Communicatiewetenschap Door de ogen van studenten
In dit boekje staat meer beschreven over de opleiding Communicatiewetenschap en de vakken die je krijgt bij deze studie. Dit zullen we doen aan de hand van beschrijvingen van de vakken en ervaringen van studenten. Zoals jullie al weten, telt de bachelor van Communicatiewetenschap drie jaar. Het eerste jaar richt zich vooral op alle basiskennis die je later nodig hebt. Dat houdt in dat het eerste jaar dus redelijk theoretisch is. Maar laat je daardoor niet afschrikken, want in het tweede en in het derde jaar is er genoeg ruimte om al je kennis in de praktijk te brengen. Voor de mensen die instromen vanaf het HBO heb je eerst een premaster. In dit jaar behandelen zij alle kennis van de drie jaren van de bachelor, in één jaar. Na je bachelor of je pre-master ben je klaargestoomd om te gaan werken, maar je kunt natuurlijk ook nog doorstuderen en een master volgen aan de UT of aan een andere universiteit.
2
Inhoudsopgave: Het eerste jaar 3 Het tweede jaar 16 Het derde jaar 24 De pre-master 28 De masters 33 Corporate Communication 33 Marketing Communication 34 New media and Communication 35
Het eerste jaar In je eerste jaar krijg je een heleboel vakken die de basis leggen voor de daarop volgende jaren. Hieronder zullen alle vakken die je het eerste jaar krijgt kort beschreven worden. Academische vaardigheden In dit vak wordt aandacht besteed aan een aantal vaardigheden die zowel tijdens de opleiding Communicatiewetenschap, als voor het goed functioneren als communicatiewetenschapper na de studie van belang zijn. Bij dit vak wordt een goede basis gelegd, maar gedurende de hele studie is het essentieel om hier aandacht aan te blijven besteden. Je moet als afgestudeerde communicatiewetenschapper immers complexe (wetenschappelijke) teksten kunnen lezen en schrijven, onderzoek kunnen presenteren, en als een professional voor een organisatie of een groot publiek kunnen schrijven. Om dat te kunnen moet je beschikken over een aantal algemene academische vaardigheden, zoals het vermogen om te argumenteren, begrippen
te definiëren en te categoriseren. In dit vak zul je onder andere een onderzoek moeten presenteren, wetenschappelijke teksten lezen en schrijven. Het hele vak is een soort aanvulling op het vak ‘Nederlands’ van de middelbare school. Sommige dingen heb je al eerder gehoord, maar er zitten ook nieuwe dingen bij. De opbouw van een functioneringsgesprek bijvoorbeeld. Elk kwartiel lever je een opdracht in en als die voldoende is, telt de opdracht mee voor je uiteindelijke 4EC aan het eind van het jaar. Er wordt ook een kwartiel lang aandacht besteed aan hoe je een goede presentatie houdt, dan moet je geen opdracht inleveren, maar een presentatie houden. Voor mensen die goed waren in Nederlands is het geen moeilijk vak, maar je moet wel een stuk beter gaan letten op je werkwoordspelling, want met meer dan drie spelfouten heb je een onvoldoende! - Rosalie
3
Communicatiekundig ontwerpen Dit vak heeft een inleidende functie en hierbij krijg je theorieën die je later zult toepassen in de praktijk. Het gaat om theorieën over de wijze waarop organisaties functioneren. Allereerst wordt een schets gegeven van de verschillende stromingen binnen de organisatiekunde. Met het oog op het analyseren en ontwerpen van organisaties wordt ingegaan op de wijze waarop organisaties gestructureerd zijn, waarbij aandacht wordt besteed aan de relatie tussen de organisatie en haar omgeving. Twee thema’s staan daarbij centraal, (1) de vraag op welke wijze elementen uit de omgeving getypeerd kunnen worden, en (2) op welke wijze het functioneren van de organisatie zich tot haar omgeving verhoudt. Vervolgens wordt uitgebreid ingegaan op de manier waarop het werk in organisaties verdeeld wordt en dit alles één wordt door middel van de principes van taakverdeling en coördinatie. Het gaat vooral om zaken als taken, bevoegdheden, afstemming 4
van werkzaamheden, informatiestromen en procedures van besluitvorming. Daarnaast wordt in het vak aandacht besteed aan de verhouding tussen individu en organisatie, in welk kader tevens wordt ingegaan op de motivatie van medewerkers, leiderschap en de cultuur van de organisatie. Communicatiekundig ontwerpen is een vak dat de eerste twee kwartielen van het eerste jaar loopt. In dit vak ga je leren communicatieproblemen systematisch op te lossen. In het eerste kwartiel krijg je wat theorie en wat korte cases om op te oefenen. In het tweede kwartiel krijg je in groepjes van vier mensen twee cases om aan te werken. Bij de uitwerking van deze twee cases hoort een volledig adviesrapport. Dit betekent bijvoorbeeld ook een tijdsplanning voor je campagne en een budget. Het vak wordt afgesloten met een posterpresentatie van een case naar keuze. Ik heb het als een leuk vak ervaren, omdat je al meteen in het begin van het jaar echt aan de slag kan met de theoriën uit de andere vakken. Je bent dus in het begin van je jaar zeker niet alleen met theorievakken bezig! - Lior
Inleiding communicatiewetenschap: theorie Dit vak biedt een eerste kennismaking met theorieën uit de Communicatiewetenschap. Het vak geeft een breed overzicht van de belangrijkste begrippen, opvattingen, theorieën en modellen van communicatie. Dit gebeurt op drie niveaus: intra- en interpersoonlijke communicatie, groeps- en organisatorische communicatie en maatschappelijke of massacommunicatie. De belangrijkste theorieën van de Communicatiewetenschap komen aan de orde, van algemene communicatietheorieën tot bijzondere informatieverwerkings- en beïnvloedingstheorieën. Het betreft onder meer de Uncertainty Reduction Theory, Cognitive Involvement Theory, Value Expectancy Theory, Uses and Gratifications Theory, Systeemtheorie, Structuratietheorie, Netwerkbenadering, Media RichnessTheory, Psycho-linguistische theorie, Interpretatieve en Interactionistische benadering, Medium Theory, Agenda Setting, Framing en Priming en Structuratietheorie. Je leert dus de belangrijkste begrippen, theorieën en werkwijzen
binnen de communicatiewetenschap en de problemen waarmee het zich mee bezighoudt. Bij inleiding communicatiewetenschap theorie maak je kennis met de belangrijkste theorieën uit de communicatiewetenschap. Ondanks dat dit een erg theoretisch vak is, vond ik het een leuk en interessant vak. We hadden twee keer in de week een hoorcollege, dat gegeven werd door een docent die erg boeiend kon vertellen en die de studenten ook echt bij zijn verhaal betrok. Ook merk ik dat ik veel aan het vak gehad heb, doordat je de kennis die je hebt opgedaan bij dit vak bij veel andere vakken kunt toepassen. - Wendy
Inleiding communicatiewetenschap: praktijk Dit vak is een vervolg op Inleiding Communicatiewetenschap: Theorie. De geleerde theorieën uit het theoretische vak worden in dit vak toegepast op een praktijksituatie, waardoor het vak een probleemgericht karakter krijgt. De relatie tussen theorie, praktijk en onderzoek staan in dit vak centraal. Het vak is 5
probleemgericht, dat wil zeggen dat je hier de geleerde theorie toe moet passen op een communicatieadvies. De opdracht zelf wordt individueel gemaakt. Om elkaar op weg te helpen, wordt er tijdens werkcolleges wel in groepjes gewerkt. Je leert hier het verband te leggen tussen een communicatieprobleem, communicatietheorie, communicatiestrategie en een communicatieplan of -advies. Aan de hand van een communicatieprobleem van een opdrachtgever leer je op niveau dit probleem te plaatsen of te verklaren, een mogelijke strategie voor een oplossing te kiezen en ten slotte het bijbehorende plan of advies individueel te schrijven. Omdat je bij het schrijven van dit advies moet inbeelden dat je een communicatiebureau hebt en een fictief bedrijf adviseert, bereidt het je voor op de beroepspraktijk van een communicatieadviseur. Na een aantal weken lang druk te zijn geweest met het leren van ingewikkelde theorieën en je af te vragen waarom je die allemaal leert, werd het in
6
één klap duidelijk. Die theoriën zijn niet alleen voor professoren, ook jij als student kunt er mee aan de slag. In het begin van ICW Praktijk werden een aantal cases voorgelegd, waaruit iedereen er één kon kiezen die interessant leek. In al deze cases stond een communicatieprobleem centraal, welke door ons opgelost moest worden. Dit deden we door op zoek te gaan naar de juiste communicatietheorie die de oorzaak kon verklaren of die een oplossing zou kunnen geven. In mijn ervaring was dit vak is een voorbeeld van het praktijkgerichte deel van Communicatiewetenschap aan de UT. - Ilse
Media en communicatie Dit vak geeft een inleiding in de media(kunde). Het gaat hier zowel over massamedia als interpersoonlijke en organisatorische communicatie, en zowel de oude media en nieuwe media als combinaties daarvan. Van deze media worden de mediakenmerken, de mediaorganisatie, het mediagebruik en het mediabeleid behandeld. Het vak bestaat uit twee delen. Het eerste deel heeft een sociologische benadering en betreft Medialandschap: aanbod en organisatie
