MMX
excursiegids opleiding Bouwkunde
+ Stuttgart hoofdsponsors:
2-7 juni 2010 samengesteld door en voor studenten van Hogeschool Zeeland
index gebouwen keulen
01 Bruder Klaus Kapelle
stuttgart
MMX
02 Weißenhof Siedlung 03 Mercedes Benz Arena 04 Fernsehturm 05 Neue Staatsgalerie 06 Hysolar Research Building 07 Landesbank Baden-Württenberg 08 Mercedes Benz Museum 09 Porsche Museum
weil am rhein 10 11 12 13 14
Geodesic Dome Vitra Design Museum Feuerwehr / Expohalle Vitra Conference Pavillion VitraHaus
rome
15 Circus Maximus 16 Portico di Octavia 17 Mercati di Traiano 18 Pantheon 19 Mausoleo di Augusto 20 Piramide Cestia 21 Teatro di Marcello 22 Terme di Diocleziano 23 Forum: overzicht 24 Forum: Colosseo 25 Forum: Tempio di Venere e Roma 26 Keizersbogen 27 Castel Sant Angelos 28 Catacombe 29 Santa Maria in Aracoeli 30 Santa Maria del Popolo 31 San Clemente
32 Kerk der Friezen 33 Passetto di Borgo 34 Santa Maria Della Pace 35 Tempietto di San Pietro 36 Trinità dei Monti 37 Museo Vaticano 38 San Pietro 39 Piazza San Pietro 40 Santissimo Nome di Gesù 41 Basilica di San Giovanni in Laterano 42 Piazza Navona 43 Sant’Ignazio 44 Santa Maria della Vittoria 45 Villa Borghese 46 San Carlo Alle Quattro Fontane 47 San Ivo della Sapienza 48 Sant’Agnese 49 Sant’Andrea al Quirinale 50 Piazza di Spagna 51 Piazza di Campidoglio 52 Fontana di Trevi 53 Palazzo della Civiltà Italiana 54 Palazzo dei Congressi 55 Stadio Olimpico 56 Museo della Civiltà Romana 57 Parco della Musica 58 Dio Padre Misericordioso 59 Biblioteca Università Lateranense 60 il Palazzetto Bianco 61 Nederlandse Ambassade Rome 62 Maxxi National Art Museum
Florence
63 Ciesa dell’Autostrada
Noord-Italië
64 Bolle Grappa Nardini
Gebouwbeschouwing
inhoudsopgave Index Gebouwen Programma Excursie Voorwoord Rome toen Rome nu Gebouwbeschouwingen Duitsland Gebouwbeschouwingen Italië Deelnemerlijst Excursie Mappa di Roma + gegevens overnachtingen
2 5 7 9 32 71 127 300 301
hoofdsponsors:
Eerder verschenen in deze reeks en te downloaden op www.bouwkunde.hz.nl
Gebouwbeschouwing
algemene informatie
3
Hoe groot wordt jouw eerste carrièrestap? Bouwkunde
civiele tecHniek
geo-informatie
Tracé is een succesvolle keuze voor het maken van je eerste carrièrestap. Dat hebben we in de afgelopen jaren bewezen met honderden succesvolle detacheringen van bouwkundige, civieltechnische en geo-informatie starters op de arbeidsmarkt. Met een detachering door Tracé maak je niet alleen gebruik van ons voortreffelijke netwerk, maar ook van onze vakkundige expertise en vakinhoudelijke achtergrond. Hiermee weten we uitstekend jouw persoonlijke drijfveren, ervaringen en ambities in kaart te brengen en te koppelen aan de kansen op de arbeidsmarkt. Met meer dan 350 professionals is Tracé een toonaangevend detacheringsbureau op de Nederlandse bouwkundige, civieltechnische en geo-informatie markt. Met een brede functieoriëntatie detacheren we op deze markten professionals op MBO-, HBO- en Academisch niveau. Meer informatie over onze mogelijkheden en ons actuele vacatureaanbod vind je op onze website.
www.tracedetachering.nl
advertentie sponsor
4
Programma Excursie (onder voorbehoud) 2 juni 2010
06:15 uur bus arriveert bij de HZ. 06:15 uur verzamelen bij de toegang van het HZterrein aan de Edisonweg. 06:30 uur vertrek bus bij de HZ 10:00 uur bezoek Bruder Klauskapelle in Wachendorf: eerste presentatie. 15:00 uur aankomst bij Stuttgart, rijtoer langs diverse gebouwen om en in de stad. ±19:00 uur aankomst jeugdherberg, verdeling kamers etc. einde vast programma: vrij om Stuttgart op eigen gelegenheid te gaan verkennen.
3 juni 2010
08.00 uur gezamenlijk ontbijt 08:30 uur vertrek jeugdherberg met de bus richting Rome ±19:30 uur aankomst camping Fabulous in Rome, verdeling tenten en ontspannen op de camping of elders op eigen gelegenheid.
4 juni 2010
08.30 uur* ontbijt 09:00 uur• vertrek per bus naar gebouwen aan de rand van de stad. 12:30 uur* lunch op eigen gelegenheid ter plaatse 13:00 uur* vertrek per metro naar gebouwen en parken her en der in de stad 15:00 uur einde verplicht programma
5 juni 2010
6 juni 2010
08.30 uur ontbijt 09:00 uur vertrek uit Rome vanaf de camping met de bus naar Nederland. 11:30 uur bezoek Ciesa del Autostrada 22:00 uur bezoek Vitra Campus, Weil am Rhein
7 juni 2010
06:30 uur retour bij de HZ.
Adressen
Jugendgästehaus Stuttgart Richard Wagner Strasse 2-4a 70184 Stuttgart +49711241132 camping Fabulous Via C.Colombo 18 00125 Roma +3965259354
Telefoonnummers
+393270610171 (Altena) +393290823138 (Vercouteren v/d Berge) De programma-onderdelen met een sterretje, zijn alleen verplicht voor de B2-groep. Andere studenten kunnen hier natuurlijk ook aan deelnemen, maar dat is vrijwillig. Het kan zijn dat we na het verplichte gedeelte voor de B2-studenten nog extra gebouwen gaan bezoeken, maar dat wordt onderweg bepaald.
foto: Niek van de Calseijde, met hulp van Nicky van der Kooij
08.30 uur ontbijt 09:00 uur• vertrek per bus naar gebouwen aan de rand van de stad. 12:30 uur* lunch op eigen gelegenheid ter plaatse
13:00 uur* vertrek per metro naar gebouwen en parken her en der in de stad / bezoek musea 15:00 uur einde verplicht programma
Gebouwbeschouwing
algemene informatie
5
Contactpersoon: Ellen Capiau
advertentie sponsor
6
Voorwoord Beste lezer, Al enkele jaren organiseert de opleiding Bouwkunde van de Hogeschool Zeeland tweedaagse excursies naar een metropool in Europa. Meestal gaan we de eerste dag met de bus rondom de stad, tweede dag met de metro en te voet door de stad gebouwen bekijken. De afgelopen jaren gingen we naar Berlijn (2006) Parijs (2002, 2004 en 2007), Londen (2005 en 2009) en Barcelona (2008). De excursie een onderdeel van het studieonderdeel “Gebouwbeschouwingen” en in tijdens het eerste lustrum in 2010 gaan we via Stuttgart naar Rome! Tijdens de cursus “Gebouwbeschouwingen” ontwikkelen de studenten het zogenaamde “bouwkundige oog”, een soort X-ray-vision. Al kijkend kan een student zich een oordeel vormen van het gebouw en zijn omgeving, de materialen en de functies. Ieder jaar programmeren docenten van de opleiding dit studieonderdeel rondom een metropool. Alle studenten van het eerste jaar analyseren twee gebouwen. Ook onderzoeken zij per groep een deel van de geschiedenis van de stad. De analyse van de gebouwen omvat in elk geval het volgende: • Een biografie van de ontwerper, waarin nog drie andere gebouwen van de ontwerper worden opgenomen • De werkelijke gebouwanalyse, onderverdeeld in de volgende onderdelen: 1. Site, ligging, belendingen, bouwmassa, geleding 2. Hoofdvorm, afmetingen 3. Façade, dakvorm, entree, deuren en ramen 4. Functie, gebruik, ouderdom, geschiedenis en onderhoudstoestand 5. Plattegronden, constructie, interieur, meubilair en licht. 6. Opdrachtgever, programma van eisen 7. Ecologische aspecten en maatschappelijke context. 8. Bouwmaterialen • In het werkstuk worden geveltekeningen en plattegronden, naast duidelijke foto’s verwerkt. Ook wordt van elke gebouw een 3D-model met Sketchup ge maakt • Naast de analyse wordt per gebouw toeristische informatie in een klein overzichtelijk blokje weergegeven De inhoud van deze excursiegids is samengesteld door en ook voor de studenten zelf. Zij geven ter plekke bij het door hen geanalyseerde gebouw een presentatie met behulp van een megafoon. Dit is voor velen het hoogtepunt van het schooljaar. Ik wens je veel leesplezier met dit boekje en bij de wandeling langs en door de geweldige gebouwen van Rome en Stuttgart. Bernard Vercouteren van den Berge docent opleiding Bouwkunde Hogeschool Zeeland
[email protected]
Gebouwbeschouwing
algemene informatie
7
advertentie sponsor
8
Geschiedenis van de stad
MMX
Het Romeinse Rijk (475 na Chr. – 800 na Chr.) Het oorspronkelijke Romeinse Rijk was tot 285 één rijk. Door problemen in het bestuur, economie en grensbewaking werd het Romeinse Rijk in tweeën verdeeld. Hierdoor ontstond het West- en Oost-Romeinse Rijk. De grens voor de twee rijken werd getrokken tussen enerzijds het Latijns sprekende Italië en het Westen en anderzijds het welvarendere Grieks sprekende oosten. De komst van het Christendom betekende een grote omwenteling voor het Romeinse Rijk. Na aanvankelijke vervolgingen van de christenen, omdat deze geen goddelijke eer aan de keizers en de Romeinse goden wilden bewijzen, werd het Christendom in 313 door Constantijn erkend en in 392 door Theodosius I zelfs tot staatsgodsdienst verheven. Toen waren de rollen omgekeerd en braken er voor niet-christenen lastigere tijden aan. In 476 verdween de titel van de West-Romeinse keizer toen de Germaanse legerleider Odaoker de laatste WestRomeinse keizer Augustus in de hoofdstad Ravenna versloeg. Odaoker kreeg van de OostRomeinse keizer twee opties: hij kon een pop aan draadjes (marionet) als keizer installeren of zichzelf direct onder het bewind van de keizer van het Oost-Romeinse Rijk plaatsen. Hij koos voor het laatste en werd gouverneur. Ondanks deze titel noemde hij zichzelf voortaan Koning van Italië. Het oostelijk deel kwam ook dicht bij de ondergang, maar beleefde daarna nog verscheidene bloeiperioden. Al deze veranderingen in het vroegere West-Romeinse Rijk betekende niet het einde van het verleden. De mensen die op het platteland leefden, kregen niets of weinig mee van de rijke villa’s en de “Val van het Romeinse Rijk”. Veel Romeinse instellingen werden door de machthebbers overgenomen, omdat de Germanen in aantallen maar een kleine bovenlaag waren tegenover de bevolking. Dit blijkt wel uit het feit dat de Latijnse taal ondanks de bezetting is blijven bestaan. Het belangrijkste dat werd overgenomen was het Christelijke geloof en de bijbehorende kerken. De Katholieke Kerk had intussen bijna alle instellingen voor goede doelen overgenomen van het vroegere Romeinse Rijk toen het wereldlijke bestuur daarvan steeds meer in verval raakte. Dit betrof onder andere: cultuur, onderwijs en de bestuursvormen. Justinianus I besteeg de Byzantijnse troon in 527 en dit luidde een periode in van Byzantijnse gebiedsuitbreiding in voormalig Romeins territorium. Door historici wordt hij vaak de laatste “Romeinse” keizer genoemd aangezien zijn moedertaal het Latijn was en vanwege zijn pogingen om het Westen en Oosten te herenigen. De heerschappij van Justinianus begon met oorlog voeren. Van Lazica tot de Arabische Woestijn waren er verschillende campagnes aan het Perzische front. Herakleios, die in 610 de troon besteeg, slaagde erin een dynastie te vestigen en zijn nakomelingen wisten met enkele onderbrekingen de troon vast te houden tot 711. Hun heerschappij werd gekenmerkt door grote dreiging van buitenaf, zowel vanuit het oosten als het westen. Dit resulteerde in enorm gebiedsverlies, interne onrust en culturele veranderingen. De Arabieren, die Syria en de Levant nu geheel onder controle hadden, voerden geregeld strooptochten uit tot
Gebouwbeschouwing
Rome toen
9
Rome toen
MMX
ver in Anatolië en belegerden tussen 674 en 678 zelfs Constantinopel. Na de belegering van Constantinopel werd er een vredesverdrag van 30 jaar gesloten. Leo III, een keizer die in 717 aan de macht kwam, wist de aanval van de Arabieren in 718 af te slaan en behaalde een belangrijke overwinning tegen hen in 740. Toch bleef de dreiging van beide kanten groot waardoor het Herenigde Romeinse Rijk steeds meer gebied verloor. In 800 werd er een einde gemaakt aan het Herenigde Romeinse Rijk. Karel de Grote liet zich door de paus tot nieuwe keizer van het West-Romeinse Rijk kronen. Het Romeinse Rijk had sinds 324 jaar weer een Keizer. De stad Rome (van 800 tot 1348) Na de val van het Romeinse Rijk werd het, op een aantal gebeurtenissen na, relatief rustig in de stad Rome. Nadat er in april 799 jaar na Chr. mensen in opstand waren gekomen tegen de paus die destijds heerste, paus Leo III, werd hij verdreven uit Rome. Deze zou vervolgens naar Karel de Grote zijn gegaan, wie destijds een grote macht had in andere delen van Europa. Zo vroeg de paus aan Karel de Grote om zijn legers te laten vechten tegen de tegenstanders van de katholieke kerk in Longobarden, Noord- Italië. Karel de Grote ging het gevecht aan, hij was zelf namelijk katholiek en wilde veel macht hebben. paus Leo III had in 800 ruzie met rijke heren uit Rome, waarna hij Karel de Grote naar Rome liet komen om hem te helpen. Vervolgens werd Karel de Grote, voor hem onverwachts, gekroond tot keizer. Deze keizerskroning gebeurde op 25 december 800 jaar na Chr. in Rome onder leiding van paus Leo III. De kroningen van keizers gebeurde in de Middeleeuwen via een bepaald tafereel. Tijdens de kroning van de keizers, droegen de toekomstige keizers bepaalde kleding en werden er handelingen gedaan door een geestelijke. Leenstelsel Nadat Karel de Grote de macht had gekregen over een groot rijk, was het moeilijk om deze volledig door hem te laten besturen. Daarom bedacht hij “gouwen’, dit waren kleine gedeelten van zijn algehele rijk. Door het rijk te verdelen kon hij per gouw, een belangrijk persoon (een leenman) aanstellen om het gebied op orde te houden. De leenmannen waren weliswaar niet de baas over de gouw, dit was Karel de Grote zelf. Hij gaf zijn leenmannen orders mee waar men zich aan diende te houden. Om te controleren of de leenmannen dit werkelijk deden, werden er zendgraven aangesteld. Die brachten na een bezoek aan een gouw verslag uit bij Karel de Grote, zodat hij precies wist wat er overal speelde. Drieslagstelsel Karel de Grote had in zijn rijk tevens de macht over de regels en wetten. Destijds waren de oogHet Herenigde Romeinse Rijk in 717 na Chr.
Gebouwbeschouwing
Rome toen
10
Geschiedenis van de stad
MMX
sten zeer belang- drieslagstelsel Jaar 1 Jaar 2 Jaar 3 rijk. Boeren waren Akker A Zomergraan (haver) Braak Wintergraan misschien wel de Akker B Wintergraan (rogge, tarwe) Zomergraan Braak arme mensen, Akker C Braak (onbebouwd) Wintergraan Zomergraan maar zij zorgden wel voor eten en inkomsten. Om een zo hoog mogelijk rendement te halen uit de grond waarop werd geoogst, maakte hij een stelsel op. Dit werd ook wel het drieslagstelsel genoemd. Hierin schreef hij voor wat er wanneer werd geoogst, zodat er het maximale uit de oogsten gehaald kon worden. Dom van Aken Toen Karel de Grote wat ouder was, verbleef hij vaak in Aken. Deze plaats lag in het midden van zijn rijk, wat ideaal voor hem was. Hier liet hij vervolgens in de periode van 796 en 804 het schip (bij de Dom van Aken wordt hiermee het achthoekig gedeelte bedoeld) van de Dom van Aken bouwen, welke werd voltooid door de bouwmeester Odo van Metz. Zie figuur 1 voor de tegenwoordige plattegrond van de Dom van Aken. In 806 was Karel de Grote te oud om te regeren, waarna hij zijn land verdeelde over zijn drie zonen: Karel, Lodewijk en Pippijn. Hiervan overleed Pippijn in 810 en Karel in 811. Hierdoor bleef alleen Lodewijk over, wie in 813 door Karel de Grote werd gekroond tot keizer van het rijk en dus ook van Rome.
852 Na Christus Vanwege de vele dreigingen van buitenaf, met name de Longobarden in 753 na Chr., werd er buiten het sluiten van een verbond met de Frankische koning Pepijn en later zijn zoon Karel een verdedigingsmuur gebouwd. Echter voor de bouw van de verdedigingsmuur werd aan de hand van paus Stefanus II een verbond met koning Pepijn gesloten, die de Longobarden uit Rome verdreef. Deze paus had tussen 752 en 757 na Chr. zowel de ambt als de wereldwijde politieke macht, het zogenaamde pontificaat. Later zette Karel de Grote het werk van zijn vader voort en onder hem groeide Rome opnieuw op tot een machtscentrum. Na de dood van Karel de Grote bleef Rome, het machtscentrum van weleer, alleen achter. Het was weer op zichzelf aangewezen wat betreft de verdediging van de stad. Het bovenstaande geeft al aan hoe het er in die tijd aan toe ging en dat niemand ongeschonden uit de strijd zou kunnen komen. Paus Leo IV bedacht in 846 een plan door niet langer afhankelijk te hoeven te zijn van een sterk leger. Daarom werd er overgegaan tot actie. Er werd een verdedigingsmuur rond het Vaticaan gebouwd om de in die tijd de Saraceense piraten te beletten om de stad te plunderen. Ook werd het Mausoleum van Hadrianus omgebouwd tot bastion. Deze manier van verdedigen was gedaan doormiddel van inhammen en uitstekende delen te maken in je muur. Op deze manier ben je optimaal beschermd en kan je ook goed zelf aanvallen. In de rest van de stad waren de antieke monumenten al in gebruik genomen om de tegenstanders te verdrijven/ stoppen. Een aantal gebouwen bleven hierbij intact om-
Gebouwbeschouwing
Rome toen
11
Rome toen dat ze omgevormd werden tot Christelijke kerken, denk hierbij aan het Pantheon, Curia.
MMX
880 – 932 Na Christus Theodora trouwde met de Byzantijnse keizer Theophilus, waarmee ze twee zonen en vijf dochters baarde: de vroeggestorven Constantinus en Michael, Anna, Thecla, Anastasia, Pulcheria en Maria. Deze laatste persoon zou het regentschap later van haar overnemen. Nadat Theophilus was overleden werd Theodora voorgedragen als de nieuwe regentes. Dit omdat de oudste zoon nog minderjarig was. Daarbij kreeg Theodora vooral hulp van haar broers Bardas en Petrones, haar oom Sergius Nicetiates en haar “lieveling”, Theoctistus. Deze laatste persoon zorgde er later voor dat de andere, aan de kant werden geschoven en dat de macht in handen kwam van Theodora en hemzelf. Samen zorgden Theodora en Theoctistus voor een stabiele regering. Na enige tijd werd Theodora afgezet als regentes van het land. Dit was het gevolg van een staatsgreep. Edward Gibbon schreef een stuk over moeder en dochter, waarvan hij Theodora zag als de zus van Maria(ze had namelijk ook nog een zus die zo heette), en noemde het om die reden ook de “invloed van twee zuster-prostituees”. Dit baseerde Gibbon op hun rijkdom, schoonheid, hun politieke en hun oneerlijkheid in relatie. De meest toegewijde van hun minnaars werden namelijk beloond met de Romeinse mijter. Dit alles zorgde ervoor dat Theodora en Maria naar alle waarschijnlijkheid de basis hebben gelegd voor de Middeleeuwse legende van een vrouwelijke paus. Het pausschap werd echter door de vrouwen overgedragen aan hun onwettige zoon, de kleinzoon en achterkleinzoon. Op basis hiervan kwam de definitie pornocratie, een benaming die verbonden is met de heerschappij door Theodora en haar dochter Marozia over de stad Rome door mannelijke “marionetten”. In 909 trouwde Marozia met Adalbert I. Adalbert I had de kracht om mensen te erkennen voor hun daden. Daarom zorgde Marozia dat haar tot dan toe enige zoon Johannes erkend werd. Samen kregen Marozia en Adalbert I rond 911 nog een kind: Adalbert II. Toen Adalbert I werd verslagen bij Orte in 924, namen de Romeinse grondbezitters de volledige macht over van de traditionele machtshebbers(pauselijke bureaucratie). Rome kwam door deze grove verandering vrijwel geheel onder seculiere controle. Dit wordt tegenwoordig nog steeds als dieptepunt gezien voor de pausen. Om de pausen nog een hak te zetten, trouwde Marozia even later met Guido van Toscane. Die zou haar voorzien van manschappen om zo paus Johannes X te arresteren en op te sluiten in de Engelenburcht. Guido zou hem in 928 om het leven brengen door hem te laten stikken. De weg richting de macht lag weer open. Marozia greep deze kans en pleegde een staatsgreep. De twee pausen waren onderdanig aan haar, waardoor ze geen weerstand kon verwachten uit de hoek van de kerk. In 931 slaagde ze er zelfs in haar zoon naar voren te schuiven als de nieuwe paus. Dat was onder de naam Johannes XI en was toen pas 21 jaar. Toen Guido in 929 stierf, regelde Marozia een huwelijk met zijn halfbroer, die in die tijd gekozen was tot koning van Italië. Er was echter wel een probleem: hij was al getrouwd. Dat was echter snel ongedaan gemaakt, waarna Marozia’s dochter en haar nieuwe man samen over het land gingen regeren. De heerschappij door moeder en dochter kwam uiteindelijk toch tot een einde wanneer ook Marioza afgezet werd. Dat was eerst het geval bij Theodora en later dus ook bij haar dochter,
Gebouwbeschouwing
Rome toen
12
Geschiedenis van de stad
MMX
allebei door bloedverwanten(Theodora werd afgezet door een van haar zoons en Marioza werd op haar beurt afgezet door haar zoon uit een eerder huwelijk). Theodora moest na haar hoogtijdagen de tijd doorbrengen in het klooster, waar Marozia haar tijd moest verbijten in de gevangenis. Marioza stierf ergens tussen 932 en 937, dit betekende het echte einde van de regie door moeder en dochter. 961 Na Christus: Koning Otto de Grote van Duitsland wordt de eerste keizer van het Heilige Rooms Rijk In 962 werd de Duitse koning Otto de Grote tot keizer gekroond van het Heilige RoomsDuitse Rijk en was daarmee de eerste Romeinse keizer. Daarnaast verhief hij daarmee het pausdom weer tot meer aanzien. Hij maakte het pausdom echter wel ondergeschikt aan de politiek maar legde wel de grondslag voor de latere macht van de kerk. Rond het begin van de 1eerste eeuw deelden Hertogen, veelal vertegenwoordigers van de Byzantijnse bisschoppen en Saracenen, de lakens uit en aan het begin van de 11de eeuw werden een aantal stadsrepublieken (onder andere Gaeta, Napels en Amalfi) zeer machtig. In 1016 infiltreerden de Normandiërs in Italië nadat ze gebruikt waren in de strijd tegen de Saracenen. In 1071 veroverde de Normandiër Robert Guiscard Bari en maakte daarmee een einde aan de Byzantijnse macht in Italië. Tegen het jaar 1200 was praktisch geheel Zuid-Italië Normandisch gebied en ook Sicilië werd door de Saracenen veroverd.
1300 paus Bonifatius VIII kondigt het eerste jubeljaar af Op de vooravond van het nieuwe jaar, dit was destijds op 24 december, en op de avonden erna stroomden Romeinen spontaan naar de Sint Petrus Baseliek, naar het graf van de eerste van de apostelen. Op de drempel van de nieuwe eeuw verwachtten de Romeinen dat God hun genadig zou zijn en hen hun zonden, hoe erg deze ook waren, zou vergeven. Paus Bonifatius VIII beantwoorde deze spontaniteit van de stadsbewoners en kondigde op 22 februari alsnog, voor het geheel van 1300, het eerste heilig jaar af. Het voor 1300 uitgeroepen jubeljaar doet het belang van Rome als pelgrimsoord verder stijgen. Dit had ook te maken met de verovering van Jeruzalem door de moslims in 1187. Hierdoor was pelgrimeren naar het Heilige Land vrijwel onmogelijk geworden en had Rome gewonnen als centrum van de westerse christenheid. Daarbij wist paus Bonifatius de gelovigen zover te krijgen dat zij het geestelijke gezag van de paus als hoger zagen dan het wereldlijke gezag van andere vorsten. Bonifiatus bepaalde dat voortaan elke 100 jaar het jubileumfeest werd gevierd. 1309 na Chr.: paus Clemens V verplaatst pauselijke zetel naar Avignon Het pausschap was rond deze tijd een van de aantrekkelijkste posities die er kon zijn. De paus had namelijk de macht en het rijkdom in zijn bezit. De opvolging van de paus werd in veel gevallen bepaald door adellijke families die afstamden uit Rome, maar soms door de Duitse keizer. Het kiezen van een paus ging overigens niet altijd even vriendelijk, er vonden namelijk moorden plaats om een paus aan het hoofd te krijgen van de katholieke kerk. Rond 1059 na Chr. werd het kiezen van de paus overgelaten aan de kardinalen. Toch speelden adellijke families hierbij een grote rol in de keuzes die daarbij gemaakt werden. De macht in de kerk werd rond 1143 na Chr. nog ingewikkelder, doordat de burgers opriepen
Gebouwbeschouwing
Rome toen
13
Rome toen
MMX
tot een Commune, vertaald “vrije stad”. Hierdoor werd de macht van de paus minder, het stadsbestuur kreeg daarentegen steeds meer macht over de stad Rome. Er ontstond een politieke ruzie in Rome. Deze ging zover dat de bisschop van Rome had besloten de stad vanwege de onveiligheid te verlaten. Ook paus Clemens V besloot in 1309 na Chr. Rome te verlaten en te vertrekken richting de Franse stad Avignon. Deze periode wordt ook wel de “Babylonische ballingschap” genoemd. Gedurende deze tijd verbleven de pausen in het Palais des Papes. Het stadsbeeld gedurende de periode van de Babylonische ballingschap werd steeds droeviger. De inwoners van Rome werden rond 1309 na Chr. geteisterd door armoede en Malaria. Hierdoor daalde de bevolking snel. Tevens werd het geruzie tussen de edelen steeds groter. Rome veranderde, mede daardoor, in een groot fort waar rovers en moordenaars vrijspel hadden. Deze moeilijke periode met veel armoede werd aangegrepen door Cola di Rienzo om in 1347 na Chr. aan de macht te komen. 1347 na Chr.: Cola di Rienzo, een Italiaanse patriot probeert de Romeinse Republiek te herstellen “Overal heersten losbandigheid en boosheid, nergens recht, nergens gezag”. Dit waren de woorden van de Italiaanse patriot Cola di Rienzo, zie figuur 2. De droom van Di Rienzo was het herstellen van de kracht die de stad Rome verloren was. Om zijn droom te verwezenlijken leerde hij Latijn en kwam Di Rienzo in aanraking met de oude glorie van Rome. Op 29-jarige leeftijd begon Cola di Rienzo met het verwezenlijken van zijn droom. Na een bezoek aan de pausen in Avignon, dat niets uithaalde, kwam Di Rienzo terug in Rome. Nog steeds kampte de stad met grote armoede en onveiligheden. Op 9 mei 1347 woonde Di Rienzo nachtmissen bij. Na deze missen trok Di Rienzo met zijn aanhangers richting het Capitool in Rome. Bij het Capitool riep Di Rienzo op tot een “Buono Stato”, een nieuwe staat. Door het uitroepen van de nieuwe staat werd Cola di Rienzo de nieuwe machthebber in Rome. Met behulp van zijn eigen leger maakte Di Rienzo een einde aan de onrusten in Rome. Daarbij moesten de adel onvoorwaardelijke steun geven aan zijn beleid en zijn persoon. Het stadsbeeld bleef in 1347 na Chr. gelijk. De onrust nam na de komst van Cola di Rienzo af. Toch bleef de stad geteisterd worden door ziektes. In 1348 na christus werd de stad Rome zwaar getroffen door de pest. De stad had tijdens de pest niet meer dan 15.000 inwoners, een diepte punt voor de stad Rome. Architectuur in Rome(800-1348) Gedurende de jaren 800 tot 1348 werden er in de stad Rome een aantal gebouwen (opnieuw) gebouwd. Tevens veranderde de architectuur, zowel in Rome als in de rest van Europa. In Rome is relatief niet veel te merken van de Middeleeuwse bouwstijlen en architectuur. In de 1eerste, 1tweede en 1derde eeuw zijn toch wat gebouwen in Rome gerealiseerd aan de hand van Middeleeuwse architectuur. Vanaf het jaar 1000 verrezen in geheel Europa grote Traditionele vorm van een vroeg-Christelijke basilica.
Gebouwbeschouwing
Rome toen
14
Geschiedenis van de stad
MMX
kathedralen in Romaanse stijl en later vanaf 1150 in Gotische stijl, behalve in Rome. In de stad Rome bleef men vasthouden aan de bouwstijl van vroeg-Christelijke basilica’s. Deze bouwstijl van kerken is gebaseerd op liturgie en bouwmeesters namen de vorm van de Romeinse(basilica) zaal als uitgangspunt. De buitenkant van deze kerken zijn vaak niet interessant maar de binnenkant en het interieur heeft vaak de pracht van een hemelse troonzaal. Daarnaast staan de zuilenrijen(cella) niet net als de Griekse tempels aan de buitenkant maar aan de binnenkant. Nadat in 1084 veel gebouwen verwoest waren door de verschillende invallen van onder andere de Noormannen werden er een aantal kerken verbouwd of herbouwd. Een voorbeeld hiervan is de San Clemente en de San Maria in Trastevere. Het enige verschil van deze kerken met de vroeg- Christelijke basilica’s is de klokkentoren die naast de kerken werden geplaatst. Deze klokkentorens hebben een karakteristieke Romaanse vorm. Wat betreft de decoratie bleef men trouw aan de starre en aan strenge voorschriften van de Byzantijnse stijl en op geheel eigen wijze werd de Romaanse stijl in de kerken toegepast door de Cosmaten. Cosmaten is afgeleid van de kunstenaarsfamilie Cosma. Cosmaten waren in die tijd marmerwerkers die beroemd geworden waren door hun inlegwerk. Dat bestond uit kleine stukjes gekleurd steen of goud in decoratieve geometrische patronen. Deze Cosmaten versierden onder andere koorafsluitingen, ambonen, kandelaars en vloeren. De koorafsluiting is de afgrenzing tussen het koor en de kooromgang, deze zijn vaak waren vaak in de vorm van een hek of een open tracering. Ambonen zijn stenen preekstoelen die aan weerszijden van het altaar stonden. De vloeren van de Cosmaten zijn in tenminste vijftien kerken in Rome te vinden en een van de mooiste is het kloosterhof van de S.Giovanni in Laterno. De Gotiek heeft niet veel invloed gehad in Rome en heeft daarom ook maar één grote kerk in Rome voortgebracht, de Santa Maria Sopra Minerva uit 1280. Deze kerk is zeker een architectonische schoonheid maar is meer beroemd om de vele illustere doden die er begraven zijn en de kunstschatten die de kapellen en grafmonumenten sieren. Zoals hierboven is te lezen zijn er een drietal gebouwd rond deze tijd gebouw, namelijk de San Clemente, de Santa Maria en de Santa Maria Sopra Minerva. San Clemente De San Clemente is een kerk waar goed 3 bouwlagen te zien zijn die steeds verder in de tijd terugreizen. Op straatniveau staat de kerk uit de 1tweede eeuw, eronder ligt een kerk uit de 4e eeuw en daaronder weer oude Romeinse gebouwen, zoals woningen. 64 n. C. tweede eeuw Eind tweede eeuw 4e eeuw 867 1084 1108 1667 1857 1861
Brand onder Nero verwoest de omgeving Schuilkelder waarschijnlijk in geheim gebruikt door christenen Tempel van Mithras gebouwd Eerste kerk verrezen op binnenplaats van eerder Romeins gebouw Resten van Clements naar Rome overgebracht, naar men zegt Robert Guiscard leidt invasie der Noormannen en verwoest kerk Nieuwe kerk gebouwd op 4e-eeuwse kerk Kerk en klooster aan Ierse dominicanen geschonken Originele 4e-eeuwse kerk ontdekt door pater Mullooly Kerk wordt uitgegraven; Romeinse resten blootgelegd
Gebouwbeschouwing
Een overzicht van de belangrijkste gebeurtenissen in het bestaan van de kerk: De onderste laag ligt op zeven meter diepte en is een deel van
Rome toen
15
Rome toen
MMX
een groot woonhuis. Dit stamt uit de eerste eeuw na Chr.. Hierna heeft dit huis waarschijnlijk als schuilkelder gefungeerd die in het bezit was van Titus Flavius Clemens. Hij bekeerde zich als een van de eerst hooggeplaatste Romeinen tot het toen nog verboden Christendom. In het huis is een Mitraeum uit de derde eeuw ingericht. Deze tempel werd gebruikt van de tweede tot en met de derde eeuw na Chr. toen het mithracisme een belangrijke rol speelde. De Romeinen bekeerden zich tot het Christendom en de Mithras tempel werd niet meer gebruikt. De kamers waren opgevuld tot aan de eerste verdieping om zo als fundering te fungeren voor de kerk die in de 4e eeuw gebouwd is op de buitenmuren van het huis. De nieuwe kerk was gewijd aan de Heilige Clemens. Bij het opgraven van deze kerk heeft met bakstenen pijlers moeten toegevoegen om de vloer van het middenschip van de bovenkerk te ondersteunen. In deze kerk uit de 4e eeuw zijn zeer oude fresco’s te zien die stammen uit de 9e tot de 1eerste eeuw. De kerk werd in 1084 verwoest door de Noormannen onder leiding van Robert Buiscard. Paus Paschalis II liet een nieuwe kerk bouwen, die de bovenkerk wordt genoemd. Deze kerk staat nu op straatniveau. Achter de hoofdingang van deze kerk uit de 1tweede eeuw ligt een atrium. Deze is door Ionische zuilen omlijst met waterbekken in het midden. De voorgevel en de klokkentoren stammen niet uit die tijd. De voorgevel is in de 18e eeuw gebouwd en de klokkentoren stamt uit 1600 na Chr.. Santa Maria in Trastevere De Santa Maria in Trastevere is het eerste officiële Christelijke godshuis dat in Rome is gebouwd. Paus Calixtus stichtte de kerk in de derde eeuw. Op deze plek zou in 38 voor Christus een wonderbaarlijke oliebron zijn ontsprongen die als teken voor de naderende komst van de Verlosser werd opgevat. In 1138 begint paus Innocentius II met de herbouw van de kerk. In deze tijd zijn er mozaïeken op de gevel gezet. De mozaïek stelt Maria voor in een kring van tien heilige maagden, die als symbool van hun maagdelijkheid brandende lampen vasthouden. De kerk is beroemd geworden door deze mozaïeken. De mozaïeken op de triomfboog en in het onderste gedeelte van de apsis werden in 1290 gemaakt door de kunstenaar Pietro Cavallini. Dit zijn zes scènes uit het leven van Maria. In 1143 is een Romaanse klokkentoren toegevoegd. De huidige kerk komt grotendeels overeen met de versie uit de 1tweede eeuw. Het ontwerp is sterk beïnvloed door de voorafgaande vroegChristelijke kerk. De driebeukige kerk heeft binnen 22 antieke Ionische zuilen met sokkels van verschillende hoogte die het middenschip van de zijbeuken scheidden. In de 18e eeuw zijn enkele Barokke wijzigingen aangebracht. De voorhal is in 1702 gebouwd door Carlo Fontana in opdracht van paus Clemens XI. Ondanks Barokke verbouwingen en vervangingen heeft de kerk toch haar Middeleeuwse karakter behouden. De fontein aan de
Gebouwbeschouwing
Rome toen
16
MMX
Geschiedenis van de stad
Piazza Santa Maria in Trastevere is eveneens door Carlo Fontana ontworpen.
Santa Maria Sopra Minerva De enige Gotische kerk in Rome is de Basilica Santa Maria Sopra Minerva, in het Nederlands ook wel “basiliek van de heilige maagd, gebouwd over de ruïnes van de tempel van Minerva” genoemd. De kerk is een typisch voorbeeld van een titelkerk. Dit houdt in dat de kerk wordt toegewezen aan een kardinaal, in dit geval de Britse kardinaal Cormac Murphy – O’connor. Santa Maria Sopra Minerva ligt op het Piazza Minerva, dichtbij het Pantheon gelegen, in de regio Campus Martius. In de kerk liggen de graven van onder andere Fra Angelico en St. Catharina van Siena. Het Piazza Minerva heeft naast de kerk nog een aparte verschijning, namelijk een obelisk die wordt gedragen door een olifant. Dit is gedaan om de obelisk groter te laten lijken dan dat hij in werkelijk is. Men vermoed dat gedurende de Romeinse tijd in de buurt van het huidige Santa Maria Sopra Minerva drie tempels stonden, namelijk de tempels voor Minerva (Delubrum Minervae), voor Isis (Iseum) en een tempel voor Serapis (Serapeum). De bouw van de Santa Maria Sopra Minerva startte in 1280. De kerk zou gebaseerd zijn op de kerk in Florenca, de Santa Maria Novella. De eerste Gotische kerk van Rome werd rond 1370 voltooid. De gevel is echter een Barokke gevel, dit omdat de kerk in een latere eeuw gerestaureerd is. Het graf van de heilige St. Catharina van Siena ligt onder het hoofdaltaar. Links van het hoofdaltaar staat de kruisdragende Christus, één van de werken van de beeldhouwer Michelangelo, welke dateert uit 1514 – 1516. Het beeld dat in de Santa Maria Sopra Minerva staat is kopie van het originele beeld. Links van het hoofdaltaar is het graf van
Gebouwbeschouwing
Rome toen
17
Rome toen
MMX
de Dominicaanse Schilder Fra Angelico. Deze schilder stierf in het aangrenzende klooster van de Santa Maria Sopra Minerva. In de apsis staan twee graftekens van twee pausen, namelijk paus Leo X (linker grafteken) en paus Clemens VII (rechter grafteken). De zijkapel die zich rechts van het dwarsschip bevindt is de Cappella Carafa, deze is later aangebracht en bevat fresco’s van Filippino Lippi. De ontwikkelingen in Rome in de late Middeleeuwen In de laatste decennia van de 1derde eeuw ontwikkelde een veelzijdige artistieke productie in Rome. De stad werd niet alleen levendiger, maar had ook ingrijpende veranderingen in de algemene cultuur. Rome was in dit tijdperk in politiek en geestelijk opzicht uitgegroeid tot een hoofdstad die goed georganiseerd was. De hoofdstad was ook uitgegroeid tot een artistiek en cultureel centrum, die goed kon concureren met andere sterk groeiende steden, zoals Florence en Venetië. De pelgrims bewonderden Rome en schreven vaak gedichten over de stad. Rome kwam vaak voor in de gedichten van Ildeberto di Lavardin en werd op veel veduta’s (zeer gedetailleerde schilderijen) weergegeven, waaronder die van Giovanni Cimabue. De artistieke bloeitijd in Rome kwam snel tot een einde dankzij de politieke gebeurtenissen. Terwijl de pausen in Avignon van 1304 tot 1376 in ballingsschap zaten, vergrootte de anarchie de armoede en de stad raakte in verval. De Romeinse families kozen de kant van Orsini’s hetzij de Colonna’s, die met elkaar concurreerden. Ze werden verder verdeeld door te kiezen voor de familie Welfen en de familie Guelfen. Afgezien van de werken van Giotto in het Vaticaan, onder de hoede van kardinaal Jacopo Stefaneschi, vonden er op artistiek gebied geen gedenkwaardige gebeurtenissen plaats. Alle andere kunstenaars waren naar andere culturele steden vertrokken. De bouwwerkzaamheden werden stilgelegd, omdat de pausen afwezig waren. De klassieke monumenten, de Christelijke basilieken en de aquaducten waren in verval. In 1349 was er een zware aardbeving die hele stadswijken verwoestte en forse schade aanrichtte aan veel gebouwen. Het Lateraan werd aan zijn lot overgelaten en de kerk van San Giovanni bevond zich in een zo slechte toestand dat Petrarca zich persoonlijk tot paus Urbanus V richtte om zich in te zetten voor de oude basiliek. In 1348 heerste de pestepidemie die heel Europa in zijn greep had, maar Rome spaarde. De pest werd ook wel de zwarte dood genoemd. Na de pest ,in de tweede helft van de eeuw, werden de eerste tekenen van een toenemende bouwactiviteit zichtbaar. Lorenzo di Andreozio liet als dank voor het uitblijven van de plaag in Rome het lange bordes aan de hoofdgevel van Santa Maria in Aracoeli oprichten in 1348. Met deze trap werd de oude as verschoven zodat hij nu richting de Sint-Pieter liep. In San Paolo fuori le Mura werd in 1349 de campanile weer opgebouwd. Die moest later weer wijken voor de nieuwe klokkentoren van Poletti achter de apsis. In het jubileumjaar 1350 werd de stad in aanraking gebracht met een groot aantal pelgrims. Van 1367 tot 1370 was er met Urbanus V weer een paus in Rome. In 1368 werd de basiliek San Giovanni in Laterano van een nieuwe altaaroverkapping voorzien, dat
Gebouwbeschouwing
Rome toen
18
Geschiedenis van de stad
MMX
zich nu op het hoofdaltaar bevindt. Een kunstenaar genaamd Giovanni di Stefano uit Siena moest deze taak vervullen, vermoedelijk omdat er geen beeldhouwers meer woonden in Rome die zo’n werk konden uitvoeren. In de Santa Maria Maggiore werd tussen 1370 en 1378 de nu nog bestaande klokkentoren op de fundamenten van het vroegere gebouw opgericht. De Santa Maria Maggiore had een slanke en piramidevormig dak. Het was de hoogste en de elegantste klokkentoren van de hele stad. Op het Capitool richtte de aandacht zich voornamelijk op het Senatorenpaleis. In 1376 beëindigde Gregorius XI de pauselijke ballingschap in Avignon. Die verplaatste de hoofdzetel van de pontifex weer naar Rome. De diepe crisis van de Kerk was hiermee niet beëindigd. Slechts een jaar nadat Gregorius was teruggekeerd, vond er opnieuw een breuk plaats in het Christendom, namelijk het Westerse Schisma. Gedurende de splitsing van het Christendom stonden de pausen uit Rome enerzijds en de tegenpausen in Avignon anderzijds tegenover elkaar. De verkiezing van Martinus V in 1417 maakte hier een eind aan. De paus streefde de restauratie van de gebouwen Plattegrond San Paola fuori le Mura in de stad na. De basiliek Santi Apostoli en de dichtbijgelegen woonplaats van de familie Colonna, de familie van Martinus V, werd bijvoorbeeld hersteld. In het jaar 1425 werd in de basiliek San Giovanni een nieuwe vloer gelegd van hergebruikt marmer. Kort daarna werd aan het Senatorenpaleis een toren toegevoegd, die vandaag de dag nog op de linkerhoek van de façade staat. Er werkten in deze tijd enkele beroemde kunstenaars in Rome, zoals Masolino en Masaccio. Die waren allebei vermoedelijk betrokken bij de decoratie van de kapel Santa Caterina in de basiliek San Clemente. Het ging zowel om de laatste getuigenissen van de lange overgangsperiode aan het einde van de Romeinse Middeleeuwen als om het begin van een nieuw tijdperk. Dit geldt ook voor de onder Eugenius IV doorgevoerde bouwmaatregelen. Bijvoorbeeld de oprichting van het paleis naast de Sant Maria in Cosmedin en het Palazzo Capranica, die allebei nog geen duidelijke betrekking hadden op stilistische kenmerken. De grote transformatie van Rome ging verder onder paus Nicolaas V in 1447 en vernieuwde met veel bouwinspanningen grote delen van de stad. Aan het einde van de 15e eeuw werden de echte nieuwe, monumentale bouwwerken opgericht door Paulus II, die het Palazzo Venezia liet bouwen. De architecten Pontelli en Bramente hadden vele gebouwen ontwikkeld in die tijd. Pontelli had de Santa Maria del Popolo herbouwd. Bramenre werkte voornamelijk in het Vaticaan, waar hij het Belvedere en de galerijen die het Belvedere verbond met de pauselijke verblijfplaats ontwierp. Palazzo Venezia Het Palazzo Vennezia is een van de eerste wereldrijke Renaissancegebouwen in Rome. De Veneticaanse kardinaal Pietro Barbo heeft dit gebouw na 1455 op het terrein van zijn titelkerk S. Marco laten bouwen door Santa Maria Maggiore
Gebouwbeschouwing
Rome toen
19
Rome toen
MMX
Francesco del Borgo. Sinds zijn troonsbestijging als paus Paulus II werd het als residentie gebruikt. Later deed het gebouw dienst als Venetiaanse ambassade. In 1797 kwam het gebouw in Oostenrijkse handen. In 1916 werd het staatseigendom van Italië. De architectuur vertoont de typische kenmerken van een Romeins kardinaalspaleis uit de tweede helft van de 15de eeuw. Het weerbare karakter, opgeroepen door de verhoogde kelderverdieping, de hoektoren en de kantelen, de asymmetrie van de gevel en de nadruk op de horizontale in plaats van de verticale lijn, onderscheiden het Romeinse palazzo duidelijk van die in Florence. Deze streven juist naar een evenwicht tussen horizontale en verticale lijnen. Een van de meest opvallende architectonische elementen van de Romeinse vroege Renaissance zijn de marmeren kruisvensters op de bovenverdieping, die in veel paleizen en huizen terugkeren. In de grote, voor een deel van fresco’s voorziene zalen van het palazzo is tegenwoordig een museum gevestigd dat behalve beelden, schilderijen en gobelins veel schatten op het gebied van de toegepaste kunsten bevat. Aan de zuidkant staat de S. Marco, waaraan Paulus II een twee verdiepingen hoge voorhal toevoegde en het Palazzetto Venezia. Dit werd bij de bouw van het nationale monument afgebroken en naar deze plek verplaatst. Vroeger was het de ommuring van een botanische tuin, maar nu omsluit het met zijn arcaden over twee verdiepingen en achthoekige zuilen een binnenplaats die doet denken aan Florentijnse kruisgangen. Santa Maria del Popolo De Santa Maria del Popolo is een Augustijner kerk in Rome, gelegen aan de noordkant van het Piazza del Popolo. De kerk kent een centraal middenschip met twee zijbeuken, die omringd worden door 11 straalkapellen. In de koepel van de kerk, symbool van de invloed van de Renaissance-stijl en behorend tot de Chigi kapel, bevinden zich mozaïeken die werden ontworpen door Rafaël Santi. Zij verbeelden “De Schepping van de wereld”. Over het ontstaan van de kerk bestaan verschillende verhalen. Zo zou paus Paschalis II in 1099 opdracht hebben gegeven een kapel te bouwen op de plaats waar keizer Nero begraven lag. Na zijn graf geruimd te hebben en de as in de Tiber te hebben verstrooid kon de bouw beginnen. Een andere versie verhaalt echter dat de kapel gebouwd werd als dank aan de Maagd Maria voor haar steun aan de kruisvaarders bij het bevrijden van het Heilig Graf. Ook over de bijnaam “del Popolo” bestaan verschillende interpretaties: - De financiering van het gebouw werd verzorgd door de bevolking van Rome, waardoor de kapel de bijnaam “del Popolo” kreeg. In het Nederlands betekent Popolo “voor het volk”. - Popolo zou verwijzen naar de eens aan het plein geplante populieren. - De uitbreiding van kapel naar kerk, wat nog elders in de gids uitgebreid besproken zal worden, maakte het gebouw toegankelijk voor het volk. In de periode 1472-1477 werd de kerk herbouwd door Santa Maria del Popolo
Gebouwbeschouwing
Rome toen
20
Geschiedenis van de stad
MMX
Baccio Pontelli en Andrea Bregno in Renaissancestijl. Santa Maria della Pace Na 1482 liet paus Sixtus IV een kerk bouwen die gewijd was aan Maria van de vrede: de Santa Maria della Pace. Dit was uit dankbaarheid voor de vrede die gesloten was met Milaan en ander Italiaanse staten. De stichting van de kerk houdt waarschijnlijk ook verband met een wonder dat zich afspeelde in een kapel nabij de huidige kerk. Hier zou een gokker, uit woede over een verloren spel, een steen naar een afbeelding van Maria hebben gegooid, waarop de beeltenis begon te bloeden. Volgens een andere versie van het Santa Maria della Pace verhaal zou een dronken soldaat de afbeelding met zijn zwaard hebben doorboord, waarna de bloeding begon. In elk geval bracht paus Sixtus, de bouwheer van de Sixtijnse Kapel, een bezoek aan de gewonde Madonna en besloot hierop voor haar een kerk van de vrede te bouwen. De Madonna wordt nog steeds bewaard op het hoogaltaar van de Kerk. Waarschijnlijk was Baccio Pontelli de eerste architect. Hij zou verantwoordelijk zijn voor het éénbeukige langschip met zijkapellen aan beide zijden. Aan het begin van de 16e eeuw voegde Bramante op verzoek van kardinaal Oliviero Carafa de kruisgang en vermoedelijk ook de achthoekige koepelruimte toe. Halverwege de 17e eeuw werd de kerk in opdracht van paus Alexander VII door Pietro da Cortona gerestaureerd. Cortona, die ook de omringende gevels aan de Piazza della Pace ontwierp, gaf de kerk zijn Barokke gevel. Hij benadrukte het middengedeelte door een uitspringende halfronde voorhal met Dorische zuilen op de begane grond, waarachter de met Korinthische zuilen en pilasters uitgeruste bovenverdieping enigszins terugwijkt. Boven het centrale venster is een segmentboog gevat binnen een meervoudig omlijst fronton. De vele verschillende vormen, variërend van driehoek, rechthoek en halve cirkel tot convexe en concave krommingen, creëren de spanningsvolle dynamiek die zo kenmerkend is voor de Barokke siergevel. Elders in de gids zal het gebouw nog uitgebreid besproken worden. Cappella Sistina De beroemdste zaal van de Musei Vaticani is de Sixtijnse Kapel. Deze zal elders in de gids nog uitgebreid besproken worden. De kapel is door Giovanni de” Dolci in 1475-1581 in opdracht van Sixtus IV gebouwd. De kapel heeft een rechthoekige grondvorm en is 40,23 meter lang, 20,70 meter hoog en 13,41 meter breed. Hiermee heeft het de exacte afmetingen van de tempel van Salomo zoals die beschreven wordt in het Oude Testament. Het gebouw wordt door zes vensters aan de lange zijden verlicht. Verder is het een bakstenen gebouw, van buiten onaanzienlijk, met een tonvormig dakgewelf. De beeldhouwer/architect Andrea Bregno schiep het marmeren hek (een transenna), dat de
Gebouwbeschouwing
Cappella Sistina
Rome toen
21
Rome toen
MMX
kapel in een aan geestelijken voorbehouden altaarruimte en een ruimte voor leken verdeelt, en de beroemde zangerstribune ernaast. De vloer wordt gesierd door inlegwerken van meerkleurig marmer, terwijl de sokkelzone van oudsher met tapijten was behangen. Onder Sixtus IV waren de muurvlakken onder de vensters al in 1481-1483 door Botticelli, Ghirlandaio, Cosimo Roselli, Piero di Cosimo, Perugino, Pinturicchio, Luca Signorelli en Bartolomeo della Gatta van fresco’s voorzien. Op eenvoudige rechthoekige muurvlakken zijn links scènes uit het leven van Mozes en rechts episoden uit dat van Jezus afgebeeld. De beschilderde nissen tussen de vensters bevatten portretten van pausen. De inrichting wordt bekroond door het plafondgewelf, dat Michelangelo 25 jaar later voor Julius II vormgaf, en zijn fresco “Het Laatste Oordeel” op de altaarmuur. De muur- en plafondschilderingen in de Sixtijnse kapel worden door velen beschouwd als het hoogtepunt van de Renaissance. - 1481-1483: Nog tijdens het pontificaat van Sixtus IV (1471-1484) werden alle wanden gedecoreerd. Pier Matteo d’Amelia schilderde een sterrenhemel op het plafond. - Julius II (1503-1513) huurde in 1508 de Florentijnse meester Michelangelo in om het plafond en de lunetten boven de ramen te beschilderen. Dit werk werd in 1512 opgeleverd. Het plafond toont negen taferelen uit Genesis; in de lunetten worden voorvaderen van Jezus getoond, zoals opgesomd in Mattheüs 1. Rome 1506-1626 De belangrijke leider van Rome was paus Julius II. Hij legde op 28 april de eerste steen van derde nieuwe basiliek in Rome. Dit was de nieuwe Sint Pieters basiliek. De architect/bouwmeester van de basiliek was Bramante. Barmante overleed in 1514, alleen de vier steunpijlers van de koepel zijn daarna nog afgewerkt. Na zijn dood werd het plan voor de bouw nog verschillende keren gewijzigd. Plundering van Rome Op 6 mei 1527 viel Rome ten deel aan een plundering van een leger van ongeveer 25.000 Duitse en Spaanse soldaten. Ze deden aan plunderingen, verwoesting, verkrachting en moord. Met de plundering van Rome werd het vijandschap tussen keizer Karel V en paus Clement VII verslechterd. Keizer Karel V beschouwde Italië als de kern van het heilige Roomse rijk. Hij wilde dit graag veroveren en werd na de “Slag bij Pavia” ook de machtigste heerser van Europa. paus Clemens VII wilde niet onder de keizerlijke voogdij van Karel V staan en richtte op 22 mei 1526 de Heilige Liga van Cognac op. Hiermee wilde hij de macht van Karel V in Italië breken. De paus vormde een leger van 10.000 man onder leiding van Francesco Maria della Rovere. Karel V had ook een sterk leger op de been gebracht, onder leiding van zijn broer Ferdindand I. De troepen rukte langzaam op door Italië. Op 6 mei 1527 stond het leger van Karel V aan de poorten van Rome. De soldaten van Karel hadden al maanden geen salaris ontvangen en waren naar kostbaarheden op zoek. Rome telde tussen de 50.000 en 60.000 inwoners en was slecht verdedigd. Uit zuinigheid had de paus slechts een klein leger onderhouden. Als snel verloor het leger zijn grip op de stad en op geheime plekken wisten de aanvallers over de stadsmuren te komen. Toen de stad dreigde te vallen vluchtte de paus met zijn gevolg door een geheime gang uit het Vaticaan naar de onneembare Engelenburcht. De rest van Rome was volledig aan de indringers overgeleverd.
Gebouwbeschouwing
Rome toen
22
Geschiedenis van de stad
MMX
Kerken, kloosters, villa’s en particuliere huizen werden geplunderd en verwoest. Tijdens de plundering werden tussen de 6000 en 12.000 Romeinen vermoord. De paus gaf zich pas op 7 juni 1527 over. In het vredesverdrag moest hij een grote schadeloosstelling betalen aan de keizer. Nooit vergaven de inwoners van Rome de paus zijn politieke misrekening. Verdere bouw Sint Pieters basiliek In 1547 krijgt Michelangelo op 72-jarige leeftijd van paus Paulus III de opdracht het werk aan de Sint Pieters basiliek te Kaart van Rome in 1575, voor de herindeling van Sixtus V. hervatten. Het plan is om de opvatting van Bramante te bouwen maar met gewijzigde afmetingen. Michelangelo zei dan ook: “Ik ga naar Rome om de zuster van de koepel van Brunelleschi te scheppen, niet mooier, maar groter!” Op 18 februari 1564 overleed Michelangelo, dit is drie dagen na zijn laatste inspectie van het werk. De trommel van de koepel is opgebouwd. Pas in 1590 is de koepel helemaal afgewerkt onder leiding van Vignola en Giacomo Della Porta. In 1600 vroeg paus Paulus V aan Maderno de arm naar het plein toe te verlengen en de basiliek van een monumentale voorgevel te voorzien. De centraalbouw werd een Latijns kruis. Op het plein verdween de koepel achter de voorgevel. In 1620 begon Bernini met het versieren van het interieur en in 1626 is dit afgerond. Op 18 november wijdde paus Urbanus de vergrote basiliek in. Het is de 1.300ste verjaardag van de inwijding van de basiliek van Constantijn. Herindeling straten van Rome 1585 Toen Felice Peretti di Montalto paus werd, was Rome slechts een schim van het Rome uit de tijd van het Romeinse Rijk. Slechts één derde van het oppervlak binnen de stadswallen was bewoond. De aquaducten waren verwaarloosd en leverden weinig tot geen water meer aan. De Middeleeuwse bebouwingstructuur bemoeilijkte het voetverkeer. Dit leverde veel problemen op, omdat veel pelgrims Rome kwamen bezoeken en zij in zo’n kort mogelijke tijd de zeven hoofdkerken wilden zien. Perreti had zich al over deze problemen gebogen voordat hij paus werd. Als kardinaal woonde hij in een paleis bij Santa Maria Maggiore, dit was één van de zeven bedevaartsplekken van Rome. Toen hij gekozen werd als paus wilde Sixtus V een grondige hervorming van het stedelijke ontwerp van Rome doorvoeren. De hoofdgedachte van het plan van paus Sixtus V was om de zeven hoofdkerken te verbinden. Hij wilde dit doen door middel van assen. Dit deed hij vanwege drie redenen. Hij wilde een route maken die de pelgrims eenvoudig van de ene naar de andere kerk zouden leiden. Ook wilde Een tekening van Rome waarin het assensysteem van Sixtus V goed te zien is.
Gebouwbeschouwing
Rome toen
23
Rome toen
MMX
Sixtus V een claim leggen op een groot stuk van Rome. Ook wilde hij dat de lege stadsdelen herbevolkt zouden worden. Het plan van Sixtus V werd niet volledig uitgevoerd tijdens zijn pontificaat. Wel werden de grote lijnen uitgezet en het plan zal de verdere stadsplanning van Rome nog eeuwenlang bepalen. Het plan van Sixtus V wordt beschouwd als één van de meest efficiënte uitbreidingsplannen van Rome en het begin van de moderne stadsplanning. Paus Sixtus V werd in zijn plannen bijgestaan door de architect Domenico Fontana. Toen Fontana aan de slag ging met de plannen van Sixtus V zorgde hij er als eerste voordat de aquaducten hersteld werden. Hierdoor kwam er weer water op de heuvels zodat deze opnieuw bewoond en bewerkt konden worden. Hierdoor kon de stadsuitbreiding zich uitbreiden binnen de volledige omwalling. De voorgangers van Sixtus V slaagden er alleen in op het gebied tussen Borgo en het Vaticaan te bevolken omdat hier wel voldoende water was. Het herstellen van de aquaducten werd door de inwoners van Rome dan ook gezien als een pauselijke triomf. Maar de belangrijkste wijziging die Sixtus V door wilde voeren was het verbinden van de zeven hoofdkerken door middel van het assensysteem. Hij verving de te ver weg gelegen San Sebastiano door de Santa Maria del Popolo. Babuino en de Strada Felice. De Strada Felice liep via de Santa Maria del Popolo. Vanaf de Santa Maria del Popolo vertrok de Via Leonina richting de Tiber, de Via del Corso, Strada del Maggiore naar de Santa Croce in Gersalemme. Het stuk van Santa Maria del Popolo tot de Santa Maria Maggiore werd echter niet uitgevoerd door Sixtus V door een probleem met het hoogteverschil, maar dit zou later opgelost worden met de Spaanse Trappen. Vervolgens vernieuwde hij de Via Pia tussen de Porta Pia en de Via Felice. Sixtus V zorgde ervoor dat ze minder steil werd. Hierna werd ook nog een as gelegd tussen Santa Maria Maggiore en de Sint-Jan van Lateranen en tussen deze kerk en het Colosseum (Via Di San Giovanni). Sixtus V had ook nog een as gepland tussen de Santa Maria Maggiore en de zuil van Trajanus maar deze werd niet uitgevoerd omdat het Forum van Trajanus op deze route lag. De assen werden door Sixtus V versterkt door middel van architecturale ingrepen. Hij voerde een volledige vernieuwing van het Lateraanse paleis uit en hij liet op de Santa Maria Maggiore een extra tweede koepel zetten om de gerichtheid van de assen te versterken. Om de assen ook visueel te verbinden en vast te leggen als herkenningspunt in de stad, gebruikte Sixtus V obelisken en zuilen op het einde van een as. Hiervoor gebruikte hij antieke zuilen en Egyptische obelisken, die werden gerestaureerd onder leiding van Fontana. De obelisken en zuilen werden niet enkel gerestaureerd, maar ook voorzien van een duidelijk Christelijk symbool. Zo werd op de zuil van Trajanus een beeld van Petrus geplaatst en op de zuil van Marcus Aurelius een beeld van Paulus. Op de obelisken werd een kruis of het pauselijk symbool geplaatst. Het verplaatsen van de obelisken was meestal een moeilijk karwei. Voor de verplaatsing van de obelisk die bestemd was voor het Sint-Pietersplein, waren dan ook 800 man nodig en 75 paarden. Het verplaatsen duurde 13 maanden. Naast de obelisk op het Sint-Pietersplein zijn er ook obelisken geplaatst bij de Santa Maria Maggiore, Sint-Jan van Lateranen en de Piazza del Popolo. Naam Vaticaanse Obelisk Esquilijnse Obelisk Flaminio Obelisk Lateraanse Obelisk
Plaats Sint-Pietersplein Santa Maria Maggiore Piazza del Popolo Sint-Jan van Lateranen
Jaar 1586 1585 1589 1585
Opdrachtgever Farao Nencoreo III Psammetico II Set I Thoetmosis III
Gebouwbeschouwing
Overgebracht door Caligula Domitianus of Nerva Augustus Constantius II
Rome toen
24
Geschiedenis van de stad
MMX
Sixtus V is dus van een groot belang geweest voor het behoud van de obelisken en zuilen. Door Sixtus V zijn ook andere grote monumenten gespaard gebleven. Voorbeelden hiervan zijn de aquaducten en het Forum Trajanus. In eerste instantie was er een as gepland waarbij het Forum Trajanus zou moeten verdwijnen maar deze as is niet door gegaan. Sixtus V stond dan ook positief tegenover het Romeinse erfgoed. Hij heeft vele Romeinse monumenten een nieuwe functie gegeven en hij heeft het Colosseum opgenomen in het assensysteem. Sixtus V waarde als paus voor de stad Rome is dus niet te onderschatten. Zijn uitbreidingsplan is één van de eerste moderne stadsplannen. Sixtus V en Fontana hebben met hun plan niet alleen rekening weten te houden met de bestaande situatie, maar ze hebben ook gelet op de toekomst. Het assensysteem werkt dan ook nog steeds goed. Op de kaart hierboven is een totaal overzicht te zien van de meest bekende gebouwen die tussen 1506-1626 gebouwd zijn. Opvallend is dat ze vrijwel allemaal in hetzelfde gebied zijn gebouwd. 1 Palazzo Fernese 1528 2 Palazzo della Cancelleria 1489-1513 3 Tempietto van San Pietro in Montorio 1508 4 Villa Farnesina 1506-1510 5 De Gesu 1584 6 Palazzo spada 1540 7 Palazzo barberini 1549 8 Palazzo Falconieri Loggia 1483-1546 9 Chancellery Palace 1483-1517 10 Palazzo Massimo 1527-1536 11 Piazza del Campidoglio 1538-1650 12 Sforza Chapel 1558
De hoofdstad Rome 1860-1960 In juli 1870 begon de Frans-Pruisische oorlog en de Franse keizer Napoleon III kon niet langer de kerkelijke staat beschermen. Kort daarna viel het Italiaanse leger onder generaal Raffeale Codorna Rome binnen na een kanonnade van drie uur. De volgende dag werd Leonine-City bezet. Er werd een voorlopige, gezamenlijke regering aangemaakt door Cadorna. Rome en Latium werden gehecht aan het Koninkrijk van Italië. Hierna werd een volksraadpleging gehouden op 2 oktober. Hieruit volgde dat er 133.681 stemmen waren voor het aanhechten van een nieuw stadsdeel en 1507 tegen. In Rome zelf, waren er 40.785 voor en 67 tegen.
Gebouwbeschouwing
Rome toen
25
Rome toen
MMX
De Italiaanse regering heeft de huidige paus Pius IX aangeboden LeonineCity te behouden, maar de paus wees het verzoek af. De reden voor het verwerpen van het aanbod was dat de paus zich een gevangene voelde in het Vaticaan. Dit was maar een gevoel, want de paus kon overal naar toe. Hieruit volgde dat de hoofdstad officieel verplaatst werd van Florence naar Rome. Dit was in het begin van 1871. Inwonersaantal Benito Muzzolini In de tijd van 1880 tot 1910 werden sommige centrale gebieden gereorganiseerd. In de fascistische periode werden nieuwe buurten opgericht . Doordat deze buurten steeds groter en groter werden, grensde Rome opeens aan zeven dorpen. Deze dorpen werden opgenomen in de stad. Al deze uitbreidingen waren nodig omdat de bevolking aanzienlijk werd vergroot. Ondanks de grote bouwactiviteit kon de stad de hoeveelheid immigranten niet verwerken en na de Eerste wereldoorlog ontstonden uitgestrekte sloppenwijken. Deze enorme toename was het gevolg van het regeren van Italië uit één punt, oftewel het regeren uit Rome. In 1871 was het inwonersaantal 244.000. In 1961 was dit aantal al gestegen tot 1.600.000, een stijging met 1.356.000 inwoners. Tweede Wereldoorlog Tijdens de Tweede Wereldoorlog heeft Rome enkele bomaanslagen te verduren gehad, maar er was relatief weinig schade. Geen van de partijen die betrokken waren bij de Tweede Wereldoorlog wilde het leven van paus Pius XII in Vaticaanstad in gevaar brengen. De geallieerden vielen op 4 juni 1944 Rome binnen. Het was de eerste hoofdstad die binnen werd gevallen door de geallieerden. Rome was relatief onbeschadigd, omdat de Duitsers hadden verklaard dat Rome een “open stad” was. Dat betekende dat de geallieerden niet hun weg naar binnen moesten vechten. Biografie Benito Mussolini Mussolini voluit geheten Benito Amilcare Andrea Mussolini is geboren in Predappio op 29 juli 1883. Zijn moeder was een katholieke onderwijzeres, zijn vader een revolutionaire smid. Van jongs af aan was Mussolini al een lastig kind, was vaak betrokken bij vechtpartijen en zelfs bij gevechten waar messen aan te pas kwamen. Door deze vergrijpen dreigde er een einde te komen aan zijn schoolcarrière. Dit gebeurde echter niet en Mussolini studeerde verder voor onderwijzer. De baan als leraar heeft hij niet lang volgehouden. In 1902 is Mussolini tijdelijk naar Zwitserland verhuist om zijn dienstplicht te ontlopen. Echter bij zijn terugkeer in Italië rond 1906 vervulde hij alsnog zijn dienstplicht. Een paar jaar later in 1914 richtte Mussolini een eigen krant met als naam Il Popolo d’Italia, wat het “Italiaanse volk” betekent. In hetzelfde jaar begon de Eerste Wereldoorlog, waar Mussolini een groot voorstander van was. Na de oorlog in 1921 wordt Mussolini als leider gekozen van de nationalistische Partito Nazionale Fascista. Een jaar later werd Mussolini door de koning tot minister-president benoemd. In 1925 verbiedt hij alle politieke partijen behalve die van zichzelf, verder schaft hij onder andere de persvrijheid af en roept een geheime politie in het leven. Er komt verassend weinig oppositie, dit kwam vooral door de propaganda vaardigheid van Mussolini. Onder het bewind van Mussolini werden er veel bouwwerken
Gebouwbeschouwing
Rome toen
26
Geschiedenis van de stad
MMX
gerealiseerd. Enkele van deze bouwwerken zijn: Via dei Fori Imperiali, wijk EUR, Ara Pacis, en Colosseo Quadrato. Deze bouwwerken worden later behandeld. Een droom van Mussolini was om een groot Italiaans rijk te stichten rond de Middellandse Zee. In dertiger jaren begon Mussolini zijn droom te verwezenlijken. Hij viel Abessinië (in Noord Afrika) aan, dit was achteraf gezien geen goede zet omdat grote landen als Frankrijk en Groot-Brittannië zich tegen hem keerden. In 1939 kwamen Mussolini en Hitler steeds meer met elkaar in contact, met als gevolg dat Italië automatisch werd meegetrokken in de Tweede Wereldoorlog. Het Italiaanse leger was echter lang niet zo sterk als het leger van Duitsland. Hierdoor moesten Duitse troepen steeds het Italiaanse leger te hulp schieten. In 1943 na de landing van de geallieerde in Sicilië werd Mussolini in opdracht van Koning Victor Emanuel II gearresteerd. Een paar maanden later werd Mussolini bevrijdt door Duitse troepen. Lang heeft Mussolini hier niet van kunnen genieten want in 1945 werd hij samen met zijn vriendin geëlimineerd, tijdens zijn vlucht naar het neutrale Zwitserland.
Via dei Fori Imperali De Via dei Fori Imperali is een weg die van het Colosseum naar het kantoor(Palazzo Venezia) van Benito Mussolini liep. Dit is één van de symbolische waardes van de weg. De weg is aangelegd omdat Mussolini deze wilde gebruiken voor militaire parades na geboekte overwinningen. De bouw had een hoop voeten in de aarde, want om de weg aan te leggen moest er een deel van een Middeleeuwse wijk worden afgebroken. Hierdoor waren vierduizend mensen genoodzaakt te verhuizen naar een andere plek. Dit is één van de redenen waarom vele archeologen vinden dat de titel “meest hinderlijke weg” zonder twijfel naar Via dei Fori Imperali gaat. De weg kreeg in het begin de naam Via dell’Impero. Deze naam verwees naar het oude machtige Romeinse Rijk, en tevens naar het nieuwe rijk wat Mussolini wilde stichten. Later kreeg de nu drukke verkeersweg zijn nieuwe naam: Via dei Fori Imperali. Een leuk detail is dat Mussolini de weg nooit zelf heeft kunnen gebruiken. Het waren nota bene de Amerikanen die als eerste over Mussolini’s weg Rome in marcheerden. Wijk EUR EUR staat voor Esposizone Universale a Roma. Het project bestaat uit een
Gebouwbeschouwing
Rome toen
27
Rome toen
MMX
hele wijk waar enkele beroemde gebouwen in staan zoals: Colosseo Quadrato, Palazzo dei Congressi, Musea della Civiltà Romana en Stadio dello Sport. De wijk EUR ligt in het zuiden van Rome en is opdracht van Mussolini gebouwd. Architect Marcello Piacentini heeft de hele wijk ontworpen. Eigenlijk zou de wereldtentoonstelling van 1942 in het EUR hebben plaatsgevonden, maar de Tweede Wereldoorlog zorgde er voor dat dit evenement nooit heeft plaatsgevonden. De bouw is begonnen in 1937, tijdens de oorlog heeft de bouw compleet stilgelegen. Later is de bouw hervat en voltooid volgens het oorspronkelijke ontwerp. Het EUR is gebouwd in een vereenvoudigde Neo-Classistische stijl, wat gebruikelijk was in die tijd. Ara Pacis Augustae De Ara Pacis was oorspronkelijk geplaatst op de Campus Martius. Het was een muur van 11,65 bij 10,62 meter op een verhoging met een deur. Binnenin stond het altaar. Deze was bescheiden versierd met bloemen en dieren. De buitenkant was daarentegen bijzonder gedetailleerd uitgevoerd en gebeeldhouwd. Het bouwwerk was geheel gebeeldhouwd uit het beste witte Carraramarmer. De afbeeldingen op de buitenkant moesten niet alleen vrede en voorspoed uitdrukken, maar ook de vroomheid van machthebbers. De eerste resten van de Ara Pacis zijn gevonden in 1568. In 1879 werd het door Friedrich Von Duhn als een monument herkent. De eerste officiële opgravingen begonnen in 1903, waarbij andere delen zijn ontdekt. De opgravingen werden pas in 1938 beëindigd. Het altaar werd vervolgens in elkaar gezet in een glazen hal ontworpen door Vittorio Ballio Morpurgo. Deze hal werd geopend in 1938. Dit alles is in opdracht gegaan van Mussolini. Het doel van Mussolini was om dit in een soort themapark te plaatsen ter ere van het oude Rome. Later in de gids word dit gebouw verder uitgewerkt. Palazzo della Civiltà Italiana (Het vierkante Colosseum) Het vierkante Colosseum ligt in het stadsdeel van Rome dat bekend staat als EUR. Het Palazza della Civiltà Italiana werd gebouwd als onderdeel van de EUR, een groot business center dat werd ingewijd door Mussolini. Dit allemaal voor de wereldtentoonstelling van 1942 en als symbool van het Facisme voor de wereld. Het Palazzo is ontworpen door de architecten Giovanni Guemini, Emesto Bruno La Padula en Mario Romano. Het is gebouwd tussen 1938 en 1943. Het werd ingehuldigd als het middelpunt van de EUR en het is nog steeds het meest iconische gebouw. De structuur word beschouwd als een van de meest vertegenwoordigende voorbeelden van fascistische architectuur aan de EUR. Het gebouw is overduidelijk geïnspireerd door het Colosseum. Het heeft een overdekt oppervlak van 8400 m2. Daarnaast heeft het een volume van 205.000 m3 en een hoogte van 68 meter, inclusief de basis. Het Palazza is gekenmerkt door rijen van negen horizontale bogen en zes verticale
Gebouwbeschouwing
Rome toen
28
Geschiedenis van de stad
MMX
bogen. Het gerucht gaat dat elke boog voor een letter in de naam van Benoti (zes letters) Mussolini (negen letters) staat. Het Palazza is bedekt met Travertin steen, wat karakteristiek is voor de EUR. Helemaal van boven staan aan alle vier de zijden een tekst in grote letters: “VN POPOLO DI POETI DI ARTISTI DI EROI DI SANTI DI PENSATORI DI SCIENZIATI DI NAVIGATORI DI TRASMIGRATORI” “een natie van dichters, kunstenaars, helden, denkers, heiligen, wetenschappers, navigators en reizigers” Verderop in de gids wordt dit gebouw gedetailleerder uitgewerkt.
Stadio Olimpico Het Stadio Olimpico maakte deel uit van het Foro Italico. Dit is een wijk die door Mussolini’s toedoen grondig is aangepakt. Het stadion is gebouwd in de periode 1928-1937, en droeg eerst de naam Stadio dei Cipressi. Oorspronkelijke is het ontworpen door Luigi Walter Moretti. Er is naast een voetbalveld ook een atletiekbaan aanwezig. Het stadion heeft al enkele verbouwingen ondergaan zoals onder andere voor de Olympische Spelen van 1960, het Wereldkampioenschap voetbal in 1990, en voor verbeteringen van de kleedruimtes en zitplaatsen op de tribune. Naast deze verbouwingen is ook de naam twee keer veranderd, eerst droeg het de naam Stadio dei Cipressi daarna Stadio del Centomila en nu heet het bouwwerk Stadio Olimpico. Momenteel zijn er 81903 zitplaatsen, en is het de thuisbasis van AS Roma en SS Lazio. Dit zijn twee toonaangevende voetbalclubs in Rome. De UEFA heeft het stadion een vijf sterren status gegeven, dit is de hoogst haalbare erkenning.
Rome van 1960 tot nu Rome is bekend om zijn historische monumenten en kunst maar wordt steeds meer aangevuld met moderne architectuur en kunst, door deze mix wordt Rome steeds rijker aan verschillende vormen van kunst en architectuur. Het restaureren van de historische monumenten speelt ook een grote rol, Rome is altijd hard bezig met het onderhouden en restaureren van de monumenten om het stadsbeeld te behouden.
Bevolkingsgroei Rome is ingedeeld in 20 deelgemeenten. Nummer één is het oude centrum, de gemeenten liggen hier omheen. In het jaar 330 telde Rome één miljoen inwoners. Na de val van het Romeinse Rijk is dit aantal sterk gedaald. Pas in 1936 had Rome weer één miljoen inwoners en nu zelfs 2,6 miljoen. Afgelopen 100 jaar is Rome dus sterk gegroeid. Het behoord nu samen met Milaan tot de grootste steden van Italië. Rome ingedeeld in 20 deelgemeenten.
Gebouwbeschouwing
Rome toen
29
Rome toen
MMX
De doorstroming binnen Rome Tussen alle prachtige historische monumenten groeit de stad Rome al 2000 jaar lang veder. Tegenwoordig worden de wegen van Rome belast door miljoenen mensen en auto’s. Om de stroming van al deze mensen goed te houden is Rome bezig met het aanleggen van een nieuwe brug over de rivier de Tiber. De brug situeert zich aan de Lungotevere Flaminio. De brug is handig voor zowel de bewoners als de toeristen in Rome omdat de brug verschillende culturele en sportieve faciliteiten verbind. De brug is bedoeld voor voetgangers maar zo ontworpen dat er later uitbreiding mogelijk is voor openbaar vervoer. Het ontwerp van de brug De Tiber, hoofdletter A geeft plaatsing brug aan. is gemaakt door Britse architect Buro Happold de winnaar van de architectuurwedstrijd. De ontwikkeling is uitgewerkt in samenwerking met Powell-Willisms Architecten. De brug wordt 200 meter lang en ongeveer achttien meter breed, hij zal opgebouwd worden uit staal met een betonnen fundering. De brug is al benoemd en zijn naam is: De Ponte della Musica. Palazetto dela Sport In 1960 is het grootste sportevenement de Olympische spelen in Rome gehouden. Hiervoor is het Palazetto dela Sport gebouwd. Deze enorme koepel met een diameter van bijna 59 meter is ontworpen door Pier Luigi Nervi, een Italiaanse architect en ingenieur. Pier Luigi Nervi legde zich in zijn studie toe op het gewapend beton, wat in die tijd een relatief nieuw materiaal was. De constructie van Palazetto dela Sport is met dit materiaal gemaakt door middel van prefab ribben. Het Bouwen van Palazetto dela Sport was mogelijk omdat Nervi werkte met kleine gewapende betonvormen, in combinatie met een beweegbare stellage. Ook het interieur van de gehele koepel is van beton. Dit gebouw zal verder in de gids uitgebreid besproken worden. Het behouden van de historische monumenten Naast het plaatsen van moderne, strakke architectuur en het aanwinnen van moderne kunst is Rome de afgelopen jaren en ook nu druk bezig met het onderhouden en restaureren van de historische monumenten. Zo heeft Rome na de aardbeving in 1979 de Zuil van Constantijn gerestaureerd. In 2008 is begonnen aan de restauratie van de kerk der Friezen en de Ara Pacis Augustae is sinds 2005 ook weer open na restauratie. De vele monumenten vereisen een hoop onderhoud, maar het is zeker dat na een goede restauratie een monument weer vele jaren mee kan en het stadsbeeld van Rome op deze manier behouden kan worden. Op de planning voor restauratie staat nu het bekende Romeinse Colosseum, dit Colosseum dat terug is te zien in vele films wordt jaarlijks door vier miljoen toeristen bezocht. In het voorjaar van 2010 wordt er begonnen met
De Ponte della Musica.
Gebouwbeschouwing
Rome toen
30
van 1960 tot nu
MMX
de schoonmaak van de buitenkant, de grauwe stenen zullen dan behandeld worden. De restauratie zal ongeveer 20 miljoen euro kosten. Er zijn meedere partuculieren sponsoren bijgesproken om de kosten te betalen. Naast het schoonmaken van de buitenkant zal de schade die de aardbeving in 2009 heeft aangericht worden hersteld, ook zullen de hekwerken tussen de onderste arcades verwijderd en vervangen worden. Publieke diensten zoals toiletten, loketten en de boekhandel zullen buiten het Colosseum geplaatst worden. Het Colosseum zal wel open blijven voor toeristen De verrijking van Rome met moderne kunst en architecteur Rome is bekend om al zijn historische kunst, hiermee liep Rome het gevaar om gezien te worden als een stad die alleen historische kunst accepteerd. Om dit probleem aan te pakken is in 2003 begonnen met de bouw van een museum voor hedendaagse (moderne) kunst, MAXXI – nationaal museum van de XXI eeuwen kunst. Het museum is gebouwd op het terrein van de voormalige militairekarzerne Montello in Rome. Het gebouw bevat meer dan 27.000 vierkante meter en is voornamelijk opgebouwd uit glas, staal en beton. Het museum is ontworpen door de architect Zaha Hadid’s die in 1998 is gekozen als winnaar voor dit project. Het moderne uiterlijk van het museum geeft een nieuwe kijk op de architectuur binnen Rome. De officiele opening zal plaats vinden in het voorjaar van 2010. Het MAXXI museum is elders in de gids uitgebreid uitgewerkt en besproken. Musea Rome is door de vele bezienswaardigheden een grote stad als het gaat om toerisme. Elk jaar komen mensen van heel de wereld naar Rome om de historische gebouwen en monumenten te bekijken. Doordat Rome al meer dan 3000 jaar bestaat is er veel historisch materiaal, dit is terug te vinden in de vele musea die Rome kent. De bekendste klassieke musea zijn het Vaticaans museum, Galleria Borghese, Museo di Roma en het moderne Nationaal Museum van Volkskunsten en Tradities. In dit museum is veel te vinden over de volksgroepen die de afgelopen eeuwen in Rome hebben geleefd. Het museum is opgericht in 1956. Er zijn meer dan 100.000 documenten te vinden. Het museum is opgedeeld in de volgende elf sectoren: transport, communicatie, agriculturele productiemethoden, schapenfokken, Het MAXXI – nationaal museum van de XXI eeuwen kunst.
Gebouwbeschouwing
Rome toen
31
Rome nu Het Bernini Mysterie is een boek van Dan Brown, hier is ook een verfilming van gemaakt. De oorspronkelijke titel is “Angels and Demons”. Bernini was één van de beroemdste kunstenaars van de zeventiende eeuw (geboren op 7 december 1598 Napels), hij beïnvloede dan ook velen uit die tijd. Vooral omdat de stad Rome vol stond met bijzondere werken van hem. Hij deed vooral aan beeldhouwen maar daarnaast was hij ook schilder, tekenaar en architect. In vele architectonisch waardevolle gebouwen zijn de werken van Bernini te zien. Het meest werd hij geïnspireerd door Giovanni Lorenzo Bernini Michelangelo. De werken van Bernini behoren tot de Barok. Aan het begin van zijn lange carrière werd hij beroemd met mythologische groepen en portretbustes. Bernini werkte bij voorkeur in brons en marmer, daarin kon hij levensecht sculpturen of mensen maken. Bernini werkte meestal in opdracht voor de paus, zo werd hij later ook de architect van de (nieuwe) Sint-Pieter. Hij nam ook particuliere opdrachten aan, meestal van gefortuneerden. Bernini had een groot atelier met vele medewerkers. Giovanni Lorenzo Bernini overleed in november 1680 in Rome. Film Bernini Mysterie Na de dood van paus Pius XVI werd er gerouwd in Rome en tegelijker tijd moet er een opvolger worden gekozen. In Frankrijk wordt op dat moment met geweld een gevaarlijke stof gestolen die als bom kan worden gebruikt. Ook worden de vier belangrijkste kandidaten om de paus op te volgen ontvoerd. Robert Langdon wordt gevraagd om in Rome deze zaak op te lossen, omdat hij een geleerde is op het gebied van iconografie is. Er wordt vermoed dat deze zaak daarmee te maken heeft. Er is een raadselachtige boodschap achtergelaten waarvan Robert Langdon de oplossing vind: in één van de kerken in Rome zit een bom verscholen die binnen 24 uur zal ontploffen. Er wordt verder gezocht. Zo is er in het Pantheon niks te vinden maar het raadsel brengt hen bij de vier elementen. Ook wordt er gezocht in de archieven van het Vaticaan. De elementen zijn; lucht, aarde, water en vuur. Hiermee zullen de vier kardinalen om het leven worden gebracht. Deze elementen zijn verborgen in Rome. Deze actie is bedoeld als een wraak actie voor het vermoorden van wetenschappers, toen de wetenschap als duivels werd beschouwd in het geloof. De belangrijkste aanwijzing is: We zullen uw vier pijlers verwoesten. We zullen uw “preferiti” merken en hen offeren op de altaren van wetenschap. Dan zal uw kerk op u neer komen. Vaticaanstad zal verteerd worden door licht. Een stralende ster aan het einde van het “Pad der Illuminatie”. Robert Langdon, Vittoria Vetra en de Romaanse politie gaan samenwerken in deze zaak. Na het lezen in diverse boeken komt Robert Langdon er achter dat het aarde altaar zich in de chigi kapel bevindt. Maar daar is de eerste kardinaal al dood gegaan omdat hij gestikt is in aarde, op zijn borst staat “earth” gebrand. Met behulp van een heleboel beelden komen ze ook achter de tweede locatie. Dat is de West Ponente op het Sint-Pietersplein, maar ze komen te laat om de tweede kardinaal te redden. Deze is vermoord door het doorsteken van de longen. Nadat een evacuatie poging van de St. Pieter is mislukt wordt zelfs Robert Langdon een doodpoging aangedaan. Toch vinden ze de derde locatie, de Santa Maria della Vittoria. Hier dood de moordenaar iedereen behalve Robert zelf. De derde kardinaal kan net niet gered Angels & Demons
Gebouwbeschouwing
Rome nu
32
Het Bernini mysterie worden uit een vlammen zee. In de kerk verwijst het beeld de extase van Theresia naar het zuidwesten. Ze volgen dit spoor wat leidt tot de fontein op het Piazza Navona. Daar wordt de vierde kardinaal gered uit handen van een verdrinkingsdood. Hij verklaart dat ze gevangen zaten in het kasteel van st. Angelo. Bij het kasteel spaart de dader het leven van Robert en Vittoria, omdat ze niet gewapend zijn. Hij vertelt hen ook dat het brein hierachter zich in de katholieke kerk bevindt. De dader vindt zijn beloning in zijn auto, maar die ontploft. Na het bekijken van de kaart ziet Robert het verband tussen de plaatsen van de altaren en de bom, ook komt hierbij de sleutel van pas die hij kreeg, na een hoop verwarring in de St. Pieter. Er wordt ontdekt dat de bom bij het graf van Petrus ligt. De “kamerbewaarder” van de kerk vliegt met de bom en helikopter weg en kan er nog net levend uitspringen. Na zijn herstel blijkt echter dat hij het meesterbrein was, na het bekijken van camera beelden. Daar kan hij niet omheen en pleegt zelfmoord. In de dagen daarna wordt de nieuwe paus gekozen. Bouwwerken De volgende bouwwerken komen in het Bernini mysterie voor: - Habakuk en de engel in de Chigi Kapel van de Santa Maria del Popolo kerk. - De West Ponente op het Sint-Pietersplein. - De Extase van Theresia in de kerk van Santa Maria della Vittoria. - La Fontana dei Quattro Fiumi op het Piazza Navona. - Castel Sant Angelo Santa Maria della Vittoria In het Bernini Mysterie speelt de Santa Maria della Vittoria een belangrijke rol, het derde altaar; vuur bevind zich in deze kerk. De derde kardinaal verbrandt er en de moordenaar weet te ontsnappen. Het belangrijkste onderdeel van deze kerk, is de Extase van Theresia. Het beeld wat Bernini maakte is van marmer. In het werk is te zien dat een engel op het punt staat om de heilige Theresia van Avila met een pijl te doorboren. De pijl wordt ook wel speer van vuur genoemd. De goudkleurige stralen (bronzen buizen) achter het beeld lichten flink op in de zon, dat komt door een venster naar binnen komt. Hierdoor wordt het effect van het vuur versterkt. Op het eerste gezicht lijkt het beeld een sensueel thema te hebben, maar bij het bestuderen van het beeld blijkt dat het juist het excentrieke ruige beeld naar voren komt. Het werk leverde aardig wat discussie op. Het blijft een grote trekpleister voor toeristen. Veelal liefhebbers van de film of het boek “het Bernini Mysterie”. Maar het beeld van Bernini verwijst in het verhaal van Dan Brown ook verder. Zo wijst de pijl naar het zuidwesten en geeft dit Robert Langdon een belangrijke
Gebouwbeschouwing
Rome nu
33
Rome nu aanwijzing in het oplossen van het mysterie. De verdere details van de Santa Maria della Vittoria, zoals ligging, materialen, constructieve details enzovoorts zullen verder in deze reisgids aan bod komen. Engelenburcht (Castel Sant” Angelo) De Engelenburcht (Castel Sant” Angelo) is een monument in Rome. De burcht is het oorspronkelijke Moles Hadriani (“het gevaarte van Hadrianus’”). Dit kasteel vlak voor de ingang van het Vaticaan was oorspronkelijk bedoeld als praalgraf voor keizer Hadrianus. Hij liet het bouwen tussen 135 en 139. Zo’n honderd jaar later werd zijn tombe verstevigd. De naam “Engelenburcht” stamt uit 590 toen paus Gregorius I god smeekte om de pestepidemie te beëindigen. De paus zag boven het graf van Hadrianus de aartsengel Michael verschijnen die zijn zwaard in de schede stak. paus Pius II liet op de plaats waar de aartsengel zou zijn verschenen een kapel bouwen. Het mausoleum was in de late oudheid al getransformeerd in een burcht. Vanaf 280 omringde de Aureliaanse Muur het grootste deel van de oude stad, maar het Vaticaan viel daar buiten. Door de opkomst van het Christendom trokken steeds meer pelgrims naar de oude Sint-Pietersbasiliek, die met zijn kunstschatten vrijwel onverdedigd buiten de stad lag. Het mausoleum lag op een zeer strategische positie tussen het Vaticaan en de brug over de Tiber en werd daarom in de verdedigingswerken van de stad opgenomen. Zo werd het graf langzamerhand een burcht en werd er een corridor gebouwd tussen het kasteel en het Vaticaan. De beelden die op de rand van het mausoleum stonden, zijn eens gebruikt om de Goten weg te jagen. De pausen en de adel streden, nadat de Goten weg waren, om de burcht. De Goten waren een Oost-Germaans volk dat een grote rol gespeeld heeft in de ondergang van het West-Romeinse Rijk. De pausen en de adelen lieten de Engelenburcht verbouwen tot een sterke vesting die het Vaticaan (de Katholieke Kerk) moest beschermen tegen invallers, maar ook tegen de Middeleeuwse Romeinse adel en burgerij. Voor de veiligheid liet paus Nicolaas III in 1277 de Passetto (doorgang) bouwen, ook wel de Corridoio (Corridor) genoemd. Dit was een muur tussen het Apostolisch paleis en de veilige burcht die uitkwam op de Aureliaanse Muur. Nu kon de paus, wanneer er gevaar dreigde, zich met zijn schatten verschansen achter de dikke muren van de Engelenburcht. Later werd de burcht ook als pauselijke schatkamer gebruikt. Tot en met de 16e eeuw werden de verdedigingswerken verbeterd en de zalen steeds mooier versierd. Zo liet paus Paulus III de burcht comfortabeler inrichten voor het geval een van de pausen voor langere tijd in de burcht zou moeten verblijven. de Extase van Theresia
Gebouwbeschouwing
Rome nu
34
Het Bernini mysterie Nog in 1814 werd de burcht belegerd. Het was op dat moment bezet door een garnizoen dat trouw was gebleven aan Napoleon, en werd omsingeld door een leger uit Napels, het koninkrijk van Napoleons zwager, de vorst Murat. In 1870 droeg het Vaticaan de burcht over aan het Italiaanse leger. Tot 1901 bleef het een gevangenis, maar in de jaren 30 werd het een museum. In Engelenburcht met de Engelenbrug de burcht werd een museum gemaakt dat in 58 verschillende zalen verdeeld is. Zo krijgt u een boeiend overzicht te zien van de geschiedenis van de Engelenburcht. In de Kamer der Urnen stond de as van overleden keizers. Verder ziet u onder meer het beeld van een engel uit de 16e eeuw die destijds bovenop het gebouw stond. De ondergrondse gang tussen het Vaticaan en de Engelenburcht is sinds 2000 opengesteld voor publiek. De laatste jaren is er veel aan gedaan om de burcht een beter aanzien te geven. Een deel van het vestingwerk is nu hersteld en een park geworden. De Engelenburcht wordt met de andere oever van de Tiber verbonden door de Ponte Sant” Angelo (de Engelenbrug), de oorspronkelijke Pons Aelius (vernoemd naar keizer Hadrianus, wiens volledige naam Publius Aelius Hadrianus was), die gelijktijdig met het mausoleum is gebouwd. Ook de brug kreeg zijn echte naam in de 15e eeuw. Wanneer men de brug oversteekt ziet men aan weerskanten tien engelen, die er in 1669 bij de restauratie van de brug op zijn gezet. De engelen, gemaakt door leerlingen van Gian Lorenzo Bernini, dragen elk een van de wapenen van Christus, voorwerpen die te maken hebben met de lijdenstijd van Jezus. La fontana dei Quattro Fiumi De Vierstromenfontein is een fontein in Barokke stijl op het Piazza Navona te Rome, deze fontein is gemaakt door door Gian Lorenzo Bernini in de jaren 1648 tot 1651. De fontein is gebouwd op de plek waar eerst een simpel bassin stond waar de paarden uit konden drinken. Ook de wijk rond het plein heet Piazza Navona. De fontein is gemaakt van Travertin, een soort kalkafzetting die op marmer lijkt, de belangrijkste steensoort in Rome. Hoewel het niet geschikt is voor de fijnste sculpturale effecten, kan het veel sneller bewerkt worden dan marmer. Over het ontstaan is een anekdote bekend: “In 1651 vond paus Innocentius X dat het tijd was voor een mooi monument op zijn plein.
Gebouwbeschouwing
La fontana dei Quattro Fiumi
Rome nu
35
Rome nu Alle kunstenaars zouden het een grote eer vinden om zo’n belangrijke fontein te ontwerpen voor een paus. De paus kon dus kiezen wie hij zou aanstellen voor deze klus. Om hem te helpen kiezen organiseerde de paus een wedstrijd. Op die manier kon Bernini bouwen aan dit kunstwerk. Het zou een minder uitbundig werk worden als dat er nu werkelijk staat, omdat Bernini voor de paus kwam te werken. Bernini mocht het werk maken omdat hij ervoor zorgde dat Olymphia Maidalchini, de schoonzus van Innocentius X een zilveren model van de fontein kreeg. Vervolgens zorgde Bernini dat zij dit aan de paus zou laten zien en het De riviergod Ganges, op de Vierstromenfontein aan hem zou geven. De paus was zo onder de indruk dat hij vanaf dat moment Bernini in staat stelde de centrale fontein af te maken. De fontein heeft zijn naam te danken aan de beelden die erop geplaatst zijn. De fontein bestaat uit vier figuren, die elk één van de toen bekende vier grootste rivieren van de wereld voorstellen. De Donau met zijn armen omhoog. Waarom voor de Donau gekozen is in plaats van de Tiber is te verklaren door de obelisk in het midden van de fontein. De opdrachtgever voor het maken van deze obelisk, Domitianus, heeft ooit met zijn legioen een ernstige dreiging gekend vanuit de rivier de Donau. De Nijl met bedekt hoofd omdat, volgens Baldinucci, de oorsprong ervan lang verborgen was. De Rio della Plata als neger met munten, Dit zou symbool staan voor bodemschatten in het gebied van de Rio de la Plata (Zuid-Amerika). Ook over het beeld van de Nijl is een kleine anekdote bekend. De god steekt zijn hand uit en lijkt weg te duiken uit angst dat de gevel van Sant’Agnese in Agone op hem valt. Bernini zou dit gedaan hebben omdat die kerk door zijn grote rivaal Borromini is gebouwd. Dit verhaal klopt zeer waarschijnlijk niet, aangezien de fontein enkele jaren eerder gebouwd was dan de kerk. Heel duidelijk aanwezig is de Egyptische obelisk van rood graniet die in het midden van de fontein omhoog steekt. Uit de Hiërogliefen op de obelisk, blijkt dat deze in het jaar 81 gemaakt is voor de Romeinse keizer Domitianus. Later is deze obelisk gebruikt in een tempel voor de grieks-egyptische god Serapis en later voor het Circus van Maxentius, een renbaan ten zuiden van het oude Rome bij de Via Appia. Innocentius X besloot de, ondertussen omgevallen en gebroken, obelisk te herbruiken. Op deze obelisk is zijn familiewapen aangebracht: de duif met de olijftak. Verder zijn nog onder andere een palmboom, een leeuw, een slang, twee dolfijnen en een armadillo te zien. De obelisk is 16,54 meter hoog. Het samenbrengen van architectuur en beeldhouwwerk in deze fontein was revolutionair ten opzichte van andere fonteinen in Rome uit die tijd. Habakuk en de engel in de Chigi Kapel van de Santa Maria del Popolo kerk Robert Langdon vindt in het boek in de Chigi kapel van de Santa Maria del Popolo kerk een vermoorde kardinaal. Hij is half ingegraven in de aarde en gestikt door een mond vol aarde. Het beeld van Habakuk en de engel wijst hem de weg naar het volgende altaar. Santa Maria del Popolo is een van de oudste parochiekerken van Rome en staat boven het graf van keizer Nero. Volgens een Middeleeuwse legende waarde zijn verloren ziel rond bij een notenboom die daar was gegroeid. Paus Paschalis II liet de boom in 1099 omhakken, Nero’s as in de Tiber
Gebouwbeschouwing
Rome nu
36
Het Bernini mysterie gooien en bouwde vervolgens een Mariakapel op deze plek. Gregorius IX verving de kapel in 1227 door een grotere parochiekerk voor het volk (popolo) en vanaf 1472 liet paus Sixtus IV deze kerk in Renaissancestijl herbouwen. In 1505 voegde Bramante in opdracht van de augustijnen het priesterkoor toe. De kerk is in de 17de eeuw door Bernini in Barokstijl verfraaid. Vroeger heette de Chigi kapel Capella della Terra, ook wel de Kapel van de aarde. De als driebeukige pijlerbasiliek met een kruisvormig grondplan met zijkapellen ontworpen kerk heeft een sobere, drieledige gevel van Travertin. Dit is een kalksteen die gevormd wordt door de neerslag van kalk uit oververzadigd water uit warme bronnen. Dit is kenmerkend voor de vroege Renaissance in Rome. De Santa Maria del Popolo is vooral beroemd om zijn prachtige kapellen, die zijn gebouwd in opdracht van vooraanstaande families. Bovenop de kerk bevindt zich een achthoekige koepel. De Santa Maria del Popolo is gelegen aan de noordkant van het Piazza del Popolo. De kerk bestaat uit een centraal middenschip met twee zijbeuken, die omringd worden door elf straalkapellen. Één van de elf straalkappellen rond de kerk is de Chigi kapel. Deze kapel behoorde toe aan de rijke bankiersfamilie Chigi ten tijde van de Renaissance. De kapel werd ontworpen door Rafaël Santi. Bernini was de beeldhouwer van de beelden “Habakuk en de Engel” en “Daniël en de leeuw” die in de De engel en Habakkuk kapel te zien zijn. Het beeld van Habakuk staat rechtsachter in de kapel. De Engel en Habakuk wijzen verschillende richtingen uit. De engel trekt Habakuks haardos omhoog. Aan weerszijden van deze kapel zijn grote marmeren piramides te zien en in het midden de mozaïek van het duivelsgat. Hieronder liggen de resten van de minder vooraanstaande leden van de Chigi-familie. De vergulden koepel met cassetten van de kapel wordt gedragen door vier pijlers. De wandfresco’s tussen de ramen zijn van Francesco Salviati . Door een combinatie van perspectivische effecten lijkt de grafkapel veel groter dan hij in werkelijkheid is. Toen zowel de opdrachtgever als de kunstenaar in het jaar 1520 stierf, was het werk aan de kapel echter nog niet voltooid. Dat zou uiteindelijk pas veel later gebeuren, onder de Chigi-paus Alexander VII, die Bernini opdracht gaf voor het vervaardigen van de twee beelden in de kapel. De West Ponente op het Sint-Pietersplein Met behulp van beelden komen ze er in het boek achter dat de tweede locatie de West ponente op het Sint-Pietsersplein is. Ook hier komen ze te laat en is ook de tweede kardinaal al dood. Deze is vermoord door het doorsteken van de longen. De West-Ponente is een tegel in het Sint-Pietersplein. Ook wel bekend als Respiro di Dio. Op de tegel is een afbeelding te zien van de westenwind in de vorm van een engelachtig gezicht. De engel blaast lucht in de richting van het oude centrum van Rome. Dit moet de adem van God voorstellen. Dit was Bernini’s eerbetoon aan het tweede element: Lucht. Het Sint-Pietersplein is helemaal door Bernini ontworpen. Dit plein werd gebouwd van 1656 tot 1667. Het plein is vooral bekend doordat de paus er zijn jaarlijkse paaszegen uitspreekt. Maar dit is niet het enige waarvoor het plein gebruikt wordt. Het wordt bijvoorbeeld ook nog gebruikt voor heiligverklaringen.
