoren achter maar een grote ruimte. Aan de ruimte
onderdeel: gebouwanalyse post-muur gebouw samengesteld door: 4.3 + 4.4 (zie achterin)
65
09: (Bundes) Kanzleramt grenzen alle kantoren met minstens 1 raam. Het interieur van het gebouw is verfraaid met enkele kunstwerken, zoals een 180 meter lange wandschildering, deze hangt in een trappenhuis. Het geeft een aantal belangrijke momenten aan in de Duitse geschiedenis. Ook staat er een beeld van ijzer; het weegt 90 ton en is 6 meter hoog. Het geeft twee handen weer die naar elkaar reiken maar waar de vingers elkaar net niet raken.
Verder is er nog het meubilair; er zijn twee vergaderzalen die een beetje uitspringen boven de rest. Eentje heeft een lange zwarte tafel voor een glazen ruit staan, als men hierdoor kijkt ziet men de Reichstag staan. De andere bestaat uit een cirkelvormige tafel die waaromheen ook nog tafels staan die die vorm suggereren. 6. De opdrachtgever van dit pand was de overheid van Duitsland, aangezien het ook een overheidsgebouw is. Zij eisten een gebouw dat de voorgangers kon info: evenaren of voorbijstreven in grootte, maar ook bijzonder was. Het Adres: Dorotheenstr. 84 moest ook een sterkte spirituele waarde toekennen aan Berlijn en Postcode/plaats: Duitsland. 10117 Berlin 8. Het gebouw is in te delen in 5 categorieën die elk een apart materiaal hebben waarmee het is afgewerkt: De noord en zuid façade; De oost en west façade; Binnenmuren; Binnenvloeren; Erehof Allereerst: de noord en zuid façade zijn bedekt met zandsteen. Dit heeft een lichtgeel/lichtbruine kleur en bedekt de hele gevel. Bij de façade aan de oost en west kant van het gebouw is gekozen voor schoonbeton, in een witte kleur. Dit is ook duidelijk te zien op de plaatjes. Het gebouw valt goed op tussen de groene oase van bomen. De binnenmuren zijn van beton, maar zijn hierna gestukadoord, hierna is er soms nog een zandsteen toegepast om de wand af te maken. Deze zandsteen is hetzelfde als aan de buitengevel. De vloer is van beton, soms bedekt met groene vloerbedekking, maar in belangrijkere plaatsen bedekt met Verde Vittoria Serpentino. Dit is een marmersoort die uit Italië geïmporteerd is. In het erehof is deze marmersoort ook toegepast omdat het een chique uitstraling heeft. In het totaal is in het gebouw 57.600 kubieke meter beton gebruikt, waarvan een groot deel gewapend is. Hiervoor was wapeningsstaal nodig, wat samen met het overige staal(voor vakwerkliggers e.d.) genoeg was voor 11.500 ton staal.
66
onderdeel: gebouwanalyse post-muur gebouw samengesteld door: 4.3 + 4.4 (zie achterin)
Telefoonnummer: 01888 / 272 – 0
Openingstijden: Maandag t/m donderdag van 8.00 tot 16.30 uur. Vrijdag van 8.00 tot 15.00 uur. Routebeschrijving: Komt u: ∑ Vanuit het Westen, vanaf de B2(Unter den Linden), linksaf de Friedrichstrasse in, en dan de tweede links. ∑ Vanuit het Oosten, vanaf de B1/B5, afslaan naar de B2 en dan de Friedrichstrasse aan de rechterkant inslaan. Daarna is het de tweede links. ∑ Vanuit het Noorden, vanaf de B2, rechtsaf de Friedrichstrasse in, en dan de tweede links. ∑ Vanuit het Zuiden, vanaf de B96, afslaan naar de B2. Hierna de Friedrichstrasse inslaan aan de linkerkant en dan de tweede links. Website: http://www.bundeskanzlerin.de/
10: Kaufhaus Friedrichstrasse Q205 Kwartier 205, gelegen in Friedrichtstadt, tussen de Friedrichtstrasse en de Gendarmemarkt, heeft u veel te bieden. Het bevat onder andere restaurants, cafés, dames/ heren mode, lederwaren, een parkeerkelder enz. Het is lang niet het enigste koophuis gelegen aan deze straat. In deze straat bevindt zich onder andere kwartier 206 (ook een koophuis) en galerie Lafayette (van oorspronkelijke franse afkomst, kwartier 207). Kortom Friedrichtstadt heeft enorm veel te bieden.
De ontwerper
Oswald Mathias Ungers is geboren in Kaiseresch/Eifel. Hij trouwde met Liselotte Gabler. Hij studeerde van 1947 tot 1950 aan de technische hogeschool Karlsruhe. Hij is daarna bij vele bureaus voor architectuur betrokken. Onder andere in Keulen sinds 1950 en in Berlijn sinds 1964. Verder werd hij later professor aan de technische universiteit in Berlijn, waar hij ook van 1965 tot en met 1976 decaan was bij de ‘opleiding’ architectuur. Verder was hij professor aan de technische universiteit in Ithaca (New York), Boston, Los Angeles, Wenen en aan de kunstacademie in Düsseldorf. Tenslotte is hij ook nog betrokken bij de kunstacademie in Berlijn. Je kunt dus wel zien dat hij door de jaren heen op het gebied van architectuur en kunst een belangrijke rol heeft gespeeld. Het Koophuis (kwartier 205) is ontworpen door architect Oswald Mathias Ungers. Hij heeft een zeer moderne stijl in ontwerpen en verenigt zich vooral met sterke geometrische ordeningsrasters. Hieronder; enkele belangrijke gebeurtenissen uit zijn leven: - 1971: Lidmaat van het Amerikaanse instituut voor Architecten. - 1987: Grote BDA – Prijs. - 1987: Lidmaat van de academie der wetenschap in Berlijn. - 1988: Ere lidmaatschap van de BDA. - 1989: Prijs Straatsburg. - 1992: Lidmaat van de Moskou Branche van de IAA. - 1997: Groot verdient kruis van de verdienst orders van de republiek Duitsland. - 1999: Eren doktor oorkonde van de TU Berlijn. - 2000: Grote DAI prijs voor bouwcultuur. - 2001: Plaquette van de stad Frankfurt am Main. Belangrijke gebouwen 1962-67: Woonhuis in Markischen viertel Berlijn. 1979-83: Woongelegenheid aan Lützowplatz in Berlijn. 1997-84: Duits architectuur museum in Frankfurt am Main. 1980-83: Galerie, halle 9 aan de Messegelände in Frankfurt am Main.
onderdeel: gebouwanalyse post-muur gebouw samengesteld door: 1.4 + 1.5(zie achterin)
67
10: Kaufhaus Friedrichstrasse Q205 1983-91: Bibliotheek in Karlshrule. 1986 : Voormalig hoofdgebouw van de Alfred – Wegener – Instituut in Bremershaven. 1989-96: Thermen aan de veemarkt in Trier. 1993-95: Familiehuis Berlijn – Kreuzenberg. 1993-96: Friedrichtstadt – Passage (kwartier 205) Berlijn. 1994 : Duits Botschaft in Washington D.C. 1997 : Wederopbouw Galerie van de kunsthal in Hamburg. 2001 : Walraf – Richartz museum in Keulen.
Gebouwbeschouwing
1. Het kaufhaus ligt aan de Friedrichstrasse in Berlijn. De Friedrichstrasse is de grootste winkelstraat van Berlijn. Het gebouw ligt aan de Friedrichstrasse nummer 67. Verder is het gebouw te bereiken vanuit de Taubenstrasse, Mohrenstrasse en de Charlottenstrasse. De Taubenstrasse en de Mohrenstrasse bevinden zich aan de zijkant van het gebouw. Als je voor het gebouw staat, bij de Friedrichstrasse, ligt de Taubenstrasse links en de Mohrenstrasse rechts. Aan de achterkant van het gebouw loop dus de Charlottenstrasse. Het gebouw is best kolossaal. Het is groot en heeft een grootte oppervlakte. Ook de gevel heeft een groot oppervlak. De gevel is gesloten. Er is wel veel glas aanwezig, maar vanaf buiten kan je hier niet doorheen kijken. Dit geeft een gesloten bouwmassa. 2. De hoofdvorm van het gebouw zijn kubusvormen. Zo is het opgebouwd uit 4 kubusvormige gebouwen. Deze gebouwen zijn los van elkaar te zien, maar dit wordt verder besproken bij de plattegronden. Tussen de gebouwen is het volgebouwd en in het midden is een atrium gemaakt. Het gebouw heeft een afmeting van 108 bij 70 meter. Dit is de afmetingen aan de buitenkant. Het gebouw heeft 4 etages onder de grond. Verder zijn er 8 verdiepingen boven de grond. In het gebouw zijn 36 woningen gevestigd. Verder is er 32000 m2 van het gebouw bestemd voor kantoren en bureaus. Verder heeft het gebouw een oppervlakte 17500m2 bestemd voor winkels, restaurants en boetiekjes, etc. Verder is er plaats voor 1000 auto’s. Zo is ongeveer het overzicht van het gebouw. 3. De façade van het gebouw is niet zo heel bijzonder. De gevel is grotendeels eenzijdig ingedeeld. Overal zijn dezelfde openingen te zien. Verder heeft de gevel een roodachtig, rozeachtige kleur. Deze kleur verschild ook per tijd en lichtval. Want vaak geven de stenen gevel elementen een witte kleur. Dit is wel erg mooi om te zien. Zo is er afwisseling in het uiterlijk van het gebouw. De dakvorm van het gebouw is niet zo heel bijzonder. Bovenop de kubusvormige gebouwen zit een plat dak. Boven het atrium in het midden van het gebouw licht een glazen dak met
68
onderdeel: gebouwanalyse post-muur gebouw samengesteld door: 1.4 + 1.5(zie achterin)
10: Kaufhaus Friedrichstrasse Q205 een stalen constructie. Het gebouw heeft 4 entrees. De hoofdentree zit aan de Friedrichstrasse. De ander entrees zijn aan de Taubenstrasse, Mohrenstrasse en de Charlottenstrasse. De hoofdentree wordt gekenmerkt door een kunstwerk. Het kunstwerk speelt een grote rol in het zicht van de entree. Het kunstwerk is niet groot van massa, maar zorgt er wel voor, dat de ingang niet erg opvalt. Verder valt de ingang niet erg op, dit komt omdat de ingang wat naar binnen is gebouwd. De ramen spelen in het gebouw een grote rol. Aan de buitenkant zijn de ramen erg donker, maar binnen is het erg licht. De ramen zijn allemaal van dezelfde afmetingen en elk raam is verdeeld in 4 kleinere ramen. 4. Het gebouw heeft verschillende functies. Dit heeft ook te maken met de Berlijnse voorschriften, want in het bestemmingsplan staat ook, dat de gebouwen voor een deel bewoond moeten zijn. In dit gebouw zijn daarom ook 36 woningen gevestigd. Verder is een groot deel van het gebouw bestemd voor kantoren en bureaus. Naast de kantoren en de woningen zijn er in het pand ook nog 45 winkels gevestigd. Hiervan bevinden zich 21 winkels op de begane grond. De andere 24 winkels zijn op de 1e verdieping gevestigd. Dit is ook op de plattegronden te zien, zie hiervoor de volgende alinea. Verder heeft het gebouw nog 1 functie, het bied in de kelders eronder plaats voor 1000 auto’s Het gebouw is gebouwd van 1993 tot 1996. Het gebouw verkeerd nog steeds in de originele staat, waarin het gebouwd is. Voor zover bekend bestaan er ook geen plannen, om dit gebouw te gaan verbouwen 5. Wij hebben 2 plattegronden van het gebouw. Dit zijn plattegronden waarop de winkels zijn aangegeven. Op de plattegrond van de begane grond is te zien, waar de entrees zijn en de gangen. Ook is te zien waar het atrium in het gebouw is. In het midden bij het atrium zijn ook de roltrappen naar de 1e verdieping. Op de plattegrond is ook duidelijk te zien, hoe de route door het winkelgebied is. De entree aan de Friedrichstrasse is de hoofdentree. Hier is ook het kunstwerk te zien (zie onder kopje entree). De constructie van het atrium is van metaal. De constructie zit erg ingewikkeld in elkaar. De constructie van het gebouw zelf is een betonconstructie. Het interieur van het gebouw is ook erg chique en strak ingericht. De meubels zijn er niet veel aanwezig, maar de meubels die er zijn, zijn veelal meubels met leren bekleding. Zo zijn er ook barkrukken met poten die naar buiten
onderdeel: gebouwanalyse post-muur gebouw samengesteld door: 1.4 + 1.5(zie achterin)
69
10: Kaufhaus Friedrichstrasse Q205 lopen. Het licht in het gebouw is ook erg belangrijk. De gangen en het atrium van het gebouw zijn ook heel licht, dit komt vooral door het gebruik van de vele ramen in het gebouw. 6. De opdrachtgever voor het winkelcentrum van Quartier 205 is zeer waarschijnlijk het Berlijnse stadsbestuur geweest. Dit is echter niet zeker. Wel is bekend, dat het gebouw aan de eisen van de Berlijnse voorschriften moet voldoen. In deze voorschriften staat, dat elk nieuw gebouw verschillende functies moet hebben. Zo moet er een bepaald deel van het gebouw bewoond worden, ook al is dit tegen de eisen en verlangens van de opdrachtgever. Zodoende heeft het gebouw ook meerdere functies. 7. Het gebouw is duurzaam gebouwd. De materialen die zijn gebruikt, zijn allemaal goed voor het milieu en tasten de omgeving niet aan. Zie voor de soorten materialen het onderdeel Materialen. Het gebouw heeft een maatschappelijk doel op verschillende manieren. Zo bevinden zich in het pand woningen, winkels, kantoren en parkeerplaatsen. Het gebouw is dus haast een compleet dorp. Je kan er wonen, werken en winkelen. 8. De bouwmaterialen van kwartier 205 aan de Friedrichtstrasse bestaan voornamelijk uit glas, staal en beton. Verder is er veel natuursteen gebruikt voor de wanden/gevels en vloeren. De gevels hebben een vierkante structuur [3]. Ook de raamopeningen (die veel aanwezig zijn) hebben een vierkante structuur. De vierkante raamopeningen zijn ook opgedeeld in vierkanten. Dit is gedaan met behulp van houten roeden. De gevels, ‘stijlen’ en borstweringen zijn gemaakt van natuursteen elementen. De kozijnen in de gevels zijn gemaakt op traditionele wijze, en dus van hout gemaakt. De binnenwanden zijn ook bekleed met een dunne natuurstenen ‘schil’. In deze wanden zitten veel met hout beklede ‘raam’ openingen. Verder zijn de ramen voorzien van gewoon glas. De vloeren zijn gemaakt van natuursteen. De vloeren glanzen verschrikkelijk veel en zijn dus naar alle waarschijnlijkheid gepolijst [1]. Het dak is voor een deel opgebouwd uit een stalen constructie en deze is voorzien info: Het gebouw is rolstoel vriendelijk van normaal glas. Het glas tussen de stalen constructie is bevestigd ingericht. De meeste winkels zijn in kleine tussenstijltjes, waarschijnlijk van lichtmetaal of aluminium. geopend vanaf 10:00 tot 20:00 uur. Dit is het deel boven het Toegangsprijs: Vrije entree atrium[2] Het verdere dak boven het gebouw is opge- Locatie: kwartier 205 is bereikbaar vanaf het metro station Stadsmitte, bouwd uit houten, betondit nen en stalen delen. Het is Website: http://www.q205.com/ een gewoon plat dak.
70
onderdeel: gebouwanalyse post-muur gebouw samengesteld door: 1.4 + 1.5(zie achterin)
11: Kaufhaus Friedrichstrasse 206 Ontwerper
Het Gebouw is ontworpen door het architectenbureau Pei Cobb Freed & Partners. De naam van het bureau komt van 3 architecten, namelijk I.M. Pei , Cobb, J. Freed. Het zijn Amerikaanse architecten. I.M. Pei is een architect die al heel veel werken op zijn naam heeft staan. Hij is ook degene die het Kaufhaus aan de Friedrichstrasse heeft ontworpen. Ieoh Ming Pei is geboren in Guangzhou in China op 26 April 1917. zijn eerste opleiding volgde hij in Shanghai, daarna studeerde hij aan het St. John’s College in Hong Kong. Dit was voordat hij naar Amerika ging, hij was toen 18 jaar oud. Hij ging naar de Universiteit van Pennsylvania. In 1944 ging hij terug naar Harvard. Hij ontving daar zijn Master in architectuur in 1946. In 1955 richte hij zijn eigen architecten bureau op, I.M. Pei & partners. Later werd dit Pei, Cobb, Freed & Partners. Hij heeft 3 zonen en 1 dochter. Twee van zijn zonen zijn ook architectuur gaan studeren. Chien Chung Pei, een van zijn zonen, heeft hem geholpen met het Louvre. De andere zoon, Li Chung Pei heeft hem geholpen met de Bank of China Tower in Hong Kong. Verschillende gebouwen die hij heeft gedaan. 1982 - 1990 Bank of China Tower, in Hong Kong 1982 - Apartment for Steve Jobs 1989 - Pyramids of the Louvre, in Paris, France
Gebouwanalyse
1. Het Kaufhaus licht direct naast galerie lafayette ook een heel bijzonder gebouw. Het Kaufhaus pat dus goed in de omgeving omdat er daar heel veel nieuwe gebouwen staan met aparte gevels. Er is een heel speels straat beeld en er zijn dus haast geen belendingen. Het kaufhaus staat aan de Friedrichstrasse 71, quartier 206. 2. Het gebouw is opgebouwd uit allerlei driehoekige elementen. Het is een vrij massief gebouw een heeft niet echt een hoofdvorm. Als je het toch ergens bij zou moeten indelen zou het onder de kubus vallen, maar omdat er aan de gevel en op het dak van alles uitsteekt vind ik niet dat het een echte hoofdvorm heeft. 3. De Gevel van het gebouw is een gevel met veel uitstekende stukken het is dus geen vlakke gevel. Om een aantal meter komt er een soort driehoekige vorm naar buiten die van de 1e verdieping tot aan het dak doorloopt. De ramen van het gebouw lopen in horizontale richting als stroken over het gehele gebouw door, ook over de uitstekende delen. Het gebouw heeft een plat dak met een soort van driehoekige glazen koepel. Door deze koepel is er enorm veel licht in de vide aan de binnen zijde van het gebouw. Het gebouw heeft hierdoor een erg lichte uitstraling. 4. Het gebouw fungeert nu als een warenhuis waar verschillende winkels gevestigd zijn. De winkels zitten niet allen op de begane grond maar ook op de verdiepingen. Het gebouw is in 2000 gebouwd en tot nu toe nog steeds goed onderhouden. Het gebouw wordt ook nog
onderdeel: gebouwanalyse post-muur gebouw samengesteld door: 3.2 + 3.3 (zie achterin)
71
11: Kaufhaus Friedrichstrasse 206 steeds gebruikt met hetzelfde doel als toen het gebouwd werd. En omdat het nog een vrij nieuwe gebouw is, is er nog niet echt een geschiedenis van het gebouw. 5. In het gebouw wordt veel gebruik gemaakt van pilaren. Vooral in de hal bij de entree staan een aantal grote, hoge pilaren, waar het glazen dak op rust. Het glazen dak bestaat uit allemaal driehoekige elementen. Het kaufhaus aan de Friedrichstrasse bevat meerdere winkels. Al deze winkels hebben hun eigen interieur. De entree en de hal aan de binnenkant van het gebouw zijn wel allemaal het zelfde. Zo wordt er veel gewerkt met de kleuren zwart, wit, licht geel en rood. Met deze kleuren worden veel vierkant rasters en driehoeken gemaakt. Deze kleuren combinaties en vormen zien er erg ‘druk’ uit. Binnen in de hal zijn er witte palen die de glazendakconstructie dragen. De hal is dus erg licht door de natuurlijke lichtinval. Ook de wit/gele muren zorgen voor een licht en ruimtelijk effect. In de hal en de gangen van het openbare deel van het gebouw staan bijna nergens banken of stoelen/tafels. Op sommige plaatsen staan wat tafels en stoelen. Deze zijn zwart gekleurd. Wel zijn er veel trappen. Er zijn grote draaiend trappen maar ook rechte elektrische roltrappen. 6. De opdrachtgevers die het gebouw hebben laten bouwen zijn Jagdfeld FriedrichstadtPassagen Quartier 206 en Vermögensverwaltungs KG, Berlin. In het programma van eisen voor het te bouwen warenhuis had de volgende eisen: Het gebouw moest 22,160m2 kantoor oppervlak hebben. Er moest 1,800m2 aan woonoppervlak komen. Het gebouw moest ook minimaal 700m2 grondoppervlak hebben en 800m2 voor de gangen en entree hal. Voor de detailhandel moest er minimaal 6,800m2 oppervlak beschikbaar zijn. Dit moest over drie veriepingen worden verdeeld of over 2 verdiepingen en een ondergronds parkeerterrein waar 260 auto’s moeten kunnen parkeren.
72
onderdeel: gebouwanalyse post-muur gebouw samengesteld door: 3.2 + 3.3 (zie achterin)
11: Kaufhaus Friedrichstrasse 206
7. Het gebouw heeft een aantal ecologische aspecten. Zo wordt er gebruik gemaakt van materialen die kunnen worden hergebruikt zoals glas en staal. Het gebouw biedt de mensen extra winkelgenot. Zo kan je er terecht voor bijvoorbeeld merkkleding maar ook voor huishoudelijke apparaten. 8. De materialen die zijn gebruik voor het kaufhaus friedrichstrasse 206 zijn: beton, glas, staal marmer, steen en hout. Beton is gebruikt voor muren en pilaren. Het dak boven de hal is van glas. dit glas in bevestigd aan stalen driehoeken gevormd uit pilaren, die op de betonnen pilaren in de hal rusten. Het marmer is gebruikt voor delen van de trappen en vloeren. Binnen in het gebouw wordt in de winkels voor de vloeren en schapstellingen veel gebruik gemaakt van hout.
info: De locatie waar het kaufhaus Friedrichstrasse 206 ligt in het centrum van Berlijn. Vlak bij de kruising met de Leipzicherstrasse. Neem de U Bahn U2 of U6 naar het stadscentrum en loop noordwaarts in de Friedrichstrasse. Het gebouw is het blok 206, tussen Franzoesische Strasse en Mohrenstrasse. Het is geopend tijdens de winkelopeningstijden. Website voor meer informatie www.friedrichstrasse.de http://www.berlin-friedrichstrasse. de http://www.berlin-info.de
onderdeel: gebouwanalyse post-muur gebouw samengesteld door: 3.2 + 3.3 (zie achterin)
73
12: Sony Center Ontwerper
Het architectenbureau Murphy-Jahn uit Chicago is de bedenker van het Sony Center. Het is een bureau dat 50 jaar geleden is begonnen en hun formule tot op vandaag nog door zetten. Helmut Jahn is de CEO van dit bureau. Helmut Jahn, geboren 1940 in Neurenberg, studeerde aanvankelijk architectuur in München, maar verhuisde in 1966 naar Chicago om aan het beroemde Illinois Institute of Technology van Mies van der Rohe in Chicago zijn opleiding te voltooien. Jahn vestigde zich daarna in deze dynamische Amerikaanse stad en ontwikkelde zich tot een architect van het grote gebaar, met een eenvoudige maar effectieve expressiviteit (bekendste voorbeeld: het State of Illinois Center in Chicago, 1995). De architectuur van Helmut Jahn is opmerkelijk verschillend van de massale ‘bruikbare architectuur’. Bekend werk van Helmut Jahn zijn: State of Illinois Center (Chicago) De vloeren van dit gebouw liggen rond een cilindervormig atrium. Fortis Bank (Rotterdam, Blaak 555) Het Amerikaans aandoende kantoorgebouw reageert op het tegenover gelegen Schielandshuis uit 1665 door middel van een lage uitbouw en een betonnen ‘vakwerk’. De eerste etages
Kempinski Airport Hotel (Munchen) Het is een ‘transparant’ glas en staal hotel in het luchthavengebouw van Munchen.
Van links naar rechts: State of Illinois Center, Fortis Bank, Messeturm
van deze uitbouw zijn uitgespaard zodat het Schielandhuis zichtbaar blijft vanaf de Blaak. Het gebouw heeft vier verschillende gevels. De gevel die naar de Blaak is gericht, is afgerond. Ook in de bekroning is een betonnen vakwerk gebruikt. Het gebouw met 30 verdiepingen heeft een hoogte van 104 meter. Messeturm (Frankfurt) Tot 1997 was het Messeturm het hoogste kantoorgebebouw van Europa. Het gebouw is 256,5 meter hoog. Opmerkelijk is het gebruik van het voetstuk, toren en top, als herinnering aan de hoogbouw architectuur van de twingtiste eeuw. De constructie bestaat uit een staalbetonskelet, natuursteen en een glasfassade.
Gebouwanalyse
1. Het Sony Center ligt honderd meter ten Zuiden van de Brandenburger Tor en ligt aan de
74
onderdeel: gebouwanalyse post-muur gebouw samengesteld door: 3.3 + 3.4 (zie achterin)
12: Sony Center Potsdamer Platz. Het complex is opgebouwd uit zeven verschillende gebouwen: Het Europese hoofdkantoor van Sony Corporation Het is een futuristisch gebouw met een façade van glas dat zicht richt naar de Philharmonie. De tien verdiepingen maken een grote indruk door hun transparantheid en licht. Het gebouw heeft een ‘sky garden’ aan de kant van de Bellevuestrasse. Bedrijfstoren aan Potsdamer Platz (waarin Deutsche Bahn AG zit) Het kantoorgebouw aan de Potsdamer Straat heeft uitzicht op het cultuurforum, Philharmonie en de dierentuin. Het is een glazen kantoorgebouw en de meest riskante gebouwde op Potsdamer Platz. Het heeft een hoogte van 103 meter en 26 verdiepingen met bovenop het gebouw een dakterras. Filmhuis Het filmhuis bevat faciliteiten zoals het Filmmuseum Berlijn, Duitse filmacademie en de televisie Berlijn. Het Forum Het forum is omgeven door winkels, cafés’s en andere entertainment faciliteiten. Het unieke dak zorgt ervoor dat evenementen in de buitenlucht gehouden kunnen worden ook als het weer slecht is. Het door staal en glas gedomineerde ovale forum, dat deel is van de openbare ruimte en daarom niet van de omliggende straten afgesloten is. De dakconstructie is een spectaculaire ingenieursprestatie. Een waaiervormig tentdak uit stof is met ankers aan een staalring bevestigd, die op zijn beurt aan de omliggende gebouwen vastgemaakt is. Het dak moet de heilige berg van Japan, Fuji, symboliseren. Esplanade Residence Over het originele gebouw is een bruggenconstructie gebouwd, waarin zich 134 zwevende woningen bevinden. Op de afbeelding is te zien in welk jaartal welk gedeelte van het gebouw is gebouwd of gerestaureerd. In 2000 is het nieuwe gedeelte eroverheen gebouwd. Bedrijfstoren aan de Philharmonie Het kantoorgebouw aan de Philharmonie past in de inspirerende atmosfeer van deze plaats. De kantoorruimtes zijn op het gebied van architectuur van wereldklasse. Bedrijfstoren aan de Bellevuestrasse
onderdeel: gebouwanalyse post-muur gebouw samengesteld door: 3.3 + 3.4 (zie achterin)
75
12: Sony Center
Het gebouw combineert kantoren met restaurants. De twee gebouwen die direct naast het Forum liggen hebben elk elf verdiepingen en zijn verbonden met elkaar via een loopbrug. Ze bevatten grote entree’s met direct toegang tot de ondergrondse parkeergarage, het park en winkelcentrum. Vanaf de buitenkant gezien lijkt het Sony Center een dichtgebouwd driehoekig complex. In de binnenkant daarentegen zit een plein. 2. Het Sony Center bestaat uit 7 individuele gebouwen. Het bevat kantoren, appartementen, bioscopen, restaurants, het ‘Filmhaus’ en de Europese hoofdkantoren van Sony. Het driehoekige centrum bevat een ovaal plein welke gesierd wordt door een fontein. Het plein is ontworpen als openbare ruimte en is daarom verbonden met de omliggende straten. Vanaf het bovenaanzicht is te zien dat de 7 gebouwen een driehoek vormen. Het Sony Center heeft een totale kaveloppervlakte van 26.500 m2 en de totale vloeroppervlakte ligt rond de 132.500 m2. 3. De façade op de Bellevuestrasse is opmerkelijk. Deze moderne woonwijk is geplaatst op een stalen brug. Deze hangt over de gerestaureerde, neobarokke façade van het voormalige
76
onderdeel: gebouwanalyse post-muur gebouw samengesteld door: 3.3 + 3.4 (zie achterin)
12: Sony Center super-de-luxe Hotel Esplanade. Dit is het enige vooroorlogse gebouw dat deels behouden is gebleven. Het hotel paste niet helemaal is de nieuwe planning en is daarom verplaatst. De vorm van het dak is een paraplu. Dit is op de afbeelding hieronder goed te zien. Er zijn meerder entree’s, waarvan hieronder op de afbeelding er eentje van is. 4. In juni 2000 heeft het bedrijf Sony haar Sony Center aan de Potsdamer Platz geopend. Hier bevindt zich het hoofdkwartier van de elektronica sector en het vormt een belangrijke architectonische en culturele aanvulling op de nieuwe hoofdstad van Duitsland. Het Sony Center aan de Potsdamer Platz is een van de grootste stedelijke ontwikkelingsprojecten sinds de val van de Berlijnse muur en de hereniging van de beide stadsdelen. In het Sony Center bevinden zich onder andere: Winkels, bioscopen, congreszalen kantoren en restaurants, het Filmmuseum Berlijn, de multimedia attractie Music Box en een uitgebreide Sony winkel. Met de bouw van het hele complex is begonnen eind 1995, begin 1996 en werd geconstrueerd door Hochtief. In 2000 werd het complex opgeleverd. Op 8 mei was de Tweede Wereldoorlog voorbij en begon er voor Berlijn een zeer moeilijke periode. Berlijn werd opgesplitst en het westelijk deel was zelfs een jaar lang afgesloten van de buitenwereld. Zijn inwoners werden toen bevoorraad door de bekende luchtbrug. In 1949 was de splitsing definitief en zou Checkpoint Charlie het symbool worden van de koude oorlog. In 1961 werd de beroemde en vervloekte muur gebouwd, ongeveer 180 km lang. Pas in 1972 kon men de grens tussen Oost- en West-Berlijn oversteken en kon er ‘eenvoudiger’ gereisd worden tussen de Bondsrepubliek Duitsland en West-Berlijn. Op 9 november 1989 werd de grens volledig opengesteld en op 3 oktober 1990 was Duitsland opnieuw één groot land. Deze belangrijke gebeurtenissen hebben voor Berlijn veel positieve gevolgen. Het werd weer de hoofdstad van het eengeworden Duitsland en er werden grootse bouwprojecten opgezet. De Potsdamer Platz met het Sony Center is hiervan het symbool. 5. Het dak van het Sony Center is één van zijn belangrijkste elementen. Het dak van het Sony Center bestaat uit voornamelijk glas, staal en een soort zeil, materiaal LTA 25. Het dak weert naast regen ook de zon. 50 % van het licht wordt tegen gehouden door de zeilen. Daarnaast bevat het ook een gat waardoor de thermische lucht kan ontsnappen. Dit alles draagt bij aan een controleerbaar en aangenaam klimaat. Om de constructie van het dak eenvoudig uit te leggen moeten we het geheel concretiseren. Het dak bestaat uit vier onderdelen: - de ring - drukstaaf - trekstaaf boven - trekstaaf onder
onderdeel: gebouwanalyse post-muur gebouw samengesteld door: 3.3 + 3.4 (zie achterin)
77
12: Sony Center De ring is misschien wel het meest belangrijke component in de dak constructie. Het moet namelijk naast het opvangen van trekkrachten ook de drukkrachten van het dak overbrengen. Deze ring ligt op zeven plaatsen op. Nergens ligt hij verankert. Dit zodat de krachten die vrijkomen bij het uitzetten opgevangen kunnen worden. De maximale overspanning die de ring heeft is 35 meter. De ligger is een 3d-spant. Hiervoor is gekozen zodat hij in alle richtingen stijf is. Een normale ligger zou enkel stijf zijn in twee assen. Deze ligger is stijf in alle drie de assen. De drukstaaf brengt, zoals de naam al zegt, druk krachten over. Het principe is het best te vergelijken met een pijl en boog. De pijl brengt de drukkrachten over waardoor de boog op spanning blijft. De drukstaaf is zo fors uit gevoerd omdat het in alle richtingen moment vast moet zijn. Daarnaast moet het een soort contragewicht zijn tegen het opwaaien van het dak. Op een windachtige dag is het mogelijk dat de punt van de drukstaaf 60 cm beweegt. Volgens de constructeur is dit enkel een humoristisch gezicht en levert het geen gevaar op. De bovenste trekstaven dragen het glas. Dit kan omdat er zoveel spanning op de kabels staan dat het net liggers zijn. Het glas ligt als het waren op de trekstaven. De onderste trekstaven houden de drukstaaf op zijn plaats. Deze zijn hydraulisch bevestigd waardoor er nog mogelijkheden zijn om de spanning in de kabels te veranderen. De bovenste ring draagt bij aan de stabiliteit in de constructie. Het houdt de zeilen en touwen bij elkaar. De zeilen zitten gedraaid. Dit is om de stabiliteit te vergroten. Op deze manier hebben de zeilen net als kabels een trekkracht maar werken ook mee aan de stabiliteit. In de ring zitten enkel trekkrachten, daarom kan deze zo slank worden uitgevoerd. Samen vormen deze elementen de constructie van het dak. Het dak is niet gebouwd volgens eisen die zijn opgegeven door de wet. Dit omdat er nog geen regels zijn voor overkappingen als deze. Bij het bouwen van de constructie van het dak zijn ze als volgt te werk gegaan. Ze hebben eerst doormiddel van steigers de drukstaaf in het midden gehangen. Daarna hebben ze de buitenste ring gemaakt en verbonden met de drukstaaf. Op deze manier konden ze het dan op spanning brengen.
78
onderdeel: gebouwanalyse post-muur gebouw samengesteld door: 3.3 + 3.4 (zie achterin)
12: Sony Center De omhulling van zowel het dak als de gevel bestaan vooral uit een samenwerking van glas en staal. 6. De opdrachtgever is Sony met zijn project partners; Tishman Speyer en Kajima Operating. Het innovatieve bouwconcept is het toonbeeld van Sony’s visie en toewijding met betrekking tot een nieuw verenigd Europa met in het hart het verjongde Berlijn. 8.Helmut Jahn ontwikkelde voor het Sony Center een architectuur van glas en staal dat zicht door bijzondere Dit indrukwekkende gebouw, welke gedomineerd wordt door glas en staal, dat door zijn bijzondere transparantie en toekomst gerichtheid is opgezet. Het dragende staalgeraamte is naar buiten toe gekeerd. Tegelijkertijd wordt door middel van het glasomhulsel veel licht naar binnen gelaten, waardoor er een lichte ruimte ontstaat.
info:
Filmmuseum Berlijn di-zo: 10:00 – 18:00 do: 10:00 – 20:00 ma: gesloten Potsdamer Platz 0785 Berlijn district: Tiergarten Het Sony Center aan de Potsdamer Platz is vanuit alle richtingen snel en makkelijk te bereiken. Vanaf het vliegveld Tempelhof, Schönefeld en Tegel, van Bahnhof Zoologischer Garten en van de Autosnelweg vanuit de richting Hannover/Nürnberg, Hamburg en Prenzlau/Berlin-Pankow. website voor meer informatie http://www.sonycenter.com www.potsdamerplatz.de www.forum-apartments.de
onderdeel: gebouwanalyse post-muur gebouw samengesteld door: 3.3 + 3.4 (zie achterin)
79
13: Reichstag De Rijksdag (Der Reichstag) ligt midden in Berlijn. 1. Het gebouw ziet er vanbuiten erg massief uit maar binnen valt dit wel weer mee. Als je de afbeeldingen hieronder bekijkt dan zie je dat er veel ruimte is en in verhouding minder massa. 2. De hoofdvorm van de “Der Reichstag” is een balk met op de hoeken kleine vierkante torentjes. Er zijn ook twee kleine binnenplaatsen in het gebouw. Zie de afbeeldingen hieronder. Informatie en andere feiten: Lengte: Breedte Hoogte Kosten Totale terrein oppervlakte: Oppervlakte gebouw Etages Begin bouw: Officiële opening
137,4 Meter 39,9 Meter 47 Meter 600 Miljoen DM 61166 M2 11200 M2 6 plus koepel Juli 1995 19 April 1999
Afmetingen koepel: Hoogte: Doorsnede: Gewicht: Staal: Glas: Hoogte uitkijkpunt:
23,5 40 1200 700 3000 40,7
Meter Meter Ton Ton M2 Meter
3. De basisvorm van de façade van de rijksdag bestaat uit een rechthoek. Voor deze rechthoek staan in het midden enkele pilaren waar boven een timpaan is, hiervoor is een grote trap die je naar boven lijd naar de entree. Op de begane grond zijn de ramen relatief klein en vallen niet zo op omdat de aandacht meer op de eerste verdieping word gelegd. Dit komt doordat de trap (de entree) je naar de eerste verdieping lijd. Op de eerste verdieping zijn grote ramen te vinden die veel licht binnen laten komen, deze ramen bevinden zich tussen halve kollommen die uit de muur komen. De tweede verdieping heeft kleine ramen maar deze zijn niet echt opvallend. Aan de voorzijde zie je de twee kleine torentjes aan de zijkant van de rijksdag, maar deze vallen niet echt op omdat de glazen koepel veel van de aandacht trekt. Dat is ook te zien op de onderstaande afbeelding. 4. Het Rijksdaggebouw (Duits: Reichstagsgebäude), is het huidige Duitse parlementsgebouw in de hoofdstad Berlijn. De naam wordt ook wel afgekort tot Rijksdag (Duits: Reichstag). Tot 1933 zetelde hier een voorganger van het huidige parlement (Bondsdag), de Rijksdag. Men is met de bouw ervan begonnen in 1884 en de laatste hand werd eraan gelegd in 1894. Het heeft de teloorgang van zowel het keizerrijk aan het einde van de 19e en het begin van de 20e eeuw meegemaakt, evenals de Weimarrepubliek en het Derde Rijk. Het gebouw is
80
onderdeel: gebouwanalyse post-muur gebouw samengesteld door: 5.3 + 5.4 (zie achterin)
13: Reichstag in de Rijksdagbrand van 1933 zwaar beschadigd geraakt. Deze brand was (hoogstwaarschijnlijk) aangestoken, maar historici discussiëren tot vandaag nog altijd over de vraag wie de schuldige was. Naar alle waarschijnlijkheid was het de Nederlandse communist Marinus van der Lubbe die de brand had aangestoken. Hij is hiervoor later dan ook terechtgesteld. De ironie van deze daad, die in wezen anarchistisch was, is dat als reactie op de brand de noodtoestand uitgeroepen kon worden waarmee de partij van Hitler de macht kon overnemen. Het gebouw werd enigszins hersteld na de brand en er werden de eerstvolgende jaren propagandafilms vertoond. In de loop van de oorlog werd de kraamafdeling van de nabijgelegen Charité naar de Rijksdag verplaatst, wat tot gevolg had, dat enkele honderden Berlijners in de Rijksdag geboren werden en er tot op heden geboorteaktes met de vermelding geboorteplaats “Berlin - Reichstagsgebäude” zijn. De machteloze Rijksdag vergaderde, als Nazi applausmachine, voortaan in de zogenaamde “Kroll Oper”. De Russen lieten op 2 mei 1945 hun vlag wapperen op de Reichstag als symbool voor de overwinning op het naziregime. Er is zwaar om het gebouw gevochten omdat beide strijdende partijen er een symbool van de macht over Duitsland in zagen. De veel vertoonde foto’s en filmbeelden van de bestorming door Russische troepen en het hijssen van de rode Sovjet vlag zijn enige dagen later in scène gezet, maar zij geven een correct beeld van de inname van de Rijksdag. Tijdens de Koude Oorlog werd het zwaar beschadigde gebouw opnieuw gerestaureerd en gemoderniseerd. Het stond echter niet langer model voor één Duitsland maar eerder voor een verdeeld land met een verdeelde hoofdstad. In 1971 werd besloten het gebouw niet meer te gebruiken voor politieke doeleinden en kreeg het de functie van Duits Historisch Instituut toebedeeld. Toen in oktober 1990 Oost- en West-Duitsland herenigd werden, vergrootte dit de ambities weer om de Reichstag te gebruiken als onderdak voor het parlement. Na een jaar slaagde men in deze opzet en na 57 jaar zetelden er weer politici van Oost- en WestDuitsland in hetzelfde gebouw. Het Duitse parlement is er tot op heden in ondergebracht. In deze periode is er aan het gebouw ook een architectonische aanpassing door Sir Norman Foster geweest door het plaatsen van een transparante koepel op het midden van het dak. Vanaf het dak van het gebouw kan men door deze koepel de vloer van de hoofdetage en daarmee ook het vergaderende parlement zien. De transparantie ervan is een metafoor voor de werking van de democratie. Een deel van de Russische graffiti en een
onderdeel: gebouwanalyse post-muur gebouw samengesteld door: 5.3 + 5.4 (zie achterin)
81
13: Reichstag aantal kogelgaten uit 1945, zijn tegen de zin van vooral conservatieve Duitse parlementsleden, achter plexiglas geconserveerd. De combinatie van oude en nieuwe architectuur wordt gezien als een voorbeeld van post-modernisme in de architectuur. Op de gevel prijkt nog steeds het motto “Dem Deutschen Volke”. Volgens de Duitse grammatica is dat een korte versie van de opdracht “Dem Deutschen Volke gewidmet”, of in het Nederlands “Aan (of voor) het Duitse Volk”. Bron: http://nl.wikipedia.org/ 5. De constructie van de rijksdag bestaat voor een groot deel uit dikke stenen muren met de bijbehorende kolommen (zie de beschouwing van de rijksdag vanaf 1894). Het speciale aan de rijksdag vanaf 1999 is de koepel. Deze valt gelijk op als je het gebouw ziet. Deze koepel bestaat uit een groot gedeelte uit glas. Dit glas is in een stalen constructie gezet. afbeelding van de binnenkant bekijkt van de rijksdag zie je dat het in het gebouw veel licht aanwezig is. Na de grootschalige verbouwing van de rijksdag zijn er veel moderne dingen in het gebouw gekomen, dit is te zien aan de gebruikte technieken materialen. In de rijksdag is natuurlijk ook veel meubilair aanwezig. Dit meubilair is strak van vorm, dit meubilair is niet speciaal voor de rijksdag gemaakt. Op de afbeelding is meubilair te zien waar de volksvertegenwoordigers op zitten tijdens de bijeenkomsten/ vergaderingen. Dit meubilair en de opstelling daarvan is speciaal voor de rijksdag vervaardigd. 6. De opdrachtgever voor dit project is de Duitse regering. Voor dit project was een “wedstrijd” georganiseerd. Het ging uiteindelijk om twee ontwerpen. Het werd natuurlijk het ontwerp zoals we de rijksdag op dit moment kennen. Het uiteindelijke gekozen ontwerp is gemaakt door de
architect genaamd: Norman Foster. Norman Foster werd in 1935 geboren in Manchester. Nadat hij zijn einddiploma heeft gehaald (in 1961 aan de universiteit van Manchester, “school of Architecture and City planning”) ging hij voor zijn “master” in “Architektur “ aan de universiteit van Yale. Foster richte samen met partners een bedrijf op wat de naam: Foster and Partners. Dit bureau heeft allerlei grote projecten verzorgd van een ontwerp, onder andere bebouwing op grote vliegvelden, stadions (ook één waar van de zomer in gespeeld word tijdens het WK 2006).