van media. De vragen die hierin centraal staan zijn: ‘wat is het aanbod aan media?’, ‘hoe is het medialandschap georganiseerd?’ en ‘hoe is het gebruik van media verdeeld over verschillende bevolkingsgroepen?’ Hierbij is aandacht voor de gedrukte, audiovisuele en digitale media en voor de historische ontwikkeling van media en de recente ontwikkelingen van maatschappij en technologie. Het tweede deel van het vak, mediapsychologie, heeft een psychologische benadering en bespreekt de cognitieve en affectieve verwerking van mediainformatie. Je krijgt bij dit vak inzicht in onder andere nieuwe ontwikkelingen op mediagebied, het gebruik van media in de maatschappij en de belangrijkste massamedia. Het vak Media en Communicatie vond ik een van de leukste vakken van het eerste jaar. Het is erg afwisselend, omdat het uit twee delen bestaat (medialandschap en mediapsychologie). De kant van de mediapsychologie trok mij het meest, omdat je het geleerde direct in het dagelijks leven terug kan
zien. Het gaat in op welke invloed de media kunnen hebben op je eigen handelen. Je gaat bijvoorbeeld beter begrijpen waarom bepaalde reclames invloed op mensen kunnen hebben. Ik ging het zelfs leuk vinden om naar reclame te kijken, terwijl ik, voordat ik het vak had gevolgd, altijd direct wegzapte. - Hilde
Organisatiekunde In dit inleidende vak komen theorieën aan bod die in latere vakken worden toegepast. Het gaat om theorieën over de wijze waarop organisaties functioneren. Allereerst wordt een schets gegeven van de verschillende stromingen binnen de organisatiekunde. Met het oog op het analyseren en ontwerpen van organisaties wordt ingegaan op de wijze waarop organisaties gestructureerd zijn. Hier wordt ook aandacht besteed aan de relatie tussen de organisatie en haar omgeving. Twee thema’s staan daarbij centraal, (1) de vraag op welke wijze elementen uit de omgeving getypeerd kunnen worden, en (2) op welke wijze het functioneren van de organisatie zich tot haar omgeving verhoudt. Vervolgens wordt uitgebreid ingegaan op de manier waarop het
7
werk in organisaties verdeeld wordt en tot een zinvol geheel wordt samengevoegd: de principes van taakverdeling en coördinatie. Het gaat om zaken als taken, bevoegdheden, afstemming van werkzaamheden, informatiestromen en procedures van besluitvorming. Daarnaast wordt in het vak aandacht besteed aan de verhouding tussen individu en organisatie, zoals de motivatie van medewerkers, leiderschap en de cultuur van de organisatie. In het kort krijg je dus kennis over het analyseren en (her)ontwerpen van organisaties. Het vak organisatiekunde was precies wat ik ervan verwacht had. Je leert verschillende soorten organisaties kennen die elk hun eigen kenmerken hebben. In het eerste opzicht lijkt het misschien niet zo’n belangrijk vak, maar je ziet het juist overal terugkomen. Om communicatieproblemen in organisaties op te lossen is het belangrijk om te weten wat voor organisatie het is. Je kunt het vak dus zien als een soort achtergrondinformatie die je vaak gebruikt in de communicatiewereld. Het is helemaal niet moeilijk maar wel belangrijk om te weten!
8
Analyseren en ontwerpen aan de hand van het begrippenkader. - Jantine
Inleiding onderzoeksmethodologie De rol van onderzoek wordt in dit vak behandeld bij het toetsen van theorieën in het kader van de empirische cyclus en de ontwerpcyclus. Je leert welke stappen achtereenvolgens gezet moeten worden bij de opzet van een onderzoek: probleemstelling, onderzoeksvragen, onderzoeksontwerp en de keuze van de dataverzamelingsmethoden. Je leert kennis maken met enkele belangrijke onderzoeksdesigns uit het ontwerponderzoek, experimenteel en quasi-experimenteel onderzoek. Zowel kwalitatieve als kwantitatieve onderzoeksstrategieën worden behandeld. In het praktijk gedeelte van dit vak wordt er geoefend met het formuleren van onderzoeksvragen. Bij dit vak maak je gebruik van het statistische computerprogramma: SPSS
Je leert hier de basis van het onderzoek doen en alles wat daarbij komt kijken. Je gaat ook met het programma SPSS werken, wat ik op het begin wel lastig vond. Het vak bestaat uit hoorcolleges, practica en werkcolleges. Bij de werkcolleges kun je bonusopgaven maken met vragen over de stof van die week. Dit vond ik fijn omdat je zo de stof goed bijhoudt. - Ferie
Dataverzameling Dit vak draait om de hoe je kennis moet verzamelen voor een onderzoek. In dit vak staan het interview, de observatie en de schriftelijke enquête doordat het veel gebruikte methoden voor dataverzameling zijn centraal. Voor deze drie methoden wordt uitgewerkt hoe ze gebruikt kunnen worden voor dataverzameling. Je oefent daarbij in het maken van interviewschema’s, observatieschema’s en vragenlijsten. Je gaat in de praktijk bezig met het zelfstandig verzamelen van data via een observatiestudie, een interview of een (digitale) vragenlijst. Aandacht wordt hierbij besteed aan de verschillende sampling methodes die gebruikt kunnen worden binnen
onderzoek. Bovendien leer je beoordelen welk van de instrumenten het meest geschikt is voor het verzamelen van data bij een bepaalde onderzoeksvraag. Bij dit vak moet je samenwerken in groepjes en drie opdrachten maken. Je leert over de manieren waarop welke manieren je data kan verzamelen, en welke wanneer de beste manier is. Dat je er gelijk mee gaat oefenen in die groepjes vond ik leuk. Hierdoor krijg je ook een beter beeld van hoe moeilijk data verzamelen vaak is. - Kirsty
Ontwerpen van nieuwe mediatoepassingen Hierbij werk je in groepen van vier aan het (her)ontwerp van een nieuwe mediatoepassing vanuit een communicatiewetenschappelijk perspectief. Daarbij gaat het vooral om communicatiemogelijkheden die we in de nabije toekomst mogen verwachten. Er wordt gekeken naar de toekomst omdat de nieuwe media, en daarmee nieuwe mediatoepassingen, zich snel ontwikkelen. Vanuit toekomstige media 9
wordt gekeken naar de nieuwe vormen van communicatie. Voorbeelden van de impact van media op de huidige communicatie zijn natuurlijk het internet, maar ook mobiele communicatie, computer games en webgemeenschappen. Je gaat in dit vak actief met ideeën spelen over hoe communicatie er over drie á vijf jaar uitziet. Na een aantal ontwerpfasen maak je met je groepje een geavanceerde website waarop ze demonstreren hoe hun voorgestelde mediatoepassing in de toekomst er uit ziet en hoe deze werkt. Het vak maakt gebruik van vier onderwijsvormen: hoorcolleges, practica, werkcolleges en een eindpresentatie. Er worden naast relevante theorieën over het ontwerpen en gebruik van nieuwe mediatoepassingen, methoden en technieken behandeld die je moet toepassen bij het ontwerpproces. In 12 practica van 4 leer je de de benodigde ontwerptools te gebruiken en wordt er in projectgroepen gewerkt aan een ontwerp van een nieuwe mediatoepassing. De practica bestaan uit workshops en demonstraties, 10
daarnaast kan er gewerkt worden aan het ontwerp. Op de eindpresentatie presenteert elk groepje het ontwerp, eventueel herontwerp, de realisatie, evaluatie en de procesreflectie. De practicumopdrachten en het verslag daarvan worden individueel gemaakt, maar het ontwerp, de implementatie, verslaglegging en eindpresentatie vinden plaats in groepjes. Bij dit vak maak je gebruik van de volgende computerprogramma’s: Werken, ontwerpen en implementeren in Hyper Text Markup Language (HTML) , Dreamweaver, Photoshop, JavaScript, Flash, Illustrator, Moviemaker Ontwerpen van Nieuwe Media Toepassingen is een erg praktisch vak, waarin je veel dingen die je in de theorievakken hebt geleerd, toepast. Het is erg leuk om te leren photoshoppen, filmen, monteren en websites maken. Dit pas je uiteindelijk toe in je eindwebsite over een zelfbedacht product, met daarop onder andere de film en een flash animatie. In de
hoorcolleges krijg je onder andere te horen welke kleur een bepaalde invloed op de mens heeft, en welke kleurcombinaties je absoluut niet moet gebruiken. Het is een interessant vak, dat theorie en praktijk goed combineert. - Nikki
Sociale psychologie Sociale Psychologie houdt zich bezig met de effecten van de sociale omgeving ofwel de aanwezigheid van anderen op het gedrag, de gedachten en de gevoelens van individuen. In dit vak komen de belangrijkste theorieën uit de sociale psychologie aan bod. Het gaat hierbij om onderwerpen als: sociale perceptie, stereotypen en vooroordelen, je ‘sociale zelf’, conformiteit en groepsprocessen, attitudes en beïnvloeding, helpen, agressie en interpersoonlijke attractie. Je leert de manieren waarop sociaal psychologen onderzoek doen, onderzoeken kritisch te beoordelen en sociaal psychologische processen te herkennen in dagelijkse gebeurtenissen.