Gebouwbeschouwing
Rome nu
37
Rome nu Het plein wordt omgeven door een zuilenrij, die door Bernini zelf beschreven wordt als de moederlijke armen van de kerk. Deze zuilenrij bestaat uit 284 Dorische zuilen en 88 pilasters, in vier rijen, die vrijwel volledig symmetrisch staan. Samen vormen ze een ovaal met een grootste binnendiameter van ongeveer 198 meter. Het plein is in totaal ruim 200 meter breed en ruim 250 meter lang. In het midden van het plein staat een Egyptische obelisk van ruim 37 meter hoog. De obelisk is in 39 na Chr. in opdracht van Caligula naar zijn circus gebracht, dat later het Circus van Nero genoemd zou worden. In 1586 is de obelisk naar de huidige plaats verplaatst. De obelisk was vroeger namelijk een draaipunt voor wagens in races in het Circus van Nero. Dit circus stond op de plaats van het plein. Om de obelisk staan twee symmetrische fonteinen. De rechter fontein is ontworpen door Maderno. Om het symmetrische effect te behouden was er later nog een tweede fontein nodig. De eerste fontein is in 1612 geplaatst, terwijl de linkse fontein in 1675 gebouwd is.De balustrade van het Sint-Pietersplein is getooid met 140 beelden van pauzen, martelaren, heiligen en stichters van katholieke orden. Het plein is ingenieus aangepast aan de situatie. Het richt zich op Rome en verbindt de Sint-Pieter met de gebouwencomplexen van Vaticaanstad. Bernini heeft rekening moeten houden met praktische voorwaarden zoals: het plein moet grote mensenmassa’s kunnen bevatten, een passend decor bieden voor West Ponente bedevaarten en processies en de pelgrims moeten het van
Gebouwbeschouwing
Rome nu
38
Sporen 5 keizers in huidige Rome Forum van Nerva Marcus Cocceius Nerva (rond 30-98) was keizer van het Romeinse Rijk van 96 - 98. Hij was de eerste van de zogeheten adoptiefkeizers, zoals: Trajanus, Hadrianus, Antoninus Pius en Marcus Aurelius. Marcus Cocceius Nerva heeft een aantal gebouwen laten realiseren die vandaag de dag nog veel aanzien hebben. Een belangrijk gebouw was het Forum van Nerva. In de volgende tekst zullen de bouwkunde overblijfselen van het Forum worden besproken. De opdracht tot bouw van het Forum werd gegeven door Keizer Domitianus (deze vond dat hij als keizer net als zijn Nerva voorgangers een Forum moest hebben), uiteindelijk heeft keizer Nerva (die hem opvolgde) het voltooid in 97, vandaar dat het ook zijn naam draagt. Het forum van Nerva lag naast het forum van Augustus. De belangrijkste reden voor de locatie van het forum is, omdat hiervoor al vele andere keizers in dit stuk van Rome hun forum gebouwd hebben. En natuurlijk omdat hier nog enige ruimte beschikbaar was, want rond het forum Romanum was alles al volgebouwd. Er wordt soms minderwaardig gesproken over doorgang in plaats van een echt forum. De reden dat dit gebouw “slechts“ 120 x 45 meter bestrijkt is door het eerder genoemde ruimtegebrek en het feit dat dit stuk grond diende als ontsluiting van de achterliggende wijk Subara, waardoor het niet eerder bebouwd was. Uiteraard moesten de mensen nog steeds via deze route naar de hierboven genoemde wijk, vandaar de vele poorten op het forum. Omdat het forum de functie van de toegangsweg overnam staat het forum ook wel bekend als Forum Transitorium. Het meest belangrijke deel van dit forum is de tempel gewijd aan Minerva (dit wordt benadrukt door de verhoging waarop deze geplaatst is en de prominente locatie in het gebouw.) Een forum diende hoofdzakelijk als markt, justitiecentrum en politiek centrum. Waarbij de nadruk lag op de laatste twee in het geval van keizerlijke fora. Tevens diende een forum ook als een soort van prestige gebouw om macht, rijkdom en kennis tentoon te stellen. Dit wordt in het geval van Forum Nerva vooral duidelijk als men kijkt naar het aantal oorspronkelijke beelden en de positionering ervan. De vele beelden van onder andere belangrijke personen uit die tijd keken als het ware van hun hoge standplaats neer op de mensen in het binnenplein van het forum. Tevens was het forum rijkelijk voorzien van natuursteen zoals marmer en Travertin dat de vloeren sierde. Tot de eerste helft van de 17e eeuw was het forum nog enigszins intact. Totdat er onder leiding van paus Paulus V het natuursteen van het forum gebruikt werd om andere bouwwerken mee te maken. De resten van deze bouwwerken kwamen tevoorschijn tijdens de aanleg van een autoweg onder leiding van Benito Mussolini in de jaren 20 en 30 van de vorige eeuw. In de jaren 20 en de jaren 60 van de vorige eeuw zijn er opgravingen geweest vandaar dat men ongeveer weet hoe het eruitzag. De ruïnes die nu nog over zijn laten helaas betrekkelijk weinig zien. Plattegrond van het Forum van Nerva
Gebouwbeschouwing
Rome nu
39
Rome nu Zuil van Trajanus Trajanus is geboren op 18 september 53 en overleed op 8 augustus 117. Hij was de keizer van Rome vanaf het jaar 98 tot 117. Trajanus wordt gezien als de beste keizer die Rome gehad heeft. De senaat gaf hem daarom de titel Optimus, wat beste betekent. Trajanus” invloed was zo groot dat tot in de Byzantijnse tijd de nieuwe keizer werd ingehuldigd met de bede “felicitor Augusto, melior Traiano” wat, “moge hij gelukkiger dan Augustus en beter dan Traianus zijn” betekent. Trajanus heeft ook een aantal bouwwerken nagelaten, één hiervan is de “Zuil van Trajanus”. Dit bouwwerk zal Trajanus. worden besproken in de tekst hieronder. Trajanus was een groot veldheer en was hierdoor al erg geliefd bij het volk en het leger voordat hij keizer werd. Toen Trajanus net keizer was geworden maakte hij zich nog geliefder bij het volk. Trajanus liet een aantal gevangenen vrij die al sinds de tijd van Domitianus vast zaten. Verder gaf hij ook een groot aantal bezittingen terug die door Domitianus in beslag waren genomen. Trajanus heeft een groot aantal veldslagen gevoerd in de tijd voordat hij keizer werd, maar ook nadat hij tot keizer benoemd is heeft hij als veldheer nog grote oorlogen gevoerd. De bekendste hiervan zijn de Dacische oorlogen deze zijn uitgevochten in de jaren 101-102 en 105-106. Ter ere van deze oorlogen is de zuil van Trajanus gebouwd. De zuil van Trajanus is gebouwd in de jaren 107 tot 112 en ingewijd in het jaar 113. De zuil staat op de ruïnes van het forum van Trajanus. Behalve om de Dacische oorlogen te herdenken is de zuil ook gebouwd om de hoogte van de heuvel aan te geven. Die heuvel is afgegraven om het forum van Trajanus te bouwen en waarschijnlijk is de zuil ook gebruikt als grafmonument voor de vergulde urn met het as van trajanus. De 29,78 meter hoge zuil bestaat uit 18 blokken Parisch marmer met een doorsnee van 3,70 m. Parisch marmer is een marmersoort afkomstig van het eiland Paros in Griekenland. Binnenin is een wenteltrap van 185 treden, die naar het platform boven op de zuil leidt. Er zijn 43 nauwe gleuven aangebracht voor de lichtinval. Op de zuil is spiraalsgewijs een ca. 200 m lang fries aangebracht waarop, als een soort doorlopend stripverhaal, de veldtochten van Trajanus in Dacië zijn afgebeeld. De breedte van het fries loopt op van 90 cm aan de onderkant tot 1,25 m bovenaan. De reliëfs zijn van een uitzonderlijke kwaliteit ook qua detaillering zij het meesterwerken van de beeldhouwkunst. De diepte van het reliëf is 5 cm. Er staan 2500 mensen afgebeeld. De afbeeldingen moeten niet als een realistische weergave van de oorlogshandelingen worden gezien, maar als een epische verwerking ervan. De keizer zelf is 60 keer afgebeeld, maar nooit tijdens een gevechtshandeling. De reliëfs vormen een belangrijke bron voor onze kennis van het Romeinse leger. De kunstenaar is mogelijk dezelfde als van het Trajaanse reliëf in de boog van Constantijn. Mogelijk gaat het om Apollodorus van Damascus, de architect van het Forum. “SENATUS POPULUSQUE ROMANUS IMPERATORI CAESARI DIVI NERVAE FILIO NERVAE TRAIANO AUGUSTO GERMANICO DACICO PONTIFICI MAXIMO TRIBUNICIA POTESTATE XVIII IMPERATORI VI CONSUL VI PATER PATRIAE AD DECLARANDUM QUANTAE ALTITUDINIS MONS ET LOCUS TANTIS OPERIBUS Zuil van Trajanus
Gebouwbeschouwing
Rome nu
40
Sporen 5 keizers in huidige Rome SIT EGESTUS”. Vertaling: “De Senaat en het volk van Rome voor Caesar, de zoon van de vergoddelijkte Nerva, Nerva Trajanus Augustus, triomfator in Germanië en Dacië, Opperpriester, voor het achtiende jaar in het bezit van de bevoegdheden van volkstribuun, voor het zesde jaar Imperator, voor het zesde jaar consul, Vader des Vaderlands om aan te geven hoe hoog de heuvel en de plaats was die nu verwijderd is voor zo’n kunstwerk.” Hadrianus. Villa Hadrianus in Tivoli Publius Aelius Hadrianus wordt op 24 januari 76 geboren. Zijn geboorteplaats is Italica (bij Sevilla). Hadrianus” familie is afkomstig uit Baetica in Spanje. Door de vroegtijdige dood van zijn vader, wordt Hadrianus op 10-jarige leeftijd opgenomen in het kinderloze gezin van zijn achteroom, de latere keizer Trajanus. Trajanus zorgt voor zijn opleiding in Rome. Hadrianus toont daarbij een grote bewondering voor de Griekse cultuur. Dat is de reden dat hij, naar Griekse gewoonte, zijn baard laat staan, iets dat tot dan toe voor Romeinse keizers ongebruikelijk was. Een bouwwerk dat Hadrianus heeft laten bouw is een villa, genaamd “Villa Hadrianus”. De bouwkundige overblijfselen hiervan zullen hieronder worden besproken. Pompeia Plotina, de vrouw van Trajanus, is zeer toegewijd aan Hadrianus. Twee jaar nadat haar man keizer is geworden, in 100 n.Chr, arrangeert zij voor Hadrianus een huwelijk met Sabina waardoor zijn kansen om Trajanus op te volgen een stuk groter worden. Het betreft een politiek huwelijk en de relatie met zijn echtgenote is op zijn best koel te noemen. Hadrianus heeft ook een relatie met Antinous, een Griekse jongen. Als Antinous tijdens één van zijn reizen (in 130) verdrinkt in de Nijl, laat Hadrianus, gek van verdriet, de jongen tot god verklaren. Hadrianus is door latere schrijvers vaak verguisd vanwege deze relatie. Hadrianus maakt carrière in het Romeinse leger en vecht als stafofficier tegen de Daciërs en Westgoten in Oost-Europa en daarna tegen de Parthen in Klein-Azië. Toen Trajanus in 117 overleed, volgde Hadrianus hem als keizer op. Kort na het overlijden van Trajanus trok hij de Romeinse garnizoenen terug uit Armenië, Syrië en Mesopotamië. Niet uit vredelievendheid, maar vanwege de gigantische kosten die de voortdurende oorlogen aan de bedreigde grenzen met zich meebrengen. In Europa bereikte de romanisering haar hoogtepunt. Keizer Hadrianus trok veel macht naar zich toe ten koste van de senaat en benoemde een uitgebreide persoonlijke staf. Lastposten liet hij uit de weg ruimen. Hadrianus legde zich toe op wetgeving die zou moeten gelden voor het hele Romeinse imperium en gaf ene Publius Salvius Julianus opdracht een wetboek samen te stellen; dat werd het edictum perpetuum. Hadrianus reisde voortdurend zijn rijk rond om zijn veldheren te controleren, hij stichtte onderweg in Thracië, Hadrianapolis (de huidige Turkse grensplaats Edirne), stichtte in Jeruzalem een Romeinse kolonie en laat ter plekke zo ongeveer alle Joden uitroeien die daar nog zijn overgebleven na de opstanden. In Tivoli liet hij zijn lusthof Villa Hadriana bouwen en in Rome gaf hij opdracht tot de bouw van zijn enorme mausoleum (gedenkteken met grafkelder). In Germania liet hij de grenslinies versterken. In Brittannia gaf hij in 122 het startsein voor de aanleg van de Vallum Hadriani, de Muur van Hadrianus of Hadrianuswal (in Engels: Hadrian’s Wall). De bouw duurde van 117 tot 138. De muur is een 117 kilometer lange stenen versterking die als doel heeft om invallen van de Picten vanuit het noorden (Schotland) te voorkomen. De muur loopt van de monding van de rivier de Tyne naar de Solway Firth (tus-
Gebouwbeschouwing
Rome nu
41
Rome nu sen het huidige Carlisle en Newcastle) en ligt enige kilometers ten zuiden van de huidige grens met Schotland. Hij wordt aanvankelijk opgetrokken met een breedte van drie meter, hoewel later gebouwde delen iets smaller zijn. De hoogte zal tussen de vier en vijf meter zijn geweest. Op vaste afstanden liggen veertien grote en 80 kleinere forten. De muur zou dienst doen tot het einde van de vierde eeuw. Een groot deel van de muur staat nog steeds overeind. Vooral in het middengedeelte. Het is vandaag de dag een toeristische trekpleister. In 136 keerde Hadrianus terug van een reis uit het oosten. Hij was toen 60 jaar oud en zijn gezondheid liet sterk te wensen over. Omdat hij taferelen zoals bij zijn eigen opvolging van Trajanus wilde voorkomen, begon hij na te denken over een opvolger. Hij koos voor Lucius Aelius Commodus Verus die een frivole levensstijl, slechte gezondheid en totaal gebrek aan enige militaire ervaring had. Vlak voor Commodus in 138 overleed had hij een betere keus als opvolger; Antoninus Pius afkomstig uit een belangrijk geslacht van consuls en proconsul van Azië in 134 - 135. Hadrianus overleed op 10 juli 138 in zijn villa te Napels. Na zijn dood werd hij vergoddelijkt hoewel de senaat, die een wrok koesterde tegen Hadrianus, dit probeerde te voorkomen. Zijn as werd in zijn mausoleum geplaatst. Ter nagedachtenis aan Hadrianus werd er in Campus Martius omstreeks 140 een grote tempel gebouwd die nu bekend staat als het Hadrianeum. Grote delen hiervan zijn bewaard gebleven. Villa Adriana Tussen het jaar 118 en het jaar 134 na Chr. liet keizer Hadrianus de villa Adriana bouwen. Hij was eigenlijk alleen maar van plan om een buitenverblijf te laten maken, maar hoe verder de bouw vorderde, des te meer uitbreidingen erbij werden gebouwd. Iedere keer als keizer Hadrianus een reis had gemaakt, naar bijvoorbeeld Griekenland, liet hij een aandenken aan die reis bouwen in zijn villa. Aan veel van deze aandenkens die er stonden, is te zien dat Hadrianus een grote voorliefde had voor Griekenland. Ook gaf Hadrianus veel van zijn bouwwerken Griekse namen. De schitterende villa lag zo’n vijf kilometer buiten Tivoli en is een van de indrukwekkendste overblijfselen uit de Romeinse tijd. Het complex strekte zich van noord naar zuid ongeveer 750 tot
Plattegrond Villa Adriana
Gebouwbeschouwing
Rome nu
42
Sporen 5 keizers in huidige Rome 850 meter uit over een glooiende vlakte onder het eigenlijke Tivoli. De bouw van de totale villa heeft ongeveer tien jaar geduurd. Zijn landgoed was ruim 100 hectare groot en er is vanaf de 15de eeuw nog van alles teruggevonden, zoals parken, ontvangstruimten, banketzalen, baden, een bibliotheek, zuilengangen, gehoorzalen, en zelfs een kunstmatig eiland. Onder de teruggevonden resten van het complex waren ook erg veel pilaren, die ooit vele bouwwerken hebben gesteund. Verder zijn er tussen de struiken en onder het puin nog verscheidene beelden teruggevonden. Rondom de villa van Hadrianus lagen veel vijvers. Twee goede voorbeelden van de vele vijvers zijn de vijver van de Poikilè en de vijver van de Canopus. Hadrianus woonde in de villa met zijn vrouw Sabina en zijn ambtenaren, die hem hielpen met het besturen van zijn rijk. De ambtenaren verbleven in de gastenverblijven van Hadrianus” villa. Het gebouw waar de gasten verbleven, bestond uit een rechthoekige zaal, waar tien slaapkamers op uitkwamen. Iedere slaapkamer kon drie gasten bergen. Alleen al aan de mozaïekvloer die in de gastenkamers was aangebracht, is te zien hoe luxueus de inrichting van de gastenvertrekken was. De tekening van de mozaïekvloer laat duidelijk zien waar de bedden stonden. Alleen aan de muren is niet meer te zien dat daar vroeger marmer of fresco’s zaten. Hadrianus zelf was eigenlijk helemaal niet vaak in de villa aanwezig, want hij was vaak bezig met reizen naar het Oosten, naar Griekenland of naar Egypte bijvoorbeeld. In de landschapstuin lag een waterbassin, de Canopus. De naam Canopus komt van het drie kilometer lange kanaal dat Canopus verbond met Alexandrië, in Egypte. Hadrianus had gemengde gedachten over Egypte, omdat zijn jonge minnaar, Antinous, daar, in de Nijl, de dood had gevonden door verdrinking. In het jaar dat de villa klaar was in 134, ging het steeds slechter met de keizer. Hadrianus heeft niet lang van de architectuur in zijn villa kunnen genieten, want hij is vier jaar later overleden. Naar alle waarschijnlijkheid hebben de keizers die Hadrianus opvolgde in ieder geval iets gedaan in de villa. Dit valt af te leiden doordat er bustes van deze keizers zijn gevonden. Vanaf 1544 ging het slecht met de villa. Er was in 1544 oorlog om Tivoli tussen de Romeinen en de Goten. Veel stukken van de villa zijn daardoor gebruikt voor gebouwen in Tivoli. Daarna is er niet veel meer naar de villa omgekeken en is de villa vervallen. Hetgeen wat er nu nog over is, zijn slechts ruïnes. In de Middeleeuwen werd de Villa gebruikt als winplaats voor bakstenen, marmer en andere bouwmaterialen. Vanaf 1549 werd nog meer marmer ontrokken uit de Villa toen er werd begonnen met de bouw van de Villa D’Este voor kardinaal Ippolito d’Este. Een van deze architecten, Pirro Ligorio, begon zich in die tijd als een der eersten ook te interesseren voor Villa Hadrianus. Voor het eerst werd de Villa Hadriano genoemd in de werken van Flavio Biondo. Flavio was een Italiaanse historicus die van 1433 tot 1463 in Rome leefde. Hierdoor werd de villa bekender en gingen de in kunst geïnteresseerde personen, zoals paus Pius II en Pirro Ligorio, er naar toe, om een bezoekje te brengen aan de villa. Pirro Ligorio was de voornaamste architect van kardinaal Ippolito d’Este, rond 1550. De villa werd door deze personen bestudeerd en er werden zelfs, sinds de 16de eeuw, opgravingen gedaan. Villa D’Este wordt beschouwd als een hoogstandje van de Italiaanse architectuur en tuinarchitectuur. In 1550 gaf kardinaal Ippolito d’Este, die door paus Julius III tot gouverneur van de stad Tivoli was benoemd, opdracht tot de bouw van dit buitenverblijf. De kardinaal en zijn voornaamste architect Pirro Ligorio lieten zich inspireren door de nabijgelegen Villa Hadria-
Gebouwbeschouwing
Rome nu
43
Rome nu nus, waar zij ook veel bouwmateriaal vandaan haalden. Tot zijn dood in 1572 is de kardinaal bezig geweest met de aanleg van prachtige terrasvormige tuinen met tientallen grote en kleine fonteinen in laat RenaissanceManiëristische stijl aan de voet van zijn paleis. Tijdens die opgravingen zijn ook alle vijvers opnieuw gevuld met water en vissen, om zo iets van het oorspronkelijk zo schilderachtige uitzicht van de villa Adriana te herstellen. In 1870 werd de villa door de Italiaanse regering gekocht van de Braschi’s, die de villa vanaf de 19de eeuw in hun bezit hadden. De Italiaanse regering heeft de bouwsels van de villa gerestaureerd. Antoninus Pius Veel van de overgebleven kunstwerken (vooral sculpturen) zijn tegenwoordig te zien in de zalen van het Museo Nazionale Romano en in veel andere Europese musea. Tempel van Antoninus Antoninus werd geboren op 19 september in 86 na Chr.. Zijn volledige naam was Titus Aurelius Fulvus Boionus Arrius Antoninus. Hij werd geboren in Lanuvium, dit ligt zuidelijk van Rome. Antonius Pius was een keizer die lange tijd reageerde. Hij regeerde van 138 na Chr. tot 161 na Chr.. In tegenstelling tot z’n voorgangers was hij vredig en liefdevol. Tijdens de periode Pius ging het goed met het Romeinse Rijk. Ook reisde hij niet veel tijdens zijn regeerperiode. Antoninus liet in deze tijd zeer weinig bouwwerken maken. De meest bekende van hem is de tempel van Anotoninus voor zijn vrouw Faustina. Later kreeg hij ook nog een triomfzuil, van Marcus Aurelius en Lucius Verus ter ere van hun adoptievader Antoninus.Antoninus stierf een natuurlijke dood in het jaar 161 op 74-jarige leeftijd. De tempel van Antoninus en Faustina, is gevestigd ten Noorden van de Regia in Rome. De tempel werd gebouwd in opdracht van keizer Antoninus Pius. De tempel werd ter ere gebouwd van z’n vrouw Faustina de Oudere, die in het jaar 140 na Chr. was overleden. De tempel zelf is rond het jaar 150 voltooid. De tempel van Antoninus was een van de weinige gebouwen uit de tijd van deze keizer. In tegenstelling tot z’n voorgangers bouwde Antoninus maar weinig bouwwerken. Toen Antoninus in het jaar 161 na Chr. overleed heeft de senaat deze tempel ook aan Antoninus toegewijd. In de zevende of achtste eeuw werd in de cella van de tempel een kerk gebouwd die toegewijd werd aan San Lorenzo in Miranda. De tempel verkeerde destijds nog in goede staat. Hierdoor kreeg de tempel een nieuwe functie en is hij hierdoor nog beter bewaard gebleven. De tempel is een “prostylon”. Dit wil zeggen dat de tempel vrijstaande zuilen heeft die ruim uit elkaar staan en zodoende een rij vormen. Verder heeft de tempel een voorportaal in “hexastyl”. Dit betekent dat het voorportaal uit 6 zuilen bestaat. In totaal bestond de tempel uit 10 zuilen. Zes aan de voorzijde en twee aan elke zijkant. Deze zuilen zijn gemaakt van groen Cryptisch marmer in de Korinthische orde. De Korinthische orde onderscheidt zich van Dorisch en Ionisch door middel van de vorm van de zuil en de kapitelen. De kapitelen van de zuil waren versierd met “Bas-reliëf”. Dit Tempel van Antoninus en Festina
Gebouwbeschouwing
Rome nu
44
Sporen 5 keizers in huidige Rome is een beeldhouwmethode waarbij de afbeelding ondiep is uitgewerkt. Aangezien dit reliëf langs een zijaanzicht een onrealistisch beeld geeft werd het vooral toegepast in gevels zoals bij deze tempel. In het bas-reliëf zijn afbeeldingen te zien van griffioenen, kandelaars en acanthusbladeren. De zuilen warenzeventien meter hoog en staan nog steeds fier overeind. Wel zijn zowel de muren en zuilen beschadigd. Op de zuilen zijn inkepingen te zien die uit de Middeleeuwen of de Renaissance dateren. Deze Marcus Aurelius. inkepingen waren bedoeld om de touwen op hun plaats te houden om vervolgens de zuilen neer te halen. Dit is echter nooit gelukt. Ook de muren zijn beschadigd. De muren waren van turfsteen. Deze stenen zaten aan elkaar verbonden met metalen klemmen. Later hebben ijzersmeden deze klemmen proberen te stelen, waardoor de muur is beschadigd. De tempel is gebouwd op een hoog podium van blokken Peperijn. Aan de voorkant is een trap te zien van bakstenen. Deze stamt van een restauratie in de Moderne tijd.. In het midden zijn nog resten van het altaar te zien. Opmerkelijk is het hoge vloerniveau van de tempel. Door de eeuwen heen was door slibafzetting na overstromingen van de Tiber en ophoping van vuil het grondniveau sterk gestegen. Hierdoor ligt de vloer van de kerk maar liefst 12 meter boven het antieke straatniveau uit het tijdperk van Augustus. Verder valt op het hoofdgestel van deze tempel twee inscripties af te lezen. “DIVAE FAUSTINAE EX S.C.” wat betekent (Aan de vergoddelijkte Faustina, bij decreet van de senaat) Later toen Antoninus overleed is deze inscriptie erbij gezet DIVO ANTONINO ET (Aan de vergoddelijkte Antoninus en..). Wat dan vervolgens voor de oude inscriptie werd geplaatst. Zuil van Marcus Aurelius Keizer Marcus Aurelius is geboren op 26 april 121 na Chr. en overleed op 17 maart 180 na Chr. Marcus Aurelius was een geliefd keizer en heeft Rome geregeerd van 161 tot 180 na Chr. Aurelius was een groot en geliefde heerser. Van de vijf adoptiefkeizers die Rome kende was Marcus Aurelius de laatste. Marcus Aurelius behoorde tot het geslacht der Aurelii en was naast keizer ook filosoof. Hij was een toonbeeld voor Rome, een menselijke heerser en belichaamde de voor-Christelijke Stoïcijnse deugden van Rome. Een bekend bouwwerk dat op de dag van vandaag nog staat is zijn zuil. In de volgende tekst zal dit bouwwerk nader worden behandeld. De zuil van Marcus Aurelius is een antieke triomfzuil op het Marsveld in Rome, gebouwd aan het einde van de tweede eeuw. Uit in de omgeving gevonden inscripties is opgemaakt dat de bouw in 193 na Chr. voltooid was. Met een hoogte van ruim 30 meter is het een indrukwekkend bouwwerk. De precisie waarmee de zuil is gemaakt is ook een schouwspel op zich. Om een zuil van 30 meter hoogte overeind te houden hebben de Romeinen een voet onder de zuil gebouwd van circa 10 meter hoog. Het onderste gedeelte van de zuil was een 3 meter hoog podium. Deze is alleen niet meer te zien, omdat deze in de loop der tijd onder het straatoppervlak is verdwenen. De zuil is zelf gemaakt uit halfronde marmeren blokken. De graveringen die op de zuil te zien zijn, zijn volledig uit het marmer gehakt. Deze graveringen vertellen het verhaal van alle veldslagen die Marcus Aurelius als keizer gestreden heeft. Een belangrijk maar echter van de buitenkant niet te zien feit is, dat de zuil van binnen uitgehouwen is. De binnenkant bestaat uit een 200 tal uitgehouwen treden die helemaal tot
Gebouwbeschouwing
Rome nu
45
Rome nu de top leiden waar een vierkant platform is. Om het trappenhuis binnenin de zuil te verlichten is er om de zoveel treden, een klein rechthoekig raampje uitgehouwen. Hier zijn een 56 aantal van die er voor zorgen dat er genoeg licht binnen in het trappenhuis schijnt om te kunnen oriënteren tijdens het traplopen. De zuil is in de loop der tijd al gesleten. Dit is te zien aan de uitgehouwen veldslagen maar ook aan de voet van de zuil. Op munten uit de tijd van Commodus (Commodus was zijn zoon en latere keizer van Rome) staat de zuil van Marcus Aurelius afgebeeld met vier adelaars. Deze zijn ook in de loop der tijd verdwenen. Op de top van de zuil stond oorspronkelijk ook een standbeeld van Marcus Gravering van Marcus Aurelus zijn veldslagen. Aurelius. In de Renaissance is dit beeld vervangen door een beeld van de apostel Paulus. Wat echter gedacht wordt is dat niet Marcus Aurelius maar Commodus deze zuil heeft laten bouwen, ter ere en nagedachtenis aan zijn vader. De vele veldslagen die Marcus Aurelius heeft moeten vechten kwamen niet van hem uit. Hij werd gedwongen deze veldslagen te strijden vanwege de Germaanse stammen die via het noorden het rijk binnenvielen. Deze oorlogen hebben van 166 t/m 180 na Chr. geduurd. Marcus Aurelius is gestorven in zijn laatste veldslag in 180. Hij verloor zijn leven door een ziekte. Zijn zoon Commodus heeft daarna een onvoordelige vrede gesloten met de Germaanse stammen en heeft zijn vader Marcus Aurelius uitgeroepen toen winnaar van de veldslagen. Na terugkomst van de veldslagen kreeg Commodus de eer van het senaat om dit bouwwerk voor hem te maken ter nagedachtenis aan zijn vader Marcus Aurelius. De zuil van Marcus Aurelius is gebouwd naar de eerdere zuil van keizer Trajanus. Zijn zuil is 80 jaar eerder gebouwd en staat op enkele honderden meters zuidelijker in het verlengde van dezelfde weg. Omdat er in de Middeleeuwen veel gebouwen vervielen tot ruïnes, werden de restanten voor nieuwe bouwwerken gebruikt. Dit vooruitzicht bleef voor de zuilen van Trajanus en Marcus Aurelius bespaard. De derde zuil was van de keizer Antoninus Pius. Deze zuil is later wel gebruikt als nieuw bouwmateriaal voor nieuwere bouwwerken. De reden dat de zuil van Marcus Aurelius bespaard bleef, kwam omdat deze later in het bezit kwam van de Benedictijner Monniken. De Romeinen kregen hierdoor niet de gelegenheid om ook van deze zuil, nieuwere bouwwerken te maken.
hoofdsponsors:
Gebouwbeschouwing
Rome nu
46
Vaticaanstad Vaticaanstad Vaticaanstad is het kleinste onafhankelijke land in de wereld. Het grondgebied van het Vaticaanstad wordt volledig omringd door de stad Rome. Daardoor is het Vaticaanstad een enclave binnen Italië. Dat wil zeggen dat het Vaticaanstad volledig door één partij wordt omringd. Vaticaanstad wordt door de heilige stoel volkenrechtelijk vertegenwoordigt. Het huisvest ook de hoofdzetel van de Rooms-Katholieke Kerk. De staatshoofd van het Vaticaanstad is dan natuurlijk de paus. De huidige paus is paus Benedictus XVI en heeft zijn residentie in het apostolisch paleis. De staat is in 1929 ontstaan en wordt gezien als herleving van de kerkelijke staat. Vaticaanstad is geen lid van de Europese Unie, maar neemt wel deel aan verschillende organisaties. Vaticaanstad staat sinds 1984 op de werelderfgoederenlijst van UNESCO. Geschiedenis Vaticaanstad De paus had vroeger eeuwenlang een kerkelijke staat, die bijna heel Midden-Italië omvatte. In 1799 werd de paus door Napoleon en de Romeinse bevolking uit Rome verdreven. Maar de pausen slaagde er elke keer weer in om terug te komen. In 1866 veroverden de republikeinse troepen tweederde van de kerkelijke staat. Maar door de hulp van Napoleon III bleef Latium, waar Rome in gevestigd ligt, vrij van verovering. In 1870 moest Napoleon zijn troepen terugtrekken om deze in het front in de Frans-Duitse oorlog te vechten. Daardoor konden de republikeinse troepen toch Latium in komen en werd de politieke macht van kerkelijke staat vrijwel tenietgedaan. De paus beschouwde zichzelf als een gevangene van het Vaticaan en wilde het gebied niet verlaten. De pausen die opvolgende bleven de verovering van 1870 bestrijden. Deze situatie heeft bijna 60 jaar geduurd tot en met 1929. Toen hebben paus Pius XI en Mussolini het verdrag van Lateranen getekend. In dit verdrag werd bepaald dat de paus het huidige grondgebied als staat toegewezen kreeg. Tevens werden het Italiaanse Koninklijke huis en de paus weer verzoend. Ook werden Vaticaanse bedrijven vrij gesteld van de belastingen en taksen. Al voor de Tweede Wereldoorlog gaat het weeral fout met de Italiaanse fascistische regering, de regering ontbond katholieke jeugdverenigingen. In 1937 veroordeelde paus Pius XI de Duitse regering voor de religieuze vervolgingen. Bij het uitbreken van de oorlog verklaarde het Vaticaan zich echter wel als neutraal. Na de Tweede Wereldoorlog start het Vaticaan een proces van herstel. In de jaren “50 introduceert paus Pius XII veel moderne wetenschap in het denken en in de praktijk van de Rooms-Katholieke Kerk. Sindsdien zijn er door de pausen veel dingen verboden zoals abortus en euthanasie. Nu is paus Benedictus XVI aan de “macht” in Vaticaanstad.
Gebouwbeschouwing
Rome nu
47
Rome nu Bezienswaardigheden
De belangrijkste bezienswaardigheden voor toeristen zijn natuurlijk de Sint-Pietersbasiliek en het Sint-Pietersplein. Hier staan elke dag weer duizenden mensen. Wat ook veel bezoekers trekt is de Sixtijnse Kapel en het Vaticaanse Museum. Verder zijn de Vaticaanse tuinen en het Apostolisch paleis nog belangrijke bezienswaardigheden in dit kleine land. Het Apostolisch paleis of ook wel “Heilig Paleis” genoemd, maakt deel uit van de Vaticaanse paleizen. Overigens is het ook het woon- en werk paleis van de paus. Het complex bevat ongeveer 1400 ruimtes, van kleine kamers tot grote zalen. Het totale oppervlak is daardoor ongeveer 55.000 m2. In het paleis zijn ook nog twee gebouwen waar geen toeristen in mogen, dat zijn de Vaticaanse bibliotheek en het geheime Vaticaanse archief.
Bevolking
De 826 inwoners van Vaticaanstad wonen bijna allemaal in het land zelf en hebben vaak een dubbele nationaliteit. De inwoners hebben allemaal te maken met het geloof, dus het volk bestaat uit priesters, kardinale en de beroemde Zwitserse garde. In het Vaticaan werken natuurlijk meer mensen dan de ruim 800 inwoners. In totaal werken er ongeveer 3000 mensen in het Vaticaan voor toeristenbegeleiding, bewaking en ander werkzaamheden. Aan het hoofd van het door een muur omringde Vaticaan staat de paus als staatshoofd. De Vaticaanse nationaliteit krijg je niet zoals in andere landen door geboorte maar door naturalisatie (inburgering). De Zwitserse garde is een deel van de bewaking en heeft ook de Vaticaanse nationaliteit. Deze Zwitserse garde is overgebleven van het oorspronkelijke leger van de paus.
Bestuur
In een klein land als Vaticaanstad is natuurlijk ook een bestuur nodig om alles goed te regelen, daarom heeft het een eigen bestuursdienst die wel los staat van de Romeinse Curie. De Romeinse Curie is verantwoordelijk voor de Rooms-Katholieke Kerk. 5 kardinalen onder leiding van een president hebben de wetgevende macht in het land. De pauselijke Commissie voor de Staat Vaticaanstad moet via het staatssecretariaat van de Heilige Stoel een wet laten goedkeuren en krijgt dan pas rechtsgeldigheid. In Vaticaanstad geldt hetzelfde recht als in Italië, mits er niet in een aparte wet een uitzondering is gemaakt. Het recht wordt uitgesproken door een Rechtbank van Eerste Aanleg, Hof van Beroep en een Hof van Cassatie. De uitvoerende macht van het Vaticaan wordt uitgeoefend door het Bestuur van Vaticaanstad. Het Vaticaan heeft een eigen politiedienst die zorgt voor de veiligheid en een eigen brandweer voor in de stad.
Gebouwbeschouwing
Rome nu
48
Italian for dummies Bouwkundig algemeen Huis Deur Raam Dak Plafond Vloer Balkon Muur Trap Kasteel Paleis Villa Fort Kerk Tegelvloer Vensterbank
Casa Porta Finestra Tetto Suffitto Pavimento Balcone Muro Scale/gradino Castello Palazzo Villa Fortezza Chiesa Pavimento piastrella Davanzale
Gericht zoeken Plattegrond Doorsnede Gevel Tekening Constructie
Ruimtes
Ingang Uitgang Toilet Trappenhuis Gang Verdieping
Pianta (architettura) Intersezione Facciata Disegno/motivo Construzione
Entrata Uscita Gabinetto, cesso Scala Corridoio piano
Materialen Hout Metaal Steen Glas Cement Beton Mortel Marmer Voeg
Legno Metallo Pietra Vetro Cement Calcestruzzo Malta Marmo Giunzione
Gebouwstructuren Kolom Dak Steunbalk Gewelf Boog Kapiteel Steunbeer Verbinding Pilaster Capiteel Bekisting
Beroepen Bakker Slager Politie-agent Architect Ingenieur
Colonna Tetto Appoggio travicello Volta Arco Capitello contrafforte Collegamento Lesena Capitello Cassaforma
Constructeur Produttore Aannemer Contraente Bouwbedrijf Construzione
Ja en nee... Ja Nee Misschien
Sì No Forse
Seconde Minuut Kwartier Half uur Uur Dag Week Jaar
Secondo Minuto Quarto d’ora Mezz’ora Ora Giorno Settimana Anno
Tijdseenheden
Winkelen Winkel Ik kijk alleen! Wat kost het? Geld Wisselgeld Supermarkt Markt
Negozio Solo guardo! Quanto costa? Soldi Cambio Supermercato Mercato
Italiaanse telwoorden Cijferkundig 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 100 1000
Italiaanse uitspraak Uno Due Tre Quattro Cinque Sei Sette Otto Nove Diece Undeci Dodeci Tredeci Quatterdici Quindici Sedici Diciasette Diciotto Diciannove Venti Cento Mille
Vrije tijd algemeen
Alstublieft Per favore Dankuwel Grazie Waar kan ik … vinden? Dove posso trovare … ? Pardon, mag ik u wat vragen? Mi scusi, vorrei chiedere coasa? Hallo/goedendag/goedemorgen buongiorno Hoe heet u? Come si chiama? Ik heet … Mi chiamo … Aangenaam kennis te maken Lieto di conoscerla Graag gedaan Di niente Het spijt me Mi dispiace Het geeft niet Non fa niente Ik begrijp u niet Non ti capisco Ik begrijp u Ti capisco Ik spreek geen Italiaans Non parlo italiano Ik spreek maar een beetje Italiaans Parlo un pò di italiano Kunt u dat herhalen? Puoi ripetere? Kunt u iets langzamer spreken Puoi parlare più lentamente Spreekt u Engels? Parla Inglese? Is er hier iemand die Engels spreekt? Qualcuno qui parla inglese Tot ziens Arrivederci Goede reis! Buon viaggio! Als je ooit naar Nederland komt, kun je bij mij logeren Se una volta vieni in Olanda puoi allogiare da me Tot morgen A domani Het was leuk je gekend te hebben È stato bello cono scerti Mag ik je telefoonnummer? Posso avere il tuo numero di telefono? Bel me! Chiamami!
Panettiere Macellaio Carabiniere, agente di polizia Architetto Ingegnere
Gebouwbeschouwing
Rome nu
49
Rome nu Mag ik een foto van je nemen? Zullen we samen op de foto gaan? Ik zal je mijn foto geven
Restaurant
Is deze tafel vrij? Een tafel voor … personen alstublieft We willen bestellen Eet smakelijk! Complimenten aan de kok! Kunnen wij de rekening krijgen? Houd het wisselgeld maar
Relaties
Tongzoen Liefdesbrief Trouwen Getrouwd Houden van Verliefd zijn Vriend Vriendin Ik hou van jou! Ti amo! Ik ook van jou! Ti amo anch’io! Romantiek Romanticism Ik ben toch zo verliefd op jou! Jij bent mijn grote liefde Met jou wil ik samen oud worden Afspraakje? Wil je met me uitgaan? Ja, dat lijkt me leuk Ik heb een hele fijne avond gehad Mag ik je zoenen? Ja, ga je gang maar! Nee, nu nog niet, later misschien Wil je met me trouwen?
Seksualiteit
Seks Seksualiteit Erotiek Geslacht Geslachtsorgaan Man Vrouw Geslachtsgemeenschap Voortplanting Zwangerschap Zwanger Heteroseksueel Homoseksueel Voorbehoedsmiddelen Veilig vrijen Condoom Verkoopt u condooms? Geen condoom, geen seks
Posso scattarti una foto Ci facciamo una foto insieme? Ti darò la mia foto
È libero questo tavolo? Un tavolo per … persone per favore Vorreme ordinare Buon appetito! Complimenti al cuoco! Possiamo avere il conto? Può tenere il resto
Bacare sulla bocca Letterea d’amore Sposarsi Sposate Amare Essere innamorato Amico, ragazza Amica ragazza
Romeinse cijfergeving M D C L X V I
= 1000 = 500 = 100 = 50 = 10 =5 =1
Voorbeelden Sono molto innamorato di Sei il mio grande amore! Voglio invecchiare con te Appuntamento? Vuoi uscire con me? Sì, mi piacerebbe. Ho avuto una bella serata Posso baciarti? Sì, vai, baciami!
MM MD CCC XI MDCCXVII CM CD XC XL IX IV MCMXCIV
= 1000 + 1000 = 2000 = 1000 + 500 = 1500 = 100 + 100 + 100 = 300 = 10 + 1 = 11 = 1000 + 500 +100 + 100 +10 + 5 + 1 + 1 = 1717 = 1000 – 100 = 900 = 500 – 100 = 400 = 100 – 10 = 90 = 50 – 10 = 40 = 10 – 1 =9 =5–1 =4 = 1000 + (1000 - 100) + (100 – 10) + (5 – 1) = 1994
No, ancora no, forse più tardi Mi vorresti sposare?
Sesso Sessualità Erotica Genere Organo genitale Uomo Donna Unione sessuale Riproduzione Gravidanza Incinta Eterosessuale Omosessuale Anticoncezionali Fare sesso sicuramente Preservativo Vende preservativi? No preservativo, nog sesso
Gebouwbeschouwing
Rome nu
50
Bekendste winkels en markten Winkelstraten
Wie in Rome komt, kan er niet omheen: de vele pittoreske winkelstraten en winkels. Verspreid over de hele Romeinse binnenstad zijn er vele antiekwinkels te vinden, zelfs hele straten met antiek. In Rome zijn er naast de antiekwinkels en “normale” winkelstraten ook chique winkels voor de rijken. Kortom, in Rome komt iedereen qua winkelen aan zijn trekken! Via dei Condotti Eén van de belangrijkste en duurste winkelstraten in Rome is de Via dei Condotti. Deze relatief korte winkelstraat loopt van Piazza di Spagna bij de Spaanse Trappen tot aan Via del Corso. Deze straat Via dei Condotti is vooral beroemd door zijn herberging van dure winkels zoals juwelier Cartier. Via Condotti is het centrum van modezaken in Rome, met namen als Valentino, Zara, Armani, Louis Vuitton, Hermès, Fendi, Dolce & Gabbana, Gucci en vele anderen. Niet alleen modewinkels, maar ook het oudste en beroemdste café van Rome is in deze straat gevestigd: Antico Caffe Greco. Hier hebben veel beroemdheden een kopje koffie gedronken en de prijzen passen ook helemaal bij de omgeving. Via del Corso Voor meer betaalbare mode in Rome is de Via del Corso een bezoekje waard. Deze winkelstraat is met anderhalve kilometer veel langer dan de eerdergenoemde Via Condotti. De Corso loopt van Piazza Venezia bij het immense monument van Vittorio Emanualle II tot aan de Tweelingkerk op Piazza del Popolo. In de tijd van het Romeinse Rijk begon op de Corso de Via Flaminia, de belangrijkste weg in Italië. Naast modezaken zijn er ook andere winkels in de straat te vinden, zoals meubelwinkel, ateliers en boekwinkels. Via Nazionale De Via Nazionale is een grote doorgaande weg die loopt van Piazza della Repubblica tot Largo Magnopoli. Deze straat bevat naast winkels, in tegenstel- Via del Corso ling tot Via del Corso en Via dei Condotti, ook grote kantoorpanden en privéwoningen. Ook in deze straat zijn de goedkopere winkels te vinden, zoals kledingwinkels Bata en Joela. Ook zijn hier juweliers te vinden, zoals Swarovski. Via dei Coronari In deze straat, gelegen tussen Piazza di tor Sanguigna en Via di Panico zijn de beste adressen voor antiquiteiten te vinden. Tegenwoordig is het een voetgangersstraat. Veel van deze winkels hebben een traditie in het kopen en verkopen van antieke meubelen. In deze winkels is het mogelijk om antieke meubelen uit elke eeuw te vinden. Niet alleen meubelen, maar ook lampen, schrijftafels, stoelen, postzegels en foto’s.
Gebouwbeschouwing
Rome nu
51
Rome nu Via del Babuino Deze straat loopt van Piazza di Spagna bij de Spaanse Trappen naar Piazza del Popolo. In deze straat zijn ook veel antiquiteiten te vinden, waar vooral exclusieve en dure stukken gekocht en verkocht worden. Via Margutta Deze straat loopt parallel met de Via del Babuino. De afstand tussen deze straten is circa 50 meter. Ook hier zijn de exclusieve antiquiteiten te vinden. Via Margutta is beroemd vanwege haar vele hang- en klimplanten. Via del Pellegrino, Via Giulia, Via di Panizo, Via di Monte Giordano De betaalbare antiquiteiten zijn te vinden in de winkels in de pittoreske straatjes van de oude Romeinse binnenstad. De belangrijkste hiervan zijn Via del Pellegrino, Via Giulia, Via di Panizo en Via di Monte Giordano.
Via dei Coronari
Winkels
La Rinascente Deze supermarkt is de oudste van Rome. Het gebouw opende zijn deuren in 1887 en werd vanaf het begin als een moderne supermarkt voorgesteld. Het gebouw oogt zelfs nu nog modern. In deze supermarkt wordt gewinkeld in Jugendstil. Naast de gangbare schappen van een supermarkt is hier ook een modern woondesign en een café te vinden. Piazza Fiume Il Discount dell’Alta Moda In deze winkel is de mode van exclusieve ontwerpers te koop. Het verschil met merkzaken is dat deze mode van het vorige seizoen is, en dus twee keer zo goedkoop is. Zo is er de mogelijheid tot het dragen van dure merkkleding voor een schappelijke prijs! Via Gesù e Maria 14/16 Profumeria Materozzoli Deze parfumerie is de uitgewezen plek voor moeilijk te vinden parfums en cosmetica. De sinds 1870 bestaande winkel is gelegen op de begane grond van het aristocratische Palazzo Fiano, waar arbeiders Augustus” Altaar van de Vrede hebben gevonden. Meer informatie over het Altaar van de Vrede is elders in deze gids te vinden. Piazza San Lorenzo in Lucina 5 (Centro Storico) Discount delle firme Hier worden alle denkbare accessoires van veel bekende merken verkocht: parfums, dassen, paraplu’s, riemen, handtassen, enzovoorts tegen gunstige prijzen. Via dei Serviti 27 Stilareddo In deze winkel is een zeer uitgebreide keuze aan antiquiteiten te vinden. Daarnaast zijn er ook modernere spullen (design en gebruiksspullen) te vinden. Ook zijn er (zeer) ongewone accessoires op de kop te tikken. De verzamelaar moet zeker een kijkje nemen in deze winkel! Corso Vittorio Emanuelle II 183
Gebouwbeschouwing
Rome nu
52
Bekendste winkels en markten Markten
Rome heeft een deel van zijn bekendheid te danken aan de vele markten die daar te vinden zijn. Een bezoek aan deze markten is een goede manier om iets van het Romeinse leven te zien. De plaatselijke bevolking staat op de markten niet alleen achter de kraampjes, maar bezoeken zelf de markten ook regelmatig. Voor de dagelijkse behoeften zoals voedsel zijn ze regelmatig op dergelijke markten te vinden. Wat voor sommige mensen een nadeel is, is dat niet alle leveranciers Nederlands of Engels spreken, waardoor er middels gebarentaal moet worden gecommuniceerd. De prijzen liggen ook niet bij alle kraampjes vast, het is dan voor de klant mogelijk de prijs af te dingen. Wel wordt bij elk kraampje gewerkt met kilo’s. Op de markten is van alles te vinden, niet alleen voedsel en planten, maar ook kleding, elektronica, boeken, verzamelobjecten en nog veel meer. Omdat Rome een grote stad is met veel toerisme en omdat er veel aanbod is op de markten, zijn de markten vaak druk bezocht. Zakkenrollers in Rome doen hier helaas hun voordeel mee. Hieronder volgt een korte beschrijving en de locatie van de verschillende markten. Porta Portese Deze markt heeft zijn naam te danken aan een grote poort nabij de markt genaamd “Porta Portese”, die in 1644 is gebouwd. Porta portese is de grootste vlooienmarkt van Italië. Op deze markt zijn ongeveer 2000 handelaren te vinden die van alles aanbieden. In de Tweede Wereldoorlog werd Porta Portese gebruikt als zwarte markt. De markt is iedere zondag van 6:00 tot 13:00 open en de toegang is gratis. De markt ligt aan de linkeroever van de Tiber tussen Porta Portese en Stazione Trastevere, aan de Via Portuense & Ippolito Nievo. Via Sannio Deze markt is ontstaan in de jaren 70. De markt is vernoemd naar de straat waar deze markt zich bevindt. Op de markt is een ruime selectie aan kleding voor dagelijks gebruik, maar ook kleding om te jagen, te vissen en bijvoorbeeld om te kamperen. De markt is elke dag open behalve zondags. De openingstijden van de markt zijn van maandag tot vrijdag van 8:00 tot 13:00 en zaterdags van 8:00 tot 18:00. De markt bevindt zich bij de Aureliaanse muur. Piazza Vittorio Deze markt is de meest internationale markt van Rome. Op de markt zijn etenswaren zoals vis, vlees en regionale kazen te vinden. Op het gebied van Aziatische etenswaren zijn hier producten te vinden die nergens elders in Rome verkrijgbaar zijn. De markt ligt dicht bij het Termini treinstation. Hierdoor is deze markt makkelijk bereikbaar voor mensen in en buiten Rome. Doordat deze markt makkelijk bereikbaar is en mede omdat er weinig concurrentie is op het gebied van Aziatische voedsel, zijn de producten relatief goedkoop. Mercato delle Stampe Op deze markt worden boeken, affiches, magazines en dergelijke verkocht. De markt is maandag tot zaterdag geopend van 7:00 tot 13:00. De markt bevindt zich in de buurt van Via Del Corso, Largo della Fontanella di Borghese, Colonna. Via di Val Melaina Op deze markt is er voedsel te vinden van hoge kwaliteit. Het is gelegen in een welvarend gedeelte van Rome. De markt is op zondag na Porta Portese
Gebouwbeschouwing
Rome nu
53
Rome nu elke dag van 6:00 tot 13:30 geopend De markt ligt in de wijk Nuovo Salario aan de Via de Val Melaine. Campo de” Fiori Rome’s meest pittoreske en ook de meest historische markt. Zijn naam, Campo de “Fiori, wat “gebied van bloemen” betekent, doet aan een bloemenmarkt denken. In feite komt de naam van Campus Florae (Flora’s Square). Flora was de minnaar van de grote Romeinse generaal Pompeius. Op deze markt zijn naast bloemen ook vers voedsel te vinden zoals fruit, groenten, vlees en vis. De plaatselijke bevolking doet hier regelmatig zijn boodschappen. De markt is maandag tot zaterdag geopend van 7:00 tot 13:30. De markt word al sinds 1869 gehouden op de Campo de” Fiori. Ponte Milvio Deze grote en gezellige voedingsmarkt op het noordelijke einde van de Via Flaminia staat bekend in Rome en omstreken om de verse vis. Naast verse vis worden er op de markt ook zeevruchten en visgerelateerde producten verkocht. De markt is geopend van maandag t/m zaterdag van 6:00 tot 13:30. en is gelegen aan Piazzale di Ponte Milvio Mercato Generale Deze markt is voor de marktlieden al om 4:30 geopend. Op deze markt worden groenten, fruit, vlees en vis afgeleverd en worden vervolgens geveild onder de marktlieden. Onder deze veiling word er vaak luid geschreeuwd. Deze markt ligt in het zuiden van Rome is volgens toeristen één van de gezelligste markten van Rome. Pas als het veilen naar verloop van tijd stil valt is de markt niet alleen toegankelijk voor marktlieden maar ook voor het grote publiek. Op deze markt wordt groente en fruit verkocht. Deze markt ligt aan de Via Ostiene. Mercato Piazza dell’Unita Deze markt is ontstaan in 1920. Op deze markt wordt voedsel verkocht. Deze markt onderscheidt zich van de andere omdat deze tot de avond open is. Namelijk van 7:00 t/m 20:00. Ook bevindt deze markt zich op volgens vele een mooi plein. De Marceto Piazza dell’Unita ligt aan de Via Cola di Rienzo in de wijk Prati. Mercato delle Stampe Op deze markt vind u kopieën van prenten, boeken en tijdschriften uit de jaren “60 (of eerder) Compo de” Fiori die waardeloos zijn, niet te betalen zijn of iets er tussenin. De markt is “s ochtends vanaf 7 uur tot “s middags 13.30 geopend. De Mercato delle Stampe is gelokaliseerd op het Largo della Fontanella di Borghese en is nabij de architectuurfaciliteit van Rome op de Piazza Borghese. Piazza San Cosimato Deze markt is een hoge kwaliteit voedselmarkt, waar ook bloemen en huishoudelijke spullen verkocht worden. Het Piazza is vernoemd naar wat eens een negende eeuw Benedictijner klooster was. Het is nu geïntegreerd is in het Regina Margherita ziekenhuis. De plaats is momenteel één van de meest levendige delen van Trastevere. De markt is elke dag geopend van 6:00 tot 13:30 behalve op zondag en vind plaats op het Piazza San Cosimato.
Gebouwbeschouwing
Rome nu
54
Bekendste winkels en markten Testaccio Een van de grootste attracties in de wijk Testaccio is de oude overdekte markt, waar alles verkocht wordt, van bloemen tot complete zwaardvissen en sexy lingerie met Roma-print tot Ethiopisch aardewerk. De markt is dagelijks van 6 tot half 2 behalve op zondag. Maar als u deze markt nog wil bezoeken moet u wel opschieten want er is een grote nieuwe markt in aanbouw. De markt vind plaats op het Piazza di Testaccio. Via Magnagrecia De Via Magnagrecia is een overdekte markt waar vooral eten verkocht wordt. De markt is vernoemd naar de straat waaraan het ligt. De markt is elke dag geopend van 6:00 tot 13.30 behalve op zondag en ligt in S.Giovanni aan de Via Magnagrecia. Trionfale Het Trionfale ligt ten noordwesten van het Vaticaan met voldoende afstand van de toeristische route om even van het internationale te ontsnappen en meer van het Romeinse leven te zien. Op de markt is veel fruit, groenten, vis, vlees maar ook veel kleding te vinden. Het staat ook bekend omdat het een van de grootst bevoorrade markten van Rome is. De markt is elke dag geopend van 6:00 tot 13.30 behalve op zondag en ligt in Vatican Pati aan de Via Andrea Doria. Mercato dei Fiori Mercato dei Fiori is een overdekte markt met een uitgebreide selectie aan produkten. Het staat vooral bekend om het grote aanbod van bloemen voor hele goede prijzen. Voor het publiek is de markt enkel op dinsdag geopend van 10:30 to 13:00 en ligt in Trionfale aan de Via Trionfale. Mercato Villaggio Olimpico Op deze markt zijn veel koopjes te vinden en zijn veel deals te sluiten. Je kan hier goederen kopen maar ook veel kleding, sieraden, eten en veel huishoudelijke artikelen. Deze markt is alleen vrijdag geopend van 08:00 tot 13:30 en ligt in Flaminio aan de Viale della XVII Olimpiade. Via Chiana Deze markt staat vooral bekend om de goede kwaliteit van het voedsel wat hier verkocht wordt. Het is een overdekte markt die open is van 6:00 tot 13:30 en ligt in Trieste aan de Via Ciana. Piazza Alessandria Deze markt is gevestigd in een prachtig openbaar gebouw. Hier kunnen allerlei soorten vlees en vis gekocht worden maar ook allemaal verse groente en fruit. De markt is op zondag na, elke dag geopend van 6:00 tot 13:30. De markt ligt in de wijk Trieste aan het Piazza Alessandria. Viale Parioli Parioli is een buurt die in het noorden ligt van Rome. Op de markt begonnen ze met eten te verkopen maar ze zijn langzaam ook huishoudelijke producten en kleding gaan verkopen voor schappelijke prijzen. De markt is op zondag na elke dag geopend van 6:00 tot 13:30. De markt ligt in de wijk Viale Parioli aan de Via Locchi.
Gebouwbeschouwing
Rome nu
55
Rome nu De metro in Rome
Dit snelste transportmiddel in Rome beschikt helaas maar over twee lijnen: de lijn A en de lijn B. Deze rijden dagelijks van 5.30 tot 00.30 uur. In het hoofdstation Roma Termini kruisen de twee lijnen elkaar. De metro is niet altijd handig voor toeristen, deze leiden namelijk vooral naar de goede buitenwijken. Het “toeristisch centrum’, waar onder het Pantheon, Fontana di Trevi en Piazza Navona, is niet direct per metro te bereiken. Wel met bijvoorbeeld de bus of de tram. Deze bezienswaardigheden liggen overigens wel op loopafstand van de metrostops. In Rome zijn maar twee metrolijnen: Metrolijn A en metrolijn B Bij verschillende kiosken, het station of bij de opstapplaats kan een kaartje voor de metro gekocht worden. Zo is er voor 2 euro een kaartje wat 75 minuten geldig is. U kunt dus gedurende 75 minuten nadat het kaartje in gebruik is genomen reizen. Er is ook de mogelijkheid om een dagkaart of weekkaart te kopen, deze is geldig voor zowel de metro als de bus. Metrolijn A San Giovanni: Aan dit metro station is de San Giovanni Laterano gelegen. Termini: Dit is het centrale station van Rome, hier kunt u overstappen op de metrolijn B of via trein of bus naar andere bezienswaardigheden. Daarnaast zitten er leuke winkeltjes in Termini. Wanneer u bij Spagna uitstapt bevind u zich op een steenworp afstand van de Spaanse trappen en de kerk Trinitea di Moni. Flaminio: Dit station komt uit bij het Piazza del Popolo. Ottaviano: Wanneer u bij dit station uitstapt, bent u enkele honderden meters verwijderd van het Vaticaan. Metrolijn B Colosseo: Dit metrostation komt direct uit aan het Colosseum. Van hieruit kunt u ook de Domus Aurea en het Forum Romanum bezoeken. Circo Massimo: Vanaf hier kunt u het Circo Massimo bezoeken, Piazza Cavalieri di Malta, de S. Gregorio Magno, Vialla Cilimontana, Arco Di Dolabella, Santi Griovanni e Paolo, de S. Maria in Casmedin en de Arco di Giano. Daarnaast bent u op loopafstand van de Thermen van Caracalla. Piramide: Aan dit station is onder andere, de naam zegt het al, de Piramide van Caius Cestius gelegen.
Termini: het centrale knooppunt in Rome voor trein en metro
Gebouwbeschouwing
Rome nu
56
Vervoer in en om Rome De bus in Rome
Het openbaar busvervoer in Rome bestaat uit een netwerk van 282 buslijnen. Deze worden geëxploiteerd door het Romeinse bedrijf ATAC. Het vervoer met de bus is goedkoop en betrouwbaar. De vele buslijnen zorgen voor een goede bereikbaarheid van het centrum en de vele bezienswaardigheden. De bus is daarom een populair vervoersmiddel en wordt dan ook veel gebruikt. Naast het centrale treinstation van Rome, Termini, ligt “Piazza Cinquecento”. Dit is het busterminaal van Rome. Hier vandaan vertrekken bijna alle buslijnen. Daarnaast starten en eindigen op dit punt de vele tourbussen die door Rome rijden en voor sommige is het een tussenstop. “Piazza Cinquecento” is voor de toeristen een gemakkelijk punt, omdat men hier een goed overzicht heeft van de verschillende buslijnen. Wanneer men met de bus wil reizen, moet er van te voren een kaartje gekocht worden. De kaartjes zijn niet te verkrijgen in de bus en kunnen alleen gekocht worden bij tabakswinkels, kiosken, station Termini en verschillende bars. Deze bars zijn te herkennen aan de ATACstickers op de etalages. De medewerkers van tabakswinkels en kiosken rond station Termini spreken vaak engels en kunnen u daarom goed informeren. Daarnaast staan er bij vele bushaltes kaartjesautomaten, waar de vervoersbewijzen gekocht kunnen worden. Kosten De gebruikelijke vervoersbewijzen in Rome zijn de BIT, BIG, BTI en CIS.: -BIT (standaardkaartje voor 2 euro): Geldig voor 75 minuten voor alle bussen, trams en metro. -BIG (dagkaartje voor 4 euro): Geldig voor de gehele dag voor alle bussen, trams en metro in geheel Rome. -BTI (3-dagkaart voor 11 euro): Geldig voor 3 dagen voor dezelfde vervoersmiddelen die vallen onder het BIG-kaartje. -CIS (weekkaart voor 16 euro): Geldig voor de gehele week voor dezelfde vervoersmiddelen die vallen onder het BIGkaartje. Het is verplicht om het kaartje te valideren. De kaartjes De typische bus in Rome moeten bij het betreden van de bus afgestempeld worden. Het is gebruikelijk dat er in de bussen langs de achterste deuren in gestapt wordt (salita), waar de kaartjes afgestempeld kunnen worden. Als het kaartje al gevalideerd is, bij overstappen, kan er langs de voorste deuren(entrata) in gestapt worden. Het verlaten van de bus geschiedt altijd langs de middelste deuren (uscita). De bussen in Rome rijden dagelijks van 06:00 tot 00:00. Bij elke bushalte staat het haltebord met het nummer van de lijnen die de bushalte aandoen. Op de borden staan de beginhaltes en een lijst van alle tussenhaltes waar de bus stopt weergeven. De halte waar u staat is omcirkeld en de laatste rit van een buslijn vertrekt meestal rond middernacht bij de beginhalte. Na middernacht rijden er nachtbussen door Rome vanaf 00:30 tot 05:30. Er rijden zo’n twintig nachtbussen door Rome en de meesten vetrekken om het half uur vanaf Piazza Cinquecento bij Termini en Piazza Venezia. De bussen zijn te herkennen aan het logo van de donkerblauwe uil en de N die achter het lijnnummer staat. De beste nachtbuslijnen voor de toerist zijn 78N, 29N, 40N en 55N. De buslijnen 40N en 55N rijden dezelfde route als metrolijn B en A.
Gebouwbeschouwing
Rome nu
57
Rome nu Sommige buslijnen in Rome verbinden diverse bezienswaardigheden. De haltes van deze lijnen liggen op loopafstand van de bezienswaardigheid. Op de plattegronden die te koop zijn bij de kiosken of tabakswinkels zijn deze lijnen ook weergeven. Hieronder ziet u overzicht van enkele buslijnen die interessant zijn voor de toerist. Buslijn 64 vertrekt bij het station Termini aan Piazza Cinquecento”. De lijn komt langs negen haltes en stopt onder andere bij Castel Sant’Angelo en de Basilica di San Pietro. Buslijn 87 komt onder andere langs het beroemde Forum Romano en de San Clemente. Buslijn 116is een van de grotere in Rome en komt langs vele bezienswaardigheden. Dit zijn onder andere Villa Borghese en het Pantheon. De 110 open is een open dubbeldekker. Deze speciale service voor toeristen rijdt tussen 09:00 en 20:00 uur. De lijn stopt bij 11 grote bezienswaardigheden in Rome. U kunt de bus verlaten om een bezoek te brengen aan een bezienswaardigheid en vervolgens dezelfde bus op een later tijdstip nemen, om uw ronde te vervolgen. In fig. 2 ziet u een plattegrond van de route 110 open. Het kaartje voor deze lijn kan alleen gekocht worden in de bus en opstappen kan onder andere bij het Collosseum, Trevifontein, Sint Pieter en station Termini. Een dagkaart voor de 110 open kost dertien euro.
De taxi in Rome
Een manier om van het ene punt naar het andere punt te komen in Rome is doormiddel van de taxi. Een legale taxi in Rome is te herkennen aan de witte of gele kleur. Tevens zijn ze voorzien van een nummerbord met daarop de tekst “servizio pubblico”. Verder is een legale taxi voorzien van een taxibord en een gele sticker aan de zijkant waarop staat dat de taxi behoort tot een gecertificeerd bedrijf. Er zijn verschillende taxi-maatschappijen die in de stad Rome rondrijden, een aantal van de deze maatschappijen zijn: Taxi Roma (tel. 063570), La Capitale Radio Taxi (tel. 064994), Cosmos Radio Taxi (tel. 068822/177) Over de prijs van een ritje is in Rome niet te onderhandelen, over het algemeen werken de tellers in de taxi’s naar behoren. Een taxi kan gebeld worden, hierbij staat de meter dan niet op nul want de chauffeur zet deze aan op het moment dat hij naar u toe rijdt. Bij een standplaats staat deze natuurlijk wel gewoon op nul. Het kan zijn dat er een extra toeslag bovenop de ritprijs komt. De volgende toeslagen zijn van toepassing: Nachttoeslag (van 22:00 tot 07:00): 2,60 euro, Bagage: 1,00 euro per stuk, Rome – Fiumicino Airport: 7,00 euro, Fiumicino Airport – Rome: 6,00 euro, Rome – Ciampino Airport of Ciampino Airport – Rome : 5,00 euro Enkele tips waar wel op gelet moet worden bij een taxi: Kijk of de meter op nul staat aan het begin van de rit(tenzij u de taxi gebeld heeft) en de meter loopt door als de taxi stilstaat(in het verkeer). Standplaatsen Rome kent een aantal standplaatsen van taxi’s. U behoort in een taxi te stappen bij één van deze standplaatsen, anders is het namelijk een illegale rit. Daarnaast is het aanhouden van een taxi haast onmogelijk en tevens zeer gevaarlijk, dit is omdat het verkeer langs alle kanten voorbij schiet.
Gebouwbeschouwing
Rome nu
58
Vervoer in en om Rome Een aantal standplaatsen voor taxi’s: Het pantheon, Piazza Venezi, Piazza San Silverstro, Dichtbij de Via del Corso en Piazza Sonnino (Trastevere)
De tram in Rome
Er zijn 2 organisaties die het tramvervoer in Rome voor hun rekening nemen, namelijk: COTRAL (Compagnia Transporti Laziali) en ATAC. De tram is, net als de bus, een snel en gemakkelijk vervoersmiddel. Vooral wanneer u de wijk Trastevere wilt bezoeken, kan de tram het ideale vervoersmiddel zijn. De kaartjes voor de tram zijn te koop bij tabakszaken of op een station. De trams rijden dagelijks van 05:30-24:00. Er lopen zes tramroutes door Rome. Met de tram kunt u vrijwel heel Rome door. Vooral het oostelijke deel van Rome, ten oosten van station Termini, is goed bereikbaar met de tram. Het tramnet in Rome ken één heel belangrijk knooppunt, namelijk Porta Maggiore. Hier komen vier van de zes lijn bij elkaar samen, namelijk de lijnen 3,5,14 en 19. Het ligt ongeveer 1 km ten oosten van treinstation Termini en is niet aangesloten op het metronetwerk. Lijn 2 Piazzale Flaminio Piazza Mancini loopt door de wijk Flaminio en sluit aan op de metrolijn A bij Piazza Flaminio (in de buurt van de Porta del Popolo). Lijn 3 Piazza Thorwaldsen (in de Villa Borghese - Trastevere station) is de op één na langste tramlijn van Rome. Deze rijdt rond in het centrum, van het noorden via het oosten naar het zuidwesten van de stad. Bij station San Giovanni en Manzoni is er een mogelijkheid om over te stappen naar de metrolijn A. Ook overstappen op de metrolijn B kan, namelijk op station Piramide, Colosseum en Circus Maximus. Lijn 5 Roma Termini station - Piazza dei Gerani loopt ten oosten van het Termini treinstation. Het is verbonden met lijn A op metrostation Termini, station Vittorio Emanuele II en Manzoni. Lijn 8 Largo di Torre Argentina - Via del Casaletto is de nieuwste lijn van het systeem, met de meest moderne treinstellen. Het bereikt ook het verste deel in het historische stadscentrum, namelijk de aansluiting met Trastevere station. Lijn 14 Stazione Termini - Viale Palmiro Togliatti loopt bijna gelijk aan de lijn 5. Lijn 19 Piazza Risorgimento - Piazza dei Gerani die eerst delen van lijn 3 en lijn 5 volgt, gaat als een van de enigste vervoersmiddelen naar het Vaticaan toe. Lijn 19 is de langste lijn en heeft met de lijnen 2,3,5 en 14 een verbinding, waardoor het makkelijk reizen is naar andere delen van de stad. Buiten aansluitingen met andere tramlijnen zijn er ook aansluitingen met de metro namelijk op station Ottaviano, Sint Pieter, het Vaticaan museum, Lepanto voor lijn A.
De trein in Rome
De treindiensten in Italië worden verzorgd door de nationale spoorwegenmaatschappij FerroVie dello Stato. Bij het reizen per trein zijn de kosten beduidend lager dan de bedragen die in Nederland worden verrekend per treinreis. Het reizen per trein door Rome zelf wordt minder gebruikt dan het reizen per bus of metro. Desondanks is de trein wel een belangrijk vervoersmiddel voor mensen die van buiten de stad of uit een ander Een typische tram in Rome
Gebouwbeschouwing
Rome nu
59
Rome nu land komen. Voor toeristen is dit een ideaal vervoer om in Rome te komen. In Rome zijn er verschillende stations te vinden, waarvan Roma Termini, Roma Ostiense en Roma Tiburtina het belangrijkst zijn. Roma Termini Het station Roma Termini is het grootste en tevens belangrijkste station in Rome. Dit centrale station ligt aan het Piazzale dei Cinquecento, waar tevens het grootste busstation van Rome aan gevestigd is. Het station is ontworpen door meerdere ontwerpers: Leo Calini, Eugenio Monuori, Massimo Castellazi, Vasco Fadigati, Achille De ingang van Roma Termini Pintonello en Annibale Vitellozi. De bouw startte in 1947 en in 1950 werd het station opgeleverd. Het gebouw wordt gekenmerkt door de extreem lange, modernistische gevels in Travertin en door de zwaartekracht tartende dubbele kromming van het achterpootloze dak in gewapend beton. Vanwege deze heeft het de bijnaam de Dinosaurus van Rome. Termini is niet alleen het grootste station in Rome, het is ook het grootste station van Italië en behoort tot een van de grootste treinstations in Europa. Dagelijks zijn er rond 400.000 passagiers, welke vertrekken naar het binnen- of buitenland. Er zijn in totaal 29 spoorlijnen en per jaar komen er meer dan 150 miljoen passagiers. Roma Termini is niet alleen het vertrek voor treinreizen richting andere steden of landen, tevens is het het belangrijkste knooppunt voor het openbaar vervoer in Rome. Zoals gezegd bevindt er zich een groot busstation voor het station, tevens komen ook de twee metrolijnen A en B samen bij het metrostation Termini. Ook zijn er genoeg taxi’s beschikbaar bij dit station. Binnen- en buitenlandse lijnen De treinen die op het station aankomen en vertrekken, zijn niet alleen binnenlandse lijnen. Er zijn namelijk ook veel buitenlandse lijnen die als eindstation Roma Termini hebben. Een aantal rechtstreekse, binnenlandse bestemmingen zijn: Florence (tevens een hogesnelheidstrein, verzorgd door Eurostar Italia), Napels (tevens een hogesnelheidstrein, verzorgd door Eurostar Italia), Milaan (een hogesnelheidstrein, verzorgd door Eurostar Italia), Venetië (een hogesnelheidstrein, verzorgd door Eurostar Italia), Siena (een hogesnelheidstrein, verzorgd door Eurostar Italia), Pisa, Pescara en Viterbo Een aantal rechtstreekse lijnen naar bestemmingen in het buitenland zijn: Parijs, Zurich en Munchen ’s Nachts kan er gereisd worden met de City Night Line welke onder andere van Muchen naar Rome gaat. In deze trein zijn luxe accommodaties aanwezig voor een comfortabele nacht. Naast deze nachttrein is er ook een dag- en nachttrein tussen Parijs en Rome, welke vijf keer per dag vertrekt. Dit is een hogesnelheidstrein, de Artesia nachttrein, die ook nog langs andere steden reist zoals Milaan en Florence, maar als eindbestemming Roma Termini heeft. Leonardo Express De Leonardo Express is een directe treinverbinding tussen het Termini station en het Leonardo da Vinci Airport, ook wel Fiumicone Airport genoemd. Dit is namelijk het belangrijkste
Gebouwbeschouwing
Rome nu
60
Vervoer in en om Rome vliegveld van Rome waar jaarlijks miljoenen passagiers voorbij komen. Om deze passagiers zo snel mogelijk hun reis te laten verlopen, vertrekt er om de 30 minuten de Leonardo Express naar en van het station. De kosten van deze trein zijn 11 euro en de duur van deze reis tussen het treinstation en vliegveld is 30 minuten. Station Roma Ostiense Vanaf Termini vertrekken deze treinen om 5.52 uur tot en met 22.52 uur, vanaf het vliegveld vertrekken deze treinen om 6.35 uur tot en met 23.35 uur. Wie “s nachts reist, kan gebruik maken van een speciale bus die daarvoor ter beschikking is gesteld. Roma Tiburtina Het station Roma Tirburtina ligt in het noordoosten van Rome en is het op het een na grootste station in Rome. Op dit station komen veelal lokale treinen, alhoewel er “s nachts ook enkele langeafstandstreinen stoppen. Vanuit het Leonardo da Vinci Airport vertrekken naast de Leonardo Express ook nog lokale treinen. Deze lokale trein, de FR1, vertrekt om de 20 minuten richting het station Tirburtina met tussenstops in Trastevere, Ostiense en Tuscolana. De kosten van deze treinreis zijn 5 euro en de kaartjes zijn te koop bij de terminal of op het station. Roma Ostiense Het station Roma Ostiense is het derde grootste station in de stad Rome. Het station werd gebouwd ter ere van het bezoek van Adolf Hitler. Het diende als vervanging voor een bestaand landelijk station. Via dit station werd een nieuwe lijn aangelegd om verbinding te maken met het station Porta San Paolo. Het gebouw is ontworpen door de Italiaanse architect Roberto Narducci. De gevel bestaat uit Travertin en marmer en de ingang wordt omgeven door pilaren. Aan de rechterkant van de gevel zijn er figuren zichtbaar die de mythische Bellerophon en Pegasus voorstellen. Aan de andere kant van het gebouw staat een fontein, het bijzondere hieraan is dat de vloer bestaat uit zwart-witte tegeltjes die de legendes van de geschiedenis van Rome uitbeelden. Station Ostiense ligt aan de Piazzale dei Partigiani, in het zuiden van Rome, en heeft vijftien spoorlijnen. Langs dit station komen de lokale treinen FR1, FR3 en FR5. Naast deze lokale treinen stoppen er, net als bij de vorige genoemde stations, “s nachts ook langeafstandstreinen. Vanaf dit station kan er gemakkelijk verder gereisd worden per bus (er is een busstation bij dit treinstation) en ook is er een metrostation voor lijn B. Een trein in Rome
Gebouwbeschouwing
Rome nu
61
Rome nu Rome is een van de groenste steden van Europa. Het grote aantal parken is te danken aan de aristocratie van de stad en aan haar financiële problemen, waardoor ze in de 20e eeuw gedwongen was haar bezit aan de stad over te dragen. Een belangrijke aanwijzing over de oorsprong van deze uitgestrekte stukken groene, ligt besloten in de naam. Bij veel parken, zit in de naam het woord “Villa” verwerkt. Dit is een teken dat het park ooit als tuin toebehoorde aan een privéhuis. Veel van deze huizen zijn niet bestemd voor permanente bewoning, maar voor het plezier, net als veel landgoederen die de stad in de oudheid omringden. De “privéhuizen’, werden casina of casino genoemd. Dit betekent letterlijk “klein huis”. Het woord “klein” moet echter niet strikt worden opgevat. De eerste van dergelijke huizen verrezen in de Renaissance en sindsdien werden ze alleen maar groter en werden de omringende tuinen steeds weelderiger. De Villa’s werden gebruikt voor een dagje in het koele groen, een picknick of, zoals bij bijvoorbeeld Villa Borghese, om een kunstcollectie in onder te brengen. Niet alle Villa’s hebben het overleefd. De Villa Ludovisi, die ooit een groot deel van het gebied rond de huidige Via Veneto besloeg, is totaal verdwenen. De tuinen van de Villa Giulia, waar tegenwoordig het Etruskisch Museum in is ondergebracht, zijn door stedelijke bebouwing opgeslokt. Datzelfde geldt voor de tuinen van de Villa Giustiniani in de buurt van Lateranen. Villa Borghese Villa Borghese is een prachtige villa met monumenten, een mooi onderhouden tuin, veel fonteinen en een vijver. De villa ligt centraal in de stad en is zeer geliefd bij de plaatselijke bevolking. Voordat het park in 1902 eigendom werd van de gemeente van Rome, deed de villa dienst als zomerverblijf van de familie Borghese. De tuinen van de villa zagen er vroeger anders uit. Deze werden in het begin van de 19e eeuw gerenoveerd. Tegenwoordig is nog steeds het resultaat van deze renovatie zichtbaar. In het park is Galleria Borghese gevestigd. Dit kunstmuseum stelt werken ten toon van bijna alle Italiaanse kunstschilders vanaf 1850. Ook is in het park het Etruskisch Museum ondergebracht en de Galleria Nazional d’Arte Moderne, waar de belangrijkste Italiaanse kunstenaars
Gebouwbeschouwing
Rome nu
62
De parken van Rome
Luchtfoto Villa Borghese
Villa Borghese
uit de 19de en 20ste eeuw hun werk ten toon stellen. Op dit moment wordt het park vooral gebruikt als een plek waar men kan sporten, wandelen of zich heerlijk kan ontspannen. De Villa Borghese heeft een tuin, die ongeveer 80 hectare groot is. De tuin kan vergeleken worden met wat het Vondelpark in Amsterdam is. Het park ligt op de heuvel II Pincio en biedt een prachtig uitzicht over Rome. Deze heuvel behoort niet tot de zeven heuvels van Rome. Villa Borghese bestaat eigenlijk uit een aantal parken, die tegen elkaar aan liggen. Het is voor velen een ideale plek om tot rust te komen. Er kan ook een kijkje genomen worden in het dierenpark BioParco, dat in het park is gevestigd. Villa Doria Pamphili De Villa Doria Pamphili is gesitueerd in het openbare park van Rome. Het park beslaat ongeveer 180 hectare. De Villa Doria Pamphili is een 17e eeuwse villa. Het hart van het landgoed, de Villa Vecchia bestond al voor 1630, toen het werd gekocht door Pamfilio Pamfili. In 1644 werd kardinaal Giambattista Pamphili gekozen als paus en wilde de familie Pamphili overeenkomstig met de hogere status een groter een nieuwer landhuis. Het project werd uitgevoerd door de Bolognese beeldhouwer Alessandro Algardi, die werd bijgestaan door Francesco Grimaldi. Het is onduidelijk aan wie het uiteindelijke ontwerp moet worden toegeschreven. Algardi was geen architect en het is mogelijk dat hij werd bijgestaan door Carlo Rainaldi en dat de bouw werd uitgevoerd onder leiding van Grimaldi. De bouw begon in 1645 en werd voltooid in 1647, hoewel de verfraaiing en de tuinen pas in 1653 gereed kwamen. Het hoofdgebouw, ook bekend als Casina del Bel Respiro, was ontworpen als een onderkomen voor de verzameling van antieke en moderne beeldhouwwerken van de familie Pamphili en andere Romeinse antiquiteiten zoals vazen, amphoren en inscripties. Het was ooit bedoeld als museum om de collectie van de familie tentoon te stellen. Het paleis is zodanig op een heuvel gesitueerd dat de hoofdingang op de noordzijde
Luchtfoto Villa Doria Pamphili
Gebouwbeschouwing
Rome nu
63
Rome nu een niveau hoger is dan de giardino segreto oftewel “de geheime tuin’”. De tuin op de helling werd aangelegd vanaf 1650 door Camillo Pamphili. Als een toonbeeld voor beeldhouwkunst hebben de enigszins volle Casino gevels systematisch veranderende ramen met nissen, die rijkelijk versierd zijn met antiek en modern beeldhouwwerk. Toen Girolamo Pamphili in 1760 stierf zonder mannelijke erfgenamen, werd de ruzie die ontstond tussen de mogelijke erfgenamen in 1763 beëindigd toen paus Clementius XIII Rezzionico het recht aan prins Giovanni Andrea Doria IV gaf om de naam te dragen, het Villa Doria Pamphili familie wapen te voeren en de eigendommen van de familie Pamphili over te nemen. De claim van de prins was gebaseerd op het huwelijk tussen Giovanni Andrea Doria III en Anna Pamphili. Sindsdien is de villa bekend onder de naam Villa Doria Pamphili. Vaticaanse tuinen (Giardini Vaticani) De Vaticaanse tuinen liggen in Vaticaanstad. Het zijn normale parken en tuinen die meer dan de helft van het gehele Vaticaanse grondbezit bedekken. De tuinen zijn ongeveer 23 hectare groot, wat het grootste deel is van de Vatican Hill. Stenen muren scheiden het noorden, zuiden en westen van elkaar. Bovendien was het een Middeleeuwse vesting. De tuinen zijn ontworpen en gemaakt tijdens de Renaissance en de Barokperiode. Ze zijn versierd met fonteinen en sculpturen. De tuinen dateren uit de late dertiende eeuw. In 1279 besloot paus Nicholas II zijn residentie terug te verplaatsen naar het Vaticaan en besloot hij het gebied met muren te omheinen. Het werd hierdoor een soort gesloten boomgaard. In het begin van de 16e eeuw besloot Julius II de tuin geheel opnieuw in te richten volgens de Renaissance stijl. Er kwam een groot doolhof en er werd een verdedigingsmuur ontworpen. De grootste periode van de architectonische ontwikkeling van de tuinen is tussen de 16e en 17e eeuw geweest. Toen gingen kunstenaars en architecten werken aan de tuinen. Onder hen de kunstenaars Donato Bramante en Pirro Ligorio. De historische en artistieke schatten die zijn gevonden in de tuinen zijn nog steeds zichtbaar in de tuinen zelf. De tuinen zijn in zijn geheel gewijd aan Onze Lieve Vrouw. Op de plattegrond van het Vaticaan is te zien hoe groot de Vaticaanse tuinen zijn
Gebouwbeschouwing
Rome nu
64
De parken van Rome Parco di Villa Ada Het grootste en één van de meest bezochte parken in Rome is Villa Ada. Het park is 182 hectare groot en heeft een rijke fauna. In het park staan veel zeldzame bomen, zoals de Palmet, een soort Sequoia, welke in 1940 geïmporteerd is uit Tibet. Parco di Villa Ada ligt in het noordoostelijke deel van Rome. Het park ligt vlak naast Parco di Villa Glori. Een deel van het park is openbaar en een gedeelte is privé. Toegang tot het park is gratis en in het park kunnen fietsen worden gehuurd. Ook kunnen er kano’s worden gehuurd om te kanoën op het kunstmatige meer dat in het park is aangelegd en kunnen er pony´s worden gehuurd om op Luchtfoto Parco di Villa Ada te rijden. In het park is tevens een zwembad en een fitnessruimte aanwezig. Op zondag worden er gratis fitnesslessen gegeven. In het park bevindt zich de heuvel Antenne, welke is 67m hoog is. Op deze heuvel lag de vroegere Sabijnse nederzetting van de Antemnaten, Monte Antenne. Deze stad had uitzicht op de Tiber. De heuvel werd in 1870 bijna vernietigd toen er een fort werd gebouwd om de nieuwe hoofdstad te verdedigen. In de tegenwoordige tijd staat Fort Antenne nog steeds bovenop de heuvel, maar is zo goed als volledig bedekt met vegetatie. Parco di Villa Ada was in de tweede helft van de negentiende eeuw eigendom van de Italiaanse Koninklijke familie Savoia. In het park stond de Koninklijke Residentie (1872 - 1878). In 1878 kwam het gebied onder de controle van graaf Tellfner van Zwitserland. Hij noemde het, ter ere van zijn vrouw Ada, Villa Ada. In 1904 kwam het weer in handen van de familie Savoian waarbij zij de naam ongewijzigd lieten. Savoia behield de controle over het gebied tot 1946. Tegenwoordig is de Egyptische Ambassade in de villa gehuisvest. In het park vinden veel festiviteiten plaats. Sinds 1994 wordt er in het park, tijdens de zomer, een festival georganiseerd tegen racisme, oorlog en doodstraf: het “Wereldmuziekfestival”. Parco di Villa Glori Villa Glori is een prachtig park gelegen aan de rivier de Tiber net buiten Rome. Het is een park in mediterrane stijl. Bewoners en toeristen bezoeken Villa Glori om zijn unieke stijl, rustige omgeving en historische waarde. Een aantal lanen hebben de namen van belangrijke mensen van de slag van 23 oktober 1867. Dit was een slag tussen pauselijke troepen en zeventig mannen onder het commando van de Cairoli broers. Deze broers zouden een opstand in Rome teweeg hebben gebracht. De slag gebeurde in de wijngaard Cacciarella. Deze wijngaard was eigendom van Vincenzo Glori. Tijdens de strijd stierf Enrico Cairoli en zijn broer John Cairoli werd ernstig verwond en stierf kort daarna. Het idee om van dit gebied een openbaar park te maken begon in 1883. In 1895 werd in het park een marmeren zuil opgericht voor de mensen die waren gestorven bij de slag in 1867. Oorspronkelijk maakte Villa Glori deel uit van het beroemde Flaminio Kanton van Rome. Flamino Kanton bestaat uit vele beroemde bezienswaardigheden, zoals Piazza del Popolo, basiliek St. Maria del Popolo en de Villa Medici. In 1887 werd het park onteigend en werd het
Gebouwbeschouwing
Rome nu
65
Rome nu een deel van het Park of Remembrance. In 1915 werd het park gewijd aan de mensen die waren omgekomen bij de Eerste Wereldoorlog en werd het park helemaal heringericht. Het ontwerp van het nieuwe park werd gedaan door Raffaele de Vico. Hij creëerde in zeer korte tijd, in slechts acht maanden, een prachtig park met dennen, eiken, esdoorns, ceders, kastanjebomen en olijfbomen. Deze waren allemaal in zorgvuldige rijen opgesteld. Het park werd geopend op 18 mei 1924. In 1929 werden in het park drie paviljoens gebouwd, bedoeld voor het houden van zomerkampen voor kinderen uit de achterbuurt. Tegenwoordig zijn deze kampen gericht op mensen met aids. Luchtofoto van Parco di Villa Glori Orti Farnesiani De Orti Farnesiani ligt op de Palatijn. Het Palatijn is één van de zeven heuvels van Rome. Vanuit de tuin kan worden uitgekeken over de stad. De tuin is aangelegd met eucalyptusbomen en in de tuin zijn veel terrassen te vinden. De tuinen liggen boven de ruïnes van het keizerlijk paleis van Tiberius en waren de eerste particuliere botanische tuinen van Europa. In 1534 werd Alessandro Farnese Deacon op 14-jarige leeftijd benoemd tot kardinaal van de Rooms-Katholieke kerk. In 1550 verwierf Farnese een noordelijk stuk van de Palatine heuvel. Hij liet de ruïnes van het paleis van keizer Tiberius die op deze heuvel waren gelegen, omzetten tot zomerhuis. Het zomerhuis keek uit over het Forum Romanum en hij noemde het zomerhuis “Horti Farnesiani”. In het Italiaans betekent orti: keukentuinen. Toen hij de tuin Orti Farnesiani noemde, had hij in gedachten dat Hortus Conclusus “ommuurde tuin” betekent. Ommuurde tuin slaat dan op de tuin waar Maria Jezus Christus had ontmoet. Er zijn echter verschillende gedachten over de herkomst van de naam. Er wordt ook gezegd dat de naam Orti Farnesiani is afgeleid van de plant: Acacia Farnesiana. De tuin bij het zomerhuis had een reeks van terrassen. Deze waren met elkaar verbonden door trappen. De terrassen waren geflankeerd door bomen en versierd met beelden. Dit was afgeleid van de Romeinse peristilium. In de nabijgelegen Palatine paleizen zijn dergelijke terrassen nog steeds aanwezig. In 1861 werd Orti Farnesiani verkocht aan keizer Napoleon III van Frankrijk. De Italiaanse regering verwierf het pand in 1870 en begon systematisch opgravingen te doen naar de oude Romeinse monumenten. Giacomo Boni, een van de archeologen die de opgraving leidde, is begraven in Orti Farnesiani. Zijn graf ligt aan de voet van een hoge palm. In de 17e eeuw werden, toen de levering van water aan de Palatijn werd hersteld, fonteinen toegevoegd door Girolamo Rainaldi. De druk waarmee het water arriveerde was De tuinen van Orti Farnesiani, deze zijn gelegen op de Palatijn
Gebouwbeschouwing
Rome nu
66
De parken van Rome echter laag. Hierdoor waren dit geen “spuit’fonteinen, maar “zweet’fonteinen. Bij “zweet’fonteinen spuit het water niet omhoog maar stroomt het water op het oppervlak, zoals zweet werkt op de huid. Er is vandaag de dag weinig over van de Farnese Tuinen. Er kunnen alleen nog enkele structuren van worden herkend. Villa Celimontana Deze voormalige olijvenboomgaard op Celio Hill is verkregen door de familie Mattei. In de 16e eeuw is het stuk land omgebouwd tot tuinen. Het gebouw dat erop stond, werd gebruikt voor amusement en opberging van de familiecollecties en antieke voorwerpen. Het werd hierna Luchtfoto van de overblijfselen van Orti Farnesiani bewoond door enkele buitenlanders en in 1918 werd het in beslag genomen door de Italiaanse Staat. Toen het terrein in handen was van de buitenlanders, kreeg het geheel een Neo-Gotische schijn. Het park Villa Celimontana is een oase van groen. In het park zijn stukken oud gesneden marmer te vinden. Er staat een kleine verborgen obelisk uit de tijd van Ramses II. De Mattei familie had in 1564 de restauratie van de Santa Maria in Aracoeli gefinancierd. Dit was waarschijnlijk de reden dat ze in 1582 van de Senaat van Rome de kleine Egyptische obelisk hadden gekregen. Deze werd bij de familie-kapel bij de Santa Maria in Aracoeli geplaatst. De obelisk was in eerste instantie naar Rome gebracht om de Temple to Isis te decoreren. Later rond de 16e eeuw werd hij verplaatst naar een afgelegen deel van tuinen van de familie. De obelisk werd daar geplaatst op een granieten plaat. In de tuinen van de familie Mattei waren ook vele fonteinen geplaatst. Twee daarvan zijn waarschijnlijk ontworpen door Bernini. In de 16e eeuw werden de Barokke fonteinen als afschuwelijk bestempeld en werden deze gesloopt. Fontana del Fiume is de enige fontein die dit heeft overleefd. Villa Celimontana heeft twee ingangen. De hoofdingang is aan de Piazza della Navicella. Tegenwoordig is de Italiaanse Geografische Gemeenschap in de Villa gevestigd. De linkerkant van het gebouw kijkt uit over het zuidelijke deel van Rome en over de grote ruïnes van the Baths of Caracalla. Aan de rechterkant van het gebouw is een grote picknickplaats ingericht en verder is er ook een grote speeltuin voor de kinderen. De tweede ingang is aan de Clivo Scauro. Parco di Porta Capena Parco di Porta Capena was een archeologisch park, in 1911 werd dit park aangelegd langs de Via Appia Antica. Via Appia Antica is een oude Romeinse weg. De weg liep van de hoofdstad Rome, naar Brandisi. De weg werd aangelegd om een snelle troepenverplaatsing mogelijk te maken, maar het was ook van enorm economisch belang voor vervoer van goederen en personen tussen Villa Celimontana in 1761
Gebouwbeschouwing
Rome nu
67
Rome nu Rome en Campanië en verder. Vandaag de dag wordt het park ingenomen door het terrein van de Terme di Caracalla. De Thermen van Caracalla is een badinrichting die de Romeinse Keizers Septimius Severes en zijn zoon Caracalla lieten bouwen tussen 206 en 216 na Chr. Met de oppervlakte van ongeveer 11 hectare, was het het grootste thermencomplex tot dan toen en bood plaats aan 1600 gasten. Tegenwoordig zijn de grote ruïnes van de thermen een toeristische attractie. Het badencomplex was 228 meter hoog en 116 Luchtfoto van Villa Celimontana meter breed. In werkelijkheid waren de thermen meer dan een aantal baden. Het complex was een toeristisch centrum met onder andere bibliotheken, conferentiezalen en sportzalen. Parco Oppio De officiële benaming van het naast het Colosseum gelegen Parco Oppio is “Parco del Colle Oppio”. Dit park werd in het midden van de 19e eeuw ontworpen door Raffaele De Vico. Het was de bedoeling, dat de stad door realisering van dit park, mooier zou worden gemaakt. In het Parco Oppio staan een aantal mooie fonteinen, zoals de bekende Canestro-fontein. Deze fontein heeft acht hoeken en is met terracotta amforen versierd. Verder zijn er fonteinen opgericht ter ere van Nero en Trajan. Om het park nog verder te verfraaien, zijn er diverse standbeelden geplaatst. In het park, op de zuidelijke zijde van de Oppian Hill, bevinden zich de overblijfselen van Terme di Traiano, ofwel de Thermen van Trajanus. In 104 na Chr. werd er in opdracht van Keizer Trajanus een complex van baden gebouwd, ontworpen door de architect van Via Appia Antica Trajanus, Appollodorus van Damascus. De baden zouden later het model zijn voor alle grote keizerlijke baden. Het complex besloeg een oppervlakte van 330 bij 215 meter en bestond onder andere uit sauna-achtige ruimten, warme, koude en lauwe baden, zwembaden, sportzalen, kleedkamers, massage kamers en tuinen en terreinen. De Romeinse baden waren oorspronkelijk bedoeld als plaats waar de burgers zich konden wassen, maar deze kregen steeds meer en meer een recreatieve en sociale functie voor de bevolking. Naast de faciliteiten van het badencomplex, dat gebruikt
Gebouwbeschouwing
Luchtfoto van de Thermen van Caracella
Rome nu
68
De parken van Rome werd door het publiek, was er een stelsel van onderaardse gangen en structuren, dat door slaven en werknemers werd gebruikt voor onderhoud aan het badencomplex. Parco Traiano Parco Traiano is gelegen in de wijk Esquilino, aangrenzend aan de Domus Aurea. De wijk Esquilino is een van de zeven heuvels in de 15e wijk van Rome. Deze wijk ligt in het centrum van de stad tussen het Colosseum en het Termini treinstation. De ligging maakt de wijk uitstekend voor toeristen en zakenreizigers. Aangrenzend aan de wijk Esquilino De bereomede Canestro-fontein ligt de Domus Aurea. De Domus Aurea wordt ook wel het Gouden Huis genoemd en is gelegen op de Caelius. Het was het paleis van de Romeinse keizer Nero tussen 64 en 68 na Chr. Het paleis ligt in de buurt van het Parco Oppio en de Terme di Traiano, tussen de heuvels Palatijn, Velia, Oppius en Coelius. Het had vanaf het Forum Romanum een monumentale ingang met zuilengalerijen en een enorm voorportaal. Hierin liet Nero door de Griekse beeldhouwer Zenodorus een ruim 35 meter hoog standbeeld van zichzelf maken, de Colossus van Nero. De Domus Aurea is door Nero voor zichzelf gebouwd in het jaar 64. Het gebouw was bedekt met marmer en de binnenzijde was versierd met bladgoud, edelstenen en parelmoer. In de Domus Aurea zijn plafondschilderingen te bezichtigen waarop onder andere de bruiloft van Amphitrite en Poseidon is afgebeeld. De resten van de Domus Aurea bleven tot het einde van de 15e eeuw verborgen onder de Thermen van Trajanus, toen antiquaren de Romeinse schilderkunst in de onderaardse ruimtes ontdekten. Van de plafondschilderingen is tegenwoordig nog maar weinig overgebleven, omdat deze door vocht erg zijn vervaagd. Parco Savello Parco Savello, ook wel de “Giardino degli Aranci” genaamd, is gelegen op de heuvel Aventino. In het park bevindt zich de uitbouw van de Santa Sabina. In de tiende eeuw waren er in het Parco Savello vestigingswerken gebouwd om de heuvel te verdedigen. Er zijn op dit moment nog enkele overblijfselen van deze vestigingswerken zichtbaar in Parco Savello. Vanaf de heuvel kan men over een groot deel van Rome uitkijken en zelfs de koepel van de St. Pieter zien. De Aventijn is ongeveer 40 meter hoog en verdeeld in twee delen: de “Grote Aventijn” en de “Kleine Aventijn”. Deze heuvel behoort tot de wijk Ripa en is de meest zuidelijke heuvel en heeft men hier vandaan een prachtig uitzicht op het Vaticaan. Vanwege de aanwezigheid van havens en opslagplaatsen werd er vroeger veel handel gedreven en woonden er veel kooplieden op de Aventijn. Dat is momenteel niet meer het geval. Op de Aventijn zijn vandaag de dag een aantal kerken te vinden. De bekendste kerk is de Santa Sabine. Op deze heuvel zou Remus begraven zijn, nadat hij door zijn broer Romulus was vermoord. Bisschop Een luchtfoto van Parco Traiano
Gebouwbeschouwing
Rome nu
69
Rome nu Petrus van Illyrië gaf in de 5e eeuw opdracht om de Santa Sabine te bouwen. Voordat men de kerk betreedt, loopt men door een deur die toegang biedt tot het middenschip. Deze deur is een bezienswaardigheid op zich, omdat deze afkomstig is van de oorspronkelijke kerk. Binnenin de kerk is er boven de hoofdingang één prachtig mozaïek te bezichtigen. De De overblijfselen van de Domus Aurea bijgeplaatste tekst herinnert aan de bouw van de kerk. Oorspronkelijk bevonden zich er meer mozaïeken. Deze zijn echter allemaal verdwenen. Aan het einde van het schip is een Mariakapel te zien. Het marmeren interieur van de Santa Sabine ziet er indrukwekkend uit.