82
onderdeel: gebouwanalyse post-muur gebouw samengesteld door: 5.3 + 5.4 (zie achterin)
13: Reichstag 7. Bij de rijksdag zijn niet echt ecologische aspecten van toepassing. De rijksdag heeft wel een grote maatschappelijke functie. In de rijksdag is de Duitse volksvertegenwoordiging gevestigd (in Nederland de tweede kamer). Hier spelen dus vele politieke zaken af. Citaat/ quote: Norman Foster: “ The spaces that spiral around the building act as the lungs”.
onderdeel: gebouwanalyse post-muur gebouw samengesteld door: 5.3 + 5.4 (zie achterin)
83
14-18: Nordische Botschaften Algemeen + Felleshus Ontwerper
De ontwerpers van de eerste fase van de Nordische Botschaften zijn Alfred Berger en Tiina Parkkinen. Het is een Oostenrijks-Fins duo dat de architectonische wedstrijd voor de Nordische Botschaften had gewonnen. Alfred Berger is in 1961 geboren in Salzburg te Oostenrijk. Tot 1979 zat hij op het gymnasium op de St. Johann in Pongau. Na het gymnasium studeerde hij 4 jaar architectuur aan de technische Universiteit in Wenen. Van 1983 tot aan 1989 volgde hij de masterclass architectuur van professor Timo Penttilä op de academie voor de beeldende kunsten in Wenen. Hij behaalde zijn architectuur-diploma en in 1991 werd hij opgenomen in de ‘Orde van architecten van Frankrijk’. In de daarop volgende 2 jaar ging hij een partnerschap aan met professor Timo Penttilä en Werner Krismer. Van 1994 tot 1997 werd hij bijgeschoold door professor Penttilä en professor Massimiliano Fuksas. De samenwerking tussen Berger en Parkkinen begon in 1995; Gründung Berger en Parkkinen Architecten gelegen in Wenen en Helsinki. In 1965 is Tiina Parkkinen in Wenen geboren. In 1984 behaalde ze haar eindexamen op de Duitse school in Helsinki en begon ze aan de architectenstudie aan de Academie voor de beeldende kunst in Wenen, de masterclass van professor Timo Penttilä. Hierna volgde ze de studie plananalyse in Fes Marokko en in 1994 behaalde ze haar diploma aan deze academie. Ze trad toe tot het Finse architectenbureau SAFA en een jaar later ontstond de samenwerking met Berger. In 1999 bracht ze ook haar intrede tot de Oostenrijkse architectuur. Andere werken naast de Nordische Botschaften van het architectenduo zijn:
Hagenberg, een school voor hoger beroepsonderwijs (Fachhochschule) in Hagenberg im Mühlkreis, Oostenrijk.
het British Council in Wenen (2004), het gebouw van de Britse raad in Oostenrijk
IKBB Internationales Kongresszentrum Bundeshaus in Bonn, een congresgebouw in Zwitserland
Gebouwanalyse: Nordische Botschaften & Felleshus
1. Een opvallende verschijning ten zuiden van de Tiergarten (Berlijn-Tiergarten) en op de hoek van de Klingelhöferstraße en de Stülerstraße is een groot scherm van groene koperen rechthoeken. In golvende bochten, achter jonge berkenbomen, biedt het een overgang van het park naar de stad. Het koperen scherm is een emotieloos element voor een complex van gebouwen die totaal niet gewoon zijn.
84
onderdeel: gebouwanalyse post-muur gebouw samengesteld door: groep 2
14-18: Nordische Botschaften Binnen het koperen scherm liggen 6 gebouwen. 5 Scandinavische ambassades, Finland, Denemarken, IJsland, Noorwegen en Zweden en een gemeenschappelijk gebouw, het Felleshus. Het Felleshus ligt aan de Rauchstraße. Gewikkeld om de gebouwen van de 5 ambassades heen geeft het scherm voor de buitenwereld een homogeen uiterlijk aan de individuele gebouwen. Het samenhangende uiterlijk dat door de band wordt gecreëerd maakt het voor de Nordische Botschaften mogelijk om zich in de Berlijnse blokstructuur te vermengen. Wat de kijker ervaart kijkend naar dit indrukwekkende gestalte zijn niet de bekend voorkomende stenen blokken, maar een licht en levendig architectonisch kunstwerk. De Nordische Botschaften liggen op de hoek van 3 straten. Het complex is dus rondom vrij van bebouwingen waardoor het zicht op het complex niet wordt belend. Wel worden de 5 ambassades en het Felleshus omringt door een koperen band. Vanaf de Rauchstraße is het mogelijk om in het hart van het complex te kijken; een plein. Vanaf hier zijn de gebouwen, waarvan je door het scherm alleen een glimp van op kunt vangen, duidelijk zichtbaar. Het plein is gescheiden van de publieke ruimte door een grote glazen wand. Het Felleshus heeft, in tegenstelling tot de 5 ambassades, als het enige gebouw 2 gevels die niet achter de koperen band verscholen en ook niet aan het plein gelegen zijn. Vanaf de buitenkant lijkt het alsof het Felleshus van binnen één ruimte is. Er wordt niet door ramen verschillende verdiepingen aangegeven. Toch heeft het gebouw meerdere verdiepingen, namelijk 3, met op de bovenste verdieping het restaurant dat op bepaalde tijden ook toegankelijk is voor publiek. Op de begane grond bevindt zich de centrale hal en receptie en er zijn, verdeeld over de andere verdiepingen, ruimtes voor lezingen, videotentoonstellingen, conferenties, exposities etc. 2. Berger en Parkkinen hebben geometrische lijnen gebruikt om de ruimte binnen de koperen wand in stukken te delen. De kruispunten van deze lijnen tekenen het plein, terwijl de zijden van de 4 reepjes die elkaar doorkruisen de grenzen van de gebouwen aangeven. De geometrie van het plein haalt de bijzondere hoekige vormen van de
onderdeel: gebouwanalyse post-muur gebouw samengesteld door: groep 2
85
14-18: Nordische Botschaften individuele gebouwen met hun verschillende veelhoekige plattegronden naar boven. Terwijl het terrein is ingedeeld in een niet rechte manier is er toch een stedelijke vorm herkenbaar. De stroken lijken net wegen tussen de gebouwen. De 3 vijvertjes die tussen de ambassadegebouwen in liggen staan symbool voor de 3 zeeën die de Scandinavische gebouwen met elkaar verbinden. De gebouwen zelf liggen op dezelfde plek als op de landkaart. De buitenste lijnen van de vijvers passen in de totale geometrische structuur. Ze liggen op een rijtje en op 2 plaatsen breken ze door de koperen band. Voorbijkomende mensen kunnen door glazen panelen over het water en over het gehele plein kijken, welke een goed contrast geeft met het koper. De lichten die in de grond geplaatst zijn, benadrukken dit contrast erg goed in het donker. Het terrein waar de Nordische Botschaften op staan heeft een trechtervormig uiterlijk. Het oppervlak van het gebied bedraagt 7200 m2. De 15 m hoge en 266 m lange koperen band die de ambassades omringd zorgt ervoor dat de ambassades één geheel worden. De Nordische Botschaften zien er vanaf de straatkant uit als een grote massa. De 5 ambassades hebben een hoogte van ongeveer 14 meter. Die komt overeen met de hoogte van de Scandinavische stedelijke woningen. 3. Het meest opvallende aan het ontwerp van Berger en Parkkinen’s plan is de koperen band. Het bestaat uit ongeveer 3.850 schermen die aan een stalen frame bevestigd zijn. De schermen zijn tussen de 90 en 180 centimeter breed, afhankelijk van hun kromming. Sommige schermen hangen niet recht naar beneden, maar zijn horizontaal in een hoek van 90 graden vastgemaakt of steken diagonaal omhoog in een hoek van 135 graden. Dit om de instroom van licht en lucht te regelen. Deze verschillende hoeken die de schermen maken benadrukken de constante golvende beweging van de koperen band. Het koperen scherm omhult the ambassade aan de kant van de Stülerstraße en Klingelhöfstraße. Op de hoek van de Rauchstraße-Stülerstraße en op de hoek van de Rauchstraße-Klingelhöfstraße eindigt het scherm. Met andere materialen, zoals hout en beton, is het scherm doorgetrokken. De kant van de Nordische Botschaften waar het Felleshus zichtbaar is, is de voorgevel van het complex. Het Felleshus heeft een plat dak. Dit geeft het gebouw een strakke, hoekige vorm. Het platte dak benadrukt ook nog eens de rechte vorm van de koperen band. De entree van het Felleshus (gemeenschappelijke gebouw), en dus de ingang van de Nordische Botschaften, ligt aan de Rauchstraße. De entree is duidelijk zichtbaar doordat er in de voorgevel van het gebouw
86
onderdeel: gebouwanalyse post-muur gebouw samengesteld door: groep 2
14-18: Nordische Botschaften over de hele hoogte een groot rechthoekig glazen vlak is gemaakt. Dit benadrukt de hoogte en geeft aan waardoor je het gebouw naar binnen kan gaan. Daarnaast zorgt het grote glazen vlak voor een open structuur. De ingang van het Felleshus heeft glazen deuren. De hal van het gebouw staat hierdoor open met buiten. Op deze gevel van het Felleshus staan in alle talen van de verschillende landen de functie van het gebouw. Er zijn matte glazen panelen in de vorm van lijnen op de gevels aangebracht.. Alle ramen van het Felleshus hebben een 4-hoekige vorm. Het consulaire gedeelte op de begane grond en op de eerste 2 verdiepingen heeft grote ramen en balkons die naar achteren in de gevel liggen. Diagonaal boven deze ramen bevind zich een opening op de derde verdieping waar het restaurant is. De glazen wand naast het Felleshus scheidt de buitenwereld van de ambassades af. Net achter deze wand is de ingang van de 88 plaatsen tellende parkeerplaats en kan er gekeken worden over het plein waaraan de 6 gebouwen grenzen. 4. De functie van de Nordische Botschaften is het huisvestigen van de ambassades van Denemarken, Finland, IJsland, Noorwegen en Zweden. De Nordische Botschaften zijn gebouwd van mei 1997 tot oktober 1999. De gebouwen zijn nog niet verouderd. De originaliteit van het doel is vertaald in kleine details in elk van de gebouwen. De 5 Scandinavische landen hebben een geschiedenis van samenwerking die teruggaat tot 1952, toen de Scandinavische kabinetsraad werd opgericht. Terwijl ze in het verleden nauw met elkaar hebben samengewerkt gaf hun rol als individuele kopers van de gebouwen in het complex hun samenwerkingsband een nieuwe dimensie. Het opzetten en onderzoeken om een gebouw voor de ambassades van Denemarken, Finland, IJsland, Noorwegen en Zweden te bouwen is niet iets nieuws. Het is iets van enkele jaren terug. Er was eerst het plan om te testen of het idee voor gezamenlijke ambassades mogelijk was, maar toen de Duitse regering besloot om te verhuizen van Bonn naar Berlijn was er voor de Scandinavische ambassades geen representatief gebouw meer in de hoofdstad. Historische afwegingen speelde een rol bij de selectie van het gebied voor het complex. De ambassades van Finland en Zweden waren voor de Tweede Wereldoorlog gevestigd aan de Klingelhöferstraße, maar ze waren vernietigd door bommen in 1943. De originele percelen, die waren gekocht door Zweden in 1912 en die na WO II in 1939 door Finland waren verkocht, werden teruggekocht voor het nieuwe project. Alleen nadat de staatsregering van Hesse een deel van het aangrenzende gebied had afgestaan, hadden de 5 Scandinavische landen genoeg ruimte om door te gaan met hun plannen. Voor het eerst sinds jaren werd er vooruitgaand werk verricht op de vervallen grond tussen de Klingelhöferstraße, Stülerstraße en Rauchstraße. In 1996 werd een architectonische wedstrijd, die uit 2 fases bestond, gehouden die 223 architectenbureaus uit de hele Europese Unie aantrok. Het Oostenrijks-Finse duo dat uit Alfred Berger en Tiina Parkkinen bestaat kwamen als winnaars naar voren in de eerste fase en ze
onderdeel: gebouwanalyse post-muur gebouw samengesteld door: groep 2
87
14-18: Nordische Botschaften mochten de hoofdvormen van het complex ontwerpen. Hun plan vormde de basis voor de 5 ambassades; grenzend aan een binnenplein en de omhulling door de koperen band. De architecten ontwierpen ook het Felleshus dat de algemene toegang verleent tot het complex en dat dient als een sociaal centrum. In dit gebouw bevindt zich een beveiligingssysteem, waar zowel de bezoekers als de werknemers doorheen moeten. Het Felleshus biedt ruimte voor exposities en functies en huisvestigt de gemeenschappelijke functies. In de tweede fase hielden de 5 Scandinavische landen nationale wedstrijden voor het ontwerp van hun ambassades en selecteerde de 3 beste inzendingen. Deze werden bekeken door de andere Scandinavische landen. Contracten werden vervolgens afgesloten voor elk gebouw; voor iedere ambassade met jonge architectenteams. Het officiële begin van de bouw werd gehouden in mei 1997 in aanwezigheid van de ambassadeurs, die een speciale schep met 5 handvaten gebruikten. Deze hangt nu in het Felleshus. De planning voor het project was heel erg strak. De ontwerpen die door de 6 architecten waren geleverd werden in 2,5 jaar gerealiseerd. Het totale project kostte rond de 49,5 miljoen euro. Het Berlijnse bureau van Pysall en Ruge Architekten was verantwoordelijk voor de eindafwerking. De ambassades werden in oktober 1999 geopend. Het Berlijnse bureau van Pysall en Ruge Architecten, dat verantwoordelijk was voor de eindafwerking, is ook verantwoordelijk voor het onderhoud. Doordat de Nordische Botschaften nog maar een aantal jaar oud zijn is er, naast het gewone onderhoud, niet veel onderhoud nodig. 5. Plattegronden, constructie, interieur, meubilair en licht: Hierboven staat een plattegrond van de Nordische Botschaften, met daaromheen de koperen band. Het interieur van het Felleshus is minimalistisch en functioneel. De foyer reikt tot aan het dak van het gebouw. De entree tot de ruimte waar verschillende bijeenkomsten worden gehouden, is op de begane grond. Deze ruimte is ingericht met alle nieuwste apparatuur op het gebied van conferenties en er kunnen 110 personen plaatsnemen. In de centrale hal staan een aantal slanke kolommen die de galerijen van de 3 verdiepingen ondersteunen. Naast de galerijen op de eerste en tweede verdieping is een multifunctionele ruimte en een kantine. Door een horizontale opening kan er vanaf de derde verdieping naar beneden gekeken worden. Tegenover de ingang, op de eerste verdieping, is er een glazen paneel waarin een opening is
88
onderdeel: gebouwanalyse post-muur gebouw samengesteld door: groep 2
14-18: Nordische Botschaften die toegang geeft tot een dakterras. Dit terras ligt direct achter de koperen band, waardoor er op de Klingelhöferstraße gekeken kan worden. De inrichting en meubels in het Felleshus zijn door Berger en Parkkinen uitgekozen. Ze hebben contrasterende materialen gebruikt om een effect te creëren. De muren en kolommen zijn van schoon beton. Het rode en beige leer dat is gebruikt voor de stoelen stralen een heldere en warme sfeer uit. Dit in tegenstelling tot het koele metalen frame met daartussen melkwit glas, waar het trappenhuis van is gemaakt. Onder het trappenhuis ligt een watertje in de vorm van een cirkel. Licht speelt een grote rol bij de Nordische Botschaften. Door het koperen scherm is de lichtinval beperkt. Om er toch voor te zorgen dat er voldoende licht binnenvalt, zijn de schermen op strategische plekken een aantal graden gedraaid. In het schemerlicht schijnen de verlichte gebouwen door deze openingen. Verder wordt door middel van lichten een contrast gecreëerd tussen het water op het plein en de stenen. 6. Opdrachtgever, programma van eisen: De opdrachtgevers voor de Nordische Botschaften zijn de ministeries van buitenlandse zaken van Denemarken, Noorwegen, Finland, IJsland en Zweden. De Berlijnse regering ging verhuizen naar Berlijn en de ambassades van deze landen verhuisden mee. Omdat er in Berlijn geen goed gebouw was, werd er voor de Scandinavische ambassades een gezamenlijk gebouw ontworpen en gebouwd. De eis voor de Nordische Botschaften was het ontwerpen van een functioneel en representatief gebouw waarin de 5 ambassades zich konden vestigen. Het gebouw moest het visitekaartje van de verschillende landen zijn. Citaat architect/opdrachtgever: ‘Angular urban space in a harmonious envelope’ Hoekige stedelijke ruimte in een harmonieuze omslag 8. Koper neemt een duidelijke plaats in bij de Nordische Botschaften. Het hele complex is omringd door een koperen band. Koper krijgt een groene kleur doordat het materiaal jaren in weer en wind heeft gestaan. De wand om de ambassades heeft na 6 jaar al dit groene uiterlijk. Waarschijnlijk is het proces door chemische middelen versneld. De strepen die het plein verdelen in verschillende vlakken zijn
onderdeel: gebouwanalyse post-muur gebouw samengesteld door: groep 2
89
14-18: Nordische Botschaften uitgevoerd in Zweeds marmer. Ze bieden een sterk contrast met de rood-bruine ‘shale’, uit een groeve in Noorwegen, met welke de rest van het plein is betegeld. Hun aderen en beetje ruwe oppervlak geven het plein een bepaalt aanzicht. Voor de glazen wand die het plein waar de ambassades op staan van de buitenwereld scheidt, ligt een houtachtige platvorm. Boven het scherm en dit houtachtige platvorm is Telfon vezeldoek gespannen in een lichte kleur. Deze 3 verschillende materialen geven de drempel tussen het publiek en de ambassade aan. De buitenkant van het Felleshus is bekleed met Ahornhout, dat het gebouw een heldere, warme uitstraling geeft. De wanden en kolommen binnen zijn gemaakt van schoon beton. De vloer in het Felleshus is van licht Zweeds marmer. Marmer heeft een stoer en strak uiterlijk. De vloer moet daarnaast bestendig zijn tegen het vele loopverkeer en marmer heeft hier de juiste eigenschappen voor. Het is een slijtvast materiaal. Het trappenhuis, dat centraal in het Felleshus is gelegen, is aan de zijkanten voorzien van melkwit glas. De constructie van de trap zelf is gemaakt van metaal. Informatieblokje
IJsland Ontwerper
Pálmar Kristmundsson, een architect uit IJsland, heeft de IJslandse ambassade ontworpen. Hij is geboren op 8 april 1955 in IJsland. Van 1977 tot 1982 heeft hij gestudeerd op de Danish State School of Architecture Aarhus in Denemarken. Een jaar na zijn afstuderen volgde hij een 2 jarige studie op de Universiteit van Tokyo in Japan bij professor Hisao Koyama. Tijdens deze studie werkte hij voor het Takefumi Aida Architect and Associates, een architectenbureau in Tokyo. In 1986 heeft Kristmundsson het architectenbureau genaamd PK Arkitektar opgericht. Het bureau ontwerpt masterplannen, kantoorgebouwen, eengezinswoningen en interieurs. Op het bureau werken mensen met verschillende nationaliteiten. Een aantal van de ontwerpen van Kristmundsson zijn:
Summer Hous, een zomerhuis in Thingvellir, IJsland 2001. Het huis heeft een oppervlakte van 89 m2 en kijkt uit over het meer Thingvallavatan.
90
B20, een eengezinswoning in Arnarnes, Een fast-food restaurant voor de keten Kentucky Fried Chicken in IJsland 2004. Kevlavík, IJsland 2005. Het gebouw heeft een oppervlakte van 450 m2.
onderdeel: gebouwanalyse post-muur gebouw samengesteld door: 2.1 + 2.2 (zie achterin)
14-18: Nordische Botschaften Gebouwanalyse
1. De IJslandse ambassade behoort, net als de ambassades van Finland, Denemarken, Noorwegen en Zweden, tot de Nordische Botschaften. De ambassade ligt tussen de ambassade van Noorwegen en Denemarken, schuin tegenover het Felleshus. 2 van de zijden van het gebouw grenzen aan de koperen band. Ook deze ambassade heeft 3 verdiepingen. 2. Het deel van IJsland, welke maar een grondoppervlak heeft van 470 m2, is het kleinst van de Scandinavische ambassades. De ambassade gebruikt minder dan een derde van de ruimte die door de overige ambassades gebruikt is. De hoofdvorm is een rechthoek. 3. Terwijl het gebouw een ingetogen plaats op het plein heeft, heeft het desondanks een erg individuele toon in het totaalplaatje. Het is het enige gebouw met een stenen gevel. De warme oranje-rode ‘ryolite’ (lavasteen) van de oostkust van IJsland springt in het oog in een glas en metaal dominante omgeving. Ryolite werd voor het eerst gebruikt als bouwmateriaal voor de ambassade. Ondertussen is het bij andere gebouwen ook al toegepast. Het dak van de IJslandse ambassade is plat. De ingang van de ambassade ligt aan de oostzijde, verholen in de rode gevel. De entree en de receptiedesk, die meteen bij de ingang is geplaatst, zijn uitgevoerd in golvend beton. De smallere gedeelten van het gebouw grenzen aan een van de 3 vijvertjes. Een deel van de gevel op de begane grond is ook uitgevoerd in golvend beton. Hierdoor wordt het de buitenkant met de binnenkant verbonden. Een groot horizontaal glazen raam op de begane grond geeft zicht op het zuiden van de ontvangsthal en kijkt uit op de Deense ambassade en het plein. Tussen het service- en het werkgedeelte bevindt zich een klein atrium welke uitkijkt op de koperen band. Vanuit de hal is er uitzicht op dit atrium. 4. De functie van het gebouw is een ambassade. Over de geschiedenis wordt meer verteld in het algemene deel over de Nordische Botschaften. De ambassade bestaat uit 2 delen: een werk gedeelte en een servicegedeelte. Het werkgedeelte, welke voor het grootste deel is bekleed met ryolite, kijkt uit op het plein. De ramen zijn smal en vierkant of lang en hebben de vorm van een sleuf. Ze geven de gevel een asymmetrisch geordend patroon en verminderen de saaie impressie die door de muur gecreëerd wordt. Het werkgedeelte bevat de entree met de ontvangsthal en receptie en de ambassadeursstudie.
onderdeel: gebouwanalyse post-muur gebouw samengesteld door: 2.1 + 2.2 (zie achterin)
91
14-18: Nordische Botschaften Gelegen tussen de koperen band en het werkgedeelte ligt het servicegedeelte. Het biedt onderdak aan het glazen trappenhuis dat aan de zuidzijde ligt, de lift en sanitaire faciliteiten. In tegenstelling tot het werkgedeelte is het servicegedeelte bedekt met gezandstraalde, geprefabriceerde platen. 5. De inrichting van de ambassade is gedaan door Hansen & Sorensen Aps. Het bedrijf is gevestigd in Denemarken. Het golvende beton dat in het service-gedeelte is gebruikt, is ook in het werkgedeelte te vinden. Door de koperen band heen kan er naar de omgeving gekeken worden en door de openingen valt er licht binnen in het gebouw. Aan de noordzijde van het atrium reist een metalen trap de lucht in tot aan de derde verdieping in de vorm van een spiraal. Deze noodtrap staat gelijk aan de geisers in IJsland. De kantoren zijn strak ingericht en afhankelijk van hun functie ingericht met verschillend behandelt esdoorn hout en schoon beton. Voor de inrichting van het interieur is ook veel staal gebruikt. Daar waar in het servicegedeelte het stalen trappenhuis is omringd door betonnen muren en het een koele uitstraling geeft, stralen de gangen en kantoren warmte uit. Het hout in de kantoren contrasteren met het donkere, gezandstraalde beton. Het plafond, dat langzaam schuin afloopt richting de ramen en vlak voor de muur omhoog buigt, geven de indruk van het dak van een tent. Het hele interieur van de ambassade wordt gekenmerkt door zijn elementen, die tot in detail zijn ontworpen. Alles is door Kristmundsson ontworpen, zelfs de deurklinken. Daar waar hij niet aanwezig was in het ontwerpproces was hij betrokken bij de selectie. Een van zijn handelsmerken kan worden gezien aan de tafels in het gebouw. De rechthoekige metalen poten komen door het tafelblad en vormen een zichtbare hoek. De kussens op de stoelen in de ontvangsthal zijn bedekt met leer dat is gemaakt van de Atlantische meerval. Alle schilderijen die aan de muur hangen in de ambassade zijn geleend van het Reykjavik Museum of Art. 6. De opdrachtgever van de ambassade van IJsland was het IJslandse ministerie van buitenlandse zaken. Citaat architect/opdrachtgever “A composition of lava, wood and concrete” Een compositie van lava, hout en beton
92
onderdeel: gebouwanalyse post-muur gebouw samengesteld door: 2.1 + 2.2 (zie achterin)
14-18: Nordische Botschaften 8. De vloer van het atrium, waarop vanuit de ontvangsthal gekeken kan worden, is bedekt met platte lava stenen die los op elkaar gelegd zijn. In het schemerlicht wordt deze ruige ondergrond gescheiden van de onderkant door rood licht. Dit licht creëert een dramatisch effect dat de geschiedenis van IJsland als vulkanisch eiland oproept. De oppervlakten van de prefab betonnen wanden in het servicegedeelte zijn in de vorm van kleine golven bewerkt, die hun verschijning een ijzeren uiterlijk. Dit is door Kristmundsson gedaan om een overeenkomst met de huizen in IJsland te krijgen, die bijna allemaal van bewerkt ijzer gemaakt worden. De lavasteen die voor de gevels is gebruikt, is meer dan 10.000 jaar oud en een beetje geaderd. De structuur van het materiaal stamt uit de toevoeging van donker puinhoop. De IJslandse ambassade heeft als enige van de 6 gebouwen een stenen gevel en springt er uit.
Finland Ontwerper
Het architectenbureau die het gebouw heeft ontworpen is: VIIVA Arkkitehtuuri Oy. Vanuit dit bureau hebben er Rauno Lehtinen, Pekka Mäki en Toni Peltola aan gewerkt. De architecten hebben het in een wedstrijd opgenomen tegen 400 architecten uit 51 landen. De wedstrijd werd gehouden door: the Royal Institute of Britsh Architects en the World Architecture Magazine. Het architectenbureau bestaat sinds 1956 en heeft 2 kantoren in Helsinki en Turku. Het is een van de grootste bureaus in Finland. Ze hebben door de jaren heen publieke gebouwen, kantoorgebouwen, woonhuizen ontworpen en restauratiegebouwen een modern uiterlijk gegeven. In 10 jaar tijd hebben ze 100 scholen ontworpen. Niet alleen ontwerpen ze voor Finse klanten, maar ook voor landen als Zweden, Duitsland en Australië. Ze hebben al meerdere prijzen gewonnen met hun gebouwen. Zo is in juni 2001 de Finse ambassade in Hong Kong uitgeroepen tot het “Beste nieuwe gebouw in de wereld ”. Zo hebben ze in 10 jaar tijd meer dan 20 prestigieuze prijzen gewonnen. Hieronder staan 3 belangrijke gebouwen die zij hebben ontworpen.
Ritter-Sport museum van Moderne kunst in Stuttgart, Duitsland
Europese centrale bank in Frankfurt, Duitsland
Een privé huis in Turku, Finland
Gebouwenanalyse
1. De Finse ambassade ligt gelegen tussen het Felleshus en de Zweedse ambassade. Het gebouw is bijna helemaal vrijstaand. De ambassade staat aan de achterkant tegen de koperen
onderdeel: gebouwanalyse post-muur gebouw samengesteld door: 2.5 + 2.1 (zie achterin)
93
14-18: Nordische Botschaften omheining. Dit is bij alle ambassades gedaan om een geheel te krijgen. Tussen de Zweedse ambassade, Finse ambassade en het Fellenhus zit niet veel ruimte. Het gebouw ziet er vrij massief uit dit komt door de vele houten latten waaruit het gebouw bestaat. Door de latten kun je niet rechtstreeks het gebouw in kijken en van binnenuit kun je ook niet goed naar buiten kijken. Als je het gebouw ingaat is het heel anders. De hal is groot en open en de kantoorruimtes worden onderscheiden door glazen wanden. Het gebouw heeft 4 verdiepingen. Op de begane grond zijn de entree, openhaard kamer en de sauna’s. Op de bovenste verdieping bevind zich een zwevende conferentiezaal. 2. Het grondoppervlak van het gebouw telt 1890 m2. Dit is vergeleken met de andere gebouwen op het terrein niet echt groot. Als je vanaf het centrale plein naar de Finse ambassade kijkt lijkt het gebouw rechthoekig. Maar als je er omheen gaat lopen of plattegronden gaat bestuderen zie je dat het gebouw meer weg heeft van een trapezium. Aan de westelijke zijde van het gebouw bevind zich de grootste oppervlakte muur. Hierdoor zie je vanaf de straat eigenlijk niet hoe groot het gebouw werkelijk is. Volgens de Finse begrippen heeft het gebouw iets weg van een Fins snaarinstrument genaamd de “Kannel”. 3. Het gehele gebouw is omringd door ramen. Deze hebben allemaal dezelfde afmetingen behalve bij de entree aan de westelijke zijde. Over de ramen hangen horizontale houten latten. Ook hiermee is het gehele gebouw bedekt behalve bij de entree. De entree deur is van metaal gemaakt. De houten latten aan het gebouw geven een sculptuurachtig uiterlijk. Alle Nordische Botschaften hebben platte daken, zo ook de Finse ambassade. Dit hebben ze gedaan om een geheel te krijgen. 4.De begin van de bouw is begonnen in 1997 en afgerond in 1999. Alles bij elkaar kostte het gebouw € 5 miljoen. Het gebouw is dus vrij jong en heeft geen lange geschiedenis achter zich staan. De functie van het gebouw is het huisvesten van de Finse ambassade. Hier werken dagelijks 30 personen. Zij hebben de taak om Finse toeristen en bewoners in Duitsland te
94
onderdeel: gebouwanalyse post-muur gebouw samengesteld door: 2.5 + 2.1 (zie achterin)
14-18: Nordische Botschaften helpen met politieke zaken. Het gebouw heeft dus een maatschappelijke functie. 5. De constructie van het gebouw is van beton gemaakt. Op sommige plaatsen staan pilaren om de constructie te ondersteunen. Deze staan aangegeven op de plattegrond. De pilaren dragen een stalen constructie waaraan de raampartijen hangen. In dit gebouw zitten een aantal verrassende ruimtes. Op de begane grond in het noorden van de entree is de openhaard kamer. Vanuit deze kamer kijk je uit op de Zweedse ambassade. Achter de openhaard kamer zijn twee sauna’s gebouwd. Waar normaal de conferentiekamer zou zijn staan hier twee sauna’s. Hiermee bereik je een rustieke, folklore, houtenhut romantiek. Bij de sauna’s zijn kleedkamers en douches aanwezig die een sobere uitstraling hebben. De tweede verdieping heeft een vergaderzaal en verschillende hoeveelheden kantoorruimtes. Op de bovenste verdieping bevind zich een conferentiezaal. Deze zaal zweeft in de ruimte. De ruimte bestaat helemaal uit hout. De wanden, vloer en plafond loopt door rondingen helemaal in elkaar over. Op de eerste verdieping zijn de pers- en cultuurafdeling en de bibliotheek. In de Finse ambassade is ook een klein binnenpleintje. Hier staat een boom geplant. Volgens de Finnen is dit een heilige boom. Alle verdiepingen zijn met elkaar verbonden door een trappenhuis. Al het meubilair wat in het gebouw te vinden is komt uit Finland. Ook huisvest het gebouw een tentoonstelling van Finse kunst. In de hal is werk te vinden van Silja Rantanen en op de andere verdiepingen zijn is er werk te vinden van Jussi Niva, Irma Laukkanen, Irma Kukkasjärvi, Tapani Mikkonen und Matti Nurminen. Het gebouw heeft op ieder moment van de dag een andere uitstraling. ’s Avonds lijkt het gebouw een kubus met van binnen uit licht. Het licht van binnenuit straalt dan naar buiten en geeft een warmte en gezelligheid aan de omgeving. Overdag schijnt de zon op het gebouw en schijnt op het bureau de zon, maar is er ook schaduw door de latten. Zo heb je niet constant last van de felle zon die binnenschijnt en kun je rustig blijven werken 6. Het gebouw is gemaakt voor de Finse buitenlandse overheid. Deze wilden een nieuw gebouw hebben voor de ambassade in Berlijn. Ze hebben besloten om een gebouwen complex te maken voor alle Scandinavische landen samen. Citaat architect/opdrachtgever
onderdeel: gebouwanalyse post-muur gebouw samengesteld door: 2.5 + 2.1 (zie achterin)
95
14-18: Nordische Botschaften “The best building in the world” Het beste gebouw in de wereld 8. Aan de buitenzijde van het gebouw wordt er veel gebruik gemaakt van hout en glas. Het hout is afkomstig van naaldbomen uit de Scandinavische landen. Het hout zorgt voor veel licht binnen. Doordat er aan de buitenzijde veel gebruik wordt gemaakt van hout krijgt het gebouw een natuurlijk uiterlijk. Na een aantal jaar zal het hout verkleuren naar zilver-grijs. De houten latten zijn in metalen frames van de grond tot bovenkant gebouw vast gezet. Bij sommige latten is het mogelijk om ze open te zetten zodat je frisse lucht binnen krijgt in het gebouw. Als de ramen open staan krijg je een verspringend geheel. Aan de binnenzijde van het gebouw wordt de structuur van het gebouw extra verduidelijkt. In het gebouw wordt er veel gebruik gemaakt van grijstinten, voor de vloeren wordt staal gebruikt. De buitenkant van het gebouw straalt warmte en gezelligheid uit, maar als je binnenkomt krijg je een zakelijke indruk. Dit komt vooral door de kille kleuren die gebruikt zijn. Om een warmere sfeer te krijgen hebben ze in het midden van het atrium op de begane grond felle kleuren gebruikt. Dit komt doordat er een schilderij hangt van Silja Rantanen met de titel Värikartta (gekleurde kaart). Het is gemaakt van verschillende rechthoeken elk met een andere kleur. Om op de drie verschillende verdiepingen te komen is er gekozen voor een aluminium trap. Aan de zijkanten van de trap zijn aluminium platen bevestigd. De plafonds in de hal zijn voorzien van gegalvaniseerde stalen panelen. De tweede en derde verdieping worden gescheiden met het atrium door glazen wanden. Deze wanden zorgen ervoor dat er geen geluid vanuit het atrium naar de kantoren kan.
Noorwegen Ontwerper
Het architectenbureau dat de Noorse ambassade heeft ontworpen is SnØhetta A/S Oslo. Dit is waarschijnlijk het beste architectenbureau van Noorwegen. Aan dit gebouw hebben gewerkt: Craig Dykers, Christoph Kapeller en Kjetil T. Thorsen. Dit bureau is vooral werkzaam in Noorwegen, maar ook in andere landen. Zo zijn ze bezig met een gebouw in Dubai en hebben ze een gebouw in Margate (Engeland) ontworpen. In Noorwegen hebben ze veel verschillende soorten gebouwen ontworpen. Ze werken aan projecten als culturele gebouwen, parken & tuinen, bruggen, wegen & publieke ruimtes en commerciële gebouwen. Ze hebben een kantoor in Oslo en in New York.
96
onderdeel: gebouwanalyse post-muur gebouw samengesteld door: 2.2 + 2.3 (zie achterin)
14-18: Nordische Botschaften Hieronder staan drie belangrijke gebouwen die zij ontworpen hebben.
New Opera House. Dit gebouw ligt gelegen in Oslo Bjørvika, Norwegen. Om dit gebouw te mogen ontwerpen hebben ze meegedaan aan een open internationale wedstrijd. Hierbij hebben ze de 1ste prijs gewonnen en mogen ze de opera gaan bouwen. Het gebouw heeft een oppervlak van 36000 m2 en gaat 2,5 miljard Noorse kronen (308,64 miljoen) kosten. Het is de bedoeling dat de opera wordt opgeleverd in september 2008. [1], [2]
KHIB - National Academy of the arts Deze academie ligt gelegen in Bergen, Noorwegen. Het gebouw heeft een oppervlak van 17.500 m2 en gaat 350 miljoen Noorse kronen (€ 43,2 miljoen) kosten. Het gebouw wordt opgeleverd op de 1 juni 2009. [3]
Dit culturele centrum is gebouwd in Sandvika, Noorwegen. De oppervlakte van het gebouw telt 4200 m2 en heeft 82 miljoen Noorse kronen (€ 10,12 miljoen) gekost. De bouw van het centrum is afgerond in de lente van 2003.
Gebouwenanalyse
1. De Noorse ambassade is gelegen aan de Strülerstraße. Het gebouw ligt tussen de Zweedse ambassade en de IJslandse ambassade. Vanuit het Fellenhus zie je de Noorse ambassade goed liggen. De ambassade is een vrijstaand gebouw net als alle andere ambassades. Het gebouw zit aan de achterkant vast aan de omheining van de Nordische Botschaften. Je kunt dus vanuit de het plein alleen de zuid- en westgevel zien. Echt veel ruimte tussen de twee andere gebouwen is er niet. Tussen de IJslandse- en Noorse ambassade zit maar een kleine strook ruimte. De Zweedse ambassade staat iets verder van de Noorse ambassade vandaan. Het gebouw ziet er niet massief uit. Dit komt door de vele ramen die gebruikt zijn. Vanaf het plein zie je een groot massief blok graniet als entree. Hierdoor lijkt het gebouw vrij massief. Als je naar het gebouw kijkt zie je meteen deze grote steen. Als je dan verder gaat kijken zie je stalen constructies met ramen. Het gebouw heeft 4 verdiepingen. Op de begane grond is de entree, lounge en conferentiekamer. Op de derde verdieping is het kantoor van de ambassadeur. 2. Het gebouw heeft een grondoppervlak van 1.225 meter2. Het grondoppervlak heeft een driehoekige vorm. Aan een kant van het gebouw is een open ruimte. Hier hebben ze een tuin aangelegd. 3. De entree ziet er fantasieachtig uit. Een kolom staat voor de deur waar de gangen zich splitsen. Waar de kolom het dak raakt is een klein rond dakraam. Tegenover de entree zie je de gepolijste steen staan. Aan beide kanten van de steen zijn twee glazen wanden. De twee façades in het gebouw hebben een transparant, groenachtige melkglas. Aan de zuidkant van
onderdeel: gebouwanalyse post-muur gebouw samengesteld door: 2.2 + 2.3(zie achterin)
97
14-18: Nordische Botschaften de Zweedse ambassade worden de werkplekken beschermd van de zon door dezelfde glazen. Alle ambassades hebben platte daken. Dit hebben ze gedaan om een strakkere vorm te krijgen. 4. De functie van het gebouw is het huisvesten van de Noorse ambassade. Hier werken dagelijks 32 personen. Zij hebben de taak om Noorse toeristen en bewoners in Duitsland te helpen met politieke zaken. Het gebouw wordt dus dagelijks gebruikt, maar het is nog niet verouderd. De bouw was klaar in 1999. De totale bouw van de Noorse ambassade heeft € 3,8 miljoen gekost. 5. De constructie van het gebouw bestaat uit een aantal betonnen palen. Bij de entree staan twee palen en in het midden van de façades en op de hoeken bij de koperen wand staan ook kolommen. Aan deze palen zijn stalen constructies bevestigd waar de vloeren aan zitten en de raampartijen. Van buiten ziet het gebouw er koel en zakelijk uit, maar van binnen voel je een warmte en knusheid. Door de warme kleuren, houten meubels en schilderijen geeft het de kantoorruimtes een comfortabele atmosfeer. In de lounge op de begane grond zijn verschillende stoelen en tafels neergezet om te kunnen relaxen. Alle kantoren zijn gelegen aan de drie façades. De twee gangen verbinden de lift met de algemene ruimtes. Deze gangen vormen een “V” en komen samen in het kantoor van de ambassadeur. De ambassadeur heeft aan de ene kant uitzicht op het Zweedse ambassade en aan de andere kant uitzicht op het IJslandse ambassade. Bij de entree van het kantoor zie je een gepolijste steen. Voor de steen staat een glazen deel. Hierdoor kun je naar beneden kijken en zie je de glazen portaal. Aan de achterkant van het gebouw loopt er een wand door naar het koperen scherm. In het gedeelte tussen het gebouw en het koperen scherm is een daktuin boven de begane grond. De tuin wordt afgesloten door
98
onderdeel: gebouwanalyse post-muur gebouw samengesteld door: 2.2 + 2.3(zie achterin)
14-18: Nordische Botschaften de façademuren. Deze rijken tot aan de derde verdieping. Door de grote openingen in de muren krijg je een zicht op het plein en de andere ambassades. De Noorse ambassade is de enige die een binnentuin heeft. De tuin is ontworpen door Ragnil Momrak en Rainer Stange. Op de eerste verdieping kun je door een glazen deel, dat open kan, naar de tuin gaan. De tweede en derde verdieping hebben balkons, vanaf waar je de tuin kunt zien. Er kan niet gegarandeerd worden dat de tuin zo blijft zoals hij nu is, omdat er door de koperen band beperkte inval van zonlicht is. Wanneer er meer kantoor ruimte nodig is kan er uitgebreid worden. Dit kan tot aan de koperen band. 6. De opdrachtgever is de Noorse regering. Zij wilden een nieuwe ambassade hebben in Berlijn. Ze besloten dit samen te doen met de andere Scandinavische landen. Citaat architect/opdrachtgever ‘Between granite rock and a garden’ Tussen een granieten steen en een tuin 8. Het belangrijkste materiaal dat gebruikt is voor het gebouw is een grote granieten steen van 15 meter hoog, 70 cm dik en het weegt ongeveer 132 ton. Deze granieten steen staat aan de korte zuidkant van het gebouw. Deze steen is uit een fjord gesneden met behulp van een diamanttechniek en lasertechniek. Het is in een stuk verscheept naar Duitsland en op zijn plaats gezet door speciale kranen. Aan de buitenkant van de steen zijn glasachtige krassen te zien die vaak voorkomen in Noorse stenen. Aan de voet van de steen ligt een van de drie watertjes die op het plein liggen. De achterkant van de steen is gegrond en gepolijst. [12] Het glas dat wordt gebruikt in het gebouw voor de trappen en als zonwering, heeft een groenige melk kleur. De kleur van het materiaal stelt de kalmte voor van de Noorse glasmakers. Het glas is op verschillende plaatsen toegepast als zon bescherming. Aan de buitenkant hangen horizontaal glazen wanden. Dit is op de plaats waar verschillenden mensen werken aan hun bureaus. Ook bij de twee façades is het toegepast om te zorgen dat de zon niet fel kan binnen schijnen. Door de verschillende glazen wanden krijg je een wisselend spel van reflecties en schaduwen. Er wordt in het interieur veel gebruik gemaakt van hout. Vaak zijn alle kantoren ingericht met houten meubilair. Maar ook de vloeren, wanden en muren zijn bekleed met hout. Het hout wat gebruikt wordt komt uit de Scandinavische landen. Het hout wat wordt gebruikt heeft een lichte kleur hierdoor krijgt het gebouw een licht interieur. Ook krijgen de ruimtes dan een rustig uiterlijk doordat het geheel een kleur heeft met aan een muur ramen waarmee je het daglicht binnen krijgt.
onderdeel: gebouwanalyse post-muur gebouw samengesteld door: 2.2 + 2.3(zie achterin)
99
14-18: Nordische Botschaften Denemarken Ontwerper
[1] + [2] Het architectenbureau Nielsen, Nielsen & Nielsen (ook bekend als 3xNielsen) is in 1986 opgericht door 3 Deense architecten. Later is het bureau overgedragen aan Lars Frank Nielsen (geboren in 1951) en Kim Herforth Nielsen (geboren in 1954). Beide hebben aan de Universiteit van Aarhus gestudeerd. De belangrijkste gebouwen die zij naast de Deense ambassade ontworpen hebben zijn: Gebouw Plaats Jaar DGI (Danish Gymnastics and Sports Association) Vingsted 1993 Arkitekternas Hus (the House of Architects) Kopenhagen 1995-1996 Film Center Kopenhagen 1996-1997 Center of Modern Music Amsterdam 1997 De architecten van 3xNielsen staan weer in beeld, omdat zij met hun ontwerpen in aanmerking zijn gekomen voor de bouw van het nieuwe stadhuis in Nieuwegein. Dit gebouw wordt door Kim Herforth Nielsen een ‘driedimensionaal vlak dat wordt opgetild’ genoemd. De publieke ruimtes van het gebouw zijn goed te zien doordat daar veel gebruik wordt gemaakt van glas. De kantoren bevinden zich bovenin, en deze gevels zijn meer gesloten. Ook zal er bij dit nieuwe stadhuis, waarvoor in 2007 het definitief ontwerp binnen zal komen, een dakterras met restaurant zijn.