Het vak sociale psycohologie gaat over het gedrag van individuen in groepen. Dit klinkt misschien wat vaag, maar het levert leuke onderwerpen op. Zo komt bijvoorbeeld agressie aan bod, maar ook attractie en vooroordelen. Het leuke aan dit vak is dat het situaties zijn die je herkent uit je eigen leven en maakt het soms ook grappig doordat je dingen van jezelf herkent. De stof leert je waarom mensen bepaald gedrag in verschillende situaties vertonen. Niet alleen nodig voor je studie ,maar ook gewoon leuk om te weten. - Lobke
Tekstwetenschap In bijna alle communicatieve processen spelen taal en tekst een cruciale rol. In deze cursus wordt de rol van tekst, zowel in digitale als papieren documenten, in een communicatief proces nader bekeken. Je leert in deze cursus vanuit verschillende invalshoeken naar een tekst te kijken en verschillende methoden van tekstanalyse toe te passen. De methoden die aan bod komen zijn: 1. genreanalyse, waarin de tekst in een breder perspectief wordt bekeken; 11
2. functionele analyse, waarin de functies en doelen van een tekst centraal staan; 3. coherentieanalyse, waarin het gaat om de structuur en de samenhang in teksten; 4. retorische analyse, waarin de stijl van een tekst wordt bekeken en; 5. argumentatieanalyse, waarin het gaat om de manier van argumenteren. Het doel van de verschillende analysemethoden is steeds om te bepalen wat de sterke en zwakke punten zijn van een document, en hoe het document verbeterd kan worden. Er worden verschillende analyses besproken, namelijk de genreanalyse, de functionele analyse, de coherentieanalyse, de retorisch analyse en de argumentatieanalyse. Ook analysemethoden komen hier aan bod en wordt er ingegaan op het verband tussen de verschillende analysemethoden. Ook komen de voor- en nadelen van de methoden aan bod.
12
De cursus wordt afgesloten met een analyserapport, een rapport waarin je verslag doet van drie analyses die zijn die op één tekst zijn
uitgevoerd. De tekst mag je zelf kiezen uit een door de docent gemaakte selectie. Bij het vak Tekstwetenschap heb ik geleerd teksten te analyseren op diverse niveaus en te bekijken vanuit verschillende invalshoeken. Door het maken van opdrachten en het uitvoeren van analyses, raakte ik al snel vertrouwd met de theorie. Nu zie ik het eerder als een tekst niet klopt of nog verder verbeterd kan worden. Dat is waardevol in mijn rol als toekomstig communicatiedeskundige, maar ook nu al: bij het lezen van de krant of het schrijven van een eigen tekst bijvoorbeeld. Bovendien is mijn woordenschat weer een beetje uitgebreid. Weleens gehoord van consecutief, een troop of pragmadialectiek? - Eymeke
Onderzoekspracticum 1 Hier bereid je je voor op een rol als onderzoeker. Het vak richt zich op het uitvoeren van een kwantitatief onderzoek, waarbij kennis van methodologie, data-analyse en geleerde theorieën uit het eerste semester moeten worden toegepast op een praktijksituatie. In dit vak word je verdeeld over groepen, waarbij je een volledige
onderzoekscyclus doorloopt. Hier pas je de kennis van methodologie en data-analyse actief toe. Dit verloopt als volgt: uitgaande van een vooraf gegeven onderzoeksprobleem, schrijf je individueel een probleemstelling. Daarbij gebruik je de kennis die je in het eerste semester hebt opgedaan, en literatuur die je zelf dient te zoeken. Op basis van de individuele probleemstellingen wordt een gezamenlijke probleemstelling vastgesteld. Vervolgens bedenk je individueel een versie van het onderzoeksinstrument, op basis daarvan wordt een gezamenlijk onderzoeksinstrument samengesteld. Met het gezamenlijke onderzoeksinstrument worden gegevens verzameld, die individueel worden geanalyseerd. Ten slotte vertel je individueel mondeling en schriftelijk over het uitgevoerde onderzoek. Je leert dus niet alleen hoe een onderzoekscyclus in elkaar steekt maar ook hoe je een onderzoeksproject moet plannen en managen. Bij dit vak maak je gebruik van het statistische computerprogramma: SPSS
Onderzoekspracticum was voor mij echt een vak waarvan ik van tevoren dacht: ‘Moet ik nu al zo’n onderzoeksrapport kunnen schrijven, dat kan ik toch nooit?!’ Maar nu ik het vak bijna afgerond heb, ligt er een onderzoeksrapport op mijn bureau met mijn naam erop! Op het eerste gezicht leek het vak me saai en moeilijk, maar naarmate het vak vorderde kreeg ik door dat dit niet het geval was. Het lezen van andere onderzoeksrapporten vond ik niet altijd even leuk, maar vooral het leggen van verbanden en het trekken van conclusies met betrekking tot mijn eigen onderzoek vond ik interessant! Bij dit vak heb ik echt het gevoel dat ik er heel wat van heb geleerd; academisch schrijven, zorgen voor correcte verwijzingen, een rapport opstellen, beter leren werken met SPSS etc. Ik ben een rapport rijker en voor mijn gevoel ook weer een stukje slimmer! - Carmen
Statistiek 1 Statistiek 1 legt een basis voor een noodzakelijk onderdeel bij veel onderzoeken: getalsmatige gegevensverwerking, die bestaat uit twee onderdelen: beschrijvende statistiek en verklarende statistiek. Het vak geeft een 13
antwoord op de vraag: wat kun je nu precies met de gegevens die onderzoeken leveren? Voor de beschrijvende statistiek wordt in dit vak een aantal technieken behandeld. In het SPSS-practicum leer je hoe deze technieken met SPSS uitgevoerd kunnen worden. Er wordt begonnen met een inleidende kansberekening. Bij de kansrekening wordt eerst stilgestaan bij de vraag wat een kans nu eigenlijk is. Vervolgens worden er enkele standaardsituaties besproken met bijbehorende technieken. Bij het onderdeel verklarende statistiek worden een aantal begrippen behandeld aan de hand van situaties. Ook bij dit onderdeel wordt een SPSS practicum gegeven. Tijdens hoorcolleges wordt de theorie besproken. In de werkcolleges, elk volgend op een hoorcollege, krijg je de tijd om de stof toe te passen in oefeningen, onder begeleiding van studentassistenten. Daarnaast zijn er SPSSpractica om te oefenen met SPSS. Bij dit vak maak je gebruik van het 14