Een luchtfoto van Parco Savello
Het interieur van de Santa Sabine
hoofdsponsors:
Gebouwbeschouwing
Rome nu
70
01 Bruder Klaus Kapelle Ontwerper
De Bruder Klaus Kapelle is ontworpen door Peter Zumthor. Zumthor is geboren in Zwitserland op 26 april 1943. In 1958 ging hij in de leer bij een timmerman en ondertussen studeerde hij aan de Kunstgewerbeschule in zijn geboortestad, Basel. In de jaren “60 kwam het minimalisme in opmars. In die tijd kwam Zumthor in contact met architectuur en ging hij architectuur studeren aan het New York Pratt Institute. Tussen 1968 en 1978 was Zumthor werkzaam als architect bij de Kantonale Monumentenzorg in Graubünden. Peter Zumthor Zumthor richte in 1979 in Haldenstein een eigen architectbureau op. De vakkundigheid die hij had als meubelmaker is altijd zichtbaar gebleven in zijn architectuur. Het vroege werk van hem is verwant aan het rationele Italiaanse architectuur, maar zijn latere werk is meer verwant met het minimalisme. De relatie tussen het gebouw en zijn omgeving speelt bij hem de hoofdrol en hij laat overbodige details weg. Peter Zumthor wil betrokken zijn bij het hele project, van de eerste pennenstreek tot de oplevering. Zo is Zumthor niet iemand die veel bouwt. Over het realiseren van de Bruder Klaus Kapelle deed hij tien jaar. Zumthor hecht heel erg aan ervaring die een ruimte oproept. Hij zegt daarover: “een gebouw moet niet iets voorstellen, maar een gebouw moet iets zijn”. Daarom hecht hij heel erg aan kijken, ruiken, tasten en horen. In het paviljoen van het Zwitserse Expo-gebouw te Hannover
Therme Valse
Gugalun House
Kolumba Kunstmuseum
is geluid heel belangrijk. In de Bruder Klaus Kapelle is dit geur. Ondanks zijn bescheidenheid, zijn teruggetrokken bestaan en dat hij niet veel gebouwd heeft, is hij internationaal bekend. Hij ontving een groot aantal internationale prijzen waaronder de Praemium Imperiale van de Japan Art Association in 2008 en de Thomas Jefferson Foundation Medal in Architecture van de University of Virginia in 2006. In 2009 kreeg hij de Pritzker Prize. Dat is de meest prestigieuze architectuur prijs ter wereld. Hij heeft deze prijs gekregen voor zijn precieze detaillering, zijn poëtisch materiaalgebruik, zijn zorgvuldige verhoudingen, zijn respect voor cultuurgeschiedenis en de lokale cultuur. Links is het dichtsbijzijnde plaatsje te zien; rechts staat de kapel
Gebouwbeschouwing door: Maurien Roozemond
Stuttgart, Keulen Weil am Rhein
71
01 Bruder Klaus Kapelle Peter Zumthor heeft niet veel gebouwen op zijn naam staan, maar wel hele bijzondere gebouwen. Een paar gebouwen zijn: Therme Vals, het Kolumba Kunstmuseum en het Gugalun House.
Gebouwanalyse
1. De Bruder Klaus Kapelle staat op het land van boer Scheidtweiler, bij het Duitse Wachendorf. De kapel is al van verre te zien. De vraag is alleen, wat het nu precies is wat daar staat. Een graansilo? Een watertoren? Om daar duidelijkheid over te krijgen moet het gebouw van dichtbij worden bekeken. Het gebouw bereiken kan alleen lopend en dit duurt ruim een kwartier. 2. De Bruder Klaus Kapelle heeft een vijfhoekige plattegrond. Binnenin heeft de kapel een driehoekige doorsnede. De kapel is 12 meter hoog. In de kapel zit een 3 meter hoge deur. 3. De kapel kan worden betreden door een 3 meter hoge, driehoekige, metalen deur. Boven deze deur is een metalen kruis aangebracht. Dit kruis is eigenlijk het enige wat vanaf de buitenkant het doel van het gebouw verklaart. Voor de rest heeft de kapel geen deuren of ramen. Alleen in het platte dak van de kapel is een oculus waardoor regen, zon en wind naar binnen kan. Naast de kapel is nog een betonnen bankje. Vanaf dit bankje kan van het prachtige uitzicht worden genoten. In de muren van de kapel zitten gaten. Deze gaten zijn gevuld met glazen knikkers. die het effect van een sterrenhemel geven. 4. De bouwmethode die voor de kapel is gekozen, wordt door Zumthor: “rammed concrete” genoemd. Door te kiezen voor een lowtech maar arbeidsintensieve constructiemethode wist Zumthor de kosten laag te houden. Maar tegelijkertijd wist hij de kapel ook een plaats te geven in de gemeenschap en in de omgeving. Als eerste werden 112, 12 meter hoge boomstammen, geplaatst. Deze in een plaatselijk bos gerooide dennenbomen werden in een bladvorm geplaatst. Bovenaan bleef een gat, in de vorm van druppel, open. Over deze boomstammen werd vervolgens de beton gegoten. Dit beton werd vervaardigd uit lokaal zand en grind. Gedurende 24 dagen werd er elke dag een laag van 50 cm beton gestort. Hierdoor kwamen er 24 lagen rond de kapel. Elke laag heeft weer een verschillende kleur en een andere textuur dan een andere laag. Dit komt omdat er verschillende kleuren zand werden gebruikt, namelijk rood zand en geel zand. Nadat de beton was verhard, werd de houten bekisting weggebrand. Het verbranden van de bekisting heeft drie weken geduurd. Dit vuur droogde eerst de stammen en liet de stammen losspringen van het Bruder Klaus Kapel
Gebouwbeschouwing
Stuttgart, Keulen Weil am Rhein
72
01 Bruder Klaus Kapelle beton. Het vuur verteerde tenslotte al het hout. Het idee was om het vuur maar een week te laten branden. Zumthor vond echter dat na een week branden het gebouw nog niet de gewenste indruk wekte. De geur van verbrand hout was nog niet sterk genoeg en ook waren de negatieven van de dennenstammen in het beton nog niet duidelijk genoeg. Daarom is het vuur opnieuw aangestoken en heeft het nog twee weken gesmeuld. Iedere stam liet een holle afdruk in het beton achter. Door de verticale groeven die de stammen achterlieten wordt de blik vanzelf naar boven geleid. Toch overheerst de geur van verbrand hout de eerste indrukken.Al het werk dat aan de kapel is gedaan, is gedaan door familie en vrienden van boer Scheidtweiler uit de streek Eiffel. 5. Het interieur van de kapel is heel basic. In deze schaars verlichte ruimte staat een kaars en een klein bankje. Als men naar bovenkijkt ziet men alle 350 glazen Daarnaast een tafeltje met een bollen en het oculus gastenboek. Voor de rest is de ruimte leeg. De vloer van de kapel is gemaakt van gegoten lood. Het begin van de kapel is laag en donker, maar hoe verder in de kapel, hoe hoger de ruimte wordt. De kapel heeft een driehoekige plattegrond, maar de binnenkant van de kapel is volkomen vloeiend. Het licht in de kapel komt uit de Twee doorsneden van de kapel oculus aan de bovenkant en uit 350 gaten in de Plattegrond van de kapel muur met een doorsnede van 5cm. Deze gaten vormden de verbinding tussen het beton en de houten bekisting. Tijdens het verbranden van de bekisting kon het rook door deze gaten ontsnappen. Al deze gaten bevatten nu een mondgeblazen, glanzende, glazen bol. Al deze bollen lijken soort sterren in de donkere kapel. 6. De opdrachtgever voor de kapel was boer Hermann-Josef Scheidtweiler en zijn vrouw Trudel Scheidtweiler. Uit dankbaarheid voor hun gelukkig leven wilden ze iets doen. Ze wilden een kapel laten ontwerpen voor de beschermheilige van de familie. Scheidtweiler had geen idee wie Peter Zumthor was, hij was zijn naam tegengekomen in een lokale krant als de architect van het Aarts-bisschoppelijk Diözesanmuseum in Keulen en had hem een brief gestuurd met de vraag of hij een plan wilde tekenen voor een kapel ter ere van zijn beschermheilige, Nikolaus von der Flüe. Een bijzondere vraag aan een sterarchitect die doorgaans architectuur ontwerpt tegen een behoorlijk hoog bedrag. Het feit dat Bruder Klaus een landgenoot en de lievelingsheilige van zijn moeder was, deed Zumthor besluiten om De opdrachtgevers
Gebouwbeschouwing
Stuttgart, Keulen Weil am Rhein
73
01 Bruder Klaus Kapelle ‘Architecture has its own realm. It has a de opdracht aan te special physical relationship with life. I do nemen. Bij het ontwerp van not think of it primarily as either a message de Bruder Klaus Ka- or a symbol, but as an envelope and backpelle moest Zumthor ground for life, which goes on in and around op verschillende din- it – a sensitive container for the rhythm of footsteps on the floor, for the concentration gen letten. Ten eerste of work, for the silence of sleep…’ op het lage budget Peter Zumthor van de opdrachtgever. Ten tweede moest de kapel goed passen bij de omgeving en een diepe religieuze ervaring oproepen. 7. Bij het bouwen van de kapel heeft de hele buurt meegeholpen waardoor een band ontstond tussen de buurtbewoners en de kapel. Maar niet alleen voor de buurtbewoners is de Een visualisering van de kapel kapel bijzonder: er komen mensen uit allerlei landen naar de kapel. Dit komt door de bijzondere architectuur van de kapel en de heel eigen sfeer in de kapel. Sommigen zien dit als een religieuze ervaring, anderen zien het meer als een ervaring met architectuur. Hoe het ook zij, één ding is zeker, de Bruder Klaus Kapelle heeft een unieke uitstraling. 8. De kapel is gemaakt uit in het werk gestort beton. De kapel heeft een driehoekige metalen deur. In wand van de kapel zitten glazen knikkers. De vloer van de kapel is gemaakt van tin.
info:
Locatie: Walchendorf richting Lessenich Tijdens de zomertijd is de kerk open van 10:00u tot 17:00u Tijdens de wintertijd is de kerk open van 10:00u tot 16:00u
74
02 Weißenhof Siedlung De Weißenhofsiedlung is een moderne wijk in Stuttgart. Verschillende internationaal bekende architecten ontwierpen voor een tentoonstelling 33 huizen, namelijk: 1-4: Ludwig Mies van der Rohe 5-9: Jacobus Johannes Pieter Oud 10: Victor Bourgeois 11-12: Adolf Gustav Schneck 13-14: Le Corbusier (en Pierre Jeanneret) 16-17: Walter Gropius 18: Ludwig Hilberseimer 19: Bruno Taut 20: Hans Poelzig 21-22: Richard Döcker 23-24: Max Taut 25: Adolf Rading 26-27: Josef Frank 28-30: Mart Stam 31-32: Peter Behrens 33: Hans Scharoun De volgende drie huizen zullen achtereenvolgens geanalyseerd worden: 1. Huis 13: Le Corbusier (Maison Citrohan) 2. Huis 14/15: Le Corbusier (Doppelhaus) 3. Huis 5-9: Jacobus Johannes Pieter Oud (Rijtjeswoningen)
Le Corbusier
Ontwerper Op 6 oktober 1887 werd in La Chaux-de-Fonds (Zwitserland) Charles-Edouard Jeanneret geboren, beter bekend als Le Corbusier. Le Corbusier geldt als één van de belangrijkste architecten van de twintigste eeuw (verkozen to architect van de eeuw). Als zoon van een emailleur van horlogekasten kwam hij al vroeg in aanmerking met kunst. Op zijn 14de begon Le Corbusier een graveerstudie aan de school voor decoratieve kunsten. Zijn eerste bouwwerk bouwt Le Corbusier op zijn 19e, het is de Villa Fallet in La Chaux-de-Fonds. Om meer kennis te vergaren, reist Le Corbusier veel naar de Donaulanden, Toscane en de Balkan. Naast het bouwen van huizen was Le Corbusier schilder en schrijver. In een aantal van zijn boeken (Vers une Architecture (1923), Urbanisme (1925) en L’Art Décoratief d’Aujourd’hui (1925)) beschreef hij de vijf principes van de nieuwe architectuur: 1. Ter vervanging van dragende muren werden pilotes of kolommen gebruikt 2. Het, vrije, flexibele grondpan van niet-dragende muren (plan libre). 3. Grote brede strookvensters voor de toetreding van een maximale en gelijkmatige toetreding van daglicht. 4. Een vrije indeling van de gevels. Dit is mogelijk gemaakt door het gebruik van gewa- pend beton. 5. Het maken van een daktuin voor licht, lucht en zon Gedurende de jaren 20 waren veel ontwerpen van Le Corbusier gebaseerd op een doosvorm. Voorbeelden hiervan zijn: Maison Cook in Parijs (1926) en Villa Savoye in Possy (1926).
Gebouwbeschouwing
door: Bas van den Berge en Pirmin den Hamer
Stuttgart, Keulen Weil am Rhein
75
02 Weißenhof Siedlung Deze twee bouwwerken waren voorzien van punt een van de vijf principes van de nieuw architectuur, namelijk het toepassen van pilotes. Een nieuw platform diende zich aan in 1928, de oprichting van het Congres Internationaux d’Arichitecture Moderne (CIAM). Door zijn gedrevenheid kon Le Corbusier de agenda en de discussies van het CIAM bepalen. Dit leidde ertoe dat hij omstreeks 1930 uitgegroeid was tot een internationaal bekende architect. Dit was mede mogelijk door zijn publicatie, ze waren sterk, strijdbaar en kort na elkaar. Naast de architectuur werd Le Corbusier ook bekend door zijn meubels. Op 27 augustus 1965 sterft Le Corbusier in Nice (Frankrijk).
Gebouwbeschouwing Haus 13, 14/15 (Le Corbusier) 1. Stuttgart is de hoofdstad van de deelstaat Baden-Württemberg. Met een inwoneraantal van 600.068 behoort het tot de top tien van grootste steden in Duitsland. In Stuttgart-Noord ligt de Weißenhofsiedlung, een wijk met “moderne architectuur”. De wijk werd rond 1927 gebouwd en diende voor arbeiders. De nieuwe wijk brak met alle vormen van de architectuur en gaf een nieuw beeld van de toekomst. Veel bekende architecten verbonden hun naam aan de wijk. Enkele voorbeelden zijn: Ludwig Mies van der Rohe, Pierre Jeanneret, J.J.P Oud en Peter Behrens. Na 83 jaar ogen de woningen nog zeer modern. Haus 13 (Maison Citrohan) en Haus 14/15 (Doppelhaus) liggen in het zuiden van de Weißenhofsiedlung, op de kruising met de Friedrich-Ebert- “Ik bouwde mijn eerste huis toen ik zeStrasse en de Rathenausstrasse. Links naast de Mai- ventien was. Het zat vol decoraties. Ik was son Citrohan ligt de Pankokweg. Aan de noordkant vierentwintig toen ik mijn tweede huis van beide huizen van Le Corbusier grenzen twee bouwde; het was wit en kaal: ik had tussenhuizen van Walter Gropius en Ludwig Hilberseimer. door gereisd. De tekeningen van dit tweede De twee woningen van Le Corbusier zijn voorbeel- huis lagen op mijn tekentafel. Het was in den van de moderne architectuur. Maison Citrohan 1911. Ik werd plotseling getroffen door de willekeurige plaatsing van de openingen is door de beschutting moeilijk te zien. De beste zijde om de woning te bekijken is de rechterzijgevel. in de gevel (deuren en vensters). Ik maakte De hoofdingang van de woning is te bereiken via de ze zwart met houtskool. De zwarte vlekken spraken nu de een of andere taal, maar Pankokweg, maar staat gericht naar het zuiden. Het Doppelhaus bestaat uit twee woningen. Beide een onsamenhangende. Opnieuw werd ik getroffen door het ontbreken van een regel hoofdingangen zijn gelegen aan de Rathenausstrasof wetmatigheid. se. Door de vorm en afmetingen is het doppelhaus Verbijsterd realiseerde ik me dat ik in een een imposant gebouw. Vanuit de Friedrich-Eberttotale chaos werkte. Toen ontdekte ik voor Strasse is het een niet te missen object. In de directe mijn eigen gebruik de noodzaak van een omgeving van het Weißenhofsiedlung staan geen regulerend instrument. Deze obsessie zou andere noemenswaardige bezienswaardigheden. voortaan in mijn hoofd blijven hangen.” Le Corbusier
Gebouwbeschouwing
Stuttgart, Keulen Weil am Rhein
76
02 Weißenhof Siedlung 2. Uitgangspunt voor beide gebouwen was een rechthoekige vorm. Qua afmeting heeft Le Corbusier gekozen voor minimale maten. De filosofie achter de afmetingen kwamen uit het dagelijkse leven. Het Doppelhaus werd bijvoorbeeld voorzien van een lange gang van 60 centimeter. De inspiratie voor deze afmeting kwam voort uit een trein. Gedurende een treinrit van 100 km/h liepen tientallen mensen met gemak door een gangpad van 60 centimeter. Het Doppelhaus heeft een totale lengte van ongeveer 26 meter. De breedte varieert op twee punten. Zo heeft het Doppelhaus twee rechthoekige uitbouwen aan de achterzijde van de woning. De breedte zonder uitbouw is 6 meter, met uitbouw is dat 11 meter. De uitbouw heeft daarnaast een lengte van 3 meter. Het Doppelhaus bestaat uit drie bouwlagen. De begane grond heeft een kleinere oppervlakte dan de tweede verdieping, dit komt door de pilaren (pilotes) waarop het gebouw rust. De derde verdieping wordt voornamelijk gebruikt als dakterras. Maison Citrohan heeft een totale lengte van 11,50 meter, de breedte is 6,50 meter. De woning bestaat uit vier bouwlagen. Ook hier is de onderste bouwlaag qua oppervlakte kleiner dan de bovenliggende bouwlagen. De bouwlagen 2 en 3 zijn uitsluitend bedoelt als woonfunctie. De bovenste bouwlaag bestaat voor de helft uit woonfunctie, de overige oppervlakte wordt gebruikt als dakterras. 3. De huizen van Le Corbusier zijn typische vormen van de moderne architectuur. De moderne architectuur staat voor een objectieve, functionalistische, eerlijke en nuchtere houding tegenover het object en de vormgeving ervan. Kenmerkend voor de moderne architectuur is het gebruik van nieuwe materialen zoals beton en staal. Hierdoor werd een nieuwe bouwconstructie ontwikkeld, de skeletbouw. Door deze skeletbouw ontstond een transparante woning met een vrije invulling van gevels. Andere kenmerken waren de komst van platte daken en gepleisterde (gestucte) wanden. Wanneer er gekeken wordt naar de façade van beide gebouwen dan kan er geconcludeerd worden dat de woning voldoet aan de kenmerken van de moderne architectuur. Het meest opvallende aan het beide huizen is het platte dak. Dit was voor de jaren 20 en 30 een rigoureuze ommezwaai in vergelijking met de traditionele bouwmethode. Critici vonden het lijken op Arabische huizen. Een ander kenmerk dat op beide huizen terug te vinden is, is het witte pleisterwerk, het Doppelhaus heeft daarnaast nog een rode strook pleisterwerk aan de onderkant. De muren zijn niet van baksteen
Gebouwbeschouwing
Stuttgart, Keulen Weil am Rhein
77
02 Weißenhof Siedlung maar van betonnen elementen, er is dus geen metselwerk. Zowel het Doppelhaus als Maison Citrohan staan op pilaren, Le Corbusier noemde ze pilotes. De tweede verdieping wordt geheel gedragen door deze kolommen, het voordeel hiervan is dat de gevels vrij indeelbaar zijn. Doordat de gevels vrij indeelbaar zijn worden er op beide woningen grote strookvensters aangebracht. Het laatste kenmerk dat Le Corbusier toepaste op zijn woningen zijn de dakterrassen op de bovenste verdieping, ze zorgen voor licht, lucht en zon. Afwijkend is het balkon aan de voorgevel van Maison Citrohan, deze bestaat uit een staalconstructie met daartussen betonelementen. De entree van de woningen begint in principe op de tweede verdieping. Om hier te komen zijn betonnen trappen met stalen elementen toegepast. 4. Begin oktober 1926 werd Le Corbusier gevraagd om mee te werken aan de tentoonstelling in Stuttgart. Samen met zijn oom Pierre Jeanneret ontwierp hij twee woningen. Dit ontwerp lag op 15 december 1926 op tafel, het zouden twee eengezinswoningen worden. In 1927 veranderde het plan en er werd één van de twee woningen een dubbelhuis (Doppelhaus). Ook dit ontwerp haalde het niet, het kostenplaatje werd te hoog. De materialen die werden voorgesteld waren te kostbaar. Voor de opening van de tentoonstelling verklaarde de baupolizei (bouwpolitie) de huizen onveilig, de constructie was naar hun mening niet stevig genoeg. Een oplossing voor het probleem was niet direct te realiseren, daarom mochten er niet meer dan twee personen per vierkante meter in de kamers, op de trappen, terrassen en gangen zijn. Na de tentoonstelling werden de huizen verhuurd aan arbeiders. Kort daarna werden de eerste aanpassingen aan de woningen aangebracht. Zo werden de dakterrassen overkapt, omdat de huidige situatie onpraktisch was. Binnenin de woning werden de betonnen kasten vervangen door eenvoudige en lichte tussenwanden. Gedurende de Tweede Wereldoorlog werd de wijk gekocht door het Duitse rijk. De functie van de woningen veranderde in kantoren, ziekenhuizen en bunkers met luchtafweergeschut. Door verschillende bombardementen sneuvelde enkele woningen. De huizen van Le Corbusier bleven intact, alleen de ramen werden helemaal dichtgemetseld. De bouwmaterialen van verwoeste
Gebouwbeschouwing
Stuttgart, Keulen Weil am Rhein
78
02 Weißenhof Siedlung huizen werden gebruikt om de nog staande huizen te repareren. Enkele initiatiefnemers stichtte in 1977 een vereniging met de naam Vrienden voor de Weißenhofsiedlung. Het doel van deze vereniging was het restaureren en behouden van de wijk, zelf noemde ze het de “Wiederherstellung des ursprünglichen zustandes in Denkmalpflegerischer Genauigkeit”, wat staat voor het herstellen van de oorspronkelijk staat door nauwkeurige monumentenzorg. Toch zorgde dit nog voor een spanning, de één wilde het exact herstellen, de ander wilde er geen museumwijk van maken. De grootschalige renovatie van de wijk vond pas plaats tussen 1981 en 1987. enkele punten die werden aangepakt waren het verbeteren van het wooncomfort en het isoleren van de huizen, maar ook de oorspronkelijke plattegrond en kleuren werden teruggebracht. Vandaag de dag worden beide huizen van Le Corbusier gebruikt als museum. 5. De indeling van de woningen zien er als volgt uit: Maison Citrohan Op de eerste verdieping bevindt zich de ingang, garderobe,toilet, berging met ruimte voor wasvoorzieningen en een klein balkon, op de tweede verdieping bevindt zich de woonkamer, eetkamer, de keuken, de badkamer, kinderslaapkamer en een slaapkamer voor de ouders, op de derde verdieping bevindt zich een kinderslaapkamer, gastenverblijf, toilet en een dakterras. Doppelhaus Op de begane grond bevindt zich de ingang, een slaapkamer, voorraadruimte en de trap naar de eerste verdieping, de eerste verdieping is ingevuld met een keuken, badkamer, woonkamer, werkkamer en een aantal slaapruimten, de tweede verdieping is niet geheel woonruimte maar grotendeels terras, je vindt er enkel een “bibliotheek”. Constructie De woningen uitgevoerd in een staalskelet, dit is ook duidelijk zichtbaar op de plattegronden. Le Corbusier maakte veelvuldig gebruik van staalskeletten om zo slank mogelijk te bouwen. Dat was iets revolutionairs in die tijd. Het staalskelet is verder helemaal opgevuld met elementen van 24 centimeter dik gewapend beton. De vloeren zijn gelijksoortig met wat wij kennen als een “breedplaatvloer”. Alle trappen in de woning zijn uitgevoerd in een combinatie van staal en beton. Verder zijn alle binnenwanden traditioneel gemetseld, de buitenmuren zijn opgetrokken uit holle betonstenen. Kenmerkend voor zijn staalskelet is dat zodoende alle binnenwanden niet dragend zijn en er dus geen ontwerp beperking optreedt en grote ramen en gevelopeningen mogelijk zijn, de geval is dus slechts esthetisch. De funderingen van beide woningen bestaan uit een
Gebouwbeschouwing
Stuttgart, Keulen Weil am Rhein
79
02 Weißenhof Siedlung fundering op staal, namelijk een strokenfundering. Interieur, meubilair en licht Maison Citrohan Kenmerkend voor de woningen van Le Corbusier is de strakke en geometrische vormen, ook Maison Citrohan is hier een voorbeeld van. Constructieve elementen zoals kolommen spelen een grote rol in het gehele plan. Zij dragen niet alleen het gebouw, maar scheiden ook diverse ruimtes. De meubels die in het huis staan zijn in harmonie met de algehele uitstraling en sfeer. Het interieur was destijds de tijd ver vooruit. Dit is niet alleen bereikt door de keuze van verschillende vormen, materialen en meubelen maar ook lichtinval speelt een belangrijke rol. De grote gevelopeningen benadrukken het gevoel van vrijheid en openheid. Doppelhaus Het interieur van deze woning doet ook erg “open” aan. Dit is een positief effect van het gebruik van een staalconstructie, enkel een paar slanke kolommen springen in het oog. De vormen van diverse ruimtes zijn er geometrisch maar erg divers in kleur. Dit geeft een speels effect aan heel het gebouw. Door de vele horizontaal georiënteerde raampartijen komt er veel direct licht het gebouw binnen. Wanneer dit licht valt op de verschillende kleuren lijkt het gebouw helemaal niet kil in tegenstelling tot het “einfamilienhaus” van Le Corbusier. Het “Doppelhaus” is ook een studie van Le Corbusier over kleurgebruik binnen een woning, dit is dan ook duidelijk zichtbaar. Het meubilair daarentegen is vrij eenvoudig te noemen, er zijn geen onnodige meubels te vinden in heel het huis. Bovendien is hetgeen er staat zo simpel mogelijk. 6/7 De wijk, dus ook dit huis heeft niet echt een specifieke opdrachtgever. Het is neergezet als experimentele woonwijk, onderdeel van een tentoonstelling over nieuwe architectuur “Het nieuwe bouwen”. Het plan was een visionair sociaal plan met als doel de arbeider en de huisvrouw de nieuwe tijd binnen te loodsen. Bovendien moesten de woningen goedkoop en
Gebouwbeschouwing
Stuttgart, Keulen Weil am Rhein
80
02 Weißenhof Siedlung eenvoudig zijn omdat er anders niemand uit de doelgroep zou zijn die een vermogen had om dat te financieren. 8. Het huis is wat betreft de bouwmaterialen vrij eenvoudig te ontleden. Te beginnen met het staalskelet dat bestaat uit gewalste profielen. Deze zijn vervolgens opgevuld met holle betonstenen. De vloeren bestaan uit 24cm dikke gewapende betonvloeren waar de binnen wanden op zijn gemetseld met bakstenen. De gevelopeningen zijn voorzien van glazen puien met J.J.P Oud metalen kozijnen.
Ontwerper Rijtjeswoningen J.J.P Oud
Jacobus Johannes Pieter Oud wordt op 9 februari 1890 geboren in Purmerend. Oud was de tweede zoon in de familie. Zijn vader, Henrik Oud was wijnhandelaar en later wethouder van Purmerend. Op aandringen van zijn vader volgt Oud een studie bouwkunde aan de Quellinusschool (1903 t/m 1906) en een tekenopleiding aan de Rijksnormaalschool in Amsterdam (1908 t/m 1910). Gedurende deze opleiding kwam Oud in contact met onder andere architecten Berlage en de Bazel. Na een mislukte poging om te gaan studeren in Delft (1910) vertrok Oud naar München om daar als student en tekenaar-stagair te gaan werken. De eerste architectuuropvattingen kreeg Oud van zijn docent en stedenbouwkundige Theodor Fischer. Fischer was een vernieuwde architect die Oud de betekenis van proporties en het ontwerpen op systeem liet zien. Deze twee kenmerken werden later het handelsmerk van Oud. Oud werkte in 1917 veel samen met kunstenaar Theo van Doesburg. Samen richtten ze het tijdschrift “De Stijl” op. Het blad kreeg vanaf het begin al forse kritiek, omdat het gefinancierd zou zijn door Duitsers. Oud spreekt zich in De Stijl uit voor de moderne architectuur. Toch zijn er een aantal afwijkingen met deze stroming, zo blijft Oud bij het toepassen van bakstenen, ook het gebruik van glas werd beperkt. Dit omdat Oud het een vorm van luxe vond. In 1927 ontwierp Oud een aantal rijtjeswoningen voor de Weißenhofsiedlung. De woningen kunnen door hun gelijke vormen (symmetrie) nog oneindig worden aangebouwd. Met de bouw van de Weißenhofsiedlung ontstond de Internationale Stijl, ook wel het nieuwe bouwen genoemd. Oud nam deze stijl echter niet helemaal over, maar behoorde toch tot de Groten Vier (Ludwig Mies van der Rohe, Walter Gropius en Le Corbusier). Net als Le Corbusier sloot ook Oud zich aan bij de Ciam. Op 5 april 1963 overleed Oud in Wassenaar. Andere bouwwerken van Oud zijn: Kerk voor de hersteld apostolische gemeente, Hillevliet 139, Rotterdam (1929), Spaarbank van Rotterdam, Botersloot 25, Rotterdam (1942-1955), Nationaal Monument op de Dam, Amsterdam (1956)
Kerk voor de hersteld apostolistische gemeente
Nationaal Monument
Gebouwbeschouwing
Spaarbank van Rotterdam
Stuttgart, Keulen Weil am Rhein
81
02 Weißenhof Siedlung Gebouwbeschouwing Haus 5-9 (rijtjeswoningen J.J.P Oud) 1. Net als de huizen van Le Corbusier zijn de rijtjeshuizen van Oud gebouwd in de Weißenhofsiedlung in Stuttgart. De huizen liggen op de kruising van de Pankokweg, waar ook de vrijstaande woning van Le Corbusier ligt, met de Bruckmannweg. Tegenover de woningen staat het appartementencomplex dat is ontworpen door Ludwig Mies van der Rohe. Onderaan de woningen tegen de Pankokweg aan ligt een woning van Adolf G. Sneck. Deze woningen van J.J.P Oud zijn de voorlopers van de moderne architectuur, ook wel het moderne bouwen of de Internationale Stijl genoemd. In totaal zijn er vijf woningen gebouwd. Alle hoofdingangen liggen aan de Pankokweg, dus aan de noordzijde. Het gebouw valt op, niet door zijn grote of hoogte, maar door zijn symmetrie. 2. Moderne architectuur wordt geassocieerd met de basisvormen. De woningen van Oud hebben als hoofdvorm een rechthoek. De woning is opgebouwd uit twee rechthoeken. Een grote rechthoek met daarvoor een kleiner rechthoek. Omdat de woningen op een heuvel zijn lopen de ze trapsgewijs omhoog. De lengte van het totale woningenblok is 27 meter. Omdat het hier gaat om gelijke huizen heeft één huis een lengte van 5,40 meter. De breedte varieert van 8,77 meter zonder uitbouw en 11,70 meter met uitbouw. De totale woonoppervlakte van één woning bedraagt 73 vierkante meter. 3. Wanneer er naar de gevels gekeken wordt dan kan geconcludeerd worden dat deze woningen voorbeelden zijn van Moderne architectuur. Ten eerste het platte dak, een typisch kenmerk voor de Moderne architectuur, zie woningen Le Corbusier. Daarnaast is de woning niet voorzien van zichtbaar metselwerk, maar van een witte pleisterlaag. Een opmerkelijk detail aan de woning is de voordeur, wanneer deze betreden wordt komt men in een binnenplaats/patio terecht. De werkelijk entree van de woning zit aan de rechterkant bij het betreden van de patio. De voorgevel heeft bij de uitbouw een strokenvenster. Verder heeft de voorgevel nog openslaand raam. Het aantal ramen aan de voorgevel valt mee, als er wordt gekeken naar bijvoorbeeld de huizen van Le Corbusier. De achtergevel is daarentegen voorzien van meerdere grote ramen, dit geeft een grote hoeveelheid daglicht toetreding. Daarnaast heeft de achtergevel
Gebouwbeschouwing
Stuttgart, Keulen Weil am Rhein
82
02 Weißenhof Siedlung nog een klein balkon aan de linkerzijde van iedere woning. De zijgevels van de hoekwoningen hebben geen enkel raam. De woning heeft op het eerste gezicht twee verdiepingen, maar de woningen zijn voorzien van een kelder. 4. In 1927 kreeg J.J.P. Oud het verzoek om voor een tentoonstelling in Stuttgart arbeiderswoningen te ontwerpen. Het daadwerkelijk ontwerp staat nog steeds overeind. Na de tentoonstelling zijn de woningen aangepast zodat ze te gebruiken waren om in te wonen. Door een zwaar bombardement werden de ramen van de woningen dichtgemetseld. Na de oorlog was de rij huizen zwaar beschadigd. Van de verwoeste huizen werden de stenen gebruikt om de huizen te repareren. De eerste renovatie vond plaats in 1983/84. Een aantal ramen werden eruit gehaald en vervangen door de oorspronkelijke ramen. In 2000 is er een tweede renovatie geweest aan de woningen. De gevels zijn geheel verbeterd en schoongemaakt. 5. De indeling van de woning ziet er als volgt uit: Begane grond Op de begane grond bevindt zich de ingang, woonkamer, eetkamer, keuken en een berging. eerste verdieping Op de eerste verdieping is er de badkamer inclusief toilet en een drietal slaapkamers. Bovendien is er nog een kelder met daarin ruimte voor opslag en voorraad. Constructie De constructieve wanden zijn gemaakt van betonstenen die hol zijn vanbinnen zogeheten “Leightbeton” met een dikte van 150mm. De niet dragende binnenwanden zijn van 40mm dikke bakstenen. De vloeren zijn allemaal uitgevoerd in beton. Deze woningen zijn in tegenstelling tot die van Le Corbusier vrij traditioneel in plaats van een toen moderne staalconstructie. Interieur, meubilair en licht Het interieur van de woning is evenals de woningen van Le Corbusier erg kil en kaal. Er
Gebouwbeschouwing
Stuttgart, Keulen Weil am Rhein
83
02 Weißenhof Siedlung bevinden zich geen onnodige elementen in het interieur. Zowel de binnenwanden als de buitenwanden zijn met een stuclaag afgewerkt. De plafonds zijn alleen maar geschilderd, dit was de bekistingzijde van de breedplaatvloer. Deze aaneenschakeling van simpele, eenvoudige afwerkingen veroorzaken het kille effect. Daarentegen dienden de woningen goedkoop uitgevoerd te worden om ze betaalbaar te houden voor de doorsnee burger. De meubels zijn daarom ook vrij eenvoudig. 6.7. Het Weißenhofscheidlung heeft geen specifieke opdrachtgever, de bedoeling was een experimentele woonwijk. Het is een tentoonstelling geworden over de nieuwe architectuur “Het nieuwe bouwen” Het plan was een visionair sociaal plan met als doel de arbeider en de huisvrouw de nieuwe tijd binnen te loodsen. Bovendien moesten de woningen goedkoop en eenvoudig zijn omdat er anders niemand uit de doelgroep zou zijn die een vermogen had om dat te financieren. 8. Zoals al eerder naar voren kwam is het materiaalgebruik vrij eenvoudig. Dit is eigenlijk alleen omdat het zo betaalbaar bleef. Bijvoorbeeld vrij traditioneel gemetselde betonsteen wanden, gewapende breedplaatvloeren en een betonnen kelder. De kozijnen zijn vrijwel allemaal van metaal, opgevuld met glas. Een toch wel opvallend accent aan de woningen is de donkere trim rondom, dit is in contrast met de witte gevels.
hoofdsponsors:
info:
Rathenaustrasse 1, 70191 Stuttgart Toegang huizen: gratis, toegang museum: 4,00 euro pp. Openingstijden: Di - Vrij 11:00 - 18:00, Za - Zo 10:00 - 18:00
84
03 Mercedes-Benz Arena Ontwerper
Paul Bonatz was en Duitse architect. Hij is geboren op 6 december 1877 in Solagne. In 1900 voltooide hij zijn studie architectuur aan de Technische Universiteit van München. Bonatz gebruikte de oud Romaanse architectuur als voorbeeld, waardoor een vereenvoudigd Neo-Romaanse stijl ontwikkeld werd. Hiervan zijn voorbeelden het centraal station van Stuttgart (1927) en het Basel Art Museum (1936). Bonatz was opgeleid door Theodor Fischer, maar Bonatz deed niet mee met de nazi-partij. Wat Fisher wel deed. Hij werd daarna ingesteld als architectonische deskundige en advi- Paul Bonatz seur van inspecteur-generaal voor de Duitse wegenbouw Fritz Todt. Hij kreeg opdrachten in de infrastructuur in het Derde Rijk. Bonatz werd gebruikt door de politiek om naam te maken, maar vond hem politiek onbetrouwbaar. Zo is Bonatz twee keer onderzocht door de politie. Hij werd beschuldigd samenwerken met Joden en openlijke kritiek op Adolf Hitler. Bonatz vluchtte in 1943 naar Turkije na een meningsverschil met Hitler over de plannen van het Centraal Station van München. In de periode van 1943 tot 1954 Bonatz bouwde veel projecten in Ankara. Onder deze projecten was het Ankara Opera House. Dit was net voordat hij terugkeerde naar Duitsland in 1954 om te helpen bij de wederopbouw van Stuttgart en Düsseldorf. Vanaf 1954 tot zijn dood was Paul Bonatz professor aan de Universiteit van Stuttgart. Hij overleed op 20 december 1956.
Stuttgart Hauptbahnhof
Gebouwanalyse
Kunstmuseum Basel
Ankara Opera House
1. De Mercedes Benz Arena ligt in de buurt van de rivier de Neckar. De tweede naam van het stadion is ook naar deze rivier genoemd: het Neckarstadion. Het stadion ligt in het district Bad Cannstatt. Dit is de dichtbevolkte en oudste wijk van Baden-Wuerttemberg. Dit district ligt aan allebei de kanten van de rivier de Neckar. Bad Cannstatt heeft deze naam gekregen in de Romeinse periode. De Mercedes Benz arena ligt in het hart van het Neckarpark. Direct aan de noordkant van de arena is het nieuwe Carl Benz Center. Dit is een entertainment center voor voetbalsupporters. Daarnaast staat de Porsche-Arena en de Hanns-Martin-Schleyer-Halle. Het stadion staat in de buurt van het Mercedes Benz museum. Dit wordt in de gids verder uitgewerkt. Daarnaast staat het stadion in de buurt van het kantoor en de fabriek van Mercedes Benz. Daarnaast ligt er een drukke snelweg naast het stadion waardoor het stadion makkelijk te bereiken is voor
Gebouwbeschouwing door: Thomas Coppoolse
Stuttgart, Keulen Weil am Rhein
85
03 Mercedes-Benz Arena toeschouwers van evenementen, voetbalwedstrijden en atletiekwedstrijden. 2. De ovale vorm van het stadion geeft de toeschouwers uit alle hoeken een goed beeld op de wedstrijd of het evenement. Het stalen frame van het dak valt als eerste op als je het stadion bekijkt. Dit frame golft als het waren rond het stadion. Het geeft de indruk dat je naar een achtbaan aan het kijken bent. Het dak heeft een oppervlakte van 34.200 m2. Daarnaast is er 32.849 m2 aan tribune. De atletiekbaan en het voetbalveld samen heeft een oppervlakte van 17.420 m2. Naast dat het als voetbal- en atletiekstadion wordt gebruikt, beschikt het stadion over een aantal appartementen. Dit bedraagt 13.640 m2. Het stadion heeft een diameter van ongeveer 300 meter in de lengte en ongeveer 240 meter in de breedte. De dakopening heeft een afmeting van ongeveer 170 meter bij ongeveer 230 meter. Het hoogste punt van het stadion ligt op ongeveer 50 meter. Het dak hangt op een hoogte van ongeveer 32 meter. 3. Voordat je het stadion binnen mag komen, moet er eerst een toegangscontrole gehouden worden bij één van de 78 elektronische poortjes. Door deze elektronische toegangspoortjes worden valse of dubbele toegangskaartjes geweigerd. De ovale en lage vorm van het stadion word opgenomen in de omgeving. Door de golvende lijnen wordt het stadion één met de omgeving, maar door de witte kleur springen de vormen er toch uit. Het stalen frame dat golvend boven het dak zweeft, lijkt van een afstand op een achtbaan. Het dak is gemaakt van polyesterweefsel. Dit polyesterweefsel is per onderdeel gebold, wat weer een effect heeft op het uiterlijk van het stadion. 4. Het stadion is oorspronkelijk gebouwd in 1933. Toen heeft het de naam “AdolfHitler-Kampfbahn” gegeven. In 1935 werd het stadion uitgebreid van 35.000 naar De constructie is vanaf de buitenkant goed te zien 70.000 toeschouwers. Na de Tweede Wereldoorlog tot 1949 was het stadion in handen van de Amerikanen. De naam van het stadion was toen Kampfbahn. In 1949 werd de naam weer veranderd. Dit maal werd het veranderd in Neckarstation. Deze naam komt van de nabij gelegen rivier de Neckar. Sindsdien is het de thuishaven van VfB Stuttgart. Deze speelt in de hoogste divisie van het Duitse
Gebouwbeschouwing
Stuttgart, Keulen Weil am Rhein
86
03 Mercedes-Benz Arena voetbal, de Bundesliga. In 1949 en 1951 werd er de Gegentribüne gebouwd. Hierbij werd de capaciteit uitgebreid tot 97.500 toeschouwers. In de late jaren 1980 en de vroege 1990 werd het stadion deels gefinancierd door Daimler-Benz. Gottlieb Daimler heeft als de eerste motorfiets en 4-wiel auto getest. Sindsdien heette het stadion het Daimler-Benz-Stadion. In 1990 kreeg het een verwarmingsbuizen onder het gras en in 1992 werd de dakconstructie geplaatst. Door deze dakconstructie is de capaciteit gedaald tot 53.700 toeschouwers. In 2006 is er een kubus met aan alle vier de kanten een scherm is opgehangen. In de zomer van 2008 is de naam veranderd in Mercedes Benz Arena. In 2009 is een deel van de tribune gesloopt waardoor de capaciteit weer is gedaald naar 41.000. De arena werd daarna helemaal verbouwd. Het stadion wordt momenteel omgebouwd en zal klaar zijn in december 2011. Dan zal het Mercedes Benz Arena ongeveer 60.000 toeschouwers kunnen ontvangen. Een leuk detail is dat op 25 mei 1988 de Nederlandse voetbalclub PSV de Portugese voetbalclub Befinca Lissabon versloeg in het toenmalig Daimler-Benz-Stadion. Hierdoor werd PSV Europees kampioen. Hier waren ongeveer 70.000 toeschouwers getuigen van. 5. Het stadion heeft een unieke dakconstructie. Deze dakconstructie is makkelijk te herkennen in de wijde omgeving. Het esthetische stalen frame draait en golft rond het hele stadion en heeft een gewicht van ongeveer 2.700 ton. De stalen kabels die het dak aan het frame ophangt weegt ongeveer 420 ton. Dit dak is geplaatst voor de wereldkampioenschappen atletiek 1993. Deze stalen kabels dragen het dak wat gemaakt is van polyester. Het dakweefsel is duurzaam genoeg om 1.000 kg gewicht per vierkante decimeter te weerstaan. Het dakweefsel heeft een lichdoorlatenheid van ongeveer 8%. Zo hoeft er overdag geen lampen aan voor het publiek. Verder kan er via de stalen kabels naar de middelste kubus het dakweefsel worden gelegd, waardoor er een overdekt stadion gecreëerd word. Het stadion heeft in totaal 44 blokken. Deze 44 blokken zijn onderverdeeld in vier secties, De Haupttribüne: grenzend aan de Mercedesstraße. Hier is ook de VIP-lounges gelokaliseerd. De EnBW-tribune: vernoemd naar de belangrijkste sponsor EnBW. De EnBW-tribune is de voormalige Gegentribüne. De Canstatter Kurve: aan de linkerkant van de Haupttribüne. Hier bevinden zich ook de woonblokken waar de meest toegewijde fans wonen. De Untertürkheimer Kurve: aan de rechterkant van de Haupttribüne. Hier bevind zich de huisvesting van gastenteam fans. 6. Door de jaren heen is het stadion meerdere keren verbouwd. Meestal dat er verbouwd werd, vond in korte tijd een evenement in het stadion plaats. Het stadion werd voor het eerst verbouwd in 1935. Hierbij werd het uitgebreid naar 70.000 zitplaatsen. Na de Tweede Wereldoorlog werd het stadion uitgebreid tot 97.500 toeschouwers. Voor het WK 1974 werd
Gebouwbeschouwing
Stuttgart, Keulen Weil am Rhein
87
03 Mercedes-Benz Arena de hoofdtribune afgebroken en vervangen door een nieuwe tribune. In het midden van de Untertürkheimer Curve werd de Marathon Poort gemaakt. Hierdoor zijn zitplaatsen verloren gegaan is de capaciteit geslonken tot 70.000. Toen het dak de dakconstructie boven de tribunes werd geplaatst ging dit weer ten koste van een zoon 13.000 zitplaatsen. Na vele aanpassingen is de capaciteit teruggebracht tot 41.000 toeschouwers. Op dit moment wordt het stadion verbouwd en uitgebreid. De atletiekbaan wordt weggehaald waardoor er extra ruimte vrijkomt. Deze ruimte wordt opgevuld door zitplaatsen, waardoor er ongeveer 61.000 toeschouwers voetbalwedstrijden kunnen bewonderen. De gehele verbouwing moet december 2011 klaar zijn. 7. Het stadion heeft door de jaren heen verschillende functies bekleed. Het is vanaf het begin al als voetbalstadion gebruikt. Zo heeft het vier wedstrijden van het WK voetbal in 1974, twee wedstrijden van de in 1988 UEFA European Football Chamionship en zes wedstrijden van het WK voetbal in 2006 gehost. Naast een voetbalstadion werd het ook nog gebruikt voor andere sporten. Zo is er een atletiekbaan rond het voetbalveld. Zo werd het Europese Atletiek georganiseerd in 1986. Daarnaast werden er in 1993 de wereldkampioenschappen atletiek gehouden. En was het de gastheer van de IAAF World Athletics finale van 2006 tot 2008. Naast atletiek is er in de jaren 1990 ook verschillende Eurobowl finales van American Football gespeeld. Daarnaast is er ook wel eens een evenement georganiseerd in het stadion. Zo werd er in 1976 het allereerste open air festival in een voetbalstadion gehouden in dit stadion. Op een moment is de capaciteit 97.500 toeschouwers geweest. Dit kwam vooral doordat er meer vraag van het publiek was om wedstrijden bij te wonen. Toen later is het stadion meerdere keren verbouwd omdat er een evenement werd georganiseerd. 8. Het gebouw is gemaakt van meerder materialen. De dakconstructie is gemaakt van staal en heeft een gewicht van 2.700 ton. Daarnaast is het dak gemaakt uit een PVC-gecoat polyester weefsel. Dit weefsel heeft een treksterkte van 1.000 kg per vierkante decimeter. Het materiaal heeft een lichtdoorlatenheid van 8%, zodat het op de tribunes nog indirect natuurlijk zonlicht valt. Dit dak wordt door middel met 420 ton sterkte stalen kabels en gietstukken Daarnaast is de tribune gemaakt van gewapend beton. Ongeveer 20 cm onder het gras liggen verwarmingsbuizen. Deze buizen hebben in totaal een lengte van meer dan 20 kilometer.
Gebouwbeschouwing
Stuttgart, Keulen Weil am Rhein
88
04 Fernsehturm Ontwerper
De eerste tv-toren van de wereld is ontworpen door Fritz Leonhardt in 1954. Fritz is geboren op 11 juli 1909 en is gestorven op 30 december 1999 in Stuttgart. Hij was de schepper, ontwerper en bouwer van deze tvtorens in Stuttgart. Hij werd ook wel “de architect” genoemd, terwijl hij eigenlijk bouwingenieur van beroep was. Fritz werd bekend vanwege het bouwen van bruggen. Op zijn 44 jarige leeftijd gebruikte hij voor het eerst gewapend beton voor een toren. De Fernsehturm is dan ook de eerste Fritz Leonhardt toren die is gemaakt met gewapend beton, maar gewapend beton werd al veel eerder gebruikt voor het bouwen van bruggen. Drie andere bouwwerken waar Fritz Leonhardt aan heeft gewerkt zijn: de “Deutzer Brücke” (1947-1948), “Ostankino Tower” (1959-1967) en “Neckar Viaduct” (1975-1977). De “Deutzer Brücke” ligt in Keulen en steekt over de Rijn. Naast het autoverkeer kan ook het tramverkeer over deze brug. De “Ostankino Tower” staat in Moskou en wordt gebruikt als communicatietoren. Bij dit project was Fritz de raadgevende ingenieur van Nikolai Vassiljevich Nikitine. De snelweg A 81 gaat over de “Neckar Viaduct” die naar de zuidzijde Stuttgart leidt. Fritz heeft de brug ontworpen samen met architect Hans Kammerer.
Deutzer Brücke (Keulen), Ostankino Tower (Moskou), Neckar Viaduct (Stuttgart)
Gebouwbeschouwing
1. De Fernsehturm is gelegen aan de Jahnstraße en ligt buiten Stuttgart. Vanaf de tv-toren het centrum in noordwestelijke richting te zien. Ten zuidwesten van de tv-toren liggen de sportvelden van Waldau op nog geen tweehonderd meter afstand. Voor de rest de toren omringd door een groot bos. 2. De Fernsehturm bestaat uit een lange, afgeknotte, kegelvormige toren met een cilindervormige mand er bovenop, waar bezoekers in het restaurant die over het rondliggende gebied kunnen kijken. Daarop zitten nog twee platforms waar nog meer bezoekers van het uitzicht kunnen genieten. In het midden van het platform staat nog een hoge radio/tv-antenne. De toren heeft een hoogte van 216,61 meter met antenne. De hoogte van de grond tot aan de bovenkant van de Panorama cafés is
Gebouwbeschouwing door: Paulien van Es
Stuttgart, Keulen Weil am Rhein
89
04 Fernsehturm 147,00 meter. Drie meter daarboven ligt het eerste uitkijkplatform. Het niveau van het tweede platform ligt nog eens 2,40 meter boven het eerste platvorm, maar is wel kleiner. De hoogte van de grond tot aan het begin van de antenne is 160,94 meter. De toren heeft een diameter van 10,80 meter bij de ingang van de toren. De diameter van de toren net onder de mand is 5,04 meter. 3. Het dak van de tv-toren is tevens het eerste uitkijkplatform, waar bezoekers in de hele omgeving kunnen kijken. Rondom de rand van het platform is een hoog hek geplaatst, waardoor er niemand door kan vallen. Ook rond het tweede platform is een hek geplaatst tot borsthoogte en voor extra bescherming is er een rand van glas op het hek geplaatst waar je doorheen naar beneden kan kijken. 4. Op eerste kerstdag 25 december 1952 werd voor het eerst het nieuws op de televisie uitgezonden in Duitsland. De televisie was in die tijd nog maar voor weinig mensen bekend en voor velen onbetaalbaar. In Stuttgart waren nog geen tv-stations, waardoor de vraag ernaar toenam. Toen Stuttgart een tv-station had, was de ontvangst erg slecht of zenders deden het helemaal niet. De mensen waren ontevreden en de dealers beklaagden het tv-station, omdat ze zonder kanalen geen televisies kon verkopen. De verkoopprijs was ondertussen omlaag gegaan, waardoor de belangstelling voor een tv-toestel later toenam. Er werd gepland een 200 meter hoge mastconstructie te bouwen, maar daar zagen de bouwmeester, Helmut Rupp, en de raadgevende adviseurs, Fritz Eberhard en Friedrich Müller, vanaf toen er een gedeelte van de mast begon te bederven. Fritz Leonhardt overtuigde hen ervan om in plaats van een zuivere constructie een toren met café te bouwen. Erwin Heinle nam de artistieke en technische leiding over van Helmut. Sinds 2006 zend de Fernsehturm geen uitzendingen meer uit, omdat de televisie frequentie niet langer meer geschikt was voor de zenders. De stalen werkconstructie van de toren zou uitgebreid en herbouwd moeten worden. In plaats daarvan hebben ze nabijgelegen een nieuwe telecommunicatie toren gebouwd. 5. De entree bevindt zich aan de voet van de toren met daarachter een lift. Deze lift geeft eenmaal boven, toegang tot de Panorama cafés of het eerste platform. De mand bestaat uit vier lagen en heeft een maximale diameter van 15,00 meter. Op de bovenste verdieping zitten de Panorama cafés en op de verdieping daaronder zit het restaurant. Onder het restaurant zit de vloer van de keuken en daaronder zit nog een laag waar alle technische mechanismen verstopt zitten. 6. Na de oplevering van de tv-toren kwam het totaalbedrag uit op 4,3 miljoen Duitse Marken. De opdracht-
Gebouwbeschouwing
Stuttgart, Keulen Weil am Rhein
90
04 Fernsehturm gever heeft daarna nog “Met dit bouwwerk is het weer geveel geld moeten uitge- slaagd eenmaal te kunnen zeggen dat ven aan renovaties. De men noodzakelijk technisch gelijktijdig opdrachtgever wilde de ook goed kan vormgeven, zodat het de toren laten modernise- mensen verblijdt en ook direct bruikkan zijn.” ren. Van 1979 tot 1983 baar Fritz Leonhardt werd er een nieuwe liftsysteem op de toren toegepast. Ook zijn er nieuwe energievoorzieningen, airconditioning en keukeninrichting in de toren geplaatst. 7. Toen de tv-toren in 1954 boven de toppen van de bomen uitkwam en vanuit alle richtingen te zien was, protesteerden er talloze burgers. Ze vonden dat de toren het aanzicht van de prachtige bossen aantastte. Tegenwoordig weten de mensen wel beter, want de tv-toren is de belangrijkste bezienswaardigheid van de stad Stuttgart geworden. Het Instituut van Onderzoek in Leipzig heeft aan 628 burgers van Stuttgart gevraagd een enquête in te vullen over welke drie monumentale bezienswaardigheden ze zich het meest met Stuttgart verbinden. 76% van de gerespondeerde burgers heeft in de top drie de Fernsehturm gekozen en 57% van de gerespondeerde burgers heeft zelfs de Fernsehturm op de eerste plaats gezet. 8. De tv-toren bestaat uit de volgende elementen: cement (1430 ton), grind en zand (5250 m3), stenen (85000 stuks), klinkers (5000), beton en voorgespannen staal (340 ton), hout (680 m3) en rioleringsleidingen (twee vrachtwagens vol). De fundering is gemaakt van beton en de gevel van de mand bestaat uit glas- en staalplaten.
hoofdsponsors:
info: Adres: Jahnstraße 120, 70597 Stuttgart
Bushalte: “Ruhbank” of “Waldau” lijn 70; Metrolijnen: U7 en U8 Entree: 5,00 pp
91
04b Aussichtsturm am Killesberg Gebouwbeschouwing
1. De wenteltrap is gelegen in het Killesbergpark ten noorden, buiten de stad Stuttgart. De uitzichttoren geeft uitzicht op het noordelijk deel Stuttgart en de rest van het Killesbergpark. 2. De uitzichttoren is kegelvormig en lijkt op een wenteltrap omringt door een geweven kabelnet. De uitzichttoren is 41 meter hoog en heeft in totaal vier platforms. De eerste platform zit op een hoogte van acht meter, de tweede op een hoogte van 16 meter, de derde op een hoogte van 24 en de vierde op een hoogte van 31 meter. 4. Voorheen heeft er een andere uitzichttoren op de plek gestaan waar nu de Killesbergturm staat. 5. De toren bestaat uit een centrale mast met vier platforms. De platforms worden met elkaar verbonden door twee stalen wenteltrappen die met 180 graden naar de volgende platform draaien. Daar omheen zit in een spiraal geweven kabelnet van 48 stalen kabel. De toren vangt veel wind op, waardoor er vervorming plaats vind. Desondanks zorgen de 48 kabels en de centrale mast ervoor dat de toren blijft staan.
Aussichtsturm am Killesberg (links van de straat Beim Höhenfreibad)
Gebouwbeschouwing
Stuttgart, Keulen Weil am Rhein
92
05 Neue Staatsgalerie Ontwerper
De ontwerpers van de Neue Staatsgalerie zijn James Stirling en Michael Wilford. James Stirling is geboren in Glasgow in het jaar 1926. Van 1945 tot 1950 werd hij opgeleid in de traditie van de Beaux Arts op de Universiteit van Liverpool. In 1953 trad hij in dienst bij het bureau “Lyons, Israel & Ellis” in Londen. Daarna leerde hij James Gowan kennen, waarmee James Stirling hij in 1956 een kantoor oprichtte met de naam “Stir- Michael Wilford ling & Gowan Architects”. In 1963 nam Gowan afscheid van het bureau. Geïnspireerd door de latere ontwerpen van de architect Le Corbusier en de theorieën van the Smithsons, maakten Stirling en Gowan verschillende invloedrijke gebouwen die een trend vormden in het gebruik van steen en zichtbeton. Bij de belangrijkste werken van Stirling uit de late jaren vijftig en zestig heeft Stirling vooral gekeken naar de schoonheid van het gebouw en hoe nuttig het gebouw is. In het jaar 1971 ging Stirling samenwerken met Michael Wilford. Wilford nam de organisatorische activiteiten voor zijn rekening en Stirling hield de verantwoordelijkheid over het creatieve proces. Al snel volgde er grote projecten zoals bijvoorbeeld de Neue Staatsgalerie in Stuttgart. In 1983 won de architect de prestigieuze “Pritzker Prize” voor het omvangrijke werk tijdens zijn hele loopbaan. Enkele bekende gebouwen die Stirling ontworpen heeft zijn het History Building van de Universiteit van Cambridge (1964-1967), het Engineering Building van de Universiteit van Leicester (1959-1963) en het Arthur M. Sackler Museum in Cambridge (1979-1985). In de evolutie van de twintigste-eeuwse bouwkunst vormden deze eerste twee indrukwekkende universiteitsgebouwen samen de schakel tussen de Internationale Stijl van de jaren twintig en dertig en de Hightech van de jaren zeventig en tachtig. Michael Wilford is geboren in 1938. Hij is een Engelse architect uit Hartfield. Wilford stu-
Engineering Building University of Leicester
History Building University of Cambridge
Arthur M. Sackler Museum, Cambridge
deerde van 1955 tot 1962 aan de Noordelijke Polytechnische School of Architecture in Londen en in 1967 aan de Regent Street Polytechnic School Planning in Londen. In 1960 sloot hij zich aan de praktijk van James Stirling en in 1971 richtten ze samen het partnerschap Stirling en Wilford op die bleef tot aan de dood James Stirling in 1992. Van 1993 tot 2001 werkte Michael Wilford in partnerschap onder de naam “Michael Wilford and Partners”. Wilford’s werk heeft
Gebouwbeschouwing door: Jannick Vlasveld
Stuttgart, Keulen Weil am Rhein
93
05 Neue Staatsgalerie internationaal veel faam verworven. Zijn werk omvat belangrijke openbare gebouwen zoals culturele centra, galeries, musea en bibliotheken in de hele wereld. Deze projecten hebben vele architectuurprijzen gewonnen. In het jaar 1997 won Wilford de Stirling prijs voor het ontwerp van de University for Art and Music in Stuttgart. In het jaar 2000 ontwierp Wilford de Britse Ambassade in Berlijn. De meest recente prijs was dat voor het ontwerp van The Lowry performing and visual arts centre in Salford.
Britse Ambassade, Berlijn
Arthur M. Sackler Museum, Cambridge
University for Art and Music, Stuttgart
Gebouwanalyse
1. De Neue Staatsgalerie ligt aan de Konrad-Adenauer-Strasse in Stuttgart, Duitsland. De Neue Staatsgalerie is vlak tegen de oude Staatsgalerie aan gebouwd. 2. De hoofdvorm van de Neue Staatsgalerie bestaat uit drie rechthoeken die samen een U-vorm maken. In deze U-vorm zijn de galeries ondergebracht. Het gedeelte tussen de U-vormige rechthoeken ligt lager. In het midden hiervan bevind zich een rond gebouw dat er bovenuit steekt, de rotonde. Het gebouw is dus opgebouwd uit verschillende volumes van verschillende hoogte. Als je aan de voorkant van het gebouw staat, is een vloeiend landschap van klimmende terrassen te zien. Al bij al is het een niet doorgaans gebouw met veel onregelmatige vormen. 3. De gehele buitengevel van de Neue Staatsgalerie bestaat uit goudkleurige zandstenen wanden, waarachter een geraamte van gewapend beton zit. Het gebouw bevat warme, natuurlijke elementen van Travertin en zandsteen om het contrast te maken met het industriële groene stalen skelet en de roze en blauwe stalen leuningen. Het totale exterieur bevat tal van verwijzingen naar verschillende tijdperken uit de architectuurgeschiedenis. De voorgevel is naar het Noord- Westen gericht en ziet eruit als een oplopend terras. De voorgevel valt ook goed op door de grote gekleurde stalen leuningen, die het contrast maken met de Travertin zandstenen. De functie van de voorgevel is het gebouw doen opvallen. De achtergevel is naar het zuid- oosten gericht en is samen met de zijgevels minder
Gebouwbeschouwing
Stuttgart, Keulen Weil am Rhein
94
05 Neue Staatsgalerie opvallend als de voorgevel, want de achtergevel en zijgevels zijn namelijk veel strakker en rechthoekiger. Licht speelt een belangrijke rol in het gebouw. Aan de voorgevel bij de ingang zit een groot raam dat een golfpatroon volgt. Het raam heeft fel groene kozijnen, zodat het extra opvalt. Aan de rechterkant van de voorgevel zit een iets kleiner raam, maar het is wel in dezelfde stijl gemaakt. Verder bevind zich in het kleine ronde gedeelte van het gebouw, het infopunt, een glazen dak. De deuren van de hoofdingang van de Neue Het interieur is kleurig en is voorzien van veel groene tinten Staatsgalerie worden gekenmerkt door zijn felle rode kleur en zijn ronde vormen. De Neue Staatsgalerie heeft overal een plat dak, alleen het U-vormige gedeelte heeft een verhoging op het dak zitten. 4. De Staatsgalerie bestaat uit de Oude- en de Neue Staatsgalerie. De Neue Staatsgalerie is gebouwd van 1977 tot 1984 en behoort tot een van de belangrijkste culturele gebouwen uit het laatste kwart van de vorige eeuw. Het gebouw doet dienst als museum. Deze uitbreiding van de oude Staatsgalerie was bedoeld om een gedeelte van de vaste collectie onder te brengen, maar moest tegelijk ruimte bieden aan reizende tentoonstellingen. Het gebouw bevindt zich nu nog steeds in zeer goede staat, ook al is de buitengevel van Travertin en zandsteen en daardoor zeer gevoelig voor vocht. Ook kan vuil zich hieraan makkelijk hechten. Het staal dat in het gebouw verwerkt zit is wel makkelijk te onderhouden, doordat het goed schilderbaar is. 5. De Staatsgalerie herbergt een unieke collectie van kunst van zevenhonderd jaar geleden en presenteert meerdere uitdagende tentoonstellingen per jaar. In het museum bevindt zich klassieke, moderne en hedendaagse schilderkunst en beeldhouwkunst. Zo is er oude Duitse, Italiaanse en Nederlandse kunst en kunst van het Zwabische Classicisme te bezichtigen. Ook zijn er uitstekende werken van individuele kunstenaars te bewonderen, zoals Picasso, Beckmann, Schlemmer, Beuys, Kiefer en Baselitz. In het interieur van het gebouw vind men gewelfstenen, architraven en pedimenten. Eén van de meest opvallende kenmerken van het gebouw is het centrale cirkelvormige atrium. In deze afgesloten ruimte bevind zich de beeldentuin. Dit wordt omzeild door een openbaar voetpad dat
Gebouwbeschouwing
Stuttgart, Keulen Weil am Rhein
95
05 Neue Staatsgalerie voetgangers door een architectonische landschap leidt. Door dit pad is het mogelijk om van lager gelegen gebieden naar hoger gelegen gebieden te komen. In het interieur is soms ook gebruik gemaakt van groen gekleurde vloeren. Deze vallen extra goed op. Verder zijn er in het gebouw speciale vormen verwerkt, zoals paddenstoel -vormige pilaren en is er veel gebruik gemaakt van kleur, zodat het interieur een moderne uitstraling heeft. 6. De opdrachtgever van de nieuwe Staatsgalerie was het museum Paddenstoel- vormige pilaren van de oude Staatsgalerie. De vraag die het museum aan de twee architecten stelde, was om een toevoeging te bedenken bij het bestaande gebouw (dat overigens al dateerde uit de vroege negentiende eeuw). Een programma van eisen had het museum niet. Het was alleen wel van belang dat ze het teveel aan kunstcollectie in de nieuwe Staatsgalerie kwijt konden. Voor het ontwerp van de Neue Staatsgalerie lieten ze Stirling zijn eigen gang gaan. 7. De Staatsgalerie is één van de meest bezochte musea in Duitsland. Door het grote aantal bezoekers steeg de Staatsgalerie het eerste jaar na de opening op 9 maart 1984 al meteen naar de tweede plaats van meest bezochte musea in Duitsland. Het gebouw is dus qua maatschappelijke context van groot belang voor de stad Stuttgart. De Neue Staatsgalerie is zo ingedeeld dat het voor de bezoekers een prettige omgeving is om naar de kunstwerken te komen kijken. Bezoekers voelen zich snel op hun gemak in het gebouw. Ook zijn er liften, trappen en hellingbanen aanwezig, wat het makkelijk maakt om van de ene naar de andere ruimte te gaan. 8. Bij de bouw van de Neue Staatsgalerie is gebruik gemaakt van gewapend beton, Travertinsteen, zandsteen, glas en staal. Zoals al eerder vermeld, bestaat de buitengevel uit zandsteen en Travertin. Daarachter bevindt zich een geraamte van gewapend beton. Een nadeel van Travertin is dat het makkelijk vocht opneemt en daardoor makkelijker kan scheuren als het vriest. Ook zijn Travertin en zandsteen niet weervast en het is minder makkelijk te onderhouden, doordat het onregelmatige poriën heeft. Voor de ramen is glas gebruikt. Aan de voorkant van het gebouw is het glas zo verwerkt dat het lijkt alsof het een golfpatroon volgt. Ondanks de gelaagdheid van het ontwerp en de oudere uitstraling van de buitengevel heeft het gebouw een soort van jeugdigheid behouden. De oorzaken hiervan zijn de bovenmaatse leuningen van geschilderd staal, de potsierlijke poortjes en het gebruik van andere felle kleuren. Al deze kleuren steken fel af bij het sobere Travertin en zandsteen. De Staatsgalerie heeft zo ook wat weg van een enorme speelplaats. Visualisering van het totale gebouw
info:
Konrad-Adenauer-Str. 30-32, 70173 Stuttgart 071147040-0 maa. gesloten, dins. en dond. geopend van 10.00u tot 20.00u, overige dagen van 10:00u tot 18:00u
96
06 Hysolar Research Building Ontwerper
Het Hysolar Research Building is gebouwd in 1986 en opgeleverd in 1987. Oorspronkelijk was het gebouw bedoeld als een Research centrum voor zonne-energie. Het gebouw is ontworpen door Gunter Behnisch, een Duitse architect die op 12 juni 1922 in Dresden (Duitsland) is geboren. Hij studeerde in Stuttgart aan de technische universiteit. Nadat hij zijn opleiding had afgerond ging Gunter een jaar werken voor Rolf Gutbrod voordat hij zijn eigen architectenbureau opstartte. In 1967 startte hij Gunter Gunter Behnisch Behnisch & Partner. Oorspronkelijk concentreerde het bedrijf zich in het maken van prefab schoolgebouwen. Omdat dit systeem kleine flexibiliteit toelaat, konden er gebouwen gerealiseerd worden in meer organische moderne stijlen. Het bedrijf van Behnisch gelooft in het ontwerpen met het idee dat innovatieve bouwtechnieken en materialen leiden tot nieuwe architectonische mogelijkheden. Gunter’s eerste grote opdracht in 1968 was het ontwerpen van het olympisch stadion in München. De gehele bouw van het stadion duurde vier jaar. Het werdt opgeleverd op 26 mei van het jaar 1972. In 2005 was zijn laatste grote opdracht. In de tussentijd heeft hij onder andere het Eichstätt Catholic University Central Library te Eichstätt, Muzeum pošt a komunikací te Frankfurt, St. Benno Gymnasium te Dresden, Nord LB Hannover, te Hannover en in 2005 de Berlin Academy of Fine Arts. Zoals u kunt zien bouwt Behnisch in een bepaalde stijl en vorm. Er wordt veel gebruik gemaakt van glas en de gebouwen hebben vaak de vorm van vele op elkaar gestapelde delen, zoals te zien bij het Nord LB Hannover. Gebouwbeschouwing
Olympisch Stadion
Berlin Academy of Fine Arts
Nord LB Hannover
Gebouwanalyse
1. Het Hysolar Research Building staat op het terrein van de technische universiteit van Stuttgart. Dit was tevens de universiteit waar Gunter Behnisch zijn opleiding architectuur gevolgd heeft. Het gebouw is gerealisseerd voor een vrij laag bedrag in die tijd. Toen het gebouw in 1987 opgeleverd werd, werd het gebruikt als een onderzoekscentrum naar het gebruik van zonne-energie. Het gebouw is onderverdeeld in twee delen: De oostvleugel word gebruikt door de universiteit
Gebouwbeschouwing
door: Rowan Grim
Stuttgart, Keulen Weil am Rhein
97
06 Hysolar Research Building zelf. Hierin wordt door studenten onderzoek gedaan. De westvleugel is te huur en kan door ieder particulier bedrijf gehuurt worden. 2. Het gebouw bestaat uit meerdere op elkaar gestapelde blokken zoals bij het Nord LD Hannover. De begane grond bestaat uit vier blokken, twee van deze blokken hebben de afmeting van zes bij zes meter. De andere twee blokken op de begane grond hebben de afmetingen van achttien bij zes meter. De eerste verdieping bestaat uit drie blokken die schuin op de blokken van de begane grond staan. Deze blokken hebben de afmetingen van 20 bij zes meter, tien bij zes en twaalf bij zes meter. Het ornament dat door het gehele gebouw loopt (rode pijp) heeft een totale lengte van 70 meter. De hoogte van het gebouw is afgerond dertien meter, exclusief antenne. Inclusief antenne is het gebouw zestien meter hoog.
Het gebouw heeft scherpe hoeken en glas is in overmate gebruikt
3. Bij het Hysolar is er weinig aandacht besteedt aan de entree van het gebouw. De entree bestaat uit een doodsimpele voordeur. De deuren binnen in het gebouw zijn gemaakt van glas en hebben allerlei verschillende vormen, dus geen een deur in het gebouw (binnen) is hetzelfde. Aan de achterkant van het gebouw is veel aandacht besteedt aan het glaswerk. Bijna de gehele achtergevel gemaakt van glas. Door de verschillende vormen in het glas is het een mooie, en sprekende gevel. Het dak van het Hysolar Research center ligt schuin op het gebouw. De linkerkant (vanaf boven gezien) loopt gelijk aan de kantoorruimte op de tweede verdieping. Aan de voorkant van het hysolar is een speciaal ornament aangebracht dat dient als dak. De vorm van dit ornament is een driehoek. 4. Vanaf dat het gebouw in 1987 werd opgeleverd had het gebouw de functie van onderzoekscentrum voor zonne-energie. Het Hysolar De indeling is hier goed te zien; Research Building kent nog geen rijke geschiedenis de afgelopen 23 boven de begane grond; onder de jaar. Het gebouw wordt na 23 jaar nog steeds goed onderhouden. Het eerste verdieping gebouw word om de zoveel tijd gecontroleerd op eventuele noodzakelijke vervangingen bij wanneer bijvoorbeeld een mogelijkheid dat het dak lek is. Het enige dat veranderd ism is de kleur van het staal. 5. De structuur van het Hysolar Research Building bestaat zoals op de begane grond, vier blokken en op de eerste verdieping nog drie blokken. De constructie van het Een doorsnede van het gebouw
Gebouwbeschouwing
Stuttgart, Keulen Weil am Rhein
98
06 Hysolar Research Building gebouw bestaat voornamelijk uit het gebruikte staal uit van de blokken. De blokken vormen de dragende delen van het gebouw en vangen het gewicht op van onder andere het dak. De lichtinval van het gebouw vormt een belangrijk punt. Door het vele gebruik van glas is er veel lichtinval. In het dak zit aan de linkergevel nog een opening van glas waardoor het licht het gehele gebouw kan verlichten. 6. De opdrachtgever van het Hysolar Research Center is de universiteit van Stuttgart. De opdracht werd gegeven in 1986 en hierna is Behnisch begonnen met de ontwerp van het gebouw. Aan het einde van het jaar 1986 was het ontwerp klaar en is begonnen met de bouw. Het programma van eisen bestond uit een aantal eisen: het gebouw moest onderverdeeld worden in twee delen, het eerste deel was voor particuliere uiteinden en het andere deel voor het gebruik door de universiteit zelf. Een andere eis was dat het minimale gebruiksoppervlak van beide delen van het gebouw even groot zou moeten zijn. 7. Het gebouw wordt gekenmerkt door het vele gebruik van glas. Door dit vele gebruik van kan er veel daglicht binnenkomen en is er dus in de zomer weinig energie nodig om het gebouw te verlichten en te verwarmen. Wat duurzaamheid van het gebouw betreft zou je kunnen zeggen dat het Hysolar Research Building zichzelf bewezen heeft. Door het vele glas wordt het gebouw, zoals eerder gezegd opgewarmd en verlicht en zijn er in de zomer dus lage energiekosten voor het gebouw. In de winter echter brengt het vele glas hogere energierekeningen met zich mee. Het gebouw heeft voor die tijd een hoge isolatiewaarde. Installaties e.d. zijn vaakal aan de buitenkant gemonteerd De gemiddelde isolatiewaarde van het gebouw is drie en dat is zelfs voor deze tijd normaal. Dit gebouw heeft geen grote maatschappelijke waarde. Het gebouw is namelijk niet erg bekend voor de mensen van buiten de universiteit en de architectuurwereld. Het Hysolar Research Building staat ook op de lijst van de 100 mooiste architectonische kunstwerken volgens www.archiweb.cz 8. Het gehele gebouw is gemaakt uit twee bouwmaterialen, namelijk staal en glas. De gehele constructie en ook de niet dragende delen van het gebouw bestaat uit staal. Het ornament aan de voorkant van het gebouw (rode paal) bestaat ook uit staal. Het glas is vooral gebruikt voor de afwerking van de gevels. De vloeren in het gebouw zijn als enige andere bouwmateriaal dan staal en glas gemaakt van beton.
info:
Adres: Allmandring 19, Vaihingen te Stuttgart (Duitsland)
99
07 Landesbank Baden-Württemberg Ontwerper
De ontwerpers van de Landesbank Baden-Württemberg in Stuttgart is het architectenbureau Wöhr Mieslinger Architecten. Dit bedrijf is in 1990 opgericht en zit sinds 2000 in Stuttgart. Het bedrijf telt ongeveer 40 medewerkers, elk met een eigen specialiteit. Het bedrijf is vooral gericht op de kantoor en administratieve gebouwen. De naamgeving Mieslinger komt door de samenwerking van twee architecten: Wöhr Wöhr en Mieslinger. Wolfram Wöhr, geboren in 1956 in Weißenstein, is een architect die gestudeerd heeft in Stuttgart en Virginia. Jörg Mieslinger, geboren in 1968, heeft gestudeerd in Stuttgart en Chicago en is in 1994 afgestudeerd als architect. Enkele belangrijke bouwwerken van wma-architecten zijn:
Staatsministerie voor Onderwijs en Cultuur
Gebouwanalyse
Financiële centrum Kassel Altmarkt
Siemens kantoor
1. De Landesbank Baden-Württemberg, ook wel afgekort tot LBBW, staat op de kruising van de Heilbronnerstraße met de Warschauerstraße. Wanneer men via de Heilbronnerstraße door de stad rijdt, valt meteen het grote flatgebouw met zijn karakteristieke vorm op. Wanneer men 400 meter naar het zuiden gaat, komt men bij de Hauptbahnhof van Stuttgart. Dit is het treinstation van de deelstaat Baden-Württemberg. Deze treinen rijden vooral door tunnels en maken hoofdzakelijk gebruik van het elektriciteitsnet. Dit gebouw is één van de drie “Hochhauzen” die gepland staat. Van deze drie is alleen nog maar het kantoor van de Landesbank gerealiseerd. De andere twee volgen later. 2. Van de bovenzijde gezien, lijkt het LBBW veel op een soort waterdruppel. Deze waterdruppel heeft een architectonische hoogte van ongeveer 60 meter en bevat zeventien verdiepingen. De breedte van het gebouw is 82 m, gemeten vanaf het puntje tot de buitenkant van de cirkel. De twee verticale balken aan de achterzijde zijn twee liftschachten die toegang geven tot het hele gebouw. Het “vleugeltje” op het midden van de cirkel is een schematisering van een kraan. Deze kraan wordt zo nu en dan gebruikt voor het reinigen van de grote raampartijen in de gevels. 3. Het dak van de LBBW is een plat dak, uitgevoerd in stalen platen. Hier bovenop staat de takel voor het schoonmaken van de gevels. Een erg belangrijk
Gebouwbeschouwing door: Jan de Visser
Stuttgart, Keulen Weil am Rhein
100
07 Landesbank Baden-Württemberg onderdeel van dit gebouw zijn de gevels. Deze zijn namelijk helemaal uitgevoerd in glazen panelen, met uitzondering van de twee liftschachten aan de achterzijde. Deze panelen zijn prefab gemaakt en op de bouwplaats in elkaar gezet. Als gevolg van deze materiaalkeuze speelt licht een grote rol in het gebouw. Wanneer men aan de binnenzijde staat, of het nu in de entree of achter een bureau is, er is altijd voldoende daglichttoetreding. De entree is uitgevoerd in een eenvoudige draaideur, ook helemaal in glas. 4. De huidige functie van dit gebouw is dat het wordt gebruikt als bankgebouw. De Landesbank van de deelstaat Baden-Württemberg huisvest zijn kantoren hierin. Het grootste gedeelte van de ruimtes op de zeventien verdiepingen wordt gebruikt als kantoor voor Glas is een hoofdmateriaal van het gebouw de werknemers van de bank. Omdat het gebouw in 2004 is opgeleverd is er nog weinig onderhoud nodig. Alleen de glazen gevels zullen frequent moeten worden gereinigd. De ruiten zijn in een frame geplaatst die gemaakt zijn van metaal. Het gevaar bestaat dat deze gaan roesten wanneer ze niet voldoende beschermd zijn. 5. Het interieur van de LBBW is gewoon standaard meubilair dat te vinden is in de meeste
kantoren. Ook hier is goed te zien dat licht belangrijk is. De hele kantoorruimte wordt verlicht door natuurlijk licht. 6. De opdrachtgever van dit gebouw is de Deutsche Landesbank. Deze organisatie heeft nog meer bankgebouwen staan in onder andere Hannover en Berlijn. Een van de eisen van het gebouw was dat het lichtdoorlatend moest zijn. Dit is het eenvoudigst uit te werken in glas. Omdat brandwerendheid ook een eis was, is de gehele gevel uitgevoerd in brandwerend glas. 7. Omdat dit bankgebouw in recente tijd gebouwd is, kan het niet anders dan dat milieuwetgeving een belangrijke rol speelde. De draag-
Gebouwbeschouwing
De hoofdvorm is goed vanaf boven te zien
Stuttgart, Keulen Weil am Rhein
101
07 Landesbank Baden-Württemberg constructie van zowel de gevel als de vloeren is gemaakt van staal. De profielen die het glas vast houden zijn gemaakt van RVS. Wanneer staal goed beschermd is tegen invloeden van buitenaf zal dit niet of weinig oxideren. Op deze manier is de kans op schadelijke stoffen in het milieu gering. Verder is de gevel gemaakt van glas. Glas is een duurzaam product dat niet oxideert, afgeeft of iets dergelijks. Zo zal de natuur daar geen schade van ondervinden. Als fundering is gekozen voor beton. Ook dit materiaal is milieuvriendelijk, mits goed toegepast en verwerkt. De maatschappelijke context van dit gebouw op de stad zal niet zo groot zijn. De normale mensen van Stuttgart komen hier nooit en het is bedoeld voor het bedrijfsleven. 8. In het gebouw van de LBBW is glas erg belangrijk. Glas heeft een open uitstraling naar de buitenkant toe. Dit resulteert in een modern uitstralend gebouw aan de buitenzijde. Qua onderhoud is het zeer geschikt, omdat het bijna niet verweerd. Een enkel nadeel van deze gevels zijn de schoonmaakkosten. Dit wordt gedaan door middel van een kraan op het dak van het gebouw. Verder is de gevel geconstrueerd met stalen stijlen en liggers die de glasvlakken op hun plaats houden. Wanneer men ver van het gebouw af staat is het één grote glasplaat met daarin allemaal vakjes. En natuurlijk is er ook beton gebruikt, vooral in de fundering, maar dit heeft geen esthetische waarde.
hoofdsponsors:
info:
Heilbronnerstraße 26, Stuttgart
102
08 Mercedes Benz Museum Ontwerper
Ben van Berkel werd geboren op 25 januari 1957 te Utrecht. Van Berkel studeerde af aan de Rietveld Academie in Amsterdam en studeerde daarna aan de Architectural Association in Londen. Samen met Caroline Bos richtte hij in 1988 architectenbureau van Berkel en Bos op. In 1998 richtten zij een nieuw bureau op: UNStudio(United Net). UNStudio is een netwerk van specialisten in architectuur, stedenbouw en infrastructuur. Naast zijn architectuurpraktijk heeft Ben van Berkel les gegeven aan verschillende universiteiten in binnen- en buitenland, Ben van Berkel waaronder Harvard en Princeton University. Momenteel is hij Professor Conceptual Design aan de Städelschule in Frankfurt am Main. In zijn manier van lesgeven staat een algemene benadering van architectuur centraal waarbij de visuele, materiële en constructieve kant ook behandeld worden. Van Berkel ontwierp naast het Mercedes-Benz Museum in Stuttgart onder andere de Erasmusbrug in Rotterdam, het theater Agora in Lelystad, een villa in New York City, en een warenhuis in Seoel.
Theater Agora Almere, Villa New York, Erasmusbrug Rotterdam
Gebouwanalyse
1. Het Mercedes-Benz museum ligt aan de Mercedes Strasse 1 in Stuttgart. Het MercedesBenz museum heeft een gepaste locatie gekozen om het museum te bouwen. Het ligt vlak bij de knooppunten van de snelwegen B10 en B14 aan de rand van Stuttgart, wat tevens de hoofdweg is om Stuttgart binnen te komen. Het museum staat rechtstreeks tegenover de hoofdpoort van de Daimler-fabriek, die tevens de opdrachtgever van het museum was. Het eerste museum was opgericht in 1923 en vond zijn huisvesting in de fabriek zelf. De bezoekers moesten door de hoofdingang van de fabriek door een speciale, beveiligde shuttle geleid worden naar het museum. Dit om te voorkomen dat men iets van de fabriek kon zien. Het oude museum werd te klein om alles te kunnen tentoonstellen, daarom is dit nieuwe museum ontworpen. De bouwmassa van het nieuwe Mercedes-Benz museum is groot en grof. De hoofdconstructie is uit schoonbeton gemaakt. Het museum staat naast het rechthoekige Mercedes Benz Center. In dit 9500 m2 grootte centrum worden de laatste nieuwe modellen van Mercedes tentoongesteld. Dit center is ontworpen door Peter Lanz uit München. De hoogte van het gebouw en de “dubbele helix” in het interieur zijn ontworpen om ruimte te maximaliseren. Het museum biedt een ruimte van 16.500 vierkante meter tentoonstellingsruimte op een voetafdruk van slechts 4.800 vierkante meter. Het museum bevat meer dan 160 voertuigen, sommige dateren
Gebouwbeschouwing door: Dimitri Dekker en Boy Stockman
Stuttgart, Keulen Weil am Rhein
103
08 Mercedes Benz Museum “Architectuur valt tussen kunst en luchthavens. Het is pragmatisch-het helpt je van punt A naar punt B. Maar het werkt ook als kunst. Het maakt je wel twee keer nadenken. Het inspireert je. Het brengt je terug naar jezelf.”
terug tot de eerste motor en de eerste auto. Het gebouw biedt bezoekers een gratis audiotour in diverse talen. In 2007 werd het museum bezocht door 860.000 mensen, waardoor het tot een van de beste musea behoort van Duitsland.
Ben van Berkel
2. Het 47,5 meter hoge gebouw heeft een aparte vorm. Het is gebaseerd op de Reuleaux-driehoek. Dit zorgt voor een complexe constructief model. Dat wil zeggen dat het gebaseerd is op een klaverblad met behulp van drie elker overlappende cirkels waaruit het midden is verwijderd zodat er een driehoekig atrium gevormd werd. Alleen is die niet gebaseerd op de Reuleaux-driehoek. Het gebouw heeft een oppervlakte van 34.000 m2 en heeft een volume van 200.000 m3. Hoewel Ben van Berkel het heeft over een geheel nieuw type gebouw lijkt het gebouw heel veel op het Solomon Guggenheim museum in New York ontworpen door Frank Lloyd Wright. Het gebouw is opgedeeld in twee verschillende delen, het heeft een aan de achterkant acht verdiepingen en aan de voorkant zeven verdiepingen. Binnen in het gebouw zit een complete route van boven naar beneden. Waarbij men tussen twee routes kan kiezen.
3. Het dak van het gebouw is plat, maar er zijn wel verschillende niveau’s. Op het laagste niveau is ook een dakterras aanwezig. Vanaf daar heeft men een mooi uitzicht over de omgeving. De dragende constructie is gemaakt van schoonwerkbeton. De vele ramen die aanwezig zijn, zijn uitgevoerd in staal. Wat men aan de buitenkant ziet is plaatmateriaal van aluminium. Door de ramen is het schoonwerkbeton te zien. Dit is een speciaal beton dat na volledig uitharden helemaal wit wordt. De ingang van het gebouw is anders als anders. Je komt eerst door een soort amphitheater naar binnen. Het lijkt alsof de begane grond onder peil zit. Maar dit is in werkelijkheid geen waar. Dit lijkt zo omdat de grond naast het gebouw opgehoogd is tot aan de tweede verdieping. De routing binnen het gebouw lijkt veel op het “oermuseum” Guggenheim in New York. Vanuit het atrium moet je eerst omhoog naar de bovenste verdieping waarna de afdaling begint. Na de eerste twee afdalingen door de tentoonstellingsruimten kan je kiezen tussen de chronologische opstelling of voor de thematische opstelling. Als de keuze is gemaakt is de route die je daarna moet volgen volledig logisch. De lichtblauwe vloer, natuurlijke belichting en extravert voor de thematische opstelling en de donkere vloer, kunstlicht en introvert voor de chronologische opstelling. Overal kan je wisselen van de chronologische opstelling naar de thematische opstelling of precies andersom. Op de tweede verdieping komen alle twee de routes weer samen om dan via de Races & Records te eindigen in het Atrium. Het gebouw is gebaseerd op de Reuleuxdriehoek, dit heeft zich vetaald naar een zeer complex ontwerp
Gebouwbeschouwing
Stuttgart, Keulen Weil am Rhein
104
08 Mercedes Benz Museum 4. De functie van dit gebouw is zoals de naam al doet vermoeden een museum, maar in dit gebouw bevind zich onder andere ook een restaurant, museumwinkel, kindermuseum, bioscoop, casino, lounge, café/bar en dakterras. Dit wil dus zeggen dat het gebouw multifunctioneel is. De bouwtijd van het museum was 3 jaar. Dat is kort, gezien de complexiteit van het gebouw en de ongeveer tweehonderd bedrijven die bij de bouw betrokken waren. Het gebouw is nog vrij nieuw, nu (2010) nog maar 4 jaar oud, en behoeft nog maar weinig onderhoud. Op het schoonmaken van de grote glazen puien na. Dit gebeurt eenmaal per jaar. Het ontwerp is ontstaan door middel van een wedstrijd. Er werden meerdere ontwerpen ingeleverd maar die van UNstudio’s werd gekozen. Het interieurontwerp is een samenwerking tussen UNStudio en CAA (Concrete Architectural Associates). Het gebouw heeft aparte vormen en het lijkt of het niet gelijk ligt met het straatniveau. De ronddraaiende structuur, die rond het atrium cirkelt en de verschillende vloeren verbindt, zorgt voor een geleidelijke overgang, waardoor de verschillende vlakken samensmelten. De overgang naar verschillende niveaus is hierdoor moeilijk te bepalen. Door de vele rondingen is er amper een onderscheid tussen verticale muren en horizontale vloeren. De lijnen lopen weg of gaan op in vlakken dus dode punten bestaan in dit gebouw niet. Het gebouw werd begroot op 100 miljoen euro. Het uiteindelijke resultaat heeft 150 miljoen euro gekost. Van deze 150 miljoen is er 50 miljoen besteed aan de inrichting. 5. Het gebouw is geconstrueerd door Werner Sobek Ingenieurs in Stuttgart. In het museum komen geen rechte hoeken voor. Het onderscheidt tussen verticale wanden en horizontale vloeren is nergens precies te bepalen. Vrijwel elk element heeft unieke afmetingen en heeft een afwijkende heilingshoek. Er zijn uitzonderlijke constructieve mogelijkheden behaald. Zo zijn de tentoonstellingruimtes volledig kolom vrij. Dat wil zeggen dat daar een overspanning van 33 meter voor gehaald is. En de belasting is niet gering op sommige verdiepingen, waar ook meerdere vrachtwagens tentoongesteld staan. Door de complexe vormen is het gebouw eerst helemaal in 3D ontworpen. De vloer, wand en plafond zijn zo samengesteld dat het uit één geheel bestaat. De “Twist” die rond het atrium cirkelt en de verschillende vloeren verbindt, zorgt voor een geleidelijke overgang, waardoor de verschillende vlakken samensmelten. De overgang naar de verschillende niveaus is hierdoor moeilijk te zien. Omdat het gebouw een
Gebouwbeschouwing
Stuttgart, Keulen Weil am Rhein
105
08 Mercedes Benz Museum open structuur heeft was het niet mogelijk om rookcompartimenten te maken, die vanwege de brandveiligheid verplicht zijn. Als oplossing hiervoor kan in het atrium een kunstmatige cycloon worden opgewekt, die de rook uit de tentoonstellingsruimten zuigt en afvoert. Dit is de grootste kunstmatige cycloon die opgewekt kan worden in de hele wereld. Het interieur geeft dezelfde sfeer als aan de buitenkant. Er zijn vrijwel geen kleuren in het gebouw verwerkt. Bijna alles is schoonbeton, staal en glas.
Er waren duizenden tekeningen nodig om de bouw te kunnen voltooien
6. De opdrachtgever voor het gebouw is DCI (Daimler Chrysler Immobolien). DCI organiseerde een wedstrijd om tot een mooi ontwerp te komen. Deze wedstrijd werd gewonnen door UNstudio’s. Dit omdat het ontwerp van UNstudio’s een dynamische en ruimtelijk concept is. De organisatiestructuur is gebaseerd op een continu veranderende orientatie van de bezoeker. De samenhang van het interieur met het exterieur is wat de opdrachtgever aansprak. 7. Aan de buitenkant van het museum werd aluminiumplaten en glas gebruikt. De hellingen zijn bedekt met houten parket. Het glas en aluminium zijn rond de betonnen kolommen “gewikkeld” zodat men aan de buitenkant het beton bijna niet meer ziet, enkel op de plekken waar er glas zit. De ramen zijn gemaakt van trapeziumvormige panelen. De grenzen van het glas zijn van staalprofielen gemaakt. Het glas is helder, kleurloos en werkt tevens als isolatie. De basis voor de planning te maken was een model van het gebouw met daarrond de driedimensionale gegevens, deze gegevens zijn tijdens de bouw 50 keer bijgewerkt. Un-studio’s kon alleen voldoen aan de ruimetelijke eigenschappen voldoen met gewapend beton. Dit schoonbeton is tevens een goede achtergrond voor de tentoonstellingen. De structuur van het gebouw in de vorm van een klaverblad zorgt ervoor dat het dak gelijk overgaat in de muur. Er lijkt dus geen aansluiting te zitten tussen de verschillende verdiepingen. 8. Om de complexe vormen van de het gebouw te kunnen realiseren zijn er verschillende architecten twee jaar aan het voorbereiden en aan het tekenen geweest. Er waren in totaal 38.000 tekeningen nodig voor de bouw van het museum. De bouw van het museum duurde eveneens twee jaar. Er zijn 246 bouwbedrijven aanwezig geweest tijdens de bouw van het museum . Er zijn 12.000 lampen verwerkt in het gebouw en er is een totaal van 14.000 m2 in 1800 verschillende driehoeken verwerkt aan glas. Er is een hoeveelheid van 110.000 ton beton gebruikt en daarmee is een inhoud behaalt van 200.000 kubieke meter. De eerst schets, met daarnaast het uiteindelijke ontwerp in 3D
info:
Mercedes Strasse 1, Stuttgart (Duitsland) Iedere dag geopend van 09:00u tot 18:000 entree: volwassenen 8 euro, kinderen en studenten 4 euro
106
09 Porsche Museum Ontwerper Delugan Meissl Associated Architects is een architectenbureau dat actief is in meerdere delen van Europa. Dit Weense architectenbureau bestaat uit een kleine twintig mensen. Voordat Delugan Meissl de opdracht van het Porsche Museum mocht uitvoeren waren ze vooral actief binnen Oostenrijk zelf. Sinds Delugan Meissl de opdracht tot het ontwerpen van het nieuwe Porsche Museum heeft mogen doen, hebben ze zichzelf echt op de kaart gezet door internationale een bekend gebouw te realiseren. Gebouwbeschouwing 1. Het Porsche museum is een museum gelegen in Stuttgart, aan de zo genoemde Porsch Platz. De naam Porsche Platz komt vanwege het hoofdkantoor wat ook in de buurt gebouwd is. De buurt rondom het Porsch Platz is een gebied waar meerdere moderne gebouwen zijn gerealiseerd, zodat het extreme moderne gebouwd niet uit het totaalplaatje van het gebied valt. 2. Het museum heeft een totale oppervlakte van 5.600 vierkante meter. Het heeft een vorm die bestaat uit een combinatie van meerdere herkenbare geometrische vormen. Deze vormen zijn voornamelijk driehoeken en vierhoeken. Het effect wat deze onherkenbare vormen hebben, samen met de kleuren en texturen zorgen voor een moderne en uitzonderlijke uitstraling. 3. Het Porsche Museum is een absolute vorm van Minimalisme. De kenmerken van het Minimalisme zijn de strakke gladden wanden. Er wordt zo min mogelijk gebruik gemaakt van andere materialen en kleuren. Hetzelfde geld voor het plafond. Vooral de kleur wit komt overdadig veel voor in combinatie met zwart. De kleur zwart in het museum wordt veel gebruikt als randafwerking, bijvoorbeeld bij trappen en afscheidingen. Dit zorgt voor een nog strakker uiterlijk en een zwevend effect ten opzichte van de grond. Een Minimalistisch gebouw is een goede decor voor de bijzondere en zeldzame auto’s van Porsche, omdat op de manier waarop het wordt tentoongesteld alles duidelijk naar voren komt en het dan alleen draait om het tentoonstellen van de auto’s. Het gebouw op zichzelf is ook al een kunstwerk. 4. Het eerste Porsche Museum dat gebouwd werd, was in 1976 in de plaats Stuttgart, Duitsland. Dit museum heeft daarr gestaan tot halverwege 2003. Het terrein waar dit museum stond staat nu bekend als het Porsche Platz. In 2004 werd een
Gebouwbeschouwing door: Remy Konings
Stuttgart, Keulen Weil am Rhein
107
09 Porsche Museum nieuw Porsche Museum gerealiseerd. Het ontwerp kwam van het Weense architectenbureau Delugan Meissl dat gevestigd is in Wenen te Oostenrijk. Op 31 januari 2009 gingen voor het eerst de deuren van het nieuwe Porsche Museum open. Het publiek kon toen voor het eerst zijn oog laten vallen op de enorme strakke ruimte binnenin het gebouw. 5. Constructief was het Porsche Museum echt een uitdaging. Vanwege het uitzonderlijke ontwerp, wordt het grootste gedeelte van het gebouw gedragen door drie ondersteunende kernen. Twee van deze kernen staan symmetrisch tegenover elkaar. De vele krachten die in het gebouw werken worden grotendeels door deze twee kernen naar de grond afgevoerd. De derde kern zorgt voornamelijk voor het evenwicht en de overige krachten die daarop werken. De rest van de constructie is opgebouwd door middel van een staalskelet. Omdat het totale gebouw draait om het tentoonstellen van zeldzame en bijzondere auto’s van Porsche, zijn er voor de rest geen elementen aangebracht die de interesse van bezoekers zouden kunnen afleiden van de tentoonstelling zelf. De kleuren zwart en wit zijn gebruikt om andere kleuren die voorkomen in het museum meer op te laten vallen. In het museum wordt weinig gebruik gemaakt van natuurlijk licht. Voornamelijk is het LEDverlichting wat wordt gebruikt om de auto’s te verlichten. Met uitzondering van delen in het dak, schijnt er wel natuurlijk licht naar binnen op de bovensten verdieping. 6. In juli 2004 werd een belangrijke beslissingen genomen door Dr. Ing hc F. Porsche AG om het meeste spectaculaire bouwproject van Porsche op te starten. In totaal werden 170 architecten in Europa verzocht om een ontwerp te maken voor de bouw van een nieuw museum. Een paar maanden later werden een tiental architectenbureaus uitgenodigd voor een competitie, waarnaar de winnaar zijn nieuwe ontwerp mocht uitwerken. Het Weense architectenbureau Delugan Meissl Associated Architects werd tot winnaar verklaard. In oktober 2005 gaven zij het startsein voor het bouwproces. Eind 2006 werd de zogenaamde “basement” en ondersteunde kernen afgerond. Hierdoor was een ondergrondse parkeergarage gerealiseerd onder de begane grond en 1ste verdieping.Na een bouwproces van vier jaar was de voltooiing van het museum in december 2008. Op 31 januari 2009 werden voor het eerst de deuren geopend voor het publiek.