100
onderdeel: gebouwanalyse post-muur gebouw samengesteld door: 2.4 + 2.5(zie achterin)
14-18: Nordische Botschaften Gebouwanalyse
1. De Deense ambassade is de enige die zich met een gedeelte van het gebouw niet achter de koperen band bevindt. Op de hoek van de Stülerstraße en de Rauchstraße, waar deze band eindigt, gaat het gebouw verder met een wand bestaande uit verschillende soorten glas. 2. De oppervlakte van de Deense ambassade in Berlijn bedraagt 2650 m2. Dit is in vergelijking met de overige Scandinavische ambassades behoorlijk groot. De contourlijnen van de ambassade aan de buitenkant zijn bij het eerste ontwerp vastgelegd. De ‘aparte’ gebouwen binnen de ambassade volgen nog steeds de grenzen waaraan het moest voldoen. Doordat de ambassade als het ware in 2 onderdelen is opgebouwd, is er binnenin een groot glazen atrium ontstaan. Doordat het ‘lichaam’ van de ambassade de gewelfde vormen van de koperafscheiding volgt, ontstaat er ook aan de binnenkant de karakteristieke vorm die over het hele complex van de Scandinavische ambassades te zien is. 3. Het ‘hart’ van de Deense ambassade is een grote glazen foyer. Deze foyer verdeelt de ambassade als het ware in 2 gedeelten. Aan de ene kant van deze foyer is een met hout betimmerde wand gemaakt. Deze wand is op een gebogen, gewelfde manier betimmerd. Aan de andere kant heeft men een soort van ‘hemeltrap’ gerealiseerd. Op deze manier heeft het architectenbureau zich ook bezig gehouden met de gedachten van de Denen. De indeling van deze foyer geeft een helder en levendig beeld en ‘verbindt’ de ambassade op die manier ook met de Deense goden. De gebogen vorm wordt nagetrokken door het scherm van houten lamellen, die zich langs de westelijke gevel tot binnen de ambassade doortrekt. Doordat het houten scherm in het atrium licht ‘overhangt’, wordt de spanning tussen de 2 andere massieve gedeelten van de ambassade nog meer geïntensiveerd. Het atrium wordt door verschillende bruggen gekruist, die door de medewerkers, wanneer zij naar een ander bureau moeten, dagelijks gebruikt wordt. De voorzijde van de ambassade is bedekt met vele roestvast stalen platen, die met kleine gaten geperforeerd zijn. Zo kan er genoeg licht binnentreden, maar deze voorzijde biedt ook genoeg bescherming tegen de zon. 4. In 1997 was men begonnen met de bouw van de Deense ambassade. De bouw hiervan heeft tot 1999 geduurd. Omdat het gebouw nog maar enkele jaren oud is, zijn er ook nog maar wei-
onderdeel: gebouwanalyse post-muur gebouw samengesteld door: 2.4 + 2.5(zie achterin)
101
14-18: Nordische Botschaften nig gegevens bekend over de geschiedenis van deze ambassade. 5. Het glasdak wordt door een lichte staalconstructie en draadnetwerk ondersteunt om op die manier het scherpe daglicht als het ware te breken. 6. De opdrachtgever voor de bouw van de Deense ambassade is het Ministerie van Buitenlandse Zaken van Denemarken. Omdat het in dit geval een ambassade aangaat, moet het gebouw natuurlijk ook aan bepaalde eisen voldoen. Allereerst was het belangrijk dat alle kantoorruimtes genoeg daglicht binnen zouden krijgen. Verder moesten de bureaus die met elkaar te maken hadden, ook bij elkaar in de buurt geplaatst worden. Deze ruimtes wilde men het liefst door middel van de bruggen met elkaar verbinden. Zo was het mogelijk een goede verkeersroute binnen de ambassade te verkrijgen. De Deense ambassade moet als het ware de Deense bouwtechniek en het design van deze tijd representeren. De algemene indruk die het gebouw achterlaat is helder, licht – echt Scandinavisch. 8. De ambassade van Denemarken staat voornamelijk in het beeld door het gebruik van hout, staal en glas. Deze materialen worden niet alleen voor het zicht gebruikt, maar hebben verder ook een duidelijke functie. De stalen platen die zich voor de ramen bevinden, worden gebruikt voor de toetreding van daglicht, maar kunnen verder ook gebruikt worden als zonneschermen. Deze stalen platen kunnen namelijk op verschillende standen gezet worden. Het gebruik van glas is bij de ambassade heel belangrijk. Dit is voornamelijk bij de foyer het geval. Doordat ook het dak van deze foyer van glas is ontstaat er een heel lichte ruimte, wat een mooi beeld geeft binnen de ambassade. Over het gehele gebouw zijn ook verschillende soorten glas gebruikt, om op die manier voor de verschillende ruimtes de beste bescherming te geven tegen de weersinvloeden. Ook in de ambassade van Denemarken is er weer gebruik gemaakt van hout, wat centraal staat voor de bouw van Scandinavische bouw. Voor dit gebouw is het voornamelijk als bekleding gebruikt van de binnenwanden.
102
onderdeel: gebouwanalyse post-muur gebouw samengesteld door: 2.4 + 2.5(zie achterin)
14-18: Nordische Botschaften Zweden Ontwerper
Gert Wingardh werd geboren in 1951 in Skòvde te Zweden. In 1975 studeerde hij af aan de Chalmers Universiteit, daarna werkte hij 2 jaar lang bij het Olivegrens architectenbureau in Stockholm. Vervolgens begon hij in 1977 zijn eigen architectenbureau genaamd, ‘Wingårdh architectural office’. Daarna won hij enkele ‘Kasper Salin’ prijzen voor zijn ontwerpen van, Öijared Executive Country Club en het Astra Hässle. In 1994 werd hij lid van ‘The Royal Academy of Fine Arts’ en in 1996 won hij wederom een prijs, deze keer de Elinar Forseth Medaille. Gert Wingardh werd in 1997 voorzitter van het architectuurmuseum in Stockholm en in 1999 werd hij zowel lid van de ‘Royal Swedish Academy of Engineering Sciences’, als docent op een technische universiteit. Later werd hij in 2000 voorzitter van de architectuur sectie op de Technische Universiteit. Verschillende projecten van Gert Wingardh zijn:
The Universeum. ‘The Universeum’ ligt aan een steile helling, verbonden aan een amusementenpark, aan de rand van Göteborgs cetrum (Zweden). Het doel van ‘The Universeum’ is om jongeren te stimuleren om meer te leren en hun aan te moedigen om actief bezig te zijn met Natuurwetenschappen.
Chalmers University of Technology. In 1998 won Gert Winardh een wedstrijd, daarom mocht hij een groot entreegebouw bouwen die voor de universiteit kwam te liggen en een ruimte met plaats voor 450 stoelen. Het project was inclusief een studenten ruimte, met een bar, café, bibliotheek, oefenruimte voor bijvoorbeeld musicals, een sportschool en de restauratie van het oorspronkelijke gebouw.
Scandinavian Tower. De ‘Scandinaviam Tower’ wordt gebouwd om te dienen als hotel, appartementencomplex en bedrijfsgebouw, voor zowel Malmø (op 3 na grootste stad in Zweden) als Kopenhagen (Denemarken). Vlak voor de toren komen de Øresund Bridge en de City Tunnel samen, hierdoor wordt de toren dus een centraal punt. De locatie van de toren is 3 kilometer verwijderd van Malmø en het ligt aan het vliegveld van Kopenhagen.
Gebouwenanalyse
1. De Zweedse ambassade ligt aan de Rauchstraße 1. Het gebouw ligt tussen de ambassades van Noorwegen en Finland in. De Zweedse ambassade is het gebouw dat vanuit het Felleshus het slechts te zien is. De Zweedse ambassade is een vrijstaand gebouw net als alle andere ambassades, die ruimte tussen de ambassades lokt communicatie uit, maar het zorgt echter ook voor enige privacy. Net als alle andere ambassades is de Zweedse ambassade ook verbonden met de koperen
onderdeel: gebouwanalyse post-muur gebouw samengesteld door: 2.3 + 2.4 (zie achterin)
103
14-18: Nordische Botschaften wand, die als omheining van de Nordische Botschaften functioneert. Wanneer men zich bevindt op het plein tussen de ambassades in kijkt men recht op een hoek van het gebouw, hier komen namelijk 2 gevels samen, dit maakt het gebouw optisch iets slanker. Hierdoor en door het overmatige gebruik van glas lijkt het gebouw niet massief. Het gebouw telt 4 verdiepingen, iedere verdieping heeft een andere functie. 2. De hoofdvorm van de Zweedse ambassade is een driehoek. Ten opzichte van de andere ambassades heeft de Zweedse ambassade een relatief groot oppervlak. 3. De Zweedse ambassade heeft op de begane grond een gevel die van vloer tot het plafond uit glas bestaat, dit maakt het voor bezoekers mogelijk om het interieur dat binnen staat te zien. Het gebouw heeft twee verschillende gevels die samenkomen in een punt. De gevel aan de zuidkant heeft bij iedere verdieping van de vloer tot het plafond beglazing. Voor de beglazing zijn 7 geschorste opaal- gekleurde (anhydriet), anti –verblindingschermen geplaatst, deze zetten tevens de stijl van het koperen scherm voort. De glazen façade is omrand door licht, dat is geplaatst in kalksteen. De gevel aan de westkant is ook erg open, maar hier is de beglazing per verdieping aangebracht, met tussen de verdiepingen in, horizontale strips. De overlappende panelen van gepolijst graniet, die voor de ramen zijn aangebracht, accentueren de verschillende verdiepingen. Door de donkere en glimmende steen krijgt de façade een bepaalde elegantie. Een wit gebogen wand van kalksteen, loopt van het ‘zwembadje’ tussen de Zweedse en Finse ambassade door de glazen voorkant het gebouw in. De witte wand is om duidelijk te maken voor de bezoekers waar de entree ligt. Binnen in het gebouw zorgt de witte wand voor een scheiding tussen de receptie en de gang. De witte wand raakt echter het plafond pas wanneer hij eindigt, aan het einde van de gang. Bijzonder is de conferentiekamer, de kamer wordt namelijk aan twee kanten omgeven door water. De deur van de conferentiekamer is bijzonder, wanneer de deur gesloten is wordt hij namelijk één met de witte wand, er zit namelijk geen deurkruk op. De deur is alleen te openen door op een knop in de vloer te gaan staan. Net als alle ambassades heeft de Zweedse ambassade ook een plat dak.
104
onderdeel: gebouwanalyse post-muur gebouw samengesteld door: 2.3 + 2.4 (zie achterin)
14-18: Nordische Botschaften 4. De functie van de Zweedse ambassade is het huisvesten van de Zweedse ambassade, zij horen inwoners van Duitsland en toeristen te helpen met politieke zagen. Aangezien het gebouw pas op 20 oktober 1999 geopend werd, heeft de ambassade dus nog geen noemenswaardige geschiedenis. 5. Binnen in de ambassade ligt er een witte wand die verschillende ruimtes van elkaar scheidt, ook komen er in het interieur veel glazen wanden voor, deze zorgen voor een open uitstraling. Op vrijwel alle wanden zijn houten panelen bevestigd met koperen banden tussen de panelen, door de koperen banden ontstaat een duidelijk verband met de koperen wand rondom de ambassades. Verder zijn er veel natuurlijke materialen gebruikt voor het interieur, dit zorgt voor harmonie. Kenmerkend voor het interieur is de spiraal trap, de trap is van hand –bewerkt beuken. Direct naast de trap bevindt zich een glazen lift, waarbij gebruik gemaakt is van glas, kalksteen en gevlamd hout. 6. De opdrachtgever was de Zweedse minister van Buitenlandse zaken. Er was behoefte aan een nieuwe ambassade omdat ze moesten verhuizen. In de ambassade moest genoeg ruimte zijn voor de werknemers en er moesten voldoende open ruimtes zijn. Ook was het de bedoeling dat het geheel er modern uit zou zien. 7. De ambassade was nodig omdat er behoefte was aan een nieuw gebouw om mensen te kunnen inlichten over politieke zaken. Een ambassade is een visitekaartje van een land. Citaat architect/opdrachtgever “Openness through transparency” Openheid door transparantie 8. De bouwmaterialen die gebruikt zijn bij de bouw van de ambassades symboliseren de natuur in het hoge Noorden. Glas is een veel voorkomend materiaal in de Zweedse ambassade. Zowel binnen in de ambassade als op de gevel is veel glas gebruikt. Buiten op de gevel is gekozen voor een donker kleurig glas, dit hebben ze gedaan om geen overlast van de zon te hebben. Voor de gevel van de begane grond is gekozen voor transparant glas, zo krijgt het gebouw een open uiterlijk, want men kan vanaf buiten het interieur in het gebouw zien. Op de gevel aan de westkant zijn gepolijste granieten panelen aangebracht, deze donkere panelen maken een scheiding
onderdeel: gebouwanalyse post-muur gebouw samengesteld door: 2.3 + 2.4 (zie achterin)
105
14-18: Nordische Botschaften tussen de verschillende verdiepingen. Ook zorgen de gepolijste granieten panelen voor een elegant uiterlijk. Graniet is een natuursteen die ontstaan is door stolling. Door het graniet te polijsten krijgt het een glad glimmend oppervlak. Zowel binnen als buiten de ambassade loopt een witte kalkstenen wand. Deze wand zorgt voor een verbinding tussen buiten en binnen. Kalksteen is tevens een natuurgesteente.
info:
De ambassades zijn niet toegankelijk voor publiek, dit wegens veiligheidsmaatregelen. Website: www.bergerHet Felleshus is dagelijks open voor bezoekers. Je kunt er zonder afspraak binnenlopen en er is informatie te vinden over o.a. de Scandinavische landen en het Felleshus. Tevens kan er gebruik gemaakt worden van het restaurant. Door de glazen schermen naast het Felleshus kan er op het binnenplein van de ambassades gekeken worden. De 5 ambassades zijn om veiligheidsredenen niet toegankelijk voor publiek. Het Felleshus (gemeenschapshuis) is geopend op: Maandag t/m vrijdag 10:00-19:00 uur Zaterdag en zondag 11:00-16:00 uur De toegang tot het Felleshus van de Nordische Botschaften is gratis. Nordische Botschaften Felleshus/Gemeinschaftshaus Rauchstraße 1 D-10787 Berlin Tel.: +49 (0) 30 - 50 50 0 Fax: +49 (0) 30 - 50 50 11 01 S-Bahnen: de lijnen S3, S5, S7, S75 en S9. Uitstappen bij de halte Zoologischer Garten, daarna de Buslijn 100 of 200 nemen tot aan de halte ‘Nordische Botschaften’. S-Bahnen: via de lijnen S1, S2, S25. Uitstappen bij de halte Potsdammer Platz, daarna de buslijn 200 nemen tot aan de halte ‘Nordische Botschaften’. Bus: de lijnen 100, 200, 187 of 343 nemen tot aan de halte ‘Nordische Botschaften’. Website voor meer informatie
106
onderdeel: gebouwanalyse post-muur gebouw samengesteld door: 2.3 + 2.4 (zie achterin)
19: Daimler Chrysler Building Ontwerper
Dit gebouw is ontworpen door de Richard Rogers Partnership. Richard Rogers is geboren in Florence in 1933. Hij valt als Brits Architect op door zijn moderne en functionele ontwerpen. Hij bezocht de Architectural Association School of Architecture in Londen nog voor hij afstudeerde van de Yale universiteit in 1962. Hier ontmoette hij Foster. Samen met hun vrouwen richtte ze een architectenburo op onder de naam Team 4, die bekend stond om high-tech industrieel ontwerp. In 1967 viel deze samenwerking uit elkaar en ging Roger samen met Piano, winnaar van het Pompidou centre in 1971, verder. Met dit gebouw vestigt Rogers zijn karakteristieke stijl, waarbij de nuts- en gebouwvoorzieningen aan de buitenkant zijn gesitueerd. We zien dit meer terug in zijn verdere werk. Een van zijn belangrijkste werken zijn:
van links naar rechts: Lloyds Building te Londen; Millennium Dome te Londen; European Court of Human Rights te Straatsburg; Centre Pompidou te Parijs; Barajas Airport Terminal 4 te Madrid
Gebouwanalyse
1. Het Daimler Chrysler gebouw dat we in deze analyse gaan bespreken, staat in Berlijn op de Potsdamer Platz. Het omvat 3 gebouwen op de Linkstrasse.(zie gebouw 21 in dit boek) Als we naar de ligging van het gebouw kijken, dan valt op dat het gebouw is neergezet aan de kant van een brede open strook, de vroegere scheiding tussen Oost en West. Aan de tegenoverliggende zijde van deze strook zien we traditionele blok bebouwing. Dit staat in schril contrast met de moderne en in geen enkel opzicht te bespeuren traditionele bouwwijze. Je kunt dan ook meteen zien aan de liftschachten die aan de buitenzijde zitten, dat dit een ontwerp moet zijn van Rogers. De drie gebouwen omvatten twee gebouwen voor kantoren en winkels en 72 duurdere appartementen. Een van de belangrijkste zaken van het ontwerp was een ontwerp te realiseren dat
onderdeel: gebouwanalyse post-muur gebouw samengesteld door: 4,4 (zie achterin)
107
19: Daimler Chrysler Building
bestond uit gebouwen die zuinig omgaan met energie en een optimaal comfort bieden. Het ontwerp laat via de zuid – oost – gevel het park zien. De vorm van het gebouw geeft licht de gelegenheid het gebouw binnen te komen, mede dat er gebruik is gemaakt van heel veel glas, zodat het binnenplein, de atrium en inwendige plaatsen worden verlicht. Alles is zo gesitueerd dat kantoren en flats een direct uitzicht hebben op het park. De winkels zijn gesitueerd aan de noord – west en noord – oost zijden. Ondanks de grote oppervlakte van zo’n 60.000 m2, ziet het gebouw er, door de vele verticale en diagonale lijnen, niet pompeus uit.
Doorsnede 1 woongebouw, Doorsnede 1 kantoorgebouw, Doorsnede 2 kantoorgebouw
Kijken we naar de geleding van het gebouw, dan zien we aan de noord – west en noord – oost zijde, twee vleugels die aan elkaar zijn verbonden. De zuid – oost gevel loopt diagonaal af naar het niveau van het uit terrassen bestaande binnenplein (park). De zuid – west gevel is zo afgeschuind dat de zon/licht inval het groots is. 2. De hoofdvorm van het gebouw kunnen we zien als een blok die echter is afgeknot naar een hoekpunt en in het midden is
108
onderdeel: gebouwanalyse post-muur gebouw samengesteld door: 4,4 (zie achterin)
19: Daimler Chrysler Building uitgehold. Daarnaast zen we het gebruik van kokervormen. De hoogte van de gebouwen is zo’n 26 a 29 meter.
3. Onder façade verstaan we de gevels van het gebouw. Gevel kantoorgebouw, Doorsnede woongebouw
Zoals eerder verteld bestaan de gevels van de twee vleugels aan de noord zijdes uit rode terracotta steen met kleine glaspartijen. Aan de zuid zijdes hiervan zien we juist alleen maar glas. Dit vindt zijn oorsprong in de voorwaarde dat het gebouw energiezuinig moest zijn. Deze gevelopbouw vinden we ook bij de andere gevels. Zonzijde geheel uit glas, noordzijde kleine ramen om in de winter zo min mogelijk warmteverlies te krijgen. zuidzijde zien we een aluminium louvre zonwering om in de zomer oververhitting tegen te gaan en de tuinen dienen als zonne – energieopslag. Er zijn verschillende entree’s. De hoofdingang aan de Linkstrasse. Voor de kantoren op de 2e verdieping en voor de wooneenheden op de 3e verdieping te berei-
onderdeel: gebouwanalyse post-muur gebouw samengesteld door: 4,4 (zie achterin)
109
19: Daimler Chrysler Building ken d.m.v. grote roltrappen en verder d.m.v. glazen liftschachten. De façades worden onder auspiciën van het Institut für Fassadentechnik (IFFT) gerealiseerd. Zowel de deuren als de ramen aan de zonzijde zijn van glas in de vorm van grote glaspuien. Aan de noordzijde zijn de ramen klein gehouden, zoals eerder verteld, om in de winter zo min mogelijk warmte verlies te hebben. 4. Het gebouw heeft verschillende functies. De belangrijkste functie is wonen, gevolgd door werken. Dit gebeurt dan op de kantoren en in de winkels, die in de verzorgende sector thuishoren. De gebouwen worden nog steeds gebruikt als waar ze voor bedoeld waren. Het gebouw is gebouwd in 1996 tot 1999 en is dus 6 a 7 jaar oud. Logisch want uit die tijd stamt n.l. het Daimler Chrysler quartier, ontworpen door Renzo Piano, waarmee Rogers samenwerkte. Omdat het Daimler Chrysler quartier moest voldoen aan bepaalde eisen, moesten ook deze onafhankelijke gebouwen daaraan voldoen en passen in het geheel. 5. De plattegronden van de Daimler Chrysler gebouwen zijn vierkant van vorm, zowel van de kantoorgebouwen als van het gebouw met woningen en winkels. Plattegrond woongebouw, Plattegrond kantoorgebouw, Plattegrond kantoorgebouw 2e verd., Plattegrond kantoorgebouw 7e verd.
110
Ze zijn niet hoger dan 9 verdiepingen hoog. Een bouwhoogte van 27 tot 29 meter. Het meest interessante aan het gebouw met de wooneenheden en de winkels is dat het gebouw zo is gesitueerd, dat alles wat overdag wordt gedaan en waar je dus overdag verblijft, dat die vertrekken op een zuidzijde zijn gemaakt. Vertrekken waarin je niet bent of alleen ’s nachts liggen op het noorden. Dan
onderdeel: gebouwanalyse post-muur gebouw samengesteld door: 4,4 (zie achterin)
19: Daimler Chrysler Building is het gebouw ook nog zo gesitueerd dat de zoninval wordt omsloten en de warmte wordt vastgehouden door de terrastuinen die in de binnenplaats zijn gesitueerd. Wat verder interessant is om te vertellen is de manier waarop het daglicht wordt toegelaten in de kantoorgebouwen. Het licht valt op een reflecterende plank die het weerkaatst op een vlak en een met schuine lamellen bekleed plafond. Verder zijn deze gebouwen zo gemaakt dat er veel aan energiebesparing is gedaan op het gebied van licht, warmte, ventilatie. Ook voor het water is een energiezuinige oplossing bedacht, wat een besparing van 20000 m3 inhoudt. Om dit te bereiken zijn hiervoor speciale bouwmaterialen gebruikt, zoals Fermacell Gipsvezelplaten en een temperatuur behandelingssysteem. Zoals de buitenzijde van het gebouw een modern uiterlijk heeft, zo vinden we dit moderne ook terug in het interieur, strak en doorzichtig. 6. De opdrachtgever van de wederopbouw van het gebied rond de Potsdamer Platz was Hans Stimman, de hoofdarchitect van de stad Berlijn, en daarmee indirect de stadsbestuurders. Zij wilden in geen geval dat het gebied zou worden gerestaureerd. Nee, het gebied moest worden ontwikkeld, waarbij historische gebouwen en straten weer tot leven te brengen. Verder moest het er altijd bruisen van het leven in winkels, woongelegenheid, werkgelegenheid en ontspanning. Verder moesten de gebouwen low – energie gebouwen worden met een hoge graad aan comfort. 7. De vorm van het gebouw straalt transparantie uit, een moderne uitstraling. Doordat van buitenaf kolommen te zien zijn die samen met de verticale lijnen in het gebouw, het gebouw doen opveren. Omdat het een ontwerp van Rogers is zien we een beetje industriële vormgeving. De terrasvormige binnenplaats/tuin geeft een apart effect aan het geheel.
Bouwmaterialen
De bouwmaterialen die voor de totstandkoming van de gebouwen zijn gebruikt, zijn voor de fundering beton. Hierop is een staalconstructie aangebracht, waartussen betonnen vloeren info: liggen. Voor de wanden is gebruik gemaakt van glas en terrahet gebouw is vrij toegankelijk cotta gevelbekleding en bij het dak is er voor de zonwering een openingstijden of een toegangsprijs aluminium louvre constructie gebruikt om oververhitting te is niet van toepassing. voorkomen. Het glas dat voor de Het gebouw is te bereiken met de S gevels is gebruikt bestaat uit drie + U Bahn en de bus lagen. Verder wordt de constructie Locatie: Linkstrasse 2, 4 en 6, waarin de glazen zijn gezet, gePotsdamer Platz, Berlijn, Duitsland. bruikt als een soort radiator in de Website: http://www.richardrogwinter. Deze constructie is gevuld ers.co.uk met water. Voor binnenwanden Bouwperiode: In 1993 is het gebouw zij Fermacell gipsvezelplaten ontworpen en van 1996 – 1999 is het gebouw gebouwd. gebruikt.
onderdeel: gebouwanalyse post-muur gebouw samengesteld door: 4,4 (zie achterin)
111
21: DaimlerChrysler quartier Ontwerper
Renzo Piano werd geboren in 1937 te Genua, Italië, in een aannemersfamilie. Hij is afgestudeerd aan de technische hogeschool in Milaan in 1964, (de politecnico), waar hij ook tot 1968 doceerde en werkte daarna bij zijn vader in Genua. Werken van Renzo Piano (selectie): 1971-77 Centre Pompidou (met Richard Rogers), Parijs 1973-77 IRCAM, Parijs 1978-80 experimentele auto FIAT 1981 restauratie Molo-kwartier, Genua 1981-84 Industrieterrein Schlumberger, Parijs 1981-86 De Menil Museum, Houston 1982-84 reizend tentoonstellingspaviljoen IBM 1986 reizend tentoonstellingspaviljoen IBM 1983 metro, Genua 1984 kantoor Olivetti, Napels 1987 S. Nicola voetbal stadion, Bari 1987 winkelcentrum te Bercy/Charenton, Parijs 1988-91 woningen Rue de Meaux, Parijs 1988 Kansai Luchthaven, Osaka 1994- IMPULS Science & Technology Center, Amsterdam
Het Centre Pompidou ook bekend als: Centre Beaubourg werd in februari 1977 geopend. De grote droom van de voormalige Franse president Georges Pompidou kwam eindelijk uit. Hij wilde dat er in Parijs een groot publiekscentrum werd gebouwd waar alle vormen van moderne kunst, maar ook andere uitingen een plek zouden krijgen.
Het is gebouwd op de fundamenten van de IJtunnel en gelegen aan het Oosterdok. Het gebouw uit 1997 ligt dichtbij het Centraal Station van Amsterdam. Het gebouw lijkt de vorm van een schip te hebben, maar zo is het niet bedoeld: de vorm stelt de ingang van de IJtunnel voor, gespiegeld t.o.v. de grond.
Gebouwanalyse
1. Het DaimlerChrysler Quartier ligt aan het Potsdamer Platz. Dit gebied is gebouwd op de vroegere scheiding van Oost- en West Berlijn. In 1920 is het gebied, de Potsdamer Platzt gebombardeerd. Het was een leeg en kaal stuk gebied, wat nu voor een gedeelte gevuld is met een nieuwe stuk stad het DaimlerChrysler
112
onderdeel: gebouwanalyse post-muur gebouw samengesteld door: 3.4 + 3.5 (zie achterin)
In dit representatieve kantoorgebouw op de Kop van Zuid, één van de belangrijkste kantorenlocaties in Rotterdam, is KPN gevestigd. De toren op zuid is gelegen aan de voet van de Erasmusbrug.
21: DaimlerChrysler quartier Quartier. Het plan van Renzo Piano toont aan dat hij de relatie met het Sharoun’s National Library (links op de afbeelding) belangrijk vond. De vorm van het ontworpen theater en casino van Renzo Piano loopt mee met de vorm de bibliotheek. Vanaf bovenaf gezien heeft het gebied niet een standaard geometrische vorm. 2. Het DaimlerChrysler Quartier is zo ongeveer 70.000 m2 groot waarop 19 gebouwen staan. Het Quartier heeft twee pleinen en zes straten. 3. Er bevinden zich op het DaimlerChrysler Quartier meerdere entree’s en façades. 4. Het DaimlerChrysler Quartier is een winkel en kantorencomplex waar ook nog gewoond kan worden. In het gebied wonen en werken zo’n 40.000 mensen en dit loopt per dag op tot 80.000 mensen. Deze verdubbeling komt doordat er elke dag mensen naar dit gebied komen voor commerciële en culturele activiteiten. Het DaimlerChrysler gebied is net 6 á 7 jaar oud. Potsdamer Platz was in de jaren 20 en 30 het centrum van het sociale en culturele leven. Berlijn was het centrum van Europa op het culturele gebied, het had werkelijk alles: muziek, theater, bioscopen, economie enz. hier was na de WO II niks meer van te zien. Bijna alles was verdwenen. Alleen de lay-out van de straten was nog zichtbaar. Ook al was het gebied rond Potsdamer Platz heel erg beschadigd, er was nog wel genoeg van de gebouwen blijven staan om ze weer opnieuw op te bouwen. De politici waren streng tegen de plannen om Potsdamer Platz opnieuw te herbouwen want ze wilden het eerdere Berlijn vergeten. Na de bouw van de Berlijnse muur ontstond er een groot verschil in de stijl en soort gebouwen op beide helften van de muur. Jaren later, nu dus, wordt het Potsdamer Platz net als vroeger
onderdeel: gebouwanalyse post-muur gebouw samengesteld door: 3.4 + 3.5 (zie achterin)
113
21: DaimlerChrysler quartier weer het culturele centrum van Berlijn. Het grote stuk stad van Berlijn moest in 5 jaar klaar zijn, dit is heel weinig want het kost 500 jaar om een stad te creëren en 50 jaar voor een kwart van de stad. Om het gebied rond Potsdamer Platz weer het culturele centrum van Berlijn te maken werd er een wedstrijd gehouden. Voor deze wedstrijd werden 15 architecten en architectenbureaus uitgenodigd om hun plannen te komen presenteren. Deze wedstrijd werd gewonnen door Renzo Piano workshop en mocht dus zijn plan gaan recreëren. Renzo Piano was niet de enige die de gebouwen voor dit gebied ontwierp, andere architecten die aan dit gebied gewerkt hebben zijn: Arata Isozaki, Hans Kohloff, Lauber und Wöhr, Rafael Moneo en Richard Rogers. 5. Hier op de afbeelding is de plattegrond van het gebied te zien. De foto vanuit de lucht; met op de achtergrond het Sony Center. Een stuk van het DaimlerChrysler Quartier ligt in een gebied halverwege tussen de Spree Rivier en de Landwehrkanal. Dit gaf problemen bij het graven voor de fundering, omdat een paar meter onder het oppervlak water stond. Om dit probleem op te lossen waren er 2 opties. Optie 1: De eerste opties was de grond draineren. Dit was geen goed idee, want dit zou problemen kunnen opleveren voor de grond en de water voorziening van de stad. Ook werd dit niet gedaan omdat het zo’n groot gebied was. Optie 1 was dus geen mogelijkheid, dus kozen ze voor optie 2. Optie 2: De tweede optie was het water laten zitten en in het water gaan werken. Omdat ze voor deze klus specialisten nodig hadden lieten ze 120 duikers uit Rusland en Nederland komen om deze klus te klaren. De duikers werkte op een diepte van 15 meter in totale duisternis. De duikers werkte zelfs in de winter toen het oppervlakte water bevroren was. Toen de funderingen klaar waren, werd het water uit de bouwput gepompt en kon er gebouwd worden. In het DaimlerChrysler Quartier bevinden zich 19 gebouwen, 2 pleinen en 6 straten. Verder staan er in dit gebied verschillende soorten kunstwerken, allen gemaakt door Hans Jurgen Baumgart. Hieronder een afbeelding van één van zijn kunstwerken. Het DaimlerChrysler Quartier is postmoderne architectuur. In dit gebied staan een paar bijzondere gebouwen zoals:
114
onderdeel: gebouwanalyse post-muur gebouw samengesteld door: 3.4 + 3.5 (zie achterin)
21: DaimlerChrysler quartier Theater en casino Dit gebouw ligt naast de bibliotheek; Sharoun’s National Library IMAX bioscoop Deze bioscoop is geen gewone bioscoop maar een panorama bioscoop, dat wil zeggen dat deze bioscoop een panorama screen heeft. Deze bioscoop heeft een heel aparte vorm, het is een grote bal die uit een gebouw komt. Het lijkt heel erg op een maan of een meteoriet die op dit gebouw is geland. Debis Tower De Debis Tower is een smalle toren, deze toren is een hoofdkantoor van Daimler-Benz. Het gebouw past goed in het gebied. Het gebouw valt wel op, dit komt door zijn hoogte en door zijn karakteristieke uitstraling. Deze karakteristieke uitstraling krijgt hij door de combinatie van een transparante en ondoorzichtige buitenkant. De ondoorzichtige buitenkant wordt gevormd door een terracotta oppervlak.
Office Block Linkstrasse Wohnhaus Linkstraße 6. De opdrachtgever van de wederopbouw van het gebied rond Potsdamer Platz was Hans Stimman, de hoofdarchitect van de stad Berlijn. Één van de eisen van de opdracht was dat het gebied zou overeenkomen met het traditionele patroon van andere Berlijnse wijken. Achterliggende gedachte was proberen de historische
onderdeel: gebouwanalyse post-muur gebouw samengesteld door: 3.4 + 3.5 (zie achterin)
115
21: DaimlerChrysler quartier
gebouwen en straten van Berlijn weer tot leven te brengen. Een andere eis van de opdrachtgever was dat het DaimlerChrysler Quartier elke minuut van de dag levendig moest zijn. Om dit te realiseren moesten er verschillende faciliteiten komen, namelijk: verschillende soorten winkels, woongelegenheden (appartementencomplexen en een hotel), kantoren en veel vrijetijds mogelijkheden (restaurants, theater en casino). Nog een andere eis van de opdrachtgever was om low-energie gebouwen te ontwikkelen met een high-quality gebruik comfort. 8. Renzo Piano gebruikte voor de Debis Tower terracotta elementen. Terracotta (Italiaans: terra cotta, ‘aarde gebakken’ = gebakken klei) is poreus aardewerk van roodbakkende klei. Het wordt op diverse manieren toegepast, zoals bij bloempotten en goedkoop servies. Ook wordt het info: wel eens gebruikt voor beelden. In het gebied bevind zich een ‘panoHierbij gaat het vooral om het rampunkt’, vanaf hier heb je een mooi uitzicht over de stad Berlijn. ontwerpen van beelden, waarbij de Dit kost € 3,50 en dan ga je met de beelden later in duurder materiaal snelste lift van europa in 20 seconde naar 90 meter hoogte. Geopend van worden uitgewerkt.
dinsdag tot en met zondag van 11.00 -20.00 uur. Quartier DaimlerChrysler Potsdamer Platz 1 Ingang Alte Potsdamer Strasse, Mitte website voor meer informatie www.potsdamerplatz.de
116
onderdeel: gebouwanalyse post-muur gebouw samengesteld door: 3.4 + 3.5 (zie achterin)
22: Gemäldegalerie
Ontwerper
Heinz Hilmer word geboren in 1963 en studeerd van 1957 tot 1963 aan de technische hogeschool Munchen, na zij tweede studie van 1965 tot 1968 werkt hij als ambtenaar voor het bayershe overheids bureau afdeling bouwzaken, daar werkt hij tot 1978 en heeft daar als taak, het opstellen van bestemmings plannen. Ondertussen richt hij samen met Christoph Sattler het architecten bureau Hilmer + Sattler in Munchen op. Christoph Sattler word geboren in 1938 en studeert van 1957 tot 1963 aan de technische hogeschool Munchen, tijdens zijn studie doet hij zijn eerste praktische ervaring op bij de architecten Rudolf Schqwarz en Peter Seidlein. Vervolgens doet hij nog een Master opleiding in Chicago. Van 1964 tot 1966 is hij in de leer bij de beroemde architect Mies van der Rohn en in 1974 is hij medeoprichter en medeeigenaar van het architecten bureau Hilmer + Sattler.
Palais am Jakobsplatz München
Bahnhof Potsdamer Platz Berlijn
verbouwing Altes Museum Berlin
Het arcitecten bureau Hilmer + Sattler kenmerkt zich door de samenwerking tussen klassiek en modern. Zoals je ook op de foto kan zien is het geheel erg strak, maar is het plafond meer in de trend van klassiek met soort gewelven, en ronde ramen. Aan de steil die ze ontwerpen is ook wel te zien dat ze het idee van Mies van der Rohn wel aanspreekt, daar heeft Sattler namelijk 2 jaar gewerkt. Zo zijn veel gebouwen van beton en wit, en is er geen plaats voor tierelantijntjes. Enkele andere gebouwen die ze hebben ontworpen zijn: De geschiedenis. Eerst een stukje geschiedenis over de (oude) Gemaldegalerie. Gemäldegalerie werd geopend in 1830 in het “Koninklijke Museum” naast Lustgarten. Het werd ontworpen door Schinkel. De kern van de inzameling werd van de kunstschatten gevormd die tot de Grote Kiezer behoren (1620 - 1688) en Frederick Groot (1712 - 1786). De eerste directeur van de galerij,
onderdeel: gebouwanalyse post-muur gebouw samengesteld door: 5.5 + 5.1 (zie achterin)
117
22: Gemäldegalerie Gustav Friedrich Waagen, bouwde de collectie langzaam uit met behulp van rijke kunst lief hebbers,en een van hen, namelijk Wilhelm von Bode heeft in de periode 1890 tot 1929 veel belangrijke en beroemde kunstwerken geschonken. Tijdens de twee wereld oorlogen is er niet veel overgebleven van de internationale donateur van de galerie, en tijdens de tweede wereld oorlog is de galerie zwaar beschadigd, en zijn meer dan 400 groot-formaatwerken vernietigd, de collectie is toen verdeeld over twee tentoonstellingen, het meeste in Berlijn-Dahlem en het andere deel in het Bode Museum ( het Eiland van het Museum). In 1986 is het bureau Hilmer + Sattler begonnen met het renoveren van de gemaldegalerie, omdat er tijdens de oorlog veel verwoest was en er niet veel originele bouwtekeningen beschikbaar waren, was gaf dit nogal problemen. Ook moest het bureau een nieuw gebouw ontwerpen (nieuwe gemaldegalerie). Dit gebouw is in 1986 gebouwd daar zijn vandaag de dag de kunstwerken te zien
Gebouw analyse
De buitenkant van het gebouw kent twee gezichten, de ene kant is modern, en bestaat uit glas en beton. En de achterkant gelegen aan een straat is ook wel modern en strak maar heeft meer een klassieke uitstraling, door het materiaal, bestaand uit natuursteenen hout.De ingang heeft de vorm van een cirkel en bestaat uit beton met daarboven een glazen koepel,en de koepel bestaat weer uit rechthoekige vlakken glas. De 54 toonzalen groeperen zich rond de grote zaal met kolommen en een hoog plafond met ronde ramen en gebogen gewelven. De voorkant De ramen zijn niet voor niets in het plafond info: geMaandag: Dinsdag: Woensdag: Donderdag: Vrijdag: Zaterdag: Zondag:
gesloten. 10:00 tot 18:00. 10:00 tot 22:00. 10:00 tot 18:00. 10:00 tot 18:00. 10:00 tot 18:00. 10:00 tot 18:00.
Matthäikirchplatz 4/6 10785 Berlin-Tiergarten Directeur: Prof. Dr. Bernd Lindemann U-Bahn U2 (Potsdamer Platz) S-Bahn S1, S2, S26 (Potsdamer Platz) Bus M29 (Potsdamer Brücke); M41, 200 (Philharmonie); 123 (Potsdamer Platz); 148 (Kulturforum)
118
onderdeel: gebouwanalyse post-muur gebouw samengesteld door: 5.5 + 5.1 (zie achterin)
23: Levi Strauss Oberschule De ontwerper van dit bureau is Christoph Mäckler Architecten Bij dit Architectenbureau werken 3 achitecten
Christoph Mäckler Claudia Gruchow (partner van Christoph Mäckler) Thomas Mayer (partner van Christoph Mäckler)
Andere projecten van dit architectenbureau:
European business school, Oestrich-Winkel, 1998-2000
Flughafen terminal A, Frankfurt, 1992-1997
Hochhaus zoofenster, Berlin, 1999-2004
Gebouwanalyse
1. De Levi strauss oberschule ligt ver aan de rand van Berlijn, in een gewone woonwijk vlak bij een begraafplaats.
onderdeel: gebouwanalyse post-muur gebouw samengesteld door: 3.5 + 3.1 (zie achterin)
119
23: Levi Strauss Oberschule 2. Van vooraf gezien is het gebouw opgedeeld in 3 delen: in het midden een rechtopstaande rechthoek met daarnaast 2 vierkante blokken. Het grondoppervlak waar de school op staat bedraagt 20.700 m2 Het bebouwde stuk grond waar nieuwbouw op staat is 679 m2 groot en de grote van het stuk grond van het al bebouwde gebied is 708 m2. 3. De entree van het schoolgebouw ligt aan de Glienicker Strasse. Het nieuwe gedeelte van de school springt er heel erg uit, dit komt doordat het metselwerk een totaal andere kleur heeft dan het oude gedeelte van de school. Hierdoor lijkt het ook alsof het nieuwe gedeelte helemaal niet bij het oude gedeelte hoort. Het gebouw heeft een plat dak, hierdoor zie je het dak niet. De ramen spelen in dit gebouw een grote rol, zo bevindt zich aan de achterkant van het gebouw een hele grote glazen wand. De andere ramen in het nieuwe gebouw zijn ook heel bijzonder, de ramen in het oude gedeelte daarentegen zijn weer een beetje gewoontjes. 4. De functie van dit gebouw is een schoolgebouw. In dit gebouw bevind zich ook nog een sporthal
5. Plattegrond
Dit is de plattegrond van de begane grond van de school, op de begane grond bevinden zich: 1 Foyer 2 Aula 3 Trappenhuis 4 Het magazijn 5 Personeelsruimte 6 De drukkamer 7 Werkplaats 8 Conciërge 9 kantine voor scholieren 10 Bibliotheek 11 Lerarenkamer 12 Eerste hulp 13 Secretariaat 14 De vertegenwoordiger 15 directie
120
onderdeel: gebouwanalyse post-muur gebouw samengesteld door: 3.5 + 3.1 (zie achterin)
23: Levi Strauss Oberschule De fundering van het schoolgebouw is een combinatie van palen en van een stroken fundering. De draagconstructie van het gebouw bestaat uit massief metselwerk, maar binnen ook uit gewapend beton. De dragende binnenwanden zijn van massief metselwerk. Verder is het dak een omkeerdak en de constructie is van gewapend beton. Het interieur van dit school gebouw is vrij sober, maar wel weer veel gebruik gemaakt van felle kleuren. De wanden bestaan gewoon uit grauwe beton. Ook de vloeren zijn erg donker. De verlichting bestaat uit grote bollen die aan het plafond hangen.
6. De fundering bestaat uit een combinatie van palen en een stroken fundering. De draagconstuctie is van massief metselwerk en binnen ook van gewapend beton de buitenwanden, dragende binnenwanden en niet dragende binnenwanden zijn allen metselwerk. Het dak is van gewapend beton. De kozijnen, buitendeuren en binnendeuren zijn allen van hout. Op de vloeren in het gebouw ligt Parket, Linoleum of asfalt. De verwarming is van Brennwert-gas-boiler concern en de afzuiging is hydraulisch.
info:
Toegankelijkheid en openingstijden Je kunt hier altijd binnenstappen want het is een schoolgebouw. Locatie: Glienicker Str. 24 - 30 12557 Berlijn Hoe kom je er: S-Bahn: 85, 86 - Spindlersfeld Tram: 68 Bus: 360 website voor meer informatie www.levi-strauss-schule.de
onderdeel: gebouwanalyse post-muur gebouw samengesteld door: 3.5 + 3.1 (zie achterin)
121
25: Quartier Schützentstrasse Ontwerper
Aldo Rossi, de architect van het Bonnefantenmuseum, was een veelzijdig man, een schrijver, kunstenaar en architect. Door zijn gebouwen kreeg hij de naam van een streng bouwmeester van elementaire vormen, maar dat is één kant van de zaak. Rossi zocht gedreven naar een antwoord op de problemen van de moderne, verbrokkelde wereld. In De architectuur van de stad (1966) behandelt hij de stad als een product van menselijk handelen. De historische structuur is een levende vorm waar de moderne architect lering uit kan trekken voor zijn eigen werk. Zo geeft voor Rossi de typologie van bouwwerken een alternatief voor simpel functionalisme. In zijn ontwerpproces liet hij zich leiden door een noodzakelijk persoonlijk spel van associaties, herhalingen en analogieën - als inperking van de wanorde. Het ging om ´referenties voor het leven´. In een poging recht te doen aan Rossi´s strenge maar speelse werkwijze rangschikt deze Studiolopresentatie een aantal maquettes, schilderijen, prenten, tekeningen en voorwerpen naar thema´s als ´het leven van de vormen´ en ´vormen van leven´. Daarin verschilt deze presentatie van eerdere, chronologisch samengestelde, overzichten van zijn oeuvre. Biografie Aldo Rossi 1931 geboren op 3 mei in Milaan. Brengt de oorlogsjaren door in het noorden van Italië. 1949 inschrijving faculteit Architectuur aan de Polytechnische Hogeschool in Milaan. 1955-1964 bijdragen aan het tijdschrift Casabella Continuità. 1965 docent Polytechnische Hogeschool Milaan, realisatie Partizanenmonument in Segrate 1966 publicatie van L´architettura della città 1969-1970 realisatie woonblok Gallatarese in Milaan 1971 wint met Gianni Braghieri de wedstrijd voor het kerkhof San Cataldo bij Modena. 1972-1974 gastprofessoraat Eidgenössische Hochschule Zürich 1975 wordt professor aan het Architectuurinstituut van de Universiteit van Venetië 1979 Teatro del Mondo in Venetië 1981 publicatie van A Scientific Autobiography 1983 directeur van de Architectuur Biënnale Venetië 1987 richt met Umberto S. Barbieri een bureau in Den Haag op 1988 erelid American Institute of Architects 1990 Winnaar Pritzker Architecture Price 1991-1993 grote Rossi-expositie in Parijs, Berlijn, Gent en Amsterdam 1992 start nieuwbouw Bonnefantenmuseum 1997 overlijdt op 4 september in Milaan aan de gevolgen van een auto-ongeluk.