statistische computerprogramma: SPSS Statistiek 1 is een vak waar veel mensen tegenop zien. Heb je wiskunde net afgesloten op de middelbare school, krijg je het weer bij Communicatiewetenschap. Zo dacht ik er ook over, maar dit blijkt helemaal niet waar te zijn! Statistiek is anders dan wiskunde. Natuurlijk is het ook met cijfers, maar zelfs zonder wiskunde achtergrond is het goed te volgen. Na de zeer goed te volgen hoorcolleges komen de werkcolleges waarin nog extra vragen gesteld kunnen worden en geoefend kan worden met opdrachten. Al met al is er een goede begeleiding en als je de stof bijhoudt is het allemaal goed te volgen. Achteraf, met een voldoende in the pocket, viel het allemaal toch wel mee! - Elizabeth
Statistiek 2 Dit vak bouwt voort op Statistiek 1 en behandelt enkele veel gebruikte statistische technieken, namelijk t-toetsen en de bijbehorende betrouwbaarheidsintervallen, enkele niet-parametrische toetsen en
betrouwbaarheidsintervallen voor fracties en voor verschillen tussen fracties en de chikwadraattoets voor onafhankelijkheid. Deze technieken worden geïllustreerd aan de hand van onderzoeksvoorbeelden. Je leert ook welke technieken je in welke situatie moet gebruiken bij een bepaalde onderzoeksvraag. Bovendien wordt er aandacht besteed aan het juist opvatten van de uitvoer van de SPSS gegevens. Bij dit vak maak je gebruik van het statistische computerprogramma: SPSS Statistiek 2 is een vak dat op Statistiek 1 aansluit en je gaat verder op de stof in. Je kunt wederom kiezen voor de intensieve variant, dit bestaat uit verscheidene werkcolleges waarbij bonusopgaven horen. Deze bonusopgaven bestaan uit statistiek- en SPSS opgaven en bepalen voor 50% van je eindcijfer. Daarnaast maak je nog gewoon een tentamen en dit telt ook 50% mee. Als je niet kiest voor de intensieve variant maak je gewoon het tentamen, met daarbij horend een SPSS tentamen en dit wordt dan je eindcijfer. - Alet
15
Het tweede jaar In je tweede jaar ga je al meer praktijkgericht te werk. Je kunt nu de kennis van je eerste jaar gebruiken voor allerlei opdrachten die je dit jaar zult moeten maken. Ook kom je dit jaar al in aanraking met vakken die voorbereidend zijn voor de masters die aan de UT gegeven worden. Hieronder zullen alle vakken die je het tweede jaar krijgt kort beschreven worden, zodat je al een beetje kunt zien wat je te wachten staat. Corporate Communicatie Het vak Corporate Communicatie bespreekt de theorie en praktijk van het gebied van communicatie in en rond organisaties. Aan de ene kant is dit heel praktisch, omdat alle organisaties te maken hebben met noodzaak en complexiteit van communicatie. Aan de andere kant ook heel theoretisch: de vele perspectieven die bestaan op de rol van communicatie in organisaties vragen om continue alertheid op de kracht en beperking van een perspectief dat zo vanzelfsprekend lijkt. In dit vak wordt theorie over corporate communicatie gekoppeld aan praktische opdrachten waarbij studenten in 16
teams een communicatie-adviesbureau simuleren. Diverse communicatieproblemen zullen op systematische wijze geanalyseerd worden. “Corporate Communicatie ligt heel dicht bij de praktijk en dat maakt het vak erg leuk. Met ‘je communicatiebureau’ moet je problemen binnen bestaande bedrijven oplossen en officiële gesprekken aangaan met de directeur (gespeeld door een docent). Dit maakt het vak heel realistisch. Daarnaast moet je intensief samenwerken met je groep en echt gaan denken als een communicatie consultant. Dit is in het begin lastig, maar je leert er heel veel van. Je krijgt een goed beeld van wat een communicatiedeskundige zoal kan doen. Door dit vak ben ik erachter gekomen
wat ik later wil gaan doen als afgestudeerde communicatiewetenschapper! - Lieke
Organisaties in de Media Omgaan met de media is een belangrijke taak van communicatieprofessionals. Het kan zijn dat een organisatie in het nieuws wil komen met een nieuw product of recente ontwikkeling. Het kan ook zijn dat een organisatie ongewild in de media komt, bijvoorbeeld als gevolg van een crisissituatie. In dit vak komen alle aspecten die van belang zijn in de omgang met de media aan de orde. Er zal worden ingegaan op selectiemechanismen in de media, op de manier waarop de media informatie kunnen vervormen en inkleuren en op de effecten die mediaberichtgeving heeft op de doelgroep. Daarnaast wordt geoefend met relevante vaardigheden en maakt mediatraining deel uit van dit vak. “Het vak Organisaties in de Media wordt in blok 1 van het tweede jaar gegeven. Het vak bestaat
uit hoorcolleges, een tentamen en verschillende opdrachten die gemaakt moeten worden. Zo moest je bijvoorbeeld een week lang een actualiteitenprogramma volgen en dit analyseren. Het vak richt zich op de manier waarop organisaties met de media om (zouden moeten) gaan. Je leert bijvoorbeeld hoe het is om woordvoerder van een bedrijf te zijn. Tijdens een interview met een echte journalist wordt al snel duidelijk dat dit niet zo makkelijk is als het lijkt! Ik vond het een heel afwisselend, interessant en praktijkgericht vak. - Veerle
Gezondheidscommunicatie Bij gezondheidscommunicatie kun je denken aan grootschalige campagnes ter voorkoming van ziektes en bevordering van gezondheid van het algemeen publiek, maar het gaat óók over de communicatie tussen zorgverleners en patiënten, communicatie tussen patiënten onderling en de communicatie binnen en tussen zorginstellingen. Bij communicatie met patiënten gaat het om communicatie die gericht is op het informeren over ziekte en behandeling en op de versterking van de positie van de patiënt in het zorgproces. 17
Bij communicatie tussen patiënten onderling gaat het om het uitwisselen van ervaringskennis over ziekte en behandeling en emotionele ondersteuning. Relevante onderwerpen bij de communicatie binnen en tussen zorginstellingen zijn o.a. de afstemming van de zorgverlening rondom een patiënt, patiënt-veiligheid en kwaliteitszorg, adoptie en implementatie van nieuwe technologieën en de naleving van richtlijnen in de zorg.