Gebouwbeschouwing
Stuttgart, Keulen Weil am Rhein
108
09 Porsche Museum 7. Omdat staal wordt gemaakt van ijzererts en dit een natuurlijk bron is die uit kan putten is het geen milieuvriendelijk product, maar vanwege de relatief eenvoudige productie is het wel de beste keuze voor de constructie die gerealiseerd moet worden. 8. De voornaamste materialen die bij de bouw van het museum gebruikt zijn, zijn staal en gewapend beton. Er werd gebruik gemaakt van 21.000 kubieke meter beton. Staal werd toegepast in de constructie van de 5600 m2 dragende muren. Vooral vanwege de aparte vorm waren ze genoodzaakt te kiezen voor een stalen skelet. Staal heeft de beste eigenschappen om deze aparte vorm te realiseren. Omdat er ook grote overspanningen gemaakt moesten worden, werd staal het belangrijkste materiaal voor de stevigheid van het gebouw. Het gewapende staal werd veelal gebruikt in de drie kernen waarop heel het gebouw balanceert. Beton heeft de aangename eigenschappen veel druk op te kunnen nemen waardoor dit het beste materiaal om het hele gebouw te dragen en alle krachten op te nemen en af te voeren naar de paalfundering in de grond.
info:
109
Adres: Gelegen aan de Geschwieberdinger str. (K9510) op de kruising van de Strohgauser Str. 1143; Openingstijden Dinsdag t/m Zondag van 09:00 t/m 18:00. Entree: Volwassenen: 8,00 Kinderen: 4,00
10 Geodesic Dome Ontwerper
Buckminster Fuller was een Amerikaanse uitvinder, architect, ontwerper en dichter. Hij heeft gestudeerd aan Harvard en ontwikkelde het Dymaxion huis. Hij was daarmee een van de eersten die een huis ontwikkelde vanuit het oogpunt ecologisch denken. Later ontwikkelde hij ook een auto die in alle richtingen kon rijden. Hierna ontwierp hij de geodetische koepel. De koepelconstructie die hij hierbij ontwikkelde is door een Amerikaanse firma in productie genomen en ook in Nederland is deze gebouwd. Buckminster Fuller Buckminster Fuller werd ook nog hoogleraar in de dichtkunst aan Harvard. In de chemie werd een verschijningsvorm van koolstof naar hem vernoemd. Deze vorm van moleculen, de fullerenen, komt overeen met de structuur van zijn geodetische koepels.
Dymaxion huis, staat nu in een museum, Montreal Biosphere
Gebouwbeschouwing
1. De Geodesic dome ligt op een speciaal terrein met meerdere architectonische hoogstandjes. Zo staat er een gebouw van Tadao Ando met de typische betonnen uitstraling. Verder is er ook een brandweerstation gemaakt door Zaha Hadid. Hier tussen ligt dan de Geodesic dome. Er zijn speciale rondleidingen over het terrein die langs alle elf de gebouwen komt. Het gebouw ligt op een groot grasveld en het wordt omringd door het Vitra house, een industriegebouw en een speciaal ontworpen bushalte. 2 + 3. Geodesic dome oftewel Geodetische koepel is een bolvormige netwerk van grote cirkels liggen op het oppervlakte van een bol. De constructie wordt gevormd door driehoekige elementen die zorgen voor de stijfheid en verdelen de spanning over de gehele structuur. Hoe fijner het netwerk van de driehoeken, hoe beter de koepel de vorm van een echte bolvorm benadert. De term dome verwijst naar een gesloten structuur. Geodesic ontwerpen kunnen worden gebruikt om een gebogen vorm, afgesloten ruimte te creëren. De opbouw van sterke en stabiele structuren van de patronen wordt versterkt door de driehoekige vormen die erin verwerkt worden. Het ontwerp heeft iets weg van een tent. De geodetische koepel is geheel symmetrisch en het
Gebouwbeschouwing
door: Lindsay de Silva
Stuttgart, Keulen Weil am Rhein
110
10 Geodesic Dome dak, de façade en de andere zijdes zijn geheel hetzelfde. De koepel heeft geen ramen en als de deur dicht zit is het weer een groot geheel. 4. De Geodetische koepel in Weil am Rhein is in 1954 gebouwd in Detroit. In 2000 is hij overbracht naar de Vitra Campus in Weil am Rhein. Het is een zo minimalistisch mogelijke koepel. De hoeveelheid materiaal is minimaal. Het principe dat hij hierbij had was, “doing more with less”. De technologische aspecten die hierbij aan de orde kwamen zijn een paar van de belangrijkste richtlijnen van de moderne architectuur. En een aantal architecten hebben zijn manier van denken en ontwerpen overgenomen. Bijvoorbeeld Toyo Iro, Santiago Calatrava en Sir Norman Foster. De koepel die op de Vitra Campus staat heeft een lichtgewicht constructie en wordt tegenwoordig gebruikt voor evenementen van de Vitra organisatie. 5. Er zitten echter ook nadelen aan de geodetische constructies. Zo hebben ze een groot aantal randen (naden) en slechts een paar grote oppervlaktes. Bij elk van de randen moet worden voorkomen dat hij gaat lekken en dat is nog best een uitdaging. Een traditioneel huis is makkelijk in te richten het heeft rechte hoeken. Bij een geodetische woning ligt dit echter anders. Het heeft gebogen vormen en is dus minder bruikbaar. De koepel werd toch succesvol in bedrijf genomen. Het brak al snel records voor bedekte oppervlakte, ingesloten volume en de constructie snelheid. Een aantal jaar later werd het ook voor het grote publiek in gebruik genomen maar bij het bouwen van geodetische koepels komen nogal wat kosten kijken, waardoor het minder succesvol werd dan verwacht. 6. Buckminster Fuller was niet de eerste die met een geodetische koepel kwam.
Gebouwbeschouwing
Stuttgart, Keulen Weil am Rhein
111
10 Geodesic Dome In de Eerste Wereldoorlog heeft Walter Bauersfeld, hoofdingenieur van een optisch bedrijf, voor een planetarium al een dergelijke geodetische koepel ontworpen. Buckminster Fuller was dus niet de oorspronkelijke uitvinder van de geodetische koepel. Echter zorgde hij wel voor de bekendheid en de popularisering ervan, waarvoor hij patent kreeg in de Verenigde Staten in 1954. Fuller hoopte dat de geodetische koepel zou helpen met het aanpakken van de naoorlogse woningbouwcrisis. De bol omsluit namelijk het grootste volume voor de minste oppervlakte en is zeer sterk voor zijn gewicht. 7. Buckminster Fuller zijn ontwerpen en uitvindingen waren op duurzaamheid gebaseerd en op zo minimalistisch bouwen. Ook de geodesic dome is vanuit deze standpunten gebouwd. De geodesic dome staat op een speciaal terrein (Vitra terrein) en heeft dus een openbare functie. Hij kan bezocht worden onder begeleiding van een gids die alles afweet van de gebouwen op het gehele Vitra terrein.
info:
Adres: Charles-Eames-Str. 2, D-79576 Weil am Rhein, Openbaar vervoer: Basel, bus 55 Openingstijden:Op afspraak met guided architectural tour. Van dinsdag tot zondag
112
11 Vitra Design Museum Ontwerper De ontwerper van het Vitra Design Museum in Wei lam Rhein is Frank Owen Gehry, geboren als Ephraim Owen Goldberg. Hij werd op 28 februari 1929 geboren in de plaats Toronto te Canada. Als kind zijnde was hij al creatief bezig waarna hij, na aanmoediging van zijn oma, kleine steden van hout ging ontwerpen en maken. Hij deed samen met zijn vader tekeningen maken en zijn moeder introduceerde hem in de wereld van de kunst. Het was dan ook zijn moeder die hem het meeste steunde om iets met zijn creatieve aangelegenheden te gaan doen. Frank Gehry In 1947 verhuisde Frank Gehry naar Californië, Amerika, om daar aan de Los Angeles City College en vervolgens aan de University of Southern California’s School of Architecture te studeren. Hier behaalde hij zijn diploma in het jaar 1954. In 1952 trouwde hij als Frank Goldberg met Anita Snyder, wie hem vertelde zijn naam te veranderen. Dit deed hij dan ook en zo ontstond er zijn naam Frank Gehry. In 1966 scheidde hij vervolgens van Anita Snyder, waarna hij in 1975 met Berta Isabel Aguilera trouwde. Uit dit huwelijk kwamen twee zonen en momenteel zijn ze nog steeds samen. Van het eerdere huwelijk met Anita Snyder heeft hij twee dochters overgehouden. Na bij verscheidene bureaus gewerkt te hebben, begon hij in 1962 in Los Angeles als zelfstandig architect. Op het begin van zijn carrière ontwierp hij vooral winkels en woningen. Zijn eigen ontworpen woning, bouwjaar 1979, te Santa Monica werd bekend over de hele wereld. Bij deze woning maakte hij geen gebruik van de normale architectonische structuren, hij maakte hierbij juist gebruik van sloopmaterialen als aankleding. Vervolgens kreeg hij in de jaren erna verscheidene grote opdrachten te verwerken. Pas vanaf de jaren negentig volgde zijn echte grote successen. Zo ontwierp hij het Chiat/Day gebouw in Venice, Californië en het hoofdkantoor van de Nationale Nederlanden in Praag. Met de komst van de computer kon hij vervolgens extravaganter wordende gebouwen ontwerpen. Enkele voorbeelden hiervan zijn het Gugenheim museum in Bilbao (1997) en het Walt Disney Concert Hall in Los Angeles (2003).
Gugenheim Museum
Walt Disney Concert Hall
Nationale Nederlanden (Praag)
Gebouwbeschouwing 1. Het Vitra Design museum te Weil am Rhein is gevestigd aan de Charles-Eames-Strasse. Op het terrein staan meerdere gebouwen afkomstig van andere architecten, zoals Tadao Ando en Nicholas Grimshaw. Op het terrein staan inmiddels elf bouwwerken, waarvan er nog
Gebouwbeschouwing
door: Birgit van der Lee
Stuttgart, Keulen Weil am Rhein
113
11 Vitra Design Museum een in 2010 afgewerkt moet worden. De gebouwen die hier staan, staan qua stijl goed in verbinding met elkaar. Het is niet het geval dat alle gebouwen drastisch van elkaar afwijken, zo zijn er bij de “Factory Building” naast het Vitra Design museum, deels dezelfde vormen gebruikt voor een mooie overgang. 2. Het gebouw bestaat niet uit een specifieke basisvorm. Het bestaat uit een aaneenkoppeling van in elkaar geschoven kubussen en de ronde vormen van een cilinder. Het gebouw is wel één geheel, maar bestaat niet uit één vorm. Frank Gehry heeft bij dit gebouw niet alleen gebruikt gemaakt van de basisvormen, maar ook van hellingen en torens. Waardoor het Vitra Design museum een richtinggevend werk is geworden van het deconstructivisme. Het gebouw zit logisch in elkaar, zo heeft elke ruimte een eigen functie. Door de dakramen komt er voldoende daglicht binnen. Over de twee etages verspreidt, bevindt zich circa 700 m2 tentoonstellingsruimte. 3. Het betonnen gebouw is volledig wit. De entree van het gebouw bevindt zich op een hoek van het gebouw, hierboven bevindt er zich een soort van afdak, welke aan de onderkant open is. Hiermee kunnen verscheidene dingen gedaan worden, dit naar aanleiding van waar het gebouw zich op dat moment voor dient. Zo kan daarboven op iets met een constructie van letters gezet worden of kunnen er (span)doeken worden opgehangen voor reclame of ter informatie. Tevens is het voor de bezoeker mooi om voor de entree recht naar boven te kijken, hierbij kijk je namelijk direct het gebouw binnen. 4. Het Vitra Design Museum in Weil am Rhein is een internationaal gerenommeerd cultureel instituut voor het onderzoek naar de popularisering van design en architectuur. Dit instituut wordt door de firma Vitra gesponsord, maar is tegelijkertijd een onafhankelijke stichting. In het gebouw worden tentoonstellingen en workshops gegeven, tevens worden er publicaties over het thema design en architectuur uitgegeven. Sinds het bouwjaar 1989 hebben er al meer dan 40 tentoonstellingen over design en architectuur in het Vitra Design museum plaatsgevonden. De laatst bekende tentoonstelling van 20 maart 2010 tot 19 september 2010, heeft als thema: “The essence of Things: Design and the Art of Reduction”. Dit wil zeggen de essentie van dingen op het gebied van design en de reductie van kunst. Hiermee wordt bedoeld dat men feitelijk naar eenvoudige oplossingen streeft onder het motto “Less is More” (minder is meer). De designs geven eenvoud, stille grootsheid en Classicisme aan.
Gebouwbeschouwing
Stuttgart, Keulen Weil am Rhein
114
11 Vitra Design Museum 5. Het interieur van het gebouw is, middels betonnen wanden, licht van kleur. De wanden in het gebouw zijn wit en door de daglichtinval, via het dak, lijkt de ruimte in het gebouw groter dan het in werkelijkheid is. De complexe vormen in het gebouwen zorgen voor een excentrieke uitstraling, wat uitnodigt om verder te kijken. Het meubilair in het Vitra Design Museum verschilt per periode, door de verschillende tentoonstellingen die hier plaats vinden, wordt het interieur steeds mee veranderd. Hierdoor krijg je bij iedere tentoonstelling een andere uitstraling en lijken de tentoonstellingen niet op elkaar. 6. Het Vitra Design museum staat op de Vitra-campus, waar tevens allerlei andere bouwwerken van het bedrijf Vitra staan. Vitra is een bedrijf wat zich richt op ontwerpen en handelen op het gebied van meubilair. Hiermee is door Rolf Fehlbaum gestart in 1950, waarna het bedrijf zich ontwikkelde tot een internationaal toonaangevend bedrijf. Alhoewel het Vitra Design museum op 3 november 1989 is voltooid, waren er al plannen ontstaan voor het gebouw in begin jaren “80, na het afbranden van een fabriekshal op het terrein van Vitra. Het gebouw zou gaan functioneren als een soort tentoonstelling van reeds ontworpen meubilair door de ontwerpers van Vitra. Om al het ingezamelde meubilair tentoon te kunnen stellen, was er een gebouw nodig waarin dit kon worden getoond. Eerst wilde men het meubilair in een loods gaan tentoonstellen, maar toen er plannen van Gehry bekend werden gemaakt om in Europa een gebouw te bouwen, veranderde de plannen van het bouwen van een loods tot het contacteren van Frank Gehry. In 1986 ontstond er het eerste concept voor het museum door Rolf Fehlbaum, waarna de architect Frank Gehry het gebouw heeft ontworpen. 7. Op het Vitra campus staan meerdere bouwwerken. Tussen de naastgelegen fabriekshal en het Vitra Design museum, is er een overgang qua bouwstijl te herkennen. Andere bouwwerken die er staan, zoals het conferentiepaviljoen van Tadao Ando en de “Fire station” van Zaha Hadid, zijn veelal gemaakt van dezelfde materialen en hebben tevens een strakke uitstraling. 8. Typisch aan dit gebouw zijn de vormen die Frank Gehry heeft gebruikt. Hij maakte namelijk veelvuldig gebruik van verschillende vormen en het vervormen ervan, hierbij te denken aan het buigen van gevels. Vanwege de complexe vormen was het moeilijk om constructieve eenheden te berekenen, maar door computerprogramma’s konden zijn ideeën met enige aanpassingen in werkelijkheid gerealiseerd worden.
info:
Charles-Eames-Strasse 2, Weil am Rhein, Openbaar vervoer: Bus (lijn 55, vanaf Basel) 8,00 euro | Reductieprijs: 6,50 euro | Combinatie museum + architectuurtour: 11,50 euro Openingstijden: Ma - Zo 10:00 - 18:00
115
12 Feuerwehr / Expohalle Ontwerper
Zaha Hadid is een succesvolle vrouwelijke Brits-Iraakse architect die vooral deconstructieve ontwerpen maakt. Deconstructivisme is een stroming in de Postmoderne architectuur. Haar volledige naam is Zaha Mohammad Hadid. Zaha Hadid is geboren in Bagdad (Irak) op 31 oktober 1950. Nadat Hadid in 1971 wiskunde had gestudeerd aan de Amerikaanse Universiteit van Beiroet, ging ze naar Londen om verder te studeren. Van 1972 tot aan 1977 studeerde ze aan de Zaha Hadid Architectural Association (AA) in Londen. Ze kreeg hier les van beroemde architecten zoals Rem Koolhaas en Elia Zenghelis. Na haar afstuderen werkte ze samen met deze voormalige docenten bij het Office for Metropolitan Architecture. Het was samen met Koolhaas dat Hadid de ingenieur Peter Rice ontmoette. Rice moedigde haar aan en steunde haar op een ogenblik dat haar werk moeilijk leek te bouwen. In 1980 vestigde ze in Londen haar eigen kantoor. In 1983 werd Zaha Hadid bekend, toen ze met een serie schilderijen de strijd voor het ontwerp van de Peak Leisure Club in Hong Kong won. Ze maakte een voorstelling van gebouwen op een berghelling die niet volgens de wetten van de zwaartekracht waren georganiseerd, maar hun plaats leken te hebben gevonden door een aardbeving. De gebouwen stonden ongeordend door elkaar. De schilderijen beelden een wereld uit die in de werkelijkheid niet te realiseren is en kenmerkten een overgang in de Moderne Architec-
tuur. Pas in 1993 werd ze wereldwijd bekend door haar ontwerp van de brandweerkazerne van Vitra in het Duitse plaatsje “Weil am Rhein“ Zaha Hadid heeft niet alleen gebouwen in Engeland of Duitsland staan, maar verspreidt haar gebouwen over de hele wereld. Ondertussen heeft haar kantoor 250 werknemers. Vanaf de jaren 80 geeft Hadid ook les, onder andere op de Harvard University, de Universiteit van Illinois in Chicago. De Hochschule für Bildende Künste in Hamburg, de School of Architecture op de Ohio State University, de Masters Studio aan de Columbia University. Momenteel geeft Hadid les aan de Universiteit van Toegepaste Kunsten in Wenen, Oostenrijk. In 2004 won Hadid de Pritzker architectuur prijs. Deze prijs wordt elk jaar uitgereikt aan een nog levende architect waarbij het gebouwde werk een
Gebouwbeschouwing
door: Angelo van Vlaenderen
Stuttgart, Keulen Weil am Rhein
116
12 Feuerwehr / Expohalle combinatie toont van talent, visie en inzet. Het Amerikaanse blad Forbes plaatste Hadid in 2008 op de 69e plaats van “The world’s 100 Most Powerful Women”. Hadid heeft, naast nog zes andere architecten, een gebouw ontworpen voor het Groninger Forum. Er moet nog gekozen worden door de inwoners van Groningen welk ontwerp uiteindelijk in 2012 gebouwd zal worden. Naast gebouwen heeft Hadid onder andere ook een schoenenlijn voor LaCoste ontworpen en een aantal kranen voor Britse Triflow concepts en is de Bergisel Ski schans in Innsbruck (Oostenrijk) uit 2002 ook door Zaha Hadid ontworpen.
Gebouwbeschouwing
1. De Vitra Brandweerkazerne bevindt zich op het bedrijfsterrein van Vitra in de zuid Duitse stad Weil am Rhein. Weil am Rhein is een gemeente in de Duitse deelstaat Baden-Württemberg. De stad telt zo'n 29.700 inwoners. Het bedrijf Vitra is een meubelfabrikant die zich helemaal richt op het ontwikkelen van gezonde, intelligente, inspirerende en duurzame oplossingen voor kantoor, thuis en openbare ruimtes. Op de satellietfoto is het terrein van Vitra te zien. Op de foto is in het midden aan de linkerkant de brandweerkazerne van het bedrijf te zien. De kazerne ligt aan het einde van de hoofdstraat CharlesEames-Straße van het bedrijventerrein. Het terrein zelf ligt aan de Römerstraße en bevindt zich ten Noorden van de stad. 2 + 3. Als men naar de vorm van de kazerne kijkt, valt op dat alle rechte hoeken vermeden zijn. Deze zijn bijna allemaal vervangen door scherpe hoeken. Zaha Hadid heeft deze scherpe hoeken de nodige aandacht gegeven, waardoor de vorm van de kazerne wat weg heeft van een bliksemflits. Ondanks dat de kazerne een klein bouwwerk is, beschikt de kazerne over de reeds ongebruikte en scherpe hoeken uit Zaha Hadid's winnende ontwerp van “Peak International Design Competition for Hong Kong“ uit 1983. Zaha Hadid heeft de abstracte kwaliteit van het architectonische concept en de eenvoud van de prismavorm goed weten te behouden door alle toevoegingen op het gebouw zoals dakranden en goten te weten verbergen. De afmetingen van de kazerne zijn complex door de deconstructieve stijl van Hadid. De bliksemvorige verblijfsruimte van de kazerne bedraagt 11 meter en loopt naar een punt toe over een afstand van 90 meter. De kazerne zelf waar de brandweerwagens gestationeerd stonden heeft een trapeziumvormige plattegrond van 37 bij 17 meter. De entree en tevens de uitrit van de voormalige brandweer, ligt een stukje terug in de constructie. Dit geeft een mooi effect waardoor net als de andere toevoegingen zoals het dak en de goot, deze entree ook prima wordt weggewerkt. Dit is onder andere te zien op de foto. Zoals op de andere foto's te zien is zijn de ramen van dit gebouw ook opvallend bijzonder. Op de begane grond zijn de herkenbare ramen van de Japanse architect Tadoa Ando te zien. Dit zijn de kleine horizontale openingen in de massale betonconstructie die zodoende voor de lichtvoorzieningen zorgen.
Gebouwbeschouwing
Stuttgart, Keulen Weil am Rhein
117
12 Feuerwehr / Expohalle Hadid imiteert en speelt hier met het licht en schaduwspel van Tadoa Ando. Verder is opvallend, dat aan de andere kant van het gebouw de ramen een compleet andere stijl, vorm en omvang hebben. Zo zit aan de linkerbinnenkant van het gebouw een grote glazen gevel zoals op de foto is te zien. Verder beschikt het gebouw nog over een derde bijzonder raam en dat is een raamopening op de begane grond waarbij je dwars door het gebouw heen kunt kijken. De gevels van het gebouw zijn allemaal vlak of staan onder een kleine schuine hoek opgesteld. De scheiding tussen verschillende compartimenten gebeurt via rechte vlakken of scherpe hoeken en punten. 4. Het gebouw is in eerste instantie gebouwd om als brandweerkazerne van het bedrijf Vitra Design te dienen. Deze functie heeft het gebouw een aantal jaren gedragen. Na een aantal jaren werden de grenzen van de brandweerdistricten opnieuw vastgesteld. Dit zorgde ervoor dat het meubeldesign bedrijf “Vitra“ binnen de grens van een ander brandweerdistrict kwam te liggen. Hierdoor werd de plaatselijke kazerne overbodig en kon deze een nieuwe functie krijgen. Critici verwijten het Zaha Hadid dat de functie is komen te vervallen. Zo zou Hadid te weinig ruimte voor de brandweerwagens beschikbaar hebben gesteld. Vitra zelf beweert echter dat dit niet de reden was tot het vervallen van de functie, maar dat het echt aan de verlegging van de grenzen van de brandweerdistricten lag. Het bedrijf besloot daarom om van de kazerne een tentoonstellingsruimte te maken. Er werd besloten om de ruimte in te richten met bekende stoelen en speciale meubelontwerpen. Er zij nu onder andere ontwerpen te bezichtigen van bekende ontwerpers zoals Charles en Ray Eames. Dit Amerikaanse echtpaar heeft voor veel klassieke ontwerpen gezorgd in de jaren veertig. 5. Hadid besteedt niet alleen aandacht aan de buitenkant van het ontwerp, maar richt zich ook heel erg op het interieur en de inwendige vormgeving in haar ontwerpen. Dit is erg goed terug te zien op deze afbeeldingen. Haar deconstructivistische stijl komt ook in het interieur terug. Verder zijn de scherpe hoeken van buiten ook weer op een slimme manier binnen toegepast. Hadid past hier vele optische trucjes toe. Zo maakt de interactie tussen de hoeken en het kleurgebruik van het interieur het gebouw visueel interessant zonder dat het onnodig druk oogt. De kazerne is opgedeeld in verschillende kamers. Zo is er
Gebouwbeschouwing
Stuttgart, Keulen Weil am Rhein
118
12 Feuerwehr / Expohalle een garage voor de voormalige brandweerwagens. Verder is er een garderobe met kluisjes voor de brandweermannen. Tevens beschikt de kazerne over een douche- en omkleedruimte voor 10 vrouwen en 25 mannen. De kazerne beschikt ook nog over een vergaderingzaal met de basis keukenvoorzieningen. Tenslotte is er nog een technische ruimte en een EHBO-ruimte aanwezig. 6. In 1989 woedde er een grote brand op het complex van Vitra. Aangezien Vitra zelf ook in de ontwerpbranche zit besloot het zijn terrein vol te bouwen met architectonische hoogstandjes. En naar aanleiding van deze brand besloot het ook zijn eigen brandweerkazerne neer te laten zetten. Zaha Hadid kreeg de opdracht om een kazerne voor het bedrijf te ontwerpen. Het was Hadid's eerste werk wat ook daadwerkelijk gerealiseerd werd. Het was ook het werk wat voor de doorbraak van Hadid haar carrière zorgde. Haar stijl houdt in dat er gewerkt wordt met scherpen hoeken en dat alles kris kras door elkaar staat. Dit komt, omdat het ontwerp niet tot stand komt door rationeel denken. In deze stijl wordt er ontworpen vanuit de behoefte naar verschillende ruimtes. Hierdoor worden de ruimtes niet netjes naast elkaar of boven elkaar geplaatst. De opdrachtgever Vitra liet niet alleen Hadid een gebouw ontwerpen voor het complex, maar liet onder andere de bekende architecten Gerhy, Ando, Grimshaw en Siza hun specifieke stijl aan elk gebouw geven. Zo ontstond er een architectuurconcept met contrasterende stijlen. 7. De kazerne diende jaren lang als brandweerkazerne voor de omgeving. De wagens konden worden ingezet voor het bedrijf en voor de stad zelf. Tegenwoordig is het een museum/tentoonstelling wat dagelijks bezocht kan worden. 8. Het gebouw bestaat grotendeels uit gewapend beton en staal. Deze materialen bieden een ruimte ontwerpvrijheid en er kunnen grote overspanningen mee worden bereikt. Het beton is in het werk gestort. Als er goed naar de gevels wordt gekeken zie je net als bij Ando zijn ontwerpen, de bevestigingsafdrukken van de bekisting nog zitten. Verder is er veelvuldig gebruik gemaakt van frameloos glas. De kasten die onder andere voor de lockers werden gebruikt, zijn gemaakt van staal of roestvast staal. De trap is niet in het werk gestort, maar is een prefabriceerde trap. Het betonnen uitstekende bliksemvorige dak aan de garages rust op een aantal slanke stalen kolommen.
info:
Adres: Jahnstraße 120, 70597 Stuttgart Bushalte: “Ruhbank” of “Waldau” lijn 70; Metrolijnen: U7 en U8 Entree: 5,00 pp
119
13 Vitra Conference Pavillion Ontwerper
De Japanse architect Tadao Ando werd gevraagd een klein congrescentrum te ontwerpen. Dit paviljoen zou als doel hebben om vergaderingen in te houden en lezingen en audio-visuele presentaties te geven voor gasten van Vitra. De Japanse architect Tadao Ando (1941) is geboren in Osaka en staat bekend vanwege zijn typerende gebruik van licht en schaduw, gecombineerd met het uiterlijk van zijn beton. Ando heeft zich het vak van architect zelf eigen gemaakt. Naast een carrière als bokser heeft Ando Tadao Ando oorspronkelijk een opleiding gevolgd tot timmerman. Hij raakte geïnteresseerd in architectuur nadat hij per toeval met het werk van Le Corbusier in aanraking kwam. Hij heeft vrijwel iedere belangrijke architectuurprijs gewonnen, terwijl hij geen enkele architectonische opleiding heeft genoten. Ando vermengt in zijn werk Japanse kenmerken met de modernistische architectuur zoals we die kennen van Le Corbusier, Louis Kahn en Frank Lloyd Wright. Deze combinatie heeft geleid tot een minimalistische stijl. Naast het conferentiepavilioen heeft Ando nog meer gebouwen ontworpen, zoals Azuma House (1976), Langen foundation (2004) en the water temple (1991)
Gebouwbeschouwing
1. Aan de rand van het stadje Weil am Rhein, een voorplaats van de Duitse kant van Basel liggen de gebouwen van de meubelfabriek Vitra. De gebouwen zijn door verschillende architecten ontworpen. In het stille en ingetogen gebouw van Ando zijn meerdere vergaderruimtes met elkaar verbonden. Het naar het paviljoen leidende pad is opvallend en doet denken aan de meditatiepaden in Japanse kloostertuinen. Ando aanvaardde de opdracht slechts op voorwaarde dat hij het midden in een naastgelegen kersenboomgaard mocht bouwen en dat die kersenboomgaard gespaard zou blijven. Slechts drie bomen moesten wijken. Van alle drie heeft Ando een bladafdruk bewaard in de betonnen tuinmuur die hij dwars doorheen de boomgaard plaatste. De kersenboom is in Japan de belichaming van “schoonheid”. Dit verklaart waarom Ando het conferentiepaviljoen respectvol tussen de bomen laat verzinken in het terrein. 2. Het gebouw bestaat uit drie basiselementen. Twee smalle rechthoekige volumes (30 x 5 m. en 20 x 10 m.) worden door middel van een cilinder aan elkaar gekoppeld. Deze drie bouwvolumes worden op hun
Gebouwbeschouwing
door: Astrid Quist
Stuttgart, Keulen Weil am Rhein
120
13 Vitra Conference Pavillion beurt weer bij elkaar gehouden door een groot vierkant. 3. De weg naar het betonnen gebouw heeft een ceremonieel karakter. Het leidt naar de smalle, hoge ingang. De cilindrische centrale hal doorsnijdt de twee rechthoekige volumes. Door deze ingreep heeft Ando een labyrint van gangen, overlopen en ruimtes gecreëerd dat er als het ware om vraagt verkend te worden.
voor gasten van Vitra om te overnachten.
4. Het conferentiepaviljoen is gebouwd in 1993 en was tevens het eerste gebouw van Tadao Ando in Europa. Dit paviljoen werd ontworpen om vergaderingen in te houden, lezingen en audio-visuele presentaties te geven voor gasten van Vitra. Ook is er een mogelijkheid voorzien
5. Het conferentiecentrum is indrukwekkend door het gebruik van weinig materialen en het valt op door de geordende opbouw. Het gebouw bestaat uit twee verdiepingen. Een groot deel van de uitbouw verbergt het ondergrondse bouwlichaam. Door het materiaalgebruik te reduceren tot hoofdzakelijk beton, zorgde Ando, ondanks het gebruik van veel gesloten muren, voor een intensieve aanwezigheid van de natuur, in de vorm van licht en schaduw, binnenin zijn gebouwen. Hierdoor veranderen de eenvoudige ruimtes, gedurende de dag, in complexe scenes. Het spel van licht en donker geeft de ruimte een extra dimensie mee. Tijdens vergaderingen is er, afgezien van de kersenbomen buiten, vrijwel niets wat de aandacht afleidt. Om dit te versterken zijn de lichtarmaturen en schakelaars verzonken aangebracht in het betonoppervlak. Ook reflecteert het betonoppervlak de warme toon van de Amerikaans eiken vloer. Door het gebouw loopt ook een donkere lijn. Deze lijn geeft het niveau van het maaiveld aan. 6. Het conferentiepavilioen van Ando staat op de Vitracampus. Vitra is een bedrijf dat zich richt op het ontwerpen van en handelen in meubels, zowel voor kantoor als thuis. Rolf Fehlbaum startte in 1950 met het produceren van meubels onder de naam Vitra. Het bedrijf is uitgegroeid tot een internationaal toonaangevend meubelconcern, dat naast de beroemde designklassiekers van Charles en Ray Eames, Jean Prouvé en George Nelson, modern kantoormeubilair en designmeubelen produceert. Het afbranden van de fabriek in 1981 was voor Fehlbaum de aanleiding om bewust om te
Gebouwbeschouwing
Stuttgart, Keulen Weil am Rhein
121
13 Vitra Conference Pavillion gaan met de nieuw te bouwen architectuur op het terrein. Hij gaf de Engelse architect Nicholas Grimshaw de opdracht om een nieuwe fabriekshal te ontwerpen. Het hightech ontwerp sloot naadloos aan bij het imago van Vitra als meubelfabrikant met technische perfectie. Na het ontwerp van de fabriekshal kreeg Grimshaw van Fehlbaum de opdracht om het masterplan voor het Vitra terrein te ontwerpen. Er werd gekozen om enkele losse gebouwen te plaatsen, met contrasterende architectuurstijlen. Op deze manier zou het terrein een levendige en karakteristieke uitstraling krijgen. Volgend op dit concept werd elk gebouw door een andere architect ontworpen. In 1993 werd met het conferentiepaviljoen van Tadao Ando, zijn eerste bouwwerk buiten Japan, voltooid. 7. De muur geeft niet alleen vorm aan een tuin, hij bepaalt ook de loop van het pad. Ando laat de bezoekers die het gebouw naderen langs de muur lopen zodat rechts van hen steeds de openheid van de tuin ligt. Men kan de tuin dus ook vanaf hier bekijken hoeft hem zo niet direct te betreden. Ook ziet de bezoeker dat de tuin maar een deel is van de hele boomgaard, die op zijn beurt weer omsloten wordt door een bos. Dit bos loopt weer door tot de heuvels die de Rijnvallei omsluiten, waar de grote stad Basel ligt, waar ook drie landen, Duitsland, Frankrijk en Zwitserland bij elkaar komen. 8. Tadao Ando staat vooral bekend om zijn gebruik van beton. Hoewel zijn betonnen vlakken zeer glad en vaak gevernist zijn, wekken ze ook de indruk niet af te zijn. Dit effect ontstaat door de cirkelvormige afdrukken, die worden veroorzaakt door de afstandhouders die nodig zijn bij het bekisten van het beton. Meestal worden deze, wanneer het beton in het zicht wordt toegepast, weggewerkt. Ando gebruikt de afdrukken juist om het beton de voor hem typische structuur mee te geven. Deze betonstructuur wordt dan ook wel “Ando-beton” genoemd. Aan de hand van de sporen die de bekistingsplaten hebben achtergelaten, kan de compositie van het hele gebouw worden ontcijferd. De fijne stortnaden verwijzen naar de standaardafmeting van de Japanse “Tatami-mat” (91x182cm).
info:
Adres: Vitra Campus; Charles-Eames-Str. 2; D-79576 Weil am Rhein Vervoer: Basel, bus 55; Opening; op afspraak met architectuurgids, van dinsdag tot zondag twee keer per dag
122
14 Vitrahaus Ontwerper
Het Vitrahaus is ontworpen door de Zwitserse architecten Herzog & de Meuron. Het bureau is opgericht door de leeftijdsgenoten en boezemvrienden Jacques Herzog (19 april 1950, Basel) en Pierre de Meuron (8 mei 1950, Basel). De oprichters studeerden architectuur van 1970 tot 1975 aan het Swiss Federal Institute of Technology (ETH Zürich). Drie jaar nadat ze waren afgestudeerd richtten ze het architectenbureau Herzog & de Meuron op. Sinds 1994 zijn allebei de oprichters gastprofessoren aan de HarHerzog & de Meuron vard University, en sinds 1999 geven ze ook les aan de ETH Zürich. In 2001 won het bureau de Pritzker Architecture Prize en in 2007 de Royal Gold Medal van RIBA. Momenteel behoort het architectenbureau tot de top van de wereldarchitectuur en zijn er 340 medewerkers aan het werk. Herzog & de Meuron hebben vestigingen in Hamburg, London, Madrid en New York. Enkele beroemde werken zijn: Allianz Arena in München (2005), het Olympisch stadion (ook wel Vogelnest) in Beijing (2008) en de Prada Store in Tokio (2003).
Gebouwbeschouwing
1. Het Vitrahaus is onderdeel van de Vitracampus, waar al enkele gebouwen staan die ontworpen zijn door toparchitecten zoals bijvoorbeeld: Tadoa Ando, Zaha Hadid en Frank Gehry. De campus bevindt zich tussen de glooiende heuvels van Weil am Rhein in Duitsland. Eigenlijk is het terrein een museum van moderne architectuur. Het nieuwste gebouw van de campus, het Vitrahaus, bevindt zich in het noorden van het terrein en staat naast het Vitra Design Museum (door Frank Gehry, 1989) en het congrespaviljoen (Tadao Ando, 1993). Door de grootte van het beschikbare terrein was het mogelijk het gebouw zo ver mogelijk van het Vitra Design Museum en de toegangspoort verwijderd te houden. Hierdoor was het mogelijk om de Streuobstwiesen, hoogstamfruitbomen een restant van de traditionele fruitteelt, te laten staan. Door de opvallende ligging en de bijzondere vorm is het Vitrahaus het oriëntatiepunt van de Vitracampus geworden. 2. Het gebouw bestaat uit twaalf gestapelde “staafhuizen”. Met een maximale lengte van 57 meter (bij een breedte van 54 meter en een hoogte van 21,5 meter) steekt het gebouw boven alle andere gebouwen uit. Het bruto vloeroppervlak beslaat 4126 m2 en het volume bedraagt 22.755 m3. Het ontwerp is gebaseerd op twee thema's die in de werken van
Gebouwbeschouwing
door: Jeroen Mesu
Stuttgart, Keulen Weil am Rhein
123
14 Vitrahaus Herzog & de Meuron vaak terugkeren, namelijk het oerhuis en de stapeling van ruimtes. Het oerhuis bestaat zoals verwacht uit vier muren met daar bovenop een zadeldak. In het ontwerp zijn vijf niveaus gebruikt, waardoor er een verticale structuur ontstaat. Sommige van deze niveaus zijn wel vijftien meter hoog. Door de opeenstapeling van de twaalf “staafhuizen” ontstaat er vanaf de buitenkant een aanzicht dat bijna chaotisch aandoet. Echter vanaf de binnenkant vormen de verschillende bouwdelen één geheel. Dit komt door de ingenieuze verbindingen en stapeling van de bouwdelen. Er is bewust gekozen om het gebouw met variabele hoogtes uit te voeren, omdat men niet een horizontaal gebouw wilde realiseren wat voor productiehallen typerend is. Het verticale gebouw herbergt enkele mooie overzichten, zoals een overzicht over het omringende landschap en de productlocatie. 3. Op de begane grond zijn er vijf bouwdelen gesitueerd. In het midden van deze delen vormt een met houten beplankt terrein de centrale toegang. De vijf gebouwen die aan de centrale toegang liggen zijn: een congresgedeelte, een expositieruimte voor de stoelencollectie van het Vitra Design Museum, Vitra Design Museum Shop, een lobby met receptie en garderobe en een café met buitenterras wat in de zomer gebruikt kan worden. Het huis waarin de expositieruimte is geplaatst heeft als enige geen rechte maar ingedeukte wanden. De ingedeukte vorm is gebruikt om houten banken in te plaatsen. De houten bekleding begint aan de bovenkant van het huis (met ingedeukte wanden) en loopt door tot onder waar het overgaat in een houten plein. Met de lift kunnen de bezoekers zich verplaatsen naar de bovenste verdieping, waar tevens de route langs de Home Collection begint. Vanuit deze verdieping is er een prachtig uitzicht over de heuvelachtige omgeving en de overige gebouwen van de campus. Dit uitzicht wordt mogelijk gemaakt doordat sommige kopse kanten van de huizen zijn voorzien van glas. Hieruit blijkt dat de oriëntatie van de huizen is afgestemd op de uitzichten op het landschap en de campus. Tevens is er een buitenterras op de bovenste verdieping gecreëerd. De ruimte voor het terras ontstaat doordat de glazen gevel naar binnen is geplaatst. Hierdoor kan je in de frisse buitenlucht van het uitzicht genieten. De trappen die de toegang naar andere niveaus mogelijk maken zijn geen normale trappen. De trappen zien eruit als grote wormachtigen die zich een weg door de niveaus eten. 4. In het Vitrahuis presenteert Vitra eigentijdse meubels en design klassiekers. Vitra was enkele jaren geleden vooral bekend als producent van projectmeubelen. In 2004 is hier verandering in gekomen door de introductie van de Home Collection. Bestaande uit design klassiekers, re-edities en nieuwe ontwerpen. Voor de introductie van de Home Collection was Vitra vooral bekend op het gebied van kantoorinrichting. Met de Home Collection heeft Vitra een nieuwe groep consumenten bereikt, namelijk de op design gerichte klant. Het Vitrahuis bevindt zich op de Vitracampus. Toen in 1981 een groot deel van de campus
Gebouwbeschouwing
Stuttgart, Keulen Weil am Rhein
124
14 Vitrahaus werd verwoest door een grote brand heeft Vitra-directeur Rofl Fehlbaum het terrein op een bijzondere manier laten herinrichten. De gebouwen die op de campus staan zijn stuk voor stuk ontworpen door toparchitecten. Het voorlopige ontwerp voor het Vitrahuis was klaar op 1 juni 2006, het definitieve ontwerp was een jaar later gereed. De opening vond plaats op 22 februari 2010. 5. De huizen zijn geheel uitgevoerd in gewapend beton. De huizen zijn zo Rolf Fehlbaum gestapeld dat de vloerplaten de nok van het niveau eronder snijden. De bouwdelen zijn niet zo maar willekeurig gestapeld, ze zijn zo ontworpen dat ze elkaar ondersteunen zodat er een stabiele constructie ontstaat. De krachten die worden uitgeoefend op de “staafhuizen” worden via de onderliggende niveaus naar de fundering afgevoerd. De dragende wanden zijn zo sterk dat er voor de rest geen extra draagconstructie is toegepast. 6. De opdrachtgever voor het Vitrahaus is de Vitra Verwaltungs GmbH, dit is onderdeel van het bedrijf Vitra. Vitra kwam tot stand in 1950 en begon als familiebedrijf. Het bedrijf richt zich vooral op het maken van meubels voor op kantoor en thuis. Maar ook de architectuur van de Vitracampus maakt deel uit van het bedrijf. Er zijn vier directeuren die het geheel besturen. Één daarvan is Rolf Fehlbaum. Vitra heeft opdracht gegeven voor het bouwen van het Vitrahaus omdat er geen plaats was op de huidige campus om de nieuwe Home Collection tentoon te kunnen stellen. Het gebouw moest er zo uit komen te zien dat het de klant makkelijker zou maken om hun interieur te kunnen kiezen. Daarom is er ook gekozen om de binnenkant af te werken met “stucco lustro” (glanspleister). Dit is een klassieke methode waarbij er verschillende stuklagen over elkaar heen worden aangebracht. Door deze witte glanzende afwerking vallen de meubels extra goed op. 7. Het gebouw past goed in de omgeving. Dit komt onder andere door de antracietkleurige pleisterlaag waarmee de buitenkant van het Vitrahaus is afgewerkt. Deze kleur zorgt ervoor dat het gebouw goed past in de omgeving, want het verbindt het bouwwerk met het landschap. “s Nachts heeft het bouwwerk een compleet andere uitstraling. Dan lijkt het net of de ruimtes zich openen, want de glasgevels verlichten dan de omgeving. De gevels lijken “s nachts op grote vitrines die de omgeving verlichten. Het effect van gestapelde huizen komt in het donker extra goed naar voren, omdat de glasgevels
Gebouwbeschouwing
Stuttgart, Keulen Weil am Rhein
125
14 Vitrahaus dan goed zichtbaar zijn waardoor de onderlinge afstand beter te zien is. 8. De huizen zijn allemaal gemaakt van gewapend beton. Zowel de wanden als de daken zijn hiervan gemaakt. Daarom is beton in dit bouwwerk een belangrijk materiaal. Een ander belangrijk materiaal is glas. Door het glas krijgt het gebouw karakter. De kopse kanten van het gebouw die in glas zijn uitgevoerd, zijn gemaakt uit verschillen-
de glasplaten. Deze glasplaten zijn onderling aan elkaar gekoppeld waardoor er een dichte gevel ontstaat.
info:
Adres; Charles-Eames-Straße 1; D-79576 Weil am Rhein. Rondleiding: Duur: 2 uur , 12:00 -14:00
126
15 Circus Maximus Ontwerper
Lucius Tarquinius Priscus leefde van 616-578 v.C. Hij was de vijfde koning van Rome. Tarquinius Priscus is als zoon van een immigrant samen met zijn vrouw naar Rome gekomen. Toen hij de stad naderde gebeurde er iets eigenaardig. Een roofvogel greep de hoed van Tarquinius, vloog er even mee rond en zette hem toen weer terug. Dit werd gezien als een hemels voorteken en er werd uit afgeleid dat Rome een grote toekomst tegemoet ging. Tarquinius Priscus werd dan ook een machtige vorst. Tarquinius zou gebruiken als gladiatorgevechten en circusspellen in Rome Lucius Tarquinius Priscus hebben geïntroduceerd. Tijdens zijn regering zijn een aantal grote projecten gerealiseerd. Hij heeft een ommuring om Rome laten aanbrengen, wat later is voltooid door zijn opvolger Servius Tellius. Hij heeft ook de Cloaca Maxima aangelegd. Tot zijn belangrijkste bijdrage wordt de oprichting van de Tempel van Jupiter Optimus Maximus op het Capitolijn gerekend en tevens stichtte hij het Circus Maximus.
Ommuring Rome
Cloaca Maxima
Tempel van Jupiter Optimus Maximus
Gebouwbeschouwing
1. Het Circus Maximus ligt in het midden van Rome aan Via del Circo Massimo. De straat ligt in de wijk Aventijn. Belangrijke gebouwen in de buurt zijn: Colosseum, Santa Maria in Cosmedin en Forum Romanum. De belangrijkste en best bewaard gebleven weg van het antieke Romeinse wegennet is de Via Appia. Deze begint bij Porta Capena, direct achter de Circus Maximus. Circus Maximus betekent letterlijk grootste circus. Het Circus Maximus ligt bij één van de zeven heuvels van Rome, namelijk het Palatijn. De heuvel ligt 43 m boven de rivier de Tiber en heeft een omtrek van ongeveer twee kilometer. Op de heuvel zijn sinds de keizertijd veel paleizen gebouwd. Keizer Domitianus liet in 92 na Chr. een paleis bouwen. Deze had een groot balkon dat uitkeek op het Circus Maximus. De keizerlijke familie kon zo vanuit het paleis naar de races kijken. Dit waren de hoogste plaatsen waar de wagenrennen vanuit bekeken konden worden. 2. De vorm die Circus Maximus in de tijd van Caesar had (100-44 v.C.), is tot aan de dag van vandaag te herkennen aan de imposante tufstenen en Travertin ruïnes. Het Circus Maximus is een 650 m x 125 m
Gebouwbeschouwing
door: Lisa Alewijnse
Rome
127
15 Circus Maximus grote stenen arena. Sinds de tijd van Augustus liep in het midden van de arena de “spina’, een scheidingsmuur tussen de renbanen. De spina was een twee meter hoge, zes meter brede en 214 m lange muur, die het 85 m brede, zevenmaal af te leggen parcours bepaalde. Het Circus werd van de 4e eeuw voor Christus tot 549 na Chr., toen de laatste races werden gereden, uitgebreid en verfraaid. 3. Aan beide uiteinden van de spina waren rondetellers aangebracht. Zeven houten eieren sierden het ene einde, het andere was door zeven metalen, inklapbare dolfijnen gemarkeerd. Deze waren aan de zeegod Neptunus gewijd, die ook als god van de paarden gold. Augustus (63 v.C. - 14 n.C.) liet op de “spina” een uit Heliopolis in Egypte overgebrachte obelisk van Ramses ll (reg. 1279-1212 v.C.) oprichten, die sinds 1589 op de Piazza del Popolo staat. In 357 n.C. kwam daar de obelisk van Toetmoses lll (reg. 1479-1425 v.C.) uit Thebe bij, die in 1588 naar de Piazza de San Giovanni in Laterano werd verplaatst. Ook andere beelden van goden, onder andere aan Cybele gewijd, sierden de as. De startblokken aan de rechte korte kant waren door hermen gesierd en werden “carceres” genoemd. Daarin wachtten de deelnemers op het startsignaal en gingen de ijzeren hekken van de hokken open. De renstallen van de roden, de blauwen, de groenen en de witten streden altijd om de gunst van het publiek. De kleuren van de kleding van de vier belangrijkste renstallen zijn op de mozaïeken in een villa aan de Via Cassias vastgelegd rond 200 na Chr.. Nu zijn deze mozaïeken te vinden in het Museo Nazionale Romana delle Terme. 4. De tribune bood plaats aan zo’n 300.000 toeschouwers, die de wagenrennen wild aanmoedigde, net zoals de atletiekwedstrijden en gevechten met wilde dieren. De winnaars kregen, behalve kleine onderscheidingen, aanzienlijke geldprijzen. Het volk gokte flink bij de tientallen gokkantoortjes op de begane grond. Ook talloze keukens zaten daar waar de wijn rijkelijk vloeide. Dit gaf vaak aanleiding tot bloedige gevechten op de tribunes. Er zijn veel doden gevallen bij de conflicten tussen fanclubs. Koning Totila (reg. 541-552) zette een punt achter de bloedige geschiedenis van de wagenrennen. De 1150 jaar oude traditie werd beëindigd. Het Circus Maximus dat ooit het grootste stadion van het klassieke Rome was, is nu niet veel meer over dan een lange wandelpromenade van gras. 5. Aan de korte zijde van de baan lag de loge die op een tempel leek. Dit was door Trajanus opgericht en lag ter hoogte van de eindstreep, die zich aan de overkant van het Parcours voor een overdekte tribune bevond. Het paleis dat keizer Domitianus liet bouwen leek bij het meest noordelijke gedeelte op een peristylium, een niet overdekte ruimte met een zuilengang omgeven. Deze zuilen moesten de ingang van het paleis voorstellen. In het middengedeelte zijn verschillende vertrekken die zich rond een ander groot peristylium bevinden.
Gebouwbeschouwing
Rome
128
15 Circus Maximus In het centrum hiervan bevond zich een bassin. Midden in dit bassin bevond zich een hoog podium voor een tempel, dat men kon bereiken over een brug van gemetselde bogen. De zuidkant van dit peristylium vormt met een gedeelte in twee verdiepingen de overgang naar het twaalf meter lager gelegen begane grond van het paleis en vormt zo de afwerking van de helling van Palatijn. Het benedengedeelte van dit paleis was het echte woongedeelte van de keizer. De ingang bevond zich aan de zijde van Circus Maximus in de privétribune van de keizer. 7. Van het Circus Maximus is tegenwoordig niet veel meer over. Het Circus bood plaats voor 300.000 toeschouwers om de races te bekijken. Nu is het een toeristisch attractie geworden waar dagelijks vele mensen komen om de vormen van het Circus te bekijken. De gebeurtenissen in het Circus waren ook een aanleiding voor verschillende films. 8. Het Circus Maximus is gebouwd met Travertin en tufsteen. Onder Trajanus (53-117 n.C.) kreeg de 650 m x 125 m grote stenen arena een bekleding met marmeren platen.
info:
Via dei Circo Massimo Rome. Openbaar vervoer: Bus (lijn 81, 160, 628, 715), Tram (lijn 3), Metro (Circus Massimo) Toegang is gratis
129
16 Porticus di Octavia Ontwerper
De Porticus van Octavia is een herbouw van de Porticus van Metellus. De bouwer van dit complex was Quintus Ceacelius Metellus. Metellus is in 207 v. Chr. geboren in Rome. Hij was lid van de belangrijke Romeinse gens Caecilia Metella. In 146 voor Christus veroverde hij Macedonië, waardoor het een Romeinse provincie werd. Ter ere van zijn triomf liet hij de Porticus van Metellus bouwen. In 143 voor Christus, drie jaar na zijn overwinning, werd hij verkozen tot consul en in 131 v. Chr. tot censor. Hij overleed in 115 v. Chr. op 92-jarige leeftijd. Voor zover bekend heeft hij geen andere bouwwerken op zijn naam staan. In 27 – 25 v. Chr. liet keizer Augustus de Porticus weer herbouwen en weidde het aan zijn zus Octavia. Een biografie van Augustus is elders in deze gids te vinden.
Quintus Ceacelius Metellus
Gebouwanalyse
1. De Porticus van Octavia is gelegen op het Marsveld in het centrum van Rome, naast het Theater van Marcellus. Het was een rechthoekig bouwwerk van 118 bij 140 meter. Binnen de ommuring van de porticus bevonden zich de Tempel van Jupiter Stator en de Tempel van Juno Regina.
Alleen deze ruïnes zijn overgebleven van het destijdse complex
2. Een porticus is een Latijns woord voor een overdekte zuilengalerij. Het complex van de Porticus van Octavia was 118 meter breed en 140 meter lang, van zuid naar noord. De binnenplaats was ingesloten door een colonnade van een dubbele rij granieten zuilen. Aan de zuidelijke zijde was een ingang. Deze ingang is het enige wat nog bewaard is gebleven. Waarschijnlijk was er aan de noordzijde ook een ingang, maar dat is nooit bewezen. Op de binnenplaats bevonden zich twee tempels: de tempel van Jupiter Stator en de tempel van Juno Regina. De entrees van de tempels zijn net als de entree op het zuiden gericht. Zo schijnt de zon de hele dag in de portalen van de tempels. Deze hebben overigens dezelfde afmetingen, maar hebben een andere vormgeving. De Tempel van Jupiter Stator heeft alleen aan de voorzijde een rij van zes kolommen. De Tempel van Juno Regina heeft rondom zuilen, behalve aan de achterzijde. Behalve de twee tempels was er ook een school, een bibliotheek en een vergaderzaal in de porticus gebouwd. De ligging van deze gebouwen in het complex is onbekend. 3. In de huidige situatie is er een stuk van de entree verbouwd. Waarschijnlijk omdat twee kolommen waren beschadigd of verwoest. Nu is aan de rechterkant van de ingang een halfronde boog aangebracht. Het is niet bekend wie dat heeft gedaan. Het kan Augustus zijn geweest, maar waarschijnlijk was het Caracalla, die het heeft gerestaureerd. De zuilen Plattegrond met daarin de situering van het complex
Gebouwbeschouwing door: Marten Bakker
Rome
130
16 Porticus di Octavia
Een visulisering van het complex zoals het er destijds heeft uit gezien
van de entree zijn 8,60 meter hoog en van wit marmer. 4. De Porticus van Octavia was een openbaar gebouw. Hierin bevonden zich twee tempels, één voor Jupiter Stator en één voor Juno Regina. Naast de twee tempels was er nog een bibliotheek, een school en een raadszaal die een enkele keer gebruikt werd. Het was dus een plaats waar bijna alle standen van de bevolking samenkwamen. De Tempel van Juno Regina werd in 179 voor Christus gebouwd door Marcus Aemilius Lepidus. Hiervan zijn nog drie witmarmeren zuilen van bewaard gebleven. De Tempel van Jupiter Stator werd gebouwd in 146 voor Christus, samen met de Porticus van Metellus. De porticus is dus om de tempel van Juno Regina heen gebouwd, Een gedeelte van een vooraanzicht van het gebouw waardoor deze bij het complex behoorde. Volgens Vitruvius is de tempel van Jupiter Stator ontworpen door Hermodorus van Salamis. In 27 – 25 v. Chr. Is de porticus gerenoveerd door keizer Augustus. Deze doopte de Porticus van Metellus om naar Porticus van Octavia, naar zijn zuster. Bij de Grote Brand in 80 BC werd de Porticus verwoest, maar keizer Domitianus liet het weer herbouwen. Daarna is het nog een keer verwoest door een brand en is het weer gerestaureerd door Caracalla. Nadat het Romeinse Rijk gevallen was, werd er geen aandacht meer besteed aan het bouwwerk en in de Middeleeuwen zijn er twee kerken op de restanten gebouwd. Het enige wat nog van de Porticus is overgebleven is de zuidelijke ingang. Op de restanten van de tempel van Jupiter Stator zijn later de kerk S. Maria in Campitelli en enkele woningen gebouwd. De entree bestaat uit delen van verschillende tijdperken. In de 8e eeuw is de toegangspoort omgebouwd tot atrium van de S. Angelo in Pescheria. Inmiddels zijn er van de acht oorspronkelijke zuilen van de Plattegrond van het complex
Gebouwbeschouwing
Rome
131
16 Porticus di Octavia toegangspoort nog vijf bewaard gebleven. De Porticus wordt nu niet meer gebruikt, het is enkel een toeristische trekpleister. Vanwege de vele eeuwen van verval ziet de porticus er nu uit als een ruïne. Het gebouw is voor de veiligheid door middel van een omheining. Van de zuilen uit de omringende colonnade zijn er een aantal opgegraven en naast de toegangspoort gezet om de oorspronkelijke omvang te illustreren. Andere zuilen zijn eerder opgegraven en in de woningen rondom ingebouwd. Op de fries boven de ingang is vermelding gegeven van de restauratie door Septimus Severus en Caracalla.
De ruïnes zijn voor de geinteresseerden gratis te bezichtigen
5. De Porticus van Octavia is vrij eenvoudig opgezet. Alle krachten worden verticaal naar de grond overgebracht (in de meeste gevallen door middel van zuilen). Enkel bij de entree zijn er halfronde bogen toegepast. De ingangen van de tempels zijn naar het zuiden gericht, zodat de hele dag zonlicht binnen kan vallen. De zuilengalerijen waren ook open, waardoor er veel licht in het complex kon vallen. 6. De opdrachtgever voor de bouw van de Porticus van Metellus was Quintus Caecelius Metellus zelf. Er is geen programma van eisen bekend. 7. In de porticus zijn verschillende materialen toegepast. Ten eerste de zuilen: die zijn van marmer gemaakt, evenals de architraaf boven de ingang. Het verschil tussen deze twee is dat de architraaf van Grieks Pentelisch marmer is gemaakt en de zuilen van Italiaans Lunamarmer. De fries is ook van Pentelisch marmer. De muren van de Porticus zijn met bakstenen in wildverband gemetseld. Deze muren zijn waarschijnlijk door Septimus Severus en Caracalla gebouwd. De rode kleur van de bakstenen contrasteert sterk met de witmarmeren zuilen en architraaf. Waarschijnlijk vond men het bij de restauratie niet nodig om de juiste kleuren toe te passen. In het gebouw is geen beton verwerkt, behalve de specie tussen de bakstenen. Oorspronkelijk waren de muren met marmer bekleed. Het is niet bekend welke soort marmer dat was.
hoofdsponsors:
info:
Gelegen aan de Via del Portico d’Ottavia, naast het Theater van Marcellus Toegang is gratis
132
17 Mercati di Traiano Gebouwanalyse
1. Het Forum van Trajanus ligt ten noorden van het Forum van Caesar en grenst aan het westen aan het Forum van Augustus. Het ligt aan de straat de Via dei Fori Imperiali. Een aantal kilometer verderop, in dezelfde straat, staat het Colosseum. Het Forum bestond uit een binnenplaats, de Basilica Ulpia, de Colonnades, de Markten en twee bibliotheken. Tussen de twee bibliotheken staat de zuil van Trajanus. Er zal dieper worden in gegaan op de Markten van Trajanus. 2. De hoofdvorm van de markten is een halve boog, de binnenkant van de boog heeft een diameter van 58 meter. Hierachter bevinden blokvormige delen die trapsgewijs naar boven lopen. Het totale gebouw is meer dan 110m breed. 3. De markten zijn gebouwd in Romaanse bouwstijl, dit is te herkennen aan de kleine openingen in de gevels en het gebruik van vele halfronde bogen. De markten zijn tegen een afgegraven heuvel de Quirinaal aangebouwd. De markten waren op twee manier bereikbaar. Er waren ingangen op de begane grond, de tweede verdieping was te bereiken door een kleine straat, de Via Biberatica. De bovenste verdiepingen waren te betreden vanaf boven op de heuvel. Hier was tevens de hoofdingang, een grote gewelfde hal. 4. De markten van Trajanus, werelds eerste winkelcentrum bestond uit vier verdiepingen. Het gebouw bestond uit ongeveer 150 winkels en kantoren. De onderste verdiepingen waren voornamelijk winkels. Hier werd voornamelijk voedsel verkocht en werd er af en toe ook voedsel aan de armen gegeven. De markten werden bestuurd vanuit de kantoren op de bovenste verdieping. Hiernaast waren er nog een aantal opslagruimtes voor de goederen. Dwars op de markten lag een straat, de via Biberatica. Het forum is door de eeuwen heen bijna helemaal verdwenen. Het enige wat er nog van overeind staat is de Zuil van Trajanus en een gedeelte van de markten. De rest van het Forum is afgebroken en voornamelijk verwerkt in Christelijke De markten waren gelegen in een groter complex, een Forum
De Markten van Trajanus zijn centraal gelegen
Gebouwbeschouwing
door: Marco Beenhakker
Rome
133
17 Mercati di Traiano kerken. Tegenwoordig worden de Markten van Trajanus nog dagelijks door vele toeristen bezocht. Er zijn plannen voor een gehele restauratie van de markten. 5.Op de plattegrond hieronder zijn de gehele markten zichtbaar. De noord vleugel(N) de Hemicycle(H) en de zuid vleugel(S) bevinden zich op de begane grond en hebben 3 verdiepingen. De Oostvleugen, de Terrace en de Aula bevinden zich vanaf de derde verdieping. De markten zijn gebouwd met een constructie van beton en baksteen, de enorme boog-
Een doorsnede van het complex
Plattegrond van de markten
constructie is van baksteen. Hierin bevind zich een rand van ramen met een halfronde bovenkant en pilasters ertussen. Daarboven zijn driehoekige frontons en halfrontons aangebracht. De constructie binnen in het gebouw is van enorme bakstenen muren. Deze muren zijn voorzien van een aantal boogstructuren te zien. Door deze structuur zijn de muren sterker en worden de krachten doorgevoerd naar de ondergelegen betonnen constructie. 6. Architect Appolodorus van Damascus heeft het forum en ook de markten ontworpen, hij was een van de favoriete architecten van Keizer Trajanus. Verder was Damascus ook bruggenbouwer en beeldhouwer. Hij maakte gebruik van gegoten beton in plaats van de
Gebouwbeschouwing
Rome
134
17 Mercati di Traiano traditionele Romeinse bouwmethodes. Naast het Forum van Trajanus heeft hij de brug over de Donau, het pantheon en de villa Hadriana ontworpen. Op de zuil van trajanus is te zien hoe de aanleg hiervan verliep. 7. Het Forum van Trajanus was het meest recente en grootste van de keizerfora. Het zou het mooiste bouwwerk van het Romeinse Rijk worden. Het kostte 7 jaar om het te bouwen, van het jaar 106 tot 113 n. Chr. Het Forum is gebouwd van de oorlogsbuit op de Daciërs. In 143 n. Chr. was het Forum echter pas volledig gebouwd.
Baksteen was destijds een belangrijk constructiemateriaal voor onder andere de fundering
De huidige staat van de markten
Gebouwbeschouwing
Rome
135
18 Pantheon Ontwerper
Het Pantheon, zoals dat er in zijn huidige vorm staat is niet het oorspronkelijke gebouw. Het Pantheon was in eerste instantie gebouwd door Marcus Vipsanius Agrippa (voor een biografie zie opdrachtgever). De ontwerper van dat gebouw is echter onbekend. Nadat het gebouw tot tweemaal toe is afgebrand, is het huidige Pantheon gebouwd door keizer en architect Hadrianus. Publius Aelius Traianus Hadrianus (Hadrianus) werd rond 76 na Chr. geboren. Gedurende 117 tot 138 was hij keizer van het Romeinse Rijk. Op 10 Hadrianus jarige leeftijd werd Hadrianus wees, en werd opgenomen in een kinderloos gezin. Hadrianus groeide op bij zijn oom, keizer Trajanus. Zijn oom zorgde voor een goede opleiding in Rome. Tijdens zijn studie kwam Hadrianus in aanraking met de Griekse cultuur. Door de waardering van deze cultuur kreeg Hadrianus de bijnaam “Graeculus”, wat “Griekj” betekende. De adoptiemoeder zorgde voor een geëngageerd huwelijk tussen Hadrianus en Vibia Sabina. Hadrianus was van 177 tot 138 na Chr. keizer van het Romeinse Rijk. Naast het keizerschap was Hadrianus Architect, naast het Pantheon zijn er nog een aantal gebouwen van de hand van Hadrianus.
Villa Adriana (Tivoli)
Bibliotheek van Hadrianus (Athene)
Tempel van de Olympische Zeus (Athene)
Gebouwbeschouwing
1. Het Pantheon is gelegen aan de het Piazza della Rotonda, een plein midden in het oude centrum van Rome, ten noordwesten van het Capitool. Het gebouw wordt geheel omsloten door een aantal wegen, de Villa della Rotonda aan de linker en de rechterkant. De zuidkant van het pantheon wordt omsloten door de Via delle Palombella. De wijk is net als het Pantheon al meer dan 2000 jaar oud. De buurt behoort tot de financiële wijk van Rome, er bevinden zich veel beurzen en banken. Ook verschillende overheidskantoren zijn gevestigd in de nabije omgeving. Het Pantheon is een van de best bewaarde bouwwerken uit de Romeinse bouwkunst. De hoofdingang bevindt zich aan het Piazza della Rotanda. Midden op het plein staat een fontein met daarop een Obelisk. Vanaf het plein is het pantheon niet te missen. Met zijn imposante voorgevel is het Pantheon een van de meest uit het oog springende gebouw. Dit komt mede doordat het gebouw het enige gebouw is dat een rond vorm heeft.
Gebouwbeschouwing door: Bas van den Berge en Tom van Bremen
Rome
136
18 Pantheon Naast het pantheon zijn er nog een paar opvallende en veel bezochte gebouwen in de directe omgeving aanwezig. Ten zuid-oosten van het Pantheon staat het Santa Maria Sopra Minerva (zie geschiedenis 800 tot 1348). Dit is de enige Gotische kerk in Rome. Ook de Sant’Ignaziodie Loyala en de Barokke kerk Chiesa del Gesù staan in de directe omgeving van het Pantheon. 2. Hadrianus heeft een bol als uitgangspunt genomen voor zijn ontwerp. De bol, met een diameter van 43,20 meter wordt omsloten door een muur van 6 meter. De totale breedte van het Pantheon bedraagt 56 meter. De koepel heeft in het midden een opening, de oculus. De oculus heeft een diameter van 9 meter. De hoofdingang is gelegen onder een porticus, afgeleid uit de klassieke oudheid. Hierbij dragen de zuilen een timpaan, een driehoeksvorm. De zuilen hebben elk een lengte van 12,5 meter. De breedte van de poritcus is 33 meter, de lengte is 15,45 meter. 3. De voorgevel van het Pantheon bestaat uit 16 zuilen, verdeeld over drie rijen. De voorste rij bestaat uit acht grijze monolithische granieten zuilen. Monolithische wil zeggen dat de zuil uit een stuk materiaal is vervaardigd. Per stuk wegen de zuilen ongeveer 60 ton. De achterste twee rijen hebben ieder vier zuilen. Dit zijn echter acht roze granieten zuilen. Op alle zuilen zijn Korinthische kapitelen aangebracht. De zuilen met kapitelen dragen een timpaan die voorzien is van een tekst die verwijst naar de eerste bouwer van het Pantheon, “M. AGRIPPA L.F TERTIVM FECIT”, dit betekent “Marcus Agrippa, zoon van Lucius, voor de derde maal consul, heeft dit gebouwd”. Het meest uit het oogspringende detail van het Pantheon is de betonnen koepel.Tot 1434 was dit de grootste koepel ter wereld. Deze titel is overgedragen aan de koepel van de Santa Maria del Fiore, die met een diameter van 45 meter ongeveer twee meter groter is. Omdat het niet eenvoudig is om in die tijd een koepel te bouwen met een doorsnede van 43,20 meter hadden de Romeinen enkele trucs bedacht: - De koepel is niet geheel dicht. Bovenaan de koepel is een oculus (Latijn voor oog) aangebracht met een diameter van negen meter. Deze oculus is aangebracht om de koepel soepel te houden. Doordat de koepel voorzien is van een oculus is het bestand tegen aardbevingen. Uit de geschiedenis blijkt inderdaad dat de oculus in de koepel ervoor heeft gezorgd dat het Pantheon nog staat, in tegenstelling tot vele andere gebouwen. - Een koepel vervaardigen uit één materiaal zou voor een dergelijke koepel niet haalbaar zijn. Om gewicht te besparen is gebruik gemaakt van cassettes, uitsparingen. Het cassette plafond bestaat uit vijf horizontale rijen met elk 28 cassetten, hoe hoger de cassetten zitten, hoe kleiner ze worden. De dikte wordt ook dunner naarmate de oculus wordt bereikt. Bij de
Gebouwbeschouwing
Rome
137
18 Pantheon oculus is een dikte gemeten van 2,3 meter. De oculus is het enige “raam” in het gebouw. Het pantheon is daarnaast voorzien van één deur. Een grote bronzen deur aan de voorkant van het gebouw. 4. Van 27 tot 25 voor Christus liet Marcus Vipsanius Agrippa een rechthoekige tempel bouwen voor keizer Augustus. Agrippa was de schoonzoon van keizer Augustus. De functie van de tempel was het vereren van de goMarcus Vipsanius Agrippa den Mars en Venus. Na twee branden was er vrijwel niets meer over van het Pantheon, daarom besloot keizer Hadrianus om de tempel te herbouwen. De rechthoekige vorm veranderde in een ronde vorm. Daarnaast werd het nieuwe gebouw bekend omdat er maar liefst zeven goden werden vereerd. Dit waren de zeven goden van de planeten. De naam Pantheon is na de herbouw pas aangenomen, het betekent namelijk “alle Goden”. Na een aantal aardbevingen en overstromingen is het Pantheon enkele keren gerestaureerd. De eerste keer was rond 365. Keizer Constantius liet het gebouw compleet restaureren. Tijdens de restauratie werden een aantal elementen van het gebouw verwijderd. Het huidige dak is bijvoorbeeld niet voorzien van bronzen dakpannen. Dit komt doordat Constantius deze liet weghalen en overbrengen naar Constantinopel (het huidige Istanbul). Naast het weghalen van de dakpannen is er in de loop van de jaren nog een element verdwenen, namelijk het plafondbeslag aan het portiek. Paus Urbanus liet in 1632 het brons verwijderen om het om te smelten tot kanonnen voor de Engelenburcht en het baldakijn, een overkapping, van Bernini in de Sint-Pieter. Rond 1700 veranderde de functie in een grafmonument voor verschillende historische figuren, zoals Rafaël en tegenwoordig is het Pantheon vooral een toeristische trekpleister. 5. Het Pantheon heeft één grote ruimte. De koepel rust op stenen muren. Om het grote gewicht en dus ook de krachten van de koepel op te vangen zijn er stenen muren aangebracht die een dikte hebben van 6,20 meter. Op enkele plaatsen in de drie lagen dikke muur zijn nissen aangebracht. Naast de zijbeuken aan de voorgevel van het gebouw zijn er twee nissen gemaakt met standbeelden van Agrippa en Augustus. De grote bronzen deuren van de entree komen in een grote ronde zaal. De vloer is voorzien van ronde en vierkante marmeren vloertegels die onder een hoek aflopen. Dit is gedaan om het regenwater dat door de oculus komt af te voeren. De nissen zijn voorzien van twee zuilen, die voorzien zijn van Christelijke altaren en nissen met aedicula’s. Een aedicula wordt in veel antieke kerken gebruikt, het is een verhoogde vloer waarop een godsbeeld staat. De baldakijn van de aedicula wordt gedragen door zuilen. De altaren zijn in de plaatst gekomen voor beelden van Romeinse goden. De nis die recht tegenover de ingang zit is afwijkend van de andere nissen. Een aantal historische personen diebegraven liggen in het Pantheon zijn: paus Pius VII Ercole Consalvi (1757 tot 1824): de derde nis links, kunstenaar Rafaël,
Gebouwbeschouwing
Rome
138
18 Pantheon de derde aedicula links. 6. De opdrachtgever van het Pantheon was Marcus Agrippa. Hij liet het gebouw bouwen ter ere van zijn vriend en schoonvader, keizer Augustus. Hij werd geboren rond 63 v. Chr. in Dalmatië, een streek in het huidige Kroatië die destijds deel uitmaakte van het Romeinse Rijk. Hij had een oudere broer, Lucius Vipsansius Agrippa genaamd en een zus die Vipsania Polla heette. Hij was afkomstig uit een heel obscure familie, die weliswaar rijk was en tot de stand van de equites behoorde maar nooit een belangrijke rol had gespeeld op het politieke schouwtoneel. Om een belangrijke rol te krijgen in de politiek liet Agrippa zijn twee naam, Vipsansius vallen. Marcus Agrippa was één van de belangrijkste Romeinse generaals in de overgangsperiode van republiek naar principaat. Ook was hij de schoonzoon van keizer Augustus. Het Pantheon is door Marcus Agrippa opgedragen aan “de meest heilige” (Pantheon) “Planeetgoden”. De koepel die op het gebouw is gesitueerd staat dan ook voor het heelal en het gat in de koepel voor de zon. 7. De bouw van het Pantheon was niet schadelijk voor het milieu. Dit omdat er natuurlijke materialen en natuurlijke grondstoffen werden gebruikt, zoals bijvoorbeeld puimsteen en tufsteen. Het Pantheon is als tempel gebouwd. Romeinse tempels hadden een religieuze functie, maar werd ook gebruikt op politiek en cultureel gebied. Het straalde keizerlijke macht uit. De keizer kondigde hier de wetten af en was hoofd van het opperste gerechtshof. Momenteel is het Pantheon in gebruik als Rooms Katholieke kerk. 8. Het Pantheon is gemaakt van beton. Dit beton werd gemaakt van tufsteen, puimsteen (vulkanisch gesteente, dat licht van gewicht is) en Travertin. Cement vormde het bindmiddel voor dit beton. Tufsteen werd uit de omgeving van Rome gehaald. De vloer van het Pantheon bestaat uit marmer, evenals de zuilen en de panelen aan de muur. Het marmer is in 1873 hersteld. Het patroon van de vloer bestaat nog steeds uit het originele Romeinse ontwerp, met vierkante en ronde patronen. Op het Pantheon is een ronde koepel gesitueerd. Deze koepel heeft een constructie van diepe cassetten, waartussen beton is gestort. De cassetten in het plafond zorgen voor het verlichten van het enorme gewicht. Om het gewicht van de koepel te verdelen, werden er stenen bogen in de muur verwerkt. De koepel heeft aan de bovenkant een opening, de oculus (Latijns voor “oog”). De oculus is de enige opening in het Pantheon, waardoor licht van buiten naar binnen valt. Het afgeplatte ronde deel rond de oculus, is helemaal gemaakt van puimsteen. De ingang van het Pantheon heeft grote bronzen deuren die vervaardigd zijn in de oudheid, maar die waarschijnlijk afkomstig zijn van een ander historisch gebouw.
info:
Piazzo della Rotonda, Rome. Bus (lijn 30, 40, 46, 62, 63, 64, 70, 81, 87, 116, 492), Tram (lijn 8) Geopend: ma - za: 8.30 - 19:30, zo: 9:00 - 18:00, feestdagen: 9:00 - 13:00 , oegang is gratis
139
19 Mausoleo di Augusto Ontwerper De ontwerper(s) van het Mausoleum van Augustus zijn onbekend, de geschiedenisleer bevat geen documenten over een ontwerper/architect van het gebouw. De opdrachtgever is wel bekend. Gebouwbeschouwing 1. Het Mausoleum van Augustus, is geplaatst op het “Campus Martius”, een marsveld, het huidige stadscentrum van Rome. Het Mausoleum ligt Gaius Julius Caesar Augustus aan de rechter oever van de rivier de Tiber. De ingang van het Mausoleum wijst naar het zuiden. Rond 200 v Chr. was het Marsveld een plaats waar de legers van buitenlandse missies terugkeerde en bivakkeerden voordat zij in triomf de stad zelf mochten binnentrekken. In het heilige stadscentrum van Rome was het verboden om wapens te dragen. De bouw van het Mausoleum van Augustus is begonnen in 28 v Chr. Het is buiten de officiële stadsgrens van Rome gebouwd omdat het verboden was om begraven te worden in de heilige stad. Uiteindelijk werd in 7 v Chr. het Campus Maritius officieel deel van de stad Rome. Het gebouw had in het oude Rome een centrale plek. Er liep een drukke belangrijke weg langs het Mausoleum. Iedereen die over de rivier de Tiber vaart kwam en komt langs het Mausoleum van Augustus. In de originele setting in 28 v Chr. stond het Mausoleum van Augustus vrij van andere gebouwen en had een imposant overkomen. Symbolisch was het gebouw wel gelinkt met een aantal andere gebouwen. Rechts (oost) van het Mausoleum stond het Ustrinum, dit was een rechthoekig plein omgeven door een muur, in het midden lag de eigenlijke brandplaats. Op de brandplaats werden de lichamen van de overledenen verbrand. Ten zuiden van het Mausoleum lag en ligt nog steeds de Horologium samen met de zonne obelisk (een zonnewijzer) en de Ara Pacis. Deze bouwwerken vormen samen het totale grafpark van Augustus. Deze gebouwen worden elders in de gids nog uitgebreid bestroken. In het huidige Rome zijn de open vlaktes tussen deze bouwwerken vol gebouwd met huizen en andere gebouwen. 2. Het Mausoleum van Augustus is gebouwd in de bouwstijl, Oud Romeins. Dit is al snel af te leiden aan de simpele basisvorm van het gebouw, een cirkel. Ook heeft het gebouw een duidelijke voorgevel met een hoofdingang, dit komt veel voor bij Oud Romeinse bouwstijl. Het gebouw heeft een diameter van 88 meter en een hoogte van 44 meter. Het Mausoleum van Augustus was in zijn tijd het grootste grafmonument ooit gebouwd. 3. De basis van het Mausoleum van Augustus is opgebouwd uit een cirkel, deze basisvorm is uitgetrokken tot een cilindervorm 12 meter de hoogte in. Boven de basis vormde het gebouw een heuvel, het dak liep in een punt naar het midden van het gebouw en vormde hiermee een kegelvorm. Het gebouw heeft een diameter van 88 meter en een hoogte van 44 meter, het gebouw bestond uit vier cirkels die concentrisch waren verdeeld door de binnenmuren. Het gebouw bestond uit twee verdiepingen, de begane grond zou een oppervlakte van ongeveer 270 vierkante meter zijn. Een over-
Gebouwbeschouwing
door: Tom van Bremen
Rome
140
19 Mausoleo di Augusto welfde gang op de begane grond leidt naar de binnenste cirkel waar de grafkamer gelegen was. In deze kamer werd in gouden urnen het as van de overledenen bewaard, de urnen werden geplaatst in nissen. In het midden van het Mausoleum stond een grote pilaar van 44 meter hoog, deze pilaar ondersteunde het dak en een groot bronzen standbeeld van Augustus. De muren hadden diktes van vier tot wel vijf meter. De buitenmuren van het gebouw waren geconstrueerd van bakstenen en beton bestaand uit kapotte stenen en met kalkmortel, de muren werden afgewerkt met het lokale kalksteen Travertin. De binnenmuren waren opgebouwd uit bakstenen, beton en tufsteen. De vloer van de begane grond was belegd met een laag aarde. Op het dak werd ook een laag aarde aangebracht, hierop werden hoogst waarschijnlijk cepressen geplant. Het dak was geconstrueerd van hout, dit is in de loop der jaren vergaan. Naast het feit dat het Mausoleum was opgebouwd uit een cirkel had het wel een duidelijke voorgevel en ingang aan de zuid kant van het gebouw. Naast de ingang stond aan beide kanten een obelisk geplaatst van roze graniet van 14.80 meter hoog. De obelisken herinnerde aan de overwinning op Egypte in 31 v Chr. De obelisken zijn nu verplaatst, ze bevinden zich nu op de Piazza dell” Esquilino en op de Piazza del Quirinale. De eerste verdieping van het Mausoleum had een kleinere diameter en was 22 meter hoog, de verdieping was voorzien van een zuilengalerij. De buitenmuren waren afgewerkt met het wit gekleurde Travertin dat schitterde in de zon. Het dak was groen van de planten en cepressen. In het midden op het Mausoleum stond het grote bronzen beeld van Augustus. Nadat Augustus zelf was begraven in het Mausoleum zijn de deuren afgedekt met grote platen gemaakt van brons, in deze platen was het testament van Augustus af te lezen. 4. Het Mausoleum van Augustus is gebouwd als grafmonument voor de eerste keizer van het Romeinse Rijk, keizer Gaius Julius Caesar Augustus. De graftombe is tevens ook bedoeld als rust plaats voor zijn familie. Naast Augustus zelf zijn er uiteindelijk ook zijn schoonzoon Agrippa, Agrippina, Britannicus, Claudius, Drusus, Germanicus, Tiberius en Caligula begraven. Rond de 5de eeuw hebben barbaren het grafmonument open gebroken en leeg geroofd. In de 12de eeuw is het Mausoleum door de familie Colonna als burcht/ fort in gebruik genomen, hierna is het Mausoleum in verval geraakt. In het jaar 1241 werd het Mausoleum door paus Gre-
Gebouwbeschouwing
Rome
141
19 Mausoleo di Augusto gorius IX veroverd en voor een gedeelte afgebroken. Het gebouw is waarschijnlijk later nog een aantal keer verbouwd en gebruikt als tuin en wijnberg (een berg waarop druivenbomen groeide, door de druivenbomen op een helling te plaatsen krijgen alle bomen veel zonlicht). Dit heeft het gebouw behoed voor verder verval.In het begin van de 20ste eeuw zijn er nog een aantal concerten en theater voorstellingen gegeven in het gebouw. Nadat het theater in het jaar 1930 is afbroken is er in het jaar 1936 uiteindelijk begonnen met het vrijleggen en conserveren van het grafmonument door wetenschappers. In het heden is het Mausoleum van Augustus (beperkt) toegangelijk voor publiek. 5. De hoofdconstructie van het Mausoleum is opgebouwd uit vier cirkels van dikke muren met in het midden een hoofdkolom van 44 meter hoog. De begane grond werd door vijf concentrische muren in gelijke delen verdeeld. De eerste ring was gemaakt van tufsteen en was 4.35 meter dik. De tweede en derde ring waren gemaakt in opus reticulatum (dit is een ruitenpatroon). De buitenste laag was vijf meter dik en aan de buitenkant afgewerkt met Travertin. In de buitenste muur die bestaat uit twee lagen werden sparingen (gesloten kamers) gemaakt voor gewichtsbesparing. Alle gangen op de begane grond waren overwelfd en ongeveer 3.5 meter hoog. In het Mausoleum waren geen ramen of dakopeningen, er was hier geen daglicht aanwezig. Verlichting werd gemaakt door middel van vuur. Over het interieur is relatief weinig bekend. Dit omdat het Mausoleum is geplunderd rond de 5de eeuw en het hierna nog meerdere verschillende functies heeft gehad. Er kan alleen met zekerheid gezegd worden dat de urnen van Keizer Augustus en zijn familie in het Mausoleum geplaatst waren. 6. De opdrachtgever voor de bouw van het Mausoleum van Agustus in 28 v Chr. Was Gaius Julius Caesar Augustus zelf. Augustus werd geboren op 23 september 63 v Chr. Hij was de eerste keizer van het Romeinse Rijk. Hij werd keizer in januari, 27 v Chr. Augustus stief 14 na Chr. en is keizer gebleven van het Romeinse Rijk tot aan zijn dood. Augustus is de geadopteerde zoon van Caesar en zijn eigenlijke naam was Gaius Octavius. De reden dat Augustus dit grafmonument ter eren van zichzelf liet bouwen heeft twee belangrijke redenen. De eerste reden was de gezondheid van Augustus, deze was niet goed en hij zou niet meer lang te leven hebben toen hij opdracht gaf voor de bouw op 31 jarige leeftijd. De tweede reden was een propagandische reden, met de bouw van het grafmonument wilde hij invloed uitoefenen op het grote publiek. Hij wilde laten zien dat hij Rome als het middelpunt van het Romeinse Rijk zag en dat hij zowel tot zijn dood als erna verbonden bleef met het rijk. Augustus was net teruggekeerd uit het oosten toen hij in 28 v Chr. de bouw van het Mausoleum liet beginnen. Er wordt gespeculeerd dat hij was geïnspireerd door het grafmonument van Alexander de Grote, dat is gevestigd in Alexandrië (in het oosten). Het begrip Mausoleum is afgeleid van de naam van koning Mausolos van Karië, die in 400 v Chr. zijn eigen grafmonument had laten bouwen: het Mausoleion in Halikarnassos. Omdat het begrip Mausoleum ook in de tijd van Augustus werd gebruikt, duidt het erop dat Augustus door het Mausoleion van Halikarnassos op het idee is gebracht om een grafmonument voor zichzelf en zijn familie te laten bouwen. 7. Of de bouw van het Mausoleum van Augustus invloed heeft gehad op het milieu is
Gebouwbeschouwing
Rome
142
19 Mausoleo di Augusto onwaarschijnlijk. Als dit al zo zou zijn geweest zal de schade minimaal zijn. Het gebouw is opgebouwd uit grond, bakstenen, natuursteen, beton en hout. Dit zijn geen schadelijke grondstoffen, het vervaardigen van deze materialen is destijds met de hand gedaan. Al deze materialen hebben op het hout na een hoge duurzaamheid. Na 2038 jaar is de basis van het gebouw nog steeds intact. Het houten dak is vergaan met de tijd en het meeste natuursteen is hergebruikt. De basis van de bakstenen/betonnen muren is nog steeds aanwezig. De plaatsing van het Mausoleum was erg centraal, links langs het Mausoleum loopt de rivier de Tiber. Iedereen die over de rivier voer kwam langs het grafmonument. Ook was er een drukke en belangrijke weg die langs het Mausoleum liep. Het gebouw liet aan het volk zien dat Keizer Augustus, Rome als het middelpunt van zijn rijk zag en dat dit een belangrijke plaats was. Ook liet het gebouw zien dat Augustus na zijn dood nog steeds verbonden was met het Romeinse Rijk. Augustus liet ook zijn familieleden begraven in het Mausoleum, hiermee liet hij het volk zien dat hij familie belangrijk vond. 8. Voor de structurele basis van het gebouw is gebruik gemaakt van een combinatie van baksteen en beton. De buitenmuren van het gebouw zijn afgewerkt met lokaal natuursteen Travertin. Het dak is geconstrueerd van hout. Hout is een natuur product dat wordt gewonnen door het kappen van bomen. Hout is een stuk minder duurzaam dan natuur en kunststeen. Om deze reden zijn er veel oude monumenten waarvan de daken zijn vergaan, deze waren vaak van hout gemaakt. De gevoeligheid voor brand is ook een reden waarom vele houten constructies in de tijd zijn vergaan. De eigenschappen van hout verschillen per soort. Over het algemeen zijn de tropische hout soorten sterker en duurzamer dan naaldhout. Tufsteen is een vulkanisch gesteente, het bestaat uit verschillende componenten maar voornamelijk uit vulkanisch as. Tufsteen wordt ook wel tuf of tuffiet genoemd. Het is een brosse en zachte steensoort. De kleur van tufsteen varieert. Tufsteen werd ook vaak vermalen en toegevoegd aan mortel. Travertin is een natuursteen die onder de groep kalkstenen valt. Het Travertin voor het Mausoleum werdt gewonnen in de steengroeve van Tivoli, een plaats ten oosten van Rome. Het materiaal ontstaat in warme waterbronnen waar het kalk uit het water neerslaat en samen met takjes, bladeren en ander organisch materiaal verteert. Het materiaal is wit van kleur en heeft onregelmatige poriën. Travertin is gevoelig voor water, de open poriën nemen water op en hierdoor kan de steen bij vorst barsten. Zure regen wordt ook opgenomen door het materiaal. De zure regen lost het materiaal op waarna het vervolgens weg spoelt. Het beton dat de Romeinen gebruikten bestond uit kalkmortel met een vulmiddel van steenpuin. De bakstenenmuren dankten zijn stevigheid voornamelijk aan de samenstelling van het mortelmengsel. De bakstenen uit de Romeinse tijd waren een stuk groter dan de bakstenen die we nu kennen. Bakstenen ontstaan door het verwarmen van klei tussen de 850 tot 1200 graden Celsius. De klei zal hoogst waarschijnlijk lokaal zijn gewonnen bij de oevers van de rivieren.
info:
Piazza Augusto Imperatore, Rome Openbaar vervoer: Metro (lijn A; Spagna) Toegangsprijs: 2,58 euro p.p, Geopend: ma - za: 9:00 - 18:00
143
20 Piramide Cestia Ontwerper De ontwerper van de Piramide van Cestius is onbekend. De opdrachtgever is echter wel bekend: Gaius Cestius Epulo, een Romeins staatsman die leefde in de tijd van keizer Augustus. Over Augustus is elders in deze gids een biografie te vinden. Gaius Cestius heeft vele hoge functies bekleed. Zo is hij tribuun van de Plebejers (volkstribuun) geweest. Een tribuun was een onschendbare ambtsdrager in Rome. Verder is hij praetor (magistraat, letterlijk vertaald: “voorganger”) geweest en was hij één van de zeven priesters die verantwoordelijk waren voor de organisatie van de heilige banketten. Hij overleed in 12 v. Chr. en er zijn geen andere bouwwerken van hem bekend. Gebouwbeschouwing 1. De Piramide van Cestius ligt aan een druk verkeersplein aan de Piazza Ostiense, aan de zuidkant van de Aventijn. Achter de piramide ligt het Romeinse Protestantse Kerkhof. Hier liggen diverse beroemdheden begraven, zoals de Engelse dichter John Keats en de twee zonen van paus Pius VII. 2. De Piramide van Cestius is een piramide. De vorm van de piramide is anders dan die van de Egyptische piramiden. Deze hebben een helling van circa 45 graden, de Piramide van cestius heeft een helling van circa 60 graden. Deze piramide is dus aanzienlijk steiler dan de Egyptische piramiden. De basis van de piramide is een vierkant, deze meet 29,50 bij 29,50 meter. De hoogte van de piramide is 36,40 meter. Aan de noordoostkant en de zuidwestkant van de piramide is een muur gebouwd. Het gedeelte aan de noordoostkant is een paar meter lager dan het andere gedeelte. Oorspronkelijk was de piramide omgeven door vier zuilen. Op dit moment staat nog één zuil overeind aan de zuidwesthoek. 3. Aan de noordwestkant is een ingang gevonden. Deze ingang is niet zichtbaar en is de enige ingang in het hele bouwwerk en is verbonden met een moderne gang die uitkomt in een grafkamer. Aan de buitenkant van de piramide zijn verschillende inscripties te lezen. Aan de oostzijde en de westzijde is de volgende inscriptie te lezen: C(aius) Cestius L(uci) f(ilius) Pob(lilia tribu) praetor, tribunus plebis, (septem) vir epulonum.
De vertaling luidt: Caius Cestius Epulus, zoon van Lucius, de Poblilia-stam, pretoriaan, tribuun van de plebejers, verantwoordelijk voor de heilige banketten. Aan de oostzijde is nog een andere inscriptie te lezen: Opus apsolutum ex testamento diebus CCCXXX arbitratu L. Ponti P.F. Cla. Melae heredis et Pothi L.
De vertaling van deze inscriptie luidt: In overeenstemming met het testament is dit werk in 330 dagen voltooid, uitgevoerd door zijn erfgenamen L. Pontus Mela, zoon van Publius van de stam Claudia en zijn vrijgemaakte slaaf Pothus.
Gebouwbeschouwing door: Marten Bakker
Rome
144
20 Piramide Cestia 4. De Piramide van Cestius is in opdracht van Gaius Cestius gebouwd. Het zou een grafmonument voor hemzelf worden. De piramide is in 18 v. Chr. gebouwd. Opmerkelijk is dat deze piramide in 330 dagen is gebouwd, voor die tijd en een gebouw van dit formaat is dit uitzonderlijk snel. In de tijd van Augustus waren Egypte en Egyptische symbolen erg gewild in Rome. Dat kwam mede doordat Egypte nog niet zo lang een Romeinse provincie was geworden en deden deze cultuur en haar bouwwerken bij de Romeinen hun intrede deden. Ook Cestius wilde iets “Egyptisch” en liet daarom voor zichzelf een piramide bouwen. Keizer Aurelianus liet in 271 – 275 een nieuwe muur om de stad Rome heen bouwen. Deze werd de Aureliaanse muur genoemd. Omdat de Piramide van Cestius een zeer stevig bouwwerk was, is het in de muur opgenomen. Restanten van de Aureliaanse muur zijn nog op diverse plaatsen in het huidige Rome te vinden. Ook het stuk muur dat tegen de piramide aan is gebouwd staat nog overeind. Nog steeds is de Piramide van Cestius in een bijzonder goede staat. In 1999 is de piramide volledig schoongemaakt. 5. De piramide is van baksteen gemaakt met als buitenafwerking Travertin. De grafkamer is 5 bij 6 meter en heeft een tongewelf. Dit is één van de eerste voorbeelden met zo’n constructie. Opmerkelijk aan deze piramide is dat de hellingen veel steiler zijn dan bij de Egyptische piramiden. Dit was mogelijk doordat deze piramide met baksteen is gebouwd. De wanden van de grafkamer waren beschilderd in de “Derde Pompejaanse Stijl”. Ook waren er bronzen beelden van vrouwfiguren in de grafkamer. Deze werden betaald van het geld van attalica (waardevolle velijnen wandkleden). Deze wandkleden mochten niet aangebracht worden naar een wet uit 18 v. Chr. tegen extravagantie. Nu staan deze beelden in de Capitolijnse Musea. 6. De opdrachtgever voor de piramide was Gaius Cestius Epulo. Er werden weinig eisen aan het bouwwerk gesteld. De belangrijkste twee eisen waren dat het gebouw een grafmonument moest worden en in de vorm van een piramide gebouwd moest worden. 8. De piramide van Cestius is vrijwel geheel gemaakt van Opus latericium. Dit is een metselvorm met “opus ceamenticium”, Romeins beton, als specie. Romeins beton komt qua samenstelling overeen met het moderne Portlandcement. Het is één van de oudste voorbeelden van deze constructievorm. De buitenkant is geheel bekleed met Carraramarmer. De marmerplaten die nu op de piramide zitten zijn nog de originele marmerplaten uit 18 v. Chr. Deze zijn in de 17e eeuw door paus Alexander VII gerestaureerd nadat hij de piramide gedeeltelijk liet uitgraven.
info:
Piazza Ostiense Toegang: geen Openingstijden: Ma - Zo 10:00 - 18:00
145
21 Teatro di Marcello Bekende Romeinse Theaters in Rome
1. Theater van Marcellus Dit theater biedt plaats aan 15.000 personen en staat op het marsveld, net als de twee andere theaters. 2. Theater van Pompeius Het theater van Pompeius was het eerste en tevens het grootste stenen theater in Rome. Tijdens de tijd van de Romeinse Republiek werden theatervoorstellingen steeds populairder. Deze voorstellingen werden gehouden in afbreekbare houten theaters. De senaat had theaters op een vaste plaats verboden, omdat deze een slechte invloed zou hebben op de bevolking. Het was uiteindelijk de machtige generaal en politicus Gnaeus Pompeius Magnus die het voor elkaar kreeg deze regel te verbreken. Hij liet een theater bouwen met een diameter van 150 tot 160 meter. Het theater bood destijds plaats voor ongeveer 28.000 toeschouwers. De voorgevel heeft net als het theater van Marcellus drie lagen met drie verschillende zuilen. Het theater is meerdere malen getroffen door branden. Er zijn maar 24 zuilen van rood graniet op de begane grond teruggevonden. 3. Theater van Balbus Nadat Pompeius het verbod had verbroken, werden er steeds meer publieke voorzieningen gebouwd. Zo liet ook Lucius Cornelius Balbus voor zijn overwinning op de Garamanten (volk uit het huidige Libië) daarom een theater met een doorsnede van 90 meter bouwen. Het theater bood plaats aan 11.500 toeschouwers, daarmee was het de kleinste van de drie theaters op het Marsveld. Het theater is later verwoest door een brand. 4. Colosseum: Naast de 3 theaters op het Marsveld staat er nog een theater in Rome: het Colosseum. Het Colosseum hield plaats voor 50.000 toeschouwers en is daarmee het grootste theater in Rome.
Bekende Theaters in Rome (2010)
a. Teatro Argentina Het Teatro Argentina is een belangrijk operagebouw en theater, welke op het plein di Torre Argentina staat. Het werd geopend op 31 januari 1732 en is daarmee één van de oudste theaters van Rome. Het theater is ontworpen door architect Theoldi, in opdracht van de familie Sforza Casarini. Het theater is gebouwd van hout en steen en telt zes niveau’s. Tegenwoordig wordt het theater meer gebruikt voor grote theaterproducties dan voor opera of muziekvoorstellingen. b. Teatro Sistina Het Teatro Sistina aan de Via Sistina is een modern groot theater in Rome en staat bekend om zijn geluidskwaliteit. In het theater wordt het geluid zo weerkaatst dat het in de hele zaal te verstaan is. Dit was vroeger handig aangezien er toen geen microfonen en luidsprekers be-
Gebouwbeschouwing door: Thomas Coppoolse
Rome
146
21 Teatro di Marcello stonden. Hierdoor is het theater de bakermat voor Italiaanse en ook internationale musicals. Daarnaast word er ook vaak theaterstukken en muziekconcerten in gegeven. c. Teatro Dell’Opera Het Teatro Dell’Opera is oorspronkelijk geopend onder de naam Teatro Constanzi, de naam van de aannemer die het heeft gebouwd in 1880. Het theater bood plaats voor 2212 toeschouwers die werden onder verdeeld in drie lagen. Het theater bezit een koepel met prachtige fresco’s van Annibale Brugnoli. Na de tweede restauratie is de naam omgedoopt tot Teatro Dell’Opera. De huidige capaciteit is terug gebracht tot 1600 toeschouwers en er werd een airconditioning in gebouwd.
Gebouwbeschouwing
1. Het theater van Marcellus ligt aan de Via del Teatro Marcello. Het is gebouwd in het zuidelijke deel van de “Campus Martius”. Dit marsveld lag in het noorden van het oude Rome. Later werd het een belangrijke wijk (Rione). De Romeinen bouwden er vele tempels en openbare gebouwen, waaronder het theater van Marcellus. Na de Romeinse tijd werd het de druk bevolkste wijk van de stad en tegenwoordig is Campus Martius het centrum van Rome. Het theater ligt tussen de rivier de Tiber en het Capitool. Net als in veel andere Romeinse theaters heeft het een natuurlijke omgeving, in dit geval het Tibereiland in het zuidwesten, deze ligt in de rivier de Tiber. Dit eiland is recht tegenover het theater van Marcellus. De keuze voor dit stuk grond was omdat het naast de tempel van Apollo lag. Voor Apollo werd vroeg in de Republikeinse periode religieuze spelen gehouden. 2. Toen het theater eenmaal voltooid was, was het ongeveer 32 meter hoog. Het gedeelte waar de toeschouwers konden zitten had een diameter van 130 meter. In het gebouw was plaats voor 13.000 zitplaatsen en 2.000 extra staanplaatsen. De zaal werd verdeeld in drie delen: het onderste was voor de “Ambulante Knights”, het midden, was toegankelijk vanaf de tweede verdieping en om aan de top te komen moest er eerste een trap van het laatste niveau beklommen worden. Voor het orkest konden er plaatsen gereserveerd worden voor belangrijke mensen. Toen het theater werd gebouwd, was het een openlucht theater in de vorm van een halve cirkel, tegenwoordig is er nog een kwart gevel zichtbaar. Het gebouw staat gericht naar een de omgeving wat gelijk ook het decor vormde voor de voorstellingen. In dit geval het Tibereiland zoals hierboven al genoemd is.