Gebouwbeschouwing
1. Het Quartier Schützenstrasse licht gelegen in de wijk Schützen in Berlijn, grenzend aan de Markgrafenstrasse, Zim-
122
onderdeel: gebouwanalyse post-muur gebouw samengesteld door: 3.5 + 3.1 (zie achterin)
25: Quartier Schützentstrasse merstrasse, Schützenstrasse en Charlottenstrasse. Het ligt op een loopafstand van de oude grens tussen Oost en West Duitsland. Het is een bouwblok dat geheel los ligt van zijn omgeving. Hierdoor valt de enorme massa van het gebouw goed op. Quartier Schützenstrasse is te zien als één geheel dat als een enorm blok van massa uit de grond is geboord. Toch zijn het zo’n 23 verschillende panden, die door hun overeenkomsten in uiterlijk één geheel vormen. 2. Dit ontwerp onthult een bijzondere belangstelling voor twee aspecten van de wederopbouw van Berlijn. Aan de ene kant de restauratie van karakteristieke en historische gebouwen en aan de andere kant de realisering van compleet nieuwe gebouwen die tocht met de oude zijn verbonden. Het gebouw heeft nu misschien wel geen historische of artistieke betekenis meer, maar is wel kenmerkend voor een visie op een Berlijn van voor de oorlog. De manier waarop dit complex is gebouwd is afkomstig van de modellen van Schinkel. Dit ontwerp was dus niet op zoek naar bijzondere, originele ideeën, maar restaureert en herbouwt het bestaande gebouw voor het grootste deel. Het is zeker dat dit ontwerp op het ‘blok’ is gebaseerd, dat wil zeggen op een stuk terrein dat, afgebakerd door straten, een stadsdeel vormt. Al voor de oorlog werd Berlijn door grootte binnenhoven gekenmerkt. Een ‘Hof’ was, met alle voor- en nadelen, een openbare particuliere plek. In dit ontwerp is een poging gedaan om de interne ruimte van het blok te ordenen. Er zijn looproutes, zuilen-galerijen en een tuin aangelegd, om de bouwdelen met elkaar in verbinding te brengen, waardoor de binnenruimte levendiger worden. 3. Het blok vertoont een eenheid in de hoogte van de dakrand. Dit wil zeggen een doorlopende begrenzing in de hoogte die door de dakranden en de kroonlijsten onderstreept worden. Boven deze lijn steken op twee punten de torens uit, evenals op een paar gebouwen de mansardedaken. Dit beeld van verschillende hoogtes van dakranden en ramen komt overeen met het beeld van de historische gebouwen van vroeger. Deze hadden ook meestal een overeenkomst in perspectief en een bepaalde vormgeving die in het Quartier Schützenstrasse terug te vinden is. Van buiten af zou je denken dat de panden geen overeenkomsten hebben, maar als je naar de vloeren van elk pand kijkt zie je dat deze allemaal op dezelfde hoogte liggen. Het Quartier Schützenstrasse is een bouwblok bestaande uit zo’n 23 verschillende panden. Het
onderdeel: gebouwanalyse post-muur gebouw samengesteld door: 3.5 + 3.1 (zie achterin)
123
25: Quartier Schützentstrasse geheel staat helemaal los in zijn omgeving. Het blok heeft afmetingen van ongeveer 90m bij 65m dat een totale oppervlakte geeft van ongeveer 5900 vierkante meter. Het totale blok heeft een gemiddelde hoogte van zo’n 25m. Zoals je kunt zien op de plaatjes gaat het om een enorm bouwwerk. Ook het dak is dus enorm. Het grootste deel van het dak bestaat uit gietlood. Alle grijze delen op de foto zijn loden daken, met platte en schuine delen. Op veel stukken steken hier weer raamerkers uit, die ook weer gemaakt zijn uit een loden dakbedekking. Toch is niet heel het dak bedekt met lood, maar zitten er ook stukken dakterras tussen. Het dak op zichzelf is al een heel kunstwerk door de verschillende hoogtes en bouwmaterialen. Door de 4 hoven die in het bouwcomplex liggen heeft het totale dak een soort achtvorm gekregen met een kleine achtvorm er aangeplakt. Doordat het zo’n enorm complex van winkels, woningen en kantoorpanden zijn er verschillende entrees. Zo kan je soms via een winkel op de binnenplaats komen, of door een poort in de gevel. De meeste ingangen van de winkels zitten aan de buitenkant van het bouwcomplex en van de woningen aan de binnenhoven. Als bezoeker kan je vrij rond lopen in de binnenhoven, waar je meestal in een rustige omgeving belandt. Ook al verspringen de gevels van kleur of hoogte, de ramen blijven meestal op dezelfde hoogte doorgaan. Dit zorgt er voor dat het gebouw meer één geheel vormt. Eigenlijk zijn het allemaal verschillende panden, maar doordat de ramen steeds op een lijn met elkaar zitten lijkt het een geheel. De gevels van het complex zijn bezaaid met ramen. Er is bijna geen stuk gevel te vinden groter dan 2 bij 2 meter zonder raam erin. Aan de buitengevels zijn niet al te veel deuren te vinden, op winkelingangen na. De meeste deuropeningen zitten aan de binnenhoven.
124
4. Hoofdzakelijk wordt het bouwcomplex als woningen gebruikt. Zowel huur als koop woningen
onderdeel: gebouwanalyse post-muur gebouw samengesteld door: 3.5 + 3.1 (zie achterin)
25: Quartier Schützentstrasse zijn hier te vinden. Naast woningen zitten er op de begane grond ook winkels. Ook zitten er een aantal bedrijfspanden gevestigd. Voor de rest is het natuurlijk een prachtige toeristische attractie. Iedereen kan vrij een kijkje nemen op de binnenplaatsen. Op 9 november 1989 valt de Berlijnse Muur, de muur tussen Oost- en West-Berlijn. De muur is het symbool van het ijzeren gordijn, de scheiding tussen twee systemen. De Berlijnse Muur is in 1961 gebouwd om mensen die van Oost- naar West-Duitsland willen vluchten tegen te houden. De val van de Muur herstelt niet alleen de eenheid van de stad, maar bereidt ook de weg voor een hereniging van Oost- met West-Duitsland. Na de val van de muur lag de halve stad in puin, dus was Berlijn toe aan een vernieuwing. Architecten van over de hele wereld, waaronder Aldo Rossi hebben hun steentje bijgedragen om de stad op te bouwen. In 1994 zijn ze begonnen aan de bouw van het info: Quartier Schützenstrasse project. Op 4 september 1997 overlijdt Aldo Toegankelijkheid: vrij Openingstijden: 24 uur per dag Rossi, maar toch wordt het project doorgezet. In 1998 is het zover, Toegangsprijzen: het Quartier Schützenstrasse project is af. Aldo Rossi heeft nooit zijn Locatie: Schützenstrasse te Schütproject af gezien, maar het is nu een van de kenmerkende gebouwen zent in Berlijn van Berlijn. Nu in 2006 staat het er nog net zo bij als in 1998.
onderdeel: gebouwanalyse post-muur gebouw samengesteld door: 3.5 + 3.1 (zie achterin)
125
29: Ludwig Erhard Haus Ontwerper
De ontwerper van het Ludwig Erhard Haus is Nicholas Grimshaw. Hij is geboren in Londen in 1939. Voor 1965 studeerde hij architectuur aan het College of Art School of Architecture en de Architectural Association School of Architecture in Edinburg. In 1967 Sloot hij zich aan bij het Royal Institute of British Architects. Van 1972 tot 1973 was hij hoogleraar architectuur aan de Barlett School of Londen. Een paar jaar later was hij gastdocent aan de universiteit van Cambridge. In 1981 ontwierp hij een bijzonder gebouw voor Vitra in Weil am Rhein. 2 jaar later was de expositie in het Centre Georges Pompidou in Parijs. Van 1988 tot1993 was er een expositie in de Royal Academy of Art in Londen. Hij deed mee aan talloze wedstrijden waaronder die voor het Britse paviljoen voor Expo 1992 in Sevilla en een luchthavenproject in Kuala Lumpur. In 1996 ontwerpt hij het Pusan High Speed Rail Complex in Zuid-Korea [3]. Ook was hij in dit jaar gastdocent aan de Southbank University in Londen. Vanaf 1997 heeft hij veel gebouwen ontworpen. Hij begon in 1997 met gebouwen zoals de Britse Ambassade in Berlijn [4] en de Photographers’ Gallery in Londen. In 1998 ontwierp hij Heathrow Terminal 3 en Heathrow Airport in het Verenigd Koninkrijk ook deed hij in dit jaar het Ludwig Erhard Haus in Berlijn en het Porsche Costumer Centre in Stuttgart. In 1999 deed hij het Bilbao Bus Station in Bilbao en Manchester Airport in Manchester in het Verenigd Koninkrijk. Het jaar erna deed hij het centraat station van leuven in Belgie. In 2001 deed hij de Beurshal Frankfurter Handelsmesse in Frankfurt, de IJburg-bruggen in Amsterdam, Millennium Point in Digbeth in Birmingham in het Verenigd Koninkrijk, National Space Science Centre in Leicesterin het Verenigd Koninkrijk en Seoul Dome in Seoul in Zuid-Korea.
Gebouwanalyse
126
1. Het Ludwig Erhard Haus ligt in het oud westen van de stad Berlijn. Om precies te zijn in het district Charlottenburg. Het gebouw staat in een dicht bebouwd deel omgeving. In de gebouwen die rond het Ludwig Erhard Haus heen staan zijn veel rechte hoeken te herkennen. In de buurt waar het Ludwig Erhard Haus staat zijn veel verschillende structuren te herkennen. Naast het gebouw ligt het station van de die-
onderdeel: gebouwanalyse post-muur gebouw samengesteld door: 3.2 + 3.3 (zie achterin)
29: Ludwig Erhard Haus rentuin. Vlak bij het Ludwig Erhard Haus staat het Excelsior hotel en het British Centre Theatre des Westens. Het gebouw ziet er aan de buitenkant uit als een soort schijven die met tussen verbindingen aan elkaar zijn vastgekoppeld. Binnen in het gebouw zijn meerdere grote atriums wat voor een ruimtelijk effect zorgt. Het gebouw is opgebouwd uit 15 stalen bogen. Aan deze bogen zit het glazen dak bevestigd. De stalen bogen zijn op de fundering vast bevestigd. Daarna is verdieping voor verdieping neergezet. 2. De hoofdvorm van het gebouw is een soort schelp. De ene kant van het gebouw bestaat uit een rechte strakke gevel om het in het straatbeeld te laten passen. De andere kant van het gebouw is een gevel die uitspringt in de omgeving. Dit maakt het gebouw zo bijzonder omdat het gebouw er aan alle kanten compleet verschillend uitziet. Bij dit gebouw is geen standaard hoofdvorm te kiezen omdat het gebouw niet is opgebouwd uit standaard ruimtelijke figuren. Het gebouw heeft een lengte van 97 meter en is 76 meter breed. Het hoogste punt van het gebouw ligt op 39 meter. Het gebouw bestaat uit acht verdiepingen en de bovenste verdieping is door de vorm van het dak op sommige plaatsen heel erg hoog. Ook de beneden verdieping is een stuk hoger dan de overige verdiepingen, dit zorgt voor een open ruimtelijk beeld. 3. In de buurt van de Ludwig Erhard Haus zijn veel verschillende façades te herkennen. In de stijl van de negentiende eeuw en in de architectonische stijl van 1950 tot 1960. Boven de straatgevel heeft het Ludwig Erhard Haus een platdak. Na enkele meters gaat het platte dak over in een gebogen dakconstructie. De dakconstructie bestaat uit vijftien bogen die van staal zijn gemaakt. Deze bogen worden onderling met elkaar verbonden door metalen dakdelen of glas. De afstanden tussen de bogen bedraagt 6,9 meter. De bogen van de dakconstructie staan aan weerskanten van het gebouw op de begane vloer bevestigd. Het glas wat zich in het dak bevindt zit boven de vides waardoor er in het gehele gebouw veel lichtinval is. Het Ludwig Erhard Haus heeft twee officiële ingangen. Een van de ingangen bevindt zich aan de noordkant van het gebouw. Deze ligt aan de Hardenbergstraße. De andere ingang bevindt zich op de zuid-west hoek van het gebouw aan de Kantstraße. Het gebouw bevat heel veel glaswerk waardoor er veel licht naar binnen valt. De deuren van de entree zijn van glas gemaakt. De twee vides die in het gebouw zitten dienen als buffer-
onderdeel: gebouwanalyse post-muur gebouw samengesteld door: 3.2 + 3.3 (zie achterin)
127
29: Ludwig Erhard Haus zone en zorgen voor veel licht. Ook binnen in het gebouw is veel gebruik gemaakt van glas. Zo zijn er muren, deuren, trapleuningen en dakkoepels van glas gemaakt. 4. Het Ludwig Erhard Haus is een beursgebouw. Dit gebouw draagt voor een deel mee aan de Berlijnse economie. Verder biedt het gebouw 850 werkplekken. Het gebouw bevat een conferentiezaal die kan worden onderverdeeld in drie aparte zalen. De conferentiezaal kan maximaal aan 480 mensen plaats bieden wanneer de drie zalen zijn geopend en een zaal vormen. Het gebouw heeft ook een kleine voordraagzaal waar ongeveer honderd personen kunnen verblijven. Vanaf alle honderd zitplaatsen is er optimaal zicht op het podium. Vaak worden er in deze zaal presentaties gehouden. Het gebouw heeft een kantine waar de werknemers hun pauze kunnen doorbrengen. Ook worden hier wel eens festiviteiten gehouden. De officiële opening van het Ludwig Erhard Haus was op 21 september 1998. Het gebouw wordt gebruikt voor economische doeleinden. In 1994 is men begonnen met de bouwwerkzaamheden voor het Ludwig Erhard Haus. Het gebouw is nu bijna acht jaar in gebruik. Het gebouw was voor de tijd waarin het gebouwd is erg modern. Inmiddels bijna acht jaar later is het nog steeds een vrij modern gebouw. Het gebouw heeft nog niet echt een eigen geschiedenis opgebouwd omdat het er nog maar vrij kort staat. Het gebouw bevindt zich in een zeer goede staat. Het is in de acht jaar tijd dat het gebouw in gebruik is altijd goed onderhouden. Het gebouw ziet er daarom ook nog mooi uit en de stalen constructie die je aan de buitenkant van het gebouw kan zien ziet er ook erg nieuw uit.
128
onderdeel: gebouwanalyse post-muur gebouw samengesteld door: 3.2 + 3.3 (zie achterin)
29: Ludwig Erhard Haus 5. De constructie die is gebruikt voor het Ludwig Erhard Haus is een stalenboog constructie. Verder is er veel glas toegepast wat aan het staal bevestigd is. Het grootste gedeelte van het gebouw is opgebouwd uit kolommen, zodat er meer vrijheid is om de muren in te delen. Het Ludwig Erhard Haus is vanbinnen erg licht afgewerkt. Binnen is er gekozen voor erg lichte kleuren wat het gebouw nog groter doet lijken. Samen met de glazen gevels krijg je dus een erg lichte werkomgeving. Ook wordt er binnen in het gebouw gebruik gemaakt van lichtkoepels. De vloeren die in het gebouw liggen zijn van een erg
lichte steen . Het meubilair wat in de kantoor ruimten wordt toegepast is voornamelijk van staal in combinatie met hout gemaakt. Deze materialen geven samen een mooie en rustige werkplek. 6. De opdrachtgever van het Ludwig Erhard Haus is de Kamer van Koophandel en Industrie Berlijn. Na de val van de Berlijnse muur was west Berlijn een vervallen stadsgedeelte. Om dit stadsdeel weer weder op te bouwen werden veel projecten gerealiseerd. Zodoende moest er ook een beursgebouw komen. In het programma van eisen stond dat het gebouw een aantal grote zalen moest hebben waar conferenties konden worden gehouden of waar veel mensen bij een kunnen komen voor een bepaalde gelegenheid. Deze zalen zijn info: er dan ook gekomen. Verder moest de werkplek erg licht zijn en het De locatie waar het Ludwig Erhard gebouw moest heel ruimtelijk overkomen. Haus ligt is in het oud-west Berlijn. 7. Wat de ecologische aspecten betreft is het gebouw vrij duurzaam. De materialen die zijn gekozen voor dit gebouw kunnen namelijk voor een groot gedeelte worden gerecycled. Ook is er voor een constructie gekozen die lang stand zal houden, zodat het gebouw lang mee kan gaan. Het gebouw heeft veel te betekenen voor Berlijn. Het is namelijk een plek waar een groot deel van de Berlijnse Economie wordt geregeld. 8. De bouwmaterialen die zijn toegepast voor het Ludwig Erhard Haus zijn voornamelijk glas, staal en beton. Deze materialen geven het gebouw een uitstraling. Door het gebruik van verschillende soorten glas kan de lichtinval bepaald worden. Zo heeft het dak een wat donkerder glassoort dan de gevels.
onderdeel: gebouwanalyse post-muur gebouw samengesteld door: 3.2 + 3.3 (zie achterin)
Dit is een goede locatie omdat er veel verschillende openbaarvervoerslijnen in de buurt een station hebben.[10]
Het Ludwig Erhard Haus is te bereiken via de S-Bahn lijn 5, 7, 9 en 75. Ook kan je het Ludwig Erhard Haus bereiken via de U-Bahn lijn 2, 9 en 15. Wanneer je de S-Bahn of de UBahn neemt, moet je uitstappen op het station Zoolog, Garten. Met de bus kan je het Ludwig Erhard Haus bereiken met de lijnen 9, 34, 100, 109, 110, 119, 129, 145, 146, 149, 200, 204, 219, 245 en 249. [11] Website voor meer informatie www.lehem.de www.berlin.de www.spacemodulator.de
129
30: Bauhaus Archiv Ontwerper
Walter Gropius (Berlijn, 18 mei 1883 – Boston, 5 juli 1969) was een Duits (later Amerikaans) architect. Gropius was van 1911-1929 getrouwd met Alma Schindler, de weduwe van componist Gustav Mahler. Hun dochter Manon (geboren 1916) stierf in 1935 aan polio. - In 1911 bouwde Gropius de Fagusfabriek in Alfeld, de eerste fabriek waarvan de wanden vrijwel geheel van glas waren. - In 1919 was Gropius de oprichter van Bauhaus, een toonaangevende academie voor architectuur en toegepaste kunst; tot 1928 bleef het onder zijn leiding staan. Rond deze tijd werd Gropius samen met Le Corbusier, Ludwig Mies van der Rohe en J.J.P. Oud gerekend tot de Grote Vier van de bouwkunst. - In 1933 vertrok Gropius naar het Verenigd Koninkrijk, en in 1937 naar de Verenigde Staten, waar hij hoogleraar werd aan de Harvard-universiteit. Hij werkte nauw samen met de van oorsprong Hongaarse architect Marcel Breuer, die hij nog kende uit de Bauhaus-periode (en die net als hij was gevlucht voor de nazi’s). - Met een aantal jongere architecten vormde Gropius in 1945 TAC (The Architect Collaborative).
Geschiedenis
Het Bauhaus was een opleiding voor beeldende kunstenaars, ambachtslieden en architecten die van 1919 tot 1932 eerst te Weimar en later te Dessau was gevestigd. De Belgische architect-schilder Henry van de Velde heeft bij zijn afscheid als directeur van de Großherzoglich-Sächsiche Hochschule für Bildende Kunst te Weimar, in 1918, de Duitse architect Walter Gropius voorgedragen als zijn opvolger. In 1919 voegt Gropius zijn school samen met de Grossherzoglich-Sächsische Kunstgewerbeschule tot het nieuwe Staatliches Bauhaus Weimar. Zijn zowel theoretisch als praktisch in toepassing gebracht programma is een synthese van plastische kunsten, ambachtelijke techniek en industrie. Gropius’ studenten ontwerpen er efficiënte, elegante meubelstukken en gebruiksvoorwerpen. Strak van lijn, eenvoudig van vorm, zeer functioneel. De opklapbare meubels, bedoeld voor de klein uitgevallen arbeiderswoning, of de vrijgezellenkast op wieltjes die je aan twee kanten kan openen, vallen op in het gamma. Multifunctionaliteit lijkt heruitgevonden door Bauhaus. (PS. Multifunctioneel meubilair verschijnt voor het eerst in de 15de eeuw in Engeland in de kleine leefruimten voorzien voor het personeel van de landhuizen.) De Zwitserse schilder Johannes Itten gaf er een spraakmakende Vorlehre-
130
onderdeel: gebouwanalyse pre-muur gebouw samengesteld door: 5.2 + 5.3 (zie achterin)
30: Bauhaus Archiv cursus, bedoeld tot het stimuleren van de zelfwerkzaamheid. Na Itten, in 1923, kregen Paul Klee en Lazlo Moholy-Nagy die taak toegewezen. Andere vooraanstaande Duitse kunstenaars als Wassily Kandinsky, Lyonel Feininger, Georg Muche en Oskar Schlemmer maakten deel uit van het lerarenkorps. Bauhaus is zowel een kunstenaarsschool, een pedagogisch project als de wieg voor het Bauhaus-ontwerp. De kunstenaarsschool evolueert van een academie voor kunst & architectuur naar een fenomeen. De nieuwe gebouwen in Dessau, zelf ontworpen door Gropius wanneer het Bauhaus Weimar in 1925 moet verlaten, zijn even spectaculaire voorbeelden van moderne architectuur als het project van de nieuwe arbeiderswijk in Dessau. In de school zelf wordt les gegeven op een manier die nooit eerder is vertoond. De studenten mogen, ja moeten hun eigen creativiteit exploreren in het werken met de meest diverse materialen. Er wordt bewust en gedreven gezocht naar een architectuur die maatschappelijke impact heeft. Vele docenten en studenten geloven dat een betere architectuur en woonomgeving mensen beter laat worden, en uiteindelijk mede leiden tot een veranderde (en in de ogen van het Bauhaus dus verbeterde) wereld. Van zodra mensen in luchtige, zonnige ruimtes kunnen wonen, in simpele woonblokken zonder enige versiering, zouden ze als vanzelf anders gaan leven, meer solidair en gelukkig. In 1925 verhuisde het Bauhaus naar Dessau. Daar bouwden ze een nieuw complex, in een soort van molenwiekpatroon van verschillende gebouwen. Er was een gebouw voor lessen, een gebouw voor de studenten, een gecombineerd gebouw voor auditorium en restaurant,
onderdeel: gebouwanalyse pre-muur gebouw samengesteld door: 5.2 + 5.3 (zie achterin)
131
30: Bauhaus Archiv een atelier, en een bruggebouw waarin zich de administratie bevond, en de kantoren van Walter Gropius en zijn architectenbureau. Bij de verhuizing naar Dessau, worden nog nieuwe industriële vormgevingen aan het programma toegevoegd, als reclametechnieken, fotografie, typografie, tentoonstellingenproblematiek. De eigen uitgave van de Bauhausbücher met geschriften van oa. Piet Mondriaan, Theo van Doesburg, Kandinsky, Klee, Kasimir Malevitch en Gropius zelf draagt uiteraard bij tot de bekendheid van het Bauhaus. In 1928 verlaat de stichter Gropius het Bauhaus en wordt hij opgevolgd door Hannes Meyer, die in 1930 opgevolgd wordt door Ludwig Mies van der Rohe. Het Duitse nationaal-socialisme wilde het Bauhaus niet verder en verplichtte de uitwijking, in 1932, naar Berlijn. Nauwelijks een jaar later werd het onderwijs verplicht opgedoekt. Zowel leraren als leerlingen verspreidden zich, na 1933, over de westerse wereld en vooral in Amerika propageerden onder anderen Gropius, Mies van der Rohe, Joseph Albers, Moholy Nagy en Marcel Lajos Breuer verder de ideeën van het Bauhaus o.a. aan het Black Mountain College te North Carolina. Na W.O. II werd weer in West-Duitsland in de geest van het Bauhaus onderwezen info: in de Hochschule für Gestaltung te Ulm tot de school gesloten werd Nollendorfplatz U1, U2, U4, U12, U15, in 1968. U6 Kochstraße Citaat: ‘Architecture begins where engineering ends.’ 8. De constructie van het gebouw is gemaakt van gewapend beton en staal. Er is veel glas gebruikt bij de aankleding van de buitenkant van het gebouw. Het Bauhaus Archiv is opgebouwd uit meerdere gebouwcomplexen. Deze zijn wel met elkaar verbonden.
Bauhaus Archiv Klingelhöferstraße 13-14 10785 Berlin http://www.bauhaus.de
Openingstijden: Geopend op woensdag tot maandag van 10.00 - 17.00. Entreeprijzen: Volwassenen: Kinderen:
132
onderdeel: gebouwanalyse pre-muur gebouw samengesteld door: 5.2 + 5.3 (zie achterin)
€ 4,€ 2,-
31: Staatsbibliothek Ontwerper
Bernhard Hans Henry Scharoun is geboren op 20 september 1893 in Bremen en is overleden op 25 november 1972 in Berlijn. Na zijn eindexamen in Bremerhaven in 1912 ging Scharoun vanaf 1914 architectuur studeren aan de Technische Hogeschool in Berlijn, maar hij maakte deze studie echter niet af. Toen hij 16jaar oud was maakte hij al zijn eerste ontwerp, toen hij 18 was nam hij voor het eerst deel aan een architectuurwedstrijd voor de modernisering van een kerk in Bremerhaven. In 1914 melde hij zich als vrijwilliger voor de 1e wereldoorlog. Na de oorlog werd hij door zijn vroegere mentor Paul Kruchen geholpen aan een wederopbouw project, waarin hij een groot aantal projecten uitwerkte en kunsttentoonstellingen inrichtte voor de expressionisten. vanaf 1919 heeft hij zich aangesloten bij een expressionistische architectengroep “Gläserne Kette”. In 1927 bouwde Scharoun een woonhuis. Tijdens het socialisme is Scharoun toch in Duitslad gebleven, terwijl veel van zijn vrienden en collega’s wel naar het buitenland vertrokken. Hij bouwde in die tijd een aantal eensgezins-woningen. Vanaf toen moest hij ook zijn huizen die hij wilde bouwen aanpassen aan de door de politiek gestelde bouwvoorschriften. Tijdens de oorlog legde hij al zijn ideeën over architectuur vast. Hij bereidde zegmaar de tijd voor die zou komen, als de oorlog zou zijn beëindigd. Na het einde van de 2de wereldoorlog werd hij door de geallieerden benoemd tot leider van de stadbaurat in het Magistraat. Hij stelde in de ruïne van de ‘Berliner Stadtschlosses’ zijn ideeën voor de wederopbouw van Berlijn voor. In 1946 werd hij professor aan de faculteit Architectuur aan de Technische Hogeschool van Berlijn. Hij heeft na de oorlog een aantal aansprekende gebouwen gebouwd, zoals het Geschwister-Scholl-Gymnasium in Lünen (1956-62) en de beroemde Philharmonie in Berlijn (1956-63). Het gebouw van de Duitse ambassade dat hij in Brazilië heeft gebouwd (1963-69), is het enige gebouw dat hij buiten Duitsland heeft gerealiseerd. Een aantal van zijn belangrijkste bouwwerken is pas na zijn dood afgemaakt. Het betreft hier het Duitse Scheepvaartmuseum in zijn geboortestad Bremen, het theater in Wolfsburg en de ‘Staatsbibliothek Stiftung Preussischer Kulturbesitz’. Na zijn overlijden is Edgar Wisniewski in 1979-1984 verder gegaan met de bouw van de Staatsbibliotheek. Op 25 november 1972 overlijdt hij op 79 jarige leeftijd in Berlijn.
Gebouwbeschouwing
1. Dit gebouw van de staatbebliotheek berlijn is gelegen aan de Potsdammerstrasse, nummer 33. (aan de Unter Dem Linden is namelijk ook een
onderdeel: gebouwanalyse pre-muur gebouw samengesteld door: 2.5 + 2.1 (zie achterin)
133
31: Staatsbibliothek bibliotheeksgebouw gevestigd) De staatsbibliotheek ligt op een steenworp afstand van het philharmonie gebouw, waarvan Schauron ook de architect was. De Neue Nationalgalerie van Mies van der Rohe (gebouwd tussen 1962 en ’63) staat ook in de buurt en wel op Potsdammerstrasse 50. en er staan nog een paar grote gebouwen op enige afstand. Maar zoals op afbeelding 1 is te zien wordt het zicht niet belemmerd door die gebouwen. De hoofdstraat loopt er dwars voor langs. Het gebouw ziet er behoorlijk massief uit met die zogenaamde bult (het magazijn) op zijn rug. Daarentegen zijn de laagste verdiepingen (leeszalen en vergaderruimtes) voorzien van veel ramen, dat geeft een meer open structuur naar zijn omgeving toe. Het gebouw steekt duidelijk af in zijn omgeving, mede door zijn grootte en afmetingen (zie hoofdvorm en afmetingen). De hoofdingang is aan de kant van de Potsdammerstrasse en is ongeveer in het midden geplaatst. Dit gebouw is een onderdeel van het ‘kulturforum’, dat is een groep gebouwen die allemaal een culturele achtergrond hebben, zo hoort ook het ‘Philharmonie’ en de neue nationalgalerie tot de ‘kulturforum’. 2. De hoofdvorm van het gebouw is rechthoekig. Het hoge gedeelte is een soort opgerekte ruit, die wordt doorgetrokken in het lagere gedeelte. Het lagere gedeelte, rechts van de hoofdingang, heeft een grillige vorm meegekregen. Als je de plattegrond zo bekijkt lijkt het allemaal een beetje onpraktisch met al die kromme en organische lijnen. De gezamenlijke nuttige oppervlakte is 78200 m2. De staatsbibliotheek zelf is 70640 m2, de leeszaal is 9300 m2 en het Amerikaanse instituut dat tevens hier is gevestigd 7560 m2. de lengte van het gebouw is 229 m en de breedte 152 m terwijl de maximale hoogte ook zo’n 42 m bedraagd. Bovengronds telt het complex 10 verdiepingen en ondergronds ook nog 2, in totaal dus 12 verdiepingen. En in het magazijn kunnen 5,4 miljoen boeken worden opgeslagen, ook de twee verdiepingen onder de grond worden onder andere gebruikt voor de opslag van literatuur.
134
onderdeel: gebouwanalyse pre-muur gebouw samengesteld door: 2.5 + 2.1 (zie achterin)
31: Staatsbibliothek 3. De vorm van het dak is in principe overal ‘plat’ uitgevoerd. Als je naar het magazijn (zogenaamde bult op het gebouw) kijkt zie je vanaf de voorkant gezien een van links naar rechts oplopend dak, ongeveer op de helft begint dan ook het echt vlakke gedeelte, wat het gebouw dynamisch maakt. Het dak van het lagere en gelijk ook bredere gedeelte is opgebouwd uit een soort van glazen schubben (driehoekig) voor daglichttoetreding, het lijkt een klein beetje op de dakvormen van het operagebouw in Sydney. Er liggen verspreidt over het lager gelegen dak glazen koepels voor lichtinval.. Er zijn twee entrees, de hoofdentree en de zij-entree. De hoofdentree ligt aan de westzijde, aan de Potsdammerstrasse, en de zij-entree ligt meer aan de noordzijde van het gebouw. In het magazijn zijn maar een beperkt aantal, veelal kleine, ramen geplaatst, waardoor het massief overkomt. Daarentegen in de leeszalen en andere faciliteiten op de lagere verdiepingen heeft men juist veel ramen aangebracht, zodat er weinig gebruik hoeft te worden gemaakt van kunstlicht. Aan de buitenkant zijn verder geen deuren dan een aantal ‘achterdeurtjes’. De entree ligt een klein beetje verscholen onder het dak, waardoor het niet direct precies duidelijk is waar de hoofdentree is. 4. De verschillende gebouwen zijn door de jaren heen verschillende keren aangepast aan de toen geldende maatstaven en de technische mogelijkheden op dat moment. Heel kort de geschiedenis van de staatsbibliotheek in Berlijn, het gaat hier in eerste instantie niet om het gebouw aan de Potsdammerstrasse, maar om de staatsbibliotheek in het algemeen. Vanaf het jaar 1661 tot aan 1701: Churfuerstliche bibliotheek in cöln an der spree. Die openlijk toegankelijk was via de apotheek Tussen 1701 en 1918 was het de Königliche Bibliothek zu Berlin In 1784 verhuisde men naar de ‘kommode’* aan de Opernplatz (de huidige Bebelplatz). En in 1914 verhuisde de staatsbibliotheek naar het gebouw aan de Unter dem Linden. Van 1918 tot 1945 heette het de Preussische Staatbibliotheek. Tijdens de 2de wereldoorlog werden de boeken verplaatst naar 30 verschillende plaatsen in het toenmalige Duitse rijk. Na de verdeling van Duitsland na de oorlog kwam de literatuur terecht in de 4 bezettingszones en Polen. Toen kwam er een bibliotheeksgebouw in Oost-Berlijn en één in West-Berlijn. De bibliotheek heeft toen nog een aantal naamswijzigingen ondergaan in Oost-Berlijn. De bibliotheek van West-Berlijn bevond zich eerst niet in West-Berlijn, maar in 1946 was alle literatuur uit alle delen van de Amerikaanse bezettingzone in Marbur an der Lahn samengebracht.in 1948 zijn is de literatuur uit de Franse bezettingszones overgebracht. Pas tussen 1964 en ’68 zijn ze verhuisd naar West-Berlijn, waar de bibliotheek van 1968 t/m 1991 ‘Staatsbibliothek Preussischer kulturbesitz’ heette. Tussen 1967 en 1978 is het nieuwe bibliotheeksgebouw aan de Potsdammerstrasse gebouwd.
onderdeel: gebouwanalyse pre-muur gebouw samengesteld door: 2.5 + 2.1 (zie achterin)
135
31: Staatsbibliothek Het begon in 1963, toen er een wedstrijd werd uitgeschreven, waarbij 11 architecten werden uitgenodigd om een ontwerp te maken voor de nieuwbouw van een bibliotheeksgebouw in West-Berlijn. Op 9 juli 1964 werd bekent dat Hans Scharoun de winnaar was geworden, zijn in het stadsgezicht geïntegreerde gebouw werd als meesterlijk betiteld. Nadat men geschikte mensen had gevonden die de leiding over de bouw op zich zouden nemen, besliste de schenkingsraad dat ibero-amerikanische-Institut de nieuwe staatsbibliotheek mocht gaan bouwen. Op 10 oktober 1967 werd de eerste steen gelegd. Het gebouw moest 4 miljoen boeken kunnen bevatten. In de zomer van 1969 begint de tweede en essentiële deel van de bouw, met het centrale leesgedeelte, evenals het hoge magazijncomplex. In juni 1971 wordt een noodgebouw geplaatst om de boeken en literatuur op te vangen die vanuit Marburg worden overgebracht naar het nieuwe gebouw. Echter in 1972 word dit noodgebouw door een orkaan zwaar beschadigd, daarom word de collectie overgebracht naar de Rijksdag. Op 25 november van hetzelfde jaar sterft Hans Scharoun op de leeftijd van 79 jaar. Toen heeft de architect Edgar Wisniewski het proces verder geleid. In 1973 is de ruwbouw afgerond. Op 15 december 1978 wordt het gebouw na 20 jaar van plannen en 11 jaar bouwen opgeleverd, zodat het in gebruik kan worden genomen. Het gebouw telt 600 leesplaatsen evenals 2 zalen voor speciale vergaderingen met samen 580 plaatsen. *onder keizer Friedrich II, werd het nieuwe bibliotheeksgebouw aan de Opernplatz geöpend. De voorgevel van het nieuwe gebouw die terugging tot het nooit gerealiseerde ontwerp van Fischer voor de Wiener Hofbrug, geeft de bibliotheek al vlug de bijnaam “kommode” Vanaf 1 januari 1992 werden beide bibliotheken verenigd tot de ‘Staatsbibliothek zu Berlin, Preussischer kulturbesitz’. De staatsbibliotheek is een publiek toegankelijk gebouw en de diensten van de informatiebibliotheek is uitgebreid met universele historische en huidige literaire verzamelingen. De hele collectie is verdeeld over een aantal gebouwen. Het gebouw aan de Potsdammerstrasse is voltooid in 1978 en het werd dus wel tijd voor een vergaande sanering op het gebied van technologie en asbest. Alle asbest die in het gebouw wordt, zover mogelijk, verwijdert en vervangen door materialen die niet schadelijk zijn. Ook moest de bibliotheek mee met de huidige technologische ontwikkelingen, zoals de computer. Daarom heeft men over kabelgoten in de vloer gemaakt, zodat een complex computernetwerk kon worden aangelegd. Men is nu ook nog druk bezig met de verdere modernisering van het gebouw en dat zal nog enkele jaren doorgaan. Dit gaat allemaal bij elkaar ongeveer € 64 miljoen kosten. *onder keizer Friedrich II, werd het nieuwe bibliotheeksgebouw aan de Opernplatz geöpend. De voorgevel van het nieuwe gebouw die terugging tot het nooit gerealiseerde ontwerp van Fischer voor de Wiener Hofbrug, geeft de bibliotheek al vlug de bijnaam “kommode” 5. Als je bij de hoofdingang naar binnen gaat kom je eerst in een grote ingangszone, van-
136
onderdeel: gebouwanalyse pre-muur gebouw samengesteld door: 2.5 + 2.1 (zie achterin)
31: Staatsbibliothek waar je naar de rest van het gebouw kunt gaan. Op de begane grond en op de eerste verdiepingen zijn de leeszalen te vinden en de aanwezige vergaderruimten. Op de hoger gelegen verdiepingen bevindt zich, zoals al eerder gezegd, het magazijn en archief van de bibliotheek. Het interieur is erg licht van kleur te noemen. De ondersteuningskolommen en afscherming van de vloeren is uitgevoerd in wit, terwijl de scheidingswanden uitgevoerd zijn in hout. Het meubilair daarentegen in bijvoorbeeld de leeszaal is zwart van kleur. Het interieur in voorzien van veel lampen en grote raampartijen, waardoor er voldoende licht aanwezig is voor de mensen die in de bibliotheek willen lezen. Het plafond van de leeszaal daarentegen is erg donker van kleur. 6. De opdrachtgever voor de bouw van het bibliotheeksgebouw aan de Potsdammerstrasse is de ‘Stuftungsrat der SPK (Stiftung Preußischer Kulturbesitz.) In het originele gebouw moesten minimaal 600 leesplaatsen aanwezig zijn, tevens moesten er een aantal vergaderzalen worden gebouwd. Er moest een mogelijk worden opengehouden om de capaciteit van het boekenbestand te kunnen vergroten. 8. De zijwanden van het magazijn zijn bekleed met goudgekleurde, geanodiseerde aluminiumplaten die het karakter van het gebouw bepaald. Het Philharmonie gebouw is ook bekleed met deze geanodiseerde aluminium platen, zodat ze een eenheid vormen (Kulturforum). Aan de binnenzijde van het gebouw is veelvuldig gebruik van beton en hout gemaakt, deze twee materialen geven een sterk contrast, het beton is wit uitgevoerd, terwijl het hout gewoon bruin is.
info:
Haus Postdamer Strasse Staatsbibliotheek zu Berlin Potsdamer strasse 33 D-10785 Berlin (Tiergarten) maandag-vrijdag 09:00-21:00 zaterdag 09:00-19:00 S-Bahn: Lijn 1 en 2 U-Bahn: Lijn 2 Potsdammerplatz Bus: Lijn 129,148,200 en 348 internet: www.staatsbibliothek-berlin.de de bibliotheek is voor iedereen vrij toegankelijk
onderdeel: gebouwanalyse pre-muur gebouw samengesteld door: 2.5 + 2.1 (zie achterin)
137
32: Fernsehturm Ontwerpers
De fernshethurm is ontworpen door een aantal architecten, de twee belangrijkste zijn fritz dieter en Gunter franke. Van Gunter Franke is niet zo veel bekend, wel was hij hoofdverantwoordelijk bij het ontwerpen van de fernsehturm. Hij is geboren in Zweden maar heeft bijna zijn hele leven in Duitsland, heeft daar zijn studies gedaan en is zowel architect als constructeur geweest, in 1998 is hij overleden op de leeftijd van 63 jaar. Fritz dieter is wel een bekend persoon, maar dat heeft hij niet echt te danken aan zijn gebouwen die hij heeft ontworpen, alleen de Fernsehturm is een bekend gebouw. Hij is meer bekend geworden door zijn betrokkenheid bij de politieke partij de DDR. F. Dieter heeft maar een paar gebouwen ontworpen, zoals de Textilfabriek, Berlin-schonefeld vliegveld, Fernsehturm, milchhof en een school in Damascus.
Milchhof-Berlijn.
1931 1950-55 1956-68 1969 1970 1971 1980 1990 1993 1996 2002
Textielfabriek.
Geboren in Burg b. Magdeburg. Architectuurstudie. Medewerker bij IPRO. Project begeleiden in Frankfurt. Samenwerking met TU Dresden. Architect bij schonefeld. Docent aan de bedrijfsacademie in Zweden. Hoofdarchitect bij ingenieursbureau schonefeld. (bouwplanning) Hoofdarchitect bij ingenieursbureau schonefeld. (bouwplanning) Gestopt met werken. Overleden in berlijn.
Gebouwanalyse
De Fernsehturm staat bij de Alexanderplatz, Alexanderplatz heeft zijn naam te denken heeft aan het bezoek van tsaar Alexander I in 1805. Het wereldberoemde plein heeft zijn voorstedelijke karakter tot halverwege de 19de eeuw behouden. Alexanderplatz was altijd de thuisbasis van veemarkten en de nabijgelegen kazernes gebruikten het plein als voor hun oefeningen. Na de vestiging van het spoorwegennetwerk van de S-Bahn in 1882, de centrale markthal in 1886, het Tietz warenhuis in 1904-11 en de ondergrondse spoorwegen vanaf 1913 werd: ‘Alex’ (zoals het in de volksmond wordt genoemd) het meest belangrijke verkeers- en winkelgebied van Oost-Berlijn. De meest opvallende objecten hier zijn het bronzen ‘Berolina’ en de Fern-
138
onderdeel: gebouwanalyse pre-muur gebouw samengesteld door: 5.4 + 5.5 (zie achterin)
32: Fernsehturm sehturm, die onmiddellijk opvalt. Met zijn lengte van 368 meter is het de op een na hoogste gebouw van Europa. Helaas is er tijdens de Tweede Wereldoorlog weinig meer van Alexanderplatz overgebleven. Het huidige plein is dus opgebouwd vanaf 1960. Het open plein werd al snel groter en groter en verloor zijn samenhangende karakter aan een vormloos en saai gebied. Tegenwoordig is het een plein en verkeersknooppunt in het oostelijk deel van Berlijn. Dagelijks komen er meer dan 300.000 mensen. Het plein ligt in het stadsdeel mitte en wordt in de volksmond Alex genoemd 5. De toren kent twee hoofdvormen, namelijk een cilinder en een bol, de cilinder bestaat uit betonnen ringen en de bol is een geraamte van ribben bekleed met metaal en glas. Een verdieping in de bol, ingericht als restaurant draait twee keer per uur. De entree is ingericht als een winkel waar je allerlei souvenirs kunt kopen. De bouw De bouw van de fernsehturm duurde 53 maanden en werd 3 oktober 1969 in bedrijf genomen. In 1995/96 is de binnenkant geheel gerenoveerd en de technische installatie geheel Vernieuwd voor de renovatie was het bezoek aan De toren niet echt een plezier, en daar is nu Welverandering in gekomen en dat kan je wel zien aan het bezoekers aantal de toren trekt Namelijk elk jaar ruim één miljoen bezoekers, die genieten van het grootse uitzicht op de stad. - Diameter betonnen schacht 32 m - 2 persoonsliften voor vervoer van toeristen 1 lift voor transport van technische apparaten - trap (made of steel) 986 Steps - Observation Deck 203,78 m – Hoogte van de toren 368,03 m - Hoogte van de betonnen schacht 250 m - gewicht van de betonnen schacht 26.000 t - Hoogte van de bol 212 m - gewicht van de bol 4.800 t - hoogte van antenne 118 m
Lift
In de jaren 70.