18
Gezondheidscommunicatie was een vak dat eigenlijk veel breder bleek dan ik verwachtte. Bij gezondheidscommunicatie dacht ik vooral aan de stop-met-roken campagnes die mensen ervan zouden moeten weerhouden sigaretten te kopen. Maar dit vak omvatte veel meer, bijvoorbeeld hoe communicatie tussen arts en patiënt het best kan verlopen en hoe je als familielid van een patiënt het best kunt helpen. Ik vond het erg interessant, maar had wel gehoopt op iets meer diepgang, er werd namelijk niet de mogelijkheid gegeven zelf met cases aan de slag gegaan want er waren geen opdrachten. Dit was aan de andere kant ook wel fijn, omdat je hierdoor maar weinig tijd kwijt was aan het vak. - Ferie
Statistiek 3 Statistiek bouwt voort op Statistiek 1 en Statistiek 2. Daarnaast zijn er nieuwe onderwerpen, namelijk regressie-analyse en een-factor en tweefactor variantie-analyse. Bij een-factor-variantieanalyse wordt ook de aandacht besteed aan de niet-parametrische toets van Krusall-Wallis. Het accent ligt bij dit vak op het toepassen van de verschillende technieken, het computerpakket SPSS zal veel gebruikt worden. Bij dit vak maak je gebruik van het statistische computerprogramma: SPSS In het vak Statistiek 3 bouw je voort op wat je in de eerste twee statistiekvakken geleerd hebt. Je leert opnieuw een aantal technieken om je onderzoeksresultaten te verkrijgen met behulp van berekeningen en SPSS. Mijn ervaring is dat wanneer je de werkcolleges volgt en de stof goed bij houdt, het vak goed te doen is. Ik vond het vak zelf niet heel interessant (het is vrij droge stof) en daarom is het soms moeilijk om jezelf er doorheen te worstelen. Wanneer je dit doet zul je er wel veel aan hebben bij de vele onderzoeksopdrachten in het tweede en derde
jaar.- Jellie
Kwalitatief Onderzoek voor CW Bij het vak Kwalitatief onderzoek worden de plaats van kwalitatief onderzoek binnen het geheel aan onderzoeksmethoden en de mate waarin het afwijkt van kwantitatief onderzoek besproken. Vervolgens wordt er aandacht geschonken aan het opzetten en uitvoeren van kwalitatief onderzoek, bijvoorbeeld door het gebruik van de methodes interviewen of verhalen schrijven. Vervolgens wordt het analyseren van kwalitatieve gegevens, met of zonder computer, behandeld. Voorbeelden daarvan zijn het coderen van tekstfragmenten en het zoeken naar thema’s in verhalen. Bij Kwalitatief Onderzoek leer je op welke manieren je kwalitatief onderzoek kunt afnemen; dit gaat dus bijvoorbeeld over het afnemen van interviews en de manieren waarop dit kan, maar ook kun je onderzoek uitvoeren door een tijdje met een groep mensen, bijvoorbeeld een indianenstam, te leven en te integreren. Ook ga je zelf een kwalitatief onderzoek uitvoeren met een bepaald thema, in ons jaar was dit
bijvoorbeeld miscommunicatie. Hier leer je heel veel van. Kwalitatief onderzoek is een aparte manier van onderzoek voeren omdat je, naar mijn idee, geen echte conclusies kunt trekken. Dit maakt het lastig, maar ook interessant en vernieuwend! - Benthe
Ontwerpen van Print Media In dit vak staan de tekstuele en visuele aspecten van printmedia centraal. Met printmedia worden hier alle geprinte teksten bedoeld, dit kunnen dus kranten zijn maar ook tijdschriftartikelen. In dit vak wordt met name stilgestaan bij folders en brochures. Het vak bereidt studenten voor op de beroepspraktijk doordat zij werken aan een fictieve maar realistische opdracht: het ontwerpen van twee brochures. Voor de ontwerpbeslissingen wordt ondersteuning gezocht in de wetenschappelijke literatuur over functionele analyse, informatiebehoefte, gedragsdeterminanten en de invloed van (tekstuele en visuele) boodschapvariabelen. Ook worden er voorbeelden van uitgewerkte brochures uit de praktijk getoond. 19
Bij dit vak maak je gebruik van het statistische computerprogramma: InDesign en Photoshop Het leuke aan het vak ‘Ontwerpen van Printmedia’ is de hoeveelheid praktijk. In het eerste gedeelte van het vak, leer je hoe je een goede tekst schrijft voor in een brochure. Dit hangt af van het doel van de brochure, is deze bedoeld om te informeren of om te overtuigen? En daarnaast is het afhankelijk van de doelgroep voor wie je schrijft. Tevens ontwikkel je grafische vaardigheden, aangezien je de brochures daadwerkelijk gaat ontwerpen met behulp van het programma ‘InDesign’ van ‘Adobe’. Een afwisselend en praktisch vak dus, wat een welkome afwisseling is tussen de hoorcolleges door. - Jochem
New Media and Communication Dit vak richt zich op nieuwe communicatietechnologieën en media. In de afgelopen jaren hebben communicatietechnologieën en media een essentiële rol gespeeld in de ontwikkeling van onze huidige, complexe maatschappij. De manier 20
waarop mensen met elkaar communiceren, welke communicatiemiddelen ze hierbij gebruiken en hoe men tegenwoordig zijn informatiebehoeften bevredigt, laat zien dat digitale technologieën en media niet meer zijn weg te denken uit ons dagelijks leven. De manier waarop zowel individuen, organisaties als maatschappijen communicatietechnologie en media integreren in hun dagelijkse leven staat centraal in dit vak. Een aantal onderwerpen die in dit vak aan bod komen zijn de invloed van digitale technologieën op mensen en hun relaties en de manier waarop technologieën en innovaties zich verspreiden in de maatschappij. New media and communication is een vak dat zich richt op nieuwe media. Ik verwachtte zelf dat we te horen zouden krijgen hoe je nieuwe media precies in kunt zetten (wat natuurlijk tegenwoordig vooral voor organisaties van belang is), maar dat kwam niet echt aan bod. Het vak was eigenlijk opgedeeld in drie onderdelen. Als eerste was je adviseur, waarbij je een organisatie van advies moest voorzien over het inzetten van nieuwe media. Vervolgens onderzoeker,
waarbij je een onderzoeksvoorstel moest schrijven met betrekking tot nieuwe media en tot slot ontwerper, waarbij het privacy-probleem aan bod kwam. Het was een intensief vak, met vele opdrachten en microassignments. Het vak zat echter wel heel goed in elkaar. Door middel van de werkcolleges werd je voorbereid op de opdrachten, die je vervolgens zelfstandig af moest maken. - Charis
Marketingcommunicatie Dit vak geeft een goed overzicht van marketingcommunicatie in al zijn vormen. Het brede en nog steeds groeiende aanbod van communicatie-instrumenten en diverse media op dit terrein komt aan bod. Er wordt ingegaan op reclame, sponsoring, direct-marketing, PR, promoties en persoonlijke verkoop. Er wordt aandacht besteed aan trends, zoals de opkomst van de ‘experience’ marketing of de manier waarop internet het gehele vakgebied beïnvloedt. Het vak opent met een inleiding in het basisvak van de marketing en laat zien hoe marketingcommunicatie onderdeel uitmaakt van
een bredere strategie. Tijdens de colleges worden zowel de wetenschappelijke als de praktische kanten belicht. Marketingcommunicatie behandelt een groot aantal begrippen die in de marketing veel gebruikt worden. Je leert hier bijvoorbeeld hoe bedrijven om gaan met het positioneren van hun merknamen op de markt. Dit vak geeft je vooral een basis in de marketing waardoor je een inzicht krijgt in hoe de marketingwereld werkt. Daarnaast bestaat dit vak ook uit een opdracht waarin je onderzoek doet naar een bepaalde doelgroep, een marketingcommunicatieplan opstelt, en een bijpassende creatieve commucatie-uiting bedenkt. Bij deze opdracht heb je veel vrijheid en kun je veel creativiteit kwijt. - Luuk
Communicatieonderzoek Dit vak biedt een overzicht van praktisch relevante onderzoeksvragen en van de methoden en instrumenten die beschikbaar zijn voor de beantwoording daarvan. Enerzijds gaat het om de vragen en methoden die in het 21
communicatiekundige ontwerpproces van belang zijn. Anderzijds gaat het om vragen en methoden die in de organisationele communicatie centraal staan. Daarnaast richt het vak zich op inzicht in de waarde en beperkingen van praktisch relevante onderzoeksmethoden. Daarbij gaat het om de toepassing van methodologische begrippen als betrouwbaarheid en validiteit. Mijn ervaringen met dit vak zijn zowel positief als negatief. Ik heb veel geleerd van dit vak op het gebied van onderzoek doen. Je maakt kennis van bijzondere methodes en leert daarbij waar de valkuilen zitten en waar je op moet letten bij het uitvoeren van kwalitatief onderzoek, dit helpt je om een beter beeld te krijgen waarmee je geconfronteerd wordt wanneer je van plan bent kwalitatief onderzoek uit te voeren. Een minpunt is dat je in het diepe wordt gegooid bij dit vak en dat je weinig tijd hebt voor de methodes. - Luuk
22
Praktijkmodules Communicatieonderzoek Dit vak is het vervolgvak op het vak Communicatieonderzoek en richt zich op de inzichtdoelstelling. Studenten volgen twee
keuzemodules, waarbinnen zij op beperkte schaal ervaring opdoen met een bepaalde onderzoeksmethode, aanvullende literatuur zoeken en bestuderen en een methodologisch georiënteerde paper schrijven op basis van een zelfstandig uitgevoerd (kleinschalig) onderzoek. Studenten kunnen kiezen uit de volgende modules: 1) opinie-onderzoek, 2) netwerkanalyse, 3) recall & recognition, 4) imago-onderzoek, 5) gedragsdeterminanten, 6) inhoudsanalyse, 7) focusgroepen, 8) mysteryshopping. Ik vond het vak praktijkmodules communicatieonderzoek erg leuk om te doen. Van alle methodes die je geleerd hebt in het vak communication research ga je er twee echt uitvoeren in twee verschillende modules. Zelf had ik de Q-sort methode en de eye- tracking methode gekozen omdat dit me leuke methodes leken. Je ontwikkelt zelf het materiaal dat nodig is voor de methode wat dit vak extra leuk maakt. Voor de Q-sort methode had ik dan ook samen met een groepje een Q-board ontwikkeld met stellingen en voor de eye-tracking methode zelf beeldmateriaal gemaakt. In dit vak gaat het niet zozeer om de
resultaten die je verkrijgt via de methodes maar meer om hoe je de methode uit moet voeren. Dit is erg nuttig voor de bacheloropdracht die je in het derde jaar gaat maken. - Michelle
Onderzoekspracticum 2 Communicatiedeskundigen houden zich in hun beroepspraktijk bezig met diverse soorten communicatiekundige onderzoeken. Waar het eerstejaarsvak onderzoekpracticum 1 vooral gericht is op kwantitatief onderzoek, gaat het hier om kwalitatief onderzoek. Studenten voeren zelfstandig een opdracht uit, waarin de formatieve evaluatie van een communicatiemiddel centraal staat. De communicatiemiddelen worden onderworpen aan een evaluatieonderzoek, waarbij theoretische uitgangspunten een belangrijk onderdeel vormen. Studenten doen vervolgens gefundeerde aanbevelingen voor revisie van het product. In het vak wordt speciale aandacht besteed aan mondeling en schriftelijk rapporteren.