Gebouwbeschouwing
Rome
147
21 Teatro di Marcello 3. De gevel van het theater is een halve cirkel met verscheidene openingen d.m.v. bogen. In elke boog, gang, tunnel of hellingbaan richting het interieur van het theater stonden verscheidene kolommen die waren versierd. Het theater is onder te verdelen in drie lagen. Op de begane grond stonden de Dorische halfzuilen, de oudste en simpelste versiermethode van een zuil. Op de eerste verdieping staan Ionische halfzuilen met de kapiteel versierd met krullen. Men vermoed dat op de bovenste verdieping Korinthische halfzuilen werden gebruikt. Bij Korinthische zuilen is het kapiteel versierd met allemaal bladeren versierd. Dit is niet zeker, doordat het theater werd gereconstrueerd in de Middeleeuwen. Hierbij is de bovenste laag van de zitplaatsen en zijn de kolommen verwijderd. 4. Na het verval van de Republikeinse instellingen ging de Romeinen maar zelden naar voorstellingen. Grote stukken van Plautus en Terentius werden steeds minder bekeken en de werken van Seneca trokken teven weinig belangstelling. De theatervoorstellingen bleven beperkt door kort maar krachtige genrestukjes met elk een ander thema, zoals tragedie, komedie, poëzie en muziek. De Romeinen begonnen zelf met het aftakelen van het theater van Marcellus. Zo werden er in 370 na Chr. enkele grote steenblokken uit het theater gehaald om zo de schade aan de nabijgelegen Cestius-brug te herstellen. Sindsdien werd het theater tot de 12e eeuw verder afgebroken. Toen ging de adellijke Romeinse families zich verstoppen in de ruïnes. Ze moesten zich verstoppen omdat ze in strijd waren met de pausen en keizers. Na 1400 kwam het gebouw in handen van de familie Savelli. Die liet er vervolgnes een woonverdieping opbouwen door de architect Peruzzi. In de 16e eeuw werd het gebouw omgevormd tot een paleis voor de familie Orrsini. Nu zijn er appartementen van gemaakt welke nog steeds bewoond kunnen worden. 5. Het theater bestaat uit twee ringen. In de middelste halve cirkel stond het orkest dat het toneelstuk begeleidde. Daarachter stond het scenario waar het toneelstuk zich afspeelde. Dit scenario was altijd hetzelfde, maar soms werd er enkele kleine aanpassingen gedaan voor een bepaald toneelstuk. Achter het scenario was nog een gedeelte waar de toneelspelers konden omkleden en eventuele hulpstukken van de voorstelling opbergen. In het gehele theater was bijna geen verlichting te vinden waardoor je het theater kunt zien als een open ruimte met een stenen muur erom heen. 6. De bouw van het Theater van Marcellus begon al onder Julius Caesar. Hij keurde het bouwterrein goed en liet het bouwterrein vervolgens ontruimen. Voordat er met de bouw van het theater was begonnen was Julius Caesar vermoord. Het theater werd voltooid in 11 v. Chr onder keizer Augustus. Deze wijde het theater ter ere van zijn neef en schoonzoon Marcus Marcellus. Marcellus stief vijf jaar voor de voltooiing van het theater. Na 1400 is de
Gebouwbeschouwing
Rome
148
21 Teatro di Marcello derde verdieping van het tegenwoordige gebouw verbouwd tot een luxe woonverdieping en ging de familie Savelli in het theater wonen. In de 16e eeuw werd het theater verbouwd tot een paleis van de familie Orrsini. 7. Doordat het senaat theaters op een vaste plaats verboden had, werden er voorheen afbreekbare houten theaters gebruikt voor voorstellingen. Tijdens de tijd van de Romeinse Republiek werden theatervoorstellingen echter steeds populairder. Na de bouw van het theater van Pompeius, werden er steeds meer permanente voorzieningen gebouwd voor de Romeinen, onder deze voorzieningen viel het theater van Marcellus. Na het vallen van de Republikeinse instellingen ging het Romeinse publiek nog maar zelden naar voorstellingen. Hierdoor had het theater geen enkele functie meer waardoor men begon met het langzaam slopen van het theater. Toen er nog maar een kwart van de oorspronkelijke halve cirkel stond trok de familie Savelli er in. Deze lieten een woonverdieping op de derde verdieping bouwen. Deze woonverdieping wordt nog steeds verhuurd en bewoond. Een kamer is te huren van 90 tot 130 euro. De bogen werden vroeger gebruikt door kleine kraampjes waar de inwoners van Rome hun boodschappen konden doen. 8. Het theater was voornamelijk gebouwd met wit Travertin en marmer. Travertin is een soort kalksteen, afkomstig uit Tivoli. Deze steensoort werd veel in de buurt van Rome gebruikt in de bouw. Het marmer werd vooral gebruikt als bekleding het theater. Naast het witte Travertin en marmer werd een typisch soort metselwerk uit de oude Romeinse architectuur gebruikt. Dit metselwerk staat bekend als opus akkerslak. Het bestaat uit diamantvormige bakstenen van tufsteen. Deze werden op een muur geplakt met cementspecie. Dit werd net als het marmer gebruikt voor de bekleding van het theater. Het theater ligt aan de rivier de Tiber. Door deze rivier werd de grond onder het theater drassig. Hierdoor zakte het theater in de loop der jaren een paar centimeter. Met balken is de fundering op meerder plekken versterkt .
Gebouwbeschouwing
Rome
149
22 Terme di Diocleziano Opdrachtgever
Keizer Maximianus (Sirmium 249-310) is de opdrachtgever van het “Terme di Diocleziano”, de Thermen van Diocletianus. Maximianus was in macht de mindere van zijn medekeizer Diocletanus (244-311), waarnaar de thermen werden genoemd. Maximilianus maakte carrière in het leger, waar hij bevriend was met Diocletianus. Diocletianus, sinds 284 keizer, besloot dat het rijk te groot was om in zijn eentje te regeren. Daarom benoemde hij in 285 Maximianus tot Caesar en een jaar later tot medekeizer. Diocletianus bestuurde het oosten en Maximianus het westen. In 293 benoemde Keizer Maximianus Diocletianus twee Caesars, Galerius en Constantius I Chlorus om respectievelijk hemzelf en Maximianus te ondersteunen, en als opvolgers. Deze leiderstructuur wordt de Tetrarchie genoemd. Op 1 mei 305 gingen zowel Diocletianus als Maximianus met pensioen en traden af. Van Maximianus was dit mogelijk niet geheel vrijwillig, maar onder druk van Diocletianus zwichtte hij toch. Diocletianus had voor zijn aftreden al een paleis laten bouwen om na zijn pensionering in te kunnen gaan wonen. Diocletianus stierf hier op 3 december 311. Eind juli 310 was Maximianus overleden, door zelfmoord of in vermoord in opdracht van de toenmalige keizer Constatijn.
Tiromfboog van de Tetrarchie, Tunesië
Paleis van Diocletanius, Kroatië
Gebouwanalyse
1. De thermen van Diocleziano liggen aan de Via Enrico de Nicola 79, een drukke weg. De thermen zelf vallen niet goed op in de straat. Ze zijn niet meer compleet en op het terrein van Diocleziano zijn meerdere gebouwen gebouwd. Hier staan onder andere de kerk Santa Maria degli Angeli en Hotel Diocleziano. 2. Het gebied van de thermen was ongeveer 380 bij 370 meter groot. Het hoofdgebouw was 250 bij 180 meter groot. Hier in stond een grote water bak in de vorm van een trapezium. De bak was meer dan 91 meter lang en stond aan de noordoostelijke zijde van het hoofdgebouw. De laatste resten werden gesloopt in 1876. 3. De thermen zijn gebouwd in Romaanse stijl. Dit is te zien aan de vele massieve muren met kleine Ligging van het complex
Gebouwbeschouwing
door: Paul Hoondert
Rome
150
22 Terme di Diocleziano ramen. De entree van het complex was aan de noord-oost kant. Hier kwam men in het complex en kon men doorlopen om in het badhuis te komen. Hierin zitten veel kleine hoge ramen afgewisseld met een aantal grote ramen. De ramen zijn rechthoekig, met een kleine boog aan de bovenkant, wat past geheel bij de Romaanse bouwstijl. In het
complex waren ook verscheidene zuilengalerijen.
4. Het complex is gebouwd vanaf 298 en werd in 306 ingewijd. Het is het grootste thermencomplex uit de oudheid. Er konden 3000 mensen tegelijk baden. Tijdens een belegering van Rome in 537 werden de aquaducten afgebroken en daarna niet meer gerestaureerd. De thermen kregen hierdoor geen water meer aangevoerd. In de stad ontstond een groot tekort aan drinkwater waardoor de populatie van Rome sterk terugliep. De gebouwen werden beroofd van veel nuttig bouwmateriaal. Na eeuwen van verval zijn een aantal gebouwen van de thermen bewaard gebleven en kregen een nieuwe functie. Het hoofdgebouw werd een Christelijke kerk, de Santa Maria degli Angele e dei Martiri. De kerk werd tussen 1563 en 1566 gebouwd door Michelangelo in het tepidarium, frigidarium en enkele omliggende ruimten. De kerk is gewijd aan engelen en aan de christelijk martelaren die volgens de overlevering gestorven waren bij de aanleg van de thermen. In een ander gedeelte van het gebouw is in de 16e eeuw, waarschijnlijk door een leerling van Michelangelo, een kartuizerklooster gebouwd met grote en kleine zuilengang. Het oorspronkelijke grondplan werd gewijzigd bij de aanbouw van een kloostergang. Tussen 1586-1589 werd het caldarium en de zuidelijke hoek van het gebouw in opdracht van paus Sixtus V afgebroken met behulp van springstof. Daarna heeft de paus de ruimten gebruikt voor nieuwe doeleinden. Hij vestigde hier een paleis voor zijn zuster. In 1598 werd er in een van de bijgebouwen een tweede kerk gebouwd, de San Bernardo alle Terme. Deze kerk werd gevestigd in een van de cirkelvormige spheristeria in de buiten muur van het badhuis. Deze bevonden zich aan de kant van het grote exedra, waar zich nu het Piazza della Repubblica bevindt, in de westelijke hoek van het thermencomplex. 5. De thermen hebben een uitgebreide plattegrond door de grootte van het complex, en omvatten ongeveer 13 hectare. De basiliek is in het midden van het complex gebouwd. Deze ruimte was eerst de belangrijkste ruimte van het thermencomplex. Naast deze ruimte was het tePlattegrond van het complex
Gebouwbeschouwing
Rome
151
22 Terme di Diocleziano pidarium waar “Waar doen badinrichtingen je aan denken? Olie, zweet, vuil, vet water, kortom alles de bezoekers rustig konden wat walgelijk is. Zo is het ook met het leven in al zijn facetten, zo zijn alle stoffelijke ontspannen daarin.” bij gematigde dingen Marcus Aurelius tempraturen. De kerk behoudt in grote gedeelte het oude uiterlijk van de thermen, ondanks de wijzigingen van Michelangelo in de 16e eeuw, en vooral die van Luigi Vanvitelli in de achttiende eeuw. De grootste wijzigingen waren de verhoging van de vloer en de toevoeging van verschilSan Bernardo della Terme lende bakstenen kolommen met stucwerk dat graniet imiteert. De basiliek bevat tevens twee hallen ten noordoosten van de centrale hal en de basiliek heeft ook een deel van de Natatio ingenomen. In deze ruimte stond een zwembad. Hieronder lag het caladarium, een heet bad. De Museo della Terme is gevestigd in een groep kamers tussen de basiliek en het Palaestra, dit was een sportveld. Er waren ook verscheidene Auditoria in het complex. Deze werden gebruikt voor theater en culturele doeleinden, maar bijvoorbeeld ook voor politieke debatten. Bij is het best bewaarde Auditoria te zien, deze heeft nog steeds zijn authenieke mozaieke vloer. In het complex was ook een groot planetarium. In het zuiden van het complex waren op de hoeken twee ronde gebouwen, ook wel rotunda’s genaamd. Deze twee gebouwen waren speciaal voor balspelen bij de kerk Sant Bernardo della Terme. De muren van de tweede rotunda zijn nog steeds te zien op de hoek van de Via Viminale en het Piazza dei Cinquecento. Tussen deze twee gebouwen stond het grootste Auditoria van het complex en werd gebruikt als theater maar ook als tribune voor sport-wedstrijden. 6. De opdrachtgever van het thermencomplex is keizer Maximianus. De eis van de keizer was dat het complex plaats moest bieden aan ongeveer 3000 personen die tegelijkertijd konden baden in het badhuis. Ter vergelijking: van het op één na grootste complex, de thermen van Caracalla, uit het begin van de derde eeuw, konen slechts 1600 mensen tegelijk gebruik maken. 7. De Esquiline, Quirinal en de Viminal waren de meest dichtbevokte wijken van het oude Rome. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de thermen van Diocleziano, de grootste ooit gebouwd te Rome, gebouwd werden in het Noord-Oosten van dit gebied. De bevolking kon zich in de thermen wassen, sporten en naar sport kijken. Nu worden de thermen niet meer gebruikt waarvoor ze oorspronkelijk bedoeld waren. Wel zijn de thermen van Diocleziano de best bewaard gebleven thermen van Rome.
Gebouwbeschouwing
Rome
152
22 Terme di Diocleziano Een deel van de thermen maakt nu deel uit van het Museo Nazionale Romano, gevestigd in 1889, toen de kloosterruimten zijn ontruimd. Het bevat archeologische vondsten die na 1870 gevonden zijn in Rome. Vanaf 1997 is een groot deel gewijd aan de epigrafie (inscripties). 8. Het complex is gebouwd met vrij simpele materialen en bestaat vooral uit bakstenen. Als draagstructuur werd ook natuursteen gebruikt. De zuilen werden gemaakt in roodgraniet. In de Santa Maria degli Angele e dei Martiri zijn er nog steeds acht roodgranieten zuilen die het dak ondersteunen prominent aanwezig.
info:
Via Enrico de Nicola 79 Rome Dagelijks geopend, behalve maandag, van 09:00u tot 19:45u
153
23 Forum: overzicht Het Forum Romanum was in het Romeinse Rijk, het centrum van de stad. Op het terrein van ongeveer 600 meter lang en 200 meter breed werden vooral de politieke en juridische beslissingen genomen, maar ook waren er religieuze en commerciële centra. Op het Forum Romanum staan ruim 40 resten van gebouwen uit de Romeinse tijd. Het Forum is gelegen tussen het Colosseum en het Piazza de Campidoglio. Op het Forum Romanum staan een vijftal triomfbogen, waarvan de “Boog van Titus” en de “Boog van Severus” de enige zijn die nog overeind staan. Op het Forum staan ook nog zes basilica’s, waarvan de “Basilica Aemilia’, “Basilica Julia” en “Basilica van Maxentius” de grootste zijn. Er staan ook vijftien tempels op het Forum. De meest bekende zijn die van de Vestaalse Maagden, Tempel van Saturnus en de Tempel van Venus en Roma. Een deel van het Forum Romanum is tijdens de Grote brand van Rome verloren gegaan, deze brand woedde vijf dagen lang, voordat het onder controle was.
Gebouwanalyse
1. Basilica van Maxentius Het grootste gebouw van het Forum Romanum heet “Basilica van Maxentius’, dit staat nog voor een deel overeind maar het grootste deel is al ingestort. Deze basilica is in opdracht van keizer Maxentius gebouwd. In het jaar 308 is er met de bouw begonnen, maar Maxentius heeft het gebouw nooit zelf kunnen afmaken, omdat het in de Slag bij de Milvische brug in 312 verloor van zijn rivaal Constantijn de Grote, deze heeft het gebouw wel afgemaakt. Het gebouw werd vroeger vooral gebruikt voor rechtspraak en voor andere algemene burgerlijke zaken van het Romeinse Rijk. Het gebouw bestaat uit een grote middenbeuk met een lengte van 80 meter, de breedte en hoogte zijn respectievelijk 25 meter en 35 meter. Op de
Gebouwbeschouwing door: Martijn Inghels
Rome
154
23 Forum: overzicht plattegrond is te zien dat er aan beide zijden van de middenbeuk drie zijbeuken van 16 meter breed en 24,50 meter hoog zijn. De grote ruimtes werden gemaakt door middel van bogen die bovenop grote zuilen rustten. Het plafond werd door de tongewelven overeind gehouden, ook werd er een cassetteplafond gebruikt om gewicht te besparen. De muren en kolommen waren op sommige plaatsen wel vijf tot zes meter dik en waren gemaakt van bakstenen en beton. Aan de westgevel was de oorspronkelijke apsis waarin een groot beeld stond van Constantijn. Later werd er nog een tweede apsis gemaakt in de middelste zijbeuk van de noordelijke gevel. 2. Tempel van Saturnus De Tempel van Saturnus is één van de oudste tempels van het oude Rome. De tempel is gebouwd rond 497 voor Christus. De tempel heeft dus ook de grote brand in het jaar 42 voor Christus meegemaakt in Rome. Later is deze hersteld met de buit van een oorlog die werd gewonnen. Tegenwoordig staan er nog acht van de twaalf zuilen overeind, maar van de 16 halfzuilen die het gebouw telde staat er geen één meer recht. De zuilen waren gemaakt van graniet dat grijs gekleurd was. De Ionische kapitelen op de zuilen waren gemaakt van wit marmer. Op de architraaf, de balk bovenop de kapitelen, staat de inscriptie “Senaat en Romeins volk hebben het door brand verwoeste, hersteld’. Dit slaat op de restauratie na de brand van 42 v. Chr. De vloer en muren zijn bezet met Travertin, een soort kalkzandsteen. In de tempel was vroeger ook de plaats waar al het goud en zilver van de Romeinen werd bewaard. Het groot archief van Rome bevond zich ook in de tempel, maar werd later overgeplaatst naar het Tabularium. 3. Basilica Julia De Basilica Julia ligt aan de linkerkant van de beroemde Via Sacra. De basilica is opgebouwd uit oude resten van de Basilica Sempronia, die ook op het Forum Romanum stond. Deze Basilica is ook bovenop de oude resten van de Sempronia gebouwd. De opdracht werd gegeven door Julius Caesar, daar komt ook de naam Julia vandaan. Na de dood van Julius Caesar heeft keizer Augustus de opdracht gegeven om het gebouw af te maken en heeft het in gebruik genomen voor zijn doeleinden, zoals spelen voor de burgers. De lengte van de Basilica is ongeveer 100 meter en dus langer dan Basilica Maxentius, de totale breedte is rond de 49 meter. Bij de ingebruikname was het maar een paar meter hoog. Dit werd later verder opgebouwd.
Gebouwbeschouwing
Rome
155
23 Forum: overzicht
telkens
De grote ruimte in het midden was 80 meter bij 20 meter. En werd omringd door smalle zijbeuken. Op de randen en in de galerij van het gebouw stonden veel beelden van verschillende belangrijke personen. Van deze beelden is niks meer over, omdat het gebouw in de loop van de tijd vele malen is verwoest, maar voor een deel weer is opgebouwd.
4. Basilica Aemilia De Basilica is gebouwd in opdracht van Marcus Fulvius Nobilior en was de handelsplaats van het oude Rome op het Forum Romanum. In deze handelsplaats werden vooral slaven, vee en grond verhandeld door de handelaren. Verder werd er ook recht in gesproken. Het gebouw ligt tussen de Curia, aan de westkant, en aan de oostkant de tempel van Antoninus en Faustina. Het gebouw bestaat uit een zuilenrij aan de voorkant, de kant van de Via Sacra. Achter deze galerij is er een muur. In de middenbeuk staan drie rijen kolommen die doorlopen tot een eerste verdieping. Daarop staat nog een rij kolommen die helemaal doorliepen tot het dak. De vloeren van de Basilica zijn van marmer gemaakt. Het gebouw is na de laatste instorting niet meer opgebouwd door de inwoners van Rome. 5. Tempel van Castor en Pollux Op het Forum Romanum zijn ook nog drie Korinthische zuilen te zien, dat zijn de overblijfselen van de Tempel van Castor en Pollux. De tempel is gebouwd ter ere van de overwinning van een oorlog. Deze oorlog werd gewonnen door Castor en Pollux. De tempel ligt ten oosten van Basilica Julia, vlakbij de Tempel van Vesta. De tempel heeft als enige op het Forum Romanum nog Korinthische zuilen. In de kapitelen van deze zuilen kun je bladeren zien. De tempel leek veel op de Tempel van Saturnus, omdat er rondom ook zuilen staan met middenin de ruimte. De tempel staat op een podium, daarom waren er trappen aan de voorkant van de tempel.De tempel heeft beduidend meer zuilen dan de Tempel van Saturnus. Het gebouw is ongeveer 30 meter lang en 18 meter breed en was 20 meter hoog.De overdekte ruimte was 18
Gebouwbeschouwing
Rome
156
23 Forum: overzicht meter bij 12 meter. De tempel had vooral ceremoniële functies: zoals religieuze en militaire ceremonieën. Ook was de senaat actief in dit gebouw. 6. Tempel van Caesar De Tempel van Caesar is niet zelf door Caesar gebouwd en heeft ook niet de opdracht gegeven. Bij het overlijden van Caesar is zijn lichaam gecremeerd. Op die plek is later nog een zuil van marmer gezet en een altaar. Op het altaar stond de inscriptie “Ter ere van de Vader des vaderlands”. Keizer Augustus heeft later op de plaats van de zuil en het altaar een tempel laten bouwen ter ere van Caesar. De tempel werd geopend in augustus 29 v. Chr. In de loop van de jaren is de tempel steeds verder afgebroken en staan er nu alleen nog een paar restanten van het betonnen skelet en het podium. De marmeren blokken zijn weggehaald om er kerken en paleizen mee te bouwen. Een deel van de tempel is nog wel bewaard gebleven en is in het Forum Antiquarium tentoongesteld. De tempel stond op een verhoogd podium van ongeveer 3,5 meter. Bovenop het eerste podium stond nog een tweede maar kleinere van ongeveer 2,4 meter. De tempel heeft bovenop de zuilen Korinthische kapitelen. Het podium kon worden bereikt door twee trappen aan de zijkant van het gebouw. 7. Tempel van Antoninus en Faustina De tempel is gebouwd in opdracht van keizer Antoninus Pius, omdat zijn vrouw Faustina de Oudere was overleden rond het jaar 140. Op de tempel staat met een inscriptie “Aan de vergoddelijkte Faustina, bij decreet van de senaat”. Antoninus heeft maar weinig bouwwerken in het Oude Rome staan, terwijl de andere keizers de hele stad volbouwden en er overal wel iets van hen te zien was. Uit reconstructie blijkt dat op het gebouw twee enorme beelden van Antoninus en Faustina hebben gestaan. Opmerkelijk aan de tempel is dat de deur niet op het straatniveau ligt, maar ongeveer 12 meter hoger. De tempel heeft aan de voorzijde een voorportaal in hexastyl, dat betekent dat er zes zuilen aan de voorzijde staan die een deel van het gebouw dragen. Er zijn in totaal 10 Korinthische zuilen van groen marmer. Deze zuilen zijn 17 meter hoog en dragen de hoofdbalk die vroeger een deel van het gebouw overeind hield. 8.Tempel van Vesta De Tempel van Vesta was één van de belangrijkste tempels in Rome. De tempel was vlak-
Gebouwbeschouwing
Rome
157
23 Forum: overzicht bij het “Huis van de Vestaalse Maagden” gebouwd. Het was een belangrijke tempel, omdat in het gebouw het vuur brandde dat het hele jaar aan bleef. Als er een nieuw jaar begon dan werd het vuur gedoofd en een ander vuur aangestoken. De tempel werd gebouwd in opdracht van Numa Pompilius, een koning van Rome. Het dak was eerst gemaakt van stro en takken, zoals veel andere daken in het Romeinse Rijk. Het gebouw werd vaak verwoest door branden, maar is altijd direct weer opgebouwd of gerestaureerd. In de loop van de tijd zijn de bouwmethodes verbeterd waardoor het steeds luxer werd herbouwd. De tempel had een ronde vorm met een diameter van 14,8 meter, onder de vloer was een 5 meter diepe put waarin de as werd bewaard van voorgaande jaren. Rond de cirkelvormige kern stonden 20 kolommen met daarop Korinthische kapitelen en waren 4,5 meter hoog. Tegenwoordig staan er nog maar drie zuilen recht en een deel van de muur, die gemaakt is van Travertin. 9. Huis van de Vestaalse Maagden Vlakbij de Tempel van Vesta stond het “Huis van de Vestaalse Maagden”. Deze vrouwen moesten zorgen voor het vuur in de Tempel van Vesta. De overblijfselen van het huis zijn nog steeds te zien. In het gebouw, wat veel op een paleis leek, waren veel kamers en een atrium in het midden van het gebouw. Het huis was vooral van baksteen gemaakt. De afwerking van het gebouw was echter van marmer. Het gebouw had twee verdiepingen. Op de begane grond waren zoals gezegd al een binnenplaats. Rond het binnenplein stonden veel zuilen en beelden. Sommige beelden zijn overgebracht naar een museum. 10. Tempel van Romulus De Tempel van Romulus is zoals de naam al zegt voor Romulus gebouwd. Valerius Romulus was de zoon van de keizer Maxentius. Na zijn snelle dood is er een tempel voor hem gebouw om hem te eren. Het gebouw is bekend geworden, omdat het tot op heden goed bewaard is gebleven en nooit is afgebroken of afgebrand is geweest. De vorm van het gebouw is rond met aan beide zijden van het gebouw een halfronde uitbouw, een soort apsis. De deur is van brons gemaakt en door de jaren heen heeft het veel geleden van de weersomstandigheden en is verweerd. Tegenwoordig ziet de deur er dus groen uit. De zuilen die voor de deur staan behoren tot de Korinthische orde en hebben marmeren kapitelen en een traverijnen voet.
Gebouwbeschouwing
Rome
158
24 Forum: Colosseo Gebouwanalyse
1. Het Colosseum ligt aan de west zijde van rivier de Tiber. In zijn directe omgeving liggen twee parken, namelijk Parco Ninfeo en Parco di Traiano. De boog van Constantine staat tenzuid-oosten van het terrein van het Colosseum. Hier werden vroeger de gladiatoren opgeleid voordat ze het gevecht in de arena aan gingen. Het Colosseum valt enorm op met zijn kolossale afmetingen en de typische Romaanse bouwstijl. De omgeving Het Colosseum van het Colosseum past geheel bij de bouwstijl van het gebouw, dit komt doordat de Romaanse bouwstijl ook is gebruikt in de nabij omgeving. 2. Het Colosseum behoort tot één van de meest indrukwekkende bouwwerken uit de Romeinse tijd. Dit amfitheater bood met een omtrek van 527m plaats aan zo’n 50.000 bezoekers. Het amfitheater was 188 meter lang en 156 meter breed. Hierdoor ontstaat een ovale vorm die ervoor zorgt dat de capaciteit maximaal is. De tribunes zijn 57 meter hoog en enorm steil. Hierdoor kregen alle bezoekers een goed beeld van de gebeurtenissen in het theater. De arena zelf waar de spektakels zich afspeelden heeft een ovale vorm met de afmetingen van 84 meter breed en 56 meter lang. 3. De bouwstijl van het Colosseum is Romaans en bestaat eigenlijk uit alleen maar Romaanse bogen. Dit was een makkelijk te maken en repeterend “klusje” voor de Romeinen. Dit scheelde veel gewicht en was tevens heel sterk. Het Colosseum is een groot en impulsief gebouw. Het was zeker een gebouw waar niet omheen gekeken kon worden als men naar de afmetingen kijkt. De basis bouwelementen van dit gebouw bestaan uit beton- en baksteen. Oorspronkelijk werden de zitplaatsen van hooggeplaatste rijken versierd met marmer en ornamenten. Het gebouw had 80 ingangen en een groot gangenstelsel zodat alle bezoekers makkelijk naar hun plaats konden komen. De bezoekers moesten niet betalen voor hun komst naar de spelen, maar reserveren was wel noodzakelijk. Op het “ticket” stond de ingang die je moest nemen en binnen 10 minuten was men op de toegewezen plaats. De Keizer van Rome had een eigen ingang in het Colosseum. De vloer van de arena bestond oorspronkelijk uit zand. Dit was handig als men de arena onder water wilde zetten. Maar omdat de “droge” gevechten populairder waren, werd er een houten vloer in gelegd. Daarover werd wel een laag zand gelegd. Zo was het makkelijker om het bloed van de krijgers en de dieren weg te halen. Later werd er onder die houten vloer een kelder aangebracht. Deze kelder diende als plaats om krijgers en dieren in kooien gevangen te houden. Door een katrollen systeem kon men die kooien door de houten vloer in de arena brengen. 4. De functie van het gebouw was het zorgen voor het vermaak van het Romeinse volk door spelen te De situering van het Colosseum in de omgeving van Rome
Gebouwbeschouwing door: Boy Fincke en Boy Stockman
Rome
159
24 Forum: Colosseo houden in de arena. De spelen waren niet zomaar spelen: het ging om leven of dood. Na acht á tien jaar bouwen werd de opening gevierd met spelen te houden die 100 dagen duurden. Hierbij zijn vermoedelijk 9000 wilde en tamme dieren afgeslacht en 2000 mensen. Als er normale spelen werden georganiseerd begon het ‘s ochtends met wilde-dierengevecht. Waarbij mensen met wilde dieren gingen vechten. Dan was er tussen de middag een pauze voorstelling waarbij veroordeelden voor de dieren werden gegooid. En ‘s middags was het hoogte punt met de gladiatoren gevechten. De laatste spelen werden gehouden in 523 na Chr.. Daarna werd het gebouw nog gebruikt voor het kijken naar jagers die op wilde dieren jaagde. De bouw van het Colosseum begon in 72 na Chr. en was in 80-82 klaar. Het gebouw heeft ook te verduren gekregen met verschillende natuurrampen. In 217 beschadigde een blikseminslag het bouwwerk zoveel dat er 5 jaar geen spelen gehouden konden worden. Ook hebben aardbevingen er voor gezorgd dat er meerder keren reparaties aan het gebouw noodzakelijk waren. Veel later, in de 12e eeuw, gebruikte verschillende pausen en rijken het gebouw als “groeve” om daar makkelijk marmer weg te halen voor kerken of om te verbranden om kalk te krijgen. De St. Pieter en Palazzo Venezia werden onder andere van het Colosseum gebouwd. Dit werd pas gestopt in 1749 toen men inzag dat het Colosseum een grote historische waarde had. Het gebouw is nu bijna 2000 jaar oud. 5. De doorsnede van het Colosseum is een ingewikkeld, maar handig systeem. Het is een gangensysteem die de hogere bevolking van de lagere bevolking gescheiden hield. Het gewone volk zat van boven op het steilste deel van de arena. Naar mate men meer naar beneden zat kwam men steeds meer bij de hogere standen van de bevolking. Beneden werd het gebouw ook minder steil, dit is goed te zien in de doorsnede. Er zijn veel verschillende soorten materialen gebruikt om het gebouw overeind te houden. De Romeinen waren al instaat om beton te maken, maar ook bakstenen en tufstenen zijn gebruikt om het gebouw te maken. De bovenste verdiepingen zijn van hout gemaakt. Door deze combinatie van materialen werd er voor gezorgd dat het gebouw niet te zwaar werd. Het Colosseum heeft een gigantisch fundament onder de grond zitten: deze bestaat uit een 12 meter dik blok beton en afbraakmateriaal met een omtrek van 530 meter en rond dit blok staat een 3 meter dikke bakstenen muur. Daarboven op lag een marmeren vloer van 90 cm dik. De draagconstructie, die daar bovenop kwam, is ook te zien in de doorsnede. Het gebouw staat op een basis van twee trappen. Hier bovenop zijn er drie verdiepingen en een vierde verdieping met ramen. Er zijn 80 zuilen op elke verdieping en deze vormen een afzonderlijke ingang van het gebouw. De eerste, tweede en derde verdieping hebben Ionische, Korinthische en Dorische zuilen tussen de bogen. De 4e verdieping bevat geen zuilen en bestond enkel uit ramen. Het gebouw mocht niet te zwaar wegen omdat het op een drassige, moerasachtige ondergrond staat. Daarom is de bovenste verdieping van het Colosseum gemaakt van hout, dit is nu niet meer te zien. Het Colosseum staat op de plaats waar ooit een kunstmatige meer lag, Stagnum. Alle marmeren blokken werden aan elkaar gezet door middel van ijzeren klemmen, welke nu bijna allemaal zijn weggeroest. De tribune, die 4 meter boven de arena begon, werd afgemaakt door de zitplaatsen schuin tegen de
Gebouwbeschouwing
Doorsnede van het Colosseum
Rome
160
24 Forum: Colosseo constructie aan te plaatsen waardoor er een goed overzicht over de arena ontstond. 6. Keizer Vespasianus gaf onder zijn heerschappij in 72 na Chr. de opdracht om het Colosseum te bouwen. Titus Flavius Vespasianus heerste als keizer over Rome van 69 tot 79. Door de ommekeer van het Romeinse Rijk en de door de dood van Keizer Nero in 69 streden een aantal pretendenten om de titel van keizer. Uiteindelijk werd de soldaat en man van het volk, VesKeizer Vespanius pasianus gekozen tot keizer. Door het beleid van de keizers voor 69 had de titel negatieve betekenis. Om dit beeld onder het volk te veranderen liet hij het Colosseum bouwen. Het Capitool werd onder zijn beleid herbouwd en hij liet een tempel voor de vrede, en een tempel voor de vergoddelijkte Claudius bouwen Vespasianus stond bekend als een zuinige en burgerlijke keizer. Hij kleedde zich met burgerlijke kledij en nam geen wraak op de mensen die hem de titel als keizer in de weg stonden. 7.De maatschappelijke waarde van het Colosseum is zeer hoog. Zo hoog dat het gebouw op de unesco wereld erfgoederenlijst staat. Door deze status zal het gebouw niet worden afgebroken, maar onderhouden worden. Het is een grote toeristische trekpleister waardoor het de status op de unesco wereld erfgoederenlijst zich alleen maar stabieler maakt. 8. Een groot voordeel bij het bouwen van het Colosseum voor de Romeinen was dat ze al beton konden maken. Het is veel Plattegrond van het Colosseum toegepast, vooral in de gigantische fundering van dit gebouw. Ook zijn er veel bakstenen en tufstenen gebruikt. Deze zijn vooral aan de zichtbare kanten van het gebouw gebruikt. De eerste, tweede en derde verdieping zijn allemaal van beton met bakstenen gemaakt. Deze zijn later afgewerkt tot tribunes met hout en hoe meer naar beneden hoe mooier de tribunes werden. Zo werden ze beneden afgwerkt met natuursteen. De vierde verdieping is volledig van hout gemaakt. Dit is gedaan om veel van het gewicht te besparen, ook was het “maar” voor de armere bevolking dus was de versiering niet echt van toepassing.
Gebouwbeschouwing
Rome
161
25 Forum: Tempio di Venere e Roma Ontwerper De ontwerper van de tempel van Venus en Rome is de Italiaanse architect en keizer Publius Aelius Traianus Hadrianus, beter bekend als Hadrianus. Hadrianus werd in 67 na Chr. geboren in Rome en overleed in het jaar 138 na Chr. in zijn villa te Baiae. Hadrianus was in zijn levensloop architect en opdrachtgever voor verschillende gebouwen in het oude Romeinse Rijk en keizer van Rome in de jaren 117 tot 138 na Chr. Hij groeide op in het gezin van zijn achteroom, de latere keizer Trajanus. Trajanus zorgde voor zijn Publius Aelius Traianus opleiding in Rome en Hadrianus maakte carrière in het Romeinse leger. Hadrianus Na de dood van zijn achteroom, werd Hadrianus in 117 na Chr. keizer van Rome. In plaats van uitbreiding van het Romeinse Rijk koos hij voor interne versterking van het rijk. Hij verbeterde de bestaande infrastructuur en reisde tijdens zijn keizerschap voortdurend rond als projectleider-inspecteur om zijn veldheren te controleren. Tijdens zijn rondreizen richtte hij vele steden op en liet opmerkelijke gebouwen bouwen in het Romeinse Rijk. Als architect was Hadrianus op de eerste plaats actief in Rome. Zijn bouwactiviteiten daar zijn beschreven in een bundel van biografische teksten genaamd Historia Augusta. Hadrianus heeft als architect talloze werken laten uitvoeren maar zette nooit ergens zijn naam op. Dit heeft hij alleen gedaan op de Tempel van Trajanus, die tijdens de Middeleeuwen vervallen is. De tempel van Venus en Rome heeft hij laten bouwen in 121 na Chr. en is afgerond in 141. De werken in Rome betroffen vooral tempels. Hadrianus liet ook veel werken buiten Rome in het Romeinse Rijk bouwen. Hij verfraaide onder andere de stad Athene, verijkte tempels op de Akropolis en liet aan de noordkant van het Romeinse Rijk verdedigingswerken bouwen. De tempel van de Olympische Zeus in Athene, is gebouwd tussen 515 BC en 125 na Chr. De bouw van de tempel is begonnen in 515 v Chr. door Peisistratos en bleef circa 400 jaar onafgemaakt. In 174 v Chr. werd de tempel door Antiochus IV Epiphanes verder afgebouwd. De tempel werd afgerond in 125 na Chr. onder leiding van Hadrianus. Een ander bouwwerk van Hadrianus is de muur van Hadrianus. Deze muur werd gebouwd van 122 tot 128 na Chr. en is 117 km lang. De muur van steen en plaggen had als doel de noordgrens van het Romeinse Rijk te beschermen en invallen te voorkomen. Daarnaast diende het ook als machtsymbool van het Romeinse Rijk. De muur is niet geheel meer intact maar een groot middengedeelte er van wel. Het welbekende Pantheon in Rome dateert uit 27 v. Chr. maar werd in 80 na Chr. verwoest
Tempel van Trajanus
Muur van Hadrianus
Gebouwbeschouwing door: Jordy de Feijter
Engelenburcht
Rome
162
25 Forum: Tempio di Venere e Roma tijdens de grote brand in Rome. In 125 n. Chr. liet Hadrianus het pantheon weer opnieuw opbouwen. Het gebouw wordt nu gebruikt als RoomsKatholieke kerk en is het bekendste pantheon ter wereld. Het gebouw is vooral bekend om de centrale opening in de koepel (de oculus). Een gebouwanalyse van dit gebouw is ook in deze gids te vinden. Andere werken van Hadrianus in Rome zijn: Engelenburcht(Een analyse van dit gebouw is ook in deze gids te vinden), Obelisk op de Pincio, Triomfboog van Hadrianus, Tempel van Trajanus en het Athenaeum (instituut voor hoger onderwijs in het oude Rome). Gebouwbeschouwing 1. De tempel van Venus en Rome was een tempel die zich bevond op de heuvel Velia in Rome, nu het huidige Forum Romano. De tempel was de grootste tempel die Rome ooit gekend heeft en was gewijd aan de goden Venus en Rome. Een brand in het jaar 307 zorgde voor beschadigingen aan de tempel. De tempel werd gerestaureerd door Maxentius, het dak van de tempel dateert uit die tijd. Uiteindelijk zorgde een aardbeving aan het begin van de negende eeuw ervoor dat er niets van de tempel overbleef. Van de tempel zijn nu nog een paar zuilen en de grote apsis over. In 850 liet paus Leo IV een kerk op de ruïnes van de tempel bouwen. De kerk staat nu bekend als de Santa Francesca Romana en is samen met de apsis en de zuilen nog te vinden op het Forum Romano in het centrum van Rome. 2. De tempel van Venus en Rome was een Romeinse tempel. Het verschil tussen een Romeinse en Griekse tempel zit vooral in de voorgevel. Een Romeinse tempel heeft een duidelijke voorgevel en hoofdingang in tegenstelling tot een Griekse tempel. De hoofdvorm van deze tempels waren vaak rechthoeken, zo ook de vorm van deze tempel. Daarnaast bevond er zich op de tempel een timpaan. Dit is het zadeldak op de tempel, deze had een driehoekige hoofdvorm. De tempel met de rechthoekige hoofdvorm had ongeveer een oppervlakte van 110 bij 53 meter en stond op een rechthoekig podium van beton met Travertin van 100 bij 145 meter. 3 + 4. Het bijzondere aan de tempel was dat het twee voorgevels had. De tempel bestond namelijk uit twee symmetrische tempelkamers(cella) die
Gebouwbeschouwing
Rome
163
25 Forum: Tempio di Venere e Roma ruggelings tegen elkaar aanstonden. Deze tempelkamers hadden allebei een eigen ingang die zich bevonden in de twee korte zijden van de tempel waardoor er dus twee voorgevels waren. Deze voorgevels van de tempel hadden tien witte marmeren zuilen die ongeveer 1,8 meter dik waren. De zijgevels van de tempel waren ook identiek en bevatten destijds 20 witte marmeren zuilen van dezelfde dikte. De tempelkamers die zich tussen deze zuilen bevonden, hadden ieder weer een identieke voorgevel met vier zuilen. Op het podium was een peribolus gevormd door een zuilengalerij wat diende als aanduiding voor de heilige ruimte rondom de tempel. Deze peribolus bestond uit een muur en een dubbele rij zuilen van grijs Egyptisch graniet aan de lange zijden van de tempel. Romeinse tempels hadden meestal een zadeldak met timpaan. Dit was bij de tempel van Venus en Rome niet het geval, deze had een zadeldak zonder timpaan. De twee “muren” van zuilen die naast de lange zijden van de tempel stonden, hadden over de lengte van de “muur” ook een zadeldak. Door de eerder genoemde aardbeving is er bijna niets meer van de tempel over. Het meeste van de westelijke tempelkamer van de godin van Rome is vervallen en vernietigd. Alleen de apsis van de oostelijke tempelkamer, waar het standbeeld van Venus heeft gestaan, en de fundamenten met enkele zuilen zijn nog te zien op het Forum Romano. 5. De indeling van de tempel was uniek, zoals eerder vermeld, had de tempel twee verschillende tempelkamers, een voor Roma en een voor Venus. Dit was noodzakelijk omdat elke god of godin volgens de roomse theorie een aparte tempelkamer moest hebben. Deze tempelkamers stonden niet naast elkaar maar stonden rug aan rug, zo gelegen dat de tempelkamer van Roma gesitueerd was naar het westen met zicht op het forum en die van Venus naar het oosten met zicht op het Amphitheatrum Flavium. In de tempelkamer stonden aan elke kant porfieren kolommen die zorgde voor de ondersteuning van het hoofdgestel. Porfirisch gesteente is een stollingsgesteente met kleinere kristallen. Door de grote hardheid van het gesteente, word het op diverse manieren in constructies toegepast. Aan elke zijde waren vijf nissen te vinden met afwisselend vierkante of ronde ruimtes. In deze nissen bevonden zich kleinere standbeelden. Naast deze nissen stonden marmeren zuilen. In de apsis(half ronde ruimtes in het midden van de tempel) stond in de ene tempelkamer een standbeeld van de godin Rome en in de andere cella een standbeeld van de godin Venus. De daken van de tempelkamers waren halve bogen met cassettes(uitsparingen) er in, dit zorgde voor gewichtbesparing van het dak. Op het terrein van de tempel waren zilveren beelden van Marcus Aurelius en Faustina te vinden en een standbeeld van Minerva. Daarnaast bevond er zich bij de tempel een altaar, waar bruidspa-
info:
Via dei Fori Imperiali Openbaar vervoer: Metro (Halte: Colosseo) Openingstijden winter: 09:00 - 16.30 zomer: 09:00 - 18:30 Toegang: gratis
164
25 Forum: Tempio di Venere e Roma ren hun offer gaven. 6. De tempel is volledig ontworpen door Hadrianus en de plannen van de tempel zijn ook door hem getekend. Het was meestal gebruikelijk dat hij alleen opdracht gaf voor het ontwerpen van een gebouw aan een architect. Bij deze tempel was dat dus niet het geval. Een beroemde Griekse architect uit die tijd was Apollodorus. Hadrianus vroeg aan Apollodorus wat hij van de tempel vond. Hierop antwoordde de architect dat hij de tempel niet goed ontworpen vond met betrekking tot de goden, want als de goden op zouden willen staan, zou dit niet mogelijk zijn. Dit leverde de architect verbanning van het Romeinse Rijk en uiteindelijk ook beëindig van zijn leven door Hadrianus. 7. De tempel had voor de mensen van Rome een belangrijke functie. De tempel was voor Hadrianus en voor de mensen van Rome een eerbetoon aan hun goden Venus en Rome. De tempel was een dagelijkse ontmoetingsplaats en zij konden er hun goden aanbidden. Hierdoor had de tempel dus een belangrijke religieuze functie. Daarnaast werd er op het altaar van de tempel offers gemaakt door bruidsparen. 8. De muren van de tempel bestonden uit baksteen en beton die geheel bedekt waren met marmer. De marmeren zuilen van de voor- en zijgevels gaven een grote en kolossale indruk van de tempel. Deze zuilen waren van onder wat breder dan boven waardoor de tempel groter leek. Om de verticale zuilen van de tempel mooi aan te laten sluiten op het horizontale tussenstuk en de belasting over te brengen, werd er een versierd kapiteel op elke zuil geplaatst. Aan deze kapitelen is te zien uit welke orde van de klassieke bouwkunst het gebouw afkomstig was. Dat was bij deze tempel de Korinthische orde. De tempelkamers in de tempel werden vooral versierd door vele ornamenten en standbeelden en het dak door de cassettes. De tempel bevatte waarschijnlijk geen ramen waardoor er dus geen zonlicht naar binnen kon komen. Het podium had als doel de helling van de grond te overbruggen. De tempel stond zoals eerder vernoemd op een heuvel. Dat zorgde voor een nog groter en kolossaler uitstraling van de tempel.
Gebouwbeschouwing
Rome
165
26 Keizersbogen: Titus Opdrachtgever
Volgens de tekst in de wijdingsinscriptie op de attiek is de boog van Titus gebouwd door keizer Domitianus. Hij was in Rome geboren op 24 oktober 54 en was de één na jongste zoon van keizer Vespasianus. Domitianus zijn oudere broer, Titus, werd opvolger als keizer, toen keizer Vespasianus overleed. Kort daarna benoemde Titus Domitianus tot zijn opvolger. Na twee jaar regeren, overleed keizer Titus plots en Domitianus werd keizer van 81 tot 96 na Christus. Er gingen geruchten rond dat zijn broer hem had vergiftigd. Domitianus was dus niet erg gewild, maar hij liet zien dat hij een kundig beheerder en bevelvoerder van het leger was. Zijn eerste daad als keizer was de vergoddelijking van zijn broer Titus. Ter nagedachtenis aan Titus’ overwinning op de Joden in Jeruzalem, richtte Domitianus een triomfboog op. Het werd de Titusboog genoemd. Domitianus heeft als keizer vele nieuwe gebouwen opgericht en oude gebouwen laten renoveren, zoals het Odeum van Domitianus (82 na Christus) en het Forum van Augustus. Ook heeft hij het Colosseum voltooid waar zijn vader mee begonnen was. Op 18 september 96 werd keizer Domitianus vermoord als gevolg van een samenzwering opgezet door de rechters in zijn paleis.
Odeum van Domitianus, Forum van Augustus, Colosseum
Gebouwbeschouwing
1. Op het hoogste punt van de Via Sacra staat de oudste triomfboog van de stad Rome. De boog van Titus staat in het Forum Romanum, dat in de oudheid het centrum van Rome was. De boog vormde de toegang van het Forum Romanum vanuit het dal van het Colesseum. De afstand tussen het Colosseum en de boog valt de binnen een paar minuten te belopen. In 81 na Christus werd de boog van Titus gebouwd en was in 85 na Christus af, dat gevierd werd met grootse festijnen. 2. De boog van Titus heeft als hoofdvorm een enkele boog. De boog is 13,5 meter breed, 14,5 meter hoog en 4,75 meter diep. De doorgang van de boog heeft een hoogte van 8,3 meter en heeft een breedte van 5,36 meter. De triomfboog lijkt hoger dan hij in werkelijkheid is. Tijdens de opgravingen van het Forum Romanum is de boog door moderne opgraafmethodes hoger boven de grond komen te liggen.
Gebouwbeschouwing door: Paulien van Es
Rome
166
26 Keizersbogen: Titus 3. De triomfboog heeft één onderdoorgang met daarboven een inscriptie op de fries: “Senatus Populusque•Romanus divo Tito divi Vespasiani•F(ilio) Vespasiano Augusto” De inscriptie betekent: “De Senaat en het Romeinse volk (hebben deze gewijd aan) de vergoddelijkte Titus Vespasianus Augustus, zoon van de vergoddelijkte Vespasianus.” Aan de binnenzijden van de boog zijn twee gebeurtenissen uit de veldtocht tegen de Boog van Titus voor de restauratie in 1822 joden op grote reliëfvlakken afgebeeld: de zuidzijde toont het begin van de triomftocht. Hier voeren Romeinse legioensoldaten de kostbaarste stukken van de buit met zich mee, waaronder de zevenarmig kandelaar en zilveren trompetten uit de Tempel van Jeruzalem. Ertegenover is het hoogtepunt van de triomftocht te zien: Titus, begeleid door zijn bedienden, de lictoren, staat midden in de door de stadsgodin Roma aangevoerde quadriga en wordt door de overwinningsgodin Victoria geprezen. 4. De veldheer kwam niet tijdens de triomftocht onder de boog door, omdat de triomftocht in 70 na Christus plaats vond en de boog van Titus pas in 81 na Christus gebouwd werd. De functie van een triomfboog was eerder het herdenken van overwinningen en het vereren van keizers, daarom worden triomfbogen ook wel erebogen genoemd. 5. De boog wordt verstevigd door vier halfzuilen van marmer. De halfzuilen beginnen niet vanaf de grond, maar vanaf de façades. De kapitelen zijn composiet en ondersteunen de attiek. Bovenop de triomfboog stond eeuwen geleden een bronzen beeld van Titus op een tweewielige wagen met een vierspan en twee ordebewakers die de paarden begeleiden. De boog heeft een cassetteplafond waar in het midden de apotheose van Titus staat afgebeeld. Titus wordt door een adelaar naar de hemel gebracht, wat symbool staat voor de vergoddelijking van Titus. 6. In 1822 Paus Pius VII gaf opdracht om de triomfboog in oorspronkelijke staat te herstellen door de restaurateurs Raffaele Stern en later Giuseppe Valadier. Doorvoor moest eerst de hele boog gesloopt worden. Ontbrekende materialen werden, bij het opbouwen, vervangen door de donkere soort travertijn. Op de westzijde heeft paus Pius Boog van Titus (Arco di Tito)
Gebouwbeschouwing
Rome
167
26 Keizersbogen: Titus VII een inscriptie laten maken, die als volgt luidt: “Insigne religionis atque artis monumentum verustate fatiscens Pius Septimus Pontifex Max(imus) novis operibus priscum exemplar imitantibus fulcir servarique iussit anno sacri principatus eius XXIIII” De inscriptie betekent: “Monument van opvallend religie en ook kunst door verval uiteengevallen: Pius de Zevende, Pontifex Max(imus) door nieuwe werken het oude exemplaar vervangend heeft opgedragen dit te versterken en te bewaren. In het jaar 24 van zijn heilige primaatschap.” 7. Het Romeinse volk was en is nog steeds trots op de boog van Titus, vanwege de inname van Jeruzalem in 70 voor Christus. In der tijd kon het volk onder de triomfboog doorlopen, omdat de boog van Titus toegang gaf aan het Forum Romanum. Tot voor kort is het niet meer mogelijk om “De Senaat en het Romeinse volk onder de boog door te lopen, omdat er rondom een hekwerk is (hebben deze gewijd aan) de geplaatst. vergoddelijkte Titus Vespasianus Augustus, zoon van de vergoddelijkte Vespasianus.” 8. De triomfboog was gemaakt van steen en met marmer Domitianus heeft dit niet letterlijk gezegd. bedekt en is verrassend goed bewaard gebleven in de der tijd. Hij wilde hiermee wel duidelijk maken dat hij bewondering had voor zijn broer Titus en zijn De boog heeft in de middeleeuwen deel uitgemaakt van een vader Vespasianus, vanwege hun overwinning op woonhuis aan de voet van de Palatijn. De boog van Titus diende Jeruzalem in 70 na Christus. als poort voor het fort en was zo ernstig beschadigd geraakt dat de boog herbouwt moest worden.
Boog van Constantijn (links) en Boog van Titus (achterin)
Gebouwbeschouwing
Rome
168
26 Keizersbogen: Septimius Severus Opdrachtgever
Ter ere van Lucius Septimius Severus zijn overwinning op de Arabieren en de Parthen, en zijn tienjarige jubileum, schonk de senaat (en het volk van Rome) een driedubbele triomfboog in 203 na Christus. De boog van Severus eert zowel de keizer als zijn twee zonen, Caracalla en Geta. Severus werd geboren op 11 april 145 na Christus, is getrouwd met Julia Domna in 187 en stierf op 4 februari 211 na Christus een natuurlijke dood. Keizer Pertimax werd in 193 vermoord dat leidde tot een Burgeroorlog van 193 tot 197. Severus kwam meteen terug naar Rome, toen hij het bericht van Pertimax’ dood had ontvangen. In Rome werd het keizerschap per opbod aan de hoogste bieder opgekocht door Didius Julianus. Geschokt op de manier waarop dit gebeurde, riepen zijn troepen al na 12 dagen Severus uit tot keizer. Didius Julianus werd afgezet en terechtgesteld, waarna Severus hem als straf onthoofde. De moordenaars op Pertimax werden
Thermen van Caracalla, Tempel van Vesta, Boog van Severus
opgespoord en begingen hetzelfde lot. Elders in het keizerrijk werden nog twee commandanten uitgeroepen tot keizer: Clodius Albinus, gouverneur van Britannia, en Pescennius Niger, gouverneur van Serie. Severus sloot vrede met Clodius Albinus en bood hem zelfs de titel Ceasar aan en richtte zich tot Pascennius Niger in het oosten. In 194 had Severus het gehele keizerrijk onder controle. Hij benoemde zijn oudste zoon, Caracalla, uit tot Ceasar en verklaarde Albinus als staatsvijand. In een van de grootste veldslagen van de Romeinse geschiedenis, versloeg Severus Albinus bij de slag bij Lugdunum in 197. In 198 veroverde hij, met zijn twee zonen, Parthia en de hoofdstad Ctesiphon en plunderde de hele stad leeg. Alle mannen werden gedood en de
Gebouwbeschouwing
Rome
169
26 Keizersbogen: Septimius Severus overgebleven honderdduizend vrouwen en kinderen werden als slaven gevangen genomen. Severus veroverde naast Parthia ook andere gebieden, zoals delen in Noord Afrika. Severus heeft de ‘Thermen van Caracala’ laten bouwen. Zijn vrouw Julia Domna heeft de ‘Tempel van Vesta’ laten herstellen. In zijn geboortestad Leptis Magna heeft hij nog een boog laten bouwen, namelijk de ‘Boog van Severus’.
Gebouwbeschouwing
1. De boog van Septimius Severus ligt aan de voet van de helling van het Capitool en tegelijkertijd aan de westkant van het Forum Romanum. De triomfboog staat net als de boog van Titus in het Forum Romanum.
Boog van Septimius Severus (Arco di Settimio Severo)
2. De hoofdvorm van de triomfboog is een driedubbele boog, waarvan de centrale boog een hoogte heeft van 12 meter en een breedte van 7 meter. De twee zijdoorgangen een hoogte hebben van 7,80 meter en een breedte van 3 meter. De boog zelf is 23 meter “Maak mijn soldaten hoog, 25 meter breed en 12 meter diep. rijk en heb lak aan alle overige mensen.”
Deze uitspraak gaf Septimius Severus
3. Op de voor- en achterkant van de tri- als advies aan zijn twee zonen om succesvolle keizer te zijn. Zo was omfboog staan reliëf panelen waarop een Severus ook begonnen met het opverschillende stadia van de oorlog tussen de Romeinen en de Parthen bouwen van zijn regering. Als je maar geld aan je soldaten geeft, beschreven worden. Op het voetstuk van elke zuil is te zien hoe de Ro- genoeg zullen ze trouw blijven. meinen de Parthen gevangen namen. Op de zijden van de hoofddoorgang zijn twee gevleugelde Victoria’s afgebeeld. Zij dragen trofeeën en richten zich naar het sluitstuk op het plafond waar de god van Mars wordt afgebeeld. De gevleugelde Victoria’s staan symbool voor de overwinning. 4. De boog van Septimius Severus werd in 203 na Christus gebouwd ter ere van Severus overwinningen en zijn tienjarig jubileum. Toen de triomfboog werd opgeleverd, werd dit uitgebreid gevierd met grootse festijnen. Severus begeleidde zijn troepen door de triomfboog en richting het Capitool. 5. Op de voetstukken van de triomfboog staan acht composietzuilen die de boog versieren. Ze zijn bekroond met een hoge architraaf en dragen de attiek. Tussen de zijdoorgangen en de attiek zitten vier grote friezen waar de verschillende stadia van de oorlog op staan afgebeeld. Op de oude munten is te zien dat er voorheen een groep beelden bovenop de boog heeft gestaan: een bronzen strijdwagen en vierspan met daarin keizer Severus samen met de godin Victoria en zijn zonen, Caracalla en Geta. 6. Na de dood van Severus werden zijn twee zonen allebei keizer. Ze verdeelden het kei-
Gebouwbeschouwing
Rome
170
26 Keizersbogen: Septimius Severus zerrijk, maar Julia Domna ,de vrouw van Severus, probeerde hen over te halen samen te gaan regeren. Julia Domna zorgde voor een geheime ontmoeting, zodat de broers hun ruzie zouden kunnen bijleggen. In plaats van de ruzie bij te leggen, verraad Caracalla zijn broer en laat hem vermoorden. Na de dood van Geta werd de opdracht gegeven Caracalla’s naam van de triomfboog te verwijderen. 7. De boog van Septimius Severus is de enigste boog waar toeristen nog onderdoor kunnen lopen. De triomfboog is ook een van de best bewaarde monumenten op het Forum Romanum. De boog van Septimius Severus werd geïntegreerd in een kerk, waardoor de triomfboog ongeroerd bleef. In de 18e eeuw zijn de grote opgravingen begonnen op het Forum Romanum. Er lag een groot gedeelte onder het zand, waardoor het leek of de boog lager was. Tijdens de opgravingen werd de triomfboog in zijn oude staat hersteld. 8. De triomfboog is grotendeels gemaakt van baksteen en travertijn, waarna het met marmer werd bekleed. De groep beelden die eeuwen geleden erop hebben gezeten, waren van brons, evenals de tekst op de attiek.
Gebouwbeschouwing
Rome
171
26 Keizersbogen: Constantijn Opdrachtgever
Als dank voor de overwinning van Constantijn op zijn medekeizer Maxentius in de slag bij de Milvische Brug in 312 na Christus richtten de senaat en het Romeinse volk een triomfboog op. Zijn volledige naam is Flavius Valerius Aurelius Constantinus en is omstreeks 280 na Christus geboren in Naissus. Constantijn stierf in Ancyrona op 22 mei 337 na Christus. Na de dood van zijn vader, Constantius I Chlorus, riepen zijn troepen Constantijn uit tot Augustus van het westen in 306. Vanwege het tetrarchie in 305 vroeg hij Galerius, Augustus van het oosten, of hij erkend mocht worden als opvolger van zijn vader. Galerius was niet blij met die benoeming, omdat hij Constantijn als een onderkeizer zag. Daarom gaf hij Constantijn de titel Ceasar, waarop Galerius de titel Augustus van het West-Romeinse Rijk promoveerde aan Severus. Constantijn was voortaan verantwoordelijk voor een klein deel van het westen: Brittannië, Gallië en Hispania. Begin 312 had Maxentius de macht in Italië gegrepen. Constantijn trok met zijn leger over de Alpen en versloeg Maxentius’ troepen in veldslagen bij Turijn, bij Brescia en bij Verona ondanks dat Constantijn in de minderheid was. Daarna trok Constantijn naar Rome waar hij Maxentius op 28 oktober 312 in de slag bij de Milvische Brug versloeg. Tijdens de strijd tegen Maxentius liet hij zijn soldaten een symbool op hun schilden. De christenen geloofden dat dit het labarumsymbool was, wat zou betekenen dat Constantijn zijn overwinning te danken had aan de god van de christenen. Hij zou zich hebben bekeerd tot het christendom, nadat hij een visioen had gekregen van de overlevering aan Constantijn. Om de slag bij Milvische Brug
Sint-Jan van Lateranen, Sint-Pietersbasiliek, Basilica van Maxentius
te herdenken werd de boog van Constantijn opgericht en ingehuldigd in 315. Constantijn richtte de Sint-Jan van Lateranen (324) en de oude Sint-Pietersbasiliek (324) op. Hij voltooide de Basilica van Maxentius (312) waar Maxentius mee was begonnen.
Gebouwbeschouwing
1. De boog van Constantijn staat ten aanzien van de boog van Titus en de boog van Septimius Severus niet in het Forum Romanum, maar tussen het Forum Romanum en
Gebouwbeschouwing
Boog van Constantijn (Arco di Constantino)
Rome
172
26 Keizersbogen: Constantijn het Colosseum in. De triomfboog werd over de Via Triumphalis gebouwd worden, de weg waarover alle keizer hun triomftocht hielden richting het Capitolijn. 2. De triomfboog heeft als hoofdvorm een driedubbele boog, waarvan de centrale boog een hoogte heeft van 11,5 meter en een breedte van 6,5 meter. De zijpoorten hebben een hoogte van 7,4 meter en een breedte van 3,4 Onderste helft: Constantijns leger belegert de stad Verona meter. De hele triomfboog heeft een hoogte van 21 meter, een breedte van 25,7 meter en een diepte van 7,4 meter. 3. Er zitten tien medaillons op de boog, waarvan er acht op de voor- en achterkant en twee op de zijkanten zitten. Onder die medaillons en boven de zijpoorten wordt door middel van een fries Constantijns activiteiten afgebeeld. Deze randversiering gaat rondom de triomfboog en begint op de westzijde. Daarop is te zien dat Constantijn met zijn leger vertrekt vanuit Milaan naar het zuiden. Als u de hoek omgaat naar de zuidzijde, is Constantijns leger bezig met de belegering van de stad Verona. Constantijn wist de stad Verona na een strijd op twee fronten in te nemen en ging daarna door naar Rome waar Maxentius zich bevond. Maxentius was van plan zich schuil te houden in de stad. Hij had grote voorraden in de stad aangelegd en liet enkele toegangsbruggen afbreken, zoals de Milvische brug aan de noordzijde van de stad. Op het moment dat Constantijn vanaf het noorden naderde, besloot Maxentius toch de strijd aan te gaan en liet met boten een noodbrug over de Tiber bouwen. Boven de rechtse zijpoort aan de zuidzijde is de confrontatie tussen de twee legers te zien. Uiteindelijk probeerde het leger van Maxentius te vluchten over de wankelende brug van boten. Maxentius en een groot deel van zijn leger waren in de Tiber gevallen en verdronken vanwege hun zware wapenuitrusting. Op de oostzijde van de triomfboog ziet u Constantijns leger Rome binnen rijden, gevolgd door Constantijn die op een zegekar zit. Normaal gesproken zou de triomfator op zijn tweespan staan tijdens zijn triomftocht. De reliëfs op de noordzijde laten Constantijns goede keizerschap zien in het Forum Romanum.
Gebouwbeschouwing
Rome
173
26 Keizersbogen: Constantijn Hij spreekt onder andere het volk toe op het verhoogde spreekgestoelte en “In hoc signo vincis” nacht voordat Constantijn geeft geld uit aan het volk. Op de achtergrond zijn gebouwen te zien, zoals De met zijn leger de slag bij de de Basilica Julia en de drie bogen van Severus Septimius’ triomfboog. Milvische Burg begon, kreeg hij een visioen dat hij de slag zou winnen met dank aan de god
4. De boog van Constantijn werd door verschillende redenen opgericht. Het van de christenen. Hij liet zijn leger (volgens de christenen) moest als pronkstuk dienen voor de gedurende de decennia. In 312 werd het labarumsymbool op hun de bouw begonnen, vanwege de overwinning van de slag bij de Milvische schilden aanbrengen en riep “In hoc signo vincis”. Het brug. De triomfboog moest in drie jaar klaar zijn, omdat Constantijn dan betekent dat Constantijn zijn tienjarig jubileum zou worden gevierd. Nog een reden voor de oprich- met zijn leger in dit teken zal ting was dat de boog de triomf symboliseert van het christendom over de overwinnen. traditionele Romeinse godsdienst. Constantijn was de eerste christelijke keizer van het Rijk. Hij hield weliswaar vast aan heidense rituelen en werd pas op zijn sterfbed gedoopt, maar hij heeft zijn aanhang van het christendom op verschillende manieren getoond. 5. De vier voetstukken dragen de hele triomfboog. De acht zuilen ondersteunen de drie meter hoge standbeelden en een klein deel van de attiek. Doordat de triomfboog uit drie bogen bestaat, worden de verticale krachten in horizontale krachten omgezet. Dit is een zeer stabiele constructie, waardoor de triomfboog nog steeds overeind staat. 6. Op de beide langste zijden van de boog staat de onderstaande inscriptie. Het is een eis dat er een toewijding van het Senaat en het volk aan keizer Constantijn op het midden van de attiek wordt geschreven. “Imperatori Caesari Flavio Constantino Maximo Pio felici augusto Senatus Populusque Romanus Quod instinctu divinitatis mentis Magnitudine cum ezercitu suo Tam de tyranno quam de omni eius Factiome uno tempore iustis Rempublicam ultus est armis Arcum triumphis insignem dicauit.” De vertaling luidt: “Aan keizer Caesar Flavius Constantijn, de grootste vrome en gelukkige Augustus hebben Senaat en Volk van Rome, omdat hij door goddelijke inspiratie en zijn grote geest met zijn leger in een rechtvaardige strijd de staat zowel van een tiran als van al zijn aanhangers in één keer heeft bevrijd, deze boog versierd met triomfen gewijd. 7. De triomfboog past goed in de omgeving. De boog staat dicht bij het Forum Romanum waar nog twee bogen te zien zijn en het staat naast het Colosseum die de meeste toeristen trekt. De triomfboog trekt vele toeristen en bezoekers, omdat er verschillende stukken geschiedenis op de boog staat. Er zijn voor de triomfboog versieringen van
Gebouwbeschouwing
Rome
174
26 Keizersbogen: Constantijn andere gebouwen en bogen gehaald. Deze zijn bewerkt, maar als er onderzoek wordt gedaan over verschillende versieringen, is te zien dat de versieringen uit verschillende tijden komen. 8. De versieringen van de triomfboog zijn niet allemaal in dezelfde tijd gemaakt. Vele van de versieringen zijn hergebruikt of gestolen van andere werken. De boog van Severus Septimius heeft zelfs model gestaan voor Constantijns boog. De triomfboog moest immers in drie jaar gebouwd worden en het was goedkoop. De beelden bovenop de acht zuilen en de reliëfs aan de binnenzijden van de triomfboog zijn afkomstig van het Forum van Trajanus. De beelden stellen Dacische gevangenen voor die keizer Trajanus had meegenomen na de overwinning op Dacië. De beelden hebben eeuwen lang geen hoofd gehad, want de hoofden dateren uit de achttiende eeuw. Er gaat een gerucht rond dat de stenen hoofden eraf zijn gehaald door iemand uit de zestiende eeuw. Op de acht medaillons aan de zuid- en noordzijde zijn keizer Hadrianus en zijn kameraden te zien. De portretten van Hadrianus zijn allemaal bewerkt, zodat Constantijn erin herkend wordt. De medaillons zouden afkomstig zijn van de keizerlijke villa in Tivoli. Boven de zijpoorten op de attiek zijn aan beide zijden vier reliëfs te zien. Een monument werd ter ere van keizer Marcus Aurelius versierd met deze reliëfs. Op de reliëfs worden militaire acties tegen de Germaanse stammen van de Quaden en de Marcomannen afgebeeld.
info:
Forum Romanum, Italië, Rome, openingstijden gelijk aan Forum Romanum: April - September dagelijks 9.00u-19.00u; Oktober - Maart dagelijks 9.00u-16.30u. toegang is gratis, Metro: Coloseo, Bushaltes: 3, 8, 75, 85, 87, 117 of 186
175
27 Castel Sant Angelos Tot de historische gebouwen van Rome behoort ook het “Castel Sant” Angelo” ook wel de “Engelenburcht” genoemd. Het ligt op zo’n 600 meter van de Sint Pieter vandaan. In het oude centrum van Rome, direct aan de oever van de Tiber. Aan de kant van de brug, Ponte Sant’Angelo bevind zich de ingang. De brug is ook verwant aan het gebouw. Aan de linkerzijde is de Aureliaanse muur nog gedeeltelijk zichtbaar. Het “Castel Sant” Angelo” komt ook voor in het beroemde Bernini mysterie. In het gebouw schuilden de Illuminati, dichtbij het Vaticaan. Ook op de brug speelde er zich het een en ander af rondom dit mysterie. Verderop in de gids meer hierover. Zoals duidelijk zichtbaar is heeft het gebouw een ronde basisvorm met daaronder een vierkant en op elke hoek een soort van toren. Oorspronkelijk was er alleen de ronde basisvorm en zijn de diverse uitbreidingen van latere tijd. De Engelenburcht, dat is de naam die dit bouwwerk tegenwoordig draagt. Oorspronkelijk was het een Mausoleum maar na een bizar visioen kreeg het de huidige naam. Met der tijd heeft het verscheidene functies, eigenaren en vormen aangenomen. De oorspronkelijke bouw ervan geschiedde in de oudheid. Onder leiding van de architect Decrianus werd het als “Moles Hadriani” in opdracht van Keizer Hadrianus als mausoleum voltooid door Antonius Pius tussen 135 en 139 na Chr.. Decrianus heeft verder geen gebouwen gerealiseerd. Het bouwwerk is aan de oever van de Tiber gesitueerd, te midden van het historische Rome nabij het Vaticaan. Op de afbeelding is een reconstructie zichtbaar van het vooraanzicht van het oorspronkelijke grafmonument van Keizer Hadrianus in Rome. Het gebouw is vrijwel helemaal gemaakt uit Travertin. Travertin is veelvuldig gebruikt in het oude Rome. Het beeld dat bovenaan staat is een beeld van Keizer Hadrianus met een vierspan en oorspronkelijk uitgevoerd in brons. Op de begane grond was er vrijwel geen activiteit, op de eerste verdieping is er het monument en de tweede verdieping had vrijwel geen specifieke functie. Het bouwwerk bestond destijds uit een 84 meter hoge vierkante sokkel met daarbovenop een cilinder met een doorsnee van 64m. De bovenkant was bedekt met aarde en er waren cypressen geplant.In het jaar 590 na Chr. is het “Moles Hadriani” geworden tot de huidige “Engelenburcht”. De oorzaak hiervoor is de volgende legende. “Op kerstdag 590 hield paus Gregorius I (paus van 590 tot 604) een grote plechtige kerkelijke optocht om God te smeken een einde te maken aan de heersende pestepidemie. Tijdens een smeektocht (processietocht) droeg de paus een afbeelding van de maagd Maria. In een visioen zag hij boven het mausoleum de aartsengel Michael zijn bebloede zwaard in de schede steken, wat betekende dat Gregorius” bede was verhoord en de strijd tegen de pestepidemie voorbij was. Waarschijnlijk heeft de burcht tijdens deze gebeurtenis zijn huidige naam “De Engelenburcht” gekregen. Paus Bonifacius IV (regeerde van 608-615) liet op de plaats waar de aartsengel zou zijn neergestreken een kapel bouwen.” Vanaf dat moment kreeg het de naam “De Enge-
Gebouwbeschouwing door: Pirmin den Hamer
Rome
176
27 Castel Sant Angelos lenburcht”. Een drietal eeuwen later liet paus Paulus III een marmeren beeld maken van de aartsengel Michael die symbool stond voor het visioen. In 1752 werd dat weer opnieuw vervangen voor een bronzen engel die er tot op de
dag van vandaag staat. In het jaar 271 werd het mausoleum versterkt door de Aureliaanse muur, deze muur werd gebouwd om Rome te beschermen tegen mogelijke aanvallen van barbaarse stammen en liep door heel Rome. Aangezien de Engelenburcht dicht bij het Vaticaan ligt werd het gebruikt voor de verdediging hiervan en de Romeinse adel en burgerij. Het begon daarom steeds meer op een vesting te lijken door diverse verbouwingen en aanpassingen. Al die tijd tot omstreeks 1527, toen Rome aangevallen werd door Keizer Karel V was het niet belegerd geweest. 14.000 soldaten belegerden het zes maanden lang. Kort hiervoor probeerde men de paus, paus Clemens VII hierheen te brengen om deze in veiligheid te brengen. Tijdens deze poging stierven er 147 personen. Toen de soldaten het verlieten is het vanaf de 15e eeuw tot 1901 gebruikt als gevangenis. In 1870 werd het officieel overgedragen door het Vaticaan aan het Italiaanse leger, deze werd weinig tot niet gebruikt. Tot op heden is het een museum, waarvoor de aanpassingen begonnen rond 1933. Het museum telt nu 58 zalen. Uiteraard zijn het graf van Hadrianus en de kamers van de paus die in tijde van strijd bescherming zocht in de burcht nog altijd te bezichtigen. Het is heel duidelijk te zien dat de onderste bouwlaag het meest massief is. Hoe hoger het gebouw wordt hoe minder bouwmassa er aanwezig is. Dit omdat de techniek nog niet zover was in die tijd. Op de begane grond is er nu, de ingang, diverse workshops, toiletten en een kassa. Op de eerste verdieping; Ruimte voor kinderen om te spelen, wenteltrap naar boven en een restaurant. Op de tweede verdieping; Museum van Volksmuziek, Romeins handwerk, Cellen, opslagkamers, Cabaret museum en de ingang van de oude gevangenis. Op de derde verdieping; een bar, toiletten, terras en diverse musea. Dit was vroeger die militaire vloer. Op de 4e verdieping; een biblotheek, terras en diverse musea. Dit was het woongedeelte met veel kamers en veel fresco’s van Giulio Romano en Perin del Vaga. Op de 5e verdieping; “Sala della Ro-
Gebouwbeschouwing
Rome
177
27 Castel Sant Angelos tonda” en “Sala delle Colonne” en een groot terras. Het interieur van het Castel Sant” Angelo is erg divers. Er zijn grote zalen met schitterende fresco’s te zien maar ook kamers bekleed en ingericht met nostalgische houten meubelen. Bovendien zijn er ook zalen die erg modern en strak ogen en waar allerlei kunst tentoongesteld staat. Dit geeft een artistieke sfeer aan het gebouw. Dat is iets wat je totaal niet zou verwachten wanneer je naar de buitenkant kijkt. Op de onderste bouwlagen is er niet echt veel lichtinval maar op de hogere verdiepingen valt het licht mooi in de diverse zalen en ruimten. Begane grond 1. Cortille del Salvatore 2. Ambulacro di Bonifacio IX 3. Cortille delle Fucilazioni 4. Cappella dei Condannati 5. Atrio Romano 6. Rampa elicoidale eerste verdieping 1. Rampa diametrale 2. Sala delle Urne 3. Parlatoio 4. Prigioni storiche 5. Oliare 6. Silios tweede verdieping 1. Cortille dell” Angelo 2. Sale di Clemente VIII 3. Sala della Giustizia 4. Sala di Apollo 5. Cappella dei SS. Cosma e Damiano 6. Sale di Clemente VII 7. Cortille di Alessandro VI o del Teatro 8. Cortiletto di Leone X 9. Stufetta di clemente VII derde verdieping 1. Giretto Coperto e galleria archieologica 2. Stanzette di Pio IV 3. Loggia di Giulio II 4. Giretto Scoperto di Alessandro VII 5. Armeria storica 6. Loggia di Paolo III 7. Sala Paolina 8. Sala di Perseo 9. Sala di Amore e Psiche 4e Verdieping 1. Sala del Tesoro 2. Bibliotheca 3. Sala dell’Adrianeo 4. Sala dei Festoni 5. Cagliostra 6. Appartamento del Castellano 7. Corridoio Pompeiano 5e Verdieping 1. Terrazza dell’Angelo 2. Sala della Rotonda 3. Sala delle Colonne
info:
Lungotevere Castello 50, Rome (00193) Toegangsprijs: 5,00 euro pp. Openingstijden: 09:00 - 19.00 Kaartverkoop eindigt om 18.30
178
28 Catacombe Tot het jaar 150 na Chr. werden mensen met verschillende religies naast elkaar begraven. Zo werden christenen en heidenen gewoon naast elkaar begraven. Toen in Rome het Christendom in opkomst kwam, wilden de christenen hun eigen begraafplaatsen. In die tijd moest je grond bezitten wilde je in de grond mogen graven. De meeste Christenen waren echter arme mensen die weinig geld hadden, laat staan grond. De christenen waren dus afhankelijk van rijke Christelijke families die hun grond wilden afstaan voor het begraven van hun geloofsgenoten. De bovengrondse begraafplaatsen raakten al snel overvol doordat steeds meer mensen zich lieten bekeren tot het Christendom. De enige oplossing nu was onder de grond. Zo ontstond er een ondergronds netwerk aan galerijen en gangen met een geschatte lengte van ongeveer 900 tot 1200 km. Het jaar 313 na Chr. zorgde voor veel verandering in de catacomben. De gelovige christenen begonnen de martelaren in de catacomben te vereren. Men dacht namelijk dat hoe dichter je bij een martelaar of moordenaar werd begraven, hoe meer kans er was dat je in de hemel kwam. Het gevolg was een opeenhoping van vele graven. Na 450 werden er geen gelovigen meer in de catacomben begraven.
Gebouwanalyse
1. Van de 52 catacombenstelsels die te vinden zijn in Rome kun je de meeste ingangen terugvinden aan bijna alle, in die tijd, belangrijke wegen. Zo is bijvoorbeeld de hoofdingang van de catacomben van St. Callistus te vinden aan Via Appia Nuovo, één van de belangrijkste wegen die leidt naar het centrum van de stad. Hedendaags zijn er nog maar een aantal catacomben open voor publiek: De catacomben van St. Agnes, St. Priscilla, St. Domitilla, St. Sebastian en St. Callistus. Ook de catacomben van Praetextaus hebben een rijke geschiedenis. De ingang van deze catacomben is dezelfde ingang als die van de Joodse catacomben. De catacomben van St. Callistus zijn volgens vele kenners de belangrijkste onderaardse begraafplaatsen van Rome. De ingang van deze catacomben is te vinden in Via Appia Nuova, nummer 110, vlakbij de kruising met Via Ardeatina. Het eerste systematische onderzoek en verkenning van deze catacomben werd verricht door Giovanni Battista de Rossi. Hij begon met het onderzoek in 1849. De catacomben van Callistus werden gecreëerd in de vierde eeuw na Chr. uit een vereniging van meerdere groepen van onderaardse kerkhoven. Van de meeste van deze onderaardse kerkhoven die toen gevonden zijn is het duidelijk te merken aan de symbolen dat het om kerkhoven met een Christelijke achtergrond ging. Toch legden niet alleen Christenen ondergrondse kerkhoven aan. Ook de Etrusken, Joden en Romeinen hadden deze onderaardse ruimten (hypogea), maar alleen bij de
Gebouwbeschouwing door: Rowan Grim
Rome
179
28 Catacombe Christenen kwam het vaak voor, bij de Romeinen was het een uitzondering. Niet alleen in Rome werden deze catacomben gevonden. In Napels (±200 km ten zuidoosten van Rome), Malta, Sicilië en zelfs in het Noorden van Afrika werden de catacomben gevonden. 2. De lengte van de catacomben wordt geschat op zo’n 1000 kilometer. Het catacombenstelsel bestaat uit 3 onderdelen: galerijen, crypten De catacomben van St. Callistus en grafkamers. Men begon met het maken van een hoofdingang. Van daaruit werd een trap naar beneden gegraven en vervolgens de galerijen (gangen). Men ging te werk volgens bepaalde systemen: Twee hoofdingangen met daartussen gangen (roostersysteem), de gangen vertakken zich als de twijgen van een boom (twijgsysteem). Een goed voorbeeld hiervan zijn de catacomben van St. Callistus. Wanneer er geen plaats meer was op een verdieping, dan groef men gewoon weer verder naar beneden. Catacomben met vier of vijf verdiepingen en een totale diepte van over de 20 meter komen vaak voor. 3. De buitenkant van de catacomben is niet zichtbaar. Wat wel zichtbaar is zijn de gebouwen die als ingang dienen voor de catacomben. De gevels van de ingangen van de catacomben hebben een hele strakke, rechte uistraling. Als voorbeeld de ingang van de catacomben van Domitilla. Het totale gevelbeeld heeft in eerste aanblik een Romaanse stijl. De lijnen in de gevel lopen door over de gehele gevel. In de gevel wordt gebruik gemaakt van Ionische kolommen en halfzuilen. Ionische kolommen en halfzuilen zijn te herkennen aan kapitelen in een rond gedraaide vorm. In de gevel zijn ook een aantal half ronde bogen terug te vinden die veel gebruikt werden in de Romaanse bouwstijl. De gevel is vorm gegeven in een gebroken witte kleur. De gebroken witte kleur is kenmerkend voor veel historische bouwwerken uit die tijd. Dit komt omdat in die tijd veel met natuursteen zoals marmer werd gewerkt als bouwmateriaal. 4. Toen de catacomben rond het jaar 200 gemaakt werden, werden de catacomben gebruikt voor het begraven van Christenen, Etrusken, Joden en Romeinen. De gangen van de catacomben vormen een ingewikkeld stelsel en vormen ware labyrinten. In de wanden zijn gaten uitgehakt, waarin de doden werden bijgezet. Deze eenvoudige graven werden Loculi genoemd en werden, wanneer de doden waren bijgezet, afgesloten met een plaat van terracotta of marmer. Rijkere Christelijke families hadden eigen grafkamers met rijkelijk versierde wanden. Zij hadden ook
De entree van de catacomben heeft een fraaie entree
Gebouwbeschouwing
Rome
180
28 Catacombe grotere graven, in de vorm van een boog. Zo’n booggraf werd in die tijd Arcosolium genoemd. Deze grafkamers en Arcosolia werden versierd met muurschilderingen en fresco’s waarin vele vroeg- Christelijke motieven terug te vinden zijn. Vaak waren het taferelen als een herder met zijn schapen. Vele van deze taferelen kon men ook terug vinden in de Romeinse kunst. Ook Bijbelse thema’s zijn er te vinden, zoals Daniel in de leeuwenkuil. In de fresco’s en muurschilderingen kan men vaak Christelijke symbolen terug vinden. Voorbeelden hiervan zijn het anker (hoop), het kruis (geloof) en de duif (vrede). Wat ook opvalt is dat er vaak vissen in de fresco’s worden gebruikt. De vissen verwijzen naar het Griekse symbool Ichthus, wat het symbool van Jezus Christus is. Vanaf de tweede eeuw ontstonden er ook catacomben in Napels, Sicilië, Malta en Noord-Afrika, onder andere in Cyrene. In later eeuwen werden ook andere onderaardse kerkhoven en ossuaria als catacomben aangeduid, zoals die te Parijs. In de catacomben van Callistus werd ook de overleden paus bijgezet. Deze hadden een bescheiden grafkamer, in vergelijking met bijvoorbeeld de grafkamer van St. Cecilia is deze bijna de helft zo groot met een oppervlakte van ongeveer 40 m2
Soms waren de gangen mooi afgewerk...
Soms ook niet...
5. De structuur van de catacomben is vaak hetzelfde. Boven de grond is de ingang in een basiliek. In een basiliek zit achterin een trap naar beneden. Wanneer je deze trap afgaat komt je in een lager gelegen kamer. Deze kamer ligt onder de grond. Vanuit deze kamer kan je meerdere kanten uit. Als voorbeeld bij de catacomben van Priscilla kan je naar binnen door de ingang gelegen aan Via Salaria. Hier ga je de trap af en kom je in een vertrek waar je naar recht kunt (voor de minder belangrijke mensen) en naar links voor de belangrijke personen. Wanneer je naar links gaat kom je in een groot atrium waaruit je naar verschillende grafkamers kan. Hier liggen alle “belangrijke” mensen uit die tijd, zoals rijke ambachtslieden. Wanneer je door deze ruimtes loopt kun je gelijk zien aan de vele versieringen dat de kamers van rijke families zijn. Wanneer je in de grafkamers van de “gewone” burgerij loopt zijn het doodgewone graven, zonder enige versiering. 6. Door de korte geschiedenis die de catacomben kende, omdat maar ruim 200 jaar gebruikt werden is er weinig bekend over wie nu de werkelijke opdracht heeft gegeven om de catacomben te laten bouwen. De catacomben
Gebouwbeschouwing
Rome
181
28 Catacombe werden uitsluitend gebruikt voor het begraven van mensen. Dit was in de 200 jaar het enige waar ze voor gebruikt waren. Wanneer er ruimtegebrek was in de catacomben, werd er gewoon verder gegraven en zo ontstonden er nieuwe gangen en grafkamers. Na deze periode werden er geen mensen meer in begraven en werden de catacomben gesloten. In 1849 werden de catacomben voor het eerst weer geopend. 7. In de tijd dat men de catacomben bouwden werd er maar naar een aantal aspecten gekeken, zoals de stevigheid (zodat het niet instort). Er werd toen weinig tot niets gedaan aan bijvoorbeeld verlichting of ventilatie. Tegenwoordig is er licht aangebracht in de tunnels zodat alle muurschilderingen en grafkamers goed te bezichtigen zijn. Ook voor de ventilatie van de tunnels is een oplossing Plattegrond van de toegankelijke catacomben van St. Domitilla gevonden. Er zijn namelijk gaten in het plafond van de catacomben gemaakt zodat er lucht van buiten naar binnenin de catacomben kan stromen. Wat duurzaamheid van het “gebouw” betreft zou je kunnen zeggen dat deze catacomben hun kwaliteiten wel bewezen hebben. Ze gaan al vele eeuwen mee. Tegenwoordig wordt onder “duurzaam” iets heel anders verstaan. Tegenwoordig wordt er onder duurzaam verstaan dat het gebouw energiezuinig en milieuvriendelijkheid moet zijn. De catacomben liggen onder de grond en zijn dus goed bestand tegen temperatuurverschillen. Toch heeft dit gebouw geen grote maatschappelijke waarde, dit komt door twee redenen: het ligt onder de grond en is dus minder makkelijk te bezichtigen, zodat weinig mensen weet hebben van deze catacomben en het heeft niet zo’n belangrijke status zoals bijvoorbeeld het Colosseum of de St. Pieter. 8. De gebruikte bouwmaterialen van de catacomben zijn vooral natuursteen en andere steensoorten. Dit omdat de catacomben “uitgehakt” zijn in de grond. De ingangen van de catacomben heeft ook de materiaalkeuze die je zou verwachten van een Romaans gebouw, veel natuursteen. Dit komt omdat er in die tijd nog niet zo veel bouwmaterialen gebruikt werden zoals beton of keramische materialen. 1. De catacomben van Sint-Agnes 2. De catacomben van Priscilla Adres: Via Nomentana, 349. 00162, Rome Adres: Via Salaria, 430. 00199, Rome. 3. Catacomben van Domitilla 4. De catacomben van Sint Sebastianus Adres: Via delle Sette Chiese, 282 /280. Rome Adres: Via Appia Antica, 136. 00179, Rome. 5. De catacomben van Sint-Callixtus Adres: Via Appia Antica, 126 00179, Rome.
info:
Dagelijks geopend van 08.30 - 12.00 en van 14.30 - 17.00. Dagelijks geopend van 09.00 - 12.00 en van 16.00 - 18.00. (voor de catacomben van Sint-Agnes)
182
29 Santa Maria in Aracoeli Gebouwanalyse
1. Gesitueerd op een van de 7 heuvels van Rome aan de Noordzijde van de Capitolijn vindt men een Romaanse kerk genaamd Santa Maria Arecouli voeger bekend onder de naam Santa Maria de Capitolo. Door de verhoogde plaatsing van de kerk heeft het gebouw in prominente plaats gekregen in zijn omgeving. Dit effect word versterkt door de grote brede trappen aan de voorzijde, zo wordt duidelijk gemaakt dat dit gebouw een belangrijke functie heeft. Helaas valt het gebouw totaal in het niets bij het veel later gebouwde monument van Victor Emanuel II, Altare della Patria (ook paus .... bekent onder de plaatselijke bevolking als suikertaart vanwege het witte marmer). De trap naar de kerk toe bestaat uit 124 marmeren treden die dateren uit 1338. Ze werden geschonken uit dank voor het eindigen van de pestepedemie. Het eerste dat opvalt aan het gebouw is de solide ogende, ietwat sobere Romaanse gevel. 2. In 1412 sierde de eerste openbare klok van Rome de gevel waarvan nog steeds de sporen in het metselwerk terug te vinden zijn. Vanaf luchtfoto’s ziet het geheel er naar gekeken vanuit een hedendaags perspectief totaal niet uit als een kerk door te weinig verfijning en ontbreken van een toren. 3. De gevel oogt erg sober, de enige decoraties zijn die boven de toegangen van de zijbeuken. De gevel is nog niet af: de bedoeling was om de gevel te bedekken met mozaïek, dit is echter nooit gebeurd. De dakvorm is een zadeldak (geldt voor veel Romaanse bouwwerken) voorzien van zogenaamde monniken en nonnen pannen. De entree bestaat uit een drietal deuren, een grote deur in het midden waarnaast twee kleine deuren zitten. Deze geven toegang tot de zijbeuken, elk met negen kapellen. Aan de rechterzijde ook een zijuitgang bij enkele graftomben. De absis is vierkant gevormd. 4. De Santa Maria in Aracoeli is gebouwd door Griekse monniken in de zesde eeuw op de restanten van de aan Juno toegewijde tempel uit 334 v.Chr. In de tiende eeuw kregen de Benedictijnen het bouwwerk in bezit. In het jaar 1249 werd het pand
Gebouwbeschouwing door: Jorim Sanderse
Rome
183
29 Santa Maria in Aracoeli aan de Franciscanen overgedragen door de toenmalige paus in de vorm van een pauselijk decreet. Deze kerk dankt zijn populariteit vooral aan het relikwie dat tot 1994 hier lag, een olijfhouten beeldje van Jezus wat genezing zou schenken waarna het traditioneel beloont wordt met sieraden, het huidige beeldje is slechts een replica omdat het origineel ontvreemd werd in 1994. De heilige trap zou volgens een legende tevens zorgen dat ieder die tijdens de nacht biddend op de knieën de trap opgaat de loterij wint. De kerk is nu nog steeds in gebruik als kerk en bedevaartsoort zoals bij de bouw bedoeld was. 5. Muren zijn versierd met fresco’s in Renaissancestijl en er is een verguld cassette plafond aangebracht na de overwinning bij de slag van Lapanto in 1571 waarvan de overwinningsfeesten ook in dit gebouw plaatsvonden. Overigs is het altaar uitgevoerd in Barokstijl. Verspreid in de kerk zijn grafstenen te vinden van bekende personen zoals bijvoorbeeld de op één na laatste Bosnische koningin Catherine met bijbehorend portret uit de 15de eeuw. Het gebouw is hoofdzakelijk opgebouwd uit baksteen en voorzien van Romaanse pannen. Aan de binnenzijde van de kerk kan men 22 zuilen vinden die allemaal hergebruikt zijn uit eerdere bouwwerken, vandaar dat ze dus ook niet identiek zijn. Op de zuilen rusten halfronde bogen die de dakconstructie van het middenschip dragen. Het meest indrukwekkende aan dit gebouw is het interieur. Het is erg overdadig door de vele versieringen. Het is voorzien van prachtige mozaïeken in een stijl “Cosmatesque” die kenmerkend genoemd mag worden voor het middeleeuws Italië. Het marmer hiervoor werd verkregen uit de ruïnes van Romeinse bouwwerken. 7. Het gebouw vervult een zogenaamde gebedsfunctie, daarnaast is het tegenwoordig als toeristische trekpleister ook van grote waarde. 8. Beknopt overzicht van de gebruikte materialen : Verschillende kleuren marmer en Travertin voor kolommen, vloeren en entree trap. Bladgoud, hout, verf, kalkpleister en fresco’s als interieur afwerking voor wand en plafond. Baksteen en gebakken dakpannen voor de buitenwand en het dak.
info:
4 Piazza del Campidoglio 00186 Rome Open van 07.00 tot 12.00 en 16.00 tot 18.00 van maandag tot zondag Contact: +39 06 679 8155
184
30 Sant Maria del Popolo Gebouwbeschouwing
1. De Santa Maria del Popolo is gelegen naast de noordelijke poort van Rome aan het Piazza del Popolo. Dit 15de eeuwse gebouw is oorsponkelijk gebouwd in Renaissancestijl. Het Piazza del Popolo is een groot en druk plein aan de vroegere noordelijke zijden van de stad. Evenals de Santa Maria del Popolo zijn er hier nog andere bouwwerken hier gerealiseerd zoals de stadspoort waardoor eeuwenlang de uit noordelijke richtingen over de Via Flaminia aankomende reizigers de stad binnenkwamen. De Noordelijke stadspoort was een belangrijk aangezicht van de stad. 2. Oorspronkelijk was het gebouw een lange uitgerekte rechthoek met aan het einde een kruising waar twee zijruimten zijn. In de jaren daarna zijn er nog delen bij gebouwd. Vandaar dat er ook verschillende kenmerken van stijlen te zien zijn. Met een oppervlakte van 3340 vierkante meter is het een uitgebreide kerk waar vroeger een groot aantal Romeinen hun gebeden konden doen. Met een plafondhoogte van 24 meter en een toren van 54 meter hoog is het een enorm gebouw wat veel toeristen trekt. 3. Oorspronkelijk was de Santa Maria del Popolo een kapel gebouwd in Renaissancestijl. Belangrijke kenmerken van deze stijl zijn te zien in de voorgevel van de kerk. Enkele kenmerken zijn de rondbogen die fungeren als ramen. Ook de timpanen boven de deuren zijn een belangrijk kenmerk van de Renaissance. De Santa Maria del Popolo is tegenwoordig een Augustijner kerk verbouwd in Barok stijl. Deze stijl komt vooral tot uiting in het interieur dat ontworpen is door Donato Bramante. Donato Bramante was een belangrijke architect en kunstschilder die werkte in Rome en Florance. Bramante wordt, samen met Alberti en Michelangelo, gezien als een van de grootmeesters van de zuivere verhoudingen en de guldensnede tijdens de Renaissance. Platte daken en gladde muren zijn een aantal kenmerken deze kerk. Een opmerkelijke verandering van stijl is te zien aan de grote toren. Deze toren heeft meer een Romaanse stijl omdat bij de bouw gebruik is gemaakt van bakstenen die niet zijn gestukadoord. Dit heeft te maken met de overgang van stijlperiode. In de periode van 1472 tot 1477 werd de kerk herbouwd door Baccio Pontelli en Andrea Bregno. De verbouwing zorgde voor de Renaissancestijl die te-
Gebouwbeschouwing door:Remy Konings
Rome
185
30 Sant Maria del Popolo genwoordig te bewonderen is. In 1655 tot 1660 werden tijdens het pontificaan van paus Alexander VII aanpassingen gedaan in Barokstijl, waaronder de voorgevel. De vele versieringen zijn hier kenmerken van. Witte en grijs/beige kleuren kenmerken de Santa Maria del Popolo. Omdat kerken in deze tijd een belangrijke rol speelde in het dagelijks leven, is er aan de voorzijde van de kerk een grote trap gerealiseerd. Deze stonden voor macht en belangrijkheid die de kerk moest uitstralen. Hoe hoger het gebouw staat, des te belangrijker het is. 4. De Augustijner kerk was vroeger een belangrijke ontmoetingplaats en bidplaats voor de Romeinen. Ook voor de reizigers die over de Via Flaminia aan kwamen reizen en door de Noordelijke stadpoort kwamen, was de Santa Maria del Popolo een herkenningspunt. Tegenwoordig is de kerk een toeristentrekpleister, dit heeft vooral te maken met de omgeving waarin deze kerk zich bevindt en het achterliggende verhaal waarom het gebouwd is. Over het ontstaan van de kerk bestaan verschillende verhalen. Zo zou paus Paschalis II in 1099 opdracht hebben gegeven een kapel te bouwen op de plaats waar keizer Nero begraven lag. Nadat zijn graf geruimd was en de as in de Tiber was verstrooid kon de bouw beginnen. Een andere versie is echter dat de kapel gebouwd werd als dank aan de Maagd Maria voor haar steun aan de kruisvaarders bij het bevrijden van het Heilig Graf. Het meest geloofwaardige verhaal voor de bouw van de kerk is dat deze werd gebouwd voor de mensen van Rome. De kerk heet ook wel de Santa Maria del Popolo, omdat de kerk werd gefinancieerd door het volk. Del Popolo betekent dan ook “van het volk”. 5. Omdat de Santa Maria del Popolo een Parochiekerk is waar vroeger diensten werden gehouden, moest het beschikken over een grote ruimte waar meerder mensen tegelijkertijd een dienst konden bijwonen. Het gebouw wordt grotendeels door acht grote pilaren overeind gehouden. Deze zijn doormiddel van kruisribgewelven aan de zijmuren verbonden. In tegenstelling tot de Gotiek werd er in de Renaissance geen gebruik meer gemaakt van dikke muren en zijbeuken, zo konden de wanden dunner worden opgebouwd. Het materiaal wat ze hiervoor gebruikten, was een vroegere versie van het gewapend beton die we tegenwoordig kennen. Omdat rangen en standen van mensen in deze tijd erg belangrijk waren, kregen de mensen speciale plaatsen toegewezen. Doormiddel van de grote pilaren worden als het waren visuele ruimten gecreëerd waar mensen dan hun eigen zitplaats hadden. Maar als er als naar het grotere plaatje naar wordt gekeken, is het toch
Gebouwbeschouwing
Rome
186
30 Sant Maria del Popolo één grote open ruimte waar iedereen bij elkaar aanwezig is. 6. In opdracht van paus Paschalis II werd in 1099 besloten om een kapel te bouwen op de plaats waar naar zeggen het graf van keizer Nero lag. Paus Paschalis II was een belangrijke man in deze periode. Hij regeerde als paus vanaf 13 augustus 1099 tot aan zijn dood in 1118. Op jonge leeftijd was hij monnik geworden en had zich aangesloten bij het hof van paus Gregorius VII in 1067. In 1227 werd de kapel vervangen door een grotere parochiekerk. De reden voor de bouw van de Santa Maria del Popolo was volledig bedoeld voor het volk, om hun religie uit te oefenen. De naam Popolo betekend dan ook “van het volk”. Van het volk, voor het volk.
paus Paschalis II
7. Zoals al eerder vermeld werd heeft de Santa Maria del Popolo tegenwoordig en vroeger een maatschappelijke belang. Vroeger werden er door gelovige diensten bij gewoond en om zo gehoor te geven aan hun religie. Het gebouw is vooral bekend als er wordt verteld over één van de belangrijkste pleinen van Rome, het Piazzo del Popolo. Samen met de Noordelijke poort en de Santa Maria del Popolo heeft dit gebied veel maatschappelijke invloed. Ook de drie straten, die zich waaiervormig vanaf het plein uitstrekken en die in de volksmond bekendstaan als de “Tridente” drietand, zijn belangrijke aders van de Rome. 8. De Santa Maria del Popolo grotendeels opgebouwd uit oude bouwmaterialen die eerder behoorde tot andere gebouwen of bouwwerken. Dit gebeurde vroeger erg veel, omdat het vervoeren van nieuwe materialen veel werk was.
info:
Locatie: Gelegen aan de Piazza del Popolo naast de oude Noordelijke poort van Rome. ma/di van 10:00 t/m 20:00; za: 17:00 t/m 20:00; zo: 07:00 t/m 09:00; 10:30 t/m 20:00; Zondag: 12:00 t/m 20:00 in de kapel
187
31 San Clemente Ontwerper
Siricius (Rome, ca. 334 - sterfplaats onbekend, 26 november 399) was de 38ste paus van de Rooms-Katholieke Kerk en is na zijn dood heilig verklaard. Er is maar weinig over zijn leven voor hij paus werd bekend. Hij trad op jonge leeftijd in dienst van de kerk en werd lector en vervolgens deken van de Rooms-Katholieke kerk. Siricius (384-399) was de eerste “echte“ paus die door de bisschoppen van Spanje tot in het oosten en van Afrika tot Gallië onuitgesproken gezag werd toegekend. In hun ogen was Siricius hij de onmiskenbare opvolger van Petrus. Brieven die van hem bewaard zijn gebleven, hadden de inhoud als die van een alleen heerser met dwingende voorschriften en strenge geboden. Vanaf 386 tot aan zijn dood in november 399, werd de Katholieke kerk met ijzeren hand bestuurd vanuit Rome. Als erfenis liet hij drie verfraaide kerkgebouwen na en het pausschap.