Op de eerste verdieping beginnen de twee personen liften die je binnen enkele Tellen met een snelheid van 6 meter per seconde bij het panorama dak brengen Om vandaar te genieten van een uitzicht op de stad. De lift heeft een capaciteit Van 15 personen, de acceleratie van de lift 1,7 m/s ^2 was ook ver weg de Snelste lift in die tijd veel mensen hebben daar dan ook last. Voor het transporteren Van de technische apparaten is een derde lift gebouwd deze wordt tegenwoordig gebruikt door de medewerkers van het Duitse telecom bedrijf die werkzaamheden uitvoeren aan de top van de toren.In 1986 zijn de oude liften vervangen door nieuwe En nog snellere liften, nu sta je binnen 38 seconde boven en dat is twee seconde sneller dan
onderdeel: gebouwanalyse pre-muur gebouw samengesteld door: 5.4 + 5.5 (zie achterin)
139
32: Fernsehturm met de oude liften, in geval van een defecte lift zijn er in de twee personen een speciale deur aangebracht zodat in geval van nood de ene lift de mensen uit de Andere kan halen. In geval van brand of andere noodgevallen zijn er nog twee evacuatie glijbanen een van 188 meter en een van 192 meter waardoor De bezoekers zich dan veilig kunnen stellen.
De geschiedenis
De geschiedenis van de belijnse televisie toren hangt samen met de scheiding van Duitse rijk en met het nieuwe gezicht van Berlijn na de tweede wereld oorlog. De vroegere DDR (Duitse Democratische Republiek) vond het noodzakelijk om een machtige zender te bouwen midden in het oostelijke deel van de stad Berlijn. En tevens moest het gebouw een architectonis en politiek symbool zijn voor de stad. (en Duitsland) Het was in de eerste plaats de bedoeling om de toren te bouwen op de muggelberg in de wijk Kopenick, maar in 1969 toen de manager Walter Ulbricht van de DDR naar lang discussiëren definitief geen toestemming gaf om de toren daar te bouwen, en terwijl de bouw al was begonnen moest men dus snel op zoek naar een andere bouwplaats. Al snel was men het er over eens dat de toren dan maar bij de Alexanderplatz moest komen vakbij het merkwaardig en gedeputeerde monument Palast der Republiek. De fernsehturm is tegenwoordig nog steeds voor veel mensen een symbool van macht en politiek, en is zeker geworden wat de opdrachtgevers voor ogen hadden, Berliner Fernsehturm …immer das hóchste erlebnis. 8. De toren bestaat uit drie delen de betonnen schacht, de metalen bol en de antenne. De schacht is opgebouwd uit betonnen ringen die op elkaar gestort zijn, met hierin het beton wapening. De binnenkant van de schacht is bekleed met brandwerend materiaal. De bol bestaat uit een geraamte van stalen ribben, de buitenkant van de bol is bekleed met roest vast stalen platen en glas. Er is eenverdieping in de bol die info: Berliner Fernsehturm rond draait, Panoramastr. 1A althans een D-10178 Berlin tweede vloer, Train and Subway Alexanderplatz) de wanden
[email protected] draaien niet mee. Maart - October: 9.00 - 24.00 November - February: 10.00 – 24.00 De antenne Entree: Volwassen 8.00 € bestaat uit kinderen jonger dan 16 3.50 € een metalen Actueel, Tijdens het wereld kamkoker met pioenschap voetbal 2006 is de bol van de toren verandert in een voetdaarin bal, de bal is bekleed met een doek alle zendap- zodat hij er uit ziet als een voetbal. paratuur. *) reserveren bij de receptie 5,50 euro Tel. +49 (0) 30/242 33 33
140
onderdeel: gebouwanalyse pre-muur gebouw samengesteld door: 5.4 + 5.5 (zie achterin)
33: Neue Nationalgalerie Ontwerper
Ludwig mies van der Rohe is geboren in Aachen op 27 maart, 1886. Op zijn negentiende verhuisde hij naar Berlijn, waar hji ging werken voor Bruno Paul, een architect en meubilair ontwerper. Later werkte hij voor ander architecten, tot hij in 1912 een eigen bedrijf begon. Een jaar later trouwde hij. Na de eerste wereldoorlog ging hij zich meer verdiepen in het bouwen van wolkenkrabbers. In 1912 ontwierp Ludwieg voor een competitie twee torens. Deze in staal en glas uitgewerkte gebouwen zijn nooit gerealiseerd. Maar het gaf al wel de vorm weer van de hoogbouw die later zou verschijnen. In 1921 eindigde zijn huwelijk. In 1927 ontwierp hij een van zijn bekendste gebouwen: The german pavilion van het international exposition in Barcelona. In dit gebouw was het mogelijk de niet dragende binnenwanden, gemaakt van glas en marmer, te verplaatsen. Dit idee van ‘fluid space’ werd later in meer gebouwen toegepast. Kenmerkend van Ludwig Mies van der Rohe was dat hij ook het
German pavilion, Barcelona
farnsworth house’
BM Building, Chicago
interieur ontwierp, dat uiteraard bij het gebouw past. In 1930 ontmoet hij de New York architect Phillip Johnson. Waar hij een tijd mee samen werkt. Hij was directeur van het ‘bauhaus’ geworden, tot hij dat in 1933 onder druk van het nazi-regime moest opgeven. Hij verhuisde naar de verenigde staten in 1937. Hij ontmoet in Chicaco, Lora Marx, waar hij de rest van zijn lever een relatie mee heeft. Van der Rohe ontwikkeld daar zijn eigen stijl: het ‘steel-and-glass slyle’. In 1944 was hij officieel Amerikaans inwoner geworden. In de tijd die volgt ontwerpt hij steeds meer gebouwen, o.a. het wereldberoemde gebouw het ‘farnsworth house’. In de jaren 50 werden zijn concepten van het flexibel bouwen op steeds grotere schaal uitgevoerd. zoals the ‘twin towers’ in Chicago en de 160 meter hoge ‘‘seagram’ building’ in New York. Voor alles wat hij in zijn carrière heeft bereikt ontving Mies van der Rohe in 1959 de ‘orden pour le merite’(Duitsland) en in 1963 de ‘presinential medal of freedom’(USA). In 1962 werd hij uitgenodigd om het ‘Neue National Gallerie’ te ontwerpen. Ludwig Mies van der Rohe heeft de opening van het ‘Neue National Gallerie’ in 1968 niet meer kunnen bijwonen. Hij stierf in Chicago, op 17 Augustus, 1969.
Gebouwanalyse
De bouw begon in Augustus 1965. De materialen waaruit het gebouw is opgebouwd, hiermee bedoelen we de dragende constructie, zijn voornamelijk: staal, glas en gewapend beton. Allereerst werd er een grote put gegraven, op 22 september legde Mies van der Rohe de grond-
onderdeel: gebouwanalyse pre-muur gebouw samengesteld door: 5.5 + 5.1 (zie achterin)
141
33: Neue Nationalgalerie steen. Vervolgens werd de stalen constructie van het dak gemaakt. Deze bestaat uit een groot aantal cassettes die aan elkaar bevestigd worden zodat er een oppervlakte van 65 bij 65 meter ontstond. Dit gebeurde gewoon op de grond, zodat er makkelijk gewerkt kon worden. Vervolgens werd op 5 april 1967 de 1250 ton zwaar wegende constructie met behulp van 8 hydraulische pompen op 8,74 meter gebracht. Op dat moment werden ook de zwart stalen kolommen [9] geplaatst. Daarna konden de glazen panelen worden geplaatst en het gebouw verder worden afgemaakt. Zo werd er onder andere een granieten vloer gelegd op het terras. Deze vloer bestond uit platen van 1,20 bij 1,20 meter. Door de keuze van materialen en de manier waarop deze werden verwerkt, creëerde Mies van der Rohe een tijdloos gebouw. Wat voor die tijd, en nu nog steeds zeer modern is. 2. Er moest een nieuw gebouw ten westen van Berlijn voor de toenemende verzameling van kunst. Daarom werd er besloten een nieuw museum te laten bouwen. Dat museum werd het Neue Nationalgalerie, ontworpen door Ludwig Mies van der Rohe. Het was het eerste museum dat werd geopend in het toekomstige Kulturforum Potsdamer Platz. Het nieuwe museum verenigde de inzameling van de Alte Nationalgalerie en the Gallery of 20th Century Art. In het museum zijn daardoor ook veel schilderijen en sculpturen te vinden van Europese kunstenaars zoals: Munch, Kirchner, Picasso, Klee, Feininger, Dix en Kokoschka. Variërend van klassieke tot moderne kunst. Het gebouw heeft ongeveer 5000 m2 aan expositieruimte en ongeveer 800 meter muur voor expositiegebruik. Een groot gedeelte van deze ruimtes bevinden zich in de ‘sokkel’ van de constructie, dus onder de staal-glas constructie.
142
5. Het museum bestaat uit twee delen: het bovengelegen zichtbare gedeelte, en een ondergelegen ruimte. In het bovengelegen gebouw, bevinden zich de twee ingang, hier is tevens de garderobe. Vanuit deze ruimte
onderdeel: gebouwanalyse pre-muur gebouw samengesteld door: 5.5 + 5.1 (zie achterin)
33: Neue Nationalgalerie zijn er twee trappen die naar de ondergelegen ruimte leiden. Deze ruimte wordt benut voor expositieruimte, restaurant en bibliotheek. Hier zijn de dragende muren en kolommen te vinden die het bovenliggende gebouw ondersteunen. Uitspraak van Mies van der Rohe: “Weniger ist mehr” De ontwerpen van van der Rohe zijn meestal zo slank en strak mogelijk uitgevoerd. Door gebruik te maken van de zwart-stalen en betonnen kolommen, met daartussen glas, krijgt het gebouw een zeer ‘open’ karakter. Dit is in bijna al zijn gebouwen terug te vinden.
info:
Openingstijden Mon closed Tue 09:00 a.m. - 6:00 p.m. Wed 09:00 a.m. - 6:00 p.m. Thu 09:00 a.m. - 10:00 p.m. Fri 09:00 a.m. - 8:00 p.m. Sat 09:00 a.m. - 8:00 p.m. Sun 09:00 a.m. - 8:00 p.m. Entreeprijs: 8,00 Euro, concessions 4,00 Euro gratis toegang voor: - alle bezoekers op Donderdag, vier uur voor sluitingstijd - schoolklassen onder begeleiding - deelnemers van cursussen van een universiteit en een hogeschool, die door de cursusprivé-leraar worden begeleid
onderdeel: gebouwanalyse pre-muur gebouw samengesteld door: 5.5 + 5.1 (zie achterin)
143
34: Philarmonie Ontwerper
Hans Scharoun is geboren in 1893. Hij begon met studeren in 1912 aan de Technische Hochschule in Berlijn. Dit deed hij tot en met 1914. Op die school leerde hij de assistent Paul Kruchen kennen. Deze nodigde hem uit om mee te werken in zijn architectenbureau. Via Kruchen kreeg Scharoun van 1915 tot 1918 een functie bij het militaire commando voor de wederopbouw van Oost-Pruisen en was daarna plaatsvervangend hoofd van het gemeentelijk bouwadviesbureau in Insterburg. Ten slotte name hij van 1919 tot 1925 als zelfstandig architect het plaatselijke kantoor van Kruchen over. Hij voerde enkele huizen en renovaties uit en ontwierp de woonbuurt Kamswyken, genoemd ‘Die Bunte Reihe’. Dit gebeurde in 1920. Daarnaast ontstonden talrijke ontwerpen als bijdrage voor de prijsvragen, zoals het flatgebouw voor de Friedrichstrasse in Berlijn (1922). Scharoun was ook lid van de door Bruno Taut in het leven geroepen ‘Gläserne Kette’ en maakte net als hij schetsen van utopische architectuurfantasieën. Van 1925 tot 1932 doceerde hij aan de Staatliche Akademie in Breslau. In 1926 werd hij lid van de architectuurvereniging ‘Der Ring’. Aan de experimentele Weissenhofwijk in Stuttgart nam hij in 1927 met een eengezinswoning deel en in 1929 met een tehuis aan de Werkbund-tentoonstelling in Breslau. In Berlijn werkte hij aan een aantal woonhuizen en was hij verantwoordelijk voor het bestemmingsplan van de wijk Siemensstadt. Zijn eigen bijdrage aan dit project waren woonhuizen aan de Jungfernheideweg en de Mäckeritzstrasse. Vanaf 1932 had hij een eigen kantoor in Berlijn. Tot zijn geslaagdste ontwerpen behoren de elegante villa’s uit de jaren ’30: de vilaa Schminke in Löbau (1933), de villa Mattern in Bornim (1934), het huis van Dr. Baensch in Berlijn Spandau (1935) en de villa Moll in Berlijn (1937). Na de oorlog werd Scharoun hoofd van de afdeling Bouwen en Wonen van Berlijn en stelde met een groep architecten een plan op voor de wederopbouw. Zijn idee om schoolgebouwen naar leeftijdsopbouw te structureren realiseerde hij bij zijn ontwerp voor het Geschwister-Scholl-Gymnasium in Lünen (1956-1962). Parallel daaraan ontwikkelde hij een van zijn beroemdste werken, de Philharmonie in Berlijn (1956-1963). Om op alle plaatsen een optimale akoestiek te bereiken, groepeerde hij terrasvormig oplopende zitrijen rondom het orkestpodium. De aangrenzende ruimten vallen op door verrassende doorkijkjes en ongewone details. De gevarieerde opbouw van het dak zorgt voor een afwisselende buitenkant. In de jaren ’70 ontstonden nog meer markante ontwerpen zoals de Duitse ambassade in Brasilia (1970), het stadstheater in Wolfsburg (1965-1973). Hij stierf in 1972. Andere werken van deze architect:
Kammermusiksaal Berlijn
144
Deutsche Schiffahrtmuseum
onderdeel: gebouwanalyse pre-muur gebouw samengesteld door: 4.1 + 4.2 (zie achterin)
34: Philarmonie Scharouns ontwerpprincipe
Scharoun bouwde volgens het organisch bouwen, dit houdt niet in dat het ontwerpen gaat vanuit organisch werkende vormen, zoals de naam zou doen vermoeden, maar er wordt volgens een zo nauwkeurig mogelijke overeenstemming tussen de inhoud en de vorm van het gebouw gewerkt. Het gaat erom dat de functie van het gebouw de vorm bepaald. De zaal van de Philharmonie is dus als eerst ontworpen en daaromheen zijn de rest van de ruimtes geplaatst. Het gaat er dus om dat deze zaal voldoet aan de technische eisen waaraan het moet voldoen, maar tegelijk moet er bij het kiezen van de vorm rekening gehouden worden met het maatschappelijk en stedenbouwkundig milieu, waarin de zaal zich bevindt. Het is dus zo dat tijdens het ontwerpen het gebouw steeds meer vorm krijgt, het is dus niet zo dat de vorm vooraf bepaald is. Eerst is de centrale zaal dus ontworpen, en daarna de omliggende ruimtes. Voor Scharoun waren de ruimtes belangrijker dan de Façade. Hierdoor is dus naar aanleiding van de vorm van de ruimte, de functie af te leiden. Een ander doel van hem was om een leefbare ruimte te scheppen. Tevens wilde hij dat de bezoekers van het gebouw zijn ruimtebegrip zouden ervaren. Hij wilde ruimtes scheppen die oneindig leken. Om dit te ondersteunen werkte hij met achter met muren die onder verschillende hoeken van elkaar stonden, achter elkaar geplaatste wanden, glas en witte kleuren.
Gebouwanalyse
1. De Berliner Philharmonie ligt in Berlin-Tielgarten. Tielgarten is een groot park en een voormalige stedelijke gemeente van Berlijn, maar sinds 2001 is het deel van een grotere stedelijke gemeente genaamd Mitte. Volgens Scharoun was de ligging van het gebouw heel belangrijk, omdat deze bij zou dragen aan de bekendheid van het gebouw. Voor de toegangkelijkheid wilde hij de Philharmonie aan de ringweg plaatsen. Het gebouw is goed bereikbaar, want het ligt vlak bij de ringweg van Berlijn. Verder is het goed bereikbaar met het openbaar vervoer, de bus stopt vlakbij de Philharmonie, en de trein en tram komen aan op de Potsdamer Platz Naast de Philharmonie ligt de Kammermusiksaal, dit gebouw is ook ontworpen door Scharoun. Deze gebouwen hebben duidelijke overeenkomstigheden. Zo is bij beide gebouwen dezelfde gevelbekleding toegepast, en komt de kleur dus overheen. 2. De Philharmonie is een theater dat gekenmerkt wordt door zijn organische vormen. Het gebouw is dus niet symmetrisch. Dit is vooral te zien aan het dak. Dit heeft een soort golvende structuur. Wat ook duidelijk te zien is, is dat Scharoun gebruik heeft gemaakt van strakke vormen. Dit gebouw is gebouwd in
onderdeel: gebouwanalyse pre-muur gebouw samengesteld door: 4.1 + 4.2 (zie achterin)
145
34: Philarmonie de bouwstijlen expressionisme en rationalisme. De belangrijkste vorm van het gebouw is een pentagoon, het is de vorm van de hoofdconcertzaal. De zaal is vrij symmetrisch, maar de wanden lopen niet parallel aan elkaar. Het gebouw is ongeveer 37 meter hoog op het hoogste punt, en de zaal is ongeveer 25 meter hoog. En het is rond de 80 meter breed. 3. De entree van het gebouw wordt gekenmerkt door de metalen constructie die als afdak dient. Door de kleur ten opzichte van de rest van het gebouw is duidelijk te zien waar de entree is. In het gebouw zijn maar weinig ramen. Er zitten geen ramen in de grote zaal, want er is alleen maar kunstmatig ligt in de zaal. Wat wel opvalt, is dat er in het gebouw veel ronde ramen zijn toegepast in verschillende afmetingen. De buitenkant van het gebouw is niet meer dan een voorstelling van de binnenstructuur. Zo kun je duidelijk de dakvorm van de zaal zien aan de buitenkant. Vanwege deze bijzondere dakvorm heeft het gebouw de bijnaam ‘Zirkus Karajani’ gekregen. Vernoemd naar de dirigent, Herbert von Karajan, die hier gedurende lange tijd heeft gedirigeerd. Ook laat de foyer met zijn verschillende trappen zich zien, het is namelijk zo dat op sommige plekken in de façade, de overkappingen van de trappen te zien zijn. Aan de achterkant van het gebouw bevindt zich het directiegedeelte van de Philharmonie met de ruimtes voor de musici. Scharouns ontwerpprincipe is dus duidelijk te zien, want aan de buitenkant van het gebouw is de functie af te leiden. In de eerste plaats moest op de buitenbekleding van het gebouw, met het oog op de kosten, zelfs volledig afzien van worden van de rest van de bekleding, waardoor de façade van de Philharmonie uit wit en oker gekleurd ongepleisterd beton bestaat. In 1981 werd het gebouw met de gele aluminium platen bekleed. 4. Na de tweede wereldoorlog werd het Mannheim National Theatre herbouwd. Het was één van de belangrijkste projecten als gevolg van de tweede wereldoorlog. Het werd gezien als een kans op een nieuw begin en het stond symbool voor de viering van de terugkerende democratie in Duitsland. De Philharmonie werd gebouwd in de periode 1960 tot 1963 door Hans Scharoun. Het gebouw hoort tegenwoordig samen met de Kammermusiksaal tot het “Kulturforum Berlin” op de Potsdamer Platz.
146
onderdeel: gebouwanalyse pre-muur gebouw samengesteld door: 4.1 + 4.2 (zie achterin)
34: Philarmonie De Berliner Philharmonie is één van de meest belangrijke concerthallen in Berlijn en het is de thuishaven van het Berlin Philharmonic Orchestra. Het is ontworpen door de architect Hans Scharoun en gebouwd in de jaren 1960 tot 1963. Er is plaats voor 2440 mensen in de zaal. De concertzaal Wat kenmerkend is aan de zaal, is dat het podium zich ongeveer in het midden van de zaal bevindt, met aan alle kanten eromheen zitplaatsen. Door de manier, waarop de wanden en de tribunes geplaatst zijn, is de akoestiek heel goed. Er zijn geen andere concertzalen waarbij het zitprobleem van de bezoekers zo goed is opgelost als bij dit gebouw, wat betreft de akoestiek. Ze hebben verschillende testen gedaan voor de akoestiek. Ze hebben zelfs een schaalmodel gemaakt van de Philharmonie, deze was schaal 1:9. Ze hebben verschillende testen gedaan, met verschillende vormen van zalen, en verschillende materialen om de akoestiek optimaal te maken. Hierdoor vormt de concertzaal een voorbeeld voor vele andere zalen. De plaatsen die meer aan de zij- en achterkanten zaten, het verste van het podium af dus, zijn sterk stijgend, waardoor de bezoekers meer boven het orkest zit, dan ver weg. Er is gebruik gemaakt van zogenoemde ‘akoestiekzeilen’, dit zijn vierhoekige gebolde platen die aan het plafond zijn opgehangen aan kabels. Ze zorgen ervoor dat het geluid in de gewenste richting wordt weerkaatst, en ze zorgen er ook voor dat de kwaliteit van het geluid door de hele zaal behouden wordt. Wat interessant is, is hoe het probleem opgelost wordt van de nagalm. Aan de ene kant moet de ruimte boven het concert groot genoeg zijn om de juiste nagalm te krijgen. Anderzijds zouden de achterste zitplaatsen zich relatief vlak onder het dak bevinden, maar toch moet het geluid snel de luisteraars bereiken. Een koepelvormig dak was het meest voor de hand liggende en beste oplossing, en het geeft de Philharmonie zijn karakteristieke vorm. Wat echter wel opvalt, is dat de concertzaal met zijn 2440 zitplaatsen relatief klein is. Dit komt door de terrasachtige ordening. Niet één van de zitplaatsen is verder verwijderd van het podium dan 35 meter. De foyer, entreeruimte
onderdeel: gebouwanalyse pre-muur gebouw samengesteld door: 4.1 + 4.2 (zie achterin)
147
34: Philarmonie In de concertzaal is voornamelijk gebruik gemaakt van donkere houtsoorten en in de foyer zijn witte wanden er glasvlakken toegepast. De zaal werkt relatief klein en overzichtelijk, terwijl de foyer dat juist niet heeft, dit komt door de vele trappen en trapportalen. Voor de foyer is ook een symmetrie als basis genomen, deze wordt met twee maatregelen handig verstopt. Ten eerste zijn de toegangen naar de zaal aan beide kanten van de symmetrieas anders. Ten tweede is de hoofduitgang niet op de symmetrieas geplaatst, waardoor je de ruimte onder een bepaalde hoek binnenloopt, waardoor de symmetrie niet opvalt. De structurering in zo’n complexe foyer is heel belangrijk. Bij de Philharmonie begint deze al bij de ingang, dit gebeurt door het splitsen van de bezoekers in twee groepen. Voor bezoekers van de linkerhelft van de zaal bevindt de garderobe in de hoofdfoyer onder de zaal. Voor de bezoekers van de rechterhelft van de zaal is er een aparte zaal die hoger gelegen ligt. Vanaf de garderobes worden de mensen geleidt naar de 25 verschillende zaaltoegangen. Via deze weg kan iedere bezoeker de snelste weg naar zijn plaats vinden. Het maakt echter niet uit hoe je loopt, want je kan via alle zaaltoegangen je plaats in de zaal bereiken, omdat in de zaal ook alles met elkaar verboden is met trappen. Ondanks dat alles is de kortste weg naar iedere zitplaats ongeveer 100 meter. 5. Wat kenmerkend is aan het meubilair, is dat het net als het gebouw zelf, bestaat uit strakke
148
onderdeel: gebouwanalyse pre-muur gebouw samengesteld door: 4.1 + 4.2 (zie achterin)
34: Philarmonie vormen. Tevens hangen er in het gebouw bolvormige lampen, met daarin kleine oneffenheden, wat een heel bijzondere uitstraling geeft. Er staat ook een kunstwerk in de Philharmonie, dit kunstwerk is een vorm van abstracte kunst (zoals weergegeven in de onderstaande afbeelding). In de orkestzaal is gekozen voor een rode vloerbekleding op de trappen. Verder zijn de stoelen ook rood. Aan het plafond van de zaal hangen bijzondere lampen, deze zijn namelijk aan het plafond verbonden door middel van lange draden. De lampen zelf hebben een cilindervorm. Wat verder opvalt in de zaal is het grote orgel aan de muur. De ruimte waar de mensen zitten, wordt gedragen door een schaalvormige constructie. De ruimte eronder dus een plafond heeft dat bolvormig is naar beneden. 7. De belangrijkste eis aan het gebouw was dat de kwaliteit van het geluid optimaal moest zijn op elke plek van de zaal. Verder was het ook de bedoeling dat iedere bezoeker zijn plaats in de zaal kon bereiken. En de functie van het gebouw was belangrijker dan de façade. De Berliner Philharmonie draagt bij aan de Duitse maatschappij, omdat mensen er kunnen genieten van de muziek die er wordt gespeeld. 8.De gevel is het meest opvallende aspect van de Philharmonie. Dit is namelijk een geel gekleurde bekleding. Het materiaal dat is gebruikt voor deze bekleding is aluminium. Deze bekleding is er later, in 1981, aangebracht. De aluminium bekleding is niet een groot geheel. Het zijn allemaal aluminium platen die in verticale richting tegen elkaar zijn geplaatst. Ze zijn in een soort klezoorverband aangebracht. Het zijn rechthoekige platen die bewerkt zijn. De platen hebben echter geen gladde afwerking. Er is een bijzonder motief op aangebracht. Iedere plaat lijkt net een schaakbord, er zijn namelijk net als een schaakbord twee verschillende soorten vlakken. Het ene vlak is gewoon vlak, en het andere vlak is een afgezaagde piramidevorm. Hierdoor ontstaat er een speciale lichtwerking op de platen, schijnt de zon er namelijk recht op, dan zijn de platen meer geel gekleurd, maar schijnt de zon er maar gedeeltelijk op, dan ontstaat er schaduwwerking, waardoor van een afstand de platen donkerder lijken. Onder de gelige gevelbekleding is er gekozen voor een witte baksteen, waar-
onderdeel: gebouwanalyse pre-muur gebouw samengesteld door: 4.1 + 4.2 (zie achterin)
149
34: Philarmonie door de nadruk van het gebouw kwam te liggen op het golvende dak. Dit geeft een hele frisse indruk van het gebouw, wat niet bepaalde te zeggen was van de oude gevelbekleding, deze bestond namelijk uit wit en oker kleurig ongepleisterd beton en gaf een trieste indruk. Door deze verandering heeft het gebouw meer status gekregen en valt op in zijn omgeving. De ingang van de Pilharmonie is gemaakt van een metalen overkapping. Deze is best fors en heeft een strak uiterlijk, waardoor duidelijk te zien is dat dit de ingang is.
info: Het is toegankelijk voor iedereen. De openingstijden verschillen per voorstelling. En de toegangsprijs kan variëren. Dit ligt aan de rang die je neemt en kan liggen tussen de 7 en de 110 euro. ’Berliner Philharmonie’ Herbert-von-Karajan-Str. 1 10785 Berlijn (Mitte) met de U-Bahn: Neem de lijn U2 naar Potsdamer Platz of Mendelssohn-Bartholdy-Park stations met de S-Bahn: Neem de lijnen S1, S2, S25, S26 naar Potsdamer Platz
150
onderdeel: gebouwanalyse pre-muur gebouw samengesteld door: 4.1 + 4.2 (zie achterin)
38: Russische Botschaft De stijl: Antimodern, neoclassisme Architecten: Stryshewski, Skujin, e.a. 1950-1953 Het gebouw is in 1953 klaar en was toen al de russische ambasade van de toenamlige USSR in Berlijn. Berlijn was toen de hoofdstad van de DDR. De DDR is de officiële benaming van OostBerlijn. Het indrukwekkende gebouw staat op de plaats waar eerst een oude ambasade stond. Deze was echter grotendeels verloren gegaan in de oorlog. Het oude gebouw was een typisch rococo paleis. Deze was gebouwd in 1837 door Eduard Knoblauch. Deze man is vooral bekend, omdat hij de architect was van de ‘Neuen Synagoge’. Dit betekent simpelweg nieuwe synagoge. De bouw van de oude ambasade gebeurde op een stuk grond bij de Behren- und Glinkastraße. Het had toen ook al een zwembad in het midden. De nieuwe ambasade, gebouwd onder leiding van Friedrich Skujin, was revolutionair en was een teken hoe de architectuur er in de DDR de komende jaren eruit zou gaan zien. De bouwstijl werd ‘stalinistischem Neoklassizismus’ genoemd en ook nationale bouwtraditie. De elementen die tot de façade behoren volgen de richtlijnen van het klassistische bouwen van Berlijn in het begin van 1900. Een paar duidelijke eigenschappen zijn de grote kolossale pilaren voor op het gebouw. Ook de rustige ingang is een kenmerk en de hoeken van het gebouw. Ook het dak met attika opzet en de vorm van de vensters zijn speciaal. Ondanks deze duidelijke eigenschappen is het toch zonder twijfel in de bouwstijl gewijd aan Stalin. Dit houdt in dat het koude, grove gebouwen toch enigszins uitstraling brengt.
info: Unter den Linden 63/65
onderdeel: gebouwanalyse pre-muur gebouw samengesteld door: 4.5 + 4.1 (zie achterin)
151
35: De Berlijnse Muur De opdrachtgevers
De muur was bedacht door de Oost-Duitse bestuur van Walter Ulbricht en goedgekeurd door de leider van de Sovjet-Unie, Nikita Chroesjtsjov. Walter Ulbricht werd na de Duitse inval in de Sovjet-Unie lid van het NKFD, Nationaal Comité voor een vrij Duitsland. Het is een antifascistische organisatie in het leven geroepen en gedomineerd door de communisten. Na de Duitse capitulatie keerde hij in 1945 terug naar Duitsland en vestigde zich in de Sovjet-Russische bezettingszone waar hij deel uit maakte van het Anti-fascistisch Blok. Na de oprichting van de Sozialistische Einheitspartei Deutschland (SED) in 1946, werd hij gekozen tot vice-voorzitter van deze partij. Walter Ulbricht werd in 1950 gekozen tot secretaris-generaal van de SED, Sozialistische Einheitspartei Deutschlands. Hiermee werd hij de belangrijkste man van Oost-Duitsland. Hij werd vice-voorzitter van de Staatsraad (vervangende staatshoofd) in 1955. Op deze manier wist hij zich ook in het landsbestuur door te dringen. In werd Ulbricht voorzitter van zowel de Staatsraad als de NVR, Nationale Verdedigingsraad. Nikita Chroesjtsjov vocht tijdens de Russische revolutie in het Rode Leger. Hij steeg in de partijhiërarchie tot aan het politbereau, een uitvoerend orgaan van vele (communistische) partijen. In Tweede Wereldoorlog had hij een rang die gelijk stond aan die van een luitenantgeneraal en tijdens de strijd om Stalingrad. Nikita Chroesjtsjov was partijleider van de Communistische partij in de USSR van 7 september 1953 tot 14 oktober 1964. Hij was de leider van de Sovjet-Unie na Jozef Stalin.
1. Nadat de tweede wereldoorlog in 1945 was afgelopen, werd Berlijn opgedeeld in 4 delen. 3 van deze 4 delen waren van de geallieerden, ze waren van Frankrijk, Engeland en Amerika. Het andere deel was van de Sovjet-Unie. De Berlijnse muur werd gebouwd op de grens tussen het gedeelte dat van de Locatie nog bestaande delen van de muur: geallieerden was en het - vlakbij Potsdamer Platz - langs de rivier de Spree, vlakbij Oberbaumbrücke deel dat van de Sovjet- in het noorden in de Bernauer Straße Unie was. Het had een grote invloed op de omgeving. De muur werd namelijk dwars door straten geplaatst. Soms werd een gebouw zelf een scheiding van Oost- en West-Berlijn, dit kwam dan doordat het
152
onderdeel: gebouwanalyse pre-muur gebouw samengesteld door: 4.2 + 4.3 (zie achterin)
35: De Berlijnse Muur gebouw lag op de plaats waar de scheiding tussen de gebieden zou moeten zijn.
Openingen
Om naar de andere kant van de muur te komen, waren er zogenaamde “checkpoints”. Er waren 8 van deze grensovergangen waarmee je met de juiste papieren heen en weer kon reizen. De belangrijkste van deze controleposten was Checkpoint Charlie, op de grens tussen het Amerikaanse en Russische deel, dit was het derde checkpoint. De naar Charlie komt van het NAVO spellingsalfabet, de derde letter is Charlie. Alleen via Checkpoint kunnen “buitenlanders” (iedereen behalve West-berlijners, West-Duitsers en burgers van de geallieerde staten) via de weg naar Oost-Berlijn reizen. Checkpoint Alpha was op de grensovergang bij Helmstedt op de zonegrens BRD-DDR. Checkpoint Bravo was bij de oprit van de snelweg nabij Dreilinden, op de grens tussen Berlijn en Potsdam. Deze twee overgangen lagen aan de enige wegverbinding tussen West-Berlijn en de Bondsrepubliek (West-Duitsland). Er waren ook mensen die hun eigen openingen wilden creëren bij de muur. Er is bijvoorbeeld een keer een Duitser met een wagen door de muur heen gereden. Ook probeerde men eroverheen te vliegen, of eronder door te gaan door een tunnel te graven. Er waren 5000 ontsnappingspogingen, met als gevolg 239 doden en een heleboel gewonden. Dit kwam door de zware beveiliging en de 10.000 grenswachters die gericht schoten.
De functie van de muur
Doordat het slecht ging met Oost-Duitsland en goed ging met West-Duitsland, Wilde veel mensen van Oost-Duitsland, naar West-Berlijn. Er werd door de geallieerden flink geïnvesteerd in Berlijn, waardoor de stad weer snel opbloeide aan hun zijde. De Sovjet-Unie was echter niet zo goed voor hun deel van Berlijn. Het enige dat zij deden, was bruikbare dingen uit Duitsland meenemen terug naar hun eigen land. Maar omdat er steeds meer mensen begonnen te vluchten naar het westen, vonden de bestuuders van Oost-Duitsland, dat het tijd was om actie te gaan ondernemen. Er werd een Hekwerk om West-Berlijn heen gezet, om te voorkomen dat men nog kon vluchten. Al snel werden ontsnappingspogingen bestraft met de kogel.
Geschiedenis van de muur
Na de tweede wereldoorlog, die eindigde in 1945, werd Berlijn opgedeeld in 4 delen. Dit kwam doordat Duitsland werd opgedeeld in de BRD (Bondsrepubliek
onderdeel: gebouwanalyse pre-muur gebouw samengesteld door: 4.2 + 4.3 (zie achterin)
153
35: De Berlijnse Muur Duitsland) en de DDR (Duitse Democratische Republiek). Maar doordat Berlijn de hoofdstad van Duitsland was wilde de geallieerden en de Russen ook een deel van Berlijn. De geallieerden zorgden goed voor hun deel van Berlijn, ze kregen goede financiële hulp. Ook werden er voldoende goederen en voedsel naar de stad vervoerd. Zelfs toen de weg naar de stad geblokkeerd werd. In deze periode werd er gebruik gemaakt van een luchtbrug, dit houdt in dat er vliegtuigen van West-Duitsland naar West-Berlijn vlogen. Door dit alles was West-Berlijn in staat een goede economie op te bouwen. West-Duitsland had een sociale markt economie en had een democratische parlementaire regering. Voor Oost-Duitsland zag alles er niet zo goed uit. Ze kregen een autoritaire regering en hadden een beheerste economie, dat wil zeggen dat de regering alles regelde om de economie te sturen, en er was zeer weinig in particuliere handen. Ze kregen namelijk totaal geen steun van de Sovjet-Unie. Het ging er steeds maar slechter aan toe daar. Er was voedselschaarste en er was veel werkloosheid. Hoewel Oost-Duitsland het rijkste en meest ontwikkelde land werd van het Oostblok, verlangden toch veel inwoners naar West-Duitsland voor zijn politieke vrijheid en economische voorspoed. Door al de vluchtpogingen van mensen van het arme Oost-Duitsland, naar het welvarende West-Berlijn, werd er een afscheiding geplaatst tussen het westelijk en oostelijk deel van de stad. De bouw hiervan begon op zondag 13 augustus. Deze afscheiding begon als hekwerk en eindigde als zwaarbeveiligde betonnen muur. De Oost-Duitse regering probeerde hun volk naar hun hand te zetten door middel van propaganda. Zo noemde zei de muur de “Antifascistische Schutzwall” en had als doel om de ‘kapitalistische fascisten’ tegen te houden. Gedurende een periode van twee en een half jaar bleef de muur potdicht. Na deze periode konden enkele bezoekers uit het westen heen en weer reizen. Doordat in Augustus 1989 Hongarije zijn grenzen opendeed, konden meer dan 13.000 OostDuitsers, alsnog ontsnappen. In de herfst van 1989 begonnen de heftige demonstraties tegen de regering van Oost-Duitsland. Er kwam een nieuwe regering die wilde gaan regelen dat mensen visums konden gaan krijgen om naar het westen te reizen. Vlak voordat er een persconferentie gehouden werd, werd dit bekent. Dit bericht werd dus tijdens de persconferentie bekent gemaakt aan de pers, waardoor mensen massaal naar de Checkpoints gingen. Maar het probleem was, dat de grenswachters nog niks afwisten van deze beslissing. Men wilde geen dodelijk geweld meer gebruiken, dus werd besloten om de Checkpoints open te maken en de mensen er langs te laten. Dit vond plaats op 9 november 1989, en werd hierna de begindatum genoemd voor het afbreken van de muur.
Het effect van de muur
Door de muur waren veel families gescheiden. Ook konden veel mensen niet meer naar hun werk, waardoor ze in financiële problemen kwamen. West-Berlijn werd een geïsoleerd gebied midden in een vijandig land, en zo voelde het ook aan in het gebied. Er waren in West-Berlijn
154
onderdeel: gebouwanalyse pre-muur gebouw samengesteld door: 4.2 + 4.3 (zie achterin)
35: De Berlijnse Muur demonstraties tegen de muur, deze waren onder leiding van Willy Brandt. Hij nam het de Amerikanen kwalijk dat ze maar weinig deden tegen de muur. Maar de geallieerde wilden West-Berlijn behouden, maar aan de andere kant wilden ze er niet om gaan vechten. Hierdoor werd de muur door hun geac-
cepteerd. Er waren ook twee benaderingen van de muur. Zo was zagen het westen de muur als blokkade van de Oost-Duitse regering om te voorkomen dat de Oost-Duitsers naar het westen vluchten. Maar de Oost-Duitse regering beweerde op hun beurt weer dat het was om hun te beschermen tegen het fascisme. [
Resten van de muur
Bijna heel de muur is afgebroken, op een drie plaatsen na. Zo is er nog een stuk muur van 80 meter vlakbij Potsdamer Platz. Een ander deel staat langs de rivier de Spree, vlakbij Oberbaumbrücke. En als laatste een stuk in het noorden in de Bernauer Straße , wat later een gedenkteken werd. Andere nog staande delen van de voormalige muur, worden niet meer hier tot gerekend, omdat ze zwaar beschadigd zijn of volgespoten met graffiti. Tegenwoordig zijn er stukjes van de muur te koop via internet en in de souvenirwinkels. Er is zelfs een museum opgericht ter nagedachtenis aan de muur, vlakbij Checkpoint Charlie.
Opbouw en materialen van de muur
De totale constructie tussen de twee delen van Berlijn was 45 kilometer lang, de totale lengte van het hekwerk om West-Berlijn was ongeveer 155 kilometer. In Juni 1962 werd er op ongeveer 91 meter van de muur een hekwerk geplaatst dat parallel loopt aan het andere hekwerk. De strook tussen het hek en de muur werd de “death strip” genoemd. In de muur werden een aantal “checkpoints” gemaakt, waar men van west- naar Oost-Berlijn kon reizen. Het werd alleen steeds moeilijker om langs deze punten te komen. De muur heeft 4 vershillende verschijningsvormen gehad: 1. Normale hekwerk van draad. 2. Het verbeterde hekwerk van draad, de twee parallel aan elkaar staande hekwerken. 3. De betonnen muur. 4. Grenzmauer, de grensmuur. Deze laatste verschijningsvorm was ook een betonnen muur. Hij bestond uit 45.000 losse secties van versterkt beton. Elke losse deel was 3,6 meter hoog en 1,2 meter breed. De totale kosten van de muur waren 16.155.000 Oost-Duitse Mark. Bovenop de muur zat een dikke gladde pijp, met de bedoeling om het moeilijk te maken om er overheen te klimmen. Er stond ook nog een extra hekwerk. Er waren allerlei extra beveiligen, zoals antivoertuig greppels, prikkeldraad, 116 wachttorens en 20 bunkers.
onderdeel: gebouwanalyse pre-muur gebouw samengesteld door: 4.2 + 4.3 (zie achterin)
155
36: Unité d’habitation Ontwerper
Dit gebouw is ontworpen door Le Corbusier. Le Corbusier geboren in La Chaix de Fonds in Zwitserland op 6 oktober 1887 en overleden op 27 augustus 1965 en wordt als Zwitsers – Franse architect, tevens de beroemdste Franse architect aller tijden gezien. Zijn loopbaan begon in zijn geboorteplaats, waar hij een opleiding voor graveur volgde. Later werd hij ingeleid in de wereld van de architectuur en woninginrichting. Jugendstil en Arts en Crafts vormde de hoofdstromen. Op zeventien jarige leeftijd kreeg Le Corbusier zijn eerste opdracht. Het is wel interessant om te vermelden dat Le Corbusier zijn praktische en artistieke vakkennis verwierf door studiereizen en ontmoetingen of samenwerking met belangrijke architecten. In Wenen werkte hij met Jozef Hoffman (1870-1956) in Parijs werkte hij als tekenaar bij Perret, zijn leermeester in werken met gewapend beton. In Duitsland kreeg hij een aanstelling bij Peter Behrens. Hij hield zich vooral bezig met vragen over de constructie van woonhuizen en stedenbouwkundige planning. Zo ontwikkelde Le Corbusier in 1914 het “Maison Domino” Model dat bestaat uit twee horizontale platen van gewapend beton en trappen die door steunpilaren worden gedragen. Le Corbusier uitte zich niet alleen in de bouwkunst. Zijn artistieke gave kwam ook tot uiting in de kunst. Hij was een van de stichters van het Purisme. Later kwam hij in contact met het Kubisme, waaruit hij inspiratie haalde voor zijn architectuur (Villa Savoye). Als auteur is Le Corbusier bekend van het boekje “Vijfpunten voor een moderne architectuur”, waarin hij zijn bouwprincipes voor het bouwen met gewapend beton uiteenzet. Le Corbusier richtte in 1928 te La Sarrez (Zwitserland) uit onvrede, het Congres Internationaux d’Architecture Moderne op. Hij ontwikkelde stedenbouwkundige concepten om de bruutheid en de onmenselijkheid van steden te bestrijden door gebruik te maken van veel groen, verkeersproblemen te lijf te gaan en gebruik te maken van gemeenschappelijke huizen. Door de oorlog zien we een verandering in het denken en het werk van Le Corbusier. Onder andere de terugkeer naar het oorspronkelijke eenvoudige leven, waardoor zijn werk is gekarakteriseerd. Door het gebruik van natuurlijke materialen en van een onbewerkte beton brut en aan de andere kant toch het monumentale van het gehele gebouw. Bekend van zijn hand zijn Unité d’habitation in Marseille maar ook in Berlijn. Op 27 augustus 1965 overlijdt Le Corbusier tijdens een vakantieverblijf in Cap Martin. 3 Andere bekende gebouwen van Le Corbusier zijn o.a.:
Villa Savoye Avant
Cité Universitaire
Chapelle de Ronchamp
Gebouwanalyse
1. Het Unité d’habitation, wat we in deze analyse gaan bespreken staat in Berlijn. Als we naar
156
onderdeel: gebouwanalyse pre-muur gebouw samengesteld door: 4.3 + 4.4 (zie achterin)
36: Unité d’habitation de ligging van het gebouw kijken, dan zien we dat het gebouw is omringd met veel groen. Dat was ook een van de voorwaarden bij Le Corbusier. Het is gebouwd in de directe omgeving van het Olympia stadion aan de rand van de stad. Om in te spelen op de verkeersproblematiek kunnen de mensen gebruik maken van het station wat ligt bij het stadion. De aangrenzende gebouwen in de omtrek zijn laagbouwwoningen en het stadion met parkeerterrein en een spooremplacement. Het gebouw staat geheel los van het straatbeeld of straatwand. Het is tevens zo gesitueerd dat er weinig zicht is op het spooremplacement of het stadion. Er is wel zicht op het groen en de laagbouw die hierin verscholen ligt. Als we kijken naar de belendingen kunnen we daar het volgende over zeggen. Het gebouw staat geheel alleen, er staan geen gebouwen in de directe omgeving. Ook de vorm valt op; blokvorm. Deze vorm staat weer in contrast met de rondevorm van het stadion. Het Unité d’habitation heeft een enorme massa. Dat kan ook niet anders als je bedenkt dat het gebouw 141meter lang is en 23meter breed en 53meter hoog is. Hierin zijn 530 wooneenheden aanwezig en daarnaast zijn nog diverse winkels en gemeenschappelijke ruimten gesitueerd. Dit alles is ondergebracht in de compacte bouwmassa ondanks de beschikking over een groot bouwterrein. De vormgevingsideeën van Le Corbusier liggen hieraan ten grondslag. Kijken we naar de geleding van het gebouw dan zijn we snel klaar omdat de bouwmassa uit één enkel blok bestaat met daarbovenop een klein blok. Onderaan bij de ingang van het gebouw steekt een kleine doos onder het gebouw uit. 2. De hoofdvorm van het Le Corbusier – Haus te Berlijn bestaat uit een blok met op het dak een klein blok voor de liftschachten. Verder zijn er geen uitbouwsel of uitsteeksels in de vorm van blokken. De afmetingen van het gebouw bedragen afgerond op hele meters 141 meter in de lengte, 23 meter in de breedte en 53 meter in de hoogte. 3. Onder façade verstaan we de gevels van het gebouw. Bij de blokvorm van het Unité d’habitation de Berlin hebben we een Noordgevel. Deze is geheel blind en uitgevoerd in de betongrijze kleur. De pijlers waarop het gebouw staat, zijn goed te zien en ze geven je de indruk dat ze het gebouw omhoog duwen. De andere gevels; de zuid-, de oost- en westgevel vallen op door de vlak verdeling en de in deze vlakken gebruikte verschillende kleuren. Bij nader onderzoek van de gevel zien we dat elk vierkant vlak een woonunit is die bestaat uit twee verdiepingen. Bij de indeling is gebruik gemaakt van de door Le Corbusier
onderdeel: gebouwanalyse pre-muur gebouw samengesteld door: 4.3 + 4.4 (zie achterin)
157
36: Unité d’habitation ontwikkelde Modulor. Dit is een systeem van verhoudingen die zijn gebaseerd op het menselijke lichaam en de wiskunde. De hoogte van een mens met
gestrekte arm kan in delen worden verdeeld; zijn voeten zijn navel, zijn hoofd, zijn vingertoppen. Zo ontstaan drie intervallen, die een reeks leveren uit de gulden snede. Le Corbusier geloofde dat deze maten architecten zouden helpen om bouwwerken te ontwikkelen aan de wensen van de mens. Het Unité d’habitation was in grote lijnen symmetrisch maar door het verwerken van de gulden snede diagram werd de gevel asymmetrisch. Zijn inspiratie en ideeën voor het scheppen van Unité d’habitation haalde Le Corbusier uit het Karthuizerklooster. Zo voorziet hij elke familie van een “cel”, maar ook een bouwlaag met winkels en cafés etc. Boven op het dak vinden we daktuinen waar recreatieve activiteiten kunnen worden gehouden. Het dak van de blokvorm is plat met enkele kleine uitbouwen. De entree is niet opvallend. Deze zit tussen de twee uitstekende doosjes die vanonder het gebouw uitsteken. Omdat Le corbusier houdt van lange horizontale ramen en dan nog liefst over de gehele lengte van de gevel zien we dit ook terug in zijn ontwerp van het Unité d’habitation. De straten binnenin moeten het beeld oproepen van een dorpsstraat waar de brievenbussen ook aan het huis hangen en waar de postbode de brieven nog langs komt brengen. Door een eigen kleur per wooneenheid is ieder woonhuisingang te herkennen. Boven iedere voordeur zit een bovenlicht waardoor het licht ook op de binnen straat kan vallen. 4. In 1953 besloot de Senaat van Berlin een internationale architectuurprijsvraag, Interbouw genaamd, te organiseren om de woningnood na de 2de Wereldoorlog met nieuwe gebouwen te bestrijden. Er zou een gebouw in het Hansaviertel komen. Uiteindelijk moet de Zwitserse architect Corbusier een Unité d’Habitation ontwerpen zoals hij dat al eerder heeft gedaan in Marseille en Nantes Rezé.