Dit vak is een onderzoeksvak dat gegeven wordt in je tweede jaar. Het is in feite een voorloper op je uiteindelijke bacheloropdracht. Doordat je nu al leert hoe je te werk moet gaan met een groot onderzoek, het schrijven van het rapport en het presenteren van de resultaten, scheelt dit alleen maar als je het jaar daarop aan je bacheloronderzoek begint. Het leuke aan dit vak is dat je een onderzoek mag uitvoeren voor een echt bedrijf in de regio Twente. Zo moest ik samen met een medestudent een websiteevaluatieonderzoek doen voor de Medisch-Ethische Toetsingscommissie van het ziekenhuis in Enschede. Op deze manier kun je je opgedane kennis van je eerste jaar in de praktijk brengen. Je gebruikt echte respondenten in plaats van je medestudenten te vragen een enquête in te vullen. Ook leer je verschillende bedrijven en afdelingen kennen waar je later aan de slag zou kunnen gaan. Ik heb er veel van geleerd. Niet alleen hoe je zo’n verslag maakt, maar ook hoe je om moet gaan met de opdrachtgever, waar je op moet letten, en het samenwerken met andere studenten. En natuurlijk is het ook ontzettend fijn om te weten dat je fantastische rapport niet in het archief verdwijnt, maar dat er ook daadwerkelijk iets mee gedaan wordt! - Marijke
23
Het derde jaar In je derde jaar heb je niet zo heel vaak college. Je hebt wel een aantal vakken, maar dat zijn er aanzienlijk wat minder dan in je eerste en je tweede jaar. Dat klinkt natuurlijk allemaal heel ideaal, maar je moet niet vergeten dat je dit jaar ook aan je bacheloropdracht gaat werken. En dat zal ook een hele hoop tijd kosten! Hieronder zullen alle vakken die je het derde jaar krijgt kort beschreven worden, zodat je al een beetje kan zien wat je te wachten staat. Filosofie van de communicatie Dit vak is opgedeeld in twee delen en in beide delen staat de filosofie van de communicatie centraal. In het eerste deel wordt de relatie tussen taal, werkelijkheid en communicatie behandeld. Dit aan de hand van een leidende vraag: wat zijn de noodzakelijke voorwaarden voor de mogelijkheid van adequate communicatie? Door middel van verschillende theorieën wordt deze vraag belicht. Het tweede deel van het vak staat in het teken van morele dilemma’s in de communicatiesfeer. Dit door eerst een aantal grondbegrippen te bespreken, aan de hand waarvan morele problemen kunnen worden onderscheiden van andere typen problemen. 24
Daarna komen de drie belangrijkste ethische theorieën aan de orde. Ook wordt er ingegaan op de relevantie van die theorieën voor de praktijk van de communicatie. Het doel van het vak filosofie is je te laten nadenken over het nut van communiceren en wat het vanuit filosofisch oogpunt inhoudt. Er wordt begonnen met de grote filosofen zoals Plato en Descartes, daarna volg je de ontwikkelingen van filosofie en welk effect dit heeft op communicatie. De lesstof is niet veel, een paar pagina’s per college, maar het kan best wat tijd kosten om te begrijpen wat er met de stof bedoeld wordt. Als je er van houdt om over dingen na te denken en erover te discussiëren dan zal je dit vak vrij makkelijk vinden. Is filosofisch doen niet je ding, dan zal je voor
het tentamen toch nog enkele dagen moeten stampen. - Hans
Modelontwerp in de Communicatiewetenschap Bij dit vak wordt aandacht besteed aan verschillende modellen die in de sociale- en communicatiewetenschap worden gebruikt. Deze modellen kunnen belangrijke hulpmiddelen zijn bij het maken van een goede vraagstelling in een onderzoek. Het vak start met een algemene inleiding, waarna een overzicht volgt van de verschillende soorten modellen. Dit wordt gekoppeld aan praktische opdrachten, om uiteindelijk zelf een model te ontwerpen en operationaliseren dat ligt op het niveau van een afstudeeronderzoek. Dit kan uiteindelijk al een basis vormen voor je Bacheloropdracht. Een van de eerste mededelingen die de docent deed bij het vak Modelontwerp in de communicatiewetenschap was dat je bij het tentamen van dit vak alle informatie
die je wilt bij je mag hebben: boeken, sheets, aantekeningen enz. De daaropvolgende mededeling was dat nog steeds minder dan de helft van de studenten dit vak in één keer haalt. De boodschap was duidelijk: het zou een lastig, maar leuk vak worden. Bij dit vak leer je om ‘de werkelijkheid’ om te zetten naar een model om het voor andere mensen nog duidelijker te maken. Dit kan vaak op meerdere manieren, aan jou de taak om te bedenken wat de beste manier hiervoor is. - Rikke
Onderzoekparadigma’s in de Communicatiewetenschap In het werken en denken van een wetenschapper zit een fundamentele spanning. Aan de ene kant wil je alles van verschillende kanten kunnen bekijken, maar aan de andere kant moet je keuzes maken om concreet onderzoek te kunnen doen. In dit vak wordt zowel de breedte als de diepte van onderzoek rond organisatiecommunicatie belicht. Het vak wordt opgezet aan de hand van negen perspectieven op organisaties. Alle studenten worden opgesplitst in groepen van negen 25
studenten, waarbij iedere student één perspectief vertegenwoordigt. Elke week worden er een aantal perspectieven besproken, ingeleid door de vertegenwoordigende student. Hierbij zal onder andere aandacht worden besteed aan de overeenkomsten en verschillen tussen de perspectieven. Dit alles wordt bijgehouden in een portfolio en tevens kent dit vak een casus. In dit vak zul je wetenschappelijk onderzoek over organisatiecommunicatie bekijken vanuit verschillende benaderingen. Hiermee kan je vervolgens een communicatieprobleem vanuit een breder perspectief benaderen en het probleem dus uitgebreider benoemen. Enkele voorbeelden van deze benaderingen zijn het post-positivism en de feminist theory. Je zult van deze benaderingen de eigenschappen, denkrichting en voor en tegens inzien om vervolgens een juiste afweging te maken in de te kiezen benadering. De colleges zullen worden begeleid door de docent, maar doordat je elke week in groepen van 5 de benadering al zal voorbereiden en doorspreken zal je veel van je opgedane kennis te danken hebben aan de groepsgenoten. Deze interactieve manier van college
26
zorgt ervoor dat je de verschillende benaderingen van voor tot achter moet en zal kennen. - Ivar
Bacheloropdracht In dit vak voer je zelfstandig een praktijkonderzoek uit. Hierbij doorloop je het gehele proces van probleemanalyse tot en met het formuleren van aanbevelingen voor de communicatiepraktijk. Uiteindelijk wordt dit onderzoek schriftelijk ingeleverd en gepresenteerd. Het vak begint met een inleidend college, waarin informatie wordt gegeven over de verschillende soorten onderzoek die uitgevoerd kunnen worden. Verder vindt er af en toe een college plaats om nadere dingen toe te lichten. In principe doorloop je dus een individueel proces en wordt het je eigen onderzoek, maar je zal wel worden ondersteund door een docent. Aan het eind van het traject geven studenten elkaar feedback, om uiteindelijk in een slotsymposium het uitgevoerde onderzoek kort te presenteren.