Gebouwbeschouwing
1. De San Clemente ligt in het centrum van Rome een paar honderd meter van het Colosseum in de wijk Monti. De basiliek is gelegen aan het Piazza San Clemente, ter linkerzijde van de Via San Giovanni in Laterano. Het is een complex van gebouwen rond een kerk uit de 12e eeuw, die op zijn beurt bovenop een vroegere kerk en nog oudere Romeinse woonhuizen is gebouwd. Het complex van de San Clemente ligt vrij op eigen terrein en is rondom voorzien van muren. De ingang van de hoofdkerk bevindt zich aan de zijkant in de Via di San Giovanni in Laterano op het zuiden van het complex. Rondom het complex liggen restaurantjes, souvenirwinkeltjes, banken en een hotel. Door de omvang van het complex valt het direct op als je rustig langs rijdt. Door de gesloten uitstraling wekt het de nieuwsgierigheid om een kijkje te gaan nemen. Achter de muren gaat een schoolvoorbeeld van VroegChristelijke bouwkunst schuil met een later door Carlo Fontane toegevoegde Barokke toren, voorgevel en interieur. Voordat je de basilica zelf binnen gaat, kom je eerst in een door een zuilengang omgeven voorhof, ook wel atrium. Het atrium stamt uit de 12e-eeuw en is het enige Middeleeuwse kerk-atrium dat in Rome overgebleven is. Het is door Ionische zuiltjes omlijst en met in het midden een waterbekken.
Gebouwbeschouwing
door: Gaener Maassen
Rome
188
31 San Clemente 2. Het kerkgebouw is door zuilenrijen verdeeld in een middenschip met twee zijbeuken en aan de achterzijde één grote absis met koepelgewelf en twee later toegevoegde kleine absissen. Aan de voorzijde van de kerk ligt een rustig vierkant voorhof met een zuilengang rondom met Ionische kapitelen en aan de linkerkant staat ter hoogte van de ingang van de kerk een klokkentoren die ongeveer even hoog is als het middenschip. Zoals eerder genoemd is de bovenkerk een kopie van de kerk uit de 4e eeuw en geeft het een goede indruk van de bouwstijl uit die tijd. Ook de gebouwen onder de kerk die toegankelijk zijn geven het gevoel van een reis terug in de tijd. Aan de rechterkant van de kerk zijn later verschillende aanbouwen geplaatst, ter uitbreiding van de kerk. Dit alles ligt op een terrein ter grootte van een voetbalveld ±100 a 65 meter. De kerk zelf heeft een breedte van ±26 meter, een lengte van ±87 meter, een hoogte van ±20 meter en een oppervlakte van 2262 m2. 3. Aan de voor en achterkant is het metselwerk te zien dit is in wildverband uitgevoerd en de zijgevels zijn gestuct. Kenmerkend voor Vroeg-Christelijke bouwstijl is de vorm van het gebouw met het hoog opgaand middendeel en de lager gelegen zijdelen. Ook het atrium en de Romeinse zuilen met Vroeg-Christelijke dekstuk is typisch voor deze stijl. De kleuren lopen uiteen van geel, wit en oranje stucwerk, roodbruïne bakstenen tot wit en grijs natuursteen. De verschillende daken van de kerk wisselen van vorm het dak van het middenschip is een zadeldak, het dak van de zuilen galerijen en van de zijbeuken zijn lessenaars daken, de achter ingang heeft een schilddak en de abscissen hebben een veelhoekig of halfrond dak. de dak constructie is gemaakt van hout en is bekleed met rode Romaanse keramische pannen. Zoals al eerder vermeld is de hoofd ingang aan de zijkant van de kerk en deze is vrij opvallend omdat dit Barok is in tegenstelling tot de VroegChristelijke kerk. Deze ingang is rijkelijk versiert met ronde en gebroken frontons van natuursteen die met hun grijze kleur afsteken tegen het witte en gele stuukwerk. De ramen zijn ook rond de zelfde periode verandert door de zelfde architect en behoren ook niet toe aan de VroegChristelijke bouwstijl maar aan de Barok. 4. In de kerk worden nog steeds kerkdiensten gehouden en biechten afgenomen, maar de kerk wordt voornamelijk druk bezocht door toeristen die tegen betaling de geschiedenis onder de kerk kunnen bekijken. Het is overigens gratis om de bovenkerk te bewonderen met zijn vele fresco's en mozaïeken. De huidige bovenkerk is gebouwd in 1099-1118 maar dit is een replica van de geschiedenis die er onder ligt. De beneden kerk is rond 390 gebouwd bovenop een mithras tempel om de Christelijke overwinning over het mithras geloof te symboliseren. In
Gebouwbeschouwing
Rome
189
31 San Clemente 1084 brandden de Noormannen de San Clemente af. Paus Paschalis II (pontificaat 1099-1118) liet een nieuwe kerk bouwen. Van de oude kerk kon de kooromheining, die uit de zesde eeuw stamde, worden gered. Om de bovenkerk van voldoende fundament te voorzien werden de zuilenrijen van de oude kerk vol gemetseld en de ruimtes grotendeels volgestort. Sinds 1862 zijn na uitvoerige opgravingwerkzaamheden de oorspronkelijke structuur en veel Romaanse fresco’s weer zichtbaar. Aan de kerk is sinds 1667 een klooster (gebouw) van Ierse Dominicanen verbonden. In 1702 -1715 wilde Clemens XI zijn stempel drukken op de kerk en liet de architect Carlo Fontano allerlei veranderingen doorvoeren. Hij is onder andere verantwoordelijk voor de façade, de grote ramen van het schip en het vergulde plafond. 5. Vanaf de vooringang kom je op het atrium met overdekte galerijen. In het midden van het atrium staat de bron of fontein. Vanaf het atrium ga je door het Narthex de kerk binnen en sta je in het middenschip. Recht vooruit heb je de absis met daaronder de presbyterium (plaats der ambtdragers) en links en rechts de zijbeuken met aan het einde zij-absiden die later zijn toegevoegd. Het middenschip wordt gedragen door antieke natuurstenen Romeinse zuilen met daarboven gemetselde muren. De overige draagconstructie bestaat ook uit metselwerk en dit alles netjes gestuct. Alleen de dakconstructie bestaat uit houtenbalklaag met een verlaagd plafond. Het interieur is rijkelijk versierd met fresco's,mozaïeken, marmer en fraai stuckwerk. Op de fresco's na is dit alles in lichte kleuren uitgevoerd en in combinatie met de grote ramen heeft het een rustige doch imposante uitstraling. Ook het gebrek aan meubilair versterkt dit gevoel van rust. 6. Paschalis II, geboren in 1055 te Rome en leefde tot 21 januari 1118. Hij was paus van 13 augustus 1099 tot aan zijn overlijden in 1118. Paschalis II liet de kerk herbouwen omdat deze verwoest was door de Noormannen en deze kerk een grote godsdienstige betekenis had. Hij was geweid aan de vierde paus en heilige clemens de beschermheilige voor de zeelieden en de schutspatroon voor kinderen. Paschalis II was jong monnik geworden onder paus Gregorius VII in 1076. 7. Het gebouw heeft een positieve invloed op de omgeving door de rijke geschiedenis die achter het gebouw schuilgaat en het toerisme wat er mee gepaard gaat. In de rustige straatjes rondom zijn allerlei winkeltjes en restaurantjes die er gretig op inspringen en het is alom bekend dat de Romeinen trots zijn op hun cultuur,
Gebouwbeschouwing
Rome
190
31 San Clemente historie en geloof en hieraan voldoet de San Clemente ruimschoots. 8.Typerend voor de bouwstijl uit die tijd zijn de Romeinse bakstenen deze zijn langer en smaller dan de moderne bakstenen. Zo ook de mozaïeken die in de Vroeg-Christelijke tijd verder ontwikkelt werd.
hoofdsponsors:
info:
Adres; Vanaf het colosseum is het op loop afstand via Via San Giovanni in Laterano twee straten verder en bij het colosseum is ook een metrohalte. Entree 5,00 Openingstijden: van maandag t/m zaterdag, 09.00-12.30 & 15.00-18.00
191
32 Kerk der Friezen De kerk der Friezen ligt aan de Borgo Santo Spirito in Rome. Het ligt dichtbij het St. Pietersplein in de Borgo, een oude pelgrimswijk bij de St. Pieter. Het gebouw staat tussen andere bebouwing en is te bereiken via een kleine toegang met een trap naar de kerk zelf. Aan de trap naar de kerk kan je zien dat het is gebouwd tegen een heuvel. Dit is de Janiculus heuvel, die grenst aan het Sint Pietersplein. Door de ligging tegen de heuvel is de kerk bewaard gebleven want in de 16e eeuw zijn alle gebouwen die onder aan de heuvel stonden gesloopt om de bouw van de nieuwe Sint Pieter te realiseren. De kerk is vanaf de weg niet te zien, maar heeft wel een klokkentoren als herkenpunt van de originele oude kerk. Dit was een Romaans bouwwerk. Deze toren is meer dan 20 meter hoog en is een van de meest karakteristieke onderdelen van de kerk. De toren is eigenlijk een Romeinse campanile en is ongeveer in 1150 gebouwd. De toren is enkele tientallen jaren na de bouw van de kerk neergezet. Een kenmerk van de toren is dat de decoratie verschilt per verdieping. De toren is in 1993 weer in oude staat hersteld. De afmetingen van het gebouw heeft een lengte rond de 28 meter lang en ongeveer twaalf meter breed. Op de doorsneden en de plattegrondenkan je zien dat dit van oorsprong een Vroeg-Christelijke kerk is geweest. De hoofdvorm is eigenlijk een grote lange balk waar een vierkant blok voor staat. Op dit blok staat een timpaan oftewel een driehoek, op de lange balk ligt ook een driehoek, het dak. Aan de voorkant heb je een voorgebouw ofwel de entree. Hierachter volgt de eigenlijke kerk met in het midden het middenschip deze loopt van de entree tot achter in de kerk. Dan heb je aan de zijkanten twee zijbeuken, deze liggen evenwijdig aan het middenschip. Achter in de kerk zie je op de doorsnede een halfronde absis. Dit is een overblijfsel van de Romeinse tijd waar toen de bestuurder of rechter zat. Later werd dit de plek voor de bisschop of de priester en nog later werd hier het koor opgesteld, zo wordt het ook wel in de Gotiek een koorsluiting genoemd. In 1141 is de nieuwe kerk gebouwd op de plek waar de oude stond, groter en mooier dan de eerste kerk geweest moet zijn. Het was een Romaans bouwwerk, met oude zuilen, en een fraaie klokkentoren. De kerk ziet er nu heel wat anders uit dan toen hij gebouwd werd. In de 18e en 19e eeuw werd het interieur zo ingrijpend gewijzigd, dat alleen kleine details de ouderdom nog verraden. Vanaf de vijftiende eeuw is de kerk en het gebied rond de kerk het bezit van het kerkbestuur van de St. Pieter. Zij hebben de kerk sindsdien beheerd, als parochiekerk, seminariekapel, en als bijkerk bij de St. Pieter. De laatste eeuwen wordt de kerk gebruikt
Gebouwbeschouwing door: Rutger Walhout
Rome
192
32 Kerk der Friezen voor een broederschap van het Heilige Sacrament, een met het Vaticaan verbonden religieuze organisatie. Deze organisatie gebruikte en onderhield de kerk en had zoveel gevoel voor geschiedenis dat ze in de vorige eeuw drie heilige Friezen in de kerk hebben afgebeeld: Willibrord, Bonifacius en Swibertus. Langzaamaan ontstonden er goede contacten met de eigenaars van de kerk. Die waren blij steun te krijgen voor onderhoud en restauratie. Vanuit die goede contacten kwam het tot een vast contract, de Italiaanse kerk “Ss. Michele e Magno” werd tegelijkertijd de Nederlandse “Kerk van de Friezen”. De Friezenkerk heeft een Heilige Trap: een hardstenen trap van 33 treden die al eeuwen rechtstreeks van de Borgo S.Spirito naar het interieur van de kerk leidt. In die tijd leidde de trap rechtstreeks naar het priesterkoor van de kerk en naar een speciaal Lijdensaltaar links. Bij een restauratie in 1756 werd het priesterkoor verkleind en kwamen er aparte zijruimtes. Toen werd aan de bovenzijde van de trap in de nieuw ontstane ruimte een kruisbeeld geplaatst, in de zichtlijn van de trap. Sinds 2000 is de heilige Trap weer open. In 2008 zijn ze in de kerk van de friezen met restauratie werkzaamheden begonnen en tot eind 2009. Er zijn restauratiewerkzaamheden gedaan aan de muur, plafond en de ramen. De gehele kerk is eigenlijk onderhanden genomen. Het gebouw is grotendeels gemaakt van beton en natuursteen. Beton konden de Romeinen al vroeg maken. De orgelkast van het historische 17-de eeuwse orgel is ontdaan van zijn verf en verschijnt nu in een natuurlijke houtkleur. De kerk is nu weer gewoon in gebruik en valt te bezoeken.
info:
Borgo Santo Spirito 41, Rome (00193) Toegangsprijs: 5,00 euro pp. Openingstijden: Wo 10:00 - 13.00 Za: 10:00 - 13:-00 Zo: 10:00 -
193
33 Passetto di Borgo Ontwerper De ontwerper van de Passeto di Borgo is niet bekend, maar men vermoed dat de naam Agatho is. Deze naam stond namelijk gegraveerd op de muur. Andere bouwwerken van Agatho zijn niet bekend. De opdrachtgever van de Passeto is wel bekend. De Passeto(kleine passage) werd in opdracht van Totila, de koning van de Ostrogoten, in de tweede helft van de 6e eeuw gebouwd tijdens de Gotische oorlog. Deze bestond toen alleen nog maar uit een muur zonder de tunnel er boven op. Totila had de intentie een muur te maken bij de graftombe van Hadrianus (Engelenburcht) die gelinkt was aan de stadsmuren. Deze stadsmuren waren 300 jaar eerder Gotische koning Totila gebouwd door Aurelian. Daar is nu, op een paar stenen blokken na, niks meer van over door slechte kwaliteit van de muur destijds. De eerste loopweg werd er in 1277 gebouwd in opdracht van paus Nicolaas III. Ruim twee eeuwen later bouwde paus Alexander VI een tweede looppad boven het bestaande looppad. Het onderste looppad veranderde toen in een tunnel/galerie. Ook liet hij toen op de muren kantelen plaatsen. Gebouwbeschouwing 1. De Passetto di Borgo loopt vanaf het Apostolisch paleis in Vaticaanstad tot aan de graftombe van Hadrianus, nu de de Engelenburcht. Vaticaanstad ligt midden in Rome en de Passetto verbindt deze met de Engelenburcht, die gelegen is aan de westelijke oever van de rivier de Tiber. De Passeto verbindt deze 2 gebouwen met elkaar door de Passetto en kruist de weg Piazza Pia. 2. De balk kan gezien worden als hoofdvorm van de Passetto di Borgo. Uit de lange muur met een lengte van ongeveer 800 meter, een breedte van 2 meter en een hoogte van 9 a 10 meter kan duidelijk een balk afgeleid worden. 3, 4 & 5. De tunnel en het looppad van de Passeto di Borgo zijn alleen toegankelijk via het Apostolisch paleis in Vaticaanstad en de Engelenburcht. Deze zijn niet toegankelijk voor publiek. In 2000 werd hier een uitzondering opgemaakt tijdens een aantal speciale avondopenstellingen ten ere van het jubeljaar. Het Christelijke jubeljaar wordt eens in de 25 jaar gevierd en het doel hiervan is dat al het land aan de rechtmatige eigenaar teruggegeven wordt. De tunnel heeft als hoofdfunctie een ontsnappingsroute voor de paus in het Vaticaan. Deze verbinding werd van belang in 1377 na het zelfballingschap van de pausen in Frankrijk, toen ze terugkwamen naar Rome en de
Gebouwbeschouwing door: Jordy de Feijter
Rome
194
33 Passetto di Borgo St. Peters Basiliek kozen als hun nieuwe verblijf. Echter werd deze verbinding pas gebruikt door paus Alexander VI in 1449 toen Karel de achtste de stad binnenviel. De paus gebruikte de Passetto om zichzelf in veiligheid te brengen in de Engelenburcht. Vervolgens is deze nog twee keer gebruikt door paus Clement VII in 1527 tijdens de plundering van Rome en door paus Pius VIII. Rond 1630 liet paus Urban VIII het bovenste looppad bedekken met een dak waardoor deze veranderde in een tweede galerie. Het dak werd er in 1949 weer afgehaald om de Passetto in zijn originele vorm te herstellen. De muur/loopbrug heeft strakke gemetselde zijden met een paar doorgangen door de muur. De muur doet sterk denken aan de verdedigingsmuur van een kasteel door de kantelen op de muur/loopbrug. Ten slotte diende de Passetto als eerste instantie ook als verdedigingsmuur. De muur scheidt de wijk Borgo in twee delen. In de muur bevinden zich daarom doorgangen om de communicatie tussen de twee delen te behouden. In de tunnel/loopbrug bevinden zich kleine raampjes die aangebracht zijn tijdens de bouw van het tweede looppad. De tunnel binnen is relatief smal en moeilijk te belopen. De kleine raampjes zorgen voor een kleine hoeveelheid lichtinval in tunnel. De Passetto di Borgo is in 2000 zo goedmogelijk gerestaureerd en hersteld voor het jubeljaar. Ondanks deze handelingen is de tunnel nog steeds constructief zwak en niet veilig. Daarom is deze niet geopend voor publiek en was dit bij de avondopenstellingen in 2000 een bijzondere uitzondering. 7. De tunnel is nog steeds belangrijk als verbinding tussen Vaticaanstad en de Engelenburcht en is indrukwekkend om te zien. Daarnaast speelt de Passetto een essentiële rol in Dan Brown’s roman Het Bernini Mysterie. De Passetto is ook te zien in de verfilming van het boek, waarbij de hoofdrolspelers dhe Passetto gebruiken om van het Apostolisch Paleis naar de Engelenburcht te komen. 8. De gebruikte materialen van de Passetto di Borgo zijn hoofdzakelijk bakstenen, die gemetseld zijn tot een muur. Daarnaast is er voor het metselen van de muur gebruikt gemaakt van een soort degelijk cement uit die tijd(6e eeuw) dat nog steeds te zien is aan de voegen van de muur. Op de Passetto bevinden zich ook verschillende ornamenten. Dit zijn onder andere de wapens van pausen. Twee daarvan zijn van paus Alexander VI en paus Pius IV die zich op de bogen van de passages/doorgangen op de Passetto bevinden.
info:
Wijk Borgo, Rome (00193) Openbaar vervoer: Bus (lijn 64) Toegang:
195
34 Santa Maria della Pace Ontwerper
Donato Bramante (1444 – Rome, 11 maart 1514) was de zoon van een landbouwer. Donato Bramante werd geboren in Monte Adrualdo, een Italiaanse dorp in de buurt van Urbino. Bramante bestudeerde de schilderkunst bij de Vroegere-Renaissance meesters Mantegna en Piero della Francesca. Deze schilders waren vooral geïntresseerd in schilderen met perspectief. Rond 1474 ging Bramante in Milaan wonen, een stad met, in die tijd, een Gotische traditie. Hier bouwde hij een aantal kerken in klassieke stijl. De hertog van Milaan, Ludovico Sforza, maakte hem tot hofar- Donato Bramante chitect. Bramante restaureerde onder andere het koor van de Santa Maria presso San Satiro en ontwierp de Santa Maria delle Grazie uit 1492. Toen hertog Sforza in 1499 werd verdreven door de Fransen, vertrok Bramante naar Rome. Het eerste bouwwerk van Bramante in Rome was de Santa Maria della Pace, en werd in 1504 opgeleverd. Daar ontving hij belangrijke opdrachten van kardinaal Della Rovere, oftewel paus Julius II. Voor hem bouwde Bramante in 1502 de perfect puntsymmetrische cirkelvormige Tempietto of San Pietro bij de kerk van San Pietro in Montorio op de top van de Janiculum-heuvel. Hier stond eerder ook al een kapel waarvan alleen nog twee zuilen en een altaar overgebleven waren. Bramante bouwde een klein cirkelvormig kerkje, geïnspireerd door de oude Romeinse tempels. Met een hoogte van dertien meter kreeg het al heel snel de naam Tempietto, wat Tempeltje betekende. Zoals hij in Milaan de vroege Renaissance introduceerde, zo luidde zijn Tempietto in Rome de hoog Renaissance in. In 1503 gaf Julius II Bramante de leiding over een veel groter project: de bouw van de nieuwe Sint-Pietersbasiliek. Hij ontwierp een kerk met de grondvorm van een Grieks kruis, een symbool dat in die tijd werd gezien als perfectie. In 1514, één jaar nadat zijn be-
Santa Maria delle Grazie
Temietto of San Pietro
Sint-Pieter Baseliek
schermheer Paul Julius II overleed, stierf ook Bramante. Tot die tijd heeft Bramante zich bezig gehouden met de Sint-Pieter. Door de planning van de Sint-Pieter had Bramante weinig tijd of aandacht voor andere opdrachten. Zijn plannen werden echter omgegooid na zijn dood door Michelangelo, hoewel hij ze grotendeels in ere herstelde. Bramante benaderde als eerste architect de idealen van de Renaissance. Zijn werk vormt een opmaat voor de overgang van de Vroege naar de Hoge Renaissance. De ligging van de kerk
Gebouwbeschouwing
door: Danny Konopinski
Rome
196
34 Santa Maria della Pace Ook wordt Bramante, samen met bijvoorbeeld Alberti en Michelangelo, gezien als een van de grootmeesters van de zuivere verhoudingen en de gulden snede tijdens de Renaissance.
Gebouwanalyse
1. De Santa Maria della Pace staat op een platte locatie in de binnenstad van Rome. Het gebouw is gelegen in de nabijheid van Piazza Navona en de Santa Maria dell’Anima. De hoofdingang van de kerk bevindt zich in het zuiden aan een klein pleintje. Schuin achter de lange schip van de kerk, De voorgevel van de kerk dus in het noorden, bevindt zich een kloostergang, de Chiostro Bramante. Deze is zowel van de kerk te betreden als van dezelfde weg als de hoofdingang van de kerk. 2. De kerk bestaat uit één lang middenschip met een halfronde entree en diverse zijkapellen. Aan de zuidkant van de kerk ligt de koepel op een achthoekige basis met een diameter van ongeveer 20 meter, de gevel volgt de lijnen van de buitenzijden van deze basis. Het klooster, dat later aan de zuidkant tegen de kerk is aangebouwd, heeft een bijna vierkante plattegrond, de binnenplaats zelf is vierkant met zijdes van ongeveer 13 meter. Om deze binnenplaats zitten verschillende ruimtes. In zijn totaliteit heeft de kerk een rechthoekig plattegrond. De kerk en de klooster bestaan uit twee verdiepingen. De gevellijnen van deze verdiepingen liggen gelijk, behalve bij de ingang van de kerk. Het halfronde entree steekt als het ware uit het gebouw. 3. De Barokke gevel van het gebouw bestaat uit rechte en gebogen lijnen. Het gebouw word aan de buitenkant gesteund door pilaren van de Dorische orde. Het klooster aan de kerk is op de begane grond opgebouwd met Toscaanse en Ionische pilaren en op de eerste verdieping met Korintische pilaren. Net zoals de meeste Romeinse kerken en tempels heeft dit gebouw een duidelijke hoofdgevel en hoofdingang. De ingang is te herkennen aan de halfronde, door zuilen gestutte portiek. Het portiek is tevens verhoogd doormiddel van drie traptreden. Op deze portiek is de tekst: ”SUSCIPIANT MONTES PACEM POPULO ET COLLES IUSTITIAM” aangebracht. Deze regel komt uit Psalm 72 en betekenen: De bergen zullen het volk vrede brengen en de heuvels rechtvaardigheid. Deze zin verwijst naar de bergen in het wapenschild van de Chigi familie, waar zowel Sixtus IV als Alexander VII tot behoorden. Ook kunnen eikenblad motieven teruggevonden worden op de gevel, deze motieven verwijzen ook naar de Chigi familie. Het gebouw heeft een samengestelde dakvorm op een samengestelde plattegrond. De overkapping bij het portaal heeft een licht hellend, kegelvormig dak, waarbij de punt van de kegel zich in het midden van de denkbeeldige cirkel bevindt van het portaal. De ramen bestaan uit rondbogen. Ook bevindt zich boven de hoofdingang een timpaan. De gevel van de binnenplaats bestaat op de begane grond en op de eerste verdieping uit pilaren die tegen een arcade zijn aangebouwd. De arcade op de eerste verdieping is alleen verticaal doorlopend.
Gebouwbeschouwing
Rome
197
34 Santa Maria della Pace 4. Het huidige gebouw is gebouwd op de fundering van de vroegere kerk Sant’Andrea de Aquarizariis in 1482 in opdracht van paus Sixtus IV. De kerk was gebouwd ter ere van Maria om de wonderbaarlijke bloeding van de afbeelding van Madonna in 1480 te herdenken. De architect van deze kerk is niet bekend, al word Baccio Pontelli ervoor aangewezen. In 15001504 werd in opdracht van kardinaal Oliviero Carafa een klooster gebouwd. Dit klooster, ook wel de Chiostro Bramante genoemd, werd door Donato Bramante ontworpen. Dit was de eerste werk van Bramante in Rome. In 1656-1667 liet de paus Alexander VII het gebouw vrijwel geheel herbouwen door Pietro da Cortona. Deze architect had ook de beroemde betonnen vleugels in Barokke stijl eraan toegevoegd. Sindsdien is dit gebouw naast de gebruikelijke onderhoud niks veranderd. Vroeger was de gebruiksfuctie van de Santa Maria della Pace gewoon hetzelfde als de standaard kerk en erg populair bij de rijke aristocraten die in de palazzos woonden in de buurt van de kerk. Tegenwoordig word de kerk gebruikt door vele gelovigen. Elke zaterdag is deze kerk geopend voor het grote publiek die de kerk wilt bezichtigen. Het klooster is elke dag geopend voor het grote publiek. Hier worden tegenwoordig ook regelmatig tentoonstellingen gegeven. Het gebouw is in redelijke onderhoudstoestand. 5. Mede dankzij de pilaren, steunberen en rondbogen was het mogelijk dit gebouw te maken. Het interieur, dat kan worden bereikt door de orginele vijftiende-eeuwse deur, heeft een kort schip met kruisvormige gewelven en een tribune dat bekroond is met een koepel. De horizontale, verticale en diagonale lijnen in de binneplaats in de vierkant is een goot voor het waterafvoer. De architect (Pietro da Cortona) maakte het verschil duidelijk tussen de ronde koepel en de gevel door de gevel achthoekig te maken. De kerk bestaat onder ander uit diverse zijkappellen. De bekendste hiervan is de zogenaamde Chigi Kapel, genoemd naar de Sienese bankier Agostino Chigi. Hier bevinden zich de fresco’s van Rafaël voorstellende vier Sibillen. Ook heeft Rafaël Chigi’s minnares Imperia (een van de bekendste courtisanes uit die tijd) geportretteerd. Dit portret is ook in de kerk te vinden. Het hoofdaltaar in de kerk is vervaardigd door Carlo Maderno. Hier wordt de wonderdadige Madonna bewaard. In de kerk is ook het schilderij De geboorte van Jezus van Girolamo Siciolante da Sermoneta te zien. Het meubilair is voornamelijk van hout. Het licht valt binnen via de verschillende muuropeningen van glas en tussen de pilaren. Doordat er veel gebogen lijnen in de constructie van het gebouw zitten is er een aardige lichtspel zichtbaar op en rond het gebouw. 6. De opdrachtgevers van het huidige ontwerp zijn paus Sixtus IV, kardinaal Oliviero Carafa en paus Alexander VII. Over het progamma van eisen is weinig bekend. Wel moest het eerste ontwerp in opdracht van paus Sixtus IV op de fundering passen van het oorspronkelijke gebouw. Het werk van Pietro da Cortona, in opdracht van paus Alexander VII, begon als restauratie Op de plattegrond is goed te zien hoe de kerk is ingedeeld
Gebouwbeschouwing
Rome
198
34 Santa Maria della Pace werk en vernieuwing van de structuur en architectuur. Het eindigde in onder andere twee zijvleugels en een plein. Het plein werd toen der tijd aangemaakt ter goede van de doorstroming van het verkeer en de verbetering van de toegang van de kerk. Ook over het progamma van eisen van de klooster is weinig bekend, wel was een eis dat de klooster in het daarvoor geschikte gebied moest passen. Dat gebied had ongeveer de vorm van een vierkant. Een ruimtelijk model van de Santa Maria della Pace 7. In de tijd dat dit gebouw werd gebouwd lette men niet op de ecologische aspecten, de materiaal keuzes waren voornamelijk gebaseerd op de sterkte en verkrijgbaarheid van het materiaal. De materialen die toen waren toegepast waren wel milieuvriendelijk omdat ze voornamelijk uit natuurlijke materialen bestonden, daarbij kon het materiaal hergebruikt worden, net als wat bij het Colosseum het geval was. Het gebouw heeft een historische waarde door zijn lange verleden. Het gebouw werd beroemd door de eerder genoemde voorval met de van Maria. Het gebouw is ook mede bekend door de architect, die ook deels de Sint-Pieter heeft ontworpen. Het gebouw is ook een toonbeeld van de Renaissance, het gebouw word dan vaak als voorbeeld afgebeeld.
8. Het gebouw is aan de binnenkant afgewerkt met stucwerk. Dit omdat het beton van de draagconstructie erg kan gaan vlekken. Ook is het stucwerk gladder dan gestort beton en zijn er meer kleuren beschikbaar. Op het oppervlakte van de gevels liggen gebogen Travertinen panelen, deze panelen zijn zo gesneden en gelegd zodat ze passende korrelige patronen vormen in het gebouw. De ramen bestaan uit glas in lood.
hoofdsponsors:
info:
Op zaterdag is de kerk voor iedereen vrij toegankelijk
199
35 Tempietto di San Pietro Ontwerper
Kijk voor meer informatie over de ontwerper Donato Bramante bij gebouw 32
Gebouwbeschouwing
1. Het Tempeltje werd gebouwd op de binnenplaats van het klooster bij de San Pietro in montorio, een vijftiende-eeuwse kerk, en is te bereiken via een deur in de kerk of via een poort. De binnenplaats is eigenlijk te klein Donato Bramante voor de tempel maar in het originele plan van de binnenplaats was het de bedoeling dat het op een cirkelvormige binnenplaats kwam te staan met vier kleine kapellen, omringd door een extra rij cirkelvormige zuilen. Het Tempeltje zou hierdoor een geheel vormen met de omgeving. Door ruimte en of tijd gebrek(Bramante kreeg namelijk de opdracht voor de Sint Pieter) is hiervan afgeweken en staat het in een omgeving die er niet bij past. Aan de buitenkant van de kerk is de tempel nauwelijks te zien. 2.de hoofdvorm is een cilinder met daar boven op een halve bol. Het gebouw is het schoolvoorbeeld van de zogenaamde centraalbouw, een manier van bouwen om een centraal punt heen. die in het Christendom voordien slechts bij doop-, graf- en Maria-kapellen werd toegepast; andere godsdienstige gebouwen werden van oudsher in de stijl van axiaalbouw ontworpen. Zoals gebruikelijk bij Renaissance gebouwen. Om de verhoudingen te vervolmaken is de breedte van het peristylum of de zuilenrij gelijk aan de hoogte van de middelste cilinder negen meter. De afstand tussen de zuilen, vanaf het middelpunt van de zuilen gemeten, is vier keer zo groot als de diameter van elke zuil, en de afstand tot de muur bedraagt twee keer de diameter. Het tempeltje heeft een hoogte van dertien meter. 3. Het Tempietto is een cilindervormige tempels met een zuilen galerij en gesloten binnenkant (cella) op een verhoogde vloer. In de muren van de cella zitten afgewisseld schelpvormige nissen en rechthoekige vensters. Om de cella heen staan zestien van antieke gebouwen afkomstige Dorische zuilen, die het peristylum ( zuilengalerijen) vormen. De Dorische orde is de eenvoudigste van de drie bouwstijlen voor zuilen, zonder een versierd kapiteel (bovenstuk). Het Tempietto was de eerste kerk die geheel in Dorische stijl gebouwd is. Op de zuilen rust het architraaf met daarop het fries, een strook die verdeeld is in trigliefen (stenen met twee gleuven) en metopen, afbeeldingen in reliëf. Hierop worden voorwerpen afgebeeld die bij de heilige mis gebruikt worden en symbolen van Sint Pieter: de sleutels, een kelk en schotel, een wierookvat, een tabernakel en kaarsen. Tussen de cella en de koepel bevindt zich een tussenstuk, een tamboer. De lijnen van de zuilen worden hierin voortgezet door pilasters, dunne rechthoekige “uitsteeksels” in de muren. Ook in de tamboer zitten schelpvormige en rechthoekige nissen. Boven de zuilen bevindt zich een balustrade. De koepel heeft de vorm van een halve bol, en hier bovenop staat een met reliëf versierde lantaarn. Door de verschillen in steensoorten zijn er contrasten in kleuren. Het gebouw bestaat voor het grootste deel uit taankleurig Travertin. De granieten
Gebouwbeschouwing door: Gaener Maassen
Rome
200
35 Tempietto di San Pietro zuilen zijn grijs, en de kapitelen, bases van de zuilen en balustrades van spierwit marmer. In de cella zou in het midden één deur moeten zijn; het Tempietto heeft echter ook twee zij-ingangen. Deze zijn waarschijnlijk later toegevoegd. 4. Het bouwwerk is gebouwd in 1502 om de plaats te markeren waar de heilige Petrus gekruisigd zou zijn. op een steen in de cripte staat geschreven (heilige kapel voor het martelaarschap van de voornaamste der apostelen”). Het is nog steeds in gebruik als een gedenk teken aan petrus, maar het krijgt nu ook veel bezoekers die puur voor de unieke architectuur langs komen. Er staan twee inscripties in het gebouw die duiden op grote renoveringen. De eerste was in 1605, waarbij de hele koepel vervangen is door de huidige. De originele koepel was waarschijnlijk eenvoudiger, misschien bedekt met dakpannen en er stond een andere, kleinere lantaarn op. Verder zijn er enkele onopvallende details veranderd. De andere inscriptie gaat om een restauratie uit 1804. 5.De tempel bestaat uit een gesloten binnen cirkel en een zuilen galerij. Door de vier inhammen,waarvan er drie deuren zijn, breken de cirkel zodat hier een Grieks kruis ontstaat. In de vierde inham zit petrus op zijn altaar. Tussen de vier inhammen zijn vier kleinere nissen, met beelden van de vier evangelisten: Johannes met de adelaar, Lucas met de stier, Marcus met de leeuw en Mattheüs de engel. Op het altaar is de kruisiging van petrus uitgebeeld. De vloer binnen is ingelegd met mozaïeken en in het midden zit een gat waardoor je in de crypte onder de tempel kan kijken. De constructie bestaat onder andere uit granieten zuilen en dragende wanden van Travertin die ook het dak dragen. Het interieur bestaat voornamelijk uit Travertin met marmeren beelden. Met het gebruik van licht kleurige materialen geven de ramen in het gebouw voldoende daglicht. 6 Het Tempietto werd voor de Spaanse franciscanen gebouwd in opdracht van het vorstenpaar Ferdinand en
Gebouwbeschouwing
Rome
201
35 Tempietto di San Pietro Isabelle van Spanje, die met het bouwwerk de plaats wilden markeren waar de heilige Petrus gekruisigd zou zijn. 7 Het tempeltje ligt op de binnen plaats van het klooster San Pietro in Montorio en is voor de buiten wereld nauwelijks te zien. Het tempeltje verfraait het klooster wel alleen is dit niet wederzijds. Het past er niet en het is een afbreuk voor de fraaie architectuur van dit tempeltje. Het is waarschijnlijk de enige reden waarom dit klooster bekend is en bezocht word door toeristen. 8 Marmer ,graniet en Travertin zijn de materialen van de lokale bodem en zijn niet typerend voor die tijd. Zoals het carrara marmer wat Michelangelo voor zijn David (ook in die periode)heeft gebruikt. Carrara is een stad in het noordwesten van Toscane (Italië). deze marmer mijn is nog steeds actief. Ook Travertin is van alle tijden, een belangrijke vindplaats van Travertin is het plaatsje Tivoli ten oosten van Rome. De granieten zuilen waren afkomstig uit antieke gebouwen wat wel vaker voorkwam in de geschiedenis zo is ook het Colosseum en de villa Hadrianus in tivolie afgebroken. Het is voornamelijk de bouwstijl die herkenbaar is voor die tijd.
Gebouwbeschouwing
Rome
202
36 Trinita dei Monti Ontwerper De Santissima Trinità al Monte Pincio is ontworpen door Carlo Maderno. Maderno was een Italiaans-Zwitserse architect, geboren in 1556 in Ticino en gestorven op 30 januari 1629. Carlo Maderno begon zijn carrière in de marmer steengroeven in het verre noorden van Italië. In 1588 verhuisde Maderno met zijn vier broers naar Rome om zijn oom, Domenico Fontana (een beroemde Zwitserse architect) te helpen. Maderno werkte aanvankelijk als marmerbewerker, zijn achtergrond in het beeldhouwen is van Carlo Maderno grote invloed geweest op zijn architectuur. Zijn eerste soloproject was de façade van de Santa Susanna in 1596. De façade van de Santa Susanna trok de aandacht van paus Paul V, welke Maderno in 1603 aanwees als de hoofdarchitect van de Sint Pieter. Maderno heeft hierbij de plannen voor de basiliek van Michelangelo gemoderniseerd. Hij had hierbij niet dezelfde vrijheden die hij had bij het ontwerpen van andere gebouwen. Het grootste deel van Maderno’s werk bleef het opknappen en aanpassen van bestaande gebouwen. Het enige gebouw wat ontworpen en voltooid is onder zijn leiding is de Santa Maria della Vittoria. Wat opvalt aan de Santa Susanna en de Santa Maria della Vittoria is dat de ontwerpen van de gevels afgeleid zijn van de voorgevel van de Nome du Gesù.
Santa Susanna
Sint Pieter
Santa Maria della Vittoria
Gebouwbeschouwing 1. De ligging van de Santissima Trinità al Monte Pincio is al gegeven in de naam: Heilige drievuldigheid op de Pincio heuvel. Voor de kerk ligt het Piazza della Trinità dei Monti, aan dit plein komen de Via Sistina, Via Gregoriana en de Rampa Mignanelli samen. De kerk domineert met zijn twee torens de Spaanse Trappen, welke tegen de berg aangelegen zijn. Aan de linkerkant van de kerk is het oude klooster gelegen. 2. De hoofdvorm van de kerk is een rechthoek. De voorkant is een langwerpige rechthoek en daar rechtop staat nog een langwerpige rechthoek. Aan de zijkanten hiervan zijn kapellen met een lager dak, hier zijn ook de Gotische bogen te zien. De twee koepels aan de voorkant zijn achthoeken en deze koepels staan weer op twee vierkante torens.
Gebouwbeschouwing door: Franca Houg
Rome
203
36 Trinita dei Monti 3. De kerk domineert met zijn twee torens het zicht van de Spaanse Trappen. De bouwstijl van de kerk is Neo-Classicisme. De voorgevel is versierd met zes vierkante pilasters. In de linkertoren zit een klok. Bovenaan de twee torens, onder de koepel zijn vier frontons geplaatst. De dubbele trap aan de voorkant leidt naar de ingang van de kerk. Naast de ingang staan twee zuilen met hierboven een front. De twee ramen naast de ingang zijn vierkant, hierboven zijn is een boog aangebracht en in deze boog zit een rond raam. Boven het fronton van de ingang zitten 3 ramen in een ronde boog, dit is glas in lood. 4. In 1494 kocht de Heilige Francis van Paola een wijngaard op de Pincio heuvel en met de toestemming van paus Alexander VI vestigde hij hier een klooster. In 1502 begon Louis XII van Frankrijk met de bouw van de kerk naast het klooster, dit was om zijn succes te vieren op de invasie van Napels. De kerk werd gebouwd in Franse stijl met Gotische bogen. De bouw duurde langer dan gepland en er werd een Italiaans-Renaissance kerk gebouwd met een voorgevel van Carlo Mederno. In 1585 was de kerk voltooid en ingewijd door paus Leo XII. Gedurende de tijd van Napoleon werd de kerk, net als vele anderen in Rome, leeg geroofd. Na de restauraties die Louis XIII uitvoerde, werden de gestolen kunstwerken weer terug geplaatst in de kerk. In 1882 werden de kerk en het klooster toevertrouwd aan “De Maatschappij van het Heilige Hart’, een Franse godsdienstige orde, die tot 2006 bij de kerk en het klooster verbleven. In september 2006 werden de kerk en het klooster toevertrouwd aan De Gemeenschap van Jeruzalem, ook een Franse godsdienstige orde. Vandaag de dag is dit nog steeds het hoofdkwartier van de orde. 5. In de eerste kapel aan de rechterkant is “de doop van Christus” en allerlei andere scènes uit het leven van Johannes te zien, deze zijn geschilderd door de Florentijnse schilder Giambattista Naldini. In de eerste kapel aan de linkerkant zijn fresco’s te zien die zijn geschilderd door Cesare Nebbia. Bij het Hoge altaar is ook een canvas te zien van Nebbia, namelijk de kruising van Jezus. In de tweede kapel, is een van de beroemdste fresco’s van Rome te zien: de kruisafneming van Daniele da Volterra. Het fresco heeft enigszins aan kleur ingeboet toen het werd overgebracht op linnen. Aan de gespierde lichamen van de mannenfiguren is de invloed van Volterra’s leermeester Michelangelo af te lezen. In de capella Pucci, aan de linkerkant zijn fresco’s van Perino del Vaga te zien. In de derde kapel aan de linkerkant zijn andere werken van Volterra te zien. In de vierde kapel, de Capella Orsini, zijn scènes uit het leven van Christus te zien. Deze zijn geschilderd door Paris Nogari. 6. De kerk is gebouwd in opdracht van Louis XII van Frankrijk. De kerk moest symbool staan voor het Franse succes met de invasie van Napels. Volgens het plan van eisen moest de kerk gebouwd worden in Franse stijl met Gotische bogen. 7. De Santissima Trinità dei Monti valt met zijn twee hoge torens erg op. Omdat de kerk op een berg staat en door de vele trap treden die ernaar toe leiden is het zicht vanaf de Spaanse
Gebouwbeschouwing
Rome
204
36 Trinita dei Monti trappen op de kerk erg indrukwekkend. Met ecologische aspecten werd in de tijd dat de kerk gebouwd werd geen rekening gehouden. De kerk is gebouwd van steen, dit heeft dus geen nadelige effecten voor het milieu. 8. De draagconstructie van de kerk bestaat uit stenen kolomen en Gotische bogen. De voorgevel is gemaakt van steen. De achtergevel en de twee zijgevels bestaan uit metselwerk, wat hierna gepleisterd is. De twee koepels bestaan uit acht stenen ribben met hiertussen steen. Er zit een cassetteplafond in.
hoofdsponsors:
info:
Piazza della Trinità dei Monti, Rome Openbaar vervoer: Metro (station Spagna) Openingstijden: Dagelijks 09:00 - 13:00 en 15:00 - 19:00 Toegang: gratis
205
37 Museo Vaticano Ontwerper
Kijk voor meer informatie over de ontwerper Donato Bramante bij gebouw 32
Gebouwbeschouwing
1. Het Vaticaans museum is geplaatst in het oude Vaticaanstad, Vaticaanstad is het kleinste onafhankelijke land ter wereld. Het is gesticht in 1929 en omvat 0.44 km2 met 826 inwoners. In Vaticaanstad ligt tevens de Sint Donato Bramante Pieter. De Sint Pieter is geen onderdeel van het Vaticaans museum maar de gebouwen zijn wel tegen elkaar aangebouwd. Verder is het Vaticaans museum omringd door de Vaticaanse tuinen en door autowegen. Het gebouw zelf is niet opvallend, het bestaat uit een aantal kleine gebouwen en van bovenaf gezien uit twee grote rechthoekige stukken en een vierkant stuk die in lijn staan. Deze drie stukken zijn allemaal voorzien van een binnenplaats die worden gebruikt als tuin en parkeerplaats. De binnenplaats van het vierkante stuk dat zich in het midden bevindt is van de Vaticaans bibliotheek. Het museum is een onopvallend gebouw en wordt daarnaast ook nog eens overschaduwd door de Sint Pieter kerk. Het gebouw van het Vaticaans museum bestaat uit meerdere Vaticaanse paleizen, de Apostolische paleizen genoemd. Het Vaticaans museum is een groot complex dat bestaat uit meedere gebouwen. De hal van “Museo Chiaramonti” is een lange gang en is al 300 meter. De totale afstand die tijdens een bezoek aan het museum kan worden afgelegd is 7 km, dit geeft een idee van de grote van het museum. 2. Omdat het Vaticaans museum bestaat uit meerdere gebouwen is het moeilijk om de vorm te beschrijven. De hoofdvorm bestaat uit twee gangen van ongeveer 300 meter die parallel aan elkaar liggen. Deze gangen zijn op vier punten met elkaar verbonden. De tussenruimten zijn binnenplaatsen die bestaan uit tuinen en een parkeerplaatsen. Op de kopse uiteinden van de gangen zitten samenstellingen van meerdere gebouwen. De vorm van deze gebouwen hebben gezamenlijk geen architcetonische bedoeling. 3. De bouwstijlen waaruit het Vaticaanse museum is opgebouwd is een mengeling tussen de Barok en Romaanse bouwstijl. De mooie versieringen van binnen naar de rustige buitenzijde wijzen hier op. Een voorbeeld hiervan is de Sixtijnse kapel. De daken van de gebouwen zijn allemaal zadeldaken. Deze daken komen veel voor in Rome, ze zijn voorzien van dakpannen. Deze dakpannen zijn gemaakt van lokaal gewonnen klei en wordt gefabriceerd door een bakproces waardoor ze rood van kleur worden. De Romeinen hadden twee soorten een standaard dakpan genaamd “tegula” en een nokpan genaamd “mbrex”. De muren van het Vaticaans museum zijn opgebouwd uit metselwerk van bakstenen gemetseld met kalkmortel. Vele ramen zijn voorzien van een toog in of boven het raam, dit is niet zo voor alle ramen, er is ook met rechthoekige ramen gewerkt, deze zijn voorzien van een latei constructie. De entree van het Vaticaans museum is geplaatst in een lange muur waar verder weinig in gebeurt. De ingang is gemaakt van natuursteen, het
Gebouwbeschouwing door: Dimitri Dekker en Tom van Bremen
Rome
206
37 Museo Vaticano lokale Travertin. 4. Het Vaticaans museum bestaat uit het geheel van een aantal musea en verder nog andere secties, zoals galerijen, kapellen, bibliotheken en restaurants. Ten eerste is er de uitgebreide collectie klassieke beelden (waaronder die van Laocoön) en mozaïeken die ondergebracht zijn in de Museo Pio-Clementino. Ook andere voorwerpen uit de klassieke oudheid zijn te vinden in de musea. Verder behoren tot het Vaticaans museum onder andere: het Etruskische museum (gesticht in 1837) met archeologische voorwerpen uit Etruskië, het Egyptische museum (1839) met kunstvoorwerpen uit Egypte, de Vaticaanse bibliotheek, de Sixtijnse Kapel met de bekende schilderingen en fresco’s van Michelangelo, het Historisch museum (1937) over de geschiedenis van de kerk, het Etnologisch museum, een aantal galerijen met schilderijen van Italiaanse meesters, een galerij met een collectie tapijten, een galerij met landkaarten en het pauselijke museum. De Vaticaanse Musea bevinden zich in het Vaticaans Paleis, dat sinds 1377 de residentie van de pausen is. De collectie van het Vaticaans museum is in 1503 begonnen door paus Julius II, die in de binnentuin van één van de paleizen een beeld van de god Apollo liet plaatsen. In 1506 werd het beroemde Laocoönbeeld toegevoegd. De collectie werd gedurende de volgende eeuwen steeds aangevuld en uitgebreid met een grote hoeveelheid kunstvoorwerpen. In de 18e eeuw werd de collectie gereorganiseerd en werden er musea gesticht, die onderdak boden aan de verschillende verzamelingen waaruit de collectie bestond. Na verloop van tijd voegden steeds meer pausen kunstwerken toe aan de reeds indrukwekkende verzameling kunstwerken die in het Vaticaan tentoongesteld werden. In het heden wordt het museum gebruikt voor toerisme, onderzoek naar geschiedenis en het herbergen en onderhouden van deze kunstschatten. Hiernaast worden de vele gebouwen ook nog gebruikt door de pausen. Zo wordt bijvoorbeeld de Sixtijnse kapel nog steeds gebruikt door de paus voor plechtige ceremonies. Na de dood van een paus komen de kardinalen er bijeen om een nieuwe paus te kiezen. In 2000 werd er een grote nieuwe entreehal aan het Vaticaans museum toegevoegd, de entreehal moest opener zijn en de stroom van de toeristen bevorderen. Er zijn verschillende publieke diensten in ondergebracht zoals de security check, de garderobe, toeristische informatie, routes en rondleidingen, een wisselkantoor, een museum-
Gebouwbeschouwing
Rome
207
37 Museo Vaticano winkel en een eerste hulp station. De nieuwe entreehal is opgebouwd uit drie verschillende lagen. Het ontwerp van de entree is geinspireerd op de bekende wenteltrap van de italianse architect Giuseppe Momo. Giuseppe Mono was de persoonlijke architect van Pius XI, het Sint Pieter station uit 1933 is ook een ontwerp van Giueppe Mono. In deze tijdslijn is kort aangegeven welke ontwikkeling, aanpassing of verbouwing er is geweest in het desbetreffende jaartal.
1475-83 1481-82 1492-95 1503-13 1508-12 1572-85 1623-44 1769-74 1775-99 1844 1854 1910 1926 1932 bouw 1987 2000
De bouw van de Sixtijnse Kapel Muren van de Sixtijnse Kapel, geschilderd door Sandro Botticelli, Domenico Ghirlandaio, Cosimo Rosselli en Pietro Perugino Borgia fresco’s van Pinturicchio Appartementen en zijn school paus Julius II toont sculpturen in de Cortile Ottagono Michelangelo schildert het plafond van de Sixtijnse Kapel Galerij van Maps ingericht onder Gregorius XIII Galerij van Maps gerestaureerd door Urbanus VIII Pio-Clementine Museum (zoals het later bekend zou worden), opgericht door Clemens XIV Pio-Clementine Museum uitgebreid door Pius VI Gregorius XVI sticht het Egyptisch Museum Gregorius XVI sticht de Lateraanse Profane Museum, bestaande uit Ro meinse beelden en voorwerpen die niet kunnen worden weergegeven in het Vaticaan Pius IX (1846-78) breidt de Lateraanse Profane Museum met de toevoeging van de Pio Christelijk Museum Hebreeuwse Lapidary Museum gesticht door de heilige Pius X aan het oude Hebreeuwse grafstenen huis uit Rome Missionary-volkenkundig museum opgericht door Pius XI in het Paleis van Lateranen, later verhuisd naar het Vaticaan Vaticaan Pinacoteca geopend onder Pius XI (1922-1932) in een nieuw ge-
5. De pauselijke kunstverzamelingen, zoals die in de Belvedere en de Vaticaanse Historische Museum (est 1973) verplaatst naar het pauselijke appartement in het Paleis van Lateranen Belvederevleugels waren ondergeNieuwe ingang en lobby opent bracht, waren aanvankelijk alleen te bezichtigen door genodigde gasten. Toen in de 18e eeuw vanuit de Verlichting een groter wetenschappelijk interesse ontstond, werden de pauselijke privé-galerijen en -kabinetten voor een breder publiek toegankelijk gemaakt en werden ook nieuwe vleugels, speciaal gebouwd als museum. De Villa Belvedere werd rond 1780 verbouwd tot het Museo Pio-Clementino en werd de Trap van Simonetti gebouwd. Als nieuwe toegang tot de Vaticaanse Musea werd in 1792-1793 de door Camporese ontworpen Atrio dei Quatro Cancelli gebouwd, een groot koepelgebouw. In de Belvederehof werd van 1817-1822, parallel aan de eerste dwarsvleugel van Sixtus V, een nieuwe vleugel (de Bracchio Nuovo) gebouwd om de beeldenverzameling te huisvesten. Tussen deze nieuwe vleugel en de eerste dwarsvleugel van de Vaticaanse Bibliotheek ontstond een derde binnenplaats in de vroegere Belvederehof. Pio-Clementino Museum Het Pio-Clementino Museum beschikt over veel beelden. Paus Clemens XIV begon het museum (Museo Pio-Clementino) in 1771. Het heeft veel Griekse en Romeinse sculpturen zoals de Laocoöngroep, de Apollon Sauroktonos en de Hermeskop van Praxiteles en Apoxyomenos van Lysippus. Het museum bezit onder meer de graftomben van de ouders van Constantijn de Grote, een voor de Katholieke kerk belangrijke keizer en heilige. Hier is ook een overblijfsel van de inboedel van keizer Nero's Domus Aurea (Gouden Huis) te zien. Het museum bestaat uit 54 zalen, onder andere de: Sala a Croce Greco; Sixtijnse Kapel; Sala Rotonda; Galleria delle Statue; Galleria dei Busti; Gabinetto delle Maschere; Sala delle Muse; Sala degli Animali. Chiaramonti museum De door paus Pius VII Chiaramonti opgezette en naar hem genoemde afdeling “Museo Chiaramonti” is eigenlijk een 300 meter lange gang, waarin zich de busten en beelden van
Gebouwbeschouwing
Rome
208
37 Museo Vaticano belangrijke figuren bevinden. De tevens onder zijn pontificaat gebouwde “Braccio Nuovo” (Nieuwe Vleugel), gebouwd tussen 1817 en 1822 door Raffaele Stern, bezit een serie klassieke beeldhouwwerken, die als topstukken gezien kunnen worden. Een kopie van Polykleitos” “Lansdrager” siert deze gang, evenals de Augustus della Prima Porta, een beeld van keizer Augustus als eeuwig jonge overwinnaar. Hier bevindt zich ook het beeld Rivier de Nijl. De Galleria Lapidaria is een ander deel van het Chiaramonti Museum met meer dan 3000 stenen tabletten met inscripties. Dit gedeelte is beperkt toegankelijk. Gregoriano Etrusco Museum Paus Gregorius XIII begon het Museo Gregoriano Etrusco in 1836. Het museum omvat acht galeries met belangrijke Etruskische stukken zoals vazen, sacrofagen en de Guglielmi Collectie. Egiziano Museum Begonnen door paus Gregorius XVI in 1839. Het Museuo Egiziano bevat een grote collectie Oud-Egyptische voorwerpen zoals papyri, de De Grassi-collectie, mummies en het Egyptisch dodenboek. Hierin bevinden zich kunstschatten uit het Vaticaan zelf, uit de Villa Hadriana en de Capitolijnse Musea. Stanze di Raffaello Op de eerste verdieping bevinden zich de Stanze di Raffaello (Kamers van Rafaël), ze zijn zeer bekend. Deze zalen werden gedecoreerd door Rafaël Santi, in opdracht van paus Julius II. Stanza della Segnatura Stanza van Heliodorus (Stanza di Eliodoro) (1511-1514) Het thema van de Stanza di Eliodoro is de bescherming die God aan zijn Kerk verleent. Dit thema wordt uitgewerkt in vier symbolische voorbeelden: de Val van Eliodorus in de tempel te Jerusalem, de Mis van Bolsena, de Bevrijding van Petrus uit de gevangenis en de Ontmoeting van paus Leo de Grote met Attila. Stanza van de Borgobrand (Stanza dell'incendio di Borgio) (1514-1517)
Gebouwbeschouwing
Rome
209
37 Museo Vaticano Sala di Constatino(1517-1524) In de ontvangstzaal zijn afgebeeld de Openbaring van het Kruis (gemaakt door Giulio Romano), de Slag bij de Milvische brug (van Giulio Romano), Doop van Constantijn (van Francesco Penni), Constantijn schenkt Rome aan de paus (van Giulio Romano en Francesco Penni). Cortile della Pigna Dankzij het Museo Gregoriano Egizio, dat in 1839 door paus Gregorius XVI werd opgericht. groeide de belangstelling voor de” Egyptische cultuur. Als u voor het museum staat, kijkt u op de Cortile della Pigna met de beroemde “Nicchione', de drie verdiepingen hoge nis van Pirro Ligorio. Het plein dankt zijn naam aan een enorme bronzen dennenappel (“la pigna”) uit het atrium van de oude Sint Pieter. Sinds de sloop van de kerk siert de dennenappel de trap van Michelangelo, die naar de Nicchione leidt. Vermoedelijk komt de dennenappel uit het Isisheiligdom. In de cultuur van de Egyptische godin is de dennenappel immers het symbool van de onsterfelijkheid. Pigna is de naam van Rione IX van Rome. De naam betekent “dennenappel” in het Italiaans, en het symbool voor de rione is het kolossale bronzen dennenappel, de Pigna, die een fontein in het oude Rome naast een enorme tempel van Isis stond. Er stroomde rijkelijk water uit de top van de dennenappel. De Pigna werd eerst naar de oude basiliek van Sint Peter verhuisd, waar Dante hem zag. Dante was een Italiaanse dichter, schrijver en kortstondig politicus. In de 15de eeuw werd het verplaatst naar de huidige locatie: Bramante Cortile del Belvedere, wordt nu meestal de Cortile della Pigna genoemd. Daar staat hij vandaag de dag onder de enorme nis van Pirro Ligorio, geflankeerd door een paar van de Romeinse bronzen pauwen meegenomen uit het mausoleum van Hadrianus, de Castel Sant'Angelo. De Sixtijnse Kapel is de meest bekende kapel in het Apostolisch Paleis, de residentie van de paus in Vaticaanstad en vaak te bezichtigen als onderdeel van de Vaticaanse musea. Het is een van de bekendste binnenruimten ter wereld, vanwege de beroemde fresco's van Michelangelo en omdat het de ruimte is waar bij het conclaaf de kardinalen bijeenkomen om er een nieuwe paus te kiezen. De Sixtijnse Kapel werd gebouwd door Giovanni di Dolce tussen 1475 en 1483, in opdracht van paus Sixtus IV, naar wie de kapel ook vernoemd werd. De kapel heeft een rechthoekige grondvorm en is 40,23 meter lang, 13,41 meter breed en 20,70 meter hoog, waarmee het de exacte afmetingen heeft van de tempel van Salomo zoals die beschreven wordt in het Oude Testament. De vloer heeft een prachtig patroon (opus alexandrium). Het plafond bestaat uit afgeplat tongewelf. De kapel wordt in tweeën gedeeld door een marmeren transenna. Een transenna is een opengewerkt scherm van steen of metaal met een bijvoeging van een heiligdom. De Sixtijnse Kapel is ontworpen door Baccio Pontelli. Pontelli was een Italiaanse architect en beeldhouwer. Pontelli werd geboren in Florence. Handelend als architect in Rome, nam hij deel aan het programma van de paus van bouw-en stedenbouwkundige vernieuwing. Zijn projecten waren: Santa Aurea in Ostia, Ponte Sisto, het hospitaal van Santo Spirito in Sassia; Sant'Agostino de kerk, de gevel van Santa Maria del Popolo, San Pietro in Vincoli, Santi Apostoli en het ontwerp voor de Sixtijnse Kapel. In de laatste jaren van zijn
Gebouwbeschouwing
Rome
210
37 Museo Vaticano leven werkte hij aan de militaire forten van Ostia, Acquaviva Picena Jesi, Osimo en Senigallia. Hij stierf in 1492 in Urbino. De eerste mis werd gehouden op 9 augustus 1483. Ze werd opgedragen aan de Hemelvaart van de Heilige Maagd. 6. Paus Sixtus IV werd op 21 juli 1414 geboren als Francesco della Rovere, in een klein plaatsje in de buurt van Savona. Omdat zijn ouders te arm waren om hem goed op te voeden, brachten ze hem naar een nabij gelegen klooster. Francesco bleek een goede leerling. Hij studeerde aan de beste Italiaanse universiteiten en op zijn 50ste werd hij generaal-overste van het klooster waar hij was opgegroeid. Drie jaar later werd hij kardinaal. Op 9 augustus 1471 werd hij door de kardinalen Orsini, Borgia en Gonzaga gekozen als paus. Onder Sixtus IV begint een bloeiperiode van kunst en wetenschappen. Op financieel gebied had Sixtus IV niet echt schone handen. Hij heeft ooit gezegd: “De paus heeft alleen maar een beetje inkt nodig om alle bedragen te krijgen die hij wenst.” Door middel van de verkoop van aflaten, belastingen aan het pauselijke bestuursorgaan (de curie) en met het geld van de bedevaartgangers haalde Sixtus IV enorme bedragen op, waarmee hij de cultuur in Rome deed opbloeien. Op 15 augustus 1483 wijdde hij het pronkstuk van zijn culturele carrière in: de Sixtijnse kapel. Ook wordt Sixtus IV gezien als de tweede oprichter van de bibliotheek van het Vaticaan, en begon hij in 1471 een verzameling kunststukken, die de basis was voor een grote kunstcollectie. Deze is nog steeds te zien in het Musei Capitolini in Rome. Daarna werd door paus Sixtus IV della Rovere de aanzet gegeven tot de bouw van de Sixtijnse Kapel, werd de aanzet gegeven tot de bouw van het eerste museum. Dit museum werd gebouwd naar aanleiding van een ontwerp van Donato Bramante. Pas later werd de volle omvang van het bezit van de pausen duidelijk. De huidige musea, verdeeld in afdelingen, ontstonden pas in de 18e en 19e eeuw. 7. Het Vaticaans museum heeft een grote maatschappelijke rol, het museum beheerst een groot aantal kunstschatten van bekende historische kunstenaars. Veel werken komen uit de Renaissance schilderkunst, werken van Perugino, Giotto, Leonardo da Vinci, Gian Lorenzo Bernini en Rafael. Deze kunstwerken laten zien hoe kunst in de loop der jaren is ontwikkeld, zo is er duidelijk zichbaar dat deze kunstnaars de eerste waren die met perspectief werkte. Alle beelden en schilderingen geven ons in het heden een visueel beeld van alle grootheden uit de geschiedenis. De collectie kunstschatten zijn in de loop der eeuwen ontstaan doordat pausen kunstwerken hebben aangekocht of veroverd. Naast dat de kunstschatten een grote historische waarde hebben is het museum ook een grote toeristische trekpleister. Het museum wordt de laatste jaren gemiddeld door minimaal vier miljoen mensen bezocht. 8. De voornaamste bouwmaterialen van het museum zijn metselwerk van bakstenen met
Gebouwbeschouwing
Rome
211
37 Museo Vaticano kalkmortel en marmer. Dit zijn ook de drie hoofd materialen die veel werden gebruikte ten tijde van de bouw van het museum. Het is makkelijk te herkennen, dit komt omdat het veel gebruikt werd in die tijd.
hoofdsponsors:
info:
Viale Vaticano, 00165 Rome, Metro: Lijn A; Ottaviano; Bus: 907, 991, 81, 51, 23, 49, 19, 990, 64 Volle prijs: 15,00;Korting: 8,00; Scholieren; 4,00 Open van maandag tot zaterdag van 9.00 uur tot 16.00 uur, de musea sluiten om 18.00 uur.
212
38 San Pietro Gebouwbeschouwing
1. De Sint-Pieter is een van de belangrijkste kerken voor het Rooms-Katholieke geloof, de kerk is gesitueerd in Vaticaanstad in Rome. Op het Sint-Pietersplein zijn tussen 1656 en 1667 een colonnade aan Dorische pilaren gebouwd, die de aandacht afleiden naar de Sint-Pieterskerk. Het effect dat de pilaren geven is dat de Sint-Pieter centraal staat en groter overkomt door optisch bedrog. Het gebouw oogt vrij massief en is in Barok uitgevoerd. De colonnade representeren de armen van Jezus. Ze staan in een halve cirkel en symboliseren het opvangen van het geloof. Op het plein zijn in totaal 140 beelden te zien. In het midden van het plein staat nog een obelisk. Daarnaast zijn er ook nog fonteinen die het plein aankleden, maar de blikvanger is te allen tijde de Sint-Pieterskerk. 2. De Oude Sint-Pietersbasiliek stond op de plaats waar nu de Sint-Pietersbasiliek staat. De Oude Sint-Pietersbasiliek werd begin van de vierde eeuw gebouwd door keizer Constantijn de Grote. Keizer Constantijn liet deze kerk bouwen, nadat hij tot het Christendom was bekeerd. In de vijftiende eeuw was de kerk vervallen en werden er pogingen gedaan om deze te restaureren. In de zestiende eeuw werd de kerk gesloopt en vervangen door de huidige Sint-Pietersbasiliek. Vanaf bovengezien is de plattegrond van de kerk een kruis. Dit was toen der tijd een veel gebruikte vorm van een kerk. De voorgevel is een harmonieus geheel van zuilen en Korinthische verticale banden met de hoofdingang als centraal punt. De koepel steekt hier nog bovenuit die vrijwel het bouwwerk domineert en de symmetrie naar voren brengt. Na de voltooiing van de basiliek had het bouwwerk een totale oppervlakte van 15.160m2. De lengte van het gebouw bedraagt 211,5 meter, de breedte is 150 meter en de hoogte is 46 meter. De koepel heeft een doorsnede van 42 meter en is maar liefst 132,5 meter hoog. De Sint-Pieter biedt plaats aan 60.000 personen. In de twee torens aan beide kanten van de façade zitten twee klokken, deze zijn sinds 1931 elektrisch, maar vroeger was het een bel. De laatste bel dateert uit 1288. 3. Op de voorgevel staan 13 standbeelden van Christus, Johannes de Doper en alle andere apostelen, behalve Petrus. Op de voorgevel staat: “Gij zijt Petrus en op deze Petra zal ik mijn gemeente bouwen. Ik zal uw de sleutels geven van het koninkrijk.” De voorgevel bevat zuilen met de ingang in het midden. Kenmerkend aan de bouwstijl is dat er veel versieringen waren die een verhaal uitbeelden. De façade is gemaakt uit Travertin, dit is een soort kalksteen met een cellige structuur en werd gemijnd door de Romeinen. Travertin is een natuursteen en is poreus. Het dak bestaat hedendaags uit vier S-vormige ribben, hierdoor creëerde Michelangelo een “lifted-off” effect. De entree van de kerk is indrukwekkend, als het plein opgelopen wordt ziet men al de ingang
Gebouwbeschouwing door: Maurits van den Berge
Rome
213
38 San Pietro van het gebouw. Deze is centraal gelegen en voor de ingang is nog een grote trap. De ramen bevatten vaak een timpaan aan de bovenkant en in de kerk wordt gebruik gemaakt van natuurlijk licht. Het voorportaal heeft vijf bronzen deuren, de middelste drie werden vervaardigd door Antonio Filarete. Ze werden gemaakt ter ere van de mislukte poging tot het verenigen van het Rooms-Katholieke en Oosters-orthodoxe geloof. Op de deuren staan afbeeldingen van heidense mythologische figuren. De rechterdeur is de “porta Santa” (Heilige deur). Deze deur wordt alleen geopend in jubileumjaren voor de paus, de rest van de tijd is deze aan de binnenkant dichtgemetseld. Boven de deur hangen twee bronzen plaques ter ere van het jubileumjaar 1975 en de verlossing in 1983. 4. In opdracht van Constantijn de Grote werd de eerste basiliek gebouwd, deze werd gebouwd op de plaats waar het graf van Petrus zou liggen. De bouw van de basiliek begon in 324 en werd voltooid in 329. Voor de kerk stond toen een quadriporticus (vierkante portiek), waarvan het interieur met waardevolle mozaïeken, fresco’s en belangrijke monumenten werd verfraaid. Rond de 15e eeuw was deze basiliek ernstig in verval geraakt. Paus Nicolaas V gaf Bernardo de Rossellino opdracht tot nieuwbouw. Na zijn dood werd dit plan niet meer doorgevoerd. Pas onder paus Julius II begon de daadwerkelijke nieuwbouw van de kerk, Donato Bramante was de aangewezen persoon om die project voor te bereiden. Na de dood van Bramante ontstond er een triumviraat van bouwmeesters, Guiliano da Sangallo, fra Giocondo da Verona en Raffaello. Hij krijgt de leiding en ontwerpt een nieuw bouwplan, te herkennen in het ontwerp dat is afgebeeld in de fresco’s van de Chiaroscuri-zaal in het Vaticaans Museum. Het nieuwe project veranderde het ontwerp van Bramante ingrijpend, want het hoofdschip werd erdoor verlengd. Het ontwerp werd toen een Latijns kruis. Eind 1539 werd begonnen aan de fundamenten van de apsis, waarbij de resten van de oude basiliek vanaf de dwarsbeuk werden gesloopt. De “oude“ en de “nieuwe“ Sint Pieter werden door een muur tussen de elfde en twaalfde pilaar in het hoofdschip van elkaar gescheiden. In 1981 is deze muur opgegraven. Vervolgens nam Michelangelo het werk over, hij deed dit uit liefde voor God en kreeg hier niet voor betaald. Op 11 oktober 1549 werd hij definitief tot leidend bouwmeester benoemd. Na zijn dood in 1564, liet hij de koepel onafgemaakt achter. Deze heeft nog een tijd stil gelegen, maar op 21 januari 1587 viel het besluit om de koepel af te maken en hier werkten tussen de 600 en 800 mensen per dag aan om dit te realiseren. Hedendaags wordt het gebruikt als toeristische trekpleister en heeft geen functie als gewone kerk, maar wordt gebruikt
Gebouwbeschouwing
Rome
214
38 San Pietro voor speciale kerkelijke gelegenheden zoals heiligverklaringen, pauselijke zegeningen en plechtige religieuze ceremonies. Ook wordt de paus er begraven, er zijn al 148 graven van verschillende pausen. De paus houdt zijn “Urbi et Orbi” ook in de SintPieter, vanaf de buitenloggia. 5. Helemaal aan het eind van de kerk staat de stoel van Sint Petrus, deze is gericht naar de ingang van de kerk. In het midden van de basiliek ligt de tombe van Sint Petrus. De kerk is voornamelijk ingedeeld met allerlei monumenten en altaren. Het gewicht van de koepel wordt opgevangen door vier steunpijlers van wel 18 meter in doorsnede. Daarnaast zijn er ook gemetselde dragende wanden. Het hoofdschip van de Sint Pieter is 46 meter lang en 27 meter breed. Boven de grote pilaren bevindt zich slechts één opbouw met Korinthische lisenen. Eronder bevinden zich de bogen die toegang geven tot de zijbeuken en de verschillende kapellen. Boven de steunberen ligt een balkvormige structuur waarop het cassettegewelf met vele decoraties uitsteekt. Aan het einde van het schip staan de vier steunpijlers van de koepel. In de Sint-Pieterskerk is veel gebruik gemaakt van mozaïek en stucco decoratie. Boven de nissen van de steunpijlers zijn vier balkons met de voornaamste relikwieën van de kerk. In het midden van de apsis bevindt zich de stoel van Sint Petrus, deze is gemaakt van kostbare marmeren sokkel waarop vier bronzen figuren staan die de stoel dragen. De stoel zelf is een meubelstuk met ivoorinlegwerk. Het baldakijn, ook wel troonhemel genoemd, van Bernini staat boven het graf van Sint-Pieter. Het wijst met de getordeerde zuilen in de hoogte, naar de koepel van Michelangelo, die symbool staat als de hemel. Het baldakijn bestaat uit brons wat gehaald is uit het antieke Pantheon. Het bouw werd gefinancierd door het verkopen van gratie. Het licht dat binnenvalt in de kerk is natuurlijk licht dat bewerkt wordt door de ramen waardoor het toch wel een heilig beeld creëert. 6. De eerste opdrachtgever was Constantijn, later kwam nog paus Nicolaas V, maar de daadwerkelijke opdrachtgever van de kerk, zoals die nu terug te vinden is, was de paus Julius II. De aanleiding naar dit project was om het grafmonument van paus Julius II te maken. Paus Julius II is geboren in 1453 op 5 december. Hij was de 227e paus en volgde Pius III op in 1503. Zijn opvolger was Leo X. Julius II stierf op 21 februari 1513. Hij was negen jaar de paus. Paus Julius II was ‘Urbi et Orbi” van de paus
Gebouwbeschouwing
Rome
215
38 San Pietro het neefje van paus Sixtus IV en dankzij zijn familieconnecties, waande hij zich door veel verschillende posities van macht en autoriteit binnen de Romeins Katholieke kerk, onder andere pauselijk legaat van Frankrijk. Toen hij eenmaal de paus van Italië was kampte Italië met veel conflicten en ontevredenheid. Hij was niet geïnteresseerd in onderhandeling maar voerde gelijk oorlog en leidde de legers zelf tegen Venetië. Tegelijkertijd had hij wel grote interesse in kunst en architectuur. Hij was fan van het werk van Michelangelo en Raphael. Mensen noemde hem ook wel Julius de verschrikkelijke, maar respecteerde Keizer Constantijn de Grote hem om zijn bijdrage aan de kunst en architectuur. 7. De maatschappelijke context van de kerk is door de Barokke stijl de reformatie en contrareformatie, godsdienstige vervolgingen en verguizing van protestanten. De Barok is een vrijwel religieus geladen bouwstijl door beeldende kunst. Het gebouw heeft tegenwoordig gewoon een openbare functie tot in zekere zin. Men kan de basiliek bezoeken tijdens de openingstijden. En op bepaalde tijden heeft men ook toegang tot een paar plekken in de kerk die vaak gesloten zijn. Het gebouw wordt duidelijk aanvaard door de omgeving, het is het aanzichtpunt van heel het plein en is erg imposant. Het materiaal gebruik voor het exterieur is grotendeels gewonnen uit de natuur. 8. Voor de bouw van de basiliek zijn heel wat soorten materiaal gebruikt. Het materiaal voor de gevel e.d. is Travertin. Dit is een kalksoort met een cellige structuur. Het is een natuursteen en is te herkennen aan de ruwe structuur. Het bevat veel reliëf. Tegenwoordig kan men het ook vullen zodat het een strakker uiterlijk krijgt. De vloeren zijn gemaakt van marmer. Marmer zorgt voor een transparante lichtval en is homogeen. Ook is er gebruik gemaakt van baksteen. De beelden die men aantreft in de Sint-Pieterskerk zijn vaak van brons gemaakt. Brons is een legering van koper en tin. Het is grofweg voor 70% koper en 30% tin. Door corrosie kan brons groen uitslaan, doordat er een oxidelaag op het brons terechtkomt. Brons is door toevoeging van tin harder en minder buigzaam. Het heeft een grote dichtheid waardoor het in de bouw weinig van toepassing is. De Romeinen waren ook een van de eersten die gebruik maakten van beton, dit materiaal vind je dus ook terug in de Sint-Pieterskerk. De koepel in de Sint-Pieterskerk symboliseert de hemel, omdat het zo ontoereikend hoog is en het licht er van bovenaf in valt. Ook wijst de baldakijn naar de koepel wat daar ook aan verbonden is.
info:
Adres: Piazza San Pietro, Vaticaan stad; Metro: Lijn A; Ottaviano; Bus: 23, 32, 34, 40, 51, 81, 280, 492, 982, 990, 991 Entree: Gratis; Lift naar koepel: 5,00 euro; Vaticaanse musea: 12,00 euro
216
39 Piazza San Pietro Ontwerper Gian Lorenzo Bernini is op 7 december 1598 geboren in Napels. Al op jonge leeftijd maakt hij verschillende beeldhouwwerken. In 1605 verhuisde hij naar Rome, waar hij zijn hele leven zou blijven, met uitzondering van de periode die hij doorbracht aan het hof van koning Lodewijk XIV in Frankrijk in 1665. Hij wordt opgemerkt door kardinaal Scipioni Borghese die hem in dienst nam. Een aantal van de beeldhouwwerken die hij voor hem gemaakt heeft tijdens deze jaren zijn te zien in Villa Borghese. Rond het jaar 1624 begon pas echt de architecturale carrière van Bernini. Gian Lorenzo Bernini Zijn eerste klus was een nieuwe gevel ontwerpen voor de kerk Santa Bibiana in Rome. Veel terugkomende kenmerken in zijn ontwerpen zijn natuurlijk allereerst zijn stijl de Barok. Verder speelde hij met het ruimtelijk gevoel door het creëren van ovaalvormige ontwerpen. In ditzelfde jaar wordt hij door paus Urbanus VIII gevraagd om een baldakijn te ontwerpen boven het graf van Petrus in de Sint Pieter, tot 1634 werkt hij aan het ontwerp van deze baldakijn. In 1629 overlijdt Carlo Maderno, de verantwoordelijke architect van de Sint Pieter. Bernini wordt door paus aangesteld als opvolger van Maderno. Bernini heeft zijn hele leven in Rome gewerkt, Rome staat dus vol met werken van Bernini. Een paar bekende werken van hem zijn: de Fontana del Tritone, de Sant’Andrea al Quirinale en de Engelenbrug. Bernini bleef zijn hele leven actief als kunstenaar. Hij overleed op 28 november 1680. De Fontana del Tritone is een fontein op het Piazza Barberini. In de fontein staat een gespierde triton die op een enorme schelp zit. De triton blaast op een tritonshoorn waar een waterstraal uitkomt. De Sant’Andrea al Quirinale is een kleine Barokke Jezuïetenkerk. De kerk heeft een ovale koepel waarvan de as haaks op de ingang staat. De Engelenbrug verbind de Engelenburcht met de andere zijde van de Tiber. Op de brug zijn een groot aantal beelden van engelen te zien. Gebouwbeschouwing 1. Het Sint Pietersplein ligt in de Vaticaanstad. Het plein ligt op het vroegere circus van Nero en is ontstaan in 1665. Het plein ligt voor de Sint Pieter en vormt zo als het ware een toegangsweg tot de Sint Pieter. Het verlengde van het Sint Pietersplein is de straat Via della Conciliazione, dit is een belangrijke straat in Rome. 2. Het plein begint met een trapezium vorm en sluit aan op een ellipsvorm. In het midden is de ellips 240 meter breed en 340 meter lang. De ellipsvorm van het plein wordt omringd door zuilenrijen. Samen vormen de zuilenrijen een ovaal met een binnendiameter van 198 meter. In het midden van het plein staat een Egyptische obelisk. Deze obelisk is 25,5 meter hoog en samen met de sokkel heeft hij een hoogte van 41m. De obelisk weegt ongeveer 330 ton. Aan beide kanten van de obelisk staat een fontein naar het ontwerp van Carlo Maderno. 3. Rond het plein staat een zuilenrij. Bernini noemt deze zuilenrij de moederlijke armen van de kerk. De
Gebouwbeschouwing door: Maurien Roozemond
Rome
217
39 Piazza San Pietro zuilenrij bestaat uit 284 Dorische zuilen en 88 pilasters, deze staan in vier vrijwel symmetrische rijen. Op de colonnade van het Sint Pietersplein staan 140 beelden van pauzen, martelaren, heiligen en stichters van katholieke orden. De zuilen hebben samen met de colonnade een hoogte van 21 meter. In het midden van het plein staat een Egyptische obelisk, op de top van de obelisk staat een één meter hoog kruis. Rond deze obelisk staan twee symmetrische fonteinen. Het water dat uit deze fonteinen komt is afkomstig uit het meer van Bracciano. 4. Het plein is tussen 1656 en 1667 ontworpen door Gian Lorenzo Bernini in opdracht van paus Alexander VII. De paus was het niet eens met het oorspronkelijke ontwerp van Bernini. Hij vond het ontwerp niet in harmonie met de gevel van de Sint Pieter. Bernini heeft zijn ontwerp toen aangepast en dit kreeg wel de goedkeuring van paus Alexander VII. Het gedeelte van het plein tussen de zuilenrij heeft de vorm van een ellips. Elke ellips heeft twee brandpunten, op het plein staan dezegemarkeerd met ronde marmeren tegels. Als vanaf zo’n brandpunt wordt gekeken naar de galerij, wordt slechts één zuil gezien in plaats van vier. Deze tegels liggen precies in lijn met de obelisk en de fonteinen. Op het plein liggen ook marmeren tegels die de vier windrichtingen aangeven. De roze granieten obelisk die in het midden van het plein staat werd in 39 na Chr. in opdracht van Caligula naar zijn circus gebracht. In dit circus werden wagenrennen gehouden. In het circus diende de obelisk als draaipunt voor wagens in races. Het circus was ongeveer op de plaats waar nu de Sint Pieter staat. In 1586 werd de obelisk door Sixtus V naar zijn huidige standplaats verplaatst. Op 30 april werd gestart met de verplaatsing en deze heeft vier maanden geduurd. Dit verplaatsen is gebeurt door honderden arbeiders die onder de leiding stonden van Domenico Fontana en zijn broer Giovanni. Op 10 september 1586 werd de obelisk opgericht met behulp van 900 mannen, 140 paarden en 44 lieren. De obelisk werd zes dagen later ingewijd. De obelisk staat op vier leeuwen. Volgens een legende is op de top van de obelisk een stuk van het kruis van Christus aangebracht. Op de noord- en zuidkant van de basis staan teksten die geschreven zijn door kardinaal Silvio Antoniani als een gedenkteken aan de verhuizing van de obelisk. Op de oost- en westkant van de obelisk staan exorcist formules. De obelisk werpt een slagschaduw op het plein. Als de zon in het zuiden staat valt deze schaduw gelijk met een lijn van ingelegde marmeren tegels in het plein. Op deze te-
Gebouwbeschouwing
Rome
218
39 Piazza San Pietro gels staan de twaalf sterrenbeelden. Doordat de lengte van deze schaduw afhangt van de hoogte van de zon, kan aan de hand van de schaduw de datum worden afgelezen. Bovenop de colonnade in het midden staat het familiewapen van Alexander VII, de opdrachtgever. Dit wapen bestaat uit een ster en daarbij enkele gestileerde bergen. Oorspronkelijk stond er maar één fontein op het plein. De eerste fontein werd geplaatst in 1612. Om het plein symmetrischer te maken werd er in 1675 een tweede fontein bijgeplaatst door Bernini. 5. Het Sint Pietersplein is door de Scala Regia (Koninklijke Trap) verbonden met de pauselijke verblijven. Deze trap bevind zich in de rechter zuilenhal. De trap kan wel gezien worden, maar is niet toegankelijk. Het Sint Pietersplein verbindt de Sint Pieter met de gebouwencomplexen van de Vaticaanstad. Doordat het plein een ellips vorm heeft lijkt het plein optisch groter dan dat het in werkelijkheid is. 6. Paus Alexander VII gaf 1656 de opdracht om het plein te ontwerpen. Alexander VII was van 1655 tot 1667 paus. Hij kwam uit een machtige Italiaanse familie en heeft doctoraat gehaald in filosofie, rechten en theologie. Bij het ontwerpen van het plein moest Bernini rekening houden met allerlei praktische zaken. Het plein moest groot genoeg zijn om grote mensenmassa’s te kunnen bevatten. Het plein moest ook passend zijn voor bedevaarten, processies en de pelgrims moesten een vrij uitzicht hebben op de zegeningloggia. 7. Met Kerst en met Pasen spreekt de paus vanaf het balkon van de Sint Pieter het Urbi et Orbi uit. Er komen dan massa´s mensen naar het plein om dit te horen en te zien. De obelisk is van oorsprong een symbool voor de zon, het beeld een zonnestraal uit. De obelisken komen van oorsprong uit Egypte. De zon vertegenwoordigde daar een soort stroom tussen hemel en aarde. Het was dus een soort teken voor de communicatie met God. Op het Sint Pietersplein staat de obelisk symbool voor het martelaarschap van San Pietro en andere
Gebouwbeschouwing
Rome
219
39 Piazza San Pietro christenen. ”..There are two devices which can help the sculptor Het paleis van de paus kijkt to judge his work: one is uit op de rechter arm van de not to see it for a while. The colonnade. De eerste 3 ramen other... is to look at his workvan de bovenste verdieping through spectacles which behoren tot het appartement will change its color and van de paus. Vanuit het midmagnify or diminish it, so as to disguise it somehow to delste raam, geeft de paus de his eye, and make it look as Angeluszegen op zondag.
though it were the work of 8. Er zijn drie verschillende another..” Bernini materialen gebruikt bij het maken van het Sint Pietersplein. De obelisk die midden op het plein staat is gemaakt uit roze graniet. De colonnade rond het plein is gemaakt uit Travertin, ook de fonteinen die op het plein staan zijn daarvan gemaakt. Het Travertin van de colonnade is afkomstig uit de steengroeven in Tivoli. Het derde materiaal dat op het plein is gebruikt is marmer. Op het plein liggen verschillende marmeren tegels. Deze tegels geven de brandpunten van de ellips aan en ook de vier verschillende windrichtingen.
hoofdsponsors:
info:
Vaticaanstad Bus (lijn 23, 32, 34, 40, 51, 81, 280, 492, 982, 990, 991 ) Metro (Lijn A; Ottaviano) Toegang: gratis
220
40 Santissimo Nome di Gesù Ontwerper
De Santissimo Nome di Gesù is ontworpen door Giacomo Barozzi da Vignola. Vignola is geboren op 1 oktober 1507 en op 15 juli 1583 in Rome overleden. Hij was een van de meest invloedrijke architecten van de16e-eeuwse late Renaissance. Hij was niet alleen invloedrijk door zijn ontwerpen, maar ook door zijn geschriften. Hij heeft met zijn schrijven bijgedragen aan de verspreiding van bouwkundige ideeën van de Renaissance in West-Europa. Vignola begon zijn loopbaan als architect in Bologna. In 1536 maakte hij Giacomo Barozzi da Vignola zijn eerste reis naar Rome om daar precies uitgemeten tekeningen te maken van Romeinse tempels voor de door hem geplande uitgave van Vituvius “de architectura. Vervolgens werd hij door Frans I van Frankrijk naar Fontainebleau gehaald, waar hij bleef van 1541 tot 1543. Na zijn terugkeer naar Italië ontwierp hij de Palazzo Bocci in Bologna. Daarna verhuisde hij naar Rome om voor paus Julius III te gaan werken. Na diens dood werd hij in dienst genomen door de pauselijke familie van het Huis Farnese. Hij werkte samen met Michelangelo, die zijn stijl diep beïnvloedde. Na de dood van Michelangelo in 1564 was hij werkzaam als architect bij de bouw van de Sint Pieter basiliek. Daarnaast heeft hij ook bijgedragen aan de Tuinen van Bomarzo. De voorgevel van de Gesù is ontworpen door Giacomo della Porta. Della Porta is geboren, rond 1537, en gestorven in 1602 te Rome. Hij was een Italiaanse architect en beeldhouwer. Della Porta was een leerling van Michelangelo en een belangrijke doorgever van diens architectonische verworvenheden. In 1571 werd hem de opdracht gegeven voor de voorgevel van de Il Gesù. In 1573 kreeg hij de leiding van de bouw van de Sint Pieter en rond 1600 bouwde hij het Aldobrandini-Chingi paleis. Verder werkte hij aan de bouw van de San Luigi dei Fancesi, ontwierp hij de Fontana delle Tartarughe en de Fontana del Moro.
Van links naar rechts: Sint Pieter, Fontana delle Tartarughe en Fontana del Moro.
Gebouwbeschouwing
1. De Gesù is sinds haar inwijding in 1584 de belangrijkste kerk van de Orde der Jezuïeten. De kerk is gelegen aan het Piazza del Gesù, deze ligt aan de Via del Plebiscito (vanaf de Via del Corso rechtsaf voor het Piazza Venezia). De linkerzijgevel, vanaf de voorgevel, ligt aan de Via del Plebiscito, de achtergevel is gelegen aan de Via degli Astalli. Aan de rechtergevel is de Gesù verbonden met de vroegere woning van de heilige Igantius. Op de hoek van de kerk, piazza del Gesù en Via del Plebiscito, waait
Gebouwbeschouwing door: Franca Houg
Rome
221
40 Santissimo Nome di Gesù het vrijwel altijd. Volgens de legende waren de duivel en de wind eens samen op stap, toen ze bij de kerk aankwamen ging de duivel naar binnen om een debat aan te gaan met de Jezuïten. De wind zou op hem wachten en hij wacht tot op de dag van vandaag nog steeds. 2. De hoofdvorm van de Gesù is een kruis. Deze heeft een lengte van 75 meter en een breedte van 35 meter. De breedte van het schip is 25 meter. Op de kruising is een koepel geplaatst, deze koepel heeft de vorm van een achthoek.
3. De façade van de Gesù met zijn Korinthische pilasters, kroonlijsten en nissen, laat de indeling van zich aflezen. De drie portalen markeren de breedte van het eenbeukige langschip en achter de gesloten zijgedeelten van de gevel gaan de kapellen schuil. De Gesù heeft model gestaan voor een groot aantal kerken uit de 16e en 17e eeuw. Het was de eerste gevel waar een oplossing is gevonden voor het probleem dat een gebouwvorm met een hoog middendeel en lagere zijbeuken, moeilijk te verenigen is met klassieke vormen. Dit probleem werd opgelost door de gevel horizontaal te geleden. Opvallend is het krachtige accent tussen de twee verdiepingen in de vorm van een breed hoofdgestel, dat correspondeert met de scheiding tussen de twee verdiepingen in het interieur. Voluten boven de zijgedeelten verzachten de overgang naar de smallere bovenverdieping met het driehoekige fronton. Het dubbele fronton boven het hoofdportaal en het middelste venster van de bovenverdieping accentueren de middenas van de gevel. De dakvorm is een eenvoudig hellend dak. De zijbeuken hebben lessenaarsdaken die tegen de schipsmuur rusten. De ramen en deuren in de gevel zijn in Vroeg-Barokke stijl. 4. De eerste Jezuïtenkerk in Rome was de Santa Maria della Strada, die al snel te klein werd. Daarom besloot men tot de bouw van de Gesù. Michelangelo begon met het ontwerpen van deze kerk in een nieuwe bouwstijl, maar hij overleed voordat hij hiermee klaar was. Daarop werd Giacomo Barozzi da Vignola in de arm genomen om het ontwerp van de Gesù te voltooien. Vignola gaf de gangpaden een nieuwe vorm door een reeks kapelopeningen die uitkwamen op het middelpunt van de kerk. Op 26 juni 1568 werd de eerste funderingssteen gelegd, in het bijzijn van kardinaal Alessandro Farnese. De bouw van de Gesù duurde zo’n twaalf jaar. In 1584 werd de kerk ingewijd en tot 1773 was de Gesù ook het huis van de superieur generaal van de maatschappij van Jezus. De Gesù doet vandaag de dag nog steeds dienst als kerk. Daarnaast is hij ook open voor publiek(toeristen).
Gebouwbeschouwing
Rome
222
40 Santissimo Nome di Gesù 5. In de Gesù is geen nartex(de ruimte waarin de pas bekeerden stonden) aanwezig, de bezoeker wordt onmiddellijk onderworpen aan het lichaam van de kerk. Dit is één enkel schip zonder doorgangen, zodat de aandacht direct wordt gericht op het hoge altaar(nummer 12). Aan beide kanten zijn er, onderling verbonden kapellen. Dit zijn de nummers één tot en met acht. De decoratieve balustrades en poorten. De dwarsingangen van deze kapellen zijn versierd met schepen eindigen stomp, deze benadrukken de eindmuren van de altaren. Nummer negen is het altaar van H. Franciscus Xaverius en nummer tien is het altaar van H. Ignatius. Onder dit altaar ligt Ignatius van Loyola begraven. In de kapel staat een mooie urn, hierin zitten de resten van de heilige. Het monument wordt bekroont door een wereldbol, dit zou de grootste steen van de wereld zijn. Nummer elf is het monument voor de H. Roberto Bellarmino, binnen deze ruimte staat een borstbeeld van Gianlorenzo Bernini. De Gesù bevat een illusionaire plafondschildering van de hand van Giovan Battista Gaulli, deze fresco heet “Triomf van de naam van Jezus”. De kerstkribbe in de Gesù wordt gezien als een van de mooiste in Rome. De kerk is van binnen geheel versierd in Barok stijl, overdadige versieringen en veel bladgoud. Aan elk van de kapellen is aan de bovenkant één raam geplaatst. Deze, samen de met de ramen in de koepel voorzien de kerk van natuurlijk licht. De rest van de kerk wordt verlicht door middel van kunstlicht. 6. De kerk is gebouwd in opdracht van kardinaal Alessandro Farnese. Volgens het programma van eisen moest de Gesù een kerk worden met één enkel schip, verschillende zijkapellen, een gewelfd plafond en georiënteerd aan de aangrenzende weg van Cesarini. 7. De Gesù is vandaag de dag nog steeds de belangrijkste kerk voor de Jezuïten. De Gesù was het model voor kerken die werden gebouwd tijdens de katholieke hervorming en het Barok. Vele kerken zijn geïnspireerd op de Gesù. De overgang tussen de stijl van de Renaissance en die van Barok, heeft men lange tijd de Jezuïtenstijl genoemd. Met ecologische aspecten werd in de tijd van de Gesù geen rekening gehouden. 8. De draagconstructie van de Gesù bestaat uit stenen kolommen. Typisch is dat de kerk maar aan één zijde is versierd. Namelijk aan de voorgevel, deze is van steen. De voorgevel bestaat uit vele kolommen en versieringen die elk uit één stuk bestaan. De achtergevel en de twee zijgevels bestaan uit metselwerk, hier zitten ook geen (raam)openingen in. De grote koepel op de kruising, bestaat uit stenen ribben met daartussen steen. Boven de koepel is een lichtopening gemaakt. Deze voorziet de kerk van natuurlijk licht.
info:
Piazza del Gesù 00186 Rome. hele week van 6.00 tot 12.30 uur en van 16.00 tot 19.15 uur. toegang is gratis
223
41 Basilica di San Giovanni in Laterano Ontwerper Het oorspronkelijke gebouw dateert uit de 4e eeuw na Chr. Het terrein waarop de basiliek gebouwd is, was in de Romeinse tijd het bezit van de familie Laterani. Keizer Constantijn kwam in het bezit van het landgoed en gaf paus Silvester I toestemming om er een kerk te bouwen. Sinds de bouw in de 4e eeuw na Chr. is de kerk meerdere malen gerestaureerd en herbouwd als gevolg van natuurrampen en branden. Het gebouw dat er nu staat dateert uit 1646. Paus Innocentius X gaf Fransesco Borromoni de opdracht om de bestaande basiliek te renoveren. Francesco Castelli werd Fransesco Borromoni op 25 september 1599 geboren in Zwitserland en overleed op 2 augustus 1667 in Rome. Zijn vader, Giovanni Domenico Castelli, was steenhouwer die hem opleidde tot steenhouwer. Om verder te komen met zijn studie vertrok hij naar Milaan. In 1619 verhuist hij naar Rome en verandert hij zijn naam in Borromini. Hij gaat werken voor Carlo Maderno, die op dat moment aan de Sint- Pieter werkte. In de periode van 1630 tot 1633 werkte Borromini voor Gian Lorenzo Bernini, die het Sint- Pietersplein heeft geconstrueerd. Zijn eerste zelfstandige opdracht volgde in 1634, waarna San Carlo Alle Quattro Fontane tussen 1634 en 1677. Hierbij volgde een van de eerste Barokke kerken in de historie. In plaats van het gebruik te maken van het Classicisme, gebruikte Borromini juist veel sierlijke vormen. Hij maakte in plaats van eenvoudige en strakke vormen, gebruik van golvende lijnen en ovale vormen. Hiermee stond hij mede aan de basis van een nieuw tijdperk qua kunst: Barok. Op 2 augustus
Sint Pieter Basiliek
Sant’Ivo alla Sapienza
San Carlo alle quattro fontane
1667 overleed hij in Rome. Opmerkelijk hierbij was dat hij vlak voor zijn dood (zelfmoord), bijna alle ontwerpen en studies die hij had gemaakt vernietigde. Dit deed hij om te voorkomen dat er plagiaat werd gepleegd en iemand anders er met zijn werk ervandoor zou gaan. Toen Borromini de opdracht kreeg tot het renoveren van de San Giovanni in Laterano gaf hij de oude basiliek een Barok uiterlijk wat in sterk contrasteerde stond met de vroegere sobere basiliek. Naast het renoveren van deze kerk heeft Borromini nog andere gebouwen gebouwd, zoals de Sint-Pietersbasiliek
Gebouwbeschouwing
door: Astrid Quist
Rome
224
41 Basilica di San Giovanni in Laterano (1506), Sant’Ivo alla Sapienza (1624), de voorgevel van de Sant’Agnese in Agone (1653-1657) en de San Carlo Alle Quattro Fontane (1634).