158
onderdeel: gebouwanalyse pre-muur gebouw samengesteld door: 4.3 + 4.4 (zie achterin)
36: Unité d’habitation Maar dit gebouw had een te grote omvang om in het Hansaviertel gebouwd te worden. Daarom werd besloten om de Unité d’habitation ver buiten het Hansaviertel, tegenover het Olympiastadion te bouwen. Het gebouw staat er nu al vanaf 1958, het is nu dus 48 jaar oud en verkeert nog steeds in een goede conditie. In de 80 er jaren was het gebouw aan renovatie toe. Doordat de bewoners de kosten niet konden betalen, werden de woningen als privaateigendommen verkocht. Het gebouw heeft als functie wonen, waarbij het gebouw dient als autonome wooneenheid, een kleine stad op zichzelf als het ware. Het gebouw wordt nog steeds gebruikt als wooneenheid en als vestiging van winkels bij de woningen. 5. De plattegronden van de woningen zijn rechthoekig van vorm. De plattegronden zijn niet van alle woningen hetzelfde. De meeste woningen hebben 2 bouwlagen. Het gebouw is gefundeerd op een randbodem die mechanisch verdicht is. De pijlers zijn gefundeerd op stampbeton. Het materiaal waarvan het Unité is gebouwd is van granulaatbeton. Het skelet van het gebouw bestaat uit 2 onafhankelijke systemen, het langere noordelijke deel en het kortere zuidelijke deel. De pijlers van de begane grond en de ononderbroken steunschotten vormen een frame – constructie. De constructie is als een flessenrek waarbij de wooneenheden als flessen in het rek geschoven zijn. [Afb. 15: Constructie als flessenrek] De pijlers bestaan uit een afwisseling van A en V – vormige kolommen, die naast de verticale krachten ook de horizontale krachten in de dwarsrichting van het gebouw opnemen. De versteviging in langsrichting wordt verzorgd door 60cm hoge lateien over de ramen. De wanden bestaan uit prefab beton. De vloeren zijn 12cm dik. Het interieur, even afgezien van de woningen zelf, ziet er uit alsof het een gevangenishal of ziekenhuishal is. Lange rechte gangen met witte wanden en donkere plafonds en vloeren. De gangen zijn voorzien van TL- verlichting wat geen gezellige indruk geeft. Het meubilair dat in de gemeenschappelijke ruimtes staat is recht en abstract. In deze ruimten zijn de wanden voorzien van wandverlichting en er treed daglicht toe. De vloer is voorzien van plavuizen.
onderdeel: gebouwanalyse pre-muur gebouw samengesteld door: 4.3 + 4.4 (zie achterin)
159
36: Unité d’habitation 6. In 1953 besloot het stadsbestuur van Berlijn om de in de oorlog verwoeste woningbouw en de daardoor ontstane woningnood op te lossen door een internationale bouwwedstrijd uit te schrijven. In het kort genoemd ‘Interbau’, om zo internationale architecten aan te trekken. Deze architecten moesten de bouwtraditie van de twintiger jaren weer oppakken, na de onderbreking van het nationaal-socialisme, en zo westelijke architectonische stromingen in het geïsoleerde stadsdeel brengen. Le Corbusier was gezien zijn eerdere Unités d’habitations in Marseilles en Nantes een kandidaat om een revolutionaire bijdrage te leveren aan de woningbouw. Hij heeft van het stadsbestuur verscheidene bouwplaatsen aangewezen gekregen. Uiteindelijk is gekozen voor een beboste bouwplaats. Waaraan moest het gebouw voldoen? Het moest sociale woningbouw omvatten waarin vele mensen in een gemeenschap kunnen samenleven en er moesten winkels en een daktuin aanwezig zijn. De bouwtijd moest kort zijn. Om dit te kunnen realiseren is er gebruik gemaakt van prefab beton elementen, die in een ter plaatse staande fabriek werden vervaardigd. Gaande weg zijn de plannen bijgesteld. Zo werd de gemeenschappelijke ruimtes op halve hoogte geschrapt voor woningen. De gemeenschappelijke gebruikte ruimtes een winkel en een postkantoor zijn verplaatst naar de begane grond. 7. Door de in de jaren 80 sterke renoveringsgolf konden de bewoners de instandhoudingskosten niet opbrengen. Het gevolg was leegstand van de huizen. Om het tij te keren werden deze leegstaande huizen verkocht. Citaat Corbusier over Unité d’habitation: “Ein Gestell für Flaschen. 8. Bouwmaterialen: Kolommen: stampbeton, andere onderdelen: granulaatbeton met wapeningsstaal, dak/vloer: in het werk gestorte vloer/dak. In de gevels zijn de Modulor – figuren ingestort als ornamenten. Het kleurgebruik is vrolijk en vinden we terug aan de binnenzijde van de balkons. De buitenzijde van de verdiepingsvloer in een wooneenheid ligt terug en is dus ook geschilderd. De gehele buitenzijde van het gebouw heeft de grijze betonkleur. De ramen zijn gezet in stalen sponningen/kozijnen.
info:
het gebouw is vrij toegankelijk openingstijden of een toegangsprijs is niet van toepassing. Flatowallee 16 Berlin – Westend Duitsland. Het Unité d’habitation ligt ten zuiden van het Olympisch stadion in de sectie Westend te Berlijn. Website: www.corbusierhaus-berlin.de Bouwperiode: In 1957 is het gebouw ontworpen en in 1959 is het voltooid.
160
onderdeel: gebouwanalyse pre-muur gebouw samengesteld door: 4.3 + 4.4 (zie achterin)
37: Haus der Kulturen der Welt Ontwerper
Dit gebouw is ontworpen door de Amerikaanse architect Hugh A. Stubbins, geboren in Birmingham Alabama in 1912. Hij is geïnspireerd door Gropius, Breuer en Aalto. Al het werk van Stubbins heeft zijn eigen stijl. Elk gebouw wat hij ontwerpt geeft unieke oplossingen op individuele problemen. Als resultaat hiervan heeft hij een succesvolle firma opgericht die mooie gebouwen produceert. Weliswaar geen radicale, nieuwe stijl of hoog dravende theorieën, maar wel geweldige architectuur. Stubbins vind een goed ontwerp belangrijk, evenals de esthetische waarde ervan. Stubbins studeerde aan de technische universiteit in Atlanta en aan Harvard Universiteit. Andere gebouwen die Stubbins heeft ontworpen zijn:
Gebouwanalyse
1. Het Haus der Kulturen der Welt, voorheen bekend als de Benjamin – Franklin – Halle wat we in deze analyse gaan bespreken Federal Reserve Bank te Citicorp Center te New York Bowdoin College te Brunswick bevindt zich aan de oever van de Boston Spree in een dierentuin te Berlijn. Al gauw kreeg het gebouw in de volksmond van Berlijn de bijnaam ‘Zwangere Oester’. Ook dit gebouw ligt in een vrije ruimte met veel ruimte eromheen in de vorm van parklandschap. Voor het gebouw ligt een grote vijver met daarin een kunstwerk van Henry Moore. Het gebouw staat geheel los van straatbeeld of straatwand. Tevens is het zo gesitueerd dat het overkomt als een kunstwerk op zich. Het enige direct opvallende gebouw in de naaste omgeving is de 42 meter hoge klokkentoren van het Karlion, het grootste klokkenspel van Europa.
Dit gebouw heeft zonder dat je het direct ziet een enorme massa. Het grootste gedeelte wordt aan het oog onttrokken omdat je oog getrokken wordt naar het schelpvormige bouwwerk wat er op staat. De afmetingen van de onderbebouwing zijn 92m x 96m. Hierin zijn ondergebracht: een grote receptiehal, een cafetaria, een theaterzaal met 400 zitplaatsen voorts kleinere zalen voor congressen, seminaries en de administratie en een 2 verdiepingen restaurant. Kijken we naar de geleding van het gebouw dan zien we een groot bijna vierkant éénlaags
onderdeel: gebouwanalyse pre-muur gebouw samengesteld door: 4.4 + 4.5 (zie achterin)
161
37: Haus der Kulturen der Welt gebouw met daarboven op een tweede deel in de vorm van een schelp, die te bereiken is door een enorme trap. 2. De hoofdvorm van dit gebouw ziet eruit, zoals het gebouw ook aan zijn bijnaam is gekomen, als een schelp, die een stuk open gevouwen is. Het totale gebouw, dus met de onderbebouwing, beslaat 92m x 96m, dus 8832 m2 en is ongeveer 22 á 23 m hoog. 3. De façade van dit gebouw, vanuit welke richting je er ook naar kijkt, is nooit hetzelfde. Dit gebouw heeft dus niet echt een Noord- Oost- Zuid- of Westgevel. Het overgrote deel van de façade is van beton en deels van glas. De gevel is voorzien van verticale banen, die een roestbruin/oranje kleur hebben. De schelp van het gebouw heeft als dakvorm een schaaldak. Het dakvlak is in 2 richtingen gekromd. De schelp staat op een groot, plat, vierkant blok. Op de bovenkant van dit blok is een dakterras waar bijeenkomsten gehouden kunnen worden. Het dakterras is te bereiken via een 11m brede trap en via het auditorium. Er zijn 2 entree’s. Eén entree zit op de begane grond in het vierkante blok. De andere entree zit in glazen pui in de schelpvorm. Dit is de ingang naar het auditorium. Daarnaast zijn er ook nog de nooduitgangen aan 2 kanten van de schelpvorm, die met een trap naar het dakterras leiden. De deuren van de entrees zijn van glas en dus transparant en de nooduitgang deuren zijn witte ondoorzichtige deuren. Ramen zijn in het gebouw aanwezig in de vorm van glazen puien of glaswanden. 4. Het gebouw heeft vele functies. De belangrijkste functie die het gebouw vervult is vrije tijdsbesteding. Daarnaast was het gebouw een symbool geworden v/d Duits/ Amerikaanse vriendschap, nadat de Amerikaanse regering het gebouw aan West Berlijn geschonken had.
162
onderdeel: gebouwanalyse pre-muur gebouw samengesteld door: 4.4 + 4.5 (zie achterin)
37: Haus der Kulturen der Welt Ook was het gebouw een propagandisch antwoord tegenover het Stalinistische Oost Berlijn. Het gebouw werd oorspronkelijk gebruikt voor vermaak en openbare discussies. Tegenwoordig wordt het gebouw nog steeds gebruikt voor voorstellingen en tentoonstellingen voor muziek, dans, theater, beeldende kunst, film en literatuur. Het gebouw is gebouwd in 1957. Het is dus bijna 50 jaar oud. Jammer genoeg stortte het dak van het gebouw in als gevolg van betoncorrosie. In 1987 werd het gebouw weer helemaal gerestaureerd. In 2006/2007 zal het gebouw opnieuw een renovatie ondergaan. 5. De plattegrond die in de afbeelding te zien is laat het vierkante dakterras zien met daarbovenop de druppelvormige plattegrond die verticaal symmetrisch is. Van de schelp aan de onderkant van de druppel zien we de ingang vanaf het dakterras naar het auditorium. Het meest interessante aan dit gebouw is de dakconstructie die aan beiden zijden door middel van stalen balken op slechts 2 fundaties rust. Het schaaldak bestaat uit 2 bogen van gewapend beton die een gemeenschappelijke fundatie punt hebben. Deze 2 fundatiepunten staan schuin naar elkaar toe gericht waartussen de 2 betonbogen gespannen staan. In de doorsnede zijn de kolommen te zien die voor het draagvermogen zorgen. Het gebouw kent vele vertrekken zoals het auditorium, de tentoonstellingshal, ontvangsthal, Conferentiezaal, restaurant, theaterzaal en Café Global. In bijna al deze ruimtes zijn ronde betonnen kolommen terug te vinden. Ook de verticale, roestbruine of oranje banen aan de buitengevel komen terug in het interieur. Is het niet met hout dan wel met gordijnen. Voor het meubilair zien we ronde tafeltjes met meestal groene of zwarte stoelen. In de theaterzaal en het auditorium zijn de stoelen aan elkaar gekoppeld. Voor de verlichting wordt gebruik gemaakt van inbouwspots. 6. De Congreshal of “Das Haus der Kulturen der Welt” werd
onderdeel: gebouwanalyse pre-muur gebouw samengesteld door: 4.4 + 4.5 (zie achterin)
163
37: Haus der Kulturen der Welt 1957 als een bijdrage aan een internationale bouwwedstrijd in gediend. Deze wedstrijd werd uitgeschreven door het stadsbestuur van Berlijn om de in de oorlog verwoeste bebouwing ongedaan te maken. Deze bouwwedstrijd, in het kort InterBouw genoemd, was bedoeld om internationale architecten aan te trekken. Het Haus der Kulturen der Welt gold als Symbool voor de vriendschap tussen de duitsers en de amerikanen en moest als symbool voor voor de vrijheid van denken tussen mensen van alle naties aldus de toenmalige bondsprecident Haus bij de opening. In 1987 gaf het stadsbestuur wederom opdracht om het gebouw te restaureren naar ontwerp van Hugh Stubbins nadat het dak was ingestort. Waaraan moest het gebouw voldoen? Het gebouw moest dienen als plaats waar volkeren van overal over de hele wereld toenadering tot elkaar konden zoeken. Waar begrip tussen de volkeren tot stand moest komen. Ook de Oost- West verhouding (koude oorlog) speelde een rol mee. 7. De vorm van het gebouw wordt door de mensen ervaren als een schelp, vandaar de bijnaam “Zwangere Oester”. De enorme brede trap nodigt uit om naar het gebouw te komen. Binnengaan gaat echter via de hal die op de begane grond onder de trap aanwezig is. Het gebruik van het gebouw heeft vele maatschappelijke doelen, zoals kunst onder mensen brengen, muziek luisteren, theater kijken, naar lezingen kunnen gaan, etc. Citaat Stubbins: “Dass hier der Freiheit der geistigen arbeit keine schranken gesetzt sind” 8. Het meest gebruikte materiaal, dat we in het gebouw terug vinden, is natuurlijk beton of nog beter info: gezegd gewapend beton, waar o.a. de het gebouw is vrij toegankelijk en dakconstructie van is gemaakt. is kosteloos te betreden. Voor het Ook de kolommen en vloeren zijn van beton. De binnenwanden in bezoeken van de voorstellingen variëren de prijzen per voorstelling. het gebouw zijn uitgevoerd in hout. Daarnaast heeft het gebouw ook nog een transparante wand die is Dinsdag en woensdag van 10.00 uur tot 18.00 uur. gemaakt van glas dat in een metalen raamwerk is gezet. Donderdag t/m zondag van 12.00 Zoals al eerder vermeld is er ook staal verwerkt in het gebouw waaruur tot 20.00 uur. onder het wapeningsstaal en de 2 stalen balken die meehelpen de Locatie: John – Foster – Dulles –Allee dakconstructie overeind te houden. 10, 10557 Berlin (Tiergarten). Website: www.hkw.de Bouwperiode: In 1955 is het gebouw ontworpen en in 1957 is het voltooid.
164
onderdeel: gebouwanalyse pre-muur gebouw samengesteld door: 4.4 + 4.5 (zie achterin)
39: Funkturm Ontwerper
De ontwerper van de Funkturm is Heinrich Straumer. Hij is geboren op 7 december 1876 in Chemnitz en was gedurende zijn leven een veelbetekenende architect. Hij werkte tot aan het einde van de twintiger jaren, vanuit zijn geboortestad Chemnitz, voornamelijk in Berlijn. Voordat hij in 1903 naar Berlijn verhuisde studeerde hij in Dresden bij Paul Wallot. Hij was lid van de ‘Deutschen Werkbundes’, een vereniging van kunstenaars, architecten, ondernemers en deskundigen, onder leiding van Hermann Muthesius, als een vertegenwoordiger van het moderne. Naast woonhuizen in de stijl van landhuizen bouwde hij verschillende warenhuizen en technische gebouwen. Op 22 november 1937 overleed hij in Berlijn. Een aantal van zijn werken zijn: - De Lutherkirche in Berlin-Wilmersdorf (1907) - De Dresdner Bank in Chemnitz (Beckerplatz, 1924) - Het hotel Chemnitzer Hof in Chemnitz (Theaterplatz, 1930)
Gebouwanalyse
1. Site, ligging, belendingen, bouwmassa, geleding De Funkturm ligt in Charlottenburg Wilmersdorf, op de Hammarskjöldplatz, op de hoek van de Masurenellee en de Messedam. Het gebouw heeft als nummer 109283. De toren is omringd door bebouwing en daardoor is de voet van de toren niet te zien. Door zijn grote hoogte is de toren al van veraf te zien. De Funkturm heeft een stalen constructie, welke de toren een luchtig uiterlijk geeft. Het geheel bestaat als het ware uit 3 verdiepingen: het restaurant, op de helft van de toren, met daaronder de keuken en bovenin de toren het observatieplatform. Deze 3 verdiepingen steken buiten de constructie. Het zijn platte stukjes massa die in de toren verwerkt zijn.
2. De hoofdvorm van de Funkturm is een piramide. De toren is 150 meter hoog, met op 125 meter een observatieplatform en op 52 m hoogte het restaurant met daar onder de keuken. De liftschacht reikt tot 129 m. De lift stijgt met een snelheid van 4 m/s. De 4 poten van de toren staan h.o.h 18,5 m. De afmeting van de uiterste zijden van de funderingsstrook bedraagt 24,5 m. De toren heeft 2 kenmerkende stucturen: het grondoppervlak van de toren is maar 20 bij 20
onderdeel: gebouwanalyse pre-muur gebouw samengesteld door: 2.1 + 2.2(zie achterin)
165
39: Funkturm meter. De oppervlakte-hoogte verhouding bedraagt 1:6,9. Vergeleken met de Eiffeltoren, die een grondoppervlak in beslag neemt van 129 bij 129 m en een oppervlakte-hoogte verhouding heeft van 1:2,3, is dit een kleine verhouding. Ten tweede is de Funkturm waarschijnlijk de enigste toren die steunt op porseleinen isolatoren. De toren was namelijk ontworpen als steunpunt voor een T-antenne en deze isolatoren moesten het verlies van stroom voorkomen. 3. De Funkturm heeft van elke kant dezelfde aanblik. De ingang ligt aan de Masurenallee. De ramen van het restaurant en het observatieplatform hebben een rechthoekige vorm en hellen ligt naar voren. Hierdoor hebben de bezoekers een goed uitzicht op Berlijn en kan er naar beneden gekeken worden. Iets dat bij recht geplaatste ramen slechter gaat. 4. Na de Eerste Radiotentoonstelling in december 1924 werd met de bouw van de radiotoren begonnen. Voor deze tentoonstelling, op de plaats van de huidige radiotoren, werd een mast van 120 m. opgericht, die als kraan diende voor de bouw van de toren. In april 1925 werd de radiotoren opgeleverd. Op 25 september 1925 werd de zender ingewijd op een frequentie van 520,8 kHz. Eén enkele T-antenne werd bevestigd tussen de top van de toren en een 80 m hoge stalen mast die met tuidraden was vastgezet. Van 1925 tot 1926 werd de radiotoren geaard via de liftschacht om bezoekers tegen elektriciteitsgevaren te beschermen. Daarnaast leidde dit de zendmogelijkheden van de radiozender naar buiten het centrum van Berlijn. Op 28 maart 1926 werd de radiotoren door bouwbureaus goedgekeurd en een aantal maanden later werd de toren voor publiek opengesteld bij de opening van de Derde Grote Duitse Radiotentoonstelling. In 1929 werd de radiozender overgezet naar een andere frequentie. Tegelijkertijd werd de eerste test als televisiezendmast uitgevoerd. Op 20 december 1933 nam de nieuwe grote zender van Berlijn, Tegel, de uitzendingen van de toren over. Vanaf dat moment is de zender van de radiotoren alleen nog maar een reserve zender voor Berlijn Tegel. 2 jaar later werd van een antenne op de toren het eerste geregelde televisieprogramma ter wereld overgebracht. In hetzelfde jaar wordt door een grote brand in de tentoonstellingszaal bij de radiotoren alle zendapparatuur vernietigt. De vonken branden ook het restaurant in de toren. Aan het eind van het jaar worden de televisie-uitzendingen hervat. In 1938 wordt de televisieapparatuur uit de toren verwijderd. Van 1938 tot 1945 wordt de radiotoren gebruikt als waarschuwings- en observatiepost. Op 19 april 1945 vernietigen projectielen één van de 4 poten op een hoogte van 38 meter. Het restaurant brandt opnieuw uit. Heinrich Straumers “Halle des deutsche Funkindustrie”, die aan de voet van de toren stond, vatte ook vlam. Na het opruimen van de oorlogs schade werd in 1956 de uitkijktoren vergroot. Na het opruimen van de oorlogsschade werd in 1956 de uitkijktoren vergroot. Voor de
166
onderdeel: gebouwanalyse pre-muur gebouw samengesteld door: 2.1 + 2.2(zie achterin)
39: Funkturm reparatie van de poot was 7,2 ton staal nodig en er werd 800 kg aan bouten gebruikt. 5 jaar later werd het torenrestaurant heropend en in het jaar erna wordt de toren 12 meter langer (van 138 m naar 150 m) door het plaatsen van een antenne. Vanaf nu worden de televisieuitzendingen hervat die door WOII werden onderbroken. Sinds 1962 wordt gestopt met het uitzenden van televisie en in 1973 werd definitief gestopt met radiouitzendingen, doordat een tiental jaren daarvoor de bouw van een 230 meter hoge zendmast nabij Scholzplatz werd voltooid. Amateurradio, politieradio en mobiele uitzending wordt nog wel via de Funkturm geregeld. 5. Het restaurant, de keuken en het observatieplatform hebben een vierkant oppervlak. De buitenste afmetingen van het restaurant hebben dezelfde afmetingen als het oppervlak dat de 4 poten op de grond aftekenen. Om deze gelijkenis te krijgen moet het restaurant aan de buitenzijden ongeveer 5 meter uitsteken, want de stalen constructie loopt naar boven in een punt toe. De inrichting van het restaurant is chique en straalt klasse uit. Door de ramen, die over de hele lengte van de gevels zijn geplaatst, valt veel licht binnen. Aan de voet van de toren ligt de Bistro met ongeveer 140 zitplaatsen. Naast de gastenruimte biedt de bistro plaats voor conferenties, presentaties etc. Voor de constructie van de toren is 600 ton staal gebruikt. In het midden van de toren lopen alle kabels. Daar bevindt zich ook de lift en hier omheen draait het trappenhuis. De verdiepingen zijn als aparte elementen aan de hoofdconstructie vastgemaakt en de buitenschil is van verschillende materialen gemaakt. 6. De Funkturm werd gebouwd voor de opening van de Derde Grote Duitse Radiotentoonstelling. De toren was oorspronkelijk bedoeld als radiotoren en kreeg later ook de functie van televisietoren. In 1973 wordt de toren definitief niet meer gebruikt als zendtoren. Citaat architect/opdrachtgever In de loop der jaren heeft de Funkturm de bijnaam gekregen: ‘Der Lange Lulatsch’ 8. De hoofdconstructie van de Funkturm is gemaakt van staal, evenals de kozijnen van het restaurant, de keuken en het observatieplatform. De daken van de verdiepingen zijn gemaakt van golvende staalplaten. Er is voor staal gekozen, omdat er met staal stevige, stabiele en duurzame constructies gemaakt kunne worden. De constructie van de toren is gemaakt van driehoeken. De driekoeken zijn op verschillende plaatsen met bouten aan elkaar vastgemaakt en aan de 4 poten
onderdeel: gebouwanalyse pre-muur gebouw samengesteld door: 2.1 + 2.2(zie achterin)
167
39: Funkturm bevestigd. De Funkturm is geplaatst op porseleinen isolatoren. Dit is gedaan om ervoor te zorgen dat de elektrische spanningen die in de toren ontstonden niet via de grond wegvloeiden. Er was zo geen gesloten stroomkring en de bezoekers hadden geen last van de hoge spanningen. Porselein is een vorm van keramiek. Keramiek wordt gemaakt door het verhitten van klei. Er bestaat variatie in zuiverheid van de gebruikte klei en de baktemperatuur. Porselein werd voor het eerst gebruikt in China in de 8ste eeuw. In de 13de eeuw is het naar Europa gebracht. De mensen dachten onmiddellijk aan de schitterende schelpen die ze kenden als ‘porcellana’. Zo ontstond de naam porselein. Na de vorming met mallen en na een droogproces van 3 maanden wordt het porselein 2 keer gebakken. De eerste keer bij 900 ºC en na het toevoegen van glazuur wordt het glad gebakken bij ongeveer 1400 ºC. Krimp is een groot probleem bij porselein. Porselein verkleurt nauwelijks en is een goede isolator.
info: De Funkturm is toegankelijk voor publiek. In het restaurant kan gegeten worden en er kan tegelijkertijd genoten worden van het uitzicht. Het uitzichtplatform is geopend op: Maandag 10:00-20:00 uur Dinsdag t/m zondag 10:00-23:00 uur Met een City Tour Card bedraagt de toegangsprijs € 2,00. Zonder deze kaart € 4,00. Locatie en hoe daar te komen Funkturm Hammarskjöldplatz 14055 Berlin-Charlottenburg S-bahn Messe Nord/ICC: S41, S42, S45, S46 en S47 Website voor meer informatie Website: www.capital-catering.de E-mail:
[email protected]
168
onderdeel: gebouwanalyse pre-muur gebouw samengesteld door: 2.1 + 2.2(zie achterin)
40: Kaufhaus Des Westens Ontwerper
Johann Emil Schaudt was de architect die aan het oorspronkelijke idee van het Kaufhaus Des Westens had gewerkt. Hij werd in 1871 geboren te Stuttgard en hij overleed op 6 april 1957 in Berlijn. Johann Emil Schaudt studeerde architectuur aan de technische universiteit in Stuttgard en Wenen. Hij werkte later voor Ernst von Ihne en Paul Wallot. Vanaf 1901 werkte hij als zelfstandig architect voornamelijk in Berlijn en ontwierp overwegend handels en bedrijfsgebouwen. Een aantal van zijn ontwerpen zijn: - Het Bierhaus Siechen (huidige staat: ingestort) - Het Handelshaus Hermes - De oude ambassade van Denemarken ( Gebouwd in 1938- 1940 ) H. Ströming en Ernsting & Partner (architectenbureaus van de 1ste verbouwing) 1929-1930 Het gebouw is ontworpen door architect Emil Schaudt maar is door de jaren heen menigmaal verbouwd en gerenoveerd. De eerste verbouwing ging onderleiding van de architectenbureaus H. Ströming, Ernsting & Partner en Emil Schaudt. Hans Soll (architect van de reconstructie) 1950 Het Kaufhaus Des Westens overleefde de Tweede Wereldoorlog in tegenstelling tot veel andere warenhuizen. Wel was het gebouw zeer zwaar beschadigd, maar het werd opnieuw opgebouwd onderleiding van Hans Soll.
Landungsbrüken (Gebouwd in 1912)
St. Pauli (Gebouwd in 1912)
Warenhaus Wertheim, in 1971 (Soll)
Gebouwanalyse
1. Toen het KaDeWe gebouwd werd, lag het midden in een woonwijk en het aanzicht van het warenhuis paste erg goed bij de bestaande gebouwen. Hoewel het KaDeWe een warenhuis is lijkt het erg veel op een regulier woonhuis uit die tijd. Het KaDeWe bevindt zich in de Tauentzienstraße, de oostelijke verlenging van de belangrijkste winkelstraat, Kurfürstendamm. Het warenhuis bevindt zich in het Berlijnse stadsdeel Tempelhof-Schöneberg dicht bij de Gedächtniskirche in het centrum van Berlijn. Het KaDeWe heeft drie vrijstaande zijden en aan één kant zit het KaDeWe vast aan een ander gebouw. Aangezien het KaDeWe veel weg heeft van een regulier woonhuis uit de jaren 20, past het KaDeWe wel bij het aanliggende gebouw. Het KaDeWe heeft een massaal gestalte. Het lijkt zo massaal omdat het een hoog gebouw is, dus wanneer je voor het KaDeWe staat lijkt het erg massief. Door de kleine ramen en grote steen oppervlakten wordt het massale gestalte nog meer benadrukt. De 5e en 6e verdieping liggen ten opzichte van de lager gelegen verdiepingen verder naar achter en zijn vrij eenvoudig uitgevoerd. Op elke verdieping liggen verschillende winkels, maar de 6e verdieping is het meest beroemd. Op de zesde verdieping bevindt zich namelijk de levenswaren sectie.
onderdeel: gebouwanalyse pre-muur gebouw samengesteld door: 2.2 + 2.3 (zie achterin)
169
40: Kaufhaus Des Westens 2. De hoofdvorm is nagenoeg vierkant, hoewel de vijfde en zesde verdieping iets terug liggen. Ook is er sprake van verschillende uitstulpingen zoals bij de hoofdingang en aan de zijgevels smalle hoge uitstekende delen. Het eerste concept van het Kaufhaus Des Westens had een vloeroppervlak van 24.000m2. Tegenwoordig is het KaDeWe één van de grootste warenhuizen op het Europese continent met ongeveer 60.000 m2 aan verkoopoppervlak. 3. De façade is verschillende keren aangepast, bijvoorbeeld nadat het in de Tweede Wereld Oorlog zwaar beschadigd werd, wel deed men hard hun best om het aanzicht van de oorspronkelijke façade te behouden. In 1993 werd aan de hoofd façade een glaskoepel toegevoegd. De hoofdfaçade aan de Tauentzienstraße is ongeveer 90 meter lang. De voorgevel heeft een helder en rustige structuur en heeft daardoor een imposante werking. Op de begane grond hebben ze grote winkelruiten, deze vallen op ten opzichte van de kleine ramen die het grootste gedeelte van de gevels bekleden. In het midden van de voorgevel bevindt zich de hoofdingang. De façades van beide zijgevels lijken erg veel op de voorgevel. Het bijzondere hoekkeper dak karakteriseert het originele ontwerp. Tijdens de renovatie, wilde Schaudt graag een plat dak, dit gebeurde niet volledig, er werd gedeeltelijk een hoekkeper dak gebouwd, maar in het midden bleef het dak plat.. Later werd er over de 7e verdieping een T-vormige glaskoepel geplaatst, onder de glaskoepel bevindt zich een restaurant. Hoewel er een glazen koepel aan het ontwerp is toegevoegd is de sfeer uit de jaren 20 behouden. Het dak dat te zien is wanneer je voor het gebouw staat is een schilddak. Toen het Kaufhaus Des Westens voor het eerst gebouwd werd, had het warenhuis een dakterras, dit was totaal vernieuwend voor de bouw toentertijd. Aan de zijgevel, gelegen aan Passauer Straße, bevindt zich een trappenhuis tot aan het dak, deze erker steekt lichtelijk uit. De hoofdingang valt op omdat hij iets naar voren komt. Je kunt het warenhuis niet alleen betreden via de hoofdentree, er is ook een loopbrug vanuit de parkeerplaats om in het KaDeWe te komen. Bij de hoofdingang wordt tevens een kaart van het warenhuis aangeboden, die nodig is, omdat de architectonische indeling van het warenhuis het de bezoeker niet makkelijk maakt en omdat het zo groot is. De massieve voorgevel heeft over het algemeen veel kleine ramen die voor zonlicht op de verschillende verdiepingen zorgen. Op de begane grond bevinden zich grote etalage ruiten.
170
onderdeel: gebouwanalyse pre-muur gebouw samengesteld door: 2.2 + 2.3 (zie achterin)
40: Kaufhaus Des Westens Door deze ramen komt niet veel zonlicht het gebouw binnen. 4. De functie van het Kaufhaus Des Westens is een warenhuis. Een erg groot warenhuis zelfs, het heeft namelijk een ontzettend groot aanbod van veel verschillende soorten producten. Het KaDeWe heeft veel meegemaakt, het werd in de Tweede Wereld Oorlog namelijk bijna geheel verwoest, na deze verwoesting moest het bijna volledig herbouwd worden. In de loop van de tijd zijn er verder steeds kleine aanpassingen gedaan. In 2007 wordt overigens het 100 jarig bestaan van het KaDeWe gevierd. In 1907 werd aan de Tauentzienstraße door de architect, Johann Emil Schaudt, het originele 5 verdiepingshoge warenhuis gebouwd. In 1929-30, werd het warenhuis gerenoveerd en werden er 2 verdiepingen toegevoegd aan het originele ontwerp. Hoewel de meeste warenhuizen in Berlijn totaal verwoest werden in de Tweede Wereld Oorlog, bleef het KaDeWe staan, wel was het zwaar beschadigd In 1950 werd het KaDeWe weer geopend (om te beginnen werden alleen de eerste 2 etages geopend) en 6 jaar later was het warenhuis weer volledig herbouwd onder leiding van Hans Soll. Ook werd het KaDeWe in 1950 het symbool voor de markteconomie. Vanaf 1967 werden er nog enkele renovaties en uitbreidingen uitgevoerd, van 1967 tot 1970 werd bijvoorbeeld aan de kant van de Passauer Straße een parkeergarage gebouwd, deze parkeergarage is verbonden met het KaDeWe door een voetgangersbrug. Vervolgens werd in 1993 een Tvormig glazendak aangebracht over de 7e verdieping en in 1997 kreeg het KaDeWe een vernieuwde entree. Aangezien het warenhuis een luxe uitstraling heeft wordt het prima onderhouden om dat imago te behouden.
onderdeel: gebouwanalyse pre-muur gebouw samengesteld door: 2.2 + 2.3 (zie achterin)
171
40: Kaufhaus Des Westens 5. Het oorspronkelijke gebouw bestond volledig uit metselwerk, toen er 2 verdiepingen werden toegevoegd maakte men ook gebruik van staalskeletbouw om de stevigheid van het gebouw te kunnen behouden. Het interieur was oorspronkelijk erg modern en luxueus in de stijl uit de jaren 20. Er werden toen bijvoorbeeld door Peter Behrens exclusieve boogvormige lampen ontworpen. De verschillende etages zijn door trappen verbonden. En tegenwoordig staat het KaDeWe nog steeds bekend als een luxueus warenhuis. Er zijn talloze ramen in de gevels aangebracht, waardoor voldoende zonlicht binnen kan vallen, een glazen koepel overspant de 7e verdieping, op deze verdieping komt er dus voldoende zonlicht binnen vallen. Buiten het zonlicht komen ook veel bijzondere lampen voor in het warenhuis, om te zorgen voor voldoende verlichting. 6. Het Kaufhaus Des Westens werd in 1906 door Adolf Jandorf gesticht en het werd in 1907 geopend. In 1926 werd het KaDeWe door de firma Tietz overgenomen, omdat Jandorf het te koop had aangeboden. Er was vraag naar een groot warenhuis, daarom werd het Kaufhaus Des Westens in 1907 gerealiseerd. Het gebouw moest in de omgeving passen daarom lijkt het KaDeWe erg veel op een woonhuis uit die tijd. De functie van het gebouw is al de tijd hetzelfde gebleven. Citaat opdrachtgever “Das KaDeWe söllte alles übertreffen und alle befriedigen” (Het kadewe zal alles overtreffen en iedereen bevredigen) 7. Toen het KaDeWe in 1907 gebouwd werd was het al één van de beste warenhuizen in Berlijn. Tegenwoordig staat het Kaufhaus Des Westens bekend als één van de meest luxe warenhuizen ter wereld, door de grote verscheidenheid van verschillende (luxe) goederen. Tevens is het KaDeWe het grootste warenhuis in Europa. Het warenhuis is buiten een groot winkelcentrum ook een plaats voor sociale activiteiten, daardoor wordt het KaDeWe ook op verschillende wijzen gewaardeerd door de mensen. 8. In het geval van het Kaufhaus Des Westens had het materiaalgebruik origineler gekund, maar omdat het Kaufhaus Des Westens in zijn omgeving moest passen, werd er voornamelijk gekozen voor alledaagse bouwmaterialen. Aangezien de omliggende gebouwen woonhuizen waren, was de keus om het gebouw te metselen voor de hand liggend. In de grote gesloten gevels met de kleine verdiepingsramen is schelpenkalk gebruikt als bouwmateriaal. De schelpen kalk is terug te vinden in de kozijnen. Nadat het Kaufhaus Des Westens voor een groot deel verwoest was in de Tweede Wereld Oorlog, besloot men het opnieuw op te bouwen en tevens 2 verdiepingen toe te voegen. Om de twee nieuwe verdiepingen op die hoogte toe te kunnen passen werd er gebruik gemaakt van staalskeletbouw. Op deze constructie rust trouwens ook het vernieuwde dak. Het schilddak is bekleed met kleine rode dakpannen (zowel met als zonder ventilatiegaten), maar niet het volledige dak is bekleed met dakpannen. Een groot gedeelte van het dak is een platdak, dit was vroeger een dakterras, maar tegenwoordig heeft het die functie niet meer. In één van de verbouwingsprojecten is later nog een glazenkoepel over de zevende verdieping aangebracht. Deze glazenkoepel is vervaardigd uit helder glas, zodat er veel lichtinval is.
172
onderdeel: gebouwanalyse pre-muur gebouw samengesteld door: 2.2 + 2.3 (zie achterin)
40: Kaufhaus Des Westens Uiteraard is niet alleen in het dak gebruik gemaakt van glas, de ramen zijn van helder glas en ook de tunnel die het KaDeWe met het parkeergarage verbind heeft glazenwanden, dit maakt het mogelijk om vanuit de tunnel over de straat uit te kijken. Er zijn enkele aanbouwen toegevoegd aan het gebouw in de loop van de tijd. De gevels van de betreffende erkers zijn bekleed met natuursteen. Natuursteen is een milieuvriendelijk natuurproduct. Bovendien is het ene functioneel en duurzaam materiaal dat uitstekend bruikbaar is voor buitentoepassingen. Dat het om een duurzaam materiaal gaat is inmiddels ook wel duidelijk aangezien het gebouw al bijna 100 jaar lang bestaat. Aangezien natuursteen in alle landen gewonnen wordt, werd het dus ook een veel gebruikt in Duitsland.
info: Maandag t/m vrijdag 10:00 – 20:00 Zaterdag 09:30 – 20:00 Het Kaufhaus des Westens is een warenhuis. Het gebouw is dus voor iedereen toegankelijk, zonder betaling. Adres: Kaufhaus des Westens Tauentzienstraße 21-24 10789 Berlin Het KaDeWe ligt in het hart van Berlijn, dat betekend dat het makkelijk bereikbaar is vanuit elke richting. Metro: Uitstappen bij station Wittenbergplatz. De lijnen U1, U2 en U3 stoppen hier. www.kadewe-berlin.de Klantentelefoon: 030 2121 0 Fax: 030 2121 2620 E-mail:
[email protected]
onderdeel: gebouwanalyse pre-muur gebouw samengesteld door: 2.2 + 2.3 (zie achterin)
173
42: Kaiser Wilhelm Gedächtniskirche Ontwerpers
de architect van de oorspronkelijke kerk was Franz Heinrich Schwechten, hij is geboren op 12 augustus 1841 in Köln en is overleden op 83-jarige leeftijd in Berlijn, het was toen 11 augustus 1924. Franz Heinrich Swechten was een Duitse architect. Hij studeerde van 1861 tot 1869 aan de Berlijnse Bouwacademie (Berliner Bauakademie), zijn leraar daar was Friedrich Adler. Aansluitend leerde hij onder andere bij A Stüler en Martin Gropius. In het jaar 1869 won hij de zogenaamde ‘Schinkelpreis’ voor een ontwerp voor het Parlementsgebouw voor Pruisen. Vanaf 1871 functioneerde hij ook als hulparchitect bij de ‘Berlin-Anhalter Bahn’. Hij werd toen ook lid van de kunstacademie en begon in 1885 zijn opleidingsactiviteiten aan de Technische Hogeschool. In 1888 ontwierp hij de constructie van de ‘schultheiss brauerei’, het toenmalige Phirharmonie in de Bernburgerstrasse. Hij ontwierp tussen 1892 en ’94 de Apostel Paulus kirche. En tussen 1891 en ’95 maakte hij met nog een aantal andere architecten plannen voor de nieuwe Kaiser-Wilhelm-Gedächtniskirche. Egon Eiermann heeft het nieuwe gedeelte van de kerk ontworpen. Egon is geboren op 29 september 1904 in Neuendorf en is overleden op 19 juli 1970 in BadenBaden. Hij was één van de belangrijkste Duitse architecten van de naoorlogs periode, tevens was hij werkzaam als meubeldesigner. Hij studeerde ook aan de Technische Hogeschool in Berlijn, onder Hans Poelzig van 1923 tot 1927. In 1931 ontwierp hij samen met Fritz Jaenecke een aantal kantoren en diverse woonhuizen in Berlijn en omgeving. Aan het einde van de 2de wereldoorlog ontwierp hij het ‘Ausweichkrankenhaus’ in Beelitz-Heilstätten in Berlijn. Na de oorlog ontwikkelde Egon verder zijn moderne richting van bouwen. Zijn architectuur moest ‘luchtig’ en ‘fris’ zijn. Hij werd tot één van de invloedrijkste architecten van zijn tijd. In 1947 volgde hij een opleiding aan de ‘Lehrstuhl für Architektur’ aan de ‘Technischen Hochschule Karlsruhe’. De kantoren die hij ontwierp waren uitgevoerd als staalskeletbouw. Op zijn studiereizen naar de Verenigde Staten leerde hij Walter Gropius, Marcel Breuer, Konrad Wachsmann en Mies van der Rohe kennen. Hij won de wedstrijd die werd uitgeschreven voor het ontwerp voor de ‘nieuwe’ Gedächtniskirche in 1963. daarnaast ontwierp hij nog een groot aantal gebouwen.