Bij mijn bacheloropdracht heb ik er voor gekozen niet een opdracht van een bedrijf te doen, maar zelf een onderzoek te formuleren. Ik houd me bezig met Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) en arbeidsmarktcommunicatie. De meeste bedrijven doen tegenwoordig iets met MVO en daar praten ze ook veel over. Consumenten vinden het belangrijk dat bedrijven behalve winst maken, ook de verantwoordelijkheid moeten hebben om iets goeds bij te dragen aan milieu en maatschappij. Niet alleen veel consumenten maar ook veel starters op de arbeidsmarkt vinden MVO erg belangrijk. Omdat de Nederlandse beroepsbevolking krimpt, wordt het voor werkgevers steeds moeilijker om getalenteerd, hoger opgeleid personeel te vinden. In mijn onderzoek heb ik bekeken wat bedrijven doen om toch genoeg hoger opgeleid talent binnen te halen en vooral of ze daarbij ook MVO inzetten om studenten te ‘lokken’. Degenen die hiermee vooroplopen zijn waarschijnlijk de zogenaamde ‘topwerkgevers’. Voor mijn onderzoek heb ik interviews afgenomen bij recruitingcoördinatoren, managers arbeidsmarktcommunicatie en HR managers van verschillende ‘topwerkgevers’ zoals Vodafone en KLM. Het blijkt dat deze ‘topwerkgevers’ al best veel gebruik maken van MVO om studenten binnen te halen. Al
bleek wel dat ze daar vaak nog niet heel bewust mee bezig waren. Verschillende bedrijven waren daarom ook geïnteresseerd in wat ik volgend jaar ging doen, omdat ik wellicht stage bij hen zou kunnen lopen. - Klaas Johan
27
De pre-master Als je na het volgen van een andere opleiding besluit om een master bij CW te gaan doen, zul je eerst een jaar een pre-master moeten volgen. In dit jaar zul je alle benodigde kennis uit de drie jaren van de Bachelor in één jaar behandelen, zodat je klaargestoomd bent om aan de Master te beginnen. Hieronder zullen alle vakken die je de pre-master krijgt kort beschreven worden, zodat je al een beetje kunt zien wat je te wachten staat. Enkele vakken uit de pre-master zijn gelijk aan vakken uit het eerste, tweede of derde jaar en zullen dus niet alsnog beschreven worden.
28
Data-analyse en meetinstrumenten 1 Dit vak bestaat uit hoorcolleges, werkcolleges en SPSS-colleges. In acht hoorcolleges van twee uur wordt de theorie behandeld, daarnaast zijn er vier werkcolleges van twee uur. Hier kan men oefeningen maken over de besproken theorie. Ook zijn er drie werkcolleges van twee uur gericht op het programma SPSS. Door middel van opdrachten kan men hiermee oefenen en wordt dit beoordeeld. De stof die wordt behandeld tijdens dit vak is onder andere beschrijvende statistiek, kansrekening en betrouwbaarheidsintervallen. Ook worden er een aantal statistische technieken
behandeld, zoals de t-toets en chi-kwadraat. Bij dit vak maak je gebruik van het statistische computerprogramma: SPSS Het vak Data-Analyse en Meetinstrumenten 1 (DM1) betreft statistiek en kansrekening. Tijdens DM1 worden onder andere de volgende onderwerpen behandeld: normale verdelingen, correlatie, regressie, steekproefverdelingen, variantie, standaardafwijking en centrale limietstelling. Je leert hoe en wanneer je statistische toetsen moet loslaten op deze onderzoeksgegevens om betrouwbare uitspraken te kunnen doen over verbanden tussen diverse variabelen. Gedurende de periode worden 8 hoorcolleges,
4 werkcolleges en , 4 computerpractica (SPSS) gegeven. Tijdens de hoorcolleges wordt de theorie globaal uitgelegd. Tijdens de werkcolleges en de computerpractica ga je zelf met de theorie oefenen middels het uitvoeren van berekeningen met een rekenmachine en/of het computerprogramma SPSS. De stof wordt getoetst middels een schriftelijk theorietentamen (66,6%) en een computer praktijktentamen (33,3%). Het vak staat of valt met bijhouden. Dus ook al ben je geen wonder in wiskunde, als je het bijhoudt is je kans van slagen groot! - Joanne
Data-analyse en meetinstrumenten 2 Dit is een vervolg op Data-analyse en meetinstrumenten 1. Ook bij dit vak worden er hoorcolleges, werkcolleges en SPSS-colleges gegeven. Bij dit vak maak je gebruik van het statistische computerprogramma: SPSS Tijdens dit vak leer je verschillende vormen van analyses en hoe je deze toepast binnen je eigen onderzoek. Als een voortzetting van Data-analyse en meetinstrumenten 1 worden enkele veelgebruikte
statistische technieken behandeld. Met lineaire regressie wordt bijvoorbeeld geprobeerd bepaalde waardes te voorspellen, maar ook analyses om gemiddeldes te vergelijken worden gebruikt. Het vak bestaat uit twee delen: een deel theorie en een deel met het computerprogramma SPSS. Je krijgt voor dit vak iedere week een hoorcollege en een werkcollege (theorie of SPSS). - Erik
Academic Writing Premaster Bij dit vak leer je ‘academisch schrijven’, dit houdt onder andere in dat je leert om onderzoeksvragen goed te formuleren, juiste literatuur te zoeken, deze literatuur te verwerken en om juiste verwijzingen te maken. In een paar maanden tijd leer je wetenschappelijke artikelen op een snelle manier begrijpend te lezen. Door middel van informatie uit lees-vervangende samenvattingen in een handige matrix te plaatsen is het redelijk eenvoudig een wetenschappelijke tekst te schrijven. Het vak academisch schrijven bereidt je hiermee voor op literatuurstudies die uitgevoerd moeten worden in (pre-)Masterscripties. - Lysette
29
Communicatiewetenschap Bij dit vak leer je de belangrijkste concepten, theorieën en modellen op het gebied van communicatiewetenschap. Deze onderdelen worden gepresenteerd met het oog op het oplossen van praktische communicatieproblemen. De cursus introduceert de communicatie binnen de verschillende onderdelen, zoals marketingcommunatie, corporate communicatie, technische communicatie en communicatie via nieuwe media en ICT. Een bijkomende doelstelling van dit vak is om studenten te ontwikkelen in het lezen en bekritiseren van literatuuronderzoek, en het gebruik van bestaand onderzoek als basis voor vervolgonderzoek. Het vak communicatiewetenschap is echt de basis voor de communicatiewetenschap. In acht lessen leer je de meest belangrijke en invloedrijke theorieën die ontstaan zijn in de communicatiewetenschap. Deze theorieën gaan onder andere over persoonlijke communicatie, groepscommunicatie, organisatiecommunicatie, leiderschap en overtuigende communicatie. Naast het
30
leren van deze theorieën leer je ook artikelen lezen waarin veel van deze theorieën worden behandeld. Op deze manier leer je de theorieën kennen en ze bovendien meteen toe te passen. Kortom, het is een interessant vak wat een goede basis geeft voor communicatieprofessionals! - Lucienne
Communicatieonderzoek Bij dit vak leer je een hoe je een onderzoek moet opstellen, hoe je relevante onderzoeksvragen moet formuleren en hoe je de juiste methoden en meetistrumenten voor je onderzoek moet gebruiken. Enerzijds gaat het om de vragen en methoden die in het communicatiekundige ontwerpproces van belang zijn. Denk hierbij aan onder andere vooronderzoek, formatieve evaluatie en summatie evaluatie. Anderzijds gaat het bij dit vak om vragen en methoden die in de organisationele communicatie centraal staan, bijvoorbeeld image- en reputatieonderzoek. Bij dit vak komen de belangrijke communicatietheorieën ook weer aan bod. Tijdens dit vak leer je hoe je de communicatie binnen
een organisatie kan onderzoeken en met welke verschillende methoden je communicatieonderzoek kunt doen. Verder leer je voor welk specifiek doel je elke methode kan gebruiken, hoe de methode precies werkt en welke voor- en nadelen deze verschillende methoden hebben. Ik vond het een nuttig vak omdat het mij een duidelijk overzicht gaf van alle beschikbare onderzoeksmethoden, deze kennis kon ik al gelijk gebruiken bij het uitvoeren van mijn pre-master opdracht. - Steven
Pre-master opdracht Als afsluiting van de pre-master, wordt er door studenten zelfstandig een praktijkonderzoek uitgevoerd. De student bedenkt een praktische relevatie vraagstelling, kiest een goede onderzoeksopzet, voert het onderzoek natuurlijk uit en brengt daarover schriftelijk en mondeling verslag uit. Daarbij is het de bedoeling dat er conclusies worden getrokken en aanbevelingen voor de communicatiepraktijk worden gedaan.