Gebouwbeschouwing
1. De basiliek is gelegen aan het Piazza di San Giovanni in Laterano. Aan de zijkant grenst de Basiliek aan het Paleis van Lateranen. Dit paleis diende in de Middeleeuwen als residentie voor de pausen in Rome. De ingang van de kerk staat gericht naar de opgaande zon, zoals bij vele heilige bouwwerken. Voor de kerk ligt een kruispunt waar in de 16e eeuw het verkeer de stad in kon via Porta san Giovanni en Porta Asinaria. 2. De hoofdvorm van de basiliek is het Latijnse kruis, waarbij de armen nooit even lang zijn. Bij een Grieks kruis zijn de armen wel even lang. De kerk heeft een lengte van 130 meter en een breedte van 54 m. 3.De Barokke oostgevel van de basiliek komt uit de 18e eeuw en is ontworpen door Alessandro Galilei. De façade bestaat uit een portiek van twee etages met daarboven een balustrade met grote beelden. In het midden staat Christus en aan zijn zijden staan de twaalf apostelen. Op de gevel staat: “sacrosancta lateranensis ecclesia omnium urbis et orbis ecclesiarum mater et caput”, Wat “Hoofd en Moeder van alle kerken van Rome en van de hele wereld”, betekent. Het portiek van de kerk is gemodelleerd naar dat van de Sint-Pieter. De bronzen deuren van de hoofdingang zijn afkomstig uit het Romeinse Senaatsgebouw op het Forum Romanum. In de voorhal staat ook een beeld van de Romeinse keizer Constantijn, gevonden bij de Thermen van Constantijn op de Quirinaal(één van de zeven heuvels van Rome). De deur helemaal rechts in het portiek is de Heilige deur. Deze is voor het laatst in 2000 door paus Johannes Paulus II geopend om het heilige jaar in te luiden, iets dat elke 25 jaar voorkomt. De oostgevel van de basiliek stond gericht op Porta Asinaria, een stadspoort in de stadsmuur van Rome. Hierdoor was er geen ingang die gericht stond op het centrum van Rome. Paus Sixtus wilde daarom een nieuwe ingang aan de noordzijde van de basiliek. Deze noorgevel is ontworpen door Domenico Fontane in 1586. Bovenop de gevel zijn twee klokkentorens te zien. 4. De San Giovanni in Laterano, of de Sint Jan in Lateranen, heeft paus Silvester I in 314 laten bouwen. De kerk werd in het jaar 324 voltooid en aan Christus gewijd. Het is tot 1377 de
Gebouwbeschouwing
Rome
225
41 Basilica di San Giovanni in Laterano belangrijkste kerk van het Christendom geweest, omdat in het paleis bij de kerk vroeger de pausen woonden. De kerk werd verschillende malen verwoest: in de 5de eeuw door de barbaren, in 896 door een aardbeving en in 1308 door brand. In 1377 waren de San Giovanni in Laterano en het paleis bij de kerk zodanig in verval geraakt dat de pausen hun intrek namen in het Vaticaan en raakte de San Giovanni in Laterano nog meer in vergetelheid. In de 17de eeuw is de bouwmeester Borromini begonnen met de restauratie van de San Giovanni in Laterano. Men is in de 18de eeuw verder gegaan met restaureren en verfraaien en uiteindelijk volgden in de 19de eeuw de laatste aanvullingen aan de kerk onder paus Pius IX en paus Leo VIII. De basiliek heeft drie functies. Kathedraal van Rome, Hoofdkerk van de Wereldkerk en de kerk heeft ook de titel Basilica Major. Met deze titel is de Sint-Jan van Lateranen één van de vier pauselijke basilieken van Rome. De andere zijn de Santa Maria Maggiore, de Sint-Paulus buiten de Muren en de Sint-Pieter. 5. De kerk bestaat uit een middenschip en een dwarsschip. De grens tussen het middenschip en het dwarsschip wordt aangegeven door een op hoge zuilen geplaatste triomfboog. Het cassetteplafond van de kerk is ontworpen door Michelangelo. Midden in de kerk staat het met een Gotische baldakijn versierde pauselijke altaar. Binnen bevinden zich aan weerszijden van het schip nissen met beelden van de twaalf apostelen. Achter de kathedraal bevindt zich een kloostergang, een gang met slanke zuilen ingelegd met marmer en gouden mozaïeken. 6. Borromini kreeg van paus Innocenituis X de opdracht om de basiliek te renoveren. Paus Innocentius X heeft veel beperkingen opgelegd uit behoudzucht. Hierdoor is de vormgeving van deze kerk niet kenmerkend voor Borromini’s stijl. De belangrijkste verrichting van Borromini in de San Giovanni in Laterano betreft het insluiten van de zijwanden van het middenschip door nieuwe wanden. 7. In de tijd dat de San Giaovanni in Laterano werd gebouwd werd er nog niet zoveel rekening gehouden met de natuur. Tegenwoordig wordt in de basiliek om de 25 jaar het heilige jaar ingeluid. Hiervoor gaat de heilige deur in het portiek open. Het hele jaar door wordt de kerk druk bezocht door toeristen 8. De bouw van de grote kerk met aangrenzend baptisterium van San Giovanni in Laterano werd begonnen door Constantijn. Onder het 17e-eeuwse marmer en pleisterwerk gaat nog veel van de oorspronkelijke baksteenconstructie schuil. Martinus V verbood in het Colosseum nog marmer weg te halen, maar liet zelf de apsis van San Giovanni in Laterano restaureren met stenen uit het Colosseum, uit de Curia en van het Forum Julium. De vloer in de kerk is gemaakt van marmer en mozaïek.
info:
P. San Giovanni in Laterano, Rome (00193) Bus (lijn 16, 81, 85, 87, 117, 186, 218, 650, 714, 850) Metro (lijn A; San Giovanni), Tram (lijn 3) Openingstijden: Dagelijks: 07:00 - 19.30, Toegang: gratis
226
42 Piazzo Navona Ontwerper
Kijk voor meer informatie over de ontwerper Gian Lorenze Bernini bij gebouw 38. Gebouwbeschouwing 1. Het Piazza Navona ligt in één van de oudste buurten van Rome, het Campus Martius. Het plein ligt ten westen van het Pantheon. Aan het plein liggen verschillende interessante Barokke gebouwen, zoals het Palazzo Braschi met daarin het Museo di Roma, de Sant’Agnese in Agone Gian Lorenzo Bernini en de Sant’Andrea della Valle. De Sant’Andrea della Valle heeft een koepel met fresco’s van Domenichino en Giovanni Lanfranco. 2. Het Piazza Navona is een langwerpig plein, met een ronde zijde aan de noordkant. Het plein heeft deze vorm doordat het vroeger een atletiekbaan was. De afmetingen van het plein zijn: 240 m x 65 m. Op het plein staan drie fonteinen, waarin de middelste fontein een rood granieten obelisk staat met een hoogte van 16,54 meter. 3. Op het Piazza Navona bevinden zich drie fonteinen. In het midden staat de Fontana dei Quattro Fiumi van Bernini. Aan weerszijden van de Fontana dei Quatrro Fiumi staan de “Fontana del Moro” (de Moor) ook van Bernini en de “Fontana del Nettuno” (Neptunus) van Giacomo della Porta. De Fontana dei Quattro Fiumi is gemaakt door Gian Lorenzo Bernini in de jaren 1648 tot 1651. De fontein is vervaardigd uit Travertin. In het midden van de fontein staat een obelisk die bekroond is met een duif met een olijftak. De duif komt ook voor in het wapen van paus Innocentius X, de opdrachtgever. Tussen de rotsen onder de obelisk staan verschillende dieren uit de streken van de rivier. Deze dieren zijn een leeuw, een slang, een paard, een gordeldier en twee dolfijnen. Om de obelisk heen staan vier figuren die de rivieren de Donau, de Ganges, de Nijl en de Rio de la Plata voorstellen. Dit zijn rivieren uit de toen bekende werelddelen, de Donau uit Europa, de Ganges uit Azië, de Nijl uit Afrika en de Rio de la Plata uit Amerika. Het beeld dat de Ganges voorstelt heeft een roeispaan vast, dit om de vaarbaarheid van de rivier aan te geven. De Nijl wordt uitgebeeld door een boomgod met een doek over zijn hoofd. Dit was omdat toentertijd de bron van de Nijl nog niet bekend was. Een riviergod met in zijn ene hand het wapenschild van paus Innocentius X stelt de Donau voor. Het laatste beeld is een riviergod met een stapel munten eromheen dit stelt de Rio de la Plata voor. De muntstukken staan symbool voor de bodemschatten in het gebied van de Rio de la Plata. De vraag kan rijzen waarom voor de Donau is gekozen en niet voor de Tiber. De Tiber stroomt namelijk gedeeltelijk door Rome. Dit heeft alles te maken met de obelisk die in het midden van de Fontana dei Quattro Fiumi staat. De opdrachtgever voor het maken van deze obelisk heeft ooit met zijn legioen een ernstige dreiging gehad vanuit de rivier de Donau. Daarom is gekozen om de Donau te nemen. Over het beeld van de rivier de Rio de la Plata is een anekdote in de omloop. Het lijkt alsof het beeld van
Gebouwbeschouwing door: Maurien Roozemond
Rome
227
42 Piazzo Navona de Rio de la Plata zijn hand uitsteekt en angstig wegduikt. Hij zou bang zijn dat de Sant’Agnese in Agone op hem zou vallen. Bernini zou dit gedaan hebben omdat zijn grote rivaal Borromini de Sant’Agnese in Agone gebouwd zou hebben. Dit is echter niet waarschijnlijk omdat de kerk pas na de fontein is gebouwd. De Fontana del Moro bestaat uit vier tritons. Tritons zijn ondergeschikten van de god Triton. Triton is de zoon van Poseidon, die met zijn hoorn eb en vloed kon blazen. El Moro betekent “de moor”. Het beeld verwijst namelijk naar een Ethiopiër die vecht met een dolfijn die middenin de fontein staat. De fontein is oorspronkelijk in 1576 gemaakt door Giacomo della Porta, een leerling van Michelangelo. In deze versie van de fontein stonden alleen nog maar twee dolfijnen en een schelp. In 1654 werd de vechtende Ethiopiër door Bernini ontworpen. Dit omdat de schoonzus van paus Innocentius X, Olympia Maidalchini, vond dat dit de fontein zou perfectioneren. In 1874 werden tijdens een grote restauratie de tritons verhuisd naar Villa Borghese. De tritons die nu bij de Fontana del Moro staan zijn kopieën van oorspronkelijke tritons. Aan de andere kant van de Fontana dei Quattro Fiumi staat de Fontana del Neptuno. Deze fontein is gebouwd in 1878 naar een ontwerp van Giacomo della Porta. In de 19e eeuw werden de figuur van Neptunus en de Nereïden toegevoegd. Hierdoor werd meer symmetrie verkregen met de Fontana del Moro. 4. Keizer Domitianus liet op deze plaats in 82 tot 86 na Chr. een stadion bouwen. Het heette Circus Agonalis, hier werden atletische oefeningen en hippische spelen gehouden. Bij de hippische spelen werden races met paarden gehouden. De naam Agonalis is afgeleid van het woord Agonès. De Romeinen kwamen namelijk naar het stadion om Agonès (wedstrijden) te kijken. Op de tribune van het stadion was plaats voor 30.000 bezoekers. Men denkt dat het woord Agonès in de loop van de tijd evalueerde in Navone en nog later in Navona. In de Middeleeuwen werden in het Circus riddergevechten gehouden en ook allerlei spelen met water. Tijdens de Middeleeuwen kwam het Circus steeds verder in verval doordat er verschillende invasies plaatsvonden. Er werden ook allerlei stukken steen ontvreemd door bewoners uit de buurt om die te gebruiken voor eigen doeleinden. Na de val van het Romeinse Rijk werden er door de burgers huizen gebouwd op de plaats waar vroeger de tribunes waren. Over het ontstaan van de Fontana dei Quattro Fiumi is een anekdote bekend. In 1651 bedacht paus Innocentius X dat er een monument op het plein moest komen. De paus organiseerde een wedstrijd voor alle kunstenaars en de winnaar mocht het monument ontwerpen. Bernini mocht uiteindelijk de fontein maken. Dit kwam doordat hij de schoonzus van
Gebouwbeschouwing
Rome
228
42 Piazzo Navona paus Innocentius X, Olymphia Maidalchini een zilveren model van zijn ontwerp gaf. Bernini zorgde ervoor dat zij dit aan de paus gaf. De paus was zo onder de indruk van het ontwerp dat hij de opdracht aan Bernini gaf. De rood granieten obelisk die in het midden van de Fontana dei Quattro Fiumi staat, is gemaakt in 81 na Chr. in opdracht van de Romeinse keizer Domitianus. Dit blijkt uit de inscripties en hiërogliefen op de Egyptische obelisk. Later is deze obelisk gebruikt in een tempel voor de Grieks-Egyptsiche god Serapis. Daarna heeft de obelisk in het Circus van Maxentius, een renbaan ten zuiden van Rome bij de Via Appia gestaan. Paus Innocentius X besloot de ondertussen omgevallen en gebroken obelisk te herbruiken. Hij liet op de obelisk zijn familiewapen aanbrengen. 5. Onder de bebouwing die rond het plein staat zijn nog ruïnes te zien van het stadion van Domitianus. Er worden rondleidingen gehouden door deze ruïnes, die vertrekken vanaf de Piazza Tor Sanguigna 13. 6. In de 17e eeuw gaf paus Innocentius X de opdracht om het plein te maken zoals het nu is. Hij was paus vanaf 1644 tot 1655. Als persoon was hij niet machtgevend, hij werd heel erg geregeerd door zijn schoonzus Olympia Maidalchini. Na zijn dood werd zijn huis gelijk leeggehaald en lag hij nog drie dagen dood op bed voordat iemand naar hem omkeek. Kort nadat hij tot paus was gekozen, gaf hij opdracht om het Piazza Navona op te knappen. Hij liet de Fontana dei Quattro Fiumi in het midden van het plein oprichten. 7. Het Piazza Navona is één van de Barokke hoogtepunten van Rome. Door sommigen wordt dit ook wel het mooiste plein van Rome genoemd. Het is wel leuk om te weten dat je op het Piazza Navona de duurste koffie in Rome kan kopen. Voor een Cappuccino betaal je hier rond de zeven euro. Elk jaar in december wordt er op het plein een kerstmarkt gehouden. De rest van het jaar zijn er veel kunstenaars op het plein te vinden. De overblijfselen van Circus Agonalis kunnen ook nog bezichtigd worden. 8. De fonteinen die op het plein staan zijn allemaal gemaakt van Travertin. De Fontana dei Quattro Fiumi bevat een Egyptische obelisk. Deze obelisk is gemaakt uit rood graniet.
info:
Campus Martius, Rome Openbaar vervoer: Bus (lijn 70, 81, 87, 116, 116T, 186, 492, 628) Tram (Lijn 8) Toegang: gratis
229
43 Sant I’Ignazio Ontwerper
Orazio Grassi is de architect van de Sant’Ignazio. Carlo Maderno heeft meegewerkt aan het ontwerp, Andrea Pozzo was medeontwerper en verzorgde de beroemde schilderingen van de Sant’Ignazio. Orazio Grassi is geboren in 1590 in Savona. Hij werd op zijn achttiende jaar opgenomen in de Jezuïetenorde. Hij werd al snel professor in de wiskunde, eerst in Genua en vervolgens in Rome. Hij was naast professor wiskunde ook architect. Zijn beroemdste project was de Sant’Ignazio kerk Orazio Grassi dat aan het Romeinse College grensde. Andrea Pozzo was onder andere een Barok schilder, architect, decorontwerper en theoreticus. Door zijn technieken en methodes van onder andere de schilderingen is hij één van de meest belangrijke personen uit de Barokperiode geworden. Andrea Pozzo was ook een Jezuïet en werkte in eerste instantie in Milaan, maar later verhuisde hij naar Rome waar hij aan de kerken van de Jezuïetenorde werkte. Waaronder dus de Sant’Ignazio kerk. Pozzo behoorde tot de belangrijkste decoratieschilders van de Barok. Hij creëerde door perspectief te gebruiken in zijn schilderingen een ruimte op een plat vlak. Voor meer informatie over Carlo Maderno, zie gebouw 35.
Santa Susanna, Sint Pieter, Palazzo del Quirinale
Gebouwbeschouwing
1. De Sant’Ignazio is gelegen aan het Piazza di Sant’Ignazio di Loyola. Het is een klein pleintje dat op ongeveer 100 meter van het Pantheon is gelegen. Aan het pleintje staan vele huizen in de rococo stijl. De andere gebouwen zijn dus waarschijnlijk rond de Sant’Ignazio heen gebouwd, aangezien deze in de Barokstijl is gebouwd. 2 + 3. De Sant’Ignazio is eigenlijk een langwerpige kerk waarvan alleen de façade is te zien. Je kunt dus niet om het gebouw heen lopen want het is volledig ingebouwd. Het gebouw heeft een Barokke gevel, dit kwam overeen met de bouwstijl die destijds in de mode was. De gevel werd mede ontworpen door Carlo Maderno. De rest van het gebouw was voorna-
Gebouwbeschouwing door: Lindsay de Silva
Rome
230
43 Sant I’Ignazio melijk ontworpen door Orazio Grassi. De gevel bevat zowel ronde als rechte vormen. De versiersels zijn voornamelijk ronde vormen, zoals die in de Barok veel voorkwamen. De basis is een hoekig gebouw. De gevel van de kerk is gebouwd metn Travertin, een in Rome veelgebruikte steensoort. De gevel van de Il Gesu stond model voor de gevel van de Sant’Iganzio. 4. De Jezuïetenorde had als belangrijkste taak om te prediken, het houden van godsdienstoefeningen en intensieve zielzorg door biecht dus vroeger werden er veel kerkdiensten gehouden in de kerk. De studenten van het Collegio Romano gingen altijd naar deze kerk. Tegenwoordig is de kerk bijna niet meer in gebruik, het aantal kerkdiensten is niet meer te vergelijken met vroeger, maar door de prima akoestiek in de kerk worden er tegenwoordig veel concerten gegeven. 5. De Sant’Ignazio is een éénbeukige kerk met zijkapelletjes. Het interieur van de kerk heeft een Barokke uitstraling. De kerk heeft een kruisvormig figuur en daarmee kreeg de kerk een Romeins kerkinterieur. Het hoogaltaar is overal vanuit de kerk te zien, zodat alle aanwezigen de mis goed kunnen volgen. De kerk staat dus vooral bekend om de schilderingen op het plafond. Andrea Pozzo kreeg de opdracht op zich om plafondschilderingen te maken. Hij heeft dit zo gedaan, dat als je in de kerk staat het net lijkt of er een koepel op het dak zit terwijl dit niet zo is. De gehele koepelschildering is net als de grote plafondschildering nauwkeurig in perspectief geschilderd. In de kerk ligt een marmeren steen en als je daar op gaat staan, dan komen de schilderingen het best tot zijn recht. Door het perspectief lijkt het net alsof er echt een koepel zit en lijkt het net alsof er via de koepel licht binnenvalt in de kerk. Op deze schildering is te zien dat de heilige Ignatius het licht ontvangt van Jezus. Waarna de heilige het vervolgens weer doorgeeft aan de vier werelddelen die afgebeeld zijn in de hoeken van het plafond. De achterliggende gedachte van deze schildering is dat de Jezuïeten priesters uitstuurden naar alle werelddelen om de heidenen, de niet gelovige, te bekeren tot het Christendom. Op de schildering zijn dan ook de mensen die bekeerd zijn door de zendelingen te zien, ze stralen van geluk en danken de heilige Ignatius. Dankzij de zendelingen hoeven ze zich immers niet meer schuldig te maken aan ketterij en het vereren van andere goden. Opvallend aan de schildering is dat niet Jezus maar de heilig Ignatius in het midden op de schildering staat afgebeeld. In tegenstelling tot vele andere kunstwerken waar Jezus vaak in het middelpunt staat. Dit geeft aan dat de Jezuïeten zichzelf als het middelpunt van het Christendom beschouwden. Naast deze plafondschildering is er nog een schildering te zien in de kerk. Andrea Pozzo schilderde ook de heilige Ignatius die pestlijders geneest. 6. Zoals de naam van de kerk al aangeeft is hij vernoemd naar de Spanjaard Ignacio de Loyola, die de basis heeft gelegd voor de Jezuïetenorde. In 1626 werd de bouw van de Sant’Ignazio
Gebouwbeschouwing
Rome
231
43 Sant I’Ignazio gestart, dat was 4 jaar na de heiligverklaring van Ignatius de Loyola. De kerk zou de tweede grote Jezuïetenkerk van Rome worden. De SS Annunziata stond eerst op de plaats van de Sant’Ignazio, deze kerk bleek echter te klein voor de studenten van het Collegio Romano. Hij werd op last van paus Gregorius XV afgebroken om plaats te maken voor een grotere kerk. De eis die hij stelde voor de nieuwe kerk was dat deze groter moest zijn, zodat alle studenten van Collegio Romano er in zouden passen. 7. Het oorspronkelijke ontwerp van de kerk was gemaakt door Orazio Grassi. Hij had grootste plannen voor de kerk. Hij wilde hem net als de grootst Jezuïetenkerk van die tijd, de Il Gesu die een eindje verderop stond, geheel versieren in Barokstijl en bovendien wilde hij er een gigantische koepel op zetten. De koepel leidde echter tot discussie met de monniken uit het klooster naast de plaats waar de kerk kwam te staan. De monniken waren bang dat het licht uit hun bibliotheek ontnomen zou worden door de gigantische koepel. In die tijd bestond er nog niet zoiets als inspraak of protest aantekenen tegen een bouwplan, dus de Jezuïeten begonnen gewoon aan de bouw van hun kerk. 60 jaar later toen ze bij de bouw van de koepel waren aanbeland, onstond er een probleem: het geld raakte op, dus de gigantische koepel kon alsnog niet geplaatst worden. Andrea Pozzo had hier een oplossing voor, hij schilderde gewoon een koepel op het platte plafond. Het feit dat het geld opraakte voor de bouw van de Sant’Ignazio is opmerkelijk. Dit omdat de Jezuïetenorde behoorde tot de rijkste ordes van de Katholieke Kerk. De afkorting IHS die op de gevels van zowel de Sant’Ignazio als de Il Gesu staat heeft meerdere betekenissen. Over het algemeen wordt er gezegd dat de IHS staat voor de eerste drie letters van Jezus in het Grieks. Verder worden er nog twee betekenissen verbonden aan de afkorting. De ene is “Iesus Hominum Salvator” (Jezus Redder der Mensen) en de andere is “In Hoc Signo (Vinces)” (In dit teken (zult u overwinnen)). De tegenstanders van de Jezuïeten kwamen met nog een andere betekenis namelijk “Iesuiti Habent Satis” (Jezuïeten hebben genoeg). Dit was vanwege de rijkdom waarin de heilig Ignatius is begraven.
Gebouwbeschouwing
Rome
232
43 Sant I’Ignazio 8. Het altaar van de heilig Ignatius is gebouwd rond 1700. Het is gemaakt van verschillende materialen waaronder marmer, brons, zilver, lapsis lazuli en verguldsels. Het altaar is ontworpen en gemaakt door Andrea Pozzo, het staat boven het graf van de heilige Ignatius. Hij heeft geprobeerd om de schijnarchitectuur ook weer te verwerken in het altaar. De combinatie van de schilderkunst en beeldhouwkunst is hier weer terug te vinden. Bovenop de grafkapel staat een wereldbol met eromheen beelden van de Vader, Zoon en Heilige Geest. Het grote beeld van de heilig Ignatius staat tussen vier zuilen, gemaakt van de duurste marmersoort ter wereld, lapsis lzuli. Dit beeld is ontworpen door Pierre Legros, er staat nu nog slechts een kopie in de kerk. Het origineel is namelijk omgesmolten in opdracht van de toenmalige paus Pius VI om de schuld af te lossen met Napoleon. Het beeld was geheel van zilver gemaakt. Er is nog een beeldengroep van Pierre Legros aan de linkerkant van het altaar te zien. Deze beeldengroep stelt de overwinning van het geloof op de ketterij voor. De overwinning van het goede op het kwade. De beeldengroep aan de rechterkant laat het Geloof de Ketterij in de afgrond storten. Het Geloof is te herkennen aan het houten kruis in haar hand. Een engeltje onderaan de beeldengroep rukt bladeren uit de boeken van Luther, Calvijn en Zwingli. Aan de rechterzijde van de kerk staat het altaar van Franciscus Xaverius. Hij was een tijdgenoot en één van de vroege volgelingen van Ignatius. Hij was de eerste Jezuïetenmissionaris die door Ignatius naar Indië was gestuurd. Tien jaar lang heeft hij in Indië en Japan mensen bekeerd tot het katholicisme. In een ovale gouden urn boven het altaar wordt de rechteronderarm van Xaverius bewaard en geëerd. De arm waarmee hij vele duizenden ongelovigen had bekeerd.
Contactpersoon: Ellen Capiau
info:
Piazza di Sant’Ignazio, 1Rome; Tel: 06-6794406 Bus: 46, 62, 63, 64, 70, 80, 81, 87, 116, 492, 628, 810 De toegang is gratis. Dagelijks geopend van 07.30 - 12.15 en van 16.00- 19.15.
233
44 Santa Maria della Vittoria Ontwerper
De gevel van de Santa Maria della Vittoria is ontworpen door de Italiaanse architect Giovanni Battista Soria, die in 1581 in Rome werd geboren. In zijn jeugd reisde hij onder andere naar Florence en Palermo en studeerde hij architectuur. Terug in Rome werkte hij voornamelijk voor de familie Borghese. Soria was actief tussen 1620 en 1640 en maakte onder andere de gevel van de Santa Maria della Vittoria, waarvoor hij zich liet inspireren door de nabijgelegen Santa Susanna van Carlo Maderno. Zijn meesterwerk is de façade van de San Gregorio Magno al Celio, eveneens in Rome, Carlo Maderno die waarschijnlijk geïnspireerd is op het werk van da Cortona. Hij maakte zijn werk over het algemeen veel in de maniëristische stijl. Giovanni Battista Soria stierf in 1651 in zijn geboorteplaats Rome. De Santa Maria della Vittoria is afgemaakt door Carlo Maderno. Voor meer informatie over Carlo Maderno, zie gebouw 35.
San Gregorio Magno al Celio, San Crisogono; Santa Caterina a Magnanapoli
Gebouwanalyse
1. De Santa Maria della Vittoria ligt in de wijk Della Vittoria aan de Via del XX Septembre. Het gebouw is van buitenaf goed bewaard gebleven van bombardementen en verwering. Daarom ziet de kerk er nog goed uit. Het gebouw ligt op de hoek van een druk plein in Rome. 2. De hoofdvorm van de Santa Maria della Vittoria is een kruis, zoals de meeste kerken uit die tijd, maar bovenop deze kerk zit nog een extra kapel. Er is extra aandacht besteed aan de voorgevel van de Santa Maria della Vittoria, dit is ook te zien in een 3D-model. Aan de kerk is later een klooster vastgemaakt, waar tegenwoordig de nationale geologische dienst gebruik van maakt. 3. De Santa Maria della Vittoria heeft een duidelijke voorgevel, die in Barokke stijl is ontworpen. Dit is te zien aan de vele versieringen die er te zien zijn. Midden in deze voorgevel zit de entree, waar men doormiddel van een trap in komt. Er zitten veelal kleine ramen in het gebouw, net genoeg om de diverse kunstwerken en belangrijke elementen uit de
Gebouwbeschouwing door: Joeri Schutte
Rome
234
44 Santa Maria della Vittoria kerk te verlichten. Voor een gewone kerkdienst is kunstlicht nodig. 4. In 1605 begon men met de constructie van de Santa Maria della Vittoria. De basiliek werd als een kapel gewijd aan de heilige Paulus. Na de zege in de slag op de Witte Berg werd de kerk omgewijd aan de Maagd Maria. De kerk werd in 1626 voltooid. In 1833 woedde er een brand in de kerk, waardoor het interieur een uitvoerige restauratie vereiste. Daarna is het interieur nog diverse keren aangepast, omdat de verschillende kardinalen van de kerk diverse voorkeuren hadden. Zo werd er in de jaren ‘50 een nieuw orgel geplaatst en de grote glas-in-loodramen. In de jaren 1969-'72 de grote sacristie en ook werd de oude kapel opgeknapt en bedekt met marmer. De gevel van de kerk werd in 1991 gerestaureerd en in de jaren 1992 - 1993 al het stucwerk en schilderijen in de kerk. In de jaren 1993-1998 zijn alle andere kapellen hersteld. 5. De constructie van de kerk bestaat uit een enkel breed schip met een laag segmentgewelf met drie zijkapellen. Deze worden van elkaar gescheiden door bogen en enorme Korinthische pilasters. Het interieur werd na Maderno's dood nog verschillende malen bijgewerkt. Het beroemdste kunstwerk in de kerk is het standbeeld van Bernini: De extase van Sint Teresa. De Barokke stijl van het gebouw komt ook terug in het interieur. Zo is er een rijk versierde marmeren vloer aangebracht. Schilderijen en beelden zijn er ook volop. De schilderijen van het gewelf en de koepel werden geschilderd door Giandomenico Cerrini en in de apsis door Luigi Serra. Bovenop de voorgevel staat een Latijns kruis. 6. De kerk werd gebouwd voor de orde der Karmelieten. Tot aan de ontdekking van het standbeeld Borghese Hermafrodiet betaalde de orde de bouw zelf. Scipione Borghese verkreeg dit beeld in ruil voor de betaling van de rest van de kerk en de toewijzing van zijn architect Giovanni Battista Soria aan de bouw. Soria zou echter alleen de façade ontwerpen. De kerk werd voltooid door de Vroeg-Barokke architect Carlo Maderno.
Gebouwbeschouwing
Rome
235
44 Santa Maria della Vittoria 7. Vroeger: Om een aantal problemen op te lossen, zoals plaatsing van verschillende huizen met andere activiteiten die normaal gesproken niet mogen gespeeld worden in dezelfde omgeving, werd door de eerste algemene overste van de congregatie (het bestuursorgaan) een aantal huizen opgekocht. In de buurt waren veel publieke gebouwen zoals het ministerie van Landbouw, daarom moest het stuk kavel waar de tegenwoordige Santa Maria della Vittoria op staat ook zo’n soort functie krijgen. Dit is ongeveer het beleid wat tegenwoordig door de welstand commissie uitgevoerd word. De orde der Karmelieten die er een kapel wilden bouwen en aan de heilige Paulus zouden weiden, kregen toestemming om er te bouwen. Vandaag de dag wordt de kerk ondersteund met liefde en toewijding door de religieuze mensen. Het is het nog steeds een bestemming voor toeristen die willen genieten van de prachtige extase S. Teresa van Bernini en andere werken die hier tentoongesteld worden. Het is ook een favoriete plek van geestelijke rust voor vele professionals, maar ook gewone mensen. 8. In de Santa Maria della Vittoria is gebruik gemaakt van veel verschillende materialen, vooral omdat er een hele diversiteit is aan kunst en versieringen in en op het gebouw. De gehele voorgevel is gemaakt uit Travertin. Dit is een kalkzandsteen die gewonnen werd bij het plaatsje Tivoli ten oosten van Rome. Het gesteente heeft geen last van vocht indringing maar bij langdurig aanhouden dringt het toch binnen en houdt het vocht zich erg goed vast. Bij langdurige vorst kan dit leiden tot scheuren. In het Travertin zijn vele versieringen gehakt, omdat dit past in de Barokke stijl van het ontwerp. Met het Travertin krijgt de voorgevel een licht gelige glans. Dit is zo ook toegepast op het Colosseum in Rome.Binnen in de kerk zijn diverse materialen gebruikt zoals marmer en stucwerk. Ook komen er veel grote Korinthische pilasters voor. Het gebouw zit vol met kunst, overal waar je kunt kijken zit wel een muurschildering, staat een beeld of hangt een ornament. Alle materialen zijn hierop afgestemd. Zo is er een marmeren mozaïek vloer en is de architectuur aangepast bij het beeld van de extase van Sint Teresa. Ook is er een verborgen raam, waardoor er licht op het beeld valt. Dit wordt extra benadrukt door buizen die ernaast hangen. Zo wordt het beeld helemaal wit en krijgt de achtergrond een rode gloed.
info:
Adres: Via XX Settembre 17, Rome; Metro-/buslijnen:16, 36, 38, 60; 61, 62, 84, 86, 90; 92, 217, 360, 910 Entrée: Gratis; maandag t/m Zaterdag, 7.00-12.00 en 15.30-19.00
236
45 Villa Borghese De ontwerper
De villa Borghese Pinciana werd ontworpen door Flaminio Ponzio. Ponzio was een Italiaanse architect tijdens de laat-Renaissance. Hij staat vooral bekend als de architect van paus Paulus V. Flaminio Ponzio werd geboren in Viggiù, maar verhuisde later naar Rome. Daar werkte hij kort samen met de architect Domenico Fontana. Toen Ponzio stierf was de Villa Borghese Pinciana nog niet volledig afgerond. Zijn assistent Giovanni Vansanzio (Jan van Santen) nam na zijn dood de bouw over. Enkele andere bekende werken van Flaminio Ponzio zijn: Het ontwerp van de Cappella Paolina (Kapel van Paul V) in Santa Maria Maggiore (1605-1611); Palazzo Sciarra (1613); Villa Torlonia in Frascati
Villa Torlonia, Frascati,Palazzo Sciarra, Cappella Paolina
Gebouwbeschouwing
1. Villa Borghese Pinciana ligt in het park villa Borghese, dat zo’n 80 hectare groot is. Ondanks de tijd en de ontwikkelingen in Rome is Villa Borghese nog steeds een groene en aangename ruimte. In het park zijn naast de landschappelijk aangelegde tuinen, diverse musea, villa’s, paviljoenen en sculpturen te zien. Sinds 1903 werd het geheel van park en villa Borghese Pinciana “Villa Borghese” genoemd. De Galleria Borghese herbergt de kunstvoorwerpen die in de loop van de tijd verzameld zijn door de familie Borghese. Sinds 1580 was het landgoed Villa Borghese in bezit van de familie Borghese. De familie Borghese was een Italiaanse familie met een pauselijke achtergrond. Oorspronkelijk was de familie afkomstig uit Siena. Het hoofd van de familie, Marcantonio, verhuisde in de 16e eeuw naar Rome. In 1605 werd zijn zoon Camillo Borghese verkozen tot paus. Camillo kreeg de naam paus Paulus V. Hij was een grote aanhanger van het nepotisme, wat het bevoordelen van bloedverwanten is. Zo groeide de familie uiteindelijk in macht en rijkdom. In het begin van de zeventiende eeuw werd het
Gebouwbeschouwing door: Jannick Vlasveld
Rome
237
45 Villa Borghese landgoed uitgebreid door de aankoop van aangrenzende landerijen en wijngaarden. In opdracht van kardinaal Scipione Borghese, neef van paus Paulus V en de mecenas van de schilder en beeldhouwer Gian Lorenzo Bernini, werd het park aangelegd op de heuvel van Pinciano. De naam “Pinciano” komt van een van de families dat hier gevestigd was: de Pincii. Het park bevat verschillende musea, zoals: Galleria Borghese, Galleria nazionale d’arte moderna e contemporanea, Museo Pietro Canonica, Museo Civico di Zoologia en Villa Giulia. Ook bevat het enkele villa’s, zoals: Aranciera, Casale Cenci-Giustiniani, Casino del Graziano, Casina delle Rose, Casino dell’Orologio, Casino detto di Raffaello, Casino Nobile (Galleria Borghese), Fortezzuola (Museo Pietro Canonica), Galoppatoio (Villetta Doria), Meridiana, Casino dell’Uccelliera en Villa Poniatowski. Het belangrijkste bouwwerk in het park is de Villa Borghese Pinciana, wiens opdrachtgever de neef van paus Paulus V was, namelijk Scipione Cafferelli Borghese. Aan het bezit van de familie Borghese kwam in 1901 een einde, want het park kwam toen in staatsbezit. Sindsdien biedt het park plaats aan verschillende overheidsinstellingen. In 1902 werden de tuinen en het Casino met de kunstwerken verworven door de Italiaanse koning Umberto I, die ze aan de stad Rome schonk. Daarmee werd een van de rijkste particuliere kunstcollecties ter wereld plotseling bezit van een openbaar museum: de tegenwoordige wereldberoemde Galleria- en Museo Borghese. 2. De villa Borghese Pinciana is eigenlijk een groot rechthoekig blok. Wel is er aan de voorkant van de rechthoek een opening opgelaten dat als terras dient. Ook zijn er twee verhogingen in het dak zichtbaar. In het ontwerp van de Villa Borghese Pinciana is vooral naar de symmetrie van het gebouw gekeken. 3. Villa Borghese Pinciana is volledig uitgevoerd in een witte kleur. Dat komt omdat er veel gebruik is gemaakt van stucwerk. De voorgevel van de villa is uitgevoerd in Barokke stijl en is naar het zuiden gericht. De voorgevel is strak, maar er zijn toch veel versie- 1. Sala della Paolina 2. Sala dell’ Apollo e Dafne ringen en standbeelden te zien. Na 3. Galleria Degli Imperatori de dood van Flaminio Ponzio besloot 4. Sala dell’ Ermafrodito 5. Entreehal Giovanni Vansanzio (Jan van Santen) 6. Sala del Davide de voorgevel naar het voorbeeld van 7. Kapel 8. Sala dell’ Enea e Anchise de Villa Medici rijkelijk te versie9. Sala Egizia 10. Sala del Fauno Danzante ren met archeologische vondsten, 11. Porticus
Gebouwbeschouwing
Rome
238
45 Villa Borghese zodat het van buitenaf zichtbaar zou zijn dat het hier om een privé-museum ging. Ook kwamen er moderne obilisken op de villa Borghese Pinciana. De entree van het gebouw zit precies in het midden. Deze is te bereiken via een trap, die men zowel via de linkse als de rechtse kant kan bestijgen. Het gebouw heeft aan de voorgevel 4 pilaren die het bovenliggende gedeelte dragen (het balkon). De voorgevel, zijgevels en achtergevel van het gebouw bevatten veel ramen. Dit was nodig, zodat de kunstwerken die in het gebouw stonden voorzien waren van genoeg daglicht. Vooral de achtergevel van het gebouw bevat enorm veel ramen. De achtergevel ligt aan de noordkant en heeft een soortgelijke constructie als de voorgevel. Verder heeft de achtergevel een vlakke verschijning en had het geen grote entree, omdat dit deel van de villa was voorbehouden aan de eigenaars. Alle daken van de villa zijn schuine daken met wolfseinden. 4. De Villa borghese Pinciana was bedoeld om de kunstwerken van de familie Borghese in onder te brengen. Het gebouw moest plaats bieden aan de fabelachtige verzameling schilderijen en oudheden van Scipione Borghese, die hij voortdurend met grote ijver uitbreidde. Sinds de 17e eeuw werd het gebouw een (semi)openbaar museum. Aan het einde van de 18de eeuw kwam de villa in bezit van de grote mecenas Marcantonio IV Borghese. In 1775 renoveerden Marcantonio IV Borghese samen met de architect Antonio Asprucci de Villa Borghese. De Italiaanse overheid verwierf het gebouw in 1901 en maakte er in 1903 een nationaal museum van met een grote verzameling Renaissance kunst. Tussen 1995 en 1997 werd het museum grondig gerestaureerd. Daardoor is het nu nog steeds in zeer goede staat. 5. Elk vertrek kreeg zijn eigen karakter, waarbij de schilderingen voor een deel betrekking hadden op de tentoongestelde kunstwerken. In de Villa Borghese bevinden zich onder andere werken van Titiaan, Gianlorenzo en Bernini, zoals het bekende werk “Apollo en Daphne”.Verder heeft het interieur van de villa Borghese een wat klassieker uiterlijk. Dit kan bijvoorbeeld door het gebruik van natuursteen. Zoals al eerder vermeld had de villa bij elk vertrek meerdere ramen. Dit kwam omdat lichtinval een belangrijk aspect was. Zo zouden alle kunstwerken namelijk goed zichtbaar zijn. Doordat de villa plaats moest bieden voor de kunstwerken van de familie Borghese, stond er niet veel meubilair in de villa. Verder is de villa zo ingericht dat het zeer geschikt is om kunstwerken te bekijken. 6. De opdrachtgever van de villa Borghese Pinciana was kardinaal Scipione Caffarelli Borghese. Scipione Borghese, die leefde tussen 1576 en 1633, was een Italiaanse geestelijke, kunstverzamelaar en de patroonheilige van de kunstenaar Caravaggio. Ook was hij lid van de adellijke familie Borghese. Scipione Caffarelli werd gebo-
Gebouwbeschouwing
Rome
239
45 Villa Borghese ren in Artena. Hij is de zoon van Francisco Caffarelli en Ortensia Borghese. Doordat zijn vader in financiële moeilijkheden raakte, werd het onderwijs van Scipione betaald door zijn oom Camillo Borghese. Na de verkiezing van Camillo Borghese als paus Paulus V in 1605, kreeg Scipione de titel van kardinaal. Ook gaf Camillo hem het recht om de naam Borghese als achternaam te gebruiken. kardinaal Borghese kreeg een enorme macht als de secretaris van de paus en hoofd van de Vaticaanse overheid. Hij vergaarde een enorm fortuin door de pauselijke heffingen en belastingen en door het uitgestrekte grondbezit, verworven voor de familie Borghese. Zijn blijvende erfenis is de oprichting van de kunstcollectie in de Villa Borghese. Tussen 1613 en 1616 liet hij de villa bouwen op de wijnhellingen van zijn familie voor de Porta Pinciana. Scipione blijkt overigens een grote rol te hebben gespeeld in het ontwerp van de villa. Ook had kardinaal Borghese speciale interesse in de ontwikkeling van de uitgestrekte tuinen door verschillende kunstenaars op zijn Romeinse woningen. Zo liet hij tuinen ontwerpen aan het Palazzo Borghese en aan de Villa Borghese. Beide invloedrijke tuinen bevatten toen al vernieuwende elementen, zoals watervallen en dichte bosjes van de bomen en struiken. 7. De villa Borghese Pinciana is één van de meest bezochte attracties van Rome. Het museum bevat belangrijke kunstwerken die zeer geliefd zijn bij kunstliefhebbers, zoals werken van Rubens of Bernini. Doordat de villa nu geen privé-eigendom meer is, is het qua maatschappelijke context een belangrijk gebouw geworden voor de stad Rome. 8. Bij de bouw van de Villa Borghese Pinciana is gebruik gemaakt van baksteen, stucwerk, hout en glas. Er is dus gebruik gemaakt van bouwmaterialen die men tegenwoordig ook gebruikt voor gewone woningen. De buitengevel van de villa is voorzien van stucwerk. Dit werd in de tijd dat de villa gebouwd werd erg veel gedaan. Een voordeel hiervan is dat het makkelijk herschilderbaar is. Ook heeft de villa houten kozijnen die in een witte kleur geschilderd zijn. Tuin Villa Borghese De tuin van Villa Borghese is na Villa Doria Pamphili het grootste openbare park van Rome. Het park is gelegen op de heuvel Il Pincio. De heuvel behoort niet tot de zeven heuvels van
Gebouwbeschouwing
Rome
240
45 Villa Borghese
Rome, maar het biedt wel een indrukwekkend panorama op de skyline van Rome. De tuinen hebben een oppervlakte van 80 hectare en waren speciaal ontwikkeld voor de Villa Borghese Pinciana. De tuinen hebben allemaal een andere naam. Zo is er de Giardino del Lago, Giardino Piazzale Scipione Borghese, Giardini Segreti, Parco dei Daini en de Valle dei Platani. Het gebied zag eruit als een uitgestrekt Barokke lusthof, die tegenwoordig verbonden is met de Pincio. Een met lanen doorsneden tuin met fonteinen, grafmonumenten en architectonische elementen vormde de weg naar het “Casino”, de villa Borghese, met antieke beelden ervoor en geflankeerd door ‘giardini secreti’ (geheime tuinen). Daarachter lag een met 600 steeneiken beplant oudhedenpark, waarvan de paden waren afgezet met zittende beelden en hermen. Daarop volgde een natuurpark waarin dieren werden gehouden. Marcantonio Borghese liet de Barokke tuinen aan het einde van de 18de eeuw door Christoph Unterberger veranderen in een Engelse landschapstuin, die tegenwoordig samen met de Pincio het grootste park van de stad vormt. Zoals in die tijd mode was, werden er verspreid over het gebied gebouwen in pseudo-antieke stijl opgericht, zoals de Tempio di Faustina (genoemd naar de vrouw van keizer Antoninus Pius), de ronde Tempietto di Diana en midden
Tempietto di Diana
Gebouwbeschouwing
Rome
241
45 Villa Borghese in een kunstmatig meer de door Antonio Asprucci ontworpen Ionische Tempio di Esculapio (Aesculapiustempel). In het begin van de 19de eeuw werden de tuinen van Villa Borghese gerenoveerd en kregen ze het uiterlijk die ze tegenwoordig hebben. De tuinen bestaan vooral uit grasvelden met beelden, lage struikjes en een paar meertjes. Tempels in het park Villa Borghese Tempietto di Diana: De tempel van Diana lijkt veel op een gebouw uit de Romeinse tijd. Het werd gebouwd in 1789, als aanvulling van de Villa Borghese Pinciana. De tempel bestaat uit 8 kapitelen die een koepelvormig dak ondersteunen. Aan de binnenkant van het dak zijn beschilderingen te zien. Oorspronkelijk bevatte de tempel een oud standbeeld van de godin van de jacht, Diana. Tempio di Esculapio (Aesculapius): De meest belangrijke toevoeging aan Villa Borghese was een Ionische tempel op een eilandje in een kunstmatige vijver Lake Garden. De tempel is gebouwd in 1786 door Antonio en Mario Asprucci en Christopher Unterperger. Het gehele complex is omgeven door rotsen en grotten. Het eiland ligt in de buurt van de kust ten westen van de vijver. De tempel bestaat uit een portiek met 4 lonische kapitelen die een driehoekig fronton ondersteunen. Tussen het fronton en kolommen is een inscriptie in het Grieks. Op het dak staan er verschillende beelden uit de Hellenistische periode . Ook bevat de tempel een standbeeld van Aesculapius. Het eiland is bereikbaar vanaf het vasteland via een pier met houten spijlenhekken.
Hoe groot wordt jouw eerste carrièrestap? Bouwkunde
civiele tecHniek
geo-informatie
Tracé is een succesvolle keuze voor het maken van je eerste carrièrestap. Dat hebben we in de afgelopen jaren bewezen met honderden succesvolle detacheringen van bouwkundige, civieltechnische en geo-informatie starters op de arbeidsmarkt. Met een detachering door Tracé maak je niet alleen gebruik van ons voortreffelijke netwerk, maar ook van onze vakkundige expertise en vakinhoudelijke achtergrond. Hiermee weten we uitstekend jouw persoonlijke drijfveren, ervaringen en ambities in kaart te brengen en te koppelen aan de kansen op de arbeidsmarkt. Met meer dan 350 professionals is Tracé een toonaangevend detacheringsbureau op de Nederlandse bouwkundige, civieltechnische en geo-informatie markt. Met een brede functieoriëntatie detacheren we op deze markten professionals op MBO-, HBO- en Academisch niveau.
Tempio di Faustina: Deze tempel is een kopie van de Tempio di Antonino e Faustina. De tempel is een prostylon, met een voorportaal in Hexastyl. Dit wil zeggen dat er zes kapitelen aan de voorzijde zitten. De tempel had in totaal 10 zuilen. Van de tempel zelf is niet veel meer overgebleven.
Meer informatie over onze mogelijkheden en ons actuele vacatureaanbod vind je op onze website.
www.tracedetachering.nl
info:
Adres: Piazzale del Museo Borghese 5, 00197 ROME Bus n °: 5, 19, 52, 53, 63, 86, 88, 92, 95, 116, 204, 217, 231, 360,490, 491, 495, 630, 910, Entree: 8,50: vol tarief; Openingstijden: van dinsdag t/m zondag 08u30 tot 19:30u
242
46 San Carlo Alle Quattro Fontane Ontwerper
Kijk voor meer informatie over de ontwerper Francesco Borromini bij gebouw 41.
Gebouwanalyse
1. San Carlo alle Quattro Fontante is gevestigd op de hoek van de straten “Via del Quirinale” en “Via del Quattro Fontane”. Het is een kleine, maar desondanks ook een belangrijke kerk. Dit in de zin dat de architect, Francesco Borromini Francesco Borromini, toonaangevend was voor in een nieuw tijdperk in de kunst, namelijk Barok. De naam van het gebouw stamt af van de vier fonteinen, die in opdracht van paus Sixtus V tussen 1585 en 1590 gebouwd zijn, en op ieder hoek van de kruising van de twee straten staat. Een van deze fonteinen is verbonden aan de kerk. 2. De hoofdvorm van het gebouw is rechthoekig, waarvan een hoek is afgesneden. Deze hoek staat op de hoek van het kruispunt van de twee straten “Via del Quirinale” en “Via del Quattro Fontane’, waar reeds een fontein was geplaatst. Het gebouw is opgebouwd uit drie verdiepingen met een verdieping voor de woonplaats van de broeders en in een daarboven gelegen verdieping zit een bibliotheek gevestigd. 3. De façade van dit gebouw is pas gerealiseerd vanaf 1665 en niet eerder wegens de financiële kosten die eraan verbonden waren. Na de dood van Francesco Borromini in 1667 moest zijn werk aan de gevel afgemaakt worden. Dit deed zijn neef Bernardo Castelli, waarna er aan de klokkentoren en de hoogste verdieping werd gewerkt. Het oorspronkelijke ontwerp van Borromini werd in 1677 voltooid. In de met steen gevormde façade zijn er verschillende afwisselingen tussen holle en bolle welvingen aanwezig, welke door een versmelting van architectuur en beeldhouwwerk het Barok goed weergeven. Aan de bovenkant van de façade is er een medaillon geplaatst. Verder wordt de gevel door een architraaf in twee lagen verdeeld. Deze wordt door vier Korintische zuilen ondersteund, wat de gevel in drie vlakken verdeeld. Boven de onopvallende entree, welke van een donkergroene kleur is voorzien, is er een beeld gevestigd van de Heilige Carolus Borromeus, de persoon waar deze kerk aan is gewijd. De entree en balustrade worden verder geflankeerd door twee kleinere Korintische zuilen. De ovaalvormige, van steen gevormde koepel die het gebouw heeft, wordt aan de binnenkant voorzien van geometrische cassettes, zoals achthoeken en zeshoeken. In de koepel zijn een aantal ramen gevestigd waardoor er natuurlijk daglicht binnenkomt. 4. De bouwperiode van San Carlo Alle Quattro Fontante heeft in zijn totaliteit 43 jaar geduurd, van 1634 tot en met 1677. Deze grote tijdsperiode kwam niet doordat het gebouw te groot was of te moeilijk was om te bouwen, dit kwam mede door de financi-
Gebouwbeschouwing door: Birgit van der Lee
Rome
243
46 San Carlo Alle Quattro Fontane ële kosten die dit gebouw met zich meebracht. In 1634 werd gestart met de bouw van het klooster aan de zuidkant van het perceel, waarna er tussen 1635 en 1637 de kruisgang en de kapittelzaal werden gebouwd. In de periode van 1638 tot en met 1641 werd het schip gebouwd. Waarna de kerk op 16 oktober 1646 is gewijd. Destijds werd de kerk met bijbehorende klooster gebruikt door de leden van de “Orde van Trinitariërs’, welke katholiek gelovig zijn. Nu is dat hetzelfde, er worden kerkdiensten gegeven in de kerk en in het klooster wonen broeders en zusters. Tevens is de kerk, weliswaar op bepaalde openingstijden, geopend voor het openbaar publiek. 5. Detail bij het ontwerpen van dit gebouw, was dat er rekening gehouden moest worden met een van de vier fonteinen die op het hoekpunt van de straat stond. Borromini hield er graag van om complexe geometrische toepassingen te bedenken en in te voegen in het ontwerp. Zo maakte hij gebruik van een rechthoekige plattegrond voor de kruisgang en werd het schip gevormd door een ovale vorm. Verdere gebruikte vormen in zijn ontwerp zijn gelijkbenige driehoeken, ovale vormen en de combinatie van deze twee vormen. Deze combinatie verwijst tegelijkertijd naar de heilige drie- eenheid (trinitas). Over het interieur van San Carlo Alle Quattro Fontane heeft Francesco Borromini goed nagedacht. Bij de kruisgang heeft hij een, destijds nieuwe, oplossing gebruikt voor het zuiver geometrisch ontwerpen van de binnenhoeken. Dit deed hij door het feit dat hij ontkende dat het feitelijk binnenhoeken waren in tegenstelling tot de klassieke regels. Bij het interieur heeft Borromini vrijwel overal gebruik gemaakt van wit stucwerk. Mede daardoor is de golvende lijn van de binnenwanden en zijn geometrische ontwerpen goed te volgen. Hoe de natuurlijke daglichttoetreding via de koepel toetreedt is van binnenuit niet te zien. Borromini heeft destijds de ramen zo geplaatst, dat deze niet te zien zijn. Mede hierdoor lijkt het dat de koepel groter is dan hij werkelijk is. Qua meubilair staat er vrij weinig, behalve de altaren en beelden die destijds gemaakt zijn. Tevens staan er bruïne, houten banken, zoals ze gebruikt worden bij een kerk.
Gebouwbeschouwing
Rome
244
46 San Carlo Alle Quattro Fontane 6. De opdrachtgever was de “Orde van de Allerheiligste Drie-eenheid’, ook wel de “Orde van de Trinitariërs” genoemd. Deze groep vormt een katholieke bedelorde. Dat zij de opdrachtgever zijn, is in en om het gebouw te zien aan de rood- blauwe kruisjes die te vinden zijn, wat voor de “Orde van Trinitariërs” staat. Deze kerk werd daarbij gewijd aan de in 1610 heilige verklaarde Carolus Borromeus, een Milanese kardinaal. Dit is tevens terug te zien aan de façade, waar een beeld van de heilige kardinaal staat. De kerk diende niet alleen als kerk, tegelijkertijd diende het Een symbool van de “Orde van Trinitariërs’ aangrenzende gebouw, verbonden met de kerk, als klooster. De broeders en zusters die bij de “Orde van Trinitariërs” behoorden, vestigden zich hier na de bouw van San Carlo Alle Quattro Fontane. Qua bouwstijl zaten er weinig eisen aanvast, aangezien Borromini het Classicisme doorbrak en veel sierlijke vormen gebruikte, wat later zou leiden tot een ontplooiing van de Barok. 7. Ondanks dat het gebouw Barok is, past het gebouw goed in de omgeving. Er zijn namelijk in de buurt waar het gebouw is gevestigd, gebouwen gebouwd met hetzelfde materiaal die momenteel weinig tot geen schadelijke effecten hebben op het milieu. Destijds werd deze keuze van bouwen niet door iedereen geaccepteerd, aangezien dit niet toepasselijk was voor deze tijd. Het werd pas door de mensen geaccepteerd rond de 19e eeuw, nadat Barok zich volledig had ontwikkeld tot nieuwe bouwstijl. 8. De materialen die zijn gebruikt zijn typisch uit die periode, het gaat hier om een lichte gevel met veel gevelversieringen. Als materiaal voor de gevels is gebruikt gemaakt van licht stucwerk. Op het gebouw staat een symbolisch teken van de “Orde van Trinitariërs’, het rood met blauwe kruis. Verder kun je wanneer je van iedere hoek de straat in kijkt een obelisk zien. Deze obelisken staan onder andere op de volgende pleinen: Piazza del Quirinale en Piazza dell’Esquilino, Tevens staat er op de hoek een fontein, die deel uitmaakt van nog drie andere fonteinen die ieder apart op een hoek van dezelfde kruising staan. De vier fonteinen zijn in de 16e eeuw gebouwd en hebben ieder een betekenis, namelijk: trouw, kracht, de rivier de Arno of de Nijl en de rivier de Tiber.
info:
Via del Quirinale 23, Rome Metro lijn A, uitstappen op Barberini of Bus lijn 62 en 492 gratis toegang ma-vr 09.00 – 13.00 en 15.00 – 16.00, za 10.00 – 13.00, zo 10.30 – 13.00
245
47 Sant Ivo alla Sapienza Ontwerper
Kijk voor meer informatie over de ontwerper Francesco Borromini bij gebouw 41.
Gebouwanalyse
1. De Sant’Ivo alla Sapienza ligt aan de Corso del Rinasciment nr. 40. Dit is in principe een vrij saaie B-straat van Rome. Wie er niet specifiek naar Francesco Borromini zoekt, zal deze prachtige kerk niet zo snel vinden. Deze staat namelijk aan het eind van een plein: pallazo della Sapienza. Dit plein is omringd door een vrij hoge muur, zodat je het vanaf de straatzijde moeilijk kan zien. Aan de noordkant staat het naast het parlementsgebouw van Italië, waarin elke dag de regering zetelt. Het is eigenlijk de moderne variant op de senaat van vroeger. Het heet dan ook Senato della Repubblica. Wanneer je ongeveer 250 meter naar het oosten loopt kom je bij het Pantheon. Aan de overkant van de straat staan er eerst een blok huizen en daarachter is het plein Piazza Navona. In de Romeinse tijd stond hier een atletiekstadion en werden er hardloopwedstrijden gehouden. Van het stadion is niet meer over dan alleen de vorm. De Sant” Agnese in Agone staat aan dit plein. Verder staat er nog een obelisk, en staat er een aantal fonteinen waaronder de La Fontana dei Quattro Fiumi van Bernini, Borromini’s rivaal. 2. De hoofdvorm van de Sant” Ivo is vanaf de bovenkant gezien een balk met daarin een cilinder. De balk is de muur rondom de kerk en heeft binnen in zich een plein. Aan de buitenzijdes is er een overdekte galerij die uitzicht heeft op het plein dat zich binnenin bevindt. Aan de westzijde, bevindt zich de toegangsdeur. Wanneer men door deze deur naar binnen gaat ziet men voor zich het plein en daarachter de kerk. De kerk zelf heeft aan de voorkant een holle wand. Dit heeft een uitnodigend effect op de bezoekers. De kerken van toen hadden meestal een gesloten karakter. 3. De Sant’Ivo alla Sapienza is te onderscheiden in grofweg twee delen. De kerk zelf, en de daarom heenstaande muur. De muur heeft een zadeldak, uitgevoerd in keramische pannen. Het dak wordt op de normale Europese manier afgedekt met een nokvorst. Het dakvlak is vrij flauw. Wanneer men over de muur aan de straatzijde, richting de kerk kijkt, ziet men het Pantheon. De kerk wordt afgedekt met een koepel met daarop een torenspits. In deze koepel zitten een aantal ramen die zorgen voor benodigde daglichttoetreding. De entree tot het plein is opgebouwd uit een brede deur met daarboven een timpaan. Dit is geheel uitgewerkt in hout. 4. De bouwgeschiedenis van de Sant’Ivo alla Sapienza strekt zich uit over ongeveer 20 jaar. Borromini kreeg in 1642 de opdracht om aan de kerk te beginnen. Gelijk in hetzelfde jaar is men begonnen te bouwen. In 1650 was het metselwerk van de De toernspits
De liggin gvan de kerk in Rome
Gebouwbeschouwing door: Jan de Visser
Rome
246
47 Sant Ivo alla Sapienza koepeltoren klaar. Hierna begon men aan de bouw van de lantaarn óp de kerk. Deze wordt ook wel “Tempietto” genoemd. Nadat hier ongeveer een jaar aangebouwd was, is men begonnen aan de versieringen die de lantaarn versierde (korf, bol, duif, en het kruis). Deze onderdelen zijn allemaal gemaakt van smeedwerk. Het inwendige bouwen werd afgerond in 1660. Twee jaar later, in 1662, is de vloer gelegd en zijn de steigers verwijderd. 5. Wanneer men vanuit de lucht op het dak kijkt ziet men goed de hoofdvormen van het gebouw. Vanachter op het plein staat de kerk met er omheen de muren. Wanneer men de koepel door zou snijden onder de lantaarn, is goed te zien hoe Borromini de kerk heeft geconstrueerd. De grondvorm van de kerk is gemaakt door twee gelijkzijdige driehoeken in elkaar te schuiven. Zo ontstaat er de zogenaamde davidster, een regelmatige zeshoek. Bij de ene driehoek heeft hij de punten afgerond naar buiten toe, terwijl de Plattegrond van de kerk andere naar binnen toe zijn afgerond. Deze vorm is natuurlijk niet zomaar gekozen, maar het heeft een symbolische waarde. De drie punten staan symbool voor de drie-eenheid van God. Qua interieur is de kerk redelijk standaard voor een RoomsKatholieke kerk. In het midden een rij banken voor de bezoekers. Hierop kan worden gebeden. Helemaal voorin de kerk staat het altaar. Hierop werd dagelijks de mis uitgevoerd. Het bijzondere aan dit altaar is de muurschildering erachter. Deze is gemaakt door Pietro da Cortona, een Barok schilder en architect. Licht speelt in dit gebouw een belangrijke rol. De wanden zijn uitgevoerd in wit stucwerk. Dit weerkaatst het licht dat vanuit de opening in de lantaarn de kerk binnen komt. 6. In de 20 jaar dat er aan de Sant’Ivo alla Sapienza gebouwd is zijn er verschillende opdrachtgevers geweest. Dit waren achtereenvolgens de volgende pauzen: Urbanus VIII, InnocentiHet interieur van de kerk laat een ruimtelijke indruk achter
Gebouwbeschouwing
Rome
247
47 Sant Ivo alla Sapienza us X en Alexander VII. Deze pausen komen uit verschillende families en hadden dus ook verschillende familiewapens. De duif van Innocentius bijvoorbeeld is verwerkt in de lantaarn en is tevens het symbool voor de Heilige Geest. 7. Over de ecologische aspecten van het gebouw valt weinig te zeggen. Bij de bouw van dit gebouw werd De manier waarop Borromini de kapel heeft nog geen rekening gehougevormd den met het milieu, zoals nu wordt gedaan. De huidige maatschappelijke waarde is echter vrij groot. Deze kerk heeft dienst gedaan als kapel van de universiteit van Rome.
De vloer is een combinatie van zwart en wit natuursteen
8. De binnenmuren van de Sant’Ivo alla Sapienza zijn uitgewerkt in wit stucwerk. Deze lichte kleur geeft de Dierlijke symbolen zijno veral terug te vinden kerk een koud karakter, maar zorgt eveneens voor de benodigde lichtweerkaatsing vanuit het dak. Een belangrijk nadeel van dit materiaal is het onderhoud. Na verloop van tijd komen er kleine barstjes in en kan het zelfs gaan afbrokkelen. Ook is het moeilijk schoon te houden. De buitenmuur aan de zijde van de entree is eveneens uitgevoerd in stucwerk, al zij het in een andere kleur. Hier is een kleur gekozen die minder besmettelijk is en past bij het houtwerk van de entree. De entree met de timpaan die er boven op ligt, is namelijk uitgevoerd in houtwerk. Qua kleur past dit goed bij het omliggende stucwerk omdat het waarschijnlijk ombehandeld is. De vloer is gemaakt van zwarte en witte natuurstenen tegels die in een bepaald patroon zijn gelegd. Deze is mede door toedoen van de paus er pas in 1662 ingelegd. Ook het grootste gedeelte van de buitenzijden, zoals de kolommen, dierlijke symbolen, etc. zijn uitgevoerd in stucwerk. Waarschijnlijk zijn de kolommen gemetseld, en zijn deze daarna gestuct.
info:
Corso del Rinasciment nr. 40, Rome Zondag voor publiek geopend van 10:00u tot 24:00u
248
48 Sant’Agnese Ontwerper Aan de bouw van de Sant’Agnese is in 1652 begonnen door Carlo Rainaldi. Carlo Rainaldi is geboren op 4 mei 1611 en overleden op 8 februari 1691. Een jaar na het begin van de bouw wordt Rainaldi vervangen door Borromini (zie gebouw 41) die van de vlakke gevel de gevel maakt die er nu staat. Rainaldi heeft nog verschillende andere kerken ontworpen, waaronder de voorgevel van Sant’Andrea della Valle, de Santa Maria dei Miracoli en de Santa Maria in Campitelli.
Sant’Andrea della Valle
Santa Maria dei Miracoli
Francesco Borromini
Santa Maria in Campitelli
Gebouwbeschouwing
1. De Sant’Agnese in Agone is de centrale kerk van de Piazza Navona. De gevel loopt gelijk aan de gevels van de andere gebouwen aan het plein. Toch valt de kerk er op vanwege zijn grote koepel en twee torens. 2. De hoofdvorm van de kerk is een balk, met daar bovenop een koepel. Gelijk aan de gevel zijn aan beide zeiden van de koepel een klokkentoren geplaatst. De gevel is tussen de twee torens naar binnen gebogen. Aan de vele versieringen in de gevel is te zien dat dit een Barokke gebouw is. De voorgevel bevat echter ook invloeden uit de Renaissance, zoals de kroonlijst boven de hoofdingang en de pilasters en half zuilen tegen de gevel. 3. De hoofdentree zit in het midden van de voorgevel en valt op doordat het gebouw, dankzij zijn gebogen gevel, er naartoe buigt. Boven de drie ingangen in de voorgevel zijn medaillons geplaatst, typisch elementen die zeer veel in de Barok gebruikt werden. Het gedeelte van het dak dat zichtbaar is heeft de vorm van een koepel. Dankzij deze koepel en de twee torens aan de zijkant steekt het gebouw uit in de
Gebouwbeschouwing door: Jasper Ludolphij
Rome
249
48 Sant’Agnese omgeving. 4. Met de bouw van de kerk is begonnen in 1652 en eindigde in 1657. Later, in het jaar 1673 is het orgel erin geplaatst door de Belgische orgelbouwer Willem Hermans. Het gebouw is vanaf het begin gebruikt als kerk. Later bevond veel kunst zich in de kerk, wat later verplaatst naar musea. Tegenwoordig wordt de kerk veel bezocht door toeristen maar wordt nog steeds als kerk gebruikt. 5. De hoofdvorm van het interieur van de kerk is een Grieks kruis, dit is duidelijk te zien op de plattegrond. Van binnen is deze vorm moeilijk te herkennen dankzij acht halfzuilen die zich onder de koepel bevinden. De binnenkant van de kerk is rijkelijk versierd en de koepel is geheel beschilderd. Er bevinden zich zoals in de meeste katholieke kerken verschillende beelden binnen en buiten de kerk. De kerk is van binnen erg licht dankzij de grote ramen en de oculus in de koepel. 6. De kerk is gebouwd in opdracht van paus Innocentius X. De familie van de paus had een groot aangrenzend paleis dat naast de kerk lag. Zo kon de paus via een portaal vanuit zijn appartement vieringen leiden of voorgaan in een dienst. Deze paus is na zijn dood ook begraven in de kerk. 7. De Piazza Navona is één van de meest bekende pleinen van Rome. En is een groot toeristische trekpleister, de Sant’Agnese en de La Fontana dei Quattro Fiumi zijn de bouwwerken die voor een groot gedeelte het gezicht van het plein vormen. De Romeinen zijn dan ook erg trots op deze bouwwerken van twee van de grote meesters van de Barok, Borromini en Bernini.
info:
Piazza Navona (Via S. Maria dell’Anima 30/A), Rome Toegangsprijs: onbekend di/za 09:30 - 12:30 en 15:30 - 19:00 Vak. 10:00 - 13:00 en 16:00 - 19:00 ma gesloten
250
49 Sant’Andrea al Quirinale Ontwerper De architect van Sant’Andrea al Quirinale was Gian Lorenzo Bernini in samenwerking met Giovanni de’Rossi. Voor meer informatie over Bernini, zie gebouw 39. Gebouwbeschouwing 1. De Sant’Andrea al Quirinale is een vrijstaande kerk en ligt aan de Via del Quirinale .Via del Quirinale is ook wel bekend als de vroegere “Via Pia”. Gian Lorenzo Bernini De kerk werd gebouwd in de periode van 1661 tot aan 1678. Deze kleine koepelkerk van Sant’Andrea al Quirinale is gebouwd voor het noviciaat van de Jezuïeten. Het is tevens het enige werk dat helemaal door Bernini is gebouwd. Het is daarom ook het werk waar Bernini zich het meest gelukkig bij voelde. 2 + 3. In tegenstelling tot alle andere gebouwen aan de Via del Quirinale is deze kerk van de straat af gebouwd, zodat er een klein pleintje voor de kerk ontstaat. Zoals op de foto is te zien, bereidt Bernini mentaal de bezoekers al voor vanaf de straatzijde op de ovaalvormige binnenruimte. Dit doet hij niet alleen door het ovaalvormige trappenspel, maar hij maakt ook een klein voorplein door middel van de gebogen muurarmen aan de zijkant. Bernini vond z’n inspiratie voor de vormen in het oude Pantheon. Zo vormde hij de rotonde om tot een dwarsovaal. Voor toegangsdeur is een kleine rondbouw geplaatst, gevormd door twee vrijstaande Ionische zuilen die een rond versierd voordak dragen. De kleine kerk heeft een ovale koepel met een diameter van 7 meter, waarvan de as haaks op de ingang staat. De breedte van de ruimte is daarmee groter dan de lengte, wat een bijzonder effect oplevert. De breedte bedraagt 30 meter en de diepte 20 meter. De ovale vorm keert terug in de vorm van de entree. 4. De kerk is oorspronkelijk voor de Jezuïeten gebouwd. Elke religieuze orde of congregatie kent een noviciaat, nieuwelingentijd. Het is de tijd dat de kandidaat-religieus ( kloosterling) wordt ingeleid in het religieuze leven. In de volksmond wordt er met noviciaat niet alleen de nieuwelingentijd bedoeld, maar ook het gebouw wat daar speciaal voor was gemaakt. In dit geval de kerk Sant’Andrea al Quirinale. De kerk ziet er tot op de dag van vandaag goed uit. In der loop der tijd zijn er een aantal schilderingen in de kerk aangebracht. Ook liggen er verschillende bekende mensen uit die tijd begraven. Zo is bijvoorbeeld de Franse kerkvorst en diplomaat “Emmanuel Théodose de La Tour d’Auvergne” hier begraven. Sinds 24 december 2007 valt de kerk onder kardinaal Odilo Pedro Scherer. 5. Een dwarsovaal is een zeer “menselijke ruimte”. Dit komt omdat iedereen een gunstige plaats kan innemen richting het altaar, zonder dat er bevoorrechten of misdeelden zijn. Doordat deze vorm een rijke verscheidenheid van standpunten toelaat, ontstaat er een wisselend ruimtelijk gevoel. Op de plattegrond valt deze aparte ruimtelijke vorm ook goed op. Dit ruimte-effect is een schitterende
Gebouwbeschouwing door: Angelo van Vlaenderen
Rome
251
49 Sant’Andrea al Quirinale vondst van Bernini. Bernini gebruikte dit effect niet alleen voor deze kerk, maar ook voor zijn Sint-Pietersplein. In de Sant’Andrea al Quirinale bereikt hij er een zachte ruimtestemming mee, doordat de hoge ovaalvormige koepel op de ruimte neerdaalt. In deze Barokkerk is alles aanwezig. De kerk is rijkelijk versierd met figuren, kleuren licht en ruimte. Het samenspel en de betrokkenheid van techniek, architectuur, beeldhouwwerk en schilderstukken is uitstekend gecombineerd door Bernini. Het altaar zelf is omlijst door twee zuilen en verlicht door een onzichtbare lichtbron. Op het schilderij is de marteldood van de Apostel Andreas te zien. Boven de altaarruimte, op het fronton van de kroonlijst, prijkt het beeld van de verheerlijkte Andreas. Dit beeldhouwwerk maakt de overgang naar de koepel, het symbool van de hemel. Het licht in de kerk komt langs verschillende kanten binnen. Zo stroomt er zacht licht door de basisvensters naar beneden. Tevens komt er licht via het torentje de kerk binnen. Bij de basisvensters zijn engeltjes en vissers te zien. De constructie van de koepel is opgebouwd uit vergulde ribben en cassettes, die vervolgens dit ribcassette patroon vormen. Dit zijn betonnen elementen die sparingen hebben aan de onderkant om zodoende gewicht te besparen. De constructie loopt uit op de gouden lantarentoren die aan de bovenzijde van de koepel te zien is. De bouwstijl van de kerk is Late-Barok dit is onder andere te zien aan allerlei versieringen aan de binnenkant en aan de voorgevel van de kerk. Een ander belangrijk aspect van de Barok zijn alle gebogen en golvende lijnen die terug te vinden zijn in dit ontwerp. Verder is de kerk een van de beste voorbeelden van Romeinse Barok. Dit komt onder andere door de Romaansvormige ramen die in de koepel achter de gevel zitten. De versieringen domineren al iets minder dan in de “Vroege Barok” . Desalniettemin zijn de versieringen ook nog in deze “Late Barok” voldoende aanwezig. 6. In 1658 ontving Bernini de opdracht van kardinaal Camillo Francesco Maria Pamphili, met de goedkeurig van paus Alexander VII. Bernini moest een kerk ontwerpen voor het seminarie van de Jezuïeten. Bernini ontving hiervoor als salaris levenslang brood. Achteraf is dat een goedkope investering van de opdrachtgever geweest, want Bernini stierf al binnen twee jaar na de oplevering. 7. S. Andrea al Quirinale is een kerk waar de meeste Romeinen erg trots op zijn. De kerk is allereerst ontworpen door de beroemde architect Bernini en ten tweede werd de kerk gebruikt voor allerlei geestelijke rituelen in verband met
Gebouwbeschouwing
Rome
252
49 Sant’Andrea al Quirinale het noviciaat van de Jezuïeten. Zo werden er gemeenschappelijk en persoonlijk gebeden gehouden, Bijbellezingen, geestelijke lezingen etc. Tegenwoordig kun je de kerk gewoon bezoeken en verkeert hij nog in goede staat, dit mede dankzij zijn functie. 8. De façade van de kerk is gemaakt van Travertin, de meest voorkomende steensoort in Rome. Travertin word niet alleen gebruikt om gebouwen van te maken, maar kan ook goed als beeldhouwmateriaal dienen. Daarom gebruikte Bernini deze steensoort ook voor z’n beelden. Travertin is een kalksteen die gevormd wordt door de neerslag van kalk uit calciumcarbonaat. Verder gebruikt Bernini verschillende kleuren marmer. Onder andere een rode marmersoort uit Sicilië voor de kolommen van het altaar. Ook paste hij stucwerk en verguldsel toe waarmee hij prachtige effecten creëerde.
hoofdsponsors:
info:
Via dei Quirinale 29, Rome (00187) ma-vr 09:00 - 19:00, za 09:00 - 12:00, zo gesloten
253
50 Piazza di Spagna Ontwerper
Alessandro Specchi leefde van 1668 tot 1729 en was Italiaanse architect en graveur van beroep. De geboren Romein die zijn opleiding tot architect genoot bij Carlo Fontana is de ontwerper van de Spaanse Trappen. Buiten dit project heeft hij nog andere beroemde projecten op zijn naam staan, zoals de vroegere haven van Rome, de Barok Porto di Ripetta, en enkele paleizen waaronder het Palazzo de Carolis en het Palazzo Pichini.
Palazzo de Carolis
Palazzo Pichini
De Barok Porto di Ripetta
Gebouwbeschouwing
De Spaanse trappen liggen aan het Piazza di Spagna, een plein waar de duurste winkelstraten aan grenzen (bijvoorbeeld Via del Condotti). Dit is een onregelmatig gevormd plein wat jaarlijks vele miljoenen toeristen trekt. Bovenaan de Spaanse trappen heb je een mooi uitzicht over de stad en van hieruit kun je ook richting de tuinen van Villa Borghese. Van daaruit heb je een nog mooier uitzicht over de prachtige omgeving die Rome rijk is. De Spaanse trappen ligt tegen de kerk de Trinita dei Monti en omdat deze op Frans grondbezit ligt, dankt de trap haar ontstaan aan de Fransen en niet aan de Spanjaarden. Toch werd zowel de trappen als het plein naar de Spanjaarden vernoemd omdat de Spaanse ambassade aan begin van de 17e eeuw zich daar had gevestigd. De Fransen wilden al in de 17e eeuw dat er een betere verbinding van de kerk naar het plein kwam, maar de paus van Rome weerhield de Fransen om het aan te laten leggen. Naar alle waarschijnlijkheid is het ontwerp dat de paus afkeurde, afkomstig van Benedetti, een ontwerptekening die hij heeft overgenomen van Bernini maar met zijn eigen naam erop. Het willen inschakelen van de lievelingsarchitect Bernini om een ontwerp ter ere van de Franse koning in Rome te maken, werd in Rome als een belediging opgevat. Daarom keurde de paus
Gebouwbeschouwing
door: Joost Lammerts
Rome
254
50 Piazza di Spagna een ander ontwerp, van de Italiaanse architecten Alessandro Specchi en Francisco de Sanctis(vervolledigde het bouwwerk) wel goed. Het ontwerp van Specchi en de Sanctis voldeed wel aan de behoeften van de paus, waardoor pas in 1723 begonnen werd met de bouw van de trappen. De wandelpaden, die via tuinen en weilanden naar de kerk gingen, werden vervangen door één grote trap. Als herdenking aan de tijd dat de weg naar de kerk nog voornamelijk bestond uit weilanden en tuinen is er onder aan de Spaanse trap een pilaar met Franse lelie gemaakt. Drie jaar later, in 1726, was de bouw klaar en het is nog steeds dé ontmoetingsplaats van Rome. De Spaanse trappen behoort zeker tot een van de beste voorbeelden van het Italiaanse Rococo, de opvolger van de vroegere bouwstijl, die van de Barok. Dit vanwege de asymmetrische schelpmotieven. De ontwerpers hebben het naar alle waarschijnlijkheid ontworpen aan de hand van een ouderwetse ceremoniële dans, omdat het vele knikken en draaiingen bevat. Dit was ook niet ondenkelijk want in die tijd waren hoepelrokken voor de vrouwen en hoge hakken voor mannen geen uitzondering. De trap heeft echter een heel ander effect dan bij de Cordonata van Michelangelo, namelijk deze trap loopt recht naar beneden waarbij de traptreden langgerekt zijn met korte opstap. Deze trap gaat mee met de natuurlijke golving van de heuvel waarbij de bochten ook nog herhaald worden. De trappen bewegen van binnen naar buiten. Het ontwerp is gebaseerd op een ingewikkeld patroon van elliptische bogen die op regelmatige afstand worden afgewisseld door een rechthoek of een trapezium. De helling word doormiddel van 11 keer 12 treden beslecht. En tussen de 11 reeksen met treden zijn kleine platforms opgenomen die in dezelfde grijs wit achtige kleur zijn gemaakt. De trap herbergt drie grote overlopen die allemaal op verschillende hoogte liggen. Dit stamt af van de Franse kerk die zo genoemd word. Van bovenaf heb je een mooi uitzicht over de hele trap met aan weerszijde geplante azalea’s en de via Condotti, de duurste en één van de belangrijkste winkelstraat in Rome. Bovenaf gezien zou men denken dat de trap niet symmetrisch is, hoewel je dat van onderaf wel zou zeggen. Er is bij de aanleg ook goed nagedacht bij eventuele overvloedige regenval, want er is een zeer efficiënt afwateringssysteem dat ervoor zorgt dat de trappen nooit onder water komen te staan. Dit komt vanwege de helling van de traptreden, deze liggen naar beneden gericht.
Gebouwbeschouwing
Rome
255
50 Piazza di Spagna Onderaan de voet van de kerk de Trinita dei Monti staat een obelisk, de Obelisco Sallustiano. De bijna 14 meter hoge obelisk, gemaakt van rood graniet, wordt ondersteund door een grote sokkel en heeft een hoogte van 30,5 meter (inclusief lelie en het kruis bovenop). Hierdoor is het de op één na langste obelisk van Rome, want de langste staat op het Piazza di San Giovanni in Laterano. Het is een van de vijf Romeinse obelisken en oorspronkelijk stond het voor het Mausoleum van Augustus. Onderaan de indrukwekkende trappen met de bouwwerken bovenaan, bevind zich het Spaanse plein: Piazza die Spagna. Dit plein is een knooppunt waar de Via del Babuino, Via Condotti en Via Due Macelli samenkomen. Midden op het plein staat de fontein la Barcaccia van Pietro Bernini, de vader van de bekendere Gianlorenzo Bernini. Het stelt een schip voor dat volgens de verhalen bij een overstroming van de Tiber hier gestrand was. De Trinita dei Monti is zoals eerder besproken de kerk die bovenaan de Spaanse Trappen op het plein Piazza di Spagna gelegen is. De Kerk is gebouwd tussen 1502 en 1587 in opdracht van de Franse koning Lodewijk XII. Het gebouw bevat twee torens wat zorgt voor een dominante rol vanaf het lager gelegen plein. De dubbele trap bij de ingang van de kerk, ontworpen door Dominco Fontana, zorgde met zijn antieke kapitelen en versierd met verschillende relief vormen ervoor dat het gebouw aanzien had. De naam van de kerk is afkomstig van de Franse kardinaal Philippe Barbarin.
Gebouwbeschouwing
Rome
256
51 Piazza di Campidoglio Ontwerper
Het Capitool, ook wel het Capitolijn genoemd, is ontworpen door Michelangelo di Lodovico Buonarroti Simoni (1475-1564). De meeste kennen hem alleen aan zijn voornaam Michelangelo. Hij maakte zich wereldbekend door zijn schilder- en beeldhouwkunst, architectuur en zijn dichten. Hij heeft tussen 1498 en 1541 vele uiteenlopende werken zich toegeëigend. De belangrijkste werken zijn: Schilderkunst: het plafond van de sixtijnse kapel en het laatste oordeel, Beeldhouwkunst: de Pietà en David en Architectuur: Michelangelo de Sint Pieter (vooral de koepel)
De Pietà
David
Het laatste oordeel plafond sixtijnse kapel
Sint Pieter
Gebouwbeschouwing
1. Het Capitool ligt aan de Via del Theatro Marcello. Deze straat gaat van Piazza Venezia, waar onder andere het monument van Vittorio EManuele II gevestigd is, richting Theatro Marcello. Het plein, te herkennen aan zijn ovale vorm met kruisende travertinbanden, heet het Piazza de Campidoglio. Aan het plein gelegen ligt het Capitolijns museum. 2. Het Capitool bestaat uit een plein dat aan 3 van de 4 zijden begrensd word door gebouwen: Palazzo dei Conservatori, Palazzo Nuovo en centraal gelegen Palazzo Senatoria. Het Capitool is de belangrijkste van de 7 heuvels van Rome, heuvels die in het oude Rome een belangrijke rol speelde in de Romeinse mythologie, religie en politiek. Paus Sixtus IV schonk in 1471 een collectie beelden aan Rome wat achteraf gezien Areau Capitolino gezorgd heeft voor het ontstaan van het eerste museum ter wereld. De heuvel waar het Capitolijn naar vernoemd is bestaat twee toppen, waarvan eigenlijk alleen de zuidelijke top, met een hoogte van 49meter, het Capiolium genoemd werd. De andere top, met een hoogte van 46 meter hoogte, werd de Arx(burcht) genoemd. De zuidelijke top was sinds de 6e eeuw voor Christus voorzien van de Tempel van Jupiter Optimus Maximus, Juno en Minerva, de belangrijkste tempel
Gebouwbeschouwing
door: Joost Lammerts
Rome
257
51 Piazza di Campidoglio van de stad Rome. Het werd door keizer Dominitianus(81-96) na drie branden weer hersteld, maar wel veel mooier en groter dan het eerst was. Voor de bouw van de tempel werd er een groot platform aangelegd met steunmuren, de zogenoemde Area Capitolina. De Jupitertempel was niet het enigste wat erop stond. Ook altaren, standbeelden en kleinere heiligdommen, zoals de Tempel van Fides, de Tempel van Jupiter Tonans, de Tempel van Jupiter Custos, de casa Romuli en het atrium publicum, een staatskantoor waar misschien een deel van de archieven werd bewaard. Het werd omgeven door een muur waarin 2 poorten zijn opgenomen. Er waren meerdere wegen die naar de tempel liepen: de hoofdingang via de Clivus Capitolinus en een meer naar het zuiden gelegen weg(de Porta Pandana). Er bevond zich tevens in de buurt van Porta Pandana een rots waar in de republikeinse tijd mensen vanaf werden gegooid vanwege landverraad. De noordelijke top de Arx herbergde vroeger de Tempel van Juno Moneta, die in 344 voor Christus was ingewijd door Camillus. Tegenwoordig staat er op de plek waar de tempel vroeger stond de kerk Santa Maria. Verder zijn er nog een aantal heiligdommen waardoor deze zo beroemd is geworden, zoals de tempel van Concordia en het Auguraculum. De Concordia ,die in 217 voor Christus werd ingewijd, is na enkele instortingen en fysiek geweld aan de tempel bijna helemaal verwoest. Enkel de betonnen fundering, de drempel van de entree en delen van de vloer zijn tegenwoordig nog te bezichtigen. Ook van het Auguraculum zijn alleen nog resten te zien. Tussen de dichtbebouwde heuveltoppen lag een lager gedeelte dat voornamelijk bestond uit privé bouwwerken. Onder andere het Asylum van Romulus en de Tempel van Veiovis waren er gevestigd. De naam Asylum is te vertalen naar het woord asiel, waarin Romulus mannen voor de aanleg van bouwwerken in Rome verzamelde. Een overschot van het bouwwerk is te bezichtigen in het Tabularium. Wat ook voor een deel te bezichtigen is in het plattegrond van het Palazzo Senatorio Tabularium, is de Tempel van Veiovis. Deze tempel werd in 1939 bij toeval ontdekt en zo gebruikt als fundering voor andere bouwwerken op het plein. Via tekens op het bouwwerk kon het getraceerd worden als de tempel van Veiovis. Het Tabularium waarborgt tegenwoordig vele mooie delen van bijzonder tempels die in de loop van de jaren verloren zijn gegaan. Vroeger werd het bouwwerk, in 78 voor Christus gebouwd aan de kant van het Forum
Gebouwbeschouwing
Rome
258
51 Piazza di Campidoglio Romanum, gebruikt als staatsarchief. Het is gebouwd onder het Palazzo Senatorio, waarvan het als fundament zorgt. Lucius Cornelius ontwierp het gebouw in opdracht van de Senaat en op kosten van consul Lutatius Catullus. Het gebouw is gebouwd in regelmatige rijen van tufstenen blokken, omhoogrijzend van de fundering tot aan het plein aan de achterzijde van het Tabularium. In de muur bevinden zich zes kleine vensters, die corresponderen met een reeks vertrekken, te bereiken via een trap, die nog goed bewaard gebleven is. Deze trap leidde naar beneden vanaf een poort, die later gesloten werd op het moment van de bouw van de tempel van Vespasianus en Titus. Aan de zijde van het Forum laat het Tabularium zijn oorspronkelijke vorm met tien bogen nog zien. Drie daarvan zijn nu nog zichtbaar, van de rest kan men zien waar ze gezeten hebben. Alle bogen waren ingekaderd door Dorische halfzuilen van travertin en peperijn met kapitelen, architraaf, en een fries met metopen en triglyfen in travertin. Achter de bogen bevond zich een galerij onderverdeeld in sectoren die telkens begonnen bij iedere boog in de Middeleeuwen gebruikt als zoutopslagplaats. Boven deze galerij was nog een verdieping met een zuilengang gevormd door Korinthische zuilen van travertin. De huidige situatie is door de veranderingen die Michelangelo aanbracht helemaal anders dan dat het eerst was. Vroeger was de naar het Forum Romanum gerichte zuidkant de hoofdrentree tot de heuvel, maar door de veranderingen die Michelangelo invoerde werd de noordkant nu de hoofdrentree en werd er aan de zuid, oost en west kant van het plein paleizen gebouwd. hij een grote trap, de Cordonata, aanleggen vanaf het Marsveld dat inmiddels het centrum van Rome was geworden. Dit was zeker geen gewone trap. Het is een geleidelijk stijgende trap die boven door de balustrade met een aantal kolossale beelden word afgesloten. In totaal zijn het 6 beelden verdeeld over beide kanten van de trap waarbij de beelden het dichtst bij de trap het meest de interesse wekken(beeldhouwwerk waar dioscuren,zonen van Griekse oppergod Zeus en zijn vrouw Leda, hun paarden in bedwang houden). Eenmaal op het plein aangekomen is het terstandbeeld van Marcus lius(121-180) direct zichtomgeven door lichtgekleur-
ruiAurebaar, de min
Palazzo dei Conservatori(begane grond, 1e verdieping en 2e verdieping)
Gebouwbeschouwing
Rome
259
51 Piazza di Campidoglio of meer concentrisch gerangschikt elkaar kruisende travertinbanden. Het paleis dat centraal gelegen ligt, is het Palazzo Senatoria(rond 1150). Dit gebouw is tegenwoordig in gebruik als stadhuis van Rome. Met zijn 27 meter is het groter dan de ander twee paleizen die het plein omsluiten, die zijn namelijk maar 20 meter hoog. Verder is de voorgevel 65 meter breed en de diepte varieert van zo’n 50 tot 60 meter. De dubbele trap waarmee het Palazzo Senatoria beklommen dient te worden is ontworpen door de beroemde Michelangelo. Mede door deze trap krijgt het Romeins raadhuis zijn bijzondere schoonheid en allure. In het midden onder het bordes staat een antieken beeld van Minerva, dat als stadsgodin van Rome fungeert, met aan weerszijden twee enorme liggende beelden van riviergoden, de Nijl en de Tiber. Hoewel het Palazzo Senatoria voorzien was van een gevel maakte Michelangelo naar eigen smaak een nieuwe voorgevel met nieuwe elementen. Aan de zuid- en noordkant zijn respectievelijk het Palazzo dei Conservatori(1564-1576) en het Palazzo Nuovo(1644-1655) gesitueerd, aan weerszijde van het Palazzo plattegrond Palazzo Nuovo met: Senatoria. Dit zijn twee precies sym1. Atriumn (Voorhof) metrische gebouwen. Ze zijn allebei 20 meter hoog en hebben een 2. Binnenhof 3. Vertrek begane grond 55 meter lange voorgevel. Door gebruik van elementen ontstaat er 4. begane grond een zogenaamde spanning tussen verticaal en horizontaal(denk aan 5. Vertrek Vertrek begane grond 6. De grote trap de Korinthische lesenen over beide verdiepingen en de benadrukte Galerij (gang) kroonlijst met balustrade en beelden). Michelangelo moest net als bij 7. 8. Zaal van de Duiven het Palazzo Senatore alleen de voorgevel van het Palazzo dei Conserva-9. Kabinet (kamertje) van Venus Zaal van de keizers tori aanpassen. Daarentegen is het Palazzo Nuovo helemaal opnieuw 10. 11. Zaal van de Filosofen 12. Grote Zaal ontworpen. Zaal van de Faun In deze twee paleizen is het Capitolijns musea gevestigd die doormid- 13. 14. Zaal van de Gladiator del van een ondergrondse gang, de zongenaamde Galleria Lapidaria, verbonden is.
Galleria Lapidaria
Gebouwbeschouwing
Rome
260
52 Fontana di Trevi Ontwerper
Nicola Salvi kwam in 1716 terecht op de Academie van Arcadia, hij had toen al een studie wiskunde en filosofie achter de rug. Zijn leraar was daar Antonio Canevari, adviserend architect van de koning van Portugal. De architectonische carrière van Salvi staat bekend om een aantal grote werken. Hij deed mee aan een grote architectuurwedstrijd die hij won waardoor hij de Trevi Fontein mocht maken. Hij ontwierp ook de kleine kerk Santa Maria in Gradi op Viterbo, deze is echter verwoest in de Tweede Wereldoorlog en wordt momenteel hersteld. Hij maakte samen met zijn vriend Luigi Vanvitelli de kapel van St. Johannes de Doper van kostbaar marmer en goud in de stijl van de late Barok. Deze werd samengevoegd in de kerk de St. Antonius in Campo Marzio. Nicola Salvi was een zeer gewaardeerd persoon in zijn tijd niet alleen om zijn architectonische kunsten, maar ook om zijn didactische vaardigheden. Hij kampte echter met gezondheidsproblemen en economische moeilijkheden. Toen hij stierf was alleen de fundering van de Trevi Fontein nog maar gerealiseerd.
Gebouwbeschouwing
1. De Trevi fontein is gelegen aan een pleintje, het Piazza di Trevi. Het is in de stijl van de late Barok ontworpen. De fontein is tegen de achtergevel van het Palazzo Poli gebouwd. De naam Trevi komt van de woorden tre via (drie wegen). Vroeger kwamen er namelijk drie wegen uit op het plein van de fontein. Het kleine plein rond de fontein is zo gesitueerd dat het lijkt op een soort amfitheater, met rondom aflopende trappen naar de fontein toe. Zodat je de fontein en de facade van Palazzo Poli kan bekijken als een soort voorstelling in een theater. 2. De fontein is ongeveer 16 meter hoog en ongeveer 22 meter breed. Hij heeft de vorm van een klassiek theater. Het is de grootste fontein van Rome en hij zit in een paar kleine straatjes gepropt, waardoor het een grootse indruk maakt. 3. Hoe grootser en hoe mooier het kunstwerk was, des te meer rijkdom en macht de stad en zijn heerser uitstraalde. Dit was ook zeker terug te zien in de Trevi fontein. Het thema van het bouwwerk is de oceaan met zeegod Oceanus. Hij zit op een schelpvormige strijdwagen die door gevleugelde paarden
Gebouwbeschouwing door: Lindsay de Silva
Rome
261
52 Fontana di Trevi en jonge zeegoden naar de oceaan wordt getrokken. Het ene paard is rustig, het andere steigert. Dit symboliseert de twee gezichten van de zee. In de twee nissen aan de zijkanten links en rechts staan de afbeeldingen van Overvloed en Gezondheid. De Trevi fontein bestaat eigenlijk uit een groot “zwembad” met veel beelden, zoals in de Barok vaak te zien is. De beelden zijn overigens gemaakt door allemaal verschillende kunstenaars/beeldhouwers. 4. Op de plaats waar nu de Trevi Fontein staat, was ooit een aquaduct. Het “Aqua Vergine” dit aquaduct bracht het water naar een fontein op de kruising van drie wegen. Echter toen de Goten in Rome kwamen vernielden zij alle aquaducten. Vanaf de 15e eeuw begonnen de machthebbende Pauzen al plannen te maken voor het herstel van het aquaduct en dus ook de fontein. Ontwerpen zijn er onder andere gemaakt door architecten als Bernini, maar veel ontwerpen zijn echter nooit tot uitvoering gebracht omdat de pauzen vaak al overleden voordat de bouwplannen voltooid waren. Uiteindelijk organiseerde paus Clemens XII een wedstrijd voor architecten om bouwplannen te maken voor de Trevi Fontein. De enige eis die daarbij gold was dat de fontein aan de façade van het Pallazzo Poli moest staan. De winnende architect was Nicola Salvi en de fontein werd uiteindelijk voltooid in 1762. Tijdens de Renaissance en de Baroktijd was het erg belangrijk om de mooiste kunstwerken te laten bouwen. Rond de Trevifontein hangt een mythe. De mythe luidt dat wanneer men met de rug naar de fontein gaat staan en met de rechterhand over de linkerschouder twee muntjes houdt, met de ogen dicht, denkend aan Rome en uitroepend “Arrivederci Roma, tibi gratia volo, in tiberis aqua tua fluit“( = tot wederziens Rome, ik wil je genade, je water stroomt naar de Tiber) ooit zal terugkeren in Rome. Er worden zeer veel muntjes in het water van de fontein gegooid en het recht om deze muntjes uit de fontein te halen wordt door de gemeente Rome opgeëist. 5. De fontein is in de stijl van de late Barok gebouwd. De architect zelf, Nicola Salvi, heeft een gedetailleerde beschrijven van zijn bouwwerk achtergelaten met daarin de uitleg van de symbolische betekenis. Zo vindt hij dat alle klassieke Goden een morele les uitdragen, bovendien vindt hij dat Oceanus de meest krachtige is van alle Goden. Oceanus wordt ook
Gebouwbeschouwing
Rome
262
52 Fontana di Trevi wel de Vader van Alles genoemd en de zoon van hemel en aarde. De kracht die hij uitdrukt kan door niets of niemand worden afgenomen. De strijdwagen drukt de beweegbaarheid van het water uit, de twee paarden naast Oceanus drukken de twee gezichten van de zee uit. Verder drukken de uitgehouwen planten en stenen de nieuwe vormen van het leven uit en de gebroken pilaster de kracht van het water uit. 6. De opdrachtgever voor de fontein was paus Clemens XII. De keuze voor het ontwerp of thema van de Trevi Fontein was vrij. Nicola Salvi heeft zelf paus Clemens XII de keuze gemaakt voor een voor de hand liggend thema, namelijk het water. De fontein was niet bedoeld om een heerser te verheerlijken, hij had geen bijbedoeling om het volk tegen iemand te laten opkijken. Hij had de bedoeling om de fontein het nut en de kracht van het water weer te geven. De wijze les die Nicola Salvi in de fontein heeft verwerkt is dat je dankbaar moet zijn dat er water is, maar dat je ook op de kracht van water moet passen. 7. De fontein was belangrijk voor het volk. In eerste instantie stond er dus een andere fontein, die aangesloten was op het aquaduct “Aqua Vergine”. Het aquaduct bracht het water dus naar de mensen toe. Toen het aquaduct en de fontein vernield werden, moesten de bewoners naar de rivier de Tiber voor hun water. Toen dus uiteindelijk de nieuwe fontein er stond, de Trevi fontein in dit geval, was dit dus erg handig voor de mensen. Ze moesten niet meer zover voor hun water. 8. De façade van de Trevi fontein is grotendeels gemaakt van Travertin, een kalkzandsteen die gevormd wordt door de neerslag van kalk uit in calciumcarbonaat onverzadigd water uit warme bronnen. Een belangrijke vindplaats van Travertin is het plaatsje Tivoli ten oosten van Rome. Travertin is een veel gebruikte steensoort voor bijvoorbeeld beelden. Ook de beelden bij de fontein zijn hier volledig van gemaakt. Het is echter wel een gevoelige steensoort want het opgeloste zuur in de regen lost het Travertin op en het spoelt het zo weg.
info:
Adres: Piazza di Trevi Rome; Openbaar Vervoer:Metro: Lijn A; Barberini, Bus: 52, 53, 61, 62, 63, 71, 80, 81, 85, 95, 116, 116T, 117, 119, 160, 175, 492, 628, 630, 850 Openingstijden De Fontein kent geen openingstijden.
263
53 Palazzo della Civilta Italiana Ontwerper
In de jaren ‘30 kregen de architecten Joseph Pagano, Adalberto Libera en Giovanni Michelucci van Marcello Piacentini de opdracht om het Plazzo della Civiltá te ontwerpen. Paicentini was de coördinator van het comité van de wijk EUR. Hij gaf aan de gehele wijk een uitstraling van vereenvoudigde NeoClassicisme. In deze tijd was hij door geheel Italië zeer intensief actief. Hij heeft ontzettend veel gebouwen ontworpen waaronder het “Paleis van Sport” (EBU) in 1960, het was tevens zijn laatste ontwerp.