Gebouwbeschouwing
1. Het gebouw is gelegen op een druk verkeersknooppunt in het district Charlottenberg, het ligt op de kruising van de Hardenbergstrasse, de Budapeststrasse, de Kurfurstendamm en de Tauentzienstrasse. In de buurt staan nog een aantal hoge gebouwen, maar de Gedächniskirche torent boven alles uit, van alle kanten is het gebouw goed te herkennen. De kerk is van alle kanten goed te zien en diende vroeger (en nu
174
onderdeel: gebouwanalyse pre-muur gebouw samengesteld door: 2.4 + 2.5 (zie achterin)
42: Kaiser Wilhelm Gedächtniskirche ook nog wel) als herkenningspunt. Dichtbij de huidige kerk is ook een spoorlijn gesitueerd. Tevens werd KaufHaus Des Westen in deze omgeving gevestigd. Het oorspronkelijke gebouw was opgetrokken uit massieve muren, maar door de spitse vormen, zoals de spitse torens leek het meer een Gotische kerk, terwijl het toch duidelijk als Neo-Romaans was neergezet. Het Neo-Romaanse kwam vooral tot uitdrukking in de zwaar aangezette onderkant. In de 2de wererdloorlog is de kerk voor een groot gedeelte verwoest, maar in de jaren 60 is er en nieuw gedeelte bijgebouwd, wat weer heel erg modern aandoet, niet meer Neo-Romaans. 2. De hoofdvorm van de oorspronkelijke kerk was die van een in die tijd gangbare kerk, een langgerekte balk met een dwarsbalk en daarbovenop een aantal torens. Op deze kerk was één grote en vier kleinere torens gemaakt. De originele kerk was totaal 72 meter lang (kerk en toren), de binnenzijde had een maximale lengte van 51 meter. De breedte van het schip was 24 meter, de breedte van het schip met het dwarsschip was 45 meter en het vloeroppervlak was 1200 m2. De hoogte van de grootste toren was 113 meter, waar na de bombardementen van 1943 maar 63 meter van over. Tussen 1957 en ’63 is naar het ontwerp van Eiermann er een nieuwe toren naastgezet, ook werd een achthoekige kerk gebouwd en nog twee bijgebouwen. De toren heeft een zeshoekige vorm en is 53 meter hoog. De kerk heeft een achthoekige vorm en de beide bijgebouwen zijn vierkant van vorm. De nieuw gebouwde delen zijn minder hoog dan de ruïne van de toren die is blijven staan, mede om de ruïne de meeste aandacht te geven. De nieuwe toren overigens staat op de belangrijkste as van de oude kerk. 3. De hoofdentree van het oude gebouw was erg indrukwekkend, als je door de Tauentzienstrasse kwam, liep je zo tegen de kerk aan. De facade van de kerk bestond uit een toegang met 3 poorten, met elk een afzonderlijk zadeldak. Daarboven zat een groot, rond glas-in-lood raam. Daarboven waren een drietal ramen gemaakt, met daar weer boven een zadeldak. Aan de zijkanten van deze uitbouw stonden torens, die een stuk boven het middengedeelte uitstaken. Deze torentjes hadden spitse punten. Een klein eindje achter de facade rees de grote klokkentoren op. Deze klokkentoren was zeshoekig van vorm en stak 113 meter boven de grond uit. Verdeeld over de kerk zitten ramen, die allemaal een omhoog gericht karakter hebben en aan de bovenkant afgerond zijn. Daarnaast zijn aan beide kanten van het dwarsschip glas-in-lood ramen geplaatst, deze zijn evenals die bij de entree rond van vorm. De daken van de torens zijn zeshoekige kruisdaken. De nieuwe toren en bijgebouwen hebben allemaal een plat dak, de ingang van de nieuwe toren en kerk is niet zo benadrukt dan vroeger bij het de oude kerk. De deur van de kerk (het achthoekige gebouw) is naar de ruïne van de oude klokkentoren gericht. In de nieuwe gebouwen zijn het bijna alleen maar ramen, waardoor er veel licht naar binnen komt en men weinig gebruik hoeft te maken van kunstlicht.
onderdeel: gebouwanalyse pre-muur gebouw samengesteld door: 2.4 + 2.5 (zie achterin)
175
42: Kaiser Wilhelm Gedächtniskirche 4. Het oorspronkelijke gebouw was bedoeld als kerk, maar ook als verbinding tussen de kerk en de staat. Ook wilde keizer Wilhelm II zijn grootvader (keizer Wilhel I) eren en gedenken met de bouw van de kerk. De ruïne van de klokkentoren is tegenwoordig in gebruik als kerkmuseum. De toren is een symbool voor vrede en verzoening. Men heeft er een twintigtal jaren na de 2de wereldoorlog een aantal gebouwen bijgeplaatst, om de kerk weer in ere te herstellen. Het grote achthoekige gebouw doet dienst als kerk en de toren doet dienst als klokkentoren. De ruïne is al ruim honderd jaar oud, terwijl het nieuwe gedeelte van de kerk nog maar net 20 jaar oud is. De Kaiser-Wilhelm-Gedächtniskirche, (kortweg Gedächtniskirche) werd ontworpen door Franz schwechten en een aantal andere architecten. Er waren een aantal architecten uitgenodigd die een ontwerp mochten maken, daar werd toen Franz Schwechten uit gekozen. Hij had zich laten inspireren door de Romaanse kerken in het Rheinland, bijvoorbeeld de ‘bonner Münsterkirche’. Het geld voor de kerk moest worden bijeengebracht door giften, maar op het tijdstip dat men wilde gaan bouwen, was er nog niet genoeg geld. Daarom werd de protestantse keizer Wilhelm II gevraagd om ook wat bij te dragen, deze zegde toen toe dat hij er zorg voor zou dragen dat de kerk afgemaakt kon worden. De hoofdtoren van de Gedächtniskirche was met 113 meter op dat moment de hoogste van de hele stad. Binnen in het gebouw waren mooie, dure mozaïeken aangebracht, die herinnerden aan het leven en werk van keizer Wilhelm I. Tevens werden er een aantal beelden door de beeldhouwer Adolf Brütt gemaakt die een voorstelling gaven van de oorlog van 1870/71. Men begon de bouw van de kerk in 1891 en werd voltooid in 1895. In de 2de wereldoorlog werd de kerk bijna geheel verwoest. Na de oorlog wilde men in de ruïne een glazen kerk bouwen, maar dat ging niet door. Later werd een ontwerpwedstrijd gehouden waar Egon eiermann als winnaar werd gekozen en dus mocht hij een nieuw gebouw neerzetten op de plaats van de oude kerk. Men wilde eerst de 68 meter hoge ruïne slopen en er een geheel nieuwe kerk zetten, maar daar kwamen de Berlijners tegen in opstond. Ondertussen had Egon al wel een ontwerp gemaakt, waarin dus de ruïne niet aanwezig was. Na enige tijd ontstond er een compromis. De hoge ruïne werd waar nodig onderstut en gerestaureerd, zodat hij niet verder in kon storten en Egon ontwierp een aantal nieuwe gebouwen om de toren heen, waarbij de toren wel de hoogste plaats bleef innemen. Het ontwerp van eiermann werd tussen 1951 en 1961 uitgevoerd. men heeft, zoals al eerder vermeld, de kerk in de jaren 50 gerestaureerd en is dus nog niet aan onderhoud toe. De nieuwe gebouwen evenmin, omdat die ook nog vrij recent zijn, en opgebouwd zijn uit onderhoudsvrije materialen (zie bouwmaterialen).
176
onderdeel: gebouwanalyse pre-muur gebouw samengesteld door: 2.4 + 2.5 (zie achterin)
42: Kaiser Wilhelm Gedächtniskirche 5. de plattegrond van de originele kerk lijkt sterk op die van andere kerken, alleen is het dwarsschip niet zo groot. Als je aan de voorkant de kerk binnenkomt, kijk je over de lengteas, die van het westen naar het oosten loopt, direct tegen het altaar aan. Als je net binnen
bent, zijn er aan de linker en rechterkant een tweetal nissen gemaakt. Als je dan verder loopt, kom je in het middenschip terecht, wat sober is uitgevoerd. Aan het eind van de lengte-as staat dus het altaar en daarachter is het koor en nog een aantal abscissen gemaakt. Op de verdieping kun je, zoals ook te zien is op de afbeelding tussen de plattegronden, rondlopen, zodat je kunt zien wat er onderin de kerk gebeurd. De constructieve opbouw is die van dragende pilaren met daarop constructie van kruisgewelven die het dak ondersteunen. Op de plattegronden kun je ook duidelijk zien hoe de kruisgewelven open. De kerk bestaat, aan de binnenkant, in lengterichting uit vier ‘koepels’(punten waren de draden van de kruisgewelven elkaar treffen). Het enige meubilair dat in de kerk staat is het altaar. Het licht komt via de hoge ramen, die een afgeronde bovenkant hebben, naar binnen toe. Bij de nieuwe situatie is, zoals eerder gezegd, alleen de hoge toren blijven staan met de uitbouwtjes aan de zijkant. De nieuwe gebouwen zijn allemaal opgetrokken uit een stalen contructie met panelen ertussen, alleen het achthoekige kerkgebouw heeft al een totaal van 22000 blauwe raampjes,, waardoor een special effect ontstaat in het interieur. ’s Nacht geeft het ook een zacht blauwe gloed, omdat de buitenwand eigenlijk uit twee achter elkaar geplaatste wanden bestaat met daartussen kunstlicht. Deze dubbele muur is deels gemaakt om het lawaai van het verkeer te dempen en anderzijds om dus het blauwe lichteffect te creëren. In de
onderdeel: gebouwanalyse pre-muur gebouw samengesteld door: 2.4 + 2.5 (zie achterin)
177
42: Kaiser Wilhelm Gedächtniskirche nieuwe kerk is wel interieur geplaatst, zoals kerkbanken en een altaar en een aantal Christusbeelden. 6. De opdrachtgever voor de oorspronkelijke kerk was Keizer Wilhelm II, die met deze kerk zijn grootvader keizer Wilhelm I wilde gedenken. De opdrachtgever voor de nieuwbouw 8. De originele kerk was opgetrokken uit grijze ‘vogesensandstein’, dit was een steensoort die in de vogezen werd gewonnen. Deze bouwstenen zijn gebruikt, omdat deze steensoort lichter was dan de gangbare baksteensoorten. Het was in die tijd ook zeer ongebruikelijk om met zulke steensoorten te werken, in die tijd werd vooral met bakstenen gewerkt. Maar de kerk moest ook onderscheidend worden. De glas-in-lood ramen zijn uitgevoerd met kleine stukjes glas in diverse kleuren. Met die glasvlakjes zijn allerlei voorstellingen gemaakt. De overige ramen in de kerk zijn gemaakt van gewoon glas. Op het dak zijn daarentegen wel bakstenen gebruikt, deze bakstenen waren wel verglaasd, om doorlating van water te voorkomen en om de kerk een dak mee te geven dat glom in de zon. in de oude kerk waren een groot aantal muurschilderingen en mozaïeken gemaakt, die mozaïeken waren opgebouwd uit allemaal kleine stukjes verglaasde steen. De stukjes steen werden verglaasd om de voorstellingen nog beter te doen uitkomen. Een aantal van die mozaïeken en muurschilderingen zij bewaard gebleven. Er is zelfs een groot mozaïek, dat bewaard is gebleven, overgebracht en dat hangt nu in de nieuwe kerk. De nieuwe gedeelten zijn, zoals al eerder vermeld, opgetrokken uit info: een stalen vakwerkconstructie, met daartussen panelen die voorBreitheidplatz 10789 Berlijn (charlottenburg) zien zijn van glas. De stalen vakwerkconstructie is door middel van lassen aan elkaar verbonden. De verbinding tussen het ‘binnen’- en Internetsite: www.gedaechtniskirche.com buitenblad is gemaakt door een soort van vakwerkligger te maken tussen de verbindingsbuizen van de twee aparte wanden. Het glas is De openingstijden zijn: De kerk is van dagelijks open van blauw waardoor overdag in de toren 09:00 tot 19:00 en ’s nacht buiten de toren een zacht De gedenkhalle is van maandag tot zaterdag te bezoeken van 10:00 blauwe gloed wordt verspreidt. Het tot 16:00 blauwe licht dat overdag ook de kerk De toegang tot het complex is gratis vanbinnen verlicht, geeft een rustieke sfeer aan het geheel. De bereikbaarheid met het openbaar vervoer is goed. Het meubilair in de nieuwe kerk is Vanaf het treinstation Zoologischer gemaakt van hout. Garten gemakkelijk te belopen
178
onderdeel: gebouwanalyse pre-muur gebouw samengesteld door: 2.4 + 2.5 (zie achterin)
44: Stadtschnellbahn
Gebouwanalyse
De Stadtschnellbahn, afgekort S-Bahn, is een (elektrisch) treinconcept dat is ontstaan in Duitsland tussen de Regionalbahn (stoptrein) en het stadsvervoer in. De S-Bahn maakt meestal gebruik van de normale spoorwegen om grote steden te verbinden met andere grote steden of forenzengemeenten. De treinen rijden volgens een vaste dienstregeling met een redelijk hoge frequentie. Het S-Bahnmaterieel combineert de voordelen van de metro met de voordelen van de trein. Zo heeft het materieel een gelijkvloerse instap net als de metro maar ook de maximum snelheid (140 à 160 km/h) van een trein. De S-Bahn moet niet verward worden met de Stadtbahn, dat meer een soort sneltram is. 1. De S-Bahn gaat rond en door het centrum van Berlijn. Het gaat ook door heel Duitsland heen, maar wij moeten een verslag maken voor berlijn, dus wij richten ons op de Berlijnse S-Bahn. De S-Bahn zorgt ervoor dat je met de trein overal in Berlijn kunt komen, de spoorlijn licht dan ook als een netwerk door de stad. 2.De Stadtschnellbahn (S-Bahn) is een spoor voor treinen. De hoofdvorm van de S-Bahn is dus een rechte baan waar de treinen overheen kunnen rijden. De stations waar de S-Bahn langs komt hebben wel andere vormen. Het spoor is bij elkaar 331 kilometer lang en bestaat uit 16 lijnen.
onderdeel: gebouwanalyse pre-muur gebouw samengesteld door: 3.1 + 3.2 (zie achterin)
179
44: Stadtschnellbahn 3. Omdat de S-Bahn geen gebouw is, gaan we enkele belangrijke stationen beschrijven. Berliner Hauptbahnhof Een van de belangrijkste stationen is het Hauptbahnhof, dit gebouw is nog niet in gebruik, 28mei is de bouw van dit station klaar. Dit station moet het grootste station van Europa worden. Veel verder gaan we dit station niet beschrijven, we hebben ook een verslag gemaakt over de hauptbahnhof, dus daar staan de gegevens over dit station.
Bahnhof Zoo Berlin Zoologischer Garten was gedurende de koude oorlog het belangrijkste station van WestBerlijn. Het is nog steeds een van de belangrijkste stations van west Duitsland. Vanaf 28 mei 2006 is de Hauptbahnhof klaar, en zal veel reizigers overnemen van Bahnhof zoo. Er rijden vanuit Nederland rechtstreeks treinen naar Bahnhof Zoo. Het station is gelegen aan de Hardenbergerplatz, vlak naast de Berlijnse dierentuin. Op de Hardenbergerplatz ligt ook het grootste Busstation van Berlijn. Bahnhof Zoo was oorspronkelijk een Stadtbahn station en werd in februari 1882 geopend. In 1902 werd het ook een U-bahn station. Van 1934 tot 1940 werd het station verbouwd en uitgebreid. Berlin Ostbahnhof De Ostbahnhof ligt gelegen aan de Friedrichshain, in de loop van de geschiedenis heeft hij verschillende namen gehad, van 1987 tot 1998 heette het de Berliner Hauptbahnhof, daarna kreeg het de naam New central station. In 1842 werd het station geopend als de Frankfurter Bahnhof, omdat het een connectie vormt tussen Berlijn en Frankfurt. In 1845 kreeg het een nieuwe naam, namelijk de Niederschlesische Markischer Bahnhof. In 1882 werd het herbouwd. In de tweede wereld oorlog liep het een hoop schade en werd het volledig herbouwd.
180
onderdeel: gebouwanalyse pre-muur gebouw samengesteld door: 3.1 + 3.2 (zie achterin)
44: Stadtschnellbahn In 1950 kreeg het de naam Berlin Ostbahnhof. 4. De functie van de S-Bahn is mensen vervoeren. Veel mensen gaan er elke dag mee naar hun werk. Bij de stations waar de S-Bahn aankomt zijn er ook mogelijkheden om wat te kunnen eten en drinken in restaurantjes. Ook kunnen de reizigers daar een sanitaire stop maken. De S-Bahn wordt elke werkdag door ongeveer 1,2 miljoen mensen gebruikt. Deze mensen gaan er mee naar hun werk, naar school of naar de grotere winkelstraten. De S-Bahn is in 1882 gebouwd en is dus al erg oud. De S-Bahn wordt goed onderhouden zodat de baan in een goede staat blijft en de passagiersstroom elke dag zonder problemen kan verwerken. Ook wordt de S-Bahn steeds uitgebreid en gemoderniseerd. Zo wordt er op dit moment gewerkt aan de uitbreiding Berliner Hauptbahnhof. De Berlijnse S-Bahn is de oudste S-Bahn (Stadtschnellbahn) van Duitsland. Al in 1882 werd er een stadsnet geëxploiteerd met stoom. In 1924 is begonnen met de elektrificatie. Sinds 1 december 1930 wordt het netwerk ‘S-Bahn’ genoemd. De S-Bahn in Berlijn gebruikt 800 Volt gelijkstroom en wordt gevoed via een derde rail (stroomafname aan de onderzijde). De Berlijnse is een van de enige die gebruik maakt van een derde rail. Alle andere S-Bahnnetwerken maken gebruik van het gewone spoorwegnet. De Berlijnse S-Bahn werd door de Deutsche Reichsbahn geëxploiteerd. Na de scheiding van Duitsland en Berlijn werd ook het netwerk in tweeën gedeeld. Beide netten werden echter wel geëxploiteerd door de Oost-Duitse DR. Toen de DDR de Berlijnse muur bouwde, riepen West-Duitse politici en vakbonden de burgers op om de S-Bahn te boycotten. Het aantal reizigers op de West-Berlijnse lijnen nam in de jaren daarna inderdaad af. In Oost-Berlijn bleef de S-Bahn een belangrijk vervoermiddel. info: Op 9 januari 1984 nam de Berliner Verkehrsbetriebe (BVG), o.a. de Toegankelijkheid exploitant van de Berlijnse metro, het West-Berlijnse S-Bahnnet over. De toegang is gratis en je kunt er dag en nacht, 7 dagen per week naar toe. Er werd nieuw materieel aangeschaft (Baureihe 480) en het aantal Locatie: reizigers van dit zieltogende netwerk nam weer wat toe. Sinds 1994 Eind van de boulevard Unter den wordt het gehele net geëxploiteerd door S-Bahn Berlin GmbH, een Linden. Pariser Platz dochteronderneming van de Deutsche Bahn AG 10117 Berlin - Mitte
Websites waar je informatie kunt vinden over de S-bahn de.wikipedia.org www.s-bahn-berlin.de
onderdeel: gebouwanalyse pre-muur gebouw samengesteld door: 3.1 + 3.2 (zie achterin)
181
45: Zoölogischer Garten De meest bijzondere dierentuin van Duitsland is toch wel zonder twijfel deze van Berlijn. Dit schitterende park betovert de dierentuin met het meest veelsoortige dierenbestand van de wereld.
De bezienswaardigheden: - De architectuur is in een heel aparte stijl, wat u direct bij binnenkomst van de dierentuin al zal opvallen. In de in exotische stijl gebouwde dierenhuizen en natuurgetrouwe buitenverblijven worden zeldzame dieren getoond, zoals de grote panda, gorilla’s en kiwi’s. - In het aquarium lokt op drie verdiepingen een spannende expeditie, van het Great Barrier Reef met tropische rifhaaien tot aan de krokodillen van de Amazone. Het is zeer indrukwekkend, dit is tevens het hoogtepunt en de trots van de dierentuin in Berlijn. - De daarboven gelegen ruimtes met reptielen en insecten is ook erg indrukwekkend. - De collectie vogelspinnen zal niet iedereen interesseren, maar is zeer uitgebreid. Als je geluk hebt, zie je hoe ze gevoerd worden. - Ook de ruimtes met tropische vogels zijn een bezoek waard. Vele bontgekleurde vogels zijn hier gehuisvest. De vogels maken vaak zeer mooie geluiden. - Geen dierentuin is compleet zonder apen en die zijn hier dus ook. In het apenhuis hoor je de apen schreeuwen dat het een lieve lust is. Er staat tevens een kasteel buiten het dierenpark wat zeker de moeite waard is om te gaan bekijken.
182
onderdeel: gebouwanalyse pre-muur gebouw samengesteld door: 5.1 + 5.2 (zie achterin)
45: Zoölogischer Garten Geschiedenis
De Berlin Zoo heet eigenlijk de “Zoologische Garten”. Deze dierentuin vindt zijn oorsprong halverwege de vorige eeuw en behoort daarmee tot de oudste dierentuinen van Europa. Hieronder een aantal geschiedenispunten in de geschiedenis van het Zoologischer Garten in Berlijn: - Het Zoologischer Garten Berlin werd op 1 augustus 1844 geopend als eerste Duitse dierentuin en negende dierentuin in Europa (na Schönbrunn, Jardin de Plantes Parijs, London Zoo, Dublin Zoo, Bristol Zoo, Manchester Zoo, Artis, Zoo Antwerpen). - Veel gebouwen in de dierentuin werden in exotische stijl gebouwd, zoals het Antilopenhaus uit 1871. - In 1913 werd het Aquarium geopend. - Na de Eerste Wereldoorlog werden de buitenverblijven van de dieren naar het voorbeeld van Carl Hagenbeck uitgebouwd tot ruime verblijven. - In de Tweede Wereldoorlog en dan vooral tijdens het bombardement van Berlijn, werd de Zoologischer Garten vrijwel volledig verwoest. Van de 3715 dieren overleefden slechts 91 de oorlog. Na de oorlog werd de dierentuin weer opgebouwd en uitgebreid, waarna de Zoologische Garten uitgroeide tot één van de belangrijkste dierentuinen ter wereld. - Na de hereniging van Duitsland werd begonnen met een intensieve samenwerking met Tierpark Friedrichsfelde.
Beschrijving
De Zoologischer Garten Berlin of kortweg Zoo Berlin is één van de twee dierentuinen in de Duitse hoofdstad Berlijn en gelegen in het stadsdeel Charlottenburg. De andere dierentuin is Tierpark Berlin Friedrichsfelde in het stadsdeel Lichtenberg. De Zoologischer Garten Berlin geldt samen met Tierpark Friedrichsfelde als één van de soortenrijkste dierentuinen ter wereld. De Zoologischer Garten Berlin heeft een oppervlakte van 35 hectare. De verschillende entrees, - 1 Ingang bij het leeuwenverblijf ten westen van het park, de “Löwentor” aan de Hardenbergplatz (waar ook Bahnhof Zoo aan ligt). - 1 Ingang bij het olifantenverblijf ten zuiden van het park, de “Elefantentor” aan de Budapester Straße. [4] - 1 Ingang bij het aquarium ten zuiden van het park. Ongeveer 14.000 dieren van 1500 verschillende soorten zijn in de dierentuin aanwezig. Veel soorten zijn naar verwantschap bij elkaar geplaats in monumentale gebouwen met ruime buitenverblijven. In een recente uitbreiding in Tiergarten liggen echter een drietal verblijven waar de dieren uit hetzelfde leefgebied samenleven: de Südamerikanische Pampa, de Australien-Steppe en de Afrikanische Savanne. De opvallendste gebouwen zijn het Aquarium, het Raubtierenhaus, het Affenhaus en het Vogelhaus: - Het Aquarium telt drie verdiepingen en huisvest vissen en kwallen op de eerste etage, reptielen (o.a. de brughagedis) en amfibieën op de tweede verdieping en ongewervelde dieren op de bovenste etage. - In de Raubtierenhaus is een groot aantal roofdieren ondergebracht, waaronder drie onder-
onderdeel: gebouwanalyse pre-muur gebouw samengesteld door: 5.1 + 5.2 (zie achterin)
183
45: Zoölogischer Garten soorten van de panter (Java, Persisch, Amoer) en zeldzame soorten als de reuzenpanda, de aardwolf, de lepelhond, de ringstaartmungo en de woestijnkat. In de kelder van het Raubtierenhaus bevindt zich het nachtdierenhuis. - Het Affenhaus biedt onderdak aan een groot aantal primaten. Alle soorten mensapen zijn te zien, waaronder zowel de Sumatraanse als de Borneo-ondersoort van de orang-oetan. - Het Vogelhaus is onder andere de gestreepte kiwi te zien. De dierentuin is echt heel goed gelegen. Hij ligt bij een openbaar vervoersknelpunt dus als je niet met de auto wilt komen, kan je met gemak de metro of bus nemen.
Indeling van het park: De dieren zijn hoofdzakelijk per diersoort ingedeeld, zoals apen bij elkaar en bepaalde vogels bij elkaar. Andere dieren zijn per werelddeel ingedeeld, zoals de dieren in het Aziëgebouw of dieren van de Afrikaanse savannen.
info: Zoologischer Garten Berlin AG Hardenbergplatz 8 10787 Berlijn www.zoo-berlin.de Openingstijden: In de zomer dagelijks geopend van 09.00 - 18.00. In de winter dagelijks geopend van 09.00 - 17.00. Entreeprijzen: Volwassenen: € 10,00 Senioren & studenten: € 7,50 Kinderen: € 5,00
184
onderdeel: gebouwanalyse pre-muur gebouw samengesteld door: 5.1 + 5.2 (zie achterin)
46: Das Altes Musuem Ontwerper
Karl Friedrich Schinkel (Neuruppin 13 maart 1781 - Berlijn 9 oktober 1841) was een van de belangrijkste Duitse decorbouwers en architecten tijdens het einde van de achttiende, en het begin van de negentiende eeuw. Na zijn studies aan de Berlijnse Bauakademie reisde hij twee jaar door Italië en Frankrijk. Na deze reis kwam hij in het door de Fransen bezette Pruisen aan als een volleerd decorontwerper en schilder. Hij werd benoemd tot hoofdbouwmeester en kreeg zo de kans om gebouwen in de stad te zetten die de nationale trots van Pruisen uitdrukken. De architecten uit die tijd keerden zich tegen de door frankrijk gepropageerde klassieke Romeinse stijl. Dit uit ongenoegen van het Franse bestuur. Hierdoor ontwierp Karl Friedrich Schinkel in de Neo-Griekse Stijl. Deze stijl staat symbool voor politieke en morele vrijheid. Hiernaast ontwierp hij ook gebouwen in de klassieke en Gotische stijl.
In 1818 Ontwierp hij de Neue Wache, dit gebouw is sinds 1933 officieel het eerste monument van Duitsland ter nagedachtenis aan de slachtoffers van de oorlog. In het interieur is een sculptuur te zien van Käthe Kollwitz: Moeder met dode zoon.
Gebouwanalyse
In 1821 ontwierp hij het Deutsche Schauspiel- Het stadhuis is tussen 1829 - 1832 gebouwd. Het haus, tegenwoordig een Concertgebouw. is een gotisch stadhuis, dat door aanvallen van Het Schauspielhaus ligt aan het plein de Gen- fransen in 1807 beschadigd is geraakt. darmenmarkt. Aan de westkant bevindt zich het Schauspielhaus, Aan de noordkant bevindt zich de Französische Dom en aan de zuidkant de Deutsche Dom
1. Schinkel vond dat een bouwwerk niet alleen een harmonische eenheid moest vormen in zijn geheel en in zijn details, maar ook in zijn verhouding tot zijn (natuurlijke) omgeving. Specifiek voor het bouwwerk is dat de beschouwer zich erin en eromheen kan bewegen en zodoende en oneindig aantal standpunten kan innemen. Het museum ligt op het Museumsinsel. Dit is een eiland dat bestaat uit een ensemble van verschillende bouwwerken en bouwstijlen die bepalend waren voor de architectuur van de musea van de negentiende eeuw. Het Museumsinsel biedt plaats aan vijf verschil-
onderdeel: gebouwanalyse pre-muur gebouw samengesteld door: 3.3 + 3.4 (zie achterin)
185
46: Das Altes Musuem lende musea: het Altes Museum, het Neues Museum, de Alte Nationalgalerie, het Bodemuseum (het voormalige Kaiser-Friedrich-museum) en het Pergamonmuseum Door de breedte van het gebouw lijkt het laag, maar het is een enorm gebouw. 2. Het gebouw vormt een rechthoek met twee binnenhoven. Op de afbeelding is te zien hoe het Museumsinsel ingedeeld is: Op alle etages is er sprake van zijlicht. Het 1. Bodemuseum 2. Pergamonmuseum middelpunt van het gebouw is een rotonde, Nationalgalerie die de hele hoogte van de twee etages beslaat 3.4. Alte Neues Museum 5. Altes Museum en overwelfd wordt door een koepel in de vorm van een halve bol. In deze rotonde zijn authentieke klassieke sculpturen tentoongesteld. De buitenkant van de koepel van de rotonde is onzichtbaar doordat het voorzien is van een rechthoekige ombouw, dat 26 meter hoog. Hierdoor wordt de vorm van het exterieur streng rechthoekig gehouden. 3. De façade aan de Lustgarten wordt gevormd door een hal. Deze hal dient ervoor het museum harmonisch aan te laten sluiten bij de verhoudingen van het plein. De entree is heel apart met zijn ronde vormen. 4. Het Altes Museum gebouwd tussen 1822 en 1830, was bedoeld om de tot dan toe verspreid over paleizen in Berlijn en Potsdam ondergebrachte koninklijke collecties van klassieke sculpturen, schilderijen
186
onderdeel: gebouwanalyse pre-muur gebouw samengesteld door: 3.3 + 3.4 (zie achterin)
46: Das Altes Musuem en munten aan een groter publiek te presenteren. Het Altes Museum is het eerste openbare kunstmuseum in Europa. Het Altes Museum is gerenoveerd maar verkeert nu niet meer in zijn oorspronkelijke staat, noch toont het de oorspronkelijke verzamelingen. De Tweede Wereldoorlog laat ernstige sporen na. Na talrijke individuele saneringsprojecten wordt in 1999 het Masterplan Museumeiland, voor het volledig herstellen en moderniseren van het inmiddels tot UNESCO wereldcultuurerfgoed uitgeroepen complex, aangenomen. De musea van het Museumsinsel worden tegen 2008 met elkaar verbonden en voorzien van een majestueuze hoofdingang (met shops, restaurants, conferentie- en andere zalen). Pas sinds de negentiende eeuw zijn er in Europa architectonische ontwerpen uitgevoerd, die de speciale bestemming hebben werken van beeldende kunst openbaar tentoon te stellen. Eerst was het de bedoeling dat het academie- en stalgebouw verbouwd zou worden tot een academie- en museumgebouw. Wanneer in 1822 deze verbouwing nog altijd niet erg wil vlotten, wordt er een commissie in het leven geroepen om hier verandering in te brengen. Aloys Hirt en Karl Friedrich Schinkel maken onder andere deel uit van deze commissie. Eenmaal lid geworden van deze commissie eist architect Schinkel, die op dat moment al naam had gemaakt in Berlijn met zijn Neue Wache en het Schauspielhaus, een steeds grotere rol op bij de planning van het museum. Het ontwerp van Schinkel, die uiteindelijk in de plaats van Hirt tot bouwmeester wordt aangewezen, wijkt wezenlijk af van de plannen die Hirt had ontworpen. Volgens Schinkel zou het academiegebouw constructief eigenlijk te zwak zijn om zware voorwerpen te herbergen. Het verbouwingsplan van het academie- en stalgebouw wordt aan de kant geschoven en er wordt gekozen voor een zelfstandig nieuw museumgebouw aan de Lustgarten.
Ontwerp van Aloys Ludwig Hirt; sculpturenmuseum en schilderijengalerij, aanzicht en plattegrond, 1798
onderdeel: gebouwanalyse pre-muur gebouw samengesteld door: 3.3 + 3.4 (zie achterin)
Ontwerp van Karl Friedrich Schinkel; verbouwingsplan voor de academie, plattegrond begane grond, 1822
187
46: Das Altes Musuem 5. De plattegrond laat zien dat Schinkel vooral heeft geprobeerd met behulp van strenge symmetrie zo systematisch mogelijk te werk te gaan. Ontwerp Schinkel: Het hele bouwwerk staat op een gewelfde onderbouw in verband met het waterpeil. Daarboven telt het gebouw twee etages. De eerste etage is bestemd voor sculpturen en gipsen, de tweede voor schilderijen. Het representatieve deel bestaat uit de zuilenhal, het trappenhuis en de rotonde van het museum. Dit was volgens Schinkel het gedeelte dat het gebouw tot een museum maakt. De zuilenhal is een open hal met achttien vrijstaande ionische zuilen en is als gedenkhal bedoeld. De voorhal als geheel vormt een inleiding op wat de bezoeker in het museum te wachten staat en schept tevens een overgangsgebied tussen het ‘buiten’ van de Lustgarten en het ‘binnen’ van het museum. De nadruk in het museum is gelegd op een systematische en eenvoudige inrichting, zodat de aandacht van de beschouwer zich op de tentoongestelde kunstwerken kan concentreren. Sculptuurafdeling: De vloer is een kalkgietsel dat veel weg heeft van marmer. Het plafond is van hout en voorzien van classicistische sierlijsten en medaillons met mythologische figuren versierd, waarvan de kleur correspondeert met die van de zuilschachten. Schilderijafdeling: Hier ligt parket op de vloer en alleen het plafond is beschilderd: de balken met roodgele meandersierlijsten en tussengelegen vlakken met gele sterren op een witte ondergrond. De voorhal heeft een cassetteplafond met goudgele sterren op een grijsblauwe ondergrond. De rotonde: In de rotonde is de versiering het opvallendst. De wanden zijn zachtgrijs gemarmerd en het gietijzeren hekwerk om de galerij is bronskleurig geschilderd. De zuilen hebben een basement van Silezisch marmer, een schacht van zandsteen, die lichtgeel gemarmerd is en een wit gipsen kapiteel. De koepel heeft een donkerrode ondergrond. De onderste rij stelt gevleugelde geniën voor. De rij daarboven geeft de tekens van de dierenriem en andere sterrenbeelden weer.
188
onderdeel: gebouwanalyse pre-muur gebouw samengesteld door: 3.3 + 3.4 (zie achterin)
46: Das Altes Musuem Nu Het concept van het Altes Museum is niet alleen door de verbindingsgang met het Neus Museum doorbroken, maar ook door veranderingen in de inrichting. Schinkels museum heeft in zijn oorspronkelijke vorm hooguit veertien jaar bestaan. 6. Opdrachtgever/Programma van eisen Het Altes Museum werd naar een ontwerp van architect Karl Friedrich Schinkel onder koning Friedrich Wilhelm III van Pruisen tussen 1822 en 1830 gebouwd. In 1840 gaf zijn zoon en opvolger Friedrich Wilhelm IV, die zelf architectonische aspiraties had, aan architect Friedrich August Stuler de opdracht tot de bouw van het tweede, het Neues Museum. De twee gebouwen werden door een gang met elkaar verbonden.
info:
Zondag Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag Zaterdag
10:00 – 18:00 Gesloten 10:00 – 18:00 10:00 – 18:00 10:00 – 22:00 10:00 – 18:00 10:00 – 18:00
Volwassenen: € 6,00 Kinderen: € 3,00 Altes Museum Antikensammlung Eingang Lustgarten Bodestraße 1-3 10178 Berlin-Mitte Openbaar vervoer: S-Bahn: S1, S5, S7, S25, S75 U-Bahn: U2, U6, U8 website voor meer informatie http://www.smb.spk-berlin.de/ort/ m.html
onderdeel: gebouwanalyse pre-muur gebouw samengesteld door: 3.3 + 3.4 (zie achterin)
189
47: Brandenburger Tor Ontwerper
Carl Gotthard von Langhans was een Pruisische architect en Classicistisch bouwmeester van de sobere stijl. Zijn hoofdwerk is de Brandenburger Tor in Berlijn die gebouwd is tussen 1788 en 1791. Hij werkte ook mee aan de uitbreiding van het kasteel van Breslau en bouwde daar het kasteel Hatzfeld. Enkele werken van Langhans:
Gotische bibliotheek
Belvedere het Belvédère, in 1788 door Langhans gebouwd als theehuis.
Marble Palace Dit paleis was het zomer ‘optrekje’ van Frederich William II. Het paleis is in een Neoklassieke stijl gebouwd rond 1787-1793.
Gebouwanalyse
1. De poort staat aan de Pariser Platz en vormt de afsluiting van de boulevard Unter den Linden. Dit is het Midden (Mitte) van Berlijn. Vijftien jaar geleden waren er geen huizen en gebouwen rondom de poort, omdat alles was gebombardeerd tijdens de oorlog. Tegenwoordig zijn er cafés, restaurants, winkeltjes, een heel groot hotel, huizen en de Franse Ambassade. Het gebouw staat los van andere gebouwen, maar aan de zijkanten van de poort staan twee gebouwen die ongeveer even hoog zijn als de poort zelf. De poort springt er meer uit omdat de kleur anders is dan de andere twee gebouwen en de poort een ouder uiterlijk heeft. Vroeger grensde de poort aan de Berlijnse muur, nu is de loop van de Berlijnse muur nog te zien in de weg. De Brandenburger Tor is een vrij kolossale poort, dit komt omdat de poort heel breed is. Doordat de poort zo breed is krijg je de indruk dat het heel groot is, maar in werkelijkheid valt dit best mee. De poort is helemaal niet zo diep als dat het lijkt, dit komt omdat de 2 bijgebouwen een heel stuk naar voren komen. 2. De hoofdvorm van deze poort is een rechthoek die wordt gedragen door 12 zuilen die per 2 aan elkaar verbonden zijn door rechthoekige kolommen. De bijgebouwen zijn ook rechthoeken, waar zich ook weer veel zuilen bevinden. De zuilen in de poort zijn Dorische zuilen en de poort zelf is classicistisch.
190
onderdeel: gebouwanalyse pre-muur gebouw samengesteld door: 3.4 + 3.5 (zie achterin)
47: Brandenburger Tor Van bovenaf gezien is de hoofdvorm van de poort een U – vorm. De Brandenburger Tor is 26 meter hoog, 65 meter breed en heeft 5 bogen met een doorgangshoogte van 15 meter en een diepte van 11 meter. De zuilen hebben aan de voet een diameter van 1,75 meter. 3. Façade/Dakvorm/Entree/Deuren en ramen Dit is de voorkant van de poort, afgeleid uit het feit dat het beeld op de poort gebouw deze kant op kijkt en twee bijgebouwen deze kant naar buiten steken. Ook zitten de deuren in de bijgebouwen aan deze kant. Tussen de twaalf Dorische zuilen liepen twee doorgangen voor voetgangers, twee voor koetsen en de bredere middendoorgang was voorbehouden aan de koning als hij, vanuit het stadsslot, zijn uitstap maakte naar de eindeloze dreven van de Tiergarten. De poort heeft een plat dak met in het midden een ophoging waarop op het beeld staat. De vier andere bijgebouwen hebben een flauw puntdak. De entree van de Brandenburger Tor is eigenlijk één groot entree. In de bijgebouwen van de poort bevinden zich enkele ramen en deuren, zo bevinden zich aan de voorkant van beide bijgebouwen een deur met daarboven een klein raampje. De ramen en deuren hebben tegenwoordig geen belangrijke functie meer voor de poort. 4. Vroeger werd de Brandenburger Tor gebruikt als tolpoort, maar nu is het een gedenkmonument voor de hereniging tussen Oost- en West Duitsland. De poort is het symbool voor de scheiding en hereniging van Berlijn, het is zonder meer het meest beroemde gebouw in de Duitse hoofdstad. Het vormt nu tevens het symbool van de nieuwe Duitse eenheid. Het is een 18de eeuwse stadspoort. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het zwaar beschadigd en daarna gerestaureerd. Maar na de bouw van de Muur werd de poort gesloten tot 22 december 1989. Het nationaal symbool onderging opnieuw een restauratie. De onthulling van deze restauratie was in Oktober 2002. Meer dan een half miljoen mensen waren getuige van de onthulling van de poort. Het Brandenburger Tor is de enige bewaard gebleven stadspoort van Berlijn. Vroeger was de plek waar de poort staat de stadsgrens van het centrum. Wie door de poort wilde, moest tol betalen. De eerste poort stamt uit 1734.
onderdeel: gebouwanalyse pre-muur gebouw samengesteld door: 3.4 + 3.5 (zie achterin)
191
47: Brandenburger Tor In 1788 werd door architect Carl Gotthard Langhans op dezelfde plek een nieuwe poort gebouwd in opdracht van de Pruisische koning Frederik Willem II. Het beeld op het gebouw, een Quadriga (tweewielige wagen met vier paarden) , werd in 1806 meegenomen door Napoleon naar Parijs als oorlogsbuit. Het is acht jaar later door een Duitse maarschalk teruggebracht naar Duitsland. Het beeld dat er nu op staat, een Griekse strijdwagen met daarin de godin Victoria, is een replica. Het oorspronkelijke beeld is verloren gegaan tijdens de Tweede Wereldoorlog. De replica is gemaakt met de oorspronkelijke gietvorm die nog in het depot stond van de WestBerlijnse Firma Noack. In de jaren 60 van vorige eeuw werd de Berlijnse Muur langs deze poort gebouwd. Het Brandenburger Tor stond in de Russische sector en was vanaf een verhoging te bezichtigen vanuit het westen. Het was dertig jaar lang niet mogelijk om onder de poort door te lopen. Na de val van de Berlijnse Muur werd het Brandenburger Tor gerenoveerd. 5. Op de plattegrond is goed te zien waar de zuilen zich bevinden. Omdat de Brandenbuger Tor geen interieur heeft, heeft het ook geen meubilair. Daglicht is de belangrijkste bron van licht, als er geen daglicht aanwezig is wordt de Brandenburger Tor verlicht door een tal van lampen die zich naast, in en op de poort bevinden. [10] info: 6. Opdrachtgever/ Programma van eisen Pruisische koning Frederik Willem II gaf architect Carl Gotthard Lang- Dit gebouw is een monument waar je niet naar binnen kunt. hans in 1788 de opdracht op de Brandenburger Toer te bouwen De toegang is gratis en je kunt er dag en nacht, 7 dagen per week naar toe. Openingstijden: 01/11 - 31/03: dagelijks 10-18 uur (01/04 - 31/10 langere openingstijden) Adres: Eind van de boulevard Unter den Linden. Pariser Platz; 10117 Berlin - Mitte Openbaar vervoer: Bus 100, 200, 348 of S2 Halte: Unter den Linden
192
onderdeel: gebouwanalyse pre-muur gebouw samengesteld door: 3.4 + 3.5 (zie achterin)
48: Berliner Dom Ontwerper
De ontwerper van de Berliner Dom is Julius Carl Raschdorff. Raschdorff is op 2juli 1823 geboren in Pleß. Pleß is een klein stadje in de Poolse provincie Silezië, gelegen aan de Tsjechische en Slowaakse grens. Hij studeerde vanaf 1845 bouwkunde in Berlijn. In 1853 studeerde hij hierin af. Na zijn studie zette hij zijn carrière voort als Stedenbouwkundige in Keulen. Vanaf 1872 begon hij als privé-architect in Keulen, daar begon hij een eigen architecten bureau. Vanaf 1878 was Raschdorff proffesor Boukunde aan de TH Berlijn. Julius Carl Raschdurff heeft meer dan 220 gebouwen ontworpen in Duitsland, en ook enkele in het buitenland. Onder die 220 gebouwen zitten 6 kerken, een synagoge, 17 scholen, 4 universiteiten, 2 musea, 2 Bibliotheken, 4 ziekenhuizen, een theater, 7 stations, 7 kastelen of burchten, 23 villa’s en twee stadhuizen. Van 1894 tot 1905 is hij bezig geweest met het ontwerp en de bouw van de Berliner Dom. met een leeftijd van 91 is hij op 13 augustus 1914. Naast zijn bekendste gebouw, de Berliner Dom heeft hij zoals hierboven staat nog een heleboel andere gebouwen ontworpen, namelijk:
De Event-kirche in Velbert-Langenberg. De Event-hirche is in 1877 gebouwd. De functie van dit gebouw is een kerk, maar het is ook een feestzaal, geschikt voor 50 tot 200 personen.