andere pre-master vakken kunt toepassen. De duur van de pre-masteropdracht is een half studiejaar. Aan de start van dit onderdeel van de pre-master krijg je een document met ongeveer 40 mogelijke onderzoeksthema’s. Hieruit mag je het thema kiezen wat jou het meeste aanspreekt. Daarnaast is het mogelijk om een eigen thema aan te dragen, deze moet dan wel goedgekeurd worden door de universiteit. Het grote voordeel van deze vrije keuze is dat je onderzoek kunt doen naar een vakgebied waar je eigen interesse ligt. Een begeleider voor de pre-masteropdracht krijg je toegewezen, die vooral zorgt voor sturing en advies en je erg vrij laat in de manier van aanpak. Ook krijg je ondersteunende hoorcolleges, die je op weg helpen met je onderzoek. Je kunt kiezen uit kwalitatief onderzoek en kwantitatief onderzoek. Kwalitatief onderzoek zou bijvoorbeeld interviews of focusgroepen kunnen zijn. Terwijl kwantitatief onderzoek meer te maken heeft met vragenlijsten en enquêtes. Uiteindelijk is het erg leerzaam omdat je de opgedane theorie/kennis in de praktijk kan brengen.- Niek
De pre-masteropdracht is een afsluiting van de premasterfase, waarin je dingen die je geleerd hebt bij
31
De volgende vakken krijg je ook nog tijdens je pre-master. Deze vakken zijn al eerder besproken in de brochure, dus als je meer over deze vakken wilt lezen, moet je even bij op volgende bladzijdes kijken. -
32
Onderzoeksmethodologie Corporate Communication New media and communication Marketingcommunicatie Filosofie van de communicatie
pagina pagina pagina pagina pagina
8 16 20 21 24
De masters van CW De Universiteit Twente heeft binnen de master Communication Studies drie specialisaties. Alle drie de richtingen beslaan één studiejaar. Hierbij moet je wel denken aan voltijd studeren. In zo’n jaar moet je 60 EC binnen halen en als je afstudeerscriptie ook goed is, kun je je na het afronden van de master ‘Master of Science’ noemen. Hieronder volgt een korte samenvatting van de verschillende specialisaties. Wil je meer informatie? Kijk dan op http://master.utwente.nl/cs/ De drie specialisaties binnen Communication Studies zijn: - Marketing Communication - Corporate Communication - New Media and Communication
Marketing Communication
De specialisatie ‘Marketing Communication’ wordt aangeboden in het Engels, houd er dus rekening mee dat de literatuur ook in het Engels zal zijn. Waar gaat het over bij deze master? Marketing Communication richt zich op de transacties tussen organisaties en hun doelgroepen en wil deze transacties bevorderen. Hierbij kun je ook denken aan het inzetten van
reclame om het imago van je bedrijf of product te verbeteren. Eigenlijk draait het binnen de Marketing Communication dan ook om het verklaren, voorspellen en het beïnvloeden van het consumentengedrag. Binnen deze master zal je in aanraking komen met verschillende marketingcommunicatieinstrumenten (bijv. gedrukte reclame, commercials en persoonlijke verkoop). Je zal gaan kijken hoe consumenten informatie verwerven 33
en hoe ze deze informatie verwerken. Ook zal je na gaan denken over manieren waarop je deze informatieverwerking kan beïnvloeden, zodat het positief resultaat geeft voor je bedrijf of product. Wat kun je worden als je deze master hebt afgerond? Enkele voorbeelden - Adviseur bij het ontwikkelen en ontwerpen van reclame- en marketinguitingen - Onderzoeker om de effecten deze interventies zichtbaar te maken.
Corporate Communication
De specialisatie ‘Corporate Communication’ wordt aangeboden in het Engels, houd er dus wel rekening mee dat de literatuur ook in het Engels zal zijn. Waar gaat het over bij deze master? De master Corporate Communication draait vooral om de communicatieprocessen van 34
organisaties, zowel de processen binnen de organisatie zelf, als de communicatie van de organisatie naar haar omgeving. Al deze processen zijn namelijk erg belangrijk voor een organisatie om haar doelen te behalen en om dit te bereiken, met een zo optimaal mogelijk resultaat natuurlijk. Het is dan ook van belang om een goed beeld te hebben van de wijze waarop de organisatie interacteert met haar omgeving (denk hierbij bijvoorbeeld aan de positionering en de strategie van een organisatie, maar er kan ook gekeken worden of het imago wel overeenkomt met de identiteit van de organisatie). Maar zoals al eerder aangegeven, is niet alleen de communicatie naar buiten, maar ook de communicatie binnen de organisatie erg belangrijk. Passen de doelen van de organisatie wel bij de belangen van haar werknemers? Zijn de werknemers wel tevreden? En wordt er eigenlijk wel optimaal gecommuniceerd? Wat misschien al wel duidelijk wordt, is dat het erg belangrijk is dat er genoeg draagvlak is onder de werknemers. Zonder hen is het niet
mogelijk voor een organisatie om haar doelen te behalen. Er wordt dan ook gestreefd naar een optimale samenwerking en omgeving waarin de werknemer het meeste uit zichzelf kunnen halen. Wat kun je worden als je deze master hebt afgerond? Enkele voorbeelden - Communicatiemanager in een organisatie gericht op de interne communicatie - Communicatiemanager gericht op public relations
New Media and Communication
De specialisatie ‘New Media and Communication’ wordt ook aangeboden in het Engels, houd er dus wel rekening mee dat de literatuur ook in het Engels zal zijn. Waar gaat het over bij deze master? Zoals de naam al zegt, is deze specialisatie gericht op nieuwe media. Het gaat dan om de psychologische en sociale aspecten waar je mee
te maken krijgt bij de implementatie, de adoptie en het gebruik van nieuwe media. De opkomst van de nieuwe media gaat zo snel en dit zorgt natuurlijk voor nieuwe uitdagingen voor communicatieprofessionals. De manier waarop we leven, werken en communiceren blijft veranderen door de komst van nieuwe elektronische media. Zo bieden sociale netwerken en blogs bijvoorbeeld, nieuwe kansen om te communiceren. Zowel voor persoonlijke communicatie als de communicatie in een organisatie. Binnen deze specialisatie zal je dan ook op zoek gaan naar de uitdagingen van de nieuwe media en moet je natuurlijk rekening houden met de vragen en gevolgen die het met zich mee brengt. Je gaat een breed scala aan nieuwe media onderwerpen onderzoeken en probeert het ontwerpproces van nieuwe media te begrijpen, zodat je ook advies kan geven over (nieuwe) media communicatie strategieën.
35
Wat kun je worden als je deze master hebt afgerond? Enkele voorbeelden - Ontwerper van nieuwe media applicaties - Informatie en communicatie manager in een organisatie - Consultant op het gebied van communicatie en nieuwe media
Mocht je na het lezen van deze informatie nog vragen hebben betreft je opleiding, dan kun je altijd even binnen lopen bij de Communiquékamer of mail naar:
[email protected] Je kunt natuurlijk ook altijd contact opnemen met Gert Brinkman, onze studieadviseur voor de Bachelor. Zijn kamer zit in de Cubicus, C111 of mail naar:
[email protected] Voor meer vragen over een van de masterspecialisaties, kun je contact opnemen met Jeanet Luijerink, zij is onze studieadviseur betreft de Masterspecialisaties. Haar kamer zit ook in de Cubicus, C106 of mail naar: j.w.m.luijerink@ utwente.nl
36