Marcello Piacentini
Gebouwbeschouwing
1. Het Palazzo della Celvitá (ook wel het vierkante Colosseum) ligt in het stadsdeel van Rome dat bekend staat als EUR(Esposizione Universale di Roma). Dit stadsdeel ligt in het zuiden van Rome. Deze wijk werd vanaf 1937 gebouwd en moest de uitbreiding Paleis van sport (EBU) van Rome tot aan zee verwezenlijken. De EUR kan beschouwd worden als een moderne variant van de stedenbouw uit de Romeinse tijd, maar dan in strakke en vereenvoudige Neoclassistische stijl. Hierdoor past het gebouw goed in zijn omgeving omdat de andere gebouwen ook in deze stijl zijn gebouwd. Het gebouw word beschouwd als het middelpunt van de EUR. 2. Het gebouw is overduidelijk geïnspireerd door het Colosseum. het wordt ook wel het vierkante Colosseum genoemd. Het heeft een overdekt oppervlak van 8400 vierkante meter en een inhoud van 205.000 kubieke meter . Het gebouw haalt inclusief de basis een hoogte van 68 meter. Het Palazzo della Celvitá is gekenmerkt door rijen van 9 horizontale bogen en 6 verticale bogen. Het gerucht gaat dat elke boog voor een letter in de naam van Benoti (6 letters) Mussolini (9 letters) staat. Bovenaan op alle 4 de gevels staat de tekst;
“VN POPOLO DI POETI DI ARTISTI DI EROI DI SANTI DI PENSATORI DI SCIENZIATI DI NAVIGATORI DI TRASMIGRATORI”
“een natie van dichters, kunstenaars, helden, denkers, heiligen, wetenschappers, navigators” 3. De palazzo della Civiltá heeft duidelijk een moderne Romaanse bouwstijl. De Romaanse bogen komen er namelijk vaak in voor, waardoor het gebouw een Romaanse uitstraling krijgt die van het Colosseum is afgeleid. Onder de bogen van de eerste laag staan beelden van circa 3,4 meter hoog. Deze beelden staan rondom de entree en hebben ieder een betekenis. De buitenzijde van het gebouw is geheel bekleed met Travertin gesteente. Dit witte gesteente is in de gehele wijk gebruikt waardoor het gebouw bij de omgeving past, dit soort gesteente werd enorm veel in het Romaanse tijdperk gebruikt. Het gebouw wordt op verschillende momenten van de dag,
Gebouwbeschouwing
door: Boy Fincke
Rome
264
53 Palazzo della Civilta Italiana vooral in de avond van architectonische charmes voorzien, met behulp van gekleurde verlichting. 4. De naam van het gebouw “Palazzo della Civiltá” betekend in het Nederlands “Paleis van de beschaving”. Het werdt in 1938-1942 gebouwd ter ere aan alles wat het Italiaanse ras heeft bereikt. Nadat de oorlog voorbij was ging dit feest niet door en werd het monumentale gebouw een tijdelijk overheidskantoor. Na heel wat jaren is men in 2003 met de restauratie begonnen. Sinds Van links naar recht vanuit de entree 2009 zijn de eerste 2 verhebben de beelden de volgende betekenis; diepingen toegankelijk voor • Heldendom bezoekers. De oorspronkelijk • Muziek • Handvaardigheid opening was in 2011 gepland • politiek genie maar in de loop van 2010 wordt er een multimedia tentoonstelling • de maatschappelijke orde • Arbeid gehouden op deze etages. • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Landbouw Geesteswetenschappen Handel’s Industriearcheologie Sterrenkunde Geschiedenis inventieve genie de architectuur de wet het primaat van de navigatie Beeldhouwkunst Wiskunde Genius van het Theater Chemical Printing Medical Aardrijkskunde Natuurkunde het Genie van de Poëzie Schilderen Army Corps of Engineers.
5/6. De indeling van dit gebouw is net zo eenvoudig als de uitstraling van het gebouw aan de buitenkant. Het gebouw bestaat uit 8 verdiepingen, elke verdieping bestaat uit één grote ruimte met daarin een trappenhuis waarmee verschillende etages bereikt kunnen worden. Rondom de grote ruimte is een galerij die geheel rond de ruimte heen loopt. Dit ontwerp voor de etage wordt op elke etage weer herhaald. Het gebouw is dankzij de boogconstructie enorm sterk. In het ontwerp werd er voor metselwerk gekozen, maar toen het gebouw eenmaal gebouwd werd was het gebruik van gewapend beton meer economische verantwoord. Hierdoor is de draagconstructie van gewapend beton gemaakt en is als afwerking het witte gesteente Travertin gebruikt. De lichttoevoer in het gebouw wordt door een vierkant van glazen bouwstenen verzorgd. Deze bouwstenen hebben een constructief frame dat is verfraaid met gouden mozaïektegels. 7. Het paleis bestaat uit een aantal bouwmaterialen waaronder beton en Travertin. Dit zijn beide duurzame materialen die het milieu geen schade aanrichten. Doordat er in de gehele wijk gebouwen met vooral Travertinen gevelbekleding staan, wordt het gebouw opgenomen in zijn omgeving. 8. Het gebouw is door zijn vormgeving te herkennen als een modern “Romaans” gebouw. De gevelbekleding van de witte natuursteen Travertin heeft een frisse en chique uitstraling. De constructie van gewapend beton is haast niet te zien. Hierdoor heeft het gebruik van het bouwmateriaal beton geen invloed op de uitstraling van het gebouw.
info:
Palazzo della Civilta, Rome Openbaar vervoer: Metro (lijn B; EUR Palasport Toegang: gratis
265
54 Palazzo dei Congressi Ontwerper
Adalberto Libera leefde van 1903 tot 1963. Hij werd geboren in Trento en overleed in Rome. Hij volgde zijn opleiding aan de Scuola superiore di Matematica en het Staatsinstituut voor de Kunsten in Parma en studeerde architectuur aan de Universiteit van Rome, waar hij in 1928 afstudeerde. Libera was één van de oprichters van MIAR, een Italiaanse vereniging van architecten die het rationalisme uitdroeg. Hij was een architect die probeerde het rationalisme in het fascistische Italië te verspreiden. Samen met Giuseppe Terragni wordt hij dan ook gezien als de belangrijkste ver- Adalberto Libera tegenwoordiger van de moderne Italiaanse architectuur. Het werk van Libera stamt voornamelijk uit de periode 1932-1960. Het postkantoor op de Aventijn in Rome dat Libera samen met Mario de Renzi realiseerde, werd een mijlpaal van het Italiaanse modernisme. Een ander hoogtepunt van Libera is Casa Malaparte op het eiland Capri (1943). Na de bouw van deze mediterrane woning begon de architect aan een handboek over moderne woningbouw. Hoewel dit boek nooit is gepubliceerd, heeft het na de Tweede Wereldoorlog toch zichtbare werken voortgebracht. Een voorbeeld hiervan is Unità d’Abitazione Orizzontale in Rome (1954).
Postkantoor op de Aventijn
Libera is Case Malaparte
Unità d’abitazione Orizzontale
Gebouwbeschouwing
1. Het Palazzo dei Congressi ligt in het zuiden van Rome in de wijk EUR (Esposizione Universale di Roma). Deze wijk werd vanaf 1937 gebouwd en was bedoeld voor de Wereldtentoonstelling van 1942. De wijk kan worden beschouwd als een moderne variant van de stedenbouw uit de Romeinse tijd en de Renaissance in een strakke, eenvoudige Neo-classistische stijl. Andere bekende gebouwen in de wijk zijn het Palazzo della Civiltà del Lavoro, dat in de volksmond het vierkante Colosseum wordt genoemd, het Santi Pietro e Paolo dat op het hoogste punt van de wijk staat en het Museo della Civiltà Romana, waar een bekende maquette van Rome te vinden is. 2. Palazzo dei Congressi heeft als basisvorm een balk die een afmeting heeft van 135 bij 76 m. Een vierkante toren is boven op de balk te vinden die 38 bij 38 m groot is. Op deze toren zit een samengesteld schaaldak. 3. Palazzo dei Congressi is een voorbeeld van ratio-
Gebouwbeschouwing door: Lisa Alewijnse
Rome
266
54 Palazzo dei Congressi nalisme. De architecten wilde met het rationalisme een betere wereld realiseren, ook voor de lagere klassen. Om goedkope woningen te kunnen bouwen, werd gedurende het ontwerp- en bouwproces zoveel mogelijk gebruikt gemaakt van standaardisering en prefabricatie. Er werd gebruikt gemaakt van voor die tijd nieuwe materialen, zoals beton, staal en glas. Er werden voornamelijk rechtlijnige gebouwen ontworpen, waarvan de constructies in het zicht werden gelaten en er weinig versieringen waren. Het hoogtepunt van het rationalisme in de jaren dertig werd vrij snel gevolgd door een dieptepunt. Alleen in Italië werd het in het begin gesteund door de fascisten. 4. Door het begin van de Tweede Wereldoorlog werd de ontwikkeling vertraagd. Het ontwerp stamt uit 1938, maar het bouwwerk werd pas in 1954 voltooid. In Palazzo dei Congressi zijn veel verschillende ruimtes, waar ook verschillende activiteiten in worden gehouden. 5. De ruimtes van het Palazzo dei Congressi bevinden zich belangrijke kunstwerken die geproduceerd zijn door belangrijke Italiaanse kunstenaars van de 20e eeuw. Op de achterwand van de Kennedy hal is bijvoorbeeld een fresco te bewonderen, geschilderd door Achille Funi in 1953 met een beeltenis van uiteenlopende scènes over het ontstaan van Rome. In de kunsthal is er een veelkleurig panel van buitengewone schoonheid, geproduceerd in 1953 door Gino Severini. Ook zijn er nog twee mozaïeken van Angelo Canevari, gemaakt in 1940 en gevestigd in de café kamer. 6. Om het twintigjarig bestaan van het fascistisch regime en het vijfjarig bestaan van het Fascistisch Rijk te vieren gaf Mussolini omstreeks 1937 opdracht voor de realisatie van de wijk Eur. De wijk werd gebouwd voor de wereldtentoonstelling van 1942 en staat ook wel bekend onder de naam E42. De wijk moest dienst doen als een monumentaal decor van de Italiaanse cultuur van 27 eeuwen en had ook een fascistische bijdrage. Het project EUR stond onder leiding van senator Cini, Cipriano Efisio Oppo en Marcello Piacentini. In EUR zijn voornamelijk openbare gebouwen gebouwd. Voor diverse gebouwen werden er wedstrijden gehouden. De beste ontwerpen zouden worden gebouwd. Aan de wedstrijd voor het congrespaleis deden zes ontwerpers mee. Het originele ontwerp van Libera werd als beste beoordeeld, maar werd in eerste instantie nog niet goed genoeg bevonden. In het uiteindelijke ontwerp gebruikte Libera een zuilenrij om het monumentale karakter naar voren te laten komen. De zuilenrij was echter niet enkel decoratie, maar werd gebruikt voor de ondersteuning van een diepe galerij en een groot dakterras. 7. Palazzo dei Congressi wordt gebruikt voor theaterspellen, vergaderingen en ontspanning. Al deze activiteiten komen ten goede van de culturele en toeristische voorzieningen in de stad.
Gebouwbeschouwing
Rome
267
54 Palazzo dei Congressi 8. De 14 zuilen aan de voorgevel zijn gemaakt van graniet met aan de zijkanten marmeren wanden. Verschillende vloeren in Palazzo dei Congressi zijn ook van marmer gemaakt. Directe verlichting komt binnen door glazen wanden. Kelder Ruimte voor diverse diensten voor evenementen met een oppervlakte van 800 m2. Begane grond Vergaderzaal van 750 m2 met een capaciteit van 790 zitplaatsen. Tentoonstelling van Cultuur van 1450 m2 met een capaciteit van 1500/1700 zitplaatsen. Beurshallen en receptie voor een totaal oppervlakte va 1705 m2. Een ruimte voor tentoonstelling of catering met een oppervlakte van 880 m2. Kantoren en vergaderzalen voor 20 tot 120 personen van 365 m2. Eerste verdieping - Kantoren en vergaderzalen voor 50 tot 250 zitplaatsen met een oppervlakte van 1980 m2. Tweede verdieping De tweede verdieping is een open ruimte die voornamelijk wordt gebruikt in de zomer. Openlucht theater met een oppervlakte van 920 m2. Terras die gebruikt wordt voor catering, entertainment en ontspanning van 2275 m2. Technische ruimten De technische ruimten heeft een totaal oppervlakte van 5660 m2 die verdeeld liggen over de verschillende niveaus van het gehele gebouw. Hieronder wordt verstaan: magazijnen, technische diensten, hygiënische faciliteiten en interne administratieve kantoren. Buitenruimten Ruimte met uitzicht op Piazzale Kennedy, deze is 4200 m2 groot. Dit is ontwikkeld om te worden gebruikt voor tentoonstellingen. Ruimte met uizicht op het plein Art, deze is 2000 m2 groot. Deze dient als parkeerruimte voor de mensen die aanwezig zijn tijdens evenementen. Ruimte van 1400 m2 groot die gebruikt wordt voor het laden en lossen van goederen en voor extra parkeer faciliteiten.
info:
Piazza John Kennedy 1, Rome (00144) Trein (Lijn B richting Rebibbia, uitstappen bij EUR Fermi), Metro (Lijn B; EUR Firmi) Toegang:
268
55 Stadio Olympico Ontwerper
De architect van het stadion in Rome is Luigi Walter Moretti, hij ontwierp het oorspronkelijke stadion dat “Stadio dei Cipressi” werd genoemd bij de opening in 1937. Het stadion is gebouwd in de wijk Foro Italico, waar ook het Ministerie van Buitenlandse Zaken van Italië is gevestigd. Luigi Walter Moretti werd op 2 januari 1907 geboren in een appartement aan de Via Napoleon III. Toen Moretti 18 jaar was studeerde hij aan de Koninklijke architectuurschool in Rome. Hij studeerde daar af met cum Luigi Walter Moretti laude. Een project van hem werd beoordeeld als de beste scriptie van het instituut. Na een aantal jaar te hebben geholpen als assistent van Gustavo Giovannoni, ging hij zelf meedoen aan een aantal architectonische wedstrijden. In 1937 voltooide hij de wijk Foro Italico met onder andere het Stadio Olimpico. In 1964 kreeg hij de gouden medaille voor zijn verdiensten in het onderwijs, cultuur en kunst uit de handen van het staatshoofd. Op 14 juli overlijdt Luigi Walter Moretti op het eiland Capraia, tijdens werkzaamheden aan een project. Ter gelegenheid van de civitaische Spelen van 1960 in Rome werd het gebouw “Stadio Olimpico” genoemd en in 1990 werd er een dak bovenop gebouwd voor het wereldkampioenschap voetbal in Italië. Dit werd door het architectenbureau van Hannibal Vitellozzi gerealiseerd. Hij is onder andere bekend van Palazzetto dello Sport.
The Watergate, Washington DC
Stock Exchange , Montreal
Stock Exchange Tower, Montreal
Gebouwanalyse
1. Het “Stadio Olimpico” is gelegen in de wijk dat Foro Italico heet, waar niet alleen het stadion staat, maar ook nog een aantal andere sportfaciliteiten. De straat waar het stadion aan ligt heet de “Viale dei Gladiatori’, dit is een weg op het tegenwoordige Foro Italico. Vroeger werd het Foro Mussolini genoemd, omdat hij toen politiek aan de macht was in Italië. Als je in de buurt van het Foro Italico komt, dan valt het stadion gelijk op, dat komt vooral door zijn grootte, maar ook doordat het veel licht weerkaatst. 2. Het gebouw heeft als hoofdvorm een ovaal, dit is gebruikelijk bij voetbal- of atletiek stadions. De ovale vorm volgt zo de atletiekbaan die rond het voetbalveld ligt. De veldafmetingen van het voetbalveld zijn 105 meter bij 68 meter, rondom het veld ligt een officieel erkende atletiekbaan. Het stadion is 296 meter lang en ongeveer 220 meter breed.
Gebouwbeschouwing
door: Martijn Inghels
Rome
269
55 Stadio Olympico De hoogte van het dak is ongeveer 45 meter vanaf het grondoppervlak. Opmerkelijk is dat het stadion niet overal even hoog is vanaf de grond gemeten, dat komt omdat aan de ene kant van het gebouw de grond hoger ligt dan aan de andere kant. 3. Het stadion heeft niet echt een hoofdingang, maar heeft veel verschillende ingangen om de supporters in het stadion op hun plek te krijgen. De ingangen liggen rondom het hele stadion. Deze ingangen zijn zo verdeeld dat de thuissupporters niet bij die van de tegenstanders kunnen komen. De gevel die helemaal rondom het gebouw loopt heeft geen enkele hoek die de ovaal onderbreekt. De gevel bestaat uit allemaal glazen panelen, die de dekking geven voor het gebouw tegen regen en wind. Door het glas komt veel licht naar binnen, dat is nodig om de ruimte daarachter van licht te voorzien. Verder zijn er nog vier grote betonnen spiltrappen die helemaal naar de bovenkant van het stadion lopen. Het in 1990 geplaatste dak is gemaakt van lichtgewicht teflon en glasvezel en heeft een waterdichte dekking van PVC. Het dak is niet op het bestaande stadion gebouwd, maar staat daar los van. Het hele dak heeft een eigen structuur van buizen die driehoeken vormen voor de stevigheid. De stalen structuur die het dak draagt is niet onder de waterkerende laag aangebracht, maar staat er boven. Dus het dak hangt als het ware aan de stalen structuur. Het is gebaseerd op de spanningen die ontstaan in de structuur van het dak, de ovalen ringen geven elkaar steun zodat het niet naar het midden zakt, dit principe is ook toegepast in de Millennium Dome in London. 4. Tegenwoordig zijn er nog maar drie belangrijke functies van het gebouw en dat zijn: De bekendste functie van het gebouw is als een voetbalstadion voor de twee bekendste voetbalclubs uit Rome. AS Roma en Lazio Roma, de clubs spelen allebei op het hoogste niveau van Italië. In het stadion is ook een atletiekbaan, dit is de tweede belangrijkste functie van het gebouw, in de zomer als er geen voetbal is, wordt er regelmatig een belangrijke wedstrijd in gehouden. Een groot stadion dat meer dan 72.000 mensen plaats kan bieden is ook ideaal voor grote artiesten om een concert in te houden. Afgelopen jaren zijn er concerten van Madonna, U2 en de Rolling Stones geweest. Het gebouw is na negen jaar bouwen in 1937 opgeleverd en heeft dus al het een en ander meegemaakt, het is voor een deel afgebroken en weer terug opnieuw opgebouwd. In 1990 is het dak erop gebouwd en het interieur is ook al vernieuwd om aan de eisen van de UEFA te voldoen. Het stadion was ook al eens het doelwit van een terroristische aanslag in 1993, de bom was in een busje verstopt die vlakbij het stadion werd gezet, maar ging uiteindelijk niet af. 5. De plattegrond van het
Gebouwbeschouwing
Rome
270
55 Stadio Olympico Stadio Olimpico in Rome ziet er als volgt uit, in het midden is het voetbalveld van 105 meter bij 68 meter, daar rondom ligt de 400 meter lange atletiekbaan. De atletiekbaan staat goed aangeschreven, dus mogen er grote kampioenschappen op worden gehouden. Het stadion is bijna helemaal uit gewapend beton gemaakt, behalve de buitengevel, die is van glas en de dakconstructie is van staal. De vier grote wenteltrappen aan de buitenkant van het stadion zijn op de plattegrond goed te zien in het punt waar de lange zijde overgaat in het gebogen deel. De VIP-ruimtes bevinden zich aan één van de twee langszijden van het voetbalveld. Ook is er ruimte voorzien voor de pers, die is aan dezelfde kant als de VIP-ruimtes. Dit stadion bestaat maar uit één ring, dat wil zeggen dat er geen tweede verdieping met stoelen meer is. Het is toch zo gemaakt dat er 72.698 mensen in kunnen zitten, het komt omdat de tribune lang is en steeds steiler omhoog loopt, zodat iedereen die in het stadion zit een goed uitzicht heeft en overal overheen kan kijken. In 2008 is er een grote renovatie geweest aan het gebouw met name aan het interieur. Alle stoelen die in het stadion waren aangebracht, waren versleten en moesten eruit, en er moesten weer nieuw stoelen in komen. Niet alleen aan de supporters is gedacht, maar ook de kleedkamers voor de spelers en de persruimte zijn weer volledig hernieuwd. De technische installaties zijn met de hernieuwing aangebracht zoals een aantal digitale HD schermen. Er zijn verder nog veel meer vernieuwingen uitgevoerd aan het stadion en het interieur. 6. De oorspronkelijke opdrachtgever van het eerste deel van het stadion was Mussolini, hij wilde een groot sportpark laten bouwen op het Foro Mussolini, later werd het dus Foro Italico genoemd. Het moest een sportpark worden met een voetbalstadion, zwemstadion, en een tennisstadion.Later werd het vooral door de overheid nog aangepast in overleg met de voetbalclubs en de andere organisaties die er evenementen in organiseren. 7. Voor de stad Rome is het Stadio Olimpico één van de zoveel bekende gebouwen en het Foro Italico is ook een belangrijke wijk qua sport betreft. In 1960 is er in het stadion de Olympische spelen gehouden, daarom heet het stadion nog steeds Stadio Olimpico. 1987 was het jaar waarin de Italiaanse kampioenschappen altletiek werden gehouden in het stadion. De mensen uit Italië, maar toch zeker uit Rome zijn er trots op dat ze zo een groot stadion hebben in hun stad. Het stadion staat bij de UEFA, dat is de Unie van Europese Voetbalbonden, uitstekend aangeschreven met maar liefst 5 sterren. 8. In het stadion is vooral gebruikt gemaakt gewapend betonnen constructies, deze is onderaan in het gebouw te vinden, zoals de fundering, de ondersteunende constructie en het zitgedeelte voor de supporters. Aan de buitenkant van het gebouw zijn grote glazen panelen aangebracht, zodat er veel licht bij de restaurants en bars kan komen, maar ook voor een modern uiterlijk. De dakconstructie is compleet van staal gemaakt en het waterafvoerende gedeelte van licht gewicht glasvezel en teflon.
Gebouwbeschouwing
Rome
271
56 Museo della Civilta Romana Ontwerper
Het museum is ontworpen door de architecten Aschieri, Bernardini, Pascoletti en Peressutti. Een ander gebouw van Aschieri is de Palazzina, deze is gebouwd in 1931. Peressuti heeft in samenwerking met Belgioioso, Banfi en Rogers onder andere nog de Torre Velasca ontworpen. Over de andere twee architecten is geen verdere informatie te vinden.
Gebouwbeschouwing
1. Het gebouw staat in de EUR wijk in Rome aan de Via dell’Architettura. Het staat volledig vrij van andere bebouwing. De EUR staat voor Esposizione Universale di Roma. Deze wijk ligt in het zuiden van Rome en is oorspronkelijk bedoeld om de wereldtentoonstelling van 1942 te huisvesten, door de Tweede Wereldoorlog is deze tentoonstelling geannuleerd en is een deel van de wijk niet afgemaakt. Het grootste gedeelte van de bebouwing in deze wijk stamt dan ook uit de jaren 50 en 60 van de vorige eeuw. Deze gebouwen zijn voornamelijk congresen kantoorgebouwen, woningen staan bijna niet in deze wijk. 2. Het gebouw bestaat uit twee grote gebouwen die aan elkaar verbonden zijn via een zuilenrij aan de achterkant. Hierdoor krijgen de gebouwen samen de vorm van een U. Aan de binnenkant van de U bevinden zich de hoofdingangen en een plein met de mogelijkheid om auto’s te parkeren. Het museum beslaat een totaal oppervlak van 12.000 m2. 3. In het centrum van de voorgevels, aan de pleinzijde, zijn twee monumentale entrees. Deze entrees hebben aan beide zijkanten een gigantische zuilenrij. De gevels zijn gemaakt van grote blokken donker natuursteen met enkele grote ramen. Hierboven bevind zich een laag lichtere stenen. 4. Het gebouw is na de bouw in 1939, direct in gebruik genomen als museum. Het museum staat volledig in het teken van de Romeinse beschaving. Het is gebouwd voor de wereldtentoonstelling van 1942, die zoals eerder gezegd niet doorging vanwege de Tweede Wereldoorlog
Gebouwbeschouwing door: Jasper Ludolphij
Rome
272
56 Museo della Civilta Romana 5. In het museum staan maquettes van onder andere Rome uit de derde eeuw na Chr. en Romeinse en vroeg Christelijke kunst. Binnen bevinden zich vele kamers waar de expositieruimtes zich bevinden. Ook bevinden zich in het museum gipsen afgietsels van de zuil van Trajanus. Dit maakt het mogelijk om het beeldhouwwerk van de zuil tot in detail te bekijken. 6. Het museum is in opdracht van Mussolini gebouwd. Dit is ook de reden dat het een gebouw is van dit formaat en dat het een klassieke uitstraling heeft, die heel gebruikelijk was voor Fascistische landen. Mussolini wilde laten zien hoe machtig het Romeinse Rijk was en wat de voorouders van Italië bereikt hadden, de macht over bijna heel Europa en NoordAfrika. Het gebouw is dus oorspronkelijk ook voor propaganda doeleinden gebouwd. 7. Het museum is voor de Italianen een belangrijke plaats aangezien het museum volledig is gericht op de beschaving waar Italië en vooral Rome bekend om staat, de Romeinen. Hier kunnen ze dus laten zien waar ze trots op zijn. 8. De onderlijst van het museum is gemaakt van Travertin, de muren hierboven bestaan uit grote blokken tufsteen. Tufsteen is een vulkanische steensoort die is ontstaan uit het as van de vulkaan dat is gereageerd met water en in de loop der eeuwen tot steen gevormd is. De daklijst bestaat ook uit Travertin, net zoals de grote Dorische zuilen.
info:
Adres: Piazza G. Agnelli 10 Rome Prijs: Onbekend Openingstijden: dinsdag t/m zondag 9.00-14.00 uur
273
57 Parco della Musica Ontwerper
De ontwerper van Parco della Musica is Renzo Piano. Renzo Piano is een Italiaans architect en industrieel ontwerper. Hij is geboren op 14 september 1937 in Genua en in 1964 studeerde hij af als architect in Milaan. Piano werkte samen met enkele “grote” architecten, zo start hij samen met Richard Rogers in 1971 het bedrijf Piano & Rogers, met wie hij het Centre Pompidou ontwierp. In 1977 richtte hij met Peter Rice l’Atelier Piano & Rice op. Met Rice werkte Piano samen tot 1993, wanneer Rice overlijdt. Na het overlijden van Peter Rice begint hij zijn eigen bedrijf, Renzo Piano Building Renzo Piano Workshop op te richten. Dit bedrijf groeide uit tot ongeveer 100 medewerkers. Piano was niet alleen als architect actief, maar staat ook bekend om zijn vele designontwerpen voor interieurs en keukens. Andere bekende werken van Renzo Piano zijn onder andere: Centre Pompidou in Parijs samen met Richard Rogers (1971-1977); Columbus Internationale Expositie in Genua (1985-1992); Berci 2 Shopping Centre in Parijs (1987-1990); Kansai International Airport Terminal in Osaka (1988-1994); NEMO in Amsterdam (1992-1997); Reconstructie Potsdamer Platz in Berlijn (19922000) De overeenkomsten tussen deze bouwwerken zijn de aparte, organische vormen en de stalen hoofdconstructies. Renzo Piano werkt wel met verschillende soorten gevelbekleding in deze ontwerpen.
Centre Pompidou
NEMO Amsterdam
Kansai Airport
Gebouwbeschouwing
1. Het Parco della Musica ligt in het noorden van Rome. Het is een park waarin drie gebouwen staan: een grote hal, middelgrote hal en een kleine hal. Maar dat is niet het enige, in dit park bevindt zich ook een openlucht theater (amfitheater) en zijn oude ruïnes gespaard gebleven. Verder zijn er restaurants, een prachtig muziekinstrumentenmuseum en een mooie boek- en cd-winkel. Regelmatig zijn hier interessante tentoonstellingen te bekijken. Het park is een soort scheiding tussen twee totaal verschillende wijken. De wijk Flamingo die niet veel versiering heeft en de wijk Glori waar versiering in overvloed is. De ruïne die tussen de gebouwen in ligt is van een Romeinse villa. Er werd besloten om de ruïne mee te nemen in het project en daarom is er een extra museum gekomen om de gevonden voorwerpen tentoon te stellen. De opdrachtgever was de stad Rome, in totaal heeft het project 120.000.000 dollar gekost.
Gebouwbeschouwing door: Joeri Schutte
Rome
274
57 Parco della Musica 2. De hoofd“Het Romeinse avontuur, is verrijkt door een belangrijke vorm van de drie gebouwen stedelijke dimensie: het Auditois het zelfde, rium is niet alleen een muzikale vestiging, er is ook een plein, namelijk de Santa Cecilia, mensen die er een scarawerken, en er zijn winkels, bars beevorm. De en restaurants.” totale vloerRenzo Piano oppervlakte bedraagt 82.274 m2. Het lijkt of er geen deur in de muziekgebouwen zit, maar dit komt doordat het gebouw ondergronds betreden moet worden. De nood trappen en deuren zijn wel te herkennen, deze zitten net onder de “schil” van de scarabee, iets boven de grond. Het gebouw heeft geen ramen, behalve bij de uitgegraven delen zoals de entree en het museum voor ruïnes. 3. Parco della Musica heeft geen aparte voorgevel, de gebouwen bestaan uit twee grote delen die elkaar overlappen. De delen zijn erg gebogen, het dak is zo gevormd dat er geen zijgevels te zien zijn. Er zitten geen ramen en deuren boven de grond, om zo de vorm meer tot uitdrukking te laten komen. De drie gebouwen worden ook wel de “muziek boxen” genoemd, ondermeer door de grijzige kleur. Het gebouw is te betreden vanuit een gallerij, via het amfitheater. De gevel van deze entree is totaal van glas en vormt een soort scheiding tussen twee lagen tribunes. 4. Het grootste gebouw heeft ruimte voor 2.700 personen en is bedoeld voor het geven van symfonie concerten. Het middelgrote gebouw biedt plaats aan 1.200 personen en is bedoeld voor grote orkesten, koren, ballet- en muziekvoorstellingen. Het kleinste gebouw heeft plaats voor 700 personen en is bedoeld voor “kamermuziek’, theatervoorstellingen en opera’s. Tussen deze gebouwen in ligt een multifunctioneel openlucht theater, wat plaats biedt aan 3.000. Bij de eerste graafwerkzaamheden voor het nieuwe auditorium, in september 1995, zag men al meteen de resten van een Romeinse villa. Die archeologische resten werden als museum in het gebouw ingepast, zodat de bouw verder kon zonder dat er ruïnes verloren gingen. Het gebouw is geopend in 2002. Doordat het gebouw redelijk nieuw en betrekkelijk duurzaam is gebouwd, is er nog geen onderhoud nodig/verricht aan het gebouw.
Gebouwbeschouwing
Rome
275
57 Parco della Musica 5. De ruimtes zijn zo efficiënt moge- “Het meest fascinerende lijk ingedeeld, zodat er veel mensen avontuur voor een architect is in het gebouw gehuisvest worden. dat van het construeren van Dit heeft er niet aan afgedaan dat een concertzaal. Het is zelfs de zaal grote dakoverspanningen misschien leuker dan voor een vioolbouwer om een viool te zou krijgen, de constructie is hier maken. In dit project krijgt dan ook op gebaseerd. De gebruikte muziek de meeste aandacht: materialen van de constructie zijn het werken met de akoestiek hout en staal. De hoofdconstructie en het werken met muzikanis van staal, maar aan de buitenten.” Renzo Piano kant is vooral hout toegepast omdat de bekleding hier beter op aansloot. De structuur van het dak bestaat voornamelijk uit een huiden structuur. De bekleding wordt gedragen door samengestelde houten platen, die op hun beurt gedragen worden door dikke houten balken die verankerd zitten aan de stalen hoofdconstructie. Aan de houten balken zijn tevens de akoestische panelen bevestigd. Onder de “buitenschil” zitten muren van metselwerk. Opmerkelijk is dat de staalconstructie van het dak door dat metselwerk wordt gedragen, waardoor er een zware fundering nodig was. Voor het interieur is veelal hout gebruikt, zowel in de gevel bekleding als in het meubilair. Hout is gekozen omdat het goed past bij de akoestiek. De panelen aan het dak zijn beweegbaar en kunnen zo aangepast worden aan elke soort muziek. De stoelen zijn veelal vaste stoelen met rode bekleding. Omdat in het gebouw geen ramen zijn verwerkt is er bij gebruik constant kunstlicht nodig. Hiervoor zijn dan ook voldoende lampen opgehangen. 6. De opdrachtgever van Parco della Musica was de stad Rome. Het belangrijkste thema in het programma van eisen was dat de zalen geschikt zouden zijn om veel bezoekers te ontvangen. Doordat een gebouw van deze grootte niet in de binnenstad zou passen, is er uitgeweken naar het noorden van Rome. Hier was alle ruimte te benutten. Het terrein is niet zomaar gekozen, op het grondgebied waar nu het auditorium staat, heeft onder andere het Olympisch dorp gestaan voor de Spelen van 1960. De Palazzetto della Sport en het Flamingo Stadion
Gebouwbeschouwing
Rome
276
57 Parco della Musica staan er nu nog steeds in de buurt. 7. Rome wilde al lang een nieuwe concertzaal, voorgaande concertzalen konden niet meer als volwaardig worden beschouwd omdat hier te weinig mensen in konden. Door hout als een van de basis elementen van dit gebouw te gebruiken werd er veel aan Plattegrond Sala Santa Cecilia de ecologische aspecten gedacht, zo is het erg milieuvriendelijk. Het gebouw is dan ook ontworpen “met muziek in het achterhoofd”. Zo heeft Renzo Piano hier jarenlange ervaring mee en in het ontwerp heeft hij zijn materialen aangepast aan de muziek. Hier zijn vele studies aan vooraf gegaan. 8. In het gebouw is enorm veel hout gebruikt. Hout is door de goede akoestische eigenschappen immers bijzonder geschikt als interieurafwerking voor concert- en theaterzalen. De vloeren, wanden en akoestische plafonds van de zalen zijn afgewerkt met welvend kersenhout. De kersenhouten panelen dienen om de geluidsgolven goed over de zaal te spreiden. Het hout in de constructie komt uit Scandinavië, en het bestaat uit meerdere lagen. De dakbedekking van het gebouw is van lood, dit is inmiddels al een beetje verkleurd. Het kleurverschil (van grijs tot groen) komt door de inwerking van zon en regen. Door de toepassing van deze bouwmaterialen ontstaat er precies het beeld wat de architect voor ogen had, zo is het binnen een gezellige, warme sfeer (door het donkere, bruin/rode hout). Buiten komt het beeld van muziek naar voren in vorm van het gebouw en de bekleding die als muziek boxen kunnen worden gezien.
info:
Viale Pietro de Coubertin 15, Rome, Bus (lijn 910, 53, 217, 231, 2 en lijn “M”) Toegangsprijs: < 26 jaar: 5,00 euro pp. > 65 jaar: 7,00 euro pp. Vol tarief: 9,00 euro pp. Openingstijden: Tijdstip van voorstellingen, Vrij - Za: 11:00 - 20:00, Zo: 10:00 - 20:00
277
58 Dio Padre Misericordioso Ontwerper
Richard Meier werd geboren in Newark, New Jersey in 1934. Hij sturdeerde af op de Cornell Universiteit in 1957, waarna hij met verschillende architecten heeft gewerkt zoals Skidmore, Owings, Merril en Marcel Breuer. In 1963 heeft hij zijn eigen praktijk opgericht. Deze praktijk hield zich onder andere bezig met (particuliere)woningen, museA, high-tech en medische faciliteiten, commerciële gebouwen en belangrijke gebouwen zoals rechtbanken en gemeentehuizen in de Verenigde Staten en Europa. In 1984 heeft Richard Meier, als jongste architect ooit, de Pritzker architec- Richard Meier tuur Prijs gewonnen. Deze prijs winnen word in het beroepsveld gezien als de hoogst haalbare eer en word vaak vergeleken met de Nobel Prijs. In hetzelfde jaar word Richard Meier gekozen tot de architect voor de prestigieuze commissie om het één miljard dollar dure Getty Center in Los Angeles, California te ontwerpen. Richard Meier staat onder andere bekend vanwege zijn ontwerp voor het stadhuis van Den Haag genaamd “Het Ijspaleis” en het “Douglas house” in Harbour Spring, Michigan. Maar hij staat ook bekend door vele andere bouwwerken die hier niet zijn genoemd. Richard Meier staat bekend als een modernistische architect. In de figuren 2, 3 en 4 zijn al de duidelijkste kenmerken te zien van zijn stijl, de witte uitstraling en de strakke vormen. De basis van zijn ontwerpen wordt gevormd door geometrische vormen, de plattegronden van zijn
Getty Centre
Ijspaleis
Douglas House
gebouwen zijn vaak gebaseerd op vierkanten en cirkels. De gebouwen zijn dan ook duidelijk gestructueerd en geordend. Belangrijk in de maatvoering van zijn gebouwen is de menselijke maat. Als materiaal gebruikt hij vaak aluminium panelen en witte pleisterkalk. Licht is voor Richard Meier zeer belangrijk. Hij probeert zijn ruimtes vorm te geven door middel van (dag) licht. Een gevolg van Meiers aandacht voor licht is dat hij strikt is in zaken die de lichtinval kunnen beïnvloeden. Zo mogen er niet overal schilderijen worden opgehangen, want dan reflecteerd de muur niet meer, en ook zonneweringen mogen niet overal geplaatst worden zodat bewoners soms met zonnebrillen binnen zitten. Het grote voorbeeld van Richard Meier is Le Corbusier. Meier heeft deze architect in de jaren 50 ontmoet in één van zij reizen door europa. Le Corbusier introduceerde: ontbreken van ornamenten, overheersing van geometrie in de vormgeving en
Gebouwbeschouwing
door: Danny Konopinski
Rome
278
58 Dio Padre Misericordioso platte daken. Meier voegde hier een aantal elementen aan toe : Het ontbreken van kleur, toepassing van grote glasvlakken, toepassing van functieloze voorzetwanden, asymetrie in vormgeving van de gevels en de verschuiving van horizontaliteit naar verticaliteit.
Gebouwbeschouwing
1. De Dio padre misericordioso staat op een platte, driehoekige locatie in Tor Tre Teste, een buitenwijk van de stad Rome. De kerk staat temidden van een woning complex, naast een publiek park. Het complex van 10.072 vierkante meter, bevat zowel een kerk als een gemeenschapscentrum, aaneengesloten door een atrium van vier verdiepingen. Het heilige gedeelte ligt aan de zuidkant van het gebouw, waar het schip zich bevindt. In het noorden bevindt zich de gemeensschapscentrum. Voetgangers naderen het gebouw van het woningscomplex in het oosten, en van de parkeerplaatsen in het westen. 2. Aan de bovenaanzicht zijn duidelijk de geometrische vormen te zien, die als basis voor het concept werden gebruikt. De proporties van het complex zijn gebaseerd op een serie van verplaatste vierkanten en vier cirkels. Drie cirkels van even grote radius creeëren de profielen van de drie schillen die, samen met de middenschil in tegenovergestelde richting gebogen, het lichaam van het gebouw vormen. De drie schillen of zielen verwijzen discreet naar de heilige drie-eenheid. De schillen meten 17,07 meter tot maximaal 26,82 meter (gemeten van de grond). 3. De gevels zijn opgesteld uit witte betonnen schaalconstructies, als betonnen zeilen, en ook in beton uitgevoerde vierkante delen. Daartussen zitten glazen wanden. In de gevel zitten ook de klokken verwerkt. Het gebouw heeft ook meerdere balkons. Het dak heeft een aantal vormen, grof verdeelt maakt het gebouw gebruik van schuine en platte daken. Het entree zit aan oostkant van het gebouw, het entree word herkent door de overkapping aan de glazen wand tussen de meest aan het oosten liggende schillen. Om het gebouw te betreden moet er door twee witte, naar binnen draaiende deuren, een hal en dan door 2 schuifdeuren gelopen worden. Het gebouw heeft afgezien van de grote glazen wanden, met akoestische houten kozijnen ook gewone ramen, in de spouwmuur maar ook in de binnenmuren. 4. Het gebouw dient als een Rooms Katholieke kerk. Hier vinden dus huwelijken, begrafenissen, missen, herdenkingen etc. plaats. De kerk is pas in 2003 in gebruik genomen, ondanks de naam “The jubilee church”. De kerk biedt ruimte aan 8000 mensen in de directe omgeving, en eventueel aan de 25000 mensen uit een grotere omgeving van Tor Ter Treste. De kerk is gebouwt in opdracht van paus John Paul II in gelegenheid van zijn 25-jarige jubileum als hoogpriester. De kerk is in een nieuwe staat aangezien het gebouw nog in deze eeuw is gebouwd. Mede dankzij de witte verf, die verder word besproken in punt 8, blijft het gebouw in deze staat en behoudt het gebouw zijn witte kleuren.
Gebouwbeschouwing
Rome
279
58 Dio Padre Misericordioso 5. Op de plattegrond van de kerk zijn duidelijk de schillen te zien, en de duidelijke onderscheidt tussen de vierkante en ronde vormen. De constructie is gebaseerd op het concept van 3 gelijke cirkels naar elkaar. De drie schijven zijn als het ware uit een bol gesneden en op die drie cirkels gelegd waardoor de zeilen zijn ontstaan. De zeilen bestaan uit panelen die in twee richtingen gebogen zijn. De kerk biedt in het middenschip 240 zetels en daarnaast nog 24. In het middenschip zijn er drie rijen bankjes, elke rij biedt dus ruimte aan 80 mensen. Achter het altaar is nog een hoekige constructie gemaakt met een kruis erop. Achter deze constructie is veel lichtinval. Verder is via het dak nog veel lichtinval. 6. Het gebouw dat gereäliseerd zou worden was het gebouw met de door het Vaticaan verkozen schetsen. Het ontwerp van Richard Meier werd hieruit gekozen en moest niks aanpassen of veranderen. Meer vrijheid kan een architect bijna niet wensen. Wel moest er een traditionele indeling tussen het altaar en de kapel gereäliseerd worden. 7. De kerk is al een iconische belichaming van hedendaagse architectuur in een van de meest historische steden van de wereld. Mede dankzij dit gebouw heeft de ontwerper de Pritzker architectuurprijs gewonnen. Het gebouw is wel een architectonisch hoogstandje en word dus regelmatig bezichtigd en gefotografeerd door bezoekers en bewoners van Rome. 8. De vloer, het altaar, de stoel van de priester en de preekstoer zijn in steen uitgevoerd. Alleen de kerkbanken zijn uitgevoerd in hout. De schillen en de wanden zijn uitgevoerd in beton. Ook is het gebouw verstevigd met staal, zoals stalen balken. De kerk is volledig in het wit uitgevoerd. Het meest apparte bouwmateriaal van de kerk is het cement die is toegepast. Deze moest wit blijven in het bijzijn van de vervuilende gassen van de stad, zoals de uitlaatgassen. In het beton zit Titaandioxide, deze is vooral bekend als witmaker. Het is een anorganisch pigment met zeer uitlopende toepassingen, van tandpasta tot verf, van textiel tot beton. Titaandioxide is een delfstof, die in verschillende kristalvormen kan voorkomen. Één van de minder voorkomende kristalvormen (anatase) heeft de bijzondere eigenschap fotokalytisch te zijn. Bij bestraling door UV-licht kan dit titaandioxide de katalysator zijn voor een elektrochemisch proces,waarbij enerzijds organische verbindingen door oxidatie worden afgebroken en anderzijds het oppervlakte hydrofiel wordt. Dat is een prachtige combinatie, want zo kunnen de afgebroken organische vervuilingsproducten door het (regen)water worden weggespoeld. Het bedrijf dat de verf voor de kerk heeft ontworpen is Italcementi. Italicementi forceerde zijn researchinspanningen om een inovatief cement te kunnen toepassen in de kerk.
info:
Via Francesco Tovaglieri, Tor tre Treste, Rome winter: doordeweeks 09:00 - 18:00, zomer: doordeweeks 09:00 - 18:30, vakanties: 09:00 10:00 en 11:30 - 18:30
280
59 Biblioteca Università Lateranense Ontwerper
De Lateraanse bibliotheek is ontworpen door het architectenbureau King Roselli Architetti. Dit architectenbureau is opgericht in 1997 door Jeremy King en Riccardo Roselli. In 2005 is er nog een derde partner bijgekomen, Andrea Ricci. Het gebouw dat in deze analyse wordt besproken is ontworpen door Riccardo Roselli, geboren in Rome (Italië) op 15 januari 1963. Roselli heeft gestudeerd aan de Università “La Sapienza”, in Rome van 1984 tot 1990, waar Riccardo Roselli hij is afgestudeerd. Hij heeft kort voor de architecten Manfredo Nicoletti en Massimialano Fuksas gewerkt, voordat hij zijn eigen bedrijf begon in 1991. Dit bedrijf is uitgegroeid tot King Roselli Architetti. Naast de Lateraanse bibliotheek heeft het bedrijf King Roselli Architetti nog andere bouwwerken ontworpen zoals: Hotel Es (2003), Sheration Malpensa Hotel (2005) en het Ripa Hotel (1993).
Hotel Es
Sheration Malpensa Hotel
Ripa Hotel
Gebouwbeschouwing
1.De bibliotheek is onderdeel van de Lateraanse universiteit. Het gebouw bevindt zich dicht bij het oude Colosseum, hemelsbreed net één kilometer. Een ander beroemd gebouw, de Basiliek van San Giovanni, gebouwd in de derde eeuw na Chr., is er ook maar enkele meters van verwijderd. De nieuwe leesruimte/bibliotheek bevindt zich bij de al bestaande Lateraanse universiteit/bibliotheek. Dit is één van de gesponsorde instituten van het Vaticaan. Deze universiteit is gebouwd tijdens het Fascistische tijdperk in 1930. Het originele bouwwerk heeft een plattegrond in de vorm van een “E’, bestaande uit drie vleugels. Om de nieuwe leesruimte te kunnen bouwen moest er eerst een oud portiek worden gesloopt. Het nieuwe gebouw staat dus tegen de bestaande universiteit aan. 2. Het gebouw lijkt op een wankele stapel boeken, dit komt doordat er verschillende taps toelopende gevelopeningen in het gebouw aanwezig zijn. Het idee is gebaseerd op gestapelde elementen die dreigen te vallen, aldus de architecten Jeremy King en Ricardo Roselli. Het is niet voor niets dat het gebouw ontworpen is door het architectenbureau King Roselli. Het bureau had met het Hotel ES al een goede reputatie in de stad Rome opgebouwd. Ze werden na realisatie van dit Hotel in een bekend rijtje van architecten geplaatst zoals Rem Koolhaas en Richard Meier. Het gebouw beslaat een oppervlakte van 2000 m2. Van Vaticaanse autoriteiten mocht het nieuwe bouwwerk niet hoger worden dan de bestaande drie gebouwen, alleen de achtermuur van de leesruimte mocht enkele tientallen centimeters boven de bestaande lift uitsteken.
Gebouwbeschouwing door: Jeroen Mesu
Rome
281
59 Biblioteca Università Lateranense Het project bevatte naast de grote nieuwbouw nog enkele werkzaamheden zoals: het opknappen van de aula en het plaatsen van een kleine boekenwinkel. 3. De gevels van de nieuwe leesruimtes zijn bekleed met dezelfde lange smalle bakstenen als het oude gebouw en omdat er dezelfde strakke eenvoudige lijnen zijn toegepast, passen de gebouwen goed bij elkaar. Toch ziet het nieuwe gedeelte er moderner uit. Dit komt onder andere doordat de gevelelementen als het ware zweven in de lucht, zo ontstaat er een modern 21-eeuws bouwwerk. De raampartijen zorgen er ook voor een moderne look. Dit komt doordat de ramen diep in de gevel zitten en als het ware rondom het gebouw zijn gewikkeld. 5. Binnenin ziet het gebouw er speciaal uit, er is een stelsel van rechtlijnige vloeren in een spiraalvorm die de leesruimten op ingenieuze wijze met elkaar verbinden. Door zoveel verschillende ruimtes met elkaar te verbinden zonder dat er een “kastachtig” geheel ontstaat, zijn de architecten erin geslaagd om een speelse en lichte binnenruimte te creëren. De “hellingbaan” is gemaakt van betonnen platen en is bekleed met mahonie planken, de randen zijn afgewerkt met de natuursteen Travertin. De leuning is gemaakt van doorzichtig glas, en is opgebouwd uit meerdere glasplaten die aan elkaar zijn gekoppeld. Op de hellingbaan staan veel op maat gemaakte bureaus (ontworpen door King Roselli en gemaakt door Claudio Devoto) deze zijn gefabriceerd van hetzelfde mahoniehout als de bekleding van de hellingbaan. Als je vanaf de hellingbaan over de bureaus en de leuning heen kijkt naar de andere kant van het gebouw, lijkt de ruimte veel groter dan hij werkelijk is. De raampartijen zijn scheef in de gevel geplaatst zodat er zo op ieder punt van de hellingbaan een prachtig uitzicht ontstaat. Zo zie je op het ene moment de Barokke portiek van de Basiliek (aan de overkant van de straat), een paar stappen verder zie je de Romaanse hemel, en nog wat verder komt de doopkapel te voorschijn. Het is een hele prestatie om deze mooie uitzichten te creëren, zonder dat de vloeren in de ramen weerkaatsen. Er zijn twee ingangen: één voor de “gewone” bezoekers (de hoofdingang), de andere is voor de studenten. De hoofdingang bevindt zich aan de straatkant en is duidelijk te herkennen aan de relatief grote gevelopening. De ingang voor de studenten bevindt zich in het oude gebouw aan de achterkant en is te bereiken via een simpele trap. De architect heeft voor deze oplossing gekozen omdat er anders nog een extra ingang aan de straatkant nodig was. De universiteit onderhoudt een verzameling van 600.000 boeken, waarvan sommige afkomstig zijn uit de zestiende eeuw. De meeste teksten/boeken gaan over canoniek recht, filosofie en theologie. Er zijn ook vele teksten die in ondergrondse kamers worden bewaard. Deze kamers zijn onlangs gerestaureerd en voorzien van brandmeldsystemen en tem-
Gebouwbeschouwing
Rome
282
59 Biblioteca Università Lateranense peratuur-vochtigheids regelaars. Daarnaast worden er ook nog 25.000 teksten in een beschermde omgeving bewaard. Dit wordt gedaan om de teksten in optimale conditie te behouden. In de nieuwe bibliotheek/leesruimte zijn er 70.000 boeken vrij beschikbaar voor geïnteresseerde lezers, deze wel zijn afgeschermd door brandwerende deuren. Van veraf lijken de boekenkasten op een verticale aaneengesloten eenheid, waar het gebouw als het ware op steunt. Dit is echter niet het geval. De draagconstructie bestaat uit een stalen frame ondersteund door betonnen pilaren, deze betonnen pilaren zijn vanaf de binnen en buitenkant te zien. Dit constructie-systeem ondersteunt niet alleen het gehele gebouw, maar zorgt er ook voor dat de gevels “zwevend” kunnen worden toegepast. 6. De opdrachtgever van het project was Rino Fischella, een bekende Italiaanse geestelijke en aartsbisschop van de Rooms-Katholieke kerk. Hij is geboren in Cordogna (Rome) op 25 februari 1951. In heel zijn leven is Fischella nauw betrokken geweest bij de pauselijke universiteit. De aartsbisschop is er onder andere gepromoveerd aan de universiteit. Jaren later in 2008 heeft paus Benedictus XVI hem gepromoveerd tot titulair aartsbisschop. In de initiatieffase van het bouwwerk had de directie een ruime accommodatie voor ogen. Er zouden onder andere 120 bureaus komen te staan, een opslag van 70.000 boeken en 750 rekken voor tijdschriften. 7. Vergeleken met de bouwwerken die rondom de leesruimte/ bibliotheek staan, is het bouwvolume redelijk groot. Het gebouw valt wel op: dit komt vooral door de architectonische vormgeving, omdat deze compleet anders is dan de rest. De bibliotheek heeft een bepalende factor in het aanzicht van de omringende gebouwen. Als je voor het gebouwencomplex staat springt het nieuwe bouwwerk er echt uit, een zogenaamde “eyecatcher”. 8. Voor de bouw zijn er twee materialen erg belangrijk geweest namelijk: beton en (wapenings) staal. Beton is onder andere gebruikt voor de hellingbanen. Staal is toegepast in het beton als wapeningsstaal, maar in de draagconstructie is er ook staal verwerkt. Er zijn vele kartonnen modellen gemaakt, allemaal met verschillende gevelaanzichten. Het uiteindelijke resultaat ziet er misschien speels uit, maar voldoet wel aan zijn doel namelijk: laat tweeduizend vierkante meter eruit zien als twintigduizend vierkante meter. Prijzen: ANCE-InArch nationale prijs voor het beste nieuwe gebouw van 2008 en een speciale vernoeming tijdens de The Gold Medal Prize for Architecture in Milan Triennale 2009.
info:
Piazza San Giovanni in Laterano 4, Rome (00120) Openingstijden: Werkdagen 08:30 - 18:45
283
60 Il Palazzetto di Bianco Ontwerper
Il Palazzetto di Bianco(Het witte paleis) is ontstaan tussen een samenwerking van een architect en een psychiater/beeldend kunstenaar, namelijk Paola Rossi en Massimo Fagioli. Paola Rossi is afgestudeerd als architect. Met architectuur kon Paola Rossi haar fantasie werkelijkheid laten worden in de vorm van gebouwen en maakte vooral gebruik Poala Rossi van nieuwe vormen. Rossi vond het belangrijk dat Massimo Fagioli ze elke keer aan een nieuwe uitdaging kon beginnen en een ontwerp kon afleveren met een goed achterliggende gedachte. Paola Rossi heeft de orde van Architecten van Areaconcorsi Roma gecreëerd en meer dan 7 jaar gecoördineerd. In 1997 bestonden er nog geen architectuurwedstrijden in Italië en zij heeft er voor gezorgd dat deze er wel kwamen. Door getuige te zijn van deze wedstrijden in andere landen, zijn deze door Paola Rossi ook in Rome georganiseerd. Ze vond dat met deze wedstrijd het belangrijke aspect van architectuur weer naar voren kwam in Rome, namelijk het creëren van ruimtes. Drie andere ontwerpen van haar zijn het Scheda Progetto in Rome, het Piazza Iliria in Durres en de herontwikkeling van het park in Santa Marinella.
Herontwikkeling park , Santa Marinella
Piazza Iliria, Durres
Scheda Progetto, Rome
Massimo Fagioli is een Italiaanse psychiater en beeldend kunstenaar die afgestudeerd is in Geneeskunde aan de Universiteit van Rome. Hij is gespecialiseerd in neuropscychiatrie en heeft gewerkt in psychiatrische ziekenhuizen in Venetië en Padua. Fagioli heeft verschillende boeken geschreven die in het algemeen een psychische analyse van de menselijke gemeenschap bevatte. Een onderzoek van de vorming van mentale beelden leidde de laatste jaren tot een meer concrete aanwezigheid van hem in de verschillende kunstvormen. Dit leidde tot samenwerkingen op de gebieden van film, beeldende kunst en architectuur. Een van deze samenwerkingen was dus met de architect Paola Rossi naar aanleiding van een project. Il Palazzetto di Bianco is hier het resultaat van.
Gebouwanalyse
1. Il Palazzetto di Bianco is een appartementengebouw gelegen in Rome aan de straat Via San Fabiano in de wijk Piccolomini. Het gebouw staat aan de rand van de wijk, aan de groene heuvels van Rome. Hierdoor krijgt het witte gebouw een mooie uitstraling tegenover natuur. Door de witte kleur van het
Gebouwbeschouwing
door: Jordy de Feijter
Rome
284
60 Il Palazzetto di Bianco gebouw springt het gebouw er mooi uit en valt het goed op in de omgeving. 2. Het gebouw staat op een driehoekig perceel van 895 vierkante meter. Il Palazzetto di Bianco heeft een lengte van 23 meter en een breedte van ongeveer 10 meter. Het gebouw heeft een vloeroppervlakte van 826 vierkante meter en een ondergrondse parkeergarage van 13 vierkante meter. Deze parkeergarage is direct onder het gebouw gelegen. Wanneer er van boven af op het gebouw gekeken wordt, is er te zien dat het gebouw een hoofdvorm heeft van een rechthoekige driehoek. De vorm van het gebouw is hier dan een abstracte variant van de rechthoekige driehoek. Wanneer er naar de gevels gekeken word heeft het gebouw afwisselend verschillende rechthoekige vormen met een schuine afwijking. Deze verschillende vormen maken het gebouw bij elk aanzicht zo bijzonder. 3. Il Palazzetto di Bianco heeft drie totaal verschillende gevels. Rossi en Fagioli hadden het doel om met deze gevels een gevoel en gedachte te weergeven. Door de verschillende gevels met een regulier patroon zijn diversiteit en fragmentatie de woorden die betrekking hebben op de buitenkant van het gebouw. Dit wil zeggen dat de gevels verdeeld zijn in kleine stukjes en er verschil, maar ook overeenkomsten in de gevels te vinden zijn. Er is een echte avant-garde collage gecreëerd. Avant-garde is een term die gebruikt word voor kunstenaars die nieuwe vormen gebruiken en afwijken van de gebruikelijke toegepaste vormen. De voorgevel staat naar het oosten en is een hoge muur. De muur geeft een stevige,dicht en vast gevoel en heeft ramen die geplaatst zijn in een regelmatig patroon. Dit komt overeen met het slaapgedeelte van de appartementen. De voorgevel is in de lengte richting een lichtgebogen lijn. In de gevel is een “stukje” gevel naar binnen gebogen. Deze opening geeft de toegang van het gebouw weer. De achtergevel geeft uitzicht op de groene heuvels van Rome. Deze gevel geeft de horizontaliteit van het gebouw weer en heeft gladde, strakke en lange lijnen. Deze “lijnen” zijn de balkons en de glazen partijen van de appartementen in het gebouw. De gevel geeft het woongedeelte van het gebouw weer. De zijgevel is de aansluiting tussen de voor- en achtergevel en is een neutraal, lineair, wit oppervlak. 4. Il Palazzetto di Bianco bestaat uit tien appartementen met grote glazen galerijen en bal-
De meeste gebouwen hebben vier of meer gevels, deze heeft er drie
Gebouwbeschouwing
Rome
285
60 Il Palazzetto di Bianco “Italië is een land dat rijk is aan geschiedenis en architectuur. De kwaliteit en de harmonie van de ruimtes, de schoonheid van de gebouwen is met elke stap om je heen te vinden in de historische centra van onze steden. Maar deze historische identiteit was niet voorbereid om een zekerheid van kracht te worden, terwijl in andere Europese steden de relatie met de architectuur moediger is. Ik vraag me af of scholen en academies zich afvragen waarom dit gebeurt.”
kons. Het gebouw is ontstaan uit een project waarbij Massimo Fagioli samengewerkt heeft met Paola Rossi. Fagioli en Rossi waren in die periode getrouwd met elkaar. Het gebouw is door het stel ontworpen gedurende de jaren 1990 tot 1991. De combinatie van een architect en een psychiater/beeldend kunstenaar zorgen voor een zeer ongewoon, verrassend, ongebruikelijk en primitief ontwerp. Het is pas gebouwd in de periode van 2004 tot 2005. De oorzaak hiervan was de eindeloze, complexe planning en juridische kwesties waarmee de voorbereiding te maken kreeg. Het realiseren van het ontwerp was namelijk heel moeilijk door de uitstraling en vorm van het gebouw en het had daarom nog heel wat voeten in de aarde voordat het gebouwd kon worden.
5. Het gebouw bestaat van binnen uit een middengedeelte met aan weerszijden een appartement. In dit middengedeelte bevindt zich de hal, het trappenhuis en de schacht van de lift. In totaal heeft het gebouw vijf verdiepingen met twee appartementen per verdieping. De appartementen gelegen aan de westkant van het gebouw zijn kleiner dan de appartementen aan de oostkant van het gebouw. Aan de noordkant van het gebouw bevinden zich de balkons en de glazen galerijen. Deze glazen “wanden” zorgen voor veel lichtinval aan de noordkant van de appartementen en compenseren het lichtinval van de kleine ramen in de voorgevel.
Paola Rossi
6&7. Het project, waarvoor het ontwerp ontworpen is, was een cultureel uniek collectief onderzoek. Bij het project was het creatieve proces van de architectuur en het ontwerpen erg belangrijk. Het onderzoek laat als het ware een traject tussen architectuur en taal zien. De architect kan hier omschreven worden als een soort tolk. De architect zorgt er voor dat het gebouw een bepaalde uitstraling heeft, een bepaald gevoel en gedachte oproept. Het project had de naam “De moed van beelden” en werd uitgevoerd door een groep van meer dan 70 Italiaanse architecten over de ideeën en ontwerpen van Massimo Fagioli. Dit project is omschreven in het boek van Massimo Fagioli, dat de zelfde titel draagt als het project. Het project werd gesponsord door het Ministerie van Buitenlandse zaken van Italië en is in vele hoofdsteden tentoongesteld. 8 Het gebouw is opgetrokken in gewapend beton en stalenskeletbouw. De stalen balken zorgen ervoor dat de uitzonderlijke vormen van het gebouw mogelijk zijn en de overspanningen van de balkons mogelijk zijn. De overspanningen van de balkons worden namelijk bij elke opgaande verdieping wat groter. Dit is goed te zien op het zijaanzicht van het gebouw. De voorgevel is van robuust cement en is gelaagd met een heldere witte coating. De vorm van de plattegrond is driehoekig
info:
Piccolomini(wijk), Via San Fabiano Rome Korte loopafstand vanaf Sint Pieter plein en vanaf metro- en tramstation S. pietro
286
61 Nederlandse Ambassade Rome Architect
Architectenbureau Cepezed is opgericht door Michiel Cohen, Jan Pesman en Rob Zee. Het architectenbureau dankt zijn naam aan de samenstelling van deze drie architecten. Cepezed doet onder andere architectonisch ontwerpen, projectontwikkeling en integrale bouwmethodiek. Ook op het gebied van infrastructuur, interieur en stedenbouw is men actief. Een door Cepezed opgericht eigen bureau zorgt voor de uitvoering van diverse eigen projecten. De stichters van het architectenbureau CepeJan Pesman zed, Jan Pesman, Michiel Cohen en Rob Zee, leren elkaar kennen tijdens hun opleiding bouwkunde aan de Technische Universiteit in Delft. In 1973 wordt het bureau opgericht. Echter, na een paar jaar verlaat Rob Zee het bureau. De lege plek die ontstaat word ingenomen door de tot dan toe werkzaam als redacteur en vormgever van verschillende designtijdschriften Jan Pesman. Cohen was voor dat hij bij het architectenbureau komt aan het werk in Australie. Daar werkte hij aan het ontwerp, de ontwikkeling en de marketing van systeemkeukens. Tussen 1976 en 1978 vervult hij ook een taak als directeur van de Zweedse bouwvoorlichting in Nederland. In 2005 komt ook Ronald Schleurholts bij het architectenbuPesman, Schleurholts,Cohen en Zee reau, die tot dan al zes bij jaar bij Cepezed werkzaam is. Het uitgangspunt in de werken van Cepezed is een bewuste, efficiente werkwijze, waarbij een minimum aan materiaal essentieel is. Daar neemt een staalskelet een belangrijke rol in, met daartussen lichte wanden van sandwichpanelen in combinatie met glas. Ook hout en prefab elementen zijn veel gebruikte materialen die kenmerkend zijn voor de visie van het bureau. Vele verschillende gebouwen met uiteenlopende functies, zoals kantoorpanden, woningen, expositiegebouwen, onderwijsgebouwen en sportcentra staan op de naam van Cepezed. Buiten nieuwbouw richt het bureau zich volledig op verbouwingen, renovaties en herbestemmingen. Enkele van de bekendere projecten van het bureau zijn het (eigen) kantoor Cepezed/Wubbe in Delft(uit 1999), het Porsche Zentrum Zuffenhausen in Stuttgart (uit 2000) en de indoor kartbaan Race Planet in Delft (tevens uit 2000)
Indoor kartbaan Race Planet, Delft
Porsche Zentrum Zuffenhausen, Stuttgart
Gebouwbeschouwing door: Joost Lammerts
Kantoor Cepezed/Wubbe, Delft
Rome
287
61 Nederlandse Ambassade Rome Gebouwanalyse
1. Op de satellietfoto komt naar voren waar de Nederlandse Ambassade zich bevindt. Het ligt aan de Via Michele Mercati, waar ook de Israelische ambassade zich genesteld heeft. De Nederlandse ambassade heeft een bruto vloeroppervlakte van 1300m2. Dat is gemakkelijk na te trekken vanwege de vierkante vormen die de Nederlandse ambassade rijk is. Echter hierbij is wel belangrijk dat het niet één vierkante “doos” is ,maar het een variabele hoogte heeft. Ook de gevel heeft zijn invloed op de bouwmassa, zo laat de voorgevel van de ambassade zowel een robuuste als elegante indruk achter. Balkons en raampartijen zijn allebei opgenomen in de gevel en versterken het contrast tussen robuust en elegant. Een in Renaissancestijl gebouwde stadvilla uit 1929 was lange tijd de vestigingsplaats voor de Nederlandse ambassade. Na enkele jaren waarin kleine renovaties plaatsvonden is er uiteindelijk besloten om het gehele complex te renoveren. Dat werd in 2005 door Cepezed in gang gezet en in 2007 opgeleverd. 2. Het gebouw bestaat uit een gerenoveerd deel en uit een nieuw deel. Het gerenoveerde deel heeft qua detaillering veel meer inhoud dan het nieuwe deel. Met name in en rond het balkon is het allemaal erg uitgewerkt. Het nieuwe gedeelte is voorzien van uit de toon vallend materiaal wat het daarom weer heel speciaal maakt. Eenvoud in vorm is de basis waar Cepezed voor staat en ook in dit gebouw komt dat helemaal naar voren. Het zijn namelijk vierkante blokken die verschillend zijn van vorm maar door het bureau tot een geheel gesmeed zijn. Het gebouw heeft een grondoppervlakte van 1300m2. Het nieuw aangebouwde deel is voorzien van weinig detaillering in de gevel. Daardoor komt het gedeelte dat gerenoveerd is optimaal naar voren. Dit is een wit in Neoclassicistische stijl gebouwd gebouw met vierkante ramen, met daarboven een enkele keer een ronde boog. Dit is het geval bij de balustrade aan de voorkant. Verder bevat de gerenoveerde stadsvilla een overhellende dakrand die om het gebouw heen loopt. 3. De entree in het nieuwe gedeelte geplaatst, een gedeelte dat qua detaillering niet de meeste aandacht moet trekken. Vandaar dat de entree dus ook maar bijzaak is. De ramen zijn over het algemeen ook maar bijzaak. Een hoogstaand architectonisch detail zijn de luiken die aan de ramen bevestigd zijn. Deze zorgen dat het niet “saai” is, door het reliëf en
Gebouwbeschouwing
Rome
288
6§ Nederlandse Ambassade Rome de schaduwwerking. De in het gebouw aanwezige deuren zijn gemaakt van glas, een veelgebruikt materiaal in het gebouw dat zorgt voor doorgang van licht. 4. Een deel van de stadsvilla uit 1929 is na de restauratie in 2006 nog voor een deel het onderkomen van de ambassade. Op de plek waar de nieuwbouw staat was vroeger het andere gedeelte van de stadsvilla. Deze De luiken was ondanks enkele ingrepen niet bewoonbaar. vanwege onderhouds- en beheerproblemen van de installaties was de economische levensduur voorbij. Daarom werden er in 2006 stappen ondernomen om de rijk gedecoreerde, in Renaissancestijl gebouwde stadsvilla voor een deel te vervangen. Aangezien het voordat het fungeerde als ambassadegebouw een woning was, bleek dit geen goede logistiek voor deze functie. Er waren allerlei kleine gangetjes, trappen, vreemde kamerafmetingen op vreemde plekken in het gebouw. Dit zorgde voor een rommelige uitstraling dat Boven de oude situatie; onder de nieuwe situatie niet bij een ambassade thuishoort. Vandaar dat bij de grondige renovatie daar extra aandacht aan besteed werd door Cepezed. Het grote verschil tussen de situatie zoals het vroeger was en de situatie van nu geeft goed aan hoe grondig de ingrepen zijn geweest. 5. Het heeft een strakke uitstraling waar de gerenoveerde stadsvilla vooral de aandacht trekt door zijn Renaissance stijl. De plattegrond geeft de binnenstructuur van de ambassade aan. Dit is vooraf besproken om het meer overzichtelijk te houden qua ruimteverdeling. Aanvankelijk had het gebouw een onduidelijke en weinig geordende indeling. Nu zijn alle ruimtes met verschillende doeleinden bij elkaar gesitueerd in het gebouw. Dit bevordert de werkomstandigheden, iets wat belangrijk is in een ambassade. De binnenwanden tussen kantoren en centrale ruimten zijn uitgevoerd in transparant glas, qua uitstraling zorgt dit voor een prettige lichte uitstraling. De doorsnede geeft aan dat de binnenvallende lichtstralen tot op de begane grond komen vanwege het gebruik van glas in het trappenhuis en de liftschacht. Dit zorgt naast ruimtelijkheid en transparantie, voor een prettige omgeving. Om elkaar te ontmoeten onderweg naar andere delen van het ge-
Gebouwbeschouwing
Rome
289
61 Nederlandse Ambassade Rome bouw. Verder is goed te zien waar de funderingsvoet zit, namelijk op de uiteinden en onder het gedeelte dat meerdere verdiepingen heeft. Het gebouw houdt zijn stevigheid doormiddel van zes keer een strokenfundering. Bij de integratie van nieuw en oud is ook veel aandacht besteed aan het interieur. De voorkeur ging uit naar een strak en modern interieur. Verder is er veel moderne kunst van Nederlandse bodem in de ambassade opgenomen. De collectie bevat onder andere werken van Jan Cremer, Jan Dibbets, Louis Copier, Carel Willink, Aline Thomassen, Fons Brasser, Charlotte Dumas en Hannes Wallrafen. Buiten is het pand voorzien van twee keramische honden, genaamd Cave Canem(pas op voor de hond). Deze zijn in 1993 gemaakt door de kunstenaars Irene Fortuyn en Rober O’Brien. Deze twee honden zijn gesitueerd op het laagste gedeelte van het dak (links op vooraanzicht van het gebouw). Meubilair is over het algemeen strak en heeft een donkere kleur. De witte kleur van de muren en de lichte uitstraling van de glaswanden in combinatie met het donker meubilair geeft een sobere uitstraling, maar is gemakkelijk met diverse stijlen te combineren. 6. De renovatie van de Nederlandse Ambassade is in opdracht van het ministerie van buitenlandse zaken uitgevoerd door Cepezed. De bouw is begonnen in 2006 en in 2007 afgerond. Een jaar voor de bouw zijn alle eisen en doelstellingen vastgelegd, het ontwerp vervaardigd, de aanbestedingsstukken gereed gemaakt en een aannemer geselecteerd. Van belang was dat kantoorruimtes en vergaderruimtes licht, strak ingedeeld en vooral dicht bij elkaar gelegen waren. Tijdens de bouw moest een alternatief gezocht worden waar de klanten terecht konden met hun vragen. Op architectonisch gebied moest het passen bij Italië, vanwege het feit dat Italië het land van design en cultuur is. Ook moest het Nederland op het gebied van vormgeving promoten in Rome. Architect Jan Pesman heeft, dit wetende, gezocht naar een zo groot mogelijk contrast tussen de twee onderscheiden bouwdelen. Vanwege de vele oorspronkelijke detailleringen in het hoofdgebouw wilde hij dit naar voren brengen in het nieuwe ontwerp. Daarom is de stadsvilla aan de buitenkant volledig gerestaureerd omdat de detaillering was vertroebeld in de loop van de jaren. 7. In 2006 werd er begonnen aan de restauratie van de bouw, maar er had net zo goed een nieuwe ambassade voor in de plek kunnen komen, al dan niet op dezelfde plaats. Dat was ook eigenlijk het plan, maar dat ging niet door omdat de kosten voor de aanschaf en verbouwing van een ander pand niet in verhouding stond met de gewenste kwaliteitsverbetering. Uiteindelijk is besloten tot volledige renovatie en modernisering van de bestaande ambassade, waarbij men voor Cepezed koos, een bureau dat zuinig omgaat met z’n materiaal. Speciaal is er extra aandacht besteed aan de werkomgeving van de werknemers door lichte
Links een doorsnede van het gebouw, rechts een impressie van de voorgevel
Gebouwbeschouwing
Rome
290
61 Nederlandse Ambassade Rome en ruime kantoren te realiseren. 8. Cepezed profileert zich sterk met technisch innovatieve, functionele en inzichtelijke gebouwen met een sobere vormgeving, hoogwaardig materiaalgebruik en veel aandacht voor detaillering. Ook het vele gebruik van staal en glas en de frequente toepassing van vides en atria voor een natuurlijke belichting en beluchting is hun kracht. Zo is ook het resultaat bij de ambassade, hierin zie je heel erg de hand van de architecten van Cepezed. De aanbouw Het trappenhuis bestaat voor het grootste gedeelte uit staal. De buitenste laag heet cortenstaal. Dit is een koperhoudende staalsoort die na verloop van tijd een beschermende, roestkleurige oxidepatina krijgt, in de tinten rood, paars, bruin en grijs. De kleuren sluiten goed aan bij de kleur van de boomstammen van de parasoldennen in de omgeving. Het staal loopt door bij de raamopeningen, maar is vanwege uitzicht en daglichttoetreding geperforeerd en voorzien van luiken. Eenmaal binnen is het oorspronkelijke betonskelet deels verwijderd om meer glas toe te kunnen passen,waardoor er meer licht binnenvalt. De twee bouwdelen zijn daarbij tot één geheel gesmeed, waardoor ook het interieur hetzelfde is. Elke verdieping heeft dezelfde indeling wat zorgt voor de bevordering van een herkenbare logistiek. De verdieping bestaat nu uit kantoren, werkplekken en vergaderzalen die sinds de grondige renovatie in 2006 nu allemaal gegroepeerd liggen rondom een centrale verkeer- en verblijfsruimte met de mogelijkheid tot ontmoetingen. De afsluiting tussen de verschillende ruimtes is uitgevoerd in transparant glas. Dit is gedaan omdat het grote transparante dak, waar daglicht door naar binnen valt, goed alle ruimtes kan belichten. Zelfs de begane grond met de entree wordt door het binnenvallende licht door het dak belicht, doordat ook alles in het trappenhuis gemaakt is van transparant materiaal(in combinatie met staal). Cepezed hanteert over het algemeen een integrale ontwerpmethodiek, waarbij adviseurs al in een vroeg stadium worden betrokken. Met meervoudig materiaalgebruik worden ruimtelijke vormgeving, constructie en installaties tot één goed lopend geheel gesmeed.
hoofdsponsors:
info:
Via Michele Mercati 8 Rome tel.nr. 06 32286 001
291
62 Maxxi National Art Museum Ontwerper
Voor meer informatie over Zaha Hadid, zie gebouw 12.
Gebouwanaylyse
1. Het Maxxi ligt aan de Via Guido Reni 4a. Het museum ligt in de Flaminowijk, dit is het noordwestelijke deel van het centrum van Rome. De voorzijde van het gebouw ligt aan de Via Guido Reni, maar aan de achterzijde loopt er ook nog een straat genaamd Via Masaccio. In de buurt van het Maxxi liggen ook het Palezetto della Sport en het Olympisch stadion.
Zaha Hadid
2. Het Maxxi heeft niet echt een duidelijke vorm. Het zijn vooral lange rechthoekige gangen die in elkaar overlopen, hiervoor wordt ook vaak de term “Function follows Form”. Het gebouw bestaat uit 3 verdiepingen en is 22,9 meter hoog. Het totale perceeloppervlakte van het Maxxi is 29.900 vierkante meter. Hiervan is 19.640 buitenruimte en 21.100 binnenruimte. Hieruit bestaat 10.000 vierkante meter als tentoonstellingsruimte. Het auditorium, bibliotheken, cafetaria enz. bestaat uit 6.000 vierkante meter. 3. De gevel bestaat vooral uit beton. Toch zit er ook glas in de gevels verwerkt. Het complex heeft platte daken, maar op de gangen die van verdieping naar verdieping gaan is het dak ook schuin. De blootgestelde betonnen wanden scheiden de verschillende ruimtes van elkaar en deze wanden bepalen zo de verschil- Voorgevel van het gebouw lende volumes van de ruimtes in het gebouw. Het transparante glazen dak laat daglicht toe in het gebouw. Om tijdens de bouw de kwaliteit van het beton te kunnen garanderen, werd er een betoncentrale ingericht naast het bouwwerk. De ingang van het gebouw bevindt zich aan de zuidkant van het gebouw. 4. Het gebouw wordt gebruikt als een museum. Het museum is opgedeeld in een kunst gedeelte en in een gedeelte speciaal gewijd aan de architectuur. Naast de musea huizen er in het Maxxi ook nog een auditorium, een bibliotheek, een boekhandel, een cafetaria en een bar/restaurant, galeries voor tijdelijke tentoonstellingen en ruimtes voor educatieve initiatieven. De grote open ruimte buiten is geschikt voor live evenementen zoals concerten. De bouw van het museum is begonnen in 2003, en het is op 30 mei 2010 officieel geopend. In het museum zijn werken te zien van onder “I see the MAXXI as andere Boetti, Clemente, Kapoor, an immersive urban Kentridge, Merz, Penone, Pintaldi, environment for the Richter en Warhol. Het Maxxi is exchange of ideas, het eerste nationale museum van feeding the cultural vitality of the city.” Italië, gewijd aan hedendaagse Zaha Hadid
Gebouwbeschouwing
door: Paul Hoondert
Rome
292
62 Maxxi National Art Museum creativiteit, cultuur, studie en onderzoek. 5. Op de plattegronden en de doorsneden is de vorm van het gebouw beter te zien. Hierop zijn de trappen ook aangegeven. De betonnen wanden, het glazen dak en de stalen trappen en kolommen kenmerken het neutrale uiterlijk van het interieur. Er zijn echter wel verschillende draagbare panelen,deze zorgen voor de bruikbaarheid. Ruimtes kunnen met het gebruik van de panelen in verschillende ruimtes worden opgesplitst. De organische en vloeiende vormen van de verschillende verdiepingen zijn met elkaar verweven. Dit in combinatie met het natuurlijke licht zorgt voor een zeer complexe en functionele ervaring dat steeds wisselende en onverwachte uitzichten biedt in de open ruimtes van het gebouw. 6. De opdrachtgever van het Maxxi National Art Museum is het Italiaanse ministerie voor Op de plattegrond is de oncultureel erfgoed. Dit definieerbare goed te zien ministerie schreef in juli 1998 een prijsvraag uit voor ideeën voor een nieuw museum in het centrum van Rome. Een internationale jury werd gevraagd om de projecten van 273 kandidaten te evalueren. Hiervan werden er vijftien kandidaten geselecteerd voor de tweede fase van het project. In februari 1999 koos de jury het winnende project, ontworpen door Zaha Hadid. In juli 1999 begon het ministerie voor cultureel erfgoed met het verwerven van fondsen voor het project. Ook wordt de definitieve naam gekozen, namelijk Maxxi. Dit staat voor museum van kunsten van de 21 eeuw. XXI betekent 21 in Romeinse cijfers. 7. Ecologisch gezien is dit gebouw ook een milieuvriendelijk gebouw, voor de bouw is er weinig gebruik gemaakt van milieuonvriendelijke materialen zoals kunststof. Het gebouw moet het artistieke middelpunt van Rome worden voor de moderne kunst en architectuur. 8. Het gebouw bestaat vooral uit beton. De vloeren zijn hiervan gemaakt. De muren zijn grotendeels ook van beton. Tijdens de bouw is zelfverdichtend beton gebruikt, dit zorgde voor gladde muren. De trappen en kolommen in het gebouw zijn gemaakt van staal. Ook werd staal gebruikt voor het maken van verticale verbindingen. Er is glas gebruikt in de gevels, vooral op de begane grond van het gebouw. Ook het dak is volledig gemaakt van glas, hierdoor is er toch voldoende daglichttoetreding.
info:
Via Guido Reni 4a, Rome geopend van dinsdag tot zondag van 11.00u tot 19.00u, op donderdag van 11.00u tot 22.00u entree 11 euro, t/m 14 jaar is de entree gratis
293
63 Ciesa dell’Autostrada Ontwerper
Giovanni Michelucci geboren op 2 Januari 1891 in Pistoia. Zijn familie was eigenaar van een bekende metaalwerkplaats, erkend voor de ambachtelijke en artistieke werking van ijzer. In de nacht van december 31, 1990, twee dagen voor zijn honderdste verjaardag, Michelucci stierf in zijn huis in Fiesole, zijn basis van waaruit hij dingen ontwierp. Giovanni Michelucci was een sleutelfiguur in de de vooruitgang en de bevordering van de hedendaagse Italiaanse architectuur in de afgelopen eeuw, het creëren van een van de eerste moderne gebouwen, Santa Maria Novella Train Station in Florence (1932). Hij werkte ook op projecten voor de wederopbouw van Florence tijdens de na-oorlogse periode en de vernieuwing van de stad met verschillende religieuze architectuur in de jaren te volgen, met als hoogtepunt de Chiesa dell’Autostrada. Michelucci had het geluk om te leven één “eeuw lang leven” door middel van de twintigste eeuw, getuige de complexiteit van de gebeurtenissen, transformaties, en ideeën die zijn gedefinieerd een periode, zodat we het openen van nieuwe talen en voorstellen in het resultaat. Hij was een enthousiaste en onvermoeibare promotor van initiatieven en culturele activiteiten, zelfs in zijn laatste jaren, heeft Michelucci deelgenomen met blijvende passie in de richting van de fundamentele onderwerpen van de discussie over de gemeente, van een non-conformist en innovatieve positie. In 1911 heeft Giovanni Michelucci zijn diploma van het Hoger Instituut voor Architectuur behaald.
Limonaia di Villa Strozzi – Florance, Sede del Monte dei Paschi di Siena - Colle Val d’Elsa, Stazione di Firenze Santa Maria Novella – Firenze
Gebouwbeschouwing
1. De kerk werd gebouwd om de vele ongevallen te herdenken die zijn gevallen door het bouwen aan de weg. De plaats werd gekozen als een symbolische plek precies halverwege tussen Milaan en Rome, die twee steden met elkaar verbonden door de indrukwekkende infrastructuur, de autostrada. De realisatie van de kerk van St. Johannes de Doper werd toevertrouwd aan Giovanni Michelucci in september van 1960. In 1962, verrijzen de muren van het gebouw en al in de zomer is er een volledige structuur van de rustieke muren van de doopkapel. De kerk bereikt een hoogte van tien meter. De ommuring werd uiteindelijk afgerond in het voorjaar 1963. Voor de afwerking en inrichting was meer tijd nodig dan verwacht, en dit betekende dat de kerk pas in 1964 kon worden
Gebouwbeschouwing door: Rutger Walhout
Rome
294
63 Ciesa dell’Autostrada geopend. De kerk is gelegen in de vlakte ten westen van Florence , in de gemeente Campi Bisenzio. De kerk staat naast de snelweg of de autostrada en heet snelweg van de zon. In het Italiaans; Autostrada del Sole. Hij staat vrij ver van andere gebouwen en valt dus op in zijn omgeving hij is gesitueerd op een groene kavel bezaaid met olijfbomen en is gekenmerkt door kleine heuvels. Door deze situatie en landschap springt de kerk eruit in zijn omgeving. 2. Het gebouw is eigenlijk van basis een vierkant van 30 x 40 meter met aan de voorkant een blok van 10 x 10 meter. De golvende elementen van het dak moeten de afslagen en opritten van de snelweg voorstellen. De houten ‘’geleider’’ rust op het hoogste punt van de kerk, de toren deze is tien meter hoog. Er is nog een soort van zijbeuk, wat het driehoe- vroege schets over de vormen van de snelweg naar ontwerp kerk. kige element is hier naast de toren. De kerk is dus simpel opgebouwd uit een vierkant, de basis. De toren een halfronde vorm tevens een klassiek element in een kerk en het hoogste punt. Een driehoek als ‘’zijbeuk’’. De elementen zijn verbonden met ronde gebogen vormen, die je als schelpvorm kan zien. Het is bedoeld als de slingers inde snelweg nabij gelegen. 8. De realisatie van de kerk van St. Johannes de Doper werd toevertrouwd aan Giovanni Michelucci in september van 1960. Van het project zijn de funderingen reeds voltooid. In december van 1960 is de indeling voor de kerk al volledig gedefinieerd: Het Latijns kruis zijn naast de lengte-as van de narthex, de galerie en het toegangs pad naar de doopkapel. Het ontwerp is klaar. Michelucci wilde een verhouding van de wandtextuur in steen, koperen dakbedekking, draadloze doopkapel, narthex, de klokkentoren. Ter-
Gebouwbeschouwing
Rome
295
63 Ciesa dell’Autostrada wijl anderen een verdere studie naar de ondersteuning van de pijlers en de dakconstructie deden. De eerste pijler van Michelucci had daardoor een hele andere en veel slankere verhouding dan die later gemaakt is als gevolg van de constructie. De top van het altaar, wiens rug is verdeeld in een pad omhoog naar het kruis is een duidelijke verwijzing naar Golgotha. Er waren moeilijke keuzes in de materialen en bouwtechnieken: in eerste instantie wilt de architect in samenwerking met de ingenieur James Spotti , een ijzeren constructie bouwen. Het werk werd toevertrouwd aan de firma Lambertini , dat in begin juli 1961 zou beginnen de noodzaak van palen maakt het een erg complex gebouw en geeft in het begin vertragingen. In 1962, verrijzen de muren van het gebouw en in de zomer staat de volledig structuur. De rustieke muren van de doopkapel en de kerk bereiken wel een hoogte van tien meter. De ommuring werd uiteindelijk afgerond in het voorjaar 1963. De afwerking en inrichting hadden meer tijd nodig dan verwacht, wat betekende dat de prijzen een flinke stijging ondergingen. De kerk was het eindelijk geopend in april 1964. De basis elementen die in de kerk zijn verwerkt zijn natuursteen, beton, staal, eikenhout en glas. De buitenkant van de kerk heeft een gewapend metselwerk van rose,San Giuliano, afgewisseld met stukken gewapend beton. Het dak is opgebouwd uit gelede primaire structuurslabben van koper. Aan de binnenkant zijn de vloeren opgebouwd met dragende betonplaten, de dekvloeren zijn van natuursteen, gelegd in concentrische patronen. De andere inrichting is van eikenhout en glas. Een leuk weetje; de biechtstoel, ontworpen door Michelucci is in stereometrische en zuivere vorm gemaakt, helemaal van eiken met 5 groene schuine glazen panelen in een kruis op de voorkant en een decoratieve koperen roostervorm.
info:
San Giovanni Battista, Via di Limite, 50013 Campi Bisenzio FI, Toscane, Italië
296
64 “Bolle” Grappa Nardini Ontwerper
Het gebouw is ontworpen door Massimiliano Fuksas en Doriana O. Mandrelli. Massimiliano Fuksas studeerde aan de La Sapienza universiteit en opende in 1967 een kantoor in Rome, later in Parijs en Wenen. Zijn bekendheid komt door het Massimiliano Fuksas ontwerpen van servies. Het Servies heeft de naam Alessi. Massimiliano Fuksas werkt veel samen met Doriana O. Mandrelli, met zijn tweeën ontworpen ze vele gebouwen en ook onder andere servies. Doriana O. Mandrelli is ook geboren in Rome, en studeerde kunstgeschiedenis aan de La Sapienza universiteit, studeerde af in 1979.Ze werkt al sinds 1985 samen met Massimiliano Fuksas. Een aantal recente projecten zijn : Shenzhen Bao’an International Airport, Zenith Music Hall in Strasbourg, Armani Doriana O. Mandrelli / Ginza Tower in Tokyo en het Congress Center in Rome.
Gebouwanalyse
1. Het “Bolle”van Grappa Nardini ligt in noordoost Italië. Het ligt 3,5km ten zuiden van Bassano del Grappa en 1,5 km ten noorden van Rosá en ligt aan de straat de Via Madonna Monte Berico. Het gebouw is omgeven door het platte landschap. De ruimte om het gebouw is voorzien van bos. 2. Het gebouw bestaat uit twee zwevende glazen ellipsvormige Bollen. De Bollen zijn 30 meter lang en op het meest brede deel 16 meter. De hoogte van de Bollen loopt op tot 5m.
Gebouwbeschouwing door: Marco Beenhakker
Rome
297
64 “Bolle” Grappa Nardini Verder bestaat het gebouw uit een ondergronds Auditorium voor ongeveer 100 personen. Dit Auditorium met twee verdiepingen is 40 meter lang en 6 meter diep. Tussen de Bollen en het ondergrondse Auditorium ligt een waterpartij, dit moet de vluchtige lichtheid van alcohol symboliseren. 3. De Bolle is op twee manieren te betreden. Aan de achtergevel is een met gras begroeide trap naar het Auditorium. De Bollen zijn te betreden via de hoofdingang met een glazen trap. Dit is tevens de voorgevel, hier is aan de linkerkant een van de Bollen te zien met zijn lange zijde naar de voorgevel gericht. De andere bol staat met de “punt” naar de voorgevel. Beide staan ze niet loodrecht op de voorgevel maar staan onder een kleine hoek gedraaid. 4. In de Bolle is een onderzoekscentrum gevestigd voor het bedrijf van Nardini. Er word hier onderzoeken en tests gedaan naar de alcoholische dranken van Nardini. In het ondergrondse gedeelte zit een onder andere auditorium hier word het productieproces overzichtelijk gemaakt. Verder een vergaderruimte en een foyer, dit is een koffieruimte of kantine. Ook bevinden zich hier de toiletten. Het gebouw is gerealiseerd in het jaar 2004, het is dus een vrij nieuw gebouw. De onderhoudstoestand is daarom ook zeer goed. 5. Het meest opmerkelijke aan de constructie van het Grappa Nardini zijn de Bollen van glas. Ze zijn opgebouwd uit in totaal 572 verschillende dubbelgekromde panelen van gehard dubbelglas, hiervan zijn er 408 glasplaten transparant en 164 translucent. De panelen zijn zonder frame op een stalen draagconstructie gemonteerd. De stalen constructie is zichtbaar gelaten. Deze constructie bestaat uit een net van gebogen I-profielen en is daarmee in ellipsvorm gebouwd. De glazen panelen rusten op vier kogelvormige scharnieren die driedimensionaal kunnen bewegen. Zo word het uitzetten van het glas en de toleranties van de staalconstructie opgevangen. Het binnenklimaat zou door het vele gebruik van glas zeer onprettig zijn.
Gebouwbeschouwing
Rome
298
64 “Bolle” Grappa Nardini
Hiertegen zijn de glaspanelen uitgevoerd in dubbelglas. De buitenbeglazing is voorzien van met een blad Planibel groen en een blad Sunergy blank. De combinatie van deze twee beglazingen zorgt voor een uitstekende zonwering en een goede lichtreflectie. De binnenbeglazing heeft een hoge isolerende waarde nodig, deze is voorzien van een hoge thermisch isolerende coating. Ook de ondiepe vijver onder de Bollen helpt mee aan de koeling. De bollen worden ondersteund door stalen kolommen waarvan de aansluiting op de “Bolle” volledig weggewerkt is en niks van te zien is. Het auditorium ligt onder de vijver, alle wanden en vloeren zijn gemaakt van schoonbeton. De meeste wanden hiervan staan scheef, dit was constructief lastig uit te voeren. De wanden zijn niet afgewerkt en de vloeren zijn met laminaat afgewerkt. Het wordt verlicht door spotjes aan het plafond en door een rand van licht langs de onderkant van de wanden. Het meubilair is ingericht door rode hoekzittinge . De trappen zijn voorzien van een glazen leuning en glazen treden met daaronder een stalen plaat. Hierdoor lijkt het net of de trap zweeft. 6. De opdrachtgever, de eigenaars van het merk Grappa Nardini hebben met dit gebouw zichzelf een cadeau gegeven voor het 225 jarig bestaan van het bedrijf.
Gebouwbeschouwing
Rome
299
Deelnemerslijst Excursie Dit zijn de deelnemers aan de reis:
hogere jaars Bouwkunde:
eerste jaars Bouwkunde: Alewijnse, Lisa Bakker, Marten Beenhakker, Marco Berg, Bas van den Berge, Maurits van den Bremen, Tom van Coppoolse, Thomas Dekker, Dimitri Es, Paulien van Feijter, Jordy de Fincke, Boy Grim, Rowan Hamer, Pirmin den Hoondert, Paul Houg, Franca Inghels, Martijn Konings, Remy Konopinski, Danny Lammerts, Joost Lee, Birgit van der Ludolphij, Jasper Maassen, Gaener Mesu, Jeroen Quist, Astrid Roozemond, Maurien Schutte, Joeri Sijna, Steven Silva, Lindsay de Stockman, Boy Visser, Jan de Vlaenderen, Angelo Van Vlasveld, Jannick Sanderse, Jorim Walhout, Rutger
docenten:
Bernard Vercouteren van den Berge Ton Altena Paul Roovers
Gebouwbeschouwing
Kevin van Deursen Niek van de Calseijde Ruud Lijmbach Evelien van de Riet Sarina Riemens Christel van Waarde Sabine Kiefer Joline van der Maas Stijn Brilman Rafaella Reijnierse Kevin de Ruijsscher Pascaline Kruijer Daan Geldof Robin Botman Rolf de Kok Mark Hack Wim Meerman Stefan de Bruijne Harm Slenter Alessandro Denti Thomas van den Dries Nicky van der Kooij Bart Bevelander Jasper Kramer Remco Franssens Rick Sprangers Mark van Wasbeek Peter Cornelis Davy Hermans
Introducés:
Gwendoline van den Eynde
algemene informatie
300
Docenten: +393270610171 (Altena) +393290823138 (Vercouteren van den Berge)
MMX
Mappa di Roma
Jugendgästehaus Stuttgart, Richard Wagner Strasse 2-4a, 70184 Stuttgart +49711241132
camping Fabulous, Via C.Colombo 18, 00125 Roma +3965259354
Met tekstbijdragen van eerstejaars studenten voorjaar 2010 Redactie en lay-out: Kevin van Deursen, Niek van de Calseijde en Ruud Lijmbach
MMX
Met dank aan onze sponsors !
© 2010 Hogeschool Zeeland versie 01 juni 2010 onderdeel van cursus “Gebouwbeschouwingen” van Bernard Vercouteren van den Berge
Enquete over de reis Deze enquete wordt afgenomen om te peilen wat jij van de excursie vond en wat er leuk en was en wat er verbeterd moet worden. 1)
Waar ga je een van de volgende jaren het liefst naar toe (maximaal 2 antwoorden geven) en wat zou de maximale prijs voor een 3-daagse reis naar die stad/steden voor je zijn? stad reisprijs c Istanbul c Brussel c Amsterdam c Hamburg c Stockholm c Kopenhagen c st Petersburg c Oslo c Moskou c Madrid c ...........
2) Wat vond je van de bus en chauffeur?
Slecht c c c
Goed
3) Wat vond je van de eerste accomodatie, bed en kamer?
c
c
c
c
4) Wat vond je van de tweede accomondatie, bed en tent?
c
c
c
c
5) Wat vond je van de prijs-prestatieverhouding voor deze reis?
c
c
c
c
6) Wat vond je van de informatie die door de docent werd verstrekt?
c
c
c
c
7) Heb je veel aan de studiereis gehad?
c
c
c
c
8) Hoe vond je het dagprogramma?
c
c
c
c
9) Wat vond je van kleur van de T-shirts?
c
c
c
c
10) Wat was het toppunt van deze reis? 11) Wat moet verbeterd worden voor volgende reis? 12) Wat wil je verder nog kwijt over de reis?
voor opmerkingen mag je ook de achterzijde gebruiken
Rome 2010
c
Prijsvraag tijdens de reis 1) Wat was het centrum ten tijde van het Romeinse Rijk? c Forum Romanum c Colloseum c Pantheon c Vaticaan 2) Welke brug ligt het dichtst bij de het Vatikaan c Ponte Umberto c Ponte San Angelo c Ponte Emanuel II c Ponte Am. Sav. Aosta 3) Van wie is de quote “Architectuur valt tussen kunst en luchthavens” in het boekje? c Leonarda Da Vinci c Luigi di Fontorni c Santiago Calatrava c Ben van Berkel 4) In welk land ligt ook een Capitool? c Nederland c China c USA c Spanje 5) Welke architect staat niet in het boekje? c Bernini c Borromini c Zaha Hadid c Fagioli 6) Wat is het landnummer van italië? c 39 c 40 c 41 c 42 7) Wie is de hoofdsponsor van deze excursie? c Strabag c Arcadis c Tracé Detachering c Hogeschool Zeeland 8) Welk gebouw staat niet op de omslag afgebeeld? c Sant’Agnese in Agone c Castel Sant Angelo c Pantheon c Colosseum 9) Waar ligt Rafaël Santi begraven? c Forum Romanum c Pantheon c Sixtijnse Kapel c Engelenburcht 10) Hoeveel bouwbedrijven waren er nodig om het Mercedes-Benz museum te kunnen bouwen? c 33 c 76 c 122 c 244 11) Hoe vaak komt het woord travertin voor in de gids? c 56 c 33 c 77 c 95 12) Wie marcheerde als eerste over Via dei Fori Imperali> c Duitese leger c Amerikaanse leger c Italiaanse leger c Romeinse leger 13) Het Palatijn is één van de ... heuvels in Rome. c 2 c 6 c 7 c 13 14) Hoe groot is de omtrek van het oculus in het Pantheon? c 24,64 c 9 meter c 39, 77 meter c 28,27 meter 15) Hoe heet het gebouw waar de Trevi Fontein tegen aan is gebouwd? c Quattro Formaggio c Piazzo di Trévi c Palazzo Poli c Palazzetto di Bianco 16) Welke beroemde Italiaan is geboren op 24-12-1960? c Paola Rassi c Paola Rissi c Paola Rossi c geen van deze personen 17) Welke gebouw in Rome heeft een gedeeltelijke voorgevel van cortentstaal? c Bruder Klaus Kapelle c NL Ambassade Rome c Neue Staatsgalerie c Parco della Musica 18) Hoeveel bezoekers konden in het Colloseum? c 40.000 c 50.000 c 60.000 c 70.000 19) Hoeveel kg ijs verbruiken ze in Italie per jaar? c 200.000 kg c 1.980.000 kg c 330.000.000 kg c 890.000.000 kg 20) Welke begeleidende docent is het oudst? c Bernard Vercouteren van den Berge c Paul Roovers c Ton Altena 21) Wat is de volledige naam van de huidig zittende paus? .................................................................................................... 24)
....................................................................................................
Rome 2010
Presentatieformulier bijdrage excursiegids waren duidelijk
gebruikte de juiste hulpmddelen
gebruikte hulpmiddelen goed
oogcontact met het publiek was goed
spreekvolume was goed
adequate non-verbale ondersteuning
tempo was goed met voldoende rustpunten
spreker leek enthousiast
meedenken werd gestimuleerd
publiek bleef geboeid
pakkende opening en slot
taalgebruik aangepast aan doelgroep
goede voorbeelden
begrijpelijk
bondige formulering
formeel/informeel
niveau is aangepast aan de doelgroep
doel is vanaf het begin duidelijk
inhoud afgebakend en structuur doorzichtig
naam invuller presentatieformulier:
Alewijnse, Lisa Bakker, Marten Beenhakker, Marco Berg, Bas van den Berge, Maurits van den Bremen, Tom van Coppoolse, Thomas Dekker, Dimitri Es, Paulien van Feijter, Jordy de Fincke, Boy Grim, Rowan Hamer, Pirmin den Hoondert, Paul Houg, Franca Inghels, Martijn Konings, Remy Konopinski, Danny Lammerts, Joost Lee, Birgit van der Ludolphij, Jasper Maassen, Gaener Mesu, Jeroen Quist, Astrid Roozemond, Maurien Sanderse, Jorim Schutte, Joeri Sijna, Steven Silva, Lindsay de Stockman, Boy Visser, Jan de Vlaenderen, Angelo Van Vlasveld, Jannick Walhout, Rutger
5 = goed/volledig
4 = voldoende
opmerkingen eerste student opmerkingen tweede student
voor opmerkingen mag je ook de achterzijde gebruiken
Rome 2010
3 = twijfelachtig 2 = onvoldoende 1 = zeer onvoldoende/ontbreekt