De burcht Coochem De burcht Coochem is tussen 1771 en 1778 is gerestaureerd door Raschdorff. De burg Coochem is waarschijnlijk in 1020 gebouwd.
Hauptgebäude der Technischen Universität Berlin Deze technische universiteit is gebouwd tussen1878 en 1884, en het is een ontwerp van Julius Carl Raschdorff samen met Richard Lucae en Friedrich Hitzig.
Gebouwanalyse
1. De Berliner Dom ligt in het midden van Berlijn, genaamd Mitte De Berliner Dom ligt op een eilandje genoemd ‘het Spree-eiland”, dit wordt ook wel het museuminsel genoemd. Het museuminsel is het historische gedeelte van Berlijn. Op dit eiland vind je het Altes Museum, de Alte Nationalgalerie, het Bode-museum en het Pergamon-Museum. Tegenover de Berliner Dom bevindt zich een groot park, namelijk Lustgarden. De Berliner Dom ligt los van andere gebouwen, waardoor het gebouw heel erg opvalt. Doordat er zich op het Spree-eiland veel oude gebouwen bevinden misstaat de Berliner Dom niet in de omgeving. 2. De hoofdvorm van het gebouw is vanaf de voorkant gezien een liggende balk met aan beide kanten een torentje erbovenop en op deze 2 torentjes zit weer een koepel. In het midden van het gebouw zit nog een grote koepel.
onderdeel: gebouwanalyse pre-muur gebouw samengesteld door: 3.5 + 3.1 (zie achterin)
193
48: Berliner Dom De afmetingen van dit gebouw zijn 114 meter lang, 73 Meter Breed en 116 meter hoog. Met de hoogte wordt bedoeld; het hoogste punt van de kerk (bovenin de koepel). 3. De entree van de Berliner Dom is erg indrukwekkend vinden we, dat komt door de hoogte van de entree en de versiering ervan. De deuren bij de entree hebben een normale grote, maar de hoogte van het voorportaal is minimaal vier keer zo groot. Als je er in staat lijkt het daardoor ontzettend groot. De dakvorm is een koepel, het dak bestaat namelijk uit vijf koepels, en tussen en om de koepels heen is het dak gewoon plat. De deuren rijn van hout gemaakt, ze geven een hele stevige en massieve uitstraling. Ze zijn niet groot, maar van normaal formaat. Er zijn verschillende soorten ramen in de Berliner Dom, de ramen die voor het licht zorgen zitten onder de koepel. Daarnaast zijn er ook nog de ramen in de gevels, dit zijn glas in lood ramen, of beschilderde ramen. Deze ramen zijn niet voor de belichting van de binnenkant, maar voor de versiering van de binnenkant. 4. De functie van dit gebouw is een kerk. Deze kerk werd oorspronkelijk gebruikt voor de graven van de Hohenzollern-familie van Willem II. Verder worden er in deze kerk kerkdiensten gegeven, maar ook orgelconcerten, rondleidingen en tentoonstellingen. De Berliner Dom is gebouwd tussen 1895 en 1905. hiervoor stond op ongeveer de zelfde plaats een andere kerk. Deze kerk was ontworpen door de architect Johann Bouwmann in de stijl van de Barok, en gebouwd in ongeveer 1747. in 1822 werd deze kerk gerenoveerd in een classicistische stijl, door de Duitse architect Karl Friedrich Schinkel. In opdracht van de WilhelmII werd deze kathedraal in 1894 afgebroken. In 1895 werd de Berliner Dom gebouwd. De architect van de Berliner Dom is Julius Raschdorff. Het bouwwerk veel groter dan de voorgaande kerken die op die plek hebben gestaan. De Berliner Dom moest het antwoord zijn van de Protestante kerk op de St. Peter’s Basilica in Rome (rechts op de foto hier onder). In de tweede wereld oorlog is de Dom meerdere keren beschadigt tijdens bombardementen. Na de oorlog werd er een tijdelijk dak op gezet om de binnenkant te beschermen. In 1975 begon de renovatie van het dak. In 1984 begon de renovatie van het interieur, en in 1993 werd de kerk heropend. Tijdens de renovatie werd het ontwerp aangepast tot een makkelijkere vorm. In de buitenmuur is nog te zien waar er schade is door bombardementen, doordat de gaten zijn opgevuld met nieuwe stenen. 5. Op de plattegrond is goed te zien hoe de Berliner Dom is opgebouwd. Bij de rode pijl bevindt zich de entree, en bij het kruisje bevindt zich de
194
onderdeel: gebouwanalyse pre-muur gebouw samengesteld door: 3.5 + 3.1 (zie achterin)
48: Berliner Dom rolstoel ingang. Het interieur bestaat uit houten kerkbankjes, een altaar, een preekstoel, enz. de stijl van de binnenkant van de kerk is barrok, overal zijn motieven van schelpen te zien. Er wordt veel gebruik gemaakt van bladgoud en marmer. De ramen bestaan deels uit ramen met glas en lood, maar rond het altaar zijn ook ramen die beschildert zijn met printen van Jezus en Maria, en andere bijbelse personen. Het meeste licht komt naar binnen via de ramen onder de koepel. Er komt natuurlijk ook licht naar binnen door de glas-in-lood ramen en de beschilderde ramen, maar dat is heel flauw licht, de kleuren van de ramen werken als een soort zonnebril en dempt het licht dat op de ramen schijnt. 6. De Berliner Dom werd in opdracht gemaakt van Willem II, hij kwam op de plek waar al verscheidene andere kerken hebben gestaan, maar deze zijn gesloopt. De Berliner Dom moest het antwoord zijn van de protestante kerk op de St. Peter’s Basilica in Rome. Daarom moest de Berliner Dom groot zijn. Het moest er overweldigend uitzien, en dat doet het ook zowel van buiten als van binnen. De buitenkant is namelijk versiert met overal beelden en schilderingen. De binnenkant is misschien nog wel het mooiste, het is een hele grote en hoge ruimte, die heel erg licht is. Overal op de muren zijn versieringen aangebracht en er wordt veel gebruik gemaakt van bladgoud en marmer. [foto] Natuurlijk moest er ook gewoon een kerkdienst in gehouden kunnen worden. 7. De bouwmaterialen die gebruikt zijn bij de aanleg van de Berliner Dom is voornamelijk natuursteen. Voor de binnenkant is er veel marmer gebruikt, verder is er nog gebruik gemaakt van bladgoud en de ramen zijn glas-inlood. De muren zijn erg massief, je kan nog goed zien dat het met blokken is opgebouwd.
onderdeel: gebouwanalyse pre-muur gebouw samengesteld door: 3.5 + 3.1 (zie achterin)
info:
Toegankelijkheid Deze Dom is voor iedereen toegankelijk die een kijkje wil nemen. Openingstijden maandag – zaterdag 900 - 1900 uur zondag 1200 – 1900 uur Toegangsprijs De entree bedraagt € 5,- voor volwassenen € 3,- voor werkelozen, scholen, studenten en groepen Gratis voor kinderen, schoolklassen en invalide met begeleiding. Dagelijkse korte rondleiding maandag - zaterdag: 1030, 1115, 1230, 1330, 1415, 1530 uur zondag: 1200, 1300, 1400 uur De rondleiding duurt ongeveer 25 minuten en reserveren is niet nodig. Locatie en hoe kom je er Am Lustgarten 1 10178 Berlin-Mitte Je kunt er komen door: U-Bahn: U2, U5, U8 Alexanderplatz S-Bahn: S5, S7, S9, S75 Alexanderplatz, Hackescher Markt Tram: M4, M5, M6 Spandauer Straße Bus: 100, 200, TXL Am Lustgarten website voor meer informatie www.berliner-dom.de
195
49: Deutscher Dom Ontwerper
Karl Schinkel was geboren in Neuruppin, Pruisen in 1781. Hij bestudeerde onder Friedrich Gilley in Bauakademie in Berlijn. Tussen 1803 en 1805, reiste hij door Italië en Frankrijk. Hij keerde aan het Frans gecontroleerd Pruisen terug waar hij als schilder en stadiumontwerper werkte. Nadat de Fransen van Pruisen werden verdreven, werd Schinkel benoemd Landmeter aan de Pruisische BouwCommissie. Als landmeter herontwierp hij de stad met een reeks gebouwen die de nationale trots van Pruisen de culturele ambities en uitdrukte. De algemene ontgoocheling met Frankrijk draaide de meeste Pruisische architecten tegen de klassieke Roman manier die door Ecole des Beaux Arts goed wordt gekeurd. Deze nationale verwerping leidde Schinkel tot ontwerp in een neo-Griekse stijl die symbolically aan de politieke en morele vrijheid van Atheens Griekenland herinnerde. Hoewel hij klassieke architectuur verkoos, leidde Schinkel tot ontwerpen op zowel Klassieke als Gotische manieren. Zijn tekeningen stellen een ononderbroken analyse tussen Neoklassieke Pruisen en Periclean Athene voor. Schinkel stierf in Berlijn, Duitsland in 1841.
Geschiedenis
De Gendarmenmarkt is een van de mooiste pleinen van Berlijn. Het plein wordt gekenmerkt door twee identiek lijkende kerken aan weerszijden van het plein. Deze twee kerken zien er in eerste instantie hetzelfde uit, maar zijn wel verschillend. De Französischer Dom is gebouwd tussen 1701 en 1705 voor de Hugenoten die Frankrijk ontvlucht waren. De Deutscher Dom is in 1708 gebouwd voor de protestanten. De Deutscher Dom bestaat uit een evangelisthervormde kerk, de Neuen ook wel Deutschen Kirche genoemd die in jaren 1701-1708 naar de plannen van Martin Grunberg in de stijl van barok op de Schweizer Friedhof (Zwitserse begraafplaats) werd gebouwd. In 1780-1785 werd de kerk verenigd met een koepeltoren die de kerk in grootte duidelijk overtroef maar nooit een sacrale functie had . Hij werd samen met de Französischer Dom gebouwd in de loop van een uitvoerige reorganisatie van de Gendar-
196
onderdeel: gebouwanalyse pre-muur gebouw samengesteld door: 1.1 + 1.2 (zie achterin)
49: Deutscher Dom memarkt door Friedrich II en naar het model van Piazza del Popolo in Rome die was gebouwd naar de plannen van Carl von Gontard. In jaren 1881-1882 werd de kerk voor een grote gedeelte afgebroken wegens zijn staat van verval en werd herbouwd naar de plannen van het architectenbureau Hude & Hennicke in de stijl van Neobarock. Na de Märzrevolution (Maartrevolutie) van 1884 werden de 183 slachtoffers van de revolutie (Märzgefallenen) op 22 maart op de trappen van de Deutscher Dom opgebaard. Na een Evangelisten kerkdienst in de kerk werd vóór de kerk korte toespraken gehouden door een evangelisten, een katholieke en een joodse geestelijke alvorens de doodskisten onder grote deelname van de burgers van Berlijn naar de begraafplaats genaamd Friedhof der Märzgefallenen te brengen waar ze werden begraven. In het jaar 1943 werd de Deutscher Dom vernietigd door een brand en werd herbouwd tussen 1982-1996. Door een bezitsuitwisseling kwam het gebouw in het bezit van de staat. Sinds het jaar 2002 vindt in het gebouw dagelijks de tentoonstelling van de Duitse federaal ‘Wege, Irrwege, Umwege’ plaats; de ontwikkeling van de parlementaire democratie in Duitsland. De tentoonstelling werd tot dusver door miljoenen mensen bezocht.
onderdeel: gebouwanalyse pre-muur gebouw samengesteld door: 1.1 + 1.2 (zie achterin)
197
52: Charlottenburg park Het park wat bij het Slot Charlottenburg hoort is ontworpen in 1697. Het was in die tijd de eerst ontworpen ‘tuin’ in de Frans barokker stijl. Deze stijl is later veranderd naar de engelse stijl. De opvolgers van de ontwerper Siméon ontwierpen dus in de engelse stijl. Het park behoort tot het al eeuwen oude Schloss Charlottenburg in Berlijn.
De ontwerper
De tuin werd onder andere door Siméon Godeau, een universitair leerling aangelegd. Hij begon hier op 65 jarige leeftijd mee in 1697. Verder hielpen aan het ontwerp in de loop der jaren me: Johann August Eyserbeck, Johann Georg Steiner en . De tuin werd door Siméon Godeau, die indertijd aan de universiteit studeerde ontworpen. Hij leefde van 1632 tot na 1716. De precieze datum van zijn overlijden is ons onbekend gebleven. De stijl werd ontworpen in de Frans barokker stijl. Na Siméon Godeau nam Johann August Eyserbeck (die leefde van 1762 tot 1801) de touwtjes in handen. Hij nam na enkele jaren, wanneer precies is onbekend, de beslissing de tuin verder te ontwikkelen en aan te passen. Hij ging verder met het ontwerpen/ uitbreiden van de tuin. Hij was hierbij niet alleen want ook Johann Georg Steiner hielp me met de ontwikkelingen en uitbreidingen. Johann Georg Steiner leefde van 1739 tot 1807. In 1789, toen Johann August 27 was, kwam ook Peter Joseph Lenné hierbij helpen. Ze hebben dus enige tijd met zijn drieën de leiding over het park gehad. De stijl is van Frans baroks veranderd naar de engelse stijl. Wat na deze tijd met het park is gebeurd is ons onbekend gebleven, tot op heden, waar nu het park door eigen onderhoudsmensen word onderhouden. Tenslotte: over een periode van meer dan drie eeuwen verfraaiden de beste eigentijdse kunstenaars met grandioze paleizen en tuinen in opdracht van de Brandenburgse Pruisische heersers hun residenties. De rij bouwheren begint bij Joachim II en de Grote Keurvorst via Frederik de Grote tot aan de laatste Duitse keizer Willem II. Met name in Berlijn en Potsdam ontstonden voorbeelden van samenspel van architectuur en tuinkunst, die internationaal beroemd werden. De paleizen en tuinen (onder andere Park Sacrow) in Potsdam werden door de tuinarchitect Peter Joseph Lenné in de 19de eeuw tot een zich van Sanssouci tot aan het Pauweneiland uitstrekkend tuinlandschap bijeengebracht, dat in 1990 als cultuurmonument van de mensheid in de lijst van het werelderfgoed van natuur en cultuur opgenomen werd. Verder hebben we geen ontwerpen kunnen vinden. Van een of meerdere ontwerpers.
198
onderdeel: gebouwanalyse pre-muur gebouw samengesteld door: 1.4 + 1.5 (zie achterin)
52: Charlottenburg park Gebouwbeschouwing
1. Het park Schloss Charlottenburg licht achter het schloss zelf. Het park licht midden in de stad Berlijn. Zoals ook op de kaart van Berlijn te zien is. Een stukje van die kaart is hierbij weergegeven. Het Schloss [5] Charlottenburg staat dus aan de voorkant van het park. Aan de rechterkant van het park loopt de rivier de Spree. Achter in het park loopt een spoorlijn. En aan de linkerkant van het park is een ziekenhuis gevestigd. Dit is de huidige ligging van het park. Toen het park is aangelegd, waren er nog geen andere gebouwen omheen gebouwd. 2. Het park heeft een rechthoekige vorm, recht achter het schloss zelf. In het hoofdgedeelte van het park is een horizontale en een verticale as te zien. In het midden van het park bevind zich een ronde vorm. Verder is het gedeelte verdeeld in allerlei rechthoekige tuinen. De hoofdvorm is dus een rechthoekige vorm. Het rechthoekige gedeelte is het belangrijkste gedeelte van de tuin. Verder bevinden zicht in de tuin nog verschillende grote vijvers, een bloementuin en een theehuis. Het theehuis heet Belvedere. Dit theehuis is gebouwd in 1788. Het park heeft een totale oppervlakte van 55 hectare. Het park is ongeveer 500 meter breed en heeft dus een lengte van ongeveer 1 kilometer. 3. Het park heeft geen specifieke ingang. Het park is van verschillende kanten te betreden. Dit komt ook door de grootte van het park. De echte ingang van het park is vanuit het Schloss Charlottenburg. Zo is het ook gemaakt, het park is bij het Schloss gemaakt. Als je aan de achterkant van het Schloss is een soort terras en vanaf dit terras kan een groot deel van het park overzien. Dit punt kan dus als de hoofdentree gezien worden. 4. Het park is in 1697 aangelegd door de hierboven genoemde ontwerpers. Het park is toen Franse Barok stijl aangelegd. In de 18e en 19e eeuw is het park omgezet tot landschapstuin. Het park heeft na de oorlog (tweede wereldoorlog) een wederobouw ondervonden. Dit was nodig, omdat het park in de oorlog grote schade had geleden. Een klein deel van het park is toen weer in de oorspronkelijke Franse Brarok stijl aangelegd. Dit is het deel recht achter het Schloss. Op de foto’s van het park is dit ook duidelijk te zien. Het rechthoekige deel van het Schloss is dus in Franse Barok stijl. Het andere gedeelte is nog in de vorm van een landschapstuin, dat dus in de 18e en 19e eeuw is aangelegd. In 2001 is het opnieuw aangelegde park in de Franse Barok Stijl gerestaureerd. 5. Over het park is geen specifieke plattegrond te vinden. We hebben wel een duidelijke en overzichtelijke foto van het park gevonden. Deze foto is ook goed als plattegrond te gebruiken. De foto is een overzicht van het deel, dat in Barok stijl is hersteld. Op de plattegrond is duidelijk te zien, dat het symmetrisch is opgebouwd. Het park heeft zowel een horizontale symmetrieas en verticale symmetrieas. De horizontale symmetrieas is niet zo gedetailleerd als de verticale symmetrieas. De horizontale symmetrieas geld eigenlijk alleen voor de vorm van de perken in het park. De verticale symmetrieas wel heel gedetailleerd. De verticale symmetrieas is zelfs op de bomen nauwkeurig gedetailleerd. Vanaf het Schloss Charlottenburg bekeken zie je de verticale as. Je kijkt dan recht door de tuin, die eindigt in een vijver. Deze vijver word de Karpfenteich genoemd. In heb midden van het park, het gedeelte in Barok stijl. Ligt een vijver met fontein. De vijver is gemaakt in en
onderdeel: gebouwanalyse pre-muur gebouw samengesteld door: 1.4 + 1.5 (zie achterin)
199
52: Charlottenburg park achthoekig vlak. De vijver is naast het midden van het park, ook het snijpunt van de horizontale symmetrieas en de verticale symmetrieas. In het park bevinden zich nog enkele gebouwen. Zo liggen onder andere in het park: - het Sehinkelpaviljoen, in 1825 door K.F. Schinkel gebouwd als zomerwoning voor Friedrich Wilhelm 111 (schilderijen van o.a. Caspar David Friedrich, beeldhouwwerken, meubels); -het Belvédère, in 1788 door Langhans gebouwd als theehuis (Berlijns porselein van rococo tot Biedermeier); -en het Mausoleum, in 1810 door H. Gentz gebouwd voor koningin Luise (sarcofagen, beelden). 7. De ecologie van het park is natuurlijk uitstekend. Het park is volledig opgebouwd uit natuurlijke grondstoffen en materialen. Over de duurzaamheid valt dus ook niets negatiefs te zeggen. Het park heeft ook een positieve maatschappelijke functie, rust, natuur, genieten van het mooie weer enz. Het is dus geheel positief, van natuur, een park valt ook niets anders te verwachten, tenzij dat het park vervuild is maar dit is gelukkig niet het geval. 8. Bij het park Charlottenburg zijn de bouwmaterialen natuurlijk niet direct van toepassing. Er valt dan dus ook weinig over te zeggen. De tuin is opgebouwd uit grind/kiezel paden, gazons, fonteinen etc. De witte kiezel paden doorsnijden de gazons. Aan de randen van de paden (rondom de gazons) staan verschillende soorten kleine hagen. In een wat grotere open ruimte/ vijver staat een fontein van circa 6 meter hoog. Aan de randen en in het park staan grote bomen. Verder zijn in de tuin enkele (natuursteen) beelden gepositioneerd.
info:
Het park is voor iedereen toegankelijk en ook voor rolstoel toegankelijk Het park is geopend van 6:00 ‘s ochtends tot zonsondergang Toegangsprijs: Prijs pp.: € 7.00 kinderen € 5.00 (voor hele dag en alle gebouwen in het park) Prijs pp.: € 6.00 kinderen € 2,50 (voor het park zie verder bij het kasteel Charlottenburg
200
onderdeel: gebouwanalyse pre-muur gebouw samengesteld door: 1.4 + 1.5 (zie achterin)
53: Charlottenburg kasteel Het slot charlottenburg is het grootste paleis in Berlijn. Het stamt uit de tijd van de Pruisische vorsten en is een glansvol voorbeeld van de barocker bouwkunst. In de tweede wereld oorlog werd het slot vrijwel geheel vernietigd, waardoor er (van de inrichting, de orginele meubels) weinig meer is overgebleven. Ook het porselein en het Delfs blauw in de porseleinkamer moesten grotendeels worden vervangen. Het grote Schlosspark, dat tot het slot behoort, is opgebouwd aan de hand van de tekeningen uit de begintijd van het slot naar het voorbeeld van Versailles. De tuin is naar de mode van die tijd ook eens een Engelse tuin geweest. Tegenwoordig heeft het slot nog altijd representatieve diensten. Er is een werkkamer voor de bondspresident en er worden ontvangsten gehouden. In 2004 werd de Britse koningin in dit slot ontvangen.
De ontwerper
Het slot is gebouwd tussen 1695 en 1699. Het slot is ontworpen/gebouwd door Johann Arnold Nering en Martin Grünberg in opdracht van Sophie Charlotte, de vrouw van Kürvorst Friedrich de derde, die zich later liet kronen tot koning Frederik de eerste van Pruisen. In 1701 werd het slot, dat eigenlijk bestemd was als zomerhuis voor sophie Charlotte, uitgebreid door Johann Friedrich Eosander. Van 1707 tot 1712 werd het verder uitgebouwd met de westelijke vleugel, de Orangerie en de kenmerkende koepel. Tussen 1740 en 1747, toen Frederik de grote er woonde, werd de nieuwe oostelijke vleugel gebouwd door Georg Wenzeslaus von Knobelsdorff. Echter in 1747 verhuisde hij naar het slot Sanssouci in Potsdam. Tussen 1787 en 1791 richtte Carl Gotthard Langhans als afsluiting van de Orangerievleugel het slottheather op. Tenslotte: Johann Arnold Nering bestudeerde in Nederland de bouw van vestingwerken en maakte daarna een reis naar Italië. Na terugkomst in Duitsland kreeg hij zijn ingenieurstitel en een staatsaanstelling. Johann Arnold Nering kreeg de leiding over de nieuwbouw in Brandenburg. Voor Berlijn ontwierp Nering een herdenkingspoort voor de keurvorst, die zijn studiereis had gefinancierd. Ook ontwierp Johann Arnold Nering enkele koningsverblijven en een vleugel en de oranjerie van het stadsslot in Potsdam. Een andere belangrijke opdracht was het ontwerp en de bouw van de Charlottenburcht in Lietzenburg. Zijn stedenbouwkundige bemoeienis bestond uit het ontwerp van Friedrichstadt, waar zich vanaf 1688 de uit Frankrijk afkomstige Hugenoten vestigden. Bovendien behoort de “Lange Brücke” van de residentie op het eiland in de rivier de Spree naar de binnenstad van Berlijn tot de meest aansprekende projecten van de architect Johann Arnold Nering. Johann Arnold Nering overleed in oktober 1695 in Berlijn. Nering kon door zijn vroege dood niet de voltooiing van al zijn ontwerpen meemaken. Veel bouwwerken van Johann Arnold Nering zijn inmiddels door afbraak of oorlogshandelingen verdwenen. Toch moet Johann Arnold Nering worden gezien als de grondlegger van de Pruisische barokarchitectuur.
Gebouwanalyse onderdeel: gebouwanalyse pre-muur gebouw samengesteld door: 1.5 + 1.1 (zie achterin)
201
53: Charlottenburg kasteel 1. Het slot ligt op een in berlijn gelegen horizontale as. Op deze as, ongeveer in het midden van berlijn liggen onder andere de Groser stern, de Reichstag, het Haus des kulturen der werlt, bundes kanzleramt, de brandenburger torn en de televisietoren. Het slot ligt het meest links. Het slot ligt aan de spaudammer dam. Tegenover het slot liggen: het Ägyptisches Museum (Schlossstrasse 70), dat een schitterende collectie Egyptische kunst exposeert met als pronkstuk de beroemde kalkstenen kop van koningin Nefertete (ca. 1360 v.C.) uit Tel elAmarna. Vervolgens hebben we het Antikenmuseum (Schlossstrasse la), met Griekse vazen, Etruskische kunst, ivoren, antieke sieraden enz. Verder ligt tegenover het slot nog het BröhanMuseum met meubels en voorwerpen in Jugendstil en art deco, voorts schilderijen. Aan de linkerkant van het Slot bevindt zich ook nog een museum. Het slot is dus omringd met musea. Achter het slot bevind zich het grote Schlosspark wat bij het slot hoort. Aan de rechterkant van het Slot bevindt zich de rivier de Spree [4]. Op het slotplein staat het reusachtige ruiterstandbeeld van de Grote Keurvorst, ontworpen door de architectbeeldhouwer Andreas Schlüter, en in 1700 gegoten. Het stond vroeger voor het Stadtschloss aan de Spree, dat in 1945 vrijwel geheel uitbrandde en in 1950 door de Russen werd opgeblazen. Het slot is ten opzichte van de omgeving een vrij kollosaal gebouw. De kollosaalheid van het gebouw wordt overigens door de achter het slot aan de Spree gelegen Schlosspark, wel verzacht (verkleinend effect). Het gebouw is ten opzichte van andere gebouwen (de omgeving) het enige gebouw uit de barokker bouwstijl. Het is in de nabije omgeving het enigste oude en grootte gebouw. Kijken we verder dan zien we in Berlijn meer oude kollosaale gebouwen. Overeenkomsten (qua vorm en grootte etc.) met in de ‘ buurt’ gelegen gebouwen zijn dus niet direct te vinden. 2. De hoofdvorm van het gebouw is hoofdzakelijk vierkant en rechthoekig. Het gebouw is erg
202
onderdeel: gebouwanalyse pre-muur gebouw samengesteld door: 1.5 + 1.1 (zie achterin)
53: Charlottenburg kasteel lang gerekt. Het bestaat dan ook uit zeer lange gevelelementen. In het midden is een soort U-vormmige opzet te vinden. Deze Uvorm bestaat uit ‘laag’bouw. In het midden van de U-vorm is een wat hoger vierkant gebouw te vinden. Op dit gebouw staat de cilinder- bolvormige koepel. Deze U-vorm is het eigenlijke slot. Aan de hoeken van de U-vorm zijn nogmaals rechthoekige ‘armen’ gevestigd, ook deze bestaan weer uit ‘laag’bouw. In deze ‘armen’ zijn onder andere musea gevestigd. Het hoogst punt van het slot bedraagt de koepel met een hoogte van plusminus 48 meter. De preciese afmetingen van het slot hebben we niet kunnen vinden. Maar deze zijn erg groot. 2. Het dak van het slot is een zadeldak. Het dak heeft een afgeknotte nok, met daarop een plateau. Ook heeft het dak van het slot wolfseinden. De verdere daken van de U-vorm zijn zadeldaken. Hoek- en kill kepers zijn in overvloed te vinden. Dit komt omdat het dak van het slot en de bijgebouwen een samengesteld dak is. Het dakvlak varieert in hoogte, grootte, lengte, hellingshoek etc. De entree van het Slot: Het slot kan langst verschillende manieren worden betreden. De hoofdentree zit echter in het midden van het hogere vierkante gebouw. Men moet om het slot te betreden eerst door het hek, wat het grote slotplein afsluit. Daarna moet men het slotplein oversteken, dit gedaan hebbende kan men het slot binnen gaan. De deuren en ramen zijn voornamelijk verticaal georienteerd. Dit versterkt het visuele hoogte beeld. De vorm van de onderste rij met ramen is voornamelijk vierkant. De meeste ramen beginnen een kleine meter boven de grond. Enkele andere ramen die direct boven de grond aansluiten hebben een circelvormige bovenkant. De tweede rij met ramen vanaf de grond bestaat uit drie verschillende soorten. Ten eerste hebben we de kleine ramen (waarvan twee soorten). De ene soort wordt afgesloten met een driehoekige vorm aan de bovenkant, de andere met een elips vormige bovenkant. Dan hebben we ook nog de grotere ramen, allen afgesloten met een circelvorm aan de bovenkant. Als laatste hebben we ook nog gewone kleine vierkante raampjes. De toegang tot het kasteel word verstrekt door oude, zware en grote deuren in het oude deel en door wat kleinere, lichtere en nieuwere deuren in het nieuwe deel. Functie/ gebruik/ ouderdom/ geschiedenis en onderhoudstoestand Het slot is gebouwd met als doel zijnde, een zomerhuis voor sophie Charlotte. Na jaren te vertoefd te hebben in het ‘zomerhuis’ verhuisde Charlotte. Tot op heden wordt het slot nog gebruikt. In het slot zijn gevestigd: tentoonstellingen, een kamer voor de bondspresident en ontvangstkamers (in 2004 werd de Britse koningin in dit slot ontvangen). Het slot is nu 311 jaar oud. Het slot heeft evenals vele andere Berlijnse gebouwen in de tweede wereldoorlog veel te lijden gehad. Van het slot en de inrichting van het slot werd een groot deel verwoest. Jaren later is de schade weer wel herstelt, maar toch is de orginele inrichting verloren gegaan. Het slot werd in die tijd redelijk goed onderhouden, het heeft dan ook redelijk veel verbouwingen ondergaan. De verschillende architecten en ontwerpers hebben
onderdeel: gebouwanalyse pre-muur gebouw samengesteld door: 1.5 + 1.1 (zie achterin)
203
53: Charlottenburg kasteel hier aan me geholpen, al hoewel het slot niet geheel in de orginele staat kon worden terug gebracht. De onderhoudstoestand tot op heden is bijzonder slecht (het word min of meer verwaarloosd). 5. De plattefrond van het gebouw bestaat uit een langgerekt smalle opzet. De constructie van het slot wordt verkregen door de grote massa en de krachtsverdeling gaat via ‘gemetselde’ krachtbogen. Het interieur van het slot bestaat uit ‘friderizianischen’ Rokoko stijl. Van de meubilaire irichting is niets overgebleven, deze is in de tweede wereld oorlog geheel verwoest. Ook het porselein en het Delfstblauw uit de porseleinkamer moest grotendeels worden vervangen, ook deze kamer werd verwoest door een bombardement in de tweede wereldoorlog. De licht toetreding geschied via de vele verticaal gerichtte ramen in het slot. 6. Het slot is zoals ik al zei gebouwd in opdracht van Sophie Charlotte. Een specifiek programma van eisen was niet aanwezig. Zij liet het bouwen met als doel, het te gebruiken als zomerwoning. Verdere specifieke eisen zijn ons onbekend gebleven. 7. De duuzaamheid van het slot is redelijk hoog, het slot staat er met enkele grootte verbouwingen toch al meer dan 300 jaar. Bij de bouw zijn veelal voor die tijd bekende, juiste en duurzame materialen gebruikt. De koepel is bekleed van koper. Hier zo men wat over kunnen zeggen. Het koper is wel duurzaam, maar niet super milieu vriendelijk (denk aan de zuren die vrij komen bij de verwerking/verwering van koper). 8. De verschillende soorten bouwmaterialen zijn bij het slot niet zo groot. Voornamelijk zijn natuursteen, hout, metaal en koper gebruikt. Het dak van de koepel is uiteraard van koper (groen). De andere daken zijn bekleed met oude gebakken pannen en leien. De gevels zijn opgebouws uit natuursteen, waarover voor zover bij ons bekend een soort stuclaag is aangebracht. De ramen zitten in oude metalen en de van het nieuwe deel in de wat nieuwere houten kozijnen. Rondom het slotplein staat een hek wat van smeedijzer (metaal) is gemaakt. Sommige delen hiervan zijn bekleed met bladgoud [8], ook enkele versierselen op het dak bevatten een bladgouden bekleding. Ook in het slot zelf zijn delen, wanden en versieringen met bladgoud bekleed. De gevels zijn gemaakt van gebakken stenen (welke precies is ons onbekend gebleven i.v.m de leeftijd van de materialen. Wel is zeker dat op de gevels een pleisterlaag van stucwerk met een geelachtige kleur is aangebracht, deze zijn al redelijk oud.
204
onderdeel: gebouwanalyse pre-muur gebouw samengesteld door: 1.5 + 1.1 (zie achterin)
info: Charlottenburg, Altes Schloss Spandauer Damm 20-24 14059 Berlin
Het kasteel is voor iedereen toegankelijk en ook voor rolstoelgebruikers toegankelijk Het kasteel is geopend van 9:00 tot 17:00. (maandag gesloten) Toegangsprijs: Prijs pp.: € 8.00 kinderen € 5.00 (met begeleiding) Prijs pp.: € 2.00 kinderen € 1,50 (zonder begeleiding) Metro (U-bahn): Lijn 7: tot Richard – Wagner Platz en dan nog ongeveer 15 minuten met de bus Trein (S-bahn): Vanaf station Westend, moet je met buslijn 145 en dan 3 haltes verder is het park www.spsg.de
05R: AEG-Trubinenhalle Peter Behrens (Geboren: 1868 Hamburg) wordt gerekend tot de eerste generatie architecten van de 20ste eeuw. Deze eerste generatie verzette zich tegen academisme, eclecticisme en de neo stijlen van de 19de eeuw en legde zodoende de basis voor de moderne architectuur van de 20ste eeuw. peter behrens volgde een opleiding als beeldend kunstenaar en grafisch vormgever in Karlsruhe, Düsseldorf en München, waar hij in 1892 de kunstenaarsvereniging Münchner Sezession en in 1897 de Vereinigte Werkstätten für Kunst und Handwerk mede oprichtte. Behrens schilderde in zijn beginjaren in een laat-impressionistische stijl en vervolgens in de trant van de jugendstil. In 1899 werd peter behrens uitgenodigd om samen met de Weense architect olbrich, Hans Christiansen e.a. lid te worden van de kunstenaarskolonie e.a. In het kader van een tentoonstelling op Mathildenhöhe ontwierp behrens, zonder enige opleiding als architect gevolgd te hebben, zijn eerste gebouw - het woonhuis behrens in Darmstadt, 1900-1901. Dit huis werd als enige bijdrage van de tentoonstelling een groot succes: het feit dat het huis als een organisch samenhangend geheel was ontworpen en het totale ontbreken van opgeplakte decoratie werden als vernieuwend ervaren. Bij het exterieur zien we in de organische vorm van de sierlijsten uit groene geglazuurde tegels in combinatie met de witte pleistervlaktes Behrens’ verbondenheid met de jugendstil, die terug gaat op zijn tijd in München. Na zijn succes in Darmstadt ging Behrens zich in de volgende jaren steeds meer met architectuur bezig houden. In 1903 werd hij benoemd als directeur van de Kunstgewerbeschule in Düsseldorf, hij bleef in dit ambt tot 1907. Zijn architecturale ontwerpen uit deze periode vertonen een duidelijke voorkeur voor eenvoudige geometrische vormen. Een voorbeeld hiervoor is de Kunsthalle in oldenburg uit 1905. Behrens’ preoccupatie met geometrische vormen werd hem diverse keren als zwakte voorgeworpen, die haar oorzaak in zijn achtergrond als schilder/ grafisch ontwerper zou hebben. Een andere bron hiervoor kan waarschijnlijk worden gevonden in zijn samenwerking met
onderdeel: gebouwanalyse pre-muur gebouw samengesteld door: 5.1 + 5.2 (zie achterin)
205
05R: AEG-Trubinenhalle de Nederlandse architect J.L.M. Lauwericks. In 1907 werd door H. Muthesius, K. schmidt en F. Naumann de Deutsche Werkbund opgericht. peter behrens was een van de eerste leden. In hetzelfde jaar vestigde Behrens zich als vrije architect in Berlijn. Hij werd benoemd als artistiek adviseur van de Algemeine Elektrizitätsgesellschaft (AEG). Na aanvankelijk met name als grafisch vormgever voor dit bedrijf gewerkt te hebben, verwierf Behrens vanaf 1909 grote bekendheid door zijn industriegebouwen voor de AEG. In zijn Berlijnse jaren groeide Behrens uit tot een van de belangrijkste architecten van Duitsland. In zijn bureau werkten tussen 1908 en 1911 o.a. walter gropius, Mies van der rohe en le corbusier als assistenten. De tweede generatie moderne architecten ging dus letterlijk en figuurlijk bij Behrens in de leer. Van Behrens’ industriegebouwen voor de AEG is het meest bekend de Turbinenhalle in Berlijn-Moabit uit 1909. Een ander aspect uit Behrens’ Berlijnse werkperiode is het classicisme. Dit komt in enkele fabrieksgebouwen naar voren, waaronder de Kleinmotorenfabrik aan de Voltastrasse in Berlijn (1910-13), maar m.n. in zijn grote administratieve gebouwen zoals het hoofdkantoor van Mannesmann-Röhrenwerke in Düsseldorf (1911-12) en de Duitse ambassade in Sint Pietersburg (1911-12). Behrens’ classicistische periode (1907-1914) was tegelijk zijn meest succesvolle tijd. De eerste wereldoorlog maakte echter een eind aan deze classicistische stijl in het oeuvre van peter behrens. Zoals bij velen anderen werd zijn optimisme t.o.v. technologie en de vooruitgang van de mensheid door de verschrikkingen van de oorlog getemperd. Vanaf de jaren twintig werd Behrens stijl gekenmerkt door expressionistische trekken en een verbondenheid met de art deco, waarbij de middeleeuwen als voorbeeld fungeerden. Dit is te zien in het hoofdkantoor van IG Farben in Frankfurt-Höchst uit 1920-24, een hoogtepunt uit Behrens late werk. Vanaf de jaren twintig concentreerde Behrens zich ook steeds meer op het onderwijs: in 1922 volgde hij otto wagner als directeur aan de Weense Academie der Bildenden Künste op, in 1936 werd hij opvolger van Hans Poelzig aan de Pruisische Academie der Bildenden Künste in Berlijn. Verder hield hij zich bezig met stedebouwkundige ontwerpen m.n. in Berlijn. Peter Behrens stierf in 1940 in Berlijn.
206
3. De turbinenhalle heeft in feite drie verschillende kanten: aan de oostkant is de constructie van het gebouw op indrukwekkende wijze zichtbaar gemaakt, door het stalen frame over de hele lengte van het gebouw onbekleed te laten en de gewrichten, die de
onderdeel: gebouwanalyse pre-muur gebouw samengesteld door: 5.1 + 5.2 (zie achterin)
05R: AEG-Trubinenhalle spanten van het stalen frame verbinden met het betonnen fundament op ooghoogte van de voorbijlopende voetganger te exposeren. Aan de westkant daarentegen ontbreken in de gevel van de kleinere nevenhal alle visuele extra’s, deze zijde wordt zuiver door functionaliteit bepaald. Haaks hierop staat de zuidgevel van de hoofdhal, die met zijn gigantische betonnen hoekpijlers en timpaanachtige boog het gebouw visueel domineert. Dit gebouw heeft bij zijn tijdgenoten meteen levendige reacties opgeroepen. Door een groot publiek werd het begrepen als hét voorbeeld voor een modern fabrieksgebouw, dat aan de ene kant een functionele en gezonde werkomgeving voor de arbeiders kon bieden - door optimale toetreding van daglicht en een ruim en functioneel interieur - en dat aan de andere kant als symbool voor de nieuwe economische en daarmee ook politieke status van grote industrieële bedrijven kon functioneren, door z’n ambitieuze vorm en het gebruik van nieuwe materialen. De Turbinenhalle spiegelt de optimistische houding t.o.v. industrie als de wezenlijke motor van vooruitgang, een attitude die voor de eerste wereldoorlog in heel Europa heerste en die Behrens volkomen deelde. Het scheppen van voor zijn tijd adequate gebouwtypen werd door Behrens als zijn maatschappelijke opgave ervaren. En toch is de Turbinenhalle een goed voorbeeld daarvoor, dat het streven naar types bij Behrens nooit tot een zuiver functionalistische benadering heeft geleid (wat bij zijn leerling Mies van der rohe in een veel sterkere mate het geval was). 4. Het gebouw is ontwerpen als een assemblage fabriek voor turbinemotoren. De binnenkant van het gebouw is een heel grote ruimte en is dus puur functioneel. Binnenin de 207 meter lange hal waren daarom ook kranen aan de wande bevestigd om het productieproces te vergemakkelijken. Citaat van Peter Behrens “Type is one of the most eloquent means of expression in every epoch of style. Next to architecture, it gives the most characteristic portrait of a period and the most severe testimony of a nation’s intellectual status.”
Huttenstrasse 12-19
8. Het gebouw is opgebouwd uit de volgende materialen: beton, glas en staal. Dit waren voor toen dé modernere materialen om mee te werken. Het beton is voornamelijk gebruikt voor de enorme pylonen. Daartussen zitten de stalen kolommen met daarin glas. Deze drie materialen vormen de schil van het gebouw. Peter Behrens (1868-1940) ontwierp zijn eigen (het zevende) huis in Darmstadt en vestigde hiermee meteen zijn naam als ontwerper. In de kunstnijverheidsontwerpen van bijv. meubels, lampen en grafisch werk van Behrens, is duidelijk te zien waarin de Duitse Jugendstil zich onderscheidt van de Oostenrijkse en Schotse. De Duitse Jugendstil maakt gebruik van natuurlijke elementen en construeert daar de hoofdvorm mee. (De vrouw is gelijk de poot van een lamp, de schelpvormige waaier is tegelijk de kap van een lamp.) Constructie en decoratie zijn op deze wijze versmolten.
onderdeel: gebouwanalyse pre-muur gebouw samengesteld door: 5.1 + 5.2 (zie achterin)
207
recente ontwikkelingen Institut für Physik – Augustin und Frank architekten - Newtonstrasse 15
Zentrum für Photonik – Sauerbruch Hutton Architekten – Carl-Scheele-Strasse 16
208
recente ontwikkelingen
Badeschiff Treptow
Zentrum für Photonik – Sauerbruch Hutton Architekten – Carl-Scheele-Strasse 16
209
recente ontwikkelingen de Philologische Bibliotheek van sir Norman Foster Öffnungszeiten: Montag - Freitag 9:00 - 22:00 Uhr Samstag 10:00 - 17:00 Uhr Information: Tel. (030) 838-588 88 Führungen nach Vereinbarung Adresse: Philologische Bibliothek der Freien Universität Berlin Habelschwerdter Allee 45 14195 Berlin Anfahrt: U-Bahnlinie U 3, Haltestelle Thielplatz. Bus X 11, M11, Haltestelle Hittorfstraße
210
Colofon
De studenten die de analyses hebben samengesteld: Docent van de course “Gebouwbeschouwingen” van Hogeschool Zeeland, opleiding Bouwkunde: Bernard Vercouteren van den Berge Edisonweg 4, 4382 NW Vlissingen
[email protected] (0118) 489193 www.hz.nl De begeleiders van de excursie zijn: Ton Altena en Bernard Vercouteren van den Berge contact ter plaatse vanuit Nederland: 0049-176-65997221 vanuit Duitsland: 0176-65997221 Verblijf Berlijn: Amstel House Waldenserstr. 31, 10551 Berlin Tel.: 49-30-395 40 72, Fax: 49-30-396 50 92 www.amstelhouse.de
211
© 2007/2008 Hogeschool Zeeland versie 20-03-2008 onderdeel van course “Gebouwbeschouwingen” van Bernard Vercouteren van den Berge